Geschiedenisvanzuidholland nl semantisch web (2)

69
Instituut voor Media, Informatie en Communicatie Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web Wat kan het semantisch web betekenen voor een webportal? Afstudeeropdracht Frans van der Horst, student Informatie en Media (IV5) Docent: Susanne Neugebauer Praktijkbegeleider: Tamara van Zwol In opdracht van het Erfgoedhuis Zuid-Holland 2 november 2010

description

Scriptie

Transcript of Geschiedenisvanzuidholland nl semantisch web (2)

Page 1: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Instituut voor Media, Informatie en Communicatie

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web

Wat kan het semantisch web betekenen voor een webportal?

Afstudeeropdracht

Frans van der Horst, student Informatie en Media (IV5)

Docent: Susanne Neugebauer

Praktijkbegeleider: Tamara van Zwol

In opdracht van het Erfgoedhuis Zuid-Holland

2 november 2010

Page 2: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)
Page 3: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Voorwoord

In dit adviesrapport is de uitwerking te vinden van de opdracht van het Erfgoedhuis

Zuid-Holland om te onderzoeken wat het semantisch web kan betekenen voor de

website www.geschiedenisvanzuidholland.nl.

Het rapport is samengesteld door Frans van der Horst, student Informatie en Media

aan de Hogeschool van Amsterdam (domein: Media, Creatie en Informatie /

opleiding: Media, Informatie en Communicatie).

Deze rapportage is bedoeld voor archivarissen, museum- en andere

erfgoedspecialisten, IT-specialisten, (wetenschappelijke) onderzoekers en andere

belanghebbenden of geïnteresseerden.

Graag wil ik mijn dank betuigen aan: Tamara van Zwol, Susanne Neugebauer, Ivo

Zandhuis, Marloes Wellenberg, Kirsten de Vries, Tim Veken, Geert-Jan van Bussel,

Peter Horsman, Raf Guns, Jef Malliet, Michiel Hildebrand, Marco Streefkerk, Laura

Hollink en Hans Waalwijk.

Page 4: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)
Page 5: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Inhoud

Managementsamenvatting 9

1 Inleiding 11

1.1 Erfgoedhuis Zuid-Holland 11

1.2 Probleemstelling en deelvragen 12

1.3 Afbakening onderzoek 12

1.4 Onderzoeksdoelstelling en onderzoeksopzet 13

1.4.1 Onderzoeksdoelstelling 13

1.4.2 Onderzoeksopzet 13

2 Semantisch Web 15

2.1 Wat is het semantisch web? 16

2.2 De techniek achter het semantisch web 17

2.3 Waarom het semantisch web? 19

2.4 Erfgoedsector en semantisch web 19

2.5 Argumenten van voorstanders 20

2.6 Argumenten van critici 21

2.7 Analyse argumenten voorstanders en critici 22

2.8 Conclusie 23

3 Standaardisatie en semantisch web 25

3.1 Toegankelijkheid 25

3.2 Standaardisatie en erfgoedsector 26

3.3 Standaardisatie en semantisch web 28

3.4 Conclusie 29

4 Geschiedenisvanzuidholland.nl 31

4.1 Doelstelling 31

4.2 Functie 31

4.3 Zoekfunctie en techniek (ontsluitingsstandaarden) 33

4.4 Conclusie 34

5 Ontsluitingsprojecten 37

5.1 Analyse Erfgoedplus.be 37

5.1.1 Doelgroep 37

5.1.2 Verleden, heden, toekomst 37

5.1.3 Techniek 38

5.1.4 Beschrijven erfgoedinformatie 39

5.1.5 Presenteren erfgoedcollecties 40

5.1.6 Erfgoedplus.be en semantisch web 40

5.2 Analyse Europeana project 41

5.2.1 Europeana en semantiek 41

5.2.2 Europeana.eu versus Europeana‟s semantic search engine 42

5.2.3 Technische versus semantische interoperabiliteit 43

Page 6: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

5.3 Analyse Agrippa catalogus Vlaamse literatuur 44

5.3.1 Techniek 45

5.4 Analyse CHIP project 46

5.5 Conclusie 47

6 Gebruiker, context en semantisch web 49

6.1 Gebruiker 49

6.2 Context 50

6.2.1 Context van archieven 50

6.2.2 Context van museale collecties 51

6.2.3 Context en het semantisch web 52

6.3 Gezamenlijke context 53

6.4 Conclusie 55

7 Toepassing semantisch web 57

7.1 Toekomstige rollen PHC en website 57

7.2 Conclusie 57

8 Conclusies en aanbevelingen 59

8.1 Conclusies 59

8.1.1 Semantisch web 59

8.1.2 Standaardisatie en semantisch web 59

8.1.3 Geschiedenisvanzuidholland.nl 60

8.1.4 Ontsluitingsprojecten 60

8.1.5 Context 60

8.1.6 Toepassing semantisch web 60

8.2 Aanbevelingen 60

Notenapparaat 61

Interviews 65

Literatuurlijst 67

Page 7: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)
Page 8: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)
Page 9: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 9

Managementsamenvatting

Het internet ontwikkelt zich razend snel. Het World Wide Web bestaat inmiddels al

bijna 20 jaar. In die tijd is er veel veranderd, zowel voor mensen die informatie

structuren en publiceren als de gebruikers van informatie die het consumeren. De

volgende ontwikkelingsfase van het web staat alweer voor de deur, namelijk het

semantisch web (web 3.0). Het semantisch web is een technologie om datastructuren

op het web te publiceren, waardoor betekenisvolle relaties kunnen ontstaan tussen

concepten die uit verschillende bronnen (bijvoorbeeld erfgoedbronnen) afkomstig

zijn. Dit betekent concreet dat het semantisch web betekenisvolle relaties (die voor

mensen logisch zijn) begrijpelijk kan maken voor het web. Op deze manier wordt de

context en betekenis achter die relatie behouden en tevens verrijkt. In dit onderzoek is

bestudeerd of deze ontwikkeling iets kan bijdragen aan de (digitale) ontsluiting van

cultureel erfgoed en wat dit kan betekenen voor een webportal.

Aan dit vraagstuk is de volgende probleemstelling gekoppeld:

Welke ontwikkelingen en mogelijkheden biedt het semantisch web voor de website

www.geschiedenisvanzuidholland.nl?

Uit onderzoek bleek dat er nog een hoop onwetendheid bestaat rondom het begrip

semantisch web. IT-specialisten kijken met andere bril naar de materie dan

erfgoedspecialisten dit doen. Er kan in dit verband gezegd worden dat enige vorm van

standaardisatie noodzakelijk is als men erfgoedinformatie op het semantisch web

zinvol wil kunnen gebruiken. Het is daarom aan te raden dat men binnen de

erfgoedsector vanuit één gemeenschappelijk metadatamodel werkt waardoor de

gebruiker overal op dezelfde manier benaderd kan worden.

Het semantisch web verrijkt de context van erfgoedinformatie. Een van de uitkomsten

van dit onderzoek laat zien dat het semantisch web ervoor zorgt dat de context van

erfgoedinformatie wordt verrijkt door diverse concepten (persoon, plaats, gebeurtenis,

objecten) met elkaar te verbinden en vast te leggen, waardoor verschillende contexten

gezamenlijk gepresenteerd kunnen worden.

Op dit moment is het voor de website www.geschiedenisvanzuidhollnd.nl helaas niet

mogelijk om verschillende erfgoedcollecties van de deelnemende instellingen in één

context te presenteren omdat de techniek tekort schiet. Implementatie van

semantische webtechnologie kan dit probleem verhelpen.

Het Provinciaal Historisch Centrum (PHC) kan overwegen haar diensten af te

stemmen op het gebruik en de toepassing van het semantisch web. Zij zou kunnen

kiezen voor een rol als data-intermediair of serviceprovider. Als serviceprovider

publiceert ze de data van (deelnemende) erfgoedinstellingen via een nieuwe website

die gebaseerd is op semantische webtechnologie.

Page 10: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 10

Page 11: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 11

1 Inleiding

Met de komst van internet is er het een en ander veranderd. Digitale toegangen

kunnen binnen de erfgoedsector met behulp van hyperlinks en metadata met elkaar

verbonden worden. Samenwerking op dit gebied is noodzakelijk geworden met het

oog op de toegankelijkheid richting de gebruiker. Men maakt dan ook steeds vaker

gebruik van uniforme (digitale) beschrijvingsstandaarden om de toegankelijkheid van

archieven, bibliotheken en musea te verbeteren. In dit rapport wordt gekeken in welke

mate het semantisch web (web 3.0) kan bedragen aan een betere toegankelijkheid van

verschillende erfgoedcollecties. Er wordt hierbij specifiek gekeken naar archieven en

museale collecties. Internetontwikkelingen als het semantisch web bieden wellicht

nieuwe mogelijkheden om erfgoedcollecties met elkaar te verbinden en in één

gezamenlijke context te presenteren. Webportals kunnen baat hebben bij zulke

ontwikkelingen. Het rapport geeft dan ook antwoord te geven op de vraag: Wat kan

het semantisch web betekenen voor de website www.geschiedenisvanzuidholland.nl?

1.1 Erfgoedhuis Zuid-Holland

Het Provinciaal Historisch Centrum van het Erfgoedhuis Zuid-Holland draagt het

cultureel erfgoed van de provincie een warm hart toe. Zij adviseert erfgoedinstellingen

en andere organisaties bij het in stand houden van het erfgoed en biedt het publiek

(inwoners van Zuid-Holland) de mogelijkheden om kennis te maken met het erfgoed

dat de provincie rijk is. Archieven vormen ook een belangrijk onderdeel van dat

erfgoed. Dit wordt uitstekend verwoord in de hieronder omschreven visie/missie.

„Het Erfgoedhuis helpt archieven bij het vergroten van hun publieksbereik. Door

voorlichting over nieuwe, open manieren van digitalisering, of door hen te koppelen

aan het onderwijs of samen te laten werken met andere erfgoedinstellingen.‟

(Erfgoedhuis Zuid-Holland, 2010, website)

„Wij ondersteunen archieven bij hun streven naar een groter publieksbereik. Daarbij

zetten wij vooral in op samenwerking tussen archieven en musea, historische

verenigingen en bibliotheken.‟ (Erfgoedhuis Zuid-Holland, 2010, website)

Samenwerking tussen de verschillende erfgoedinstellingen komt naar voren in de

webportal van het Provinciaal Historisch Centrum van het Erfgoedhuis Zuid-Holland.

De website www.geschiedenisvanzuidholland.nl biedt het publiek de (digitale)

mogelijkheid om door diverse archieven/collecties die de provincie rijk is heen te

zoeken. Het doel van de website is als volgt geformuleerd: „de website heeft tot doel

de geschiedenis van Zuid-Holland en de daarmee verbonden archiefcollecties onder

de aandacht te brengen van een breed publiek‟ (Erfgoedhuis Zuid-Holland, 2007, p.1).

Page 12: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 12

1.2 Probleemstelling en deelvragen

In dit rapport is onderzocht wat het schematisch web kan betekenen voor de website

www.geschiedenisvanzuidholland.nl. Hierbij is de volgende probleemstelling

gehanteerd:

Welke ontwikkelingen en mogelijkheden biedt het semantisch web voor de website

www.geschiedenisvanzuidholland.nl?

Om antwoord te geven op de probleemstelling is er gebruik gemaakt van een achttal

deelvragen, te weten:

Wat is het semantisch web?

Hoe verhoudt standaardisatie zich met het semantisch web?

Welke ontsluitingsstandaarden gebruiken de deelnemende

erfgoedinstellingen van de website www.geschiedenisvanzuidholland.nl?

Welke ontsluitingsprojecten (best practices) lopen er op dit moment?

Hoe zoeken gebruikers naar informatie op een erfgoedwebsite?

Wat is de functie van context voor de gebruiker bij archieven en museale

collecties in relatie tot het semantisch web?

Is het voor de website www.geschiedenisvanzuidholland.nl mogelijk om

de verschillende erfgoedcollecties van alle deelnemende instellingen gezamenlijk

in hun context te presenteren?

Hoe kan het semantisch web kan worden toegepast op de website

www.geschiedenisvanzuidholland.nl?

1.3 Afbakening onderzoek

De ontwikkelingen en mogelijkheden van het semantisch web zijn in dit onderzoek

uiteengezet. In hoofdstuk 2 wordt er uitgelegd wat het semantisch web betekent,

welke techniek hier achter schuil gaat en waarom het semantisch web kan bijdragen

aan de toegankelijkheid van erfgoedcollecties. Voorstanders en critici komen aan het

woord om een helder beeld van deze materie te scheppen. Hoe standaardisatie zich

verhoudt met het semantisch web komt in hoofdstuk 3 aan de orde. Er wordt

gekeken naar de toegankelijkheid van erfgoedcollecties, naar standaardisatie in de

erfgoedsector en naar standaardisatie bij het semantisch web. In hoofdstuk 4 en 5

wordt er ingezoomd op de praktijk. Er lopen op dit moment een aantal interessante

projecten die van grote waarde kunnen zijn om de toegankelijkheid van de

www.geschiedenisvanzuidholland.nl (structureel) te verbeteren. De toegankelijkheid

richting de gebruiker is eveneens van belang. Hoofdstuk 6 gaat in op de vraag hoe

gebruikers naar informatie zoeken, of de functie van context bij archieven en museale

collecties voor hen een rol speelt en hoe context zich verhoudt tot het semantisch

web. Tot slot wordt er in hoofdstuk 7 gekeken naar de mogelijke toepassing van het

semantisch web op de website www.geschiedenisvanzuidholland.nl.

Page 13: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 13

De ontwikkeling van het semantisch web kan voor de website

www.geschiedenisvanzuidholland.nl belangrijk zijn. Dit is onderzocht met behulp van

een concrete casus. In België maakt men gebruik van de website www.erfgoedplus.be,

waar informatie rondom cultureel erfgoed te vinden is, en via semantische

webtechnologie toegankelijk wordt gemaakt. Erfgoedplus.be is (net als

geschiedenisvanzuidholland.nl) bedoeld voor iedereen die geïnteresseerd is in of op

zoek is naar (informatie over) cultureel erfgoed. Men kan bijvoorbeeld denken aan de

erfgoedsector zelf, leerkrachten, scholieren, studenten, wetenschappers, toeristische

diensten of andere geïnteresseerden. Kortom, het is belangrijk dat het project van

onze Belgische collega‟s extra aandacht verdient bij dit onderzoek, om antwoord te

geven op de probleemstelling en deelvragen.

1.4 Onderzoeksdoelstelling en onderzoeksopzet

1.4.1 Onderzoeksdoelstelling

Het doel van dit onderzoek is om het Erfgoedhuis Zuid-Holland een adviesrapport te

overhandigen waar deze ontwikkelingen en mogelijkheden (genoemd in de

probleemstelling) besproken worden. Wellicht kan de opdrachtgever bepaalde

conclusies en aanbevelingen meenemen voor nader onderzoek en toekomstig beleid.

1.4.2 Onderzoeksopzet

De hierboven genoemde onderzoeksdoelstelling is met behulp van

literatuuronderzoek en kwalitatief onderzoek tot stand gebracht. Het kwalitatief

onderzoek bestond uit een viertal onderzochte en vergeleken projecten (best

practices), en een tiental interviews met experts uit de praktijk, al dan niet verbonden

met een van de hieronder genoemde projecten. (Erfgoedplus.be, Europeana, CHIP

project, Agippa). Op deze wijze is het onderzoek inhoudelijk en op actuele wijze

verduidelijkt en onderbouwd.

Page 14: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 14

Page 15: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 15

2 Semantisch Web

Vooruitgang gaat gepaard met ontwikkelingen en nieuwe uitdagingen. Als er een

sector is waar deze uitspraak van toepassing is dan is het wel in de

informatietechnologie (IT). In Nederland wordt er in dit verband ook wel over

informatie- en communicatietechnologie (ICT) gesproken. De ontwikkeling van het

World Wide Web maakt hier als internettechnologie onderdeel van uit. Sinds haar

ontstaan in 1991 (uitgevonden door Sir Tim Berners-Lee) heeft het web een enorme

vlucht genomen en maken er nu mensen van over de hele wereld gebruik van het web.

Eerst was het web vooral bedoeld om kennis en datasets tussen wetenschappers uit te

wisselen. Al snel werd het gebruik beperkt tot het publiceren van informatie door

instellingen aan de ene kant en het consumeren van informatie door eindgebruikers

aan de andere kant. Men zou dit achteraf kunnen kwalificeren als het stadium Web 1.0.

In 2007 werd de consument van informatie in de ontwikkeling van het web betrokken

door de gebruiker actief te laten reageren op aangeboden informatie, waardoor er

binnen het web tweerichtingsverkeer ontstond tussen producent en consument.

(Zandhuis, 2010). Tevens werd het mogelijk om als gebruiker zelf informatie te

publiceren. Het web kreeg door deze vorm van interactiviteit een „sociaal‟ gezicht.

Sociale netwerken als Hyves, Myspace, Facebook, Twitter en vele anderen zijn inmiddels

niet meer weg te denken. Men noemt deze fase van het web ook wel Web 2.0 of Social

Web, waar de gebruiker centraal staat. Nu staat er alweer een nieuwe ontwikkelingsfase

voor de deur, namelijk het semantisch web (Web 3.0).

Het fundament van het semantisch web is gelegd door Sir Tim Berners-Lee, de

uitvinder van het World Wide Web, en directeur van de organisatie W3C. In een

artikel in de Scientific American uit 2001 laten Berners-Lee en medeauteurs hun visie

schijnen op functioneren van World Wide Web in de toekomst, waarbij machines zelf

data gaan begrijpen door betekenisvolle relaties te leggen tussen verschillende items.

De gebruikers worden volgens hen op deze wijze adequaat geholpen bij het vinden

van materiaal en helpt het ze bij het uitvoeren en voltooien van bepaalde taken. Het

begrip semantisch web werd in het artikel uit 2001 als volgt onder woorden gebracht:

The semantic web will bring structure to the meaningful content of Web pages,

creating an environment where software agents roaming from page to page can

readily carry out sophisticated tasks for users… The semantic web is not a separate

Web but an extension of the current one, in which information is given well-defined

meaning, better enabling computers and people to work in cooperation… To date,

the Web has developed most rapidly as a medium of documents for people rather

than for data and information that can be processed automatically. The semantic

web aims to make up for this… The real power of the semantic web will be realized

when people create many programs that collect Web content from diverse sources,

process the information and exchange the results with other programs.

Citaat uit rapport: The Fate of the Semantic Web (Anderson & Rainie, 2010, p.7)

Als men deze uitleg leest weet men nog steeds niet wat het semantisch web exact

betekent of inhoud, mede omdat er nogal een abstracte voorstelling van zaken

Page 16: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 16

gegeven wordt. Sir Tim Berners-Lee heeft eigenlijk meer zijn visie verwoordt dan een

concrete definitie gegeven. Het bestaat louter uit een aantal losse (hetzij belangrijke)

feiten en ideeën. Desondanks is één uitspraak wel zinvol om gelijk te onderschrijven,

namelijk: dat men het semantisch web niet moet zien als een nieuw soort web, maar

dat het een uitbreiding is van het bestaande web. (Anderson & Rainie, 2010). In de

volgende paragrafen wordt een precieze betekenis van het begrip gegeven.

2.1 Wat is het semantisch web?

Het semantisch web is een technologie om datastructuren op het web te publiceren,

waardoor betekenisvolle relaties kunnen ontstaan tussen concepten die uit

verschillende bronnen (bijvoorbeeld erfgoedbronnen) afkomstig zijn. Een concept

vormt een denkbeeldige voorstelling over een zaak of toestand met vastliggende

kenmerken, zoals objecten, personen, organisaties of gebeurtenissen. Een

datastructuur representeert de manier waarop gegevens in een computer worden

opgeslagen, met elkaar samenhangen en hoe ze teruggevonden kunnen worden.

Datastructuren komen in datamodellen van een database naar voren. Ze zijn van

technische aard en zijn alleen bedoeld voor computers en niet voor mensen. Men

dient in dit verband onderscheid te maken tussen logische taal en natuurlijke taal

(mensentaal). Logische taal is de taal die computers gebruiken om iets te „begrijpen‟.

Mensen maken juist gebruik van semantisch taalgebruik en gebruiken concepten om

betekenis te geven aan objecten, personen, organisaties of gebeurtenissen. Semantiek

is gerelateerd aan syntax. Syntax is de manier waarop mensen iets zeggen, terwijl

semantiek de betekenis daarvan aangeeft. (Intro to the Semantic Web, 2010). Als men

zegt: „Ik houd van klassieke muziek‟ dan is de syntax de opbouw van de zin bestaande

uit letters en woorden. De semantiek is de betekenis achter deze desbetreffende zin,

namelijk dat men graag naar klassieke muziek luistert.

Het doel van het semantisch web is om datastructuren betekenis te geven door ze met

elkaar te verbinden (linken) en te publiceren op het web, zodat deze structuren voor

computers verwerkt kunnen worden. (Zandhuis, 2010). De computer leert zo de

„betekenis‟ van een webpagina kennen. Een computer weet bijvoorbeeld niet dat de

Nachtwacht door Rembrandt geschilderd is, dat Rembrandt in de leer is gegaan bij

Pieter Lastman, en geboren is in Leiden. Dit dienen mensen aan te geven, door relaties

tussen concepten vast te leggen in triples. Triples zijn (gecodeerde) uitspraken die

computersystemen nodig hebben om menselijke informatie te begrijpen. In deze

triples komen specifieke semantische relaties naar voren, en deze relaties samen

vormen het semantisch web. Een triple bestaat uit een relatie tussen twee concepten,

en die verhouding wordt uitgedrukt in het soort relatie. Bijvoorbeeld: persoon X kent

persoon Y, dan vormt het begrip „kennen‟ ansich de typering van die relatie, en

tezamen vormen deze 3 onderdelen (persoon X + persoon Y + „kennen‟) een triple.

Elk concept heeft dan een unieke identifier (URI1), om verwarring met andere

concepten te voorkomen. Wanneer je veel van dit soort triples verzamelt ontstaat er

vanzelf een netwerk tussen personen, organisaties, objecten, onderwerpen en andere

concepten. Een schematische weergave van een drietal triples is hieronder te vinden.

Page 17: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 17

Afbeelding 1: Schematische weergave van datastructuren, vastgelegd in „triples‟.

Het semantisch web is per definitie technisch van aard. Het is daarom buitengewoon

handig om enig zicht te krijgen in de techniek die achter het semantisch web schuil

gaat. In §2.2 wordt hier uitgebreid aandacht aan besteed.

2.2 De techniek achter het semantisch web

Er zijn voor de publicatie van triples (binnen een webomgeving) technische

standaarden beschikbaar. Het idee van de triples is vastgelegd en opgeslagen in het

standaardformaat Resource Description Framework2 (RDF). In RDF staat beschreven

hoe een computerbestand eruitziet waarin triples zijn vastgelegd, zodat andere

computers ze kunnen herkennen. De triples worden uitgedrukt in XML en kunnen

hierdoor (net als HTML-bestanden) direct gepubliceerd worden op een website.

Complexe dataverzamelingen (van triples) worden zo op een uniforme manier

aangeboden en doorzoekbaar gemaakt. Over sommige relaties of predicaten (die in

triples naar voren komen) is reeds nagedacht. Deze standaardpredicaten zijn dan als

een verzameling op een centrale plaats terug te vinden, in bijvoorbeeld Dublin Core3.

Dublin Core is een standaard voor het beschrijven van online bronnen door deze van

metadata4 te voorzien, wordt over heel de wereld erkend en door vele systemen

begrepen. Het standaardformaat is niet gebonden aan specifieke erfgoedsectoren

(archieven, bibliotheken en musea), waardoor het kan dienen als uitwisselingsformaat

tussen samenwerkende erfgoedinstellingen. Door het maken van „mappings‟ in een

metadataschema5 wordt het mogelijk om bepaalde relaties tussen verschillende

beschrijvingsstandaarden te leggen. De predicaten die in Dublin Core beschreven

worden (creator etc.) kunnen in RDF gebruikt worden om triples definiëren, zoals

hieronder in een voorbeeld wordt weergegeven. In een triple kan men aangeven waar

het predicaat precies vandaan komt, vandaar de afkorting met een dubbele punt (dc:).

Page 18: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 18

<Rembrandt> <dc:creator> <Nachtwacht>

Een relatie (triple) met behulp van Dublin Core

Naast Dublin Core zijn er nog meer standaardpredicaten beschikbaar, zoals Simple

Knowledge Organization System (SKOS). SKOS biedt een basisstructuur om de

inhoud van terminologiebronnen6 zoals thesauri (Art & Architecture Thesaurus7

(AAT), Thesaurus of Geographical Names8 (TGN), Union List of Artists Names9

ULAN)), trefwoordlijsten, classificatieschema‟s en taxonomieën vast te leggen, te

representeren (via een eenvoudige publicatie) en met elkaar te verbinden. Het is de

bedoeling dat inhoud van informatie en objecten vindbaar wordt gemaakt door het

gebruik van toegekende termen uit de terminologiebronnen, om bijvoorbeeld de

(inhoudelijke) toegankelijkheid van erfgoedcollecties te verbeteren. Hierbij worden de

termen zelf niet meer als uitgangspunt beschouwd, maar als abstracte concepten die in

de termen besloten liggen. De betekenis van een concept kan worden uitgelegd met de

woorden in zijn oorspronkelijke taal, maar ook door ze te koppelen met andere

concepten. De structuur van deze concepten is hiërarchisch van aard en wordt

aangeduid door „broader-narrower‟ relaties of door ze te verbinden met niet-

hiërarchische gerelateerde termen. SKOS zorgt er uiteindelijk voor dat conceptuele

schema‟s afkomstig uit diverse erfgoedbronnen met elkaar verbonden worden.

Associatieve en semantische relaties krijgen codes mee om het soort relatie aan te

duiden. Semantische relaties dient men echter nog steeds manueel te leggen, waardoor

expertise op het vlak van conceptuele woordenlijsten (terminologiebronnen) gewenst

is. In het voorbeeld hieronder wordt een hiërarchische relatie binnen dezelfde

thesaurus gedefinieerd, met behulp van een predicaat uit SKOS. Tevens ziet men hier

dat de concepten zelf (schilderij, kunstwerk) ook uit terminologiebronnen (in dit geval

de thesaurus AAT) afkomstig kunnen zijn.

<AAT:schilderij> <skos:narrower> <AAT:kunstwerk>

Een relatie (triple) met behulp van SKOS

Daarnaast zijn er ook standaardpredicaten beschikbaar om datastructuren in het

semantisch web te verrijken. Deze modellen bevatten triples die een computer

uitleggen hoe de informatie het beste gebruikt kan worden. Het zoekresultaat van de

gebruiker wordt hierdoor verbeterd. Samen vormen deze uitspraken dan een

ontologie, waardoor de betekenis (semantiek) achter een concept (zoals persoon of

plaats) verrijkt wordt. Een ontologie is een formele beschrijving van een domein en is

het beste te vergelijken met een datamodel of metadataschema. Deze formele

beschrijving kan worden vastgelegd met behulp van RDFS en/of OWL10.

Het pakket aan predicaten wordt op deze manier steeds uitgebreider, waardoor men

ook steeds meer semantische structuren kan vastleggen. Standaardpredicaten helpen

ons dus uiteindelijk bij het maken van datastructuren. Het leggen van semantische

relaties is (net als het maken van een thesaurus of het vullen van een database)

overigens nog steeds manueel werk. Enige voorkennis van betekenis en taal van de

gebruikte terminologie is dan ook gewenst bij het tot stand brengen van deze relaties.

Page 19: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 19

Het is uiteindelijk de bedoeling dat triples een steeds uitgebreider netwerk gaan

vormen. Dit netwerk kent geen grenzen, het is altijd uitbreidbaar. Triples worden door

een zoekmachine centraal opgeslagen in een triplestore, en hier haalt de zoekmachine

van de toekomst dan (zinvolle) resultaten uit. Dit gebeurt door een zoekvraag op te

stellen met bepaalde selectievoorwaarden (query). SPARQL Protocol and RDF Query

Language11 (SPARQL) is de taal om een zoekvraag voor triples op te stellen. Op deze

wijze wordt het vinden van relevant materiaal geoptimaliseerd.

2.3 Waarom het semantisch web?

Het „gewone‟ web kan in tegenstelling tot het semantisch web geen betekenisvolle

relaties leggen zoals hierboven is beschreven. Alleen (digitale) documenten worden

met elkaar verbonden, de semantiek (betekenis) achter het document ontbreekt. Het

voordeel van het semantisch web is wanneer eigen datastructuren van bijvoorbeeld

erfgoedinstellingen eenmaal zijn vastgelegd in triples de computer betekenisvolle

relaties kan gaan leggen met datastructuren van andere instellingen die ook via het

semantisch web gepubliceerd worden. Dit maakt dat het handmatig linken van

verschillende concepten maar een keer hoeft te gebeuren voor de hele wereld. Een

erfgoedinstelling publiceert haar data (via een metadataschema) op het semantisch

web en er kunnen relaties worden gelegd, zonder dat de context en betekenis verloren

gaan. Integendeel, context en betekenis van de gepubliceerde data worden juist verrijkt

door de koppeling met andere erfgoedbronnen.

2.4 Erfgoedsector en semantisch web

Binnen de erfgoedsector lopen er op dit moment een aantal projecten waar gekeken

wordt in welke mate semantische webtechnologie kan bijdragen aan

informatieontsluiting. Het is hierbij zinvol een onderscheid te maken tussen de

projecten die gebruik maken van semantische webtechnologie en het semantisch web

zelf. In het begin van dit hoofdstuk gaf ik al aan dat het semantisch web puur van

technische aard is. Een webtechniek als RDF zorgt dat er een semantisch web kan

ontstaan. Bij de projecten wordt er gebruik gemaakt van die techniek, maar zij maken

nog geen onderdeel uit van het semantisch web omdat men haar materiaal (nog) niet

deelt met andere projecten en/of erfgoedinstellingen. In hoofdstuk 5 worden er

verschillende projecten onder de loep genomen. Twee van deze projecten

(Erfgoedplus.be en Europeana) zijn wellicht het vooruitstrevendst als het gaat om de

(eventuele) toepassing van semantische webtechnologie binnen de erfgoedsector. In

de dagelijkse praktijk komen medewerkers die in de erfgoedsector werkzaam zijn niet

of nauwelijks in aanraking met semantisch webtechnologieën, louter insiders of andere

belanghebbenden. Elke (technologische) verandering gaat gepaard met een zekere

onwetendheid, zo ook in de erfgoedsector. Kritische geluiden van sceptici dienen dan

ook serieus genomen te worden. In §2.5 en §2.6 worden de uitspraken van experts

behandeld en komen de argumenten van voorstanders en critici aan bod.

Page 20: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 20

2.5 Argumenten van voorstanders

Overeenkomstigheid in structuur

Zandhuis (2010) vindt dat het semantisch web perfect aansluit bij erfgoed en de

hieruit voortvloeiende informatieontsluiting, want men heeft juist binnen het erfgoed

te maken met informatiestructuren. Zandhuis wil hiermee zeggen dat de hierboven

besproken datastructuren van het semantisch web juist aansluiten bij de

informatiestructuren die erfgoedsector gebruikt worden. De structuren die in

metadataschema‟s en terminologiebronnen (thesauri en andere gecontroleerde

woordenlijsten) naar voren komen blijven behouden op het semantisch web.

Toegankelijkheid van erfgoedcollecties wordt verbeterd

Hildbrand (2010) denkt dat het semantisch web op twee manieren kan bijdragen aan

de toegankelijkheid van erfgoedcollecties. In eerste instantie blijft de data die men wil

delen/publiceren via het semantisch web behouden. Hildebrand geeft namelijk aan

dat elk concept (bijvoorbeeld Rembrandt of Nachtwacht) een unieke identifier (URI)

krijgt. De data die een erfgoedinstelling beschikbaar wil stellen wordt dus vastgelegd

door het toekennen van uniciteit aan deze concepten.

De tweede vorm van toegankelijkheid komt volgens hem tot uiting in het linken van

verschillende schema‟s (van standaardpredicaten) en terminologiebronnen, waardoor

er hele specifieke en betekenisvolle relaties ontstaan tussen verschillende concepten.

Inhoudelijke beschrijvingen gaan niet verloren

Volgens Hildebrand (2010) is informatieverlies van inhoudelijke beschrijvingen niet

aan de orde als je op de juiste manier je data op het semantisch web brengt. Het idee

van het semantisch web is dat men het allemaal kan behouden. Het is juist mogelijk

om data te delen binnen het eigen model, zonder dat er iets verloren gaat. En op deze

wijze kan men steeds weer opnieuw linken naar een ander model. Informatie kan dus

behouden blijven en verrijkt worden wanneer er verschillende modellen met elkaar

verbonden worden.

----------------------------------------------------------------------------------------------------------

Zandhuis (2010) zegt ook dat de inhoudelijke ontsluiting behouden kan blijven

omdat zowel archieven, bibliotheken en musea hun eigen modellen kunnen

behouden. Hierbij hoeven ze niet af te wijken van hun eigen werkzaamheden of

praktijk, en op die manier wordt het ook beschikbaar gesteld. Wanneer men de

beschrijvingen in triples uit de bestaande database heeft geëxporteerd dan is het

mogelijk om het op het semantisch web te brengen.

Géén gestandaardiseerd formaat nodig

Volgens Hildebrand (2010) bestaat er zoiets als een „pre-semantische‟ visie op het

semantisch web, namelijk: het unificeren van informatie en inter-operabel maken op

het web. De eerste gedachte die hieruit voortvloeide was dat we het allemaal in een

gestandaardiseerd formaat dienen te doen. Terwijl men het volgens Hildebrand

Page 21: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 21

(2010) juist meer moet zien vanuit het oogpunt dat je een database hebt, en die je op

het web kan zetten. En vervolgens gaat men kijken welke andere databases of

vocabulaires (thesauri en andere terminologiebronnen red.) interessant zijn om met

elkaar te linken. Hierdoor wordt je eigen database verrijkt en beter toegankelijk.

----------------------------------------------------------------------------------------------------------

Hildebrand (2010) is zijdelings betrokken bij Europeana en probeert juist duidelijk te

maken dat men helemaal niet moet proberen om „dingen‟ te unificeren, maar met

elkaar moet linken. Als je volgens hem via een bepaald model (bijvoorbeeld

Europeana Local12) gaat werken moet er informatie platgeslagen worden, waardoor er

informatie verloren gaat. Het standaardformaat RDF zorgt er juist voor dat eigen

informatie behouden blijft, en triples geven aan hoe deze informatie gerelateerd is aan

standaardpredicaten als Dublin Core of SKOS.

2.6 Argumenten van critici

Teveel vertrouwen in de ontwikkeling, techniek en gebruik van het semantisch web

Malliet (2010) spreekt over een langzame ICT ontwikkeling, aangezien er in de

praktijk geen semantisch web beschikbaar is. De techniek is bekend, maar de

inhoudelijke invulling van semantisch web ontbreekt. Daarnaast spreekt hij over een

zeker wantrouwen wat er bestaat in de techniek, omdat er gesuggereerd wordt dat je

het wel allemaal aan elkaar kan knopen. Hij zegt dat er op het punt van het ophalen

van informatie (retrieval) via een „semantische‟ zoekmachine nog een hoop te

verbeteren valt. De automatisch gegeneerde en verkregen zoekresultaten leveren

namelijk teveel ruis op. Malliet (2010) pleit daarom voor grootschalige menselijke

inbreng bij de inhoudelijke invulling van het semantisch web.

Semantisch web is taalgevoelig

Horsman (2010) zegt dat ook het semantisch web staat of valt bij de kwaliteit van de

beschrijving. Het vormt een verrijking van de metadata, maar het is tegelijkertijd

ontzettend taalgevoelig.

Gebruiker of onderzoeker wordt buitenspel gezet

Horsman (2010) denkt dat de interpretatie van de gebruiker of onderzoeker verloren

zal gaan met het semantisch web. Hij spreekt over een zekere vorm van betutteling

als het semantisch web zelf betekenissen gaat toekennen, en het te bewandelen pad al

voor je uit gaat leggen.

Eerst uniformering, dan het semantisch web

Van Bussel (2010) zegt dat er altijd (eerst) uniformering plaats moet vinden wil men

archief- en andere erfgoedinformatie naar het semantisch web converteren. Er kan

binnen de erfgoedsector alleen gewerkt worden met het semantisch web als er enige

Page 22: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 22

vorm van standaardisatie onderling is afgesproken. Dit alles om de beheersbaarheid

van de (geconverteerde) informatie te kunnen garanderen.

----------------------------------------------------------------------------------------------------------

Volgens Wyns (2009) wordt het delen van cultureel erfgoed bemoeilijkt door de

verschillende afspraken die er in de erfgoedsector gemaakt zijn. Er dient daarom een

gemeenschappelijk metadatamodel ontwikkeld te worden. Hierdoor herkent de

machine de betekenis van de data en komt deze data terecht bij de desbetreffende

„respository‟ (titel bij titel of auteur bij creator) in de database.

2.7 Analyse argumenten voorstanders en critici

Uit de hierboven genoemde argumenten blijkt dat voorstanders en critici er

tegengestelde opvattingen op na houden. Op het punt van standaardisatie valt hier

zeker het een en ander op aan te merken. Voorstanders zeggen dat standaardisatie niet

nodig is. Critici wijzen er op dat enige vorm van standaardisatie belangrijk is. Laten we

zeggen dat voor beide uitgangspunten iets te zeggen valt. Het is inderdaad mogelijk

om de data van een willekeurige erfgoedinstelling op het semantisch web te brengen.

De inhoudelijke structuren die in metadataschema‟s naar voren komen blijven

behouden en worden verrijkt door ze te koppelen met andere metadataschema‟s en

terminologiebronnen. Maar ook critici hebben gelijk als ze zeggen dat we niet zomaar

alles in een keer kunnen delen wanneer we data op het semantisch web brengen.

Laten we nu de argumenten van zowel voorstanders als critici eens tegen het licht

houden. De voorstanders geven aan dat de structuren (inhoudelijke beschrijvingen)

die in metadataschema‟s naar voren komen behouden kunnen blijven. Hierbij hoeft

men niet af te wijken van dagelijkse werkzaamheden of praktijk. Naar mijn oordeel is

dit correct. Inhoudelijke structuren worden vastgelegd in triples en worden zo

gepubliceerd op het semantisch web. Maar hier dient wel vermeld te worden dat juist

het semantisch web afhankelijk is van deze structuur. Critici beamen dit ook door te

stellen dat het semantisch web staat of valt bij de kwaliteit van de (inhoudelijke)

beschrijving. In hoofdstuk 3 (§3.3) wordt dieper op deze materie ingegaan. Verder

wordt er door de voorstanders gesuggereerd dat er niet direct een gestandaardiseerd

formaat nodig is om data op het semantisch web te brengen. Dit is technisch gezien

zeker waar, maar is op inhoudelijke gronden niet te billijken. Critici merken op dat de

hoeveelheid (geconverteerde) informatie naar het semantisch web wel beheersbaar

moet zijn. Daarnaast wordt het delen van erfgoedinformatie bemoeilijkt door de

verschillende afspraken die in de erfgoedsector gemaakt zijn. Mijn inziens dienen er

binnen de erfgoedsector afspraken gemaakt te worden over enige vorm van

onderlinge standaardisatie. Een gemeenschappelijk metadatamodel is in ieder geval

een stap in de goede richting. Het voordeel hiervan is ook dat de gebruiker op één en

dezelfde manier benaderd wordt. Grootschalige menselijke inbreng bij de inhoudelijke

invulling van het semantisch web kan op deze punten uitkomst bieden. In hoofdstuk 3

(§3.2) wordt er nader ingegaan in hoeverre standaardisatie binnen de erfgoedsector

nodig zal zijn. Tot slot nog een opmerking over de „retrieval‟ via een „semantisch‟

Page 23: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 23

zoekmachine. Er zijn hier nog kanttekeningen bij te plaatsen, de bestaande

zoekmachines zijn niet optimaal.

2.8 Conclusie

Het semantisch web is een technologie om datastructuren te publiceren op het web,

waardoor betekenisvolle relaties kunnen ontstaan tussen concepten die uit

verschillende erfgoedbronnen (uit metadataschema‟s en terminologiebronnen)

afkomstig zijn. Een metadataschema van elke willekeurige erfgoedinstelling kan

zonder verlies van inhoudelijke beschrijvingen op het semantisch web geplaatst

worden. De inhoudelijke relaties binnen het schema gaan niet verloren, maar worden

juist verrijkt door de informatie uit andere erfgoedbronnen. Dit is realiseerbaar door

het feit dat de structuur van het metadataschema in triples wordt vastgelegd. De

techniek achter het semantisch web zorgt dat deze inhoudelijke structuur behouden

blijft en verrijkt wordt door erfgoedbronnen met elkaar te verbinden. Dit alles draagt

bij aan de toegankelijkheid van erfgoedcollecties. Hierbij hoeven erfgoedinstellingen

niet af te wijken van hun dagelijkse werkzaamheden of praktijk.

Toch zijn er hier en daar (volgens critici) kanttekeningen te plaatsen bij de

implementatie van erfgoedinformatie op het semantisch web. Op het punt van het

ophalen van informatie (retrieval) via een „semantische‟ zoekmachine valt er nog een

hoop te verbeteren. De automatisch gegeneerde en verkregen zoekresultaten leveren

teveel ruis op. Er dient daarom gepleit te worden voor grootschalige menselijke

inbreng bij de inhoudelijke invulling van het semantisch web. Hieruit blijkt dat

kwaliteit van de beschrijving ook bij het semantisch web wel degelijk van belang is. De

angst bestaat dat het semantisch web een zoektraject gaat uitstippelen doordat

verschillende erfgoedbronnen met elkaar verbonden worden die wellicht voor de

gebruiker niet interessant (genoeg) zullen zijn. Kortom, de gebruiker en/of

onderzoeker worden buitenspel gezet. In hoofdstuk 6 wordt er uitgebreid stilgestaan

bij de vraag hoe de gebruiker naar informatie zoekt en of deze bewering al dan niet

terecht is.

Tot slot is er nog een algemene opmerking te plaatsen als het gaat om het converteren

van erfgoedinformatie naar het semantisch web. Er kan binnen de erfgoedsector

alleen gewerkt worden met het semantisch web als er enige vorm van standaardisatie

onderling is afgesproken. Dit alles om de beheersbaarheid van de (geconverteerde)

informatie te kunnen garanderen. Daarnaast maken verschillende afspraken die er in

de erfgoedsector gemaakt zijn het vaak onmogelijk om cultureel erfgoed te delen. In

hoofdstuk 3 wordt er uitgebreid stilgestaan bij het vraagstuk over standaardisatie in

relatie tot het semantisch web. Enige vorm van standaardisatie is naar mijn mening

noodzakelijk als men erfgoedinformatie op het semantisch web zinvol wil kunnen

gebruiken.

Page 24: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 24

Page 25: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 25

3 Standaardisatie en semantisch web

In dit hoofdstuk wordt er besproken hoe standaardisatie binnen de erfgoedsector zich

verhoudt met het semantisch web. Zoals in het vorige hoofdstuk al te sprake kwam is

enige vorm van standaardisatie nodig om (geconverteerde) informatie beheersbaar te

houden. Er wordt hier ingegaan op de toegankelijkheid van erfgoedcollecties, welke

rol standaardisatie in dit alles speelt en hoe dit zich verhoudt met het semantisch web.

3.1 Toegankelijkheid

In de loop van tijd is de gebruiker in de erfgoedsector steeds meer centraal komen te

staan. Hier liggen een aantal oorzaken aan ten grondslag, die niet allemaal stuk voor

stuk behandeld zullen worden, maar men kan stellen dat twee oorzaken hier de

boventoon voeren. De eerste oorzaak ligt besloten in het gegeven dat er een

verschuiving heeft plaatsgevonden van collectie naar klant en/of gebruiker, mede

geïnsisteerd door de Rijksoverheid. Men is dus klantgerichter gaan werken, waardoor

het noodzakelijk werd dat erfgoedinstellingen hun diensten meer naar de wensen van

de gebruiker moesten inrichten dan ze in het verleden deden. Er ontstaat hierdoor een

totaal andere benadering op welke manier collecties toegankelijk worden gemaakt, hoe

er binnen een organisatie gewerkt wordt, en hoe er met gebruikers wordt omgegaan.

De tweede oorzaak heeft te maken met het digitaliseringproces van de afgelopen twee

decennia. Tegenwoordig vormt de digitalisering van erfgoedcollecties een van de

kerntaken van erfgoedinstellingen. (Wyns, 2009). Met de komst van het internet is het

digitaal uitwisselen, publiceren en consumeren van informatie gemeengoed geworden

en zijn sociale netwerken niet meer weg te denken uit onze informatiemaatschappij.

Nieuwe informatietechnologieën zorgen voor groeiende kwantiteit aan informatie.

Informatie die door middel van gegevensbanken voor een groter publiek op het web

beschikbaar wordt gesteld. Met als gevolg dat erfgoedinstellingen in de loop van tijd

ook nog eens te maken hebben gekregen met anonieme gebruikers. De bezoekers van

deze instellingen zijn niet meer direct te vinden binnen de muren van de organisatie,

waardoor het lastig is om te bepalen wie de bezoekers nou eigenlijk zijn en wat ze

willen.

In een digitale wereld zoals wij die vandaag de dag kennen groeien organisaties naar

elkaar toe. Organisaties gebruiken internet en netwerktechnologieën om bepaalde

werkzaamheden elektronisch uit te voeren, en om zowel intern als extern informatie

uit te wisselen. Dit noemt men digitale integratie. Hierdoor worden organisaties

afhankelijker van elkaar, en zijn ze genoodzaakt om samen te werken. Dat geldt voor

erfgoedinstellingen eigenlijk precies hetzelfde. Je kunt je het als archiefinstelling

tegenwoordig niet meer permitteren om gewoon op dezelfde voet verder te gaan met

het beschikbaar stellen van materiaal binnen de eigen omgeving. Als men dit blijft

doen wordt mogelijkheid tot digitale integratie alleen maar beperkter in de toekomst.

Een erfgoedinstelling dient over haar muren heen te kijken, wil men voorkomen dat

men zichzelf buiten de markt plaatst. De neuzen dienen dus binnen de erfgoedsector

dezelfde kant op te staan, wil men digitale integratie mogelijk maken. En hier ligt gelijk

Page 26: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 26

het daadwerkelijke probleem. De verschillende sectoren binnen de erfgoedsector

(archieven, bibliotheken, musea) kennen ieder een eigen organisatiestructuur en

culturele geschiedenis. Men zou in dit verband kunnen spreken over unieke

brancheculturen. Elke erfgoedinstelling kent op zijn beurt weer een unieke

organisatiecultuur. Dit betekent overigens niet dat deze organisatieculturen opgegeven

hoeven te worden. Wel is het belangrijk dat er op het punt van standaardisatie enige

consensus bestaat.

Het verdere vraagstuk over organisatorische veranderingen en welke problemen dit

met zich mee kan brengen zal ik vanwege haar complexiteit in deze rapportage buiten

beschouwing laten. Wel is het interessant, zo niet noodzakelijk om te kijken of het

standaardiseren van archief- en andere erfgoedinformatie de toegankelijkheid in een

digitale omgeving ten goede zal komen. Aan de hand van toegankelijkheidsvraagstuk

vanuit het archiefwezen zal er in §3.2 en §3.3 bestudeerd worden in welke mate

verdere standaardisatie in de erfgoedsector nodig is. Tevens wordt er gekeken hoe

standaardisatie zich verhoudt met het semantisch web.

3.2 Standaardisatie en erfgoedsector

Het vraagstuk van toegankelijkheid in de archiefsector is niet van heden ten dage. Al

sinds het verschijnen van de Handleiding van Muller, Feith en Fruin (1898) wordt er

aandacht besteed aan toegankelijke status van een archief en in welke staat deze dient

te verkeren bij overdracht. De toegankelijkheid van archiefbescheiden dient zo goed

mogelijk te zijn willen onderzoekers of andere belanghebbenden deze kunnen

raadplegen. In de archiefsector spreekt men echter niet direct over toegankelijkheid,

maar over de „toegankelijke staat‟. Dit begrip wordt volgens Archiefterminologie

(Teuling, 2003) als volgt gedefinieerd: ‘toestand van een archief, archiefafdeling of

archiefbestanddeel, waarin de archiefbescheiden en de gegevens in de archiefbescheiden binnen redelijke

tijd gevonden en raadpleegbaar gemaakt kunnen worden’. Naast deze definitie kent het begrip

toegankelijkheid een archiefwettelijke context. In artikel 3 van de Archiefwet (1995)

wordt er gesproken over de verplichting van overheidsorganen om hun

archiefbescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen en te

bewaren. De wet spreekt echter niet over wat er precies onder het begrip

„toegankelijke staat‟ verstaan dient te worden. De kern van toegankelijkheid is volgens

Karsch en Keuning (2007) de intellectuele toegang tot archiefmaterialen.

Karsch en Keuning (2007) stellen verder vast dat zowel in een analoge of digitale

omgeving de toegankelijkheid van archieven staat of valt bij een begrijpelijke structuur

van de bron zelf en de omgeving van die bron. De begrijpelijke structuur is met de

komst van het web gefragmenteerd geraakt door het grootschalig aanbod van

heterogene informatie, en ook archiefinstellingen hebben een informatieaanbod wat

hier onderdeel van uitmaakt. Om de begrijpelijke structuur van archieven te

behouden, en zo toegankelijkheid te waarborgen, is het noodzakelijk geworden om te

standaardiseren. Het standaardiseren van archiefinformatie kan geschieden met behulp

van datastructuurstandaarden, zoals Encoded Archival Description1 (EAD) en

Page 27: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 27

Encoded Archival Context2 (EAC). In de praktijk maakt men overigens op dit

moment al veelvuldig gebruik van EAD. Alleen dan is het volgens Karsch en Keuning

(2007) mogelijk om tot uniforme (inhoudelijke) beschrijvingen te komen. Om de

communicatie tussen verschillende standaarden in de erfgoedsector te bewerkstelligen

worden er gebruik gemaakt van „mappings‟. Mappings zorgen ervoor dat

overeenkomstige elementen van verschillende beschrijvingsstandaarden met elkaar

verbonden worden. In hun onderzoek pleiten Karsch en Keuning (2007) dan ook

voor het standaardiseren binnen de archiefsector, als men het uitwisselen van archief-

en andere erfgoedinformatie en samenwerking op nationaal en internationaal niveau

mogelijk wil maken. Het dus belangrijk dat er binnen archieven, bibliotheken en

musea gewerkt wordt met dezelfde standaarden. Op deze wijze wordt de

communicatie tussen deze drie verschillende sectoren vergemakkelijkt, waardoor het

mogelijk wordt om zowel archief als andere erfgoedinformatie uit te wisselen. Ook

Horsman (2010) pleit voor een gestandaardiseerd metadataschema per sector.

Van Bussel (2010) gaat nog een stapje verder en stelt: „als je de gebruiker overal op

dezelfde manier wilt benaderen, betekent dat ook dat je overal dezelfde standaarden

moet gebruiken voor die beschrijvingen‟ (interview). Kortom, een pleidooi voor één

beschrijvingsstandaard. Dit betekent volgens Van Bussel (2010) overigens niet dat de

beschrijvingen hetzelfde moeten zijn, maar wel dat de beschrijvingen moeten voldoen

aan hetzelfde model. Dit heeft twee voordelen. Ten eerste wordt de

gebruiksvriendelijkheid verbeterd. De gebruiker hoeft bij de presentatie van het

materiaal niet steeds weer opnieuw te wennen aan de manier waarop het materiaal

toegankelijk is gemaakt. Ten tweede biedt het gebruik van één technische standaard

voor het vastleggen van de beschrijving (bijvoorbeeld XML of RDF schema) de

mogelijkheid aan om de menselijke inbreng (wellicht) terug te brengen. Men kan dan

bij het gebruik van XML gemakkelijker links aanbrengen tussen verschillende

beschrijvingen, ook de beschrijvingen die op een andere plek vervaardigd zijn.

Uit het voorafgaande blijkt dat één technische standaard voor het vastleggen van

beschrijvingen en één gemeenschappelijk metadatamodel in de erfgoedsector gewenst

zijn, wanneer men de gebruiker naar dezelfde informatie toe wil verwijzen. Diverse

erfgoedobjecten kunnen ook over een bepaalde overeenkomstigheid beschikken of

hebben direct een onderling verband met elkaar. Hierbij maakt het de gebruiker

overigens niets uit, uit welke bron de informatie komt. Het uniformeren van

beschrijvingsstandaarden vergt volgens Van Bussel (2010) serieus overleg tussen de

verschillende sectoren, om concrete stappen te kunnen nemen. Er zal binnen de

sector zelf gewerkt moeten worden met geüniformeerde beschrijvingsstandaarden, en

vervolgens dient men deze op een adequate manier met elkaar te vergelijken. Welke

beschrijvingselementen zijn specifiek uniek, welke elementen kunnen we in

overeenstemming brengen en hoe bouwen we een model waar we de drie

beschrijvingsstandaarden kunnen verenigen?

Naast de toepassing van de hierboven besproken werkwijze kan men er ook voor

kiezen om een aantal unieke (overeenkomstige) beschrijvingselementen met elkaar te

verbinden. Deze werkwijze ligt volgens Van Bussel (2010) waarschijnlijk het dichtst bij

Page 28: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 28

de werkelijkheid. Hij vindt dat men uiteindelijk moet streven naar het gebruik van

hetzelfde XML schema met een aantal variëteiten, waardoor de communicatie

onderling vergemakkelijkt wordt.

3.3 Standaardisatie en semantisch web

De techniek achter het semantisch web vormt niet echt een probleem als men archief-

en andere erfgoedinformatie wil publiceren op het web. Heeft het semantisch web als

techniek dan niet te maken met enige vorm van standaardisatie? Ja, op technisch

niveau. Triples dienen te worden gepubliceerd in een algemeen geaccepteerd formaat.

Zoals gezegd is RDF standaardformaat om triples in vast te kunnen leggen. Er zijn

andere standaarden voorhanden, maar aangezien RDF als opslagmodel binnen de

erfgoedsector tegenwoordig als gemeengoed beschouwd wordt (zie projectbanken

Digitaal Erfgoed Nederland3 (DEN)), kan men op dit moment spreken over een vaste

standaard. RDF is volgens Guns (2010) als model zodanig breed, flexibel en

uitbreidbaar dat verschillende modellen, standaarden of manieren van denken binnen

de erfgoedsector vrij gemakkelijk te vertalen zijn naar de RDF standaard. En vanuit

hier zou men gelijk een aansluitende vraag kunnen stellen: Is er enige vorm van

standaardisering nodig om de toegankelijkheid van verschillende erfgoedcollecties op

het semantisch web te realiseren? Zandhuis (2010) vindt standaardiseren binnen de

erfgoedsector essentieel, als het gaat om de omschrijving van de syntax (de structuur

en vorm van informatie). Men dient het technisch allemaal op dezelfde manier te

beschrijven. Dat wordt gerealiseerd door RDF. Daarnaast is het van belang dat er een

standaard metadataschema/model (zoals EAD/EAC) gebruikt wordt, anders is het

niet mogelijk om materiaal met elkaar te verbinden. De computer kan namelijk pas

redeneren wanneer er structuur is aangereikt, zodat de computer (de door mensen

aangegeven) structuur in het materiaal kan vinden. Een deel van het materiaal dient

dus in ieder geval gestructureerd ontsloten te zijn, dan pas kan de computer

redeneren.

Encoded Archival Description (EAD) is een XML coderingsstandaard. De

standaard is ontwikkeld om archiefbeschrijvingen te maken, op te slaan, te

publiceren, te koppelen en uit te wisselen. Het is mogelijk om een EAD

metadataschema (bestand) direct op het semantisch web te publiceren. Er dienen dan

triples aangemaakt te worden.

Encoded Archival Context (EAC) kan (wellicht) bijdragen om toegankelijkheid van

verschillende erfgoedcollecties te verbeteren. Maar welke rol speelt EAC als het gaat

om het semantisch web? Zandhuis (2010) is hier heel duidelijk over: „EAC heeft niets

met het semantisch web te maken‟ (interview). Het zijn volgens hem twee losse

ontwikkelingen. Archiefdiensten realiseren zich dat ze contextinformatie moeten

normaliseren. Ze halen de context eruit en maken het op één plek toegankelijk. Het is

een beweging die volgens hem zorgt dat de inhoudelijke ontsluiting van materiaal

verbeterd wordt, ongeacht of dit wel of niet met semantische webtechnologie

Page 29: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 29

gebeurd. EAC ligt namelijk veel dichter bij de organisatie dan het semantisch web.

Zandhuis (2010) zegt wel dat als een specifieke datastructuur (zoals EAC) eenmaal

wordt toegepast, dat het semantisch web daar „blij‟ van wordt.

Hildebrand (2010) vindt dat men standaardisering in dit verband tweeledig kunt

opvatten. Men kan het zien als een soort keurslijf waarin alle beschrijvingen in dienen

te passen of je kunt het zien als een gemeenschappelijke deler, wanneer er wordt

gekeken naar bepaalde overeenkomsten. Als voorbeeld in dit verband draagt Hilbrand

(2010) het gebruik van SKOS aan. In hoofdstuk 2 kwam het datamodel SKOS al ter

sprake. SKOS zorgt ervoor dat terminologiebronnen met elkaar verbonden kunnen

worden. Dat wil niet zeggen dat men deze bronnen via de structuur van SKOS zelf

dient te publiceren. SKOS kent maar een beperkt aantal (hiërarchische/associatieve)

relaties. Een ontologie als Word Net 4 heeft bijvoorbeeld veel rijke relaties. Het

beschikt over hele specifieke (hiërarchische) relaties. Het is daarom verstandig de

relaties enkel te verbinden met een SKOS predicaat (<skos: same as>), om zo

waardvolle relaties uit andere terminologiebronnen te behouden. Concluderend stelt

Hildebrand (2010) vast dat standaardisering voor het semantisch web in zekere mate

nodig is, maar het is wel raadzaam om niet vanuit een bepaald keurslijf te gaan werken.

Guns (2010) ziet de noodzaak van standaardisatie vooral terug in het toepassen van

gecontroleerde woordschatten (terminologiebronnen). Men stapt af van het gebruik

van natuurlijke taal, en de mogelijke problemen die hieruit kunnen voortkomen. En

men stapt over naar het gebruik van concepten. Het voordeel hiervan is dat

semantische problemen worden vermeden en verwarring doet voorkomen

(synoniemen, homoniemen), wat ook bijdraagt aan de verbetering van

zoekmogelijkheden. Met behulp van thesauri is het bijvoorbeeld mogelijk om bij

bepaalde concepten (hiërarchische) relaties aan te leggen, en verwantschap aan te

tonen. Wanneer je de relaties in concepten wil uitdrukken om de mogelijkheid tot

verwarring (ambiguïteit) te voorkomen, dan is er volgens Guns (2010) altijd een vorm

van standaardisatie nodig.

3.4 Conclusie

Standaardisatie in de erfgoedsector is nodig om toegankelijkheid van verschillende

erfgoedcollecties (in een digitale omgeving) te kunnen garanderen. Dit houdt in dat er

binnen archieven, bibliotheken of musea gewerkt dient te worden met dezelfde

standaarden. Op deze wijze wordt de communicatie tussen de verschillende sectoren

vergemakkelijkt, waardoor het mogelijk wordt om zowel archief- als andere

erfgoedinformatie uit te wisselen. Nog beter zou zijn om vanuit één

gemeenschappelijk metadatamodel te werken. De gebruiker wordt zo overal op

dezelfde manier benaderd. Er dienen in dit verband serieuze afspraken gemaakt te

worden om tot een gemeenschappelijk model te komen.

Standaardisatie is ook wanneer men archief- en andere erfgoedinformatie op het

semantisch web wil publiceren wel zeker van belang, aangezien een computer

Page 30: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 30

structuur nodig heeft om te kunnen redeneren. Het is van belang dat er een standaard

(gemeenschappelijk) metadatamodel gebruikt wordt, anders is het niet mogelijk om

materiaal met elkaar te verbinden. De computer kan namelijk pas redeneren wanneer

er structuur is aangereikt, zodat de computer (de door mensen aangegeven) structuur

in het materiaal (terug) kan vinden. Naast dat de aangereikte structuur is vastgelegd in

een standaard (gemeenschappelijk) metadatamodel kan deze ook afkomstig zijn uit

terminologiebronnen. In de erfgoedsector worden verschillende (standaard)

terminologiebronnen gebruikt. Het semantisch web biedt technische mogelijkheden

om deze met elkaar te verbinden, zodat waardevolle relaties behouden blijven. Enige

vorm van standaardisatie is dus gewenst wil men op inhoudelijk niveau betekenisvolle

relaties leggen tussen verschillende erfgoedbronnen.

Page 31: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 31

4 Geschiedenisvanzuidholland.nl

In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op het doel en de functie van de website

www.geschiedenisvanzuidholland.nl. Verder worden de zoekfunctie en techniek

(ontsluitingsstandaarden) van de website voor het voetlicht gebracht, en de manier

waarop erfgoedinformatie toegankelijk wordt gemaakt.

4.1 Doelstelling

Geschiedenisvanzuidholland.nl kent een heldere doelstelling, namelijk: „de website

heeft tot doel de geschiedenis van Zuid-Holland en de daarmee verbonden (…)

collecties onder de aandacht te brengen van een breed publiek‟ (Erfgoedhuis Zuid-

Holland, 2007, p. 1). De website is het resultaat van een samenwerking tussen het

Nationaal Archief, de Kring van Zuid-Hollandse Archivarissen en het Erfgoedhuis

Zuid-Holland. Aanvankelijk werden vooral de Zuid-Hollandse archiefcollecties onder

de aandacht gebracht, maar inmiddels wordt ook nadrukkelijk samenwerking gezocht

met musea, historische verenigingen en (Historische Informatiepunten in)

bibliotheken. Op de website worden verhalen, foto‟s, afbeeldingen van archiefstukken

en museale objecten gepubliceerd, om zo inzicht te geven in de geschiedenis van

Zuid-Holland. Op het gebied van cultureel erfgoed worden er in de provincie vele

activiteiten ondernomen, en dit wordt op de site weergeven door een nieuws- en

activiteitenoverzicht (agenda). Tevens toont de site verwijzingen (links) naar websites

over genealogie en stamboomonderzoek, en andere „historische‟ websites.

Daarnaast beschikt de website over een zoekmachine die het mogelijk maakt om de

collecties van deelnemende erfgoedinstellingen te doorzoeken. Het voordeel hiervan is

dat er meerdere collecties tegelijk kunnen worden gezocht. De website is sinds de

lancering in 2007 al ruim 250.000 keer bezocht. (Erfgoedhuis Zuid-Holland, 2007) De

deelnemende partners van de website hebben de ambitie om het herhalingsbezoek te

verhogen en de site een begrip te laten worden voor mensen die geïnteresseerd zijn in

de lokale en regionale geschiedenis van de provincie. Het Provinciaal Historisch

Centrum van het Erfgoedhuis Zuid-Holland beheert de website. Zij genereert nieuwe

content voor de site en zet in op samenwerking met de Zuid-Hollandse

erfgoedinstellingen.

4.2 Functie

De bezoekers van de website kunnen meer te weten komen over de geschiedenis van

Zuid-Holland door de verhalen te lezen die per tijdvak (“wanneer”), plaats (“waar”) en

thema (“wat”) aangeboden worden. Het tijdvak 1000-1500 (Steden en staten) is hier

een voorbeeld van. Er wordt in het kort een beeld geschetst over dit tijdvak en

verwezen naar gebeurtenissen die zich in de provincie Zuid-Holland in die tijd

afspeelden. Met de komst van het christendom in de provincie werden er vele kerken,

kapellen en kloosters gesticht en beheerst. Dit is een relevante gebeurtenis en is als

Page 32: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 32

zodanig in vorm van een verhaal opgenomen in dit tijdvak. Het interessante van deze

verhalende content is dat het is verbonden met archiefstukken en/of collecties van de

deelnemende erfgoedinstellingen, zoals een akte van de paus ter bescherming van de

Abdij Rijnsburg uit 1179. Het verhaal wordt dus gekoppeld aan een beschrijving van

een „tastbaar‟ object (cultureel erfgoed). Daarnaast wordt er verwezen naar de

geschiedenis van de plaatsen (geografische locaties) Dordrecht, Leiden, Delft,

Vlaardingen en Oegstgeest die een belangrijke rol hebben gespeeld bij die specifieke

gebeurtenis in de geschiedenis van de provincie Zuid-Holland.

Zoals gezegd biedt de website naast verhalende content ook een zoekfunctie om door

verschillende archieven en/of collecties van deelnemende erfgoedinstellingen heen te

zoeken. In het kader hieronder worden de 38 erfgoedinstellingen weergegeven

waarvan de collectie te doorzoeken is en/of verhalende content hebben geleverd.

Het aantal verwijzingen naar de erfgoedbronnen verschilt per erfgoedinstelling. Zo

kent het Nationaal Archief 609270, Erfgoed Delft 50320, het Hoogheemraadschap

van Rijnland 36127 en het Stadsarchief Vlaardingen 4959 bronnen.

Nationaal Archief

Haags Gemeentearchief

Gemeentearchief Rotterdam

Erfgoedcentrum DiEP

Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg

Regionaal Archief Leiden

Hoogheemraadschap van Delfland

Erfgoed Delft

Hoogheemraadschap van Rijnland

Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

Gemeentearchief Schiedam

Groene Hart Archieven

Gemeente Wassenaar

Stadsarchief Vlaardingen

Zuid-Hollandse musea

Streekarchief Goeree-Overflakkee

Belasting en Douane Museum

Gemeentearchief Oegstgeest

Koninklijk Oudheidkundig Genootschap / Rijksmuseum

Gemeentearchief Leidschendam-Voorburg

Gemeentearchief Zoetermeer

Historisch Archief Westland

Archief Gemeente Boskoop

Huygensmuseum Hofwijck

Koninklijk Huisarchief

Regionaal Archief Gorinchem

Technische Universiteit Delft

Archief gemeente Hillegom

Gemeente Oud-Beijerland

Page 33: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 33

Gemeentearchief Voorschoten

Historische Vereniging Ameide en Tienhoven

Historische Vereniging Nieuwerkerk aan den IJssel

Kasteel Duivenvoorde, Voorschoten

Koninklijke Bibliotheek, Den Haag

Museum Rijswijk

Museum Simon van Gijn, Dordrecht

Stedelijk Museum De Lakenhal, Leiden

museumgoudA

Deelnemende erfgoedinstellingen website www.geschiedenisvanzuidholland.nl

4.3 Zoekfunctie en techniek (ontsluitingsstandaarden)

Het doel van de zoekfunctie is het op laagdrempelige wijze toegankelijk maken van de

Zuid-Hollandse erfgoedcollecties. Als er via de website gezocht wordt krijgt de

gebruiker een korte omschrijving van het zoekresultaat. Klikt men verder dan belandt

men in de achterliggende inventaris van de gevonden bron. Dit kunnen specifieke

archiefstukken zijn, zoals stukken betreffende de planning van de te geven vakken bij

de Kweekschool van Rotterdam, maar ook het complete inventaris van een

schaakbond. In het kader van de toegankelijkheid richting de gebruiker wordt er

getracht zoveel mogelijk relevante informatie te tonen. Dit is niet altijd gemakkelijk,

omdat de informatie uit verschillende bronnen (deelnemende erfgoedinstellingen)

komt, die ook qua opbouw van elkaar verschillen.

De reden waarom er zoveel informatie tegelijk (na een zoekactie) bij elkaar komt is

omdat de organisatie achter de website tracht alle collecties tegelijk doorzoekbaar te

maken. Het voordeel hiervan is dat de vangst na een zoekactie ruim voldoende

zoekresultaten oplevert. Het aantal zinvolle zoekresultaten na een zoekactie (precisie)

is wisselend. Dit is afhankelijk van de gebruikte zoekterm(en). Er is uiteraard een

duidelijk verschil aan te tonen in zoekresultaten wanneer men de zoekterm Rotterdam

(459620 resultaten) of waterlinie (81 resultaten) gebruikt. Gelukkig zijn er opties

aanwezig om het zoekresultaat zowel voor- als achteraf op type (archiefstuk, beeld,

museum collectie etc.) als op bronnen (deelnemende erfgoedinstellingen) te filteren,

waardoor het zoekresultaat geoptimaliseerd kan worden. Daarnaast is het mogelijk om

zowel voor- als achteraf een periode van jaren (datering) in te vullen.

De informatie van de deelnemende erfgoedinstellingen wordt op verschillende

manieren aangeleverd. Een deel van de collecties wordt als XML geëxporteerd door

de softwareleveranciers van de desbetreffende instellingen en kunnen op deze manier

geharvest worden, via een Open Archives Initiative Protocol1 (OAI) harvester. De

gevonden erfgoedinformatie wordt geïndexeerd en toegevoegd aan de zoekfunctie van

de website. Elke nacht wordt er dan een nieuwe index gedraaid. Een aantal collecties

(project Zuid-Hollandse collecties digitaal) worden direct door de archiefinstellingen

geupload en op de website geplaatst via een zogeheten „updexer‟, die het mogelijk

maakt om XML direct op de website te publiceren zonder tussenkomst van

Page 34: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 34

softwareleveranciers. Deze zijn toegankelijk gemaakt via EAD. De updexer is in 2008

ontwikkeld in opdracht van het Erfgoedhuis Zuid-Holland. De volgende deelnemende

erfgoedinstellingen maken hier gebruik van, namelijk: Stadsarchief Vlaardingen,

Gemeente Schiedam, Nationaal Archief en Erfgoed Delft.

Het technische aspect van de website wordt verzorgd door een internetbureau (Q42).

Er vindt afstemming plaatst met Q42 als het gaat om indexering en presentatie van de

collecties. Hieronder is een overzicht te vinden van de gebruikte

ontsluitingsstandaarden voor de website. Het is hierbij zinvol om een onderscheid te

maken tussen het ontsluiten aan de hand van theoretische (conceptuele) standaarden

en standaarden die geschikt zijn voor digitale implementatie. Theoretische

(conceptuele) standaarden worden gebruikt wanneer erfgoedinformatie op analoge

wijze ontsloten dient te worden en later nog (eventueel) digitaal geconverteerd kan

worden. Standaarden voor digitale implementatie zijn al geschikt om

erfgoedinformatie direct digitaal te ontsluiten of beschikbaar te stellen.

Archieven Museale collecties Beeld-

materiaal

Gezamenlijk

Conceptuele

standaarden

Klassiek

inventaris

ISAD(G)2

ISAAR (CPF)3

Spectrum4

(richtlijn)

Standaarden

voor digitale

implementatie

EAD (project

Zuid-Hollandse

collecties digitaal)

MusIP5 (richtlijn)

Adlib Museum

(collectieregistratie-

systeem musea)

OAI

(harvester)

Overzicht van gebruikte standaarden voor de website www.geschiedenisvanzuidholland.nl.

Op de website worden voornamelijk archieven gepresenteerd, maar ook museale

collecties via een verbinding met de database MUSIP (Museum Inventarisatie Project).

MUSIP is toegevoegd aan de zoekfunctie van de website. Er kan echter alleen maar in

deelcollecties worden gezocht omdat deze database niet op objectniveau is ontsloten.

Tevens wordt musea aangeraden de (niet verplichte) aanbevelingen van Spectrum te

volgen. Alle processen over het handelen van een museum worden dan door middel

van collectiemanagement vastgelegd. Verder zijn er al een groot aantal beeldbanken

doorzoekbaar via website. In het najaar van 2010 zal ook de archeologische collectie

van de Provincie Zuid-Holland als bron doorzoekbaar worden gemaakt.

4.4 Conclusie

In dit hoofdstuk zijn het doel en de functie van de website

www.geschiedenisvanzuidholland.nl besproken, en zijn de techniek en standaarden

vastgesteld die dit erfgoedportaal inzet om het materiaal van de deelnemende

Page 35: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 35

erfgoedinstellingen te ontsluiten. De website beschikt over verhalende content die per

tijdvak (“wanneer”), plaats (“waar”) en thema (“wat”) aan de bezoeker gepresenteerd

wordt. Het verhaal is gekoppeld aan specifieke archiefstukken en/of collecties, zodat

de context van de gevonden erfgoedbronnen in tijd, ruimte en plaats gedefinieerd

worden. Daarnaast wordt de zoekfunctie van de website gebruikt om de Zuid-

Hollandse erfgoedcollecties gelijk doorzoekbaar te maken en op zo laagdrempelige

manier beschikbaar te stellen aan de doelgroep. Met als gevolg dat er veel informatie

tegelijk bij elkaar komt. Om het zoekresultaat te specificeren is het mogelijk om zowel

voor- als achteraf het zoekresultaat op type, bronnen (deelnemende

erfgoedinstellingen) en datering te filteren. De context die wordt aangeboden is

beperkt, maar dient wel het doel om de collecties tegelijk doorzoekbaar te maken. Het

semantisch web zorgt ervoor dat er betekenisvolle relaties tussen concepten

(personen, plaatsen, gebeurtenissen, objecten) kunnen ontstaan, zodat de context van

de gevonden erfgoedbronnen verrijkt kan worden. In hoofdstuk 6 wordt er gekeken

hoe gebruikers die geïnteresseerd zijn in het verleden of cultureel erfgoed naar

informatie zoeken op een erfgoedwebsite, of zij de context al dan niet belangrijk

vinden bij hun zoektocht en in hoeverre het semantisch web kan bijdragen aan de

(inhoudelijke) verrijking van de context bij een zoekactie.

Daarnaast is het interessant om te bestuderen of de toepassing van het semantisch

web überhaupt zinvol of mogelijk is. In hoofdstuk 7 wordt er op dit aspect nader

ingegaan. De toepassing van het semantisch web staat nog in haar kinderschoenen.

Wel zijn er praktijkvoorbeelden te noemen die zich bezig houden met semantische

webtechnologie. In hoofdstuk 5 (zie §5.1) wordt het project Erfgoedplus.be tegen het

licht gehouden. Zij maken reeds gebruik van semantische webtechnologie. Dit

betekent dat Erfgoedplus.be ontsluitingsstandaarden inzet die voor het semantisch

web geschikt zijn en tevens gebruik maakt van instrumenten om haar data te verrijken.

De standaarden die op dit moment bij de website www.geschiedenisvanzuidholland.nl

gebruikt worden bieden echter onvoldoende mogelijkheden om semantische

webtechnologie toe te passen. Toch is het interessant om te kijken naar de

ontwikkelingen en mogelijkheden op dit gebied, aangezien de website praktisch

dezelfde doelen nastreeft als Erfgoedplus.be. De website Erfgoedplus.be tracht

namelijk ook een breed publiek te bereiken door op een laagdrempelige manier

erfgoedcollecties beschikbaar te stellen.

Page 36: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 36

Page 37: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 37

5 Ontsluitingsprojecten

Er lopen anno 2010 een aantal interessante projecten als het gaat om de toepassing

van semantische webtechnologie in de erfgoedsector. Bij sommige projecten staat de

toepassing centraal (hetzij in de testfase), bij andere projecten gaat het meer om het

uitwisselen en delen van kennis. In het kader van dit onderzoek is er gekeken naar

welke projecten het beste aansloten bij de ontwikkeling en mogelijkheden van het

semantisch web en wat dit kan betekenen voor een webportal. Uiteindelijk spraken

een viertal projecten het meest tot de verbeelding. Europeana tracht haar digitale

content semantisch te verrijken via een zoekrobot en heeft een semantische search

engine ontwikkeld om archief- en andere erfgoedinformatie gezamenlijk in één

gezamenlijke context te presenteren. Het CHIP project heeft als doel de

toegankelijkheid van digitale collecties van het Rijksmuseum te verbeteren door het

inzetten van semantische en interactieve webtechnologieën. Agrippa wil op termijn

naast bibliografische ook archivistische collecties presenteren. Erfgoedplus.be sluit het

beste aan bij de doelen van de website www.geschiedenisvanzuidholland.nl en biedt

interessante mogelijkheden en uitdagingen op het gebied van toegankelijkheid. Beide

webportals trachten ook de collecties van lokale en regionale erfgoedinstellingen op

het web te publiceren. In dit hoofdstuk worden de vier projecten besproken.

5.1 Analyse Erfgoedplus.be

5.1.1 Doelgroep

Erfgoedplus.be is voor een ruim publiek toegankelijk. Toch geeft Erfgoedplus.be een

indicatie welk publiek zij probeert te bereiken. Zij richt zich op een vijftal groepen, te

weten:

de erfgoedsector

toeristische diensten en gidsen

leerkrachten, studenten, scholieren

wetenschappers, professoren, studenten (wetenschappelijk onderzoek)

individuele geïnteresseerden

5.1.2 Verleden, heden, toekomst

Erfgoedplus.be is initiatief van de provincie Limburg (België) en is bedoeld voor

iedereen die geïnteresseerd is in of op zoek is naar (informatie over) lokaal en

regionaal cultureel erfgoed. De provincies Limburg, Vlaams-Brabant en de stad

Leuven in België werken samen met verschillende erfgoedinstellingen om het erfgoed

te bewaken en toegankelijk te maken voor een ruim publiek. De organisatie achter de

website stelt zich ten doel om het erfgoed van de deelnemende erfgoedinstellingen in

kaart te brengen. Hiervoor verbindt zij bestaande erfgoeddatabases met elkaar door

onderlinge relaties te leggen. Verder tracht zij een platform te zijn voor studie en

ontsluiting van erfgoed. Zowel erfgoedbeheerders, geïnteresseerden en publiek maken

onderdeel uit van het netwerk. Erfgoedplus.be gaat ervan uit dat kennis over erfgoed

bijdraagt aan de waardering hiervan. Kennis over erfgoed is verspreid. Daarom is het

Page 38: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 38

van belang dat erfgoedcollecties worden samengebracht en op een systematische en

homogene manier worden aangeboden.

Bij aanvang van het project was de hoofddoelstelling om bestaande digitale

erfgoedinformatie in de provincie Limburg en Vlaams-Brabant te verzamelen.

Erfgoedinstellingen en andere collectiebeheerders dienden wel hun eigen

inventarisatiesysteem te blijven gebruiken. Op deze manier werd de aangeleverde

informatie hergebruikt voor ontsluiting. Dit heeft als bijkomend voordeel opgeleverd

dat collectiebeheerders hun inventaris goed dienen te onderhouden. Tevens wordt

hun informatie verrijkt doordat ze in verband gebracht worden met andere (verwante)

erfgoedbronnen. Er kwamen tijdens de opbouw van Erfgoedplus een aantal zaken aan

het licht. Wanneer inventarissen werden voorbereid voor conversie naar

Erfgoedplus.be stuitte men op het gebrek aan interne consistentie van de

inventarissen, waardoor conversie en publicatie van deze bemoeilijkt werd. Het is

zinvol dat collectiebeheerders de algemene kwaliteit van hun inventaris (niet specifiek

voor Erfgoedplus.be) verbeteren, om ervoor te zorgen dat de inhoudelijke

duurzaamheid van de gegevens versterkt wordt.

Daarom heeft de organisatie vanaf het begin gebruik gemaakt van een invoermodule

(erfgoedregister) die voldoet aan de gangbare museumstandaarden. Hierdoor kunnen

ook kleinere erfgoedinstellingen op een eenvoudige manier een kwaliteitsvolle

inventaris maken. In de loop van tijd is het erfgoedregister enorm populair geworden.

Er is geen conversie nodig, aangezien Erfgoedplus.be deze invoermodule zelf beheert.

De opgenomen informatie is tevens geschikt om naar Europeana te converteren. In

de toekomst wil het project naast museale erfgoedobjecten ook andere soorten

erfgoed beschrijven en ontsluiten. Het gaat hierom documentair erfgoed (bibliotheken

en archieven), onroerend erfgoed (monumenten, landschappen) en immaterieel

erfgoed. Dit brengt automatisch nieuwe uitdagingen en kansen met zich mee. Toch

ziet Erfgoedplus.be het aanpassen van de navigatie voor eindgebruikers als de grootste

uitdaging. Het is volgens Malliet (2010) „de bedoeling dat alle soorten erfgoed

naadloos in één kennislandschap gepresenteerd worden.‟ (interview).

Erfgoedplus.be wekt zowel op nationaal als internationaal niveau interesse. Twee

basiskenmerken liggen hieraan ten grondslag. Ten eerste maakt Erfgoedplus.be meer

gebruik van XML en RDF technologie dan andere soortgelijke websites. Ten tweede

zorgt Erfgoedplus.be ervoor dat ook kleine/lokale erfgoedinstellingen of verenigingen

hun collectie kunnen toevoegen en publiceren op het web. De drempel om de

collectie te presenteren wordt op deze manier aantrekkelijk gemaakt. Verder richt

Erfgoedplus.be zich op de mogelijkheid om in de toekomst via semantische

webtechnologie informatie uit verschillende systemen met elkaar te kunnen verbinden,

zo dat deze informatie uitgewisseld kan worden.

5.1.3 Techniek

Erfgoedplus.be werkt vanuit een conceptmodel. In dit model wordt een traject

weergegeven hoe inventarissen (erfgoedbronnen) via mapping worden geconverteerd

en gepubliceerd. De erfgoedbank (database) is gebaseerd op codetaal XML en

Page 39: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 39

verzamelt bestaande erfgoedinformatie en herkent de relaties ertussen. Informatie van

de gehele erfgoedsector kan worden vastgelegd en de originele inventarissen blijven in

tact. Verder zorgen open standaarden als RDF ervoor dat erfgoedinformatie gedeeld

kan worden. De erfgoedbank bestaat uit een „Spil‟ database en een „Product‟ database.

Alle informatie wordt in de „Spil‟ verzameld. De „Spil‟ is een XML dataformaat, op

basis van Spectrum ontworpen. Het dataformaat zorgt ervoor dat informatie uit de

brongegevens op betrouwbare en uniforme wijze verzameld wordt. De „Product‟

database is gericht is op het navigeren, en wordt via conversie (van XML naar RDF)

van de „Spil‟ database afgeleid. Het navigeerbaar formaat (zoals de „Product‟ database

ook wel wordt genoemd) zorgt ervoor dat bijvoorbeeld het zoeken van tekst, het

leggen van relaties, grafische en geografische navigatie mogelijk wordt. De reden

waarom Erfgoedplus.be gekozen heeft voor de opsplitsing van de database is dat bij

aanpassing of toevoeging van informatie voor de ontsluiting, niet alle

conversieprocessen (van erfgoedbronnen) herzien hoeven te worden. Tevens kunnen

andere dataformaten (bijvoorbeeld van Europeana) afgeleid worden van de „Spil‟.

Erfgoedinformatie wordt via twee kanalen aangeleverd. De eerste weg houdt in dat

collectiebeheerders een XML export van hun inventaris op afgesproken tijdstippen en

afhankelijk van de activiteit van de desbetreffende inventaris afleveren. Vervolgens

wordt de inventaris geconverteerd naar het „Spil‟ formaat. Daarnaast vraagt

Erfgoedplus.be aan beheerders of zij een mappingtabel kunnen aanleveren om eigen

trefwoorden en termen uit de AAT-Ned1 thesaurus te koppelen, mochten er

trefwoorden ontbreken. Een tweede mogelijkheid om erfgoedinformatie aan te

leveren is door gebruik te maken van het hierboven besproken erfgoedregister.

Erfgoedinstellingen en andere erfgoedbeheerders die beschikken over kleinere

collecties kunnen gebruik maken van dit erfgoedregister. Op deze manier kunnen

inventarisgegevens direct opgenomen worden in het „Spil‟ formaat en beschikbaar

gesteld via de XML database. Het erfgoedregister zorgt er tevens voor dat

trefwoorden vanuit de desbetreffende inventaris gelijk met AAT-Ned termen zijn in te

vullen, waardoor deze fungeert als gecontroleerde woordenlijst.

5.1.4 Beschrijven erfgoedinformatie

Erfgoedplus.be maakt bij de beschrijving van erfgoedobjecten gebruik van een

context-onafhankelijke thesaurus AAT-Ned, om objecttypen, materialen, stijlen en

periodes zo volledig mogelijk te omschrijven. Deze Nederlandstalige thesaurus kan

men direct koppelen aan de Engelstalige variant. Koppeling tussen beide versies is

nodig omdat de Engelstalige versie in tegenstelling tot de Nederlandse versie voor alle

opgenomen concepten beschrijvingen bevat. AAT-Ned wordt door Erfgoedplus.be

als een dynamisch instrument gezien, omdat het de mogelijkheid biedt voor gebruikers

om inhoud aan de thesaurus toe te voegen. De organisatie stimuleert dit gegeven door

actief te kijken naar de mogelijkheden van de thesaurus. Bij de beschrijving van

contextelementen zoals plaatsen, personen, instellingen en gebeurtenissen gaat de

organisatie haar woordenlijsten op den duur verder uitbreiden. Bestaande

woordenlijsten schieten op dit moment tekort om de lokale contexten van

brongegevens te beschrijven. AAT-Ned en de referentie CIDOC (CRM)2 zijn de

instrumenten die gebruikt worden voor standaardisatie, zowel bij de invoer als bij de

Page 40: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 40

conversie van erfgoedinformatie. CIDOC (CRM) wordt als formeel referentiekader

gebruikt om relaties tussen verschillende soorten erfgoedobjecten (op het niveau van

navigatie) te structureren.

5.1.5 Presenteren erfgoedcollecties

Erfgoedplus.be legt de nadruk op het erfgoed zelf en spreekt minder snel over

collecties, aangezien een specifiek erfgoedobject tegelijk kan behoren tot meerdere

collecties. Een collectie vormt in die zin één facet van informatie en legt relaties tussen

objecten, maar kent bij de organisatie geen prioriteit boven het object zelf. Zij dragen

alleen bij aan het beheer en de documentatie van erfgoed. Wel is het mogelijk om met

behulp van een zoekingang door collecties heen te zoeken, omdat het vermoeden

bestaat dat hier door de doelgroep veel gebruik van wordt gemaakt. Naast het zoeken

door collecties kan men via de homepage van de website ook zoeken op personen,

plaatsen, objecten en bestaat er de mogelijkheid om „vrij‟ te zoeken. (zie afbeelding 2)

Afbeelding 2: Erfgoedplus.be - zoekingangen (persoon, plaats, collectie, object, vrij zoeken)

5.1.6 Erfgoedplus.be en semantisch web

De website maakt gebruikt van een centrale database waar informatie over erfgoed

(metadata) terecht komt. Informatie wordt op een gelijkwaardige, gestandaardiseerde

manier beschreven, zodat er onderlinge relaties gelegd kunnen worden. Om dit te

bereiken maakt Erfgoedplus.be gebruik van de kennis over semantische

webtechnologieën om haar informatie te ontsluiten, zodat zij de beschikbare

erfgoedcollecties op een uniforme en gezamenlijke manier kan presenteren.

De afbeelding hieronder toont een „contextueel‟ zoekresultaat van de schilder Rubens.

Dit zoekresultaat is verkregen door bij de zoekingang van Erfgoedplus.be op een

Page 41: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 41

persoon te zoeken, in dit geval de persoon die naam Rubens draagt. Contextgegevens

vloeien hier samen omdat er suggesties getoond worden aangaande andere

contextuele concepten, zoals object, materiaal, vervaardiger of collectie. Op deze

wijze kan men de zoekvraag verfijnen en specificeren.

Afbeelding 3: Erfgoedplus.be - zoekresultaat Rubens, via zoekingang „persoon‟

De integratie en combinatie van open standaarden en internettechnologieën draagt bij

aan het gebruik van het semantisch web binnen de erfgoedsector. Erfgoedplus.be is in

die zin uniek, omdat zij semantische webtechnologie als leidraad gebruikt.

5.2 Analyse Europeana project

Het project Europeana biedt door middel van een webportal (Europeana.eu) de

mogelijkheid om door vele soorten meertalige content van Europese landen te

zoeken. Aan het project werken verschillende grote culturele organisaties (waaronder

het Nationaal Archief en de Koninklijke Bibliotheek) samen om collecties op

Europees niveau (internationaal) toegankelijk te maken. Het doel van Europeana „is de

meertalige content afkomstig uit verschillende culturele organisaties, bibliotheken,

archieven, musea, film- en audio archieven, semantisch met elkaar te verbinden en ze

zo toegankelijker te maken voor een groot publiek‟ (Wyns, 2010, p.2).

5.2.1 Europeana en semantiek

Als men kijkt naar het gestelde doel van Europeana dan kan semantische

webtechnologie een belangrijke bijdrage leveren. In de praktijk is Europeana bezig

met het project Europeana Connect. Hier probeert men een meertalige zoekrobot te

Page 42: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 42

ontwikkelen en digitale content semantisch te verrijken. Tevens heeft Europeana

Thought Lab een protype van een semantische search engine ontwikkeld. Tot op heden

ondersteunt de search engine alleen de talen, Engels, Frans en Nederlands en biedt het

data afkomstig uit het Rijksmuseum Amsterdam, „Musee du Louvre‟ en het

Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD). Verder is Europeana bezig

met de ontwikkeling van een gemeenschappelijk model, genaamd Europeana Data

Model (EDM) (zie voor uitleg §5.2.3). Bij dit model wordt er gekozen voor een CRM

object-georiënteerde benadering, en men gebruikt hiervoor CIDOC (CRM).

5.2.2 Europeana.eu versus Europeana’s semantic search engine

Op dit moment is Europeana.eu nog een protype zoekmachine. In de loop van het

jaar 2010 gaat Europeana Versie 1.0 de lucht in. De hoeveelheid benaderbare (digitale)

content van Europeana.eu wordt dan enorm. Als de webportal start verwacht men

links van 10 miljoen digitale objecten te kunnen presenteren. Europeana.eu biedt

toegang tot een variëteit van objecten, zoals schilderijen, sculpturen of boeken. Deze

objecten worden beschreven aan de hand van metadata. Het is lastig om een

zoekmachine op metadata te bouwen. Dit kan kwaliteitsproblemen opleveren als het

gaat om de precisie en de vangst van de zoekresultaten. De heterogeniteit van de

beschikbare data is namelijk te divers, mede veroorzaakt door de vele modellen

waarmee men werkt (Isaac, 2010). Volgens Isaac (2010) is het beter om de metadata

van erfgoedinstellingen zelf te gebruiken, zorgen voor de juiste accommodatie

(structuur en semantiek), en toegang verschaffen tot objecten via concepten als

onderwerpen, personen of plaatsen. En hier komt de semantische zoekmachine

(prototype) om de hoek kijken. Met deze zoekmachine is het mogelijk om rechtstreeks

via verschillende concepten als collectie, persoon of locatie te zoeken. Op het moment

dat de term Rembrandt wordt ingetikt is verschijnt er lijst met relevante zoekingangen

(Semantic auto-completion). De context van zoekvraag wordt zo verrijkt. Men kan

dan direct naar de collectie van Museum het Rembrandthuis gaan. (zie afbeelding 4)

Afbeelding 4: zoekingang Europeana‟s semantic search engine

Page 43: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 43

Het zoekresultaat van Museum het Rembrandthuis toont 20 digitale objecten

(schilderijen), waarvan 17 direct gerelateerd aan het museum. Een van de objecten is

het schilderij „Het offer van Manoah‟ van Pieter Lastman. Lastman? Welke relatie met

Rembrandt wordt hier bedoeld? Antwoord: Pieter Lastman was de leermeester van

Rembrandt. Bij de beschrijving van het object (relaties) wordt dit ook benoemd,

„Pieter Lastman, leermeester van Rembrandt‟ (zie afbeelding 5).

Afbeelding 5: zoekresultaat – „Het offer van Manoah‟ (Pieter Lastman)

De relatie van Rembrandt en Lastman uit zich in leerling en leermeester. Dit is een

betekenisvolle relatie (zie afbeelding 6). Op deze manier komen verschillende

contexten bij elkaar en wordt het zoekresultaat gespecificeerd en verrijkt.

Afbeelding 6: zoekresultaat – Lastman, Pieter; Teacher of…

Het verschil tussen Europeana.eu en Europeana‟s search engine komt tot uidrukking

in (respectievelijk) technische en semantische interoperabiliteit. In de volgende

paragraaf wordt er stilgestaan bij dit onderscheid en de consequenties als men zich

alleen maar bezighoudt met technische i.p.v. semantische interoperabiliteit.

5.2.3 Technische versus semantische interoperabiliteit

Er dient volgens Streefkerk (2010) bij standaarden voor interoperabiliteit een

onderscheid gemaakt te worden tussen technische en semantische interoperabiliteit.

Technische interoperabiliteit betekent dat systemen met elkaar kunnen praten en

formaten onderling uitwisselbaar zijn. Semantische interoperabiliteit houdt in dat de

structuur van verschillende standaarden wel in overeenstemming is te brengen, maar

dat de inhoud van die structuur (inhoud van velden) ook uitwisselbaar dient te zijn.

Streefkerk (2010) zegt dat het hier vaak aan schort. Als bepaalde velden een totaal

Page 44: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 44

andere betekenis (inhoud) kennen dan zijn deze niet te combineren. Er zal altijd een

gemeenschappelijke deler moeten zijn, zoals Dublin Core.

Europeana.eu krijgt net als andere webportals een hoeveelheid data aangeleverd van

collectiebeherende instellingen. De data is beschreven in een

collectieregistratiesysteem en de metadata wordt vervolgens geëxporteerd naar Dublin

Core wat op meerdere collecties toepasbaar is. Europeana maakt tevens gebruik van

Search and Retrieve URL Service3 (SRU) om bepaalde collectie-object-beschrijvingen

(van bijvoorbeeld een museum) op te halen, zodat ze ook via Europeana bereikbaar

zijn. En op gezette tijden wordt er gekeken of er iets veranderd is en op deze manier

wordt het ook in Europeana geactualiseerd. In de praktijk blijkt echter dat het

actualiseren weerbarstiger blijkt. Meestal blijft het bij een eenmalige actie. Er wordt

door de erfgoedinstelling op een schijfje een set van data aangeleverd volgens een

gevraagd formaat. Vervolgens wordt er door Europeana gekeken of de aangeleverde

data wel of niet in haar model past. Het nadeel van deze werkwijze is dat de

semantische interoperabiliteit verloren gaat. Dit houdt in dat de structuur van de

standaarden wel in overeenstemming is te brengen (in dit geval volgens het model van

Europeana), maar dat de inhoud van die structuur niet meer goed uitwisselbaar is.

Hierdoor komt de aangeleverde data wel in de webportal staan, maar wat er precies

staat weten erfgoedinstellingen al niet meer en ook niet of het nog actueel is. Om

ervoor te zorgen dat de semantische interoperabiliteit kan slagen werkt Europeana aan

één gemeenschappelijk model, namelijk: Europeana Data Model (EDM). Dit

datamodel richt zich op het verzamelen, verbinden en verrijken van inhoudelijke

beschrijvingen van alle contentleveranciers van Europeana. Het doel is om de

inhoudelijke beschrijvingen van elke leverancier te behouden, zodat deze

beschrijvingen ook gedeeld kunnen worden met derden.

5.3 Analyse Agrippa catalogus Vlaamse literatuur

Het AMVC-Letterenhuis heeft in samenwerking met Universiteit Antwerpen een

catalogus ontwikkeld over de Vlaamse literatuur. De catalogus is sinds 1996 online en

biedt de mogelijkheid om met behulp van 56.500 trefwoorden (personen,

verenigingen, tijdschriften, uitgeverijen etc.) dossiers te vinden. Een dossier kan

informatie over brieven, affiches, documenten, foto‟s of handschriften bevatten, met

hieraan gekoppeld een digitale presentatie van het specifieke object. De databank

beschikt over gedetailleerde beschrijvingen. Jaarlijks worden er 20.000 nieuwe

beschrijvingen toegevoegd. (Letterenhuis, 2010)

De organisatie achter Agrippa is op dit moment achter de schermen bezig met het

opzetten van Agrippa II, een archiefbank voor het literaire erfgoed. Het is de

bedoeling dat internationale archiefstandaarden voor archiefbeschrijvingen een

onderdeel gaan vormen van de catalogus. Een globaal archievenoverzicht dient bij

Agrippa II als vertrekpunt. Op termijn wil de organisatie Agrippa II volledig laten

samenvloeien met de huidige Agrippa catalogus. (Letterenhuis, 2010)

Page 45: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 45

5.3.1 Techniek

Het is binnen Agrippa mogelijk om (verder) te zoeken via contextelementen

(personen, verenigingen, tijdschriften, uitgeverijen etc.). Door het zoeken op één

willekeurige term (dit is op dit moment overigens nog een vereiste) komt de

eindgebruiker direct terecht bij een bepaald dossier of er wordt een lijstje weergegeven

met naverwante termen, om vervolgens naar een dossier te gaan. Een dossier bevat

zoals gezegd (informatie over) bepaalde materialen, brieven bijvoorbeeld. Een brief

kent natuurlijk een afzender en een geadresseerde. Agrippa toont de beschrijving van

deze brieven als verwijzing op de volgende manier:

Afbeelding 7: zoekresultaat – Hubert Lampo (brieven) (Guns, 2008)

Achter deze verwijzingen schuilen personen of organisaties. Deze hebben ook brieven

gestuurd of ontvangen van derden, vervolgens zij ook weer. En zo ontstaat er een

netwerk van verschillende contexten, zoals hieronder schematisch is weergegeven. Dit

netwerk is overigens niet met behulp van semantische webtechnologie tot stand

gekomen, maar toont hoe een semantisch netwerk eruit kan zien. (zie afbeelding 8).

Page 46: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 46

Afbeelding 8: Schematische weergave „verbonden‟ contextelementen (Guns, 2008)

5.4 Analyse CHIP project

Het Rijksmuseum Amsterdam beschikt binnen haar muren over een grote

kunstcollectie. Op de website van het museum (www.rijksmuseum.nl) is nog veel meer

kunst te bewonderen. De website beschikt inmiddels over 131.934 digitale

kunstwerken. Het Cultural Heritage Information Personalization (CHIP) project is

opgezet om de bezoeker van de website ook op een virtuele en interactieve manier te

laten kennismaken met de collectie. Aan het project werken de Technische

Universiteit Eindhoven, de Vrije Universiteit Amsterdam en Telematica Instituut. Het

Rijksmuseum Amsterdam fungeert in deze als culturele partner. Het project heeft als

doel te demonstreren in hoeverre de ontwikkeling van semantische (Web 3.0) en

interactieve webtechnologieën (Web 2.0) kunnen bijdragen aan de toegankelijkheid te

verbeteren van de digitale collecties van het museum. (Aroyo, Hollink & Schreiber

et.al., 2009). Semantische webtechnologie wordt gebruikt om de vocabulaires van het

museum te verrijken en doorzoekbaar te maken. Binnen het project gaat men uit van

twee soorten semantische relaties, namelijk: relaties binnen één metadata vocabulaire

en relaties tussen meerdere metadata vocabulaires. Er is onderzoek gedaan naar welke

semantische relaties de gebruiker zinvol acht. Men heeft hierbij de gebruiker laten

zoeken en het navigatietraject in kaart gebracht. Uit het onderzoek bleek dat

gebruikers bijvoorbeeld veel meer waarde hechten aan de gebruikte techniek van een

schilder dan de plaats waar hij of zij geboren is. In de toekomst kan het gebruik van

semantische relaties hier op afgestemd worden. Daarnaast heeft men ook waardevolle

informatie weten te halen uit het navigatietraject zelf, om de gebruiken bij verdergaand

onderzoek.

Page 47: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 47

5.5 Conclusie

Nu de vier projecten besproken zijn kunnen we kijken in hoeverre deze projecten iets

kunnen betekenen voor de website www.geschiedenisvanzuidholland.nl.

Erfgoedplus.be is net als de website www.geschiedenisvanzuiholland.nl toegankelijk

voor een brede doelgroep, is gericht op lokale en regionale erfgoedcollecties en maakt

erfgoedcollecties afkomstig uit verschillende erfgoedbronnen toegankelijk.

Desondanks zijn er een aantal essentiële verschillen te benoemen op het gebied van

presentatie, navigatie en de techniek waarop deze toegankelijk gemaakt worden.

Presentatie Navigatie Techniek

Erfgoedplus.be Gezamenlijke

context, uniforme

manier van

presenteren

Zoeken via

concepten als

persoon en plaats,

filterfunctie achteraf

Semantische

webtechnologie

Geschiedenis v. Z-H Verschillende

soorten context

Full text zoeken,

filterfunctie voor- en

achteraf

OAI (harvester)

EAD updexer

Tabel 1: Verschillen in presentatie, navigatie en techniek

De hierboven genoemde verschillen staan niet op zich zelf. Het draait uiteindelijk

allemaal om de context waarin de erfgoedcollecties worden gepresenteerd. Elke soort

collectie kent een specifieke context. De gegevens van een collectie zijn geformuleerd

vanuit die context. Erfgoedplus.be tracht context te presenteren door gebruik te

maken van schematische webtechnologie. Hierdoor is het mogelijk om verschillende

erfgoedcollecties van alle deelnemende erfgoedinstellingen in één gezamenlijke

context te presenteren. In hoofdstuk 6 zal er nader ingegaan worden op dit vraagstuk

en of dit ook voor de website www.geschiedenisvanzuidholland.nl mogelijk zal zijn.

Europeana is door zijn grootschalige opzet niet te vergelijken met de website

www.geschiedenisvanzuidholland.nl. Desondanks is het interessant eens te kijken naar

een aantal zaken die van belang kunnen zijn. Op de eerste plaats maakt Europeana

gebruik van een collectieregistratiesysteem om collecties van (kleine) deelnemende

instellingen op Europena.eu beschikbaar te stellen. Het actualiseren van het

aangeleverd materiaal blijkt in de praktijk vaak weerbarstiger te zijn. Inhoudelijke

beschrijvingen kunnen verloren gaan, omdat het huidige model van Europeana niet

allesomvattend is. Het is namelijk lastig om een zoekmachine op metadata te bouwen.

Er kunnen kwaliteitsproblemen ontstaan als het gaat om de precisie en de vangst van

zoekresultaten. Het is beter om de metadata van de erfgoedinstellingen zelf te

gebruiken, zorgen voor de juiste accommodatie, en toegang te verschaffen tot

objecten via concepten als onderwerpen, personen of plaatsen. Om

kwaliteitsproblemen te vermijden experimenteert Europeana ook met semantische

webtechnologie door gebruik te maken van een semantische zoekmachine. In de

Page 48: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 48

nabije toekomst gaat Europeana gebruik maken van Europeana Data Model (EDM),

waarbij het mogelijk wordt om de inhoudelijke beschrijvingen van contentleveranciers

te behouden, te delen met derden en „semantisch‟ te verrijken.

Agrippa maakt in tegenstelling tot Erfgoedplus.be niet gebruik van semantische

webtechnologie. Wel heeft de catalogus een zodanige infrastructuur dat het wel als

voorbeeld kan dienen. De verschillende verbonden contextelementen laten zich het

beste vergelijken met een semantisch netwerk.

Bij het CHIP project heeft men gekeken naar de bruikbaarheid van semantische

relaties. Ze hebben de feedback van potentiële gebruikers hierbij als uitgangspunt

genomen. Onderzoeksresultaten kunnen van belang zijn bij de implementatie van het

semantisch web en de relaties die hieruit voortvloeien.

Page 49: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 49

6 Gebruiker, context en semantisch web

In dit hoofdstuk wordt besproken hoe gebruikers naar informatie zoeken en of ze

contextuele informatie hierbij belangrijk vinden. Daarnaast wordt er nader ingegaan

op de functie van context voor de gebruiker bij archieven en museale collecties in

relatie tot het semantisch web. Verder wordt er gekeken of het voor de website

www.geschiedenisvanzuidholland.nl mogelijk is om verschillende erfgoedcollecties

gezamenlijk in hun context te presenteren.

6.1 Gebruiker

Internetgebruikers zijn dagelijks op zoek naar informatie. Ze kunnen daarbij op zoek

zijn naar informatie over het verleden of (specifieker gesteld) op zoek zijn naar

informatie over cultureel erfgoed. De reden om bijvoorbeeld een archiefsite te

bezoeken kan mede door deze factoren ingegeven zijn. In de praktijk zal men niet

gauw geïnteresseerd zijn in een archief als zondanig, maar alleen in een stukje

informatie waar het archief toevalligerwijs over beschikt (Wubs en Huysmans, 2006).

Bestaande cognities (kennis, opvattingen en verwachtingen) over objecten en

personen bepalen (op basis van eerdere leerervaringen) waarom men tot nieuwe

kennis wil komen. De reden waarom mensen tot deze nieuwe kennis willen komen

wordt (mede) veroorzaakt doordat ze „gaten‟ in hun kennis willen opvullen, conflicten

tussen kenniselementen willen oplossen of hun reeds aanwezige kennis willen

uitbreiden door zich in de materie te verdiepen en bestaande opvattingen ter discussie

te stellen (Wubs & Huysmans, 2006). Daarnaast hangt de manier waarop men zoekt

naar informatie samen met de ervaringen die mensen in de loop van de tijd op doen

bij het zoeken naar informatie. Men abstraheert deze ervaringen tot gedragregels

(zoekmethoden) die bij de eerstvolgende zoekactie worden ingezet. Gevonden

informatie wordt vervolgens door de gebruiker geïnterpreteerd. Dit houdt in dat een

gegeven „tekst‟ in een „context‟ geplaatst wordt, waarbij de nieuwe en de reeds

aanwezige kennis met elkaar in verband worden gebracht en een plaats krijgt binnen

die aanwezige kennis (Wubs & Huysmans, 2006). Hoe men deze informatie precies

verwerkt is afhankelijk van de betrokkenheid van de gebruiker. Is er een sterke

betrokkenheid bij een object of persoon te bespeuren dan zal de gebruiker

ruimschoots nadenken over de gegeven informatie. Is de informatie consistent en zijn

de argumentaties aannemelijk? Heeft de gebruiker een zwakke betrokkenheid bij een

object of persoon dan zal men de informatie niet gauw verwerken en erover

nadenken. Aan de informatie zelf wordt weinig aandacht besteed. Als de bron

betrouwbaar overkomt en de tekst er ordentelijk uitziet dan is deze gebruiker al snel

tevreden. De interpretatie van informatie (hoe deze in een context geplaatst wordt)

hangt dus mede af van het type gebruiker. In §6.2 wordt de betekenis en het belang

van context voor de gebruiker onder woorden gebracht.

Page 50: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 50

6.2 Context

6.2.1 Context van archieven

Bij gebruikers zien we een verschil in behoeften als het gaat om de presentatie van

bronnen op een archiefsite. Een digitale afbeelding van het origineel is altijd gewenst.

Sommige gebruikers hechten waarde aan een transscriptie (van een archiefdocument),

anderen verlangen extra informatie als het gaat om de herkomst van het object, met

verwijzingen naar soortgelijke objecten. Dat metadata opvraagbaar zijn is hooguit

voor een enkeling van belang. Een combinatie van deze drie mogelijkheden verdient

hier uiteindelijk de voorkeur (Wubs & Huysmans, 2006). Men kan hieruit opmaken

dat de gebruiker waarde hecht aan context (betekenisgevend kader) omtrent

gevonden objecten. Uit de context kan men namelijk oorspronkelijke betekenis en

betekenisverandering van procesgebonden informatie (documenten in archieven) en

cultuurhistorische objecten (in collecties) reconstrueren.

Een archief vormt de neerslag van een werkproces en is procesgebonden informatie.

Procesgebonden informatie is in de loop van de duur van een werkproces bij elkaar

gebracht en bestaat uit verschillende archiefdocumenten en hun onderlinge

samenhang. Wil men archieven en archiefbescheiden op de juiste wijze kunnen

interpreteren is het van belang dat de relatie tussen archiefbescheiden en de

omgeving waarin ze zijn ontstaan bekend zijn.

Wat betekent procesgebonden informatie?

Het begrip (archivistische) context kan op meerdere manieren worden uitgelegd. Ik ga

uit van deze definitie, te weten: „de omgevingselementen die bepalen hoe en waar het

archief wordt gevormd, gestructureerd en bevraagd.‟ (Stichting Archiefpublicaties,

2010, website). Kennis van context stelt de gebruiker in staat om archiefdocumenten

te interpreteren. Om dit te kunnen bewerkstelligen heeft men contextgegevens nodig.

Contextgegevens (ook wel contextinformatie genoemd) zijn nodig om betekenis te

geven aan archiefdocumenten. Ze geven de relatie binnen en tussen de documenten

weer en kunnen als archivistische metadata gekoppeld worden aan (digitale)

archiefdocumenten. Dit om de gegevens in een digitale (web)omgeving leesbaar en

begrijpelijk te maken voor de gebruiker.

Bij de beschrijving van de context is het van belang te bepalen naar welk object

(archiefniveau, serieniveau of archiefdocument) het contextbegrip verwijst. Ten eerste

is er de klassieke manier om context te beschrijven. Een traditionele archivistische

beschrijving bevat veel contextinformatie. Deze is verweven in grote lappen tekst die

in verhalende passages naar voren komen, waardoor het niet mogelijk is om

gestructureerd te zoeken. Men zou dit kunnen typeren als de klassieke benadering

voor het beschrijven van contextinformatie in archieven. De context wordt

beschreven op archiefniveau in de inleiding van een klassiek inventaris. Ten tweede is

er de meer gestandaardiseerde en contextgerichte manier van beschrijven voorhanden,

namelijk via ISAG(G) en/of ISAAR(CPF). Hier worden de contextbeschrijvingen ook

op serieniveau gestimuleerd. Ten derde staat in een digitaal archief het

archiefdocument centraal. Met context bedoelt men dan doorgaans de context van het

Page 51: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 51

archiefdocument zelf. Thomassen (2000) raad aan het begrip context van een archief

op te vatten als procesgebonden informatie, ongeacht welk niveau van beschrijven van

toepassing is. Wanneer context gebruikt gaat worden in specifieke zin dan is het zinvol

om aan te geven over welk object men het heeft.

6.2.2 Context van museale collecties

Musea hebben ook contextuele informatie nodig om objecten te verduidelijken,

oftewel betekenis te geven aan het object. De contextuele informatie die erover het

museumobject bekend is bepaald (mede) de waarde van het object. Het zegt dan iets

over het object zelf (authenticiteit), de herkomst van het object, de relaties met andere

objecten, over de manier waarop het object wordt beheerd, de voorwaarden (rechten)

omtrent de toegankelijkheid, en de voorwaarden die het object zelf beschrijven.

Musea dienen volgens de Vries (2010) bijvoorbeeld „te kunnen aantonen dat zij op een

legale manier aan een object zijn gekomen en van wie/welke instelling‟. (interview). In

de museumwereld noemt men dit ook wel de pedigree (stamboom) van een object.

Om museale collecties te beschrijven wordt er vaak gebruik gemaakt van de standaard

Spectrum, waar onder andere het systeem Adlib Museum gebruik van maakt.

Spectrum is geen software, maar is louter bedoeld om op een gestructureerde manier

museumcollecties te documenteren en te beheren. Het biedt een set van afspraken om

op de juiste manier een collectie te beschrijven en te beheren. Alle processen over het

handelen van een museum worden dan door middel van collectiemanagement

vastgelegd. Hierbij gaat men uit van een objectbeschrijving. Musea worden aangeraden

de (niet verplichte) aanbevelingen van Spectrum te volgen. De beschrijving van

museale objecten dienen aan een aantal voorwaarden te voldoen. Hiervoor is een

minimale registratie van museumobjecten noodzakelijk. De acht velden (metadata) van

de internationale CIDOC-richtlijnen1 zijn nodig en verplicht voor registratie en

digitale ontsluiting. Deze richtlijnen vormen geen eindstation voor collectiebeheer,

maar zijn alleen bedoelt voor basisregistratie. Afspraken hierover verschillen per

doelgroep en/of museum. Het Move Invulboek kan helpen bij het noteren van

objectgegevens. Er worden richtlijnen en voorbeelden getoond. De contextuele

beschrijving van museale objecten maakt hier eveneens onderdeel van uit. Om de

beschrijving te converteren wordt er in de museumwereld vaak gebruik gemaakt van

Dublin Core. Er dient hier overigens wel eerst een „mapping‟ plaats te vinden.

De context wordt gebruikt om de cultuurhistorische waarde van museale objecten te

bepalen en of ze al dan niet in een bepaalde collectie worden opgenomen. Objecten

en/of collecties worden dan gewaardeerd in immateriële, niet-financiële zin. De

waardebepaling is hierbij subjectief, aan verandering onderhevig en van vele factoren

afhankelijk, zoals de beschikbare kennis, het gehanteerde perspectief, de heersende

opvattingen en smaak. Deze bepaling dient zo objectief mogelijk te geschieden. Het

bepalen van de context vormt een onderdeel van de collectiewaardering. (Leistra &

Luger, 2008). De context is belangrijk omdat het vergeleken wordt met andere

(soortgelijke) objecten en/of collecties. Men maakt een vergelijking vanuit een

bepaald referentiekader. Men vergelijkt bijvoorbeeld de collectie moderne kunst met

een vergelijkbare collectie ergens anders in het land.

Context als cultuurhistorische waardebepaling van museumobjecten

Page 52: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 52

6.2.3 Context en het semantisch web

Ondanks dat archieven en musea andere methoden gebruiken om de context te

beschrijven is het doel gelijk. Men tracht door context toe te voegen betekenis te

geven aan archiefdocumenten of museumobjecten en de samenhang tussen deze

afzonderlijke documenten of objecten weer te geven. In een digitale omgeving wordt

er bij de beschrijving vaak uitgegaan van het object zelf (documenten of

museumobjecten). Europeana is hiervan het levende bewijs. De webportal

Europeana.eu is in haar oorspronkelijke opzet object-georiënteerd. Nu is het

beschrijven van individuele objecten voor archieven een lastige opgave vanwege de

omvang en de hoeveelheid tijd die dit gaat kosten. Bovendien krijgen gebruikers een

versnipperd beeld van de context aangezien zij bij de raadpleging van inventarissen

gedetailleerde informatie van individuele objecten verwachten. Een (digitaal)

museumobject (zoals de Nachtwacht) is iets wat de gebruiker direct zal aanspreken. Bij

archieven is het behoud van de structuur (samenhang) tussen de archiefdocumenten

onmisbaar. Toch kennen museale objecten ook een zekere samenhang tussen de

afzonderlijke objecten. Er wordt dan iets verteld (heden en verleden) over de

verzameling (collectie) of het gebruik, waardoor het erfgoed haar betekenis krijgt.

De samenhang tussen individuele objecten (archiefdocumenten of museumobjecten)

kan behouden blijven als men toegang verschaft tot objecten via concepten als

onderwerpen, collecties, gebeurtenissen, personen of plaatsen met behulp van het

semantisch web. Bij het semantisch web wordt er ook uitgegaan van een object-

georiënteerde benadering, waar alle contextinformatie gekoppeld wordt aan het

document of object. In hoofdstuk 5 zagen we dat het bij de semantische zoekmachine

van Europeana mogelijk is om (zowel voor- als achteraf) rechtstreeks in aangesloten

contexten van de gebruikte term te zoeken. Betekenisvolle relaties worden zo in één

context aan de gebruiker gepresenteerd. De context van het semantisch web uit zich

in de betekenisvolle relaties die tussen concepten gelegd kunnen worden. Hoe meer

van dit soort relaties, hoe meer context er met elkaar verbonden wordt.

De context rondom een persoon als Rembrandt van Rijn is enorm. Rembrandt heeft

de Nachtwacht geschilderd (1e relatie). Rembrandt is in Leiden geboren (2e relatie). En

Rembrandt‟s leermeester is Pieter Lastman geweest (3e relatie). Dit zijn op zich

„logische‟ relaties. Er zijn naast de bekende schilderwerken en etsen van Rembrandt

ook archiefdocumenten bekend over zijn leven. Dit wil ik illustreren aan de hand van

een voorbeeld. Het Nationaal Archief bezit een archiefstuk van Titus van Rijn uit

1665. Titus is de zoon van Rembrandt. In het dit verzoek vraagt hij de Staten van

Holland om een versnelde meerderjarigheidsverklaring. Hier zit natuurlijk een verhaal

achter. In 1656 is Rembrandt (door slecht financieel beheer) failliet verklaard. Zijn

vrouw Hendrickje Stoffels en zijn zoon Titus willen de zaken laten continueren door

een kunsthandel op te richten waarbij Rembrandt in dienst kwam. Titus wilde na het

overlijden van Hendrickje deze kunsthandel voortzetten. In die tijd ging

meerderjarigheid pas in bij het 24ste levensjaar. Helaas was Titus 23 jaar oud, waardoor

hij genoodzaakt was om een verzoek in te dienen voor een versnelde

meerderjarigheidsverklaring. Dit verzoek van Titus kan binnen het semantisch web

verbonden worden met de persoon Rembrandt. Stel een gebruiker zoekt via een

Page 53: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 53

webportal naar Rembrandt omdat hij of zij iets te weten wil komen rondom het

faillissement van Rembrandt in 1656. De gebruiker komt er bij zijn zoekactie achter

dat Titus de zoon is van Rembrandt. Deze relatie kan in het semantisch web

vastgelegd worden (1e relatie). De gebruiker ziet dat Titus een verzoek heeft ingediend

bij de Staten van Holland voor een versnelde meerderjarigheidsverklaring en dat dit

verzoek bij het Nationaal Archief te vinden is. De persoon Titus van Rijn (zoon van)

en de archiefvormer Titus van Rijn, zoals deze bij het Nationaal Archief bekend is,

kunnen namelijk binnen het semantisch web ook met elkaar verbonden worden (2e

relatie). Archiefvormer Titus van Rijn kan dan weer gekoppeld worden aan het object,

namelijk het verzoek zelf (3e relatie).

Er worden op deze manier verschillende soorten context bij elkaar gebracht. Zonder

context zijn er überhaupt geen (betekenisvolle) relaties mogelijk. Deze relaties komen

tot stand vanuit de context waarin ze zijn ontstaan. Het semantisch web en context

zijn dus inherent met elkaar verbonden. Betekenisvolle relaties worden op het

semantisch web vastgelegd in triples. Elke relatie die in een archivistisch/museaal

metadataschema of gemeenschappelijke metadatamodel naar voren komt wordt dus

ook vastgelegd worden in triples. De context die achter deze relaties schuilt gaat, gaat

hierbij niet verloren, maar wordt eerder verrijkt door de vele relaties die er ontstaan

door de toepassing van het semantisch web. Het semantisch web geeft mogelijke

opties om verder te zoeken, niet een uitgestippeld pad. De gebruiker wordt dus niet

buitenspel gezet. (zie §2.6). Wil men verschillende contextelementen (concepten)

binnen de erfgoedsector met elkaar verbinden en presenteren in één gezamenlijke

context, dan is het noodzakelijk dat er gewerkt aan een gemeenschappelijk

metadatamodel. In §6.3 wordt er besproken of het vanuit het perspectief van de

gebruiker wel verstandig is om in één context te presenteren.

6.3 Gezamenlijke context

In hoofdstuk 3 kwam al aan de orde dat digitalisering tegenwoordig één van de

kerntaken vormt van een erfgoedinstelling. Door de digitalisering van het erfgoed zijn

de grenzen tussen collecties aan het vervagen. Met als gevolg dat collecties onderling

verbonden kunnen worden. Streefkerk (2010) spreekt in dit verband over: „Het idee,

dat het publiek primair geïnteresseerd is in plaats, in persoon en gebeurtenissen, en

niet in collecties. De instellingen moeten samenwerken, gezamenlijk presenteren om

antwoord te geven aan het publiek.‟ (interview). Het gezamenlijk presenteren via een

webportal of een andere presentatievorm kan plaatsvinden op verschillende niveaus,

zoals thematisch of geografisch (regionaal, landelijk, Europees). Bijvoorbeeld

respectievelijk de erfgoedportalen: Geschiedenis van Zuid-Holland, Geheugen van

Nederland en Europeana. De website www.geschiedenisvanzuidholland.nl zou

volgens Streefkerk (2010) als toeleverancier een hoger niveau kunnen bedienen,

nationaal of internationaal (Europees).

Verschillende erfgoedcollecties in één gezamenlijke context presenteren gaat niet

zomaar. Zoals Bussel (2010) al aangaf, „als je de gebruiker overal op dezelfde manier

Page 54: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 54

wilt benaderen, betekent dat ook dat je overal dezelfde standaarden moet gebruiken

voor die beschrijvingen‟. Er dient dus gebruik te worden gemaakt van één

beschrijvingsstandaard voor de gehele erfgoedsector. De beschrijvingen hoeven niet

hetzelfde te zijn maar ze moeten wel voldoen aan hetzelfde model. De praktijk is

echter weerbarstiger. Op dit moment wordt Dublin Core vaak als gemeenschappelijke

deler gebruikt. Maar een vaste standaard om verschillende contextelementen te

verbinden ontbreekt, terwijl dit wel essentieel is voor de toegankelijkheid. De

mogelijkheid om contextelementen uit te wisselen met verschillende databases uit de

erfgoedsector draagt in positieve zin bij aan de toegankelijkheid richting de gebruiker.

In de archiefsector vindt hierover discussie plaats. Pitti (2004) zegt in dit verband

hierover het volgende: „A standaard also offers the potential for importing descriptive

information from sources outside of the archival community, and adapting enhancing

such information to meet descriptive objectives‟. Encoded Archival Context (EAC)

zou hier geschikt voor kunnen zijn. Daarnaast komen er ook andere modellen in

aanmerking, zoals CIDOC (CRM), in hoofdstuk 5 kwam dit model al ter sprake.

Erfgoedplus.be maakt gebruik van CIDOC (CRM) als referentiekader om relaties

tussen verschillende soorten erfgoedobjecten (op het niveau van navigatie) te

structureren. Het Europeana Data Model (EDM) is geïnspireerd door dit model.

De bedoeling van CIDOC (CRM) is om verschillende soorten erfgoed bij elkaar te

brengen en het gedeelde belang tussen cultureel erfgoed uit archieven, bibliotheken

en musea te benadrukken. Het is een semantisch model waar men alle

erfgoedinformatie onder kan brengen. Aan de hand van gebeurtenissen wordt een

informatieobject beschreven. Deze object-georiënteerde benadering zorgt ervoor dat

er semantisch (betekenisvol) gecommuniceerd kan worden tussen de verschillende

bronnen van culturele erfgoedinformatie binnen een digitale omgeving. Om de

communicatie tussen de bronnen te laten slagen maakt CIDOC (CRM) gebruik van

een aantal CRM elementen die beschikken over de nodige definities en codes. CRM

elementen kunnen verbonden worden door ze met elkaar te linken. Ondanks dat de

elementen verschillende metadata kennen zal de software toch in staat zijn om de

juiste elementen met elkaar ter verbinden en is het mogelijk om de exacte betekenis te

achterhalen en verbindingen te leggen tussen gerelateerde data. Het model kan

bijdragen aan digitale integratie omdat er gebruik wordt gemaakt van één standaard

waarin semantische en associatieve relaties tussen verschillende metadata gelegd

kunnen worden. Technisch gesproken is CIDOC (CRM) volledig vertaalbaar naar

XML en RDF, waardoor implementatie van het model realiseerbaar is. Het nadeel

van het model is dat het nogal uitgebreid en tijdrovend is. Kleinere

erfgoedinstellingen worden hiervan de dupe omdat ze vaak niet over voldoende

(financiële) middelen en capaciteiten beschikken om dit specifieke ontsluitingstraject

te doorlopen. (Wyns, 2009) (DEN, 2010)

De toepassing van CIDOC (CRM)

De discussie over een gemeenschappelijk metadatamodel zal onverminderd doorgaan,

mede veroorzaakt omdat er diverse belangen (zoals organisatiecultuur en afspraken op

het gebied van inhoudelijke ontsluiting) op het spel staan (zie hoofdstuk 3). Zoals

gezegd in de hoofdstukken 2 en 3 staat deze discussie los van de techniek achter het

Page 55: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 55

semantisch web. Maar is het voor de beheerbaarheid van informatie van belang dat er

enige consensus bestaat, dat er op termijn daadwerkelijke afspraken worden gemaakt

over onderlinge standaardisatie, en er serieus gewerkt wordt aan een

gemeenschappelijk metadatamodel. Desondanks kan semantische webtechnologie ook

op dit moment zeker een bijdrage leveren om verschillende erfgoedcollecties in één

gezamenlijke context aan te bieden, zoals nu te zien is bij Erfgoedplus.be.

6.4 Conclusie

Archieven en musea gebruiken verschillende manieren om hun context beschrijven,

desondanks is het doel gelijk. Men tracht namelijk door context toe te voegen

betekenis te geven aan archiefdocumenten of museumobjecten en de samenhang

tussen deze afzonderlijke documenten of objecten weer te geven. Een archief- of

museumobject kan pas op de juiste wijze geïnterpreteerd worden als de context waarin

het is ontstaan voor de gebruiker bekend is. Het semantisch web zorgt ervoor dat

context van deze objecten wordt verrijkt door diverse concepten met elkaar te

verbinden en vast te leggen. Als men de gebruiker hierbij overal op dezelfde manier

wil benaderen dan dient men uit te gaan van een gemeenschappelijk metadatamodel.

Het is voor de website www.geschiedenisvanzuidholland.nl op dit moment niet

mogelijk om verschillende erfgoedcollecties van de deelnemende instellingen in één

context te presenteren, de techniek die gebruikt wordt schiet te kort. Semantische

webtechnologie zou hier wellicht uitkomst kunnen bieden. Dit betekent dat de

Geschiedenisvanzuidholland.nl zoekingangen op conceptniveau (persoon, plaats etc.) dient

aan te bieden. En de context verder dient te structureren en te verrijken door de inzet

van context-onafhankelijke instrumenten, zoals bij de bespreking van het project van

Erfgoedplus.be naar voren kwam (zie hoofdstuk 5). Als deze webtechnologie eenmaal

is geïmplementeerd op de website www.geschiedenisvanzuidholland.nl kan het

Provinciaal Historisch Centrum (PHC) zich als serviceprovider aanbieden. In het

volgende hoofdstuk wordt hier nader op in gegaan, evenals de andere (potentiële)

rollen die PHC in de toekomst zou kunnen vervullen.

Page 56: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 56

Page 57: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 57

7 Toepassing semantisch web

In dit hoofdstuk wordt er antwoord gegeven of en hoe het semantisch web toegepast

kan worden op de website www.geschiedenisvanzuidholland.nl. Om deze vraag te

beantwoorden wordt gekeken naar de toekomstige rol en mogelijke taken die het

Provinciaal Historisch Centrum (PHC) zou kunnen uitvoeren.

7.1 Toekomstige rollen PHC en website

Wil de website www.geschiedenisvanzuidholland.nl het semantisch web in de praktijk

toepassen dan dient PHC haar rol opnieuw te definiëren. Resumé: PHC adviseert

erfgoedinstellingen en andere organisaties bij het in stand houden van het erfgoed en

biedt het publiek (inwoners van Zuid-Holland) de mogelijkheden om kennis te maken

met het erfgoed dat de provincie rijk is. De PHC zou zich in dit geval (naast haar

huidige dienstverlenende taken) kunnen richten op het faciliteren van diensten die met

het semantisch web te maken hebben en hier hun kracht in vinden. Door dit te doen

kan de PHC als intermediair ervoor zorgen dat informatie goed gestandaardiseerd

beschikbaar (zonder dat de context en betekenis van aangeleverde erfgoedinformatie

van de deelnemende instellingen verloren gaan) komt voor haar bezoekers. Een rol als

data-intermediair of service provider voor het semantisch web kan dus voor de

website interessant zijn. Mogelijke rollen en taken die voort kunnen vloeien zijn:

De rol als data-intermediair invullen door de deelnemende instellingen een dienst

te bieden, namelijk: „uw data op het semantisch web‟. Twee mogelijkheden voor

het aanbieden van een dienst komen hierbij in het vizier, te weten:

a) de eis stellen dat deelnemende instellingen hun data in de taal van het

semantisch web (triples) aanleveren, zodat het PHC (eventueel) ondersteuning kan

leveren bij de implementatie van het semantisch web bij de instellingen zelf.

b) niet de eis stellen dat deelnemende instellingen hun data in de taal van het

semantisch web (triples) aanleveren, maar PHC biedt een dienst aan om de

migratie van het semantisch web op te lossen.

De rol als service provider invullen door de deelnemende erfgoedinstellingen een

extra mogelijkheid aan te bieden om hun data onder aandacht te krijgen bij het

publiek van de website www.geschiedenisvanzuidholland.nl.

(a) PHC gebruikt de ontvangen taal van het semantisch web (triples) - die

deelnemende instellingen aanleveren - om een eigen website (op) te bouwen die

gebaseerd is op semantische webtechnologie (kijkend naar Erfgoedplus.be).

7.2 Conclusie

PHC zou zich (naast haar huidige dienstverlenende taken) kunnen richten op het

faciliteren van diensten die te maken hebben met het semantisch web. Zij zou kunnen

kiezen voor de rol als data-intermediair. Hierdoor kan PHC zich profileren als

Page 58: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 58

autoriteit op het gebied van het semantisch web, en op deze manier ervoor kunnen

zorgen dat Zuid-Hollandse erfgoedinstellingen hun data op het semantisch web

kunnen publiceren. Daarnaast bestaat er de extra mogelijkheid om als serviceprovider

aan de slag te gaan door data van de deelnemende erfgoedinstellingen te publiceren via

een nieuwe website die gebaseerd is op semantische webtechnologie. Het is helaas niet

mogelijk op dit via de huidige website te bewerkstelligen.

De ontwikkeling van het semantisch web staat nog in haar kinderschoenen, het vormt

een onderdeel van het huidige web en dient dan ook opgebouwd te worden. PHC kan

hier een belangrijke bijdrage aan leveren als het gaat om de provincie Zuid-Holland.

Page 59: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 59

8 Conclusies en aanbevelingen

In dit onderzoek is in kaart gebracht welke mogelijkheden en ontwikkelingen het

semantisch web kan bieden in algemene zin en in het bijzonder voor een webportal als

www.geschiedenisvanzuidholland.nl. Er is gekeken naar rol van het semantisch web

zelf, welke implicaties en vooruitzichten deze internettechnologie heeft in de praktijk

en of het semantisch web iets kan betekenen voor een webportal. Nu volgen de

belangrijkste conclusies die uit de onderzoeksresultaten naar voren kwamen, en de

aanbevelingen die ik het Provinciaal Historistisch Centrum (PHC) wil bieden.

8.1 Conclusies

8.1.1 Semantisch web

Er bestaat de nodige onwetendheid over het (begrip) semantisch web. IT-

specialisten (voorstanders) kijken vaak met een andere bril naar de materie dan

erfgoedspecialisten (critici).

Een metadataschema van elke willekeurige erfgoedinstelling kan zonder verlies

van inhoudelijke beschrijvingen op het semantisch web geplaatst worden. De

inhoudelijke relaties binnen het schema gaan niet verloren, maar worden juist

verrijkt door de informatie uit andere erfgoedbronnen. De techniek achter het

semantisch web zorgt ervoor dat de inhoudelijke structuur behouden blijft en

verrijkt wordt door erfgoedbronnen met elkaar te verbinden. Erfgoedinstellingen

hoeven op deze wijze niet af te wijken van hun dagelijkse werkzaamheden of

praktijk.

Er kan binnen de erfgoedsector echter alleen gewerkt worden met het semantisch

web als er enige vorm van onderlinge standaardisatie is afgesproken. Dit alles om

de beheersbaarheid van de (geconverteerde) informatie te kunnen garanderen. Er

dient daarom (volgens critici) gepleit te worden voor grootschalige menselijke

inbreng bij de inhoudelijke invulling van het semantisch web. De kwaliteit van de

beschrijving is namelijk ook bij het semantisch web essentieel.

Enige vorm van standaardisatie is naar mijn mening noodzakelijk als men

erfgoedinformatie op het semantisch web zinvol wil kunnen gebruiken.

8.1.2 Standaardisatie en semantisch web

Standaardisatie in de erfgoedsector is noodzakelijk om toegankelijkheid van

verschillende erfgoedcollecties (in een digitale omgeving) te kunnen garanderen.

Dit houdt in dat er binnen archieven, bibliotheken of musea gewerkt dient te

worden met dezelfde standaarden.

Het is aan te raden dat men binnen de erfgoedsector vanuit één

gemeenschappelijk metadatamodel werkt waardoor de gebruiker overal op

dezelfde manier benaderd kan worden.

Standaardisatie is wanneer men data op het semantisch web wil publiceren wel

zeker van belang aangezien een computer structuur nodig heeft om te kunnen

redeneren. Enige vorm van standaardisatie is dus gewenst wil men op inhoudelijk

niveau betekenisvolle relaties leggen tussen verschillende erfgoedbronnen.

Page 60: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 60

8.1.3 Geschiedenisvanzuidholland.nl

De standaarden die op dit moment bij de website gebruikt worden bieden

onvoldoende mogelijkheden om semantische webtechnologie toe te passen.

8.1.4 Ontsluitingsprojecten

Erfgoedplus.be beschikt over de mogelijkheid om (met behulp van semantische

webtechnologie) verschillende erfgoedcollecties van alle deelnemende

erfgoedinstellingen in één gezamenlijke context te presenteren.

Het is lastig om een reguliere zoekmachine op metadata te bouwen, er kunnen zo

kwaliteitsproblemen ontstaan bij zoekresultaten. Het is beter om de metadata van

de erfgoedinstellingen zelf te gebruiken, te zorgen voor de juiste accommodatie en

toegang te verschaffen tot objecten via concepten als onderwerpen, personen of

plaatsen. Europeana experimenteert met een semantische zoekmachine om dit

soort kwaliteitsproblemen te vermijden.

8.1.5 Context

Het semantisch web zorgt ervoor dat de context van archiefdocumenten en

museumobjecten wordt verrijkt door diverse concepten (persoon, plaats,

gebeurtenis, objecten) met elkaar te verbinden en vast te leggen.

Het semantisch web legt betekenisvolle relaties tussen concepten waardoor

verschillende contexten gezamenlijk gepresenteerd kunnen worden.

Het is voor de website www.geschiedenisvanzuidhollnd.nl op dit moment niet

mogelijk om verschillende erfgoedcollecties van de deelnemende instellingen in

één context te presenteren omdat de techniek tekort schiet. Implementatie van

semantische webtechnologie kan dit probleem verhelpen.

8.1.6 Toepassing semantisch web

PHC kan overwegen haar diensten af te stemmen op het gebruik en de toepassing

van het semantisch web.

8.2 Aanbevelingen

PHC zou zich (naast haar huidige dienstverlenende taken) kunnen richten op het

faciliteren van diensten die te maken hebben met semantisch web. Zij zou kunnen

kiezen voor de rol als data-intermediair. PHC zou zich dan kunnen profileren als

een autoriteit op het gebied van het semantisch web, en op deze manier ervoor

kunnen zorgen dat Zuid-Hollandse erfgoedinstellingen hun data op het

semantisch web kunnen publiceren.

PHC kan als serviceprovider aan de slag te gaan door data van de deelnemende

erfgoedinstellingen te publiceren via een nieuwe website die gebaseerd is op

semantische webtechnologie (kijkend naar Erfgoedplus.be). Op dit moment is dit

via de huidige website (geschiedenisvanzuidholland.nl) helaas niet te realiseren.

Page 61: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 61

Notenapparaat

Semantisch Web

1. Een Uniform Resource Identifier (URI) is een unieke verwijzing naar digitale objecten. Dit kunnen tekst-, beeld-, of

geluidsbestanden zijn, maar ook metadata-records in een collectieregistratiesysteem. Er dient onderscheid te worden gemaakt tussen

twee soorten URI‟s, namelijk: Uniform Resource Locators (URL) en Uniform Resource Names (URN). Een URL verwijst naar een

bepaalde plaats (bijvoorbeeld een netwerkserver) waar het bestand zich bevindt en is opgeslagen. Een URN verwijst in tegenstelling

tot een URL niet naar een fysieke plaats, maar verwijst naar een tabel. De inhoud van de tabel bijgehouden door een instelling die

nagaat welke bestanden zij beheert. Bij verplaatsing van het bestand hoeft alleen de tabel aangepast te worden. De externe links naar

de bestanden zelf blijven ongewijzigd en behouden. Een URN bestaat uit een „identifier‟ (toegekende code) en een naam. Binnen de

naamruimte is de „identifier‟ uniek en de beherende instelling is de autoriteit die hier op toeziet. In dagelijks praktijk hebben we

rechtstreeks te maken met URI‟s. Het Internationaal Standaard Boeknummer (ISBN) is hier een voorbeeld van. Naast dat URI‟s

direct kunnen verwijzen naar bepaalde digitale objecten (boek), kunnen ze ook verwijzen naar bepaalde concepten, zoals personen,

organisaties en andere contextuele eigenschappen van een informatieobject. Semantische webtechnologie gaat bijvoorbeeld uit van

deze object-georiënteerde benadering. (DEN, 2010) (Hermans, 2009)

2. Resource Description Framework (RDF) is een standaardmodel voor het coderen van metadata binnen een webomgeving. Het

model wordt uitgedrukt in XML en is bedoelt om relaties te leggen tussen bepaalde bronnen en de eigenschappen die deze bronnen

kenmerken. RDF gaat hierbij uit van de onderdelen: object, eigenschap en waarde, oftewel een triple. De bron is een object (citroen)

dat beschreven dient te worden. De generieke kenmerken van die bron vormen de eigenschappen (smaak) van het object en de

waarde (zuur) geeft invulling aan die eigenschappen. In RDF staat beschreven hoe een computerbestand eruitziet waarin triples zijn

vastgelegd, zodat andere computers ze kunnen herkennen. De triples worden uitgedrukt in XML en kunnen hierdoor (net als

HTML-bestanden) direct gepubliceerd worden op een website. Complexe dataverzamelingen (van triples) worden zo op een

uniforme manier aangeboden en doorzoekbaar gemaakt. Veen (2007) definieert RDF (samengevat) als volgt: „in XML alleen

gestructureerd kan worden en dat RDF een aanvulling is om te groeperen en specifieke relaties te leggen ‟. (p. 17). Vaak wordt RDF

in verband gebracht met het semantisch web, aangezien triples gebruikt worden om bepaalde „menselijke‟ uitspraken in vast te

leggen. Een uitspraak in een natuurlijke taal kan zijn: De Nachtwacht werd geschilderd door de Rembrandt. In een RDF Triple Store

worden metadata die RDF zijn uitgedrukt (triples) opgeslagen.

3 Dublin Core is een sectoroverstijgende metadatastandaard voor het beschrijven van online bronnen door deze van metadata te

voorzien. In zijn meest eenvoudige vorm bevat deze standaard 15 elementen (velden) waar metadata aan toegekend kan worden

Het gaat hier om de volgende 15 elementen: title (titel), creator (auteur of maker), subject (onderwerp en trefwoorden), description

(omschrijving), publisher (uitgever), contributor (andere medewerkers), date (datum), type (bestandstype)

format (bestandsformaat), identifier (bestandsidentificatie), source (bron), language (taal), relation (relatie), coverage (dekking) en

rights (rechten). Dublin Core is niet gebonden aan specifieke erfgoedsectoren (archieven, bibliotheken en musea), waardoor het kan

dienen als uitwisselingsformaat tussen samenwerkende erfgoedinstellingen. Door het maken van „mappings‟ in een metadataschema

wordt het mogelijk om bepaalde relaties tussen verschillende beschrijvingsstandaarden te leggen. (DEN, 2010)

4. Metadata: „Gestructureerde gegevens over fysieke of digitale objecten. De drie belangrijkste soorten metadata zijn: beschrijvende

metadata (nodig voor het identificeren en vinden van objecten), structurele metadata (deze leggen de relatie vast tussen individuele

objecten die gezamenlijk een eenheid vormen) en administratieve metadata (deze richten zich op beheer en management van

objecten).‟ (Bron: ABC-DE, Woordenboek voor het Digitaal Erfgoed, DEN (Den Haag, december 2008))

5. Metadataschema: „Een groep bij elkaar horende metadata-beschrijvingselementen. Een veel gebruikt metadataschema is het Dublin

Core metadataschema dat bestaat uit 15 gestandaardiseerde beschrijvingselementen. Het schema bestaat uit de naam

Page 62: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 62

van ieder element en de gebruikte semantiek.‟

(Bron: ABC-DE, Woordenboek voor het Digitaal Erfgoed, DEN (Den Haag, december 2008))

6 Terminologiebronnen worden in de erfgoedsector vaak gebruikt bij inhoudelijke ontsluiting van informatieobjecten en collecties. De

toegekende termen uit deze bronnen zorgen voor de uniformiteit van de beschrijvingen, wat de toegankelijkheid van de

informatieobjecten ten goede komt. Er bestaan verschillende soorten terminologiebronnen, zoals: thesauri, gecontroleerde

woordenlijsten, classificatieschema‟s, taxonomieën en andere gecontroleerde hulpmiddelen. Meestal beschikken erfgoedinstellingen

zelf over terminologiebronnen (al dan niet digitaal) die in de loop van de hun geschiedenis vorm hebben gekregen. Er zijn ook

bepaalde standaard terminologiebronnen die in de erfgoedsector gebruikt worden. Dit om de eenduidigheid van de beschrijvingen te

verbeteren. (DEN, 2010)

7. „De Art & Architecture Thesaurus (AAT) is een wereldwijd toegepast ontsluitingsmiddel voor het toegankelijk maken van

architectuur-, kunst- en cultuurhistorische collecties in musea, bibliotheken, diatheken, archieven en documentatie-instellingen.‟

(DEN, 2010, website)

8. Thesaurus of Geographical Names. „TGN is een thesaurus, gecontroleerde vocabulaire, van geografische termen onderhouden door

het Getty Instituut. De thesaurus is ontworpen om toegankelijkheid van kunst, architectuur en erfgoed te verbeteren in Musea,

bibliotheken en archieven. Geografische termen zijn volgens thesaurusregels vastgelegd in een hierarchie en verwijzingen naar

synoniemen.‟ (DEN, 2010, website)

9. Union List of Artists Names. „ULAN is een namen database onderhouden door het Getty Instituut. De database bevat namen van

kunstenaars, naast familienamen bevat deze database ook bijnamen en pseudonymen van kunstenaars. Namen kunnen op personen

betrekking hebben, maar ook op meerdere personen (bijvoorbeeld kunstenaarsbewegingen, bedrijven, samenwerkingsverbanden

etc.).‟ (DEN, 2010, website)

10. Web Ontology Language (OWL) is gebaseerd Resource Description Framework (RDF). Het is een semantische mark-up taal en het

wordt gebruikt om ontologieën te delen en te publiceren op het web. De taal is bedoeld om relaties te leggen tussen bepaalde

begrippen. OWL legt hierbij termen vast door te identificeren hoe deze termen zich tot elkaar weerhouden. Het voordeel van OWL

is dat het een taal is dat gebruikt kan worden door andere (soortgelijke) applicaties. De semantische taal die uitgedrukt wordt in

triples (zie beschrijving RDF) wordt hierdoor steeds omvangrijker. De onderdelven van een triple krijgen dus meer betekenis

(semantiek). Deze applicaties vullen elkaar aan en bouwen op elkaar voort. (Veen, 2007)

11. Protocol and RDF Query Language (SPARQL) is een standaard query zoektaal voor (RDF) triples en sluit aan bij de ontwikkeling

van het semantisch web. Het is de bedoeling dat een zoekmachine van de toekomst met behulp van SPARQL triples kan ophalen en

vast leggen in een „triplestore‟. Het stellen van een zoekvraag (query) levert onder bepaalde selectievoorwaarden dan een verzameling

triples als zoekresultaat op. SPARQL is ontwikkeld op webniveau, is niet gebonden aan een specifiek databaseformaat en kan over

verspreide bronnen zoekopdrachten uitvoeren. Eén enkele zoekopdracht over verschillende dataopslagplaatsen is hierdoor

gemakkelijker, levert rijke zoekresultaten op en kost minder. Een voordeel van SPARQL is dat het ook op niet-uniforme gegevens

kan zoeken, gegevens uit ongelijksoortige bronnen met andere eigenschappen. (Veen, 2007)

12. Europeana Local is een project om content van lokale en regionale erfgoedinstellingen en andere contenthouders samen te brengen

en toegankelijk te maken voor de webportal van Europeana.

Page 63: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 63

Standaardisatie en semantisch web

1. Encoded Archival Desciption (EAD) is een XML coderingsstandaard. De standaard is gebaseerd op de conceptuele standaard

ISAD(G) en is ontwikkeld om archiefbeschrijvingen te maken, op te slaan, te publiceren, te koppelen en uit te wisselen. In de

archiefsector worden bepaalde eisen gesteld aan het beschrijven van archiefstukken. EAD is ontworpen om deze eisen veilig te

stellen en te waarborgen. In EAD worden inventarissen op gestandaardiseerde manier beschreven, waardoor samenwerking en

uitwisseling van data tussen verschillende archieven mogelijk wordt. De reden voor deze ontwikkeling is dat er behoefte was aan een

onafhankelijke coderingsstandaard voor digitale archieftoegangen (inventarissen, registers, indexen). XML zorgt ervoor dat vorm en

inhoud gecombineerd worden, oftewel het coderen van informatie. Een van de voordelen van XML is dat het wordt opgeslagen in

tekstformaat waardoor informatie makkelijk geëmigreerd kan worden naar andere computersystemen en linken naar alle andere

digitale bestanden. EAD kan daarom beschouwt worden als een open standaard, platformonafhankelijke, applicatieonafhankelijk en

wordt in de internationale archiefwereld erkend, beheerd en toegepast in de praktijk. Verder is het mogelijk om EAD te koppelen

aan de standaarden Dublin Core, MARC en EAC (Encoded Archival Context). Het nadeel van EAD is dat de standaard wel erg

flexibel is, waardoor het een uniforme presentatie van de beschrijvingen in de weg staat. Tevens is vormt de flexibiliteit van EAD

een struikelblok, aangezien hierdoor het gestandaardiseerde karakter verloren kan gaan, en zo de samenwerking stroef zal verlopen

en de uitwisseling van data bemoeilijkt wordt. (DEN, 2010) (Karsch & Keuning, 2007)

2. Encoded Archival Context (EAC) is een XML coderingsstandaard. „EAC biedt de mogelijkheid tot het delen van beschrijvingen en

het combineren en aanvullen van archivistische informatie met informatie uit bronnen buiten de archiefwereld.‟ (Karsch & Keuning,

2007, p. 1)

3. Kennis over deze standaarden en de methoden die worden ingezet om erfgoedcollecties te ontsluiten komen samen op de website

van Digitaal Erfgoed Nederland (DEN). Stichting DEN (gefinancierd door het Ministerie van OCW) is een kenniscentrum waar

kennis omtrent ICT in het culturele erfgoed gedeeld wordt. DEN laat via een projectenbank voorbeelden uit de praktijk zien. In de

projectenbank worden (lopende) projecten getoond waar verschillende erfgoedinstellingen aan deelnemen. (DEN, 2010)

4. Wordnet (a lexical database for the English language) is Engelstalige lexicon voor het web. Hier worden Engelstalige werkwoorden,

zelfstandige/bijvoeglijke voornaamwoorden en bijwoorden georganiseerd in een systeem van „cognitive synonyms‟ (synsets), waar

een onderscheidend concept in wordt uitgedrukt. Synsets zijn onderling verbonden op basis van conptuele-semantisch en

lexicologische relaties. Wordnet zorgt ervoor dat logische en natuurlijke taal op deze wijze gestructureerd worden. De applicatie is

gratis te downloaden. (DEN, 2010)

Geschiedenisvanzuidholland.nl

1. Open Archives Initiative Protocol for Metadata Harvesting (OAI-PMH) is een platform-, gegevens- en leveranciersonafhankelijk

protocol waarmee men verzamelde metadata uit diverse databases online beschikbaar kan stellen. De metadata worden op een

uniforme manier uit verschillende bronnen door het protocol vergaart (harvesten), in het eigen systeem opgeslagen en doorzoekbaar

gemaakt voor derden. OAI-PMH is geen zoekprotocol als bijvoorbeeld SRU (Search and Retrieve URL Service), aangezien het niet

mogelijk is om zoekopdrachten uit te voeren. De vergaarde metadata kan van ieder bestandsformaat zijn. En om de interoperabiliteit

met andere standaarden te bewerkstelligen is Dublin Core (unqualified) de minimale eis. De link tussen de metadata en het

beschreven object hoeft niet door OAI-PMH gedefinieerd te worden. (Veen, 2007)

2. „General International Standard Archival Description [ISAD(G)] is een standaard voor het structureren en beschrijven van

informatie over archieven. ISAD(G) definieert het concept van de hiërarchische structuur en bepaalt bij het beschrijven welke

gegevens op welk niveau moeten worden ingebracht. Als zodanig is het een structurele standaard, een blauwdruk die de elementen

Page 64: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 64

opsomt, waaruit een beschrijving kan bestaan. Dat levert een schema op, dat internationaal gebruikt kan worden en aldus de

uitwisseling van informatie over archieven mogelijk maakt.‟ (ODIS, 2010, website)

3. „International Standard Archival Authority Record for Corporate Bodies, Persons, and Families (ISAAR(CPF)) verschaft richtlijnen

voor het maken van archivistische geautoriseerde beschrijvingen van entiteiten (organisaties, personen en families) betrokken bij de

vorming en het beheer van archieven. ISAAR(CPF) is primair ontwikkeld om informatie over de ontstaanscontext van archieven

vast te leggen, op een gestandaardiseerde manier en zelfstandig van de beschrijving van het archief. ISAAR(CPF) is daarmee te

beschouwen als een uitwerking van het contextveld in ISAD(G), de Algemene Internationale Norm voor Archivistisch beschrijven. ‟ (DEN, 2010, website)

4. „Het Museum Inventarisatie Project (MusIP) heeft ten doel deelcollecties van musea in kaart te brengen en zo toegankelijk te maken.

Door collecties op deelcollectieniveau te ontsluiten, kan men alvast een indruk krijgen van wat musea in huis hebben.‟ (DEN, 2010,

website)

5. Spectrum (The standard for collections management) is in het Verenigd Koninkrijk ontwikkeld en is bedoeld om op een

gestructureerde manier museumcollecties te documenteren en te beheren. De standaard kent opgestelde procedures en richtlijnen.

De procedures bestaan uit 21 processen voor collectiemanagement en het beheer van museumobjecten. De richtlijnen geven

informatie over de wijze van registratie ter ondersteuning van de processen in informatie-eenheden. Naast een Engelstalige versie is

er sinds 2008 ook een Nederlandstalige versie beschikbaar. De Nederlandse versie van Spectrum wordt beheerd door de Rijksdienst

voor Cultureel Erfgoed (RCE). (DEN, 2010)

Ontsluitingsprojecten

1. AAT-Ned is een vertaling en bewerking de Engelstalige AAT (zie boven).

2. CIDOC Conceptuel Reference Model (CIDOC) (CRM) is een model dat definities en een formele structuur biedt voor het

beschrijven van archief- en andere erfgoedinformatie en die hierin besloten relaties, waardoor ze uitwisselbaar zijn. Het is een

officiële ISO-standaard en ontwikkelt door de ICOM/CIDOC Documentation Group. (Wyns, 2009)

3. Search and Retrieve URL Service (SRU) is een protocol waarmee informatie gezocht en opgevraagd kan worden. Bij het stellen van

een zoekvraag via een gestandaardiseerde URL zorgt SRU ervoor dat het in een XML-schema getoond wordt. Het voordeel volgens

Veen (2007) „van een gestandaardiseerd zoekprotocol is dat met één interface verschillende bestanden kunnen worden doorzocht‟. (p. 9). SRU is de vervanger van Z39.50, een soortgelijke standaard die gebruikt werd in het tijdperk van vóór het web. Het op

webstandaarden gebaseerde SRU is in vergelijking met zijn vervanger helemaal afgestemd op een webomgeving, waardoor de

integratie met andere webapplicaties mogelijk wordt. Het protcol maakt gebruik van de zoektaal Common Query Language (CQL)

en het is voor alle websites met een zoekinterface zeer relevant. SRU wordt ook veel gebruikt bij het doorzoeken van bibliografische

gegevens. (Veen, 2007) Zo zorgt SRU ervoor dat erfgoedinstellingen hun digitale objecten en metadata kunnen terugvinden en dat

ze deze data in wisselende vormen aan de eindgebruiker kunnen presenteren. Bovendien kan informatie toegankelijk en hergebruikt

worden voor webportals. Verder hoeft men met SRU geen kennis te hebben over de data zelf en de techniek die achter deze

standaard schuilgaat. (Veen, 2007) (DEN, 2010)

Gebruiker, context en semantisch web

1. CIDOC-Richtlijnen; „De Committee on Documentation of the International Council of Museums (CIDOC) heeft richtlijnen

opgesteld met minimale eisen waaraan een museum moet voldoen bij registratie van museale objecten.‟ (DEN, 2010, website)

Page 65: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 65

Interviews

In het kader van mijn onderzoek zijn in het voorjaar van 2010 de volgende personen

geïnterviewd:

Bussel, Geert-Jan van. Adviseur archiveringssystemen, docent/onderzoeker aan de

Archiefschool (HvA)

Datum/tijd/locatie: woensdag 12 mei 2010, 09:00 uur,

Van Bussel Document Services (Helmond)

Guns, Raf. Onderzoeker aan de Universiteit van Antwerpen

Datum/tijd/locatie: dinsdag 11 mei 2010, 12:00 uur, Universiteit van Antwerpen

Hildebrand, Michiel. Onderzoeker aan de Vrije Universiteit Amsterdam

Datum/tijd/locatie: woensdag 2 juni 2010, 11:00 uur, Vrije Universiteit

Horsman, Peter. Onderzoeker en docent aan de Universiteit van Amsterdam

Datum/tijd/locatie: woensdag 19 mei 2010, 13:30 uur,

Universiteit van Amsterdam

Malliet, Jef. Coördinator Erfgoedplus.be. (schriftelijk interview)

Streefkerk, Marco. Senior medewerker Digitaal Erfgoed Nederland

Datum/tijd/locatie: dinsdag 25 mei 2010, 13:00 uur,

Koninklijke Bibliotheek (Den Haag)

Veken, Tim. Medewerker/archivaris Groene Hart Archieven

Datum/tijd/locatie: maandag 3 mei 2010, 14:00 uur,

Groene Hart Archieven (Gouda)

Vries, Kirsten de. Consulent PHC, museumspecialist

Datum/tijd/locatie: donderdag 29 april 2010, 11:00 uur,

Erfgoedhuis Zuid-Holland (Delft)

Waalwijk, Hans. Docent en onderzoeker aan de Archiefschool (HvA)

Datum/tijd/locatie: woensdag 19 mei 2010, 10:30 uur,

Hogeschool van Amsterdam

Wellenberg, Marloes. Webredacteur v/d wensite www.geschiedenisvanzuidholland.nl

Datum/tijd/locatie: maandag 3 mei 2010, 11:00 uur,

Erfgoed Zuid-Holland (Delft)

Zandhuis, Ivo. Onderzoeker en adviseur voor digitale ontsluiting van culturele

informatie.

Datum/tijd/locatie: dinsdag 4 mei 2010, 14:30 uur,

Erfgoedhuis Zuid-Holland (Delft)

Page 66: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 66

Page 67: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 67

Literatuurlijst

Anderson, J.Q. & L. Rainie (2010). The Fate of the Semantic Web. [rapport]. Elon

University & Pew Research Center‟s Internet & American Life Project. Geraadpleegd

op: 20 juni 2010, van: http://pewinternet.org/~/media//Files/Reports/2010/PIP-

Future-of-the-Internet-Semantic-web.pdf

Aroyo, L. Hollink, L., G. Schreiber et.al. (2009) Using Semantic Relations for Content-based

Recommender Systems in Cultural Heritage. Eindhoven University of Technology,

Computer Science & VU University Amsterdam, Computer Science. Geraadpleegd

op: 23 juli 2010, van: http://www.chip-project.org/presentation/wangetal-wop.pdf

Bussel, G.J. van. [persoonlijk interview]. 12 mei 2010.

DEN (Digitaal Erfgoed Nederland). (2010) ICT-register. Geraadpleegd op: 9 augustus

2010, van:

http://matrix.den.nl/matrix.aspx?matrixid=register&view=Digitaal_Erfgoed

Erfgoedplus.be. (2010). Homepage. [schermvoorbeeld]. Geraadpleegd op: 8 september

2010, van:

http://www.erfgoedplus.be/erfgoedplus/index.jsp#sm=&page=homePage

Erfgoedplus.be. (2010) Technisch. Geraadpleegd op: 10 september 2010, van:

http://www.erfgoedplusinfo.be/technisch

Erfgoedplus.be. (2010). Wie kan Erfgoedplus.be gebruiken?. Geraadpleegd op: 8

september 2010, van: http://www.erfgoedplusinfo.be/wie-kan-erfgoedplusbe-

gebruiken

Erfgoedplus.be. (2010). Zoekresultaat. [schermvoorbeeld]. Geraadpleegd op: 8

september 2010, van:

http://www.erfgoedplus.be/erfgoedplus/index.jsp#sm=q41%3Berfgoedplus.project

PivotQuerySet.Artefacts5%3Btitleats20%3B2creator%2Cconservator6%3BRubens&p

age=resultsPage

Erfgoedhuis Zuid-Holland. Wat doen wij voor archieven. Geraadpleegd op: 15 april 2010,

van: http://www.erfgoedhuis-zh.nl/wat-doen-wij-voor/archieven

Erfgoedhuis Zuid-Holland. (2007). Visie en activiteitenplan; Hoe verder met

www.geschiedenisvanzuidholland.nl?. [rapport].

Europeana.eu. (2010) Hompage. Geraadpleegd op: 10 september 2010, van:

http://www.europeana.eu/portal/

Europeana Semantic Search Engine. (2010. [schermvoorbeelden] Geraadpleegd op: 10

september 2010, van: http://eculture.cs.vu.nl/europeana/session/search

Page 68: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 68

Geschiedenis van Zuid-Holland. Geraadpleegd op: 14 september 2010, van:

http://www.geschiedenisvanzuidholland.nl/

Guns, R. [persoonlijk interview]. 11 mei 2010.

Guns, R. Social networks in Agrippa and semantic technology. Universiteit van Antwerpen.

Geraadpleegd op: 10 september 2010, van:

http://www.boekentoren.be/media/docs/GUNS_AS_MAY08.pdf

Guns, R. Social networks in Agrippa and semantic technology. Universiteit van Antwerpen.

[schermvoorbeelden]. Geraadpleegd op: 10 september 2010, van:

http://www.boekentoren.be/media/docs/GUNS_AS_MAY08.pdf

Hermans, P. (2009). Web 3.0, Linked Data en semantische technologie voor data-integratie en

mashups. [rapport]. Geraadpleegd op: 24 augustus 2010, van:

http://www.dbm.nl/dbm.nl/media/dbm.nl/Web3_Hermans.pdf

Hildebrand, M. [persoonlijk interview]. 2 juni 2010.

Horsman, P. [persoonlijk interview]. 19 mei 2010.

Intro to the Semantic Web. [online videoclip]. Geraadpleegd op: 19 juli 2010, van:

http://www.youtube.com/watch?v=OGg8A2zfWKg&feature=player_embedded

Isaac, A. (2010). Europeana and linked cultural heritage data. Geraadpleegd op: 24

september 2010, van: http://www.few.vu.nl/~aisaac/talks/Isaac-Talk-ICT10.pdf

Karsch, M. & J. Keuning. (2007). EAD en EAC - grensoverschrijdend en grensverleggend;

Het converteren van archivistische toegangen naar XML-standaarden. Hogeschool van

Amsterdam. Geraadpleegd op: 6 juli 2010, van:

http://resolver.sabinfo.nl/?method=c_sabportal.act_serve_doc&filename=/public/te

am_erfgoed/ead_en_eac.pdf

Leistra, J. & T. Luger, (red.). (2008). Handreiking voor het schrijven van een collectieplan (3e

herziene druk). Instituut Collectie Nederland/Stichting LCM, derde herziene druk,

Amsterdam. Geraadpleegd op: 1 oktober 2010, van:

http://www.museumconsulenten.nl/file.php?fileName=7KkF50mVpheH6EDKhaWl

45OrFqQDMT

Letterenhuis. (2010). Het geheugen van de Vlaamse literatuur. Geraadpleegd op: 10

september 2010, van:

http://www.letterenhuis.be/eCache/MDN/30/02/435.bWFpbj0zMDAyNDEw.htm

l

Malliet, J. [schriftelijk interview]. 20 mei 2010.

Page 69: Geschiedenisvanzuidholland nl  semantisch web (2)

Geschiedenisvanzuidholland.nl & Semantisch web – Afstudeeropdracht 69

ODIS. (2010). ISAD (G). Geraadpleegd op: 12 augustus 2010, van:

http://www.odis.be/ned/dat/standaardnormen.htm

PHC. Geschiedenis van Zuid-Holland. Geraadpleegd op: 15 september 2010, van:

http://www.geschiedenisvanzuidholland.nl/

Pitti, Daniel V. (2004) Creator Description; Encoded Archival Context. University of

Virginia. Geraadpleegd op: 7 oktober 2010, van:

http://www.sba.unifi.it/ac/relazioni/pitti_eng.pdf

Stichting Archiefpublicaties. (2010). Publicaties. Geraadpleegd op: 14 oktober 2010,

van: http://www.archiefpublicaties.nl/publicaties_vervolg.php?id=7

Streefkerk, M. [persoonlijk interview]. 25 mei 2010.

Streefkerk, M. (2010). UNICUM. Geraadpleegd op: 20 oktober 2010, van:

http://www.digitaalallemaal.nl/?p=1843

Teuling, A.J.M. den. (2003). Archiefterminologie voor Nederland en Vlaanderen. Den Haag:

Stichting Archiefpublicaties.

Thomassen, T. (2000). Context, Interpretatiekaders in de archivistiek. Het begrip context in de

archiefwetenschap. Den Haag: Stichting Archiefpublicaties. p. 15-28.

Veen, T.M. van. (maart 2007) Standaarden voor gegevensuitwisseling.

Informatiewetenschap www.factomedia.nl. Geraadpleegd op: 24 augustus 2010, van:

http://www.factomagazinesubsite.nl/iwabase/downloads/informatiewetenschap.pdf

Wellenberg, M. [persoonlijk interview]. 3 mei 2010.

Vries, K. de. [persoonlijk interview]. 29 april 2010.

Wubs, H. & F. Huysmans. (2006) Snuffelen en graven; Over doelgroepen van digitaal

toegankelijke archieven. Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag.

Wyns R. (2009) Workshop ‘Metadata, Ontologieën en het Semantisch Web. Athena; Access to

cultural heritage networks across Europe. Geraadpleegd op: 3 juni 2010, van:

http://www.kunstenenerfgoed.be/ake/download/nl/2975152/file/reader_semantiek.

pdf

Zandhuis, I. [persoonlijk interview]. 4 mei 2010.

Zandhuis, I. (juni 2010). Fundamenten in verandering; archieven op het Semantisch Web.

Archievenblad, 5, p. 10-14. Geraadpleegd op: 20 juni 2010, van:

http://www.kvan.nl/beheer/_openwysiwyg/popups/upload/AB%202010%2005%2

0Semantisch%20web.pdf