gemeente KnoKKe -Heist RUP DUinenWateR › merdatabank › uploads › nthnvg5193.pdf ·...

WVIwww.wvi.be

BARON RUZETTELAAN 358310 BRUGGE

T +32 50 36 71 71E [email protected]

verzoek tot raadplegingnov ‘16 aangevuld n.a.v. opmerkingen Provincie, Ruimtelijke Planningnov ‘16 aangevuld n.a.v. opmerkingen Departement Mobiliteit en Openbare Werken

plan.id.

06316

gemeente KnoKKe -HeistRUP DUinenWateR

juni 2016 - AAngeVuLD sePtemBeR 2016

1 inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer .......................................................................................... 32 beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan .................................................................................................................................. 32.1 beslissing tot opmaak .............................................................................................................................................. 32.2 doelstelling ............................................................................................................................................................... 32.3 situering van het plangebied ................................................................................................................................... 32.4 mogelijke alternatieven - nulalternatief .................................................................................................................... 42.4.1 mogelijke alternatieven ............................................................................................................................................ 42.4.2 nulalternatief ............................................................................................................................................................ 42.5 afbakening van het toepassings gebied en de plan-merplicht ................................................................................. 43 een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het voorgenomen plan of programma ............................................................................................................................................................ 63.1 de gezondheid en de veiligheid van de mens ......................................................................................................... 83.2 de ruimtelijke ordening ............................................................................................................................................ 93.3 de biodiversiteit, de fauna en de flora ................................................................................................................... 103.4 de energie- en grondstoffenvoorraden ...................................................................................................................133.5 de bodem ................................................................................................................................................................133.6 het water .................................................................................................................................................................153.7 de atmosfeer en de klimatologische factoren ........................................................................................................173.8 het geluid ............................................................................................................................................................... 183.9 het licht .................................................................................................................................................................. 183.10 de stoffelijke goederen .......................................................................................................................................... 193.11 het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed ....................................... 193.12 het landschap ........................................................................................................................................................ 213.13 de mobiliteit............................................................................................................................................................ 213.14 de samenhang tussen de genoemde factoren ...................................................................................................... 244 relevante gegevens met inbegrip van de redenen waarom de initiatiefnemer meent geen plan-mer te moe-ten opmaken overeenkomstig art. 4.2.6, §1, 5° van het DABm ................................................................................... 245 in voorkomend geval een beoordeling of het voorgenomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieu effecten kan hebben .................................................................... 24

3WVI | jun i ‘16 | ve rzoek to t raadp leg ing | 06319

1 inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer

initiatiefnemer:Gemeente Knokke-Heistalfred Verweeplein 18300 Knokke-Heistcontactpersoon: Jan Van Coillie: [email protected]

opdrachthouder:WViBaron Ruzettelaan 358310 assebroekcontactpersoon:Katrien Vervaet: [email protected] Van ackere: [email protected] Luyckx: [email protected]

2 beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan

2.1 beslissing tot opmaakHet College heeft WVi aangesteld om de screening horende bij dit RUP op te stellen.

2.2 doelstellingHet RUP Duinenwater is een herziening van het BPa Duinenwater, ggk 19/02/2004. een deel van het BPa is in de afgelopen jaren reeds gerealiseerd, waaronder de westelijke zone voor all-weather infrastructuur met het zwembad, jeugdhuis en Lakesite Paradise, alsook de bebouwing van de ‘eerste fase’ zoals aangeduid in het BPa Duinenwater. De doelstelling van het RUP “Duinenwater” is een be-perkt bijstellen van het BPa, aangepast aan de huidige stedenbouwkundige ontwikkelingen, noden en nieuwe beleidsvisies (o.a. de hoogbouw- en vista nota, de vi-sie op de natiënlaan en het ronde punt ter hoogte van de hoofdas Duinenwater, gewijzigde dynamiek van het handelsgebeuren naar een meer kernversterkend kleinhandelsapparaat, de vraag van hotelinfrastruc-tuur naar een gewijzigde locatie,...) en afgetoetst aan de nieuwe regelgeving die er ondertussen gekomen is (o.a. bijsturingen naar aanleiding van wijzigingen bin-nen het gronden pandendecreet, ...). Specifiek leidt dit o.a. naar:

● een herschikking van de bouwvolumes ter hoogte van het station, een hoogte accent ipv het 100% volbouwen van de ruimte;

● het verhogen met 1 bouwlaag voor de bestem-mingszone ‘kernzone gesloten bebouwing’ ter hoogte van Put De Cloedt;

● het mogelijk maken van een mix aan woontypo-logiën voor de deelzone in functie van sociale huisvesting, herverdeling van het aantal sociale wooneenheden en verhogen van de capaciteit.

● vereenvoudigen van de voorschriften, o.a. wordt weggelaten wat reeds in gemeentelijke verorde-ningen is opgenomen;

● beperkte wijziging in mogelijkheden van de perceelstructuur;

● beperkte wijzigingen met betrekking tot het open ruimte venster;

● de ingebouwde fasering van de ontwikkeling wordt geschrapt.

De functie van elke zonering wijzigt niet t.o.v. het gel-dende BPa Duinenwater.Voor de opmaak van het BPa Duinenwater is een MeR opgemaakt. Onderhavige verzoek tot raadpleging heeft tot doel de effecten van de wijzingen t.o.v. het BPa Duinenwater af te wegen.

Reikwijdte en detailleringsniveau van het voorgeno-men RUP:

● perceelsniveau ● Het RUP omvat het gedeelte tussen het station en

de put van De Cloedt.

2.3 situering van het plangebied ● Het plangebied wordt begrensd door:

● in het noorden: de Knokkestraat, woonwijken tussen Duinbergen en Knokke

● in het oosten: de natiënlaan als activiteitenas en belangrijkste invalsweg van de gemeente

4 06316 | verzoek to t raadp leg ing | jun i ‘16 | WVI

● in het zuiden: de bebouwing aan de nieuwstraat, het waterbufferbekken Wulpenhoek en de tweede golf

● in het westen: de tweede golf en het stadsrand-bos (huidige toestand landbouwgebied).

● Het op te maken RUP bestrijkt een gebied van 51 ha 27 a en 20 ca

● art. 1: projectzone met bakenvolume en randparking

● art. 2: multifunctionele zone ● art. 3: appartementsvilla’s ● art. 4: Kernzone gesloten bebouwing ● art. 5: Residentiële zone in gesloten en half-

open bebouwing ● art. 6: Residentiële zone in functie van sociale

huisvesting ● art. 7: Residentiële zone in open en halfopen

bebouwing in groen kader ● art. 8: Zone voor all-weather infrastructuur ● art. 9: Zone als knooppunt voor openbaar ver-

voer en bijhorende activiteiten ● art. 10: Spoorwegzone ● art. 11: Zone voor watergebonden recreatie ● art. 12: Zone voor groene ruimte ● art. 13: Bestemmingszone wegenis ● art. 14: Zone voor waterloop.

2.4 mogelijke alternatieven - nulalternatief

2.4.1 mogelijke alternatieven ● De opmaak van het RUP kadert binnen het GRS,

definitief aanvaard en goedgekeurd door de Bestendige Deputatie 02/12/2004.

● Het RUP is een herziening van een bestaand BPa, er worden geen bestemmingen gewijzigd.

Bijgevolg zijn er geen alternatieven verder onderzocht.

2.4.2 nulalternatiefHet RUP Duinenwater is een beperkte herzie-ning van het BPa Duinenwater, ggk 19/02/2004. De bestemming van de verschillende zones wij-zigt niet, er is enkel een aanpassing van de voorschriften in functie van huidige noden en beleidsvisies en in het kader van aanpassingen van re-gel- en wetgeving die invloed hebben op de omgeving. Bijgevolg zal bij niet opmaak van het RUP de bestem-ming evenzeer gerealiseerd worden.

kaart : situering plangebied

2.5 afbakening van het toepassings gebied en de plan-merplicht

afbakening van het toepassingsgebied en de plan-MeR-plicht

fase 3: bepaling van de plicht tot opmaak van een plan-mer

Bij plannen en programma’s die ‘van rechtswege’ onderworpen zijn aan de plan-MER-plicht is er geen voorafgaande toetsing vereist daar er op onweerleg-bare wijze wordt vermoed dat deze plannen en pro-gramma’s aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Men onderscheidt twee groepen van plannen en pro-gramma’s:

● plannen en programma’s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd

● een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I, II en III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten

● niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden

● betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstof-fenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondge-bruik (artikel 4.2.3, §2, 1° D.A.B.M.);

● plannen en programma’s of de wijziging ervan waarvoor, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is uit hoofde van art. 36ter, § 3, eerste lid, van het decreet van


21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (artikel 4.2.1, tweede lid D.A.B.M.) die niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden.

Voor een plan of programma dat overeenkomstig art. 4.2.1. plan-MeR-plichtig is, en dat het gebruik bepaalt van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhoudt, moet geen plan-MeR worden opge-maakt voor zover de initiatiefnemer aantoont dat het plan of programma geen aanzienlijke milieu-effecten kan hebben (art. 4.2.3. § 3 D.a.B.M.)

Het RUP Duinenwater is een beperkte wijziging of herziening van het BPa Duinenwater (goedgekeurd 19-02-2004). Het BPa wordt momenteel uitgevoerd. De all-weatherinfrastructuur, evenals de wegenis-infrastructuur zijn (deels) gerealiseerd. De bouw van woningen is bezig. Het RUP vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage i, ii of iii van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10-12-2004, nl. een wijziging of uitbreiding van projecten van bijlage i, ii of iii waar-voor reeds een vergunning is afgegeven en die zijn of worden uitgevoerd (niet in bijlager i of ii opgeno-men wijziging) opgenomen in rubriek 13 van bijlage iii. Het rup betrekt een beperkte wijziging van het be-staande plan BPa Duinenwater.

Voor het BPa Duinenwater werd een MeR opgemaakt voor een stadsproject van categorie 7 “werken voor stadsprojecten waarin de afbraak, bouw of verbou-wing geprojecteerd is in een aaneengesloten gebied en die betrekking hebben op:

● ofwel 2.000 of meer woningen;

● ofwel een oppervlakte van 10 ha ● ofwel kantoorruimten met een totale opper-

vlakte van 100.000 m² of meer, namelijk een totale oppervlakte van 51 ha 49 a 17 ca aaneengesloten gebied voor o.a. 700 woningen (waarvan ca 153 voorbehouden voor sociale huisves-ting). De exacte oppervlakte voor kantoren was op het moment van de opmaak van het MeR niet gekend.De bestemmingswijziging is gebeurd bij de opmaak van het BPa Duinenwater, gg. 19/02/2004. Voor dit dossier is in 2003 een MeR opgemaakt dat de effec-ten van de ontwikkeling van het gebied heeft bekeken.Onderhavig RUP wijzigt geen bestemming, bijgevolg zullen hier de wijzigingen van de effecten ingeschat en meegegeven worden.

De doelstelling van het RUP “Duinenwater” is het be-perkt bijstellen van het BPa, aangepast aan de huidige stedenbouwkundige ontwikkelingen, noden en nieuwe beleidsvisies (o.a. de hoogbouw- en vista nota, de vi-sie op de natiënlaan en het ronde punt ter hoogte van de hoofdas Duinenwater, gewijzigde dynamiek van het handelsgebeuren naar een meer kernversterkend kleinhandelsapparaat, de vraag van hotelinfrastruc-tuur naar een gewijzigde locatie,...) en afgetoetst aan de nieuwe regelgeving die er ondertussen gekomen is (o.a. bijsturingen naar aanleiding van wijzigingen bin-nen het gronden pandendecreet, ...). Specifiek leidt dit o.a. naar:

● een herschikking van de bouwvolumes ter hoogte van het station, een hoogte accent (max. 18 bouwlagen i.p.v. 3 bouwlagen) i.p.v. het 100% volbouwen van de ruimte

● het verhogen met 1 bouwlaag voor de bestem-mingszone ‘kernzone gesloten bebouwing’ ter hoogte van Put De Cloedt

● het mogelijk maken van een mix aan woontypo-logiën voor de deelzone in functie van sociale huisvesting, herverdeling van het aantal sociale wooneenheden en verhogen van de capaciteit.

● vereenvoudigen van de voorschriften, o.a. wordt weggelaten wat reeds in gemeentelijke verorde-ningen is opgenomen

● beperkte wijziging in mogelijkheden van de perceelstructuur

● beperkte wijzigingen met betrekking tot het open ruimte venster

● de ingebouwde fasering van de ontwikkeling bin-nen het BPa wordt geschrapt.

in de onmiddellijke omgeving van het plangebied be-vinden zich geen Vogelrichtlijn- of Habitatrichtlijnge-bieden zodat er geen passende beoordeling vereist is. De meest nabije Habitatrichtlijngebieden, Park 58 en De Golf en Blinkaertbos (onderdeel van Duingebieden inclusief iJzermonding en Zwin), bevinden zich op 200 m en meer van het plangebied. De wijzigingen die het RUP aan het BPa aanbrengt zullen geen nadelige ef-fecten veroorzaken op deze gebieden gezien de wij-zigingen betrekking hebben op het reeds vastgelegd plangebied binnen het BPa, waarbij het plangebied niet wordt uitgebreid (extra grondinname) en de wijzi-gingen grotendeels betrekking hebben op wijzigingen in inrichtingsvoorschriften (waaronder bouwhoogte) en geen wijzigingen in bestemming.

conclusie: Het RUP valt onder de screeningsplicht.

6 06316 | verzoek to t raadp leg ing | nov. ‘16 | WVI

3 een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het voorgenomen plan of programma

Hier wordt een overzicht gevraagd van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het plan of programma op:

● de gezondheid en veiligheid van de mens ● de ruimtelijke ordening ● de biodiversiteit ● de fauna en flora ● de energie- en grondstoffenvoorraden ● de bodem ● het water ● de atmosfeer ● de klimatologische factoren ● het geluid ● het licht ● de stoffelijke goederen ● het cultureel erfgoed, met inbegrip van het

architectonisch en archeologisch erfgoed ● het landschap ● de mobiliteit ● de samenhang tussen de genoemde factoren

er wordt gebruik gemaakt van een ingreepeffecten-schema. De effecten waarvan vermoed wordt dat ze waarschijnlijk significant zijn worden verder in detail onderzocht. Op de effecten die vermoedelijk niet signi-ficant zijn wordt minder diep ingegaan.

7WVI | nov. ‘16 | ve rzoek to t raadp leg ing | 06319

ingreepeffectenschema

ingreep omvang in ruimte en tijd

mensgezond-heid

mensruimt. aspecten

lucht geluid en trillingen

licht, warmte stralingen

bodem water geur land-schap

mobiliteit fauna en flora

erfgoed + archeologie

Opp (m²) DuurAanlegfaseverdere aannleg van hoofdzakelijk woningen, maar ook handel, kan-toren, diensten, vrije beroepen en horeca

tijdelijk n* P/n* n* t/n* n P/n* P/n* n P/n* n P/n* P/n*

exploitatiefasefunctioneren van nieuw stadsdeel met (bestaand s t a t i o n ) , a l l -weatherinfrastruc-tuur, woningen (hoofdzakel i jk) , handel, kantoren, diensten, vrije be-roepen en horeca

permanent n* n n* n* n* n* n* n n n* n* n

N: niet significant effect – N*: waarschijnlijk niet significant effect, effect zeer beperkt in ruimte en omvang, zeer lokaal effect – S: (waarschijnlijk) significant effect – T: tijdelijk effect – P: permanent effect – O: positief effect – V: verder onderzoek noodzakelijk bij vergunningsaanvraag


3.1 de gezondheid en de veiligheid van de mens

referentie ● Het doel van het RUP is om het BPa Duinenwater

te herzien met betrekking tot de inrichtings-voorschriften. De bestemmingen worden niet gewijzigd.

● Het plangebied is een gebied met aan het wonen gerelateerde functies, recreatie en gemeenschapsvoorzieningen

● Het gebied is sinds de opmaak van het BPa reeds gedeeltelijk ontwikkeld of bouwrijp gemaakt.

● er zijn geen Seveso-inrichtingen binnen het plan-gebied aanwezig.

● Binnen een perimeter van 2 km rond het plange-bied zijn geen Seveso-inrichtingen aanwezig.

● Het meest nabije SeVeSO-bedrijf is Fluxys LnG Henri-Victor Wolvenstraat 3 - kaai 615 8380 Zeebrugge, op ruim 3 km van het plangebied.

● Doorheen het woongebied loopt een spoorlijn en is er een gelijkvloerse spoorovergang aanwezig.

beschrijving effect Het gebied behoudt de bestemmingen zoals voorzien in het BPa Duinenwater, ggk 19/02/2004.Het gebied behoudt zijn woonfunctie met ter hoogte van de Put van De Cloedt een recreatiefunctie die ondertussen is gerealiseerd. Ook een deel van art. 3: “appartementsvilla’s” en een deel van art. 7 “residenti-ele zone in open en halfopen bebouwing in groen ka-rakter” zijn intussen al gerealiseerd, meer bepaald zijn er al 299 woningen op basis van het BPa gerealiseerd (sinds 2013). De andere gebieden zijn braakliggend, klaar om te ontwikkelen.

Het plan voorziet in het RUP een hoger accentbebou-wing ter hoogte van het station dan in het geldende BPa. een torenvolume van maximaal 18 bouwlagen wordt voorzien.in het BPa was dit een volledige bezetting van het ge-bied tot max. 3 bouwlagen + 2 onderdakse bouwlagen. Door de beperking van de effectieve grondbezetting zal er toch een verlaging zijn van de vloeroppervlak-tes, in grootteorde van 9.000 m² in mindering:

● De oppervlakte voor wonen blijft ongeveer gelijk. De voorschriften van het vigerende BPa laten kleinere entiteiten toe, in tegenstelling tot het RUP waarbij een oppervlaktenorm voor alle woningen zal ingeschreven worden van min 80 m².

● De kantoorruimte blijft ongeveer gelijk op ca. 2.000 m².

● Het zijn vooral de winkels op het verdiep die afne-men in oppervlakte ( in grootorde van 16.000 m² naar 3.000 m² in het RUP).

● De winkeloppervlakte op gelijkvloers stijgt licht, en de hotelfunctie verdubbelt in oppervlakte (van 2.300 m² naar 4.500 m²).

er is een schaduwstudie uitgevoerd (opgenomen in het RUP) die de effecten van het torengebouw bekijkt op de bestaande omgeving. Hieruit is af te leiden dat de bijkomende hinder door schaduw beperkt is in tijd en zich in hoofdzaak situeert op de oostelijke gebou-wen gesitueerd aan de overzijde van de natiënlaan. De schaduwhinder treedt op tijdens de zomer na 17 u, tijdens de lente en herfst na 15 u. Voor deze uren valt de schaduw ofwel op de sporen en stationsgebouw, ofwel op het openbaar domein van en rond de nati-enlaan.De situatie in de lente/herfst geeft duidelijk een stuk schaduw aan, die vanaf 15 u. begint te vallen op de

overliggende gebouwen aan de natiënlaan. Zoals uit de schema’s blijkt, start te schaduw op het hoekge-bouw van de Brandweerstraat rond 15 u., om 16 u. is ze bijna grotendeels verdwenen, om 17 u. bevindt de schaduw zich reeds op het brandweergebouw.De situatie in de zomer geeft aan dat vanaf 17 u. een stuk schaduw valt op het voorplein voor het brand-weergebouw, om 18 u. op het zuidelijke hoekgebouw naast het brandweergebouw en om 19 u. is de scha-duw reeds verdwenen van dit hoekgebouw.er kan uit besloten worden dat de hinder door scha-duw beperkt is. De schaduwhinder voor aanpalende woongebouwen treedt slechts op in de namiddag en de hinder is beperkt tot ca 1 uur. De hinder overstijgt op geen enkel moment de normale buurt ongemakken van een stedelijke omgeving.

Doorheen het plangebied van het RUP loopt ook een spoorlijn tussen de woonzones. er is een groenzone voorzien maar infrabel vroeg op de plenaire vergade-ring een bufferstraat van min. 10m breedte tussen de spoorlijn en de nieuwe woningen om hinder te beper-ken. Dit wordt verder bekeken binnen het RUP, een afstand van 10 meter t.o.v. de sporen zal gehanteerd worden (niet t.o.v. de perceelsgrens). infrabel vroeg ook ruimte te voorzien voor eventueel een ongelijk-vloerse overgang. in het BPa zijn echter alle mogelijk-heden afgewogen en bestudeerd en heeft men beslist een gelijkvloerse overgang te behouden. in de omge-ving is ondertussen alles hierop voorzien en zijn de vergunningen al afgeleverd voor realisatie. Hier kan men in het RUP niet meer op terugkomen gezien de realisatiegraad van het BPa waar dit reeds onderzocht is.


conclusie ● in de omgeving van het RUP liggen geen Seveso-

bedrijven, zodat bewoners en/of bedrijven in het plangebied geen risico’s lopen verbonden aan dergelijke bedrijven.

● Het RUP vormt niet het kader voor de oprichting van Seveso-bedrijven, zodat de omwonenden niet

blootgesteld worden aan de risico’s die dergelijke bedrijven met zich meebrengen.

● De uitvoering van het RUP zal geen bijkomende risico’s voor de gezondheid en de veiligheid van de omwonenden opleveren. De effecten van het torengebouw zijn beperkt op de onmiddellijke omgeving.

kaart : herbevestigde agrarische gebieden (HAG)

3.2 de ruimtelijke ordening

referentie ● Gemeente Knokke-Heist situeert zich tussen de

nederlandse grens en Zeebrugge. ● Het studiegebied ligt in Knokke zelf, tussen het

station in het oosten en de Put van De Cloedt in het westen, ten zuiden van de Knokkestraat.

● Het gemeentelijk RUP geeft uitvoering aan het GRS en staat onderaan de hiërarchie van de ruimtelijke uitvoeringsplannen.

● Knokke-Heist maakt deel uit van het stedelijk netwerk Kust. Het is een stedelijk netwerk op Vlaams niveau. De rol van dit gebied ligt, gerelateerd naar Knokke-Heist, vooral in de kustgebonden toeristisch-recreatieve ontwikke-ling. Knokke-Heist is binnen het RsV gese-lecteerd als structuurondersteunend kleinste-delijk gebied en is bijgevolg een economisch knooppunt.

● De visie en gewenste ruimtelijke ontwikke-ling van het PRs sluit aan bij het Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen. Binnen het stedelijk netwerk kust dienen wonen, werken, voor-zieningen en toeristisch-recreatieve ontwik-kelingen te worden gebundeld in de stedelijke gebieden waaronder Knokke-Heist, waarbij de kustgebonden toeristisch-recreatieve ontwikke-ling verder wordt geconcentreerd in de be-staande toeristische centra. Knokke - Heist is gelegen deels in de kust-ruimte en deels in de oostelijke polderruimte.Onderhavig RUP Duinenwater is gelegen in de kustruimte en binnen de afbakening van het stedelijk gebied van Knokke-Heist.

kaart : gewestplan


● Binnen het gRs is onderhavig plandocument deels gesitueerd binnen het ‘kustfront’ en deels binnen het ‘polderfront’. Onderhavig planopzet kadert o.a. onder de volgende beleidsdomei-nen : gewenste nederzettingsstructuur Verwezenlijken van een multifunctionele stationsomgeving Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen streeft naar een versterking van de stedelijke gebie-den en noemt strategische stedelijke projecten als één van de instrumenten daartoe. Het strategisch project Duinenwater beoogt een invullen van de stationsomgeving, deze vormt immers enorme potenties om structurerend te werken voor het stedelijk gebied. Op die manier kan men het stedelijk karakter van het stads-deel verhogen, nieuwe functies aantrekken, meer kansen geven aan openbaar vervoer en zacht verkeer en een ruimtelijke band schep-pen met de binnenstad en tussen de deelge-meenten. Binnen het strategisch project Duinenwater zal er een gedifferentieerd aanbod worden gecreëerd naar sociale woningbouw, naar de eigen inwoners als voor tweede verblijvers, als senioren in combinatie met hotelfunctie

● Hoogbouwnota Op 21 juni 2012 heeft de gemeenteraad de hoogbouwnota goedgekeurd. Deze hoogbouw-nota met subtitel “bakens in het stadslandschap van Knokke-Heist” biedt een beleidskader naar hoogbouwinitiatieven of stedelijke bakens te Knokke-Heist. Knokke-Heist heeft resoluut een nieuwe weg ingeslagen in haar stedelijke ontwikkeling. tientallen projecten rond ‘hoger bouwen’ staan

in de steigers of zullen de komende jaren nog gerealiseerd worden. aanzet en motor hierin was de internationale architectuurwedstrijd rond de nieuwe Casino. De gemeente heeft bijgevolg een nota opge-maakt, meer bepaald een visie rond hoogbouw en ruimtelijke bakens. Doel van de ‘hoogbouw-nota – bakens in het stadslandschap Knokke-Heist’ is de vraag naar hoger bouwen te kade-ren binnen de globale visie op Knokke-Heist en geen ‘ad hoc’ beleid te voeren naar hoogbouw. Onderhavig plangebied ter hoogte van de stationsomgeving van Knokke aan het M. Lippensplein, maakt deel uit van het stedelijk weefsel waarin hoogbouw kan geïmplemen-teerd worden.

● stedenbouwkundig onderzoek m. Lippensplein (vertaling hoogbouwnota) Vertrekkend vanuit de hoogbouwnota en de visie op de natiënlaan werd de positie van de inkom-foyer M. Lippensplein nader onderzocht. Door dit ontwerpmatig onderzoek werd het hoogteaccent welke in onderhavig RUP wordt meegenomen ter hoogte van de rotonde Duinenwater in een ruimer kader geplaatst en werd er aangetoond dat de mogelijkheden die in onderhavig RUP worden naar voor gebracht de verdere ontwikkeling van het M. Lippensplein niet zullen hypothekeren.

kaart : bestaand BPA Duinenwater


● Het RUP is een herziening van het BPa Duinenwater, ggk 19/02/2004. in dit BPa zijn de zoneringen van het gebied reeds bepaald. Het RUP wijzigt de zoneringen niet.

● Op vandaag valt het plangebied binnen de gewestplanbestemming woonuitbreidingsge-bied, ontginningsgebied en zones voor gemeen-schapsvoorzieningen rond de spoorweg. Het BPa Duinenwater heeft het gebied verder verfijnd en de zone voor ontginning omgezet naar waterge-bonden recreatie bij de all-weather infrastructuur. De woongebieden zijn opgedeeld in diverse zones voor verschillende woningtypes (één- en meerge-zinswoningen, senioren, sociaal, etc.).

● Op vandaag is reeds een groot deel gerealiseerd of in opbouw, o.a. de all-weather infrastructuur, enkele bouwblokken: o.a. ter hoogte van de Put van De Cloedt, bouwblokken langs de natiënlaan, ééngezinswoningen langs de zuidrand en alle wegenis in het gebied. in totaal zijn reeds 299 woningen gerealiseerd en zijn de andere gronden bouwrijp gemaakt.

● er is voor het BPa Duinenwater een volledig MeR opgemaakt om de effecten van het plan te bepalen.

● Het studiegebied ligt buiten het herbevestigd agra-risch gebied.

beschrijving effectHet huidige RUP is een bijsturing en actualisering van het BPa Duinenwater naar de actuele noden, wijzigin-gen en mogelijkheden.aan de bestemming wijzigt er in principe niets. Wel wordt er een herschikking van de bouwvolumes door-gevoerd en wordt het aantal woningen verhoogd bin-nen het gebied, weliswaar beperkt.

● Zo wordt een bijkomende bouwlaag voorzien in het bouwblok palend aan de Put van De Cloedt t.h.v. artikel 4 ‘kernzone gesloten bebouwing’. evenwel staat in de stedenbouwkundige voor-schriften onder artikel 4.1 aangegeven dat op het gelijkvloers een niet woonfunctie dient ingericht te worden. Doel is hier op het gelijkvloers niet woonfuncties maar actieve bestemming zoals restaurant, café … te krijgen waarbij een directe open relatie gelegd wordt naar het brede open-bare domein. Hier komen in se geen bijkomende wooneenheden (We) bij

● t.h.v. de bestemmingszone in functie van sociale huisvesting tussen spoorweg en Knokkestraat (artikel 6 en artikel 9.2) komen er wel woningen bij. in relatie met een verminderd aanbod t.h.v. de nieuwstraat, komen er in totaal max. 60 sociale woongelegenheden bij.

● Voor de projectzone met bakenvolume (torenge-bouw) verminderen de bouwmogelijkheden in het RUP van 40.000 m² vloeroppervlakte in het BPa tot 30.000 m² in het RUP (grootorde).

● in het BPa was er 7.345m² voorzien voor wo-ningen. in het RUP wordt dit opgetrokken naar 7.684m². De voorschriften van het vigerende BPa laten kleinere entiteiten toe (zone 2 : max 10% van min 45 m² , min 50% van min 80 m² en overige min 65 m²), in tegenstelling tot het RUP waarbij een oppervlaktenorm voor alle woningen zal ingeschreven worden van min 80 m². Hierdoor kan er dus vastgesteld worden dat er geen We bijkomen in deze zone

● De winkeloppervlakte op het gelijkvloers stijgt van 11.088 m² naar 12.583 m². De

winkeloppervlakte op het verdiep neemt dan weer af van 16.241 m² naar slechts 3.267 m² in het RUP.

● De oppervlakte voor hotelfunctie verdubbelt van 2.300 m² tot 4.500 m². De kantoorruimte blijft gelijk op ca. 2.000 m²

Het is dus in hoofdzaak de afname van de winkelruim-te op het verdiep die zorgt voor de lagere vloeropper-vlaktes binnen de projectzone.

conclusieGeen aanzienlijk negatief effect ten gevolge de uitvoe-ring van het voorgenomen RUP.


3.3 de biodiversiteit, de fauna en de flora

referentie ● Binnen het plangebied van onderhavig RUP is

de Put van De Cloedt aangeduid als biologisch waardevol gebied (diep of zeer diep water) en de oevers van de put als een complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen (bo-menrijen met dominantie van populier of wilg en houtkanten met dominantie van liguster). Verder is er ten noorden van de spoorweg, langs de westelijke grens, het open ruimte venster aangeduid als een complex van minder biologisch waardevolle en biologisch waardevolle elementen (soortenarm permanent cultuurgrsland en ber-men, perceelsranden, ... met rietland en andere vegetaties vanhet rietverbond) De bufferstrook ten noorden van de sporen in het station en de stationsparking zijn aan-geduid als enerzijds biologisch waardevol (verruigd graland, opslag van allerlei aard, bomenrijen met dominantie van populier en wilg) en anderzijds als complex van biologisch waardevolle en minder waardevolle elementen. De waterloop met oeverzone aan de zuidooste-lijke rand van het plangebied is aangeduid als biologisch zeer waardevol (bermen, perceelsran-den,... met rietland en andere vegataties van het rietverbond).

● er bevinden zich geen habitat- of vogelrichtlijnge-bieden in het gebied. in de onmiddellijke omge-ving bevindt zich ten noorden een habitatrichtlijn-gebied. De meest nabije Habitatrichtlijngebieden Park 58 en De Golf en Blinkaertbos (onderdeel van Duingebieden inclusief iJzermonding en

Zwin) bevinden zich op 200 m en meer van het plangebied.

● Het plangebied ligt niet in de omgeving van een gebied van het Ven/iVOn. Het iVOn-gebied Zwinpolders bevindt zich op ruim 900 m van het plangebied.

● in het plangebied komen geen historische per-manente graslanden voor. er is wel een grasland aangeduid ten zuiden van het plangebied.

● Op het grondgebied van de gemeente Knokke-Heist zijn op bovenlokaal niveau, in het PRS, volgende gebieden geselecteerd:

● de omgeving van het Fort isabella en de nieuwe Watergang geselecteerd als stimulans-gebied voor kleine landschapselementen

● het Zwingebied is geselecteerd als marine natuur

● De dijken van de Zwinstreek zijn geselecteerd als droge ecologische infrastructuur van boven-lokaal belang .

● Het Leopold- en Schipdonkkanaal zijn geselec-teerd als natte ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang

● isabellavaart (tussen de kleiputten van Heist en het Fort isabella) is geselecteerd als rivier- en beekvallei

kaart : biologische waarderingskaart


kaart : VEN/IVON

kaart : vogel- en habitatrichtlijngebieden kaart: landbouwtyperingskaart

kaart : Gewenste agrarische structuur (GAS)

kaart: erosiegevoeligheidkaart: Historisch permanent grasland


beschrijving effect ● De zone ten noorden van de spoorweg, aan de

westelijke grens van het RUP, die aangeduid is als complex van minder waardevolle en waardevolle biologische elementen, wordt bewaard als open ruimte venster.

● De Put van De Cloedt en zijn oevers worden een zone voor watergebonden recreatie, meer bepaald zachte recreatie waardoor ze bewaard blijven. Een fiets- en voetpad in de overzone kan voorzien worden en is op vandaag reeds uitgevoerd op basis van het BPa. Op vandaag zijn er geen wijzi-gingen meer in de te verwachten effecten gezien het reeds gerealiseerd is.

● De effecten van de uitbating van Put van De Cloedt en de all-weatherzone op de biotoopwijzi-ging, de fauna en de rustverstoring werden in het MER aangeduid als zeer negatief, significant en permanent. Deze zones zijn echter al gerealiseerd en worden in het RUP enkel bevestigd. er zijn bijgevolg geen bijkomende effecten.

● De bufferstrook ter hoogte van het station blijft bewaard en wordt opgenomen in de zone “Bufferzone” die aan beide zijden van het spoor wordt gerealiseerd.

● De bestaande waterloop en zijn oeverzone worden ingekleurd als waterloop en oeverzone waterloop.

plangeïntegreerde maatregelenin de voorschriften is opgenomen dat:

● Voor de zone “open ruimte venster” is opgenomen dat de zone maximaal met groen dient ingevuld te worden, in hoofdzaak laagstammig streekeigen

beplanting. afsluitingen mogen enkel bestaan uit streekeigen hagen.

● Voor de zone “Randzone Put van De Cloedt” dienen alle waardevolle hoogstambomen bewaard te blijven of op een verantwoorde wijze vervangen te worden. Hierbij wordt het MeR van het BPa ge-volgd. Het gebruik van gemotoriseerde vaartuigen met uitzondering van reddingsboten is verboden op de Put van De Cloedt.

● Voor de bufferzone langs de spoorweg wordt gestreefd naar het creëren van een groene overgangszone.

● Langs de oeverzone van de waterloop is op-genomen in de voorschriften dat zich voor de polderstreek (half)natuurlijke vegetaties kunnen ontwikkelen.

● in de all-weather en recreatie-zone dienen alle bovengrondse parkings aangelegd te wor-den als open parkeerplaatsen ingekleed met hoogstambomen.

● afsluitingen in de residentiële zones en zone voor appartementvilla’s (art. 3, 5,6, 7) kunnen enkel afsluitingen voorzien worden door streekeigen haagstructuren, alle groenvoorzieningen dienen gerealiseerd te worden in streekeigen groen. Op ieder perceel voor appartementenvilla’s moeten minimaal 2 hoogstammige streekeigenbomen aangeplant worden.

conclusieer zijn geen aanzienlijke negatieve effecten ten gevol-ge de uitvoering van het voorgenomen Rup.


3.4 de energie- en grondstoffenvoorraden

referentiein de omgeving van het plangebied liggen geen ont-ginningsgebieden. Het voormalige ontginningsgebied Put van De Cloedt is reeds in het BPa Duinenwater, ggk 19/02/2004, omgezet naar zone voor watergebon-den zachte recreatie. in het RUP Duinenwater wordt het gebied een zone voor watergebonden recreatie.

conclusieDe ontwikkeling van het plangebied als verkaveling en zone voor all-weatherinfrastructuur heeft geen ge-volgen voor de verdere exploitatie van enige ontgin-ningsgebieden. Geen aanzienlijk effect.

3.5 de bodem

referentie ● Het plangebied is enerzijds in gebruik als recrea-

tiegebied op en rond de Put van De Cloedt. De rest van het terrein is in gebruik als woongebied of bouwrijp gemaakt voor woonontwikkeling. Binnen het woongebied is op specifieke plaatsen ook handel en horeca mogelijk. in het noordelijk deel loopt de spoorlijn Knokke-Brugge. Langs de spoorlijn worden groenschermen voorzien.

● bodemkaart: het gebied ligt grotendeels in Schor-Poldergebied. een klein deel ten noorden valt binnen Kustduingrond. De spoorlijn is aangeduid als antropogeen.

● landbouwtyperingskaart: het volledige gebied is gekarteerd als gebied met lage waardering en niet-agrarisch.

● GaS-kaart: Het plangebied behoort niet tot de gewenste agrarische structuur

● erosiekaarten: Het gebied is in hoofdzaak niet erosiegevoelig op de overzone van De put van de Cloedt na die aangeduid is als erosiegevoelig.

● VLaReBO-activiteiten: er zijn de volgende VLaReBO-activiteiten gekend in het plangebied :

● opslag benzine ● opslag van diesel en verdeelslangen bij

tankstation ● 1 op naam van Flama Luc (werd nooit vergund) ● opslag producten voor zwembad, sauna, dans-

en fitnesszalen ● kunstmatig aanvullen van grondwater en op-

slag producten voor de productie van drinkwa-ter (is nooit actief geweest).

● in het studiegebied zijn geen bedrijven of activiteiten gevestigd onderworpen aan de

milieuvergunningsplicht klasse 1 en waarvoor OVaM adviesbevoegdheid heeft.

● er zijn bij de gemeentediensten geen gegevens bekend over gronden die verontreinigd zijn.

kaart: bodemkaart

beschrijving van het effectDe effecten op de bodem zijn beperkt. Gezien op vandaag een deel van het gebied reeds ge-realiseerd is of de gronden bouwrijp gemaakt zijn, zijn er geen bijkomende effecten meer op de bodem t.o.v. het bestaand BPa. Bij volledige realisatie zal de ver-droging, de verdichting van de gronden en de effecten van bemaling overeenkomen met wat in het BPa kan gerealiseerd worden. De bestemmingen blijven gelijk. De bezettingsgraden zijn vergelijkbaar.


De projectzone verkleint in vloeroppervlakte en wordt in de hoogte voorzien. echter de vrijgekomen terrein-bezetting zal ingenomen worden voor parking waar-door er nog een verhardingsgraad is en de situatie gelijk blijft.

Plangeïntegreerde maatregelen:De maximale bezettingsgraad voor bebouwing en ver-harding in de tuinzones wordt vastgelegd in de voor-schriften.Bovengrondse parkings kunnen enkel voorzien wor-den als open parkeerplaatsen ingekleed met hoog-stambomen in de zone voor all-weatherinfrastructuur


3.6 het water

referentie ● De waterlopen die door het plangebied stroomden

zijn gedempt bij de aanleg en bouwrijp maken van het terrein. er is een verbinding gemaakt van de Put van de Cloedt naar de isabellavaart.

● Het plangebied behoort tot het bekken van de Brugse Polders en het deelbekken van de Zwinstreek. een deel van het plangebied behoort tot het werkingsgebied van de Oostkustpolder.

● Binnen het plangebied bevinden zich geen waterwingebieden en beschermingszones type i, ii of iii, afgebakend volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 27-03-1985 houdende nadere regelen voor de afbakening van waterwin-gebieden en de beschermingszones, met uitzon-dering van de noordelijke oever van de Put van de Cloedt die gekarteerd is als beschermingszone type ii.

● Het plangebied ligt niet in een oppervlaktewa-terwingebied. in het plangebied liggen geen waterlopen die moeten voldoen aan de water-kwaliteitsnormen voor water bestemd voor drinkwaterproductie.

● er zijn waterkwaliteitsgegevens beschikbaar over de waterlopen in het plangebied, nl. meetpunt 6014 Put van De Cloedt, Duinewater, steiger Lakeclub.in 2015 bedroeg de Prati-index 2,09 (matig verontreinigd).

kaart: overstromingsgevoelige gebieden


overstromingskaarten: ● Het RUP is niet gelegen in een risicozone voor

overstromingen (afbakening 2006) en niet in een recent overstroomd gebied (ROG 2005).

● Het RUP ligt in een van nature overstroombaar gebied (nOG), meer bepaald overstroombaar vanuit de zee.

watertoetskaarten: ● Het RUP is niet gelegen in een ‘effectief over-

stromingsgevoelig gebied’. ● Het plangebied is aangeduid als zeer gevoelig

voor grondwaterstroming. ● Het plangebied is gecategoriseerd als niet

infiltratiegevoelig gebied ● Het plangebied behoort niet tot het winterbed

van een grote rivier.

signaalgebieden:Het plangebied omvat geen signaalgebied.

zoneringsplan:Volgens het zoneringsplan van de gemeente Knokke-Heist ligt het plangebied deels in het centrale gebied en deels in het collectief te optimaliseren buitengebied:

● centraal gebied: de bebouwing in het “open ruimte venster”, station Knokke en een deel van de projectzone met bakenvolume en randparking

● collectief te optimaliseren buitengbied (groene clusters 017-4003, 017-4004017-4005017-4006): rest van het plangebied

verziltingskaart:Het plangebied ligt grotendeels niet in een verzilt ge-bied, behalve de zuidelijke helft van de Put van De

Cloedt en het meest zuidelijke deel van het plangebied waar het scheidingsvlak tussen zout en zoet grondwa-ter zich tussen de 20 en de 25 m diepte bevindt.

beschrijving effect ● De bestaande waterlopen die in het BPa aan-

gegeven waren als te dempen, zijn op vandaag gedempt. De verbinding met de isabellavaart is gemaakt.

● er dient nog een deel van het gebied ontwik-keld te worden. Door de aanleg van bijkomende verhardingen zal er enerzijds minder water in de bodem sijpelen, wat aanleiding geeft tot verdro-ging en anderzijds zal het hemelwater versneld afgevoerd worden, wat aanleiding geeft tot een hogere belasting van de ontvangende waterlopen. Op het grafische plan geeft een pijlaanduiding ten zuiden van het plangebied de overstort waterbuf-fer Wulpenhoek in de nieuwstraat weer (net ten zuiden van het plangebied / aansluitend) : deze aanduiding geeft aan dat alle oppervlakte water naar het waterbufferbekken Wulpenhoek dient gebracht te worden.

● Door het bebouwen van het plangebied met woningen (hoofdzakelijk), all-weatherinfrastructuur, handel, kantoren, diensten, vrije beroepen en ho-reca zal er een stroom van huishoudelijk afvalwa-ter ontstaan. Deze afvalwaterstroom zal ongeveer gelijkaardig als wat kon verwacht worden bij de realisatie van het bestaande BPa. er worden slechts 60 bijkomende woningen voorzien in het RUP t.o.v. het BPa.

plangeïntegreerde maatregelen

● De maximale bezettingsgraad voor bebouwing en verharding in de tuinzones wordt vastgelegd in de voorschriften.

● aanleg buffer rond de spoorweg en het open hou-den van het open ruimte venster ten noorden van de all-weather-infrastructuur.

wettelijke randvoorwaarden die de effecten beperken ● De gewestelijke stedenbouwkundige verordening

inzake hemelwaterputten, buffer- en infiltratievoor-zieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater legt op dat het opgevangen he-melwater in eerste instantie nuttig moet toegepast worden (hemelwaterput) en indien dit niet kan, ter plaatse geïnfiltreerd of als laatste keuze gebufferd en vertraagd afgevoerd.

● De gemeentelijke stedenbouwkundige verorde-ning (in wijziging) legt voorwaarden op aan het aantal ondergrondse verdiepingen en aan bema-ling (eventueel bemalingsstudie).

andere randvoorwaarden die de effecten beperken ● er werd een gescheiden rioleringstelsel aan-

gelegd, samen met de nieuwe wegenis en infrastructuur.

● Het RUP vormt niet het kader voor de aanleg van grote ondergrondse constructies die de grondwa-terstroming kunnen verstoren. er wordt echter wel voorzien dat er bouwputten en bemaling wordt voorzien. Gezien de bestemming niet wijzigt ten opzichte van het BPa zijn de effecten hiervan gelijk.



kaart: grondwaterstromingsgevoelige gebieden

kaart: infiltratiegevoelige gebieden

3.7 de atmosfeer en de klimatologische factoren

referentie ● Het plangebied is enerzijds in gebruik als recrea-

tiegebied op en rond de Put van de Cloedt. De rest van het terrein is in gebruik als woongebied of bouwrijp gemaakt voor woonontwikkeling. Binnen het woongebied is op specifieke plaatsen ook handel en horeca mogelijk. in het noordelijk deel loopt de spoorlijn Knokke-Brugge. Langs de spoorlijn worden groenschermen voorzien.

● Het geoloket VMM advisering RUP-thema Lucht geeft volgende waarden voor het plangebied (ge-middelden 2010 - 2012):

● Het aantal overschrijdingen van de norm voor PM10-daggemiddelde (fijn stof) van 50 µg/m³ bedraagt grotendeels 28, t.h.v. de Put van De Cloedt 19.

● Het PM10-jaargemiddelde bedraagt groten-deels 27 µg/m³, t.h.v. de Put van De Cloedt 24 µg/m³,

● Het nO2-jaargemiddelde bedraagt grotendeels 23 µg/m³, t.h.v. Put van De Cloedt 20 µg/m³,

● De totale index bedraagt 6 (middelmatig), t.h.v. put de Cloedt 4 ((vrij goed).

● De luchtkwaliteit in het plangebied stelt mo-menteel geen problemen.

● De all-weatherinfrastructuur en de recreatievoor-zieningen zijn reeds gerealiseerd op basis van het RUP alsook al 299 van de voorziene woningen.

beschrijving effect ● tijdelijke stofhinder bij het verder realiseren van de

bebouwing. De wegenis is reeds aangelegd. ● luchtverontreiniging door verwarming van de nog

te realiseren woningen en gebouwen. Deze waren reeds voorzien in het BPa. er komen een 60-tal woningen extra bij t.o.v. wat voorzien is in het BPa.

● luchtverontreiniging van de bijkomende wagens bij de nog te realiseren functies. Deze waren reeds opgenomen in het BPa. er komen een 60 tal woningen extra bij t.o.v. wat voorzien is in het BPa. De in het RUP voorziene winkeloppervlakte wordt verminderd en deels vervangen door bijko-mende hoteloppervlakte. De bijkomende voor-tuigbewegingen door de bijkomende hotelkamers overtreffen niet het aantal vervoersbewegingen dat wegvalt door het verminderen van de winkel-oppervlakte. (voor een raming zie onder 3.13. mobiliteit). De 37 bijkomende voertuigbewegingen per spitsuur af-komstig van de bijkomende woningen zijn eerder beperkt.

plangeïntegreerde maatregelenDuurzame energiebronnen als zonnepanelen worden niet uitgesloten.

wettelijke randvoorwaarden die de effecten beperken ● ePB-regelgeving ● wettelijke voorschriften onderhoud stookolie- en

gasketels

conclusieDit effect is eerder kleinschalig ten opzichte van de ef-fecten van het BPa.


3.8 het geluid

referentie ● Het RUP omvat de ontwikkeling van een gebied

ten zuiden van Knokke. Het RUP is een beperkte herziening van een geldend BPa waar een MeR voor is opgemaakt. De wijzigingen zijn niet van die aard dat ze bestemmingswijzigingen inhouden.

● De all-weatherinfrastructuur en de recreatieve activiteiten rond Put van de Cloedt is reeds gerealiseerd.

● 299 van de voorziene woningen zijn reeds gerea-liseerd op basis van het BPa. alle infrastructuren zijn reeds gerealiseerd en de gronden bouwrijp gemaakt.

● Doorheen het studiegebied loopt de spoor-lijn Knokke-Brugge met een eindstation in het plangebied.

beschrijving effect ● in het RUP worden bovenop de voorziene wonin-

gen, door herschikking nog ongeveer 60 wonin-gen bijkomend voorzien. er wordt tevens minder oppervlakte voor winkels voorzien, deze wordt gedeeltelijk gecompenseerd door bijkomende op-pervlakte voor hotelkamers.

● tijdelijke geluidshinder bij de realisatie van de res-terende gebouwen en een 60-tal extra woningen t.o.v. wat in het BPa was opgenomen.

● Lawaaihinder door de aanwezigheid van het spoor en het station.

● bijkomende Lawaaihinder door het verkeer afkom-stig van de 60-tal bijkomende woongelegenheden (voor een raming zie onder 3.13. mobiliteit). er komen een 60-tal woningen extra bij t.o.v. wat voorzien is in het BPa. De in het RUP voorziene

winkeloppervlakte wordt verminderd en deels vervangen door bijkomende hotel-oppervlakte. De bijkomende voertuigbewegingen door de bijko-mende hotelkamers overtreffen niet het aantal vervoersbewegingen dat wegvalt door het vermin-deren van de winkeloppervlakte. (voor een raming zie onder 3.13. mobiliteit). De 37 bijkomende voertuigbewegingen per spitsuur afkomstig van de bijkomende woningen in eerste fase zijn eerder beperkt.

● De wegenis is ondertussen gerealiseerd op basis van het BPa.

plangeïntegreerde maatregelenter hoogte van het spoor worden groenbuffers voor-zien. naar aanleiding van de plenaire vergadering vroeg infrabel om minimaal een breedte van 10 m te vrijwaren tussen de sporen en de voorziene woningen.een breedte van 10 meter zal voorzien worden t.o.v. de sporen (niet t.o.v. de perceelsgrens).


3.9 het licht

referentieOp vandaag is reeds een gedeelte van het BPa ge-realiseerd, o.a. de all-weatherinfrastructuur, de recre-atie rond Put van de Cloedt en 299 wooneenheden in één- en meergezinswoningen. Ook alle infrastructuur is gerealiseerd zodat de diverse zones bouwrijp zijn.

beschrijving effect ● bijkomende lichthinder i.f.v. de bijkomende

woningen. ten opzichte van de voorzieningen in het BPa zijn er nog een 60-tal bijkomende wooneenheden.

● in de projectzone wordt, in plaats van een com-plex van 3 bouwlagen + dak met 2 bouwlagen een torengebouw voorzien van max. 18 bouwlagen. Dit zal van ver te zien zijn, ook bij nacht door de verlichting.

● alle recreatie en de all-weatherinfrastructuur is reeds gerealiseerd, samen met de noodzakelijke parking.

● er is oppervlakte voorzien voor winkels. een deel in het binnengebied ter hoogte van de Put de Cloedt, op het gelijkvloers. Hier wordt weinig lichthinder verwacht. Het merendeel van de winkeloppervlakte wordt voorzien in de projectzone ter hoogte van het station en in de bouwblokken langs de natiënlaan. De winkels kunnen daar ook op het verdiep inge-richt worden. Hier zullen grotere winkels zich ves-tigen die ook meer lichtreclames zullen hebben. echter ten opzichte van het BPa vermindert deze winkeloppervlakte, voornamenlijk de winkelop-pervlakte op het verdiep in de projectzone aan het station. Bijgevolg kan gesteld worden dat de


effecten van de lichtpollutie door de winkels op deze locatie zal verbeteren ten opzichte van het BPa. Het zal echter afhangen van de locatie en het verdiep waar de winkels in het torengebouw en eventuele lichtreclame worden voorzien.

andere randvoorwaarden die de effecten beperken ● keuze goede armaturen ● De wijzigingen in het RUP t.o.v. het BPa vormen

niet het kader voor projecten die veel verlichting met zich meebrengen zoals sportvelden, serre-bedrijven en winkels met lichtreclame en verlichte terreinen. De recreatie en sportvoorzieningen zijn reeds gerealiseerd op basis van het BPa . De win-keloppervlakte verkleint, in hoofdzaak de winkel-oppervlakte op het verdiep in de projectzone.


3.10 de stoffelijke goederen

referentie ● Het plangebied is volledig bouwrijp gemaakt en is

klaar voor ontwikkeling. ● een deel van het plangebied is reeds gerealiseerd

op basis van het BPa.

beschrijving effectGezien hier in het RUP niets wijzigt ten opzichte van het BPa zijn er ook geen effecten te verwachten.


3.11 het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed

referentie ● Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn

beschermde monumenten gelegen. ● Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn

beschermde landschappen gelegen. Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn beschermde dorpsgezichten gelegen.

● archeologie: ● De Put van De Cloedt is aangeduid als een

zone waar geen archeologie te verwachten valt.

● De Centrale archeologische inventaris is een inventaris van tot nog toe gekende archeolo-gische vindplaatsen. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond, is het onmogelijk om op basis van de Centrale archeologische inventaris uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeolo-gische sporen. De aan- of afwezigheid van archeologische sporen dient met verder onder-zoek vastgesteld te worden. De Cai vermeldt in het plangebied 5 sites die reeds in kaart zijn gebracht: o.a. de Put van de Cloedt, de zone van de all-weatherinfrastruc-tuur, de omgeving van de nieuwe ontsluiting en oversteek van de spoorweg en de eerste fase van de ontwikkelingen aan de natiënlaan (de ontwikkelingen fase 1 en 2).

● Het studiegebied omvat enkele elementen van de inventaris van het bouwkundig erfgoed (iOeD):

● Hoeve met losstaande bestanddelen (iD 58773), Binnen art. 12.1 open ruimte venster.


Hoeve met (deels) losstaande bestanddelen, als site aangeduid op Ferrariskaart (1770-1778). Witgekalkt boerenhuis waarschijnlijk het oudst.

● station Knokke (iD: 58781), binnen art. 9: zone voor knooppunt voor openbaar vervoer en bijhorende activiteiten Bakstenen gebouwen gelegen ten zuiden van het M. Lippensplein. Hoofdgebouw van 1956, ter vervanging van gebouw uit 1932. De twee dwarsgebouwen dateren van 1932. Het eerste, voorlopige station van 1926 wordt in 1932 vervangen door een definitief station door ir. G. Duchateau en architect P. nouille. Het L-vormig gebouw had ontvangsthal, loket-ten, magazijn voor goederen en toldienst. Uitgevoerd door aannemer F. De Cuyper (Knokke). ingehuldigd in 1932. in 1940 hoofdin-gang beschadigd, in 1944 opgeblazen. in 1955 wordt de stoomtrein vervangen door een elek-trische trein. in 1956 wordt een nieuw station in gebruik genomen. Fries boven de loketten n.o.v. R. Pyson uit 1956.

● Dorpswoning (iD: 58782) gelegen binnen art. 2 Multifunctionele Zone. nieuwstraat nr. 42. alleenstaande rood bak-stenen dorpswoning in tuintje van begin 20ste eeuw. Diephuis met puntgevel, verzorgde muuropeningen met afgeronde hoeken en waterlijst, bewaard schrijnwerk en houten rol-luiken.

beschrijving effecter kan verwacht worden dat op vlak van archeologie gelijkaardige vondsten zullen gebeuren in de nog te ontwikkelen zones zoals in de 5 reeds geïnventari-

seerde zones (voornamelijk verspreide resten van 20ste eeuwse infrastructuren, fragmenten van laatmid-deleeuwse gebruiksvoorwerpen). Voor de reeds ont-wikkelde zones op basis van het BPa is de archeologie al geïnventariseerd.

De elementen van de inventaris bouwkundig erfgoed worden niet specifiek behouden in de voorschriften.

plangeïntegreerde maatregelenBinnen de stedenbouwkundige voorschriften van art. 12.1 open ruimte Venster, zijn voorschriften opgeno-men die bij herbouw de bebouwing beperken tot het huidige volume en de hoevetypologie moeten behou-den. wettelijke randvoorwaarden die de effecten beperkenDe geldende wetgeving omtrent archeologie en opgra-vingen blijft van kracht.Het decreet onroerend erfgoed blijft van kracht.


kaart: Inventaris bouwkundig erfgoed


3.12 het landschap

referentie ● in het plangebied zijn geen ankerplaatsen. ● in het plangebied ligt gedeeltelijk de relictzone

‘Zwinpolders tussen Knokke-Heist en Damme’, meer bepaald de ruime omgeving van Put van de Cloedt.

● in het plangebied komen geen punt- of lijnrelicten voor.

kaart: ankerplaatsen en relictzones

beschrijven effecten ● De bestemmingen binnen de relictzone zijn zo

goed als volledig ontwikkeld op basis van het BPa.

● De andere delen van het studiegebied zijn bouw-rijp gemaakt op basis van het BPa en kunnen ontwikkeld worden. De aanwezige landschapsken-merken zijn hierbij ook verdwenen.

● in het projectgebied wordt een deelzone voor hoogbouwaccent ingekleurd (het BPa liet slechts 3 bouwlagen toe, het RUP staat max. 18 bouwlagen toe). in de kernzone ter hoogte van de Put van De CLoedt wordt ook een extra bouwlaag toegelaten. Vooral het hoogbouwaccent zal een baken in het landschap vormen.


3.13 de mobiliteit

referentieHet gebied wordt afgezoomd in het noorden door de Knokkestraat en in het oosten door de natiënlaan (n49).in het zuiden paalt het studiegebied aan de nieuw-straat.Binnen het studiegebied is, op basis van het BPa, de interne wegenis al gerealiseerd. intern wordt het ge-bied in hoofdzaak ontsloten door Duinenwater.alle andere woonstraten zijn ook gerealiseerd: Henry van de Veldelaan, emanuel Vierínlaan, niki de Saint Phallestraat, Louis Ludwiglaan...intern zijn tal van voetwegen.

Openbaar vervoerHet station van Knokke bevindt zich binnen het plan-gebied. in de buurt van het station bevinden zich de haltes van de kusttram en van de bussen (lijnen 3, 12, 13, 41, 44, 45). De lijn 3 Knokke - Heist - Ramskapelle bedient ook de straat Duinenwater (1 bus per uur in elke richting).

Bestaande ontsluiting per fietsDe stadskern bevindt zich op korte fietsafstand.De Natiënlaan is voorzien van vrijliggende fietspaden, de Knokkestraat van deels aanliggende en deels vrij-liggende fietspaden. Binnen de wijk Duinenwater is er gemengd verkeer.

kaart: bestaande ontsluitingswegen


kaart: haltes openbaar vervoer

kaart: atlas der buurtwegen

beschrijving effectHet RUP betreft een bijsturing van een bestaand BPa. Met betrekking tot het aspect mobiliteit dienen volgen-de verschillen aangehaald te worden:

● de winkeloppervlakte vermindert van 27.329 m² naar 15.850 m², of 11.479 m² minder;

● de hoteloppervlakte neemt toe van 2.300 m² naar 4.500 m², of een toename met 2.200 m²;

● er kunnen 78 bijkomende wooneenheden ge-realiseerd worden tussen de spoorlijn en de Knokkestraat, 18 minder in de buurt van de nieuwstraat, of in saldo 60 wooneenheden extra;

● Binnen de projectzone met bakenvolume en rand-parking is de verplichting opgenomen (verorde-nend) dat een rotatieve parking van een bepaalde capaciteit dient te worden gerealiseerd, ofwel bovengronds ofwel ondergronds.

● voor de stationsparking is een nabestemming wonen aangeduid, een bepaalde capaciteit i.f.v. pendelparking moet evenwel behouden blijven.

naar mobiliteit toe wordt een onderscheid gemaakt tussen vervoersbewegingen i.f.v. hotel - en winkelop-pervlakte (de zone ten zuiden van de spoorlijn) en ver-voersbewegingen i.f.v. extra woningen (in hoofdzaak ten noorden van de spoorlijn).

Projectzone zuidzijde stationHier is vooral een wijzging van winkeloppervlakte naar hoteloppervlakte (zone art. 1).De winkeloppervlakte zorgt voor een belangrijke ver-keersgeneratie. in het RUP wordt de winkeloppervlak-te met 42% verminderd. Dit betekent een evenredige vermindering van de verkeersgeneratie. De handels-oppervlakte wordt ontsloten via Duinenwater en is ge-legen vlakbij het knooppunt van het openbaar vervoer.

Op de drukkere momenten kan gemakkelijk 1 aanko-mend en 1 vertrekkend voertuig per uur per 100 m² oppervlakte verwacht worden (cfr. vroegere Mober bij het BPa: 0,8 - 0,9, met pieken tot 1,6). Dit betekent dus een vermindering van ca. 115 aankomende en 115 vertrekkende voertuigen per uur, of ca. 230 au-tobewegingen per uur. Het nieuwe RUP betekent dus een duidelijke vermindering van de verkeersgeneratie.Hotel:De hoteloppervlakte neemt toe met 2.200 m². Dit stemt overeen met maximaal een honderdtal kamers.De verkeerstromen van een hotel (aankomsten, ver-trekken, personeelsshiften) verlopen verspreid over de dag. Op de drukste momenten worden per 100 volzette kamers maximaal 20 autobewegingen per uur verwacht (1 auto per 3 minuten). Het hotel wordt ont-sloten via de hoofdas, Duinenwater. De impact is zeer beperkt.De ontsluiting van deze projectzone gebeurt via Dui-nenwater. De verkeerstoename ten gevolge van de grotere hoteloppervlakte bedraagt veel minder dan de afname door de kleinere winkeloppervlakte. er is dus een nettoverkeersafname van ca. 210 voertuigbewe-gingen per uur door de vervanging van het BPa door het nieuwe RUP.

Zone ten noorden van de spoorlijnHier worden met het RUP bijkomende wooneenheden gerealiseerd. Voor het RUP wordt gerekend met netto 60 bijkomende woonentiteiten. tijdens het avondspits-uur betekent dit 37 voertuigbewegingen, waarvan 25 aankomende en 12 vertrekkende voertuigen. Hierbij werd rekening gehouden met volgende parameters:

● gemiddelde gezinsgrootte = 2,5


● GaVP op spitsuur in relatie tot woning = 0,26 (GaVP = gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon)

● surplus voor de bezoekers van de woningen: 30% ● modal split = 73 % (deel van de verplaatsingen dat

met de auto gebeurt).tijdens de zomerweekends, wanneer in de omgeving de grootste verkeersintensiteiten worden waargeno-men, zijn de verplaatsingen vanuit de woningen nog meer gespreid over de dag. De ontsluiting van de bijkomende woningen gebeurt via de Knokkestraat, een lokale weg ii. Vanuit de Knok-kestraat zal een deel van deze voertuigen richting sta-tion rijden, een deel richting Heist. Deze bijkomende voertuigen zijn zeer beperkt voor een lokale weg ii.er kan bovendien vermeld worden dat de nieuwe ont-wikkeling zich bevindt in de directe nabijheid van het station en de tram- en bushalte; het stadscentrum be-vindt zich op wandelafstand. Het is dus aanneembaar dat heel wat verplaatsingen niet met de auto zullen gebeuren.

Bijkomende wooneenheden t.h.v. de nabestem-mingin de zone van de pendelparking zullen een 40-tal so-ciale wooneenheden worden voorzien. Berekend met dezelfde parameters vertegenwoordigt dit tijdens het avondspitsuur 25 voertuigbewegingen, waarvan 17 aankomende en 8 vertrekkende voertuigen. Ook deze worden ontsloten via de Knokkestraat, zowel richting station als richting Heist.

Stationsparking:in het RUP wordt voor de stationsparking een moge-lijke nabestemming als wonen gegeven. Het station is goed bereikbaar te voet, met de fiets, met de tram of

bus. niettemin zou het verdwijnen van de stationspar-king negatief zijn voor de bereikbaarheid van het sta-tion en het functioneren als multimodaal knooppunt. in het rup wordt bijgevolg het behoud van de capaci-teit van de pendelparking nagestreefd, hetzij boven-gronds, hetzij ondergronds.

totaalbalansVoor het geheel van het RUP betekent dit tijdens het avondspitsuur:

● projectzone zuidzijde station: -210 voertuigen ● bijkomende wooneenheden: +37 voertuigen ● bijkomende wooneenheden zone pendelparking:

+25 voertuigen ● pendelparking: behoud functie.

Samen betekent het RUP een vermindering van 148 voertuigbewegingen op het avondspitsuur, ten opzich-te van het BPa.

plangeïntegreerde maatregelenEr wordt een fietspad voorzien aan de noordzijde van de spoorlijn. Zeker voor de bijkomende wooneenhe-den ten noorden van de spoorlijn is dit een bijkomende troef.Met betrekking tot de stationsparking: De voorwaarde zal worden ingebouwd dat bij het re-aliseren van de nabestemming een bepaalde capaci-teit i.f.v. pendelparking moet behouden blijven, ofwel bovengronds ofwel ondergronds. Vermindering van de capaciteit kan enkel als een mobiliteitsstudie aantoont dat een kleinere pendelparking kan volstaan voor het station, ook rekening houdende met een toekomstige groeimarge.

wettelijke randvoorwaarden die de effecten beperken

conclusieHet nieuwe RUP betekent globaal een duidelijke ver-mindering van het aantal autobewegingen. Op het vlak van de verkeersbelasting is het effect dus positief.er zal rekening worden gehouden met het behoud van een parkeermogelijkheid voor treinreizigers, indien de nabestemming op de huidige stationsparking zou ge-realiseerd worden.


3.14 de samenhang tussen de genoemde factoren

conclusiegeen aanzienlijk effect

4 relevante gegevens met inbegrip van de redenen waarom de initiatiefnemer meent geen plan-mer te moeten opmaken overeenkomstig art. 4.2.6, §1, 5° van het DABm

Het RUP laat geen ontwikkelingen toe die aanzienlijk meer negatieve effecten genereren dan de effecten veroorzaakt door het BPa.

5 in voorkomend geval een beoordeling of het voorgenomen plan of program-ma grensoverschrijdende of gewest-grensoverschrijdende aanzienlijke milieu effecten kan hebben

Het betreft een herziening van het BPa Duinenwater, ggk 19/02/2004 in de gemeente Knokke-Heist, i.f.v. wonen, stedelijke ontwikkelingen en recreatie. Het plangebied heeft een totale oppervlakte van 51 ha 27 a en 20 ca. er worden geen effecten verwacht die de gewestgrens of de landsgrens zullen overschrijden.

gemeente KnoKKe -Heist RUP DUinenWateR › merdatabank › uploads › nthnvg5193.pdf ·...

Documents

Transcript of gemeente KnoKKe -Heist RUP DUinenWateR › merdatabank › uploads › nthnvg5193.pdf ·...