En ze leefden nog lang en gelukkig.. of toch niet?

Een onderzoek naar welke invloed Disney heeft op onze beeldvorming van liefde.

En ze leefden nog lang en gelukkig.. of toch niet?

Een onderzoek naar welke invloed Disney heeft op onze beeldvorming van liefde.

Melody Prins, 0912903COV1C

L.R. GusseklooOpleiding communicatie

Instituut voor communicatie, media en informatietechnologieHogeschool Rotterdam

Pagina | 1

Voorwoord

Om je propedeuse te kunnen halen, moet je een propedeusescriptie maken. Ik vond het best

lastig om een onderwerp te verzinnen, dus ik heb het er met een aantal familieleden en

vrienden over gehad. Wat vind ik nou leuk en interessant? Voor mij als abonnee van de Pathé

was het al snel duidelijk dat ik het over films wilde hebben. Het fenomeen “liefde” is ook iets wat

mijn interesse opwekt. Door deze twee met elkaar te combineren kwam ik op het onderwerp:

Welke invloed heeft Disney op onze beeldvorming van liefde?

Nadat ik het onderwerp had gekozen, moest ik dit nog koppelen aan een stuk theorie welke we

in ons 1e jaar hebben gehad. Ik was daar al snel uit, ik heb gekozen voor framing. Ik vind het erg

interessant hoe sommige mensen/dingen je hele beeld over iets kunnen veranderen, zonder dat

jij het zelf doorhebt.

Mijn probleemstelling luidt dan ook: “Welke rol speelt framing in Disney-films in onze

beeldvorming van romantiek?”

Nadat ik meer onderzoek had gedaan, ben ik erachter gekomen dat er veel meer achter zit dan

alleen prinsen en prinsessen die samen eindigen. Het gaat veel verder en dieper terug in de tijd.

Hoe verder ik kwam met deze mini-scriptie, des te meer plezier kreeg ik in het schrijven.

Graag wil ik mevrouw Gussekloo bedanken voor haar begeleiding, adviezen en vooral veel

geduld. Ook wil ik mijn vrienden en familie bedanken voor de wijze raad die ik heb mogen

ontvangen. Tot slot wil ik in het bijzonder mijn ouders bedanken. Hun wijsheid en motiverende

woorden hebben mij geholpen deze scriptie tot een goed einde te brengen.

Ik wens u veel plezier met het lezen van mijn scriptie.

Dordrecht, juni 2016

Melody Prins

Pagina | 2

Inhoud

Inleiding.................................................................................................................................................................................4

Hoofdstuk 1: Framing.................................................................................................................................................... 5

§ 1.1 Het begrip framing..............................................................................................................................................5

§ 1.2 Het inzetten van framing..................................................................................................................................5

Hoofdstuk 2: Romantiek...............................................................................................................................................6

§ 2.1 Het ontstaan en de visies van romantische liefde.................................................................................6

Hoofdstuk 3: Het effect van filmelementen.......................................................................................................7

§ 3.1 Beelden en hersenen..........................................................................................................................................7

§ 3.2 Invloed van muziek op hersenen..................................................................................................................8

§ 3.3 Invloed van muziek op film.............................................................................................................................9

Hoofdstuk 4: Elementen van een Disney-film...............................................................................................10

§ 4.1 Kenmerken van een Disney narratief`.....................................................................................................10

Hoofdstuk 5: De relatie tussen storytelling en framing in Disneyfilms.........................................11

§ 5.1 Beeldvorming van Disney.............................................................................................................................11

Conclusie.............................................................................................................................................................................13

Literatuurlijst...................................................................................................................................................................14

Bijlagen................................................................................................................................................................................ 16

Reflectie STARR..............................................................................................................................................................20

Reflectie toekomstgericht........................................................................................................................................ 21

Moodboard toekomstige rol...................................................................................................................................22

Pagina | 3

InleidingSeksuele voorlichting is voor ouders niet erg moeilijk om te geven, maar als het gaat over voorlichting over liefde, waar echte gevoelens bij komen kijken, wordt het lastig. Het idee dat wordt ontwikkeld van liefde leert men vaak niet van de ouders, maar waar komt het beeld dan vandaan? Bij de perfecte liefde zien veel mensen het perfecte sprookjesbeeld voor zich: de prins op het witte paard, ware liefde en een ‘ze leefden nog lang en gelukkig’. Hoewel die films die het verhaal niet verder laten zien dan de trouwerij, is dit niet het punt waar een relatie in het echte leven eindigt. Desondanks is het algemeen geschetste beeld van Disney de verwachting van mensen bij een relatie geworden.

Door de jaren heen is er veel onderzoek gedaan naar liefde en relaties en hoe dit invloed heeft op het denken en doen van de mens. Naar Disney zijn ook verschillende onderzoeken gedaan, hoe Disney de ontwikkeling van kinderen beïnvloedt of hoe het kan dat Disneyfilms al jarenlang aan de top staat als het gaat om de productie van kinderfilms.Toch is er geen onderzoek bekend naar de relatie tussen Disneyfilms en het idee wat men heeft van een liefdesrelatie, terwijl daartussen wel overeenkomsten te vinden zijn. Hoe dat idee gecreëerd wordt komt door framing. Framing is relevant voor het communicatievakgebied, omdat bepaalde zaken worden benadrukt en/of weggelaten. Hierdoor kan de beeldvorming van mensen beïnvloed worden. Als bijvoorbeeld een bedrijf wilt dat mensen hun product kopen, kan dit handig zijn. Door de interesse van de schrijfster van deze scriptie, is deze relatie tussen Disney, liefde en framing uit dit onderzoek tot stand gekomen.

De probleemstelling luidt: “Welke rol speelt framing in Disney-films in onze beeldvorming van romantiek?” Deze probleemstelling is vervolgens onderverdeeld in de volgende vijf deelvragen:Wat is framing?Welke visies zijn er op romantiek?Welke filmelementen spelen een rol in onze beeldvorming?Wat zijn de kenmerken van een Disney narratief?In hoeverre is er een relatie tussen storytelling en framing in Disneyfilms?

Het eerste hoofdstuk van dit verslag bestaat uit de uitleg van het begrip “framing” en waarom het wordt ingezet. In het tweede hoofdstuk zullen er een aantal visies op romantiek uitgelegd worden; iedere onderzoeker heeft er namelijk een andere mening over. In het derde hoofdstuk worden filmelementen beschreven. Hoe beelden werken op onze hersenen en wat de invloed is van muziek op films. Vervolgens worden de kenmerken van een Disney-narratief beschreven. Welke elementen zie je altijd terug? Tot slot een uitleg van hoeverre er nou een relatie is tussen storytelling en framing in Disney-films met daarna de conclusie.

Pagina | 4

Hoofdstuk 1: FramingOm antwoord te kunnen geven op de probleemstelling is het belangrijk dat we eerst het begrip framing uitleggen. Dit is dan ook gelijk de eerste deelvraag. Verder wordt er ook beschreven waarom framing wordt ingezet.

§ 1.1 Het begrip framingMichels (2013) geeft aan in zijn boek dat het begrip framing letterlijk inkaderen betekent. Sommige zaken worden buiten beeld gelaten andere juist benadrukt. Door bepaalde mentale kaders te gebruiken gaan mensen situaties en informatie anders interpreteren (Michels, 2013).

Een voorbeeld kan zijn, de manier waarop asielzoekers in de media worden beschreven, stelt Michels (2013). Soms is dat het frame van indringers die een bedreiging vormen voor de westerse cultuur en hier alleen zijn om economische redenen, of van onschuldige slachtoffers van geweld.

De Amerikaanse taalkundige George Lakoff zette in 2004 het begrip framing op de kaart. Hij heeft een boek geschreven dat heet: “Don’t Think of An Elephant”. Als je tegen iemand zegt dat hij niet aan een olifant moet denken, is het eerste waar dit persoon aan denkt juist die olifant. De definitie van Lakoff van framing heeft Jong (2012) beschreven: “Een frame is een specifieke bundel van talige en visuele elementen waarmee men bij een boodschap bepaalde delen naar voren brengt en andere delen verbergt, om de luisteraar naar de gewenste interpretatie van de boodschap te leiden.” Via woorden en beelden probeert een persoon die een frame gebruikt, de manier waarop anderen naar de werkelijkheid kijkt te beïnvloeden (Jong, 2012). Je kijkt als het ware door een roze bril heen: er wordt informatie weggelaten of toegevoegd.

§ 1.2 Het inzetten van framingDe Bruijn (2011) beschrijft in zijn boek “Framing” een aantal voordelen van framing, namelijk:

- Frames blijven goed hangen bij het publiek (de zogenoemde ‘plakfactor’).- Frames die retorisch slim zijn geformuleerd (‘vandalen gaan betalen’; ‘geen

villasubsidies’) krijgen gratis zendtijd in de media.- Frames dwingen tegenstanders in het defensief.- Wie in het frame van een ander stapt neemt een groot risico (ontkennen is

bevestigen).- Frames activeren onderliggende waarden, en via die diepgevoelde waarden spelen

ze in op de emoties van het publiek. (Jong 2012).

Je kunt framing overal inzetten. Bijvoorbeeld het woord “powernap” gebruiken in plaats van een “sloom middagdutje”. Of “expert meeting” in plaats van “vergadering”. Oftewel, je kunt anderen in jouw perspectief trekken via een zorgvuldige woordkeuze. Woorden/verhalen kun je inzetten om mensen over te halen om een actie te ondernemen, of om ze positief of negatief over iets te laten nadenken (Jong, 2012).

Pagina | 5

Hoofdstuk 2: RomantiekDe wijze waarop Cinderella in de film van Walt Disney het begrip liefde omschrijft is universeel en een droom van iedereen. Maar wat is romantische liefde nu echt en waar bestaat het uit? In dit hoofdstuk wordt de deelvraag: “Welke visies zijn er op romantiek?” beantwoord.

§ 2.1 Het ontstaan en de visies van romantische liefdeAntropologe Fisher (2006) vertelt in een video waarom wij liefhebben en heeft een aantal theorieën over het ontstaan en bestaan van romantische liefde.Fisher beweert dat er een aantal specifieke dingen gebeuren in onze belevingswereld als we verliefd zijn:

- Eén persoon krijgt een speciale betekenis- Je focust je alleen op deze persoon- Je hebt intense energie- Je voelt een grote afhankelijkheid van deze persoon- Je wordt seksueel bezeten van deze persoon

De hoofdkarakteristieken van romantische liefde zijn volgens Fisher (2006) het hebben van seksuele en emotionele verlangens naar de geliefde, het vinden van motivatie: je wilt deze persoon en het wordt een obsessie.

Fisher (2006) heeft onderzoek gedaan met behulp van een functionele MRI-scan. Zij heeft een aantal testpersonen die verliefd waren testjes laten doen terwijl zij in de MRI lagen. Hun brein werd gescand, terwijl ze keken naar een neutrale foto en naar een foto van hun geliefde. Er werd activiteit in een groot aantal hersengebieden ontdekt, met als belangrijkste het hersengebied dat actief wordt vergelijkbaar met de effecten van een bevlieging die je na het gebruik van cocaïne voelt.

Fisher (2006) stelt dat romantische liefde geen emotie is maar een drijfveer, het is de motor achter het verstand en één van de krachtigste breinsystemen. Haar theorie stelt dat romantische liefde één van de drie breinsystemen is die geëvolueerd zijn vanuit paring en voortplanting.1. Het verlangen naar seksuele bevrediging, dit is geëvolueerd om ‘op de markt te komen’2. De romantische liefde, dit is hieruit ontstaan om je in staat te stellen je seksuele energie te focussen op één individu.3. Gehechtheid, het derde breinsysteem is geëvolueerd om bij deze persoon te blijven.

Deze breinsystemen gaan niet altijd samen, waardoor wij in staat zijn meerdere personen tegelijkertijd lief te hebben. Hieruit concludeert Fisher (2006) dat wij gemaakt zijn om ons voort te planten en niet om romantische liefde mee te maken. Dit is in de loop der tijd geëvolueerd als één van de meest vanzelfsprekende levensdoelen.

Fletcher (2015), Simpson (2015), Campbell (2015) en Overall (2015) publiceerden in het tijdschrift ‘Perspectives on psychological science’ een artikel over partnerschap, romantische liefde en de evolutie daarvan. Romantische liefde wordt gezien als een motiverende kracht voor het hebben van een monogame langdurige relatie. De definitie van romantische liefde bestaat uit drie verschillende aspecten. Volgens Shaver (1988) en Hazan (1988) zijn deze elementen: verbinding, het zorgen voor elkaar en seksuele bevrediging. Volgens Stenberg’s (1968) triangular theory of love zijn deze elementen passie, intimiteit en verplichting. De seksuele passie zorgt voor de aantrekkingskracht tussen twee personen, intimiteit bindt partners emotioneel en gedragsmatig. Ten slotte houdt verplichting geliefden bij elkaar voor langere tijd.Deze drie factoren kunnen in verschillende combinaties voorkomen waardoor er dus ook verschillende soorten liefde kunnen ontstaan. Dit is uitgewerkt in figuur 1 achterin de bijlage.

Pagina | 6

Er is weinig onderzoek gedaan naar de veranderingen in deze drie elementen over langere tijd maar volgens het model van Sternberg (1968) lijkt de passie na langere tijd minder te worden terwijl emotionele verbinding en gehechtheid op een hoog niveau blijven, wat er voor zorgt dat koppels langdurige stabiele relaties kunnen hebben.

Fletcher (2015), Simpson (2015), Campbell (2015) en Overall (2015) hebben ook de universaliteit van romantische liefde beschreven. Het vinden van een partner om lief te hebben en bemind te worden is een universeel levensdoel van ieder individu. Romantische liefde is ook een onderwerp waarover eindeloos gefantaseerd wordt, of het nu gaat om bestaande personen of om fictieve karakters zoals in boeken en/of films. Andere aspecten als status, aantrekkelijkheid, sportiviteit, financieel succes en goede gezondheid scoren hoog in het zoeken naar potentiële geliefden. De wens om later kinderen te krijgen past ook bij het zoeken naar een relatie voor langere tijd.

Neto et al. (2000) hebben onderzoek gedaan naar de gelijkenissen en de verschillen in de beschrijving van romantische liefde in een groot aantal landen in Afrika, Azië, Zuid-Amerika en Europa. Het resultaat was dat de belangrijkste opvattingen over romantische liefde als ‘My partner and I were ment for each other’ of ‘When my partner does not pay attention to me, I feel sick all over’ vrij waren van culturele invloeden en dus gelijk waren in de verschillende landen.

DeelconclusieRomantische liefde wordt gedefinieerd als een combinatie van de drie eerder genoemde elementen. De termen die toegewezen worden aan deze drie elementen variëren tussen verschillende studies, maar het gaat altijd om passie, emotionele binding en gehechtheid en/of verplichting. Er zijn verschillende verbanden tussen deze elementen. Als er meer seksuele tevredenheid is zorgt dit ook voor toenemende tevredenheid over de relatie over langere tijd en een snelle stijging van emotionele binding wordt geassocieerd met verhoogde gevoelens voor passie.

Hoofdstuk 3: Het effect van filmelementenDe filmelementen die in dit hoofdstuk besproken worden zijn de beelden en de muziek. Probeer maar eens een film te kijken zonder geluid, het komt veel minder intens over. In de eerste paragraaf worden beelden en hersenen behandeld, in de tweede de invloed van muziek op de hersenen en als laatste de invloed van muziek op film. Hiermee wordt de deelvraag “welke filmelementen spelen een rol in onze beeldvorming?” in dit hoofdstuk beantwoord.

§ 3.1 Beelden en hersenenGlassman (1998) stelt dat cognitieve en sociale leertheorie een theorie is die ons gedrag vanuit een cognitieve en sociale invalshoek bekijkt. Deze theorie gaat uit van twee vooronderstellingen. Ons gedrag leren we grotendeels aan via het observeren van anderen. Ook stelt deze theorie dat mentale constructen die we vormen (bijvoorbeeld waarden en verwachtingen) ons gedrag zodanig beïnvloeden dat onze persoonlijkheid ontstaat. De theorie is uit twee verschillende opzichten ontstaan: hoe we anderen en onszelf in relatie tot anderen waarnemen en het leren via het observeren van anderen, in tegenstelling tot het leren uit directe ervaring (Glassman, 1998).

Dit komt overeen met wat Colin McGinn (2007) bespreekt wanneer het gaat over beelden en hersenen. Over het mind-movie-probleem zegt hij: hoe kan het dat 2D beelden ons bewustzijn beïnvloedt? Het kijken van een film is vergelijkbaar met het luisteren naar een verhaal, alleen zijn het bij een film de ogen die luisteren. Omdat films verhalen op een realistische manier uitbeelden, trekt het sterk onze aandacht. Ondanks de realistische vorm van de films, kan men zelf bedenken dat de vampier op tv niet daadwerkelijk in zijn woonkamer staat. Ondanks dat men weet dat het niet echt gebeurt, zijn doodnormale handelingen in films stukken

Pagina | 7

interessanter. Zo is het niet bijzonder als iemand op straat een sigaret aansteekt, maar in een film trekt het onze aandacht, omdat er aan de doodnormale handeling een betekenis wordt gegeven. Omdat films zo’n sterke invloed op ons hebben, ondersteunen en versterken films de heersende ideologie van de maatschappij (McGinn, 2007).

De komst van de televisie en films heeft voor kinderen een hele nieuwe wereld geopend, vindt auteur Valkenburg (2002). Kinderen hadden voor de komst van deze soort media geen zelfstandige toegang tot gedrukte media, ofwel omdat ze niet konden lezen, ofwel omdat ze de volwassen teksten niet konden begrijpen. De televisie maakt onderwerpen toegankelijker voor kinderen.

Valkenburg (2002) stelt dat het voor kinderen de beeldende media lastig zijn, omdat ze niet weten wanneer iets echt is en wanneer niet. Over het algemeen hebben kleuters meer moeite met reality monitoring dan oudere kinderen, oftewel, kleuters vinden het onderscheiden van wat er in hun fantasie en in de realiteit gebeurt lastiger dan oudere kinderen. Tot ongeveer de leeftijd van vier jaar denken kinderen over het algemeen dat alles op de televisie echt is. Kinderen van twee tot drie jaar denken zelfs dat de televisiefiguren in de televisie zelf leven. Vanaf vijf jaar geloven kinderen dat niet meer, maar denken soms wel dat bepaalde tv-personages echt bestaan (Valkenburg, 2002).

Uit het onderzoek naar het vermogen van kinderen om fantasie en realiteit te onderscheiden blijkt dat kinderen vanaf drie jaar goed weten wanneer ze zelf fantaseren. Kinderen kunnen echter onder de zeven hun kennis over fantasie en realiteit niet inzetten als ze bijvoorbeeld naar een enge film zitten te kijken. Wanneer kinderen zes zijn, kan je effectief tegen hen zeggen dat iets niet echt is, vanaf zeven jaar kunnen kinderen deze informatie pas zelfstandig inzetten als ze naar films kijken (Valkenburg, 2002).

Tot slot beschrijft Schouwenburg (2014) Owen’s (2001) idee over proces van socialisatie: “In het proces van socialisatie worden levenslessen door kinderen aangeleerd door middel observatie en imitatie. Met andere woorden: dat wat in de film laten zien wordt (observatie), wordt door het publiek (de kinderen) nagedaan (imitatie).” (p. 63)

§ 3.2 Invloed van muziek op hersenenKinderenBij kleine kinderen (vanaf 0 jaar) is er al een ontwikkeling van de reactie op muziek stellen Ruff en Rothbart (1996). Ze bewegen bijvoorbeeld hun hoofd in de richting waar de muziek vandaan komt. Ook is er een duidelijke reactie waar te nemen op het horen van een menselijke stem. Als kinderen drie tot vijf maanden zijn, beginnen ze interesse in televisieprogramma’s te tonen. Het meest geïnteresseerd zijn ze in kinderprogramma’s met gekleurde fantasiefiguren, zoals Sesamstraat en Teletubbies, en in reclames door de felle kleuren en aantrekkelijke geluiden. Dat de kinderen in hun eerste levensjaar bijzonder gevoelig zijn voor dit soort programma’s, is volgens Ruff en Rothbart (1996) te wijten aan een aandachtssysteem dat het onderzoekende of oriënterende systeem wordt genoemd. Hierdoor zijn kinderen geïnteresseerd in nieuwe of verrassende stimuli, om er zo van te leren. Dit effect is ook met een onderzoek onderbouwd door Kraus en Chandrasekaran (2010). Uit dat onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat de drie scènes die het meeste aandacht kregen bestaan uit: de openingsscène van Sesamstraat, de douchekop van de Teletubbies die zegt: “Tijd voor Teletubbies” en het dansen van de vier Teletubbies. Het journaal trok aan de andere kant slechts bij 8% van de onderzochte kinderen de aandacht. In een Amerikaans onderzoek van augustus 2010 werd gesteld dat de trend van het opheffen van zang- en muzieklessen op school op lange termijn onze academische prestaties kan aantasten.

Pagina | 8

Auditieve trainingBij adolescenten is er door Mieras (2015) onderzoek gedaan naar het auditieve vermogen na muzikale training en zonder muzikale training. Zo zijn ze minder gevoelig voor stoorgeluid na muzikale training. Het effect was het sterkst bij beroepsmusici, maar trad ook al op bij mensen die zo nu en dan een karaoke-bar bezochten, alleen in mindere mate.

Emotionele intelligentieOok is uit een onderzoek van Lee (2009) gebleken dat musici of muzikaal getrainde personen minder informatie nodig hebben om relevante informatie uit bepaalde geluiden te filteren, zoals bijvoorbeeld uit het gehuil van een baby. Zo kunnen ze bijvoorbeeld uit het stemgeluid van iemand halen wat de emotie erachter is.

§ 3.3 Invloed van muziek op filmAlgemeenMuziek speelt een belangrijke rol bij de beelden van de film. Bijvoorbeeld in de film Intouchables, heb je twee keer dezelfde scène, maar met andere muziek. Je ziet dan gelijk dat de hele sfeer van de scène verandert. Als je een horrorfilm kijkt, heeft het vaak meer zin om het geluid uit te zetten bij een eng stuk dan om niet te kijken. Muziek staat vaak los van de personages of gesproken delen in de film, maar is voor de sfeer dus van essentieel belang. Muziek bij films of series kan ook gebruikt worden om herkenning op te roepen. Sommige films hebben bijvoorbeeld een bepaald thema, zoals de James Bond-films of de serie Sherlock.

Ondersteunen of contrasterenZonneveld (2002) zegt dat muziek vaak gebruikt wordt om de beelden te ondersteunen, maar het kan ook gebruikt zijn om de beelden te contrasteren. Meestal worden de beelden ondersteund. Bij het beeld van een telefoon hoort bijvoorbeeld het geluid van een telefoon, of bij het zien van een deel van de stad Amsterdam, een draaiorgel. Een voorbeeld van een contrast is bijvoorbeeld het spelen van een Weense wals in een sciencefiction film. Dit zet de kijker op het verkeerde been en heeft een duidelijke invloed op de film (Zonneveld, 2010).

DeelconclusieDe films zullen erg in het hoofd van vooral jonge kinderen blijven hangen en ze positief beïnvloeden, omdat het lieflijke films zijn en altijd goed aflopen. De belangrijkste werking van films op onze hersenen boven bijvoorbeeld een verteld verhaal, is dat het veel realistischer wordt door het beeld. Bij jonge kinderen is het onderscheiden van realiteit en fantasie nog lastig, maar bij volwassenen gaat dit een stuk makkelijker. Dit ontbrekende vermogen om realiteit en fantasie te onderscheiden draagt toe aan het blijven hangen van de films.

Verder is er is gebleken dat muziek een zeer belangrijke rol speelt bij het verwerken van de beelden. Bij het kijken van dezelfde scene met twee verschillende soorten muziek, verandert de complete sfeer.

Pagina | 9

Hoofdstuk 4: Elementen van een Disney-filmEr wordt een analyse beschreven van een aantal Disney-films, dit om deelvraag 4: “wat zijn de kenmerken van een Disney narratief?” te beantwoorden. Aan de hand hiervan wordt het duidelijk of de films veel overeenkomende elementen hebben. Dit wordt gekoppeld aan de antwoorden uit een onderzoek op de vraag welke belangrijke thema’s testpersonen naar voren vinden komen in de films.

§ 4.1 Kenmerken van een Disney narratief`Thema’sIn alle sprookjes met prinsessen staat het meisje er alleen voor en wordt verstoten door haar familie of stiefmoeder, maar uiteindelijk altijd gered wordt door een prins. Ze eindigen altijd met “ze leefden nog lang en gelukkig” in de films. Liefde overwint in Disney altijd. Zo is het thema liefde in de films bevestigd. Schouwenburg (2014) beschrijft:

Er komen vijf hoofdthema’s en –waarden in elke Disneyfilm terug. De benoeming van thema ‘romantiek en geluk’ is tekenend voor de manier waarop Disney verhalen verteld. Het feit dat geluk altijd samenhangt met romantiek is een gegeven dat in elke onderzochte film heel duidelijk naar voren komt. Zolang de hoofdpersoon de liefde van zijn of haar leven nog niet gevonden heeft, is hij of zij ook niet gelukkig. (p. 45)

Ook is dit onderbouwd met een onderzoek door Verrijp, Verhoek en Rodenburg (2016). De vraag was welke meest voorkomende thema’s/aspecten vaak terug zijn te zien in Disneyfilms. Er waren 162 deelnemers aan de enquête. Door dat grote aantal is het resultaat wel betrouwbaar. Wel moet worden opgemerkt dat de groep vooral bestond uit jongeren van 11 tot 18 jaar, daardoor is het gemiddelde vooral bepaald door tieners. De uitkomst daarvan is liefde, vriendschap, fantasie, een moraal in het verhaal en een strijd tussen goed en kwaad (tabel 1) (Verrijp, Verhoek, Rodenburg, 2016).

Het thema goed vs. kwaad: De hoofdpersoon is altijd goed maar wordt dwars gezeten door een kwade figuur zoals een boze heks of stiefmoeder, of bijvoorbeeld een verkeerde koning. Zelfontplooiing is ook een groot thema. Bijvoorbeeld in De Leeuwenkoning moet Simba opgroeien om uiteindelijk koning te worden, en in Hercules moet hij zelf zijn krachten opnieuw opbouwen. Zo is vriendschap ook een belangrijk thema. Zowel mensen als dieren kunnen als vriend dienen in de Disneyfilms. Ze steunen elkaar door dik en dun en helpen elkaar als er problemen op de weg komen. Ook komt in de films naar voren dat het niet uit maakt wie je bent en welke eigenschappen je hebt, je komt altijd wel goed terecht. Goede voorbeelden hiervan zijn Belle uit Belle en het Beest die veel liever in de boeken zat dan haar leeftijdsgenoten en Pocahontas, die veel liever in de natuur wilde zijn.

VerhaallijnWat Disneyfilms onder andere tot een groot succes maken, is dat er een vast patroon in zit. De verhaallijn komt vaak grotendeels overeen. Bijvoorbeeld dat in prinsessenfilms het meisje altijd alleen is in het begin van de film maar uiteindelijk lang en gelukkig leeft met de prins, of dat de helden altijd overwinnen van de vijand. Dit slaat ook terug op de vaste thema’s die in de Disneyfilms voorkomen. In praktisch elke film komen deze thema’s terug, wat het voorspelbaar, maar wel prettig maakt om te kijken. De belangrijke elementen worden in tabel 2 in de bijlagen weergegeven.

Pagina | 10

Hoofdstuk 5: De relatie tussen storytelling en framing in DisneyfilmsOm de probleemstelling te kunnen beantwoorden is het belangrijk om erachter te komen in hoeverre er een relatie is tussen storytelling en framing in de disneyfilms (deelvraag 5). Er zijn een aantal onderzoeken gebruikt waar aan mensen wordt gevraagd welk beeld zij hebben bij de films. Hieruit komen toch wel verrassende resultaten.

§ 5.1 Beeldvorming van DisneyUit de onderzoeksresultaten die te vinden zijn in de scriptie van Schouwenburg (2014) blijkt dat de adviezen ‘volg je hart’ en ‘geloof in je dromen’ in alle films terugkomen. Schouwenburg (2014):

Alle hoofdpersonen volgen hun hart en dat doen ze door in hun dromen te blijven geloven. De mate waarin deze normen terug komen in de verhalen verschilt wel per film. Een andere belangrijke, steeds terugkomende norm in de liefdesverhalen is het gegeven dat liefde het altijd van het kwade wint. (p. 63).

In het echte leven is dit natuurlijk niet zo. Er zijn bijvoorbeeld stellen, waarvan de ene partner vreemdgaat. Die heeft dan een gelukkig leven met iemand anders, terwijl hij/zij het “kwade” is en degene die bedrogen is, alleen achter blijft. Ook zijn er mensen die gaan scheiden na jaren van getrouwd geweest te zijn. Volgens een onderzoek van het CBS (2015) zijn de echtscheidingen gestegen naar 35 duizend per jaar.

Verder beschrijft Schouwenburg (2014): “In de films wordt ook duidelijk dat als je het slechte pad opgaat, je uiteindelijk niet gelukkiger zal worden.” (p. 63).Dit is in zekere zin wel waar, want uiteindelijk zal een stel of gezin in de problemen raken als een van de partners in aanraking komt met justitie.

Bonds-Raacke (2008) heeft een onderzoek gedaan met studenten rond de leeftijd van 20. Zij deed onderzoek naar de psychologie van Disney films op massa communicatie en gedachten. Jennifer interesseerde zich vooral in de stereotypen die naar voren kwamen in de films en hoe deze onze gedachten over de maatschappij beïnvloeden. ‘Disney films zijn veilige films om naar te kijken voor kinderen’, iets waar volgens Jennifer door veel ouders vanuit gegaan wordt, terwijl Disney films volgens haar juist veel voorbeelden van stereotyperende (in geslacht, afkomst of maatschappelijke stand) portretten weergeeft dat de jonge kijkers veel beïnvloedt. De studenten kregen een vragenlijst over Disney, stereotypen en romantische liefde. Deze lijst vulden zij in voor het kijken van een aantal films en na het kijken van die films. Het resultaat van dit onderzoek was dat ze pas na het kijken van de films erachter kwamen dat Disney veel stereotypes gebruikt en deze niet altijd even waar zijn. Ze kwamen erachter dat ze voor het onderzoek zich hier niet bewust van waren en eigenlijk zelf ook die stereotypen in hun hoofd hadden (Bonds-Raacke 2008).

De gymnasium scholieren Verrijp, Verhoek en Rodenburg (2016) hebben ook onderzoeken afgelegd over het beeld wat mensen hebben over Disneyfilms en liefde. In hun onderzoek vroegen ze dit dan ook aan kinderen van een basisschool:

Wat ik eigenlijk dacht, in de films waar we het zojuist over hadden, lijkt het alsof alles altijd helemaal goed gaat, zou dat in het echt ook zo zijn?

De kinderen denken even na en na een minuut zegt een meisje aarzelend: ‘Mama heeft ook wel eens ruzie met Henk, dus het is niet altijd leuk.’ Een andere jongen voegt hier aan toe: ‘Papa en mama wonen niet meer samen, dus je blijft niet altijd bij de persoon waar je

Pagina | 11

verliefd op wordt.’ De conclusie van de kinderen was dat het best gek was dat het in de films altijd goed gaat, de vraag die ontstond bij een aantal van de kinderen was: ‘Waarom gaat het in het echt dan niet goed, dat hoort toch zo?’

Eigenlijk wordt hier dus gezegd, doordat zij die films hebben gezien, de kinderen denken dat liefde voor altijd zo blijft.

Er is ook aan de kinderen een vraag gesteld over wat er bij liefde hoort. ‘Verliefd zijn’ werd door de kinderen natuurlijk veel gekozen, ook een populaire keuze was lief en aardig zijn. Naar de mening van 22 kinderen is een mooi uiterlijk ook belangrijk voor als personen verliefd op elkaar worden. ‘Een jongen wordt niet verliefd op een lelijk meisje.’ (meisje, 11 jaar, Dhr. H. Bavinckschool) (Verrijp, Verhoek, Rodenburg, 2016).

Een vraag van een enquête voor mensen van de leeftijd van 12 jaar of ouder was of ze vonden dat Disney films een educatieve functie hebben voor kinderen (zie tabel 3 + figuur 2). 55,6% vond van wel, 10,6% vond van niet, en 33,8% wist het niet. De sterkste redenen die van beide kanten kwamen was bij de mensen die wel vonden dat Disney een educatie functie had het moraal dat in de film naar voren werd gebracht. De mensen die niet vonden dat Disney een educatieve functie heeft, vinden vooral dat de Disneyfilms een vertekend beeld geven van hoe het in de realiteit zit. Het moraal komt goed naar voren, elke film geeft wel een wijze les mee. Voorbeelden hiervan zijn dat liefde altijd overwint, je altijd jezelf moet blijven en zoals in Belle en het Beest prachtig naar voren komt: het innerlijk staat ver boven het uiterlijk. De tegenhangers van deze opmerkingen vinden de films te idealistisch en vinden dat kinderen ook geconfronteerd mogen worden met de werkelijkheid. Zij denken dat kinderen juist door zo’n perfect beeld te zien meer last hebben van tegenslagen dan als zij dit al vroeger meekrijgen en dus leren dat dit normaal is en bij het leven hoort (Verrijp, Verhoek, Rodenburg, 2016).

In de volgende vraag werd gevraagd wat voor beeld Disney schetst van een liefdesrelatie (zie figuur 3). Twee begrippen die hierin uitblonken waren idealistisch en het zinnetje ‘ze leefden nog lang en gelukkig’. Wat echter opvallend is aan de uitkomst van de volgende vraag, of zij het geschetste beeld van Disney een goed voorbeeld vinden voor kinderen (zie tabel 4), is dat de meerderheid dit, ondanks het onrealistische beeld, het wel een goed voorbeeld vindt voor kinderen. Wat wel als positief gezien wordt van de films voor de kinderen, is dat het erg lieflijk is en in de wereld van het kind past, het kind beleeft namelijk veel dingen in een fantasiewereld, Disney speelt hier goed op in. De mensen die het er niet mee eens waren vonden dat de films niet realistisch zijn en dat het dus geen goed voorbeeld is (Verrijp, Verhoek, Rodenburg, 2016).

In de laatste vraag van de enquête moest een cijfer worden gegeven voor de overeenkomst tussen het liefdesbeeld wat Disney schetst en hoe liefde in de realiteit is (zie figuur 4). Ondanks dat de meerderheid bij de vorige vraag vond dat Disney’s beeld van een liefdesrelatie een goed voorbeeld was voor kinderen, scoort de overeenkomst gemiddeld maar een vijf. Men vindt dat het beeld ‘enigszins’ overeenkomt met de realiteit (Verrijp, Verhoek, Rodenburg, 2016). Wat erg opvallend is aan de antwoorden op deze vraag is dat bijna alle testpersonen hier aangeven dat ze Disney dus niet goed vinden passen bij de realiteit, terwijl ze dit op het begin van de enquête wel aangaven.

Pagina | 12

ConclusieDisney wordt met romantiek geassocieerd, omdat Disney groots doorbrak met het maken van prinsessenfilms en romantiek altijd een grote rol speelt. Mede doordat ze een ideaalbeeld schetsen van een relatie, waar mensen toch vaak naar streven.

Doordat mensen uit elkaar gaan bestaat in dit geval het “ze leefden nog lang en gelukkig” dus ook niet. Nog nooit in Disneyfilms zijn deze cases vertoond en wordt er in dit geval framing gebruikt, ze laten de mislukte liefdes niet zien.

Er is in hoofdstuk 4 een onderzoek gedaan naar testpersonen of zij het geschetste beeld van Disney een goed voorbeeld vinden voor kinderen. Er is toen genoemd dat Disney educatief is omdat ze goed aangeven hoe mensen met elkaar omgaan, terwijl de vraag: “wat is de overeenkomst tussen het liefdesbeeld dat Disney schetst en hoe de liefde in realiteit is?” aangeeft dat niet alles mooi is en dat Disney dat soms vergeet en hiervoor dus framing gebruikt.

Ondanks dat volwassen, maar ook kinderen, weten dat het in de realiteit niet zo is als in de Disneyfilms, vinden volwassen dit nog steeds een goed voorbeeld voor kinderen en streven zij zelf ook naar het ideaalbeeld wat Disney van een liefdesrelatie schetst.

De conclusie met betrekking tot de probleemstelling (“Welke rol speelt framing in Disney-films in onze beeldvorming van romantiek?”) die uit deze scriptie kan worden getrokken, is dat Disney invloed heeft op het idee dat men ontwikkeld over romantische liefde en dat framing dus een grote rol speelt in de films. Dit heeft voornamelijk te maken met dat de films een grote indruk maken op kinderen, omdat kinderen fantasie en realiteit niet gescheiden kunnen zien. Ook zoals eerder in hoofdstuk 3.1 beschreven: het proces van socialisatie.

Pagina | 13

Literatuurlijst

Bonds-Raacke, J. M. (2008, September), Cinderella and Sleeping Beauty: Developing a Course on Disney and Fairytale Movies. Journal of Instructional Psychology, 3, 232-234. Geraadpleegd op 12 mei 2016, van:https://www.questia.com/library/journal/1G1-188351814/cinderella-and-sleeping-beauty-developing-a-course

Bruijn, H. de. (2011). Framing. Amsterdam: Atlas Contact.

Centraal Bureau voor de Statistiek. (2015, 11 september) “Meer echtscheidingen”Geraadpleegd op 31 mei 2016, van:https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2015/37/meer-echtscheidingen

Fletcher J., Simpson J. A., Campbell, L. & Overall N. C. (2015) Pair-bonding, Romantic Love and Evolution: the curious case of homo sapiens. Perspectives on psychological science, n10, p20-36http://pps.sagepub.com/content/10/1/20.full.pdf+html

Glassman, W. E. (1998). Stromingen in de psychologie. Amersfoort:ThiemeMeulenhoff.

Jong, J. de. (2012). Waarom maken politici graag gebruik van framing? Geraadpleegd op 12 mei 2016, van: http://www.taalcanon.nl/vragen/waarom-maken-politici-graag-gebruik-van-framing/

Kraus, N. & Chandrasekaran, B (2010). Music training for the development of auditory skills. Nature. Geraadpleegd op 15 mei 2016, van: http://www.brainvolts.northwestern.edu/documents/KrausChandrasekeran_NRN10.pdf

Lakoff, G. (2004). Don’t Think Of An Elephant. Geraadpleegd op 12 mei 2016, van: http://www.tmrussia.org/sites/default/files/file_attach/George%20Lakoff%20-The%20Essential%20Guide%20for%20Progressives%202004.pdf

Lee, K., Skoe, E., Kraus, N. & Ashley, R (2009, 6 mei). Selective Subcorical enhancement of Musical Intervals. The journal of Neuroscience. Geraadpleegd op 16 mei 2016, van: http://www.brainvolts.northwestern.edu/documents/Lee_et_al_JofNeuro2009.pdf

McGinn, C. (2007). The Power of Movies: How Screen and Mind Interact (Herz. ed.). New York: Vintage Books.

Michels, W. (2013) Theorie over communicatie. In Michels, W. Communicatie handboek (p. 31) Groningen: Noordhoff Uitgevers. Vierde druk.

Mieras, M. (2015). Wat muziek doet met kinderhersenen. Geraadpleegd op 15 mei 2016, van:https://www.jeugdcultuurfonds.nl/wp-content/uploads/2015/09/Muziekonderzoek-is-hot-Miras-2010.pdf

Neto, F. et al. (2000), Cross-cultural varation in attitudes toward love. Journal of cross-cultural psychology, 626-635. Geraadpleegd op 23 mei 2015, van:https://www.researchgate.net/profile/Felix_Neto/publication/224910073_Cross-Cultural_Variations_in_Attitudes_Toward_Love/links/5661b18b08ae4931cd5a7555.pdf/download?version=vrp

Pagina | 14

Rauscher, F. (1992). Music is an spatial task performance [Electronic version]. Nature. Geraadpleegd op 15 mei 2016, van: http://files.eric.ed.gov/fulltext/ED390733.pdf

Schouwenburg, J. (2014, 14 juli) “And they lived happily ever after..”Geraadpleegd op 27 mei 2016, van: https://thesis.eur.nl/pub/17721/

Shaver, P. R. & Hazan, C. (1988). A biased overview of the study of love. Journal of social and personal relationships. Geraadpleegd op 15 mei 2016, van: https://www.researchgate.net/profile/Phillip_Shaver/publication/249717702_A_Biased_Overview_of_the_Study_of_Love/links/54605cde0cf2c1a63bfdc648.pdf/download?version=vrp

Sternberg, R. (1986). A triangular theory of love. Psychological review. Geraadpleegd op 16 mei 2015, van: http://pzacad.pitzer.edu/~dmoore/psych199/1986_sternberg_trianglelove.pdf

Valkenburg, P. (2002). Beeldschermkinderen. Theorieën over kind en media. Boom lemma: Amsterdam. Tweede druk.

Why we love why we cheat, [lezing door] Helen Fisher, 2006, TED, [Video]. Geraadpleegd op 12 mei, 2016, van: https://www.ted.com/talks/helen_fisher_tells_us_why_we_love_cheat?language=nl

Zonneveld, K. (2010). Bijna tien minuten lang volstrekte stilte. Geraadpleegd op 22 mei 2016, van: http://static.digischool.nl/ckv2/massa/massa/filmmuziek/filmmuziek.htm

Pagina | 15

Bijlagen

Figuur 1: Sternberg’s Triangular Theory of Love (1968) (http://elsieblass.com/wp-content/uploads/2014/06/Theory-of-Love_sternberg-88.jpg) .

Ingevuld thema/aspect* Aantal keerLiefde/Romantiek 109Vriendschap 32Fantasie/Sprookje 28Moraal 27Goed VS kwaad 23Blij/Vrolijk 22‘Eind goed al goed’ 21Helden(daden) 18Verdriet 17Familie 15Houding t.o.v. anderen** 12Spanning 10Vertrouwen/trouw 8Muziek 8Eerlijkheid 7Voor kinderen 6Idealisatie 5Mooi 4Vrouw 3Slechterik 3Overwinnen van een probleem 3Opgroeien 3Geluk 3Dieren 3Positief 2Persoonlijkheid 2Natuur 2Kleurrijk 2Jaloezie 2Humor 2Fictie 2Dromen 2

Pagina | 16

Animatie 2Vrede 1Feest 1Verraad 1Cliché 1Avontuur 1

Totaal 413* Dit gaat over de volgende films: Sneeuwwitje en de zeven dwergen, Pinokkio, Dombo, Bambi, Assepoester, Alice in Wonderland, Peter Pan, Lady en de Vagebond, Doornroosje, 101 Dalmatiërs, Jungle Book, De Aristokatten, Robin Hood, De Kleine Zeemeermin, Belle en het Beest, Aladdin, De Leeuwenkoning, Pocahontas, Hercules, Tarzan, Lilo & Stitch en Frozen.** Hieronder vallen de volgende begrippen: behulpzaamheid, respect, gelijkheid.

Tabel 1: Onderzoek Verrijp, Verhoek en Rodenburg (2016) voorkomende thema’s en aspecten.

Disneyfilm Belangrijke elementenSneeuwwitje en de zeven dwergen Eén ouder niet in beeld, schoonheid, boze

stiefmoeder, lijkt mis te gaan; komt uiteindelijk goed door prins (en dus liefde)

Assepoester Verschillen in stand, geen ouders, gemene stiefmoeder, toverkracht, liefde op het eerste gezicht, doorzettingsvermogen

Lady en de Vagebond Dieren, vriendschap, trouw, liefdeDoornroosje Toverkracht, liefde, goed overwint het

kwaad,101 Dalmatiërs Liefde, goed overwint kwaad, slechte vrouw,

dieren grote rolDe kleine zeemeermin Liefde op het eerste gezicht, familieliefde,

slechte fee, alles doen voor je geliefdeBelle en het beest Intelligentie, moeder niet in beeld, innerlijk

belangrijk, toverkrachtAladdin Rijk of arm; liefde overwint alles, toverkracht,

vriendschap, liefde op het eerste gezicht, ouders weinig in beeld

De Leeuwenkoning Vader overlijdt, opgroeien, eenzaamheid, vriendschap, goed overwint kwaad, liefde

Pocahontas Liefde, geschiedenis, verschillende standenTarzan Ouders niet in beeld, liefde, dierenFrozen Vriendschap, familieliefde, schaamte, verdriet

Tabel 2: Onderzoek Verrijp, Verhoek en Rodenburg (2016) belangrijke Disney elementen.

Antwoord Aantal PercentageJa, want.. 89 55.6

Nee, want… 17 10.6Weet ik niet 54 33.8

Totaal 160 100Tabel 3: Onderzoek Verrijp, Verhoek en Rodenburg Disney educatief voor kinderen.

Pagina | 17

Figuur 2: Onderzoek Verrijp, Verhoek en Rodenburg (2016) Disney Educatief voor kinderen.

Lang en gelukkig Ware liefde Romantisch IdealistischVriendschap Traditioneel Positief Cliché

Figuur 3: Onderzoek Verrijp, Verhoek en Rodenburg (2016) op wat voor beeld Disney schetst van een liefdesrelatie.

Antwoord Aantal PercentageJa 99 63.5

Nee 57 36.5totaal 156 100

Tabel 4: Onderzoek Verrijp, Verhoek en Rodenburg (2016) of mensen de films een goed voorbeeld vinden voor kinderen.

Pagina | 18

Gegeven redenen op 'Nee, want...'

Kinderen begrijpen boodschap niet Films geven vertekend beeldPuur vermaakOnrealistisch

Gegeven redenen op 'Ja, want...'

Moraal Beeld relatieNormen en waarden Goed VS kwaadOverig

0

10

20

30

40

50

60

1 (totaal niet) 2 3 4 5 (enigszins) 6 7 8 9 10 (helemaal)Gegeven cijfer

Aant

al s

tem

men

(tot

aal:

159)

Figuur 4: Onderzoek Verrijp, Verhoek en Rodenburg (2016) op overeenkomst liefdesbeeld van Disney en liefde in de realiteit .

Pagina | 19

Reflectie STARR

Een voorwaarde om je propedeuse te kunnen halen is het schrijven van je propedeusescriptie. Je moest een paar weken voordat deze les begon een onderwerp bedenken waarover je je mini-scriptie wilde schrijven. Dit onderwerp leverde je in bij je studieloopbaanbegeleider en zij keek dan of je onderwerp goedgekeurd kon worden. Of je kreeg feedback, waarna je daarna je onderwerp moest aanpassen en je deadline was 24 maart, of hij was goedgekeurd.

Mijn taak was om een formulier in te vullen met de dingen die ik het meest interessant vond in het 1e jaar van deze opleiding. Er werd verwacht dat je een onderwerp zou kiezen wat actueel en communicatiegericht zou zijn. Ik wilde dus een onderwerp kiezen wat voor mij heel interessant was zodat ik het met plezier zou schrijven. Ik verwachtte van mezelf dat het niet zo moeilijk zou zijn, omdat er zo veel verschillende onderwerpen waren en je bijna alles wel kan koppelen aan communicatie. Ik moest dus op tijd op zoek gaan naar een onderwerp en of er genoeg bronnen over te vinden waren.

Ik ben op internet gaan zoeken naar voorbeelden van scripties en ik heb mijn ouders en vrienden om hulp gevraagd. Ik had allereerst als communicatieonderwerp framing gekozen, omdat sommige mensen gewoon je hele beeld over iets kunnen veranderen. Hoe dat te werk gaat vond ik wel interessant. Op internet kwam ik een scriptie tegen wat ging over het Amerikaanse rechtssysteem. Op dat moment ging er een lampje branden bij me. Ik had namelijk toentertijd een Netflix-documentaire gezien genaamd “Making a Murderer”. Dat ging over een man die onschuldig vast zat in de gevangenis en toen hij vrij was, weer werd opgepakt en volgens hem weer onschuldig vast zit. Toen was ik verder gaan zoeken op internet en daar zag ik artikelen waar bleek dat hij wél onschuldig is. Toen kwam ik op de probleemstelling: “Wat is de invloed van media op de beeldvorming van het Amerikaanse rechtssysteem door framing.” Dit onderwerp was goedgekeurd door de studieloopbaan begeleider. Toen de les van de propedeusescriptie begon bleek het wel dat dit toch een lastig onderwerp was. Hoe zou ik dit gaan onderzoeken? Ik zou dan als reporter naar Amerika moeten gaan, wil ik weten hoe het allemaal in het Amerikaanse rechtssysteem gaat. Na veel wikken en wegen heb ik besloten om een ander onderwerp te kiezen.

Omdat mijn vorige probleemstelling te moeilijk was ben ik op zoek gegaan naar een ander onderwerp. Ik heb mijn nichtje om raad gevraagd en zij vroeg zich af waarom ik niks met films deed (aangezien ik echt een filmfanaat ben). Ook vond ik het fenomeen liefde erg interessant. Mijn volgende onderwerp was dus: Wat is de psychologische invloed van Disney-films op onze beeldvorming over romantische liefde? De docent van de scriptie hielp mij om hier een mooie probleemstelling van te maken: “Welke rol speelt framing in Disney-films in onze beeldvorming van romantiek?”

Ik ben gelijk aan de slag gegaan en dat vond ik wel goed van mezelf. Meestal doe ik dingen op het laatste moment. Wel had ik misschien eerder het idee moeten laten gaan van de Netflix-documantaire. Uiteindelijk heb ik nu wel een onderwerp wat ik misschien nog leuker vind dan dat. Ik heb er heel veel van opgestoken en ik heb deze scriptie dan ook met erg veel plezier geschreven.

De competenties analyseren en onderzoeken (nieuwsgierigheid; om nieuwsgierig te zijn om echt op zoek te gaan naar een onderwerp, analytisch vermogen; en zelfreflectie) & creëren en realiseren (accuratesse; en creativiteit; je moet creatief genoeg zijn om je eigen onderwerp te “vormen” en dat het zodanig interessant is dat jijzelf maar ook andere het willen lezen) waren hierbij nodig om in te zetten.

Pagina | 20

Reflectie toekomstgerichtThe best way to predict your future is to create it.

Toen ik begon met deze opleiding, had ik werkelijk geen idee wat ik wilde worden. Ik wist al dat ik creatieve dingen leuk vond om te doen, maar aan wat moest ik dat koppelen? Nu aan het einde van het jaar ben ik niet heel veel wijzer geworden, maar weet ik in ieder geval wél wat ik niet leuk vind.

Bij de cursus “Inleiding Communicatie” in periode 1 vond ik het hoofdstuk “interne communicatie” maar niks. Je moet je aan allemaal regeltjes houden en je zit heel de dag op kantoor, stilzitten is namelijk niks voor mij. Bij het hoofdstuk “corporate communicatie” ook niet alles, maar wel om nieuwe creatieve dingen te bedenken om je imago te verbeteren. Wel vond ik bijvoorbeeld “marketing communicatie” leuk, al is dat een beetje vreemd, omdat ik van het vak “Inleiding Marketing” ook niet warm of koud werd.

Verder vond ik vrijwel alle projecten leuk, omdat je bij alles wel je eigen draai eraan kon geven. Wanneer ik niet vast zit aan iets en zelf mijn creativiteit los kan laten, vind ik het al gauw leuk. Ik had dit niet echt door, totdat we voor SLC een blog moesten schrijven waarin we ieder project moesten beschrijven. Ik kwam erachter dat ik uit teksten schrijven ook mijn plezier haalde en dat ik de projecten leuker vond dan ik dacht.

In periode 2 vond ik het vak Medialandschap het leukst, omdat ik zelf graag wel vaak bezig ben met online media. Voor dat vak had ik de eerste keer ook gelijk een voldoende gehaald. Ik had in de 1e periode al iets over framing gehoord, maar dat kwam hier nog meer naar voren. Ik dacht daardoor van “hé, dat is wel iets interessants om meer over te weten komen”.

In periode 3 kregen we mediaproductie. Alsof er een wereld voor mij open ging, ik vond dit namelijk zo geweldig. Het werken met Photoshop en Indesign zie ik mijzelf later dan ook wel doen. We moesten voor dit vak een campagne bedenken voor Rituals. In tweetallen maakte je een magazine, een poster en een landingspagina. Wij hadden hiervoor een 8,5 gehaald, dus dat spreekt wel voor zich.

Periode 4, een rustige periode. Althans dat dacht ik.. We moesten zoveel inleveren en maken dat ik het echt even op wilde geven. Nu alles een beetje gekalmeerd is, heb ik het idee dat ik wel echt veel heb geleerd deze periode en gewoon moet leren doorzetten als het allemaal even zwaar wordt. Ik merk bijvoorbeeld dat nu ik deze scriptie geschreven heb, ik meer interesse heb ontwikkeld voor de psychologische aspecten in de media, terwijl ik dat eerst bij het vak “mediapsychologie” in periode 3 niet had.

Ik weet nog steeds niet helemaal wat ik later wil worden. Wel hoop ik een baan te kunnen vinden waar ik vakken die ik leuk vind kan combineren in mijn werk. Misschien een evenementenbureau, een tijdschrift of bij de televisie? Ik zeg het maar niet te hard, aangezien ik zoveel interesses heb ontwikkeld in het 1e jaar, kan dit natuurlijk nog veel meer uitbreiden in het 2e en 3e jaar. Voor nu focus ik mijzelf gewoon op school en de lessen die ik krijg en dan zie ik wel waar het leven mij brengt. Wie weet, als ik mijn buitenlandse stage ga doen in het 3e jaar, ik ineens wel liefde voor “interne communicatie” creëer, omdat dat een van mijn taken kan zijn in dat bedrijf?

You never know…

Pagina | 21

Moodboard toekomstige rol

Pagina | 22