Gemeente Amsterdam

Gemeenteraad

Gemeenteblad

Schriftelijke vragen

R

1

Jaar 2010

Afdeling 1

Nummer 484

Publicatiedatum 24 november 2010

Onderwerp

Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het raadslid de heer A. Verburg van 4 oktober 2010 inzake het artikel in MaXXX, getiteld: Gemeentelijke ICT aangepakt. Amsterdam, 9 november 2010 Aan de gemeenteraad

Inleiding In de vergadering van de raadscommissie Economische Zaken c.a. van 22 september 2010 gaf de wethouder ICT aan dat niet met de uitvoering van het Realisatieplan ICT op open Amsterdams peil zou worden gestart, voor de raad een budget ter beschikking heeft gesteld. In het personeelsblad MaXXX van oktober staat het artikel “Puinruimen” dat gaat over de investeringen in het nieuwe gemeentelijke ICT-systeem. In het artikel staat “Er is al begonnen met het vernieuwen van de basis ICT”. Ook staat er informatie in het artikel waarvan eerder in de raadscommissie gezegd werd dat het niet voorhanden is. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 4 oktober 2010, namens de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen [op de vragen van de heer Toonk van 14 september inzake tussentijdse audit betreffende ICT gemeente Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 483)] tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Kent het college het artikel in MaXXX, personeelsblad van de gemeente

Amsterdam, van oktober 2010, getiteld: "Puinruimen"?

Antwoord vraag 1: Ja, het College kent het artikel.

2. In de vergadering van de raadscommissie Economische Zaken c.a. van

22 september 2010 gaf de wethouder aan dat niet met de uitvoering van het Realisatieplan ICT op open Amsterdams peil zou worden gestart, voor de raad een budget ter beschikking heeft gesteld (daar hoefde de commissie zich geen zorgen over te maken, "dat is staatsrechtelijk zo geregeld"). Hoe verhoudt die mededeling zich tot de tekst in het artikel "er is al begonnen met het vernieuwen van de basis ICT". En dat "DWI, Centrum en Noord" al werken met thin clients en dat "de Bestuursdienst recent de migratie naar de basis-ICT heeft meegemaakt"?

Jaar 2010 Afdeling 1 Nummer 484 Datum 24 november 2010

Gemeente Amsterdam

Gemeenteblad

Schriftelijke vragen, maandag 4 oktober 2010

R

2

Antwoord vraag 2: De vernieuwing van hardware bij DWI is onderdeel van de uitvoering van (achterstallige) vervanging en onderhoud. Er is sprake van een semantische onduidelijkheid. Basis ICT is zowel de aanduiding voor infrastructurele ICT, zoals hardware, netwerken en werkplekken voor de afnemende BRI-diensten als voor het project Basis ICT zoals opgenomen in het Realisatieplan. De vernieuwing van hardware en de uitvoering van vervanging en onderhoud infrastructurele ICT is eerder door het servicehuis ICT (met tekortschietende middelen) ingezet voor de BRI-diensten, tot op heden resulterend in de uitrol van de basis ICT werkplek bij de Bestuursdienst. De in het artikel genoemde vernieuwing bij de stadsdelen Noord en Centrum is niet gerelateerd aan vervanging en onderhoud van infrastructurele ICT voor de BRI-diensten, maar is gestart onder de verantwoordelijkheid van de betreffende stadsdelen. Er is nog niet gestart met de uitvoering van het Realisatieplan. Zodra de Raad heeft ingestemd met de begrotingsvoorstellen voor 2011 wordt er gestart met de uitvoering van het realisatieplan en wordt de Raad geïnformeerd over de voortgang.

3. Uit welk budget wordt deze migratie betaald? Wanneer heeft de raad met deze

aanwending van dat budget ingestemd? Hoe past het kennelijk al migreren van werkplekken in lijn met het Realisatieplan, nog voor de gemeenteraad dat vastgesteld heeft, zich tot de verhoudingen tussen raad en college (budgetrecht)?

Antwoord vraag 3: Stadsdelen zijn verantwoordelijk voor hun eigen ICT en het budget daarvoor. DWI en de Bestuurdienst zijn BRI- deelnemer en betalen uit de eigen begroting voor de afname van ICT producten/diensten van de Dienst ICT. Uit deze middelen is zowel de vervanging van hardware bij DWI als de uitrol van de Basis ICT werkplek bij de Bestuursdienst gefinancierd. De in het artikel genoemde vernieuwingen leggen dus geen beslag op de in het Programakkoord genoemde 100 miljoen.

4. Op welke wijze heeft het college de raad geïnformeerd over het reeds gestart zijn

van de conversie van werkplekken in lijn met het Realisatieplan? Kan het college toelichten op welke wijze het college vindt dat zij op dit punt invulling heeft gegeven aan de actieve informatieplicht van het college naar de raad?

Antwoord vraag 4: Zie antwoord op vraag 2.

Jaar 2010 Afdeling 1 Nummer 484 Datum 24 november 2010

Gemeente Amsterdam

Gemeenteblad

Schriftelijke vragen, maandag 4 oktober 2010

R

3

5. Kan het college onderbouwing geven van het bedrag van de jaarlijkse schadepost van 30 miljoen euro die samenhangen met het inefficient georganiseerd zijn van de ICT-voorzieningen van de gemeente Amsterdam?

Antwoord vraag 5: Vanwege de enorme versnippering in het Amsterdamse applicatielandschap zijn de kosten voor aanschaf, installatie, beheer en onderhoud van de gemeentelijke ICT ten opzichte van andere gemeenten naar schatting 25% hoger. Dit is naar voren gekomen uit een benchmark tussen een dertiental gemeenten waarin de totale ICT-kosten gedeeld zijn door het aantal ambtenaren. Het is een vrij grove maatstaf (Amsterdam heeft meer centrumfuncties), maar het geeft wel een verontrustend beeld. 25% van € 128 miljoen is ongeveer € 30 miljoen. Voor een nadere toelichting op deze diagnose zie het rapport Doorlichting IT – conclusies en aanbevelingen, McKinsey&Company, augustus 2008.

6. Het artikel geeft het getal van 15.000 applicaties aan. Op vragen van de kant van

de fractie van de PvdA tijdens de commissievergadering EZP op 22 september 2010 of het college - op hoofdlijnen - inzicht kon geven om welke applicaties dat dan gaat, gaf de wethouder aan een dergelijk inzicht niet te kunnen verstrekken. Toch komt dit aantal steeds in stukken en communicatie terug. Zou het college ofwel inzicht willen verstrekken in de onderbouwing van dit aantal, ofwel willen stoppen met dit aantal applicaties steeds in de communicatie naar voren te brengen? Het is voor de raad nogal ingewikkeld om statements van het college serieus te nemen als het college die statements niet kan of wil onderbouwen.

Antwoord vraag 6: Het getal is een schatting en gebaseerd op steekproefsgewijze inventarisaties bij de BRI- diensten. Iets minder dan 10.000 applicaties van BRI-diensten zijn inzichtelijk op http://www.bigwobber.nl/wp-content/uploads/2009/06/Applicaties-van-alle-SHI-diensten.ods. Een extrapolatie zou ongeveer op 15.000 uitkomen. Het precieze aantal wordt duidelijk zodra de gedetailleerde inventarisaties uitgevoerd zijn. Hoewel gebaseerd op een schatting, beschouwt het College het aantal van 15.000 applicaties als een relevant en veelzeggend getal, ook als een concrete lijst niet beschikbaar is.

7. Het artikel meldt dat vanwege de fusie met Oost/Watergraafsmeer het stadsdeel

Zeeburg het werken met "(gratis) open source software" moest terugdraaien, wat er toe leidde dat er voor "enkele tonnen" nieuwe Windows-software moest worden gekocht. Kan het college aangeven: a wat de ervaringen met open source waren in stadsdeel Zeeburg; b waarom bij de fusie tot het nieuwe stadsdeel Oost niet gekozen is om het

nieuwe stadsdeel met de kennelijk goed functionerende open source software te laten werken;

c welk bedrag er met de omschakeling (hardware (bijvoorbeeld servers), licenties, beheer) gemoeid zijn, op het moment van de fusie en naar verwachting de komende 5 jaar.

Antwoord vraag 7: - 7a. Op 19 november 2008 is aan de gemeenteraad over het project

Open.Amsterdam Fase B1 gerapporteerd waaronder over de ervaringen bij stadsdeel Zeeburg

Jaar 2010 Afdeling 1 Nummer 484 Datum 24 november 2010

Gemeente Amsterdam

Gemeenteblad

Schriftelijke vragen, maandag 4 oktober 2010

R

4

- 7b. en c. Deze vragen kan het College niet beantwoorden en dienen aan het Dagelijks Bestuur van Stadsdeel Oost voorgelegd te worden.

8. In hoeverre is bij het standaardwerkpakket rekening gehouden met wensen van

de gebruikers? Welk proces is daarvoor doorlopen? Kan het college inzicht geven in de samenstelling van het basisgebruikerspakket? In hoeverre deelt het college de observatie in het artikel dat na de migratie "de boel sneller vastloopt als je meerdere programma's open hebt staan"? Geeft dat een beeld van de verbetering die van het kennelijk nu geformuleerde basispakket verwacht mag worden? Vindt het college het van deze tijd dat werknemers geen losse USB-sticks meer kunnen gebruiken, zoals het artikel aangeeft? Of geen geluidskaart hebben?

Antwoord vraag 8: De observatie gaat over de huidige werkplek migratie van de Bestuursdienst (één van de BRI-diensten) die onderdeel uitmaakt van de reguliere uitvoering van vervanging en onderhoud infrastructurele ICT door Dienst ICT. Voor deze werkplek geldt dat er met een beperkt aantal sessie’s/programma’s tegelijkertijd gewerkt kan worden en is de mailbox gelimiteerd. Dit samen met het oplossen van een aantal technische problemen moet leiden tot verbeteringen in het gebruik van de werkplek. Het ICT standaardwerkpakket moet nog worden ontworpen. Belangrijke uitgangspunten voor het ontwerp zijn dat het College kiest voor uniforme en adequate dienstverlening, zowel intern als voor burgers, bedrijven en mede-overheden met daarbij een centrale, bedrijfsmatige sturing op kosten en kwaliteit. De basisonderdelen van het standaardwerkpakket waar de meeste ambtenaren gebruik van maken zijn: - PC’s (werkplekken), - printers, - datanetwerken binnen gemeentelijke panden (LAN) en tussen panden (WAN), - telefonie, - datacenters met servers en alle andere apparatuur die ervoor nodig is, - standaard applicaties (programma’s) zoals tekstverwerkers en spreadsheets, - beveiliging, - het beheer dat nodig is om dit alles werkend te houden. Informatiebeveiliging of kostenoverwegingen maken dat sommige functionaliteiten niet standaard worden aangeboden op de huidige werkplek.

9. Kan het college aangeven hoe het aankijkt tegen het artikel in het personeelsblad,

gegeven het verloop van de discussie tussen raad en college tot nu toe rond dit onderwerp?

Antwoord vraag 9: Het is verantwoordelijkheid van de Maxxx redactie om artikelen te publiceren. Gelet op het verloop van de discussie tussen Raad en College is de timing van de publicatie ongelukkig.

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

H. de Jong, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester