EEN WANDELING IN HET BOS– lezen 1.1, vrijetijdsbesteder 2 Ontwikkeld door het CTO (2010) Doelstelling: relevante gegevens selecteren uit informatieve teksten

EEN WANDELING IN HET BOS Het is mooi weer buiten. Je wandelt met de hond in het bos. Onderweg zie je een bord. Op het bord staat informatie over het bos. Wat mag? Wat mag niet?

Wat moet je doen?

1 Werk alleen. Wat mag in een bos? Voorspel wat wel en niet mag. Beantwoord de vragen op blad 2. 2 Lees nu het bord op blad 3. 3 Heb je je juist voorspeld? Beantwoord de vragen op blad 4.

EEN WANDELING IN HET BOS– lezen 1.1, vrijetijdsbesteder 2 Ontwikkeld door het CTO (2010) Doelstelling: relevante gegevens selecteren uit informatieve teksten

Taak – blad 2

1. Kijk naar de foto. Is het zo goed? □ Ja, de hond mag los lopen. □ Nee, de hond moet aan de lijn.

2. Mag je de dieren voeren? □ ja □ nee

3. Mag je in het bos fietsen? □ ja □ nee

4. Kijk naar de foto. Is het zo goed? □ ja □ nee

5. Mag je lawaai maken in het bos? □ ja □ nee

EEN WANDELING IN HET BOS– lezen 1.1, vrijetijdsbesteder 2 Ontwikkeld door het CTO (2010) Doelstelling: relevante gegevens selecteren uit informatieve teksten

Taak – blad 3 Welkom in het Hallerbos! In het Hallerbos leven veel bomen, planten en dieren. Zo kan je bijvoorbeeld herten en vossen zien in het bos. We willen dat dit zo blijft. Daarom zijn er regels. Die zijn belangrijk. Zo blijft het bos mooi. Denk aan deze regels:

• Je mag met de hond in het bos wandelen. Maar de hond mag niet los lopen. De hond moet aan de lijn.

• Je mag geen afval in de natuur gooien. Afval moet in de afvalbakken.

• Je mag niet met de brommer, motor of auto in het bos rijden. Wandelaars en fietsers mogen wel het bos in.

• Het bos is een stiltegebied. Maak geen lawaai in het bos. Je mag geen muziek opzetten. Dat schrikt de dieren af.

• Je mag de dieren niet voeren. Dan worden ze ziek.

Veel plezier tijdens de wandeling!

EEN WANDELING IN HET BOS– lezen 1.1, vrijetijdsbesteder 2 Ontwikkeld door het CTO (2010) Doelstelling: relevante gegevens selecteren uit informatieve teksten

Taak – blad 4 Hoe ging het? 1. Het lezen ging zo:

□ heel goed ☺ □ gewoon goed � □ niet goed �

2. Waarom? Duid aan. □ Ik vond het leuk.

□ Ik vond het niet leuk. □ Ik vond het gemakkelijk. □ Ik vond het niet gemakkelijk.

3. Klopte het wat je dacht? Heb je goed voorspeld wat wel en niet mag in het bos? □ ja □ nee