Energielandschap

7
A Z Z < C ~. (!) < (!) ~. ~NNV ~ 0::1 > o m ;;a c: c: o t"'" > ;;a o - z o - en

description

omslag, inhoud en 1 hoofdstuk

Transcript of Energielandschap

Page 1: Energielandschap

AZZ<C

~.

(!)

<(!)

~.

~NNV

~

0::1

>om

;;ac:c:ot"'"

>;;ao-zo-en

Page 2: Energielandschap

Het Nederlandse landschap gemaakt door de boeren? Zeker. Toch is dewijze waarop de energieproductie ons landschap heeft vormgegeven min-stens zo belangrijk. Kunnen we de manier waarop we ons voedsel produ-ceren soms nog wel gepaard laten gaan met natuurlijke en halfnatuurlijke

landschappen, de winning van fossiele brandstoffen en biomassa heeftaltijd een ingrijpender invloed op het landschap.

Vanzelfsprekend herkennen we het energielandschap als we langs de

Botlek rijden. Maar velen van ons zullen, als we met een fluisterbootje doorNationaal Park Weerribben-Wieden varen, niet het idee hebben dat ook diteen energielandschap is. Weliswaar een oud energielandschap, maar toch:ooit won men hier turf waarmee de grote steden in het westen van hetland van energie werden voorzien. En wat te denken van de dennenbossen?Eveneens energielandschappen, aangelegd voor de mijnbouw die grotebehoefte had aan paalhout. Dus als we op zondagmiddag door NationaalPark De Meinweg wandelen, wandelen we door een oud energie landschap.

Dit boek laat op fascinerende wijze zien hoe de energieproductie van hetheden, het verleden en de toekomst van invloed is op ons landschap. Op

bekende en minder bekende wijze. In de hoop dat we in de toekomst weerzulke mooie energielandschappen aanleggen dat deze - net als Kinderdijk -worden aangewezen als Werelderfgoed of ... geschikt zijn voor een mooie,rustgevende wandeling op de vrije zondagmiddag.

www.knnvuitgeverij.nl

ISBN 9789050113328

I I I

Page 3: Energielandschap

74

HA DIE MASSA

e helft van de Nederlandse duurzame energie komt van biomassa. Dat zijn

houtproducten. groente- fruit- en tuinafval, mest en plantaardige oliën. Deenergie hieruit wordt verkregen door verbranding, vergassing, of vergisting.Mits duurzaam geproduceerd biedt biomassa een verantwoord alternatief

voor energieopwekking. Het Rijk wil in 2030 meer dan 30% van de ener-giebehoefte vervullen door het gebruik van alternatieve energiebronnen,

waarin biomassa een belangrijke rol vervult. De vraag is dan: hoe gaat zichdat vertalen in het landschap?

Het punt met biomassa is dat het een groter volume per energie-eenheidheeft dan olie. Het is een zogeheten 'laagwaardig product'. Om het rendabel

te maken, moeten de verwerkingskostenlaag zijn en de behandeling van hetproduct gering. Vanaf een prijs van 60-70 dollar per vat olie wordt biomassa

concurrerend. 'Laagwaardig' betekent ook dat het relatief veel ruimte inbeslag neemt. Dat betekent dat Nederland niet zelf al zijn biomassa kan

produceren en we ons moeten wenden tot andere landen. Inschattingen

geven aan dat Nederland voor 60 tot 80% afhankelijk zal zijn van de importvan biomassa. Over hoeveel biomassa hebben we het eigenlijk? In het jaar

2000 gebruikte Nederland 3065 PJ aan primaire energie. Daarvan was vol-gens het CBS in hetzelfde jaar 29 PJ geleverd uit biomassa. In 2004 groeide

dit al naar 41 PJ. Dit aandeel bestond voornamelijk uit fermentatiegas en uitopwekking van stoom en warmte. De bijdragen van alcohol en plantaardige

oliën zijn behoorlijk groot, maar niet in deze getallen verwerkt.

Naast de infrastructuur die nodig is om deze vorm van energieopwekking teondersteunen (de verwerkingsfaciliteiten tot en met de fermentatie-instal-laties), zien we de opkomst van biomassa als energiebron ook terug in degewassen die gaan worden geteeld. In het Jaarboek 2005 van het CBS staatdat de Nederlandse primaire productie aan biomassa, 31 Mton (527 PJ),voor90% van de landbouw afkomstig was. In land uitgedrukt is dat 2,3 miljoen

Page 4: Energielandschap
Page 5: Energielandschap

hectare: twee derde van het Nederlandse land oppervlak. Maar ook anderesectoren kunnen hun steentje bijdragen. Uit bos en natuur bijvoorbeeld kanin principe 3,5 ton per hectare vrijkomen, als men toestaat de jaarlijksebijgroei te benutten. De potentie van olierijke algen is eveneens bekend enstaat in de startblokken. Er is een 'Algen Biomassa Organisatie' opgericht,bestaande uit vliegmaatschappijen die alternatieven zoeken voor de durekerosine.

Het Platform Groene Grondstoffen formuleert duidelijk in haar ambitie omin 2030 in Nederland 3096van de fossiele energie te vervangen door bio-

massa. Dit percentage heeft het platform echter bij moeten stellen naar23%. Om in 2030 voor 23% op fossiele energie te besparen is 900 PJ bio-

massa nodig. Waar kan dit in het Nederlandse landschap worden gevonden?Voornamelijk in de landbouw, waar veredeling en verbeterde teelttechnolo-

gieën de efficiëntie zullen verhogen. Tel daarbij op een langer groeiseizoendoor de klimaatverandering en een hoger CO2 gehalte van de lucht en ... de

verandering van klimaat draagt bij aan het gebruik van extra biomassa om

het klimaatprobleem tegen te gaan.

Misschien krijgen we wel meer velden met voederbieten. Die leveren name-

lijk een tot 30% hogere opbrengst op dan suikerbieten (suiker, eiwit énvezels). Iets dat ook geldt voor gewone snijmaïs in vergelijking tot energie-

maïs. En natuurlijk komen er nieuwe gewassen speciaal voor de biomassa-productie. Wat te denken van goudsbloem, hennep, vlas, of 'short rotation

coppice'? Dit laatste lijkt erg op eikenhakhout waarbij stammen tot op degrond worden omgehakt, maar hier gebruikt men dan de sneller groeiendewilgen of populieren. Ervaring in Engeland laat zien dat deze in enorm hoge

dichtheid kunnen worden geplant: 15.000 per hectare voor wilg en 12.000per hectare voor populier. Na 4 jaar begint de oogst in een 2- tot 5-jarigecyclus. Misschien even wennen, een landschap met hectares vol stompen

en scheuten, maar vergeleken met intensieve landbouw of grasteelt is ditlandschap van een hogere ecologische waarde.

De wending naar nieuwe energiegewassen zien we echter ook nu al terugin het landschap. In Groningen, de Achterhoek en in Limburg kleuren develden geel met koolzaad en in Zeeland gebruikt men tarwe en energiemaïsvoor de productie van ethanol. Wie weet hebben we straks wel bossen vol

met peppels en wilgen en kunnen de kinderen nog steeds verstoppertjespelen in de maïs? Dat alles met als bijkomend voordeel dat wij door dehoge bomen en gewassen de windmolens niet meer zien. Die zijn verdwe-nen achter het energiebos en de energieplantages.

79

Page 6: Energielandschap

82

EPI LOOG: MIJ N TOE KOM ST,MIJN ENERGIELANDSCHAP

uilen we ooit wandelen tussen de ruïnes van de Botlek? Zullen we daar ooitpicknicken op één van de grote olietanks, lekker in het zonnetje, uitkijkendop de zee? Het lijken rare vragen. Maar vraag aan onze voorouders of zij

ooit zouden hebben verwacht dat mensen voor hun plezier - op nota benede dag des Heren - door het oude productielandschap van de Weerribben-Wieden zouden varen om van al het moois te genieten en ze hadden je

voor gek verklaard. Daar zou toch niemand van kunnen genieten? Dat zouniet eens mogen, plezier hebben op een plek waar in het zweet des aan-

schijns de turf werd gewonnen. En toch genieten we in en van dit oudeenergielandschap.

We genieten ook van oude energiecentrales, zoals de windmolens bij deKinderdijk en aan de Zaan. We vinden ze prachtig. En tegelijkertijd veraf-

schuwen we de nieuwe modellen. Maar het is zeer de vraag of de eerstewindmolens door onze voorouders met veel enthousiasme werden ont-

vangen? Zeer waarschijnlijk is dat niet. Net als in het geval van de eerstespoorlijn van Amsterdam naar Haarlem, is het heel aannemelijk dat het

eerste windmolenpark dat in de zeventiende eeuw werd aangelegd om hetland droog te malen door grote groepen Nederlanders met weerstand werd

ontvangen. Misschien maakte men zich ook toen al - net als bij de stoom-trein - druk over mogelijk zure melk bij koeien als gevolg van het draaien

der wieken (zou slagroom in dit geval niet toepasselijker zijn geweest?).

Onze voorouders wisten al wat wij nu ook weten: windmolens langs deKinderdijk, het is dat het noodzakelijk is, maar mooi is het niet, een der-gelijke lange rij molens. Je reinste horizonvervuiling. Tegenwoordig zittenlangs de Kinderdijk meer mensen dan zingende karekieten.

Laten we eerlijk zijn: 'mooi' komt meestal na 'noodzakelijk'. Tegenwoordigstaan we te zwijmelen bij een oud stoomtreintje. Lekker authentiek, jeruikt de kolen en de olie tenminste nog. Veel beter dan die moderne elek-

Page 7: Energielandschap

trische dingen. Nee, eigenlijk gaan we dingen pas mooi vinden als ze nietnoodzakelijk meer zijn en behangen worden met weemoed. Weemoed naarde tijd dat ze nog functioneerden en alles beter was. Waarde door wee-moed is de basis voor de bescherming van onder meer industrieel erfgoed.Oude gasfabrieken als de Westergasfabriek zijn tegenwoordig erg populaironder de 'cultural creatives'. En die fabriek is toch echt een onderdeel vanhet oude en grauwe urbane energielandschap dat de arbeidersklasse moestontgroeien en dat we met honderd jaar wetgeving op het gebied van arboen milieu achter ons hebben weten te laten. Dus als we de Westergasfabriektegenwoordig als erfgoed bewaren en ook erg mooi vinden, dan is het zeerwaarschijnlijk dat we ook de oude raffinaderijen van Shell op Pernis ooitmooi gaan vinden: als we ze tegenwoordig al niet mooi vinden. Net als dewindmolens in Flevoland.

Iedere generatie heeft recht op haar eigen cultuurlandschap. Iedere gene-

ratie heeft recht op haar eigen energielandschap. Immers, wat zoudenwij ervan vinden als we werden teruggezet naar het zo veel bejubeldeNederlandse cultuurlandschap van 1900? Welnu, we zouden gillend terug-

rennen naar het heden. Het mag dan wel het Arcadia zijn van Westhof,Thijsse, Van Tienhoven en andere helden uit de bibliotheek, maar wij zouden

toch vooral ons huidige landschap missen. Al die blubber, al die modder-paden, geen strakke graslanden, nergens bossen, hooguit wat kleine hout-

akkertjes vol met slechtgroeiende dennetjes voor de mijnbouw. Nee, hetzou niet klikken tussen ons en het vroegere landschap. En dan hebben we

het nog niet eens over de stank van de ongewassen mensen, en over hetleeggejaagde landschap waar geen hert, ree of haas in kon overleven. Nee,we zouden het niet best vinden.

Gelukkig hebben we wel een paar relicten als heide, zandverstuivingen enwat blauwgraslanden weten te bewaren en die helpen ons eraan herinnerendat 'vroeger alles beter was', behalve de natuur. Ook natuurbescherming

in Nederland is altijd gebaseerd geweest op weemoed. Maar was vroegeralles beter? Welnee, we mogen blij zijn dat we niet meer dagelijks op zoekmoeten naar hout en uren hoeven te hakken in de kou om het in de juistevorm in de kachel te krijgen. Wij draaien een knop om en het is warm,om vervolgens lekker voor de buis te kijken naar een mooie natuurfilm, ofeen documentaire over de verandering van het klimaat. En terwijl wij onslaven aan de fossiele warmte, kan het bos zich herstellen. Onze voorouderszouden er een moord voor hebben gedaan.

Hoe ziet het energielandschap van de toekomst eruit? Hebben we in hetwesten een landschap van groene daken om het water op te vangen enwindmolens die de wind vangen? En hebben we in het oosten daken vol zon-necollectoren voor de zonne-energie en velden vol met biomassagewassen?Hebben we in het oosten groene energiecoöperaties die de heggen oog-sten voor lokale energiecentrales? Hebben we windmolenparken op zee?We weten het (nog) niet. Wat we echter wel weten, is dat we zullen moetenwerken aan nieuwe ruimtelijke concepten. Concepten die een krachtigeaansturing vragen. Dat leert de geschiedenis ons namelijk ook. De meestdramatische en fraaie landschappen zijn 'planlandschappen'. Of het nu deBeernster is, Walcheren, de Alblasserwaard of de 'Fryske fierschten'. alles

wat ons dierbaar is, is planmatig - en vaak grootschalig - ontgonnen en

aangelegd. De energievoorziening van de toekomst zal zich waarschijnlijkdecentraal ontwikkelen, maar daar is wel centrale regie voor nodig. Dat zoubijvoorbeeld kunnen aan de hand van een nieuwe generatie grootschalige

landi n rich ti ngsp roj ecten.

Wij kennen natuurlijk al sinds eeuwen het 'mijnenergielandschap'. het resul-

taat van de mijnbouw, die zowel ondergronds als bovengronds zijn sporenheeft nagelaten. Iedere zichzelf respecterende energieleverancier heeft

tegenwoordig op zijn eigen site een klantvriendelijke ingang: 'Mijn Nuon'of 'Mijn Essent'. Daar kan iedereen zijn of haar energieverbruik bekijken.

Maar voor de volgende generaties zullen we ook 'mijn energielandschap'moeten vormgeven. Met 'mijn recht op duurzame en veilige energie', met'mijn recht op een fraai landschap', met 'mijn recht op een veilig klimaat'.

Dát is onze opgave, voor het toekomstige energielandschap. Laten we daar

de komende jaren dan ook veel energie insteken, opdat toekomstige gene-raties de vruchten kunnen plukken van onze visie, onze daadkracht en onzeinspanningen.