EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering,...

27
Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 1 EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. Een richtlijn voor het opstellen en uitvoeren van één en het beste welzijnsplan voor ieder kind. Gert van Tol © Emfusio Onderwijsconsult

Transcript of EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering,...

Page 1: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 1

EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind.

Een richtlijn voor het opstellen en uitvoeren van één en het beste

welzijnsplan voor ieder kind.

Gert van Tol

© Emfusio Onderwijsconsult

Page 2: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 2

Inhoudsopgave

1 Inleiding ...................................................................................................................... 3

1.1 Over deze handleiding ......................................................................................................................................... 4

2 Wat is Een juiste aanpak voor ieder kind? .................................................................... 5

2.1 Wat betekent Een juiste aanpak voor ieder kind? .................................................................................... 5 2.2 Fundamenten van Een juiste aanpak voor ieder kind .............................................................................. 5 2.3 De kern-componenten ......................................................................................................................................... 6 2.4 Waardes en principes .......................................................................................................................................... 6 2.5 Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering ........................................................................................... 7

3 Een juiste aanpak in praktijk ........................................................................................ 9

3.1 Welzijn ....................................................................................................................................................................... 9 3.2 Het Welzijnswiel .................................................................................................................................................. 10 3.3 Het opbouwen van een ondersteunend netwerk ................................................................................... 11 3.4 De taak van de expliciet benoemde persoon............................................................................................ 12 3.5 De taak van de hoofdhulpverlener ............................................................................................................... 13 3.6 Het EJAVIK praktijkmodel ............................................................................................................................... 14 3.7 De stappen van het praktijkmodel ............................................................................................................... 15

Page 3: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 3

1 Inleiding

In Nederland hebben we in 2014 Passend Onderwijs ingevoerd en in 2015 heeft de Transitie Jeugdzorg

plaatsgevonden. Deze operaties zijn beleidsmatig naast elkaar uitgevoerd. Na enkele jaren werken wordt

uit evaluaties duidelijk dat de integratie nog onvoldoende gestalte heeft gekregen. Met behulp van deze

publicatie wil ik, kijkend naar het voorbeeld van GIRFEC (Getting It Right For Every Child) een vertaling van

het programma beschrijven voor de Nederlandse situatie. Hiervoor heb ik gebruik gemaakt van de Schotse

nationale programmabeschrijvingen en deze bewerkt voor de Nederlandse situatie. Deze vertaling is mede

tot stand gekomen met Pensare Software, mede ontwikkelaars van het programma GRIPPA, wat voor de

implementatie van passend onderwijs, met volledige integratie van de jeugdzorg kan worden gebruikt.

Wat willen we in Nederland bereiken?

We willen dat al onze kinderen en adolescenten naar hun behoeften volledig ondersteund worden in hun

groei tot succesvolle leerlingen en individuen met zelfvertrouwen, tot verantwoordelijke burgers, die een

effectieve bijdrage kunnen leveren en zich gedragen als verantwoordelijke burgers. Hiermee kiezen we een

duidelijke preventieve aanpak. De integratie van beide systemen voorkomt bureaucratie en onbegrip voor

een verschillende aanpak. Een domein overstijgende aanpak moet ons brengen, wat tot nu toe in aparte

domeinen met diverse vakgroepen onvoldoende gelukt is,

Wij geloven dat daarvoor voldaan moet worden aan de volgende voorwaarden:

Ieder kind is

veilig kinderen zijn beschermd tegen misbruik, verwaarlozing en gevaar.

gezond de fysieke en mentale gezondheid is optimaal en kinderen worden geholpen om

gezonde en veilige keuzes te maken.

succesvol kinderen krijgen steun en sturing in hun ontwikkeling, waardoor hun

vaardigheden, vertrouwen en gevoel van eigenwaarde groeien.

verzorgd kinderen hebben een thuis, een plaats waar zij verzorgd worden en waar zij

kunnen leven en groeien

actief kinderen krijgen de gelegenheid om aan een groot aantal verschillende

activiteiten deel te nemen – om hen te helpen om een waardevolle en gelukkige

toekomst voor zichzelf te creëren.

gerespecteerd kinderen krijgen een stem in en worden betrokken bij de besluiten die hun

welzijn beïnvloeden.

verantwoordelijk kinderen doen dingen voor hun school en hun buurt.

betrokken, opgenomen

in zijn leefomgeving

kinderen krijgen hulp en begeleiding om de gevolgen van sociale,

opvoedkundige, fysieke en economische ongelijkheid te minimaliseren; alle

kinderen worden geaccepteerd als volwaardige leden van de gemeenschap

waarbinnen zij leven en leren.

Terwijl kinderen en adolescenten verder reizen op hun levensweg, hebben sommigen tijdelijke problemen,

sommigen moeten leren leven met uitdagingen en sommigen zullen moeten omgaan met een combinatie

van problemen.

In sommige gevallen zullen zij – en hun familieleden – hulp en steun van derden nodig hebben.

Page 4: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 4

Ongeacht hun behoeften of hun leefomstandigheden, zouden kinderen/adolescenten en hun familieleden

altijd moeten weten waar zij hulp kunnen krijgen, welke ondersteuningsmogelijkheden er zijn en of die hulp

voor hen passend is.

De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning

biedt, het belang en de wensen van het kind/de adolescent en hun familieleden centraal stelt.

EJAVIK is belangrijk voor iedereen die met kinderen en adolescenten werkt. Maar ook voor hulpverleners

die werken met de volwassenen die voor kinderen zorgen. Professionals moeten samenwerken in hun

ondersteuning van gezinnen, zodat, in plaats van te wachten tot een acute crisis optreedt, reeds bij de

eerste tekenen van problemen actie wordt ondernomen.

Dat betekent dat over de grenzen van bestaande structuren moet worden (samen)gewerkt. Niet de

professionele organisaties en structuren staan centraal, maar de kinderen en hun familieleden. Kinderen en

adolescenten moeten het uitgangspunt zijn bij het nemen van beslissingen, op zo’n manier dat zij een zo

goed mogelijke start krijgen in het leven.

1.1 Over deze handleiding

Deze handleiding bestaat uit twee delen:

- het eerste deel gaat over de achtergrond van de EJAVIK1-benadering

- het tweede deel beschrijft hoe professionals de EJAVIK-benadering kunnen gebruiken om de gewenste

en noodzakelijke veranderingen in cultuur, systemen en gewoontes tot stand te brengen, zodat ieder

kind zijn of haar capaciteiten ten volle kan benutten.

1 Zie ook A Guide tot Implementing Getting it right for every child: messages from pathfinders en learning

partners. op de website van de Scottish Government

Page 5: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 5

2 Wat is Een juiste aanpak voor ieder kind?

Het is een consequente manier om met kinderen en adolescenten te werken. Het is een basis voor alle

hulp- en dienstverlening aan kinderen en kan ook toegepast worden door hulpverleners van ouders of

verzorgers.

De benadering helpt ons om te focussen op dat wat een positief verschil oplevert voor kinderen en

adolescenten – hoe kunnen wij als hulpverleners ervoor zorgen dat de omstandigheden voor kinderen

verbeteren. De EJAVIK-benadering wordt verweven door alle bestaande politiek, gewoontes, strategieën

en wetgeving ten aanzien van kinderen/adolescenten en hun familieleden. Dit is in Nederland momenteel

nog onvoldoende het geval. In Schotland is deze implementatie na jarenlange voorbereiding inmiddels

volledig doorgevoerd.

2.1 Wat betekent Een juiste aanpak voor ieder kind?

Kinderen/adolescenten2 en hun familieleden:

hebben vertrouwen in de hulp die zij krijgen;

begrijpen wat er gebeurt en waarom;

worden gehoord en begrepen, er wordt zorgvuldig geluisterd naar hun wensen;

worden op een gepaste manier betrokken bij discussie en beslissingen die hen raken;

kunnen erop rekenen dat de juiste hulp zo snel mogelijk geboden wordt;

ervaren dat de hulp van professionals op een goed-gecoördineerde en gestroomlijnde manier wordt

aangeboden.

Hulpverleners:

plaatsen het kind/de adolescent centraal;

leren elkaar, over bestaande organisaties en structuren heen, te begrijpen;

beschouwen het kind/de adolescent als een eenheid en gebruiken gemeenschappelijke hulpmiddelen,

taal en processen zodat zij, indien nodig, intensief kunnen samenwerken met ander hulpverleners.

Managers binnen zorginstellingen en directeuren/ intern begeleiders in het onderwijs:

zorgen voor leiderschap en strategische ondersteuning zodat de veranderingen in cultuur, systemen en

gewoontes binnen en tussen verschillende organen die nodig zijn om EJAVIK te implementeren, tot

stand gebracht worden;

sturen de veranderingsprocessen aan en begeleiden de stafmedewerkers/ leerkrachten in de overgang

van de huidige werkprocessen naar de nieuwe kind-als-kern-aanpak.

2.2 Fundamenten van Een juiste aanpak voor ieder kind

De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering kent tien kern-componenten en een aantal waardes en

principes die ervoor zorgen dat onze activiteiten als onderwijzers, hulp- en dienstverleners betekenisvol en

2 In Nederland hebben we te maken met naast verschillende domeinen ook nog gedeelde domeinen. Zo is de samenwerking tussen basis- en voortgezet onderwijs zeker nog voor verbetering vatbaar. Afspraken binnen het basisonderwijs worden doorgaans maar ten dele verlengd/ ondersteund in het voortgezet onderwijs.

Page 6: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 6

relevant is. De uitgangspunten zijn in ieder omstandigheid of omgeving waar gewerkt wordt met kinderen

of adolescenten van toepassing.

2.3 De kern-componenten

De EJAVIK-benadering is gebaseerd op tien kern-componenten die in iedere situatie en onder iedere

omstandigheid van toepassing zijn.

1. De nadruk ligt op het verbeteren van de uitkomsten voor kinderen/adolescenten en hun familieleden,

vanuit een gedeelde opvatting over welzijn.

2. Er is een gedeelde manier waarop toestemming verkregen wordt en waarop (gepaste) informatie

gedeeld wordt.

3. Er wordt principieel vastgehouden aan een integrale rol voor kinderen/adolescenten en hun

familieleden tijdens beoordeling, planning en interventie.

4. Alle betrokkenen gebruiken eenzelfde manier om zorgen of risico’s te achterhalen, behoeften vast te

stellen en tot overeenstemming te komen over acties en gewenste resultaten; de uitgangspunten zijn

de Welzijnsindicatoren.

5. Planning, beoordeling en besluitvorming zijn gestroomlijnd, zodat de juiste hulp op het juiste moment

gegeven wordt.

6. Er is, zonder uitzondering, sprake van uitmuntende samenwerking: binnen instanties maar ook tussen

instanties en onderwijsinstellingen; lokaal en waar nodig regionaal.

7. Er is een expliciet benoemde persoon (EBP) voor ieder kind/adolescent en, waar nodig, een

hoofdhulpverlener (HH) om activiteiten door of via verschillende instanties te coördineren en te

monitoren.

8. Er wordt gezorgd voor zo veel mogelijk getraind personeel in onderwijs en zorg, zodat behoeften en

risico’s zo vroeg mogelijk onderkend worden.

9. Er wordt gezorgd voor competent en zelfverzekerd personeel in alle hulpverlenende instanties, die

hulp verlenen aan kinderen, adolescenten en hun familieleden.

10. Er zijn efficiënte en betrouwbare manieren om gegevens (demografische gegevens, beoordelingen,

planningen) digitaal met elkaar te delen, zowel binnen een instantie als tussen instanties. Hiervoor

wordt het programma GRIPPA geadviseerd, wat geschreven is voor de implementatie van passend

onderwijs en de toepassing van zorg.3

2.4 Waardes en principes

De waarden en principes van Een juiste aanpak voor ieder kind (EJAVIK) zijn afgeleid van de Rechten van het

kind en betreffen wetgeving, standaarden, procedures en professionele expertise. In Nederland hebben we

al geruime tijd te maken met de onderschrijving van deze verklaring. Tot een werkelijk toepassing ervan

vanuit een geïntegreerde aanpak is het echter nog onvoldoende gekomen. De rechten van het kind

beschrijven het

bevorderen van het welzijn van individuele kinderen en adolescenten

Dit is gebaseerd op kennis over de ontwikkeling van kinderen en adolescenten binnen het gezin, het

onderwijs en in hun buurt, en het zo vroeg mogelijk onderkennen en vervullen van hun behoeften.

zorgen voor de veiligheid van kinderen en adolescenten

Emotionele en fysieke veiligheid is fundamenteel; dit gaat verder dan kinderbescherming en is overal

voorwaardelijk aanwezig.

3 Zie www.grippa.nl

Page 7: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 7

het kind in het centrum plaatsen

Er behoort geluisterd te worden naar kinderen en adolescenten, zij behoren betrokken te worden bij

beslissingen die consequenties voor hen hebben.

uitgaan van het totale kind

Inzien dat gebeurtenissen in een aspect van het leven van het kind, een effect kunnen hebben op veel

andere gebieden in zijn of haar leven.

gebruik maken van sterke kanten en bevorderen van weerstandsvermogen/veerkracht

Waar mogelijk moet gebruik gemaakt worden van de bestaande netwerken en ondersteuning die het

kind reeds heeft.

bevorderen van kansen en waarderen van diversiteit

Kinderen en adolescenten behoren zich in alle omstandigheden gewaardeerd te voelen; leerkrachten,

hulp- en dienstverleners moeten situaties creëren waarbinnen diversiteit gewaardeerd wordt.

zorgen voor extra hulp: gepast, proportioneel en tijdig

Zo snel mogelijk zorgen voor hulp en daarbij rekening houden met behoeften op de korte en op de

lange termijn. Dat vraag een meer flexibele inzet van professionals in scholen en instellingen. Formaties

dienen dynamisch te kunnen worden toegepast.

helpen bij het maken van geïnformeerde keuzes

Kinderen/adolescenten en hun familieleden helpen om te begrijpen welke hulp zij kunnen krijgen en wat

hun keuzemogelijkheden zijn.

samenwerken met familieleden

Wanneer het maar mogelijk is, de mensen die het kind het beste kent steunen, begrijpen wat zij nodig

hebben, wat hen helpt en wat minder goed werkt.

respecteren van vertrouwelijkheid en delen van informatie

Proberen om toestemming te krijgen om relevante informatie te delen met anderen maar tegelijkertijd

de vertrouwelijkheid van kinderen en adolescenten bewaken.

bevorderen van dezelfde waarden over alle professionele relaties

Respect, geduld, eerlijkheid, betrouwbaarheid, veerkracht en integriteit zijn kwaliteiten die door zowel

kinderen, adolescenten en hun familieleden als door collega’s worden gewaardeerd.

gebruik maken van ieders expertise

Respecteer de bijdrage van anderen en werk met hen samen; leer dat het delen van

verantwoordelijkheid niet betekent dat je over de grenzen van je competenties of

verantwoordelijkheden gaat.

coördineren van de hulp

Besef dat voor de beste hulp aan kinderen, jongvolwassen en hun familieleden, in veel situaties

samenwerking tussen verschillende beroepsbeoefenaars nodig is.

Opbouwen van een competent personeelsbestand ter bevordering van het welzijn van kinderen en

adolescenten

Verbind je tot continu leren en ontwikkelen en het verbeteren van een interprofessionele aanpak.

2.5 Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering

De EJAVIK-benadering gaat over de manier waarop beroepsbeoefenaars binnen een verscheidenheid aan

dienstverlenende instanties voor kinderen en volwassenen ervoor kunnen zorgen dat kinderen en

adolescenten bereiken wat in hun mogelijkheden ligt: door, waar nodig, samen te werken en door

uitgangspunten en verantwoording te delen. De EJAVIK-benadering streeft naar:

oplossingen met en rond kinderen/adolescenten en hun familieleden

hulp aan kinderen/adolescenten waar nodig en wanneer nodig

een positieve verschuiving in cultuur, systemen en gebruiken

Page 8: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 8

een betere samenwerking om de levenskansen van kinderen/adolescenten en hun familieleden te

verbeteren.

Page 9: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 9

3 Een juiste aanpak in praktijk

3.1 Welzijn

Het centrale punt binnen EJAVIK is het welzijn van kinderen en adolescenten. Er zijn acht segmenten van

welzijn waarbinnen kinderen zich kunnen ontwikkelen om nu en in de toekomst goed in hun vel te zitten.

Deze acht segmenten worden in de context van “vier capaciteiten” geplaatst die het hart vormen van het

Excellentie Curriculum.

De vier gewenste capaciteiten zijn: een succesvolle leerling, een zelfverzekerd individu, een

verantwoordelijke burger en een waardevolle participant.

De acht welzijnsindicatoren zijn:

veilig gezond succesvol verzorgd

actief gerespecteerd verantwoordelijk betrokken

Dat zijn de basiseisen waaraan voldaan moet zijn voor alle kinderen en adolescenten om te kunnen groeien

en om zich te ontwikkelen naar hun kunnen. De capaciteiten en welzijnsindicatoren kunnen schematisch

worden weergegeven in het Welzijnswiel.

Page 10: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 10

3.2 Het Welzijnswiel

De welzijnsindicatoren worden gebruikt om observaties, gebeurtenissen en zorgen te rapporteren en als

een hulpmiddel bij het opstellen van een kind-plan. De Mijn-wereld-driehoek en de Veerkracht-matrix

worden gebruikt om informatie te verzamelen, te structureren en te analyseren.

Kinderen/adolescenten ontwikkelen zich op hun eigen manier, afhankelijk van de omstandigheden, maar

ieder kind/adolescent mag erop rekenen dat hij/zij de juiste ondersteuning krijgt van volwassenen, zodat

hij/zij zich zo goed mogelijk ontwikkelt op de acht welzijnsindicatoren.

Alle instanties die in aanraking komen met kinderen, dienen hun taak dusdanig in te vullen dat alle kinderen

en adolescenten binnen hun bereik gezond, succesvol, verzorgd, actief, gerespecteerd, betrokken en,

boven alles, veilig zijn.

Page 11: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 11

De welzijnsdriehoek is opgebouwd vanuit een algemeen geldend patroon, maar kan door

identiteitsgebonden organisaties ook worden uitgebreid met invullingscomponenten vanuit de eigen

(levensbeschouwelijke) overtuiging, mits algemeen geldende afspraken in stand blijven.

3.3 Het opbouwen van een ondersteunend netwerk

Een juiste aanpak voor ieder kind streeft naar een ondersteunend netwerk rondom ieder kind, dat het

welzijn van het kind bevordert doordat er op het juiste moment passende hulp is. Dit netwerk bestaat uit

familieleden en/of verzorgers, en instanties zoals consultatiebureaus, GGD, jeugdzorg en school. Vaak zal

er ook sprake zijn van steun vanuit de buurt. Voor de meeste kinderen en adolescenten is dit netwerk

voldoende.

Slechts dan wanneer de steun van familie, buurt en algemene, laagdrempelige instanties niet meer voldoet,

wordt de hulp van specialisten ingeroepen. EJAVIK gaat wel uit van de noodzaak van onmiddellijk ingrijpen

wanneer de veiligheid van kinderen/adolescenten in geding is.

Het onderstaande plaatje illustreert dit. Het plaatje moet van binnen naar buiten gelezen worden.

Het is van belang om rond ondersteunende netwerken te voorzien in voldoende ondersteunings- en

scholingsmogelijkheden. Hiervoor kunnen in samenwerking met opleidingsinstituten passende modules

worden ontworpen. Op de Universiteit van Edinburgh (UOE) zijn veel trainingsprogramma’s geschreven die,

na enige aanpassing ook door Nederlandse Hogescholen en opleidingsinstituten kunnen worden

overgenomen.

Page 12: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 12

De EJAVIK-benadering stelt dat voor ieder kind/adolescent met specifieke ondersteuningsbehoefte een

expliciet benoemde persoon (EBP) wordt aangewezen en, waar nodig, een hoofdhulpverlener (HH) om

activiteiten van verschillende instanties te coördineren en te monitoren.

3.4 De taak van de expliciet benoemde persoon

De EJAVIK-benadering gaat uit van een expliciet benoemde persoon (EBP) voor ieder kind met specifieke

ondersteuningsbehoefte vanaf de geboorte (en soms daarvoor al) tot het kind 18 jaar wordt.

In de meeste gevallen hoeft de EBP niets meer te doen dan wat hij of zij voor het dagelijks werk doet,

behalve dat de EBP het praktijkmodel (zie onder) gebruikt om standaard informatie en eventuele

zorgpunten over het kind/de adolescent te noteren.

Page 13: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 13

De meeste kinderen/adolescenten hebben voldoende aan de hulp en ondersteuning van hun gezin,

leerkrachten, huisarts, en van de buurt of omgeving waarin zij opgroeien. Maar sommige kinderen hebben

extra hulp nodig, en dan gaat de expliciet benoemde persoon een rol spelen.

Afhankelijk van de leeftijd van het kind/de adolescent, is de EBP meestal een leerkracht of een

maatschappelijk werker. In de persoon van deze EBP hebben het kind en de familieleden één

aanspreekpunt, iemand die hen kan helpen om uit te zoeken of, en zo ja welke, hulp, advies of steun zij

verder nodig hebben.

Als een EBP op de hoogte is gebracht van een probleem dient hij/zij actie te ondernemen en hulp te bieden

of te zorgen dat de juiste hulp geleverd wordt, zodat de ontwikkeling en het welzijn van het kind bevorderd

worden.

Gedacht vanuit de huidige Nederlandse situatie is dit een behoorlijke omschakeling. Leerkrachten zijn niet

gewend mee te denken over zorg en medewerkers vanuit zorg zijn onbekend met onderwijs gerelateerde

vragen. ‘Ik ben daar niet voor opgeleid’; ‘Ik heb helemaal geen probleem met deze leerling in mijn klas’, zijn

dan veel gehoorde opmerkingen. Een domein overstijgende aanpak vraagt dan ook daadwerkelijk om een

domein overstijgende mindset en een domen overstijgend opleidingsniveau!

Gegeven de acht welzijnsindicatoren, moeten EBP-ers de volgende vijf vragen stellen:

Wat verhindert het welzijn van dit kind/adolescent?

Heb ik alle informatie die ik nodig heb om dit kind/adolescent te helpen?

Wat kan ik nu doen om dit kind/adolescent te helpen?

Wat kan mijn organisatie of instantie doen om dit kind/adolescent te helpen?

Is er hulp van anderen nodig en zo ja welke?

De EBP moet ervoor zorgen dat kinderen en hun familieleden het vertrouwen hebben om te praten over

hun zorgen, dat zij weten dat er geluisterd wordt en dat hun standpunten worden gerespecteerd en dat er

samen met hen gezocht wordt naar oplossingen. De EBP moet er vooral voor zorgen dat de mening van

het kind/de adolescent gehoord wordt en dat (indien van toepassing) de familieleden op de hoogte worden

gehouden.

Voor taken en bevoegdheden van EBP-ers zijn speciale trainingsprogramma’s beschikbaar. Internationaal

worden deze steeds meer toegepast. Voor de Nederlandse situatie zullen deze trainingen op maat gemaakt

moeten worden.

3.5 De taak van de hoofdhulpverlener

Wanneer twee of meer instanties moeten samenwerken om een kind of adolescent en zijn/haar

familieleden te helpen, wordt er een hoofdhulpverlener (HH) aangesteld om die hulp te coördineren.

De hoofdhulpverlener:

zorgt ervoor dat het kind/de adolescent en zijn/haar familieleden begrijpen wat er gebeurt, zodat zij

mee kunnen denken over beslissingen die hen raken.

is het voornaamste aanspreekpunt voor kinderen/adolescenten, beroepsbeoefenaars en gezinsleden; hij

of zij zorgt dat de hulp naar het kind komt en minimaliseert de noodzaak om hun verhaal te moeten

herhalen.

bevordert samenwerking tussen scholen, instanties en tussen instanties en het kind/adolescent en

familieleden

zorgt ervoor dat het kind-plan word uitgevoerd en wordt geëvalueerd.

is bekend met de werkmethoden van andere instanties.

Page 14: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 14

ondersteunt andere hulpverleners die betrokken zijn bij het kind en/of die rechtstreeks werken met het

kind.

zorgt ervoor dat het kind/de adolescent tijdens belangrijke overgangssituaties gesteund wordt, in het

bijzonder wanneer er een andere hoofdhulpverlener wordt aangesteld.

zorgt dat het kind-plan correct en bijgewerkt is.

Ook voor een meer gedetailleerde omschrijving en trainingsprogramma’s voor de hoofdhulpverlener (the

lead professional) kunnen we veel informatie vinden in de scholingsprogramma’s van de UOE. Met name dr.

John Ravenscroft heeft hier veel scholingsprogramma’s voor ontwikkeld met zijn staf. Deze programma’s

worden aan de opleidingen voor leraar en sociaal werk onderwezen. Emfusio Onderwijsconsult stelt deze

programma’s ter beschikking aan Nederlandse Hogescholen die hiermee aan de slag willen.

3.6 Het EJAVIK-praktijkmodel

Wanneer beoordeling, planning en actie nodig zijn, biedt het praktijkmodel een leidraad die gebruikt kan

worden als sprake is van één instantie, maar ook wanneer meerdere instanties samenwerken.

Het praktijkmodel:

biedt een kader waarbinnen informatie op een eenduidige wijze kan worden gestructureerd en

geanalyseerd, waardoor de behoeften van het kind/de adolescent of de krachten en spanningen die het

kind/de adolescent ervaart, kunnen worden begrepen en de juiste hulp kan worden bepaald.

beschrijft behoeften en bedreigingen als twee kanten van dezelfde medaille. Het bevordert de

deelname van het kind/de adolescent en de familieleden bij het verzamelen van informatie en het

nemen van beslissingen.

leidt tot een gedeeld inzicht in de behoeften van het kind/de adolescent door zorgpunten te

identificeren die aangepakt moeten worden.

Het praktijkmodel is een dynamisch en evoluerend proces van beoordeling, analyse, actie en evaluatie; het

is een manier om de uitkomsten en oplossingen voor individuele kinderen/adolescenten te identificeren.

Het model maakt het mogelijk om aan de EJAVIK waarden en principes te voldoen door gepaste,

proportionele en tijdige hulp.

Het praktijkmodel is geen vervanging van bestaande methoden, maar het bevat de kernpunten die nodig

zijn om te komen tot één planningsproces dat leidt tot één kind-plan. In die zin kan het gebruikt worden als

een gedeeld instrument naast en samen met andere processen en meetmethoden.

Het is een manier om een gedeelde taal te gaan ontwikkelen voor instanties, beroepsbeoefenaars, kinderen,

adolescenten en hun familieleden, zodat de interactie makkelijker is en de samenwerking tussen instanties

effectiever verloopt.

De EJAVIK-benadering gaat ervan uit dat standaard informatie over het kind met behulp van het

praktijkmodel wordt genoteerd in bijvoorbeeld GRIPPA, vergelijkbaar met de manier waarop informatie

over een kind met een speciale hulpvraag wordt genoteerd. Dergelijke standaard informatie kan van groot

belang zijn als een kind behoefte krijgt aan hulp vanuit een of meerdere instanties. Uit de

standaardinformatie kan blijken welke extra behoeften een kind heeft.

Als het praktijkmodel stelselmatig wordt gebruikt kunnen alle betrokken beroepsbeoefenaars binnen

iedere instantie of organisatie een plan opstellen en de juiste actie ondernemen. Het maakt een

regelmatige en eenduidige evaluatie van het plan van aanpak mogelijk.

Page 15: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 15

3.7 De stappen van het praktijkmodel

Het praktijkmodel kent vier stappen die hieronder kort worden aangeduid. In de rest van deze paragraaf

worden de stappen verder uitgewerkt.

1. Observeren en rapporteren met behulp van het Welzijnswiel

De hulpverlener gebruikt de acht indicatoren uit het Welzijnswiel om te onderzoeken (en te rapporteren) of

er sprake is van een behoefte of reden is voor bezorgdheid. Kom, indien nodig en mogelijk, al in dit vroege

stadium tot actie. Hiervan kan melding gemaakt worden in het softwarepakket GRIPPA of een soortgelijk

pakket.

2. De “Mijn wereld”-driehoek

De Mijn wereld-driehoek helpt professionals om de wereld van het kind te begrijpen. Het kan ieder moment

gebruikt worden om de ervaringen van het kind te onderzoeken en om te laten zien dat er verbindingen

zijn tussen de verschillende onderdelen van hun wereld. Tijdens de beoordeling kan de driehoek worden

gebruikt om behoeften en bedreigingen in kaart te brengen.

3. De veerkracht-matrix

De veerkracht-matrix helpt om in meer complexe situaties informatie te organiseren en te analyseren.

4. Plannen, actie en evaluatie met behulp van het Welzijnswiel

Als de behoeften van het kind/de adolescent geëxpliciteerd zijn, worden ze samengevat met behulp van

het Welzijnswiel en wordt een plan van aanpak ontwikkeld.

Page 16: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 16

Stap 1: Observeren en rapporteren met behulp van het Welzijnswiel

De welzijnsindicatoren worden op verschillende manieren gebruikt. Zij kunnen gebruikt worden om de

standaard informatie over het kind te structureren en de acties en effecten van standaard interventies

(consultatiebureau; schoolarts; school; maatschappelijk werk) te noteren. Door het Welzijnswiel als

organisatieprincipe te gebruiken kan informatie makkelijker gedeeld worden.

Kinderen en adolescenten moeten zich gestaag ontwikkelen ten aanzien van de acht welzijnsindicatoren

om het nu en in de toekomst goed te doen. Professionals kunnen de indicatoren gebruiken om informatie

(behoeften, zorgen, bedreigingen) te structureren en om interventies te plannen

De Mijn-wereld-driehoek en de Veerkracht-matrix worden daarna gebruikt om te helpen bij het verzamelen

en analyseren van de informatie.

In sommige situaties zal het Welzijnswiel helpen om vooruitgang of juist bedreigingen te zien bij een of

meer welzijnsindicatoren die alleen zichtbaar worden als informatie van verschillende instanties

gecombineerd wordt.

Als jij werkt met kinderen of adolescenten en je noteert gegevens over kinderen, dan moeten jij en de

organisatie waarvoor je werkt, die informatie gaan organiseren volgens het praktijkmodel. Dit kan in de

meeste leerlingvolgsystemen eenvoudig worden aangepast. Veel basisscholen werken met Parnassys of

Esis. Voor Parnassys is inmiddels een module ontworpen op basis van EJAVIK, die eenvoudig kan worden

toegevoegd en zichtbaar kan worden gemaakt op bijvoorbeeld de groepskaart.

Rapporteren van zorgen of bedreigingen

De welzijnsindicatoren kunnen ook gebruikt worden om zorgen over of waargenomen bedreigingen van

het welzijn van het kind, zoals achterblijvende schoolresultaten, waarop verdere actie nodig zou kunnen

zijn, te noteren. Een punt van zorg kan bestaan uit een gebeurtenis, een reeks gebeurtenissen of

kenmerken die het welzijn van het kind kunnen bedreigen, bijvoorbeeld het missen van een afspraak bij de

schoolarts.

Een punt van zorg kan ook gelegen zijn in het feit dat een kind/de adolescent, bijvoorbeeld, samenleeft met

een ouder die drugs of alcohol misbruikt. Maar ook de ouders of het kind/de adolescent zelf kunnen punten

onder de aandacht van de hulverlener brengen.

De vijf vragen die iedere hulpverlener moet stellen, zijn dezelfde vijf vragen die iedere professional moet

stellen als hij of zij bezorgd is over een kind/adolescent:

Wat verhindert het welzijn van dit kind/deze adolescent?

Heb ik alle informatie die ik nodig heb om dit kind/deze adolescent te helpen?

Wat kan ik nu doen om dit kind/deze adolescent te helpen?

Wat kan mijn organisatie of instantie doen om dit kind/deze adolescent te helpen?

Is er hulp van anderen nodig en zo ja welke?

De welzijnsindicatoren worden ook gebruikt om de behoeften van het kind/de adolescent samen te vatten

wanneer een plan wordt opgesteld en tijdens de evaluatie van het plan.

Stap 2: Het gebruik van de Mijn-wereld-driehoek (en indien van toepassing, het oordeel van andere

specialisten) om verdere informatie over de behoeften van het kind te verzamelen.

Page 17: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 17

De Mijn-wereld-driehoek wordt tijdens ieder stadium van het werken met kinderen gebruikt om na te

denken over de totale wereld van het kind/de adolescent.

De Mijn-wereld-driehoek is vooral handig om informatie uit andere bronnen (bijvoorbeeld, specialisten) te

verzamelen; om de sterke punten en de spanningen in de wereld van het kind/de adolescent te

identificeren. Die kan informatie zijn over gezondheid, school, normoverschrijdend gedrag en criminaliteit,

of zaken met betrekking tot ouderschap en ouders.

Bijvoorbeeld, onder het kopje “hoe ik groei en ontwikkel” staan uitspraken en vragen die opgesteld zijn om

zowel het kind/de adolescent als de expliciet benoemde persoon (EBP) en de hoofdhulpverlener (HH) te

prikkelen om leren, ontwikkelen en gezinsleven te onderzoeken.

De Mijn-wereld-driehoek stimuleert het kijken naar zowel de risico’s en bedreigingen als de positieve

kenmerken in het leven van het kind/de adolescent. Sterke punten en spanningen worden in gelijke mate

geëvalueerd en rondom de driehoek geplaatst. De verzamelde informatie dient proportioneel en relevant

te zijn voor het onderwerp. In veel gevallen is het niet nodig om alle gebieden uit de driehoek tot in detail te

onderzoeken. Toch is het belangrijk om de totale wereld van het kind in gedachte te houden en om, terwijl

de beoordeling nog loopt, als het nodig is direct hulp te verlenen.

Het gebruik van de Mijn-wereld-driehoek helpt de hulpverlener om systematisch te onderzoeken:

hoe het kind/de adolescent groeit en zich ontwikkelt;

wat het kind/de adolescent nodig heeft van de mensen die voor hem of haar zorgen;

wat de invloed is van de bredere omgeving (familie, vrienden, buurt) op het kind/de adolescent.

Page 18: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 18

HOE IK GROEI EN ONTWIKKEL

Ben ik gezond? Dit betreft complete informatie over alle aspecten

van de gezondheid, die relevant is gezien de leeftijd

en ontwikkelingsfase van het kind.

Mijlpalen in de ontwikkeling, ernstige ziektes,

ziekenhuisopnames, stoornissen, handicaps, zaken

die de ontwikkeling en/of gezondheid beïnvloeden.

Gezondheidszorg, inclusief eetpatroon, beweging,

fysieke en mentale gezondheid, seksuele

gezondheid, misbruik van middelen

Leren en presteren Dit betreft cognitieve ontwikkeling vanaf de

geboorte, leerprestaties, vaardigheden en

interesses die verder ontwikkeld zouden kunnen

worden. Wat wordt gedaan om tegemoet te

komen aan extra behoeften? Wat doet het kind ter

ontspanning, welke hobby’s of sport beoefent het?

Hoe gaat het op school? Welke sociale

ontwikkelingen doorgaat het kind? Mijlpalen en

bijzondere prestaties moeten worden genoteerd.

Handelingsplannen of andere schoolgegevens

moeten duidelijk maken wat het kind heeft bereikt,

welke ondersteuning nodig is en wat reeds wordt

geboden. Ontwikkelt het kind zich wat betreft

formeel onderwijs volgens de verwachtingen?

Welke onderwijskundige behoeften zal het kind

waarschijnlijk krijgen? Welke trainingen heeft het

kind nodig? En terwijl de adolescent steeds

onafhankelijker wordt: is er straks werkgelegenheid

voor dit kind?

Zelfvertrouwen Dit aspect betreft de karaktereigenschappen van

het kind. De aard en de kwaliteit van de vroege en

huidige band met belangrijke anderen. De

emotionele en gedragsmatige ontwikkeling.

Veerkracht, zelfvertrouwen. Weet dat opvattingen

gehoord worden. Kan trots zijn op eigen prestaties.

Vertrouwt op zichzelf om om te kunnen gaan met

uitdagingen, kansen, en moeilijkheden, passend bij

de leeftijd en de ontwikkelingsfase. Voelt een

identiteit waarin de etnische en culturele

achtergrond wordt onderkend. Voelt zich op zijn

gemak met zijn/haar geslacht, met seksualiteit en

religieuze overtuigingen. Weet zich op een sociaal

acceptabele manier te presenteren.

Kan communiceren De ontwikkeling van taal en

communicatievermogens. Kan een

(communicatieve) band aangaan met anderen. Kan

uitdrukking geven aan gedachten, gevoelens en

behoeften. Wat is de voorkeurstaal of

communicatievorm van het kind/de adolescent? Zijn

er specifieke mensen met wie het kind

communiceert die je zult moeten betrekken? Zijn er

communicatie-hulpmiddelen nodig?

Leren om verantwoordelijkheid te nemen Ontwikkelt gepaste sociale vaardigheden en

gedrag. Waarden: besef van goed en kwaad; houdt

rekening met anderen; begrijpt wat anderen

verwachten en houdt daar rekening mee. Hoe

reageert het kind op de belangrijke gebeurtenissen

in de sociale en emotionele ontwikkeling tijdens de

verschillende leeftijden en stadia – bijvoorbeeld,

ontstaat “samen spelen” tijdens de vroege jeugd?

Wat is de invloed van de verwachtingen van

leeftijdsgenootjes op school en in de buurt.

Onafhankelijk worden, voor jezelf zorgen Geleidelijk verkrijgt het kind/de adolescent de

vaardigheden en het vertrouwen om de stappen

van afhankelijk naar onafhankelijk te maken.

Beheersing van basale vaardigheden zoals eten,

aankleden etc. Houdt zich bezig met leren en

andere taken. Verkrijgt vaardigheid in het oplossen

van sociale problemen en kan goed overweg met

de meeste mensen. Groeit toe naar zelfstandig

wonen en autonomie. Wat zijn de gevolgen van

eventuele stoornissen en/of handicaps? En van de

sociale omstandigheden? Hoe kunnen negatieve

consequenties gecompenseerd worden?

Page 19: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 19

Genieten van familie en vrienden Hoe reageert het kind/de adolescent op anderen

die hem of haar steunen, waarderen, bemoedigen

en/of begeleiden? Op familie? Op personen uit een

breder sociaal netwerk? Heeft het kind/de

adolescent mogelijkheden om langdurige,

betekenisvolle relaties aan te gaan en te behouden?

Wordt hij/zij aangemoedigd om vaardigheden te

ontwikkelen om vriendschappen aan te gaan? Om

rekening te houden met de gevoelens en behoeften

van anderen en om verantwoordelijkheidsbesef te

tonen? Dit is gekoppeld en overlappend met

datgene wat het kind/de adolescent nodig heeft

van degenen die voor hem/haar zorgen en van de

bredere omgeving.

WAT IK NODIG HEB VAN DEGENEN DIE VOOR MIJ ZORGEN

Dagelijkse verzorging en hulp

Dit gaat over verzorging en zorg: dagelijkse fysieke

en emotionele zorg, voedsel, kleding en huisvesting.

Bereikbaar zijn van gezondheidszorg en onderwijs.

Aanpassen aan de veranderende behoeften van het

kind/de adolescent over tijd; aanmoedigen van een

geleidelijke groei naar verantwoordelijkheid en

onafhankelijkheid. Luisteren naar het kind en op een

gepaste manier reageren op sympathieën en

antipathieën van het kind.

Me veilig houden

Zorgen dat het kind thuis veilig is en geven van

gepaste begeleiding en bescherming buitenshuis.

Praktische veiligheidsmaatregelen in en rondom het

huis zoals traprekjes en kindveilige

stopcontactdeksels. Zorgen voor hygiëne.

Beschermen tegen fysiek, sociaal en emotioneel

gevaar zoals pesten of angst over vriendschappen.

Is de verzorger in staat om het kind consequent en

effectief te beschermen? Hulp en oplossingen

zoeken voor huiselijke problemen zoals geestelijke

gezondheid, geweld of criminaliteit. Belangstellen

in en verantwoordelijkheid nemen voor de vrienden

en kennissen van het kind, het internet gebruik of

blootstelling aan situaties waar kans is op seksueel

misbruik of drugs gebruik. Verantwoordelijkheid

voelen voor een gezonde bedtijd of op tijd

thuiskomen. Zijn er aanwijsbare risicofactoren?

Wordt de adolescent aangemoedigd om te leren

wat de risico’s zijn en kan hij/zij erop vertrouwen

dat het veilig is? Wordt er geluisterd naar de zorgen

van het kind?

Er voor me zijn4

Liefde, emotionele warmte, aandacht en

betrokkenheid. Naar me luisteren. Wie zijn er om de

emotionele behoeften van het kind/de adolescent

te herkennen en erop te reageren? Met wie heeft

het kind een bijzondere band? Zijn er

hechtingsproblemen? Wie is er van bijzonder

Spel, aanmoediging en plezier

Is er sprake van stimulering en aanmoediging om te

leren en om te genieten van het leven? Wordt er

gereageerd op de behoeften en vermogens van het

kind/de adolescent? Wie spendeert tijd aan het

kind? Wie communiceert, interacteert, reageert op

nieuwsgierigheid, en zorgt voor een leerzame

4 Uit een grootschalig onderzoek onder kinderen in 2016 is duidelijk geworden, dat kinderen dit een van de meest belangrijke indicatoren vinden voor hun welzijn.

Page 20: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 20

belang? in wie heeft het kind vertrouwen? Is er

voldoende emotionele veiligheid en aandacht in de

huidige omgeving van het kind? Hoe is de relatie

met broers en zussen en/of andere mensen in het

huishouden? Spelen er zaken tussen de ouders die

van invloed zijn op hun vermogen om zich als

ouders te gedragen? Spelen er zaken in de

familiegeschiedenis die botsen met het vermogen

om te zorgen voor het kind/de adolescent?

omgeving? Wordt de vooruitgang van het kind

gezien en gewaardeerd? Is er aandacht voor de

interesses, prestaties en schoolactiviteiten van het

kind? Is er iemand die zich opstelt als mentor van

het kind/de adolescent en die kan luisteren naar en

vechten voor zijn of haar wensen?

Leiding geven, me helpen om de juiste keuzes te

maken

Waarden, richtlijnen en grenzen. Het kind duidelijk

maken wat er verwacht wordt en waarom. Zijn er

huisregels en gedragsregels en zijn die gepast

gegeven de leeftijd en het begripsvermogen van het

kind/de adolescent? Zijn de straffen consequent en

constructief? Wordt er passend gereageerd op

gedrag? Is er sprake van volwassen

voorbeeldgedrag: autonomie en

verantwoordelijkheid? Is men attent en respectvol

voor het kind/de adolescent? Wordt het kind/de

adolescent aangemoedigd om sociale

verantwoordelijkheid te nemen binnen een veilige

en beschermende omgeving? Zijn er specifieke

zaken die interventie behoeven?

Weten wat er gaat gebeuren en wanneer

Is het leven voor het kind stabiel en voorspelbaar?

Zijn de gewoontes en verwachtingen gepast en

behulpzaam gegeven de leeftijd en de

ontwikkelingsfase van het kind/de adolescent? Is de

huiselijke omgeving stabiel en consistent? Kan het

kind/de adolescent erop vertrouwen dat de mensen

die voor hem zorgen open en eerlijk zijn over

huiselijke zaken en familie aangelegenheden; over

invloeden, behoeftes en beslissingen; kan het kind

erop rekenen betrokken te worden bij zaken die

van invloed zijn op hem of haar? Tijdens

veranderingen moeten overgangskwesties

uitgebreid met het kind/de adolescent besproken

worden.

Begrijpen van mijn familieachtergronden en -

overtuigingen

De geschiedenis van de eigen familie en de eigen

cultuur: zaken als spiritualiteit en geloof.

Bevorderen de belangrijkste verzorgers een goed

begrip van hun eigen achtergrond en van de

achtergrond van het kind? Wordt er gesproken

over het gezin, de familie en haar oorsprong? Wordt

de nodige aandacht besteedt aan het raciale,

etnische en culturele erfgoed? Wordt diversiteit

gerespecteerd en gewaardeerd? Hoe goed begrijpt

het kind de verschillende relatievormen zoals stief-

familie en verschillende vormen van partnerschap?

Page 21: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 21

MIJN BREDERE WERELD

School

Vanaf de crèche of de peuterspeelzaal speelt de schoolomgeving een sleutelrol. Wat zijn de ervaringen op

school en binnen netwerken van leeftijdgenoten? Welke aspecten van de leeromgeving en welke

mogelijkheden om te leren zijn belangrijk voor het kind/de adolescent. Biedt de school

huiswerkbegeleiding en/of buitenschoolse studieactiviteiten. Kan de school voldoen aan de

onderwijskundige en sociale behoeften van het kind?

Steun van familie, vrienden en anderen

Familienetwerken en sociale ondersteuning.

Relaties met de grootouders, tantes, ooms, de

verre familie en vrienden. Welke steun bieden zij?

Zijn er spanningen in het sociale netwerk van de

familie? Is er sprake van verloren contacten of van

isolatie? Zijn er langdurige netwerken die op een

betrouwbare manier steun kunnen geven? Wie zijn

de belangrijke anderen in de bredere omgeving van

het kind/de adolescent.

Genoeg geld

Heeft het gezin of de adolescent voldoende geld

om in de dagelijkse behoeften te voorzien? En in

speciale behoeften? Zijn de mogelijkheden van het

kind beïnvloed door armoede en achterstand?

Wordt het inkomen van het huishouden gebruikt

voor alle gezinsleden? Zijn er schuldproblemen?

Moeten toeslagen of subsidiemogelijkheden

worden onderzocht? Is er voldoende geld om te

zorgen dat het kind mee kan doen op school en

mee kan doen aan vrijetijdsactiviteiten? Kan het

kind zijn of haar speciale interesses of vaardigheden

nastreven?

Comfortabele en veilige huisvesting

Is de huisvesting geschikt voor het kind en zijn/haar

gezin – inclusief aanpassingen die nodig zijn om

tegemoet te komen aan de speciale behoeften van

het kind. Is het in een veilige, goed onderhouden en

goed voorziene, kindvriendelijke omgeving? Is men

vaak verhuisd?

Werkgelegenheid voor mijn familieleden

Zijn er plaatselijke mogelijkheden voor training en

voor zinvol werk? Wat zijn de culturele en familie-

gebonden verwachtingen van werk en

werkgelegenheid? Is er steun of zijn er kansen voor

de carrière aspiraties van de adolescent?

Erbij horen

Geaccepteerd worden in de gemeenschap, je erbij

voelen horen en je gewaardeerd weten. Wat zijn de

mogelijkheden om deel te nemen aan activiteiten

waardoor je sociale contacten opdoet,

bijvoorbeeld, speelgroepjes, naschoolse clubs,

jongerenclubs, milieu- , ouder- of

bewonersverenigingen, geloofsgemeenschappen?

Zijn er plaatselijke vooroordelen en spanningen die

van invloed zijn op de mogelijkheden van het

kind/de adolescent om erbij te horen?

Plaatselijke bronnen

Van welke bronnen kan het kind/de adolescent

gebruik maken voor ontspanning, geloof, sport of

een actieve levensstijl. Zijn er projecten die steun en

begeleiding bieden tijdens perioden van stress of

van overgang? Is er toegang tot plaatselijke

informatie over gezondheid, kinderopvang,

(thuis)zorg of specialistische diensten.

Page 22: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 22

Stap 3: Het gebruik van de veerkracht-matrix om informatie uit de Mijn wereld-driehoek en andere

bronnen te analyseren.

Veerkracht blijkt een moeilijk concept voor hulpverleners. Hoe beoordeel je veerkracht? Het concept is een

van de meest moeilijk te begrijpen onderdelen van het praktijkmodel. Het is belangrijk dat gebruikers van

het praktijkmodel de basisprincipes van het begrip veerkracht kennen en weten hoe het past binnen het

praktijkmodel. Het is noodzakelijk om bij de implementatie van het model rekening te houden met een

opleidingsmodule voor deze fase van het totaalmodel.

Onderstaande drie bouwstenen van veerkracht geven een eenvoudige uitleg van de term:

Veilige, stevige basis

“ik heb.. mensen om me heen die ik vertrouw en die onvoorwaardelijk van me houden.

mensen om me heen die grenzen aangeven, zodat ik weet wanneer ik moet

stoppen en ik niet in gevaar of in moeilijkheden kom.

mensen om me heen die me laten zien hoe zaken aangepakt moeten worden

door zelf het goede voorbeeld te geven

mensen om me heen die willen dat ik leer om dingen om mijn manier te doen.

mensen om me heen die me helpen wanneer ik ziek ben, in gevaar verkeer of

nog moet leren.

Zelfvertrouwen

“ik ben .. een persoon die andere mensen aardig vinden en van wie zij kunnen houden.

iemand die het prettig vindt om aardige dingen voor anderen te doen en ik kan

belangstelling tonen voor anderen.

iemand die zichzelf en anderen respecteert.

iemand die verantwoordelijkheid wil nemen voor wat ik doe.

iemand die ervan overtuigd is dat het uiteindelijk goed komt.

Zelfredzaamheid

“ik kan .. met anderen praten over dingen die me beangstigen of die me dwars zitten.

manieren vinden om mijn problemen op te lossen.

mezelf tegenhouden als ik zin heb om iets te doen dat niet goed of gevaarlijk is.

aanvoelen of bedenken wanneer ik met iemand moet of kan praten, wanneer ik

actie moet ondernemen.

als ik het nodig heb, mensen vinden om me te helpen

Page 23: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 23

Het Veerkrachtmatrixmodel:

Overgenomen en aangepast van Daniel B., Wassell, S. and Gilligan R. (1999) Child Development for Child Care and

Protection Workers, Jessica Kingsley Publishers Ltd., London en Philadelphia; en Daniel B. en Wassel S. (2002) Assessing

and Promoting Resilience in Vulnerable Children. Jessica Kingsley Publishers Ltd, London and Philadelphia.

Veerkracht

Eigenschappen die een

normale ontwikkeling

onder moeilijke

omstandigheden mogelijk

maken.

Tegenspoed

Levensgebeurtenissen of

omstandigheden die een

bedreiging vormen voor

een gezonde ontwikkeling

Beschermende omgeving

Factoren in de omgeving

van het kind, die werken

als een buffer tegen de

negatieve gevolgen van

ongunstige ervaringen.

Kwetsbaarheid

Eigenschappen van het

kind, de familiekring of de

bredere omgeving, die

een gezonde ontwikkeling

bedreigen.

Page 24: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 24

Weerstand/kwetsbaarheid matrix

De iets uitgebreidere versie hieronder, verschaft aanwijzingen over, bijvoorbeeld, hoe een beschermende

omgeving er uit kan zien en hoe de veerkracht van een kind/adolescent bepaald kan worden (heeft het

bijvoorbeeld zelfvertrouwen? Is er een goede hechting met ouders of verzorgers?).

Tegenspoed

Levensgebeurtenissen,

crises, ernstige ziektes, grote

verliezen, scheiding,

gebroken gezin, huiselijk

geweld. Asielzoekers status.

Ernstige problemen van

ouders (bv drugsgebruik).

Geestesziekte van de ouders

Armoe

Beschermende omgeving

Goede schoolervaringen. Ten

minste 1 steunende

volwassene. Hulp bij

gedragsproblemen.

Netwerk in de gemeenschap.

Vrijetijdsactiviteiten.

Talenten en interesses

Kwetsbaarheid

Slechte hechting. lid zijn van

een minderheid. Jonge

leeftijd. Handicap.

Misbruikgeschiedenis.

Aangeboren eigenschappen.

Trauma in vroege jeugd.

Communicatie verschillen.

Inconsequente

zorg/verwaarlozing.

Kwetsbaar kind

Veel tegenspoed

Kwetsbaar kind

Beschermende omgeving

Variabelen:

Timing en leeftijd, meerdere

tegenslagen, meerdere

beschermende factoren.

Keerpunten. Gevoel van

verbondenheid

Interventies

Versterken van beschermende

factoren en veerkracht. Verminderen

van problemen. Werken aan

kwetsbaarheden. In eerste instantie

werken aan kleine verbeteringen

Veerkracht

Goede hechting, veel

zelfvertrouwen, sociaal,

intelligent, flexibel.

Probleemoplossende

vermogens. Positieve

opvoeding.

Veerkracht – kwetsbaarheid matrix

Veerkrachtig kind

Veel tegenspoed

Veerkrachtig kind

Beschermende omgeving

Page 25: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 25

Stap 4: Met behulp van het Welzijnswiel een actieplan opstellen

Samenvatten van de behoeften met gebruik van de welzijnsindicatoren

Als de behoeften van het kind/de adolescent duidelijk zijn, kunnen ze samengevat worden door gebruik te

maken van de welzijnsindicatoren. De welzijnsindicatoren kunnen gebruikt worden om aan te geven wat

prioriteit heeft, om te beschrijven wat er moet veranderen om het welzijn van het kind/de adolescent te

verbeteren en om de gewenste resultaten te identificeren.

Plannen, doen en evalueren

Volgens de EJAVIK-benadering moet er voor ieder kind/adolescent die extra hulp nodig heeft een plan

worden opgesteld dat beschrijft hoe ervoor gezorgd gaat worden dat het welzijn van het kind verbeterd

wordt. Dat kan een plan zijn vanuit school, een instantie, maar als er meerdere instanties betrokken zijn bij

het kind wordt een “multi-instantieel” kind-plan opgesteld dat gecoördineerd wordt door de

hoofdhulpverlener.

De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering staat voor een geïntegreerde en gecoördineerde aanpak

van een plan dat meerdere instanties betreft. Weliswaar vraagt de benadering aan beoefenaars om binnen

de wet te werken, maar het verwacht van instanties dat zij verder dan hun directe taak kijken, dat zij, waar

nodig, gebruik maken van de vaardigheden en kennis van anderen. Bijvoorbeeld, een zorgplan vanuit

jeugdzorg, een medisch behandelingsplan en een onderwijskundig handelingsplan zouden, als de

omstandigheden dat vereisen, in ėėn kind-plan samengevoegd moeten worden.

Ieder plan, of dat nu wordt opgesteld door ėėn instantie of door meerder instanties, zou het volgende

moeten bevatten:

de reden voor het plan

de partners in het plan

de gezichtspunten van het kind/de adolescent en hun ouders of verzorgers

een samenvatting van de behoeften van het kind/de adolescent

een beschrijving van wat er gedaan moet worden om de omstandigheden van het kind/de adolescent te

verbeteren

een gedetailleerde beschrijving van de acties die men wil ondernemen

de bronnen die nodig zijn

tijdlijnen voor acties en voor verandering(en)

alternatieven voor onvoorziene ontwikkelingen

afspraken over het evalueren van het plan

de regelingen over de hoofdhulpverlener (indien van toepassing)

(indien nodig) details over gedwongen maatregelen

Dit alles kan weer gebeuren in de werkomgeving van GRIPPA, waarbinnen alle betrokkenen veilig en

geautoriseerd kunnen communiceren met elkaar

Het is belangrijk om evalueren of de acties hebben geleid tot de resultaten die in het plan beschreven zijn

en welke aanpassingen of verdere acties er nodig zijn.

Tijdens de evaluatie van resultaten is het belangrijk dat het kind/de adolescent en de familieleden, en de

betrokken professionals de volgende vijf vragen stellen:

Page 26: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 26

1. Wat is er verbeterd in de omstandigheden van het kind?

2. Wat, als er al iets is, is er verslechterd?

3. Zijn de doelen uit het plan bereikt?

4. Als de doelen niet bereikt zijn, moet er iets in het plan veranderd worden?

5. Kunnen we, gegeven de huidige situatie, doorgaan met het plan?

Page 27: EJAVIK: één juiste aanpak voor ieder kind. · De Een juiste aanpak voor ieder kind-benadering, zorgt ervoor dat iedereen die dergelijke ondersteuning biedt, het belang en de wensen

Een juiste aanpak voor ieder kind - EJAVIK 27

Bibliography and links

The Guide to Getting it right for every child was originally published in 2008.It drew on many reports, academic studies and other references. This a list of some of the key reports and documents that shaped its development.We updated the Guide in 2012, and have added some more recent links that are also relevant:

Academic references

Daniel B., Wassell, S. and Gilligan R. (1999) Child Development for Child Care and Protection Workers, Jessica Kingsley Publishers Ltd., London en Philadelphia

Daniel B. en Wassel S. (2002) Assessing and Promoting Resilience in Vulnerable Children. Jessica Kingsley Publishers Ltd, London and Philadelphia.

Scottish Government publications that shaped the Guide

• Scottish Executive (2001) For Scotland’s Children, Edinburgh, Scottish Executive • Scottish Executive (2004) A Curriculum for Excellence – the Curriculum Review Group,

Edinburgh, Scottish Executive • Scottish Executive (2004) Protecting Children and Young People: The Charter, Edinburgh,

Scottish Executive • Scottish Executive (2006) Curriculum for Excellence – building the curriculum 1: the contribution

of curriculum areas, Edinburgh, Scottish Executive • Scottish Executive (2007) Curriculum for Excellence – building the curriculum (3-12) 2: active

learning in the early years, Edinburgh, Scottish Executive • Scottish Executive (2007) United Nations Convention on the Rights of the Child – Report on the

implementation of the UN Convention on the Rights of the Child in Scotland, Edinburgh, Scottish Executive

• Scottish Government (2007) Better Health, Better Care: Action Plan, Edinburgh • Scottish Government (2008) Curriculum for Excellence – building the curriculum 3: a framework

for learning and teaching, Edinburgh, Scottish Government • Scottish Government (2008) Early Years and Early Intervention: A Joint Scottish Government and

COSLA Policy Statement, Edinburgh, Scottish Government • United Nations Office of the High Commissioner on Human Rights (1989) Convention on the

Rights of the Child, Geneva, United Nations

Key web links:

• Convention of Scottish Local Authorities (COSLA) • Association of Directors of Education in Scotland (ADES) • Association of Directors of Social Work (ADSW) • More choices more chances • Additional Support for Learning • Police • Scottish Children’s Reporter Administration (SCRA) • Highland’s Children • GIRFEC in Lanarkshire • GIRFEC in Edinburgh • GIRFEC in Angus • Our Knowledge Hub group - Getting it right for every child and young person • NHSScotland • National performance framework

Voor meer informatie over GIRFEC als EJAVIK in Nederland: EMFUSIO ONDERWIJSCONSULT G. van Tol / [email protected]