ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS - HAN University of ......gaan, zal zij ervan overtuigd moeten zijn...
Transcript of ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS - HAN University of ......gaan, zal zij ervan overtuigd moeten zijn...
ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS_
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 2/51
INLEIDING
Studenten en docent/onderzoekers van de opleiding Elektrotechniek komen regelmatig in het
nieuws.
Veelal zijn dat artikelen die gemaakt worden naar aanleiding van innovatieve
praktijkopdrachten waar zij door de hele opleiding heen aan werken met en voor bedrijven en
lectoraten. Deze artikelen worden gepubliceerd in een maandelijkse nieuwsbrief aan ruim
duizend belangstellenden en belanghebbenden buiten en binnen de HAN en op de website.
Alle artikelen hebben een foto (en/of een filmpje) en vaak een doorlink naar deelnemende
partijen of publicaties. Omdat ze vooral de impact beschrijven die het project heeft, worden de
artikelen erg gewaardeerd en ook “digitaal gedeeld” door de belanghebbende partijen.
In dit boekje, dat tot stand is gekomen in samenwerking met Programmabureau van SEECE,
hebben we een aantal van deze artikelen van de afgelopen 2 jaar verzameld.
Veel leesplezier, namens de opleiding Elektrotechniek.
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 3/51
25 JANUARI 2018 STUDENTEN PRESENTEREN PROJECTEN IN MOBILITY INNOVATION CENTER
Een halfjaar geleden begonnen zo'n 120 studenten aan multidisciplinaire groepsprojecten in
het Mobility Innovation Center op het Industriepark Kleefse Waard in Arnhem. Woensdag 24
januari presenteerden zij de resultaten.
Teun Koerts, Mart Nijhoff, Julian de Kievid, Janique Huijbers, Dennis van der Heijden, Luc
Slebus en Bram Schutte
De opdrachten werden aangereikt door tientallen bedrijven en organisaties en zijn actuele
en echte vraagstukken die spelen. Een deel hiervan werd bij het MIC uitgevoerd. Dat waren
dan met name opdrachten op het gebied van (schone) mobiliteit. Tal van andere
opdrachten werden bij bedrijven op locatie uitgevoerd.
Samen werken aan het grote geheel
Elke projectgroep bestaat uit een mix van studenten van de opleidingen Elektrotechniek
(Industrial Power Systems en/of Embedded Systems), Industrieel Product Ontwerpen en
Werktuigbouwkunde. Bij een aantal projecten worden ook studenten Technische
Bedrijfskunde aan het team toegevoegd. Projectgroepen werken een half jaar lang, 3 dagen
per week aan hun opdracht: ieder aan het gedeelte dat past bij zijn of haar opleiding en
samen aan het grote geheel.
Vuilniswagen op waterstof (H2)
Een van de projectopdrachten was afkomstig van het Lectoraat Duurzame Energie en de
Gemeente Arnhem. Aan de studenten werd gevraagd tot het beste ontwerp te komen voor
een vuilniswagen, met brandstofcellen en waterstof als energiedrager.
Werktuigbouwkundestudenten richtten zich o.a. op het ontwerp en de berekeningen van het
tilmechanisme (kraan). Het ontwerp van de cabine, met lage instap (comfort bestuurder),
zonder stijlen en dode hoeken (veiligheidseisen) werd gedaan door IPO-studenten
Studenten Elektrotechniek tekenden voor het denk- en rekenwerk van het elektrotechnisch
gedeelte, waaronder de besturing van het voertuig. Samen slaagden zij erin een uitvoerig
gedocumenteerd ontwerp uit te werken en daarnaast een werkend schaalmodel van de
vuilnisauto te presenteren.
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 4/51
De revalidatiefiets die een elektrische bakfiets werd
Het team Antilope kreeg aanvankelijk opdracht voor het ontwerpen van een elektrische
revalidatiefiets. De mate van trapondersteuning die de fiets geeft, wordt via een polsbandje
bepaald door het aantal hartslagen van de berijder. Als de hartslag te hoog wordt, dan gaat
de fiets extra ondersteuning geven. Door niet voorziene omstandigheden werd de opdracht
kort na de start van het project gewijzigd. Het eindproduct werd een bakfiets, die de berijder
op dezelfde wijze van trapondersteuning voorziet.
Voltor eTractorpull
Het doel van Voltor eTractorpull is ambitieus: het introduceren en salonfähig maken van
elektrisch aangedreven landbouwvoertuigen. Het idee ontstond bij Jochem Menke en Alex
Luijkx, die als HAN-student actief zijn in de motorsport Tractorpulling (Trekker Trek). Zij
bedachten dat je in de sport een elektrisch aangedreven pulling-tractor kunt gebruiken in
plaats van een op diesel. En als 'elektrisch' bij tractorpulling kan, kan dit ook een duurzaam
alternatief voor de landbouw zijn. Maar voordat de landbouwsector bereid is hierop over te
gaan, zal zij ervan overtuigd moeten zijn dat elektrisch aangedreven voertuigen qua
prestaties en betrouwbaarheid een gelijkwaardig alternatief vormen voor machines op
fossiele brandstoffen. Dat is de uitdaging die er voor Voltor ligt en die zij samen met de
Engineering- en Automotive-opleidingen van de HAN aangaat.
Een studententeam van 3 werktuigbouwers en 4 Elektrotechniekstudenten heeft met het
verbeteren van het aandrijfsysteem met kettingoverbrenging een volgende stap gezet in de
plannen van de bedenkers. De studenten maakten een elektrotechnisch ontwerp en
presenteerden gezamenlijk een 1:4 model van het aandrijfsysteem. De presentatie werd
afgesloten met een lijstje met punten die aan de orde komen in de volgende stap in de
ontwikkeling van het aandrijfsysteem. Zoals het afsluiten van de aandrijflijn, het beschermen
van de ketting en het ontwikkelen van draadloze besturing via een app.
(Bekijk dit digitale fotoalbum voor een sfeerimpressie)
Bron: han.nl
Tekst en beeld: Lex Eggink
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 5/51
27 maart 2018 Team HAN Solarboat gaat internationaal
Het team van de HAN Solarboat heeft een nieuwe samenstelling. Dit raceseizoen zijn ook
internationale studenten betrokken bij de ontwikkeling van de boot en de wedstrijden.
Staand, v.l.n.r.: Dan (Litouwen) HAN Electrical and Electronic Engineering - Embedded
Systems; Kaveesha (Sri Lanka, HAN Electrical and Electronic Engineering - Industrial
Power Systems; Koen (HAN Communicatie); Leonie (begeleider IIME); Wouter-Jan
(InHolland Luchtvaarttechnologie). Geknield, v.l.n.r.: Dennis Windesheim Elektrotechniek;
Suat (Vietnam) HAN Electrical and Electronic Engineering - Industrial Power Systems; Jelle
HAN Elektrotechniek, deeltijd.
28 februari was de eerste echte meeting van het nieuwe team dat uit voltijd- en
deeltijdstudenten van verschillende hogescholen bestaat.
Dan, Suat en Kaveesha die bij de HAN Electrical and Electronic Engineering (de
internationale bacheloropleiding Elektrotechniek) studeren, gaan zich focussen op het
inbouwen van het nieuwe, modulaire elektrische systeem.
Ook Wouter-Jan, die Luchtvaarttechnologie aan hogeschool InHolland studeert, Dennis,
student Elektrotechniek bij hogeschool Windesheim, en Jelle komen het team versterken.
Jelle studeert Elektrotechniek in deeltijd aan de HAN. Koen, ten slotte, studeert
Communicatie aan de Faculteit Economie en Management van de HAN. Hij is als stagiair bij
IIME de nieuwe projectcoördinator van dit jaar.
Het HAN Solarboatteam gaat flink aan de slag om de Photon op tijd vaarklaar te krijgen
voor het NK Zonnebootrace op 11 en 12 mei in Akkrum. Hiervoor wordt alle elektronica in
de boot opnieuw bekabeld en ingebouwd. Ook het stuursysteem zal worden veranderd.
Wanneer deze aanpassingen gereed zijn, gaat het team zich focussen op het ultieme doel
van het team: vliegen over het water met draagvleugels.
Meer weten? Je kunt het team volgen via Facebook en hun website.
Bron: HAN Solarboatteam
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 6/51
29 maart 2018 Practicumsets moeten slagingskans Elektrotechniek studenten vergroten
Het Sustainable Electrical Energy Center of Expertise (SEECE) schafte onlangs practicumsets van
het bedrijf Lucas Nülle aan. De sets worden gebruikt voor onderwijs aan scholieren om ze beter voor
te bereiden op de hbo-opleiding Elektrotechniek.
Still uit video Lucas Nülle
Afgelopen zomer nam een aantal jongeren deel aan de eerste editie van de Zomercursus
Elektrotechniek voor Havisten op de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Ze gingen vier
dagen aan de slag met een aantal basiselementen van de Elektrotechniek: ze leerden over
weerstanden, schakelingen, magnetische velden en nog veel meer.
Praktische voorbereiding
Het was de eerste dat de HAN hardware van Lucas Nülle inzette voor les aan scholieren. De havisten
maakten gebruik van practicumsets, waarmee ze elektrotechnische proeven deden. Aan die sets zijn
digitale lespakketten gekoppeld, waardoor een mix tussen praktijk en theorie ontstaat. ‘Dit is veel
gemakkelijker leren dan wanneer scholieren een boek voor hun neus krijgen’, aldus cursusbegeleider
Jelle Ellemans.
SEECE ziet grote waarde in deze practicumsets en schafte er 10 aan. Praktijkonderwijs voor
middelbare scholieren zorgt dat ze beter voorbereid zijn op een technische hbo-opleiding, of het zorgt
dat scholieren tóch niet voor een opleiding Elektrotechniek kiezen, omdat die niet bij hen past. In
beide scenario’s wordt de slagingskans van hbo-Elektrotechniekstudenten groter.
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 7/51
Extra toepassingen
Er wordt momenteel gezocht naar extra toepassingen voor de practicumsets van Lucas Nülle.
Deelnemers aan het Operational Network Traineeship, een deeltijdtraject voor praktische havisten,
kunnen bijvoorbeeld gebruik maken van de apparatuur. Al dan niet tijdens de bestaande zomercursus
Elektrotechniek.
Jos Luijten, natuurkundedocent op het Montessori College en SEECE-medewerker, zoekt
mogelijkheden voor middelbare scholen in de regio. Hij kijkt of de sets ingezet kunnen worden om
scholieren voor te bereiden op hun centraal eindexamen, op het gebied van elektriciteit. ‘Die sets
sluiten geniaal aan. Er zijn verschillende bordjes, met verschillende onderwerpen. Een drietal van die
bordjes sluit bijna voor honderd procent aan op examenonderwerpen’, zegt Luijten.
Examenvoorbereiding
Wanneer leerlingen precies aan de slag kunnen met de sets, is nog niet duidelijk. ‘We kijken of we dit
kunnen aanbieden in een pakket met een aantal masterclasses. Voordat het zover is, moeten we
kijken welke scholen bereid zijn om leerlingen te sturen en op welke termijn’, zegt Luijten. Als het aan
hem ligt, vindt dit schooljaar nog een pilot plaats.
De planning voor het gebruik van de practicumsets is dus nog in ontwikkeling. De Zomercursus
Elektrotechniek voor Havisten wordt in ieder geval herhaald. De deelnemers aan de eerste editie van
de zomercursus waren tevreden. ‘We hebben naderhand een evaluatie gedaan en daar kwamen
positieve reacties naar voren. Deelnemers hadden het idee dat de cursus meerwaarde had voor hun
opleiding’, zegt cursusbegeleider Jelle Ellemans.
Bron: HAN Centre of Expertise - SEECE
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 8/51
18 mei 2018 Publieksprijs Cleantech Battle voor elektrische tractor
Het Voltor-studententeam van de HAN won de publieksprijs van de Cleantech Battle 2018, met
het ontwerp van een elektrische tractorpull-tractor. Zij verdienen daarmee een pitch voor het
ImPactfonds van de Rabobank, dat duurzame en innovatieve projecten stimuleert.
Door Rob Vos - robvoss.nl
De studenten pitchten op Airport Teuge hun unieke oplossingen op het gebied van duurzame
innovatie, tijdens de businessdag van Cleantech Tomorrow, het event voor duurzaamheid in de
praktijk, georganiseerd door de Cleantech Regio.
Voltor
De voorkeur van de 1000 bezoekers aan het Cleantech congres ging uit naar Voltor, het
engineering-team van de HAN, aangevoerd door Jochem Mencke en Alex Luijkx. Met
onderzoek van studenten Elektrotechniek, Werktuigbouwkunde en Industrieel Product
Ontwerpen lieten zij zien dat tractorpulling ook elektrisch kan, dus zonder verbrandingsmotor en
zwarte rookwolken. HAN-begeleider Fokko Bakker is trots op de ambitieuze studenten. ‘Het
team had tot het laatste moment gewerkt aan een schaalmodel van de tractor om aan de jury en
het publiek te tonen en zijn daarin geweldig geslaagd.' De ambitie van het Voltor-team gaat
verder dan de tractorrace: ‘Zoals Elon Musk met de Tesla Roadster een kentering op gang heeft
gebracht in de elektrische automobielbranche, zo willen wij de agrarische sector inspireren. De
elektrische tractorpull-tractor die wij ontwikkelen moet net zo’n ‘icoonfunctie’ vervullen. Onze
passie is het tractorpullen en dat zet deze innovatie in gang. Maar de echte impact, die komt
daarna: het vertalen van dit idee naar de agrarische sector. Daar ligt een wereld aan kansen!’,
aldus de trotse Jochem Mencke, die de prijs in ontvangst nam.
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 9/51
Kansen
De publieksprijs biedt kansen voor de toekomst van Voltor. De studenten mogen hun verhaal nu
pitchen bij de Rabobank. Vorig jaar leverde dat een flinke financiële investering op voor de
winnaars, vanuit het Rabo Impactfonds, dat initiatieven ondersteunt met impact op de
combinatie People, Planet en Profit.
Einte Visser van het Centrum voor Valorisatie en Ondernemerschap van de HAN helpt hen
daarbij. ‘Als hogeschool ondersteunen we studenten met een ondernemende ambitie graag om
hun innovatie naar de markt te brengen. Deze studenten zijn een fantastisch voorbeeld dat je
vanuit je passie tot innovatie kunt komen. Zulke studenten moet je volop de ruimte bieden
binnen het onderwijs om hun dromen waar te maken.’
Eerste prijs
Studenten van Hogeschool Saxion sleepten de eerste prijs van € 3.000,- binnen met hun
designmeubels van afval. “Een schoolvoorbeeld van circulariteit”, aldus de vakjury. Don van
Diest en Iago Santos Ligtenberg, beiden studenten Fashion & Textile Technologies, verwachten
met hun bedrijf Luwies Zero Waste Design opent in een nieuw venster het eerste jaar 10.000
kilo plastic afval te verwerken. Zoals ze zelf zeggen: 'We sit in the waste and reach for the stars!'
Bron: Energienext, HANnl
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 10/51
19 juli 2018 Solarboat-team beleeft spetterende race in Monaco
Een derde plek bij de fleet race, een zesde plek in het algemeen klassement en lol met elkaar en
de andere teams. Het HAN Solarboat-team nam van 12 tot en met 14 juli deel aan het evenement
Solar & Energy Boat Challenge in Monaco. Teamleden schreven onderstaand verslag.
hansolarboat.nl
Nadat het team een week eerder hernieuwde energie had opgedaan met een succesvolle test op
draagvleugels, was het dinsdag 10 juli weer tijd om te vertrekken richting Monaco voor de Solar &
Electric Boat Challenge georganiseerd door de Yacht Club de Monaco. Met de boot achter een bus
vertrok het team vanuit Doetinchem voor een lange reis van maar liefst 1354 km.
Technische keuringen
Donderdag was de dag van de keuringen. Het team doorliep de keuringen eenvoudig. Weinig
verrassend, het was immers dezelfde boot als de jaren ervoor, op enkele aanpassingen na. Een
test die nieuw geïntroduceerd was, was die waarbij teamleden een brand blussen. Piloot Jorrit en
kersvers teamlid Shirley doorliepen deze test met verve. Tot slot was er de escape test, waarbij de
piloot moet laten zien dat hij veilig en vlot de boot kan verlaten. Met 2 seconden had Jorrit de boot
verlaten – met vlag en wimpel dus.
In de avond waren er Tech Talks georganiseerd, presentaties over de technische aspecten van de
boten. Eén van doelen van de race-organisatie is om de engineers van de toekomst kennis en
ervaring te laten opdoen met duurzame techniek. Middels de Tech Talks wordt kennis gedeeld,
voor zover de teams die prijs willen geven.
Podiumplek
Op vrijdag was de eerste race, de fleet race. Bij dit onderdeel moeten de teams binnen twee uur
zoveel mogelijk rondjes afleggen over een parcours buiten de jachthaven. Dit jaar vond de race
plaats op een andere locatie dan voorheen, vanwege de bouw van nieuwe faciliteiten op zee.
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 11/51
Vooraf waren de teams al in de briefing gewaarschuwd dat er op de nieuwe locatie meer golfslag
kon zijn. Dit was inderdaad het geval – zo zeer dat de teams met bosjes afvielen en de race werd
ingekort tot één uur. Dankzij de onverschrokken piloot Jorrit kon het team bijna de gehele race
uitvaren. Zo sleepte hij eigenhandig een derde plek voor het team in de wacht.
Motor
De inzet van Jorrit was echter niet zonder gevolgen, de boot had wel erg veel water opgevangen
en was uitgevallen. Het onderdeel ‘speed record’ werd overgeslagen – die telde immers toch niet
voor het algemeen klassement – en het team gebruikte de vrijgekomen tijd voor het nagaan van de
schade. De nieuwe elektronicabakken bleken uitermate effectief, daarbinnen was alles droog.
Daarbuiten echter niet, de motor en waterkoeling hadden veel zout water gevangen. Met dank aan
andere teams, die materialen beschikbaar stelden, kon de boot gerepareerd worden. In de avond
ging het team met een gerust hart aan het diner bij HAN-docent Peter.
Het defect was toch niet volledig verholpen, de volgende ochtend haalde piloot Jorrit het net uit de
haven, waarna hij met een weigerende motor kampte. Door de specialistische opbouw van de
motor koos het team eieren voor zijn geld door motor niet ter plekke te repareren, maar later op de
thuisbasis in een gecontroleerde omgeving met alles voorhanden. Het team maakte de boot
grondig schoon en klaar voor vertrek. Tot slot besloten de leden de overgebleven zeven teams nog
even aan te moedigen.
’s Avonds was er een diner en gala, waar de teams het evenement gezamenlijk al dansend
afsloten.
Bron: HANSolarboat.nl
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 12/51
5 september 2018 HAN experimenteert met ‘slimme’ laadpalen
De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) stelt twee extra laadpalen voor elektrische
voertuigen beschikbaar, als onderdeel van een onderzoeksproject. De apparatuur is verbonden
met een lokaal smart grid en wordt gebruikt om algoritmes te testen.
Van links naar rechts: Aart-Jan de Graaf (Lector Meet- en Regeltechniek), Ballard Asare-
Bediako (senior onderzoeker Lectoraat Meet- en Regeltechniek), Jan Bozelie (electrical power
consultant bij Alliander), Trung Nguyen (onderzoeker Lectoraat Meet- en Regeltechniek) en
Tinus Hammink (programmamanager SEECE
Woensdag 5 september onthulden de HAN en netwerkbedrijf Alliander twee nieuwe
laadplekken, die vanaf 17 september beschikbaar zijn voor HAN-medewerkers. Gebruikers
dragen bij aan het Sustainable Charging-onderzoek van het Lectoraat Meet- en Regeltechniek.
De apparatuur is verbonden met een innovatief energiesysteem op de hogeschool, dat
onderdeel is van het project Cellular Smart Grid Platform (CS-GriP). Er wordt gebruik gemaakt
van zonne-energie die lokaal wordt opgewekt. Een deel van die energie wordt opgeslagen in
batterijen, zodat duurzame stroom beschikbaar is wanneer de zon niet schijnt. Een
regelsysteem, dat onder andere door het lectoraat Meet- en Regeltechniek werd ontwikkeld,
houdt het energienetwerk in balans.
Slimme laadcycli
De HAN gebruikt de laadpalen voor experimenten met algoritmes en controletechnieken, die
gericht zijn op slimme laadcycli. Deze zorgen dat auto’s vooral worden geladen wanneer veel
duurzame energie wordt opgewekt. Het is niet de bedoeling om tot een concreet eindproduct te
komen, maar om te leren van verschillende laadmethoden in de praktijk.
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 13/51
De algoritmes die worden getest, zijn gericht op elektriciteit uit allerlei bronnen. ‘We werken met
zonne-energie, omdat die beschikbaar is op de HAN. Als we hier windenergie konden
opwekken, zouden we windenergie gebruiken’, zegt Ballard Asare-Bediako, onderzoeker bij het
Lectoraat Meet- en Regeltechniek.
Met het onderzoek levert de HAN een bijdrage aan laadmogelijkheden van de toekomst. Naar
mate het aandeel duurzame energie in Nederland groeit, wordt het moeilijker om
energiestromen te regelen. De meeste opwekapparatuur – zoals zonnepanelen en windmolens
– is afhankelijk van de weersomstandigheden. Omdat energie niet altijd in dezelfde mate
beschikbaar is, moet het gebruik ervan worden gemanaged.
Om dat voor elkaar te krijgen, zijn veel disciplines nodig. Bij het laadpalenproject zijn meerdere
partijen betrokken. De HAN werkt samen met netbeheerder Alliander, die een grote bijdrage
leverde aan de ontwikkeling van de laadpalen. In dat proces werden bovendien mbo-studenten
van opleiding Besturingstechniek van het RijnIJssel College betrokken. Op de HAN zijn de
opleidingen Elektrotechniek, HBO-ICT en de Master Control Systems Engineering aan het
project verbonden.
Spin-off
De betrokkenen borduren voort op jarenlang onderzoek naar smart grids. Bedrijven en
kennisinstellingen startten in 2010 met SOPRA (Sustainable Off-Grid Power Station for Rural
Areas) Binnen dat project werd een off-grid energienetwerk ontwikkeld, voor gebieden die niet
zijn aangesloten op het reguliere elektriciteitsnet. Op die plekken kan lokaal-opgewekte
duurzame energie worden gebruikt.
In 2013 werd daar een schepje bovenop gedaan, toen het follow-up-project CS-GriP van start
ging. De betrokken partijen wilden off-grid energienetwerken aan elkaar en aan het
elektriciteitsnet kunnen koppelen. Vandaar de naam: Cellular Smart Grid Platform (CS-GriP).
Verschillende ‘cellen’ worden met elkaar verbonden.
https://youtu.be/u0NDvQxS7bM
Eigen technologie
Op 16 januari jl. werd de werking van het off grid-energienetwerk aangetoond in Lelystad, op de
ACRRES Smart Energy Test Site, onder het oog van zo’n 135 bezoekers. In het netwerk zat
een aantal sub-componenten, zoals windmolens, zonnepanelen, bio-ethanol-generatoren en
laadpalen. De laadpalen die nu op de HAN worden gebruikt, zijn geüpgradede versies van de
laadpalen in de testomgeving in Lelystad.
Omdat de laadpalen zelf ontwikkeld zijn, kunnen de onderzoekers ze inzetten voor
uiteenlopende doeleinden. (Aan bestaande technologie kleven vaak restricties.) Het lectoraat
Meet- en Regeltechniek wil de palen gebruiken voor het project NEFUSTA (New Energy Fueling
Station), waarin de HAN onderzoek doet naar het tankstation van de toekomst.
Deze ontwikkeling laat zien dat langdurige samenwerking tussen bedrijven, onderzoekers en
disciplines binnen kennisinstellingen kan leiden tot meerdere spin-offs. De kennis die
gaandeweg wordt vergaard, vloeit terug in het onderwijs en wordt gebruikt door de energie-
ingenieurs van morgen.
Bron: HAN Centre of Expertise - SEECE
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 14/51
7 september 2018 Engineeringstudenten van start in Mobility Innovation Center op IPKW
63 engineeringstudenten van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) startten begin
deze maand met hun werkzaamheden in het Mobility Innovation Center (MIC), op het
Industriepark Kleefse Waard (IPKW) in Arnhem. Ze werken 3 dagen per week aan 15
uitdagende projecten.
De studenten werken een half jaar lang aan praktijkopdrachten van bedrijven en lectoraten van
de HAN. Deze hebben te maken met mobiliteit en duurzaamheid. In de studentprojecten komen
verschillende disciplines samen. De opleidingen Werktuigbouwkunde,
Elektrotechniek (Embedded Systems en Industrial and Power Systems), Industrieel Product
Ontwerpen en Automotive zijn bij het MIC betrokken.
Wat houden die projecten concreet in? Drie voorbeelden:
eBike elektrisch systeem
De projectgroep eBike bestaat uit twee studenten Elektrotechniek: Jeroen van de Kamp en
Peter Halter. Zij gaan voor opdrachtgever Cas van Horck aan de slag met de eBike. Het
elektrisch systeem van deze elektrische motorfiets moet worden herontworpen. Er is aandacht
voor de accu, de bekabeling en het battery management-systeem. Een uitdaging: uiteindelijk
moet alles in het frame passen.
De eBike kan straks door medewerkers van IPKW worden gebruikt om zich schoon en stil mee
over het uitgestrekte industriepark te verplaatsen.
v.l.n.r. Peter Halter, student Elektrotechniek, Cas van Horck, opdrachtgever IPKW en Jeroen
van de Kamp, eveneens student Elektrotechniek
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 15/51
Refurbishment Hydraulic Press
Werktuigbouwkundestudent Mark Willemsen en Elektrotechniekstudenten Jari Berends en Arjan
Pater vernieuwen het elektrische en hydraulische systeem van een pers uit 1964. Bovendien
automatiseren ze de aansturing. Het stuk techniek is afkomstig van een oude productielijn en
wordt in de toekomst gebruikt voor de fabricage van vezelversterkte composietdelen voor
automotivetoepassingen. Bijvoorbeeld voor prototypes van lichtgewichtvoertuigen. Aan dit
project werken ook derdejaars Automotive-stagairs mee.
v.l.n.r. Student Werktuigbouwkunde Mark Willemsen en elektrotechniekstudenten Arjan Pater en
Jari Berends voor de hydraulische pers die zij weer helemaal van deze tijd gaan maken.
Nefusta
Industrieel Product Ontwerpen-studenten Sander Feuler, Guido Hagen en Lars Gloudemans
kregen van het Lectoraat Meet- en Regeltechniek de opdracht om een conceptontwerp te
maken voor 'het tankstation van de toekomst'. Het New Energy Vehicles Fueling Station
(Nefusta) is een laad- en tankstation dat allerlei vormen van toekomstig vervoer, met
verschillende energiedragers, kan bedienen. Bijvoorbeeld door waterstof en biogas te
verstrekken. Daarnaast ondersteunt Nefusta het elektriciteitsnet. Tijdelijke energieoverschotten
kunnen in het tankstation worden opgeslagen en deze energie kan worden teruggeleverd
wanneer er een tekort is.
Bron: HAN.nl
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 16/51
12-11-2018 O-Zone-studenten presenteren tussentijdse resultaten aan opdrachtgevers
Zestig engineeringstudenten van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) gaven 6
november tussenpresentaties aan hun opdrachtgevers. Ze maken onderdeel uit van het project
The O-Zone, waarin zij samen met bedrijven en onderzoekers aan actuele energievraagstukken
werken.
Studenten presenteren
onderzoeksresultaten op het
Industriepark Kleefse Waard
De studenten zijn sinds
september actief in het Mobility
Innovation Center (MIC) en het
Powerlab op Industriepark
Kleefse waard (IPKW) in
Arnhem. Zij werken in
multidisciplinaire groepen aan
opdrachten van bedrijven en
lectoraten van de HAN. Elke
projectgroep bestaat uit een mix
van de opleidingen
Elektrotechniek (Industrial Power
Systems en/of Embedded
Systems), Industrieel Product
Ontwerpen en Werktuigbouwkunde. Projectgroepen werken een half jaar lang, drie dagen per
week aan hun opdracht. Ieder aan een gedeelte dat bij zijn of haar opleiding past. Studenten
werken samen aan het grote geheel.
Freestafel
Een van de projecten is het ontwerpen en realiseren van een freestafel voor HAN Bouwkunde.
Studenten Tim, Sjoerd, Bernard en Romar dienen deze tafel niet alleen te ontwerpen, maar ook
te realiseren. “Dat is juist het gave aan dit project”, vinden de studenten. De freesmachine dient
eind januari werkend te worden opgeleverd, zodat studenten van Bouwkunde in de werkplaats
hun producten kunnen frezen. Zoals de studenten zelf zeggen: ‘voor en door studenten’.
De studenten zijn aan de slag gegaan met onderzoek. Zo hebben zij andere freesmachines op
de hogeschool bekeken en via YouTube veel inspiratie op gedaan. Door middel van
morfologisch onderzoek hebben de studenten, samen met de opdrachtgever, hun eerste
concept bepaald. Voor de conceptkeuzes van de freesmachine overlegden de studenten met
hun opdrachtgever. Tijdens de presentatie geeft de opdrachtgever aan tevreden te zijn met het
werk van de studenten. “Ik spreek de studenten wekelijks en ben blij met het proces en
voortgang”. De studenten bevinden zich op dit moment in de detailleringsfase en maken de
tekeningen gereed om eind november te starten met de realisatiefase.
O-Zone
The O-Zone is een hybride leeromgeving op het IPKW in Arnhem. In deze omgeving werken
studenten van de HAN met bedrijven en lectoraten aan energieprojecten, binnen hun reguliere
curriculum. Studenten maken kennis met de nieuwste technologieën en actuele vraagstukken.
Bron: IPKW
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 17/51
14-11-2018 Power Minor ontvangt nominatie voor Pro-Motor-award
Het succes van de Power Minor en de Power Course wordt beloond met een nominatie voor
de Pro-Motor-award. De onderwijstrajecten zijn gericht op het opleiden van energietechnici
voor een uiterst krappe arbeidsmarkt en worden georganiseerd door partijen die verbonden
zijn aan het Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise (SEECE).
Beeld: Wikimedia
Al elf jaar organiseert TenneT, samen met drie hogescholen (de Hogeschool van Arnhem en
Nijmegen, de Haagse Hogeschool en Hogeschool Windesheim) de ‘Power Minor’. Studenten
Elektrotechniek kunnen binnen hun studie kiezen voor deze module. Hr-directeur Veronique
Gremmen van TenneT; " Dat bleek een schot in de roos, we zien nu dat ruim zeventig
procent van de voltijdstudenten die een Power Minor volgde in de energiesector aan de slag
is gegaan. En met de energietransitie voor de deur is dat geen overbodige luxe. Een cadeau
voor de hele energiesector dus." En dat is opgevallen, met als resultaat dat de ‘Power Minor’
nu genomineerd is voor de Pro-Motor award. De uitslag volgt op 28 november 2018.
Goed technisch personeel
Niet alleen studenten waren enthousiast over de module, ook medewerkers van TenneT zelf
en andere bedrijven actief binnen de energiesector toonden interesse. Maartje van Gelder,
Programmamanager TenneT: “Die vraag wilden we natuurlijk beantwoorden, dat resulteerde
in de ‘Power Course’. De inhoud is hetzelfde maar de doelgroep is anders. Samen met de
bestaande ‘Power Minor’ kunnen we dus iedereen die meer technische kennis wil opdoen
verder helpen.”
De energiesector heeft een uitdaging. Er is een tekort aan goed technisch personeel in
Nederland. TenneT zag dit probleem voor de sector aankomen en bedacht daarvoor een
creatieve oplossing. “Door het volgen van de ‘Power Minor’ krijgen studenten al vroeg de
kans een kijkje te nemen in de energiesector, en onze ervaring is dat dat altijd naar meer
smaakt”, aldus Maartje. De course en de minor hebben een plek binnen SEECE, een
publiek-private samenwerking die innovatie aanjaagt, zorgt voor voldoende arbeidscapaciteit
en kennis omzet in financieel haalbare producten en diensten. De power minor en de power
course zijn geen hype, maar een manier om het probleem van het tekort aan personeel in de
sector duurzaam aan te pakken.
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 18/51
Jaarlijkse prijs
De Pro-Motor award is een jaarlijkse prijs voor centres of expertise en centra voor innovatief
vakmanschap, die ambitieuze ideeën in de praktijk brengen. Door deze ideeën zichtbaar te
maken en te promoten, kunnen ze uitgroeien tot een vernieuwend project of product. In
totaal werden vijf initiatieven genomineerd. 28 november wordt in Amersfoort bekend wie de
winnaar is.
De juryvoorzitter is Mariette Hamer, voorzitter van de SER. Zij laat weten dat zij niet alleen
goede ideeën beloont, maar ook let op de uitwerking van deze ideeën. Ze hoopt dat de
award een impuls geeft aan regionale samenwerking in het hbo en mbo. De Pro-Motor
award is een initiatief van Katapult, een netwerk van meer dan 150
samenwerkingsverbanden tussen het onderwijs en het bedrijfsleven.
Bron: Persbericht Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 19/51
1 februari 2019 Engineers oogsten resultaten van een half jaar samenwerken
Ze hebben er een half jaar lang, 3 dagen per week aan gewerkt. Dinsdag 29 januari was het
voor de 2e-jaars studenten Engineering tijd om de resultaten van hun intensieve samenwerking
te laten zien aan opdrachtgevers en docenten. Maar liefst 55 -vaak multidisciplinair
samengestelde- projectgroepen van 3-6 studenten van de opleidingen Elektrotechniek,
Werktuigbouwkunde, Industrieel Product Ontwerpen en Technische Bedrijfskunde werkten het
hele 3e semester aan opdrachten van bedrijven en lectoraten. Studenten konden in deze
projecten de basiskennis en -vaardigheden uit het 1e studiejaar toepassen en verder uitbreiden.
Speerpunten Engineering
HAN Engineering richt zich op complexe technische vraagstukken, met daarbij de techniek van
morgen en innovatie in het vizier. De speerpunten van Engineering concentreren zich rond de
HAN-zwaartepunten:
Sustainable Energy & Environment (transitie naar duurzame energie),
Health Technology (vergrijzing van de samenleving) en
Smart Industry (slimmer omgaan met werk dat met minder mensen moet worden
gedaan.)
Veel van de uitgevoerde projecten sluiten aan bij 1 van deze zwaartepunten. Van de 55
projecten lichten we er 2 uit.
Zweefmolen
Studenten: Lars Meijer, Furkan Taktak en Max Turling (Werktuigbouwkunde), Jurre Wissing
(Industrieel Product Ontwerpen)
Opdrachtgever: The Flying Dutchman, Ron van Maanen
De opdrachtgever heeft als wens zelf een zweefmolen te bouwen, om hiermee braderieën en
kermissen af te gaan. Hiervoor heeft hij een constructierapport nodig. Aan de studenten is
gevraagd dit rapport op te stellen. Behalve dat de zweefmolen 24 volwassen personen moet
kunnen dragen, moet hij ook op een vrachtwagentrailer passen. De projectgroep is erin
geslaagd op basis van de wensen van de opdrachtgever een eindontwerp te maken. Hiervan is
een constructierapport opgesteld, waarin de volgende zaken zijn opgenomen:
Berekeningen aan doorbuiging, torsie, materiaal, rem
Relevante normen en wetgeving
Simulaties met behulp van EEN (Eindige Elementen Methode)
Selectie van de elektromotor
Risicoanalyse
Technische tekeningen
De studenten zijn erin geslaagd een bouwklaar ontwerp voor de zweefmolen op te leveren.
Voordat hij in productie mag worden genomen, moet het constructiedossier worden gekeurd
door TÜV Nord.
De studenten kijken terug op een project waarin zij alle hoofd- en deelvragen hebben
beantwoord, waarin zij onderling en met de opdrachtgever goed hebben samengewerkt en
waarin zij op een goede manier van elkaars kwaliteiten gebruik hebben gemaakt.
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 20/51
Control Suit
Studenten: Remco Hoftijzer en Klaas van Dijk (Elektrotechniek), Niels van Stratum (Industrieel
Product Ontwerpen)
Opdrachtgever: Remco Hoftijzer
Remco is de bedenker van de Control Suit. Hij droeg het idee zelf aan als project. Dat is
bijzonder, want gewoonlijk komen de opdrachten niet van studenten, maar van bedrijven. Zijn
docenten zagen echter de kracht en het potentieel van het idee. De studenten mochten als
studieopdracht een werkend prototype bouwen, om te bewijzen dat het werkt.
Een robot kan via de Control Suit razendsnel bewegingen inleren. Het is een installatie die aan
het bovenlichaam, de armen en de handen van een persoon wordt bevestigd. De bewegingen
die de robot later moet herhalen, worden door die persoon voorgedaan en door de Control Suit
geregistreerd en opgeslagen. Zo kan een robot snel worden ingezet voor kortlopende,
eenvoudige taken in een productieproces.
De studenten zijn vastbesloten om de Control Suit voort te zetten. Begin februari starten zij hun
eigen onderneming.
Bron: HAN.nl
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 21/51
6 februari 2019 Nieuwe groep HAN-studenten van start in Mobility Innovation Center
Ruim tachtig tweedejaars engineeringstudenten van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
(HAN) starten deze week in het Mobility Innovation Center (MIC). Het MIC is gevestigd in het
pand van Clean Mobility Center op IPKW. De studenten werken twee dagen per week aan 19
uitdagende projecten.
MIC-studenten in actie
Het komende halfjaar storten studenten van de bacheloropleidingen Werktuigbouwkunde,
Industrieel Product Ontwerpen en Elektrotechniek zich op opdrachten van HAN-lectoraten en
bedrijven. Alle projecten hebben een relatie met mobiliteit en duurzaamheid. De studenten
dragen bij aan de ontwikkeling van duurzame voortuigen, maar ook aan de betrouwbaarheid en
betaalbaarheid van de elektriciteitsvoorziening.
De studenten schreven zich aan het einde van het vorige studiesemester in op een van de 19
projecten, om daar vervolgens een half studiejaar in projectgroepen aan te werken. Dat doen zij
naast hun colleges, zelfstudie en tentamens.
Tijdens de startbijeenkomst, die woensdag 2 februari plaatsvond, maakten de studenten kennis
met de contactpersonen van hun opdrachtgevers. Zij voerden een dag lang overleg en
wisselden informatie uit, om de opdrachten zo scherp mogelijk op het netvlies te krijgen.
Traditioneel werd de dag afgesloten met een borrel om elkaar goed te leren kennen.
Bron: IPKW
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 22/51
18 februari 2019 Nieuwe trainingsopstelling maakt werking smart grid inzichtelijk
De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) investeert in een trainingsopstelling voor
smart grids, van het Duitse bedrijf Lucas Nülle. De opstelling wordt gebruikt voor onderwijs,
onderzoek en advies over netbalansvraagstukken.
De HAN beschikt over software, waarmee studenten en onderzoekers de werking van een
smart grid simuleren. Maar een scherm heeft niet hetzelfde effect als hardware, vertelt
Bram Steennis, directeur commercieel onderwijs van de faculteit Techniek van de HAN.
‘Eerstejaars studenten krijgen er pas gevoel bij als ze kabels fysiek kunnen aansluiten en
niet alleen op hun beeldscherm met een muisklik een lijntje trekken.’
Steennis schreef recent een tender uit voor een fysieke trainingsopstelling. Dat deed hij
samen met Ballard Asare Bediako, docent/onderzoeker van het Lectoraat Meet- en
Regeltechniek, en met steun van het Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise
(SEECE). De tender werd gewonnen door Lucas Nülle.
Multi-inzetbaar
Het Duitse bedrijf installeert binnenkort, in het Techniek-gebouw in Arnhem, vijf grote
bedieningspanelen van 2 bij 1,5 meter. Het systeem kent zonne-energie-, wind-energie-,
opslag- en transport-elementen. Het geheel simuleert een volledige, lokale smart grid maar
desgewenst - en met hetzelfde gemak - het volledige Europese net.
De opstelling is primair bedoeld voor bachelorstudenten Elektrotechniek en cursisten uit het
bedrijfsleven. ‘Ze kunnen leren hoe je bij veel zon of wind in Nederland het smart grid zo
kunnen instellen dat de duurzame stroom van molens en zonnepanelen gebruikt kan
worden om uit te wisselen met het buitenland. Bijvoorbeeld met Noorwegen, om daar een
pomp te laten draaien.’
Training
De panelen worden ook gebruikt voor toegepast onderzoek door lectoraten. Daarnaast
biedt de opstelling mogelijkheden voor advies aan stakeholders rondom de energiesector.
‘Omdat de bedieningspanelen zo beeldend zijn, is het ook zinvol om niet-deskundigen als
politici te laten zien wat de effecten van bepaald beleid zijn. Denk aan het stopzetten van de
kolencentrales bij het gelijktijdig verhogen van de opwekking door wind en zon.’
De komende maanden wordt de installatie getest bij Lucas Nülle, in Kerpen bij Keulen. Om
de opstelling technisch zo goed mogelijk te doorgronden, zijn daar twee HAN-specialisten
bij aanwezig. Vervolgens organiseert de onderneming een training voor de docenten en
lectoren, die ermee gaan werken. Daarna gaat het geheel op transport naar de faculteit
Techniek in Arnhem. De opstelling arriveert naar verwachting in juni.
Lees een uitgebreider artikel over dit onderwerp op de website van SAM, het digitale
magazine van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN)
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 23/51
8 maart 2019 Technisch Weekblad: Duurzame-energiecursussen in opkomst
In de 'Special Arbeidsmarkt en Opleidingen' besteedt het Technisch Weekblad aandacht aan de
invloed van de energietransitie op het onderwijs. Onder andere de Hogeschool van Arnhem en
Nijmegen, en zijn cursussen, wordt uitgelicht.
Screenshot cover TW
Een fragment uit het artikel:
Bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) komt de opleidingsvraag op het gebied van
energie met name vanuit het bedrijfsleven. ‘De energietransitie zorgt ervoor dat onze
elektriciteitsnetten zich anders zullen gaan gedragen en de beroepsmensen die hiermee werken
moeten dan ook goed voorbereid zijn’, zegt Bram Steennis, directeur HAN-CPM (Cursussen,
Post-hbo en Maatwerkopleidingen).
De faculteit techniek biedt sinds de cursus ‘duurzame energietechniek’ aan. Deze post-hbo-
cursus duurt ongeveer een half jaar en laat studenten werken aan diverse casus-opdrachten, die
uiteindelijk weer één geheel vormen. Steennis: ‘Er is veel belangstelling van gemeentes,
bedrijven en ingenieursbureaus. We richten ons op het niet-managementniveau. Eerst willen we
de techniek op een rij hebben. Wat zijn de technische mogelijkheden? En welk rendement levert
het op? Dat zijn enkele vragen die we tijdens deze cursus stellen.’
De cursisten hebben veelal een achtergrond hbo werktuigbouwkunde. ‘Er zijn ook elektrotechnici
of chemici die zich willen laten omscholen. Ook hebben wij elk jaar wel een aantal wo-studenten.
In het wo heb je weinig praktische toepassingen, dus ook voor hen is het stevig’, aldus Steennis.
Volgens hem is belangrijk dat het duidelijk is welke aanvullende technieken er zijn op het gebied
van energietransitie.
Pas na het opleiden van deskundigen komt het politieke aspect: ‘In Den Haag worden dingen
geroepen zonder een goede onderbouwing. Mensen doen uitspraken op basis van een
onderbuikgevoel. Als wij de kolencentrales gaan sluiten, gaat mogelijk ergens anders in Europa
een meer vervuilende bruinkoolcentrale wel weer open. Dat is verplaatsing van het probleem. We
moeten in zo’n geval eerst kijken naar de mogelijkheden voor het afvangen van CO2.’
Lees het hele artikel in onderstaande pdf (pagina 12 en 13):
Technisch Weekblad maart 2019 (3.6M)
Bron: Technisch Weekblad
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 24/51
24 april 2019 Studenten werken aan techniekprojecten op IPKW
Samenwerken met studenten van andere opleidingen is een rode draad in het curriculum van de
engineeringopleidingen van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Tijdens het 3e en
4e semester werken studenten 3 dagen in de week aan actuele, toekomstgerichte
vraagstukken.
In februari startte voor de engineeringstudenten het 4e semester op IPKW (Industriepark
Kleefse Waard). Op het bedrijvenpark is The O-zone gevestigd, een hybride leeromgeving waar
studenten met bedrijven en lectoraten aan energieprojecten werken. In de hybride leeromgeving
ontstaan projectruimtes, rondom specifieke thema’s. Voorbeelden zijn het Mobility Innovation
Center (MIC) en Energy for Sustainable Built Environment (ESBE). Hier komen studenten van
verschillende opleidingen samen.
Het zijn niet alleen studenten van de opleidingen engineering- en automotive die samen
optrekken. Sommige projecten zijn breed, waardoor ook voor informaticastudenten, studenten
van Economie, Management en Recht, studenten uit andere studiejaren en van andere
hogescholen een belangrijke rol is weggelegd. Waarmee gingen zij deze periode aan de slag?
Aan welke slimme technologieën werken ze? Hoe brengen zij techniek samen naar een volgend
level? Halverwege het semester pikken we er twee projecten uit en zetten ze in de
schijnwerpers.
Skid, installatietechniek van morgen
De 1e fase van het Project Skid wordt uitgevoerd door (v.l.n.r.) werktuigbouwkundestudenten
Frank Cronenberg, Frank Adriaansen en Casper van Son en elektrotechniekstudenten, Damian
Bombeeck (ES), Jari Berends (IPS), Arjan Pater (IPS) en Thieme Bosma (ES).
In ESBE werken 3 studenten Werktuigbouwkunde, 2 studenten Elektrotechniek met de
specialisatie Industrial and Power Systems (IPS) en 2 Elektrotechniekstudenten met de
specialisatie Embedded Systems (ES) in het project Skid samen aan de installatietechniek van
de woning van morgen.
Installaties worden steeds ingewikkelder en kostbaarder. Daarom worden de eisen die aan de
bouw van de installatie worden gesteld hoger en hoger. Omdat Nederland langzaam afscheid
gaat nemen van het aardgas, zullen de installaties in veel woningen flink moeten worden
aangepast. Hiervoor wordt steeds vaker voor skidbouw (skid is Engels voor slede of glijplank)
gekozen. Dit maakt deze vorm van bouwen tot een zeer actueel onderwerp.
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 25/51
Een complexe installatie wordt in een werkplaats compleet samengesteld op een frame of
plateau. Denk bijvoorbeeld aan een warmtepompinstallatie, met warmtewisselaar, leidingen,
regelsystemen en alles wat daarbij hoort. Omdat alles op een frame wordt gebouwd, kan de
hele installatie in 1 geheel in de nieuwbouw- of renovatiewoning worden geplaatst (gesleed). Het
aansluiten in de woning zelf wordt hierdoor eenvoudiger en minder foutgevoelig. Hiervoor zijn
dan minder speciaal geschoolde monteurs nodig.
Het project wordt uitgevoerd in opdracht van Ordelman & Dijkman Installaties uit Hengelo (Gld)
en wordt in volgende semesters door volgende groepen studenten voortgezet. In een volgende
fase worden ook studenten van mbo-opleidingen bij het project betrokken.
Smart Grid: slimmer omgaan met het elektriciteitsnet
Van links naar rechts Milèna Calvet, Sanni Svärd, Yoann Chappaz (Electrical and Electronic
Engineering) en Floris te Lindert en Thijs Meidam (Elektrotechniek).
Eveneens in ESBE werken 3 internationale studenten van de opleiding Electrical and Electronic
Engineering opent in een nieuw venster (de Engelstalige opleiding Elektrotechniek) én 2
Nederlandse studenten van de opleiding Elektrotechniek aan een nieuwe Smart Grid Table.
De tafel geeft een hoog-, midden- en laagspanningsnet weer en laat bijvoorbeeld zien welke
kant de elektriciteit op stroomt. Wordt er te veel elektriciteit geproduceerd en raakt het net
overbelast, dan zie je dat onmiddellijk terug op de demonstratietafel. Op de tafel staan
verschillende componenten die op hun beurt het elektriciteitsnet beïnvloeden: Denk aan
windturbines, huizen met zonnepanelen, energieopslag, enzovoort.
De studenten hebben de opdracht om de aansturing van de tafel aan te passen, zodat deze
sneller de handelingen van de gebruiker kan volgen en de interactie fijner wordt. De opdracht
komt van dr. ir. Ballard Asare-Bediako van het Lectoraat Meet- en Regeltechniek. Hij doet
onderzoek doet naar het effect van verschillende componenten op het Grid.
De studenten worden begeleid door Trung Nguyen, eveneens onderzoeker in het team van het
Lectoraat Meet- en Regeltechniek.
Bron: HAN.nl
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 26/51
7 mei 2019 SEECE en Quadraam maken zich hard voor een betere doorstroming
naar het hbo
Hoe zorg je dat leerlingen uit het voortgezet onderwijs op de goede plek terechtkomen,
wanneer ze gaan studeren? SEECE en Quadraam zoeken antwoorden op die vraag en
verbeteren de aansluiting van het voortgezet onderwijs op het hbo. Betere doorstroming
heeft onder andere een positief effect op het aantal studenten dat wordt opgeleid voor de
energiesector.
Shutterstock
De meeste studenten zitten in de derde grote leerfase van hun leven. Ze hebben de
basisschool doorlopen, hebben een middelbareschooldiploma gehaald en volgen een
opleiding die aansluit op het vak dat ze straks willen uitoefenen. Althans, dat is de
bedoeling. Te veel scholieren kiezen niet voor een studie die bij hen past. Dit blijkt onder
andere uit de uitvalpercentages van studenten.
Om te zorgen dat scholieren wél bij de juiste studie terechtkomen, werken Maarten Delen
en Jan Oosting samen aan projecten. Delen is voorzitter van de centrale directie van het
Liemers College in Zevenaar en Didam (onderdeel van de Gelderse onderwijsgroep
Quadraam) en Oosting werkt als projectleider onderwijs bij het Sustainable Electrical
Energy Center of Expertise (SEECE). Samen ontwikkelen zij programma’s voor scholieren
en studenten.
Delen is geraakt door de slechte resultaten die studenten boeken aan het begin van hun
hbo-studie. Dat een substantiële groep slecht presteert, noemt hij zelfs ‘een
maatschappelijk drama’. ‘Elk jaar vertellen de aansluitcoördinatoren van de HAN hoe onze
leerlingen met een havodiploma het op de HAN doen. [..] Je schrik je gewoon rot door wat
er gebeurt. Maar vijftig procent van de leerlingen die beginnen aan een technische studie op
het hbo, haalt de propedeuse binnen een jaar.’
Quadraam en de HAN brengen dat percentage gezamenlijk omlaag. Beide partijen zorgen
dat het vo en het hbo beter op elkaar aansluiten. Inhoudelijk: ‘Het eerste is dat je in het
programma van de havo aansluit bij het programma van het hbo. Dat heeft te maken met
meer specifieke kennis en skills, meer ICT, Engels en onderzoeksvaardigheden.’ Maar ook
didactisch: ‘We merken dat de didactiek van het vo onvoldoende aansluit bij de didactiek
van het hbo.’
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 27/51
Techniektalent inspireren
Wanneer Delen en Oosting met elkaar samenwerken, richten ze zich op specifieke
opleidingen. Oosting: ‘Ik geloof niet in brede programma’s. Ik denk dat je veel meer toe
moet naar precisie en maatwerk, in het verbeteren van de aansluiting.’ De
onderwijsprofessionals werken aan projecten die gericht zijn op de techniek- en
energiesector. Er wordt gekeken welke jongeren geschikt zijn voor technische opleidingen,
waar een tekort is aan jong talent, zoals Elektrotechniek en Werktuigbouwkunde.
Een belangrijke factor is het beeld dat jongeren hebben van techniek. ‘We hebben
onderzoek gedaan naar de perceptie van de engineeringopleidingen. Met name
Elektrotechniek en Werktuigbouwkunde. Daaruit bleek dat het beroepsbeeld van havisten er
nauwelijks is. De leerlingen hebben bijvoorbeeld geen idee wat een werktuigbouwkundige
doet’, aldus Oosting
Om dat beroepsbeeld bij te stellen, werd de hulp ingeroepen van twee
natuurkundedocenten. Die werken één dag in de week op de HAN, waar ze zich verdiepen
in de mogelijkheden voor aankomend studenten. Wanneer ze voor de klas staan,
selecteren en enthousiasmeren ze leerlingen voor technische opleidingen. Delen: ‘Wat zo
verschrikkelijk briljant is aan die constructie met natuurkundedocenten: die kennen de
leerlingen. Die nemen niet 23 leerlingen mee naar de HAN. Ze gaan heel gericht met
leerlingen die zij goed kennen. Vijf van de zeven blijven’, zegt Delen.
Leerlingen die zich laten inspireren en de HAN bezoeken, kunnen meer dan alleen een
kijkje nemen; die ervaren hoe het is om met techniek bezig te zijn. Oosting: ‘Als je leerlingen
nou nog een stapje verder wil helpen, faciliteer ze dan ook om dingen hier te doen. We
hebben de masterclass arduino-programmeren en de masterclass Elektrotechniek. Die
hebben we nu een paar keer gedraaid. Er zijn nieuwe masterclasses in ontwikkeling.’
De HAN heeft daarnaast faciliteiten waar scholieren gebruik van kunnen maken, zoals een
fablab. Dat is een werkplaats met een 3d-printer en ander modern werktuig. ‘Twee vo-
docenten zijn bezig om een programma te maken, waarmee die leerlingen op hun eigen
school al een aantal skills kunnen opdoen, zodat ze hier alleen nog een half uurtje
introductie bij de machines hebben. “Steek niet je hand in de lasersnijder”, dat soort basale
dingen’, zegt Oosting.
Programma’s voor specifieke doelgroepen
Beeldvorming en inspiratie zijn slechts twee factoren die een studiekeuze maken of breken.
Een ander punt is dat conventioneel onderwijs niet voor iedereen geschikt is. Daarom wordt
het onderwijs op de HAN aantrekkelijker gemaakt voor specifieke doelgroepen.
Een van die doelgroepen: vwo’ers. ‘Daar laten we echt veel liggen. Op de HAN is maar 9
procent van de populatie vwo’er’, zegt Oosting. ‘Terwijl Elektrotechniek en
Werktuigbouwkunde pittige opleidingen zijn. Daar kan een vwo’er juist goed tot zijn recht
komen. [..] Zeker als die toegepast onderzoek wil doen. Als je innovaties wilt realiseren of
nieuwe producten wil bedenken, kun je beter naar het hbo.’
‘We moeten ergens ruimte creëren voor vwo’ers die hier instromen’, vervolgt Oosting. ‘We
kunnen een soort plusprogramma maken, voor een halve dag in de week. Een track
rondom innovatiemanagement, creatief ontwerpen en onderzoekstechnieken. Ze laten
bepalen bij welk lectoraat ze een rol willen spelen. Meet- en Regeltechniek? Duurzame
Energie? Lean?’
Een andere doelgroep bestaat uit ‘praktische havisten’. Leerlingen die de havo volgen,
maar opzien tegen vier jaar in de schoolbanken. Hiervoor werd het Operational Network
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 28/51
Trainee-programma ontwikkeld. Deelnemers aan dit programma treden direct in dienst bij
netwerkbedrijf Alliander, waar zij aan energievraagstukken werken. De studenten krijgen
tegelijkertijd een deeltijdopleiding Elektrotechniek op de HAN.
Door niet alleen een samenwerking tussen het voortgezet onderwijs en het hbo te
realiseren, maar ook met de energiesector samen te werken, draagt een betere
doorstroming bij aan een oplossing voor personeelstekorten. Personeel dat hard nodig is
om de energietransitie in goede banen te leiden. Delen: ‘Het is ook een stukje
maatschappelijke verantwoordelijkheid dat deze wereld door kan groeien. Verschrikkelijk
veel potentie van bedrijven ligt stil. Omdat er gewoon te weinig mensen zijn die deze
bedrijven kunnen helpen.’
Bron: HAN Centre of Expertise - SEECE
15 mei 2019 Lectoraten trekken energie-minoren op de HAN
Energie-minoren op de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) raken steeds meer
verweven met het onderzoek op de hogeschool. Dat komt onder andere doordat lectoraten
verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de onderwijsprogramma’s.
Fotografie door Maarten Noordijk
‘Ik denk dat we vijf jaar geleden al begonnen zijn met het verbinden van minoren en
lectoraten’, reflecteert Aart-Jan de Graaf, lector Meet- en Regeltechniek op de HAN. Met
succes. Op de hogeschool krijgt het element ‘onderzoek’ een steeds grotere rol in de
onderwijsprogramma’s.
Het Lectoraat Meet- en Regeltechniek neemt sinds dit jaar de organisatie van de Power
Minor voor zijn rekening. De minor viel voorheen onder de verantwoordelijkheid van het
onderwijs. ‘Er was een docent Elektrotechniek die het onderwijsprogramma een warm hart
toedroeg en de organisatie van de minor zo ongeveer alleen deed. Nu hij met pensioen is,
is het lectoraat verantwoordelijk voor de uitvoering.’
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 29/51
Inhoudelijke aansluiting
De minor en het lectoraat kennen – inhoudelijk gezien – veel overeenkomsten. In het
onderwijsprogramma komen energieproductie, -transport en -distributie aan de orde.
‘Onderwerpen in de Power Minor raken het onderzoeksterrein van het lectoraat Meet- en
Regeltechniek. Dat zie je onder andere bij de grote ontwikkelingen rondom wind op zee. [..]
De Power Minor gaat over hoe je die wind integreert in energiesystemen.’
Het energiesysteem verandert de komende jaren flink. ‘De Power Minor staat in de
schijnwerpers van de energietransitie. Er is met name een grote opmars van wind op zee. Ik
heb begrepen dat er plannen zijn om in 2050 zestig gigawatt geïnstalleerd vermogen op zee
te hebben. Dat is ongeveer drie keer zoveel als het hoogspanningsnet gemiddeld vervoert.
De hele Noordzee gaat qua infrastructuur veranderen. Dat betekent ook dat de reguliere
installaties, zoals we die nu kennen in de hoogspanningstechniek, gaan veranderen.’
Wat minorstudenten leren, is sterk verbonden met technologische ontwikkelingen in de
energiesector. ‘Als wij ons oriënteren op elektriciteit uit wind, en de infrastructuur die
daarvoor nodig is, dan heeft dat zijn weerslag op de onderwerpen die we in de Power Minor
geven. Ik zie een hele sterke verbinding tussen het onderzoek waar we mee bezig zijn, om
je te kunnen oriënteren op de ontwikkelingen de komende tientallen jaren, en hoe je daar in
het onderwijs op in kunt spelen.’
Haalbaarheidsstudie
Een voorbeeld van een project dat invloed kan hebben op de inhoud van de Power Minor:
het project IJvergas, een haalbaarheidsstudie. Ongeveer zeventig kilometer uit de kust van
IJmuiden is een plangebied voor windenergieopwekking. Een enorme afstand. De lengte
van de elektriciteitskabels naar land wordt zo groot, dat de energie waarschijnlijk via een
gelijkstroomnetwerk vervoerd moet worden.
De Graaf: ‘De gevolgen zijn dat je hele grote, dure installaties moet aanleggen. Maar in
verhouding tot andere technieken misschien niet duurder dan anders. En een van de dingen
die het project met zich meebrengt: als we een gelijkspanningsverbinding hebben tussen
een windgebied op zee en het land, betekent dat het offshore energienet misschien niet de
gebruikelijke 50 Hz-wisselspanning gebruikt. Dat betekent dus ook dat in de Power Minor
hele andere onderwerpen naar voren moeten komen.’
De kennis die uit dit soort projecten vloeit, vindt zijn weg op een later moment terug naar de
minor. ‘Een volgende stap is om te kijken of we de minor nog beter kunnen organiseren; om
een soort review te doen van de inhoud van de Power Minor. Op welke terreinen is er
mogelijkheid om iets te vernieuwen of te verbeteren en waar is het urgent?’
Publiek-private samenwerking
Kennis die gebruikt wordt in de Power Minor, komt niet uitsluitend uit onderzoeksprojecten
van de HAN. Bij de minor zijn meerdere partijen betrokken. Het onderwijsprogramma
ontstond tien jaar geleden als een publiek-private samenwerking tussen TenneT en drie
hogescholen – waaronder de HAN. Op dit moment zijn de Haagse Hogeschool, de
Hogeschool van Amsterdam en TenneT partners. Verder zijn DNV GL en Qirion betrokken
bij het onderwijs en de excursies.
Bron: HAN Centre of Expertise - SEECE
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 30/51
19-05-2019 Vijf HAN-teams in finale Cleantech Battle
Duurzamere spijkerbroeken, verbeterde warmtepompen, alternatieven voor plastic, een
zonnetapijt in plaats van een zonnepaneel – 10 studententeams pitchen op donderdag 6
juni 2019 hun innovatieve ideeën op het gebied van schone technologie in de finale van de
Cleantech Battle. Maar liefst vijf van de tien ideeën zijn door HAN-studententeams
ingediend.
Prijsuitrijking tijdens een eerdere editie van de Cleantech Battle
Voor de wedstrijd stuurden studententeams uit het mbo, hbo en wo in Oost-Nederland hun
oplossing in voor vraagstukken op het gebied van duurzame technologie. Het is de zesde
keer dat het Cleantech Center in Zutphen deze battle organiseert, met medewerking van de
onderwijsinstellingen in de regio. Vorig jaar won HAN-team Voltor de publieksprijs met hun
elektrische tractor.
Video-pitches
Dit jaar doen tien teams mee van Saxion, Aventus Apeldoorn, Windesheim en de HAN. De
vijf HAN-teams doen mee met onderzoeken naar een brandstofcel, een duurzamere
warmtepomp, een zonne-concentrator en recycling van plastic. De onderzoeken hebben de
studenten veelal uitgevoerd bij het HAN lectoraat Duurzame Energie, in samenwerking met
bedrijven uit de regio.
Voor de jury hen aan de tand voelt, moeten de studenten hun project samenvatten in een
video-pitch. Hierin laten ze zien wat ze onderzocht hebben, welk probleem ze oplossen en
hoe hun oplossing bijdraagt aan een duurzame wereld. Op 6 juni worden de filmpjes
getoond en verdedigen de studenten hun projecten voor de jury. Die bekijkt welk project het
breedst inzetbaar, meest innovatief en duurzaam is. De jury houdt bovendien in de gaten of
er een gezonde businesscase mogelijk is. De deelnemers van het winnende team
ontvangen gezamenlijk 3000 euro en krijgen ondersteuning bij de volgende stap in hun
carrière.
De finale
Docenten, begeleiders en andere supporters zijn van harte welkom om aanwezig te zijn bij
de finale van de Cleantech Battle. Deze vindt plaats op donderdag 6 juni 2019 om 15:30 uur
in de Broodfabriek in Zutphen. Toegang is gratis, aanmelden is verplicht en kan via deze
link. Bron: HAN.nl
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 31/51
29-05-2019 Elektrotechniekstudent ontwikkelt inspectierobot voor Tennet
Thijs Laagland (19) kwam in het 3e jaar Elektrotechniek als stagiair terecht bij
netwerkbeheerder TenneT. Daar startte hij de ontwikkeling van een nieuwe
inspectiemethode voor hoogspanningsmasten.
Wintrack
hoogspanningsmasten -
Foto ©TenneT
Thijs studeert
Elektrotechniek en koos
voor de differentiatie
Industrial and Power
Systems. Hij werd
projectleider en kreeg de
leiding over een team
engineeringstudenten,
waarmee hij aan de slag
ging om een robot te
ontwikkelen, die
hoogspanningsmasten van het type Wintrack kan inspecteren.
Na deze stage in het 5e semester van zijn opleiding, bracht Thijs de opdracht (met succes)
in als S6-project voor het 6e semester van de engineeringopleidingen. Hierdoor kon hij ook
in dit deel van zijn opleiding zijn werk als projectleider voortzetten. Ook straks in zijn laatste
studiejaar blijft Thijs samenwerken met TenneT. In het 4e jaar gaat hij de minor
Projectmanagement doen.
De aanleiding
TenneT is de 1e grensoverschrijdende elektriciteitstransporteur van Europa. Met 23.000
kilometer aan hoogspanningsverbindingen en 41 miljoen eindgebruikers in Nederland en
Duitsland behoort TenneT tot de top 5 elektriciteitstransporteurs van Europa. Voor het
energietransport gebruikt TenneT in enkele delen van Nederland de betrekkelijk nieuwe
Wintrack hoogspanningsmasten.
De inspectie aan deze masten blijkt arbeidsintensiever te zijn dan verwacht. In plaats van
enkele inspecties gedurende de hele levenscyclus van de mast, blijkt dat de constructie
veel frequenter moet worden geïnspecteerd. Vooral de punten waar de verschillende
mastdelen met flensverbindingen en bouten aan elkaar zijn bevestigd, blijken de
hoogspanningsmasten gevoelig voor externe invloeden.
Een Wintrackmast bestaat uit 2 pylonen, met elk aparte stroomvoerende circuits. Op iedere
pyloon is een klimsysteem bevestigd, de HighStep Rail, waarmee een gecertificeerd
specialist de mast kan beklimmen. Bij een inspectie door een persoon moeten om
veiligheidsredenen alle stroomvoerende circuits in beide pylonen volledig buiten bedrijf
worden gesteld. Dit betekent dan dat er op dat moment over het hele tracé geen stroom
meer kan worden getransporteerd. Zo’n situatie wordt een VNB genoemd: een voorziene
niet-beschikbaarheid. Elke niet-beschikbaarheid brengt voor de netwerkbeheerder kosten
met zich mee. Wanneer het elektriciteitstransport tijdens een inspectie niet hoeft te worden
onderbroken, worden deze kosten dus vermeden. De uitdaging waarvoor TenneT zich
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 32/51
gesteld zag, was het ontwikkelen van een inspectiemethode zonder persoon, waardoor de
stroomvoerende circuits van maximaal 1 pyloon uit bedrijf kunnen worden gesteld. De
circuits van de andere pyloon kunnen dan in bedrijf blijven wat betekent dat er nog stroom
over het tracé getransporteerd kan worden. Thijs werd gevraagd met zijn team een concept
voor zo’n nieuwe inspectiemethode te ontwikkelen en te realiseren.
Van brainstorm tot concept
In meerdere brainstormsessies kwamen de studenten uit op een inspectierobot die het
afgeschakelde deel van de mast met een camera kan inspecteren en daarbij gebruik maakt
van het al aanwezige HighStep Railsysteem.
Thijs Laagland: “Een groot deel van mijn stagetijd is gaan zitten in alle voorbereidingen. Nu,
in het 6 e semester van mijn opleiding, zijn we echt begonnen met de constructie waarmee
we straks de inspectiebeelden verkrijgen. Dit betekent dat er nu enkele subsystemen
kunnen worden gebouwd. Zo zijn de werktuigbouwkundigen bezig met het ontwerp van een
intrekbare, elektrisch geïsoleerde arm en zijn de studenten Elektrotechniek bezig met een
robotarm die obstakels kan ontwijken, zodat alle delen van de hoogspanningsmast kunnen
worden bereikt, met het bijbehorende besturingssysteem. Dit betekent dat er gedetailleerde
berekeningen moeten worden gemaakt en dat er veel moet worden getest. Dit gebeurt in
nauwe samenwerking met medewerkers van TenneT. Als het goed is, hebben we in juni het
ontwerp klaar en daar gaan we dan in september weer mee verder.”
Op dit ogenblik werken er, naast Thijs, 7 andere engineeringstudenten van de HAN aan de
inspectierobot: Derdejaarsstudenten Elektrotechniek Eke Boersma (differentiatie Industrial
and Power Systems) en Paul Stordiau (Embedded Systems), Studenten
Werktuigbouwkunde Bart Hendriksen, Lars Roozeboom en Lex van Duijnhoven en tot slot
Ibe van Gemert en Tessa van Maanen, die allebei in het 2e jaar van hun opleiding
Industrieel Product Ontwerpen zitten.
Een project als dit is te groot voor alleen studenten. Thijs: “Daarom ligt er een plan om de
realisatie met 3 externe partijen te doen. Op dit moment werken wij aan de voorbereidingen
en de plannen om deze partnerschappen op te kunnen zetten. Eén partij zorgt ervoor dat
wij met een liftje de HighStep Rail op en af kunnen. Op deze constructie kunnen wij dan
onze inspectierobot als module monteren. Een andere partij maakt de constructie waarmee
we ook bij de achterzijde van de mast kunnen komen. De 3e partij is voor de interpretatie
van de inspectiebeelden. Deze 3 partijen vormen samen een mooi setje om deze nieuwe
inspectiemethode mee te ontwikkelen.”
De volgende stap
Als projectowner en projectleider vervult Thijs dus een centrale rol in het project. Zo is hij
nauw betrokken bij het opzetten van de partnerschappen en heeft hij onlangs ook een
eerste subsidieaanvraag ingediend.
Het komende semester staan er weer nieuwe ontwikkelingen op stapel. Het huidige
studententeam stopt in juni en er moeten nu nieuwe stages worden uitgezet. Er zijn nieuwe
studenten Elektrotechniek en Werktuigbouwkunde nodig, maar er komen nu ook vacatures
voor studenten van de opleiding HBO-ICT. Thijs: ”Ik wil in de ICT-hoek bijvoorbeeld laten
onderzoeken of we de interpretatie van de inspectiebeelden volledig kunnen automatiseren.
Dus met een soort kunstmatige intelligentie.” Verder is er in het project plaats voor
studenten Control Systems van de Masteropleiding Engineering Systems.
Verder staat het maken van offertes en het verwerven van nieuwe subsidies op het
onuitputtelijke things-to-do-lijstje voor het volgende semester.
Bron: HAN.nl (Tekst: Lex Eggink)
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 33/51
05-06-2019 Onderzoekers HP-Launch delen resultaten met warmtepompindustrie
Onderzoekers deelden 22 mei de voorlopige resultaten van het project HP-Launch, met
partijen uit de warmtepompindustrie. Doel van het project is om een warmtepomp te
ontwikkelen, die is toegesneden op bestaande Nederlandse woningen.
Impressie van een warmtepompsysteem
Impressie van een warmtepompsysteem
Nederlandse woningen moeten vanaf 2050 klimaatneutraal zijn. Deze ambitie leidt tot een
enorme opgave. Ons land kent in totaal 7,7 miljoen woningen, waarvan een groot deel
aanpassingen nodig heeft. Zo moeten er alternatieven komen voor gasketels, die het gros
van de Nederlandse woningen verwarmen.
Warmtepomp-prototype
De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) levert een bijdrage aan dat vraagstuk met
het project HP-Launch. Binnen dit project wordt een prototype-warmtepomp ontwikkeld, die
is afgestemd op bestaande Nederlandse woningen. Een pomp die relatief stil, betaalbaar en
niet al te groot is. En ook niet onbelangrijk: één die past in het huidige straatbeeld en
eenvoudig kan worden geïnstalleerd in of bij een woning.
De resultaten van dit project worden gedeeld met de Nederlandse warmtepompindustrie,
om de ontwikkeling van warmtepompen in Nederland een boost te geven. Dat gebeurt
middels bijeenkomsten, die worden georganiseerd op de HAN. De bijeenkomst op 22 mei
was er zo een. Ketelproducenten, warmtepompproducenten en partijen die zich
bezighouden met inpassing, kwamen bijeen om resultaten tot zich te nemen en feedback te
geven.
De grote lijnen van het onderzoek kenden de bezoekers al. Die werden in november 2018
gepresenteerd. Er werd besloten om een concept te ontwikkelen waarbij de warmtepomp in
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 34/51
het dak gemonteerd wordt. Daarbij moet montage en onderhoud zo goedkoop mogelijk zijn.
Oftewel: er moet een warmtepomp komen waarvoor technici niet met een kraan het dak op
hoeven.
Onderzoekers werken daarom aan een concept waarbij de warmtepomp van binnenuit
geïnstalleerd en onderhouden kan worden, dankzij een constructie die vergelijkbaar is met
die van dakramen. Ook het aantal mensen dat vereist is voor onderhoud en installatie moet
beperkt blijven. Daarom ontwikkelen de onderzoekers een pomp die modulair is, zodat elk
onderdeel te tillen is door één persoon.
Positieve resultaten
De uitgangspunten stonden dus al vast. Belangrijke vragen tijdens de 22 mei-bijeenkomst
waren: zijn de gestelde doelen reëel? En wat zijn de beste technologieën om de doelen te
halen? Die vragen werden voor een deel beantwoord tijdens presentaties. Onderzoekers en
technische experts van verschillende organisaties, die elk een deel van het project voor hun
rekening namen, deelden hun voorlopige resultaten.
De resultaten zijn grotendeels positief. De pomp kan waarschijnlijk in een dak geplaatst
worden, zonder dat belangrijke dwarsbalken etc. doorgezaagd hoeven te worden. ‘We zitten
op het randje, maar het lijkt te gaan lukken’, zegt Scott Hoekstra, werkzaam bij
productontwikkelaar MMID. Hij presenteerde een concept waarbij de warmtepompunit
verticaal op het dak geplaatst wordt. Een van de doorslaggevende factoren voor die keuze
is esthetiek. Verticaal, als een soort schoorsteen, past een warmtepomp het beste in het
straatbeeld.
Een ander punt dat Hoekstra presenteerde, is de dakdoorvoer voor de warmtepomp. De
hoop was dat er een universele doorvoer ontwikkeld kon worden, die geschikt is voor elk
dak. Dat gaat waarschijnlijk niet lukken, blijkt uit de presentatie van Hoekstra. Dat heeft
vooral te maken met de hellingshoeken van daken, die behoorlijk uiteenlopen. Wel kan er
een aantal standaarddoorvoeren gemaakt worden, zodat de installateur kan kiezen welke
het beste bij het dak in kwestie past.
Hoekstra baseert zijn verhaal deels op het onderzoek van HAN-student Kevin Geurtsen.
Deze deed voor zijn studie onderzoek naar de warmtepomp. Hij concludeerde dat de pomp
gemaakt kan worden met de componenten die de onderzoekers voor ogen hadden. Maar
gemakkelijk wordt het niet. ‘Het gewicht is een uitdaging’, geeft Hoekstra aan.
Onderzoek naar componenten
Een van die componenten is de verdamper van de warmtepomp. Geert Doornbos, adviseur
koudetechniek bij zijn firma Transferworks en lector van de Post-hbo-Opleiding
Koudetechniek, deed hier onderzoek naar binnen het HP-Launch-project. Hij vergeleek een
minichannel-warmtewisselaar met twee alternatieven. De minichannel kwam als beste uit
de bus. Een andere belangrijke conclusie: de verdamper kan binnen de voorgestelde
afmetingen blijven.
Om te testen wat de invloed van een warmtepomp is in een woning, ontwikkelde de
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) een aantal simulatiegereedschappen in
MATLAB/Simulink. Dat blijkt uit een verhaal van Maarten van den Berg, die werkzaam is bij
het Lectoraat Meet- en Regeltechniek. ‘We weten nog niet precies wat de interactie is
tussen een huis en een warmtepomp. Als we die modellen samenvoegen, kunnen we beter
zien wat de invloed is van het ene op het andere model’, licht de onderzoeker toe.
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 35/51
Om het potentieel van verschillende controletechnieken aan te tonen, modelleerde hij een
woning met een hybride warmtepomp en een Hr-ketel. In het model is rekening gehouden
met zoninstraling en warmte die wordt vastgehouden door de muren. Op basis van dit
model ontwierp de onderzoeker een controller, waar verschillende simulaties mee zijn
uitgevoerd. Een van zijn conclusies: het gebruik van een Model Predictive Controller biedt
waarschijnlijk geen voordelen.
Deze, en andere, resultaten werden niet alleen gedeeld om de bezoekers te informeren.
Onderzoekers, die hun resultaten van hun deelonderzoek presenteerden, waren actief op
zoek naar feedback uit het werkveld. Een belangrijk doel van de bijeenkomst was om het
project bij te sturen aan de hand van input van de bezoekers. Aanwezigen leverden dan ook
waardevolle input voor het project.
Marktpotentie
Een van de grote discussiepunten was de grootte van de markt, waarin
warmtepompfabrikanten opereren. Scott Hoekstra vroeg aan de zaal wat een realistisch
streefgetal is, als het gaat om productieaantallen. Er zijn in Nederland zo’n 7 miljoen
woningen met een Hr-ketel die vervangen moet worden. Maar, zegt een bezoeker: ‘Je bent
niet alleen op de markt. Blijf reëel.’ Hij denkt dat tussen de 10 en 30 duizend hybride
warmtepompen per drie jaar haalbaar is. ‘Dat is onderbuikgevoel.’
Hoe het concept er uiteindelijk uit komt te zien en welke productieaantallen de
onderzoekers hanteren als uitgangspunt, blijkt in 2020. Dan loopt het project af en vindt een
derde bijeenkomst plaats. Tijdens die bijeenkomst wordt onder andere gekeken hoe de
resultaten van het project zo efficiënt mogelijk naar de markt gebracht kunnen worden.
Voor meer informatie over het HP-Launch project: [email protected] en 06-55291268
Benieuwd naar de rol van studenten in het HP-Launch-project?
Lees dit artikel van SAM.
Bron: HAN Centre of Expertise - SEECE
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 36/51
11-06-2019 HAN-studenten winnen eerste en tweede prijs Cleantech Battle
HAN-student Lucas de Groot won donderdag 6 juni de Cleantech Battle 2019. Veerle
Kommeren en Anne Lazaroms ging met de 2e prijs naar huis.
Alle winnaars van de Clean Tech Battle 2019
In de finale van de Cleantech Battle 2019 streden 10 studententeams van Aventus, Saxion,
Windesheim en de HAN om de bekroning van hun duurzame onderzoek. Maar liefst 5 HAN
studententeams pitchten hun innovatieve oplossing voor de jury in de Broodfabriek in
Zutphen.
En voor het eerst in de 6 jaar gingen nu ook de HANners met de prijzen naar huis: Lucas de
Groot werd als winnaar uitgeroepen en het duo Veerle Kommeren en Anne Lazaroms ging
met de 2e prijs naar huis.
Zonne-concentrator
Lucas de Groot, is net afgestudeerd van de opleiding Industrieel Product Ontwerpen. Hij
maakte tijdens zijn afstudeerproject een ontwerp voor een zonne-concentrator voor de
glastuinbouw. Hiermee kan je zelfs op een glazen tuinbouwkas energie opwekken.
De zonne-concentrator bestaat uit een slimme combinatie van een grote lens en een klein
zonnepaneel. Het product neemt een minimale ruimte in, waardoor voldoende licht in de
kas blijft vallen.
De jury kende hem de eerste prijs van 3000 euro toe en roemde Lucas’ werk om de
haalbaarheid en interesse die er nu al bestaat in de markt voor zijn ‘zonne-concentrator’
voor de glastuinbouw. Lucas glundert zelf bij alle lof en belangstelling: “Ik ben zeker van
plan om nu te kijken hoe we dit idee verder kunnen realiseren, samen met het HAN-
lectoraat Duurzame Energie, lector Mascha Smit en mogelijke partners van het Cleantech
Center.”- Zie video https://youtu.be/UUyySjp2gp8
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 37/51
Afbreekbare stoel
De tweede prijs ging naar Veerle Kommeren en Anne Lazaroms, tweedejaars studenten
Industrieel Product Ontwerpen aan de HAN . Voor het Arnhemse bedrijf Plantics ontwierpen
zij een stoel van biobased materiaal, dat plastic kan vervangen.
Hun begeleider Erik Ruisch zag al vroeg hun kwaliteiten: “Deze dames hebben de prestatie
geleverd om de vertaalslag te maken van de chemie – een bijzonder nieuw biobased
materiaal – naar de maakbaarheid. In de vorm van een stoel zie je nu direct welke
toepassing dit materiaal kan krijgen. Bijzonder is dat zij het voor elkaar gekregen hebben
om zelfs een matrijs te laten maken, om hun prototype te realiseren.”
Derde prijs: zonne-tapijt
De 3e prijs ging naar Jelle Hilarius, student Sportkunde aan Hogeschool Windesheim en
technisch ingenieur Jules van Haaren met het zonnetapijt. Een kleed dat je kan uitrollen om
zonne-energie op te wekken, bijvoorbeeld op voetbalvelden die niet worden gebruikt.
Meer informatie
De Cleantech Battle is een initiatief van het Cleantech Center in Zutphen en wordt mede
mogelijk gemaakt door de Cleantech Regio.
Omroep Gelderland was bij de prijsuitreiking aanwezig en maakte dit item met Lucas de
Groot.
Bron: CvVO
19-06-2019 HAN en TenneT gaan door met bijzonder lectoraat Reliable Power
Supply
De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en hoogspanningsnetbeheerder TenneT
verlengen de looptijd van het bijzonder lectoraat Reliable Power Supply. In een interview
vertellen Robert-Jan de Bes (Team Strategy & Technology NL bij TenneT) en bijzonder
lector Rob Ross over het belang van de onderzoeksgroep.
Feestelijk moment na
ondertekening van de
samenwerkingsovereenkomst
tussen de Hogeschool van
Arnhem en Nijmegen (HAN)
en TenneT, m.b.t het bijzonder
lectoraat Reliable Power
Supply. Van links naar rechts:
Maartje van Gelder (TenneT),
Aart-Jan de Graaf (Lector
Meet- en Regeltechniek HAN),
Tinus Hammink
(Programmamanager
SEECE), Janneke Hoekstra
(directeur faculteit Techniek
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 38/51
HAN), Ben Voorhorst (COO TenneT), Rob Ross (TenneT, bijzonder lector Reliable Power
Supply HAN), Robert-Jan de Bes (TenneT), Maarten van Til (TenneT)
Rob Ross werkt sinds 2015 twee dagen in de week op de hogeschool aan onderzoek en
onderwijs, dat bijdraagt aan de betrouwbaarheid van het elektriciteitsnet. Een thema waar
hij overigens fulltime mee bezig is. De dagen waarop hij niet actief is op de HAN, werkt hij
als professor Performance of High Voltage Energy Systems op de TU Delft en als Strateeg
R&D voor Asset Management bij hoogspanningsnetbeheerder TenneT.
Gezamenlijke investering
TenneT en de HAN investeren samen in de onderzoeksgroep Reliable Power Supply. En
dat blijven ze de komende jaren doen. Op 11 juni tekenden TenneT en de HAN een nieuwe
samenwerkingsovereenkomst, voor een verlenging van het bijzonder lectoraat. Om het
energienet in de toekomst zo betrouwbaar te houden als het nu is, is gezamenlijk
onderzoek en onderwijs noodzakelijk.
Toen Ross aan zijn functie begon, wilde hij de HAN op de kaart zetten als hogeschool
nummer één op het gebied van elektriciteitsvraagstukken. ‘In Arnhem, wat de hoofdstad van
de elektriciteit is, moet de hogeschool met kop en schouders uitsteken boven de rest. Als
mensen de Elektrotechniek in willen, en het idee hebben om de elektrische sector in te
gaan, dan moet de HAN de natuurlijke keus zijn.’
Om dat voor elkaar te krijgen, is de afgelopen vier jaar veel werk verzet. Het bijzonder
lectoraat Reliable Power Supply speelt een grote rol in een aantal onderzoeksprojecten, dat
te maken heeft met hoogspanningsnetbeheer. ‘Er wordt hier écht expertise opgebouwd’,
zegt Ross. ‘We hebben bijvoorbeeld een project dat FIND-GO heet, dat gaat over
assetmanagement. Dus over hoe je een net moet beheren. De HAN is hier penvoerder van.’
Beter onderwijs
Informatie die voortkomt uit onderzoek vloeit door naar het onderwijs van de hogeschool. ‘In
het onderwijs zetten we grote stappen. Er is intussen een groep ontstaan die een duidelijke
focus heeft op de elektriciteitsvoorziening en de vraagstukken die daar ontstaan’, aldus
Ross. ‘Ik geef nu ook een serie colleges op het gebied van assetmanagement. Die vallen
binnen de mastermodule Smart Power Supply van de Master Engineering Systems.’
Om te zorgen dat kennis over hoogspanningsvraagstukken bij verschillende doelgroepen
terechtkomt, werkt het lectoraat van Ross aan nieuwe onderwijsprogramma’s. ‘We gaan
verder onderzoeken op welke manier de HAN onderwijs kan bieden aan mensen, ook nadat
ze zijn afgestudeerd en in de sector werkzaam zijn’, aldus De Bes. ‘We zaten recent
gezamenlijk met een aannemersbedrijf aan tafel, dat interesse heeft in het onderwijs over
hoogspanningstechniek op de HAN.’
TenneT draagt niet voor niets bij aan onderwijs, door middel van Reliable Power Supply.
Een motivatie om in het lectoraat te investeren, is een tekort aan beschikbare ingenieurs.
‘Er zijn veel mensen nodig in de elektriciteitssector. Er loopt talent genoeg rond in
Nederland, dus die match proberen we te bevorderen door studenten te inspireren. Dat
doen we door projecten, onderzoeks-, groei- en leermogelijkheden aan te bieden. Invulling
geven aan die Human Capital Agenda is een belangrijk speerpunt voor TenneT’, zegt De
Bes.
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 39/51
Vraagstukken uit de praktijk
De vraag naar technici - in de volle breedte van de energiesector - zal alleen maar
toenemen, verwacht hij. ‘Sectoren en systemen worden, naast andere oplossingen,
geëlektrificeerd. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de industriële sector Chemie, Offshore Wind of
Mobiliteit: daar neemt die groei toe.’ En daar moet op ingespeeld worden. ‘Dan ga je kijken
wat een hogeschool aanbiedt op het gebied van hoogspanningstechniek. Met de
inspanningen van Rob in het lectoraat bouwen we mee aan die component van het
opleidingsaanbod.’
Studenten leren dankzij het lectoraat over vraagstukken die in de praktijk spelen. ‘Normaal
is het lastig voor een instelling, of het nou een technische universiteit is of een hbo, om
erachter te komen wat er nou precies speelt in die bedrijven. En waar die zich nou echt mee
bezig houden’, zegt Ross. ‘Dus je hebt mensen nodig die in zo’n instelling rondlopen, die
weten wat de huidige praktijk is en wat de huidige problemen zijn.’
Dankzij de relatie met TenneT hebben studenten van de HAN betere toegang tot reallife
technologie. ‘Als je als school separaat werkt, en je gaat met duurzame energie aan de
slag, dan gebeurt alles zo’n beetje op 5 volt en 220 volt. Maar als je naar de
elektriciteitssector kijkt, bijvoorbeeld naar netbeheerder Alliander, dan heb je het over 10
kilovolt. [..] Dan hebben we het nog over middenspanning. Hoogspanning gaat tot 400
kilovolt.’
Toegang tot kennisnetwerken
Werken met hoogspanning is een andere tak van sport dan werken met
laagspanningsniveaus. ‘Je moet bedenken dat iets wat je nieuw koopt in twee jaar totaal
verouderd kan zijn, omdat het niet goed gekozen is. Die beleving, dat soort competenties,
moet erbij komen. Dat elektrische componenten ook kunnen slijten.’ Robuustheid speelt een
belangrijke rol, wanneer het gaat om het elektriciteitsnet. ‘Het moet gewoon een levensader
voor de maatschappij kunnen zijn.’
Er zijn overigens meer dan twee partijen nodig om die levensader robuust en betrouwbaar
te houden. De Bes benadrukt het belang van docentonderzoekers die in grote
kennisnetwerken opereren, zoals stichting CIGRE en Dutch Power. ‘Zo krijg je
gemakkelijker toegang tot kennisontwikkeling en kennisdeling. Dat zorgt voor een breder
zicht op de energiemarkt en de thema’s die daar spelen. En geïnspireerde docenten zorgen
weer voor enthousiaste studenten, die bijdragen aan de leveringszekerheid van vandaag en
morgen. Alsmede het vooruitbrengen van de energietransitie.’
Bron: HAN Centre of Expertise - SEECE
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 40/51
05-07-2019 Engineering-studenten presenteren projectresultaten aan
opdrachtgevers
Engineering-studenten van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) sloten
donderdag 27 juni hun studiejaar af met een presentatie van hun semesterproject. De
studenten werkten een half jaar lang, 2 dagen per week, op Industriepark Kleefse Waard
(IPKW) aan hun project.
HAN-studenten met
warmtepomptechnologie
Ruim veertig projectgroepen, van
drie tot zes studenten, stortten zich
het vierde semester (tweede half
jaar van het tweede studiejaar) op
opdrachten van bedrijven en
lectoraten. De studenten volgen de
opleidingen Elektrotechniek,
Industrieel Product Ontwerpen,
Technische bedrijfskunde en
Werktuigbouwkunde.
Warmtepomp
Studenten Bas, Ricardo en Wout studeren werktuigbouwkunde en werkten afgelopen
periode aan een project voor het Lectoraat Meet en Regeltechniek van de HAN. Op het
IPKW hielden de studenten zich bezig met de optimalisatie van luchtdoorstroming van
warmtepompen op het dak.
In de toekomst kan aardgas niet meer gebruikt worden voor het verwarmen van woningen.
Een warmtepomp op het dak kan, in combinatie met een CV-ketel, een oplossing bieden.
De studenten kregen de opdracht om het rendement van de warmtepomp te verbeteren
door optimalisatie van de ventilator van de warmtepomp. Om de situatie na te bootsen,
gebruikten ze een testopstelling. De studenten hebben aanbevelingen gedaan aan het
lectoraat. De opdrachtgever keek met tevredenheid terug op de resultaten van de
studenten.
H2arvester
Werktuigbouwkunde-studenten Mika en Luuk werkten samen met Elektrotechniek-student
Tim aan de H2ARVESTER. De H2ARVESTER is een matrix van zonnepanelen, die zich
autonoom verplaatst op landbouwgronden. Het doel is om meer groene energie op te
wekken voor agrariërs, zonder dat de agrariër landbouwgrond hoeft in te leveren.
Na onderzocht te hebben welke technieken beschikbaar zijn, bedachten de studenten
diverse concepten. In overleg met de opdrachtgever is een van de concepten verder
uitgewerkt. Zo maakten de studenten een 3D-CAD-model van een concept-H2ARVESTER.
Daarnaast raadden de studenten de opdrachtgever aanom een schaalmodel van hun
ontwerp te maken, om zo goed te kunnen testen. Zowel de studenten als de opdrachtgever
spreken over een leerzame periode en een prettige samenwerking.
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 41/51
Nieuw studiejaar
Vanaf september werken studenten uit het tweede studiejaar van engineeringopleidingen
weer aan nieuwe projecten op IPKW, of bij het bedrijf op locatie. De studenten hebben
afgelopen donderdag tijdens de Meet & Greet potentiële opdrachtgevers ontmoet. Deze
week krijgen de studenten en opdrachtgevers te horen hoe de projectgroepen worden
vormgegeven.
Bron: IPKW
29-10-2019 HAN W@TTS: SEECE investeert in unieke infrastructuur voor
onderwijs en onderzoek
Het Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise (SEECE) investeert in
opleidingsfaciliteiten voor de energietechnicus van morgen. De faciliteiten zijn onderdeel
van HAN W@TTS_ Infrastructure for Research and Education on Power Systems dat in
december van start gaat.
Smart Grid Demo Table
Wie het Instituut Engineering van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN)
binnenloopt, komt onherroepelijk in aanraking met energietechnologie. Er staan slimme
laadpalen, practicumsets voor Elektrotechnieklessen, een tafel die een smart grid simuleert
en trainingssystemen waarin allerlei energiecomponenten aan elkaar gekoppeld zijn. Échte
energietechnologie die studenten voorbereidt op de wereld van morgen.
Deze opleidingsfaciliteiten worden ondergebracht in HAN W@TTS, dat in december
gelanceerd wordt. Onder de vlag van HAN W@TTS maken straks allerlei groepen gebruik
van de energietechnologie die - mede dankzij SEECE - op de HAN beschikbaar is. Van
mbo- tot master-studenten, van allerlei onderwijsinstellingen. Ook onderzoekers gebruiken
de faciliteiten voor de projecten waar ze aan werken.
Momenteel wordt de technologie vooral gebruikt voor studenten en cursisten van de HAN
zelf. Alle opleidingen op het Instituut Engineering hebben een energiecomponent en de
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 42/51
afdeling Cursussen Post-hbo en Maatwerkopleidingen (CPM) biedt steeds meer
energiegerelateerd onderwijs aan, waaronder de cursus Duurzame Energietechniek en de
gloednieuwe cursus Waterstof.
Leren door te ervaren
Trainingen van HAN W@TTS worden begeleid door vakexperts van het Lectoraat Meet- en
Regeltechniek. Zij leren studenten welke invloed componenten hebben op het
energiesysteem. De onderwijsfaciliteiten helpen om lastige onderwerpen, zoals netbalans,
inzichtelijk te maken. ‘Studenten onthouden het beter, omdat ze met échte
energietechnologie werken’, zegt onderzoeker Ballard Asare Bediako.
De nieuwste aanwinst is een uitgebreid trainingssysteem van het Duitse bedrijf Lucas-Nülle.
De HAN heeft de grootste opstelling van deze technologie ter wereld. Elk paneel heeft een
specifieke functie. Er is bijvoorbeeld een paneel dat een windmolen simuleert en een paneel
dat de rol van huishoudens vervult. Deze panelen zijn gekoppeld aan een controlecentrum,
waarmee men het energienet in balans houdt.
Er kunnen panelen worden toegevoegd aan het systeem. Zo is het mogelijk om
waterstofopslag een rol te laten spelen in de opstelling. Ook de panelen zelf zijn modulair,
laat Asare-Bediako weten. ‘De modules kun je uit een paneel halen en zelf samenstellen.’
Tot slot is de software achter het systeem, dat geleverd wordt met lesmateriaal, aan te
passen. Zo kan de trainingsopstelling door de onderzoekers van het lectoraat worden
afgestemd op actuele energievraagstukken.
Zie video https://youtu.be/qz-UFuIpBdY
Samenwerken in de driehoek
De HAN W@TTS- infrastructuur wordt de komende jaren door vakexperts verbeterd. Zo
werkt de HAN samen met Avans Hogeschool om het systeem van Lucas-Nülle uit te
breiden. De Brabantse hogeschool is ook in het bezit van een aantal panelen. Door samen
te werken, kennis te delen en gebruik te maken van elkaars faciliteiten kunnen
kennisinstellingen studenten beter en efficiënter opleiden.
Er wordt niet alleen samengewerkt met andere onderwijsinstellingen, het werkveld speelt
ook een grote rol in HAN W@TTS. Zo werkt netwerkbedrijf Alliander mee aan de
ontwikkeling van de Smart Grid Demo Table, een tafel die inzichtelijk maakt hoe een slim
energienet functioneert. De tafel geeft een hoog-, midden- en laagspanningsnet weer en
laat zien welke kant de elektriciteit op stroomt.
Op de tafel staan verschillende componenten die het elektriciteitsnet beïnvloeden:
windmolens, huizen met zonnepanelen, energieopslag enzovoorts. De tafel herkent deze
objecten door middel van een RFID-chip. Wordt er een ‘windmolen’ op tafel gezet, dan gaat
de productie omhoog. Wordt er een ‘fabriek’ op de tafel gezet, dan gaat de consumptie
omhoog. Effecten waar netbeheerders in de dagelijkse praktijk mee te maken krijgen.
SEECE-partners, zoals Alliander, hebben een tekort aan goed geëquipeerde
energietechnici. Daarom investeren zij mee in faciliteiten voor de energieprofessional van
morgen. Een technicus die voorbereid is op de energietransitie en alle vraagstukken die
daarbij horen.
Meer weten over het HAN W@TTS? Neem contact op met Bram Steennis
([email protected]) Bron: HAN Centre of Expertise - SEECE
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 43/51
10-11-2019 Drie student-energieprojecten in de schijnwerpers
Vanaf het tweede studiejaar brengen techniekstudenten van De Hogeschool van Arnhem
en Nijmegen (HAN) een groot deel van hun tijd door op IPKW (Industriepark Kleefse
Waard) in Arnhem. Daar werken zij in het derde en in het vierde semester aan projecten
met bedrijven. Drie bijzondere opdrachten waar studenten momenteel aan werken:
Project HPV: vervoer zonder brandstof of batterijen
Achterste rij, v.l.n.r.: Youp, Wisun, Joost, Jolien, Pete, Naichel, MacRobb en Tom voorste
rij: Joshua, Joris en Thijs.
HPV staat voor Human Powered Vehicle: een met menselijke spierkracht aangedreven
voertuig. De aandrijving van een HPV kan elektrisch zijn, maar alle energie die daarvoor
nodig is, moet door de gebruiker zelf worden opgewekt. Dus geen batterijen, geen
brandstof, maar puur natuur. De opdrachtgever is ontwerper Michiel van der Kley, die
bekend is als meubeldesigner en als ontwerper van de grootste 3D-geprinte betonnen
fietsbrug ter wereld.
Het ontwikkelen van een HPV is een omvangrijke klus. Vandaar dat zestien studenten
hieraan werken. Vier studenten Industrieel Product Ontwerpen hebben het ontwerp van de
HPV gemaakt. Zes studenten Werktuigbouwkunde zijn verantwoordelijk voor de constructie:
een zelfdragende carrosserie, die is opgebouwd uit 3D-geprinte delen. Zes studenten
Elektrotechniek hebben de taken passend bij hun differentiatie verdeeld: het elektrisch
systeem en de aandrijving worden ontwikkeld door studenten Industrial and Power
Systems. De slimme userinterface en het dashboard worden gemaakt door studenten
Embedded Systems. De studenten hebben acht weken achter de rug en nog zestien weken
voor de boeg.
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 44/51
Project Skid: de volgende stap
Kéke, Sancho, Jorg, Zoë, Jens, Timo, Nathan en Freek werken aan de meest ideale manier
om de warmtepomp in het skid te plaatsen.
Nederland gaat van het aardgas af, als het aan het huidige kabinet ligt. Daarom moet de
verwarmingsinstallatie in veel woningen worden aangepast. Verwarmen met een
warmtepomp ligt als alternatief voor de hand. Opdrachtgever Ordelman & Dijkman
Installaties wil een unit ontwikkelen die in de werkplaats op maat wordt geassembleerd: met
warmtepomp, warmtewisselaar, leidingen, regelsystemen en alles wat erbij hoort. De
complete installatie wordt daarna op de bouwplaats in één keer onder het dak van de
nieuwbouw- of renovatiewoning getild. Eenmaal op zijn plek worden de leidingen van de
installatie aangesloten op de leidingen in de woning.
Zo’n kant-en-klare unit heet een skid.
Ordelman & Dijkman zet studenten in voor de ontwikkeling van het skid. Op dit moment
werken twee groepen aan de meest ideale manier om de warmtepomp in het skid te
plaatsen. Enkele studenten onderzoeken of en hoe de huidige warmtepomp met dezelfde
hoofdcomponenten opnieuw kan worden gebouwd, maar dan met een aangepaste
vormgeving. Anderen doen onderzoek naar de communicatie tussen de warmtepomp en de
overige installatiecomponenten. Deze studenten bouwen voort op het werk van studenten
die vorig schooljaar aan de basis van de ontwikkeling stonden. De studenten uit beide
projectgroepen staan samen op de foto. Zij studeren Werktuigbouwkunde, Industrieel
Product Ontwerpen en Elektrotechniek (ES en IPS) en werken in het Powerlab op IPKW
aan hun project.
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 45/51
Project Wattsun: the next step
Ivo Bosman en Noura Alboushi Aldabbagh
Tijdens zijn opleiding Industrieel Product Ontwerpen ontwikkelde Koen Olieslagers de
Wattsun en richtte hij het gelijknamige bedrijf op. De Wattsun is een stapelbaar (modulair)
batterijsysteem dat kan worden ingezet om locaties tijdelijk van stroom te voorzien. Denk
aan festivalterreinen of bouwlocaties. Geen herrie, stank en CO2-uitstoot door
dieselgeneratoren en geen lange kabels. Dat was in 2015. Koen is nu terug bij de HAN,
maar nu als zelfstandig ondernemer met een paar interessante onderzoeksopdrachten. Hij
wil zijn batterijsysteem verder ontwikkelen.
Het HAN-Lectoraat Meet- en Regeltechniek heeft de opdracht aangenomen en
toevertrouwd aan studenten Ivo Bosman en Noura Alboushi Aldabbagh. Beiden studeren
Electrical and Electronic Engineering, de Engelstalige variant van de bacheloropleiding
Elektrotechniek en werken in het Powerlab op IPKW aan de volgende taken:
Onderzoek wat het optimale laad- en ontlaadsysteem is voor het bestaande Wattsun
batterijsysteem;
Bepaal hoe je meerdere modulaire batterijsystemen op het net kunt aansluiten en
hoe deze optimaal kunnen worden geregeld;
Bepaal welk type pv-paneel (=zonnepaneel) en laadsysteem het meest geschikt is
voor off-gridtoepassing (dus los van het lichtnet) en het beste past bij het
bestaande Wattsun-concept:modulair, draagbaar en plug & play.
Bron: HAN.nl
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 46/51
28-11-2019 Techathon 2019: binnen één dag bedenken hoe je een wijk
verduurzaamt
Een uitdaging. Zo kon je de Techathon 2019 toch op zijn minst wel noemen. Binnen het
tijdsbestek van één dag moesten acht teams zich in de Dutch Innovation Factory in
Zoetermeer buigen over de vraag: hoe verduurzaam je een wijk?
Winnaars Techathon 2019
Geen sinecure, maar de teams, waaronder vier van de HAN University of Applies Sciences,
gingen er op donderdag 21 november helemaal voor. Vier hbo-studenten, één mbo-student
en twee high potentials van installatiebedrijven gingen gedurende de dag aan de slag om
creatieve en haalbare oplossingen te verzinnen voor het verduurzamen van de wijk
Driemanspolder in Zoetermeer.
Heldere vraagstelling
De vraagstelling voor de opdracht was helder, maar daardoor niet meteen eenvoudig. “Op
welke wijze kan de wijk Driemanspolder in Zoetermeer in 2040 zijn verduurzaamd? Welke
technieken moeten worden ingezet, hoe kan de businesscase sluitend gemaakt worden en
hoe krijg je de betrokken partijen mee? Werk dit uit in een oplossing voor de wijk
Driemanspolder.” Een pittige klus om in één dag te klaren. Maar uiteindelijk lukte het alle
teams om aan het eind van de dag hun ideeën te presenteren.
Ook voor de uiteindelijke presentaties waren de regels helder en onverbiddelijk: drie
minuten voor het pitchen van het idee, en vervolgens nog twee extra minuten voor vragen
vanuit de jury, die voorgezeten werd door Medy van der Laan, voorzitter Energie Nederland.
Samen met de jury boog zij zich over de ideeën van Team Heijmans (HHS), Team Engie
(HHS), Team Rensa (HAN), Team Kuijpers (HAN), Team Kropman (HAN), Team Van Dorp
(HAN), Team Homij (Fontys) en Team Breman (Avans).
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 47/51
S3-studenten Engineering
In de teams vanuit HAN zaten Engineering-studenten uit semester 3. Onderdeel van hun
curriculum is de bedrijfsopdracht. Veel van deze studenten werken nu aan een opdracht
rondom de energietransitie in de gebouwde omgeving in Powerlab/ESBE. Wat de HAN
betreft, pakken we het volgend jaar nog groter aan en gaan we dan voor de prijzen.
In een dik half uur vlogen de plannen in rap tempo in het rond. Zo was Team Heijmans van
mening dat verduurzaming begint bij de bewoners in de wijk. Zij pleitten dan ook voor wijk-
ambassadeurs, en een heuse energiecompetitie tussen straten en buurtjes. Ook wilden ze
een modelwoning in de wijk plaatsen, “om te laten zien hoe te gek het is in een duurzame
woning te verblijven.” Ook wilden ze inwoners vrij laten in de keuze voor isolatie, een
warmtepomp of zonnepanelen.
Energierotondes en windturbines
Ook bij de overige teams bleek aan plannen geen gebrek. Warmtesensoren in huis, warmte
en koude-opslag voor flats, smart heating grids, het creëren van saamhorigheid en zorgen
voor onveranderd comfort. Team Rensa van de HAN kwam met het idee om restwarmte
van industrieën te gebruiken om huizen te verwarmen, zodat de energiekosten zakken.
Team Kuijpers, eveneens van de HAN, pleitte voor heuse ‘energierotondes’ en windturbines
bovenop flats plaatsen. Onder het motto ‘Geen moetje maar meerwaarde’ wilde Team
Kropman van de HAN grote, modulaire warmtepompen plaatsen waar huizenblokken door
middel van energie van zonnepanelen en windparken konden worden verwarmd.
Maar zoals bij elke wedstrijd, kan er maar één de winnaar zijn. Dat werd Team Heijmans,
van de Haagse Hogeschool. De jury kwam tot de conclusie dat hun plan haalbaar en
betaalbaar was, mede vanwege het creëren van draagvlak bij bewoners en andere
betrokken partijen. Hun oplossing was gebaseerd op een warmtenet in combinatie met
warmte/koudeopslag, centrale warmtepompen, zonnepanelen en gebouwisolatie. Ook hield
het team rekening met het feit dat niet elke bewoner zomaar wil investeren in isolatie. “Een
prestatie van formaat! En dat binnen éen dag!”, aldus voorzitter Van der Laan. Verder
noemde ze alle plannen van een verrassend hoog niveau.
Eervolle vermelding
De winnaars kregen zowel een trofee als een cheque van 4000 euro. Daarnaast bestaat de
prijs uit een heuse waterstof-studiereis, maar is de echte kers op de taart dat de gemeente
Zoetermeer het winnende plan mogelijk daadwerkelijk gaat realiseren. Een eervolle
vermelding was er nog wel voor Team van Dorp van de HAN, die als uitgangspunt hadden
‘dat de mens meer waard is dan de euro’. Hun idee om bewoners via een online platform de
regie te geven over de verduurzaming van hun woning, viel bij de jury in goede aarde.
Wil je meer zien van de Techathon?
Kijk dan de aftermovie: https://youtu.be/Y3eb5p4yuNM
Of kijk de vlog van Joshua: https://youtu.be/ujPzozHlPQc
Bron: HAN, Hans van Lissum
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 48/51
13-12-2019 ElaadNL zet HAN-studenten in voor onderzoek testlab
Techniekstudenten van de HAN University of Applied Sciences doen sinds september
onderzoek naar een toekomstige testfaciliteit voor het laden van elektrische voertuigen. De
opdrachtgever, stichting ElaadNL, hecht veel waarde aan zijn band met
onderwijsinstellingen. ‘We zijn mede gegroeid door studenten.’
Rick Roor, relatiemanager & test engineer bij ElaadNL
De opdracht die de HAN-studenten van ElaadNL kregen, staat aan de basis van een
zogenaamd S3-project. In dit soort projecten werken tweedejaars techniekstudenten
structureel aan projecten voor bedrijven en onderzoeksgroepen. Zij leren in multidisciplinair
verband samenwerken aan opdrachten die bijdragen aan een duurzame wereld.
Een goede ontwikkeling, vindt Rick Roor, relatiemanager & test engineer bij ElaadNL. Hij
was drie jaar geleden zelf student op de HAN, waar hij de opleiding Automotive volgde. Hij
leerde veel over brandstofmotoren, maar koos uiteindelijk voor een duurzame richting.
‘Uiteindelijk zal een auto een grote computer op wielen zijn, die – denk ik – vooral in grote
steden rijdt.’
Laadinfrastructuur
Studenten die zich willen onderdompelen in duurzame mobiliteit zijn bij ElaadNL aan het
juiste adres. De stichting werd in 2009 opgericht door netbeheerders, waaronder twee key-
partners van SEECE: Alliander en TenneT. In deze tijd betraden de eerste stekkerauto’s het
Nederlandse wegennet. Er waren nauwelijks laadmogelijkheden en wegenwachtservices
waren niet toegerust op elektrische voertuigen met een lege accu.
Het primaire doel van ElaadNL was destijds: laadinfrastructuur aanleggen op strategische
punten in heel Nederland. 10.000 stuks, om precies te zijn. In die periode deed de stichting
veel kennis op over laadinfrastructuur. ElaadNL-technici werkten bijvoorbeeld aan
transactiesystemen voor laadpalen en standaardisatie. Dat was geen overbodige luxe.
‘Sommige mensen reden met tien verschillende stekkers in hun achterbak, zodat ze overal
konden laden’, zegt Roor.Nadat 3500 laadpunten gerealiseerd waren, stopte ElaadNL met
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 49/51
het aansluiten van laadpalen. ‘De markt pakte het op. Toen het commerciële plaatje in zicht
kwam, heeft ElaadNL gezegd: wij trekken onze handen er vanaf, anders hebben we invloed
op de concurrentie. Dat wilden we niet, we zijn tenslotte een stichting.’ ElaadNL ging door
als een kennis- en innovatiecentrum op het gebied van slimme laadinfrastructuur.
Vraag en aanbod balanceren
Het doel van dit centrum is om de negatieve invloed van laadpunten op het elektriciteitsnet
te minimaliseren. Elektrische auto’s vragen veel capaciteit van de energie-infrastructuur.
‘Een volle batterij van een grote Tesla Model S - goed voor circa 450 tot 500 kilometer rijden
- staat gelijk aan de gemiddelde elektriciteitsbehoefte van een gezin, bestaande uit twee
ouders en twee kinderen, voor een hele week.’
De uitdaging van ElaadNL wordt met de tijd groter. Omdat de batterijen van auto’s steeds
meer capaciteit hebben, groeit de vraag naar laadpalen met een groot vermogen. Oftewel:
laadpunten die voertuigen sneller van stroom voorzien. Daarbij wordt verwacht dat steeds
meer bussen en zelfs vrachtwagens elektrisch gaan rijden. Ook die moeten snel van
energie worden voorzien. ‘Die krijgen een stroomstoot en gaan door met de distributie van
goederen. Als die stilstaan, wordt er niets verdiend.’De stichting wil een speciaal testlab
opzetten voor het onderzoek naar laden met grote vermogens. ‘In eerste instantie hadden
wij het plan om testen in de publieke ruimte uit te voeren. Bijvoorbeeld op een busstation,
waar dergelijke laadpunten aanwezig zijn. Maar het is bij nader inzien gewenst om daar een
lab voor op te richten dat is afgesloten van andere elektronische apparatuur.’ Het lab moet
samen met laadpaalfabrikanten, onderzoekscentra en kennisinstituten tot stand komen.
De rol van studenten
Een van die kennisinstituten is de HAN. De stichting zocht destijds engineeringstudenten
om te onderzoeken welke apparatuur, software en constructies nodig zijn voor zo’n lab.
Roor kwam via het Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise (SEECE) in contact
met de HAN en formuleerde een opdracht waar studenten zich voor konden inschrijven.
Momenteel werken twee studenten Elektrotechniek en drie studenten werktuigbouwkunde
aan het project. De studenten leveren eind januari 2020 een concept aan voor het testlab.
‘Dat is een concept met alle spullen die we nodig hebben en hoe we die willen indelen.
Bijvoorbeeld wat voor materialen we nodig hebben voor technische constructies. En ze
berekenen wat voor gewicht en krachten die kunnen hebben. Dat is geschikt voor de
werktuigbouwjongens. De Elektrotechniekstudenten zijn meer bezig met de
meetapparatuur, de software en de aansluiting.’De samenwerking met studenten is niet
alleen van belang voor het nieuwe testlab van ElaadNL, het is ook een manier om de band
tussen de HAN en de stichting te versterken. Een band waar beide partijen baat bij hebben.
‘Wij zijn heel erg gericht op vernieuwing en innovatie; de meest recente nieuwtjes willen wij
weten. De HAN heeft een groot netwerk aan bedrijven waar wij misschien weer kennis
kunnen opdoen. Daarnaast kunnen we de HAN helpen om lesmateriaal te verbeteren.’
Het is niet de eerste keer dat ElaadNL met het onderwijs samenwerkt, laat Roor weten.
‘ElaadNL is mede gegroeid door studenten. De stichting is als best een klein clubje
begonnen, maar door het grote aantal onderzoeken door de jaren heen, trokken we veel
onderzoeksstagairs aan. In eerste instantie deden we dat via universiteiten, maar de laatste
tijd zijn we druk bezig met de HAN omdat we ook veel in de uitvoering bezig zijn.’
Bron: HAN Centre of Expertise - SEECE
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 50/51
16-12-2019 HAN W@TTS: state-of-the-art materiaal voor energieonderwijs en -
onderzoek
Janneke Hoekstra, directeur van de faculteit Techniek, knipte in de middag van 11
december een lichtgevend snoer door dat prompt van kleur veranderde. Groene – in plaats
van rode – lampjes symboliseerden de lancering van HAN W@TTS - Infrastructure for
Research and Education on Power Systems.
Janneke Hoekstra, directeur van de Faculteit Techniek, lanceert HAN W@TTS door een
lichtsnoer door te knippen
Op de HAN University of Applied Sciences in Arnhem staan opslagsystemen, practicumsets
voor Elektrotechnieklessen, een tafel die een smart grid simuleert, trainingssystemen
waarin allerlei energiecomponenten aan elkaar gekoppeld zijn en nog veel meer. Het is een
arsenaal aan energietechnologie die door verschillende partijen gebruikt kan worden voor
onderwijs en onderzoek. Al deze technologie valt voortaan onder de vlag van HAN
W@TTS.
Belang voor onderzoek
Voorafgaand aan de lancering werd het belang van state-of-the-art energietechnologie
benadrukt voor de tientallen aanwezigen. Lector Meet- en Regeltechniek Aart-Jan de Graaf
vertelde hoe het gebouw van het instituut Engineering jaren geleden werd omgetoverd in
een off-grid energiesysteem voor het project Sustainable Off-grid Powerstation for Rural
Areas (SOPRA). Zonnepanelen op het dak van de hogeschool werden gekoppeld aan een
slim energiesysteem.
Momenteel maken laadpalen voor elektrische voertuigen ook onderdeel uit van het
systeem. Deze setting stelt onderzoekers voor nieuwe uitdagingen en laat zien wat er écht
gebeurt wanneer voertuigen worden opgeladen met zonne-energie. ‘Wat betekent het nou
als energie niet altijd beschikbaar is? Dit soort opstellingen lokt nieuwe onderzoeksvragen
uit.’
Versie 01-2020 ELEKTROTECHNIEK IN HET NIEUWS 51/51
Belang voor onderwijs
Bram Steennis, directeur van de afdeling Cursussen, Post-hbo, en Maatwerkopleidingen
(CPM) benadrukte tijdens zijn presentatie waarom HAN W@TTS van belang is voor het
onderwijs. Hij sprak over de complexiteit van energienetten. ‘De energiewereld is een stuk
ingewikkelder geworden. We krijgen bijvoorbeeld te maken met de opwek van zon en wind,
waarbij energiestromen ineens alle kanten opgaan en fluctueren.’
De HAN W@TTS-faciliteiten helpen bij het bevatten van lastige energievraagstukken. Zo
werd eerder dit jaar een simulator geïnstalleerd die het energienet nabootst. Hierdoor
ervaren studenten, cursisten en onderzoekers welke invloed de energietransitie op het
elektriciteitsnet heeft. Ze kunnen bijvoorbeeld een kolencentrale uitzetten, een windmolen
laten draaien of energie opslaan. Acties die effect hebben op het energienet als geheel.
Leren systeemdenken
Een groot voordeel van deze simulatietechnologie is dat men leert systeemdenken, blijkt uit
de presentatie van Steennis. Hij betoogt dat het moeilijk is om het hele energiesysteem te
overzien en dat het lastig is om economische en politieke beslissingen te nemen als het
overzicht ontbreekt. ‘De samenhang is ontzettend ingewikkeld. Er zijn best veel
deskundigen, maar die zijn opgeleid in een specifiek vakgebied. Dat maakt het bewaken
van een totaaloverzicht erg lastig.’
Het is zaak om energieprofessionals op te leiden die dat overzicht wél hebben. De HAN zet
daar vol op in. De hogeschool richt zich al jaren op het thema energietransitie en leidt de
energieprofessional van morgen op. En de energieprofessional van vandaag, overigens. De
HAN W@TTS-infrastructuur wordt niet alleen ingezet voor fulltime studenten, maar ook voor
cursisten, deeltijders die al een baan hebben in de energiesector en onderzoekers.
De HAN staat er niet alleen voor. Bij HAN W@TTS zijn veel organisaties uit het werkveld
betrokken, veelal partners van het Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise
(SEECE). De slogan van het centre of expertise is niet voor niets: samenwerken aan
betrouwbare en betaalbare energie voor een duurzame wereld. SEECE is medefinancier en
aanjager van HAN W@TTS.
Lees ook: Met HAN W@TTS_ gaat de HAN nu écht op de elektrische toer op SAM by HAN
Bron: HAN Centre of Expertise - SEECE