Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad · Titel interventie * 4 Samenvatting Eén A-4tje, max 600...

23
In de put, uit de put Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Werkblad, versie mei 2015 Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende kennisinstituten:

Transcript of Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad · Titel interventie * 4 Samenvatting Eén A-4tje, max 600...

  • In de put, uit de put

    Werkblad beschrijving interventie

    Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad

    Werkblad, versie mei 2015

    Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende kennisinstituten:

  • Titel interventie * 2

    Colofon

    Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie

    Naam organisatie: Trimbos-instituut

    E-mail: [email protected]

    Telefoon: 030 – 297 11 00

    Website (van de interventie):

    Contactpersoon

    Vul hier de contactpersoon voor de interventie in.

    Naam : Suzanne Lokman

    E-mail : [email protected]

    Telefoon : 030-2971100

    Referentie in verband met publicatie

    Naam auteur interventiebeschrijving: Hester Duivis en Suzanne Lokman

    Titel interventie: In de put, uit de put

    Databank(en):

    Plaats, instituut: Utrecht, Trimbos-instituut

    Datum: 03-11-2016

    Het werkblad is een invulformulier voor het maken van een interventiebeschrijving, geordend naar

    onderwerp (doelgroep, doel, enzovoort). De onderwerpen volgen de criteria voor beoordeling.

    De interventiebeschrijving is een samenvatting van de beschikbare schriftelijke informatie over de interventie

    voor de bezoeker van de databanken effectieve interventies en voor de erkenningscommissie interventies.

    De informatie is van belang voor de beoordeling van de kwaliteit, effectiviteit en randvoorwaarden van de

    interventie.

    Kijk bij het invullen in de handleiding die bij dit werkblad hoort.

    mailto:[email protected]

  • Titel interventie * 3

    Inhoud

    Colofon .............................................................................................................................................................. 2

    Inhoud ................................................................................................................................................................ 3

    Samenvatting .................................................................................................................................................... 4 Korte samenvatting van de interventie .......................................................................................................... 4 Doelgroep ...................................................................................................................................................... 4 Doel ............................................................................................................................................................... 4 Aanpak ........................................................................................................................................................... 4 Materiaal ........................................................................................................................................................ 4 Onderbouwing ............................................................................................................................................... 4 Onderzoek ..................................................................................................................................................... 4

    1. Uitgebreide beschrijving ......................................................................................................................... 6 Beschrijving interventie .................................................................................................................................. 6 1.1 Doelgroep .............................................................................................................................................. 6 1.2 Doel ..................................................................................................................................................... 7 1.3 Aanpak ................................................................................................................................................ 7

    2. Uitvoering ................................................................................................................................................ 10

    3. Onderbouwing ........................................................................................................................................ 13

    4. Onderzoek ............................................................................................................................................... 15 4.1 Onderzoek naar de uitvoering ........................................................................................................... 15 4.2 Onderzoek naar de behaalde effecten .............................................................................................. 16

    5. Samenvatting werkzame elementen ..................................................................................................... 19

    6. Aangehaalde literatuur........................................................................................................................... 20

    7. Praktijkvoorbeeld ................................................................................................................................... 23

  • Titel interventie * 4

    Samenvatting Eén A-4tje, max 600 woorden

    Korte samenvatting van de interventie – max 150 woorden

    In de put, uit de put is een cursus voor volwassenen met depressieve klachten. Het doel van de cursus is het

    verminderen of verhelpen van depressieve klachten, waarmee de kans op het ontstaan van een depressie

    afneemt. In de put, uit de put is gebaseerd op de sociaal-leren theorie, cognitieve therapie en sociale

    vaardigheidstraining. Inhoudelijk staat het leren van specifieke vaardigheden in zelfobservatie en

    zelfverandering centraal. De aandacht gaat uit naar de gezondheid en de mogelijkheden van de deelnemer

    en niet de depressie. In 6 bijeenkomsten komen verschillende thema’s aan bod: 1) denken, doen en voelen;

    2) doen, denken en stemming; 3) denken en stemming; 4) positief leren denken, assertiviteit en stemming;

    5) assertiviteit in de praktijk en; 6) winst behouden. Na 6 weken is er een terugkombijeenkomst. De cursus

    kan zowel in groepsverband als zelfstandig (met eventuele ondersteuning) worden gebruikt.

    Doelgroep – max 50 woorden De cursus is bedoeld voor volwassenen met een subklinische depressie. Subklinisch houdt in dat de cliënt

    wel enkele depressieklachten heeft, maar dat deze niet voldoen aan de criteria van een depressieve

    stoornis.

    Doel – max 50 woorden In de put, uit de put heeft tot doel depressieve klachten bij volwassenen te verhelpen of te verminderen,

    waarmee de kans op het ontstaan van een depressie afneemt.

    Aanpak – max 50 woorden

    In 6 bijeenkomsten en een terugkombijeenkomst na 6 weken leren cursisten vaardigheden en technieken

    om hun depressieve klachten te verminderen. Cursisten leren wat depressieve klachten zijn, hoe deze

    ontstaan en hoe deze te beïnvloeden zijn. Tussen de bijeenkomsten door maken cursisten

    huiswerkopdrachten om de geleerde vaardigheden in de praktijk toe te passen.

    Materiaal – max 50 woorden · Wilschut, N., Dijkstra, M., Ruiter, M., & Cuijpers, P. (2011) Handreiking voor coördinatoren en

    cursusbegeleiders, met daarin het draaiboek van de Cursus.

    · Cuijpers, P. & Wilschut, N. (2011) In de put uit de put. Zelf depressiviteit overwinnen. Cursusboek voor

    deelnemers.

    Onderbouwing – max 150 woorden Let op: dit onderdeel hoeft niet ingevuld te worden voor erkenning op niveau ‘Goed beschreven’.

    Een depressie vermindert de kwaliteit van leven van het individu en zijn omgeving en gaat gepaard met aanzienlijke maatschappelijke kosten. Subklinische depressieve klachten zijn een belangrijke voorspeller van een depressie in het daarop volgende jaar (Cuijpers & Smit, 2004). Omdat een subklinische depressie zich goed laat beïnvloeden is het van belang deze tijdig te signaleren en preventieve interventies aan te bieden (Smit et al, 2001). Het verminderen of verhelpen van depressieve klachten draagt bij aan het voorkomen van depressie. Om depressieve klachten te verminderen of te verhelpen, en daarmee de kans op het ontstaan van een depressie te verminderen, leren volwassenen binnen de cursus In de put, uit de put verschillende vaardigheden, zoals ontspannen, plezierige activiteiten ondernemen, positief/constructief denken en sociale

    vaardigheden. De technieken die hiervoor worden gebruikt zijn afkomstig uit verschillende, bij depressie(ve

    klachten) effectief gebleken theorieën en methoden, zoals de sociaal leren theorie, cognitieve

    gedragstherapie en de probleemoplossende therapie.

    Onderzoek – max 100 woorden

  • Titel interventie * 5

    In Nederland is een eerdere, langere versie van de groepsinterventie In de put, uit de put (en specifiek voor

    55+) onderzocht. Het onderzoek liet zien dat deelnemers na de interventie minder depressieve klachten

    hadden vergeleken met een controlegroep. Na 12 tot 14 maanden na de interventie bestond dit verschil nog

    steeds bij de deelnemers die laag scoorden op depressieve klachten bij de start van het onderzoek.

    Uit één onderzoek blijkt dat de cursus geen effect had op de incidentie van depressie 12 maanden na de

    cursus. Een meta-analyse naar verschillende varianten van de cursus Omgaan met Depressie (waaronder In

    de put, uit de put) toont dat deze cursus effectief depressieve klachten vermindert en het ontstaan van

    depressies voorkomt.

  • Titel interventie * 6

    1. Uitgebreide beschrijving

    Beschrijving interventie

    Het werkblad is ook geschikt voor een samenvattende beschrijving van complexe of samengestelde

    interventies. Dit zijn interventies die uit twee of meer afzonderlijke onderdelen bestaan. Denk aan

    interventies met aparte onderdelen voor verschillende doelgroepen, zoals een leefstijlinterventie die zowel

    gericht is op de community als op de school als op de individuele docent. Of aan interventies met

    verschillende modules die bij een doelgroep ‘op maat’ worden toegepast.

    Naarmate er meer onderdelen zijn is het aan te bevelen de structuur visueel weer te geven in een schema.

    Dit geldt met name voor de subdoelen en voor de aanpak van de interventie. Zie ook de aanwijzingen in de

    handleiding.

    1.1 Doelgroep

    Uiteindelijke doelgroep – max 100 woorden

    Wat is de uiteindelijke doelgroep van de interventie?

    De cursus is bedoeld voor volwassenen met een subklinische depressie. Subklinisch houdt in dat de cliënt

    wel enkele depressieklachten heeft, maar dat deze niet voldoen aan de criteria van een depressieve

    stoornis.

    De ernst van de depressieve klachten is vast te stellen met de Centre for Epidemiological Studies

    Depression Scale (CES-D). Een score van 16 of hoger is indicatief voor de aanwezigheid van een klinische

    depressie.

    Intermediaire doelgroep – max 100 woorden

    Zijn er intermediaire doelgroepen? Zo ja, welke?

    Nee

    Selectie van doelgroepen – max 250 woorden

    Hoe wordt de (intermediaire)doelgroep geselecteerd? Zijn er contra-indicaties? Zo ja, welke?

    Mensen die zich aanmelden voor de cursus worden eerst gescreend door

    middel van een kennismakingsgesprek. Bij de beoordeling of iemand deel

    kan nemen aan de cursus zijn de volgende inclusie- en exclusiecriteria richtinggevend.

    Inclusiecriteria zijn:

    • Gemotiveerd zijn om zelf iets aan de eigen klachten te veranderen

    • Voldoende (intellectuele) capaciteiten bezitten om de cursus te volgen (zelfreflectie, zeker

    abstractievermogen, huiswerk)

    • Zelfstandig opdrachten kunnen uitvoeren

    • In een groep kunnen functioneren (zich kunnen uiten en kunnen luisteren naar anderen)

    Criteria om mensen uit te sluiten van deelname aan de cursus zijn:

    • Ernstige depressies (een score van 45 of hoger op de CES-D is een indicatie van een mogelijk ernstige

    depressie)

    • Bipolaire stoornissen

    • Dreigende suïcidaliteit of een crisissituatie

    • Psychotische kenmerken of verslavingsproblemen

    • Een andere psychiatrische aandoening op de voorgrond, bijvoorbeeld angststoornissen en obsessief-

    compulsieve stoornissen

    • Ernstige gehoorstoornissen of slechtziendheid

    • Lees- en/of leermoeilijkheden

  • Titel interventie * 7

    • Recent verlies van een dierbare en waarbij de depressieve periode deel is van het verwerkingsproces.

    Medicatie gebruik is geen bezwaar voor deelname.

    In de praktijk worden deze criteria als richtlijn gebruikt. Uiteindelijk is het aan cursusbegeleiders om in te

    schatten of iemand de capaciteiten en de mogelijkheden heeft om aan de cursus deel te nemen.

    Betrokkenheid doelgroep – max 150 woorden

    Was de doelgroep betrokken bij de (door)ontwikkeling van de interventie, en op welke manier?

    Bij de doorontwikkeling zijn de cursus In de put, uit de put voor volwassenen en de cursus In de put, uit de

    put 55+ gecombineerd tot één interventie. Een van de aanleidingen voor deze samenvoeging was de

    werkwijze van veel GGZ-instellingen in de praktijk. Zij gaven de cursus al jarenlang met succes voor één

    leeftijdsgroep. Oftewel, de werkwijze van veel GZZ-instellingen is meegenomen in de doorontwikkeling.

    Daarnaast heeft een van de auteurs van de handreiking en het cursusboek veel ervaring met de uitvoering

    van de cursus in de praktijk. De einddoelgroep is niet bij de doorontwikkeling betrokken geweest.

    1.2 Doel

    Hoofddoel – max 100 woorden

    Wat is het hoofddoel van de interventie?

    In de put, uit de put heeft tot doel depressieve klachten bij volwassenen te verhelpen of te verminderen,

    waarmee de kans op het ontstaan van een depressie afneemt.

    Subdoelen – max 350 woorden

    Wat zijn de subdoelen van de interventie? Indien van toepassing: welke subdoelen horen bij welke

    intermediaire doelgroepen of subdoelgroep(en)?

    Subdoelen

    Het verminderen of verhelpen van depressieve klachten wordt mogelijk door het zich eigen maken van

    verschillende inzichten, vaardigheden en technieken. Na afloop van deelname aan de cursus In de put, uit

    de put beschikt de cursist over:

    • Inzicht in het ontstaan van depressieve klachten en het verband tussen denken, doen en voelen.

    • Technieken om beter te ontspannen.

    • Technieken om meer plezierige activiteiten te ondernemen en te plannen.

    • Technieken om piekeren te verminderen.

    • Vaardigheid in constructief denken: het opsporen van gedachten die de stemming verslechteren en deze

    veranderen in gedachten die de stemming verbeteren.

    • Vaardigheid in het omgaan met problemen die mogelijk worden ondervonden in contacten met anderen.

    • Meer assertiviteit door gedachten en gevoelens te uiten, op te komen voor zichzelf en daarbij rekening te

    houden met anderen.

    • Vaardigheid om het geleerde in de cursus vast te houden in de toekomst.

    1.3 Aanpak

    Opzet van de interventie – max 200 woorden

    Hoe is de opzet van de interventie en wat is de omvang (duur, aantal contacten – indien van toepassing)?

    Voeg eventueel een schema toe als bijlage.

    De cursus In de put, uit de put bestaat uit 6 wekelijkse bijeenkomsten van 2 uur en een

    terugkombijeenkomst na 6 weken.

    De volgende onderwerpen aan de orde (in deze volgorde):

    • Wat is depressiviteit

    • Denken, voelen, doen en stemming

  • Titel interventie * 8

    • Doen, denken en stemming

    • Denken en stemming

    • Positief leren denken, assertiviteit en stemming

    • Assertiviteit en andere sociale vaardigheden

    • Resultaten vasthouden

    Inhoud van de interventie – max 1200 woorden

    Welke concrete activiteiten worden uitgevoerd en -eventueel- in welke volgorde? Geef geen uitputtende

    beschrijving van activiteiten; het is voldoende als de lezer zich een beeld kan vormen van wat er gedaan

    wordt en hoe dit gedaan wordt.

    Indien van toepassing per onderdeel samenvatten. Vergeet niet aandacht te besteden aan de werving.

    Bij interventies op maat: geef aan wat op basis van welke criteria wanneer wordt uitgevoerd. Geef ook aan

    wat minimaal moet worden uitgevoerd om de gestelde doelen te behalen.

    Achtereenvolgens behandelt de cursus In de put, uit de put de volgende onderwerpen:

    0. Depressiviteit

    Ter voorbereiding lezen de cursisten informatie over wat een depressie is, hoe het ontstaat en hoe

    het in stand blijft. Aan bod komt wat de belangrijkste problemen zijn die met depressiviteit te maken

    hebben. Elke cursist kan voor zichzelf bepalen welke problemen voor hem/haar een rol spelen.

    1. Denken, doen en voelen en uw stemming

    De cursisten maken kennis met de theorie waarop de cursus gebaseerd is (o.a. het Denken-Voelen-

    Doen model). Ook gaat het over de relatie tussen plezierige activiteiten en stemming. De cursist

    leert wat verschillende soorten plezierige activiteiten zijn en manieren om meer plezierige activiteiten

    te ondernemen.

    2. Denken, doen en uw stemming

    Cursisten leren meer plezierige activiteiten kiezen, plannen en doen. Tevens krijgen ze inzicht in de

    relatie tussen denken en hun stemming. Het ontdekken van eigen (niet-helpende) gedachten en

    negatieve, niet-helpende denkpatronen komt daarnaast aan de orde.

    3. Denken en uw stemming

    Er is nogmaals aandacht voor de relatie tussen denken en stemming, Cursisten leren niet-helpende

    denkpatronen te doorbreken en krijgen technieken om helpende gedachten te vermeerderen en

    piekeren te stoppen.

    4. Positief leren denken, assertiviteit en uw stemming

    Cursisten gaan verder aan de slag met de technieken voor meer positieve, helpende gedachten. Ze

    krijgen inzicht in (hun eigen) assertiviteit en wat opkomen voor jezelf voor rol kan spelen in de

    omgang met andere mensen.

    5. Assertiviteit in de praktijk en andere sociale vaardigheden

    Cursisten leren hoe ze assertief kunnen zijn.

    6. Winst behouden

    Cursisten worden zich bewust hoe ze het geleerde in de toekomst kunnen vasthouden, wat

    mogelijke signalen zijn voor terugval en hoe voorbereiding op belangrijke levensgebeurtenissen

    mogelijk is..

    Opdrachten

    Na elke bijeenkomst zijn er opdrachten waar de cursist thuis mee aan de slag gaat. Daarbij zijn er een aantal

    extra opdrachten gegeven voor cursisten die iets dieper op bepaalde onderwerpen en vaardigheden willen

    ingaan. Elke week komt de "Hoe voel ik me per dag"-opdracht terug. Hierbij geeft de cursist elke dag met

    een cijfer aan hoe hij/zij zich die dag voelt, met eventueel daarbij een toelichting. Met deze opdracht kan een

    cursist zijn/haar stemming meten en wordt eventuele vooruitgang inzichtelijk gemaakt. Tijdens de cursus

    worden cursisten aangespoord om eenmaal uitgevoerde oefeningen gedurende en na afloop van de cursus

    te blijven herhalen. Aan het begin van elke bijeenkomst is er aandacht voor de huiswerkopdrachten en de in

    de praktijk geoefende vaardigheden.

  • Titel interventie * 9

    Geadviseerd wordt om bijeenkomst 1, 2 en 3 wekelijks en bijeenkomst 4, 5 en 6 om de week te houden. Op

    deze wijze krijgt de cursist langer de tijd om zich de stof en de vaardigheden eigen te maken en hiermee in

    het eigen leven aan de slag te gaan.

  • Titel interventie * 10

    2. Uitvoering

    Materialen – max 200 woorden

    Welke materialen zijn beschikbaar voor de uitvoering, werving en evaluatie van de interventie?

    Cursistenboek In de put uit de put. Zelf depressiviteit overwinnen

    Te verkrijgen via de webwinkel van het Trimbos-instituut. Kosten: €31,10 (prijs 2016)

    In de put uit de put. Zelf depressiviteit overwinnen

    Een handreiking voor coördinatoren en begeleiders van de cursus in de put uit de put

    Te verkrijgen via de webwinkel van het Trimbos-instituut. Kosten: €39,95 (prijs 2016)

    Locatie en type organisatie – max 200 woorden

    Waar kan de interventie uitgevoerd worden en welk(e) soort(en) organisatie(s) kan/kunnen de interventie

    uitvoeren?

    Doordat In de put, uit de put zowel in de vorm van een groepscursus als individueel te volgen is, kunnen

    verschillende type organisaties de cursus aanbieden. De huisartsenzorg heeft een belangrijke taak in de

    aanpak van lichte, psychische klachten en is daarmee een uitermate geschikte plek voor de uitvoering van In

    de put, uit de put. Ook GGZ-instellingen kunnen de cursus aanbieden, alhoewel het budget voor preventie bij

    steeds meer van deze instellingen er niet of beperkt (meer) is. Voorbeelden van andere type instellingen die

    de cursus aanbieden, zijn: een bibliotheek, buurt-/wijkhuis, algemeen maatschappelijk werk of thuiszorg,

    Stichting Welzijn Ouderen of verzorgingshuizen.

    Opleiding en competenties van de uitvoerders – max 200 woorden

    Wie zijn de uitvoerders en welke opleiding en competenties hebben zij nodig?

    De cursus wordt bij voorkeur door twee begeleiders gegeven. De volgende eisen wat betreft kennis en

    vaardigheden van cursusbegeleiders worden in de handreiking genoemd:

    · Professional met HBO- of universitair opleidingsniveau

    · Onderschrijven van en kunnen werken met de cognitief gedragstherapeutische principes van de cursus

    · Een coachende rol kunnen aannemen, in plaats van de rol van therapeut

    Als er ouderen deelnemen, is het van belang dat de begeleiders affiniteit hebben met deze groep. Verder

    zijn kennis van de fysieke, psychologische en sociale gevolgen van het ouder worden en ervaring in het

    werken met ouderen van ten minste een van de begeleiders onontbeerlijk. Begeleiders moeten er rekening

    mee houden dat de presentatie van onderwerpen bij ouderen meer tijd in beslag neemt.

    Kwaliteitsbewaking – max 200 woorden Hoe wordt de kwaliteit van de interventie bewaakt?

    De handreiking voor coördinatoren en begeleiders van de cursus bevat een bijlage met een checklist voor de

    kwaliteit van de uitvoering van de cursus. Deze checklist, gebaseerd op het model van de Stichting

    Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ), omvat de volgende aspecten:

    • Het primaire proces (werving) / eerste contact / aanmelding / kennismakingsgesprek

    / uitvoering van de cursus / eindevaluatie / nazorg

    • Beleid en organisatie

    • Cursuscoördinator- en begeleiders

    • Locatie en cursusmateriaal

    • Onderzoek en ontwikkeling

    • Beheer van de cursistengegevens

    Tevens is er een logboek als bijlage opgenomen, waarin cursusbegeleiders de

    volgende informatie kunnen vastleggen:

    · Algemene informatie over de cursus

    · Informatie over de cursisten (aanwezigheid, huiswerk gemaakt en scores op de CES-D op verschillende

    momenten)

  • Titel interventie * 11

    · Belangrijke gebeurtenissen tijdens bijeenkomsten

    · Evaluatieformulier voor cursusbegeleiders.

    Beide instrumenten kunnen de coördinatoren en begeleiders gebruiken voor

    kwaliteitsbewaking van de uitvoering van de cursus binnen de eigen instelling/

    organisatie. Alle GGZ-instellingen die de interventie uitvoeren hebben een HKZ erkenning.

    Randvoorwaarden – max 200 woorden

    Wat zijn de organisatorische en contextuele randvoorwaarden voor een goede uitvoering van de interventie?

    De checklist in de bijlage van de handreiking geeft een overzicht van alle te regelen zaken voor de uitvoering

    van de groepscursus. In hoofdlijnen gelden de volgende randvoorwaarden:. draagvlak binnen de eigen

    organisatie, samenwerking met andere betrokken intern dan wel extern, materiele voorzieningen

    (cursusruimte, materialen voor deelnemers, etc.) en voldoende tijd voor het organiseren en uitvoeren van de

    cursus.

    De cursus is een vorm van geïndiceerde depressiepreventie en daarvoor geldt dat die voor deelnemers

    onder het verzekerd pakket van de ziektekostenverzekering valt.

    Klik hier als u tekst wilt invoeren.

    Implementatie – max 200 woorden

    Is er een systeem voor implementatie? Geef een samenvatting.

    In de handreiking voor coördinatoren en begeleiders van de cursus In de put, uit de put staat uitgebreide

    informatie over de praktische zaken en vragen voor diegenen die de cursus willen gaan

    organiseren. De handreiking bevat een draaiboek die cursusbegeleiders kunnen gebruiken

    voor de uitvoering van de cursus In de put, uit de put. Per cursusbijeenkomst staat er in het draaiboek een

    programma met adviezen voor cursusbegeleiders. Daarnaast gebruiken cursusbegeleiders dezelfde

    materialen als de cursisten: de cursusmap.

    Kosten – max 200 woorden

    Wat zijn de kosten van de interventie? Benoem daarbij de personele (in aantallen uren) en de materiële

    kosten.

    De kosten van de interventie zijn onder te verdelen in de volgende kostenposten

    (2016):

    Materiaal:

    Handreiking coördinatoren en begeleiders €39,95

    Cursusmap volwassenen €31,10

    Twee-daagse training voor begeleiders: € 580,00

    Personele kosten (= uurtarief cursusbegeleider maal hieronder aangegeven tijdsinvestering)

    Globale tijdsinvestering:

    Werving: 20 uur

    Voorbereiding: 8 uur per begeleider (24 uur per begeleider indien de training nog gevolgd dient te

    worden)

    Werving 20 uur

    Kennismakingsgesprekken: 12 uur per begeleider (uitgaande van 12 deelnemers, gemiddeld 1 uur

    per deelnemer).

    Uitvoering cursus voor korte variant: 28 uur per begeleider

    (4 uur per bijeenkomst x 6 bijeenkomsten en 1 terugkombijeenkomst)

    Administratieve zaken: 4 uur per begeleider

    De eerste keer dat de cursus georganiseerd wordt, kost dit meestal extra tijd. Cursusbegeleiders moeten

    getraind en ingewerkt worden en er moeten vaak extra inspanningen voor de werving gedaan worden.

  • Titel interventie * 12

    Op basis van 12 deelnemers komt de totale tijdsinvestering op 63 uur voor een cursusbegeleider die zich

    nog helemaal moeten inwerken en 47 uur voor vervolgcursussen.

  • Titel interventie * 13

    3. Onderbouwing

    Probleem – max 400 woorden

    Voor welk probleem of (mogelijk) risico is de interventie ontwikkeld? Omschrijf aard, ernst, spreiding en

    gevolgen.

    Een vijfde (18.7%) van alle Nederlanders krijgt ooit in zijn leven een depressie. Jaarlijks heeft 5,2% van de

    gehele bevolking een depressieve stoornis. In 2009 waren dat in totaal 546.500 volwassenen (De Graaf et

    al., 2010). Daarnaast zijn er jaarlijks circa 1,3 miljoen mensen met een subklinische depressie – mensen die

    wel last hebben van depressieve klachten maar niet voldoen aan de diagnostische criteria van een klinische

    depressie (Romijn et al., 2008).

    Depressie komt voor in alle lagen van de bevolking. Wel kunnen een aantal risicogroepen worden

    onderscheiden. Zo komt een depressieve stoornis bijna twee keer zo vaak voor bij vrouwen als bij mannen.

    In 2011 had 13,1% van de mannen van 18-64 jaar ooit in het leven een depressieve stoornis. Voor de

    vrouwen was dit 24,3% (De Graaf et al., 2010). Op jongere leeftijd is er een kleiner risico op een depressieve

    stoornis (De Graaf et al., 2010). Verder is de prevalentie van depressie relatief hoog onder

    bevolkingsgroepen met een lage SES (laag opleidingsniveau, laag inkomen, geen betaalde baan)

    vergeleken met groepen met een hoge SES (De Graaf et al., 2010). Van de volwassenen tussen de 18 en

    64 jaar met alleen lagere school heeft 7,6% een depressieve stoornis, vergeleken met een jaarprevalentie

    van 5,2% voor alle inwoners van Nederland in dezelfde leeftijdsgroep (De Graaf et al., 2010).

    Mensen met een subklinische depressie hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van een

    depressieve stoornis (Cuijpers & Smit, 2004). De aanwezigheid van depressieve klachten is de belangrijkste

    voorspeller van een depressieve stoornis. Een opeenstapeling van risicofactoren bij eenzelfde individu

    verhoogt het risico op depressie aanzienlijk (Romijn et al., 2008). Voorbeelden van risicofactoren zijn:

    cognitieve stoornissen, gebrek aan of verlies van sociale contacten, lichamelijke ziekten, en functionele

    beperkingen (Djernes, 2006).

    Oorzaken – max 400 woorden

    Welke factoren veroorzaken het probleem of (mogelijk) risico?

    Er bestaat niet één oorzaak van depressie; het gaat altijd om een combinatie van elkaar

    beïnvloedende determinanten van zowel biologische, sociale als psychologische aard. Smit (2007)

    beschrijft dat onder andere met de volgende factoren volwassenen zich kunnen beschermen tegen

    het ontstaan van depressie:

    Begrip, kennis van depressie en wat eraan gedaan kan worden

    Een gevoel van controle, het versterken van de interne locus of control

    Het plannen van en deelnemen aan plezierige activiteiten

    Zelfinzicht, een realistische zelfwaardering en zelfvertrouwen

    Goede interpersoonlijke relaties

    Let op: dit onderdeel hoeft niet ingevuld te worden voor erkenning op niveau ‘Goed beschreven’.

    Aan te pakken factoren – max 200 woorden

    Welke factoren pakt de interventie aan en welke onder 1.2 benoemde (sub)doelen horen daarbij?

    · Begrip, kennis van depressie en wat eraan gedaan kan worden

    • Inzicht in het ontstaan van depressieve klachten en het verband tussen denken, doen en voelen.

    • Vaardigheid in constructief denken: het opsporen van gedachten die de stemming verslechteren en

    deze veranderen in gedachten die de stemming verbeteren.

    · Een gevoel van controle, het versterken van de interne locus of control

    • Technieken om beter te ontspannen.

    • Technieken om meer plezierige activiteiten te ondernemen en te plannen.

  • Titel interventie * 14

    • Technieken om piekeren te verminderen.

    · Het plannen van en deelnemen aan plezierige activiteiten

    · Zelfinzicht, een realistische zelfwaardering en zelfvertrouwen

    · Goede interpersoonlijke relaties

    • Vaardigheid in het omgaan met problemen die mogelijk worden ondervonden in contacten met

    anderen.

    • Meer assertiviteit door gedachten en gevoelens te uiten, op te komen voor zichzelf en daarbij

    rekening te houden met anderen.

    • Vaardigheid om het geleerde in de cursus vast te houden in de toekomst.

    Let op: dit onderdeel hoeft niet ingevuld te worden voor erkenning op niveau ‘Goed beschreven’.

    Verantwoording – max 1000 woorden

    Maak aannemelijk dat met deze aanpak ook daadwerkelijk de doelen bij deze doelgroep bereikt kunnen

    worden.

    In de put, uit de put is een preventieve cursus met het doel depressieve klachten bij volwassenen te

    verhelpen of te verminderen en daarmee de toename van klachten dan wel een depressieve stoornis te

    voorkomen. Deze cursus is gebaseerd op de Amerikaanse cursus Coping with Depression, die reeds op

    vele manieren is toegepast en uitgebreid is onderzocht op effectiviteit (Haringsma, 2006). Cuijpers et al

    (2009) beschrijven in een artikel de geschiedenis van deze cursus en 25 gecontroleerde gerandomiseerde

    en vergelijkende onderzoeken naar de Coping with Depression-cursussen. Uit dit artikel blijkt dat deze

    cursus effectief is in het verminderen van depressieve klachten en het voorkomen van het ontstaan van een

    depressie in verschillende doelgroepen en settings (waaronder volwassenen en ouderen in Nederland). Wat

    betreft de opzet, de gebruikte theorieën, technieken en methoden, en de volgorde van de verschillende

    onderdelen/onderwerpen, komt de cursus In de put, uit de put overeen met de Coping with Depression

    Course. De teksten en voorbeelden zijn aangepast aan de Nederlandse doelgroep.

    De in de cursus gebruikte methodieken zijn voornamelijk gebaseerd op de sociaal leren theorie (Bandura

    1977). Deze theorie gaat ervan uit dat depressie en depressieve klachten samengaan met een afname in

    plezierige activiteiten en een toename in onplezierige interacties tussen de persoon en zijn/haar

    omgeving(Lewinsohn e.a. 1979). Gedachten en gevoelens zijn, net als gedrag, volgens deze theorie

    aangeleerd. Iemand met depressieve klachten heeft disfunctionele manieren van denken en voelen

    aangeleerd. Door het aanleren van andere manieren van denken en doen kunnen ook de depressieve

    klachten afnemen.

    Technieken die in de cursus gebruikt worden zijn, naast de sociaal leren theorie, ontleend uit de cognitieve

    therapie van Beck (Beck, 1979), sociale vaardigheidstraining (Sanchez, Lewinsohn & Larson, 1980; Teri &

    Leitenberg, 1979; Zeiss, 1977) en de probleemoplossende therapie (McLean & Hakstian,1979). De meeste

    technieken zijn gebaseerd op elementen uit cognitieve gedragstherapeutische inzichten. Cognitieve

    gedragstherapie is gericht op het verduidelijken van de relatie tussen gedachten, gevoelens en gedrag, het

    ontdekken en veranderen van negatieve denkpatronen en het stimuleren van het ondernemen van meer

    (plezierige) activiteiten (Gerrits, 2007). Het idee achter de cognitieve gedragstherapie is dat je door het

    veranderen van de cognities (gedachtenpatronen) en/of het gedrag van een persoon de gevoelens van deze

    persoon ook kan beïnvloeden. Uit vergelijkend onderzoek naar bovengenoemde therapieën bleek dat deze

    behandelvormen allemaal even effectief zijn in het verhelpen en/of verminderen van depressieve klachten

    (Lewinsohn, 1984).

    Let op: dit onderdeel hoeft niet ingevuld te worden voor erkenning op niveau ‘Goed beschreven’.

  • Titel interventie * 15

    4. Onderzoek

    4.1 Onderzoek naar de uitvoering – max 600 woorden Wat is op basis van het beschikbare onderzoek bekend over de uitvoering van de interventie?

    Beschrijf kort welke onderzoeken zijn gedaan en wat daarvan de uitkomsten waren. Stuur bij het indienen

    van het werkblad de volledige publicatie van ieder genoemd onderzoek mee.

    Beschrijf per onderzoek:

    a) De titel, auteurs, organisatie en jaar van uitgave (indien gepubliceerd)

    b) Het type onderzoek, de onderzoeksmethode en de omvang van het onderzoek

    c) Een samenvatting van de meest relevante uitkomsten met betrekking tot inzicht in de mate waarin

    activiteiten zijn uitgevoerd volgens plan, het bereik van de interventie, de waardering en ervaring van

    de uitvoerders en doelgroep, succes- en faalfactoren, en -indien beschikbaar- de uitvoerbaarheid, de

    randvoorwaarden en de omgevingsvariabelen.

    Implementatie van de cursus Omgaan met depressie in de preventieve geestelijke gezondheidszorg.

    Resultaten van de tussentijdse evaluatie.

    Auteurs: Voordouw & Kramer

    Jaar: 2001.

    In de periode 1999-2001 vond er een evaluatie en monitor plaats naar het Implementatieproject van de

    cursus In de put, uit de put. Dit vond plaats aan de hand van vragenlijsten, die werden toegestuurd aan alle

    ambulante/geïntegreerde GGZ-instellingen. De cursus voor volwassenen en de cursus voor ouderen zijn

    ieder met een aparte vragenlijst geëvalueerd. De respons voor de volwassenencursus was 89% (=49

    vragenlijsten). Voor de ouderencursus was dit 85% (=46 vragenlijsten). Als belemmerende factoren bij de

    start met of voortzetting van de cursus kwamen de volgende aspecten naar voren:

    andere prioriteiten voor het inzetten van beschikbare capaciteit

    andere activiteiten voor mensen met depressieve klachten (bij de volwassencursus). Voor zover

    bekend betreft het hier activiteiten die door de instellingen zelf zijn ontwikkeld en die goed lopen.

    ontevredenheid over de cursus

    problemen met de werving

    te weinig personeel

    Bevorderende factoren die werden genoemd bij het starten of voortzetten van de cursus zijn:

    de omvang van de depressieproblematiek

    aansluiting van de cursus past binnen het preventiebeleid van de instelling

    de vraag die er is naar dergelijke cursussen

    pluspunten van de cursus: de effectiviteit, de goede inhoud, de positieve ervaringen elders, het

    aanbod voor een groep, het groepswerk en het plezier dat de cursusbegeleiders hebben in het

    geven van de cursus.

    de beschikbaarheid van cursusmateriaal, trainingen en ondersteuning vanuit het

    Implementatieproject

    Kenmerken van de cursussen die in 1999 zijn gegeven:

    55 volwassenencursussen, uitgevoerd door 27 GGZ-instellingen: Bij de volwassenen cursus zijn er

    in totaal 531 deelnemers gestart, waarvan 442 deelnemers de hele cursus hebben afgemaakt. Dat

    betekent dat gemiddeld 17% van de volwassenen voortijdig stopte.

    52 ouderencursussen, uitgevoerd door 30 GGZ-instellingen.. Bij de 55+ cursus ging het om 453

    deelnemers bij aanvang en 380 deelnemers bij afronding van de cursus. Oftewel, gemiddeld 14%

  • Titel interventie * 16

    van de 55+-ers makte de cursus niet af. Dit is laag ten opzichte van gegevens die bekend zijn uit de

    therapeutische setting.

    Gegevens over deelnemers aan de cursus:

    Zestien verschillende GGZ-instellingen hebben in totaal gegevens verzameld van 136 volwassenen

    deelnemers (gemiddelde leeftijd: 44 jaar, 72,8% vrouw) en 105 55+ deelnemers (gemiddelde leeftijd: 63,5

    jaar, 71,4% vrouw) verzameld. Ruim 70% van de deelnemers loopt langer dan een jaar met de klachten rond

    en meer dan 80% heeft al eerder een behandeling gehad voor psychische of sociale problemen. Zowel bij

    de volwassenen als 55+ zijn de depressie klachten na afloop van de cursus significant gedaald (p

  • Titel interventie * 17

    significant groter effect gevonden van de groepsinterventie op negatieve gedachten (ATQ: t=-2.16,

    p=.033, ES=0.39), leuke activiteiten (PES: t=-2.06, p=.042, ES=0.33), zelfwaardering (NPV-ZW: t=-

    2.19, p=.031, ES=0.33), sociale vaardigheden (SIG: t=-2.79, p=.006, ES=0.33) en de frequentie van

    sociale steun (SSL-I: t=-2.16, p=.033, ES=0.29). Op de lange termijn werd er een significante

    vermindering waargenomen van de subklinische klachten, zoals gemeten met de BDI, zowel na 6

    maanden (F(1,85)=9.30, p=0.003) als na 1 jaar (F(1,85)=4.62, p=0.034). Deze positieve effecten op

    de lange termijn bleken zich alleen voor te doen bij deelnemers die laag scoorden op de BDI bij de

    voormeting (

  • Titel interventie * 18

    depressie. Tweeëndertig studies voldeden aan de inclusiecriteria. Deze studies omvatten een totale

    onderzoekspopulatie van 6214 deelnemers waarvan 3312 in de interventiegroepen en 2902 in de

    controlegroepen.

    C. De IRR was 0,79 (95% CI: 0,69 – 0,91), wat wijst op een afname van de incidentie van depressie

    met 21% in de interventiegroepen vergeleken met de controlegroepen. Het niveau van heterogeniteit

    was laag (I2 = 24%). Conclusie: de preventie van depressie lijkt uitvoerbaar en kan bijdragen aan

    het voorkómen dan wel uitstellen van het ontstaan van een depressieve stoornis.

    Let op: dit onderdeel (4.2) hoeft niet ingevuld te worden voor erkenning op de niveaus ‘Goed beschreven’ en

    ‘Goed onderbouwd’.

  • Titel interventie * 19

    5. Samenvatting werkzame elementen

    Wat zijn de werkzame elementen van deze interventie waardoor de gestelde doelen bij de doelgroep

    gerealiseerd worden? Geef een puntsgewijs overzicht van de belangrijkste werkzame elementen van de

    interventie. Denk daarbij aan inhoudelijke en praktische elementen.

    Max 250 woorden

    Door kennis over het ontstaan van depressie krijgt de deelnemer tijdens de cursus vertrouwen en controle

    over het eigen gedrag en daarmee over de depressie. Cursisten krijgen daarmee een duidelijke verklaring

    voor de depressieve klachten en de boodschap dat zij daar zelf iets aan kunnen doen. Dit inzicht blijkt een

    belangrijke component van effectieve interventies gericht op depressieve klachten (Lewinsohn et al, 1984).

    Aanleren of versterken van sociale vaardigheden: cursisten leren verschillende sociaal

    vaardigheidstechnieken die het zelfvertrouwen en de interpersoonlijke relaties versterken. De assertiviteit

    wordt verhoogd door gedachten en gevoelens te uiten, op te komen voor zichzelf en daarbij rekening te

    houden met anderen. Dit werkt bevorderend voor de interpersoonlijke relaties en heeft een positief effect op

    depressieve klachten (Lewinsohn et al, 1979).

    Controle leren uitoefenen op eigen gedrags- en denkpatronen die van invloed zijn op zijn depressieve

    klachten. Door te leren ontspannen, om meer plezierige activiteiten te ondernemen en om het piekeren te

    verminderen. Op deze manier wordt dus het gevoel van controle vergroot en daardoor neemt het

    zelfvertrouwen toe. Dit zijn technieken uit de cognitieve gedragstherapie en de sociaal leren theorie.

    Leren herkennen van eigen denkpatronen (zelfinzicht): leren opsporen van gedachten die de stemming

    verslechteren en deze te veranderen in gedachten die de stemming verbeteren (Lewinsohn et al, 1984).

    Let op: dit onderdeel hoeft niet ingevuld te worden voor erkenning op niveau ‘Goed beschreven’.

  • Titel interventie * 20

    6. Aangehaalde literatuur

    Maak een alfabetische lijst van alle in deze beschrijving aangehaalde literatuur en gebruik hiervoor de APA-

    normen (variant met kleine letters, zie aanwijzingen in de handleiding).

    Allart, E., Hosman, C.M.H., Hoogduin, C.A.L., Schaap, G.P.D.R. (2003). The Coping With Depression

    Course: Short-Term Outcomes and Mediating Effects of a Randomized Controlled Trial in the Treatment of

    Subclinical Depression. Behavior Therapy, 34, 381-396

    Allart, E., Hosman, C.M.H., Hoogduin, C.A.L., Schaap, G.P.D.R. (2007). Prevention of depression in

    subclinically depressed adults: Follow-up effects on the ‘Coping with Depression’ course. Journal of Affective

    Disorders, 97, 219–228

    American Psychiatric Association (2001). Beknopte handleiding bij de diagnostische criteria van de DSM-IV-

    TR. Lisse: Zwets & Zeitlinger.

    Bandura, A. (1977). Social learning theory. Englewood Cliffs, New Jersey: Prentice-Hall.

    Beck, A. T., Rush, A. J., Shaw, B. F., & Emery, G. (1979). Cognitive Therapy of Depression. New York:

    Wiley.

    Cuijpers, P., & Smit, F. (2004). Sub threshold depression as a risk indicator for major depressive disorder: A

    systematic review of prospective studies. Acta Psychiatrica Scandinavica, 109, 325-331.

    Cuijpers, P., Muñoz, R.F., Clarke, G.N. & Lewinsohn, P.M. (2009). Psychoeducational treatment and

    prevention of depression: The “Coping with Depression” course thirty years later. Clinical Psychology

    Review, 29, 449-458.

    Cuijpers, P, van Straten A, van Schaik A, Andersson G. (2009). Psychological treatment of depression in

    primary care: a meta-analysis. British Journal of General Practice, 59, 51–60.

    Cuijpers, P., Huibers, M., Ebert, D.D., Koole, S.L., Andersson, G. (2013). How much psychotherapy is

    needed to treat depression? A metaregression analysis. Journal of Affective Disorders, 149, 1-13.

    Cuijpers, P. & Wilschut, N. (2014) In de put uit de put. Zelf depressiviteit overwinnen. ThiemeMeulenhoff.

    Amersfoort.

    Djernes, J.K (2006). Prevalence and predictors of depression in populations of elderly: A review. Acta Psychiatr. Scand 113, 372–87.

    De Graaf, R., ten Have, M., van Dorsselaar, S. (2010) De psychische gezondheid van de Nederlandse

    bevolking. NEMESIS-2: Opzet en eerste resultaten. Trimbos-instituut. Utrecht.

    Gerrits, R.S., Zanden, R.A.P. van der (2007a). Gripopjedip online. Een CGT preventiecursus in een chatbox.

    Kinder- en Jeugdpsychotherapie, 34, 58-70.

    Gerrits, R.S., Zanden, R.A.P. van der, Visscher, R.F.M., & Conijn, B.P. (2007b). Master your mood online: A

    preventive chat group intervention for adolescents. Australian e-journal for the Advancement of Mental

    Health, 6,1-11.

    Goodman, S.H., & Gotlib, I.H. (1999). Risk of psychopathology in the children of depressed mothers: a

    developmental model for understanding mechanisms of transmission. Psychopathological review, 106, 458-

    490.

  • Titel interventie * 21

    Haringsma, R, Engels, G.I., Cuijpers, P. & Spinhoven, Ph. (2006). Effectiveness of the Coping With

    Depression (CWD)course for the older adults provided by community-based mental health care system in

    the Netherlands: a randomized controlled field trial. International Psychogeriatrics, 18, 307-325.

    Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire Richtlijnontwikkeling in de GGZ (2005). Multidisciplinaire richtlijn

    depressie. Richtlijn voor de diagnostiek en behandeling van volwassen cliënten met een depressie. Utrecht:

    Trimbosinstituut.

    Lewinsohn, P.M., & Talkington, J. (1979). Studies on the measurement of unpleasant events and relations

    with depression. Applied Psychological Measurement, 3, 83-101.

    Lewinsohn, P.M., Youngren, M.A., & Grosscup, S.J. (1979). Reinforcement and depression. In R.A. Depue

    (red.) The psychobiology of depressive disorders: Implications for the effects of stress. New York: Academic

    Press.

    Lewinsohn, P.M., Antonucci, D.O., Breckenridge, J.S., & Teri, L. (1984). The coping with depression course.

    Eugene: Castalia Publishing Company.

    McLean, P.D., & Hakstian, A.R. (1979). Clinical depression: Comparative efficacy of outpatients treatments.

    Journal of Consulting and Clinical Psychology, 47, 818-836.

    Meijer, S., Smit, F., Schoemaker, C., Cuijpers P. (2006). Gezond verstand: evidence-based preventie van

    psychische stoornissen. De Bilt: RIVM, centrum Volksgezondheid Toekomst Verkenningen en Trimbos-

    instituut, centrum Preventie en Kortdurende Interventie.

    Nieuwsma, J.A, Trivedi, R.B, McDuffie, J, Kronish, I, Benjamin, D, Williams, J.W. (2012). Brief

    Psychotherapy for Depression: A Systematic Review and Meta-Analysis. International Journal of

    Psychiatry in Medicine 43, 129–151.

    Romijn, G., Ruiter, M. & Smit, F. (2008). Meer effect met depressiepreventie? Strategieën voor

    publieksvoorlichting, vroegherkenning en terugvalpreventie. Utrecht: Trimbos-instituut.

    Sanchez, V.C., Lewinsohn, P.M., & Larson, D. (1980). Assertion training: Effectiveness in the treatment of

    depression. Journal of Clinical Psychology, 36, 526-529.

    Smit, F., Sambeek, D., van, Bohlmeijer, E., & Cuijpers, P. (2001). Factsheet Preventie. Depressie. Utrecht:

    Trimbos-instituut.

    Smit, F., Cuijpers, P., Oostenbrink, J., Batelaan, N., Graaf, R. de, & Beekman, A. (2006). Costs of nine

    common mental health disorders: Implications for curative and preventive psychiatry. Journal of Mental

    Health and Economics, 9, 193-200.

    Smit, F. (2006). Prevention of Depression (Dissertation). Departments of Psychiatry and Clinical Psychology,

    VU University medical centre, Amsterdam. Smit, F. (2007) Factsheet Preventie. Preventie van depressie.

    Utrecht: Trimbos-instituut.

    Spek, V., Nyklícek, I., Smits, N., Cuijpers, P. Riper, H. Keyzer, J., Pop, V. (2007). Internet-based cognitive

    behavioural therapy for subthreshold depression in people over 50 years old: A ramdomized controlled

    clinical trial. Psychological Medicine, 37, 1797-1806.

    Spek, V., Cuijpers, P., Nyklícek, I., Smits, N., Riper, H., Keyzer, J., Pop, V. (2008). One-year follow-up

    results of a randomized controlled clinical trial on internet-based cognitive behavioral therapy for

    subthreshold depression in people over 50 years old. Psychological Medicine, 38, 635-640.

  • Titel interventie * 22

    Teri, L., & Leitenberg, H. (1979). Assertion training in the treatment of depression in a community mental

    health center. Paper presented at the Association for the Advancement of Behavior Therapy.

    Voordouw, I., & Kramer, J. (2001). Implementatie van de cursus Omgaan met depressive in de preventieve

    geestelijke gezondheidszorg. Resultaten van de tussentijdse evaluatie. Utrecht: Trimbos-instituut.

    Wilschut N., Dijkstra, M., Ruiter, M., Cuijpers, P. (2011). In de put, uit de put. Zelf depressiviteit overwinnen.

    Een handreiking voor coördinatoren en begeleiders van de cursus voor volwassenen van 18 jaar en ouder.

    Utrecht: instituut.

    Zeiss, A.M. (1977). Interpersonal behavior problems of the depressed: A study of outpatient treatment.

    Dissertation Abstracts International, 38, 28950-28956B.

    Zoonen, K. van, Buntrock, C., Ebert, D. D., Smit, F., Reynolds III, C. F., Beekman, A. T. F. & Cuijpers, P.

    (2014). Preventing the onset of major depressive disorder: A meta-analytic review of psychological

    interventions. International Journal of Epidemiology, 43, 318-329.

  • Titel interventie * 23

    7. Praktijkvoorbeeld

    Beschrijf, indien beschikbaar, in max. 600 woorden een praktijkvoorbeeld van de uitvoering van de

    interventie: hoe was de situatie voor, tijdens en na de interventie?

    Klik hier als u tekst wilt invoeren.