Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend...

62
In dialoog over flankerend onderwijsbeleid Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint- Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer Sofie Vanderhaeghen Marlies Bachelor in de pedagogie van het jonge kind Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs

Transcript of Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend...

Page 1: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

In dialoog over flankerend onderwijsbeleid Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-

Martens-Latem.

September 2018 – januari 2019

De Backer Sofie

Vanderhaeghen Marlies

Bachelor in de pedagogie van het jonge kind

Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs

Page 2: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

1

Inhoud 1. Inleiding ....................................................................................................................................... 3

a. Doel onderzoek ....................................................................................................................... 3

b. Opzet en fasering .................................................................................................................... 3

c. Deelnemers ............................................................................................................................. 3

d. Extra duiding focus .................................................................................................................. 4

2. Omgevingsanalyse onderwijs in Sint-Martens-Latem ................................................................ 5

a. Inleiding ................................................................................................................................... 5

b. Methode ................................................................................................................................. 5

c. Resultaten ............................................................................................................................... 5

I. Onderwijscontext .................................................................................................................... 6

II. Leerlingkenmerken ................................................................................................................. 8

III. Onderwijsindicatoren........................................................................................................ 11

IV. Noden en wensen van de scholen .................................................................................... 13

d. SWOTI-Analyse ...................................................................................................................... 15

3. Flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem ................................................................ 16

a. Inleiding ................................................................................................................................. 16

b. Methode ............................................................................................................................... 16

c. Resultaten ............................................................................................................................. 17

I. Sociale voordelen. ................................................................................................................. 17

II. Andere voordelen ................................................................................................................. 22

III. Gemeentebestuur als regisseur ........................................................................................ 26

d. SWOTI.................................................................................................................................... 32

4. Adviezen .................................................................................................................................... 33

a. Inleiding ................................................................................................................................. 33

b. Methode ............................................................................................................................... 33

c. Resultaten ............................................................................................................................. 33

I. Sociale voordelen .................................................................................................................. 33

II. Andere voordelen ................................................................................................................. 35

III. Gemeentebestuur als regisseur ........................................................................................ 37

5. Flankerend onderwijs in Sint-Martens-Latem in een notendop ............................................... 42

a. Onderzoek ............................................................................................................................. 42

Page 3: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

2

b. Regelgeving ........................................................................................................................... 42

c. Sociale voordelen .................................................................................................................. 42

d. Andere voordelen ................................................................................................................. 42

e. Regierol ................................................................................................................................. 42

f. Samenvattende tabel ............................................................................................................ 43

6. Bronnenlijst ............................................................................................................................... 46

7. Bijlages ...................................................................................................................................... 49

Page 4: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

3

1. Inleiding

a. Doel onderzoek

Het gemeentebestuur van Sint-Martens-Latem gaf de opdracht een onderzoek uit te voeren naar het flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. Het beoogde resultaat is een onderbouwde en gedragen SWOTI-analyse (=Strenghts, Weaknesses, Opportunities, Threats, Inspirations) met aanbevelingen voor een sterk, toekomstgericht flankerend onderwijsbeleid.

b. Opzet en fasering

Het onderzoek verliep in verschillende fasen. In een eerste fase (september – oktober 2018) werd een documentenonderzoek uitgevoerd, en werden interviews met de verschillende betrokkenen georganiseerd. Daaruit kregen we zicht op de thema’s die leven binnen het flankerend onderwijsbeleid van Sint-Martens-Latem.

In een tweede fase werd op 23 oktober 2018 een focusgroep met de verschillende betrokkenen georganiseerd. Om reliëf te brengen in de thema’s die aangehaald werden in de eerste fase gingen we met de verschillende betrokkenen in gesprek. Het verslag van de focusgroep werd onmiddellijk afgetoetst bij de deelnemers.

In een derde fase werden in november 2018 de verslagen van de interviews en de focusgroepen samengelegd en kwalitatief geanalyseerd volgens een inductieve benadering. Op basis van het verzamelde materiaal werden thema’s bepaald waarover verdere informatie of aanbevelingen gewenst zijn. (de Lange, Schuman, & Montesano Montessori, 2012) Er werd contact opgenomen met de betrokken ambtenaren en de nodige experten. We gingen op zoek naar ‘good practices’ in andere steden en gemeenten. Inspiratie uit deze voorbeelden is te vinden doorheen dit rapport. De analyses werden voorgelegd aan een klankbordgroep van onderzoekers van de opleidingen Pedagogie van het jonge kind, en Kleuteronderwijs aan de Arteveldehogeschool. Vanuit deze ‘Good practices’ en klankbordgroep konden de verschillende onderdelen van dit rapport verder verdiept worden en werden aanbevelingen geformuleerd.

In een vierde fase (december 2018-januari 2019) werden bovenstaande elementen voorgelegd aan het gemeentebestuur, aan de directies en aan de voorzitters van de verschillende oudercomités in de vorm van een membercheck. Voorlopige adviezen werden voorgelegd aan de oorspronkelijk betrokkenen bij de interviews. Zo konden we inschatten welke adviezen gedragen worden en welke elementen nog verdere uitgediept moesten worden. Dit resulteerde in dit definitieve onderzoeksrapport.

c. Deelnemers

De interviews en de focusgroep werden georganiseerd met het gemeentebestuur, de directies van de verschillende scholen, enkele vertegenwoordigers van de raden van bestuur van enkele scholen, de voorzitters van de verschillende oudercomités en leden van het schoolbestuur van de verschillende scholen in Sint-Martens Latem.

Page 5: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

4

d. Extra duiding focus

We merkten in de gesprekken met de verschillende deelnemers naast een groot engagement, ook een grote bezorgdheid over de uitdagingen waar het basisonderwijs mee geconfronteerd wordt. Het onderzoek beperkt zich tot het flankerend onderwijsbeleid. Hierop focussen we dan ook in dit rapport.

Tijdens de interviews kregen we een beeld van de realiteit van de verschillende scholen en hun pedagogische projecten, aangezien deze aspecten onlosmakelijk verbonden zijn met de verkenning van het flankerend onderwijsbeleid. Ook dit was niet het opzet van het onderzoek of de vraag van het gemeentebestuur. Deze aspecten worden dus niet beschreven in dit onderzoeksverslag. Ze gaven echter wel een beeld van de diversiteit en eigenheid van het onderwijslandschap in Sint-Martens-Latem.

We merkten tijdens de interviews dat de vragen en bedenkingen van de vrije scholen, niet steeds terug te brengen zijn naar onduidelijkheden over het flankerend onderwijsbeleid. Ook het kerntakendebat rond de zin en onzin van het organiseren van gemeentelijk onderwijs en de voor-en nadelen hiervan kwamen hierbij aan bod. Ook dit is een thema dat niet in ons onderzoeksrapport aan bod komt.

Het onderzoek liep van september 2018 tot januari 2019. Op 14 oktober 2018 vonden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. Vooraf werd afgesproken dat deze verkiezingen geen impact zouden hebben op het onderzoek en dit is ook zo gebleken. In een relatief kleine gemeente is het evenwel normaal dat er veel ‘dubbele rollen’ ontstaan. Een ambtenaar kan ook in een oudercomité actief zijn en/of kandidaat zijn bij een politieke partij. Deze dubbele rollen werden ons steeds meteen en openlijk gemeld.

Page 6: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

5

2. Omgevingsanalyse onderwijs in Sint-Martens-Latem

a. Inleiding

Het flankerend onderwijsbeleid van een gemeente moet afgestemd zijn op de lokale context (GO!

2014; Vlaamse regering, 2007; VVSG, 2010). Daarom is het belangrijk om zicht te krijgen op de lokale

onderwijscontext in Sint-Martens-Latem, voor we het flankerend onderwijsbeleid van deze gemeente

zelf onder te loep nemen.

We doen dit zowel kwantitatief, door een analyse van de verschillende beschikbare data met

betrekking tot het onderwijs in Sint-Martens-Latem als kwalitatief, door het in kaart brengen van de

noden en wensen van de verschillende scholen.

b. Methode

Om deze omgevingsanalyse tot stand te brengen, bestudeerden we data uit verschillende bronnen.

We analyseerden vooral data uit de ‘dataloep’ van Onderwijs Vlaanderen (2018) en de

gemeentemonitor van het Agentschap binnenlands bestuur (2018). Waar nodig werd vergeleken met

de omgevingsanalyse van Sint-Martens-Latem uit 2012.

Daarnaast interviewden we de directies van alle scholen (sommigen geflankeerd door iemand van het

schoolbestuur), de algemeen directeur van de gemeente Sint-Martens-Latem en het Afdelingshoofd

Welzijn, Burger en Vrije tijd. Deze gesprekken gaven meer kwalitatieve data, naast de kwantitatieve

data uit de documentanalyse.

In de gesprekken met de schooldirecties, vroegen we eerst naar een algemene voorstelling van de

school, met zijn sterktes en uitdagingen. Daarnaast behandelden we alle thema’s die VVSG en OVSG

in hun ‘Omgevingsanalyse Flankerend Onderwijsbeleid’ (2013) opgenomen hebben. We kozen echter

bewust voor een gespreksvorm die meer open was dan diegene die in deze tool gesuggereerd wordt.

Bij elk thema polsten we naar de huidige situatie, dromen en noden. Enkel op die manier konden we

data verzamelen die uiteindelijk kon leiden tot gedragen adviezen. Voor de omgevingsanalyse is

uiteraard vooral de realiteit met betrekking tot de verschillende thema’s relevant.

c. Resultaten

We bekijken achtereenvolgens de onderwijscontext (hoeveel scholen en leerlingen zijn er in Sint-

Martens-Latem?), leerlingenkenmerken (instroom, uitstroom, kansarmoede-indicatoren) en

onderwijsindicatoren (kleuterparticipatie en schoolse vertraging). Daarna zoomen we in op de noden

en wensen die de scholen in Sint-Martens-Latem ervaren.

Page 7: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

6

I. Onderwijscontext

1. Aantal scholen in de gemeente

Op basis van cijfers van Onderwijs Vlaanderen (2018) kwamen we tot dit overzicht van het onderwijslandschap in Sint-Martens-Latem.

In Sint-Martens-Latem zijn 2 scholen van het Officieel Gesubsidieerd Onderwijs. Het gaat om 2 gemeentescholen, waarvan er één uit 2 vestigingsplaatsen bestaat (zie figuur 1). In de praktijk worden beide scholen door één directrice aangestuurd (interview).

Daarnaast zijn er 3 scholen van het Vrij Gesubsidieerd Onderwijs. Het gaat om twee scholen van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, die in de praktijk aangestuurd worden door dezelfde directie. De derde school is de basisschool Simonnet, die niet tot een koepel behoort (interview).

Net OGO1 VGO2 totaal

Basisonderwijs, hoofdzetel 2 3 5

Basisonderwijs, vestigingsplaatsen

3 3 6

Figuur 31 Aantal scholen in Sint-Martens-Latem in 2018

In Sint-Martens-Latem zijn geen scholen voor secundair onderwijs of buitengewoon onderwijs. Er is wel een vestigingsplaats van een school voor deeltijds kunstonderwijs, met hoofdzetel in Deinze.

1 OGO: Officieel gesubsidieerd onderwijs 2 VGO: Vrij Gesubsidieerd onderwijs 3 Figuren met bronvermelding in het bijschrift komen rechtstreeks uit deze bron. Figuren zonder bronvermelding in het bijschrift maakten we zelf op. In de tekst wordt dan waar nodig vermeld op basis van welke gegevens we dit deden.

Page 8: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

7

2. Aantal leerlingen

Figuur 2 Gewoon basisonderwijs in Sint-Martens-Latem – Evolutie naar onderwijsniveau

Op basis van de data van Onderwijs Vlaanderen (2018) steeg het aantal leerlingen dat onderwijs volgt in Sint-Martens-Latem in de laatste 5 jaar met 9.63 procent. Van 997 in 2013-2014 naar 1093 in 2017-2018 (zie figuur 2). De stijging is in beide netten terug te vinden, maar is groter aanwezig bij de scholen van het OGO (+ 17%) dan bij de scholen van het VGO (+4%) (zie figuur 3).

In de scholen is momenteel voldoende plaats voor alle leerlingen die in Sint-Martens-Latem willen school lopen. In de gemeentescholen kan die plaats echter niet altijd gegarandeerd worden in de voorkeursschool. Zij kenden recent een stijging, maar zijn zich ervan bewust dat inschrijvingen vaak in golven gaan (interview).

Figuur 3 Gewoon basisonderwijs in Sint-Martens-Latem– evolutie naar onderwijsnet. (Onderwijs Vlaanderen, 2018a)

Page 9: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

8

II. Leerlingkenmerken

1. Aantrekkingskracht van het onderwijs in Sint-Martens-Latem

Figuur 4 Mobiliteit van de schoolgaande bevolking uit Sint-Martens-Latem

Sint-Martens-Latem kent een beperkte uitstroom van leerlingen (leerlingen die in Sint-Martens-Latem wonen, maar elders naar school gaan). Voor het volledige basisonderwijs is dit 21.47% (tabel en berekening op basis van Onderwijs Vlaanderen, 2018e). De instroom (leerlingen die niet in Sint-Martens-Latem wonen, maar er wel school lopen) is groter: 41.45% in 2018 (zie figuur 4). Er zijn dan ook meer leerlingen die school lopen in Sint-Martens-Latem dan leerlingen die er wonen. Voor het kleuteronderwijs was deze verhouding in 2017-2018 147.25%. Voor het lager onderwijs was dit 127.49%. In vergelijking met de cijfers van 2003 en 2010 (Gemeentebestuur Sint-Martens-Latem, 2012) is hier een duidelijke stijging op te merken (zie figuur 5).

jaar Verhouding kleuters die school lopen in SML tov kleuters die er wonen

Verhouding lagere schoolkinderen die school lopen in SML tov lagere schoolkinderen die er wonen

2003 116.5 % 114.8 %

2010 132.9 % 121.9 %

2018 147.25 % 127.49 %

Figuur 5 Verhouding leerlingen die school lopen in Sint-Martens-Latem tov leerlingen die er wonen

Kinderen die in Sint-Martens-Latem wonen, gaan vooral naar school in Sint-Martens-Latem zelf, maar daarnaast ook in Gent en De Pinte (zie figuur 6). Deze uitstroom blijft eerder stabiel over de jaren heen (zie figuur 7, op basis van Onderwijs Vlaanderen, 2018e).

Het gemeentebestuur gaf aan bezorgd te zijn over de uit- en instroom in het basisonderwijs. In buurstad Gent is er een digitaal aanmeldingssysteem en plaatstekort. Ze willen vermijden dat kinderen die in Sint-Martens-Latem wonen, geen plaats meer zouden vinden op een school in Sint-Martens-Latem, wegens de grote instroom (interview). Uit figuur 7 blijkt echter dat dit momenteel niet het geval is.

Onderwijsniveau

aantal lln die

wonen in SML

(A)

aantal lln die

school lopen

in SML (B)

Aantal lln die

wonen en

school lopen

in SML (C)

Instroom

(D=B-C)

Instroom

ratio (D/B)

Uitstroom

(E=A-C)

Uitsroom

ratio (E/A)

Gewoon kleuteronderwijs 273 402 233 169 42,04% 40 14,65%

Gewoon lager onderwijs 542 691 407 284 41,10% 135 24,91%

gewoon basisonderwijs 815 1093 640 453 41,45% 175 21,47%

Page 10: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

9

Figuur 6 Waar gaan de leerlingen die wonen in Sint-Martens-Latem naar school (Onderwijs Vlaanderen, 2018e)

Figuur 7 Evolutie van het aantal leerlingen dat in Sint-Martens-Latem woont, maar elders school loopt

Kinderen die naar school gaan in Sint-Martens-Latem komen vooral uit Sint-Martens-Latem zelf, maar daarnaast ook uit Deinze en Gent (zie figuur 8). Vooral de instroom uit Deinze steeg de laatste jaren (zie figuur 9, op basis van Onderwijs Vlaanderen, 2018e).

Figuur 8 Waar wonen de leerlingen die in 2017-2018 in Sint-Martens-Latem naar school gaan?

Page 11: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

10

Figuur 9 Evolutie van het aantal kinderen dat school loopt in Sint-Martens-Latem, maar elders woont, naar woonplaats

2. Onderwijskansarmoede-indicator (OKI) en leerlingkenmerken

In Sint-Martens-Latem gaan relatief weinig kinderen naar school die voldoen aan één van de kenmerken voor onderwijskansarmoede. Voor 12.7% van de kinderen is het Nederlands niet hun thuistaal (in Vlaanderen is dit 20.6%). Van 3,4% van de kinderen heeft de moeder een laag opleidingsniveau (in Vlaanderen: 20.7%). 5.9% van de kinderen ontvangt een schooltoelage (in Vlaanderen: 22.4%) en 2.7% van de kinderen woont in een buurt waarin veel kinderen schoolachterstand oplopen (in Vlaanderen: 25.2%) (Onderwijs Vlaanderen, 2018c; zie figuur 10 en 11).

In beide netten zijn gelijkaardige verdelingen van kinderen met leerlingenkenmerken te vinden.

Figuur 10 Evolutie van het percentage leerlingen dat aantikt op de leerlingenkenmerken in Sint-Martens-Latem (Onderwijs Vlaanderen, 2018c)

Page 12: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

11

Figuur 11 Evolutie van het percentage leerlingen dat aantikt op de leerlingenkenmerken in Vlaanderen (Onderwijs Vlaanderen, 2018d)

III. Onderwijsindicatoren

Onderwijsindicatoren vertellen ons iets over het onderwijsproces. We bekijken achtereenvolgens de

deelname van kleuters aan het onderwijs in Sint-Martens-Latem en de schoolse vertraging die

leerlingen oplopen. Vooral kleuterparticipatie is belangrijk voor het flankerend onderwijs. In de

regelgeving wordt het versterken van de kleuterparticipatie immers als een doel van flankerend

onderwijsbeleid naar voor geschoven (Vlaamse regering, 2007).

1. Kleuterparticipatie

Om te bepalen of kleuters voldoende aanwezig zijn, baseert AGODI3 zich op het aantal halve dagen dat kleuters aanwezig moeten zijn om recht te hebben op een schooltoelage. Voor schooljaar 2016-2017 hanteerde AGODI volgende normen voor voldoende aanwezigheid:

• 3-jarigen             150 halve dagen aanwezig • 4-jarigen             185 halve dagen aanwezig • 5-jarigen             220 halve dagen aanwezig

Figuur 12 geeft de aanwezigheden weer voor de kleuters ingeschreven in een school in Sint-Martens-Latem.

leeftijd # lln met

voldoende halve dagen

% lln met voldoende

halve dagen

# lln met onvoldoende halve dagen

% lln met onvoldoende halve dagen

Totaal # lln

3 108 98,20% 2 1,80% 110

4 113 97,40% 3 2,60% 116

5 125 96,90% 4 3,10% 129

Figuur 12 Kleuteraanwezigheden in Sint-Martens-Latem in 2016-2017 (AGODI, 2017a)

Page 13: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

12

Daarnaast zijn er ook kleuters die in Vlaanderen gedomicilieerd zijn, maar door AGODI niet teruggevonden worden in haar onderwijsdatabanken. Figuur 13 geeft de aantallen weer van niet-ingeschreven kleuters in Sint-Martens-Latem in 2016-2017.

Leeftijd # niet ingeschreven kleuters

% niet ingeschreven kleuters

# wel ingeschreven kleuters

# wel ingeschreven kleuters

Aantal kleuters

2 0 0% 15 100% 15

3 0 0% 75 100% 75

4 1 1% 78 99% 79

5 3 4% 77 96% 80

Figuur 13 Niet-ingeschreven kleuters in Sint-Martens-Latem in 2016-2017 (AGODI, 2017b)

Uit figuur 12 en 13 blijkt dat in Sint-Martens-Latem een beperkt aantal leerlingen niet naar school gaat. De cijfers liggen in de richting van het Vlaamse gemiddelde van 98.8 % ingeschreven kleuters en 97.0 % kleuters met meer dan 220 halve dagen aanwezigheid (Departement onderwijs en vorming, 2016).

Uit het eindrapport van het onderzoek naar kleuterparticipatie van het Departement onderwijs en vorming (2016) blijkt een groot aandeel niet-ingeschreven kleuters in het buitenland verblijft of alsnog onderwijs volgt (in een privéschool, een school in het buitenland, …). De kans is reëel dat dit ook in Sint-Martens-Latem het geval is, al kan alleen een contactopname met de betreffende gezinnen dit echt uitklaren.

2. Schoolse vertraging

Schoolse vertraging wordt in kaart gebracht als het aantal leerlingen dat in het gewoon lager onderwijs 1 jaar of 2 jaar en meer schoolse vertraging heeft opgelopen ten opzichte van het totaal aantal leerlingen in het gewoon lager onderwijs. In de cijfers van de voorbije jaren voor Sint-Martens-Latem zien we de laatste jaren eerder een daling (zie figuur 14). Gezien de kleine aantallen waarop de berekening gemaakt is, is het gevaarlijk hier echt conclusies aan te verbinden. Wel is duidelijk dat Sint-Martens-Latem op dit vlak ruim onder het gemiddelde voor Vlaanderen (in 2017: 12.3%) blijft (Agentschap Binnenlands bestuur, 2018).

Figuur 14 Schoolse vertraging in het lager onderwijs in Sint-Martens-Latem (Agentschap Binnenlands bestuur, 2018)

Page 14: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

13

IV. Noden en wensen van de scholen

De verschillende schooldirecties en oudercomités (OC’s) in Sint-Martens-Latem formuleerden noden en wensen. De thema’s waar iedereen een nood ervaart zijn mobiliteit, opvang, het aankomende inschrijvingsdecreet en infrastructuur.

1. Mobiliteit

Door hun ligging is het voor scholen in Sint-Martens-Latem moeilijk om voor verplaatsingen in het kader van hun onderwijsactiviteiten gebruik te maken van het openbaar vervoer. Het gemeentelijk onderwijs kan gebruik maken van de bus van de gemeente. De andere scholen moeten bussen inhuren, wat een grote hap uit hun budget betekent. De mogelijkheid om activiteiten buiten de schoolmuren te organiseren wordt daardoor kleiner.

“Jammer dat we uit de boot vallen om niet eens het gemeentebusje te mogen gebruiken. Dat vind ik een nood. Nu huren wij een busmaatschappij.” (interview

OC)

“Bus van de lijn charteren: komt op zelfde neer. Soms betalen we 12 tot 15 euro per leerling per busrit. (…) Dit zorgt ervoor dat we heel snel aan onze

maximumfactuur zitten, en dat we er los over gaan. Die mobiliteit is zeker een punt.” (interview directie)

“Mobiliteit: Is een hele belangrijke voor ons. Door onze ligging moeten we quasi voor elke uitstap een bus huren, wat een zeer dure post is binnen onze

boekhouding.” (interview directie)

Daarnaast ervaren alle scholen moeilijkheden met de breng- en haalmomenten aan de schoolpoort. Hoewel alle scholen erkennen dat het gemeentebestuur al inspanningen geleverd heeft om deze situatie te verbeteren, zijn ze ook allemaal vragende partij om hierin verder te investeren.

“Veiligheid rond de school is ook belangrijk. 3 keer per maand staat er een politieagent aan de oversteekplaats” (interview OC)

“Er is een overleg geweest met de schepen van mobiliteit. (…) Op de tijdstippen dat het druk was hadden we éénrichtingverkeer georganiseerd.” (interview OC)

2. Opvang

Alle directies geven aan dat voor- en naschoolse opvang voor hen een heikel punt is. Over de precieze pijnpunten en de mogelijke oplossingen daarvoor zijn ze het niet eens.

De directie van de Vrije Gesubsidieerde Basisschool Simonnet beschouwt de opvang als een wezenlijk onderdeel van de pedagogische werking. De mensen die werkzaam zijn in de opvang worden ook ingeschakeld in de klaswerking en zijn zo een volwaardig deel van het schoolteam. De continuïteit die zo gecreëerd wordt voor leerlingen en ouders vinden zij essentieel. Door die visie toe te passen in de praktische organisatie, weegt de voor- en naschoolse opvang op het schoolbudget, ondanks de sociale voordelen die hiervoor uitbetaald worden (zie verder) en de ouderbijdrages. De directie en het schoolbestuur zijn dan ook vragende partij voor extra financiële ondersteuning op dit vlak en voor het

Page 15: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

14

optrekken van de ouderbijdrage voor opvang in alle scholen. De organisatie van de opvang houden ze graag zelf in handen.

“De opvangjuf wordt niet betaald door de centrale overheid, dat is iemand in dienst van de vzw, dus in die zin is dat een zware kost voor ons. Die staat op de

payroll van de school, dus het is niet een ambtenaar …” (interview directie)

De directies van de Gemeentelijke Basisschool Latem-Deurle en de Vrije Basisschool Latem-Deurle (Sancta Maria en Sint-Jozef) zien andere noden. Zij ervaren vooral het organiseren van de opvang als een zware belasting voor de directies. Het aanwerven en opvolgen van de medewerkers, het opvangen van onverwachte afwezigheden, het voorzien van de nodige vorming, … zorgt ervoor dat zij minder tijd hebben om bezig te zijn met hun hoofdopdracht, namelijk het leiden van hun school.

“School is van 8 tot 16u; dat is onze opdracht, de core business. Mijn tijd gaat vaak naar wat ervoor en erna gebeurt.” (interview directie)

Zij zijn vragende partij voor een netoverschrijdende opvang, die door de gemeente georganiseerd wordt. De directie van de Vrije Basisschool Latem-Deurle benadrukt wel dat de locatie voor het welzijn van de kinderen best op de school zelf zou blijven.

3. Impact inschrijvingsdecreet

Verschillende directies toonden bezorgdheid over de mogelijke gevolgen van het ‘Voorstel van decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en de Codex Secundair Onderwijs, wat het inschrijvingsrecht betreft’ (Helsen et al., 2018). In dit voorstel staat onder andere dat scholen enkel nog leerlingen zouden kunnen weigeren als ze werken met een digitale aanmeldingsprocedure. Scholen kunnen zelf kiezen of ze zo’n digitale aanmeldingsprocedure zullen gebruiken of niet, maar indien ze dit niet doen kunnen ze dus ook geen leerlingen meer weigeren.

De voorbije maanden zag het er naar uit dat dit voorstel van decreet vlot goedgekeurd zou worden en dat de implementatie ervan volgend schooljaar al zou starten. Voorlopig is het voorstel echter geschorst door een belangenconflict ingeroepen door de Franse Gemeenschapscommissie. Daardoor zal het decreet niet tijdig goedgekeurd raken voor de start van de inschrijvingen voor volgend schooljaar (Belga, 2018).

Tijdens de membercheck (die doorging voor het belangenconflict ingeroepen werd) gaven de directies aan dat geen van hen van plan was om een digitaal aanmeldingssysteem te gebruiken. Geen van hen heeft plaats tekort in de scholen, en geen van hen moest tot nu toe leerlingen weigeren. De directies vroegen zich wel af welk effect dit decreet zou hebben op de instroom uit buurgemeenten die eventueel wel zouden overschakelen naar zo’n systeem.

4. Infrastructuur

Alle scholen merken op dat ze grote noden hebben op het vlak van infrastructuur. Ze dromen van meer, grotere en polyvalente ruimtes, energiezuinige lokalen, aantrekkelijke buitenruimtes, nieuwe daken… Ze zoeken allen naar financieringskanalen om die grote investeringen te kunnen realiseren.

De scholen van het vrije onderwijs formuleren ook noden rond kleinere klussen, groenonderhoud en schoonmaak. Bij de gemeentescholen zijn het de gemeentediensten die deze taken op zich nemen.

Page 16: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

15

“Moest je nu voor al die klusjes gewoon kunnen bellen, je krijgt als school zoveel uren ondersteuning (gelijkaardig met de gemeenteschool); vb. klusjesdienst,

groendienst, poetsdienst, … Dat kan je dan misschien meer onder de noemer van flankerend onderwijsbeleid duwen. Dat is een concrete nood. “ (interview directie)

“Meer ondersteuning door het gemeentepersoneel: groenonderhoud in de vakantie (wij moeten tuinman betalen), op schoolfeesten: tenten komen opzetten

(op de gemeenteschool is dat gewoon het gemeentepersoneel die dat doet), …” (interview directie)

d. SWOTI-Analyse

Bij wijze van samenvatting van deze omgevingsanalyse, geven we de resultaten nog eens kort weer

aan de hand van een SWOT-analyse. Op die manier bieden de resultaten rechtstreekse kansen tot

handelingsgerichte en toekomstgerichte conclusies in de latere hoofdstukken.

Page 17: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

16

3. Flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem

a. Inleiding

Dit onderzoek heeft als doel het flankerend onderwijsbeleid in kaart te brengen en adviezen te formuleren voor de toekomst. Het vorige hoofdstuk bracht de lokale onderwijscontext in beeld. In dit hoofdstuk zoomen we in op het flankerend onderwijsbeleid zelf. We brengen in kaart wat dit beleid momenteel omvat en hoe dit gepercipieerd wordt door de verschillende betrokkenen. Ook noden en wensen voor de toekomst worden daarin meegenomen.

We starten met een toelichting bij de methode voor dit onderdeel. Daarna brengen we de resultaten in beeld. Daarvoor volgen we de opdeling die ook in de regelgeving gehanteerd wordt (Vlaamse regering, 2007). We bespreken de sociale voordelen die ze in het kader van deze regelgeving kunnen aanbieden, de andere voordelen en de rol van regisseur van het flankerend onderwijsbeleid. We geven daarbij telkens eerst een toelichting over het wettelijk kader en daarna onze onderzoeksresultaten zelf. We eindigen opnieuw met een SWOTI-analyse.

b. Methode

Ook bij dit onderdeel begon ons onderzoek met een uitgebreid literatuuronderzoek. We namen het

wetgevend kader grondig door. Dit omvat het Decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op

lokaal niveau van 2007; het Besluit van de Vlaamse Regering houdende bepaling van de begrippen

gezondheidstoezicht en sociale voordelen van 1991 en de daarbij horende omzendbrief (Vlaamse

regering 1991b).

We bestudeerden ook heel wat documenten van de gemeente Sint-Martens-Latem, zoals de

meerjarenplanning, verschillende jaarrekeningen en alle documentatie die rechtstreeks te maken had

met het flankerend onderwijsbeleid in de gemeente.

Verder verdiepten we ons in de visieteksten en handleidingen van het GO! (2014) en de VVSG (2010).

Na het literatuuronderzoek deden we verschillende interviews. We spraken alle schooldirecties en

alle oudercomités. In deze gesprekken vroegen we eerst naar een algemene voorstelling van de

school, met zijn sterktes en uitdagingen. Daarnaast behandelden we alle thema’s die VVSG en OVSG

in hun ‘Omgevingsanalyse Flankerend Onderwijsbeleid’ (2013) opgenomen hebben. We kozen echter

bewust voor een gespreksvorm die meer open was dan diegene die in deze tool gesuggereerd wordt.

Bij elk thema polsten we naar de huidige situatie, dromen en noden. Enkel op die manier konden we

data verzamelen die uiteindelijk kon leiden tot gedragen adviezen.

Ook met de algemeen directeur van de gemeente Sint-Martens-Latem en het afdelingshoofd Welzijn,

Burger en Vrije tijd gingen we in gesprek. Hierin kwamen opnieuw de verschillende thema’s uit de

vorige interviews aan bod, maar nu werden deze vanuit het perspectief van het gemeentebestuur

bekeken.

Vervolgens organiseerden we een focusgroep, waar alle betrokken uit de interviews voor uitgenodigd

waren. Vanuit de scholen van het katholieke onderwijs, namen ook vertegenwoordigers van de raad

van bestuur mee. Na een analyse van de interviews kozen we ervoor om niet verder in te zoomen op

de verschillende thema’s, maar op zoek te gaan naar gedragen adviezen en verbinding.

Page 18: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

17

Online gingen we op zoek naar good practices van andere gemeentebesturen. We contacteerden alle

gemeenten uit de Belfius-cluster van Sint-Martens-Latem ‘Residentiële randgemeenten met hoge

inkomens’4 waartoe ook Sint-Martens-Latem behoort èn andere gemeenten waarvan we online

inspiratie vonden, via mail. We vroegen hen hoe het flankerend onderwijsbeleid in hun gemeente

vorm krijgt, welk budget ze hiervoor uittrekken en hoe ze dit aansturen. In sommige gevallen volgde

nadien nog een telefonisch gesprek. We bekeken ook de jaarrekeningen van deze gemeenten om te

zien welk budget er voorzien werd voor het flankerend onderwijsbeleid.

We namen ook contact op met Katholiek Onderwijs Vlaanderen, de Onderwijskoepel van Steden en

Gemeenten (OVSG) en het departement Onderwijs Vlaanderen om onze conclusies te bevestigen. We

deden dit eerst telefonisch en nadien via mail om op papier bevestiging te krijgen van de letterlijke

tekst van dit rapport.

Onze conclusies werden finaal ook teruggekoppeld aan de betrokken in 3 memberchecks: één met

het gemeentebestuur (algemeen directeur, financieel directeur en afdelingshoofd Welzijn, Burger en

Vrije tijd), één met de 3 directies en één met de vertegenwoordigers van de oudercomités. Waar nodig

werden de resultaten op basis van die gesprekken nog bijgestuurd.

c. Resultaten

In dit onderdeel bespreken we achtereenvolgens de sociale voordelen die het gemeentebestuur in het kader van het flankerend onderwijs kunnen aanbieden, de andere voordelen en de rol van regisseur van het flankerend onderwijsbeleid. We geven daarbij telkens eerst een toelichting over het wettelijk kader en daarna onze onderzoeksresultaten zelf. Eindigen doen we opnieuw met een SWOTI-analyse.

I. Sociale voordelen.

In het decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau (Vlaamse regering, 2007) worden de sociale voordelen gereguleerd:

“De gemeenten die sociale voordelen verlenen aan scholen van het eigen schoolbestuur, zijn verplicht dezelfde voordelen toe te kennen aan de scholen van de andere schoolbesturen, gelegen op hun grondgebied als die erom verzoeken. Zij mogen geen enkel onderscheid maken tussen de leerlingen, welke scholen die

ook bezoeken.”

Het is duidelijk dat de gemeente wat betreft deze sociale voordelen verplicht is om deze gelijk toe te kennen aan alle leerlingen en dus aan alle scholen, indien ze de voordelen aan de eigen gemeentescholen toekent. Indien de gemeenteschool deze voordelen niet krijgt, hoeft de gemeente deze ook niet toe te kennen aan de andere scholen.

De gemeente Sint-Martens-Latem stelde een nota op waarin de berekening van deze sociale voordelen zo transparant en duidelijk mogelijk (gezien de ingewikkelde regelgeving) wordt toegelicht. De schooldirecties kregen dit document toegestuurd en het werd toegelicht op een overlegmoment.

4 Belfius clustert gemeenten op basis van demografische, morfologische en sociaal-economische kenmerken (Belfius, 2018)

Page 19: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

18

We overlopen de 5 sociale voordelen en toetsen af of de huidige regeling in overeenstemming is met de regelgeving.

“Met sociale voordelen wordt bedoeld : 1° het ochtend- en avondtoezicht buiten de periode van normale aanwezigheid

van de leerlingen; 2° het middagtoezicht voor de tijdsduur van maximaal één uur;

3° het ter beschikking stellen van de voor het publiek toegankelijke gemeentelijke infrastructuur, met uitzondering van de roerende en onroerende goederen die uitsluitend bestemd zijn voor de organisatie van het gemeentelijk onderwijs;

4° de kosten van de toegang tot het zwembad voor de leerlingen lager onderwijs, indien het zwembad niet behoort tot de gemeentelijke sportinfrastructuur

vermeld in punt 3°. De kosten verbonden aan het verstrekken van één schooljaar gratis zwemmen, waar elke leerling lager onderwijs recht op heeft, worden niet

als sociaal voordeel beschouwd; 5° het leerlingenvervoer in het basisonderwijs.” (Vlaamse regering, 2007)

1. Ochtend- en avondtoezicht

Op het vlak van ochtend- en avondtoezicht in de Gemeentelijke Basisschool dekken de inkomsten van de gemeente de kosten ruimschoots (zie figuur 15).

Figuur 15 Ontvangsten en uitgaven voor het ochtend- en avondtoezicht in de Gemeentelijke Basisschool in Sint-Martens-Latem (persoonlijke communicatie W. De Bruyne, 3/12/2018)

Het gemeentebestuur geeft dus geen sociaal voordeel aan haar eigen scholen op dit vlak en is dan ook niet verplicht om dit voordeel aan andere scholen toe te kennen. Tot op heden betaalt ze de andere scholen wel jaarlijks een bedrag hiervoor. Hier benadeelt het gemeentebestuur dus haar eigen scholen en creëert ze zo een concurrentienadeel wat niet mag volgens de regelgeving (Vlaamse regering, 2007).

“Sociale voordelen mogen geen van de betrokken scholen een

concurrentievoordeel of -nadeel opleveren” (Vlaamse regering, 2007)

In de nota ‘Sociale voordelen in het onderwijs’ van het gemeentebestuur wordt verder toegelicht hoe de berekening van deze toelage -die ze dus niet hoeft te betalen- gebeurt. Daarin staat vermeld “Omdat de basisscholen van het gesubsidieerd vrij onderwijs geen volledig uur ochtendopvang aanbieden, is er geen sociaal voordeel toe te kennen voor de ochtendopvang.” (Gemeentebestuur Sint-Martens-Latem, 2017, p2.)

Dit criterium is nergens terug te vinden in de regelgeving (Vlaamse regering, 2007; 1991a en 1991b). Zowel het OVSG als Katholiek onderwijs Vlaanderen (persoonlijke communicatie, 18/01/2019, zie

Page 20: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

19

bijlage 4) bevestigden dat dit argument niet correct is. Er wordt immers nergens een minimumduurtijd vooropgesteld voor de ochtend- en avondopvang. De maximale tegemoetkoming voor ochtend- en avondtoezicht moet steeds verrekend worden met het aantal uur opvang dat aangeboden wordt. Indien dit minder dan één uur is, moet dat ook gebeuren. Met andere woorden, als er slechts 45 minuten opvang aangeboden wordt, moet de bijdrage vermenigvuldigd worden met 0,75. Indien een onderwijsverstrekker 2,5 uur avondopvang aanbiedt, moet de bijdrage vermenigvuldigd worden met factor 2,5.

Er wordt wel een maximumduurtijd vooropgesteld. Voor het middagtoezicht is dit 1uur (Vlaamse regering, 2007). Voor het ochtend- en avondtoezicht is dit de duurtijd die de gemeentescholen zelf aanbieden.

“Onder éénheid wordt begrepen het toezicht van een personeelslid gedurende één uur. Voor het ochtend- en avondtoezicht zal dit neerkomen op een bepaalde

tijdsduur. Wanneer de verstrekker een ochtend- of avondtoezicht van maximum 45' organiseert dan kunnen slechts 45' als sociaal voordeel gelden voor de andere

netten.” (Vlaamse regering, 1991)

2. Middagtoezicht

Ook wat betreft het middagtoezicht dekken de inkomsten van de gemeente de kosten ruimschoots (zie figuur 16).

Figuur 16 Ontvangsten en uitgaven voor het middagtoezicht in de Gemeentelijke Basisscholen in Sint-Martens-Latem (persoonlijke communicatie W. De Bruyne, 3/12/18).

Het gemeentebestuur geeft dus geen sociaal voordeel aan haar eigen scholen op dit vlak en is dan ook niet verplicht om dit voordeel aan andere scholen toe te kennen. Tot op heden betaalt ze de andere scholen wel jaarlijks een bedrag uit hiervoor. Ook hier creëert het gemeentebestuur op deze manier een concurrentienadeel voor haar eigen scholen, wat niet kan volgens de regelgeving (Vlaamse regering, 2007).

In de nota ‘Sociale voordelen in het onderwijs’ vertrekt het gemeentebestuur (2017) van de bijdrage die het zelf vraagt aan ouders, namelijk € 0,75. Die bijdrage omvat echter ook de kost van soep en water (Gemeentelijke basisschool Latem-Deurle, 2018). Vanuit het gemeentebestuur werd toegelicht dat dit bedrag wel degelijk enkel voor de opvang gebruikt wordt, aangezien er geen soep bijbesteld wordt voor wie boterhammen eet (de soep van de warme maaltijden is voldoende om ook deze groep te voorzien). Het water is kraantjeswater en deze kost is dus minimaal en niet te achterhalen. Het is dan ook aanvaardbaar om de €0,75 te beschouwen als ouderbijdrage voor het toezicht in de verdere berekening.

Uit het rapport ‘Sociale en andere voordelen’ van het Departement onderwijs en vorming (2008) blijkt dat dit sociaal voordeel erg vaak toegepast wordt:

“Het meest voorkomende sociaal voordeel in het basisonderwijs is een tussenkomst voor het middagtoezicht. In meer dan de helft van de gemeenten

Page 21: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

20

(52,9 %) is middagtoezicht een sociaal voordeel in dit niveau.” (Departement onderwijs en vorming, 2008, p17.)

3. Het ter beschikking stellen van de voor het publiek toegankelijke gemeentelijke infrastructuur

De gemeente Sint-Martens-Latem stelt de sporthal, verschillende vergaderruimten en heel wat roerend materiaal zoals een feesttent gratis ter beschikking van alle scholen. Dit wordt door alle partijen sterk gewaardeerd.

Figuur 17 Een Pluim voor... (deelnemer focusgroep)

De sporthal wordt niet door alle scholen even intensief gebruikt. Voor sommige scholen is de afstand tot de sporthal te groot, waardoor een wekelijkse verplaatsing onhaalbaar is. Deze verschillen zijn dus geen gevolg van het aanbod vanuit de gemeente, maar komen eerder uit een keuze van de scholen zelf om niet op het aanbod van de gemeente in te gaan uit praktische overwegingen.

Voor het gebruik van de tent werd een reglement opgesteld dat van toepassing is voor alle scholen en andere organisaties uit Sint-Martens-Latem. Daarnaast wordt op initiatief van de schepen van onderwijs twee maal per jaar een overleg tussen de schooldirecties ingericht, zodat afspraken gemaakt kunnen worden over grote festiviteiten waarop de tent gebruikt zal worden. Op die manier wordt overlap en concurrentie vermeden en is de tent maximaal beschikbaar voor alle partijen.

Tijdens verschillende gesprekken kwam aan bod dat de ondersteuning die de gemeente biedt bij het opzetten van de tent aan de gemeenteschool groter zou zijn, dan voor de andere scholen. Het gemeentebestuur zelf ontkent dit. Deze eventuele extra ondersteuning maakt hoe dan ook geen deel uit van het sociaal voordeel op zich en is dus niet aan dezelfde regelgeving onderworpen.

De conclusie is dat het gemeentebestuur dit sociaal voordeel op een correcte manier aanbiedt aan alle scholen.

4. De kosten van de toegang tot het zwembad voor de leerlingen lager onderwijs

Over dit sociaal voordeel zegt de regelgeving:

“de kosten van de toegang tot het zwembad voor de leerlingen lager onderwijs, indien het zwembad niet behoort tot de gemeentelijke sportinfrastructuur vermeld in punt 3°. De kosten verbonden aan het verstrekken van één schooljaar gratis zwemmen, waar elke leerling lager onderwijs recht op heeft, worden niet als sociaal voordeel beschouwd “ (Vlaamse regering, 2007)

Page 22: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

21

Deze kosten worden systematisch terugbetaald aan alle scholen. In de nota ‘Sociale voordelen in het onderwijs’ (Gemeentebestuur Sint-Martens-Latem, 2017) wordt terecht opgemerkt dat het tot dat moment onduidelijk is of de scholen rekening houden met de bepaling dat het ene jaar zwemles dat verplicht wordt door de Vlaamse overheid, niet meetelt als sociaal voordeel. Op dit moment wordt aan de scholen al gevraagd om op eer te verklaren dat de kosten voor dit ene jaar zwemles niet mee ingediend worden bij de gemeente.

Er is wel een verschil op te merken tussen deze onduidelijkheid en het uitbetalen van de sociale voordelen met betrekking tot middagtoezicht en ochtend- en avondtoezicht. De kostprijs voor het zwemmen wordt aan alle scholen gelijk uitbetaald. Ook de gemeenteschool krijgt deze toelage immers voor alle jaren. Hoewel de gemeente voor dit ene zwemjaar een toelage betaalt waartoe ze niet verplicht is, is die uitbetaling wel neutraal: er wordt geen concurrentievoordeel of -nadeel geïnstalleerd.

Vanuit praktijken in andere gemeenten merken we op dat het nog voorkomt dat gemeenten het volledige pakket van zwemlessen betalen, zonder rekening te houden met de uitzondering van dit ene jaar. Dit is bv het geval in Zingem (Gemeentebestuur Zingem, 2001; zie bijlage 1). Dit is dan geen sociaal voordeel dat afgedwongen kan worden, maar een ‘ander voordeel’, dat het schoolbestuur kan aanbieden (zie ook verder).

In De Pinte kiest men nog een andere optie. Daar wordt ook de toegang tot het zwembad van kleuters terug betaald. Het ene jaar waarin leerlingen recht hebben op gratis zwemmen wordt er niet terugbetaald (Gemeenteraad De Pinte, 2004). Het reglement hiervoor is terug te vinden in bijlage 2.

5. Het leerlingenvervoer in het basisonderwijs

Hiermee wordt bedoeld het vervoer tussen de woonplaats van de leerling en de school (GO!, 2014; VVSG, 2010). Het gemeentebestuur van Sint-Martens-Latem biedt dit niet aan aan de leerlingen van de eigen scholen en is dus niet verplicht om dit aan te bieden aan de leerlingen van de andere scholen.

Tot enkele jaren geleden werd dit wel aangeboden. Uit verschillende gesprekken in het kader van dit onderzoek, kwam terug dat dit niet gemist wordt.

6. Sociale voordelen: conclusie

Voor ochtend-, middag- en avondtoezicht betaalt het gemeentebestuur van Sint-Martens-Latem al enkele jaren te veel sociale voordelen uit aan de scholen van het vrij onderwijs. Het positieve saldo tussen ontvangsten en uitgaven van de gemeenteschool maakt duidelijk dat hier geen sociaal voordeel uitbetaald wordt aan de gemeenteschool en dat dit dan ook niet mag uitbetaald worden aan de andere scholen.

Voor het sociaal voordeel met betrekking tot de toegangsprijs van het zwembad, kan het sociaal voordeel verminderd worden met de kosten voor één studiejaar. De gemeente betaalt daar momenteel inderdaad meer dan waar ze wettelijk toe verplicht is. Vanuit de ruime budgettering voor andere voordelen, en aangezien dit ‘teveel’ aan alle scholen op gelijke wijze toebedeeld wordt, valt echter te beargumenteren om dit toch uit te betalen in de vorm van een ‘ander voordeel’. Deze keuze moet het gemeentebestuur maken en transparant communiceren.

De andere sociale voordelen worden correct toegepast.

Page 23: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

22

II. Andere voordelen

1. Regelgevend kader

Het decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau maakt ook ‘andere voordelen’ mogelijk:

“De lokale besturen die aan de scholen van het eigen schoolbestuur andere voordelen toekennen dan de sociale voordelen, vermeld in artikel 6 van dit

decreet, kunnen die voordelen, in de context van het lokaal flankerend onderwijsbeleid ook toekennen aan de scholen van de andere schoolbesturen op

hun grondgebied die erom verzoeken. De lokale besturen kunnen criteria vastleggen waaraan de scholen moeten voldoen om recht te hebben op die

voordelen. Zij mogen geen enkel onderscheid maken tussen de scholen die aan de criteria voldoen.” (Vlaamse regering, 2007)

Lokale besturen kunnen dus andere voordelen aanbieden aan scholen van andere schoolbesturen als het voordeel ook aangeboden wordt aan de eigen school. Ze zijn hiertoe echter niet verplicht. Indien ze een ander voordeel wensen aan te bieden, moeten ze dit wel doen voor alle scholen van andere schoolbesturen op hun grondgebied.

2. Toelage oudercomités

Het gemeentebestuur van Sint-Martens-Latem biedt in het kader van het flankerend onderwijsbeleid een toelage aan, aan de oudercomités van alle scholen op hun grondgebied. Ze kunnen aanspraak maken op

• 500 euro per vestigingsplaats waarvoor de betrokken ouderraad verantwoordelijk is • 35 euro per kind ingeschreven op 1 februari van het vorig kalenderjaar in een vestigingsplaats waarvoor de betrokken ouderraad verantwoordelijk is

Aan het forfaitair bedrag van 500 euro zijn geen voorwaarden gekoppeld. Aan de 35 euro wel. 25 euro kan aangewend worden voor:

1. Initiatieven ter verfraaiing van de speelplaats

2. Initiatieven die de veiligheid op en rond de speelplaats en de schoolpoort bevorderen

3. Aankoop van spelmateriaal voor de speelplaats en activiteiten buiten het lesprogramma

4. Organisatie van educatieve en sociaal-culturele activiteiten voor leerlingen, ouders en grootouders

5. Stimuleren van projecten die de gezondheid van de leerlingen bevorderen op het vlak van sport, spel, beweging, voeding…

Page 24: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

23

6. Initiatieven inzake mobiliteit die de gemeenschappelijke verplaatsing van leerlingen/kleuters mogelijk maken zoals voor- en naschools leerlingenvervoer of vervoer in het kader van schoolse activiteiten georganiseerd in het kader van een pedagogische activiteit

De andere 10 euro kan enkel aangewend worden voor initiatieven inzake mobiliteit die de gemeenschappelijke verplaatsing van leerlingen mogelijk maakt (Gemeenteraad Sint-Martens-Latem, 2011).

Uit dit reglement valt af te leiden dat het gemeentebestuur de scholen vooral wil ondersteunen op het vlak van mobiliteit. Dit sluit aan bij de noden die schooldirecties en oudercomités aangeven te hebben op dat domein.

Het is opmerkelijk dat deze bijdrage ook aangewend wordt voor de gemeentescholen, hoewel zij daarnaast ook de gemeentebus ter beschikking hebben voor vervoer tijdens de schooluren. Toch is dit niet in strijd met het decreet. Het gemeentebestuur mag immers extra ondersteuning aanbieden aan de eigen scholen en is niet verplicht om alles wat ze aanbiedt aan de eigen scholen ook aan te bieden aan de andere scholen.

Het reglement biedt oudercomités de mogelijkheid om het saldo van dit budget 2x over te dragen naar het volgende kalenderjaar op voorwaarde van een motivering. Het gemeentebestuur bevestigde ons dat hier ook gebruik van gemaakt wordt (membercheck). Oudercomités geven aan dat ze hier toch graag meer mogelijkheden toe zouden hebben.

“Soms willen we het opsparen voor iets groters. Dan zou je een soort aanbesteding moeten doen. Dat bedrag zetten we opzij, en dat willen we besteden aan…” (interview OC)

Eind december moet het bedrag uitgegeven zijn. Je kan het gebruiken, maar je hebt eigenlijk te weinig om iets groot te kopen. Dat is een beetje dubbel. Natuurlijk vinden

we altijd wel een oplossing om het aan uit te geven, maar dat is toch niet de bedoeling.” (interview OC)

De toelage wordt aangevraagd door en uitbetaald aan de oudercomités. Dit is historisch zo gegroeid en de reden waarom dit zo is, is niet langer duidelijk. In het subsidiereglement wordt “het belang van goedwerkende oudercomités” aangehaald als argumentatie voor deze manier van werken (gemeenteraad Sint-Martens-Latem, 2011). In sommige oudercomités is te horen dat zij de directies steeds volgen in hun vragen of suggesties voor de besteding van de middelen.

Dit zet de directies soms in een lastige positie.

“Ik, die de noden zie, meer dan de ouders, moet hen vragen om geld te investeren.” (interview directie)

“Het geld volgt een omweg en geeft ouderraden een macht die ze niet verdienen, die hen niet toehoort op dat vlak. Inspraak en samenwerking tussen ouderraad en

school moet niet afgetoetst worden aan de financiële kracht die erachter zit.” (interview directie)

Ook het feit dat oudercomités feitelijke verenigingen zijn, met wisselende bezettingen, baart mensen zorgen.

Page 25: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

24

“Werkingstoelagen van de Vlaamse overheid worden aan de inrichtende machten gestort. Waarom zou het niet logisch zijn om de subsidies ook te storten aan de

inrichtende macht? Oudercomité is een feitelijke vereniging en dus een onstabiele organisatie want geen rechtspersoon.” (deelnemer focusgroep)

Sommige oudercomités pleiten ervoor om de financiering toch langs dit kanaal te laten doorgaan, omdat ze vinden dat dit meer betrokkenheid creëert bij ouders en hun slagkracht verhoogt.

“Moet via de oudercomités gaan omdat je accenten wil leggen als ouderraad. (…) Daarmee kan je de school ondersteunen in samenspraak met de school, dwing je

de discussie af. School zou dat ook naar best vermogen besteden. (…). Het geeft je iets meer armslag om dingen te verwezenlijken die ook door een hele, grote groep

ouders gesteund worden. Je motiveert zo mensen om meer deel te nemen aan activiteiten, zo creëer je meer fondsen.” (interview OC)

In andere gemeenten wordt zo’n toelage rechtsreeks uitbetaald aan de schoolbesturen. In de gemeente Puurs bijvoorbeeld krijgt elke school rechtstreeks een toelage van 23 euro per ingeschreven leerling (T. Van Reeth, persoonlijke communicatie). Het departement onderwijs bevestigde ons dat dit volgens de huidige regelgeving op die manier kan gebeuren (persoonlijke communicatie, 25/01/2019, zie bijlage 3).

Dat de toewijzing van deze subsidies langs dit kanaal gebeurt, zorgt dus duidelijk voor discussie.

3. Samenwerking met diensten

Vanuit verschillende diensten wordt samengewerkt met de scholen. Die samenwerking wordt in de meeste gevallen geapprecieerd door de directies en oudercomités.

• De bibliotheek is betrokken bij alle scholen in Sint-Martens-Latem. Ze verzorgt boekenpakketten, klasbezoeken, auteurslezingen, de jeugdboekenweek… Deze samenwerking wordt door alle scholen gewaardeerd.

“Leerkrachten geven thema’s mee en Katrien van de bib maakt koffers met materiaal. Dit is een vlotte samenwerking.” (interview directie)

“Zij nodigen auteurs uit en scholen mogen gratis gaan luisteren. Elk kind heeft in zijn schoolloopbaan zeker 3 auteurs ontmoet en gehoord.” (interview directie)

Figuur 18 Een pluim voor... (deelnemer focusgroep)

Page 26: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

25

• Het gemeentebestuur organiseert klasbezoeken aan het gemeentehuis voor alle klassen van het vierde leerjaar van alle scholen. • De dienst grondgebiedzaken organiseert jaarlijks een bomenplantdag en milieudag waar de scholen aan kunnen deelnemen. • De dienst grondgebiedzaken ontwikkelde een schoolroutekaart met veilige routes, knelpunten, tips… De kaart werd ontwikkeld samen met de scholen en werd verdeeld bij alle leerlingen van de basisscholen. • De sportfunctionaris organiseert een scholenveldloop. • Scholen krijgen gratis toegang tot het containerpark en gratis ophaling van restafval en PMD. • In de schoolomgeving werden maatregelen getroffen voor verkeersveiligheid (bv zone 30, voetpaden). Mobiliteit blijft evenwel voor vele scholen een knelpunt en hier blijven wensen rond leven. • De politie is af en toe aanwezig bij de schoolpoort, maar alle scholen zouden dit graag meer zien gebeuren. Daarnaast biedt de politie aan om samen met de scholen een voetganger- en fietser-examen te organiseren. Dit jaar kregen de scholen echter de boodschap dat de politie dit niet langer kan aanbieden.

“Vroeger waren er vaak agenten aan de schoolpoort. Zij vinden dat het ook de

taak van de school is om een gemachtigd opzichter daar te zetten” (interview

directie)

• Het onderwijsaanbod in de gemeente wordt helder weergegeven op de website van de gemeente. In het gemeentelijk infoblad krijgen de scholen ruimte om te communiceren over hun activiteiten. • Schooldirecties en oudercomités worden systematisch uitgenodigd voor het welzijnsoverleg (met onder andere Drugpunt en Logo +). Hieruit ontstonden verschillende projecten

• Een gezondheidskalender werd aan alle gezinnen met kinderen op de basisscholen geschonken. • PADproject: Preventie Alcohol en Drugs vanuit het Welzijnsoverleg – Drugpunt: drugpreventiecampagne om de weerbaarheid van kinderen te versterken

“Organisatie van activiteiten door diensten van de gemeente voor alle scholen inclusief organisatie en kostprijs: meer kansen voor de kinderen om nog meer met

cultuur aanraking te komen. Vb. verscheidenheid auteurs in de bibliotheek, sportdagen, bezoek aan het gemeentehuis. Deze activiteiten verlopen erg vlot.

Daar zijn we zeer blij mee.” (deelnemer focusgroep)

4. Conclusie

De regelgeving voor andere voordelen is minder strikt dan voor de sociale voordelen. De enige manier waarop het gemeentebestuur van Sint-Martens-Latem hier niet mee in orde kan zijn is als ze een voordeel toekent aan (minstens) één van de scholen van het vrije onderwijs en dit voordeel niet of op ongelijke wijze toepast voor de andere scholen. Wij vonden geen situaties waarin dit het geval is. Alle voordelen die aan scholen van het vrij onderwijs aangeboden worden, worden gelijk aangeboden voor alle scholen op het grondgebied. Het gemeentebestuur van Sint-Martens-Latem past de regelgeving rond andere voordelen dus correct toe.

Page 27: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

26

III. Gemeentebestuur als regisseur

1. Wettelijk kader

Onder de rol van regisseur van het flankerend onderwijsbeleid wordt verstaan dat het gemeentebestuur aanvullend bij het Vlaamse onderwijsbeleid, vertrekkende vanuit de lokale situatie een onderwijsbeleid ontwikkelt in samenwerking met de lokale actoren (Vlaamse regering, 2007).

Het lokaal flankerend onderwijsbeleid moet aansluiten bij het Vlaamse onderwijsbeleid. De focus ligt daarbij op (Vlaamse regering, 2007) het maximaliseren van kleuterparticipatie en de controle van de leerplicht (spijbelpreventie).

Het flankerend onderwijsbeleid moet ook vertrekken vanuit de lokale situatie. Uit de omgevingsanalyse in het kader van dit onderzoek en uit de interviews met schooldirecties blijkt dat bovenstaande doelen van het Vlaamse onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem niet of weinig van toepassing zijn. Spijbelgedrag komt in de basisscholen van de gemeente niet voor (met uitzondering van het zogenaamde ‘luxeverzuim’ net voor de schoolvakanties) en de kleuterparticipatie is vergelijkbaar met het Vlaamse gemiddelde. Vanuit de overheid wordt benadrukt dat ze àlle kleuters naar school wil krijgen (VVSG, 2011).

Naast deze twee ‘Vlaamse’ doelen kan het gemeentebestuur zelf beslissen of ze verder wil investeren in flankerend onderwijsbeleid en naar welke doelen ze via dat beleid wil toewerken. Uit de gesprekken met schooldirecties en oudercomités komen wel een aantal andere, lokale noden naar voor, waarop het flankerend onderwijsbeleid een antwoord kan formuleren, zoals mobiliteit en opvang (zie omgevingsanalyse).

Een beleid ontwikkelen en voeren, wil zeggen dat je doelen vooropstelt en een strategie uittekent en uitvoert om die doelen te bereiken. De doelstellingen voor het flankerend onderwijsbeleid van Sint-Martens-Latem staan in het meerjarenplan van de gemeente (zie verder). Ze werden echter niet gecommuniceerd aan het onderzoeksteam en zijn niet gekend door schooldirecties en oudercomités. Bij de membercheck bij de directies en de oudercomités werden de doelen na toelichting wel herkend, en werd ook erkend dat er hieraan gewerkt werd. De betrokkenen waren zich er echter niet van bewust dat die doelen bestonden.

Flankerend onderwijsbeleid wordt gevoerd in samenwerking met lokale actoren zoals alle scholen van alle netten, alle relevante diensten en organisaties. Het is dus bij uitstek een net- en sectoroverschrijdend beleid, waarin het gemeentebestuur een neutrale, faciliterende regierol opneemt (VVSG, 2010).

In Sint-Martens-Latem merken we een sterke betrokkenheid van vele sectoren, diensten, organisaties en medewerkers: van bibliotheekmedewerkers tot de huisvuilophaaldienst. Van sportfunctionaris tot politie. Dit aanbod wordt gewaardeerd door de verschillende scholen en wordt in kaart gebracht bij ‘andere voordelen’.

Alle scholen worden over de netten heen betrokken bij het flankerend onderwijsbeleid. Toch komt in de gesprekken herhaaldelijk terug dat de directies ervaren dat dit niet vanuit een neutrale regisseurspositie gebeurt.

Page 28: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

27

“De dubbele rol van het gemeentebestuur is hier soms lastig.” (deelnemer interview)

Vanuit de regelgeving wordt dus van een gemeentebestuur verwacht dat zij een flankerend onderwijsbeleid voert dat afgestemd is op de lokale context, waarbij doelen vooropgesteld worden en een plan uitgetekend wordt om deze te realiseren. Het ‘regisseren’ van dit beleid houdt in dat alle betrokken partners samengebracht worden en verschillende initiatieven op elkaar afgestemd worden, vanuit een neutrale faciliterende positie (VVSG, 2010).

2. Invulling van de regierol in Sint-Martens-Latem

1. Aansturing

Het flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem hoort tot de bevoegdheden van de schepen van Onderwijs. In de gemeentediensten was er voor dit project niemand specifiek bevoegd voor het flankerend onderwijsbeleid. Deze materie werd rechtstreeks opgevolgd door de algemeen directeur van de gemeentediensten. Bij de start van dit onderzoeksproject werd aan het Afdelingshoofd Welzijn, Burger en Vrije tijd gevraagd om de opvolging van dit project te doen. Zij heeft een neutrale positie tegenover het gemeentelijk onderwijs en is door haar functie uiterst geschikt om de samenwerking met andere gemeentediensten te faciliteren.

In de literatuur (VVSG, 2010; GO! 2014; Boeve, 2018) wordt het aanstellen van een neutrale regisseur voor het flankerend onderwijsbeleid sterk naar voor geschoven. Deze regisseur is best niet betrokken bij de actorrol van de gemeente in de organisaties van het gemeentelijk onderwijs. Enkel op die manier kan de regisseur zich echt neutraal opstellen naar alle scholen toe.

“door de coördinatie en uitvoering van het flankerend onderwijsbeleid toe te vertrouwen aan personeelsleden die niet betrokken zijn bij de inrichting van het eigen onderwijs. (…) Wat

doet de onderwijsregisseur? Hij geeft de regierol vorm. Hij coördineert het overleg, versterkt het netoverschrijdend netwerk en het netwerk met andere sectoren (…) zorgt voor breed

gedragen adviezen en stimuleert het ontstaan van een beleid. Hij volgt ten slotte de beleidsuitvoering op en werkt zo mogelijk met indicatoren om het beleid te

evalueren.” (VVSG, 2010, p4)

Dat er op dit moment geen regisseur aangesteld is voor het flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem is niet uitzonderlijk. Het enige grootschalige onderzoek rond het lokaal flankerend onderwijsbeleid dateert uit 2009 (VVSG) en geeft onder andere een beeld van de aansturing van het flankerend onderwijsbeleid. In bijna een kwart van de gemeenten is het de gemeentesecretaris die het flankerend onderwijsbeleid aanstuurt. In 30 % is het iemand die tot de dienst onderwijs behoort die deze taak erbij neemt. In 15% van de gemeenten wordt deze opdracht toevertrouwd aan iemand van de dienst jeugd, cultuur, welzijn of sociale zaken. Slechts in 8.6% van de steden en gemeenten is er een echte regisseur die enkel dit als opdracht heeft. Het gaat dan bijna uitsluitend om centrumsteden. In de helft van de gemeenten werd hier in 2009 geen personeelsomkadering voor vrij gemaakt. In 30% van de steden en gemeenten werkt iemand voor minder dan 0,5VTE op deze opdracht. In de overige 20% wordt meer dan 0.5VTE toebedeeld.

In Tervuren werden aspecten van het flankerend onderwijsbeleid toevertrouwd aan een beleidsmedewerker van de dienst Interne zaken. Hij behartigt onder andere de aansturing van de

Page 29: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

28

onderwijsraad, het centraal aanmeldingssysteem en een schooloverstijgend project rond duurzaamheid. De dienst interne zaken volgt ook het Huis van het kind en alles met betrekking tot kinderopvang op. De beleidsmedewerker schat zelf in dat hij ongeveer 0.2 VTE bezig is met flankerend onderwijsbeleid (persoonlijke communicatie, 20/12/2018).

2. Overleg

In Sint-Martens-Latem komen alle schooldirecties 2x per jaar samen op uitnodiging van de schepen van onderwijs. Verschillende betrokkenen geven echter aan dat dit overleg heel praktisch van aard is: er worden voornamelijk afspraken gemaakt over data van gezamenlijke of grote activiteiten. Hier wordt samen dus geen beleid gemaakt of gevoerd. Toch is dit één van de doelstellingen van het flankerend onderwijsbeleid van de gemeente uit het meerjarenplan voor 2014-2019.

“Dit is niet echt inhoudelijk, maar praktisch: wie heeft wanneer schoolfeest, .. om

af te stemmen voor het uitlenen van gratis schoolmateriaal.” (interview directie)

VVSG (2010, p 5) zegt hierover: “Geef de ontwikkeling en aansturing van het beleid in handen van een net- en onderwijsniveauoverstijgend overleg- en adviesorgaan, waarin alle betrokkenen vertegenwoordigd zijn, zeg maar een onderwijsraad. (…) Informeel overleg kan ook tot goede resultaten leiden, maar (…) dit heeft geen bindende waarde voor het gemeentebestuur en leidt niet tot een beleid” Ook het GO! (2014) en Katholiek Onderwijs Vlaanderen (persoonlijke communicatie, 18/01/19, zie bijlage 4) pleiten voor zo’n formeel overlegorgaan.

In Tervuren werd in 2013 een onderwijsraad opgericht, waarin naast de schepen van onderwijs, de directies van alle basisscholen zetelen. Daarnaast worden regelmatig ‘gasten’ vanuit andere diensten en/of organisaties uitgenodigd om concrete projecten uit te werken (Gemeente Tervuren 2018).

In Puurs komt het ‘scholenoverleg’ 3 keer per jaar samen op uitnodiging van de jeugddienst. Ook hier zijn het alle schooldirecties die deze raad uitmaken (T. Van Reeth, persoonlijke communicatie).

3. Doelgericht werken

Het gemeentebestuur van Sint-Martens-Latem beschrijft in haar meerjarenplanning 2014-2019 de doelstellingen van haar flankerend onderwijsbeleid:

“Voeren flankerend onderwijsbeleid en stimuleren samenwerking tussen de verschillende scholen:

• Organisatie schoolomgevingen inzake verkeersveiligheid in functie van de noden van de scholen • Samenwerkingsverbanden aangaan en/of onderhouden met het oog op de realisatie van een kwalitatiever en efficiënter onderwijs en opvang door o.a. het actief bijwonen van de overlegmomenten tussen de directies van de verschillende onderwijsnetten. • De scholen werken verschillende activiteiten uit met andere diensten van de gemeente, bijvoorbeeld: uitleg gemeentehuis leerlingen 4e leerjaar; bib en school: klaskoffers, auteurslezingen, workshops; milieu en school: milieudag, bomenplantdag, bezoek recyclagepark; sport en school: schoolsportdag, scholenveldloop; cultuur en school: bezoek aan de gemeentelijke musea; samenwerking in het kader van culturele projecten (vb. herdenking WO I).

Page 30: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

29

▪ De gemeente ondersteunt de oudercomités van de verschillende scholen in hun werking” (Gemeentebestuur Sint-Martens-Latem, 2017)

Zoals hierboven aangegeven, zijn deze doelen beperkt gekend bij schooldirecties en oudercomités en werden ze ook niet naar voor geschoven in de onderzoeksopdracht die wij kregen. Dit zorgt ervoor dat ze meteen aan slagkracht inboeten.

4. Budget

In de begrotingen en jaarafrekeningen van Sint-Martens-Latem wordt een opdeling gemaakt tussen het budget voor het flankerend onderwijsbeleid en dat voor de gemeentescholen. Dit wordt ook aangeraden voor oa VVSG (2010). Toch lijkt niemand van de directies en oudercomités hier echt van op de hoogte. Het vraagt dan ook enig onderzoekswerk om dit terug te vinden. Hierover werd in de voorbije jaren door betrokkenen transparantie gevraagd, maar niet gekregen. Dat creëert een vorm van wantrouwen. Er is nochtans helemaal niets te verbergen.

“Als je vraagt aan de gemeente bezorg ons een Excel met wat jullie doen voor jullie school met alle uitgaven voor jullie onderwijs, dan staan die zaken er niet

in.” (interview directie)

“Ik heb wel een aantal keer een overzicht gevraagd. Ik heb daar niet moeilijk over gedaan want ik wil niet dat ze daardoor de kraan toekraaien.” (interview directie)

In Sint-Martens-Latem wordt 80 000€ vrijgemaakt voor het flankerend onderwijsbeleid. Dit omvat de uitgaven voor de sociale voordelen en de toelage voor de oudercomités. Het totale budget voor het flankerend onderwijsbeleid is dus nog groter. De gratis afhaalophaling, organisatie van sportdagen… is hier immers niet bij gerekend.

Dit bedrag zegt weinig. Het is pas in vergelijking met andere gemeenten dat duidelijk wordt hoe groot dit budget precies is. Onderstaande tabel geeft weer wat enkele andere gemeenten voorzien voor hun flankerend onderwijsbeleid. We contacteerden hiervoor in de eerste plaats gemeenten uit de Belfius-cluster ‘Residentiële randgemeenten met hoge inkomens’5 waartoe ook Sint-Martens-Latem behoort. Bij gemeenten die geen antwoord konden geven op onze vragen, onderzochten we hun laatste jaarrekening. Jaarrekeningen waarbij het onderscheid tussen flankerende initiatieven en initiatieven voor de eigen scholen niet duidelijk te maken viel, werden niet opgenomen in onderstaande tabel.

5 Belfius clustert gemeenten op basis van demografische, morfologische en sociaal-economische kenmerken (Belfius, 2018)

Page 31: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

30

Figuur 19 Budget voor flankerend onderwijsbeleid in verschillende gemeenten

Deze tabel geeft duidelijk weer dat het budget dat het gemeentebestuur van Sint-Martens-Latem uittrekt voor het flankerend onderwijsbeleid het grootste is in vergelijking met wat andere, vergelijkbare gemeenten doen. Dit budget wordt dan ook door heel wat betrokkenen sterk geapprecieerd.

“We zijn dankbaar voor wat we krijgen.” (interview directie)

“Financiële steun aan de oudercomités, dat gaat over fameuze bedragen. Dat is zeer belangrijk voor de werking van de ouderraad.” (deelnemer focusgroep)

“Wij zijn heel tevreden met het geld, via welk kanaal het ook komt. “ (deelnemer focusgroep)

Sint-Martens-Latem kan geen aanspraak maken op de subsidies voor lokaal flankerend onderwijsbeleid die de Vlaamse regering kan geven. Hier wordt immers voorrang gegeven aan centrumsteden en steden en gemeenten die zich actief richten op de twee Vlaamse beleidsdoelen: kleuterparticipatie verhogen en spijbelpreventie (Vlaamse regering, 2012). Dit zijn twee doelen die niet relevant zijn voor Sint-Martens-Latem

5. Transparantie en communicatie

Communicatie van gemeentebestuur naar onderwijsinstellingen

Alle schooldirecties en oudercomités geven aan dat er nood is aan meer transparantie en communicatie rond het flankerend onderwijsbeleid. Het gemeentebestuur is volgens het decreet enkel verplicht om te communiceren over de andere voordelen, van zodra ze die aanbiedt aan minstens één school van een ander schoolbestuur (Vlaamse regering, 2007).

Page 32: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

31

“Als we niet weten wat er is, kunnen we het ook niet aanvragen. Als we daardoor iets mislopen zou dat jammer zijn.” (deelnemer focusgroep)

“Zijn er niet dingen die de gemeente doet, die binnen het flankerend onderwijsbeleid passen en die nu niet in die mate toegepast worden? Dat is de

vraag. Ik suggereer niet dat dat nu wel gebeurt. De vraag stellen is niet het antwoord geven. Het is een vraag waar ik wel het antwoord op wil

weten.“ (deelnemer focusgroep)

De vragen vanuit schooldirecties en oudercomités gaan verder dan dat. Eigenlijk vragen ze algemene transparantie over het lokaal onderwijsbeleid. Hoewel de gemeente niet verplicht is om dit te bieden vanuit het decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau (Vlaamse regering, 2007), kan je wel argumenteren dat ze dit moet doen vanuit de openbaarheid van bestuur (Vlaamse regering, 2004). De passieve openbaarheid is reeds gerealiseerd: in de jaarafrekening kan iedereen de uitgaven voor het flankerend en niet-flankerend onderwijsbeleid terug vinden. Dit is echter niet evident en weinig toegankelijk. Actieve openbaarheid, waarbij een duidelijk overzicht gegeven wordt van de verschillende budgetten en hun verhouding tegenover elkaar is er op dit moment niet.

“Openheid is wel belangrijk, vrees is wel dat dit bij een droom zal blijven.” (interview directie)

In de membercheck met de directies worden een aantal redenen gegeven waarom het zo moeilijk is

om deze transparantie te bieden. De infrastructuur van de gemeenteschool wordt na de schooluren

ook gebruikt door het deeltijds kunstonderwijs. De algemene kosten verbonden aan infrastructuur

worden volgens de directie boekhoudkundig volledig bij het gemeentelijk onderwijs geschreven

terwijl kosten voor verwarming, water, onderhoud, slijtage… eigenlijk over beiden gedeeld zouden

moeten worden. Volledige transparantie zou vereisen dat dit volledig opgesplitst wordt.

Communicatie tussen onderwijsinstellingen

De concurrentiepositie waarin de scholen zich bevinden staat een vlotte samenwerking soms in de weg. Scholen zien vooral de voordelen van andere scholen en minder de nadelen. Tijdens de membercheck met directies werd vermeld dat de scholen zich eerder als ‘concullega’s’ willen opstellen ten aanzien van elkaar.

“Wat ik vooral wil is een open communicatie, en niet zo concurrentie. Ik vrees dat dat een droom is. Als er een vraag is, zou je eigenlijk moeten kunnen

samenwerken” (interview directie)

Het gemeentebestuur stelde in haar meerjarenplanning als doelstelling voor het flankerend onderwijsbeleid dat ze de samenwerking tussen de scholen wil versterken. Het bestellen van dit onderzoek om objectiviteit en transparantie te brengen is daar een eerste stap in. Maar het is duidelijk dat hier meer inspanningen gewenst zijn.

Page 33: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

32

d. SWOTI

Bij wijze van samenvatting van deze beschrijving van het flankerend onderwijsbeleid in Sint-

Martens-Latem, geven we de resultaten nog eens kort weer aan de hand van een SWOTI-analyse. Op

die manier bieden de resultaten rechtstreekse kansen tot handelingsgerichte en toekomstgerichte

conclusies in de latere hoofdstukken.

Page 34: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

33

4. Adviezen

a. Inleiding

Het onderzoek heeft als doel het flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem in kaart te brengen en adviezen te formuleren voor de toekomst. In een eerste hoofdstuk brachten we de lokale onderwijscontext in beeld. In een tweede hoofdstuk werd het flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem in beeld gebracht: wat is de realiteit van het flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem momenteel en hoe wordt dit beleefd door verschillende betrokkenen. Er werd ook een overzicht geschetst van de noden en de wensen in de toekomst. In een laatste hoofdstuk formuleren we adviezen op basis van alle voorgaande informatie. We benadrukken dat het om onderbouwde adviezen gaat vanuit de dialoog met verschillende betrokkenen. Het is aan het gemeentebestuur om hierin beslissingen te nemen, rekening houdende met de prioriteiten en mogelijkheden op gemeentelijk niveau.

We starten met een toelichting bij de methode voor dit onderdeel. Daarna beschrijven we de adviezen. Daarvoor volgen we de opdeling die ook in de regelgeving gehanteerd wordt (Vlaamse regering, 2007). We bespreken de sociale voordelen die ze in het kader van deze regelgeving kunnen aanbieden, de andere voordelen en de rol van het gemeentebestuur als regisseur van het flankerend onderwijsbeleid. Op het einde van dit hoofdstuk staat een samenvattende tabel met de conclusies van de verschillende fases van het onderzoek en de adviezen.

b. Methode

Gedurende de verschillende fasen (literatuurstudie, onderzoek van het wetgevend kader, zoeken naar

good practices, interviews, focusgroep, …) van het onderzoek hielden we mogelijke adviezen bij. Deze

werden voorgelegd en afgetoetst bij verschillende kanalen in de vorm van een klankbordgroep van

onderzoekers (met o.a. oud-directie basisschool, voorzitter lokaal overleg kinderopvang, experte

spanning actor-regisseur, …), contacten met verantwoordelijke flankerend onderwijsbeleid van de

betrokken koepels, en verschillende memberchecks met de betrokkenen. Er werd een membercheck

met de administratie van het gemeentebestuur gehouden op 7 december 2018, met de algemene

directies van de scholen op 20 december 2018 en met de voorzitters van de oudercomités op 7 januari

2019.

c. Resultaten

I. Sociale voordelen

We adviseren het opstellen van een duidelijk reglement met een overzicht van het wetgevend kader

en de sociale voordelen die aangevraagd kunnen worden. Op die manier zijn wijzigingen die onder

andere op basis van dit onderzoek gebeuren meteen duidelijk voor alle betrokkenen. Dit document

moet bekrachtigd worden door de gemeenteraad. Zo is er een reglement voor de sociale voordelen

naast het bestaande reglement voor de andere voordelen (Gemeenteraad, 2014). Daarna kan dit

Page 35: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

34

verspreid worden bij alle betrokkenen. Hieronder geven we alvast een overzicht van de huidige

situatie en de adviezen wat de sociale voordelen betreft.

1. Ochtend-, middag- en avondtoezicht

Tijdens het onderzoek werd duidelijk dat het gemeentebestuur door het uitbetalen van sociale

voordelen wat ochtend-, avond- en middagtoezicht betreft aan de vrije scholen de gemeenteschool

een concurrentienadeel bezorgt. Hier moeten zeker beleidskeuzes gemaakt worden om voor een

billijke verdeling te zorgen.

Het gemeentebestuur kan ervoor kiezen om de uitbetaling van dit sociaal voordeel toch mogelijk te

maken door de ouderbijdrage hiervoor in de eigen scholen te verkleinen. Verschillende partijen

gaven aan dat dit niet wenselijk is omdat de bijdrage billijk is, het niet de bedoeling kan zijn ouders

verder te stimuleren hun kinderen langer in de opvang te laten en een verschil in bijdrage tussen de

verschillende scholen kan leiden tot concurrentie op gebied van de opvangprijs (membercheck

administratie gemeentebestuur, directies en oudercomités).

Een tweede optie is om het uurloon van de toezichters te verhogen in de gemeenteschool. De

financieel directeur van de gemeente Sint-Martens-Latem maakte eerder reeds een simulatie met een

hoger uurloon. Dit zorgde er nog steeds niet voor dat het sociaal voordeel toch uitbetaald kon worden

(De Bruyne, W. persoonlijke communicatie 18/01/2019). Vanuit de membercheck van de

oudercomités werd de vraag gesteld hoe het komt dat dit voor de ene school kostendekkend kan

georganiseerd worden en voor de andere scholen als grote kost benoemd wordt. Een advies is om dit

op een directieoverleg verder te bekijken. Aangegeven werd ook dat het verhogen van de uurlonen

voor de toezichters een idee is dat met zorg bekeken moet worden, in afstemming met de barema’s

en de lonen van andere personeelsleden (membercheck directies).

Een derde optie is om het budget dat begroot is voor het uitbetalen van de sociale voordelen, niet

langer uitbetaald wordt als zodanig. Hetzelfde budget kan op een andere manier aangewend worden

in functie van het flankerend onderwijsbeleid. Zo kan het verdeeld worden in de vorm van een ‘ander

voordeel’, het kan ingezet worden om een regisseur voor het flankerend beleid aan te stellen, het kan

aangewend worden voor projecten...

2. Het ter beschikking stellen van de voor het publiek toegankelijke gemeentelijke

infrastructuur

De sociale voordelen het gebruik van de gemeentelijke sportinfrastructuur (Vlaamse regering, 2007)

worden voor alle betrokkenen juist toegepast. Hier adviseren we om de gemaakte afspraken te

behouden.

3. De kosten van de toegang tot het zwembad voor de leerlingen lager onderwijs

Het sociaal voordeel wat betreft de kosten van de toegang tot het zwembad voor de leerlingen lager

onderwijs (Vlaamse regering, 2007), wordt systematisch toegekend aan alle scholen. In de nota

‘Sociale voordelen in het onderwijs’ (Gemeentebestuur Sint-Martens-Latem, 2017) wordt terecht

opgemerkt dat het tot dat moment onduidelijk is of de scholen rekening houden met de bepaling dat

het ene jaar zwemles dat verplicht wordt door de Vlaamse overheid, niet meetelt als sociaal voordeel.

Op dit moment wordt aan de scholen gevraagd om op eer te verklaren dat de kosten voor dit ene jaar

zwemles niet mee ingediend worden bij de gemeente. Een advies is om de verduidelijking hiervoor

te vragen in toekomstige bewijsstukken of verder te werken met een verklaring op eer. Een

voorbeeld hiervan zien we in de gemeente De Pinte (Gemeenteraad De Pinte, 2004, zie bijlage 2). Een

Page 36: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

35

ander advies is om zoals in de gemeente Zingem de kosten van het ene jaar zwemmen uit te betalen

als ander voordeel aan alle scholen, om zo de administratie hierover minimaal te houden

(Gemeentebestuur Zingem, 2001).

4. Leerlingenvervoer basisonderwijs

De sociale voordelen omtrent het leerlingenvervoer (Vlaamse regering, 2007) worden voor alle

betrokkenen juist toegepast. De manier van werken kan behouden blijven. Wel is het zo dat het

afschaffen van het leerlingenvervoer en de communicatie hierover onderwerpen zijn waar

ongenoegen over is (te laat gecommuniceerd, geen alternatieven, …). In de toekomst is het

aanbevolen bij zo’n beslissing tijdig en transparant te communiceren (focusgroep, membercheck

oudercomités).

II. Andere voordelen

1. Regelgevend kader

Lokale besturen kunnen andere voordelen aanbieden aan scholen van andere schoolbesturen als het voordeel ook aangeboden wordt aan de eigen school. Ze zijn hiertoe echter niet verplicht.

Indien ze een ander voordeel wensen aan te bieden, moeten ze dit wel doen voor alle scholen van

andere schoolbesturen op hun grondgebied (Vlaamse regering, 2007). Het gemeentebestuur kan

ervoor kiezen om voordelen die de gemeentelijke basisschool krijgt (vertrekkende vanuit het lokaal

beleid), ook aan de vrije scholen te geven. Dit mag maar moet niet. Indien het gemeentebestuur een

voordeel aan één van de vrije scholen geeft, moet dat voordeel wel aangeboden worden aan alle

andere scholen.

We adviseren om als gemeentebestuur bewust keuzes te maken in welke andere voordelen aan de

vrije scholen aangeboden worden. Aangezien het gaat om een uitbreiding van een voordeel dat

aangeboden wordt aan de eigen school, zal dit nooit vertrekken vanuit een nood die gedeeld wordt

door de drie schoolbesturen. De gemeenteschool zal in deze immers meestal geen vragende partij

zijn.

Een idee dat leeft bij het geven van andere voordelen is dat deze moeten inspelen op de noden van

alle scholen. Dit is niet zo. In de interviews werd duidelijk dat de verschillende scholen verschillende

visies hanteren. Wat de thema’s van flankerend onderwijsbeleid betreft, is er momenteel geen

gedragenheid om één bepaalde focus te kiezen of een bepaalde doelstelling vooruit te schuiven. De

verschillende scholen hechten veel belang aan eigenheid en autonomie (interviews directies). Het

gemeentebestuur mag eigen accenten leggen in beleid via de andere voordelen. Bij elk voordeel dat

aangeboden wordt, kunnen de verschillende scholen kiezen of ze hier al dan niet op intekenen. Het

is dus niet zo dat een voordeel niet kan toegekend worden, omdat één school hier geen nood ziet.

Concluderend adviseren we dus om als gemeentebestuur eigen doelen naar voor te schuiven en de

scholen al dan niet te laten intekenen op dat voordeel.

De verschillende schooldirecties en oudercomités formuleerden noden en wensen. Deze zijn terug te

vinden in de omgevingsanalyse en kunnen een vertrekpunt zijn bij het verder uitwerken van het

flankerend onderwijsbeleid. Sommige noden die aangegeven werden door de scholen, vinden niet

onmiddellijk een antwoord in het flankerend onderwijsbeleid. Het is bijvoorbeeld niet de keuze van

het gemeentebestuur om in te zetten op infrastructuur van de scholen (membercheck, administratie

Page 37: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

36

gemeente). Andere gemeenten kiezen hier wel voor via de inzet van klusjesmannen, groendienst…

(VVSG, 2009). Naast ondersteuning van de gemeente, zijn er ook andere kanalen die daar

ondersteuning kunnen bieden zoals Agion, Pimp-je-speelplaats, …). Tijdens de membercheck met de

oudercomités werd de vraag gesteld of scholen hier voldoende gebruik van maken (membercheck

oudercomités)

Wat de nood rond onderhoud betreft, gaven scholen aan dat er periodes waren dat er een klusjesman

vanuit het OCMW kwam, voor een periode van 6 maanden (interviews). Dit werd ervaren als een

meerwaarde. We adviseren om na te gaan of dit in de toekomst mogelijk is.

2. Toelage oudercomités

De uitbetaling van de subsidies gebeurt momenteel aan de oudercomités. Hiervoor is geen duidelijke

reden. Er leven hierover verschillende ideeën (interviews, focusgroep en membercheck directies en

oudercomités).

Het beheer van een (groot) budget gaat samen met een grote verantwoordelijkheid. Waar dit aan de

ene kant omschreven kan worden als een voordeel, omdat een grotere verantwoordelijkheid kan

leiden tot een groter engagement, kan dit aan de andere kant ook leiden tot een onstabiele situatie

(persoonlijke communicatie, focusgroep, klankbordgroep). De betrokkenen in een oudercomité

fluctueren over de jaren, wat ervoor kan zorgen dat er verschillende visies en verschillende keuzes

gemaakt worden die niet steeds aansluiten bij de beleidskeuzes van een school. Er wordt een grote

verantwoordelijkheid en een grote inbreng verwacht van de oudercomités. Zij stappen hierdoor

mogelijks uit een ondersteunde functie in een beleidsvoerende functie, wat een professionalisering

van het oudercomité vraagt (klankbordgroep). Onder een professionalisering begrijpen we onder

andere het goed geïnformeerd worden over flankerend onderwijsbeleid: wat is het doel, wat is de

regelgeving, wat zijn de afspraken, de mogelijkheid om af te stemmen met verschillende betrokkenen,

Ouders worden rechtstreeks betrokken in de ondersteuning van de scholen. Oudercomités krijgen zo

erkenning voor hun inbreng, hun motivatie wordt aangewakkerd en dit kan voor een verbinding

zorgen tussen directie, schoolbestuur en het oudercomité (focusgroep, klankbordgroep,

membercheck oudercomités).

Bij de oudercomités is er de bezorgdheid dat schoolbesturen grote financiële noden hebben, en dat

indien de subsidies rechtstreeks aan de schoolbesturen uitbetaald worden deze minder ten goede van

de afspraken in het reglement van het flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem zullen

komen, maar meer gebruikt zullen worden om ‘gaatjes te dichten’.

Een advies is om de samenwerking met de oudercomités ruimer te bekijken dan enkel het financiële

aspect. Indien het gemeentebestuur en de scholen willen inzetten op een grote betrokkenheid, een

groot engagement en een grote rol voor de oudercomités in het flankerend onderwijsbeleid, zijn zij

ook een partij die in overleg betrokken kan worden. De oudercomités zijn hiertoe vragende partij

(membercheck oudercomités). Het gemeentebestuur kan er ook voor kiezen om het overleg te

installeren tussen schoolbesturen, en niet in te zetten op overleg met de oudercomités. De

communicatie naar de oudercomités ligt dan in handen van de schoolbesturen. Hierin moet een keuze

gemaakt worden.

Voor de uitbetaling van de toelage zijn er drie opties. De toelage kan uitbetaald worden aan de

oudercomités, zoals momenteel gebeurt. Daarnaast kan ze ook uitbetaald worden aan de scholen zelf.

Page 38: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

37

Een tweesporenbeleid betreft het verdelen van het budget lijkt ons hier een meerwaarde. Zo kan er

bijvoorbeeld een forfaitair bedrag aan de oudercomités verdeeld worden om de betrokkenheid en het

engagement hoog te houden, en kan het resterende budget (per leerling) via het schoolbestuur

verdeeld worden. Tijdens de memberchecks (membercheck administratie gemeente en directies)

werd dit idee positief onthaald door de verschillende betrokkenen. Indien er gekozen wordt voor een

tweesporenbeleid zijn de oudercomités wel vragende partij om geïnformeerd en geconsulteerd te

worden over de keuzes die door het schoolbestuur gemaakt worden, wat flankerend onderwijsbeleid

betreft (membercheck oudercomités).

3. Samenwerking met diensten

Ook de verschillende initiatieven die vanuit de gemeente georganiseerd of gefaciliteerd worden

zoals de boomplantdag, milieudag, scholenveldloop, …, zijn een meerwaarde van het huidige beleid

en hebben een verbindende rol tussen de schoolgaande kinderen in de gemeente (persoonlijke

communicatie, focusgroep, membercheck directie)

“(…) waarom we het liever hadden, is dat de kinderen die in dezelfde straat wonen elkaar leren

kennen. Dus voor de sociale cohesie.” (interview)

Logistieke ondersteuning vanuit de gemeente in de vorm van gebruik van materiaal, is ook zeer

welkom en een hele hulp voor de scholen (focusgroep). Ook daar adviseren we het behoud van de

verschillende initiatieven in overleg met de scholen.

III. Gemeentebestuur als regisseur

1. Wettelijk kader

Het gemeentebestuur heeft een actorrol als schoolbestuur van de gemeentelijke basisschool.

Daarnaast vraagt het decreet flankerend onderwijsbeleid (Vlaamse regering, 2007) om een rol als

regisseur in te nemen voor alle scholen in Sint-Martens-Latem. Hieronder geven we adviezen die

aansluiten bij deze rol.

2. Invulling van de regierol

a. Aansturing

Bij de start van het onderzoek was er geen regisseur van het flankerend onderwijsbeleid in Sint-

Martens-Latem. We adviseren het aanstellen van een regisseur die het flankerend onderwijsbeleid

aanstuurt en opvolgt. De aansturing van het flankerend onderwijsbeleid kan zo bestuurlijk en politiek

gescheiden worden van het aansturen van een eigen onderwijsbeleid voor de Gemeentelijke

Basisschool. (Boeve, 2018) Ook vanuit het VVSG wordt een neutrale, faciliterende positie aanbevolen

wat betreft flankerend onderwijsbeleid (VVSG, 2010). Wat het bestuurlijk aansturen betreft, kan er

in de gemeentelijke administratie iemand aangesteld worden die verantwoordelijk is voor het

flankerend onderwijsbeleid. Om dit politiek te scheiden moet er een andere schepen dan de schepen

van onderwijs, verantwoordelijk zijn voor het flankerend onderwijsbeleid. Voorbeelden hiervan zijn

te vinden in Antwerpen (Boeve, 2018). De deelnemers van de membercheck van het oudercomité

merkten op dat om de scheiding helemaal te installeren dit ook in Sint-Martens-Latem nodig is

Page 39: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

38

(membercheck oudercomités). Ook in Gent kreeg het flankerend onderwijsbeleid vorm na het

installeren van een regisseur, in de vorm van het onderwijscentrum (Stad Gent, 2014).

Het installeren van een regisseur vraagt een overzicht in de mogelijke taken die er zijn binnen deze

functie. De regisseur houdt overzicht over het flankerend onderwijsbeleid en stuurt bij waar nodig.

Hij vormt een duidelijk aanspreekpunt wat flankerend onderwijsbeleid betreft. Indien er in de

komende jaren een wijziging in de regelgeving van het flankerend onderwijsbeleid of het beleid in

Sint-Martens-Latem rond flankerend onderwijs is, kan deze persoon deze wijzigingen communiceren

naar alle betrokken en de documenten actueel houden.

Ook het opvolgen van de leerlingenpopulatie in Sint-Martens-Latem is een taak van regisseur van

het flankerend onderwijsbeleid. Veel leerlingen van buiten Sint-Martens-Latem lopen scholen in Sint-

Martens-Latem. Dit is een interessant gegeven, waar ook verder onderzoek naar mogelijk is.

Daarnaast zou het ook boeiend en leerrijk zijn om te weten welke leerlingen vanuit Sint-Martens-

Latem naar scholen buiten de gemeente gaan en wat hun drijfveren hiervoor zijn. Antwoorden vinden

op bovenstaande vragen zou opnieuw een verrijking zijn bij het uitwerken van een duurzaam beleid

als regisseur van het flankerend onderwijsbeleid (klankbordgroep, membercheck administratie

gemeente).

Ook de stand van zaken rond het inschrijvingsdecreet (Helsen et al, 2018) is een thema dat opgevolgd

kan worden door de regisseur. Katholiek Onderwijs Vlaanderen raadt zijn scholen aan na te gaan welke

ondersteuning het gemeentebestuur kan bieden indien het inschrijvingsdecreet van start gaat

(persoonlijke communicatie, 18/01/2019; zie bijlage 4).

Tijdens dit onderzoek kregen we zicht op de huidige manier van werken binnen het flankerend

onderwijsbeleid. We interviewden de directies, afgevaardigde van de schoolbesturen en

afgevaardigde van de oudercomités. Om verder te werken aan een duurzaam flankerend

onderwijsbeleid, is het interessant om ook zicht te krijgen op de bredere noden: zijn er

overkoepelende noden en zorgen bij de ouders, bij de kinderen, bij de leerkrachten, bij de

buurtbewoners van de gemeente Sint-Martens-Latem? Om hier zicht op te krijgen is verder

onderzoek nodig. Dit in kaart brengen kan een taak van de regisseur van het flankerend

onderwijsbeleid zijn.

Indien er nieuwe doelen vastgelegd worden binnen het flankerend onderwijsbeleid, ligt ook een taak

bij de regisseur om deze te communiceren aan alle betrokkenen en onder andere op die manier

gedragenheid na te streven. Het vastleggen van de doelen gebeurt best in overleg met alle

betrokkenen. De noden (mobiliteit, verkeersveiligheid, …) die nu aangegeven werden door de

verschillende betrokkenen kunnen meegenomen worden. Eens vastgelegd, bewaakt de regisseur de

doelen van het flankerend onderwijsbeleid van Sint-Martens-Latem.

Het organiseren en aansturen van een overleg tussen de verschillende schoolbesturen en het

gemeentebestuur is ook een taak van de regisseur, waar we hieronder dieper op ingaan.

Page 40: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

39

b. Overleg

Overleg en het creëren van gemeenschappelijke doelen werkt verbindend tussen alle partijen

(klankbordgroep). We adviseren het organiseren van regelmatige overlegmomenten tussen de

verschillende betrokkenen met als thema het afstemmen over (de doelen van) het flankerend

onderwijsbeleid. De regisseur is hierbij als neutrale partij verantwoordelijk voor de agenda

(membercheck directies). Hij/zij neemt hier een aansturende rol en houdt nauw contact met de

verschillende directies. Momenteel is er tweemaal per jaar een overleg met een voornamelijk

praktische agenda. We adviseren om hier een formeel overlegorgaan te installeren met een

duidelijke opdracht en een duidelijk statuut: voorstellen van dit orgaan worden voorgelegd aan de

gemeenteraad. Het installeren van zo’n ‘onderwijsraad’ wordt onder andere ook aanbevolen door de

VVSG (2010) en het GO! (2014). Het nadenken over thema’s zoals opvang en verkeersveiligheid

kunnen zinvolle agendapunten zijn. Het installeren van een formeel overlegorgaan werd positief

onthaald in de verschillende memberchecks (membercheck administratie gemeente, directies en

oudercomités). Het samen organiseren van gemeenschappelijke projecten is een meerwaarde. Tijdens

de membercheck van de oudercomités werd als voorbeeld gegeven om samen een avondlezing met

een externe spreker te organiseren en zo de kosten en de organisatie haalbaar te maken

(membercheck oudercomités). Er moet wel aandacht zijn voor de taakbelasting van het onderwijzend

personeel hierbij (interviews, membercheck administratie gemeente).

c. Doelgericht werken

Duidelijk werd dat momenteel geen vraag is naar ondersteuning bij de Vlaamse doelen van het

flankerend onderwijsbeleid, kleuterparticipatie en spijbelpreventie (interviews, focusgroep,

membercheck verschillende partijen). Momenteel zijn hier dus geen acties vereist. Wel adviseren we

het verder opvolgen en bevragen van noden rond kleuterparticipatie op regelmatige tijdstippen in

functie van de meerjarenplanning.

Waar iedereen het over eens is dat bij het vastleggen van doelen, steeds het perspectief van het kind

centraal moet staan (membercheck administratie gemeente, directies) . Hierdoor wordt de eerste

stap naar gedragenheid van de doelen gezet. Dit is immers wat alle betrokkenen verbindt: iedereen

zet zich in voor de kinderen van Sint-Martens-Latem. We adviseren om het perspectief van het kind

steeds als uitgangspunt te gebruiken.

Om verder in te zetten op doelgericht werken, kunnen inhoudelijke voorwaarden gesteld worden

aan de toelage die verdeeld wordt. Dit gebeurt nu al voor verkeersveiligheid: “Initiatieven die de

veiligheid op en rond de speelplaats en de schoolpoort bevorderen” (Gemeenteraad Sint-Martens-

Latem, 2011). Hierdoor krijgen de oudercomités en/of de schoolbesturen de expliciete uitnodiging om

de doelen die de gemeente vooropstelt mee te onderschrijven. In andere gemeente zien we hier

voorbeelden van. Zo werd in de gemeente Puurs een ‘Convenant veilige schoolomgeving’ opgesteld

met alle scholen. “De convenant ‘Veilige schoolomgeving’ is een overeenkomst tussen de gemeente

Puurs, de Puurse kleuter- en basisscholen en de lokale politie. De verschillende partners werken samen

aan een verhoogde veiligheid in de schoolomgeving en een veilige weg van en naar school. Met elke

school werd een overeenkomst op maat opgemaakt” (Gemeente Puurs, 2018). Door oudercomités

en/of de schoolbesturen te laten argumenteren op welke manier ze het budget zullen besteden, wordt

een grotere betrokkenheid bij de doelen gecreëerd. Een voorbeeld hiervan zien we in Kapellen, waar

jaarlijks subsidies uitgereikt worden voor projecten rond verkeersveiligheid. Scholen kunnen er

verschillende projecten indienen die beoordeeld worden op (onder andere) het innovatieve karakter

Page 41: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

40

en de link met de beoogde doelstellingen. Op die manier wordt een ranking opgemaakt en worden

subsidies gradueel verdeeld (Gemeente Kapellen, 2017). Het reglement hiervoor is ter inspiratie

toegevoegd in bijlage 5.

d. Budget

Alle betrokkenen geven aan dat het budget dat vanuit de gemeente verstrekt wordt, zeer welkom is

en goed besteed wordt (focusgroep). De vergelijkende tabel met de andere gemeenten van de Belfius-

cluster (figuur 19) toont dat het budget voor het flankerend onderwijsbeleid van Sint-Martens-Latem

groter is dan in andere gemeenten. Tijdens de verschillende memberchecks (membercheck directies,

administratie gemeente, oudercomités) kregen we hierop positieve reacties. Tijdens de focusgroep

en de membercheck met de administratie van de gemeente werd gezegd dat er geen intentie is om

het budget te verhogen of te verlagen. We adviseren dan ook het behoud van het budget.

Bij het installeren van een regisseur moet nagegaan worden welke impact dit heeft op het budget dat

vrijgemaakt wordt voor het flankerend onderwijsbeleid (membercheck directies). Indien een

ambtenaar belast wordt met deze opdracht moet daar natuurlijk ook omkadering voor voorzien

worden. Uit de enige grootschalige bevraging rond lokaal flankerend onderwijsbeleid blijkt dat die

omkadering in de meeste bevraagde steden en gemeenten (48.3%) niet voorzien wordt. In 29.1% van

de gevallen omvat die minder dan 0,5 VTE (VVSG, 2008). In het rapport concludeert men: “Het

ontbreken van personeel om het flankerend onderwijsbeleid vorm te geven, is overduidelijk een

knelpunt. Steden en gemeenten krijgen nieuwe decretale taken bij, maar geen middelen om deze taken

uit te voeren. Op de meeste plaatse, - zelf in centrumsteden – is het behelpen geblazen.” (VVSG, 2008,

p2). Om de slaagkansen van een regisseur te optimaliseren, is een omkadering nodig.

e. Transparantie en communicatie

Omdat het gemeentebestuur een dubbele rol inneemt wat onderwijs betreft (=regisseur en actor)

adviseren we hier het nastreven en bieden van transparantie. In verschillende interviews en tijdens

de focusgroep werd duidelijk dat hier ruimte voor groei is (persoonlijke communicatie, interviews,

focusgroep).

Een advies is het opstellen van een bevattelijk document met een duidelijke omschrijving van de

regelgeving van het flankerend onderwijsbeleid is. Het huidige subsidiereglement is hiervoor een

eerste aanzet. Tijdens de membercheck met de voorzitters van het oudercomité hoorde we dat

projecten binnen dit reglement gesitueerd worden (persoonlijke communicatie, membercheck

oudercomités). We adviseren het opstellen van een overzichtelijk document met toelichting over het

regelgevend kader, de afspraken rond sociale voordelen en andere voordelen. Daarnaast kunnen

misvattingen die leven omtrent het flankerend onderwijsbeleid hierin uitgeklaard worden. Dit

document blijft beschikbaar zodat er ook bij wissels in oudercomités, schoolraden of directieteams

geen informatie verloren gaat. Zo creëert het gemeentebestuur continuïteit en transparantie is en

wordt een eerste stap gezet in het op de hoogte brengen en professionaliseren van de oudercomités.

Om nog een stap verder te gaan in het bieden van transparantie, kan de keuze gemaakt worden om

openheid te creëren over het budget en de doelen voor het flankerend onderwijsbeleid en over het

budget voor het organiseren van het onderwijs in de gemeentescholen. Het transparant maken van

het budget voor het organiseren van onderwijs in de gemeentescholen wordt niet opgelegd vanuit

Page 42: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

41

het decreet flankerend onderwijsbeleid. In het kader van openbaarheid van bestuur kan dit wel een

meerwaarde betekenen. In de membercheck met de drie algemene directies hoorden we bij de

directies van het vrije gesubsidieerde onderwijs de bevestiging dat dit voor hen een meerwaarde is.

Aan de andere kant stelt de directie van de gemeenteschool vast dat dit transparantie in één richting

is, en dat ook voor de gemeenteschool het zinvol zou zijn de prioriteiten van andere scholen te kennen.

Als laatste stap in het creëren van transparantie adviseren we om de initiatieven die er zijn vanuit het

flankerend onderwijsbeleid zichtbaar te maken voor alle inwoners van Sint-Martens-Latem. Er

wordt een groot budget in flankerend onderwijsbeleid geïnvesteerd: het kan een meerwaarde zijn om

dit ook zichtbaar te maken voor andere partijen (burgers, overheid, …) De verschillende investeringen

die de scholen met het budget doen, kunnen ook inspirerend werken voor andere scholen en

gemeentes. De publicatie van de stad Oostende over hun prioriteiten in het Flankerend

onderwijsbeleid kan hiervoor inspirerend zijn (Stad Oostende, 2018).

Page 43: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

42

5. Flankerend onderwijs in Sint-Martens-Latem in een notendop

a. Onderzoek Het gemeentebestuur van Sint-Martens-Latem gaf in 2018 aan Arteveldehogeschool de opdracht het

flankerend onderwijs in de gemeente in kaart te brengen, af te toetsen aan de regelgeving en

gedragen adviezen te formuleren.

b. Regelgeving De Vlaamse regering (2007) vraagt steden en gemeenten om een lokaal flankerend onderwijsbeleid

te voeren. Steden en gemeenten kunnen aan alle scholen op hun grondgebied sociale en andere

voordelen toekennen en kunnen hen vanuit een neutrale regisseursrol ondersteunen.

c. Sociale voordelen De sociale voordelen rond toegang tot infrastructuur en leerlingenvervoer worden correct toegepast.

De kosten van de toegang tot het zwembad worden door de gemeente terugbetaald. Voor het ene

jaar gratis zwemmen waar elke leerling recht op heeft, dient een duidelijke keuze gemaakt te worden

om dit al dan niet terug te betalen en hierover te communiceren. Het sociaal voordeel rond ochtend-

avond- en middagtoezicht creëert momenteel een concurrentienadeel voor het gemeentelijk

onderwijs. Dit moet recht gezet worden. De nieuwe regeling voor de sociale voordelen wordt best in

een helder reglement gegoten dat goedgekeurd wordt door de gemeenteraad.

d. Andere voordelen Sint-Martens-Latem trekt voor het flankerend onderwijsbeleid een budget uit dat groter is dan dat

van vergelijkbare gemeenten. Een groot deel daarvan wordt aan de oudercomités uitbetaald. Over

deze regeling bestaat geen eensgezindheid. Een tweesporenbeleid, waarbij de toelage verdeeld wordt

over oudercomités en schoolbesturen kan uitkomst bieden.

Verschillende diensten werken goed samen met alle scholen. De scholen geven aan dat ze extra ondersteuning zouden kunnen gebruiken op het vlak van mobiliteit, opvang en infrastructuur.

e. Regierol De regierol voor het flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem kan versterkt worden door het

aanstellen van een regisseur die niet betrokken is bij de aansturing van het gemeentelijk onderwijs en

zo een neutrale positie kan innemen tegenover alle scholen. Ook de installatie van een formeel

overlegorgaan waarin alle schooldirecties samen doelen bepalen voor het flankerend onderwijsbeleid

en afspreken hoe die gerealiseerd kunnen worden, is een meerwaarde. Alle betrokkenen vragen ook

om meer communicatie en transparantie, onder andere over de verschillende budgetten.

Het flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem kan sterker worden door doelgerichter te werken. Doelen participatief opstellen en erover communiceren naar alle betrokkenen is daarin een eerste stap. Het gemeentebestuur mag eigen accenten naar voor schuiven om het beleid te kleuren. Het is aan de scholen om dan te beslissen of ze hier al dan niet in meegaan.

Page 44: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

43

f. Samenvattende tabel

Conclusies onderzoek Adviezen

Omgevingsanalyse

Er is voldoende capaciteit in de scholen in Sint-

Martens-Latem

Schoolse vertraging in Sint-Martens-Latem

blijft beperkt

Weinig leerlingen voldoen aan één of meer

kansarmoedeindicatoren

Onderwijs trekt steeds meer leerlingen aan van

buiten de gemeente

Alle scholen ervaren noden rond mobiliteit. Hier kan gemakkelijk draagvlak gecreëerd

worden om meer doelgericht te werken

Het ‘inschrijvingsdecreet’ kan, indien het

goedgekeurd wordt, extra noden met zich mee

brengen

Stand van zaken rond ‘inschrijvingsdecreet’

verder opvolgen

Kleuterparticipatie loopt ongeveer gelijk aan

het Vlaamse gemiddelde

Tot nu toe was er geen aandacht voor

kleuterparticipatie in de omgevingsanalyses

van de gemeente

Kleuterparticipatie als vast item opnemen in de

omgevingsanalyse, ter voorbereiding van elke

meerjarenplanning

Verschillende scholen zijn het oneens over het

gewenste antwoord op de nood aan opvang

Zicht krijgen op de bredere noden en noden met

betrekking tot opvang: zijn er overkoepelende

noden en zorgen bij de ouders, bij de kinderen,

bij de leerkrachten, bij de bewoners van de

gemeente Sint-Martens-Latem… Verder

onderzoek uitvoeren

Page 45: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

44

Analyse flankerend onderwijsbeleid

Budget is groter dan dat van vergelijkbare

gemeenten en wordt sterk gewaardeerd

De regelgeving rond ‘andere voordelen’ wordt

correct toegepast

De samenwerking tussen de scholen en de

verschillende gemeentediensten loopt goed

De gratis beschikbaarheid van gemeentelijke

infrastructuur en materiaal wordt

gewaardeerd.

Behoud van wat goed is, dit blijven bewaken en

er bewust mee omgaan.

Er is geen regisseur voor het flankerend

onderwijsbeleid aangesteld

Aanstellen en omkaderen van een regisseur

voor flankerend onderwijsbeleid (bestuurlijk en

politiek)

Er is geen formeel overlegorgaan voor het

flankerend onderwijsbeleid

Installeren van een formeel overlegorgaan met

een duidelijk mandaat, dat voorstellen kan

voorleggen aan de gemeenteraad.

Alle betrokkenen ervaren een nood aan meer

transparantie en communicatie

Opstellen van een bevattelijk document met de

regelgeving van het flankerend onderwijsbeleid.

De aangestelde regisseur is verantwoordelijk

voor het actueel houden van dit document.

Huidige subsidiereglement uitbreiden met

duidelijke regelement over sociale voordelen.

Nadenken of openbaarheid van bestuur een

meerwaarde kan betekenen, in afspraak met de

betrokken directies.

Page 46: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

45

De regelgeving rond de sociale voordelen rond

ochtend-, avond- en middagtoezicht wordt niet

correct toegepast

Overleg met de verschillende betrokkenen over

een manier om deze fout in de toepassing van

de regelgeving van de sociale voordelen recht te

zetten

Keuze maken uit:

• Verhogen uurloon

• Verminderen bijdrage ouders

• Uitbetalen bedrag als ander voordeel in

plaats van als een sociaal voordeel (Deze optie is

meest gedragen).

Er is geen eensgezindheid over de uitbetaling

van de toelage voor de ‘andere voordelen’ via

de oudercomités

In het rapport worden verschillende visies

duidelijk. Het gemeentebestuur moet in

afstemming met de betrokkenen een beslissing

nemen over uitbetaling van de ‘andere

voordelen’ (vb. tweesporenbeleid,

samenwerking ruimer dan het financiële aspect

bekijken)

Er is eensgezindheid om het perspectief van het

kind centraal te stellen.

Bij het formuleren van doelen steeds vertrekken

vanuit het perspectief van het kind.

Initiatieven vanuit andere voordelen

flankerend onderwijsbeleid zijn niet zichtbaar.

Zichtbaar maken van initiatieven in kader van

flankerend onderwijsbeleid.

Directies en oudercomités zijn niet op de

hoogte van de doelen rond het flankerend

onderwijsbeleid die vooropgesteld worden. De

bestaande reglementen nodigen niet uit om

zich tot die doelen te verbinden.

Manier van werken installeren die ervoor zorgt

dat de verschillende betrokkenen zich mee

kunnen inschrijven in de doelen van het

flankerend onderwijsbeleid van Sint-Martens-

Latem.

Flankerend onderwijsbeleid opbouwen vanuit

een beleid op langere termijn.

Page 47: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

46

6. Bronnenlijst

Agentschap Binnenlands bestuur (2018). Jouw gemeente in cijfers. Sint-Martens-Latem. Geraadpleegd op 11 oktober 2018 via https://www.statistiekvlaanderen.be/sites/default/files/docs/GM-Sint-Martens-Latem.pdf

AGODI (2017a). Kleuteraanwezigheden per fusiegemeente. Geraadpleegd op 11 oktober 2018 via http://www.agodi.be/cijfermateriaal-aanwezigheden-kleuters-per-gemeente

AGODI (2017b). Aantal ingeschreven en niet-ingeschreven kleuters per leeftijd en per fusiegemeente. Geraadpleegd op 27 november 2018 via https://www.vlaamsparlement.be/parlementaire-documenten/schriftelijke-vragen/1236649

Belfius (2018). Belfius publiceert een update van zijn Typologie van de gemeenten in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen. Geraadpleegd op 18/12/2018 via https://www.belfius.com/NL/Media/Persbericht%20Typologie%20VLaanderen%2014%2003%202018_tcm_80-150637.pdf

Belga (2018). Cocof dient belangenconflict in tegen Vlaams inschrijvingsdecreet. Geraadpleegd op 15 januari 2019 via https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/12/15/cocof-dient-belangenconflict-in-tegen-vlaams-inschrijvingsdecree/

Boeve, L. (2018). Lokaal flankerend onderwijsbeleid. In Dialoog. 2018 (5), 4-5

De Lange, R.; Schuman, H., Montesano Montesori, N. (2011). Praktijkgericht onderzoek voor reflectieve professionals. Antwerpe,-Apeldoorn: Garant

Departement onderwijs en vorming (2008). Rapport sociale voordelen en andere voordelen. Geraadpleegd op 30/11/2018 via https://www.vlaanderen.be/nl/publicaties/detail/rapport-sociale-en-andere-voordelen-kalenderjaar-2008

Departement onderwijs en vorming (2016). Eindrapport kleuterparticipatie. Geraadpleegd op 27 november 2018 via http://onderwijs.vlaanderen.be/sites/default/files/atoms/files/Eindrapport_Onderzoek_naar_kleuterparticipatie.pdf

Gemeente Kapellen (2017). Subsidiereglement verkeersveiligheid lagere scholen Kapellen. Geraadpleegd op 20 december 2018 via https://www.kapellen.be/subsidie-verkeersveiligheid-kapelse-lagere-scholen

Gemeente Puurs (2018). Convenant veilige schoolomgeving. Geraadpleegd op 21 december 2018 via

https://www.puurs.be/product/471/convenant-veilige-schoolomgeving

Gemeente Tervuren (2018). Jaarrekening 2017. Geraadpleegd op 7 december 2018 via https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/sites/default/files/beleidsrapporten/jaarrekening_2017_gemeente_Tervuren.pdf

Page 48: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

47

Gemeentebestuur Sint-Martens-Latem (2012). Omgevingsanalyse Sint-Martens-Latem. Intern document.

Gemeentebestuur Sint-Martens-Latem (2017). Sociale voordelen in het onderwijs. Intern document.

Gemeentebestuur Zingem (2001). Sociale voordelen aan het onderwijs. Geraadpleegd op 15 januari 2019 via https://www.zingem.be/website/736-www/version/default/part/AttachmentData/data/Sociale%20voordelen%20aan%20het%20onderwijs.pdf

Gemeenteraad De Pinte (2004). Uittreksel uit de notulen van de gemeenteraad van 23/8/2004.

Gemeenteraad Sint-Martens-Latem (2011). Reglement betoelaging oudercomités scholen: goedkeuring. Intern document.

GO! (2014). Flankerend onderwijsbeleid. Visietekst van het gemeenschapsonderwijs. Geraadpleegd op 30/11/2018 via http://www.g-o.be/media/1929/go-_visietekst_flankerend-onderwijsbeleid_lr_def.pdf

Helsen, K.; Van Dijck, K.; De Ro, J. (2018). Voorstel van decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en de Codex Secundair Onderwijs, wat het inschrijvingsrecht betreft. Geraadpleegd op 15 januari 2019 via http://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1427944

Onderwijs Vlaanderen (2018a). Gewoon basisonderwijs – evolutie naar onderwijsnet. Opgehaald op 20/9/2018 van http://dataloep-publiek.vlaanderen.be/QvAJAXZfc/notoolbar.htm?document=LP-Publiek%2FPubliek_Inschrijvingen_leerplicht.qvw&host=PubliekQVS%40cwv100163&anonymous=true

Onderwijs Vlaanderen (2018b). Gewoon basisonderwijs – evolutie naar onderwijsniveau. Opgehaald op 20/9/2018 van http://dataloep-publiek.vlaanderen.be/QvAJAXZfc/notoolbar.htm?document=LP-Publiek%2FPubliek_Inschrijvingen_leerplicht.qvw&host=PubliekQVS%40cwv100163&anonymous=true

Onderwijs Vlaanderen (2018c). Evolutie van het aantal leerlingen dat aantikt op de leerlingenkenmerken in alle basisscholen van Sint-Martens-Latem. Opgehaald op 20/9/2018 van http://dataloep-publiek.vlaanderen.be/QvAJAXZfc/notoolbar.htm?document=LP-Publiek%2FPubliek_Inschrijvingen_leerplicht.qvw&host=PubliekQVS%40cwv100163&anonymous=true

Onderwijs Vlaanderen (2018d). Evolutie van het percentage leerlingen dat aantikt op de leerlingenkenmerken in Vlaanderen. Opgehaald op 20/9/2018 van http://dataloep-publiek.vlaanderen.be/QvAJAXZfc/notoolbar.htm?document=LP-Publiek%2FPubliek_Leerlingenkenmerken.qvw&host=PubliekQVS%40cwv100163&anonymous=true

Onderwijs Vlaanderen (2018e). Mobiliteit van de schoolgaande bevolking uit Sint-Martens-Latem. Opgehaald op 20/9/2018 van http://dataloep-publiek.vlaanderen.be/QvAJAXZfc/notoolbar.htm?document=LP-Publiek%2FPubliek_Leerlingenkenmerken.qvw&host=PubliekQVS%40cwv100163&anonymous=true

Stadsbestuur Oostende (2018). Flankerend onderwijsbeleid. Prioriteiten. Oostende.

Page 49: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

48

Stad Gent (2014). Beleidsnota Stad Gent 2014-2019 Onderwijs, Opvoeding en Jeugd. Geraadpleegd op 25 januari 2019 via https://d3n8a8pro7vhmx.cloudfront.net/groengent/pages/2483/attachments/original/1530379382/Beleidsnota_Onderwijs_Opvoeding_en_Jeugd_Stad_Gent_2014-2019.pdf?1530379382

Vlaamse regering (1991a). Omzendbrief: Gezondheidstoezicht en sociale voordelen. Vanaf het schooljaar 1991-1992. Geraadpleegd op 27 november 2018 via https://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=13057

Vlaamse regering (1991b). Besluit van de Vlaamse Regering houdende bepaling van de begrippen gezondheidstoezicht en sociale voordelen. Geraadpleegd op 27 november via https://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=12372

Vlaamse regering (2004). Decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur (B.S. 1 juli 2014). Geraadpleegd op 5/12/2018 via https://codex.vlaanderen.be/Zoeken/Document.aspx?DID=1013166&param=inhoud

Vlaamse regering (2007). Decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau. Geraadpleegd op 11 oktober 2018 via https://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=13961

Vlaamse regering (2012). Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de bepaling van de beleidsprioriteiten en de regeling van de procedure voor de toekenning van subsidies in het kader van het decreet van 30 november 2007 betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau. Geraadpleegd op 18 januari 2019 via https://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=14466

VVSG (2009). Rapport Socratosbevraging Flankerend Onderwijsbeleid. Geraadpleegd op 15 januari 2009 via http://www.vvsg.be/onderwijs/Documents/Rapporten/2009%20Rapport%20Socratosonderzoek.pdf

VVSG (2010). Lerende gemeente. Gids voor Flankerend onderwijsbeleid. Politea. Brussel

VVSG (z.j). Wat is flob? Geraadpleegd op 23/11/18. Via http://www.vvsg.be/onderwijs/watisFLOB/Pages/WatisFLOB.aspx

VVSG & OVSG (2013). Omgevingsanalyse Flankerend onderwijsbeleid. Meerjarenplan 2014-2019. Geraadpleegd op 4 september via http://www.vvsg.be/Werking_Organisatie/Planlastvermindering/Documents/Omgevingsanalyse%20flankerend%20onderwijsbeleid.pdf

Page 50: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

49

7. Bijlages

Bijlage 1 Sociale voordelen aan het onderwijs in Zingem

Bijlage 2 Sociaal voordeel met betrekking tot zwemmen in De Pinte

Bijlage 3 Mailverkeer met departement onderwijs

Bijlage 4 Mailverkeer Katholiek Onderwijs Vlaanderen

Bijlage 5 Subsidiereglement verkeersveiligheid lagere scholen Kapellen

Page 51: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

Gemeentebestuur Zingem – Alfred Amelotstraat 53 – 9750 Zingem – NIS 45057 tel. 09 389 01 00 – fax. 09 389 01 49 – [email protected] – www.zingem.be

Sociale voordelen aan het onderwijs

Artikel 1

Met ingang van 1 januari 2002 worden de hiernavermelde sociale voordelen toegekend aan de leerlingen

van de gesubsidieerde lagere en kleuterscholen van de gemeente; zowel de leerlingen van de vrije als de

gemeentelijke scholen komen hiervoor in aanmerking.

De toelage bedraagt :

1. € 0,25 per kind en per dag dat een volledig middagmaal op school gebruikt. Dit bedrag zal

rechtstreeks overgemaakt worden aan de leverancier van de middagmalen op voorlegging van

behoorlijk opgemaakte maandelijkse facturen. De directies van de scholen zullen een

nominatieve lijst bijhouden waarop per naam nauwkeurig het aantal genomen middagmalen

wordt genoteerd. Het gemeentebestuur behoudt zich het recht voor deze gegevens te

controleren.

2. € 2,50 per leerling en per jaar voor het uitdelen van versnaperingen, speelgoed of leermiddelen

ter gelegenheid van Sinterklaas op basis van de op 1 oktober van het lopend schooljaar

ingeschreven leerlingen. Deze toelage zal rechtstreeks worden vereffend aan de leverancier van

de versnaperingen, speelgoed of leermiddelen op voorlegging van behoorlijk opgestelde

facturen. Het gemeentebestuur behoudt zich het recht voor deze gegevens te controleren.

3. Het toegangsgeld van de leerlingen globaal en per zwembeurt, dit voor het afhuren van het

zwembad. Dit toegangsgeld zal per schooltrimester of per maand rechtstreeks worden vereffend

aan de zwembadinrichting op voorlegging van een terzake behoorlijk opgesteld bewijsstuk.

4. € 1,75 per leerling en per jaar voor het uitdelen van versnaperingen ter gelegenheid van Pasen

op basis van de op 1 oktober van het lopend schooljaar ingeschreven leerlingen. Deze toelage

zal rechtstreeks worden vereffend aan de leverancier van de versnaperingen op voorlegging van

behoorlijk opgestelde facturen. Het gemeentebestuur behoudt zich het recht voor deze gegevens

te controleren.

Artikel 2

Deze financiële tussenkomsten zullen slechts worden uitbetaald voor zover het daartoe vereiste krediet

jaarlijks op de gemeentebegroting wordt uitgetrokken en voor zover de begroting of de voor de betaling

noodzakelijke kredieten niet geschorst of vernietigd word(t)(en).

Page 52: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer
Page 53: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

1

Sofie De Backer

Van: Sabbe, Marie-Helene <[email protected]>

Verzonden: vrijdag 25 januari 2019 13:46

Aan: Sofie De Backer

Onderwerp: RE: Flankerend onderwijsbeleid

Dag Sofie

Akkoord met de formulering. Overeenkomstig het decreet flankerend onderwijsbeleid worden voordelen in principe

toegekend aan de schoolbesturen.

Met vriendelijke groet

Marie-Hélène Sabbe

beleidsmedewerker

Vlaamse overheid

DEPARTEMENT ONDERWIJS & VORMING

Afdeling Basisonderwijs en Deeltijds Kunstonderwijs

T 02 553 93 78

Koning Albert II-laan 15, 1210 BRUSSEL

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Van: Sofie De Backer <[email protected]>

Verzonden: vrijdag 25 januari 2019 13:19

Aan: Sabbe, Marie-Helene <[email protected]>

Onderwerp: RE: Flankerend onderwijsbeleid

Dag Marie-Hélène,

Ik bezorg je graag een iets breder stukje uit het rapport zodat je dit beter kan kaderen. Kan je op die manier akkoord

gaan met de bronvermelding zoals ze er nu staat?

Onderstaand stuk situeert zich inderdaad bij de het luik Andere voordelen.

Alvast bedankt!

Sofie

Het gemeentebestuur van Sint-Martens-Latem biedt in het kader van het flankerend onderwijsbeleid een toelage

aan, aan de oudercomités van alle scholen op hun grondgebied. Ze kunnen aanspraak maken op

Page 54: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

2

• 500 euro per vestigingsplaats waarvoor de betrokken ouderraad verantwoordelijk is

• 35 euro per kind ingeschreven op 1 februari van het vorig kalenderjaar in een vestigingsplaats

waarvoor de betrokken ouderraad verantwoordelijk is

Aan het forfaitair bedrag van 500 euro zijn geen voorwaarden gekoppeld. Aan de 35 euro wel. 25 euro kan

aangewend worden voor:

1. Initiatieven ter verfraaiing van de speelplaats

2. Initiatieven die de veiligheid op en rond de speelplaats en de schoolpoort bevorderen

3. Aankoop van spelmateriaal voor de speelplaats en activiteiten buiten het lesprogramma

4. Organisatie van educatieve en sociaal-culturele activiteiten voor leerlingen, ouders en grootouders

5. Stimuleren van projecten die de gezondheid van de leerlingen bevorderen op het vlak van sport,

spel, beweging, voeding…

6. Initiatieven inzake mobiliteit die de gemeenschappelijke verplaatsing van leerlingen/kleuters

mogelijk maken zoals voor- en naschools leerlingenvervoer of vervoer in het kader van schoolse

activiteiten georganiseerd in het kader van een pedagogische activiteit

De andere 10 euro kan enkel aangewend worden voor initiatieven inzake mobiliteit die de gemeenschappelijke

verplaatsing van leerlingen mogelijk maakt (Gemeenteraad Sint-Martens-Latem, 2011).

Uit dit reglement valt af te leiden dat het gemeentebestuur de scholen vooral wil ondersteunen op het vlak van

mobiliteit. Dit sluit aan bij de noden die schooldirecties en oudercomités aangeven te hebben op dat domein.

Het is opmerkelijk dat deze bijdrage ook aangewend wordt voor de gemeentescholen, hoewel zij daarnaast ook de

gemeentebus ter beschikking hebben voor vervoer tijdens de schooluren. Toch is dit niet in strijd met het decreet.

Het gemeentebestuur mag immers extra ondersteuning aanbieden aan de eigen scholen en is niet verplicht om alles

wat ze aanbiedt aan de eigen scholen ook aan te bieden aan de andere scholen.

Het reglement biedt oudercomités de mogelijkheid om het saldo van dit budget 2x over te dragen naar het volgende

kalenderjaar op voorwaarde van een motivering. Het gemeentebestuur bevestigde ons dat hier ook gebruik van

gemaakt wordt (membercheck). Oudercomités geven aan dat ze hier toch graag meer mogelijkheden toe zouden

hebben.

De toelage wordt aangevraagd door en uitbetaald aan de oudercomités. Dit is historisch zo gegroeid en de reden

waarom dit zo is, is niet langer duidelijk. In het subsidiereglement wordt “het belang van goedwerkende

oudercomités” aangehaald als argumentatie voor deze manier van werken (gemeenteraad Sint-Martens-Latem,

2011). In sommige oudercomités is te horen dat zij de directies steeds volgen in hun vragen of suggesties voor de

besteding van de middelen.

Dit zet de directies soms in een lastige positie.

Sommige oudercomités pleiten ervoor om de financiering toch langs dit kanaal te laten doorgaan, omdat ze vinden

dat dit meer betrokkenheid creëert bij ouders en hun slagkracht verhoogt.

In andere gemeenten wordt zo’n toelage rechtsreeks uitbetaald aan de schoolbesturen. In de gemeente Puurs

bijvoorbeeld krijgt elke school rechtstreeks een toelage van 23 euro per ingeschreven leerling (T. Van Reeth,

persoonlijke communicatie). Het departement onderwijs bevestigde ons dat dit volgens de huidige regelgeving op

die manier kan gebeuren (bron).

Dat de toewijzing van deze subsidies langs dit kanaal gebeurt, zorgt dus duidelijk voor discussie.

Page 55: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

3

Sofie De Backer

PJK: Opvoeding en coaching Opdrachthouder internationalisering & docent Tel. +32 9 234 88 34 Campus Sint-Amandsberg

J. Gérardstraat 18 - 9040 Sint-Amandsberg Niet aanwezig op woensdag

www.arteveldehogeschool.be

Van: Sabbe, Marie-Helene <[email protected]>

Verzonden: maandag 21 januari 2019 08:59

Aan: Sofie De Backer <[email protected]>

Onderwerp: RE: Flankerend onderwijsbeleid

Dag Sofie

Gemeenten kunnen inderdaad een toelage geven per leerling (dit valt dan onder “andere voordelen”).

Uit wat je hieronder opgenomen hebt, kan ik niet afleiden om welke toelage het precies gaat,

Vriendelijke groet

Marie-Hélène Sabbe

beleidsmedewerker

Vlaamse overheid

DEPARTEMENT ONDERWIJS & VORMING

Afdeling Basisonderwijs en Deeltijds Kunstonderwijs

T 02 553 93 78

Koning Albert II-laan 15, 1210 BRUSSEL

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Van: Sofie De Backer <[email protected]>

Verzonden: vrijdag 18 januari 2019 14:58

Aan: Sabbe, Marie-Helene <[email protected]>

CC: Marlies Vanderhaeghen <[email protected]>

Onderwerp: RE: Flankerend onderwijsbeleid

Beste Marie-Hélène,

Page 56: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

4

Enkele weken geleden hadden we telefonisch contact in verband met ons onderzoek naar het flankerend

onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. We spraken toen af dat we – eens het rapport in een finale vorm kwam- nog

eens formeel op mail zouden aftoetsen of we je correct parafraseren. Hieronder vind je daarom een stukje uit het

rapport waar we ons gesprek als bron gebruikt hebben. Kan je even nakijken of je kan akkoord gaan met de

formulering? Je mag gerust nog wijzigingen doen indien gewenst. Indien dit ok is voor jou zullen we naar jouw

bevestigingsmail verwijzen als bron (vandaar dat er nu nog gewoon ‘bron’ staat).

Alvast bedankt,

Sofie

In andere gemeenten wordt zo’n toelage rechtsreeks uitbetaald aan de schoolbesturen. In de gemeente Puurs

bijvoorbeeld krijgt elke school rechtstreeks een toelage van 23 euro per ingeschreven leerling (T. Van Reeth,

persoonlijke communicatie). Het departement onderwijs bevestigde ons dat dit volgens de huidige regelgeving op

die manier kan gebeuren (bron).

Sofie De Backer

PJK: Opvoeding en coaching Opdrachthouder internationalisering & docent Tel. +32 9 234 88 34 Campus Sint-Amandsberg

J. Gérardstraat 18 - 9040 Sint-Amandsberg Niet aanwezig op woensdag

www.arteveldehogeschool.be

Van: Onderwijs Departement, Basis Instellingen en Leerlingen <[email protected]>

Verzonden: dinsdag 4 december 2018 13:20

Aan: Sofie De Backer <[email protected]>

Onderwerp: RE: Flankerend onderwijsbeleid

Beste mevrouw De Backer,

Ik heb deze vraag bezorgd aan mijn collega Marie-Hélène Sabbe.

Zij zal jullie zo snel mogelijk verder helpen.

Telefonisch kan je het secretariaat bereiken op het nummer 02 /553 92 03.

Met vriendelijke groeten,

Ine

Ine Drumont

Medewerker

Basisonderwijs en Deeltijds Kunstonderwijs

Departement Onderwijs en Vorming

Hendrik Consciencegebouw – Lokaal 3C09

Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel

Tel. 02/553.92.03

Page 57: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

5

Van: Sofie De Backer <[email protected]>

Verzonden: dinsdag 4 december 2018 11:05

Aan: Onderwijs Departement, Basis Instellingen en Leerlingen <[email protected]>

Onderwerp: Flankerend onderwijsbeleid

Beste,

Wij zijn Marlies Vanderhaeghen en Sofie De Backer, onderzoekers aan de Arteveldehogeschool. In opdracht van het

gemeentebestuur van Sint-Martens-Latem brengen wij het Flankerend onderwijsbeleid van de gemeente in kaart en

formuleren we aanbevelingen voor de toekomst. Uiteraard is het daarbij ook belangrijk om het regelgevend kader

grondig te verkennen.

Wij probeerden al een hele tijd om uw dienst telefonisch te bereiken maar slaagden daar niet in. Hopelijk kunnen

we via mail bij u terecht met enkele vragen ter verduidelijking…

• In het uitvoeringsbesluit over deze materie wordt toegelicht hoe een eventueel sociaal voordeel voor het

middagtoezicht berekend moet worden. Daarbij is sprake van 175 F of 4,34 euro. Vanuit de koepels is er

onenigheid of dit bedrag geïndexeerd moet worden of niet. Wij vonden een parlementaire vraag hierover

terug waarin toenmalig minister Pascal Smet aankondigde dit te zullen bekijken en er uitspraak over te

doen, maar verder niets. Is hierover ondertussen al duidelijkheid?

• Mag een gemeentebestuur een blanco cheque geven aan scholen of oudercomités (uiteraard indien dit aan

alle scholen op gelijke wijze toebedeeld wordt)?

• We vonden een rapport terug uit 2008 waarin de aard van de sociale en andere voordelen die

gemeentebesturen aanbieden in kaart gebracht werd. Is er iets vergelijkbaars van recentere datum? Hebben

jullie er zicht op welk budget gemeenten hiervoor aanwenden?

U kan ons informeren via mail, maar als een gesprek voor u makkelijker is, nemen wij graag telefonisch contact op

op een moment dat voor u goed past.

Alvast bedankt voor uw medewerking!

Marlies Vanderhaeghen en Sofie De Backer

Sofie De Backer

PJK: Opvoeding en coaching Opdrachthouder internationalisering & docent Tel. +32 9 234 88 34 Campus Sint-Amandsberg

J. Gérardstraat 18 - 9040 Sint-Amandsberg Niet aanwezig op woensdag

www.arteveldehogeschool.be

Page 58: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

1

Sofie De Backer

Van: Gerda Bruneel <[email protected]>

Verzonden: vrijdag 18 januari 2019 16:24

Aan: Sofie De Backer

CC: Jan Schokkaert; Patrick Deboutte

Onderwerp: RE: aftoetsing referenties onderzoek

Beste Sofie

Wat je schrijft klopt bijna helemaal. Bij het eerste stukje nuanceer ik wat (rood en geel) . De twee andere stukjes zijn

helemaal OK voor mij.

Veel succes verder.

Met vriendelijke groeten

Gerda Bruneel

Gerda Bruneel Pedagogisch begeleider Dienst Lerenden Guimardstraat 1 • 1040 Brussel 02 507 07 63 www.katholiekonderwijs.vlaanderen

Denk aan het milieu vooraleer dit af te drukken.

Van: Sofie De Backer <[email protected]>

Verzonden: vrijdag 18 januari 2019 14:45

Aan: Gerda Bruneel <[email protected]>

CC: Marlies Vanderhaeghen <[email protected]>

Onderwerp: aftoetsing referenties onderzoek

Beste Gerda,

Enkele weken geleden hadden we telefonisch contact in verband met ons onderzoek naar het flankerend

onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. We spraken toen af dat we – eens het rapport in een finale vorm kwam- nog

eens formeel op mail zouden aftoetsen of we je correct parafraseren. Hieronder vind je daarom 3 stukjes uit het

rapport waar we ons gesprek als bron gebruikt hebben. Kan je even nakijken of je overal kan akkoord gaan met de

formulering? Je mag gerust nog wijzigingen doen indien gewenst. Indien dit ok is voor jou zullen we naar jouw

bevestigingsmail verwijzen als bron (vandaar dat er nu nog gewoon ‘bron’ staat).

Alvast bedankt,

Sofie

In de nota ‘Sociale voordelen in het onderwijs’ van het gemeentebestuur wordt verder toegelicht hoe de berekening

van deze toelage gebeurt. Daarin staat vermeld “Omdat de basisscholen van het gesubsidieerd vrij onderwijs geen

Page 59: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer

2

volledig uur ochtendopvang aanbieden, is er geen sociaal voordeel toe te kennen voor de ochtendopvang.”

(Gemeentebestuur Sint-Martens-Latem, 2017, p2.)

Dit criterium is nergens terug te vinden in de regelgeving (Vlaamse regering, 2007; 1991a en 1991b). Zowel het

OVSG als Katholiek onderwijs Vlaanderen (bron) bevestigden dat dit argument niet correct is. Er wordt immers

nergens een minimumduurtijd vooropgesteld voor de ochtend- en avondopvang. De maximale tegemoetkoming

voor ochtend- en avondtoezicht moet steeds verrekend worden met het aantal uur opvang dat aangeboden wordt.

Indien dit minder dan één uur is, moet dat ook gebeuren. Met andere woorden, als er slechts 45 minuten opvang

aangeboden wordt, moet de bijdrage vermenigvuldigd worden met 0,75. Indien een onderwijsverstrekker 2,5 uur

avondopvang aanbiedt, moet de bijdrage vermenigvuldigd worden met factor 2,5. (dit stukje klopt niet helemaal :

Het is zo dat alle onderwijsverstrekkers in de gemeente maar voor dezelfde tijdsduur een subsidie krijgen. Het kan

dus niet dat de ene een subsidie krijgt voor 2,5 uur en de andere voor 45 minuten. Ik plak de regel hier onder. (uit:

https://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=13057 )

‘…….Voor het ochtend- en avondtoezicht zal dit neerkomen op een bepaalde tijdsduur. Wanneer de verstrekker een

ochtend- of avondtoezicht van maximum 45' organiseert dan kunnen slechts 45' als sociaal voordeel gelden voor de

andere netten.

Voorziet de verstrekker slechts 30' dan kunnen de andere netten slechts 30' als sociaal voordeel beschouwen, ook al

zouden ze zelf een toezicht van 45' of meer voorzien.’

In Sint-Martens-Latem komen alle schooldirecties 2x per jaar samen op uitnodiging van de schepen van onderwijs.

Verschillende betrokkenen geven echter aan dat dit overleg heel praktisch van aard er is: er worden voornamelijk

afspraken gemaakt over data van gezamenlijke of grote activiteiten. Hier wordt samen dus geen beleid gemaakt of

gevoerd. Toch is dit één van de doelstellingen van het Flankerend onderwijsbeleid van de gemeente uit het

meerjarenplan voor 2014-2019.

VVSG (2010, p 5) zegt hierover: “Geef de ontwikkeling en aansturing van het beleid in handen van een net- en

onderwijsniveauoverstijgend overleg- en adviesorgaan, waarin alle betrokkenen vertegenwoordigd zijn, zeg maar

een onderwijsraad. (…) Informeel overleg kan ook tot goede resultaten leiden, maar (…) dit heeft geen bindende

waarde voor het gemeentebestuur en leidt niet tot een beleid” Ook het GO! (2014) en Katholiek Onderwijs

Vlaanderen (persoonlijke communicatie, datum) pleiten voor zo’n formeel overlegorgaan.

(…)

Ook de stand van zaken rond het inschrijvingsdecreet (Helsen et al, 2018) is een thema dat opgevolgd kan worden

door de regisseur. Katholiek Onderwijs Vlaanderen raadt zijn scholen aan na te gaan welke ondersteuning het

gemeentebestuur kan bieden indien het inschrijvingsdecreet van start gaat (bron).

Sofie De Backer

PJK: Opvoeding en coaching

Opdrachthouder internationalisering & docent

Tel. +32 9 234 88 34

Campus Sint-Amandsberg

J. Gérardstraat 18 - 9040 Sint-Amandsberg

Niet aanwezig op woensdag

www.arteveldehogeschool.be

Page 60: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer
Page 61: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer
Page 62: Een onderzoek met oog op een sterk flankerend ... · Een onderzoek met oog op een sterk flankerend onderwijsbeleid in Sint-Martens-Latem. September 2018 – januari 2019 De Backer