Een hoekig en moeilijk man - pdf.swphost.compdf.swphost.com/inkijkpagina/850201.pdf · ken én aan...

9
29 Schrijvers zijn niet altijd de meest sympathieke figuren. Maar wat wil je ook? Het is tenslotte niet hun vak om aardig te zijn. Bovendien hebben sommige schrijvers vol- doende redenen om onsympathiek te worden. Maar ik moet anders beginnen. Wat verwacht ik van de buurt waar de man woonde die Karel van het Reve ooit beti- telde als schrijver van ‘keukenmeidenliteratuur’? Fjodor Michajlovitsj Dostojevski dus. Als ik het metrostation uitstap, zie ik een druk plein, het Vladimirskaya-plein, en er staat een kerk. Dat beviel Dostojevski vast. Hij hield van kerken en woonde het liefst in de buurt van kruispunten, in een hoekhuis. De Koeznetsnyj-straat waarin zijn museumap- partement ligt, doet wat sjofel aan, met oude, slecht onderhouden huizen uit de negen- tiende eeuw aan de overkant. Op de hoek staat een gebouw met op de begane grond een grote markt waar vis, vlees, groenten en fruit worden verkocht. Buiten staan oude vrouwtjes (hoe oud is hier nooit helemaal in te schatten) zelfgeplukte bloemetjes, zelf- geraapte eitjes en zelfgeoogste framboosjes en besjes in witte plastic bekertjes te ver- kopen. Even verderop zie ik jongens in de weer met zakjes wiet en tegenover de ingang van Dostojevski’s appartement zit een seksshop. Die laatste dingen zou Dostojevski vast niet goed gevonden hebben, want hij was een man van hoge morele maatstaven Een hoekig en moeilijk man

Transcript of Een hoekig en moeilijk man - pdf.swphost.compdf.swphost.com/inkijkpagina/850201.pdf · ken én aan...

  • 29

    Schrijvers zijn niet altijd de meest sympathieke figuren. Maar wat wil je ook? Het is tenslotte niet hun vak om aardig te zijn. Bovendien hebben sommige schrijvers vol-doende redenen om onsympathiek te worden. Maar ik moet anders beginnen. Wat verwacht ik van de buurt waar de man woonde die Karel van het Reve ooit beti-telde als schrijver van ‘keukenmeidenliteratuur’? Fjodor Michajlovitsj Dostojevski dus. Als ik het metrostation uitstap, zie ik een druk plein, het Vladimirskaya-plein, en er staat een kerk. Dat beviel Dostojevski vast. Hij hield van kerken en woonde het liefst in de buurt van kruispunten, in een hoekhuis. De Koeznetsnyj-straat waarin zijn museumap-partement ligt, doet wat sjofel aan, met oude, slecht onderhouden huizen uit de negen-tiende eeuw aan de overkant. Op de hoek staat een gebouw met op de begane grond een grote markt waar vis, vlees, groenten en fruit worden verkocht. Buiten staan oude vrouwtjes (hoe oud is hier nooit helemaal in te schatten) zelfgeplukte bloemetjes, zelf-geraapte eitjes en zelfgeoogste framboosjes en besjes in witte plastic bekertjes te ver-kopen. Even verderop zie ik jongens in de weer met zakjes wiet en tegenover de ingang van Dostojevski’s appartement zit een seksshop. Die laatste dingen zou Dostojevski vast niet goed gevonden hebben, want hij was een man van hoge morele maatstaven

    Een hoekig en moeilijk man

    naar de russen-bw-druk.indd 29 1/3/12 10:06:34 AM

  • Naar de Russen

    30

    (hoewel dit hem er niet van weerhield er met gokken grote sommen geld doorheen te jagen – die hij niet had). Vroeger was het hier natuurlijk allemaal anders, maar vrijwel alle gebouwen die ik nu zie, stonden er ook in Dostojevski’s tijd. Ik moet even iets verduidelijken. Als ik het heb over ‘het appartement van Dostojevski’, dan bedoel ik de laatste van een lange reeks appartementen. Hij woonde in Peters-burg op twintig adressen (hij huurde altijd) en heeft nooit ergens langer gewoond dan drie jaar. In mei 1878 overleed Dostojevski’s zoontje Aljosja aan een epileptische aanval. Zijn weduwe A.G. Dostojevskaja schrijft in haar Herinneringen: ‘Toen wij in de herfst van dit jaar weer in Petersburg waren, durfden wij niet naar de woning terug te keren, die zo vol herinneringen aan onze gestorven jongen was en wij zijn in de Koeznetsnyj-steeg gaan wonen, op nr. 5, het huis, waarin Dostojevski volgens een beschikking van het lot tweeënhalf jaar later zou komen te overlijden.’In 1971, op de honderdvijftigste geboortedag van Dostojevski, is dit appartement een museum geworden. Van een originele staat was natuurlijk geen sprake meer, dus – en dat gebeurt in Rusland met vrijwel al deze musea – is er driftig gereconstru-eerd. In het museum, dat je bereikt via een onooglijk souterraintrapje op de hoek, tref ik de gebruikelijke oudevrouwtjes-caissières en -suppoosten aan. (Ik ben nog geen mannelijke suppoosten tegengekomen en weinig medewerkers die de gang-bare pensioenleeftijd niet ruimschoots hebben overschreden.) Verder begint vlak voor mij een grote groep Amerikaanse toeristen aan de rondleiding. Die vinden alles ouder dan vijftig jaar ‘amazing’ en ‘wonderful’. Dat houdt nogal op. Gelukkig zijn ze op leeftijd, slecht ter been en hardhorend, dus die heb ik vlot ingehaald.

    Dostojevski op zijn favoriete plek, tegenover de bank.

    naar de russen-bw-druk.indd 30 1/3/12 10:06:35 AM

  • 31

    Zakelijk onbenulFjodor Michajlovitsj Dostojevski werd in Moskou geboren als een zoon van een armendokter. Dit zou kunnen verklaren dat hij in zijn romans (maar ook in liefdadig-heid daarbuiten) een fascinatie had voor de gewone mens – wat dit dan ook moge zijn – en de verschoppelingen. Zijn eerste roman, uit 1846, heette Arme mensen. Het werd door Nekrasov en Belinski, invloedrijke lieden in de literatuur, onthaald als een meesterwerk. Ze zeiden dat een ‘nieuwe Gogol’ was opgestaan. (Nu overleed Gogol pas in 1852, maar in de Russische literatuur was men vaak bezig met ‘de opvolging van...’, als een schrijver stierf en wanneer een – vermeende – nieuwe literaire ster aan het firmament verscheen.) Voordat Dostojevski zich aan de literatuur wijdde, had hij de genieopleiding doorlopen en was hij officier geweest. Hij was altijd al licht ont-vlambaar en in de jaren veertig van de negentiende eeuw uitte dit zich ook in poli-tieke zin. Hij kwam terecht in een groep rond een merkwaardig figuur, Petrasjevski, die sprak over de bestaande orde die gedoemd was te verdwijnen. Ofschoon ze niets concreets ondernamen en er alleen maar op vrijdagavondbijeenkomsten over praatten, stond dit in het tsaristische Rusland vrijwel gelijk aan het gewapenderhand omverwerpen van het regime. De groep, met Dostojevski, werd in 1848 gearresteerd en in eerste instantie ter dood veroordeeld. Terwijl Dostojevski voor het vuurpeloton stond en ieder moment het schot verwachtte, kwam een koerier meedelen dat het doodvonnis was veranderd in dwangarbeid. Deze grap schijnt tsaar Nicolaas I zelf te hebben verzonnen. Na vier jaar dwangarbeid in Omsk, Siberië, werd Dostojevski (ook dat stond in het vonnis) soldaat. Na de dood van Nicolaas I en Dostojevski’s rehabi-litatie verscheen in 1860 over zijn periode in Omsk de roman Aantekeningen uit het dodenhuis, waarvan ook Tolstoj onder de indruk was. Naast zijn gewoonte om meer uit te geven dan hij had, liet Dostojevski’s zakelijk instinct nogal te wensen over. Dat leidde ertoe dat hij ongeveer tegelijkertijd zijn roman Misdaad en straf moest afma-ken én aan een zekere Stellovski een geheel nieuwe roman moest leveren. Lukte dit niet vóór 1 november 1866, dan zou de heer Stellovski negen jaar lang zonder auteursvergoeding Dostojevski’s verzamelde werken mogen drukken. Hij haalde de deadline door in vierentwintig dagen de roman De speler te dicteren aan een ste-nografe, Anna Grigorjevna Snitkina. Nadat de klus was geklaard, trouwden ze. Zijn vrouw was iets zakelijker en begon in 1873 Dostojevski’s boeken, te beginnen met Boze geesten, zelf met succes uit te geven. Hierdoor en door later zelf maandelijks het ‘Dagboek van een schrijver’ uit te geven werden de geldzorgen beheersbaar. Zijn laatste grote werk was De broers Karamazov. Dostojevski’s populariteit in Rusland bereikte ongeveer een halfjaar voor zijn dood een hoogtepunt door zijn toespraak in 1880 bij de onthulling van het Poesjkin-standbeeld in Moskou, waarbij stormachtige toejuichingen zijn deel waren. Toergenjev was minder overtuigd: hij vond het een briljante, intelligente en handige toespraak, die evenwel op valse gronden de Russi-sche ijdelheid streelde.

    Een hoekig en moeilijk man

    naar de russen-bw-druk.indd 31 1/3/12 10:06:35 AM

  • Naar de Russen

    32

    Gered door de aircoIntussen vertelt de audiogids in het museumappartement me in zijn merkwaardig Engels accent – ik ken hem al van digitale toespraakjes in andere musea – dat Dostojevski niet van kleine kamertjes hield. Het appartement is inderdaad lekker ruim opgezet. Het leek me een druk en bazig baasje, die Dostojevski. Zo wilde hij op elk moment thee uit de samovar, maar hij vond dat alleen híj die goed kon zetten. Als Anna dat deed, klaagde hij daarover. Alles moest gaan zoals hij wilde, heb ik de indruk. Hij kon alleen ’s avonds laat schrijven (wat ik kan begrijpen) en rookte daarbij tegen doktersadvies in onafge-broken. De sigarettenhulzen die hij met tabak vulde, zijn te zien en ook het tabaks-doosje waarop zijn dochter schreef: ‘Papa is dood’, met de datum erbij. Dat is dan weer wel een ontroerend dingetje. Als hij na zijn nachtelijk schrijven ’s morgens nog in zijn studeerkamer lag te slapen, schoven zijn kinderen briefjes onder zijn deur door, waar-van we er een zien: ‘Papa, u moet mij trakteren’. Ook aandoenlijk. Overigens was hij naar men zegt dol op zijn kinderen.Naast de hoed waar hij verzot op was, een aantal manuscripten en brieven, wat schilde-rijen, zijn dodenmasker (vredig met een lichte glimlach) en het servies van zijn achternich-tje zijn dat de enige authentieke zaken in dit museum. Intussen zeurt de audiogids alle-maal saillante en vooral minder saillante details uit het leven van Dostojevski in mijn oor. Daarbij heeft wat hij zegt slechts een vage relatie met wat ik zie. We nemen potdorie de complete biografie van Dostojevski door in circa veertig minuten. Bij zoveel feiten achter elkaar kan ik een geeuw niet onderdrukken. Maar je moet er wat voor over hebben om in het huis te verkeren waar De broers Karamazov is geschreven. Het gaapgevoel verergert bij de modern opgezette (en nog net niet interactieve) exposi-tie in de ruimte naast het appartement. Ik weet zeker dat een beetje naaktslak die ruimte sneller door is dan ik met mijn audiogids. Ik onderbreek hem dan ook geregeld ruw met mijn ‘voorwaarts’-knopje. Een pluspunt is wel dat deze ruimte airconditioning heeft. Met ruim dertig graden buiten blijf ik daarom nog iets langer binnen dan me lief is.

    De Karamazovs in ongeveer drie minutenHet valt niet mee om De broers Karamazov – een boek van tegen de duizend pagi-na’s – in een paar alinea’s samen te vatten, maar ik doe het toch. Fjodor Pavlo-vitsj Karamazov is een ruwe en onaangename grootgrondbezitter die drie zoons heeft bij twee vrouwen: Dimitri, Ivan en Aleksej. Hij heeft ook nog een onechte zoon: Pavel Smerdjakov, die zijn bediende is. Fjodor heeft zijn zoons elders laten opvoeden en ook anderszins verwaarloosd. Dostojevski noemt het in het eerste boek ‘een rare familie’. Dimitri keert op 28-jarige leeftijd terug naar zijn vader die hem ongaarne ziet verschijnen. Ze ruziën over een gedeelte van zijn moeders erfenis. Ivan wordt er – vergeefs – bij geroepen om de ruzie te sussen. Aleksej – in de roman aangeduid met de koosnaam Aljosja – zit in een klooster en stelt voor

    naar de russen-bw-druk.indd 32 1/3/12 10:06:35 AM

  • 33

    de zaak voor te leggen aan Zosima, een wijze, oudere monnik in het klooster. Het loopt op niets uit. Daar komt nog bij dat vader Fjodor en zoon Dimitri beiden ver-liefd zijn op de mooie Groesjenka. Als hij haar op een bepaald moment niet thuis treft, gaat hij naar zijn vaders huis. Daar is Groesjenka ook niet, maar zijn vader wel. Er ontstaat een wat gespannen situatie en Dimitri verlaat om onduidelijke redenen het huis via het raam. Hij wordt achtervolgd door de oude bediende Gri-gori, die hij neerslaat en voor dood achterlaat. Dimitri komt erachter waar Groes-jenka is en reist haar achterna. Hij vindt haar en wordt ’s nachts gearresteerd voor de moord op zijn vader. Het helpt niet echt dat hij bloed aan zijn handen heeft en een bedrag van tegen de drieduizend roebel in zijn portemonnee. Dat is toevallig ook het bedrag dat uit zijn vaders huis zou zijn vermist. Er volgt een onderzoek en een bij vlagen hysterische rechtszaak. Broer Ivan spreekt Smerdjakov die bekent de moord te hebben gepleegd. Als Dimitri bijna is vrijgesproken (het bewijs blijkt toch niet ijzersterk), staat Ivan op en zegt dat hij het heeft gedaan. Dan springt Dimitri’s ex-verloofde Katerina op met een brief van Dimitri waarin staat dat hij zijn vader wil vermoorden. Daarop wordt hij alsnog veroordeeld. Ivan is niet alleen in de war, maar ook ziek. Katerina verpleegt hem. Ook Dimitri is niet helemaal lekker en ligt in afwachting van zijn straf in het ziekenhuis. Er worden onder leiding van Aljosja plannen gesmeed om Dimitri met Groesjenka naar Amerika te laten ont-snappen. Aljosja wordt toegejuicht door vrome jongens. Eind goed, al goed.Maar niet het plot – dat afwisselend verrassend en voorspelbaar is – maakt De broers Karamazov in mijn ogen zo’n goede roman. Juist de gesprekken tussen-door over liefde en haat, de uitweidingen over ’s levens valkuilen, de beschouwin-gen over religie en ethiek, die maken het boek tijdloos. Vooral het verhaal over de grootinquisiteur door Ivan is een prachtige vondst. De kardinaal-grootinquisiteur van Sevilla raakt in gesprek met Christus die is teruggekomen. Hij heeft hem laten opsluiten, want hij is van mening dat Christus’ zaak is overgedragen aan de Kerk, dus moet Christus de mensen niet komen lastigvallen. De mensen konden de vrij-heid die Christus preekte niet aan en hebben die uit eigen beweging aan de Kerk gegeven. Die voedt hen nu met echt brood in plaats van Christus’ vage beloften om stenen in broden te veranderen. Een prachtig verhaal waarin absurditeit en werkelijkheid merkwaardig verweven zijn.Karel van het Reve had in De broers Karamazov ‘niemand aangetroffen met wie [hij] ook maar een minuut in één vertrek zou willen vertoeven’. Daar is iets voor te zeggen: vader Fjodor is een ongemanierde rat, Dimitri een ruziezoekende heet-hoofd, Ivan een verwarde dramdromer, Aljosja een halfzacht ei, en ga zo maar door. Maar wanneer een schrijver uit niet al te sympathieke personages en niet al te bijzondere gebeurtenissen een roman weet te smeden die – om maar iets te noemen – het blijkbaar waard is 125 jaar na dato opnieuw in het Nederlands te worden vertaald, dan is dit op zijn minst een opmerkelijke prestatie.

    Een hoekig en moeilijk man

    naar de russen-bw-druk.indd 33 1/3/12 10:06:35 AM

  • Naar de Russen

    34

    Een beetje bazig, altijd een moreel oordeel klaar (vooral over anderen), een beetje pre-kerig, een wat burgerlijk huisvadertje, alles bij elkaar komt het beeld van Dostojevski mij niet bijster sympathiek over. En ik ben niet de enige. Volgens mensen die hem ken-den, viel hij vaak uit, was hij nogal eens nors, soms ziekelijk jaloers, zoals zijn weduwe in haar memoires beschreef en hield hij er vreemde vooroordelen op na over Polen, joden en ‘het Westen’ in het algemeen. Zelf omschreef hij zich bij een bepaalde gele-genheid als ‘hoekig en moeilijk’. De zachtaardige Ivan Toergenjev had een ongenadig oordeel over Dostojevski toen die in 1868 vermeende uitspraken van Toergenjev aan iemand had overgebriefd: ‘(...) het uiten van mijn innige overtuigingen tegenover de heer Dostojevski [zou ik] daarom al misplaatst achten omdat ik in hem een man zie die tengevolge van ziekteaanvallen en andere oorzaken niet volledig over zijn gees-telijke vermogens beschikt. (...) Ik heb de heer Dostojevski, zoals gezegd, slechts één-maal ontmoet. Hij heeft niet langer dan een uur bij mij gezeten, luchtte zijn hart door fel tegen de Duitsers, tegen mij en mijn laatste boek uit te varen, en verdween toen weer. (...) Ik herhaal, ik ging met hem om als met een zieke.’ Wat zegt dit nu? Niet zo veel eigenlijk. Ja, dat je niet per se een leuke, goedgemutste kerel hoeft te zijn om goede boeken te schrijven. Die vaststelling is ook wat waard.

    ‘Een grote waarheid’Aan het einde van de expositie in de ruimte naast het museumappartement – een zekere opgeruimdheid maakt zich van mij meester – word ik toch weer getroffen door Dostojevski’s dodenmasker. Ik vind zoiets altijd intrigerend en tegelijk verwarrend. Een dodenmasker suggereert dat je een van de twee belangrijkste momenten van iemands leven tastbaar kunt vastleggen. Dat is natuurlijk niet zo. Toch leidt dit idee tot een lichte kortsluiting in mijn hersenen.De dood van Dostojevski was een nationaal drama. Zijn weduwe beschreef deze peri-ode in haar Herinneringen nauwkeurig. Op 26 januari 1881 rolde, terwijl Dostojevski ’s nachts aan het schrijven was, een penhouder onder een van de meubels. Bij het verschuiven van het meubelstuk was een ‘slagader naar zijn longen [...] gesprongen en hem het bloed door de keel [gevloeid]’. Hij had er zelf niet zoveel acht op gesla-gen, maar zijn toestand was ernstig. Twee dagen erna overleed hij rustig. ‘Tegen één uur ’s nachts’, schrijft ze, ‘waren de noodzakelijke voorbereidingen getroffen en onze dierbare overledene lag reeds in het midden van de studeerkamer op een katafalk opgebaard. Aan het hoofdeinde stond een etagère met een heiligenbeeld en een brandend ikonenlampje. Het gezicht van de overledene stond kalm en sereen en hij maakte de indruk niet gestorven te zijn, maar te slapen en in zijn slaap te glimlachen over “een grote waarheid” die hem nu ontsluierd was.’ En precies naar dat gezicht kijk ik nu. Dat is toch wonderbaarlijk? Als ik het rare souterraintrapje weer opklim en in de Koeznetsnyj-straat richting de oude vrouwtjes met de besjes in de witte plastic bekertjes loop, ben ik blij dat ik in het huis was waar in mijn opinie een van de twintig briljantste boeken ooit is geschre-

    naar de russen-bw-druk.indd 34 1/3/12 10:06:35 AM

  • 35

    ven. Maar uit Dostojevski’s appartement is zijn geest reeds lang vertrokken. Of mis-schien juist niet. Misschien was Dostojevski wel net zo saai als zijn museum. Hoewel hij met een doodvonnis dat in de laatste minuut werd omgezet in dwangarbeid, met zijn gokken en geldzorgen, met zijn tegen de klippen op werken zeker geen onbewo-gen leven heeft geleid. Altijd als ik over Dostojevski lees en hoor, bekruipt mij een zeker gevoel van landerigheid. En elke keer als ik Dostojevski lees, boeit hij me mate-loos. Dat zal wel zo blijven.

    Misdaad en strafIk heb in Sint-Petersburg nog een missie. Dit is namelijk de stad waar zijn roman Mis-daad en straf zich afspeelt. Van dit boek – voorheen Schuld en boete geheten – kent vrijwel iedereen op zijn minst de titel. Zelfs Karel van het Reve – die zoals gezegd de meeste werken van Dostojevski in de categorie ‘veredelde keukenmeidenromans’ plaatst – vindt dit een meesterwerk. Het meesterlijke is dat Misdaad en straf een soort detective is waarbij iedere lezer vanaf het begin weet wie de moordenaar is

    Hier woonde Raskolnikov; per abuis heeft de beeldhouwer toch Dostojevski op de plaquette afgebeeld

    Een hoekig en moeilijk man

    naar de russen-bw-druk.indd 35 1/3/12 10:06:36 AM

  • Naar de Russen

    36

    en die desondanks tot het eind toe spannend en onderhoudend blijft. Het decor van de roman is dus Sint-Petersburg. Dat maakt het mogelijk de plaatsen uit de roman te bezoeken. Maar het is toch fictie? Hoe kun je nu naar plekken gaan waar iemand geweest is die niet heeft bestaan? Niet zo lang geleden sprak ik een Engelsman die het Sherlock Holmes-museum aan Baker Street in Londen volstrekt onzinnig vond. ‘Holmes heeft nooit bestaan, dus heeft hij nooit ergens gewoond.’ Klinkt logisch, maar dat is het niet. Personages als Raskolnikov en Sherlock Holmes zijn werkelijker dan de realiteit. Ze spreken meer tot de verbeelding dan menig ‘echt’ mens. Daarom hebben ze recht op een woning waar ze maar willen. Dat is mijn logica.

    Aan de wandel met RaskolnikovHans Boland heeft in zijn boek Sint-Petersburg onderhuids een wandeling in de voet-sporen van Raskolnikov uitgezet. Welgemoed begin ik in een verhit Sint-Petersburg waar weinig voetgangers literaire gedachten lijken te hebben aan deze wandeling. Ik stap uit bij metrostation Hooiplein (Sennaja Ploschad) waar Raskolnikov een gesprek afluistert van de zus van de woekeraarster zodat hij weet wanneer hij die het beste kan vermoorden. Het is een druk plein met veel stalletjes en standjes van mobiele-telefoonaanbieders waar ik ook nu nog uitstekend een gesprek zou kunnen afluis-teren, als ik tenminste Russisch zou verstaan en de spreker het drukke verkeer kan overstemmen. Niet zonder gevaar steek ik het plein schuin over. In dat opzicht is er sinds Misdaad en straf niet veel veranderd. Per saldo maakt het niet veel uit of je door een koets wordt overreden of door, laten we zeggen, een Audi Q7. Ik moet dia-gonaal tegenover het metrostation het voetgangersbruggetje over. Maar daar is een steeg en geen brug. Dat zal me tijdens de wandeling vaker overkomen. Boland is een eminent slavist en heeft een prachtig boek geschreven, maar voor papieren excur-sieleider is hij niet in de wieg gelegd. Enfin, ik heb een kaart van Sint-Petersburg. Zo kom ik alsnog het bruggetje over. Een stukje naar rechts op de Katharinagracht is het pand waar het hoertje Sonja Marmeladova werkte die aan het eind van de roman de ziel van Raskolnikov redde. Ik loop de Stoljarnyj Pereolok in tot de eerste zijstraat. (Boland noemt het de Timmermanssteeg, zoals hij alle straten in het Nederlands ver-taalt. Heel aardig, maar uiteraard hangen er in de Petersburgse straten geen Neder-landse vertalingen onder de straatnamen. Ik beleef de wandeling zo wel heel inten-sief.) In die zijstraat woonde Dostojevski in de jaren dat hij Misdaad en straf schreef op twee plaatsen, op nummer 1 en nummer 9. Ik kom bij de volgende zijstraat aan en zie links op de hoek een beeld van Dostojevski. Dat zat er uiteraard niet toen Ras-kolnikov op het zolderkamertje van dit huis (want hier woonde hij) zijn verwrongen ideeën uitdacht. Het zijn nu allemaal ogenschijnlijk nette straten waar keurige men-sen lopen, maar in Dostojevski’s tijd zaten in de zestien panden van de Stoljarnyj Pereolok achttien drankholen. Ik loop naar links en weer naar links en kom op de Voz-nesenski Prospekt (Hemelvaartsprospekt bij Boland). Die liep Raskolnikov geregeld af om via een nu verdwenen brug naar een studiegenoot op het Vasili-eiland te gaan.

    naar de russen-bw-druk.indd 36 1/3/12 10:06:36 AM

  • 37

    Hij moet een ijzeren conditie hebben gehad (dat is voor een fictief personage wel-licht wat makkelijker dan voor gewone mensen), want het is een flink eindje tippelen. Mijn hotel ligt op het Vasili-eiland. Twee dagen terug ben ik een keer van mijn hotel naar de Nevski Prospekt gelopen en sindsdien neem ik braaf de metro. Op de brug over de Katharinagracht wordt Raskolnikov door een koets aangereden. Ik ga over de brug naar rechts, de tweede zijstraat in (de Bolsjaja Podjatsjeskaja voor geïnte-resseerden). Het is een wat brakke, brede straat die mij het juiste Raskolnikov-gevoel geeft. Onwillekeurig krijg ik iets speurends in mijn blik en wordt mijn pas sluipender. Verderop in de straat, vlak bij de hoek met de Rimski-Korsakov Prospekt, staat het grote pand met de binnenplaats waar de woekeraarster woonde. Raskolnikov sluipt hier naar de tweede verdieping. Daar vermoordt hij haar. Vervolgens berooft hij haar (omdat hij als begaafde, arme student meer recht op geld en goed had dan zij, vond hij) en brengt ook haar zwakbegaafde halfzus om het leven omdat die hinderlijk in de weg loopt. Dan begint de ellende voor Raskolnikov pas goed, want hij is geen slecht mens, alleen een verdoolde ziel. Ik wil geen bloed aan mijn handen en beperk mij dus tot het maken van een paar foto’s van de binnenplaats. De bewoners schijnen hier overigens aan gewend te zijn. Dat vind ik ongelooflijk geestig. Ik stel me voor dat de bewoners tegen elkaar zeggen: ‘Kijk, daar maakt weer iemand een foto van het appartement waar een man die niet heeft bestaan een bewoonster vermoordde die hier nooit heeft gewoond. Ach, waarom ook niet?’ Dat is de kracht van de verbeel-ding die is neergedaald in gedrukte woorden, die zich op hun beurt in mijn brein heb-ben genesteld. Prachtig.Dan vind ik het welletjes. Het is warm, ik heb honger en vooral dorst gekregen van alle misdaden en straffen. Ik begeef me naar een restaurant met het opgeruimde gevoel dat het uiteindelijk met Raskolnikov ook goed is gekomen.

    Een hoekig en moeilijk man

    naar de russen-bw-druk.indd 37 1/3/12 10:06:36 AM