Gebruiks- en montageaanwijzing Keramische kookvlakken · Wanneer het kookvlak wordt afgedekt,...
Transcript of Gebruiks- en montageaanwijzing Keramische kookvlakken · Wanneer het kookvlak wordt afgedekt,...
Gebruiks- en montageaanwijzing
Keramische kookvlakken
Lees absoluut de gebruiks- en montageaanwijzing voor u het toestel
plaatst, installeert en in gebruik neemt.Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan het toestel.
M.-Nr. 09 610 941nl - BE
2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
KM 6002 / KM 6012 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
KM 6003 / KM 6013 / KM 6017 / KM 6023 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
KM 6024. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
KM 6031. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
KM 6032. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Kookzonegegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Vóór het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Eerste reiniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Toestel in gebruik nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Werking van de kookzones . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
In- en uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Vermogensstand instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Aanduiding van resterende warmte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Tabel met vermogensstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
De tweede verwarmingskring inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Warmhoudzone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Bedieningsveld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Kookgerei . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Beveiliging tegen oververhitting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Wat gedaan als ...? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Kookvermogen testen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij de inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Kookvlakken met rand. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Kookvlakken zonder rand voor vlakke inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Beschermbodem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Aansluiting op het fornuis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Dienst Herstellingen aan huis, typeplaatje, garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Inhoud
3
Dit kookvlak voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor-
schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter
letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de gebruiks- en montageaanwijzing aandachtig voor u het
toestel in gebruik neemt.
U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent inbouw, veiligheid,
gebruik en onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan het toestel.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan
wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
4
Juist gebruik
� Dit kookvlak is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
� Dit kookvlak is niet bestemd voor gebruik buiten.
� Gebruik het kookvlak uitsluitend in huishoudelijke context voor het
bereiden en warmhouden van gerechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
� Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk-
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
dit kookvlak veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog
worden gehouden.
Deze personen mogen het toestel zonder toezicht bedienen, maar
alleen wanneer de bediening van het toestel zo uitgelegd is aan hen
dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's
van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
5
Kinderen in het huishouden
� Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het kook-
vlak worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehou-
den.
� Kinderen vanaf acht jaar mogen het kookvlak zonder toezicht be-
dienen, maar alleen wanneer de bediening van het toestel zo uitge-
legd is aan hen dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten
de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en
begrijpen.
� Kinderen mogen het kookvlak niet zonder toezicht reinigen.
� Hou kinderen die in de buurt van het toestel komen in het oog.
Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
� Het kookvlak wordt heet wanneer het in gebruik is en dat blijft het
ook nog enige tijd na het uitschakelen. Hou kinderen van het toestel
weg totdat het is afgekoeld en er geen gevaar meer bestaat dat ze
er zich aan verbranden.
� Gevaar voor verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen
in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken
en daardoor verstikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkings-
materiaal.
� Gevaar voor verbranding! Bewaar geen voorwerpen die voor kin-
deren interessant zijn, boven of achter het kookvlak. Anders worden
kinderen ertoe verleid op het toestel te klauteren.
� Gevaar voor verbranding! Draai de handvaten van de kookpotten
en pannen over het werkblad. Zo voorkomt u dat kinderen zich ver-
branden door kookpotten en pannen van het kookvlak te trekken. In
de handel vindt u een speciaal beveiligingshekje waardoor dit risico
wordt beperkt.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
6
Technische veiligheid
� Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's
ontstaan. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen al-
leen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
� Een beschadigd kookvlak kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een beschadigd
toestel mag u nooit in gebruik nemen.
� De elektrische veiligheid van het kookvlak is alleen gegarandeerd
als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstal-
leerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamente-
le veiligheidsvoorwaarde is voldaan.
Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elek-
tricien controleren.
� De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van het kookvlak moeten absoluut overeenstemmen met deze van
het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw toestel.
Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aansluit.
Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
� Het kookvlak mag alleen met de door Miele opgegeven fornuizen
worden gecombineerd.
Als het toestel met andere toestellen wordt gecombineerd, vervalt
het recht op garantie. Een veilige werking kan dan immers niet meer
worden gegarandeerd.
� Gebruik het kookvlak enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is
een veilige werking gegarandeerd.
� Dit kookvlak mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
worden gebruikt.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
7
� Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek-
trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar
opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van het kookvlak
leiden.
Open nooit de behuizing van het kookvlak.
� Het recht op garantie vervalt wanneer het kookvlak door een klan-
tendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
� Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat ze ten
volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt. Defecte
onderdelen mogen enkel worden vervangen door originele
Miele-wisselstukken.
� Het toestel is niet bestemd voor gebruik met een externe schakel-
klok (timer) of een systeem voor besturing op afstand.
� Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
kookvlak van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn.
Ga daartoe als volgt te werk:
– schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of
– draai de schroefzekeringen in uw zekeringkast helemaal uit.
� Gevaar voor elektrische schokken!
Als het kookvlak defect is of als de glaskeramiekplaat barsten of
spleten vertoont, mag u het kookvlak niet in gebruik nemen en dient
u het toestel direct uit te schakelen. Ontkoppel het toestel in dat ge-
val van het elektriciteitsnet.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
8
Veilig gebruik
� Hete voorwerpen op de sensortoetsen en aanduidingen (dis-
plays) kunnen de elektronische besturing eronder beschadigen.
Plaats nooit hete kookpotten of pannen op de sensortoetsen en aan-
duidingen (displays).
� Voorwerpen in de omgeving van het ingeschakelde kookvlak kun-
nen in brand vliegen door de hoge temperaturen. Gebruik het kook-
vlak nooit om het vertrek te verwarmen.
� Gebruik het toestel niet om het vertrek te verwarmen. Door de
hoge temperaturen kunnen licht ontvlambare voorwerpen in de om-
geving vlam vatten. Het zou bovendien de levensduur van uw toe-
stel verminderen.
� De rand van het kookvlak kan heet worden. Dit hangt af van de
volgende factoren: de gebruiksduur, het gebruik van een of meer
hoge vermogensstanden, het gebruik van groot kookgerei en het
aantal kookzones dat in gebruik is.
� Het kookvlak is tijdens de werking heet en dat blijft het ook nog
enige tijd na het uitschakelen. Pas zodra de aanduidingen van res-
terende warmte niet meer worden weergegeven, is het gevaar om u
te verbranden geweken.
� U kunt zich verbranden aan het hete kookvlak. Bescherm uw han-
den telkens als u met het hete toestel omgaat door gebruik te maken
van ovenwanten of pannenlappen. Gebruik alleen droge ovenwan-
ten of pannenlappen. Met nat of vochtig textiel wordt de warmte
sterker overgedragen. Dat kan brandwonden door stoom veroorza-
ken.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
9
� Als het toestel ingeschakeld is, als u het toestel per ongeluk in-
schakelt of als het nog warm is van een kookproces, bestaat het risi-
co dat metalen voorwerpen die op het toestel liggen verhitten.
Andere materialen kunnen smelten of ontvlammen.
Natte deksels van kookgerei kunnen zich vastzuigen.
Gebruik het toestel niet om er voorwerpen op neer te leggen.
Vergeet niet de kookzones na gebruik uit te schakelen!
� Metalen voorwerpen die in een lade onder het kookvlak worden
bewaard, kunnen heet worden wanneer het toestel lang en intensief
wordt gebruikt. Bewaar geen metalen voorwerpen in een lade vlak
onder het kookvlak.
� Als er suiker, eten met suiker, kunststof of aluminiumfolie op het
hete kookvlak terechtkomt, beschadigen deze stoffen de
glaskeramiekplaat wanneer ze afkoelen. Schakel het toestel direct
uit en krab deze stoffen direct weg met een glaskrabber. Trek eerst
ovenwanten aan.
Reinig de kookzones met een reinigingsmiddel voor keramische
kookplaten zodra ze afgekoeld zijn.
� In afgesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en ver-
warmen overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen.
Gebruik het toestel nooit voor het inmaken en verwarmen van con-
servenblikken.
� Wanneer u een elektrisch toestel (bijv. een handmixer) gebruikt in
de buurt van het kookvlak, zorgt u ervoor dat de aansluitkabel niet
met het hete kookvlak in contact komt. De isolatie van de aansluitka-
bel kan beschadigd raken.
� Wanneer het kookvlak wordt afgedekt, bestaat het risico dat het
materiaal van de afdekking in brand vliegt, springt of smelt als u het
toestel per ongeluk inschakelt of als het nog warm is van een berei-
ding.
Dek het kookvlak nooit af, bijv. met een afdekplaat, doek of folie.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
10
� Verwarm kookgerei nooit zonder inhoud.
� Door het verwarmen van leeg kookgerei kan de
glaskeramiekplaat beschadigd raken. Laat het kookvlak niet zonder
toezicht achter terwijl het in werking is!
� Olie en vet kunnen door oververhitting ontvlammen. Laat het toe-
stel nooit zonder toezicht achter als u olie of vet gebruikt.
Brand door olie of vet mag u nooit met water blussen. Schakel het
toestel uit en verstik de vlammen voorzichtig met een deksel of een
blusdeken.
� Vlammen kunnen de vetfilters van een dampkap in brand doen
vliegen. Flambeer nooit gerechten onder een dampkap.
� Kookgerei van kunststof of aluminiumfolie smelt bij hoge tempera-
turen. Gebruik geen kookgerei van kunststof of aluminiumfolie.
� Wanneer spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen of andere
brandbare voorwerpen worden verwarmd, kunnen deze in brand
vliegen. Bewaar daarom nooit licht ontvlambare voorwerpen in laden
vlak onder het toestel. Is die lade met een bestekinzet uitgerust, dan
dient deze vervaardigd te zijn van materiaal dat tegen hitte bestand
is.
� Wanneer het kookvlak achter een decoratief meubelfront (bijv.
een deur) wordt ingebouwd, mag u dat nooit sluiten terwijl u het
kookvlak gebruikt. Achter het gesloten meubelfront zou er een opho-
ping van warmte en vochtigheid ontstaan. Daardoor kunnen het
kookvlak, de inbouwkast en de vloer beschadigd raken. Sluit de
meubeldeur pas wanneer het kookvlak volledig afgekoeld is.
� Verwarm nooit leeg kookgerei tenzij de fabrikant van het kookge-
rei deze toepassing uitdrukkelijk toelaat! Gebruik nooit de booster
om kookgerei te verwarmen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
11
� Miele is niet verantwoordelijk voor de schade die door het verwar-
men van leeg kookgerei kan optreden aan de glaskeramiekplaat.
Laat het toestel niet zonder toezicht achter terwijl het in werking is!
� Als u kookpotten en pannen met een ruwe bodem gebruikt, kun-
nen er krassen op de glaskeramiekplaat optreden. Gebruik alleen
kookpotten en pannen met een effen bodem.
� Zout, suiker of zandkorreltjes, bijv. van tijdens het schoonmaken
van groenten, kunnen krassen veroorzaken wanneer ze onder de
bodem van kookgerei terechtkomen. Zorg ervoor dat de
glaskeramiekplaat en de bodem van kookgerei schoon zijn voordat
u kookgerei op het kookvlak plaatst.
� Hete voorwerpen op de aanduiding van resterende warmte en
het bedieningsveld voor de warmhoudzone kunnen de elektronische
besturing eronder beschadigen. Plaats er nooit hete kookpotten of
pannen op.
� Vallende voorwerpen (zelfs lichte voorwerpen zoals zoutvaatjes)
kunnen in een minder gunstig geval barsten of spleten veroorzaken.
Vermijd dat er voorwerpen op de glaskeramiekplaat vallen.
� Om te vermijden dat resten gaan inbranden, verwijdert u vuil zo
snel mogelijk. Als u een kookpot of pan opzet, let er dan op dat de
bodem schoon is, droog en vrij van vet.
� Het is belangrijk dat de temperatuur zich gelijkmatig verdeelt in
het gerecht en dat de temperatuur hoog genoeg is. Roer de ge-
rechten regelmatig om of keer ze regelmatig om ervoor te zorgen
dat ze gelijkmatig worden verwarmd.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
12
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van het kookvlak nooit een stoomreiniger.
Toebehoren
Gebruik alleen origineel Miele-toebehoren. Worden er andere onder-
delen gemonteerd of geplaatst, dan vervalt het recht op garantie
en/of de productaansprakelijkheid.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
13
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het kookvlak
voor transportschade. Er werd voor mi-
lieuvriendelijk en recycleerbaar verpak-
kingsmateriaal gekozen.
Het recycleren van het verpakkingsma-
teriaal vermindert de afvalproductie en
het gebruik van grondstoffen. Uw han-
delaar neemt de verpakking terug.
Wat met een afgedankt toe-
stel?
Oude elektrische en elektronische toe-
stellen bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio-
neren en de veiligheid van het toestel
nodig waren. Als deze stoffen bij het
restafval terechtkomen of verkeerd wor-
den behandeld, kunnen ze schade be-
rokkenen aan de menselijke gezond-
heid en het milieu. Geef uw oude toe-
stel dus niet mee met het gewone huis-
vuil.
Breng het toestel liever naar het dichtst-
bijzijnde gemeentelijk containerpark.
Vraag meer informatie aan uw
Miele-handelaar.
Zorg er ook voor dat het toestel
kindveilig wordt bewaard voor u het
wegbrengt.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
14
KM 6002 / KM 6012
KM 6003 / KM 6013 / KM 6017 /
KM 6023
� Kookzone met 2 diameters
��� Kookzones met 1 diameter
� Aanduiding van resterende
warmte
� Kookzone met 2 diameters
�� Kookzones met 1 diameter
� Braadzone
� Aanduiding van resterende
warmte
Beschrijving van het toestel
15
KM 6024
KM 6031
��� Kookzones met 1 diameter
� Braadzone
� Aanduiding van resterende
warmte
� Kookzone met 2 diameters
�� Kookzones met 1 diameter
� Braadzone
� Aanduiding van resterende
warmte
Beschrijving van het toestel
16
KM 6032
� Kookzone met 2 diameters
�� Kookzones met 1 diameter
� Braadzone
� Aanduiding van resterende
warmte
� Warmhoudzone
� Bedieningsveld voor de
warmhoudzone
Beschrijving van het toestel
17
b c
d
g
e ha
s
Kookzonegegevens
Kook-
zone
KM 6002 / KM 6012
� in cm Vermogen in watt bij 230 V
� 12,0 / 21,0 750 / 2200
� 14,5 1200
� 18,0 1800
� 14,5 1200
Totaal: 6400
Kook-
zone
KM 6003 / KM 6013
KM 6017 / KM 6023
KM 6024
� in cm Vermogen in
watt bij 230 V
� in cm Vermogen in watt
bij 230 V
� 12,0 / 21,0 750 / 2200 21,0 2200
� 14,5 1200 14,5 1200
� 17,0 /
17,0 x 26,5
1500 /
2400
17,0 /
17,0 x 26,5
1500 /
2400
� 14,5 1200 14,5 1200
Totaal: 7000 Totaal: 7000
Beschrijving van het toestel
18
Kook-
zone
KM 6031 KM 6032
� in cm Vermogen in
watt bij 230 V
� in cm Vermogen in watt
bij 230 V
� 14,5 / 21,0 1000 / 2200 14,5 / 21,0 1000 / 2200
� 14,5 1200 14,5 1200
� 17,0 /
17,0 x 26,5
1500 /
2400
17,0 /
17,0 x 26,5
1500 /
2400
� 18,0 1800 18,0 1800
Warm-
houdzone
- - 14,2 x 32,2 150
Totaal: 7600 Totaal: 7750
Beschrijving van het toestel
19
Kleef het typeplaatje dat bij de documentatie bijgevoegd is op de daarvoor be-
stemde plaats in de rubriek "Typeplaatje".
Eerste reiniging
� Verwijder eventuele beschermfolies en stickers.
� Voor het eerste gebruik gaat u met een vochtige doek over het toestel. Vervol-
gens wrijft u het droog.
Toestel in gebruik nemen
De metalen delen van het toestel zijn voorzien van een speciaal beschermlaagje.
Daarom komt er een geur vrij als het toestel voor het eerst wordt gebruikt.
Die geur en eventueel ook damp trekken gauw weg. Deze verschijnselen wijzen
niet op een verkeerde aansluiting noch op een defect aan het toestel. Ze zijn niet
schadelijk voor de gezondheid.
Vóór het eerste gebruik
20
Gewone kookzones met 1 diameter zijn met 1
verwarmingskring uitgerust, kookzones met 2 diameters en
braadzones met 2 verwarmingskringen. Afhankelijk van het
model zijn de verwarmingskringen mogelijk door een lijn van
elkaar gescheiden.
Elke kookzone is voorzien van een beveiliging tegen overver-
hitting. Deze voorkomt dat de glaskeramiek oververhit raakt
(zie rubriek "Beveiliging tegen oververhitting").
Als een vermogensstand wordt ingesteld, wordt de verwar-
ming ingeschakeld en is de verwarmingskring door de glas-
keramiek heen zichtbaar.
Het verwarmingsvermogen van de kookzones is afhankelijk
van de ingestelde vermogensstand en wordt elektronisch ge-
regeld. Hiertoe schakelt de verwarming van een kookzone
automatisch in en uit.
Kookzone met 1 diameter
�Beveiliging tegen oververhitting
�Verwarmingskring
Kookzone met 2 diameters
�Techniekgebonden, geen defect
�Beveiliging tegen oververhitting
�Buitenste verwarmingskring
� Isoleerkring
�Binnenste verwarmingskring
Werking van de kookzones
21
In- en uitschakelen
Wat betreft de regelknoppen voor de
kookzones, zijn de fornuizen beschik-
baar in twee verschillende uitvoeringen:
– Regelknoppen met aanslag
Om een kookzone in te schakelen,
moet u de desbetreffende regelknop
naar rechts draaien op de gewenste
vermogensstand. Om een kookzone uit
te schakelen, moet u de regelknop naar
links draaien op "�".
– Regelknoppen zonder aanslag –
360° draaibaar
Om een kookzone in en uit te scha-
kelen, kunt u de desbetreffende regel-
knop naar rechts of links draaien.
Laat het toestel niet zonder toezicht
achter terwijl het in werking is!
Vermogensstand instellen
Wanneer u een kookzone inschakelt,
activeert u de kookstartautomaat, in-
dien beschikbaar (zie desbetreffende
rubriek).
Bediening
22
Aanduiding van resterende
warmte
Wanneer na het inschakelen van een
kookzone, bijv. vooraan links, een be-
paalde temperatuur wordt bereikt, gaat
de desbetreffende aanduiding van res-
terende warmte aan.
Enige tijd na het uitschakelen van de
kookzone gaat de aanduiding van res-
terende warmte uit.
Het toestel is tijdens de werking
heet en dat blijft het ook nog enige
tijd na het uitschakelen. Pas zodra
de aanduidingen van resterende
warmte niet meer worden weerge-
geven, is het gevaar om u te ver-
branden geweken.
Hete voorwerpen op de aanduiding
van resterende warmte en het be-
dieningsveld voor de warmhoudzo-
ne kunnen de elektronische bestu-
ring eronder beschadigen.
Plaats er nooit hete kookpotten of
pannen op.
Bediening
23
Tabel met vermogensstanden
Bereidingsproces Vermogensstand
Boter, chocolade enz. laten smelten
Gelatine oplossen
Yoghurt bereiden
1 - 2
Saus aanmaken met enkel eigeel en boter
Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen
Gerechten die gemakkelijk aanbranden warmhouden
Rijst koken
1 - 3
Vloeibare of halfvaste gerechten opwarmen
Gebonden saus of roomsaus maken, bijv. witte-wijnsaus of
sauce hollandaise
Rijstpap of havermoutpap maken
Omelet of spiegelei zonder korst bakken
Fruit blancheren
3 - 5
Diepvriesproducten ontdooien
Groente of vis stoven
Deegwaren of peulvruchten gaar koken
Graan gaar koken
4 - 6
Gerechten in grotere hoeveelheden aan de kook brengen en
verder laten koken
7
Vis, schnitzel, worst, spiegeleieren e.d. behoedzaam laten
braden of bakken zonder dat het vet oververhit wordt
8 - 9
Pannenkoeken, flensjes e.d. bakken 9 - 11
Grote hoeveelheden water aan de kook brengen
Aankoken
11 - 12
Deze gegevens zijn richtwaarden. Ze zijn van toepassing op normale porties voor
4 personen. Als u extra hoog kookgerei gebruikt, zonder deksel kookt of grotere
hoeveelheden bereidt, moet een hogere vermogensstand worden ingesteld. Be-
reidt u kleinere hoeveelheden, stel dan een lagere vermogensstand in.
Bediening
24
De tweede verwarmingskring
inschakelen
(enkel bij toestellen die daarmee uitge-
rust zijn)
U kunt de tweede verwarmingskring
van een kookzone met 2 diameters of
van een braadzone inschakelen wan-
neer u groter kook- of braadgerei ge-
bruikt.
� Draai de regelknop van de kookzone
naar rechts tot aan de aanslag.
� Draai de regelknop naar links op de
gewenste vermogensstand.
U schakelt de tweede
verwarmingskring uit door de regelknop
weer op "�" te draaien.
Wanneer u de kookzone opnieuw in-
schakelt, wordt de binnenste
verwarmingskring weer afzonderlijk in-
geschakeld.
Bediening
25
Warmhoudzone
(enkel bij toestellen die daarmee uitge-
rust zijn)
U bedient de warmhoudzone door de
desbetreffende sensortoetsen aan te
raken.
Om veiligheidsredenen moet u bij het
inschakelen twee sensortoetsen aanra-
ken, terwijl u voor het uitschakelen
slechts één sensortoets hoeft aan te ra-
ken.
Bedieningsveld
�Aanduiding van resterende warmte
�Aanduiding van aan/uit
�Sensortoetsen
Warmhoudzone inschakelen
� Raak eerst de sensortoets � aan.
De aanduiding van aan/uit � van de
warmhoudzone knippert.
� Raak vervolgens de sensortoets �
aan.
De aanduiding van aan/uit � brandt
constant. Dat betekent dat de warm-
houdzone ingeschakeld is. Ca. 8 minu-
ten na het inschakelen gaat de aandui-
ding van resterende warmte � aan.
Warmhoudzone uitschakelen
� Raak de sensortoets � of � aan.
De aanduiding van aan/uit gaat uit. De
aanduiding van resterende warmte
gaat pas uit zodra de warmhoudzone
zonder gevaar kan worden aangeraakt.
Wanneer het kookvlak wordt afge-
dekt, bestaat het risico dat het mate-
riaal van de afdekking in brand
vliegt, springt of smelt als u het toe-
stel per ongeluk inschakelt of als het
nog warm is van een bereiding.
Dek het kookvlak nooit af, bijv. met
een afdekplaat, doek of folie. Ge-
vaar voor verbranding en brand!
Hou er rekening mee dat de aandui-
ding van resterende warmte niet
meer brandt na een stroomonder-
breking, zelfs wanneer de warm-
houdzone nog heet is.
Zorg ervoor dat de sensortoetsen al-
tijd vrij van vuil zijn en dat u er geen
voorwerpen op legt. Anders kunt u
per ongeluk functies inschakelen.
Hete voorwerpen op de aandui-
dingen van resterende warmte kun-
nen de elektronische besturing er-
onder beschadigen. Plaats er nooit
hete kookpotten of pannen op.
Bediening
26
– Het best geschikt zijn kookpotten en
pannen met een dikke bodem, die
zich in koude toestand lichtjes naar
binnen welven. Als de bodem heet
wordt, ligt deze dan mooi effen op de
kookzone. Zo wordt de warmte opti-
maal geleid.
Koud Warm
– Kookgerei uit glas, keramiek of aar-
dewerk is minder geschikt. Deze
materialen geleiden de warmte niet
goed verder.
– Kookgerei uit kunststof of aluminium-
folie is niet geschikt. Dat smelt bij
hogere temperaturen.
– Als u kookgerei uit aluminium of met
een aluminium bodem gebruikt, kun-
nen er metaalachtige, glinsterende
vlekken optreden op het kookvlak.
Deze vlekken kunnen worden verwij-
derd met het reinigingsmiddel voor
keramische kookplaten en roestvrij
staal (zie rubriek "Reiniging en on-
derhoud").
– Gebruik alleen kookpotten en pan-
nen met een effen bodem. Als u
kookpotten en pannen met een ruwe
bodem gebruikt, kunnen er krassen
op de glaskeramiekplaat optreden.
– Hef het kookgerei op wanneer u het
verplaatst. Zo voorkomt u strepen en
krassen.
– Merk op dat in winkels bij kookpotten
en pannen vaak de maximale of bo-
venste diameter wordt opgegeven.
Wat telt, is echter de meestal kleinere
diameter van de bodem.
Kookgerei
27
– Zorg ervoor dat de bodem van de
kookpot of pan overeenstemt met de
grootte van de kookzone of iets
groter is. Zo wordt er geen warmte
verspild.
Te klein Gepast
– Kook bij voorkeur met een deksel op
de kookpot of pan. Zo vermijdt u dat
er nodeloos warmte ontsnapt.
Zonder deksel Met deksel
– Gebruik voor kleine hoeveelheden
een kleine kookpot. Een kleine
kookpot op een kleine kookzone ver-
bruikt minder energie dan een grote,
slechts gedeeltelijk gevulde kookpot
op een grote kookzone.
– Gebruik weinig water bij het berei-
den.
– Stel na de kookstart of het aanbra-
den een lagere vermogensstand in.
– Schakel de kookzone bij lange berei-
dingstijden reeds 5 tot 10 minuten
voor het einde van de bereidingstijd
uit. Zo benut u de resterende warm-
te.
– U kunt de bereidingstijd aanzienlijk
verkorten door een
snelkookpan/snelkookpot te ge-
bruiken.
Tips om energie te besparen
28
Beveiliging tegen
oververhitting
Elke kookzone is voorzien van een be-
veiliging tegen oververhitting. Dat is
een onderdeel dat de interne tempera-
tuur beperkt. Hierdoor wordt de verwar-
ming van de kookzone automatisch uit-
geschakeld voordat deze oververhit
raakt. Zodra de kookzone afgekoeld is,
wordt de verwarming weer automatisch
ingeschakeld.
De beveiliging tegen oververhitting rea-
geert wanneer
– een kookzone is ingeschakeld zon-
der kookgerei erop.
– er leeg kookgerei wordt verwarmd.
– de bodem van het kookgerei niet
effen op de kookzone ligt.
– het kookgerei de warmte slecht ge-
leidt.
Dat de beveiliging tegen oververhitting
heeft gereageerd, merkt u bij kera-
mische kookvlakken aan het feit dat de
verwarming, zelfs in de hoogst moge-
lijke vermogensstand, wordt in- en uit-
geschakeld.
Tips om energie te besparen
29
�Gebruik nooit een stoomreiniger
om het toestel te reinigen. De stoom
kan in aanraking komen met onder-
delen van het toestel die onder
spanning staan en zo een kortslui-
ting veroorzaken.
Reinig het hele toestel na elk gebruik.
Laat het toestel afkoelen voordat u het
reinigt.
Wrijf het toestel na elke vochtige reini-
ging droog. Zo vermijdt u kalkaanslag.
Om schade aan de oppervlakken te
voorkomen, mogen de volgende mid-
delen niet worden gebruikt om de op-
pervlakken te reinigen:
– handafwasmiddel,
– reinigingsmiddelen die soda, alkali,
ammoniak, zuur of chloor bevatten,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– vlek- en roestverwijderaars,
– schurende reinigingsmiddelen, zoals
schuurpoeder, schuurmelk,
poetsstenen,
– reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
– afwasmiddelen voor de afwasauto-
maat,
– grill- of ovensprays,
– glasreinigers,
– schurende harde borstels en spons-
jes (bijv. schuursponsjes), of ge-
bruikte sponsjes die nog resten van
een schuurmiddel bevatten,
– speciale "wondersponsen",
– scherpe voorwerpen
(om te vermijden dat de dichtingen
tussen de glaskeramiek en de rand
of tussen de rand en het werkblad
beschadigd raken).
Reiniging en onderhoud
30
Gebruik geen handafwasmiddel bij
het reinigen. Als u reinigt met een
handafwasmiddel, kunt u niet al het
vuil en alle resten verwijderen. Bo-
vendien vormt er zich dan een
onzichtbare film, die ervoor zorgt dat
er verkleuringen ontstaan op de glas-
keramiek. U kunt deze verkleuringen
niet meer verwijderen.
Reinig het kookvlak regelmatig met
een speciaal reinigingsmiddel voor
keramische kookplaten.
Verwijder al het grove vuil met een
vochtige doek. Aangekoekt vuil
schraapt u weg met een glaskrabber.
Reinig het kookvlak daarna grondig met
het reinigingsmiddel voor keramische
kookplaten en roestvrij staal van Miele
(zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar
toebehoren") of een reinigingsmiddel
voor keramische kookplaten dat in de
handel verkrijgbaar is. Gebruik daarbij
wat keukenrolpapier of een schone
doek. Breng het reinigingsmiddel niet
op een warm kookvlak aan. Daardoor
kunnen er vlekken ontstaan. Hou re-
kening met de aanwijzingen van de
producent van het reinigingsmiddel.
Reinig het kookvlak grondig met een
vochtige doek om reinigingsmiddelres-
ten te verwijderen. Wrijf het toestel ver-
volgens droog. Bij volgende berei-
dingen zouden eventuele reinigings-
middelresten inbranden en de glaske-
ramiek beschadigen.
Vlekken door kalkresten, water en
aluminiumresten (metaalachtige,
glinsterende vlekken) kunt u met het
reinigingsmiddel voor keramische kook-
platen en roestvrij staal verwijderen.
Als er suiker, eten met suiker, kunst-
stof of aluminiumfolie op het hete toe-
stel terechtkomt, beschadigen deze
stoffen de glaskeramiekplaat wanneer
ze afkoelen. Schakel het toestel direct
uit en krab deze stoffen direct weg met
een glaskrabber. Trek eerst ovenwan-
ten aan. Reinig de kookzones met een
reinigingsmiddel voor keramische kook-
platen zodra ze afgekoeld zijn.
Reiniging en onderhoud
31
�Herstellingen aan elektrische toestellen mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde herstellingen kunnen er
voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan.
Probleem Oorzaak Oplossing
Het kookvlak
wordt na het in-
schakelen niet
heet.
De zekering is
gesprongen.
Schakel de zekering in (min. zekering:
zie typeplaatje).
Er kan sprake zijn
van een technische
storing.
� Ontkoppel het toestel ca. 1 minuut
van het elektriciteitsnet. Ga daartoe
als volgt te werk:
– schakel de desbetreffende zekering
uit of draai de desbetreffende
smeltzekering volledig uit, of
– schakel de aardlekschakelaar (ver-
liesstroomschakelaar) uit.
Schakel daarna de zekering of de ver-
liesstroomschakelaar weer in. Kunt u
het toestel dan nog niet gebruiken,
neem dan contact op met een elektri-
cien of met de dienst Herstellingen
aan huis van Miele.
De verwarming
van een kookzone
wordt automatisch
in- en uitgescha-
keld.
Dit automatisch in-
en uitschakelen van
de verwarming is
normaal. Dit is een
gevolg van de elek-
tronische besturing
van het verwar-
mingsvermogen (zie
rubriek "Werking van
de kookzones").
U hebt de indruk
dat het te lang
duurt voordat de
inhoud van het
kookgerei begint
te koken.
� Test het kookvermogen van een
kookzone (zie rubriek
"Kookvermogen testen").
Wat gedaan als ...?
32
U kunt het kookvermogen van een
kookzone testen. Voor deze test wordt
in een kookpot een bepaalde hoeveel-
heid water aan de kook gebracht en
wordt gemeten hoe lang dat duurt.
De gebruikte kookpot (met deksel)
moet van roestvrij staal of geëmailleerd
materiaal zijn. De bodemdiameter moet
overeenstemmen met de diameter van
de kookzone. De gebruikte kookpot
moet een platte bodem hebben of een
bodem die lichtjes gewelfd is naar bin-
nen toe.
� Controleer de diameter en het vermo-
gen van de kookzone die u wilt testen
(zie rubriek "Kookzonegegevens").
� Vul de kookpot met de hoeveelheid
water die vermeld staat in de tabel.
Het water moet een temperatuur van
ca. 20 °C hebben.
� Plaats het deksel en plaats de
kookpot op de kookzone.
� Stel de hoogste vermogensstand in.
� Meet hoe lang het duurt voordat het
water begint te koken.
De kookzone werkt correct wanneer het
water begint te koken binnen de tijd die
in de tabel vermeld staat.
De tijd kan aanzienlijk afwijken wan-
neer
- de spanning te laag of
te hoog is,
- er zeer koud water wordt
gebruikt,
- er geen geschikte kookpot wordt
gebruikt,
- er zonder deksel wordt gemeten.
Kookvermogen testen
33
� kookzone
in cm
Vermogen bij 230 V
in watt
Waterhoeveelheid
in liter
Tijd* in
minuten
10,0 600 0,5 11,0
12,0 700 / 750 1,0 13,0
14,5 1000 / 1100 1,0 9,0
14,5 1200 1,0 8,5
14,5 1350 1,0 8,0
17,0 1500 1,5 9,5
18,0 1250 1,5 11,0
18,0 1700 / 1800 1,5 9,0
21,0 2000 2,0 10,5
21,0 2200 / 2300 2,0 9,5
23,0 2500 2,0 9,0
* Maximale tijd onder ongunstige omstandigheden.
Kookvermogen testen
34
Miele biedt een uitgebreid gamma van Miele-toebehoren dat
geschikt is voor uw toestellen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan
reinigings- en onderhoudsproducten.
U kunt deze producten zeer gemakkelijk bestellen in de Miele
Online Shop:
U kunt deze producten ook verkrijgen via de Service After
Sales van Miele (zie omslag) of bij uw Miele-handelaar.
Onderhoudsproducten
Reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal 250 ml
Hiermee verwijdert u hardnekkig vuil, kalkvlekken en
aluminiumresten (metaalachtige, glinsterende vlekken).
Microvezeldoek
Hiermee verwijdert u vingerafdrukken en normaal vuil.
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
35
Het toestel mag enkel door een
erkende vakman of vakvrouw wor-
den ingebouwd en enkel door een
vakman of vakvrouw die op de
hoogte is van
elektriciteitsaansluitingen, worden
aangesloten op het fornuis.
Om schade aan het toestel te ver-
mijden, mag u het pas inbouwen na-
dat de wandkasten en de dampkap
gemonteerd zijn.
� De lijsten en randen van het werk-
blad moeten met een hittebestendige
lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze
niet loskomen of vervormen.
Ook de wandafdichtstrips moeten hitte-
bestendig zijn.
� Het kookvlak mag niet worden inge-
bouwd boven koeltoestellen, afwasau-
tomaten, wasautomaten en droogauto-
maten.
� Er moet worden gecontroleerd dat
de aansluitkabel van het kookvlak niet
mechanisch wordt belast.
Combineerbare fornuizen
� Miele-kookvlakken mogen alleen
met de door Miele opgegeven fornui-
zen worden gecombineerd. Voor meer
informatie over de combinatiemogelijk-
heden neemt u contact op met uw
Miele-handelaar of de Service After
Sales van Miele. Als het toestel met an-
dere toestellen wordt gecombineerd,
vervalt het recht op garantie. Een vei-
lige werking kan dan immers niet meer
worden gegarandeerd.
� Na de inbouw van het kookvlak
moet worden gecontroleerd dat de on-
derzijde van het toestel niet kan worden
aangeraakt. Daarom moet er in be-
paalde gevallen een frontpaneel en een
beschermbodem worden aangebracht
(zie rubriek "Beschermbodem").
� Neem de veiligheidsafstanden op
de volgende pagina's strikt in acht.
� Gebruik geen voegdichtingsmiddel,
tenzij dat uitdrukkelijk wordt gevraagd.
De dichting van het toestel garandeert
voldoende afdichting ten opzichte van
het werkblad.
Alle afmetingen zijn opgegeven in mm.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij de inbouw
36
Veiligheidsafstand boven het toestel
Hou tussen het toestel en een wasem-
kap erboven de veiligheidsafstand aan
die door de fabrikant van de wasemkap
wordt opgegeven.
Is er door de fabrikant van de wasem-
kap geen afstand vermeld of zijn er
licht ontvlambare materialen (bijv. een
rekje) boven het toestel geïnstalleerd,
dan dient de veiligheidsafstand min-
stens 760 mm te bedragen.
Bij inbouw van verschillende toestellen
(bijv. een wokbrander en een elektrisch
kookvlak) naast elkaar onder een wa-
semkap, neemt u de grootste afstand
die vermeld is in de gebruiksaanwijzing
en montagehandleiding.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij de inbouw
37
Bij de inbouw van een kookvlak mogen
er zich aan een van de zijkanten en aan
de achterzijde kasten of wanden van
gelijk welke hoogte bevinden. Aan de
andere zijkant mag er echter geen toe-
stel of meubel hoger zijn dan het kook-
vlak. Zie afbeeldingen.
Neem minstens de volgende veilig-
heidsafstanden in acht:
– 50 mm rechts of links van de uitspa-
ring in het werkblad tot een meubel
ernaast, bijv. een kolomkast.
– 50 mm van de uitsparing in het werk-
blad tot de achterwand.
Niet toegestaan!
Zeker aan te bevelen!
Niet aan te bevelen!
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij de inbouw
38
Veiligheidsafstand bij een beklede nis
Als de nis bekleed is, moet een minimumafstand in acht worden genomen tussen
de uitsparing in het werkblad en de bekleding. Hoge temperaturen kunnen im-
mers het bekledingsmateriaal vervormen of beschadigen.
Als de bekleding vervaardigd is uit brandbaar materiaal (bijv. hout) moet de af-
stand � tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding ten minste
50 mm bedragen.
Als de bekleding vervaardigd is uit niet-brandbaar materiaal (bijv. metaal, na-
tuursteen of keramische tegels) moet de afstand � tussen de uitsparing in het
werkblad en de nisbekleding ten minste 50 mm min de dikte van de bekleding be-
dragen. Voorbeeld: de dikte van de nisbekleding bedraagt 15 mm
50 mm - 15 mm = minimumafstand van 35 mm
Kookvlakken zonder rand voor
vlakke inbouw Kookvlakken met rand/facetrand
�Wand
�Nisbekleding
Afstand x = dikte van de nisbekleding
�Werkblad
�Uitsparing in het werkblad
�Minimumafstand
bij brandbaar materiaal: 50 mm
bij niet-brandbaar materiaal: 50 mm - afstand x
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij de inbouw
39
Inbouwafmetingen
KM 6002 / KM 6003
�Klemveren
� Inbouwhoogte
�Voorkant
�Ruimte voor bevestigingselementen en de kabel
Kookvlakken met rand
40
560
383
10514574
500 +-1 +-1
b
c
d
a
75
75
a
500 R4ß0 20
KM 6012 / KM 6013
�Klemveren
� Inbouwhoogte
�Voorkant
�Ruimte voor bevestigingselementen en de kabel
Kookvlakken met rand
41
560
383
10504574
490 +-1 +-1
b
c
d
a
75
75
a
500 R4ß0 20
KM 6023 / KM 6024
�Klemveren
� Inbouwhoogte
�Voorkant
�Ruimte voor bevestigingselementen en de kabel
Kookvlakken met rand
42
383
514614
500 +-1600
+-1
d
c
a
75
75
a
10
500 R4ß0 20
b
KM 6031 / KM 6032
�Klemveren
� Inbouwhoogte
�Voorkant
�Ruimte voor bevestigingselementen en de kabel
Kookvlakken met rand
43
780500 +-1
+-1
514794 3
b
38 10
d
c
aa
75
75
500 R4ß0 20
Inbouw
� Maak een uitsparing in het werkblad
zoals op de maatschets. U moet de
afmetingen van de uitsparing en de
maattoleranties nauwkeurig in acht
nemen, zodat het kookvlak en de
glasplaat na de inbouw geen zijde-
lingse druk ondervinden.
� Neem de veiligheidsafstanden (zie
rubriek "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid bij de inbouw") in acht.
Werkblad uit hout
� Bescherm het zaagpatroon bij werk-
bladen uit hout met speciale lak, sili-
cone of giethars om opzwellen door
vocht te verhinderen.
De gebruikte materialen moeten hitte-
bestendig zijn.
Zorg ervoor dat deze materialen niet
in contact komen met het oppervlak
van het werkblad.
� Leg de bijgeleverde klemveren � op
de bovenste rand van de uitsparing.
De exacte posities worden op de
maatschets van het desbetreffende
kookvlak weergegeven.
� Bevestig de klemveren met de bijge-
leverde schroeven 3,5 x 25 mm.
Kookvlakken met rand
44
Werkblad uit natuursteen
Voor de inbouw is sterke dubbelzij-
dige plakband en silicone nodig
(niet meegeleverd).
� Positioneer en bevestig de klemveren
� met sterke, dubbelzijdige kleef-
band .
� Kleef de zijranden en onderrand van
de klemveren vast met silicone �.
Kookvlakken met rand
45
Het kookvlak inbouwen
� Voer de aansluitkabel van het kook-
vlak naar onderen door de uitsparing.
� Sluit het kookvlak aan op het fornuis
(zie rubriek "Aansluiting op het for-
nuis").
� Leg het kookvlak los op de klemve-
ren.
� Duw het kookvlak aan de rand gelijk-
matig met beide handen omlaag. U
dient een duidelijke klik te horen. Na
het vastklikken controleert u dat de
dichting van het toestel op het werk-
blad rust. Enkel dan bent u zeker dat
de inbouw langs alle zijden goed
dicht is.
Het kookvlak mag in geen geval met
voegdichtingsmiddel (bijv. silicone)
worden afgedicht!
Wordt bij het inbouwen geconsta-
teerd dat de randafdichting bij de
hoeken niet goed op het werkblad
aansluit, dan kan de hoekradius (�
R4) voorzichtig met een decoupeer-
zaag worden nabewerkt.
� Ga na of het kookvlak correct werkt.
Het kookvlak kan enkel met speciaal
gereedschap uit de uitsparing wor-
den getild.
Kookvlakken met rand
46
Dichting tussen het kookvlak en het
werkblad
De dichting onder de rand van het bo-
venste deel van het toestel garandeert
voldoende afdichting ten opzichte van
het werkblad.
Het toestel mag in geen geval met
voegdichtingsmiddel (bijv. silicone)
worden afgedicht.
Het toestel en het werkblad zouden
dan beschadigd kunnen raken wan-
neer het toestel moet worden verwij-
derd.
Betegeld werkblad
De voegen � en het gearceerde deel
onder de ondersteuning van het kook-
vlak moeten glad en effen zijn, zodat
het kookvlak er gelijkmatig op ligt en de
dichting onder de rand van het boven-
ste deel van het toestel voldoende af-
dichting garandeert ten opzichte van
het werkblad.
Kookvlakken met rand
47
Inbouwafmetingen
KM 6017
�Voorkant
� Inbouwhoogte
�Ruimte voor bevestigingselementen
en de kabel
�Getrapte frezing
Hoekradius van het uitgefreesde werk-
blad � R4
Afmetingen voor de uitsparing
in een werkblad uit natuursteen
Kookvlakken zonder rand voor vlakke inbouw
48
Een kookvlak zonder rand is enkel
geschikt voor inbouw in natuursteen
(graniet, marmer), massief hout en
betegelde werkbladen. Bij werk-
bladen van andere materialen
vraagt u de fabrikant of het werk-
blad geschikt is voor vlakke inbouw
van een kookvlak zonder rand.
De breedtedagmaat van de onder-
kast moet minstens zo breed zijn als
de binnenste werkbladuitsparing
(zie rubriek "Inbouwafmetingen"), zo-
dat het kookvlak na de inbouw vrij
toegankelijk is langs onderen en de
onderkast kan worden weggenomen
voor onderhoudsdoeleinden.
Als het kookvlak niet vrij toegankelijk
is langs onderen, moet het voeg-
dichtingsmiddel worden verwijderd
om het kookvlak te kunnen verwij-
deren voor onderhoudsdoeleinden.
Het kookvlak wordt
– rechtstreeks geplaatst in een correct
uitgefreesd werkblad uit natuursteen.
– met houten lijsten bevestigd in de uit-
sparing in een werkblad uit massief
hout/betegeld werkblad. Deze lijsten
worden niet bij het toestel meegele-
verd.
Neem in elk geval de volgende
detailtekeningen in acht voor de uit-
sparing in het werkblad!
Kookvlakken zonder rand voor vlakke inbouw
49
De uitsparing in het werkblad
aanbrengen en het kookvlak
plaatsen
Werkblad uit natuursteen
�Werkblad
�Kookvlak
�Voeg
Omdat voor de glaskeramiekplaat en
de uitsparing in het werkblad een ze-
kere tolerantie geldt, kan de voeg-
breedte � variëren (minimum 1 mm).
� Maak een uitsparing in het werkblad
zoals op de afbeeldingen.
� Voer de aansluitkabel van het kook-
vlak naar onderen door de uitsparing.
� Sluit het kookvlak � aan op het for-
nuis (zie rubriek "Aansluiting op het
fornuis").
� Plaats het kookvlak in de uitsparing
en centreer het.
� Ga na of het kookvlak correct werkt.
� Vul de resterende voeg � met een
temperatuurbestendige (minstens
160 °C) siliconenkit.
Gebruik uitsluitend een siliconenkit
voor het afdichten van voegen die
geschikt is voor natuursteen en volg
de instructies van de fabrikant van
de kit.
Kookvlakken zonder rand voor vlakke inbouw
50
Werkblad uit massief hout / betegeld
werkblad
�Werkblad
�Kookvlak
�Voegbreedte
�Houten lijsten 13 mm
(niet meegeleverd)
Omdat voor de glaskeramiekplaat en
de uitsparing in het werkblad een ze-
kere tolerantie geldt, kan de voeg-
breedte � variëren (minimum 1 mm).
� Maak een uitsparing in het werkblad
zoals op de afbeeldingen.
� Bevestig de houten lijst � 7 mm on-
der de bovenkant van het werkblad
(zie afbeelding).
� Voer de aansluitkabel van het kook-
vlak naar onderen door de uitsparing.
� Sluit het kookvlak � aan op het for-
nuis (zie rubriek "Aansluiting op het
fornuis").
� Plaats het kookvlak in de uitsparing
en centreer het.
� Ga na of het kookvlak correct werkt.
� Vul de resterende voeg � met een
temperatuurbestendige (minstens
160 °C) siliconenkit.
Hou rekening met de opmerkingen
van de fabrikant van de siliconenkit
voor het afdichten van voegen.
Gebruik bij tegels van natuursteen
uitsluitend een siliconenkit voor het
afdichten van voegen die geschikt is
voor natuursteen.
Kookvlakken zonder rand voor vlakke inbouw
51
Na de inbouw van het kookvlak moet
worden gecontroleerd dat de onderzij-
de van het toestel niet kan worden aan-
geraakt.
Daarom moet er een frontpaneel en een
beschermbodem worden aangebracht
wanneer
– het toestel breder is dan de oven/het
fornuis.
– de oven/het fornuis die/dat eronder
ingebouwd is, inspringt ten opzichte
van het toestel.
De minimumafstand vanaf de bovenzij-
de van het werkblad tot de
beschermbodem moet 55 mm bedra-
gen.
Tussen de bodem en de achterwand
moet een luchtspleet van 10 mm in acht
worden genomen.
Beschermbodem
52
De aansluitkabel van het kookvlak heeft
een stekker aan het uiteinde. Steek
deze in de stekkerbus van het desbe-
treffende fornuis.
De aarddraad wordt mee aangesloten
via de stekker.
De stekker en de stekkerbus zijn zo
ontworpen dat de pinbezetting niet kan
worden gewijzigd.
Probeer nooit de stekker met brute
kracht in te steken.
De EMC-aarding � (elektromagne-
tische compatibiliteit), die aan de on-
derzijde van het kookvlak (niet bij elk
type) bevestigd is, moet met de
kabelschoen op het toestel worden
aangesloten.
Aansluiting op het fornuis
53
Het toestel mag uitsluitend door een
vakman of vakvrouw die op de
hoogte is van
elektriciteitsaansluitingen, worden
aangesloten op het fornuis. Hij of zij
is op de hoogte van de nationale
voorschriften en de voorschriften
van de plaatselijke elektriciteits-
maatschappij, en hij of zij neemt
deze strikt in acht.
Miele kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor rechtstreekse of
onrechtstreekse schade als gevolg
van een ondeskundig uitgevoerde
inbouw of door een verkeerde aan-
sluiting.
Miele kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die werd ver-
oorzaakt doordat de aardleiding on-
derbroken was of gewoon ontbrak.
Er bestaat in dat geval onder andere
gevaar voor elektrische schokken.
Na de montage moet worden ge-
controleerd dat onder spanning
staande onderdelen niet kunnen
worden aangeraakt.
Totaal vermogen
zie typeplaatje
Aansluitgegevens en elektriciteitsnet
De vereiste aansluitgegevens vindt u
op het typeplaatje van het fornuis. Deze
gegevens moeten overeenstemmen
met de gegevens van het elektriciteits-
net.
Zekering
zie gebruiks- en montageaanwijzing
van het fornuis
Verliesstroomschakelaar
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha-
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor te schakelen voor het toe-
stel.
Elektrische aansluiting
54
Scheidingssysteem
Het toestel moet via een schakelaar
met alle polen kunnen worden losge-
koppeld van het elektriciteitsnet! (De
contactopening in uitgeschakelde toe-
stand moet ten minste 3 mm bedra-
gen.) Geschikte schakelaars zijn
overstroombeveiligingen en verlies-
stroomschakelaars.
Van het elektriciteitsnet loskoppelen
Als het stroomcircuit van het toestel van
het elektriciteitsnet dient te worden los-
gekoppeld, gaat u afhankelijk van de
installatie als volgt te werk:
– Smeltzekeringen
Neem de inzetstukken helemaal uit
de schroefkappen. of:
– Automaat met schroefzekeringen
Druk op de testknop (rood) totdat de
middelste knop (zwart) uitspringt.
of:
– Inbouwzekeringsautomaat
(installatieautomaat, min. type B of
C!): Zet de hendel van 1 (aan) op 0
(uit). of:
– Verliesstroomschakelaar
(aardlekschakelaar)
Zet de hoofdschakelaar van 1 (aan)
op 0 (uit) of druk op de testtoets.
Zorg dat de netspanning niet per
ongeluk weer kan worden ingescha-
keld.
Elektrische aansluiting
55
Neem bij storingen of problemen die u niet zelf kunt verhelpen, contact op met:
– uw Miele-handelaar of
– de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Het telefoonnummer van de dienst Herstellingen aan huis van Miele vindt u op
de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Neemt u contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele, geef dan al-
tijd het toesteltype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Kleef hier het meegeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming overeen-
stemt met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing.
Duur en voorwaarden van de garantie
De duur van de garantie bedraagt 2 jaar. Meer informatie vindt u in de meegele-
verde garantievoorwaarden.
Dienst Herstellingen aan huis, typeplaatje, garantie
56
57
Informations relatives aux tables de cuisson électriques domes‐tiquesselon règlement (UE) N°66/2014
MIELE
Identification du modèle KM 6003
Nombre de foyers et/ou zones de cuisson 4
Pour les foyers en forme de cercle : diamètre delasurface/ du foyer utilePour les foyers/zones qui ne sont pas en forme deecrcle : longueur et largeur de la surface/ du foyerutile L/W
1. = Ø 120 / Ø 210 mm2. = Ø 145 mm3. = Ø 170 / 170x265 mm4. = Ø 145 mm5. =6. =
Consommation d'énergie par foyer ou zone decuisson par kg (ECcuisson électrique)
1. = 188,0 Wh/kg2. = 191,1 Wh/kg3. = 194,4 Wh/kg4. = 191,1 Wh/kg
Consommation d'énergie de la table de cuissonpar kg (ECplaque électrique)
191,2 Wh/kg
Informations relatives aux tables de cuisson électriques domes‐tiquesselon règlement (UE) N°66/2014
MIELE
Identification du modèle KM 6012
Nombre de foyers et/ou zones de cuisson 4
Pour les foyers en forme de cercle : diamètre delasurface/ du foyer utilePour les foyers/zones qui ne sont pas en forme deecrcle : longueur et largeur de la surface/ du foyerutile L/W
1. = Ø 120 / Ø 210 mm2. = Ø 145 mm3. = Ø 180 mm4. = Ø 145 mm5. =6. =
Consommation d'énergie par foyer ou zone decuisson par kg (ECcuisson électrique)
1. = 188,0 Wh/kg2. = 191,1 Wh/kg3. = 193,7 Wh/kg4. = 191,1 Wh/kg
Consommation d'énergie de la table de cuissonpar kg (ECplaque électrique)
191,0 Wh/kg
58
Informations relatives aux tables de cuisson électriques domes‐tiquesselon règlement (UE) N°66/2014
MIELE
Identification du modèle KM 6013
Nombre de foyers et/ou zones de cuisson 4
Pour les foyers en forme de cercle : diamètre delasurface/ du foyer utilePour les foyers/zones qui ne sont pas en forme deecrcle : longueur et largeur de la surface/ du foyerutile L/W
1. = Ø 120 / Ø 210 mm2. = Ø 145 mm3. = Ø 170 / 170x265 mm4. = Ø 145 mm5. =6. =
Consommation d'énergie par foyer ou zone decuisson par kg (ECcuisson électrique)
1. = 188,0 Wh/kg2. = 191,1 Wh/kg3. = 194,4 Wh/kg4. = 191,1 Wh/kg
Consommation d'énergie de la table de cuissonpar kg (ECplaque électrique)
191,2 Wh/kg
Informations relatives aux tables de cuisson électriques domes‐tiquesselon règlement (UE) N°66/2014
MIELE
Identification du modèle KM 6017
Nombre de foyers et/ou zones de cuisson 4
Pour les foyers en forme de cercle : diamètre delasurface/ du foyer utilePour les foyers/zones qui ne sont pas en forme deecrcle : longueur et largeur de la surface/ du foyerutile L/W
1. = Ø 120 / Ø 210 mm2. = Ø 145 mm3. = Ø 170 / 170x265 mm4. = Ø 145 mm5. =6. =
Consommation d'énergie par foyer ou zone decuisson par kg (ECcuisson électrique)
1. = 188,0 Wh/kg2. = 191,1 Wh/kg3. = 194,4 Wh/kg4. = 191,1 Wh/kg
Consommation d'énergie de la table de cuissonpar kg (ECplaque électrique)
191,2 Wh/kg
59
Informations relatives aux tables de cuisson électriques domes‐tiquesselon règlement (UE) N°66/2014
MIELE
Identification du modèle KM 6023
Nombre de foyers et/ou zones de cuisson 4
Pour les foyers en forme de cercle : diamètre delasurface/ du foyer utilePour les foyers/zones qui ne sont pas en forme deecrcle : longueur et largeur de la surface/ du foyerutile L/W
1. = Ø 120 / Ø 210 mm2. = Ø 145 mm3. = Ø 170 / 170x265 mm4. = Ø 145 mm5. =6. =
Consommation d'énergie par foyer ou zone decuisson par kg (ECcuisson électrique)
1. = 188,0 Wh/kg2. = 191,1 Wh/kg3. = 194,4 Wh/kg4. = 191,1 Wh/kg
Consommation d'énergie de la table de cuissonpar kg (ECplaque électrique)
191,2 Wh/kg
Informations relatives aux tables de cuisson électriques domes‐tiquesselon règlement (UE) N°66/2014
MIELE
Identification du modèle KM 6023 LPT
Nombre de foyers et/ou zones de cuisson 4
Pour les foyers en forme de cercle : diamètre delasurface/ du foyer utilePour les foyers/zones qui ne sont pas en forme deecrcle : longueur et largeur de la surface/ du foyerutile L/W
1. = Ø 120 / Ø 210 mm2. = Ø 145 mm3. = Ø 170 / 170x265 mm4. = Ø 145 mm5. =6. =
Consommation d'énergie par foyer ou zone decuisson par kg (ECcuisson électrique)
1. = 188,0 Wh/kg2. = 191,1 Wh/kg3. = 194,4 Wh/kg4. = 191,1 Wh/kg
Consommation d'énergie de la table de cuissonpar kg (ECplaque électrique)
191,2 Wh/kg
60
Informations relatives aux tables de cuisson électriques domes‐tiquesselon règlement (UE) N°66/2014
MIELE
Identification du modèle KM 6024
Nombre de foyers et/ou zones de cuisson 4
Pour les foyers en forme de cercle : diamètre delasurface/ du foyer utilePour les foyers/zones qui ne sont pas en forme deecrcle : longueur et largeur de la surface/ du foyerutile L/W
1. = Ø 210 mm2. = Ø 145 mm3. = Ø 170 / 170x265 mm4. = Ø 145 mm5. =6. =
Consommation d'énergie par foyer ou zone decuisson par kg (ECcuisson électrique)
1. = 188,0 Wh/kg2. = 191,1 Wh/kg3. = 194,4 Wh/kg4. = 191,1 Wh/kg
Consommation d'énergie de la table de cuissonpar kg (ECplaque électrique)
191,2 Wh/kg
Informations relatives aux tables de cuisson électriques domes‐tiquesselon règlement (UE) N°66/2014
MIELE
Identification du modèle KM 6024 LPT
Nombre de foyers et/ou zones de cuisson 4
Pour les foyers en forme de cercle : diamètre delasurface/ du foyer utilePour les foyers/zones qui ne sont pas en forme deecrcle : longueur et largeur de la surface/ du foyerutile L/W
1. = Ø 210 mm2. = Ø 145 mm3. = Ø 170 / 170x265 mm4. = Ø 145 mm5. =6. =
Consommation d'énergie par foyer ou zone decuisson par kg (ECcuisson électrique)
1. = 188,0 Wh/kg2. = 191,1 Wh/kg3. = 194,4 Wh/kg4. = 191,1 Wh/kg
Consommation d'énergie de la table de cuissonpar kg (ECplaque électrique)
191,2 Wh/kg
61
Informations relatives aux tables de cuisson électriques domes‐tiquesselon règlement (UE) N°66/2014
MIELE
Identification du modèle KM 6031
Nombre de foyers et/ou zones de cuisson 4
Pour les foyers en forme de cercle : diamètre delasurface/ du foyer utilePour les foyers/zones qui ne sont pas en forme deecrcle : longueur et largeur de la surface/ du foyerutile L/W
1. = Ø 145 / Ø 210 mm2. = Ø 145 mm3. = Ø 170 / 170x265 mm4. = Ø 180 mm5. =6. =
Consommation d'énergie par foyer ou zone decuisson par kg (ECcuisson électrique)
1. = 188,0 Wh/kg2. = 191,1 Wh/kg3. = 194,4 Wh/kg4. = 193,7 Wh/kg
Consommation d'énergie de la table de cuissonpar kg (ECplaque électrique)
191,8 Wh/kg
Informations relatives aux tables de cuisson électriques domes‐tiquesselon règlement (UE) N°66/2014
MIELE
Identification du modèle KM 6032
Nombre de foyers et/ou zones de cuisson 4
Pour les foyers en forme de cercle : diamètre delasurface/ du foyer utilePour les foyers/zones qui ne sont pas en forme deecrcle : longueur et largeur de la surface/ du foyerutile L/W
1. = Ø 145 / Ø 210 mm2. = Ø 145 mm3. = Ø 170 / 170x265 mm4. = Ø 180 mm5. = 180x330 mm6. =
Consommation d'énergie par foyer ou zone decuisson par kg (ECcuisson électrique)
1. = 188,0 Wh/kg2. = 191,1 Wh/kg3. = 194,4 Wh/kg4. = 193,7 Wh/kg
Consommation d'énergie de la table de cuissonpar kg (ECplaque électrique)
191,8 Wh/kg
62
Informations relatives aux tables de cuisson électriques domes‐tiquesselon règlement (UE) N°66/2014
MIELE
Identification du modèle KM 6013 LPT
Nombre de foyers et/ou zones de cuisson 4
Pour les foyers en forme de cercle : diamètre delasurface/ du foyer utilePour les foyers/zones qui ne sont pas en forme deecrcle : longueur et largeur de la surface/ du foyerutile L/W
1. = Ø 120 / Ø 210 mm2. = Ø 145 mm3. = Ø 170 / 170x265 mm4. = Ø 145 mm5. =6. =
Consommation d'énergie par foyer ou zone decuisson par kg (ECcuisson électrique)
1. = 188,0 Wh/kg2. = 191,1 Wh/kg3. = 194,4 Wh/kg4. = 191,1 Wh/kg
Consommation d'énergie de la table de cuissonpar kg (ECplaque électrique)
191,2 Wh/kg
Informations relatives aux tables de cuisson électriques domes‐tiquesselon règlement (UE) N°66/2014
MIELE
Identification du modèle KM 6002
Nombre de foyers et/ou zones de cuisson 4
Pour les foyers en forme de cercle : diamètre delasurface/ du foyer utilePour les foyers/zones qui ne sont pas en forme deecrcle : longueur et largeur de la surface/ du foyerutile L/W
1. = Ø 120 / Ø 210 mm2. = Ø 145 mm3. = Ø 180 mm4. = Ø 145 mm5. =6. =
Consommation d'énergie par foyer ou zone decuisson par kg (ECcuisson électrique)
1. = 188,0 Wh/kg2. = 191,1 Wh/kg3. = 193,7 Wh/kg4. = 191,1 Wh/kg
Consommation d'énergie de la table de cuissonpar kg (ECplaque électrique)
191,0 Wh/kg
63
KM 6002 / KM 6003 / KM 6012 / KM 6013 / KM 6017
KM 6023 / KM 6024 / KM 6031 / KM 6032
M.-Nr. 09 610 941 / 00nl - BE