Energiebesparing- en CO₂-reductiepotentieel hybride lucht/water ...

25
Robert Harmsen, Pieter van Breevoort - Ecofys Wilko Planje - TNO Ernst-Jan Bakker - ECN Peter Wagener - BDH Energiebesparing- en CO -reductiepotentieel hybride lucht/water warmtepomp in de bestaande woningbouw B D H Project in opdracht van: SenterNovem, Alklima, Daalderop, Daikin, Inventum, Stiebel-Eltron, Techneco, Vaillant, WAdus, Stichting Warmtepompen Januari 2009

Transcript of Energiebesparing- en CO₂-reductiepotentieel hybride lucht/water ...

Robert Harmsen, Pieter van Breevoort - EcofysWilko Planje - TNO

Ernst-Jan Bakker - ECNPeter Wagener - BDH

Energiebesparing- en CO₂-reductiepotentieel hybride lucht/water warmtepomp in de

bestaande woningbouw

B D H

Project in opdracht van: SenterNovem, Alklima, Daalderop, Daikin, Inventum, Stiebel-Eltron,

Techneco, Vaillant, WAdus, Stichting Warmtepompen

Januari 2009

- 3 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouwEnergiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw

Disclaimer

Scope van het rapport•ditrapportbeschouwtalleenhybridelucht/waterwarmtepompen.Heteffectvanconcurrerende

technologieën op de marktintroductie en het besparingspotentieel van de warmtepomp wordtbuitenbeschouwinggelaten.Welwordtheteffectvanvraagreductiedoorna-isolatiegeanalyseerd;

•hetrapportbetrefteenstudienaarhettechnischpotentieelvoordeperiode2010-2030 waarbijhetmarktaandeelvandehybridelucht/waterwarmtepompindetijdgroeiten rekeningwordtgehoudenmeteentechnischelevensduurvan15jaarvoorbestaande installaties.Marketingaspectenzijnnietspecifiekbeschouwd;

•deinputvoordezestudieisvooreengrootdeelgebaseerdopscenario’s(o.a.voorontwikkeling van woningvoorraad en energievraag, referentierendementen, gemiddelde afgiftetemperaturen in woningen, marktpenetratie en rendementontwikkeling hybride warmtepomp).Dezescenario’sbevattenonzekerheden(dietoenemennaarmatehetzichtjaarverderwegligt)en/ofuitgangspuntenwaarverschillendeopvattingenoverkunnenbestaan.

Gehanteerde uitgangspunten•indezestudieiszoveelmogelijkaangeslotenbijdeuitgangspuntenzoalsgekozenvoorde

recentepotentieelstudievoormicroWKK¹.Ditmaakthetmogelijkderesultatenvanbeidestudiesmetelkaartevergelijken.Ditbetreft:

o detweescenario’svoordemarktintroductievandehybridewarmtepomp; o uitrol van de hybride warmtepompen in die woningsegmenten waar de grootste

besparing mogelijk is; o een aardgasgestookte Hr-ketel als referentie voor warmteopwekking; o een aardgasgestookte STEG-centrale als referentie voor elektriciteitsopwekking; o de ontwikkeling van de woningvoorraad en de warmtevraag conform het

GlobalEconomy(GE)scenario.

•voordewarmtepomprendementenisgebruikgemaaktvanprognoses,deelsgebaseerdopmetingen,deelsopexpertopinie.Dezeprognosesbevatteneenonzekerheidaangeziendetechnologienogsterkinontwikkelingis.Uitgangspuntvoordegetallenzijn‘bestpractice’ rendementen;

•hulpenergie(bijvoorbeeldvoorcirculatieofwarmtepompbron)ismeegenomeninde systeemprestatievanzowelhybridewarmtepompalsreferentietechnologie;

•aangenomenisdatdeinzetvanhybridewarmtepompengemaximaliseerdwordtdooreenslimmeregeling.Ookwarmtapwatervraagwordt(deels)doordewarmtepompgedekt middels een buffervat;

•heteffectvangroengasengroeneelektriciteitophetreductiepotentieelisbuiten beschouwinggelaten.

- 3 -

¹ Cogen Projects, ECN, TNO, Ecofys, Energie- en CO²-besparingspotentieel van microWKK in Nederland (2010-2030), update 2008 (in opdracht van Werkgroep decentrale gastoepassingen, onderdeel van Platform Nieuw Gas).

- 4 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 5 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw

Samenvatting & conclusies

Eenhybridelucht/waterwarmtepompiseenelektrischaangedrevenwarmtepompdiebuiten-en/ofventilatieluchtalsbrongebruiktenincombinatiemeteenHr-ketelofelektrischebijstookwarmtelevertaanwoningen.Dehybridelucht/waterwarmtepompiséénvandeoptiesomdeHr-ketel te vervangen als dominante technologie voor de verwarming van bestaande woningen enopdiemaniereenbelangrijkeroltespelenindeenergietransitie.

Energiebesparing- en CO₂-reductiepotentieel2010-2030Indezestudieishetreductiepotentieelvoordeperiode2010-2030vastgesteld.Indiendehybridelucht/waterwarmtepompdedominanterolvandeHr-ketel(deels)overneemt,kanin20200,7tot1,3MtonCO₂perjaarbespaardworden.In2030kanditoplopenvan1,6tot3,4MtonCO₂-reductieperjaar.

Huishoudenszullennaarverwachtingin2020ca.9,7miljardm³gasvoorverwarmingverbruikenenin2030ca.10miljardm³.Ditkomtovereenmetrespectievelijk17,4(2020)en18,0(2030)MtondirecteCO₂-emissies.Doortoepassingvandelucht/waterwarmtepompkandus4tot7%(2020),respectievelijk9tot19%(2030)vandezeCO₂-emissiesgereduceerdworden.

- 5 -

Effect van na-isolatieDehybridelucht/waterwarmtepomplijktbijuitstekeentechnologiedieindebredeenergietransitiepast.Na-isolatievanbestaandewoningenleidttoteenbetereprestatievandewarmtepomp indien woningen met een lagere temperatuur afgiftesysteem verwarmd kunnen worden.IneennageïsoleerdewoningmeteenlagerewarmtevraagkanzelfsmeerCO₂ gereduceerdwordendanindezelfdewoningzonderna-isolatie.

Effect van ‘low carbon’ elektriciteitsopwekkingNaastna-isolatieisookdeverduurzamingvandeelektriciteitsvoorzieningeenbelangrijkagendapuntvandeenergietransitie.DeCO₂-prestatievandeelektrischaangedrevenlucht/waterwarmtepomp neemt toe wanneer de CO₂-emissiefactorvanelektriciteitlagerwordt.Dezestudielaatziendatinhethogescenario(scenario1)hetCO₂-reductiepotentieelin2030stijgtvan3,4Mton(zietabel)tot5,4MtonindienuitgegaanwordtvaneenkolencentralemetCO₂-opslag in plaatsvaneenaardgas-STEGcentrale.

Effect op de energierekeningOftoepassingvandehybridelucht/waterwarmtepompleidttoteenverlagingvandeenergierekeninghangtafvandeverhoudingtussendegas-enelektriciteitsprijs.Eenhogegasprijseneenlageelektriciteitsprijszijngunstigvoorderentabiliteitvanhetapparaat.Deeconomischeprestatievandewarmtepompblijktzeergevoeligvoorrelatiefkleineveranderingenindeverhoudingtussengas-enelektriciteitsprijs.Algemeengeldtdatwarmtepompenmethogerendementenmindergevoeligzijnvoorvariatiesindeelektriciteitsprijsomdatze(voordezelfdehoeveelheidwarmte)minderelektriciteitverbruiken.

Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel 2010-2030

CO2-reductiepotentieel[Mton]

Energiebesparingpotentieel[PJprimair]

2020 0,7 – 1,3 10,9 – 21,0

2030 1,6 – 3,4 27,9 – 64,0

Besparingpotentieel woningbouwcorporaties 2010-2020De woningbouwcorporaties beheren en verhuren ongeveer 35% van het Nederlandse woningbestand. Deze corporaties zijn actief betrokken in het beleid van het Rijk om het energieverbruik in woningen te verminderen. Het reductiepotentieel van de hybride lucht/water warmtepomp in dit woningbestand bedraagt in 2020, bovenop het bestaande potentieel voor na-isolatie, 10 PJ en 0,6 Mton CO2.

Effect van na-isolatie op het CO2-reductiepotentieel van de hybride lucht/water warmtepomp in een gemiddelde rijtjeswoning gebouwd in de periode 1960 - 1980.

De ruimteverwarmingvraag van deze woning bedraagt 35 GJth per jaar. Verondersteld wordt dat in deze woning al eerder enkele maatregelen zijn getroffen (zoals dubbel glas), maar dat de afgiftetemperatuur van het verwarmingsysteem (90-70°C) niet verlaagd kan worden. De woning wordt nu grondig aangepakt (HR++ glas, dak- en vloerisolatie) waardoor de warmtevraag daalt naar 16 GJth/jaar en vergelijkbaar is met een moderne woning. De radiatoren worden niet vervangen waardoor het nu mogelijk is de afgifte- en aanvoertemperatuur van het verwarmingsysteem te verlagen naar 50-40°C. De gekleurde lijnen in de fi guur geven het effect van na-isolatie weer. Het gecombineerde effect van warmtevraagvermindering en verbeterde prestatie en dekkingsgraad van de warmtepomp leidt netto tot meer CO₂-reductie in de nageïsoleerde woning.

35 GJth (90/70) 16 GJth (50/40)

500450400350300250200150100

500C

O2-

red

uct

iep

ote

nti

eel

in k

g. p

er ja

ar

effect hogere COPen dekkings%warmtepomp

effect verminderingwarmtevraag

Twee introductiescenario’s voor de hybride lucht/water warmtepomp

Aantal geplaatste toestellen

Scenario1 Scenario 2

2008-2010 18.000 10.000

2011-2015 340.000 182.000

2016-2020 1.000.000 535.000

2021-2030 2.980.000 1.479.400

Scenario 1 is een hoge groei scenario waarbij het marktaandeel van de hybride lucht/water warmtepomp groeit tot ca. driekwart van de vervangingsmarkt voor Hr-ketels die 350-400 duizend toestellen per jaar omvat. In Scenario 2 gaat de groei geleidelijker en is het uiteindelijke marktaandeel van de warmtepomp ca. 40% van de vervangingsmarkt.

Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw- 6 - - 7 -

Inhoudsopgave

1 Inleiding 8 1.1 Waaromdezestudie? 8 1.2 Watiseenlucht/waterwarmtepomp? 8 1.3 Opbouwvanhetrapport 8

2 Uitgangspunten potentieelschatting 9 2.1 Bestaandewoningbouw 9 2.2 Hybridelucht/waterwarmtepomp 14 2.3 Referentiekader 20

3 Energiebesparing- en CO₂-reductiepotentieel 23 3.1 Inleiding 23 3.2 Potentieel2010-2030 23 3.3 Effect‘low-carbon’elektriciteitopwekking 26 3.4 Effectvanna-isolatie 27 3.5 Effectoplokaleelektriciteitsnet 28 3.6 Hoepastdehybridelucht/water warmtepompindebredeenergietransitie? 28

4 Effect op de energierekening 29 4.1 Inleiding 29 4.2 Prijsscenario 29 4.3 Investeringsruimtevoordehybridelucht/waterwarmtepomp 30 4.4 Effectvanna-isolatie 31

- 8 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 9 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw

1 Inleiding

1.1 Waarom deze studie?Debestaandewoningbouwiséénvandesectorendieeenforsebijdragekanleverenaanderealisatievandekabinetsdoelstellingenvoor2020ophetgebiedvanduurzameenergie(20%),energiebesparing(2%perjaar)enCO₂-reductie(-30%t.o.v.1990).Hetconvenant‘MeermetMinder’geeftbijvoorbeeldeenplanvanaanpakvoorhetrealiserenvan78PJbesparingindebestaandewoningbouwdoortoepassingvanna-isolatieenefficiëntereinstallaties.Hoewel warmtepompen in de bestaande bouw tot nu toe een bijrol hebben vervuld, wordt dehybridelucht/waterwarmtepompinmiddelsgezienalséénvandeoptiesdiekanbijdragenaaneenefficiënterewarmteproductieinwoningen.Ditvormdevooreengroepfabrikanten²en SenterNovem aanleiding een studie te laten uitvoeren met als doel het vaststellen van het energiebesparing- en CO₂-reductiepotentieelvandehybridelucht/waterwarmtepompindebestaandeNederlandsewoningbouw.

IndezestudieiszoveelmogelijkaangeslotenbijdeuitgangspuntenzoalsgekozenvoorderecentepotentieelstudievoormicroWKK³.Ditmaakthetmogelijkderesultatenvanbeidestudiesmetelkaartevergelijken.

1.2 Wat is een lucht/water warmtepomp?Eenlucht/waterwarmtepompiseenelektrischaangedrevenwarmtepompdiebuiten-en/ofventilatieluchtalsbrongebruikt.IncombinatiemeteenHr-ketelofelektrischebijstookkandelucht/waterwarmtepompwordentoegepastinbestaandewoningenvoorruimteverwarmingenbereidingvanwarmtapwater.Dewarmtepompvoorzietineersteinstantieinhetgevraagdevermogen,deHr-ketelofelektrischebijstookspringtbijindiennodig.Doorcombinatievaneenlucht/waterwarmtepompmetgas-ofelektrischebijstookishetnietnoodzakelijkeenlagetemperatuurverwarmingsysteem(LTV)indewoningtehebben.Ookinwoningenmeteenhoogtemperatuursysteem(standaardinveelbestaandewoningen)kandewarmtepomptoegepastworden.Welgeldtdatdeprestatieendekkingsgraadvandewarmtepompveelhogeriswanneersprakeisvaneenlagetemperatuursysteem.

Momenteelzijnerverschillendetypenlucht/waterwarmtepompenopdemarkt.Inde‘Marktstudielucht/waterwarmtepompenindebestaandebouw’zijndebeschikbaretechnologieën in kaart gebracht4.

Als in dit rapport wordt gesproken over warmtepompen dan worden daarmee hybride lucht/waterwarmtepompenbedoelddiedebuitenluchten/ofventilatieluchtalsbrongebruikenenincombinatiemeteenHr-ketelofelektrischebijstookwarmteleverenaanwoningen.

Warmtepomptechnologiekannaastwarmteookkoudeleveren.Indebestaandewoningbouwiskoelingnogrelatiefonbekend.Hoedekoudevraaginhuishoudenszichgaatontwikkelenisonzeker.Indezepotentieelstudiewordtkoelingbuitenbeschouwinggelaten.

1.3 Opbouw van het rapportInhoofdstuk2wordteenoverzichtgegevenvandeuitgangspuntendieindezestudiegehanteerdzijn.Ditomvatkarakteristiekenvandebestaandewoningbouwendehybridelucht/waterwarmtepomp,deintroductiescenario’svandehybridelucht/waterwarmtepompendeuitgangspuntenmetbetrekkingtotdereferentiesituatievoorwarmteenelektriciteit.Hoofdstuk3analyseerthetenergiebesparing-enCO₂reductiepotentieelvoordeperiode2010-2030.Hierbijwordt onderscheid gemaakt in het potentieel voor ruimteverwarming en bereiding van warm tapwater.Daarnaastwordtindithoofdstukheteffectvan‘lowcarbon’elektriciteitsopwekkingenna-isolatiebestudeerd.Hoofdstuk4gaatinopdeeffectenopdeenergierekeningdietoepassingvandehybridelucht/waterwarmtepompmetzichmeebrengt.

² Alklima, Daalderop, Daikin, Inventum, Stiebel-Eltron, Techneco, Vaillant, WAdus. Stichting Warmtepompen treedt in deze studie als penvoerder van de fabrikanten op.

³ Cogen Projects, ECN, TNO, Ecofys, Energie- en CO2-besparingspotentieel van microWKK in Nederland (2010-2030), update 2008 (in opdracht van de Werkgroep decentrale gastoepassingen, onderdeel van Platform Nieuw Gas).

4 BDH, Marktstudie lucht/water warmtepompen in de bestaande bouw, 2008 (in opdracht van SenterNovem).

5 ECN, Referentieramingen energie en emissies 2005-2020, 2005.6 ECN, Een blik op de toekomst met SAWEC, 2005.7 CPB, MNP en RPB Welvaart en Leefomgeving, Een scenariostudie voor Nederland in 2040, 2006.

2 Uitgangspunten potentieelschatting2.1 Bestaande woningbouw

2.1.1 Ontwikkeling woningbestandOm het potentieel van een technologie voor de gebouwde omgeving te kunnen schatten, zijngegevensnodigoverdeontwikkelingvandezesector.Voordezestudiebetreftditdesamenstellingenontwikkelingvandewoningvoorraad(aantallen,bouwperiodeentype)endewarmtevraagvoorverschillendezichtjaren(2010,2015,2020,2030).

Voor de ontwikkeling van de woningvoorraad in Nederland is uitgegaan van beschikbare data zoalsonderanderegebruiktinde‘Referentieramingenergieenemissies2005-2020’5.Dezedatais afkomstig uit het SAWEC model6 waarin gedetailleerde gegevens over de sector huishoudens zijnopgenomen.OmdatSAWECalstijdshorizon2020heeft,isvoorzichtjaar2030datauitdestudieWelvaartenLeefomgeving(WLO)7gebruikt.HetdetailniveauindeWLOstudieislagerdaninhetSAWECmodel.Erwordtbijvoorbeeldgeenonderscheidgemaakttussenwoningtypenen voor de bouwperiode wordt uitsluitend onderscheid gemaakt in woningen gebouwd voor en na2000.

De gehanteerde ontwikkeling van de sector huishoudens op basis van bovenstaande bronnen is dezelfdeontwikkelingalsaangenomeninderecentepotentieelstudievoormicroWKK³.

Uitdeverschillendebeschikbarescenario’svooreconomischeontwikkelingisgekozenvoorhetGlobalEconomy(GE)scenario5, een scenario met hoge bevolkingsgroei, hoge economische groei,lageenergieprijzenenzonderCO₂-reductiedoelstelling.HetGEscenariomoetgezienwordenalseen(worstcase)baselinewaartegenheteffectvannieuwbeleidkanwordenbepaald.Hetisgéénprognosevandemeestplausibeleontwikkelingvanhetenergieverbruik.HetGEscenario geeft dan ook geen goed beeld van de warmtevraagontwikkeling in woningen indien uitgegaanwordtvandehuidigebeleidsvoornemens.

OnderstaandefiguurlaathetaantalbewoondewoningenzienvolgenshetGEscenario:circa6,5miljoenin2000ennaarverwachtingbijna8,9miljoenin2030(leegstandwordtgeschatop1,3%).Naasteenhogebevolkingsgroeiisdetrendinhetscenariodathetaantalpersonenperhuishoudenafneemtwaardoorhetaantalhuishoudensstijgt.

Figuur 1 Ontwikkeling woningvoorraad in Nederland

2000 2005 2010 2015 2020 2030

10000

8000

6000

4000

2000

0Bew

oo

nd

e w

on

ing

en x

1000

- 10 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 11 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw

EendeelvandeNederlandsewoningenheefteenlokaleof(klein-)collectievewarmtevoorzieningenblijftdaarmeebuitenbeschouwingindezepotentieelstudie,vanwegedefocusopvervangingvanindividuelecentraleverwarming.Detrendisdathetaandeelwoningenmetindividuelecentrale verwarming stijgt als gevolg van het afnemen van het aandeel lokale verwarming door sloopofrenovatie.Geschatwordtdatin2030circa95%vanhetwoningbestandindividuelecentraleverwarmingheeft.OpbasisvanSAWECdatawordentotenmet202017woningsegmentenonderscheidenopbasisvandevolgendewoningtype/bouwjaarcombinaties:•4typenwoningen:vrijstaand,2onder1kap+hoekwoning,rijtjeswoningenappartement;•4bouwjaarcategorieën:<1930,1931-1959,1960-1980,1981-1995;•(alletypen)nieuwbouwwoningenna1995.Voorhetzichtjaar2030isalleenhetonderscheid‘bouwjaarvoorenna2000’beschikbaar.Er wordt geen onderscheid gemaakt naar eigendomvorm, omdat dit geen rol speelt in de manier waaropindezestudiedelucht/waterwarmtepompwordtverdeeldoverdewoningvoorraad.

Figuur 2 toont de ontwikkeling van het aantal woningen met individuele centrale verwarming (ICV),gebaseerdopSAWECdata(2000-2020).Hoewelhettotaalaantalwoningenvandebouwjaarcategorieënvoor1995afneemtdoorsloop,neemthetaantalICVwoningenindezecategorieënlichttoeomdatwoningenmetlokaleverwarmingovergaanopindividuelecentraleverwarming.Metdeinschattingdat95%vandewoningenICVhebbenen1,3%vandewoningenleegstaat,geeftdeWLOstudievoorhetzichtjaar2030ca.5,3miljoenbewoondeICVwoningenmetbouwjaar<2000enca.3,1miljoenmetbouwjaar>2000.

Figuur 2 Aantal woningen met individuele centrale verwarming (ICV) per woningsegment

ZiebijlageAvoordegedetailleerdedataoveraantallenICVwoningenvoordeperiode2000-2030.

2.1.2 Ontwikkeling energievraagRuimteverwarmingOnderstaandefigurengevendeontwikkelingvanenergievraagvolgensheteerdergenoemdeGEscenarioopbasisvanSAWECdata(zieookvoorgaandeparagraaf).Voordewoningengebouwdna1995,waarvoorgeenindelinginwoningtypenwordtgehanteerd,isdegemiddeldevraag naar ruimteverwarming 20 GJthin2000en15GJthin2020.

Figuur 3 Ontwikkeling ruimteverwarmingvraag per woningsegment

Voorhetzichtjaar2030isalleenhetonderscheid‘bouwjaarvoorenna2000’beschikbaar.DeWLOstudiegeefteengemiddeldevraagnaarruimteverwarmingvan28GJth voor woningen met bouwjaar<2000en17GJthmetbouwjaar>2000inhetzichtjaar2030.

Eriseenduidelijkeafnametezienindevraagnaarruimteverwarmingvoorallecategorieën.Dezeafnameishetgevolgeentoenamevanenergiebesparendemaatregelenzoalsna-isolatie,envaneentoenamevandegemiddeldebuitentemperatuur.

ZowelinhetSAWECmodelalsindeWLOstudiewordtgerekendmetgemiddelden,watbetekentdatextreemhogeenlagewaardentegenelkaarwegvallen.Omdatvanaf2020decijfersmeteenandermodelzijnberekend,kunnendegetallenbijdeaansluitingvandetweemodellenietsvanelkaarafwijken.TenopzichtevanhetSAWECmodelgeeftdeWLOstudieeenietshogerewarmtevraag.

Zie bijlage A voor de gedetailleerde data van de ruimteverwarmingvraag voor de periode 2000-2030.

Warm tapwaterOnderstaandetabeltoontdeontwikkelingvanhetwarmtapwaterverbruikinhetGEscenario.DecijferszijngebaseerdopSAWECenWLOdata.

Het gebruik van warm tapwater per persoon blijft naar verwachting de komende jaren min of meer gelijk5.Omdatdegemiddeldegezinsgrootteafneemt,daaltdegemiddeldewarmtevraagvoorwarmtapwaterperwoning.

Tabel 1 Ontwikkeling van de warmtevraag voor warm water per huishouden

Gemiddelde warmtevraag voor warm water 2000 2010 2015 2020 2030

per woning [GJthperjaar] 9,0 8,6 8,5 8,3 8,1

800

700

600

500

400

300

200

100

0

ICV woningen in 2020

aan

tal w

on

ing

en x

100

0

bouwjaar categorie

Vrijstaand 2/1-kap + hoekRijtje (tussen) Meergezins

-1930 1931-1959 1960-1980 >19951981-1995

0

10

20

30

40

50

60

-1930 1931-1959 1960-1980 1981-1995

ruimteverwarming in 2020

ruim

teve

rwar

min

g G

Jth

bouwjaar categorie

Vrijstaand 2/1-kap + hoekRijtje (tussen) Meergezins

800

700

600

500

400

300

200

100

0

ICV woningen in 2000

aan

tal w

on

ing

en x

100

0

bouwjaar categorie

Vrijstaand 2/1-kap + hoekRijtje (tussen) Meergezins

-1930 1931-1959 1960-1980 >19951981-1995

0

10

20

30

40

50

60

-1930 1931-1959 1960-1980 1981-1995

ruimteverwarming in 2000

ruim

teve

rwar

min

g G

Jth

bouwjaar categorie

Vrijstaand 2/1-kap + hoekRijtje (tussen) Meergezins

- 12 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 13 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw

2.1.3 Aandeel woningen met mechanische ventilatieNaastbuitenluchtkunnenwarmtepompenookventilatieluchtgebruikenalsbron.Omventilatieluchtoptimaaltekunnengebruikenalsbronisdeaanwezigheidvancentralemechanischeafzuigingeenvereiste.Daaromisgeanalyseerdhoeveelmechanischeafzuigingeraanwezigisindeinparagraaf2.1.1gedefinieerdewoningsegmenten(ziefiguur4).

Deinfiguur4gepresenteerdedataheeftbetrekkingopdevolledigewoningvoorraad,dusnietalleendewoningenmetindividuelecentraleverwarming.Erisindeloopvandebouwjareneenduidelijketoenametezienvanhetaandeel(centrale)mechanischeafzuiging.Vooralhetaandeelindegestapeldebouwisrelatiefhoog.Hetaandeelindebouwjarenvoor1930isnaarverwachtingmedehetgevolgvaninspanningenomdezewoningenteverbeteren.

Behalvenatuurlijketoevoerenmechanischeafzuigingsystemen,komtookmechanischeafzuigingalsonderdeelvanbalansventilatiesystemenvoorinwoningen.Dehuidigepenetratievanbalansventilatieisechterrelatiefgering:circa3%vandewoningengebouwdna1995.Gecombineerd met het feit dat ventilatielucht als warmtepompbron en warmteterugwinning (aanwezigineendeelvandebalansventilatiesystemen)metelkaarconcurreren,wordtwoningen met balansventilatie hier buiten beschouwing gelaten voor warmtepompen met ventilatieluchtalsbron.

Inderechterhelftvandefiguurwordt,gewogennaaraantallenperwoningtype,degemiddeldepenetratievanmechanischeafzuigingweergegeven.Hoewelhetaandeelbehoorlijkisgegroeid,heefteensignificantdeelvandewoningennognatuurlijkeafvoer.Ditgeldtookvoorwoningengebouwdna1995. Figuur 4 Aandeel centrale mechanische afzuiging in woningsegmenten op basis van WoOn2006

2.1.4 Aandeel woningen met na-isolatieEen belangrijke randvoorwaarde bij toepassing van warmtepompen is de aanvoertemperatuur voorhetCV-systeem.Hoehogerdezetemperatuur,hoelagerhetrendementvandewarmtepomp.Temperaturenbovende60-65°Czijnniethaalbaarvoordehierbeschouwdeelektrischelucht/waterwarmtepompen.VooreenpotentieelschattingishetdusvanbelangeenbeeldtehebbenvangangbaretemperatuurniveausinafgiftesystemenindeNederlandsewoningbouw.

Traditioneelwerdhetafgiftesysteemuitgelegdop90-70°C(aanvoer-retour).Dooreensterkverbeterde gebouwschil kan de huidige nieuwbouwwoning echter met aanvoertemperaturen onder55°Cwordenverwarmd(degrenswaardevoorzogenaamdelagetemperatuurverwar-ming).

Van bestaande woningen wordt aangenomen dat het CV-systeem over het algemeen teveel capaciteitheefttenopzichtevandewerkelijkebehoefte.Ditkomtenerzijdsdoordatbijdeaanlegervanruimemargesgehanteerdzijnenanderzijdsdoordatdegebouwschilvandewoningenindeloopvandetijdverbeterdis(dubbelglas,dakisolatie,vloerisolatie,etc.).Hoegrootdezeovercapaciteitgemiddeldis,isnietbekend.Uitindividuelevoorbeeldenkanwordenopgemaaktdat dit om tientallen procenten kan gaan8.Daarnaastleidtdetoenemendepenetratievanmodulerende Hr-ketels ertoe dat de gemiddelde jaarlijkse aanvoertemperaturen beduidend lagerliggendandeontwerptemperaturen.

Voordezepotentieelstudiewordtopbasisvandevolgendeuitgangspuntendeverdelingintabel2gehanteerdvoordeindewoningvoorraaddominanteafgiftetemperaturen:•hetkunnenverlagenvandeaanvoertemperatuurwordtinbelangrijkematebepaalddoorde

aanwezigheidvandubbelglas(comfortaspect).VolgensSAWEC9heeftin2000circa14%nogenkelglasopdebeganegrondencirca55%opdeeersteverdieping.In2020isditgedaaldnaar5%en20%respectievelijk.Aangenomenwordtdatvoordezewoningendeaanvoertemperaturennietverlaagdkunnenworden(dus90-70°C)onderdeveronderstellingdatdeaanwezigheidvanenkelglaskanwordengezienalsindicatordatdeoverigedelenvandegebouwschilnognietofnauwelijkszijnverbeterd;

•voornieuwbouwwoningenvanaf2000wordtveronderstelddat50-40°Chaalbaaris(eventueelmetkleineaanpassingen).DooraanscherpingeninhetBouwbesluitzullendezetemperaturendekomendejarenverderdalen.Dezenieuwbouwwoningenmakenin2020circa15procentuitvandetotalewoningvoorraad(ruim1miljoenopintotaal8miljoen);

•zeerlageafgiftetemperaturen(40-30/30-25°C)zullendekomenjarenzekergerealiseerdkunnenwordeninnieuwbouwwoningen.Dezewoningenzullenvoorhetreductiepotentieelvoorhybridewarmtepompentot2030nauwelijkseenrolspelenomdatinstallatiespascirca15jaarnaopleveringvervangenworden.

Voor het vaststellen van het energiebesparing- en CO2-reductiepotentieelvandehybridelucht/water warmtepomp wordt uitgegaan van de afgiftetemperaturen die de bestaande woningen aankunnenzondergroteaanpassingen(na-isolatie)aandewoning.Heteffectvanna-isolatieophetreductiepotentieelwordtapartgeanalyseerd(zieparagraaf3.4).

8 Presentatie Toepassing Gas Warmtepomp, Gerard Bruijnse (Zon Energie), congres Gas Werkt, Arnhem 20 november 2008.9 In aanvulling op de tabel: circa 88% van de ICV woningen beschikken over radiatoren als afgiftesysteem. Circa 9% beschikt over een

combinatie van radiatoren en vloerverwarming. De resterende 3% wordt gevormd door luchtverwarming en vloer-/wandverwarming.

Tabel 2 Veronderstelde ontwikkeling van dominante afgiftetemperaturen in de woningvoorraad

Verdeling afgiftesystemen

90-70 70-50 50-40 40-30 30-25

2010 45% 50% 5%

2015 35% 55% 10%

2020 20% 65% 15%

2030 75% 15% 10%

-1930 1931-1959 1960-1980 >19951981-1995

aanwezigheid mechanischeafzuigventilatie

bouwjaar categorie

Gewogen gemiddelde alle woningtypen

100%90%80%70%60%50%40%30%20%10%0%

-1930 1931-1959 1960-1980 >19951981-1995

aanwezigheid mechanischeafzuigventilatie

bouwjaar categorie

Vrijstaand 2/1-kap + hoekRijtje (tussen) Meergezins

100%90%80%70%60%50%40%30%20%10%

0%

- 14 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 15 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw

2.2 Hybride lucht/water warmtepomp

2.2.1 KarakteristiekenRuimteverwarmingHet energiebesparing- en CO₂-reductiepotentieelvandehybridelucht/waterpomphangtafvanhettypewoning,de(ontwikkelingvan)dewarmtevraagindiewoningendeafgiftetemperatuurvanhetverwarmingsysteem.Tabel3geeftvoor2020inzichtindevariatievaneenaantalrelevantesysteemeigenschappenenprestaties.

DeSPF(seasonalperformancefactor)voorruimteverwarmingisinditrapportvoorhetgehelesysteem10gedefinieerdalsdeverhoudingvandejaarlijksgeleverderuimteverwarmingendesom van benodigde elektriciteit11 en aardgas ten behoeve van de warmtepomp, de bijstook en dehulpenergie(cijfersoponderwaarde).ZieookbijlageB.

Opgemerktdienttewordendatnietallesystemengeschiktzijnvoorallewoningen.Zokunnensystemendieventilatielucht(deels)alsbrongebruikenalleeninwoningenmetcentralemechanischeventilatietoegepastworden.Voorindividuelewoningenkandegegevenrangeindetabelduskleinerzijn.Derangesindetabelkunnenalsvolgtgeïnterpreteerdworden:•nominaalthermischvermogenvandewarmtepomp:delagerevermogensinderangezijnde

systemenopbinnenlucht(beperktdoorhetventilatiedebiet,ziebijlageC),dehogerevermogensdieopbuitenlucht.Degecombineerdesystemendiezowelopbinnen-alsbuitenluchtwerkenvallenbinnendezerange.Hetgemiddeldelektrischvermogenvandewarmtepompvarieerttussende0,2(binnenlucht)en1,5kWe(buitenlucht);

•dekkingsgraadwarmtepomp:bij90/70verwarmingsystemenzijndedekkingspercentagesrelatieflaag(zievooreentoelichtingbijlageC).Hoelagerdeafgiftetemperatuurhoegroterdedekkingspercentages.Metbuitenluchtsystemenkunnendehoogstedekkingspercentagesbehaaldwordenomdatdezesystemenquavermogennietbeperktworden;

•prestatievanhetsysteem(SPF-systeem):desysteemprestatiewordtbepaalddoordeprestatieendekkingsgraadvandewarmtepomp.Lagereafgiftetemperaturenzorgenvooreenverbeterdesysteemprestatie.Buitenluchtsystemenkunnendoordehogedekkingspercentagesvandewarmtepompdehoogstesysteemprestatiesrealiseren(waarbijhethogeredekkingspercentage dus opweegt tegen het lagere rendement van de warmtepomp ten opzichtevanbinnenluchtsystemen).

10 Warmtepomp met gas- of elektrische bijstook.11 Elektriciteit wordt teruggerekend naar primaire energie met behulp van de referentierendementen zoals gedefi nieerd in

paragraaf 2.3.2.

Tabel 3 Eigenschappen van het lucht/water warmtepompsysteem in 2020 voor verschillende

woningcategorieën en bouwperioden (cijfers afgerond op 1 decimaal)

Bo

uw

jaar

Vri

jsta

and

e w

on

ing

Twee

on

der

een

kap

/h

oek

wo

nin

g

Rijt

jesw

on

ing

Mee

rgez

ins/

Ap

par

tem

ent

-1930Nominaal vermogen van de condensor(kWth) 1,0–4,0 1,0–3,3 1,0–2,6 1,0–2,6

-1930Dekkingsgraad warmte-pomp 0,3–1,0 0,4–1,0 0,5–1,0 0,5–1,0

-1930 SPF-systeem 1,2–2,0 1,2–2,0 1,3–2,0 1,2–2,1

1931-1959Nominaal vermogen van de condensor(kWth) 1,0–3,6 1,0–3,0 1,0–2,2 1,0–2,2

1931-1959Dekkingsgraad warmte-pomp 0,3–1,0 0,4–1,0 0,6–1,0 0,5–1,0

1931-1959 SPF-systeem 1,2–2,0 1,2–2,0 1,3–2,1 1,2–2,1

1960-1980Nominaal vermogen van de condensor(kWth) 1,0–4,1 1,0–3,1 1,0–2,3 1,0–2,3

1960-1980Dekkingsgraad warmte-pomp 0,3–1,0 0,4–1,0 0,6–1,0 0,5–1,0

1960-1980 SPF-systeem 1,2–2,0 1,2–2,0 1,3–2,1 1,2–2,1

1981-1995Nominaal vermogen van de condensor(kWth) 1,0–2,5 1,0–2,1 1,0–1,8 1,0–1,8

1981-1995Dekkingsgraad warmte-pomp 0,4–1,0 0,3–1,0 0,5–1,0 0,5–1,0

1981-1995 SPF-systeem 1,1–1,9 1,1–1,9 1,2–2,0 1,2–2,0

1995-Nominaal vermogen van de condensor(kWth) 0,8–1,5

1995-Dekkingsgraad warmte-pomp 0,6–1,0

1995- SPF-systeem 1,1–1,9

- 16 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 17 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw

Tabel4geefteenoverzichtvandeeigenschappenvanhybridelucht/waterwarmtepompenin2030,vooreengemiddeldewoninggebouwdvoor2000enna2000.

DeSPFwaardenindetweebovenstaandetabellenzijngebaseerdopbijstookmeteenHr-ketel.DeSPFwaardenvoorsystemenmetelektrischebijstookzijnvergelijkbaarmetdezewaardenindienhetdekkingspercentagevandewarmtepomphoogis(>95%).BijeenlagerdekkingspercentageneemtdeSPFingevalvanelektrischebijstooksnelaf.12

BijlageEgeefteengedetailleerdoverzichtvanbovengenoemdekarakteristieken,ingedeeldperbouwjaar,woningcategorie,zichtjaarensysteemtype.InbijlageCwordttoegelichthoedezekarakteristiekenzijnbepaald.

Warm tapwaterAangenomenwordtdatwarmtapwatervoorzieningdoordewarmtepompviaeenbuffervatloopt.VoorbuitenluchtsystemenwordteenSPFvan2,1aangehoudenenvoorbinnenluchtsys-temeneenSPFvan3,5.Beideinclusiefca.11%boilervatverliezen.Buitenluchtsystemenkunnen100%vandewarmtapwatervraagdekken.Voorbinnenluchtsystemenvarieertdedekkinggraadvandewarmtepomptussende30en70%enisvooralafhankelijkvandehoogtevanderuimteverwarmingvraagindewoning(waarmeedetapwaterbereidingmoetconcurrerenvanwegebeperkingeninhetventilatiedebiet).Hoelagerderuimteverwarmingvraag,destehogerhetpercentagetapwaterleveringdoordewarmtepomp.ZieookbijlageD.

12 Gasgestookte bijstook met een Hr-ketel heeft een SPF van ca. 1 (gecorrigeerd voor hulpenergie), terwijl de SPF voor elektrische bijstook ca. 0,5 bijdraagt (uitgaande van 50,5% opwekkkingsrendement voor elektriciteit, zie paragraaf 2.3.2).

2.2.2 Introductiescenario’sDevervangingsmarktvoorgasgestookteketelsbedraagtca.350-400duizendtoestellenperjaar.MomenteelwordtdevervangingsmarktgedomineerddoordeHr-ketel.Bijhetbepalenvanhetenergiebesparing- en CO₂-reductiepotentieelvandehybridelucht/waterwarmtepompwordtveronderstelddatdehybridelucht/waterwarmtepompderolvandeHr-ketelalsdominantetechnologieoverneemt.Uitgegaanwordtvantweescenario’szoalsweergegeveninFiguur5.

Scenario1iseenhogegroeiscenariodatdoordefabrikantenvandelucht/waterwarmtepomprealistischwordtgeachtindiendeconditiesgunstigzijn.Bijvoorbeeldeengunstigeverhoudingvan gas- en elektriciteitsprijs, gemotiveerde eindverbruikers en waardering van de technologie indeenergielabelvanbestaandewoningen.Inditscenariogroeithetmarktaandeelvandehybridelucht/waterwarmtepompsterktotcircadriekwartvandevervangingsmarktenwordtdetechnologiedominantvoorverwarmingvanbestaandewoningen.

Scenario 2 gaat uit van een matige groei, waarbij het marktaandeel minder snel toeneemt dan inhethogescenario(bijvoorbeelddoorconcurrentiemetandereopties)enuiteindelijkstabiliseertopca.40%vandevervangingsmarkt.

Figuur 5 Aantal geplaatste hybride lucht/water warmtepompen per jaar in de bestaande bouw

Tabel 4 Eigenschappen van hybride lucht/water warmtepompen in 2030 voor een gemiddelde woning, gebouwd voor en na 2000 (cijfers afgerond op 1 decimaal)

Bo

uw

jaar

Gem

idd

eld

e w

on

ing

-2000Nom.vermogenPcond.(kWth) 0,9–2,3

-2000Dekkingsgraad warmte-pomp 0,3–1,0

-2000 SPF-systeem 1,2–2,4

>2000Nom.vermogenPcond.(kWth) 0,9–1,8

>2000Dekkingsgraad warmte-pomp 0,3–1,0

>2000 SPF-systeem 1,1–2,4

0

50

100

150

200

250

300

350

2005 2010 2015 2020 2025 2030

Aan

tal i

nst

alla

ties

per

jaar

(x

1000

)

scenario 1 scenario 2

- 18 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 19 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw

Figuur 6 Cumulatief aantal geplaatste hybride lucht/water warmtepompen in de bestaande bouw

Figuur6laathetcumulatiefaantalgeïnstalleerdetoestellenzien.Bijna4miljoeninscenario1enruim2miljoeninscenario2.Aangenomenisdatdewarmtepompeneentechnischelevensduurvan15jaarhebben.Ditbetekentdatin2030alleinstallatiesgeplaatstvóór2016vervangenzijndooreennieuwexemplaar.

2.2.3 Introductiescenario per woningsegmentTabel5geefteenoverzichtvanhetaantalgeplaatstelucht/waterwarmtepompsystemeninvierperioden.Dezeaantallenzijnafgeleidvandeintroductiescenario’sbeschrevenindevorigeparagraaf.Doordeverondersteldetechnischelevensduurvan15jaarisdesomvandekolommeninonderstaandetabelhogerdaninfiguur6.Alleinstallatiesgeplaatstvóór2016zijnin2030vervangendooreennieuwexemplaar.

Voor de bepaling van de energiebesparing- en CO2-reductie van de warmtepomp wordt een uitrolmethodiekgehanteerddieuitgaatvaneenmaximalisatievandebesparingendereductie.Ditbetekentdatdiewoningsegmentendiedemeestebesparing/reductiegenererenheteerstegevuld worden.

2005 2010 2015 2020 2025 2030Cu

mu

lati

ef a

anta

l in

stal

lati

es (

x 10

00)

scenario 1 scenario 2

4500

4000

3500

3000

2500

2000

1500

1000

500

0

Figuur7laatziendatditvooraldewoningenzijnmeteenhogewarmtevraag.Datwilzeggen,deouderevrijstaande-en2onder1kapwoningen.Indepraktijkzaldeuitrolvandewarmtepompveeldiffuserverlopenenzullenookinanderetypenwoningendezewarmtepompentoegepastworden.Eenpotentiëlemarktvormtbijvoorbeeldde(sociale)huursectorwaardetechnologieincombinatiemetna-isolatievandewoningentechnischgezieningroteaantallengeplaatstkanwordendoorwoningbouwcorporaties.

Figuur 7 Uitrol van de hybride lucht/water warmtepomp volgens scenario 1 (2008-2020)

Indeperiode2020-2030wordtinscenario1ruim70%vandetoestellengeplaatstinwoningengebouwdvoor2000en30%inwoningengebouwdna2000.Voorscenario2ligtdeverhoudingpreciesandersommetpercentagesvanrespectievelijk40%en60%voorwoningengebouwdvoorenna2000.Woningengebouwdna2000kunnenmetgeringeaanpassingeneen50/40verwarmingsysteemaan(zieparagraaf2.1.4)enkunnendaarmeerelatiefveelbesparingengenererenondanksdeveellagerewarmtevraagindezewoningen.

Figuur 8 Aandeel 70/50 en 50/40 verwarmingsystemen in uitrol 2016-2020 en 2021-2030

Figuur8geeftdeverhoudingweervanhettoegepasteverwarmingsysteemindewoningenwaardehybridelucht/waterwarmtepompuitgeroldwordt.Opbasisvandetabelinparagraaf2.1.4kanafgeleidwordendatdevervangingsmarktvoorCV-installatiesin‘70/50woningen’voldoendegrootisomdehybridelucht/waterwarmtepomptoetepassen.Omdatdezewoningenmeerbesparinggenererendan‘90/70woningen’(vanwegedehogeresysteemprestatie),wordendezegekozenvoordeeerstecategorieomhetpotentieeltemaximaliseren.

-1930 1931- 1959 1980

1960- -1930 1960- -1930 1951- -1930 1980 1980

1931- 1959

vrijstaand vrijstaand vrijstaand 2onder1kap 2onder1kap 2onder1kap rijtjes rijtjes meergezins

250

200

150

100

50

0

Tabel 5 Aantal geplaatste hybride lucht/water warmtepompen per periode

Aantal geplaatste toestellen

Scenario1 Scenario 2

2008-2010 18.000 10.000

2011-2015 340.000 182.000

2016-2020 1.000.000 535.000

2021-2030 2.980.000 1.479.400

scenario 1 scenario 1 scenario 2 scenario 22020 2030 2020 2030

50/40 70/50

100%

75%

50%

25%

0%

- 20 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 21 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw

Ookhiergeldtdatindepraktijkwoningenmeteen90/70verwarmingsysteemdewarmtepompzullentoepassen.De‘40/30woningen’intabel2zijnin2030nognietaanvervangingvandebestaandeinstallatietoeenzijndaaromnietmeegenomenindepotentieelanalyse.

2.2.4 Technologische ontwikkeling warmtepompHetligtindelijnderverwachtingdatdoortechnologischeontwikkelingdeCOP(coefficientofperformance)vandewarmtepompindeloopvandetijdverbetert.Ditgeldtzowelvoorruimteverwarmingalsvoorverwarmingvantapwater.IndezepotentieelstudiewordtaangenomendatdeCOPwaardenoptestcondities(EN14511)perzichtjaartoenemenzoalsaangegevenmetdefactorenintabel6.Tenopzichtevandehuidigesituatiewordtduseenefficiencyverbeteringvan20%verwachttot2030.

2.3 Referentiekader

2.3.1 WarmteOm het besparingpotentieel te kunnen berekenen, wordt warmteopwekking door de lucht/waterwarmtepompvergelekenmeteenreferentietechnologie.VoorNederlandsewoningbouwisdeHr-(combi)keteldemeestgepastereferentie.Destate-of-the-artindezereferentietechnologieisdeHr-107combiketel.HetbijbehorenderendementwordtontleendaandenugeldendeEnergiePrestatieNormeringNEN5128:2004113:

• ruimteverwarming 105%oponderwaarde(HTafgiftesysteem);• warmtapwater 75%oponderwaarde(Hrwwlabel).

Geziendegeringeruimtevoorverbeteringwordthetreferentierendementvoorruimteverwarmingconstantgehoudenvoordeheleperiodetotenmet2030.Voorwarmtapwaterwordtwelrekeninggehoudenmeteenrendementsverbetering:

• 2010-2015 83%oponderwaarde;• >2015 89%oponderwaarde.

Indepotentieelanalysewordtzowelvandelucht/waterwarmtepompalsvandereferentietechnologiedebenodigdehulpenergieinbeschouwinggenomen.VoordeHr-ketelzijndezegebaseerdopdeforfaitairewaardenuitdeNEN5128:2004:

• CV-ketelelektronica (0,88xverwarmdgebruiksoppervlakte)kWh;• CV-ketelventilator (0,56xverwarmdgebruiksoppervlakte)kWh;• geregeldecirculatiepomp (1,10xverwarmdgebruiksoppervlakte)kWh.

Voorvrijstaandewoningenwordteenverwarmdgebruiksoppervlakvan200m2aangehouden.Voor2onder1kap-enhoekwoningen150m².Voorrijtjeswoningenenappartementen80m².

DeSPFvaneenHr-ketelvooreenrijtjeswoningmet35GJruimteverwarmingvraagbedraagtinclusiefhulpenergie1,01(onderwaarde)14.DezewaardekanvergelekenwordenmetdesysteemSPFsvandehybridelucht/waterwarmtepompzoalsgepresenteerdinTabel3(paragraaf2.2.1).

2.3.2 ElektriciteitOm het besparingpotentieel te kunnen berekenen moet ook een referentie worden vastgesteld voordeopwekkingvanelektriciteit.Dezereferentieisessentieelomdatbijdeoverstapvangasketelsnaarhybridelucht/waterwarmtepompenopwoningniveaueensignificanteverschuivingplaatsvindtvanaardgasnaarelektriciteit.

Degrootschaligeintroductievanelektrischewarmtepompenindewoningbouwheeftzoweleeneffectophetaantaldraaiurenvanhetbestaandecentraleelektriciteitspark(operationalmargin)endenoodzaakomnieuwvermogenbijtebouwen(buildmargin).

Indebeginfasezalhetbestaandecentraleelektriciteitsparkhetextravermogenleverendoorbijteregelen.Deprestatievandewarmtepompwordtdanoverwegendbepaalddooreigenschappenvandecentralediehetextravermogenlevert.Ditwordtdeoperationalmargingenoemd.Alsdepenetratiegraadvandewarmtepompboveneenbepaaldedrempelkomt,isbijregelenalleennietmeervoldoendeenzalextravermogenbijgebouwdmoetenworden.Deprestatievandewarmtepompwordtnubepaalddoordeeigenschappenvandezenieuwecentrale,diedebuildmarginwordtgenoemd.Ookkansprakezijnvaneencombinatievannieuw vermogen bijbouwen en het aantal draaiuren van bestaand vermogen veranderen (ditkanzoweleentoenamealseenafnamezijn).Eenvanuitbeleidsperspectiefgangbaremethodeomheteffectvaneen(toekomstige)optietebepalenishetvergelijkenmetdezogehetenBestAvailableTechnology(BAT).Feitelijkbetekentditdatermetdebuildmarginwordtgerekend.Vanuithetperspectiefvandebeleidsmaker,dievoordekeuzestaatwelkevaneenportfolioaaninnovatiestestimuleren,isditeenjuistevergelijkingsbasis.Voorhetmakenvaneen prognose van de reële emissiereductie ligt echter een benadering uitgaande van operational marginénbuildmarginhetmeestvoordehand.

Wanneer het omslagpunt van de operational margin naar de build margin plaatsvindt, hangt af vanhoeveelheidhybridelucht/waterwarmtepompendieopdemarktkomtenhetbijbehorendeelektrischevermogen.Inparagraaf2.2.2wordendegehanteerdeintroductiescenario’svoordehybridelucht/waterwarmtepompbeschreven.Gegevendezeaantalleneneengeschattypischwarmtepompvermogenvan0,2-1,5kWeligthetomslagpuntrondzichtjaar2020.

Hoedeverhoudingtussenoperationalenbuildmarginindepraktijkligt,isnietmetzekerheidtevoorspellenenisbovendienafhankelijkvanhetgekozenscenario.Indezestudieisomwillevandetransparantiegekozenvooroperationalmargintotenmet2020enbuildmarginvoor2030.

Hetmeestwaarschijnlijkisdatdeoperationalmarginwordtbepaalddoorgasgestooktcentrales.Hierbijhoorteenemissiefactortussende325en430gramCO₂ per kWh, met als middenwaarde 385gramCO₂/kWhbijeenelektrischrendementvan52,5%ofwel50,5%(onderwaarde)bijdegebruiker,rekeninghoudendmet3,9%transport-endistributieverlies.

VoordebuildmarginwordtgekekennaardeBAT.Voor2030wordtvoordeBATeenonderscheidgemaaktnaartweescenario’s:eenbeperkteofambitieuzeCO₂-reductiedoelstelling.Inbeidegevallenwordtuitgegaanvanregelbaarfossielvermogen.

IneenscenariometeenbeperktereductiedoelstellingisdeBATeengasgestookteSTEG-centrale.Dittypecentraleheefteenemissiefactortussende300en350grCO₂/kWhmeteenmiddenwaardevan325grCO₂/kWhbijeenrendementvan62%ofwel59,6%(onderwaarde)bijdegebruiker,rekeninghoudendmet3,9%transport-endistributieverlies.

13 NEN 5128:2004, Energieprestatie van woonfuncties en woongebouwen – Bepalingsmethode, 2004.14 35 GJ / (35 GJ / 105% + (0,88 + 0,56 + 1,10) x 80 m2 *3.6 / 1000 / 50,5%). Zie Bijlage B voor de defi nitie van de SPF en paragraaf 2.3.2 voor

het elektrisch referentierendement.

Tabel 6 Geïndexeerde ontwikkeling COP-waarden voor ruimteverwarming en tapwater verwarming

bij EN14511 testcondities

Jaartal Factor

Huidige situatie 1.00

2010 1.05

2015 1.10

2020 1.15

2030 1.20

- 22 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 23 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw

Ineenscenariometeenambitieuzereductiedoelstelling,zullennieuwefossielecentraleszijnvoorzienvanCCS(CarbonCapture&Storage)15.GekozenisomalsBATeenstate-of-the-artkolengestooktecentrale(IntegratedGasificationCombinedCycle)tenemenvoorzienvanCO₂-afvangen-opslag(CCS).Deemissiefactorvandezenieuwecentralegebouwdrond2030ligtglobaaltussende90en150grCO₂/kWhmetalsmiddenwaarde120grCO₂/kWhbijeenrendementvan43%16ofwel41,3%(onderwaarde)bijdegebruiker,rekeninghoudendmet3,9%transport-endistributieverlies.Onderstaandetabelgeefteensamenvattingvanbovenstaandereferentiewaardenvoorcentraleelektriciteitsopwekking,uitgaandevanrendementen‘bijgebruiker’.

15 Technisch gezien is kolenvergassing met CCS eenvoudiger en daarmee eerder beschikbaar. Ook de huidige bewegingen in de markt zijn gericht op kolenvergassing. Daarnaast geldt dat de voorraden van kolen relatief groot zijn.

16 ECN, Impact of Carbon Capture and Storage on future electricity prices in North Western Europe - Results of a regional analysis 2010-2030 (in voorbereiding).

Tabel 7 Referentiewaarden voor centrale elektriciteitsopwekking ‘bij gebruiker’

t/m 2020 2030, beperkte CO2-doelstelling

2030, ambitieuze CO2-doelstelling

Emissiefactor [gram CO2 /kWh]

385(325-430)

325(300-350)

120(90-150)

Elektrisch rendement [%,onderwaarde]

50,5% 59,6% 41,3%

0

10

20

30

40

50

60

2010 2015 2020 2030

Ener

gie

bes

par

ing

po

ten

tiee

l(P

J Pr

imai

r)

Scenario 1 Scenario2

0

0,5

1,0

1,5

2,0

2,5

3,0

2010 2015 2020 2030

CO

2 -

red

uct

iep

ote

nti

eel

(Mto

n)

Scenario 1 Scenario2

Figuur 10 CO₂-reductiepotentieel hybride lucht/water

warmtepomp voor ruimteverwarming

3 Energiebesparing- en CO₂-reductiepotentieel

3.1 InleidingIn dit hoofdstuk wordt het energiebesparing- en CO₂-reductiepotentieelvandehybridelucht/waterwarmtepompgeanalyseerdvoordeperiode2010-2030opbasisvanuitgangspuntenzoalsvastgelegdinhoofdstuk2.Depotentiëlenvoorruimteverwarmingenwarmtapwaterwordenapartgepresenteerd.Daarnaastwordtinparagraaf3.3heteffectvan‘lowcarbon’elektriciteitsopwekking op het CO₂-reductiepotentieel van de warmtepomp geanalyseerd en geeftparagraaf3.4inzichtinheteffectvanna-isolatieophetreductiepotentieel.

3.2 Potentieel 2010-2030

3.2.1 RuimteverwarmingFiguur9enFiguur10latendeontwikkelingvanhetenergiebesparing-enCO₂ reductiepotentieel zienvoordeperiode2010-2030.Deomvangvanhetpotentieelwordtdooreenaantalparametersbepaald:•hetaantalgeplaatsteinstallaties;•deontwikkeling/reductievandewarmtevraagvandewoningvoorraad;•deverschuivingnaarlagereafvoer-enaanvoertemperaturen(hogereSPFenhoger

dekkingspercentage warmtepomp);•detechnologischeontwikkelingvandewarmtepomp(hogereSPF);•deontwikkelingvandeefficiency/CO₂-emissiefactorvancentraleelektriciteitproductie.

Hierbijgeldtdatheteffectvandeeerstedriepunten(2en3gecombineerd)hetgrootstis.Hetverschiltussenscenario1en2wordtvoornamelijkbepaalddoorhetverschilinaantalgeplaatsteinstallaties.

In2020wordt,afhankelijkvanhetscenario,9tot18PJenergiebespaardenbedraagthetCO₂-reductiepotentieel0,6tot1,1Mton.In2030groeiendezegetallenaantotrespectievelijk21tot50PJbesparingen1,2tot2,6MtonCO₂-reductie.Desterkegroeina2020wordtverklaarddoordeverondersteldegroteaantallengeplaatsteinstallatiesperjaar.

De cijfers houden geen rekening met additionele vermindering van de warmtevraag bovenop de alverondersteldedalingvandewarmtevraaginhetGE-scenario(ziebijlageA).Inparagraaf3.4wordt ingegaan op de mogelijke effecten op het CO₂-reductiepotentieel van de warmtepomp doorintensieverewarmtevraagvermindering.

Figuur 9 Primaire energiebesparing hybride lucht/water

warmtepomp voor ruimteverwarming

Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 25 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw- 24 -

Voorbeeld case:Derijtjeswoninggebouwdtussen1960en1980vormtmeteenaantalvanbijna700duizendsamenmetde2onder1kapwoninguitdezelfdebouwperiodehetgrootstewoningsegmentinNederland.Infiguur11wordtdetotaleCO2-uitstoot van een hybride warmtepomp in dittypewoningvergelekenmeteenHr-107keteleneenmicroWKK(HRE).Hetgebruikvanhulpenergieisbijallesystemenmeegenomenindeberekening.In2010kanmeteenhybridewarmtepompopjaarbasistussen0,3en0,9tonCO₂vermedenworden(afhankelijkvandeafgiftetemperatuurdieindewoninggerealiseerdkanworden)tenopzichtevaneenHR-107ketel,in2020kanditvoorindividuelewoningenoplopentoteenbesparingvan0,7tot0,9ton.

Figuur 11 De gemiddelde koolstofdioxide uitstoot van de hybride warmtepomp bij drie afgiftetemperaturen

vergeleken met een HR-107 en een HRE, voor een rijtjeswoning gebouwd tussen 1960 en 1980

2010, Warmtevraag: 35 GJth

2020, Warmtevraag: 28 GJth

HR-107 HRE 90/70 70/50 50/40 Hybride WP Hybride WP Hybride WP

2500

2000

1500

1000

500

0CO

2-u

itst

oo

t (k

g)

In het voorbeeld hieronder wordt de CO₂-uitstootvandehybridelucht/waterwarmtepompvoortweezichtjaren(2010,2020)vergelekenmetdeuitstootvaneenHr-keteleneenHRE-ketel.Defigurenindetekstboxlatenduidelijkziendatdehybridewarmtepompsterkprofiteertvanlagereafgiftetemperaturenindewoning.

2010 2015 2020 2030

CO

2-re

du

ctie

po

ten

tiee

l in

Mto

n

Scenario 1 Scenario2

0.9

0.8

0.7

0.6

0.5

0.4

0.3

0.2

0.1

0.0

2010 2015 2020 2030

Ener

gie

bes

par

ing

po

ten

tiee

l in

PJ

Scenario 1 Scenario2

16.0

14.0

12.0

10.0

8.0

6.0

4.0

2.0

0.0

3.2.2 Warm tapwater Figuur12laatdeontwikkelingvanhetenergiebesparingpotentieelvandehybridelucht/waterwarmtepompzienvoordeperiode2010-2030.Opbasisvaninformatievandefabrikantenwordtveronderstelddatna2015ookhetwarmtapwater(deels)doordewarmtepompwordtgeproduceerd.In2030omvathetenergiebesparingpotentieel7tot14PJ.

Figuur 12 Energiebesparingpotentieel lucht/water

warmtepomp voor tapwater verwarming

Figuur13geefthetCO₂-reductiepotentieelvoortapwaterverwarming.In2030bedraagthetreductiepotentieelinscenario1ruim0,8Mtoneninscenario2meerdan0,4Mton.

3.2.3 Totaal potentieelInscenario1zijnin2020ruim1,3miljoenenin2030bijna4miljoenhybridelucht/waterwarmtepompengeplaatst.Inscenario2zijndaterrespectievelijkruim700duizend(2020)enruim2miljoen(2030).OnderstaandetabellengeveneenoverzichtvandeenergiebesparingenCO₂-reductiediemetdezeinstallatiesgerealiseerdkanworden.Decijfersindetabellenzijngebaseerd op de ontwikkeling van de warmtevraag in het GE-scenario en houden geen rekening metheteffectopna-isolatie(ziehiervoorparagraaf3.4).

Figuur 13 CO₂-reductiepotentieel van de lucht/water

warmtepomp voor tapwater verwarming

Tabel 8 Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel hybride lucht/water warmtepomp in 2020

Scenario1 Scenario 2

Energiebesparing[PJprimair]

CO2-reductie[Mton]

Energiebesparing[PJprimair]

CO2-reductie[Mton]

Ruimteverwarming 18,0 1,1 9,3 0,6

Warm tapwater 3,0 0,2 1,6 0,1

Totaal 21,0 1,3 10,9 0,7HR-107 HRE 70/5 0 50/40 40/30 Hybride WP Hybride WP Hybride WP

2500

2000

1500

1000

500

0CO

2-u

itst

oo

t (k

g)

- 26 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 27 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw

In2020kandus0,7-1,3MtonCO₂gereduceerdwordennaast11tot21PJenergiebesparing.In2030lopendezepercentagesoptot1,6tot3,4MtonCO₂en28-64PJenergiebesparing.

Huishoudenszullennaarverwachtingin2020ca.9,7miljardm³gasvoorverwarmingverbruikenenin2030ca.10miljardm³.17Ditkomtovereenmetrespectievelijk17,4(2020)en18,0(2030)MtondirecteCO₂-emissies.Doortoepassingvandehybridelucht/waterwarmtepompkandus4tot7%(2020),respectievelijk9tot19%(2030)vandezeCO₂-emissiesgereduceerdworden.

3.3 Effect ‘low-carbon’ elektriciteitopwekkingOmdatdoortoepassingvandehybridelucht/waterwarmtepompeenverschuivingplaatsvindtvan aardgasverbruik naar elektriciteit heeft de CO₂-emissiefactor van elektriciteit grote invloed ophetreductiepotentieel.Wanneergerekendwordtmetdeemissiefactorvanhethuidige(fossielgestookte)elektriciteitspark(ca.600grCO₂/kWh),danishetreductiepotentieelvoor2030lagerdanberekendinvoorgaandeparagrafenopbasisvaneenefficiënteSTEGcentrale,ziefiguur14.Verduurzamingvanhetelektriciteitsparkheeftdaarentegeneenpositiefeffectopde CO₂-prestatievandewarmtepomp.Figuur14laatziendatinhethogescenariohet2030CO₂-reductiepotentieelvandelucht/waterwarmtepompstijgtvan3,4Mtontot5,4Mtonindiengerekend wordt met de emissie factor van een kolencentrale met CO₂-afvangenopslag(emissiefactor120grCO₂/kWh).

Figuur 14 Effect van de CO2-emissiefactor voor elektriciteit op het CO2-reductiepotentieel van de hybride lucht/water

warmtepomp voor ruimteverwarming

Tabel 9 Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel hybride lucht/water warmtepomp in 2030

Scenario1 Scenario 2

Energiebesparing[PJprimair]

CO2-reductie[Mton]

Energiebesparing[PJprimair]

CO2-reductie[Mton]

Ruimteverwarming 50,3 2,6 21,0 1,2

Warm tapwater 13,7 0,8 6,9 0,4

Totaal 64,0 3,4 27,9 1,6

3.4 Effect van na-isolatieHettoepassenvanefficiëntereconversietechnologieënzoalsdehybridelucht/waterwarmtepompiseenbelangrijkestapomhetenergieverbruikvanbestaandewoningenterugtedringen.Eennetzobelangrijkestapishetverminderenvandewarmtevraagzelfdoormiddelvanbijvoorbeeldna-isolatieenwarmteterugwinning.Eenverminderingvandewarmtevraagzorgtdaterinabsolutezinmindertebesparenvaltbijdeproductievanwarmte.Echter,wanneerna-isolatiebetekentdatde(ontwerp)afgiftetemperatuurvanhetverwarmingssysteemomlaagkan(ditisbijvoorbeeldmogelijkindienderadiatorennietvervangenwordenomdatdezedanovergedimensioneerdzijn),danverbetertderelatieveprestatievandewarmtepomp(hogereCOP)enneemthetdekkingspercentagetoe.

Indezeparagraafonderzoekenweheteffectvanna-isolatievoorhetCO₂-reductiepotentieel van eentypischerijtjeswoninggebouwdindeperiode1960-1980.Deruimteverwarmingvraagvandezewoningbedraagtgemiddeld35GJthperjaar.Weveronderstellendatindezewoningaleerderenkelemaatregelenzijngetroffen(bijvoorbeelddubbelglas),maardatdeafgiftetemperatuurvanhetverwarmingsysteemnietverlaagdkanworden(dus90-70°C).Dewoningwordtnugrondigaangepakt(HR++glas,dak-envloerisolatie)waardoordewarmtevraagdaaltnaar16GJth/jaarenvergelijkbaarismeteenmodernewoning.Deradiatorenwordennietvervangenwaardoorhetnu mogelijk is de afgifte- en aanvoertemperatuur van het verwarmingsysteem te verlagen naar 50-40°C.HeteffectophetCO₂-reductiepotentieelwordtweergegeveninfiguur15.

Figuur 15 Effect van na-isolatie / verlaging afgifte/aanvoertemperatuur op het CO₂-reductiepotentieel van de hybride

lucht/water warmtepomp (t.o.v. Hr-ketel) voor een gemiddelde rijtjeswoning gebouwd tussen 1960 en 1980

Defiguurlaatheteffectzienvanna-isolatiewaardoordewarmtevraagindewoningdaaltenalsgevolgdaarvanhetreductiepotentieelafneemt(blauwebalken).DaarnaastlaatdefiguurziendatdoordehogereCOPenhethogeredekkingspercentagevandewarmtepomp(beidevanwege de verlaging van de afgifte- en aanvoertemperatuur) het totale CO₂-reductiepotentieel vandewarmtepomptochgroeit(gecombineerderode/blauwebalk).

0

1.0

2.0

3.0

4.0

5.0

6.0

CO

2-re

du

ctie

po

ten

tiee

l in

Mto

n

Gem. park rendement STEGKolen - CSS

2030 scenario 1 2030 scenario 2

35 GJth (90/70) 16 GJth (50/40)

500450400350300250200150100

500C

O2-

red

uct

iep

ote

nti

eel

in k

g. p

er ja

ar

effect hogere COPen dekkings%warmtepomp

effect verminderingwarmtevraag

- 28 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 29 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw

In onderstaande tekstbox is het effect van na-isolatie op het besparingpotentieel van woningbouwcorporatiesbepaald.

3.5 Effect op lokale elektriciteitsnetInpassingvanelektrischewarmtepompenineenbestaandewoningresulteertineensignificantetoenamevanhetelektriciteitsverbruiktenopzichtevandereferentiesituatie.Wanneerdewarmtepomp grootschalig op wijkniveau ingepast wordt, leidt dit tot een sterke toename van delokaleelektriciteitsvraag.Doorrelatiefhogegelijktijdigheidvanhetinbedrijfkomenvanwarmtepompenkanditresultereninsterkepiekeninhetnet.Indezepotentieelstudieisditaspect(enmogelijkeoplossingenalsintelligentesturingvandewarmtepomp,ofcombinatievanwarmtepompenmicroWKKindewijk)nietonderzocht.

3.6 Hoe past de hybride lucht/water warmtepomp in de brede energietransitie?Binnendeenergietransitiewordtingezetopverschillendepadenomeenverduurzamingvandeenergievoorzieningterealiseren.Deenergietransitieindebestaandebouwrichtzichoptweebelangrijkepijlers:warmtevraagreductieenefficiëntereomzetting.Daarnaastwordtookgestreefdnaarverduurzamingvandeelektriciteitsvoorziening.Indeparagrafen3.3en3.4hebbenwelatenziendatdeprestatievandehybridelucht/waterwarmtepompversterktwordtdoorontwikkelingenophetgebiedvanna-isolatieenverduurzamingvandeelektriciteitsvoorziening.Dehybridelucht/waterwarmtepomplijktdaarmeeeenrobuusteCO₂-reductieoptievoordebestaandewoningbouw.

Besparingpotentieel woningbouwcorporaties 2010-2020HetRijkwilmethetprogramma‘MeermetMinder’bereikendatin20202,4miljoenwoningenenkantorenminimaalenergielabelBhebben,ofdatdezetweeenergieklassenzijngestegen.VerderhebbendetweeministersvanVROMeenconvenantmetdewoningbouworganisatiesondertekend met, onder andere, als doel in de bestaande bouw 20 procent gas te besparen in dekomende10jaar.Dewoningbouwcorporatiesbeherenenverhurengezamenlijkongeveer35procentvandewoningvoorraadinNederland.Na-isolatievanallesocialehuurwoningengebouwdvoor1995*heefteenCO2-reductiepotentieelvan1tot2Mton(Ecofys2005,Kosteneffectieveenergiebesparingenklimaatbescherming).Alsdewoningbouwcorporatiesca.80%vanhunwoningbestandmetindividuelecentraleverwarming(ditisgetalsmatiginlijnmetscenario1)nana-isolatiezoudenuitrustenmeteenhybridelucht/waterwarmtepomp,kanin2020eenextra(bovenophetna-isolatiepotentieelbesparingpotentieelvan10PJeneenCO2-reductiepotentieelvan0,6Mtonwordengerealiseerd.

* Voornamelijk appartementen, meergezins-, rijtjes- en twee-onder–1-kapwoningen. Alleen woningen met een individuele centrale verwarming zijn meegenomen in deze analyse.

4 Effect op de energierekening

4.1 InleidingEenbelangrijkargumentvooreenconsumentomteinvesterenineenefficiënterverwarmingstoestelisdebesparingopdeenergiekosten.Hoegroterdejaarlijksebesparing,hoesnellereennieuwapparaatisterugverdiend.BijeenHr-ketelisdesomsimpel:derendementsverbeteringvandenieuweketelvertaaltzich1op1doorineenverlagingvandegasrekening.Eenelektrischaangedrevenlucht/waterwarmtepompvergtmeerrekenwerk:de gasrekening wordt verlaagd doordat de warmtepomp een deel van de warmtelevering van deketeloverneemt.Tegelijkertijdwordteenhogereelektriciteitsrekeningbetaaldomdatdewarmtepompzorgtvoorextraelektriciteitsverbruik.Ofdezesomresulteertineenverlagingvandeenergierekeninghangtafvantweebelangrijkefactoren(zieookhetrekenvoorbeeld):•deCOPvandecompressorversusdeefficiencyvandereferentieketel;•deverhoudingtussendegas-enelektriciteitsprijs.

4.2 PrijsscenarioDekostenvanenergievariërenindeloopvandetijd.GezienrecenteontwikkelingenopdeenergiemarktisdoorECNeind2008eenupdategemaaktvandeprijzeninhetGEscenario.DegeüpdateprijzenhebbenvoordebrandstofprijzenopdewereldmarkthetPRIMESscenario(ontwikkeldvoorEUbeleid)alsuitgangspunt.Elektriciteitsprijzenzijndoorgerekendmetnationalemodellen(enzijnafhankelijkvanhetNederlandsproductiepark,CO₂-prijzenenbelastingen).Onderstaandetabeltoontdeprijzenvoorkleingebruikers.Overdeperiode2010-2030bedraagtdegemiddeldegasprijs67,4ct/m³endeelektriciteitsprijs27,1ct/kWh. In het prijsscenario op de volgende pagina wordt de verhouding tussen gas- en elektriciteitsprijs ietsongunstigerdandezein2005was,waarbijopgemerktdatdeverhoudingmomenteel(2008)met2,76noggunstigeris.Ditlaatsteisheteffectvandeolieprijsstijgingdieindezomervan2008recordhoogtebereikte.Datdeprijsvoorelektriciteitinhetscenariorelatiefharderstijgtdan gas komt door een veronderstelde stijging van de CO2-prijs die door de energiebedrijven wordtdoorberekendindeelektriciteitstarieven.Diteffectwordtdeelsgedemptdooraanbouwvannieuwvermogendatefficiënterkanproduceren.

Rekenvoorbeeld 4.1:1m³aardgaslevertmeteenefficiënteHr-ketel1x31,65x105%=33,2MJwarmte.In2008(gemiddeldeeerstedriekwartalen)wasdeaardgasprijsvoorkleinverbruikers70,4ct/m³endeelektriciteitsprijs25,5ct/m³(inclusiefBTWenenergiebelasting,bronCBS)Uit-gaandevangelijkeenergiekostenmagdewarmtepompmaximaal2,8kWhgebruikenomde33MJwarmteoptewekken(1m³x70,4ct/m³/25,5ct/kWh=2,8kWh).

Dit betekent dat de COP van de warmtepompcompressor- in dit rekenvoorbeeld - minimaal 3,3moetbedragen(33MJ/3,6kWh/MJ/2,8kWh=3,3).

- 30 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 31 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw

4.3 Investeringsruimte voor de hybride lucht/water warmtepompOfdeenergierekeninghogeroflageruitvaltdanindereferentiesituatieisdusenerzijdsafhankelijkvandeverhoudingtussengas-enelektriciteitsprijsenanderzijdsvandeprestatievandewarmtepompcompressor.Infiguur16isvoortweeverschillendeCOPseen‘break-evenlijnvoorgelijkeenergiekosten’weergegeven.Iederelijngeeftdeverhoudingtussengas-enelektriciteitsprijs waarbij de energierekening voor verwarming gelijk is aan de referentiesituatie (verwarmingmeteenHr-ketel).Indiendewerkelijkeverhoudingvandeprijzenbovendedesbetreffendelijnzit,danisdeenergierekeningbijdiespecifiekeCOPlagerdanindereferentiesituatie.Omgekeerdbetekenteenongunstigeverhoudingtussengas-enelektriciteitsprijsdatdeenergierekeninghogeruitvalt.Indefiguurzijndeprijsratio’svangas-enelektriciteitvoor2005en2008endegemiddeldeprijsratiovoordeperiode2010-2030opgeno-men.EenwarmtepompmeteencompressorCOPvan4levertbijalledriedeprijsverhoudingeneenlagereenergierekeningoptenopzichtevandereferentiesituatie.17

Figuur 16 ‘Break-even lijn gelijke energiekosten’ t.o.v. referentiesituatie (Hr-ketel) voor verschillende warmtepomp COPs

Wanneerkostenbesparinghetargumentisomteinvesterenineenhybridelucht/waterwarm-tepompishetzaakmetdejaarlijksebesparingopdeenergierekeningdemeerinvesteringindewarmtepomp(tenopzichtevandereferentiesituatie)binneneenvastgesteldeperiodeterugteverdienen.Isdejaarlijksebesparingopdeenergierekeningbijvoorbeeld€50,-endegewensteterugverdientijd10jaar18,danisdemaximalemeerinvesteringvooreenhybridelucht/waterwarmtepomp€500,-tenopzichtevandereferentiesituatie.19 De maximale meerinvestering wordtookweldeinvesteringsruimtegenoemd.

Elektriciteitsprijs in ct/kWh

140

120

100

80

60

40

20

0Gas

pri

js in

ct/

m3

0 5 10 15 20 25 30 35 40

+

+-

-

COP 3COP 4

2005 2008 gem 2010 - 2030

17 Bij 2005 prijzen ligt de break-even bij een COP van 3,5, bij 2008 prijzen bij een COP van 3,3 en bij de gemiddelde prijzen voor de periode 2010-2030 bij een COP van 3,7

Figuur17geeftvooreenwoningmet30GJruimteverwarmingvraag,waarvan80%gedektdoordewarmtepompendeoverige20%dooreenHr-ketel20,inzichtindeinvesteringsruimtebijdehuidigeenergieprijzen(2008)endegemiddeldeenergieprijsvoordeperiode2010-2030.DefiguurlaatziendatdeinvesteringsruimtetoeneemtnaarmatedeCOPvandecompressortoeneemt.Deberekendeinvesteringsruimteisexclusiefdeinvesteringssubsidievan€1000,-(maximaal)diemomenteelviaSenterNovemverkregenkanworden.Eeninvesteringsruimtevan€500,-indefiguurbetekentdusdatdeadditionelekostenvanhetsysteemmaximaal€500,-exclusiefsubsidieen€1500,-inclusiefsubsidiezoudenmogenbedragenomeenterugverdientijdvan15jaarterealiseren.Eennegatieveinvesteringsruimtebetekentdatdewarmtepompnietbinnen15jaarterugteverdienenis.Defiguurlaatziendatdegemiddeldeenergieprijzenvoor2010-2030tenopzichtevandehuidigeprijzeneenongunstigeffecthebbenopdebeschikbareinvesteringsruimtevandewarmtepomp.

Figuur 17 Investeringsruimte hybride lucht/water warmtepomp t.o.v. de referentiesituatie bij een

ruimteverwarmingvraag van 30 GJ en 80% dekkingspercentage van de warmtepomp (excl. subsidie)

4.4 Effect van na-isolatieDeprestatievandewarmtepompwordtbeïnvloeddoordeafgiftetemperatuurvanhetverwarmingssysteem.Hoebetereenwoninggeïsoleerdis,hoelagerdeafgiftetemperatuurkanzijndienodigisomeenwoningcomfortabelteverwarmen.Deprestatievanhybridelucht/waterwarmtepompeninbestaandewoningenwordtpositiefbeïnvloeddoorna-isolatie(aangenomendatdebestaanderadiatorennietvervangenworden).Heteffectvanna-isolatieisdaardoorvierledig:•eenlagerewarmtevraag;•eenhogerejaarprestatievandewarmtepomp;•eenhogeredekkingsgraadvandewarmtepomp;•eenlagervermogenvandewarmtepomp.

Dooreenwoningnateisolerendaaltdewarmtevraagendusdeenergierekening.VoordeHr-ketel en HRE-ketel betekent een lagere warmtevraag een verslechterde economie van het apparaatomdathetsteedsmoeilijkerwordtdemeerinvesteringterugteverdienen.Voordewarmtepompisditnietperdefinitiehetgevalalsgevolgvanbovenstaandeeffecten.Hetkanzelfszozijndatdeeconomievandewarmtepompverbetertdoortoepassingvanna-isolatie(zierekenvoorbeeldopdevolgendepagina).

Inve

ster

ing

sru

imte

(exc

l. su

bsi

die

s)

in e

uro

0 5 10 15 20 25 30 35 40

2500

1500

500

-500

-1500

-2500

TVT 15 jaar - 2008 prijzenTVT 15 jaar - gem Prijzen 2010-2030

3 3.5 4 4.5 5 5.5

Tabel 10 Energieprijzen kleinverbruikers (in 2008 euro’s, inclusief BTW) volgens ‘update GE hoge prijs’ scenario

2005 2010 2015 2020 2030 Gem. 2010-2030

Aardgas[ct/m3] 62,4 65,5 66,5 67,9 68,5 67,4

Elektriciteit[ct/kWh] 23,4 26,9 27,1 27,7 27,3 27,1

Verhouding gas-elektriciteit 2,67 2,43 2,45 2,45 2,51 2,58

18 Dit is de zogenaamde simpele terugverdientijd waarbij geen rekening wordt gehouden met rentepercentages.19 Voor systemen met elektrische bijstook is de investeringsruimte € 500 + de prijs van een Hr-ketel omdat in dit geval geen Hr-ketel aange

schaft hoeft te worden.20 In deze situatie ligt elektrische bijstook vanuit energetisch oogpunt niet voor de hand.

- 32 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 33 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw

Rekenvoorbeeld 4.2:Eentypischerijtjeswoninggebouwdtussen1960en1980heefteengemiddelderuimtever-warmingvraagvan35GJthin2010(zieookrekenvoorbeeldinparagraaf3.4).Verondersteldwordt dat de afgiftetemperatuur in de woning niet verlaagd kan worden bij toepassing van eenlucht/waterwarmtepompincombinatiemeteenHr-ketel(dus90/70°C).Dooreengrondigeaanpakvandewoning(HR++glas,dak-envloerisolatie)daaltdewarmtevraagnaar16GJth.De radiatoren worden niet vervangen waardoor de woning lage temperatuurverwarming (50/40°C)aankan.Dejaarprestatievanhetsysteem(warmtepomp+ketel)stijgtvan1,2naar1,5,waardoorhetsysteemeenadditionelegasbesparingrealiseertvan50m³perjaarenpersaldobijna70kWhminderelektriciteitverbruikt.

Bij2008gas-enelektriciteitsprijzenvan70,4ct/m³en25,5ct/kWhisdeenergierekeningvoordezewoningin2010€8,-perjaarlagerdanindereferentiesituatie.Alsgevolgvandena-isolatie(endaardoordebetereprestatieenhogeredekkingsgraadvandewarmtepomp)wordtnu€56,-perjaarbespaard.Persaldoprofiteertdeeconomievandewarmtepompdusvanhetna-isolerenvandewoning.

Bijlage A Ontwikkeling woningbestand en ruimteverwarmingvraag

Tabel 12 Aantallen woningen (per type en bouwjaar) en bijbehorende ruimteverwarmingvraag voor de periode 2000

tot en met 2030

2000 Vrijstaande woning

2o1 kap woning Rijtjes woning

Meergezins woning

Totaal

x1000 GJth x1000 GJth x1000 GJth x1000 GJth GJth

-1930 212 59 208 45 179 44 180 38 46,81931-1959 148 51 328 40 207 37 207 32 39,31960-1980 245 58 684 41 657 40 245 33 41,61981-1995 164 34 468 26 404 27 343 26 27,2>1995 103 63 73 89 20

2010 Vrijstaande woning

2o1 kap woning Rijtjes woning

Meergezins woning

Totaal

x1000 GJth x1000 GJth x1000 GJth x1000 GJth GJth

-1930 233 54 226 40 204 37 221 35 41,81931-1959 156 47 355 37 236 32 269 30 35,41960-1980 252 54 694 38 682 35 274 30 38,01981-1995 164 33 467 25 404 25 335 24 25,7>1995 343 206 237 326 16

2015 Vrijstaande woning

2o1 kap woning Rijtjes woning

Meergezins woning

Totaal

x1000 GJth x1000 GJth x1000 GJth x1000 GJth GJth

-1930 236 51 229 38 209 35 225 34 39,81931-1959 157 46 359 35 242 31 285 29 33,81960-1980 253 52 694 36 686 34 279 29 36,41981-1995 164 32 467 24 403 24 330 23 24,5>1995 514 307 353 477 15

2020 Vrijstaande woning

2o1 kap woning Rijtjes woning

Meergezins woning

Totaal

x1000 GJth x1000 GJth x1000 GJth x1000 GJth GJth

-1930 238 49 230 36 213 32 224 32 37,91931-1959 157 44 359 34 245 27 295 27 32,41960-1980 253 50 693 35 688 28 281 28 34,81981-1995 163 30 466 23 403 22 326 22 23,6>1995 667 399 459 620 15

Voor 2030 is alleen het onderscheid “bouwjaar voor en na 2000” beschikbaar (WLO studie):

2030 Gemiddelde woning

x1000 GJth

-2000 5288 28>2000 3130 17

- 34 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 35 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw

Bijlage B Definitie SPF

DeSPF(seasonalperformancefactor)voorruimteverwarmingisinditrapportvoorhethelesysteem(warmtepompengas-ofelektrischebijstook)gedefinieerdalsdeverhoudingvandejaarlijks geleverde ruimteverwarming en de som van benodigde elektriciteit en aardgas ten behoevevandewarmtepomp,debijstookendehulpenergie.

Qrv

Informulevorm: SPF= Qelektrisch+Qaardgas

met hierin Qrv de jaarlijks geleverde ruimteverwarming, Qelektrisch de jaarlijks aangevoerde elekticiteittenbehoevevanverwarmen,comprimeren,pompen,schakelenetc.enQaardgas de jaarlijks aangeleverde hoeveelheid energie aan aardgas, waarbij in dit rapport is aangehouden dat1m³NLaardgas=31,65MJ.Qelektrisch wordt teruggerekend naar primaire energie op basis vanhetverondersteldereferentierendementvoorelektriciteit(zieparagraaf2.3.2).Dewarmteonttrokkenuitdeluchtviadewarmtepompis(uiteraard)nietmeegenomenindeformuleenbeschouwdalsde‘gratis’warmte.

De SPF voor de warmtepomp is berekend op basis van de benodigde compressorenergie inclusiefventilatorenergie voor luchtverplaatsing over de verdamper, elektronica-energie en de distributiepompenergieaandeafgiftezijde(zoweldistributiedoordecondensoralshetafgiftesysteemindewoning).Hierbijzijndeelektronica-energie,compressorenergieenventilatorenergie bepaald op basis van de gegeven COP-waarden bij bepaalde bedrijfscondities viagegevensvanfabrikantenopbasisvanEN14511enEN255metingen.DedistributiepompenergieisbepaaldopdeaangegevenwaardedistributiepompenergieindeNEN5128:Qdistributiepomp[kWh]=1,1xAg[m2].Hierbijisdezeenergiepostnaarratovandetotalegeleverdeenergieverdeeldoverdewarmtepompenhetbijstookelement(Hr-ketelofelektrischeheater).

De SPF voor de Hr-ketel is berekend aan de hand van de hoeveelheid jaarlijks geleverde aardgas voor verbranding inclusief de benodigde jaarlijkse elektrische energie voor de ventilator bij de verbrander,elektronica-energieendistributiepompenergie(zieookalineahierboven).Hierbijiseenketelverondersteldmeteenvastrendement( η ≡ (Qrv / Qaardgas))van105%oponderwaardevangasvoorzowelLTValsHTVsystemen.

De SPF voor de elektrische heater is bepaald op basis van de toegevoerde elektrische energie voorverwarmingviaelektrischeheatersinclusiefdenoodzakelijkdistributiepompenergieaandeafgiftezijde(bepaaldopbasisvandeaangegevenwaardenindeNEN5128).

Bijlage C Ruimteverwarming met lucht/water warmtepompen

Voordezestudiezijneenaantaltypenlucht/waterwarmtepompenvoorruimteverwarmingbeschouwdvoorzienvaneenbijstookelement.DebijstookkanverzorgdwordendooreenHr-ketel(systeemA,B,C,D),danweleenelektrischeverwarmingsunit(systeemE,F,G,H).Hetdebietoverhetafgiftesysteemis,ingevalvanbedrijf,constantenniet-modulerend.Dewarmtepompvoorzietineersteinstantieinhetgevraagdevermogen,deHr-keteldanweldeelektrischeverwarmingsunitspringtbijindiennodig.Deverwarmingsvraagstart(m.u.v.demaandenjuni/juli/augustus)bijbuitentemperaturenlagerdan17˚C.Hetvermogenwordtberekendopbasisvandegraadurenmethodevanhetjaar1964-1965endegegevenjaarwarmtevraagvoordewoning.Hierbijisinallegevallenveronderstelddathetafgiftesysteem20%hogereafgiftevermogensheeftdanhetbenodigdeberekendevermogenbijTbuiten=-10˚Cinhetjaar2000.Dittypeafgiftesysteemwordtindetijdgelijkverondersteld.

De(geregelde)circulatiepompvoorhetafgiftesysteemfunctioneertvoorbeideverwarmers(WPenbijstook).HetelektrischjaarverbruikwordtvoordezestudiebepaaldopbasisvandeindeNEN5128gestelderekenregelvan1,1xAg[kWh]metAghetgebruikersoppervlakin[m²]vandeverwarmdezone.Hierbijwordt,afhankelijkvandegeleverdewarmteperjaardecirculatiepompenergieaandeafgiftezijdetoegekendaandewarmtepompenHr-ketel.Oftewel:ingevalvaneendekkingsgraadvan90%wordt90%x(1,1xAg)[kWh]toegekendaandewarmtepompvoorhetdeelcirculatiepomp,deresterende10%komtopcontovandeketel.De elektronica voor de Hr-ketel wordt niet als afschakelend beschouwd in het systeem en wordt danookberekendopbasisvan0,88xAg[kWh].Deventilatorenergievandeketelwordtwelnaarratovandewarmteleveringdoordeketelberekend,oftewel:bijeendekkingsgraaddoorWPvan75%,zaldebijdrageaanketelventilatorenergiebedragen:(100%–75%)x0,56xAg [kWh].Ingevalvanelektrischebijstookwordengeenanderehulpenergieëntoegekenddandeeerdergenoemdecirculatiepompenergie.

Voordevrijstaandewoningisdeverwarmdezonegelijkgesteldop200m²,voorde2onder1kapop150m²envoordetussenwoningenhetappartementop80m².Voordeperiode2020-2030zijndewoningtypennietnadergespecificeerd(gebouwdvoor2000enna2000)enisergerekendmeteengemiddeldeverwarmdezonevan130m².

Inhetgevaldatmechanischeventilatieluchtalswarmtebronwordtbeschouwd(systeemC/GenD/H),wordtvoorallewoningtypenhetminimaalvereistedebietvan150m³/uuraangehouden.

Lucht/waterwarmtepomptypeA/Ekarakteriseertzichdoorvolledigopdebuitenluchtteopererenbijzelfstemperaturenlagerdan-10˚C.TypeAvertegenwoordigthierbijhetsysteemmetgasbijstookentypeEhetsysteemmetelektrischebijstook.TypeAenEslaanafbijaanvoertemperaturen(nadewarmtepomp)hogerdan50˚C.Hetmaximalecondensorvermogenwordtdusdanigvastgestelddateenß-factor(verhoudingtussenhetmaximalecondensorvermogenen benodigd vermogen bij Tbuiten=-10˚C)van0,75wordtgekregenindieneenLTVsysteemwordttoegepast.HetzelfdecondensorvermogenwordtaangehoudenindiendewarmtepompwordttoegepastineenHTVsysteem(ingevalvaneenHTVsysteemkanhetmaximalevermogenmogelijkonderhetmaximaleLTVcondensorvermogenblijvenvanwegedebegrenzingvaneentehooguitgaandecondensortemperatuur,decompressorredthetdaneenvoudigwegniet).

- 36 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 37 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw

Infiguur18isdesituatiegegevenvoorHTVsysteem90/70.InFiguur19iseenvergelijkbaarsysteemgetoond,maardanvooreenLTVsysteem40/30.

Figuur 18 Lucht/water warmtepompsysteem type A en E voor een 90/70 systeem en een warmtevraag van 59 GJ

Figuur 19 Lucht/water warmtepompsysteem type A en E + Hr-107 voor een 40/30 systeem en een warmtevraag van 59 GJ.

Lucht/waterwarmtepomptypeB/FiseenwarmtepompvariantgelijkaandievanA/Emethetverschil dat bij Tbuiten<2°Cdezenietmeeroperationeelistervoorkomingvanbevriezingvandeverdamper.Eenvoordeelvanditsysteemisdateencomplexeregelingm.b.t.ontdooicycliwordtvoorkomen.

6000

5000

4000

3000

2000

1000

0

P_verwarmers (W) gedurende het jaar T_buiten, T_aanvoer en T_retour gedurende het jaar

P_ v

erw

arm

ers

(W)

Tem

per

atu

ur

in °

C

0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000

100

80

60

40

20

0

-20

-40

TotaalvermogenWP vermogenT buitenT aanvoerT retour

Tijd (uren)

6000

5000

4000

3000

2000

1000

0P_ v

erw

arm

ers

(W)

Tem

per

atu

ur

in °

C

0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000

TotaalvermogenWP vermogenT buitenT aanvoerT retour

50

40

30

20

10

0

-10

-20

Tijd (uren)

P_verwarmers (W) gedurende het jaar T_buiten, T_aanvoer en T_retour gedurende het jaar

Systeem A/E Totalewarmtevraagwoning 40000 MJOntwerpvermogenradiatoren 5,25 kWOntwerpvermogencondensor 3,28 kWFbron 1042 m³/hrTmax_wp 50 °COpp.Woning(Ag) 80 m²T_ aanvoernom 90 °Cd T_nom 20 Kradiotorconstante 1,30Max.benodigdtotaalvermogen 4,37 kWBijschakelvermogenHR+ketel 1,09 kWBetafactor(Pc,max/Ptct,max) 41%Gammafactor(Ptot,max/Prad,max) 83%Dekkingsgraadwarmtepomp 33%

Systeem A SPFSysteem(WP+ketel) 1,1

Systeem E

SPFSysteem(WP+el.heater) 0,6

Systeem A/E Totalewarmtevraagwoning 40000 MJOntwerpvermogenradiatoren 5,25 kWOntwerpvermogencondensor 3,28 kWFbron 1042 m³/hrTmax_wp 50 °COpp.Woning(Ag) 80 m²T_aanvoernom 40 °CdT_nom 10 Kradiotorconstante 1,10Max.benodigdtotaalvermogen 4,37 kWBijschakelvermogenHR+ketel 1,09 kWBetafactor(Pc,max/Ptct,max) 75%Gammafactor(Ptot,max/Prad,max) 83%Dekkingsgraadwarmtepomp 99%

Systeem A SPFSysteem(WP+ketel) 1,7

Systeem E

SPFSysteem(WP+el.heater) 1,7

Echter,deconsequentievandezevereenvoudigdestrategieisdatdeHr-keteldanwelelektrischeverwarmer een groter verwarmingsaandeel heeft in dat jaar met als gevolg dat de SPF van het systeemdaalt.Hetluchtdebietoverdeverdamper,behorendbijhetmaximalecondensorvermogenzoalsberekendbijsysteemAenE,wordt1op1gekopieerdnaarsysteemBenF.Figuur3en4lichtentoehoesystemenBenFopererenvooreenHTV(90/70)eneenLTV(40/30)systeembijeenwoningmeteenwarmtevraagvan59GJ.Figuur18enFiguur20zijngelijk,omdatdeTcondensor de55°Coverschrijdtvoordatdebuitentemperatuuronderde2°Ckomt.Echter,hetverschiltussensysteemA/EenB/FkomtduidelijknaarvorendoorFiguur19enFiguur21metelkaartevergelijken.

Figuur 20 Luchtwater warmtepompsysteem type B en F voor een 90/70 systeem en een warmtevraag van 59 GJ

Figuur 21 Lucht/water warmtepompsysteem type B en F voor een 40/30 systeem en een warmtevraag van 59 GJ

6000

5000

4000

3000

2000

1000

0P_ v

erw

arm

ers

(W)

Tem

per

atu

ur

in °

C

0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000

100

80

60

40

20

0

-20

-40

P_verwarmers (W) gedurende het jaar T_buiten, T_aanvoer en T_retour gedurende het jaar

TotaalvermogenWP vermogenT buitenT aanvoerT retour

Tijd (uren)

Systeem B/F Totalewarmtevraagwoning 40000 MJOntwerpvermogenradiatoren 5,25 kWOntwerpvermogencondensor 3,28 kWFbron 1042 m³/hrTmax_wp 50 °COpp.Woning(Ag) 80 m²T_ aanvoernom 90 °Cd T_nom 20 Kradiotorconstante 1,30Max.benodigdtotaalvermogen 4,37 kWBijschakelvermogenHR+ketel 1,09 kWBetafactor(Pc,max/Ptct,max) 41%Gammafactor(Ptot,max/Prad,max) 83%Dekkingsgraadwarmtepomp 33%

Systeem B SPFSysteem(WP+ketel) 1,1

Systeem F

SPFSysteem(WP+el.heater) 0,6

Systeem B/F Totalewarmtevraagwoning 40000 MJOntwerpvermogenradiatoren 5,25 kWOntwerpvermogencondensor 3,28 kWFbron 1042 m³/hrTmax_wp 50 °COpp.Woning(Ag) 80 m²T_aanvoernom 40 °CdT_nom 10 Kradiotorconstante 1,10Max.benodigdtotaalvermogen 4,37 kWBijschakelvermogenHR+ketel 1,09 kWBetafactor(Pc,max/Ptct,max) 52%Gammafactor(Ptot,max/Prad,max) 83%Dekkingsgraadwarmtepomp 55%

Systeem B SPFSysteem(WP+ketel) 1,3

Systeem F

SPFSysteem(WP+el.heater) 0,8

6000

5000

4000

3000

2000

1000

0P_ v

erw

arm

ers

(W)

Tem

per

atu

ur

in °

C

0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000

50

40

30

20

10

0

-10

-20

P_verwarmers (W) gedurende het jaar T_buiten, T_aanvoer en T_retour gedurende het jaar

TotaalvermogenWP vermogenT buitenT aanvoerT retour

Tijd (uren)

- 38 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 39 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw

Lucht/waterwarmtepompC/Gheeftduidelijkeenmindervermogenvanwegehetbeperktedebietvandeventilatie.Dezeisvastgesteldop150m³/uurvooralletypenwoningen.Tegenoverhetbeperktedebiet(tenopzichtvanbuitenluchtsystemen)staateengunstigereCOPvanwegedehogereluchttemperatuurvandezewarmtebron.Doorgebruiktemakenvandeventilatieluchtiswarmteterugwinninguitdeventilatieluchtnietmeermogelijkindewoning.Indesimulatieisdezewarmtepompinstaattemperaturenteleverentot55°C.Figuur22enfiguur23tonenderesultatenvoorditsysteem.

Figuur 22 Lucht/water warmtepompsysteem type C en G voor een 90/70 systeem en een warmtevraag van 59 GJ

Figuur 23 Lucht/water warmtepompsysteem type C en G voor een 40/30 systeem en een warmtevraag van 59 GJ

6000

5000

4000

3000

2000

1000

0P_ v

erw

arm

ers

(W)

Tem

per

atu

ur

in °

C

0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000

50

40

30

20

10

0

-10

-20

P_verwarmers (W) gedurende het jaar T_buiten, T_aanvoer en T_retour gedurende het jaar

TotaalvermogenWP vermogenT buitenT aanvoerT retour

Tijd (uren)

Systeem C/G Totalewarmtevraagwoning 40000 MJOntwerpvermogenradiatoren 5,25 kWOntwerpvermogencondensor 0,98 kWFbron 150 m³/hrTmax_wp 55 °COpp.Woning(Ag) 80 m²T_aanvoernom 40 °CdT_nom 10 Kradiotorconstante 1,10Max.benodigdtotaalvermogen 4,37 kWBijschakelvermogenHR+ketel 3,39 kWBetafactor(Pc,max/Ptct,max) 23%Gammafactor(Ptot,max/Prad,max) 83%Dekkingsgraadwarmtepomp 50%

Systeem C SPFSysteem(WP+ketel) 1,67

Systeem G

SPFSysteem(WP+el.heater) 1,63

6000

5000

4000

3000

2000

1000

0P_ v

erw

arm

ers

(W)

Tem

per

atu

ur

in °

C

0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000

100

80

60

40

20

0

-20

-40

P_verwarmers (W) gedurende het jaar T_buiten, T_aanvoer en T_retour gedurende het jaar

TotaalvermogenWP vermogenT buitenT aanvoerT retour

Tijd (uren)

Systeem C/G Totalewarmtevraagwoning 40000 MJOntwerpvermogenradiatoren 5,25 kWOntwerpvermogencondensor 0,98 kWFbron 150 m³/hrTmax_wp 55 °COpp.Woning(Ag) 80 m²T_ aanvoernom 90 °Cd T_nom 20 Kradiotorconstante 1,30Max.benodigdtotaalvermogen 4,37 kWBijschakelvermogenHR+ketel 3,39 kWBetafactor(Pc,max/Ptct,max) 23%Gammafactor(Ptot,max/Prad,max) 83%Dekkingsgraadwarmtepomp 32%

Systeem C SPFSysteem(WP+ketel) 1,1

Systeem G

SPFSysteem(WP+el.heater) 0,6

Lucht/waterwarmtepompD/HheefteenhogervermogendansysteemC/Gomdathetdeelsopdebuitenlucht(3/4)endeelsopdeventilatielucht(1/4)opereert.SysteemD/Hheefthiermeedemogelijkheidomzowelgebruiktemakenvanderelatiefhogeventilatietemperatuur(ditbetekentdatookhierwarmteterugwinningnietmeermogelijkis).Hetdebietoverdeverdamperwordtop600m³/uurvastgezet,waarbijbinnenluchtenbuitenluchtmengenendaarmeedeverdampertemperatuurvastleggen.OpbasisvandemengtemperatuurkandeCOPperbedrijfsconditiebepaaldworden.Demaximalecondensortemperatuurisgesteldop50°C.Figuur7enfiguur8gevenaanhoehetsysteempresteertbijeen59GJruimteverwarmingingevalvaneenHTVeneenLTVsysteem.

Figuur 24 Lucht/water warmtepompsysteem D / H voor een 90/70 systeem en een warmtevraag van 59 GJ

Figuur 25 Lucht/water warmtepomp D + Hr-107 voor een 40/30 systeem en een warmtevraag van 59 GJ

6000

5000

4000

3000

2000

1000

0P_ v

erw

arm

ers

(W)

Tem

per

atu

ur

in °

C

0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000

100

80

60

40

20

0

-20

-40

P_verwarmers (W) gedurende het jaar T_buiten, T_aanvoer en T_retour gedurende het jaar

TotaalvermogenWP vermogenT buitenT aanvoerT retour

Tijd (uren)

6000

5000

4000

3000

2000

1000

0P_ v

erw

arm

ers

(W)

Tem

per

atu

ur

in °

C

0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000

50

40

30

20

10

0

-10

-20

P_verwarmers (W) gedurende het jaar T_buiten, T_aanvoer en T_retour gedurende het jaar

TotaalvermogenWP vermogenT buitenT aanvoerT retour

Tijd (uren)

Systeem D/H Totalewarmtevraagwoning 40000 MJOntwerpvermogenradiatoren 5,25 kWOntwerpvermogencondensor 1,89 kWFbron 600 m³/hrTmax_wp 50 °COpp.Woning(Ag) 80 m²T_ aanvoernom 90 °Cd T_nom 20 Kradiotorconstante 1,30Max.benodigdtotaalvermogen 4,37 kWBijschakelvermogenHR+ketel 2,48 kWBetafactor(Pc,max/Ptct,max) 41%Gammafactor(Ptot,max/Prad,max) 83%Dekkingsgraadwarmtepomp 33%

Systeem D SPFSysteem(WP+ketel) 1,1

Systeem H

SPFSysteem(WP+el.heater) 0,6

Systeem D/H Totalewarmtevraagwoning 40000 MJOntwerpvermogenradiatoren 5,25 kWOntwerpvermogencondensor 1,89 kWFbron 600 m³/hrTmax_wp 50 °COpp.Woning(Ag) 80 m²T_aanvoernom 40 °CdT_nom 10 Kradiotorconstante 1,10Max.benodigdtotaalvermogen 4,37 kWBijschakelvermogenHR+ketel 2,48 kWBetafactor(Pc,max/Ptct,max) 43%Gammafactor(Ptot,max/Prad,max) 83%Dekkingsgraadwarmtepomp 82%SPFWarmtepompinsysteem 3,90

Systeem D SPFSysteem(WP+ketel) 1,4

Systeem H

SPFSysteem(WP+el.heater) 0,9

- 40 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 41 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw

Vooriederwoningsegmentisvoordebeschrevenlucht/waterwarmtepompsystemenen5afgiftesystemendiegekarakteriseerdzijnopbasisvanTaanvoer[˚C]/Tretour [˚C]/radiatorconstante(90/70/1,3,70/50/1,3,50/40/1,1,40/30/1,1en30/25/1,05),hetenergieverbruikberekendbijgegevenwarmtevraagvoordeverschillendewoningtypenenzichtjaren.

Bijlage D Tapwater verwarming met lucht/water warmtepompen

SystemenvantypeA/EenC/Gwordenmomenteelinclusiefleveringvanwarmtapwateraandemarktgeleverd.VerondersteldwordtdateenHr-keteldanwelelektrischbijstookelementalsextravermogeningezetwordtomhettapwateropdegewenstetemperatuurvan60°Ctebrengen.

VoortypeA/Eisermomenteelgeengoedestatusweergegevenvoortapwaterverwarmingdoordefabrikanten.OndanksdezeafwezigheidaangegevenskanopbasisvandeNEN5128:2004,bijlageC,p156eengoedeschattinggemaaktwordenwatluchtwarmtepompeninEPNkunnengaanscoren.

VoortypeA/Esystemenisveronderstelddatervoldoendewarmtepompvermogenistoegevoegdaanhetruimteverwarmingssysteemzodataandewarmtapwatervraagkanwordenvoldaanzonderinteleverenaanruimteverwarmingscapaciteit.Opdezewijzebeschouwdkunnenweditextraaandeelaanwarmtevraagbezienalseenapartewarmteboiler.UitdebijlageCvanNEN5128:2004isaftelezendatSPFsysteem-waarden voor warmtepompen voor tapwaterverwarmingwordenbepaalddoordeprestatiestetestenbijbrontemperaturenbij5˚Cmetdebodemalsbron,10˚Cmetgrondwateralsbronen7˚Cmetdebuitenluchtalsbron.Aandeafgiftezijdewordteentapwaterpatroongeëistconformdeaangegeventabellen,afhankelijkvandegeëisteCWklasse.

OpbasisvandezeaangereiktemeetmethodekanwordenvastgestelddatdeSPFsysteem waarden vooreenlucht/waterwarmtepompvoortapwaterverwarmingligttussendievaneenwarmte-pompboilermeteenbodembroneneengrondwaterbron.Indienwehetenergieverbruikperopgenomen energie-eenheid over de verdamper voor de luchtbron gelijk veronderstellen als die vooreenwater-danwelbodembrondankunnendelucht/waterwarmtepompboilerbenaderendoorlineaireinterpolatieals:SPFsysteem,bodem +(2/5)*[SPFsysteem, grondwater–SPFsysteem, bodem ].

Omdat voor veel warmtepompboilers de SPFsysteemwaardenbepaaldzijningevalvanbodemdanwel grondwater is af te schatten dat de SPFsysteem-waardenvandelucht/waterwarmtepomp-boilergemiddeld2,1bedraagt.

HetverloopindejarenvandezeSPFsysteemwaardenisgelijkalsaangevenintabel6(zieparagraaf2.2.4).

VoorsysteemC/Gisdesituatieingewikkelder.Hierbijwordtventilatieluchtingezetomhetboilervatteverwarmen.Ingevalervoldoendeventilatieluchtvoorradigis,ishetmogelijkommeteenSPFvan3,5hetboilervattevoorzienvanverwarmdtapwater.Echterdeventilatieluchtisvastgezetop150m³/uurvoorallewoningtypen.Omdatervoorrangverleendwordtaandeinzetvandezeventilatieluchtvoorruimteverwarming(gunstigereCOPbijLTV)moetergekekenworden in welke mate de Hr-ketel extra bij moet springen om het tapwater op juiste temperatuurtebrengen.

- 42 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 43 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw

Bijlage E Karakteristieken hybride lucht/water warmtepomp voor verschillende woningsegmenten en zichtjaren

Opdevolgendepagina’swordtperwoningtype,bouwjaarperiodeenzichtjaareenoverzichtgegevenvandebelangrijkstekarakteristiekenvandehybridelucht/waterwarmtepomp.Voordeverschillendetypenlucht/waterwarmtepompen,typeA,B,C,DmetgasbijstookentypeE,F,G,Hmetelektrischebijstook(zieBijlageC),ende5afgiftesystemen(90/70,70/50,50/40,40/30,30/25).Dezebelangrijkstekarakteristiekenzijn:•hetthermischvermogenvandewarmtepomp;•dedekkingsgraadvandewarmtepomp;•deSPFvanhetsysteem(WP+bijstook,eveneensincl.hulpenergie;cijfersoponderwaarde).

Tabel11geeftaaninwelkematehetbijstookelementdetapwaterverwarmingverzorgdafhankelijkvandewarmtevraagvandewoning.DezeberekeningisbepaaldopbasisvaneenCW4klasse.Ingevalvanelektrischebijstookwordtgerekendmeteenopwekkingsrendementvan100%,voorgasbijstookwordtgerekendmetdewaardenzoalsaangegeveninparagraaf2.3.1.VoorhetwarmtepompdeelkangerekendwordenmeteenSPFsysteem voortapwaterverwarmingvan3,5.DezeSPFsysteem waarde verandert in de loop der jaren volgens deintabel9(zieparagraaf2.2.4)aangegevenpercentages.

DetabelbetreftdesituatievooreentypeC/Gsysteem,waarbijventilatieluchtwordtingezetalsbron.

Tabel 11 Mate van inzet van alleen de Hr- ketel / elektrische bijstook voor tapwatervoorziening

(CW4 klasse) in % van de tapwaterbehoefte op jaarbasis.

Jaar

lijks

eru

imte

war

mte

vraa

g(

GJ)

Syst

eem

C/G

,90/

70,n

=1

,3

Syst

eem

C/G

,70/

50,n

=1

,3

Syst

eem

C/G

,50/

40,n

=1

,1

Syst

eem

C/G

,40/

30,,

n=

1,1

Sys

teem

C/G

,30/

25,n

=1

,05

60 45% 65% 69% 69% 69%50 45% 65% 68% 68% 68%40 44% 64% 68% 68% 68%30 43% 64% 67% 67% 67%20 41% 62% 65% 65% 65%10 33% 53% 57% 57% 57%

- 44 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 45 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw

Eigenschappen van de lucht/water warmtepomp in combinatie Hr-ketel (type A, B, C, D) of elektrische bijstook (type E,F,G,H) in 2 onder 1 kapwoningen

Zichtjaar

Bouwjaar

Systeem:

90/70, n = 1,3

70/50, n = 1,3

50/40, n = 1,1

40/30, ,n = 1,1

30/25, n = 1,05

90/70, n = 1,3

70/50, n = 1,3

50/40, n = 1,1

40/30, ,n = 1,1

30/25, n = 1,05

90/70, n = 1,3

70/50, n = 1,3

50/40, n = 1,1

40/30, ,n = 1,1

30/25, n = 1,05

90/70, n = 1,3

70/50, n = 1,3

50/40, n = 1,1

40/30, ,n = 1,1

30/25, n = 1,05

Type:AA

AA

AB

BB

BB

CC

CC

CD

DD

DD

2010-1930

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

3.283.28

3.283.28

3.283.28

3.283.28

3.283.28

0.970.97

0.970.97

0.971.85

1.851.85

1.851.85

2010-1930

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.41

0.870.99

0.990.99

0.410.55

0.550.55

0.550.37

0.490.49

0.490.49

0.400.74

0.810.81

0.812010

-1930S

PF systeem

1.141.35

1.621.77

1.871.14

1.261.33

1.361.38

1.181.30

1.341.35

1.361.16

1.381.56

1.631.68

20101931-1959

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

3.033.03

3.033.03

3.033.03

3.033.03

3.033.03

0.970.97

0.970.97

0.971.85

1.851.85

1.851.85

20101931-1959

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.41

0.800.99

0.990.99

0.410.55

0.550.55

0.550.37

0.520.53

0.530.53

0.410.72

0.840.84

0.842010

1931-1959S

PF systeem

1.131.32

1.601.74

1.851.13

1.251.32

1.351.37

1.171.31

1.361.38

1.391.15

1.361.58

1.661.72

20101960-1980

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

3.123.12

3.123.12

3.123.12

3.123.12

3.123.12

0.970.97

0.970.97

0.971.85

1.851.85

1.851.85

20101960-1980

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.41

0.800.99

0.990.99

0.410.55

0.550.55

0.550.36

0.500.52

0.520.52

0.410.71

0.830.83

0.832010

1960-1980S

PF systeem

1.141.33

1.601.75

1.861.14

1.251.32

1.351.37

1.171.30

1.351.37

1.381.15

1.351.57

1.651.71

20101981-1995

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

2.052.05

2.052.05

2.052.05

2.052.05

2.052.05

0.970.97

0.970.97

0.971.85

1.851.85

1.851.85

20101981-1995

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.33

0.740.99

0.990.99

0.330.55

0.550.55

0.550.48

0.700.72

0.720.72

0.330.74

0.980.98

0.982010

1981-1995S

PF systeem

1.071.25

1.521.66

1.761.07

1.201.26

1.291.31

1.191.41

1.511.54

1.571.08

1.311.62

1.751.84

2020-1930

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

2.952.95

2.952.95

2.952.95

2.952.95

2.952.95

0.950.95

0.950.95

0.951.78

1.781.78

1.781.78

2020-1930

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.55

0.940.99

0.990.99

0.550.55

0.550.55

0.550.44

0.530.53

0.530.53

0.530.81

0.840.84

0.842020

-1930S

PF systeem

1.231.49

1.781.91

2.011.23

1.301.36

1.391.40

1.251.36

1.401.41

1.421.25

1.511.69

1.771.82

20201931-1959

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

2.792.79

2.792.79

2.792.79

2.792.79

2.792.79

0.950.95

0.950.95

0.951.78

1.781.78

1.781.78

20201931-1959

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.47

0.900.99

0.990.99

0.470.55

0.550.55

0.550.44

0.550.56

0.560.56

0.470.81

0.860.86

0.862020

1931-1959S

PF systeem

1.191.45

1.751.89

1.991.19

1.291.35

1.381.39

1.241.37

1.421.44

1.451.21

1.491.70

1.791.85

20201960-1980

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

2.872.87

2.872.87

2.872.87

2.872.87

2.872.87

0.950.95

0.950.95

0.951.78

1.781.78

1.781.78

20201960-1980

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.47

0.900.99

0.990.99

0.470.55

0.550.55

0.550.40

0.540.54

0.540.54

0.470.80

0.850.85

0.852020

1960-1980S

PF systeem

1.191.45

1.751.89

2.001.19

1.291.36

1.381.40

1.221.36

1.411.43

1.441.21

1.481.69

1.771.83

20201981-1995

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

1.891.89

1.891.89

1.891.89

1.891.89

1.891.89

0.950.95

0.950.95

0.951.78

1.781.78

1.781.78

20201981-1995

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.41

0.870.99

0.990.99

0.410.55

0.550.55

0.550.54

0.740.75

0.750.75

0.410.87

0.980.98

0.982020

1981-1995S

PF systeem

SP

F systeem1.11

1.371.65

1.781.88

1.111.23

1.291.32

1.331.26

1.511.60

1.641.66

1.131.46

1.761.89

1.98Type:E

EE

EE

FF

FF

FG

GG

GG

HH

HH

H2010

-1930N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)3.28

3.283.28

3.283.28

3.283.28

3.283.28

3.280.97

0.970.97

0.970.97

1.851.85

1.851.85

1.852010

-1930D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.410.87

0.990.99

0.990.41

0.550.55

0.550.55

0.370.49

0.490.49

0.490.40

0.740.81

0.810.81

2010-1930

SP

F systeem0.69

1.181.66

1.811.92

0.690.81

0.840.85

0.860.68

0.790.81

0.810.82

0.691.03

1.231.27

1.312010

1931-1959N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)3.03

3.033.03

3.033.03

3.033.03

3.033.03

3.030.97

0.970.97

0.970.97

1.851.85

1.851.85

1.852010

1931-1959D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.410.80

0.990.99

0.990.41

0.550.55

0.550.55

0.370.52

0.530.53

0.530.41

0.720.84

0.840.84

20101931-1959

SP

F systeem0.69

1.071.64

1.791.91

0.690.81

0.840.85

0.860.68

0.810.84

0.850.85

0.691.01

1.301.36

1.402010

1960-1980N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)3.12

3.123.12

3.123.12

3.123.12

3.123.12

3.120.97

0.970.97

0.970.97

1.851.85

1.851.85

1.852010

1960-1980D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.410.80

0.990.99

0.990.41

0.550.55

0.550.55

0.360.50

0.520.52

0.520.41

0.710.83

0.830.83

20101960-1980

SP

F systeem0.69

1.071.64

1.791.91

0.690.81

0.840.85

0.860.68

0.800.83

0.840.84

0.691.00

1.281.33

1.372010

1981-1995N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)2.05

2.052.05

2.052.05

2.052.05

2.052.05

2.050.97

0.970.97

0.970.97

1.851.85

1.851.85

1.852010

1981-1995D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.330.74

0.990.99

0.990.33

0.550.55

0.550.55

0.480.70

0.720.72

0.720.33

0.740.98

0.980.98

20101981-1995

SP

F systeem0.64

0.981.58

1.741.85

0.640.80

0.830.84

0.850.76

1.021.10

1.121.14

0.641.01

1.661.79

1.892020

-1930N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)2.95

2.952.95

2.952.95

2.952.95

2.952.95

2.950.95

0.950.95

0.950.95

1.781.78

1.781.78

1.782020

-1930D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.550.94

0.990.99

0.990.55

0.550.55

0.550.55

0.440.53

0.530.53

0.530.53

0.810.84

0.840.84

2020-1930

SP

F systeem0.80

1.411.83

1.972.08

0.800.83

0.860.87

0.870.75

0.840.86

0.860.87

0.801.20

1.371.42

1.462020

1931-1959N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)2.79

2.792.79

2.792.79

2.792.79

2.792.79

2.790.95

0.950.95

0.950.95

1.781.78

1.781.78

1.782020

1931-1959D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.470.90

0.990.99

0.990.47

0.550.55

0.550.55

0.440.55

0.560.56

0.560.47

0.810.86

0.860.86

20201931-1959

SP

F systeem0.74

1.321.80

1.952.06

0.740.83

0.860.86

0.870.74

0.870.89

0.900.90

0.751.20

1.441.50

1.542020

1960-1980N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)2.87

2.872.87

2.872.87

2.872.87

2.872.87

2.870.95

0.950.95

0.950.95

1.781.78

1.781.78

1.782020

1960-1980D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.470.90

0.990.99

0.990.47

0.550.55

0.550.55

0.400.54

0.540.54

0.540.47

0.800.85

0.850.85

20201960-1980

SP

F systeem0.74

1.321.80

1.962.07

0.740.83

0.860.87

0.870.72

0.850.87

0.880.88

0.751.18

1.401.46

1.502020

1981-1995N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)1.89

1.891.89

1.891.89

1.891.89

1.891.89

1.890.95

0.950.95

0.950.95

1.781.78

1.781.78

1.782020

1981-1995D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.410.87

0.990.99

0.990.41

0.550.55

0.550.55

0.540.74

0.750.75

0.750.41

0.870.98

0.980.98

20201981-1995

SP

F systeem0.69

1.211.73

1.881.99

0.690.82

0.840.85

0.860.83

1.131.20

1.221.23

0.701.28

1.841.98

2.08

ZichtjaarZichtjaarZichtjaar

BouwjaarBouwjaarBouwjaar

Systeem:

Systeem:

Systeem:

90/70, n = 1,3 90/70, n = 1,3 90/70, n = 1,3

70/50, n = 1,3 70/50, n = 1,3 70/50, n = 1,3

50/40, n = 1,1 50/40, n = 1,1 50/40, n = 1,1

40/30, ,n = 1,1 40/30, ,n = 1,1 40/30, ,n = 1,1

30/25, n = 1,05 30/25, n = 1,05 30/25, n = 1,05

90/70, n = 1,3 90/70, n = 1,3 90/70, n = 1,3

70/50, n = 1,3 70/50, n = 1,3 70/50, n = 1,3

50/40, n = 1,1 50/40, n = 1,1 50/40, n = 1,1

40/30, ,n = 1,1 40/30, ,n = 1,1 40/30, ,n = 1,1

30/25, n = 1,05 30/25, n = 1,05 30/25, n = 1,05

90/70, n = 1,3 90/70, n = 1,3 90/70, n = 1,3

70/50, n = 1,3 70/50, n = 1,3 70/50, n = 1,3

50/40, n = 1,1 50/40, n = 1,1 50/40, n = 1,1

40/30, ,n = 1,1 40/30, ,n = 1,1 40/30, ,n = 1,1

30/25, n = 1,05 30/25, n = 1,05 30/25, n = 1,05

90/70, n = 1,3 90/70, n = 1,3 90/70, n = 1,3

70/50, n = 1,3 70/50, n = 1,3 70/50, n = 1,3

50/40, n = 1,1 50/40, n = 1,1 50/40, n = 1,1

40/30, ,n = 1,1 40/30, ,n = 1,1 40/30, ,n = 1,1

30/25, n = 1,05 30/25, n = 1,05 30/25, n = 1,05Type:Type:Type:AAA

AAAAAA

AAAAAA

BBBBBB

BBBBBB

BBBCCC

CCCCCC

CCCCCC

DDDDDD

DDDDDD

DDD201020102010

-1930-1930-1930

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

201020102010

-1930-1930-1930

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.410.410.41

0.800.800.80

0.990.990.99

0.990.990.99

0.990.990.99

0.410.410.41

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.260.260.26

0.370.370.37

0.370.370.37

0.370.370.37

0.370.370.37

0.360.360.36

0.570.570.57

0.660.660.66

0.660.660.66

0.660.660.66

201020102010

-1930-1930-1930

SP

F systeem1.141.141.14

1.341.341.34

1.611.611.61

1.761.761.76

1.871.871.87

1.141.141.14

1.261.261.26

1.331.331.33

1.361.361.36

1.381.381.38

1.121.121.12

1.201.201.20

1.231.231.23

1.241.241.24

1.251.251.25

1.141.141.14

1.281.281.28

1.411.411.41

1.461.461.46

1.491.491.49

201020102010

1931-19591931-19591931-1959

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

3.853.853.85

3.853.853.85

3.853.853.85

3.853.853.85

3.853.853.85

3.853.853.85

3.853.853.85

3.853.853.85

3.853.853.85

3.853.853.85

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

201020102010

1931-19591931-19591931-1959

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.410.410.41

0.800.800.80

0.990.990.99

0.990.990.99

0.990.990.99

0.410.410.41

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.300.300.30

0.420.420.42

0.430.430.43

0.430.430.43

0.430.430.43

0.380.380.38

0.630.630.63

0.730.730.73

0.730.730.73

0.730.730.73

201020102010

1931-19591931-19591931-1959

SP

F systeem1.131.131.13

1.321.321.32

1.591.591.59

1.741.741.74

1.841.841.84

1.131.131.13

1.241.241.24

1.311.311.31

1.341.341.34

1.361.361.36

1.131.131.13

1.231.231.23

1.261.261.26

1.271.271.27

1.281.281.28

1.131.131.13

1.301.301.30

1.461.461.46

1.521.521.52

1.561.561.56

201020102010

1960-19801960-19801960-1980

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

201020102010

1960-19801960-19801960-1980

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.410.410.41

0.800.800.80

0.990.990.99

0.990.990.99

0.990.990.99

0.410.410.41

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.260.260.26

0.370.370.37

0.370.370.37

0.370.370.37

0.370.370.37

0.360.360.36

0.570.570.57

0.660.660.66

0.660.660.66

0.660.660.66

201020102010

1960-19801960-19801960-1980

SP

F systeem1.141.141.14

1.331.331.33

1.611.611.61

1.761.761.76

1.871.871.87

1.141.141.14

1.261.261.26

1.331.331.33

1.361.361.36

1.381.381.38

1.121.121.12

1.201.201.20

1.231.231.23

1.241.241.24

1.251.251.25

1.131.131.13

1.281.281.28

1.411.411.41

1.461.461.46

1.491.491.49

201020102010

1981-19951981-19951981-1995

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

2.712.712.71

2.712.712.71

2.712.712.71

2.712.712.71

2.712.712.71

2.712.712.71

2.712.712.71

2.712.712.71

2.712.712.71

2.712.712.71

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

201020102010

1981-19951981-19951981-1995

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.330.330.33

0.740.740.74

0.990.990.99

0.990.990.99

0.990.990.99

0.330.330.33

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.400.400.40

0.560.560.56

0.580.580.58

0.580.580.58

0.580.580.58

0.330.330.33

0.710.710.71

0.890.890.89

0.890.890.89

0.890.890.89

201020102010

1981-19951981-19951981-1995

SP

F systeem1.071.071.07

1.251.251.25

1.511.511.51

1.651.651.65

1.761.761.76

1.071.071.07

1.191.191.19

1.261.261.26

1.291.291.29

1.311.311.31

1.141.141.14

1.291.291.29

1.351.351.35

1.371.371.37

1.391.391.39

1.081.081.08

1.291.291.29

1.541.541.54

1.641.641.64

1.711.711.71

202020202020

-1930-1930-1930

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

4.024.024.02

4.024.024.02

4.024.024.02

4.024.024.02

4.024.024.02

4.024.024.02

4.024.024.02

4.024.024.02

4.024.024.02

4.024.024.02

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

202020202020

-1930-1930-1930

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.470.470.47

0.900.900.90

0.990.990.99

0.990.990.99

0.990.990.99

0.470.470.47

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.320.320.32

0.400.400.40

0.400.400.40

0.400.400.40

0.400.400.40

0.420.420.42

0.650.650.65

0.690.690.69

0.690.690.69

0.690.690.69

202020202020

-1930-1930-1930

SP

F systeem1.201.201.20

1.471.471.47

1.771.771.77

1.911.911.91

2.022.022.02

1.201.201.20

1.301.301.30

1.361.361.36

1.391.391.39

1.411.411.41

1.161.161.16

1.241.241.24

1.271.271.27

1.281.281.28

1.281.281.28

1.191.191.19

1.381.381.38

1.501.501.50

1.551.551.55

1.581.581.58

202020202020

1931-19591931-19591931-1959

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

3.613.613.61

3.613.613.61

3.613.613.61

3.613.613.61

3.613.613.61

3.613.613.61

3.613.613.61

3.613.613.61

3.613.613.61

3.613.613.61

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

202020202020

1931-19591931-19591931-1959

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.470.470.47

0.900.900.90

0.990.990.99

0.990.990.99

0.990.990.99

0.470.470.47

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.330.330.33

0.440.440.44

0.440.440.44

0.440.440.44

0.440.440.44

0.440.440.44

0.700.700.70

0.740.740.74

0.740.740.74

0.740.740.74

202020202020

1931-19591931-19591931-1959

SP

F systeem1.181.181.18

1.441.441.44

1.731.731.73

1.881.881.88

1.991.991.99

1.181.181.18

1.291.291.29

1.351.351.35

1.371.371.37

1.391.391.39

1.161.161.16

1.261.261.26

1.291.291.29

1.311.311.31

1.311.311.31

1.181.181.18

1.401.401.40

1.541.541.54

1.601.601.60

1.641.641.64

202020202020

1960-19801960-19801960-1980

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

4.104.104.10

4.104.104.10

4.104.104.10

4.104.104.10

4.104.104.10

4.104.104.10

4.104.104.10

4.104.104.10

4.104.104.10

4.104.104.10

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

202020202020

1960-19801960-19801960-1980

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.470.470.47

0.900.900.90

0.990.990.99

0.990.990.99

0.990.990.99

0.470.470.47

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.300.300.30

0.390.390.39

0.390.390.39

0.390.390.39

0.390.390.39

0.410.410.41

0.640.640.64

0.680.680.68

0.680.680.68

0.680.680.68

202020202020

1960-19801960-19801960-1980

SP

F systeem1.201.201.20

1.461.461.46

1.761.761.76

1.911.911.91

2.022.022.02

1.201.201.20

1.301.301.30

1.361.361.36

1.391.391.39

1.411.411.41

1.151.151.15

1.241.241.24

1.261.261.26

1.271.271.27

1.281.281.28

1.181.181.18

1.371.371.37

1.491.491.49

1.541.541.54

1.571.571.57

202020202020

1981-19951981-19951981-1995

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

2.462.462.46

2.462.462.46

2.462.462.46

2.462.462.46

2.462.462.46

2.462.462.46

2.462.462.46

2.462.462.46

2.462.462.46

2.462.462.46

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

202020202020

1981-19951981-19951981-1995

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.410.410.41

0.870.870.87

0.990.990.99

0.990.990.99

0.990.990.99

0.410.410.41

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.460.460.46

0.610.610.61

0.620.620.62

0.620.620.62

0.620.620.62

0.410.410.41

0.820.820.82

0.910.910.91

0.910.910.91

0.910.910.91

202020202020

1981-19951981-19951981-1995

SP

F systeem1.111.111.11

1.361.361.36

1.641.641.64

1.781.781.78

1.871.871.87

1.111.111.11

1.231.231.23

1.291.291.29

1.311.311.31

1.331.331.33

1.201.201.20

1.361.361.36

1.421.421.42

1.441.441.44

1.451.451.45

1.131.131.13

1.421.421.42

1.671.671.67

1.761.761.76

1.831.831.83

Type:Type:Type:EEE

EEEEEE

EEEEEE

FFFFFF

FFFFFF

FFFGGG

GGGGGG

GGGGGG

HHHHHH

HHHHHH

HHH201020102010

-1930-1930-1930

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

201020102010

-1930-1930-1930

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.410.410.41

0.800.800.80

0.990.990.99

0.990.990.99

0.990.990.99

0.410.410.41

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.260.260.26

0.370.370.37

0.370.370.37

0.370.370.37

0.370.370.37

0.360.360.36

0.570.570.57

0.660.660.66

0.660.660.66

0.660.660.66

201020102010

-1930-1930-1930

SP

F systeem0.690.690.69

1.071.071.07

1.651.651.65

1.801.801.80

1.921.921.92

0.690.690.69

0.810.810.81

0.840.840.84

0.850.850.85

0.860.860.86

0.620.620.62

0.690.690.69

0.700.700.70

0.710.710.71

0.710.710.71

0.660.660.66

0.840.840.84

0.970.970.97

0.990.990.99

1.001.001.00

201020102010

1931-19591931-19591931-1959

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

3.853.853.85

3.853.853.85

3.853.853.85

3.853.853.85

3.853.853.85

3.853.853.85

3.853.853.85

3.853.853.85

3.853.853.85

3.853.853.85

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

201020102010

1931-19591931-19591931-1959

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.410.410.41

0.800.800.80

0.990.990.99

0.990.990.99

0.990.990.99

0.410.410.41

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.300.300.30

0.420.420.42

0.430.430.43

0.430.430.43

0.430.430.43

0.380.380.38

0.630.630.63

0.730.730.73

0.730.730.73

0.730.730.73

201020102010

1931-19591931-19591931-1959

SP

F systeem0.690.690.69

1.071.071.07

1.631.631.63

1.791.791.79

1.901.901.90

0.690.690.69

0.810.810.81

0.840.840.84

0.850.850.85

0.860.860.86

0.640.640.64

0.730.730.73

0.740.740.74

0.750.750.75

0.750.750.75

0.680.680.68

0.900.900.90

1.071.071.07

1.101.101.10

1.121.121.12

201020102010

1960-19801960-19801960-1980

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

4.434.434.43

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

201020102010

1960-19801960-19801960-1980

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.410.410.41

0.800.800.80

0.990.990.99

0.990.990.99

0.990.990.99

0.410.410.41

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.260.260.26

0.370.370.37

0.370.370.37

0.370.370.37

0.370.370.37

0.360.360.36

0.570.570.57

0.660.660.66

0.660.660.66

0.660.660.66

201020102010

1960-19801960-19801960-1980

SP

F systeem0.690.690.69

1.071.071.07

1.641.641.64

1.801.801.80

1.911.911.91

0.690.690.69

0.810.810.81

0.840.840.84

0.850.850.85

0.860.860.86

0.620.620.62

0.690.690.69

0.700.700.70

0.710.710.71

0.710.710.71

0.660.660.66

0.840.840.84

0.970.970.97

0.990.990.99

1.001.001.00

201020102010

1981-19951981-19951981-1995

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

2.712.712.71

2.712.712.71

2.712.712.71

2.712.712.71

2.712.712.71

2.712.712.71

2.712.712.71

2.712.712.71

2.712.712.71

2.712.712.71

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

0.970.970.97

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

1.851.851.85

201020102010

1981-19951981-19951981-1995

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.330.330.33

0.740.740.74

0.990.990.99

0.990.990.99

0.990.990.99

0.330.330.33

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.400.400.40

0.560.560.56

0.580.580.58

0.580.580.58

0.580.580.58

0.330.330.33

0.710.710.71

0.890.890.89

0.890.890.89

0.890.890.89

201020102010

1981-19951981-19951981-1995

SP

F systeem0.640.640.64

0.980.980.98

1.581.581.58

1.731.731.73

1.851.851.85

0.640.640.64

0.800.800.80

0.830.830.83

0.840.840.84

0.850.850.85

0.700.700.70

0.850.850.85

0.890.890.89

0.900.900.90

0.910.910.91

0.640.640.64

0.970.970.97

1.391.391.39

1.471.471.47

1.521.521.52

202020202020

-1930-1930-1930

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

4.024.024.02

4.024.024.02

4.024.024.02

4.024.024.02

4.024.024.02

4.024.024.02

4.024.024.02

4.024.024.02

4.024.024.02

4.024.024.02

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

202020202020

-1930-1930-1930

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.470.470.47

0.900.900.90

0.990.990.99

0.990.990.99

0.990.990.99

0.470.470.47

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.320.320.32

0.400.400.40

0.400.400.40

0.400.400.40

0.400.400.40

0.420.420.42

0.650.650.65

0.690.690.69

0.690.690.69

0.690.690.69

202020202020

-1930-1930-1930

SP

F systeem0.750.750.75

1.331.331.33

1.821.821.82

1.971.971.97

2.082.082.08

0.750.750.75

0.830.830.83

0.860.860.86

0.870.870.87

0.870.870.87

0.660.660.66

0.720.720.72

0.730.730.73

0.730.730.73

0.740.740.74

0.710.710.71

0.950.950.95

1.051.051.05

1.071.071.07

1.081.081.08

202020202020

1931-19591931-19591931-1959

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

3.613.613.61

3.613.613.61

3.613.613.61

3.613.613.61

3.613.613.61

3.613.613.61

3.613.613.61

3.613.613.61

3.613.613.61

3.613.613.61

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

202020202020

1931-19591931-19591931-1959

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.470.470.47

0.900.900.90

0.990.990.99

0.990.990.99

0.990.990.99

0.470.470.47

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.330.330.33

0.440.440.44

0.440.440.44

0.440.440.44

0.440.440.44

0.440.440.44

0.700.700.70

0.740.740.74

0.740.740.74

0.740.740.74

202020202020

1931-19591931-19591931-1959

SP

F systeem0.740.740.74

1.311.311.31

1.791.791.79

1.941.941.94

2.062.062.06

0.740.740.74

0.830.830.83

0.850.850.85

0.860.860.86

0.870.870.87

0.660.660.66

0.750.750.75

0.760.760.76

0.770.770.77

0.770.770.77

0.720.720.72

1.011.011.01

1.141.141.14

1.171.171.17

1.191.191.19

202020202020

1960-19801960-19801960-1980

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

4.104.104.10

4.104.104.10

4.104.104.10

4.104.104.10

4.104.104.10

4.104.104.10

4.104.104.10

4.104.104.10

4.104.104.10

4.104.104.10

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

202020202020

1960-19801960-19801960-1980

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.470.470.47

0.900.900.90

0.990.990.99

0.990.990.99

0.990.990.99

0.470.470.47

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.300.300.30

0.390.390.39

0.390.390.39

0.390.390.39

0.390.390.39

0.410.410.41

0.640.640.64

0.680.680.68

0.680.680.68

0.680.680.68

202020202020

1960-19801960-19801960-1980

SP

F systeem0.740.740.74

1.321.321.32

1.801.801.80

1.961.961.96

2.082.082.08

0.740.740.74

0.830.830.83

0.860.860.86

0.870.870.87

0.870.870.87

0.640.640.64

0.710.710.71

0.720.720.72

0.730.730.73

0.730.730.73

0.710.710.71

0.940.940.94

1.031.031.03

1.051.051.05

1.071.071.07

202020202020

1981-19951981-19951981-1995

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

2.462.462.46

2.462.462.46

2.462.462.46

2.462.462.46

2.462.462.46

2.462.462.46

2.462.462.46

2.462.462.46

2.462.462.46

2.462.462.46

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

0.950.950.95

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

1.781.781.78

202020202020

1981-19951981-19951981-1995

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.410.410.41

0.870.870.87

0.990.990.99

0.990.990.99

0.990.990.99

0.410.410.41

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.550.550.55

0.460.460.46

0.610.610.61

0.620.620.62

0.620.620.62

0.620.620.62

0.410.410.41

0.820.820.82

0.910.910.91

0.910.910.91

0.910.910.91

202020202020

1981-19951981-19951981-1995

SP

F systeem0.690.690.69

1.211.211.21

1.731.731.73

1.881.881.88

1.991.991.99

0.690.690.69

0.820.820.82

0.840.840.84

0.850.850.85

0.860.860.86

0.750.750.75

0.920.920.92

0.950.950.95

0.960.960.96

0.970.970.97

0.690.690.69

1.201.201.20

1.551.551.55

1.631.631.63

1.691.691.69

Eigenschappen van de lucht/water warmtepomp in combinatie met Hr-ketel (type A, B, C, D) of elektrische bijstook (type E,F,G,H) in vrijstaande woningen

- 46 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 47 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw

Eigenschappen van de lucht/water warmtepomp in combinatie met Hr-ketel (type A ,B, C, D) of elektrische bijstook (type E,F,G,H) in appartementen/meergezinswoningen

Zichtjaar

Bouwjaar

Systeem:

90/70, n = 1,3

70/50, n = 1,3

50/40, n = 1,1

40/30, ,n = 1,1

30/25, n = 1,05

90/70, n = 1,3

70/50, n = 1,3

50/40, n = 1,1

40/30, ,n = 1,1

30/25, n = 1,05

90/70, n = 1,3

70/50, n = 1,3

50/40, n = 1,1

40/30, ,n = 1,1

30/25, n = 1,05

90/70, n = 1,3

70/50, n = 1,3

50/40, n = 1,1

40/30, ,n = 1,1

30/25, n = 1,05

Type:AA

AA

AB

BB

BB

CC

CC

CD

DD

DD

2010-1930

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

2.872.87

2.872.87

2.872.87

2.872.87

2.872.87

0.970.97

0.970.97

0.971.85

1.851.85

1.851.85

2010-1930

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.41

0.800.99

0.990.99

0.410.55

0.550.55

0.550.38

0.540.55

0.550.55

0.410.74

0.870.87

0.872010

-1930S

PF systeem

1.171.37

1.671.83

1.941.17

1.291.37

1.401.42

1.221.38

1.441.46

1.481.19

1.421.67

1.771.84

20101931-1959

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

2.462.46

2.462.46

2.462.46

2.462.46

2.462.46

0.970.97

0.970.97

0.971.85

1.851.85

1.851.85

20101931-1959

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.33

0.800.99

0.990.99

0.330.55

0.550.55

0.550.43

0.610.63

0.630.63

0.330.78

0.930.93

0.932010

1931-1959S

PF systeem

1.141.36

1.641.80

1.921.14

1.281.36

1.391.41

1.241.44

1.521.55

1.571.15

1.421.71

1.841.93

20101960-1980

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

2.462.46

2.462.46

2.462.46

2.462.46

2.462.46

0.970.97

0.970.97

0.971.85

1.851.85

1.851.85

20101960-1980

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.41

0.870.99

0.990.99

0.410.55

0.550.55

0.550.43

0.610.63

0.630.63

0.410.83

0.930.93

0.932010

1960-1980S

PF systeem

1.171.37

1.661.81

1.931.17

1.291.36

1.391.41

1.251.44

1.521.55

1.571.18

1.451.72

1.841.93

20101981-1995

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

1.971.97

1.971.97

1.971.97

1.971.97

1.971.97

0.970.97

0.970.97

0.971.85

1.851.85

1.851.85

20101981-1995

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.41

0.800.99

0.990.99

0.410.55

0.550.55

0.550.49

0.720.74

0.740.74

0.410.80

0.980.98

0.982010

1981-1995S

PF systeem

1.151.34

1.621.78

1.891.15

1.271.34

1.371.39

1.271.53

1.641.68

1.711.17

1.421.75

1.892.00

2020-1930

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

2.622.62

2.622.62

2.622.62

2.622.62

2.622.62

0.950.95

0.950.95

0.951.78

1.781.78

1.781.78

2020-1930

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.47

0.900.99

0.990.99

0.470.55

0.550.55

0.550.46

0.580.58

0.580.58

0.470.83

0.890.89

0.892020

-1930S

PF systeem

1.241.52

1.841.99

2.111.24

1.351.41

1.441.46

1.311.47

1.521.54

1.561.26

1.581.83

1.932.00

20201931-1959

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

2.212.21

2.212.21

2.212.21

2.212.21

2.212.21

0.950.95

0.950.95

0.951.78

1.781.78

1.781.78

20201931-1959

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.47

0.900.99

0.990.99

0.470.55

0.550.55

0.550.52

0.660.67

0.670.67

0.470.88

0.950.95

0.952020

1931-1959S

PF systeem

1.221.50

1.811.97

2.081.22

1.331.40

1.421.44

1.351.55

1.621.65

1.671.25

1.601.89

2.022.11

20201960-1980

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

2.302.30

2.302.30

2.302.30

2.302.30

2.302.30

0.950.95

0.950.95

0.951.78

1.781.78

1.781.78

20201960-1980

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.47

0.900.99

0.990.99

0.470.55

0.550.55

0.550.51

0.640.65

0.650.65

0.470.87

0.940.94

0.942020

1960-1980S

PF systeem

1.231.50

1.821.97

2.091.23

1.331.40

1.431.44

1.341.53

1.601.63

1.651.25

1.591.88

2.002.09

20201981-1995

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

1.801.80

1.801.80

1.801.80

1.801.80

1.801.80

0.950.95

0.950.95

0.951.78

1.781.78

1.781.78

20201981-1995

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.47

0.900.99

0.990.99

0.470.55

0.550.55

0.550.59

0.760.77

0.770.77

0.470.90

0.990.99

0.992020

1981-1995S

PF systeem

SP

F systeem1.21

1.481.78

1.932.04

1.211.31

1.381.40

1.421.39

1.661.76

1.811.84

1.231.59

1.922.06

2.17Type:E

EE

EE

FF

FF

FG

GG

GG

HH

HH

H2010

-1930N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)2.87

2.872.87

2.872.87

2.872.87

2.872.87

2.870.97

0.970.97

0.970.97

1.851.85

1.851.85

1.852010

-1930D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.410.80

0.990.99

0.990.41

0.550.55

0.550.55

0.380.54

0.550.55

0.550.41

0.740.87

0.870.87

2010-1930

SP

F systeem0.69

1.091.68

1.841.96

0.690.82

0.850.86

0.870.70

0.850.88

0.890.90

0.701.05

1.391.46

1.512010

1931-1959N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)2.46

2.462.46

2.462.46

2.462.46

2.462.46

2.460.97

0.970.97

0.970.97

1.851.85

1.851.85

1.852010

1931-1959D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.330.80

0.990.99

0.990.33

0.550.55

0.550.55

0.430.61

0.630.63

0.630.33

0.780.93

0.930.93

20101931-1959

SP

F systeem0.65

1.081.66

1.821.94

0.650.82

0.850.86

0.870.73

0.930.98

0.991.00

0.651.10

1.561.66

1.732010

1960-1980N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)2.46

2.462.46

2.462.46

2.462.46

2.462.46

2.460.97

0.970.97

0.970.97

1.851.85

1.851.85

1.852010

1960-1980D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.410.87

0.990.99

0.990.41

0.550.55

0.550.55

0.430.61

0.630.63

0.630.41

0.830.93

0.930.93

20101960-1980

SP

F systeem0.69

1.181.67

1.831.95

0.690.82

0.850.86

0.870.73

0.940.98

0.991.00

0.701.19

1.571.66

1.732010

1981-1995N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)1.97

1.971.97

1.971.97

1.971.97

1.971.97

1.970.97

0.970.97

0.970.97

1.851.85

1.851.85

1.852010

1981-1995D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.410.80

0.990.99

0.990.41

0.550.55

0.550.55

0.490.72

0.740.74

0.740.41

0.800.98

0.980.98

20101981-1995

SP

F systeem0.69

1.081.65

1.811.93

0.690.81

0.840.85

0.860.78

1.101.18

1.201.21

0.701.13

1.761.91

2.012020

-1930N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)2.62

2.622.62

2.622.62

2.622.62

2.622.62

2.620.95

0.950.95

0.950.95

1.781.78

1.781.78

1.782020

-1930D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.470.90

0.990.99

0.990.47

0.550.55

0.550.55

0.460.58

0.580.58

0.580.47

0.830.89

0.890.89

2020-1930

SP

F systeem0.75

1.351.85

2.012.13

0.750.84

0.870.88

0.880.77

0.910.94

0.950.95

0.761.26

1.551.63

1.682020

1931-1959N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)2.21

2.212.21

2.212.21

2.212.21

2.212.21

2.210.95

0.950.95

0.950.95

1.781.78

1.781.78

1.782020

1931-1959D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.470.90

0.990.99

0.990.47

0.550.55

0.550.55

0.520.66

0.670.67

0.670.47

0.880.95

0.950.95

20201931-1959

SP

F systeem0.75

1.341.84

2.002.11

0.750.84

0.860.87

0.880.83

1.031.07

1.081.09

0.761.37

1.781.89

1.972020

1960-1980N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)2.30

2.302.30

2.302.30

2.302.30

2.302.30

2.300.95

0.950.95

0.950.95

1.781.78

1.781.78

1.782020

1960-1980D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.470.90

0.990.99

0.990.47

0.550.55

0.550.55

0.510.64

0.650.65

0.650.47

0.870.94

0.940.94

20201960-1980

SP

F systeem0.75

1.341.84

2.002.12

0.750.84

0.860.87

0.880.81

1.001.04

1.051.06

0.761.35

1.731.83

1.912020

1981-1995N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)1.80

1.801.80

1.801.80

1.801.80

1.801.80

1.800.95

0.950.95

0.950.95

1.781.78

1.781.78

1.782020

1981-1995D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.470.90

0.990.99

0.990.47

0.550.55

0.550.55

0.590.76

0.770.77

0.770.47

0.900.99

0.990.99

20201981-1995

SP

F systeem0.75

1.331.82

1.982.09

0.750.83

0.860.87

0.880.90

1.221.29

1.311.33

0.761.42

1.972.11

2.22

Eigenschappen van de lucht/water warmtepomp in combinatie met Hr-ketel (type A, B, C, D) of elektrische bijstook (type E,F,G,H) in rijtjeswoningen

Zichtjaar

Bouwjaar

Systeem:

90/70, n = 1,3

70/50, n = 1,3

50/40, n = 1,1

40/30, ,n = 1,1

30/25, n = 1,05

90/70, n = 1,3

70/50, n = 1,3

50/40, n = 1,1

40/30, ,n = 1,1

30/25, n = 1,05

90/70, n = 1,3

70/50, n = 1,3

50/40, n = 1,1

40/30, ,n = 1,1

30/25, n = 1,05

90/70, n = 1,3

70/50, n = 1,3

50/40, n = 1,1

40/30, ,n = 1,1

30/25, n = 1,05Type:A

AA

AA

BB

BB

BC

CC

CC

DD

DD

D2010

-1930N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)3.03

3.033.03

3.033.03

3.033.03

3.033.03

3.030.97

0.970.97

0.970.97

1.851.85

1.851.85

1.852010

-1930D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.470.90

0.990.99

0.990.47

0.550.55

0.550.55

0.420.52

0.530.53

0.530.47

0.790.84

0.840.84

2010-1930

SP

F systeem1.21

1.421.70

1.851.96

1.211.31

1.381.41

1.431.25

1.381.42

1.441.45

1.221.47

1.671.75

1.812010

1931-1959N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)2.62

2.622.62

2.622.62

2.622.62

2.622.62

2.620.97

0.970.97

0.970.97

1.851.85

1.851.85

1.852010

1931-1959D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.410.87

0.990.99

0.990.41

0.550.55

0.550.55

0.440.59

0.600.60

0.600.41

0.820.90

0.900.90

20101931-1959

SP

F systeem1.18

1.401.68

1.831.94

1.181.30

1.371.39

1.411.26

1.431.49

1.511.53

1.191.47

1.721.82

1.902010

1960-1980N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)2.87

2.872.87

2.872.87

2.872.87

2.872.87

2.870.97

0.970.97

0.970.97

1.851.85

1.851.85

1.852010

1960-1980D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.410.87

0.990.99

0.990.41

0.550.55

0.550.55

0.410.55

0.550.55

0.550.41

0.790.87

0.870.87

20101960-1980

SP

F systeem1.18

1.401.68

1.841.95

1.181.30

1.371.40

1.421.25

1.391.44

1.471.48

1.191.45

1.681.78

1.852010

1981-1995N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)2.05

2.052.05

2.052.05

2.052.05

2.052.05

2.050.97

0.970.97

0.970.97

1.851.85

1.851.85

1.852010

1981-1995D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.410.80

0.990.99

0.990.41

0.550.55

0.550.55

0.480.70

0.720.72

0.720.41

0.800.98

0.980.98

20101981-1995

SP

F systeem1.15

1.351.63

1.781.90

1.151.27

1.341.37

1.391.27

1.511.61

1.651.68

1.171.42

1.751.89

1.992020

-1930N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)2.62

2.622.62

2.622.62

2.622.62

2.622.62

2.620.95

0.950.95

0.950.95

1.781.78

1.781.78

1.782020

-1930D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.610.97

0.990.99

0.990.55

0.550.55

0.550.55

0.510.58

0.580.58

0.580.61

0.870.89

0.890.89

2020-1930

SP

F systeem1.31

1.591.89

2.022.12

1.291.36

1.421.44

1.461.37

1.481.53

1.551.56

1.341.65

1.861.95

2.012020

1931-1959N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)2.21

2.212.21

2.212.21

2.212.21

2.212.21

2.210.95

0.950.95

0.950.95

1.781.78

1.781.78

1.782020

1931-1959D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.610.97

0.990.99

0.990.55

0.550.55

0.550.55

0.580.67

0.670.67

0.670.61

0.930.95

0.950.95

20201931-1959

SP

F systeem1.30

1.571.86

1.992.09

1.281.35

1.411.43

1.441.42

1.571.63

1.661.68

1.341.68

1.932.04

2.122020

1960-1980N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)2.30

2.302.30

2.302.30

2.302.30

2.302.30

2.300.95

0.950.95

0.950.95

1.781.78

1.781.78

1.782020

1960-1980D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.670.97

0.990.99

0.990.55

0.550.55

0.550.55

0.600.65

0.650.65

0.650.67

0.930.94

0.940.94

20201960-1980

SP

F systeem1.33

1.601.88

2.012.10

1.291.35

1.411.43

1.451.44

1.561.61

1.631.65

1.381.70

1.932.03

2.102020

1981-1995N

om. verm

ogen Pcond.(kW

)1.80

1.801.80

1.801.80

1.801.80

1.801.80

1.800.95

0.950.95

0.950.95

1.781.78

1.781.78

1.782020

1981-1995D

ekkingsgraad warm

tepomp

0.470.94

0.990.99

0.990.47

0.550.55

0.550.55

0.590.77

0.770.77

0.770.47

0.940.99

0.990.99

20201981-1995

SP

F systeemS

PF systeem

1.211.50

1.791.94

2.041.21

1.321.38

1.401.42

1.391.67

1.771.81

1.841.24

1.631.94

2.072.17

Type:EE

EE

EF

FF

FF

GG

GG

GH

HH

HH

2010-1930

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

3.033.03

3.033.03

3.033.03

3.033.03

3.033.03

0.970.97

0.970.97

0.971.85

1.851.85

1.851.85

2010-1930

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.47

0.900.99

0.990.99

0.470.55

0.550.55

0.550.42

0.520.53

0.530.53

0.470.79

0.840.84

0.842010

-1930S

PF systeem

0.741.27

1.711.86

1.970.74

0.820.85

0.860.87

0.730.83

0.850.86

0.860.74

1.131.34

1.401.43

20101931-1959

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

2.622.62

2.622.62

2.622.62

2.622.62

2.622.62

0.970.97

0.970.97

0.971.85

1.851.85

1.851.85

20101931-1959

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.41

0.870.99

0.990.99

0.410.55

0.550.55

0.550.44

0.590.60

0.600.60

0.410.82

0.900.90

0.902010

1931-1959S

PF systeem

0.691.20

1.691.85

1.960.69

0.820.85

0.860.87

0.740.91

0.940.95

0.950.70

1.171.50

1.591.64

20101960-1980

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

2.872.87

2.872.87

2.872.87

2.872.87

2.872.87

0.970.97

0.970.97

0.971.85

1.851.85

1.851.85

20101960-1980

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.41

0.870.99

0.990.99

0.410.55

0.550.55

0.550.41

0.550.55

0.550.55

0.410.79

0.870.87

0.872010

1960-1980S

PF systeem

0.701.20

1.691.85

1.960.70

0.820.85

0.860.87

0.720.86

0.880.89

0.900.70

1.131.40

1.471.51

20101981-1995

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

2.052.05

2.052.05

2.052.05

2.052.05

2.052.05

0.970.97

0.970.97

0.971.85

1.851.85

1.851.85

20101981-1995

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.41

0.800.99

0.990.99

0.410.55

0.550.55

0.550.48

0.700.72

0.720.72

0.410.80

0.980.98

0.982010

1981-1995S

PF systeem

0.691.08

1.651.81

1.930.69

0.810.84

0.850.86

0.771.06

1.131.15

1.170.70

1.131.73

1.871.97

2020-1930

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

2.622.62

2.622.62

2.622.62

2.622.62

2.622.62

0.950.95

0.950.95

0.951.78

1.781.78

1.781.78

2020-1930

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.61

0.970.99

0.990.99

0.550.55

0.550.55

0.550.51

0.580.58

0.580.58

0.610.87

0.890.89

0.892020

-1930S

PF systeem

0.881.55

1.902.04

2.150.82

0.850.87

0.880.88

0.830.92

0.940.95

0.950.89

1.391.58

1.641.69

20201931-1959

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

2.212.21

2.212.21

2.212.21

2.212.21

2.212.21

0.950.95

0.950.95

0.951.78

1.781.78

1.781.78

20201931-1959

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.61

0.970.99

0.990.99

0.550.55

0.550.55

0.550.58

0.670.67

0.670.67

0.610.93

0.950.95

0.952020

1931-1959S

PF systeem

0.871.54

1.892.03

2.130.82

0.840.87

0.880.88

0.901.05

1.081.09

1.090.89

1.541.81

1.911.98

20201960-1980

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

2.302.30

2.302.30

2.302.30

2.302.30

2.302.30

0.950.95

0.950.95

0.951.78

1.781.78

1.781.78

20201960-1980

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.67

0.970.99

0.990.99

0.550.55

0.550.55

0.550.60

0.650.65

0.650.65

0.670.93

0.940.94

0.942020

1960-1980S

PF systeem

0.931.58

1.902.04

2.140.82

0.850.87

0.880.88

0.921.02

1.041.05

1.060.96

1.541.77

1.861.92

20201981-1995

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

1.801.80

1.801.80

1.801.80

1.801.80

1.801.80

0.950.95

0.950.95

0.951.78

1.781.78

1.781.78

20201981-1995

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.47

0.940.99

0.990.99

0.470.55

0.550.55

0.550.59

0.770.77

0.770.77

0.470.94

0.990.99

0.992020

1981-1995S

PF systeem

0.751.41

1.831.98

2.100.75

0.840.86

0.870.88

0.901.23

1.291.31

1.330.76

1.521.98

2.122.23

- 48 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 49 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw

Eigenschappen van de lucht/water warmtepomp in combinatie met Hr-ketel (type A, B, C, D) of elektrische bijstook (type E,F,G,H) in gemiddelde woningen gebouwd voor en na 2000 en gemiddelde woningen t.b.v. 2020 - 2030 analyse

Zichtjaar

Bouwjaar

Systeem:

90/70, n = 1,3

70/50, n = 1,3

50/40, n = 1,1

40/30, ,n = 1,1

30/25, n = 1,05

90/70, n = 1,3

70/50, n = 1,3

50/40, n = 1,1

40/30, ,n = 1,1

30/25, n = 1,05

90/70, n = 1,3

70/50, n = 1,3

50/40, n = 1,1

40/30, ,n = 1,1

30/25, n = 1,05

90/70, n = 1,3

70/50, n = 1,3

50/40, n = 1,1

40/30, ,n = 1,1

30/25, n = 1,05

Type:AA

AA

AB

BB

BB

CC

CC

CD

DD

DD

2010>1995

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

1.311.31

1.311.31

1.311.31

1.311.31

1.311.31

0.840.84

0.840.84

0.841.60

1.601.60

1.601.60

2010>1995

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.55

0.940.99

0.990.99

0.550.55

0.550.55

0.550.70

0.860.87

0.870.87

0.550.94

1.001.00

1.002010

>1995S

PF systeem

1.101.28

1.501.61

1.681.10

1.171.22

1.241.26

1.301.54

1.641.68

1.721.14

1.391.63

1.731.81

2015>1995

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

1.231.23

1.231.23

1.231.23

1.231.23

1.231.23

0.830.83

0.830.83

0.831.57

1.571.57

1.571.57

2015>1995

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.55

0.970.99

0.990.99

0.550.55

0.550.55

0.550.75

0.880.89

0.890.89

0.550.97

1.001.00

1.002015

>1995S

PF systeem

1.121.34

1.561.66

1.731.12

1.181.23

1.251.26

1.371.60

1.701.75

1.781.15

1.461.68

1.781.85

2020>1995

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

1.231.23

1.231.23

1.231.23

1.231.23

1.231.23

0.820.82

0.820.82

0.821.54

1.541.54

1.541.54

2020>1995

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.55

0.970.99

0.990.99

0.550.55

0.550.55

0.550.75

0.880.88

0.880.88

0.550.97

1.001.00

1.002020

>1995S

PF systeem

1.141.39

1.611.71

1.791.14

1.201.25

1.261.28

1.401.64

1.741.78

1.821.17

1.511.74

1.841.92

2030-2000

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

2.302.30

2.302.30

2.302.30

2.302.30

2.302.30

0.940.94

0.940.94

0.941.75

1.751.75

1.751.75

2030-2000

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.33

0.740.99

0.990.99

0.330.55

0.550.55

0.550.40

0.610.65

0.650.65

0.330.73

0.930.93

0.932030

-2000S

PF systeem

1.181.53

2.052.25

2.401.18

1.381.45

1.471.49

1.271.55

1.661.69

1.711.19

1.582.08

2.232.33

2030> 2000

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

1.391.39

1.391.39

1.391.39

1.391.39

1.391.39

0.940.94

0.940.94

0.941.75

1.751.75

1.751.75

2030> 2000

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.33

0.740.99

0.990.99

0.330.55

0.550.55

0.550.47

0.830.89

0.890.89

0.330.74

1.001.00

1.002030

> 2000S

PF systeem

1.121.45

1.912.08

2.211.12

1.311.37

1.391.41

1.271.80

2.052.12

2.171.13

1.512.08

2.252.38

Type:EE

EE

EF

FF

FF

GG

GG

GH

HH

HH

2010>1995

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

1.311.31

1.311.31

1.311.31

1.311.31

1.311.31

0.840.84

0.840.84

0.841.60

1.601.60

1.601.60

2010>1995

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.55

0.940.99

0.990.99

0.550.55

0.550.55

0.550.70

0.860.87

0.870.87

0.550.94

1.001.00

1.002010

>1995S

PF systeem

0.761.26

1.601.72

1.810.76

0.790.81

0.820.83

0.971.35

1.441.47

1.490.77

1.371.77

1.891.98

2015>1995

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

1.231.23

1.231.23

1.231.23

1.231.23

1.231.23

0.830.83

0.830.83

0.831.57

1.571.57

1.571.57

2015>1995

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.55

0.970.99

0.990.99

0.550.55

0.550.55

0.550.75

0.880.89

0.890.89

0.550.97

1.001.00

1.002015

>1995S

PF systeem

0.771.37

1.671.78

1.870.77

0.790.82

0.820.83

1.081.45

1.541.58

1.600.78

1.511.85

1.972.06

2020>1995

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

1.231.23

1.231.23

1.231.23

1.231.23

1.231.23

0.820.82

0.820.82

0.821.54

1.541.54

1.541.54

2020>1995

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.55

0.970.99

0.990.99

0.550.55

0.550.55

0.550.75

0.880.88

0.880.88

0.550.97

1.001.00

1.002020

>1995S

PF systeem

0.771.42

1.731.85

1.940.77

0.800.82

0.830.84

1.091.47

1.561.59

1.620.79

1.571.92

2.052.14

2030-2000

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

2.302.30

2.302.30

2.302.30

2.302.30

2.302.30

0.940.94

0.940.94

0.941.75

1.751.75

1.751.75

2030-2000

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.33

0.740.99

0.990.99

0.330.55

0.550.55

0.550.40

0.610.65

0.650.65

0.330.73

0.930.93

0.932030

-2000S

PF systeem

0.771.23

2.122.34

2.500.77

0.981.01

1.021.03

0.841.11

1.211.22

1.230.77

1.251.98

2.122.21

2030> 2000

Nom

. vermogen P

cond.(kW)

1.391.39

1.391.39

1.391.39

1.391.39

1.391.39

0.940.94

0.940.94

0.941.75

1.751.75

1.751.75

2030> 2000

Dekkingsgraad w

armtepom

p 0.33

0.740.99

0.990.99

0.330.55

0.550.55

0.550.47

0.830.89

0.890.89

0.330.74

1.001.00

1.002030

> 2000S

PF systeem

0.761.20

2.042.24

2.380.76

0.960.99

1.001.01

0.901.57

1.901.96

2.000.76

1.242.27

2.482.63