Fiche Poelenbeheer

16
Werkmachtfiche: Poelenbeheer

description

JNM activiteitenfiche: natuurbeheer in een poel

Transcript of Fiche Poelenbeheer

Page 1: Fiche Poelenbeheer

Werkmachtfiche:

Poelenbeheer

Page 2: Fiche Poelenbeheer

Net als bij vele amfibiëen heeft de bastaardkikker Pelophylax kl. esculentus, poelen nodig voor zich voort te planten. (foto: Wiske Teugels)

Page 3: Fiche Poelenbeheer

Fiche Poelenbeheer

InleidingPoelen zijn in heel Vlaanderen belangrijke landschapselementen die van levensbelang zijn voor de levenscyclus van vele planten en dieren. Amfibieën zijn afhankelijk van poelen voor hun voortplanting, libellen en eendagsvliegen brengen het grootste deel van hun leven door in de poel. In ons steeds meer verstedelijkt landschap zijn poelen kleine vochtige oases voor de biodiversiteit.

In Vlaanderen verdwijnen poelen echter in hoog tempo, waar men vroeger poelen nodig had als veedrinkplaats, zijn ze nu meestal dicht-gegooid of uit zichzelf verland. De nood om de overgebleven poelen te bewaren wordt dus steeds groter en dat kan enkel met een aan-gepast beheer.

Page 4: Fiche Poelenbeheer

Het belang van poelenAlvorens in te gaan op de manieren waarop we een poel kunnen be-heren is het niet onbelangrijk om wat langer stil te staan bij het belang van poelen in het landschap. Poelen hebben naast een natuurfunctie ook een belangrijke historische en esthetische waarde.

Voor de grote moderniseringen van de landbouw en industrie waren poelen van belang voor onder andere het drenken van vee, opvangen van regenwater, vlasindustrie… De poelen werden vaak gegraven op plaatsen waar weinig water beschikbaar was, deze nieuwe biotopen gaven de kans aan veel planten en dieren om zich in de regio te ves-tigen. In combinatie met andere kleine landschapselementen, zoals hagen, houtkanten en alleenstaande bomen, vormden poelen zo een onderdeel van een gevarieerd buitengebied. Deze kleine landschaps-elementen zorgen er voor dat dieren en planten zich makkelijker kun-nen verspreiden naar andere gebieden.

Bij het verdwijnen van poelen krijgen een heleboel soortengroepen die gebonden zijn aan water het veel moeilijker. Het bekende voor-beeld zijn natuurlijk de amfibieën, maar ook libellen, waterkevers en waterwantsen, eendagsvliegen, kokerjuffers, water- en oever-planten kunnen niet zonder deze poelen. De poelen die geschikt zijn gebleven voor deze soorten liggen soms geïsoleerd. Waardoor andere geschikte poelen soms niet gekoloniseerd kunnen worden. Een goede poel is één stap in de goede richting maar een netwerk van poelen is ideaal.

Een poel in Bos Van Aa (foto: Wiske Teugels)

Page 5: Fiche Poelenbeheer

Waarom beheren?Poelen die niet beheerd worden beginnen na verloop van tijd te verlan-den. Woekerende planten en bladval van omstaande bomen zorgen er-voor dat de poel langzaam aan dichtslibt. Uiteindelijk zal er geen water meer in de poel staan en zullen veel planten en dieren verdwijnen. Het is dus belangrijk om de poel open te houden. Verschillende beheermaat-regelen kunnen hierbij helpen, zoals maaien, snoeien, hakhout afzetten, schonen en ruimen. Bij alle beheermaatregelen is het belangrijk om niet steeds de hele poel te beheren maar steeds een deel ongemoeid te laten; het beheer gebeurt dus best in fases. Dit is zeer belangrijk als er in de nabije omgeving van de poel geen andere poelen aanwezig zijn. Als je poelen gefaseerd beheert blijft er altijd een toevluchtsoord voor de organismen die in de poel leven. Ze kunnen dan later weer de beheerde delen van de poel koloniseren.

Page 6: Fiche Poelenbeheer

Verschillende beheermaatregelen

MaaienIdeaal is als rondom de poel een strook vegetatie blijft staan die een-maal per jaar gemaaid wordt. Hierdoor blijft de vegetatie rond de poel laag, zodat er steeds voldoende licht in de poel blijft komen. De beste periode om te maaien is dan september-oktober. In deze periode zijn de meeste dieren, zoals amfibieën, al uit de poel vertrokken om te overwinteren en hebben de meeste planten al zaden gevormd. Het maaien kan gebeuren met een zeis of sikkel als je met de hand maait, machinaal gebruik je best een schijvenmaaier. Zorg ervoor dat je het maaien in fases doet en minstens een deeltje het hele jaar door niet maait laat, dit deelkan je het volgende jaar maaien.

TIP: Je laat het gemaaide gras best enkele dagen liggen zodat de die-

ren die nog in het maaisel liggen kunnen ontsnappen.

Snoeien en knottenBomen en struiken zorgen voor schaduw in de poel, waardoor er minder licht en warmte in de poel komt. Hierdoor kunnen waterplanten minder goed groeien en warmt het water minder snel op zodat vele insecten en larven van amfibieën trager ontwikkelen. Bladeren van bomen en struiken zorgen voor veel organisch materiaal in de poel, waardoor er weinig zuur-stof in de poel aanwezig is omdat het dode materiaal gaat rotten. Zorg er dus voor dat er niet te veel bomen en struiken rond de poel staan. Bo-men en struiken rondom een poel kan je best knotten of geheel kappen

Page 7: Fiche Poelenbeheer

met een handzaag, kapmes of kettingzaag. Het knotten en snoeien doe je best in de wintermaanden met een cyclus van om de vijf á tien jaar.

Het kan geen kwaad om enkele bomen of struiken te laten staan, als bij-voorbeeld rustplaats voor vogels of ei-afzetplek voor houtpantserjuffers, op voorwaarde dat deze aan de noordkant staan zodat ze niet te veel zon wegnemen.

TIP: Probeer jonge bomen en struikjes gewoon ieder jaar mee te maai-

en. Dit bespaart een heleboel snoeiwerk. Voor meer informatie over

knotten check de knotfiche van JNM via de jnm-site.

Struiken en hogere vergetatie zijn belangrijk voor libellen en juffers, ze vormen uitkijkposten, plekjes om te zonnen, en geven de larven gelegenheid om veilig uit te sluipen. Hier een platbuik Libellula depressa w

Page 8: Fiche Poelenbeheer

Schonen Met schonen bedoelen we het verwijderen van drijvende en onder-gedoken waterplanten en ander organisch materiaal, zodat de poel niet overwoekerd wordt. Hoe dikwijls dit nodig is hangt af van de plantensoort, maar meestal zal dit eens om de vijf jaar gebeuren. Zorg er steeds voor dat niet de hele poel in één keer geschoond wordt. De beste periode is ook weer september-oktober. In die periode zijn er het minste amfibieën en grotere insecten in het water aanwezig en zijn andere nog mobiel genoeg . Het schonen doe je best met een sloothaak of sloothark (een soort riek waarbij de tanden en bocht ma-ken van negentig graden). Drijvende planten kan je ook verwijderen met een schepnet.

TIP: Laat de planten na het schonen een paar dagen op de oever liggen

zodat de waterdieren de tijd hebben om terug naar het water te trekken

en ook het afvoeren van de planten gaat veel makkelijker als ze droog

zijn. Daarna kunnen ze met een riek worden opgeladen of verplaatst.

Page 9: Fiche Poelenbeheer

RuimenDeze ingreep is veel drastischer dan schonen, want de sliblaag op de bodem verwijder je hierbij volledig. Dit is een dikke laag organisch materiaal dat in de loop der tijd opgebouwd is. Hierdoor kan de poel te ondiep worden. Best om de tien jaar wordt deze sliblaag verwij-derd, maar doe dit zeker niet voor de hele poel tegelijk. Het ruimen van poelen is een zeer zwaar werk en doe je best machinaal met een slootbak (als een normale kraanbak, maar met gaten of spleten waar-door het water kan weglopen). Aan het ruimen is met de hand niet echt een beginnen aan en probeer hier samen met de eigenaar naar een oplossing te zoeken om het machinaal ruimen te bekostigen.

TIP: Als je afdeling deel uitmaakt van een regionaal landschap kan

je ook hun contacteren in verband met deze werken. Zij zijn hier op

uitgerust en je hoeft het niet door een dure aannemer te laten doen.

Misschien is een inzamelactie met je afdeling wel een idee om de rui-

mingswerken te bekostigen.

Bij het ruimen en schonen van een poel kunnen er soms onverwachte crea-turen opduiken zaols deze staafwants Ranatra linearis, deze waterwants kan maar liefst 5cm lang worden. (foto: Wiske Teugels)

Page 10: Fiche Poelenbeheer

BegrazingAls de poel in een weiland ligt waar ook dieren grazen zoals koeien, paarden of schapen is het aangewezen om de poel of een deel van de poel uit te rasteren met prikkel- of schrikdraad. De grazers woelen in de poel en verrijken deze met hun mest, bovendien eten ze ook van de waterplanten die hard nodig zijn voor veel dieren in de poel. Zorg er dus steeds voor dat de dieren geen toegang hebben tot de gehele oeverzone.

TIP: Als er in het weiland meerdere poelen aanwezig zijn kan men ook

er voor kiezen om de ene poel niet uit te rasteren zodat de dieren kun-

nen drinken, maar de andere wel. Betreding door dieren is niet altijd

slecht het kan omstandigheden scheppen die noodzakelijk zijn sommi-

ge planten en dieren zoals Zwanenbloem, Grondster en Waterpostelein,

zwaluwen gebruiken de modder voor hun nesten.

Page 11: Fiche Poelenbeheer

ExotenMet exoten bedoelen we planten en dieren die buiten hun natuur-lijke verspreidingsgebied voorkomen door toedoen van mensen. De uitheemse dieren kunnen er dan voor zorgen dat vele van onze in-heemse dieren en planten het moeilijk krijgen om te overleven. Zo zijn er bijvoorbeeld:

De Blauwbandgrondel, een klein visje, dat alles opeet wat in zijn

bek kan en er zo voor zorgt dat dieren zich niet meer kunnen

voorplanten.

Tamme eenden en ganzen kunnen alle vegetatie opeten en het

water te voedselrijk maken door hun mest.

Uitgezette schildpadden en Amerikaanse brulkikkers zijn gek op

onze amfibieën en hebben weinig of geen natuurlijke vijanden.

Woekerende waterplanten zoals Watercrassula en Grote water-

navel vormen dicht matten vegetatie in de poel zodat geen licht

het water nog kan bereiken en veel dieren en planten niet meer

kunnen overleven.

Page 12: Fiche Poelenbeheer

Het bestrijden van deze exoten is vaak heel lastig en kan je veel tijd en geld kosten, zoals het droogleggen van je poel bijvoorbeeld. Hier geldt dus dat je beter kan voorkomen dan bestrijden. Zorg er dus voor dat je nooit dieren of planten uitzet in je poel! De beste garantie voor een succesvolle poel heb je als je hem natuurlijk laat ontwik-kelen. Heb je toch last van agressieve exoten zorg er dan voor dat je raad vraagt hoe je deze plaag best kan bestrijden.Waar raad vragen?

[email protected]

Tot slot…Zowel in de ruimere omgeving als op zeer lokale schaal zijn poelen zeer belangrijk voor de biodiversiteit. Tal van organismen zijn afhan-kelijk van deze klein landschapselementen die helaas in snel tempo verdwijnen of onbeheerd blijven. Deze fiche geeft een overzichtje van hoe jij met je afdeling er voor kan zorgen dat poelen niet verlo-ren gaan. Steek dus snel je handen uit de mouwen en adopteer een poel! Ga zeker niet roekeloos te werk en win eerst zoveel mogelijk info in en bediscussieer je beheerplan met de eigenaar, JNM-natio-naal en andere JNM afdelingen, Natuurpunt.. Zo kan ook jij, met je hele afdeling, je steentje bijdragen aan het behoud van deze unieke en essentiële biotoopjes.

Page 13: Fiche Poelenbeheer

BibliografieDevolder, D. 1997. Over spaden, padden en poelen. Regionaal land-

schap Noord-Hageland. Blz. 40

Hanekamp, G. 2004. Poelen en andere kleine wateren. Landschaps-

beheer, Nederland. Blz. 79

Hermy, M., De Blust, G., Slootmaekers, M. 2004. Natuurbeheer. Davids-

fonds, Lueven. Blz. 451

Uchelen, E. van, Bosman, W. 2006. Practisch natuurbeheer: amfibieën

en reptielen. KNNV, Utrecht. Blz. 151

Page 14: Fiche Poelenbeheer

Deze fiche is gemaakt door vrijwilligers van de Werkmacht, de na-tuurbeheerwerkgroep van JNM, in kader van het poelenproject. Foto’s Wiske Teugels.

Meer info:

[email protected]

JNM Nationaal:

BondssecretariaatKortrijksepoortstraat 1929000 Genttel: 09 223 47 81fax: 09 223 28 [email protected]

Page 15: Fiche Poelenbeheer
Page 16: Fiche Poelenbeheer