~EDEDELINGEN EN VERSLAGENOns me elid E. II. L. Devisschere, onderpastoor te Dudzele, werd kort voor...

6
= ~EDEDELINGEN EN VERSLAGEN : De Nieuw—Fazegras—Polder te Knokke (~k784-.l965) : door Lucien Den— dooven~ 200 blz Uitgave Lennoo. Dit boek dat getuigt van een goede kennis van het landbouwleven en van een grote liefde voor de grond~, werd geschreven met de vakken~js van de let— terkundige die de heer Dendooven is. Als wij er ~geschiedenis” in zoeken in de zin van verzameld feitenma— teriaal over het ontstaan en de evolutie van de Nieuw—Hazeg~’as—Polder, dan z zijn we na 30, 40 bladzijden t’einden gelezen. Maar dit mooie boek is veel meer. Het laat ons meeleven met de mens, met het dier, met het gewas, met de grond gedurende de bijna 200 jaar dat de Polder bestaat. Zo is dit boel ge worden een kostbare brok geschiedenis vande landbouw in de polderstreek. En alhoewel niet alles specifiek deze polder aangaat al vindenwe de aantekenin— g~n van cle eerste kastelein en die van schaper aertens bijzonder smakelijk toch l~ebben wij met veel genoegen dit werk gelezen en veel bij geleerd over ploegen en oogsten, over pa.rden en schapen, over werken en prijzen, over jacht en mechanisering, over bemesting en veekweek. Al hadden wij er wat meer illustratie in verlangd fot&s van de hoeven, van de men~en, van de prijsdieren, van vroeger landbouwgerief op Het Hazegras er steken toch een paar belangwekkende kaarten in. Nu alles zo rap evolueert en al het oude zo snel verdwijnt, kwam dit werk net op tijd. J.R. Schilders Rond de Poldertorens. Fet doet ons genoegen dat leden en lezers reageerden op ons verzoek de redaktie gegevens mede te delen in verband met bovenstaande titel. Enkelen deden het mondeling, anderen schriftelijk. Verrassend is wel dat velen menen ~éat hun wetenschap niet belangrijk genoeg ±ou zijn om het in ons blad mede te delen, doch het kleinste aanknopingspuntje kan een schakel worden naer meerdere en grotere doku.mentatie~ en als iedereen deed zoals ons Lid de heer Leo Vande— pitte, geboren Lissewegenaar en ere—groepche~ bij deN.M.B.S., nu te Oostakker, dan zouden we weldra een maandblad mogen uitgeven. In elk geval willen we niet nalaten integraal zijn bericht mede te delen: Dit ‘tBiographie les hommes remarquables de la Flancire occident leH 4 tômes en 2 volumes; imprimcrie Vandecasteele-Werbrouck, Bruges 183, par 0. Oarton,F. Vandeputte, J. De ersseman et 0. Delepierre, heb ik genoteerd uit een bijdrage iniaturistcs~ t6me IV p. 142: La bibliothèque du séminaire de Bruges possède un Vita Christi per dompnum Ludoiphum, qui porte. hunc libruin scriptit frater ~icha~l, Pa Riquardi oriendus cle Sluse, conversus lujus mona— sterii de cappclla Thosan, etiam finivit atciue complevit anno D. 1474. Ce manuscrit contient des miniatures, des arebeaques et d~ lettres ool r~es.

Transcript of ~EDEDELINGEN EN VERSLAGENOns me elid E. II. L. Devisschere, onderpastoor te Dudzele, werd kort voor...

= ~EDEDELINGEN EN VERSLAGEN :

De Nieuw—Fazegras—Polder te Knokke (~k784-.l965) : door Lucien Den—

dooven~ 200 blz — Uitgave Lennoo.

Dit boek dat getuigt van een goede kennis van het landbouwleven en vaneen grote liefde voor de grond~, werd geschreven met de vakken~js van de let—terkundige die de heer Dendooven is.

Als wij er ~geschiedenis” in zoeken in de zin van verzameld feitenma—teriaal over het ontstaan en de evolutie van de Nieuw—Hazeg~’as—Polder, dan zzijn we na 30, 40 bladzijden t’einden gelezen. Maar dit mooie boek is veelmeer. Het laat ons meeleven met de mens, met het dier, met het gewas, met degrond gedurende de bijna 200 jaar dat de Polder bestaat. Zo is dit boel geworden een kostbare brok geschiedenis vande landbouw in de polderstreek. Enalhoewel niet alles specifiek deze polder aangaat — al vindenwe de aantekenin—g~n van cle eerste kastelein en die van schaper aertens bijzonder smakelijk —

toch l~ebben wij met veel genoegen dit werk gelezen en veel bij geleerd overploegen en oogsten, over pa.rden en schapen, over werken en prijzen, overjacht en mechanisering, over bemesting en veekweek. Al hadden wij er watmeer illustratie in verlangd — fot&s van de hoeven, van de men~en, van deprijsdieren, van vroeger landbouwgerief op Het Hazegras — er steken toch eenpaar belangwekkende kaarten in.

Nu alles zo rap evolueert en al het oude zo snel verdwijnt, kwam ditwerk net op tijd. J.R.

Schilders Rond de Poldertorens.

Fet doet ons genoegen dat leden en lezers reageerden op ons verzoek deredaktie gegevens mede te delen in verband met bovenstaande titel. Enkelendeden het mondeling, anderen schriftelijk. Verrassend is wel dat velen menen~éat hun wetenschap niet belangrijk genoeg ±ou zijn om het in ons blad mede tedelen, doch het kleinste aanknopingspuntje kan een schakel worden naer meerdereen grotere doku.mentatie~ en als iedereen deed zoals ons Lid de heer Leo Vande—pitte, geboren Lissewegenaar en ere—groepche~ bij deN.M.B.S., nu te Oostakker,dan zouden we weldra een maandblad mogen uitgeven. In elk geval willen weniet nalaten integraal zijn bericht mede te delen:

Dit ‘tBiographie les hommes remarquables de la Flancire occident leH 4tômes en 2 volumes; imprimcrie Vandecasteele-Werbrouck, Bruges 183, par 0.Oarton,F. Vandeputte, J. De ersseman et 0. Delepierre, heb ik genoteerd uiteen bijdrage “ iniaturistcs~ t6me IV p. 142: La bibliothèque du séminaire deBruges possède un Vita Christi per dompnum Ludoiphum, qui porte. hunc libruinscriptit frater ~icha~l, Pa Riquardi oriendus cle Sluse, conversus lujus mona—sterii de cappclla Thosan, etiam finivit atciue complevit anno D. 1474.

Ce manuscrit contient des miniatures, des arebeaques et d~ lettres ool —

r~es.

120.

Le m~ine dépot contient oncore mi “speculum historiale” du mcme calli—graphe, finivit atque complevit anno D. 1481.

0fl y trouve aussi Francisci Auretoe in S. Joannis evangelio. Très beaumanuscrit sur velin, orné d’arabesques en .ouleurs rehaussées d’or, dans le—~ue1 on lit ~. la fin: liber 13. lari e de Dunis sub custoclia Johannis abbatis27, scriptus anno 14C7 in demo nostra ]3rugensi. Ita Jo. abbas. Le—Job et om—fles prophetoe; p rte la phrase suivante~ Hunc librum scripsit frater Henricusconversus 13. ~iariae, professus in Thoson.

In de “Toersist”, orgaan v n de V.T.13. van 15. .1926 j rg V nr ~, ver—schenan reproclucties van schilderijen van Lissewege van Albert Saverijs, Arth.Deleu en Jozef De Coene. Indien de clichés hiervan niet meer bestaan in hetarchief van V.T.B., kan ik de verg elde uitknipsels bezorgen. Ik bezit ook oppostkaartformaat ~en gekleurde weergave van een schilderij van J.D. Dierciac;de rugzijde van de kaart vermeldt: zonson’ergang te Lissewege, particuli recollectie van I.i~. Koningin Elisabeth. Ook ILrman Verbaere schilcer ~e Lisse—wege~ onder meer werd voor 15 ~ 20 jaar een van zijn werken als pub1icit~.its—affiche voor toerisme uitgegeven door de spoorwegen.

In een c llectie kerktorens op luciferdoosjes komt ook de tor...n vanI~issewege voor. e omslagtekening van het boek “Herinneringen uit het v~’rle—den” door Stijn Streuvels, uitgever Lannoo 1924, geeft een zicht van Lissewegedoor Alb. Saverijs, hoewel het boek zeer weinig over Lissewege bovL’t. In zijnopstel “Damme” zegt Streuvels:(blz 50) Beurtelings bezoeken wij Dudzele, en ‘tg.en er van de abdij ter Doest overblijft: de ontzaglijke voorr~adschuur ingetischen bouwtrant, die hier alleen, te midden der vlakke weilanden oprijst,a1~ een woncer. Verder Lisseweghe met zijn reusachtig torengebouw en kerk,diegeheel het nieti dorpsgedoe, door zijn majestatisch sobere grootsl’e11 schijntte willen verpletteren? Langs de beide oevers van een smal vaartje met vlon—ders en bruggctjes, staan de lage huizetjes in twee rijen met ~t wezen n ar ei—kaar gekeerd, elk in onderscheicielijken vorm en kleur, schiiderechtig en liefelijk in een Lroom.

Niet veel Iflc~aI’ schoon! Ook een idee, om te verzamelen wat door schrijvers en dichters over Lissewege geschreven werd?

Ik heb hier tenslotte nog een tekening van Ter Doest, verschenen in de“Brtisseler Zeitutng” v’m 19.03.1941 getckend: Setola. De titel: Ter Doest,em altes flandrisches I’loster; onderschrift: Heute werden die Cebaüdo alsScheune benutzt.

=

Een 3 Fr—Postzegel van Lissewege.

Door het voiha~dend werken van ons Bestuurslid Johan Ballegeer, is eindelijk in de maand september de postzegel verschenen met de toren va n lissewego.Een gedeelte van de opbrengst van deze zegel moet dienen om dit schoonste mo—nurient uit ons noorden, onze heerlijkste Poldertoren, te helpen herstellen.Het werd een zeer mooie zegel, de meest gebruikte, van 3 fr. leden van S~—~-u=thago gebruiken geen andere meer voor hun brieven.De heer Ballegeer dient echt gefeliciteerd!

121.

Don nieuwe Pastoor.

Ons me elid E. II. L. Devisschere, onderpastoor te Dudzele, werd kortvoor het verschijnen van ons vorig nummer, tot pastoor benoemd te Leffinge,Hij blijft ‘us in de Polders.., en wij hopen dat hij niet volledig v norenis voor onze Kring.

mmmmmmmmmmmmm

Overlijdens.

Op 15 juli overleed te Brugge, Hortense Tytgat. Zij werd geboren teOostkerke op 28 me~~.rt 1895 en bracht haar hele leven door in dit Polderdorp,eerst als dochter uit de wagenmakenij, later als echtgenote van de dorpsernidCyrici Boussem~orc.

In haar vonlftst de Kring een zeer trouw Lid, een stille doch gewaardeerde medewerkster, De groei en de bloei van St—Guthago verschaft haar veelvreugde en telkens zag zo verlangend uit naar het volgende nummer van “Rondde PoldortorensLt. Ze vertelde heel gaarne over het leven te Oostkerke gedurende de oorlog 1914/18 en ook over de toestanden kort voor en na deze wereld—ramp. Jammer heeft ze de uitgave van haar verh. 1 over deze ~ebeurtenjssenniet meer beleefd. Ook al hetgeen de vroegere ambachten in een dorp betrof,stond sterk in h~ar geheugen.

Zij schonk aan het ‘~rchi~f van de Kring haar Duits pa~ort uit de oorlog 14/18, alsook 2 rekeningenboeken van de dorpssmicl op het einde van de19e eeuw.

Hortense 1~b~1eefJe” het eenvoudige dorpsleven, en gaarne trad ze op alsvoorbidster de zaterdagavond in meimmaand, bij het kapelletjo van de Boerin—nenbond; en dit telken jare sedert het gebruik ‘~ rd ingevoerd in mei 1O’~O.

- o o R.D.K.

Dc 21 augustus verongelukte dhr Andre Stubbe, hoofdonderwijzLr te Hest—kapelle. Hij was geboortig van Nieuwmunster maar kwam te Westkapelle in 1938,toen Meester Pol Ketele op rust ging. In 1963 werd hij schoolhoof . Hijhoeft veel van het werk van eester Pol voortgezet ~n in het vereni ingslevenvan Vïestkapelle was hij een onmisbaar figuur. Hij was bestuurslid van B.Q.J.G.van C.V......) A.C.V., ilac, Davicisfonds. Stond iedereen ton clie’iste met randen daad. Alhoewel wij hem weinig op onze vergaderingen aantrôffen, was hijeen trouw lezer van “Rond de Poldertorens”.

mmrnnlmmmlnlnmmmmm

In 1 emoriam Meester Pol Ketele.

as ik nidt zo oud, ik zou zeker op al de wandelingen van St—Cuthagome gaan” zei I~ester Pol verleden jaar nog. Meester Pol — zo kende hem ic—dereen — was toen 86 jaar. Nu heeft hij ons verlaten op 31 juli joi~tleden.Hij was geboren te Kortemark, studeerde te Torhout, was korte tijd. onderwijzerte Houthulst en te St—Andrics, en kwam te Westkapelle in 1906, waar hij langejaren schoolhoofd was tot hij in 1938 met rust ging.

Meester Pol was een zeer bekwaam oaderwijzer, een ware opvoeden, eenhoogs-Laand mens, een ware persoonlijkheid. Taktvol schoolhoofd, was hij eenleider, een aanmoedigen zonder pretentie: “U zijt onderwijzer zoals ik endraagt dezelfde verantwoordelijkheid”

122.

Toen “~e~mkuncle” nog niet mondgemeen was, deed iieester Pol reeds aandaadwerkelijke heemkunde, Hij trok met zijn jongens op leertocht door huneigen heem, loerde hen de indijking, de wateringen, de kwintensluis, de Pa—un stee. Ei wanneer de Heemkundige Kringen ontpopten, werd hij dadelijk lidvtn St—Guthago en van M. Vancoppenolle—kring. Met veel belangstelling las hijonze tijdschrift’~n.

In de oorlog L1/lS was Meester Ketele brankarclier en leraar aan cle Konin—ginneschool to Wulveringem. Na de oorlog legde hij met sukses het examen afvan adjunct—schoolopziener, doch hij bleef liever te Vlestkapelle. Daar lagz ij n werkterrein.

Meester Pol was daar een zeer bevoegd landbouwleraar. Zijn vrije tijdbracht hij niet door in café’s, maar besteedde hij aan bezoeken ten huize vande boeren, aan het aanleggen van proefvelden, aan het geven van voor irachten,aan het houden van een drukbezochte lendbouwavondschool. Hij heeft op West—kapelle een s~iL elite—boeren gevormd, clie in heel de omgeving uitblonken.

Meester Pol was de grondlegger van de belangrijkste sociale instellingente Westkapelle en onder zijn impuls kwamen zij tot hoge bloei. Zo de Boeren—gilde met al wat er in en er naast ontstond: Boerenbonci, Jeugclbond, Bestijding van Veetuberculose, Veebond, Sproeidienst, Veeverzekering, RaiffAsenkas,Hij werd gevraagd als voorzitter of sekretaris van meerdere gewestelijle ver—enigingon: C.OV., V.O.S., Bo~.rengilde, Landbouwcomitee, enz. ~n dit alleszonder berekening of arrivisme. “Je moet ~ié~ altijd voor ‘t geld werken, jemoet sociaal ku~nen zijn, iets voor niets doen”: op deze m-mier betrok hijanderen in de beweging, gaf het stuur over, maar bleef aan boord!

eester Pol stond in hoog aanzien, hij was de vertrouwensman van eenie—der. Ll wie mo~ilij1d~eid of kommer had, wist hem wonen. Zijn luvensleuswas: DIEN~1N.

Hij was geen jagor op eretekens. Bén enkele heeft hij gedragen~ Pro Eo—clesiae et Pontifice! wij zondigen eigenlijk een beetje tegen eester Pol,als wij zijn lof uitbazuinen.

B.~T.

Heemkundige ~hndeling te Westkapelle, 23 juni 1968.

Onze gediensti~e Sekretaris had ons gewaarschuwd om gepast schoeiselmee te brengen. En dit bleek niet voldoende: belangstellenden kunnen in hetvervolg hun voorzorgen uitbreiden tot een oliejekker en een zuidwester. Niet—tegenstaande de vele regen, waren er een dertigtal liefhebbers. Hun moed werdbeloond, want n~ een laatste zegening met ongewijd water, werd het zowaar nogmooi weder, zodat de regenscherm niet meer no ig was om de streekkaart teraadplegen.

Gedurende deze leerzame wandeling heeft onze bevoegde leider en sekre—tans voornaaelijk ernaar gestreefd, ons een dieper inzicht te geven in deafwateningsi~eschjeclenjs en in cle verdedigingswerken die onafs& eidelijk ver—strengelci zijn met de indijkingsgeschiedenis. De voornaamste feiten uit dezedoelstelling zijn alle in verband te brengen met de weg die wij op deze wandeling hebben gevolgd, nl. van Schapenbrugge tot voorbij cle Vrede. Ho kunnener nagaan hoe de streek door dijken beveiligd werd tegen cle wijkencie zee. Desluizen waarlangs het streekwater werd afg~voerd, schoven op naar het ~ioonl—oosten en telkens werden de nieuwe sluizen door nieuwe forten beschermd.

De eerste bedijking bestond uit de Kalverkeetdijk die in de richtingHeist liep en uit de Bloedlozedijk of Oostdijk die in de richting Hoeke liep.

123.

Tot in 1420 werd het streekwater langs het Oud Zwin afgevoerd doorheen de ietslandinwaarts gelegen Kwintensluis. Vanaf omstreeks 1200 was men buiten degenoemde dijken gaan inpolderen. Buiten de Kalverkaatdijk vormcl~n de nieuwepolders de Watering van VolkaartsgoL, buiten de Bloediozedijk d~Wateringvan Klein Reigaartsvliet of Greveninge. Tussen beide wat .ringen stroomde hetwater van het Oud Zwin, waarvan we nog goed de bedijking zien liggen, totdatdeze geul (de Reigaartsvliet — met daarin het Kanaal van Brugge) in 1421 werdafgedarad~ om zo het Nieuwland te vormen. Inmiddels werd het water van het OudZwin langs de nieuwgedolgen Hoekevaart naar het Zwin gevoerd om tezeifdertijdte helpen cle verzanden te bestrijden. We bleven nog even staan aan de Auweel—put, een mooi model van kleine dijkbreuk met wiel en vingerling.

Reeds vroeg werden langs het Zwin verdodiginswerken opgericht. In 1436is er al een bolwerk “ten Hasegarse”. i:issc~ien is op deze plaats later hetSt—Jorisfort opgericht, buiten ~. Graaf J~nsdijk. Onze eerw. Sei~etaris, diewij aanzien als de beste kenner van deze streek en haar geschiedenis toondeons dc, plaats waar hij de “Erug van FarneseH situeert, de brug over iiet Zwinc1.io in 1557 d~ stad Sluis tot overgave dwong en die lag tussen het Fort St—Teresia op Knokke en het Fort ter Hofstede, later Nassau, op het Retranchement.

Toen het St—Jorisfort in 1621 was weggespoeld, werd in l62~ iets zuider—lijker het Izabellafort opgericht. Dit fort werl bevoorraad langs een nieuw—gedolven kanaal vanaf Schaponbrugge dwars doorheen het Nieuwlanci. Deze vaartwordt de Jezuïtenvaart genoemd naar d~ P ters Jezuleten clie als eerste leger—nairnoezeniers bij deze wereken te zien waren. Gedurende de volgende 20 jaarwerd tussen het Izabellafort enh~t in 1605 aangelegde St—Donaasfort (bij demonding van do Hoekevaart) een verdediging aangelegd gekend als tiL Cantelmo—linie, waarvan wc, het uiteinde zagen bij de Glazen Brugge (=Glacis—brug).

Door het aanleggen van het Fort St—Donaas in de Varsche Vaert, en vaneen dam in de Zoute Vaart, werd de waterafvoer aldaar onmogelijk en in 1641vroeg i~ndrea de Cantelmo om een rabot of sluis te mogen plaatsen aan cle bla—viere van het Groot Fort d.i. Izabella; sluis waarvan de plaats ons werd aangewezen en naar ~e welke do VJaterixig van iensluis in 1657 vanuit Lissewegedwars doorheen de polderstreek, cle Izabellavaart liet delven.

Tot in 1648 bleef liet Izabeflafort een sterk bezet stee1ipunt en ontel—beer zijn de leveringen gedaan door al de parochies van het noorden tot onderhoud van het garnizoen. Niettegenstaande een bepaling van het Verdag vanMunstor, werd het Izabellafort niet ontmanteli. Tussen 1662 en 1677 wasJonkheer :lbert de Bie gouverneur van het Izabellafort. In 1701 lieten deFrm~.sen ~et fort herstellen en in 170€~ ~.rd het tevergeefs belegerd door deHollandse veldheer )Ienno van Coehoorn. Oostkerke moest in 170) allerhandefourage leveren tot onderhoud van het Frans—spaans garnizoen en in l7O~ moestcle h ofc~’man van Oostkerke getuige zijn bij het openen van de Izabellasluis omzeewater binnen te laten om de Hol, troepen tegen te houden. Op 14 nov 1704inspecteerde ~Iaarsc1iallc de Villeroy het fort en in de daarop volgende wintermoest een boer van Oostkerke met zijn paard de ijsbreker rond het Izabe:Lla—fort trekken omdat de toegevroren w~-1len geen beveiliging me r boden. Na maan—del~nge belegering viel het fort op 2) maart 1705. Oostkerke betaalde dekist voor een Spaans soldaat doorschoten bij de belegering, alsook cle chirur—gijn om een gekwetste Franse soldaat te hebben verzorgd.

Ing~vclge het Barrièretraktaat verbleef er sedert 1715 een Hollands garnizoen op het Izabellafort. liet werd er verdreven op 17 april 174.7 door deFranse l~gers onder Commissaris °roiomog,ie die nog dezelfde dag Sluis v...rover—de. Ha deze oorlog clie in l7~ eindig~e moet het Fort grotendeels af~voerd

124.

zijn, want in 1783 is er geen spraak meer van een garnizoen of van een aftraak— wat wel het geval is met het Fort St—Pol en het Fort Sc—Donaas.

In 1783 heeft Jozef II het Barrièretraktaat ongedaan gemaakt. Hij lietop het Hazegras een nieuw fort oprichten. Daartoe werd. door Kolonel de Broude aarde gebruikt van Izabella, zodat nu alleen een lichtgolvende weide overblijft met daarin de vier ba.stiongrachten. Filip Lippens was in ‘t jae~r 1784bezig de Nieuw—..~aze~ras—Po1cler in te dijken. En zijn vriend Kolonel de Brougraafc].c intussen een nieuw kanaal en liet daarop de grote nieuwe Ilazegrasslujsbouwen9 di3 we op de wandeling gingen bezichtigen.

Bij deze sluis vertelde onze Se1~etaris heel de episo’e van 1851, toenop 5 augustus hier cci “zeeslag” werd geleverd door de Franc—Chasseurs vanBrugge met hun fameus kanon uit de ruispoort. Op het gedeeltelijke Hazegras—fort van 178,, werd het Camp Léopolc opgericht, dat ëe~Be~gisch garnizoenlcgc.crde van 1831 tot 1839. Daarover heeft Br. Ga~tan verteld in cle eerstejctargang van “Rond de Poldertorens”. De tegenwoordig. bewoner van de Fort—hoevL., dlir. Jan Cauwels~ leidde ons vriendelijk rond zijn hof en liet ons dcschi~tgaten zien in zijn woonst en het 5—cellige prisonnetje van 1O~O dat nuzijn garage vormt.

Ook in 1916 en weer in 1942 hebben de Duitsers op het aze~,Tasfort telkens een moderne versterking aangebracht, waarvan we de bunkers en de basissenvoor de zeer zware batterie nog terugvinden.

Lls slot van deze lange en zeer leerzame wandeling, zijn we nog tot bijcle uitgravingen buiten de Hazegrassluis gegaan om er de konstruktie na tegaan van een stuk heel stevig gebouwde dijk versterkt met kloek balkwerk enbedekt met een laag metselwerk, d.i. de dijk van de Comni~ndeurs Pla»t doorFilip Lilpens en en Kolonel de Brou gebouwd rond 1790.

R. De Keyser.

nrnnmmmmmmmn~m

De andere Verslagen worden verschoven naar het volgend nummer van R.clc. P.

De Inv~ntarjs van een hc±’stedeke te Knokke in 1836.

(vervolg van bladzijde 116)

~ paren katoene koussen, wolle rok, wolle jak, 5 katoene jakken, 2 katoeneschorten, blauwe lynwaedschorte, 2 hembc~en, een flerrnninge rok, eene bayenmantel, geschat 59.20 fr.

‘NLGIL LII~EN

2 bLdgordy~1en, 2 venstergorc’iynen, schouwkieed, 3 handdoeken, 2 boter—doeken, s~’.rgic, graenzak, geschat 12.50 fr,

Tol Le SCHL~TTINQ 1842.58 fr. door not. Hendrik Clacrhoudt, l~’ug e,1 juni 1 56.

Deze zo interessante inventaris bewijst dat e~zDebed~e niet zo arm was alszijn klein luisje zou laten vermoeden — let eens op het vele tinwerk b.v.