e tL u s t r um edi e 2 **V s e a r e o n g i a g t i o n ...

40
V e r e n i g i n s b l a d d e r S v B M T P r o t a g o r a s * * * 2 e L u s t r u m e d i t i e * * * Verenigingsblad der SvBMT Protagoras Jaargang 10, nummer 2 Wintereditie 2007 V eg n g l a SB r tg s *V eg n g l a SB r tg s *V eg n g l a SB r tg s *V eg n g l a SB r tg s *2 Het Bouzospel voor in de vakantie! Afgestudeerd, en nu... werken of verder studeren? Onderwijs: CvB, UR, FR, OC, snap jij het nog? Prot Goes Science: Neurotechnologie

Transcript of e tL u s t r um edi e 2 **V s e a r e o n g i a g t i o n ...

Veren

iginsblad der SvBMT Pro

tago

ras **

* 2

e Lustrum editie ***

Ver

enig

ings

bla

d d

er S

vBM

T Pr

ota

gora

sJa

arga

ng

10, n

um

mer

2W

inte

red

itie

200

7

V ere nigin

gsb

lad

der SvBMT Protag

ora

s **

*

V ere nigin

gsb

lad

der SvBMT Protag

ora

s **

*

V ere nigin

gsb

lad

der SvBMT Protag

ora

s **

*

V ere nigin

gsb

lad

der SvBMT Protag

ora

s **

* 2Het Bouzospel voor in de vakantie!Afgestudeerd, en nu... werken of verder studeren?Onderwijs: CvB, UR, FR, OC, snap jij het nog?Prot Goes Science: Neurotechnologie

1

Inhoud

Inhoud 1

Redactioneel 2

Van De Voorzitter 3

Een terugblik op... 24-uursproject 4

Van De Onderwijscommissaris 6

Een terugblik op... De BBB 8

BMT On Stage 10

Een terugblik op... Dionysos Wijnfestijn 12

Oh, zit dat zo! 13

Column 14

ProBoKoCo 17

Het Protagoras Bouzobord 18

Een terugblik op... Oud-besturenetentje 20

Afstuderen bij... 22

In de Sprotlight... 24

Een terugblik op... UB-spelletjesmiddag 25

Prot Goes Science 26

Een terugblik op... Yin Yangparty 30

Protpuzzel 31

Afgestudeerd, en nu... 32

Lieve Bouzo 34

Protlied 35

Protagenda 35

Colofon 36

8

12

30

Eerst was er het borrelen, toen het bikken. Wil je weten wat er nog gebeurde? Kijk snel!

Het jaarlijkse wijnfestijn. Wil je weten hoe het bestuur het ervan afbracht? Zie pag. 12

Springen de vonken hier al over? Lees het verslag van de Yin Yangparty op pag. 30!

2

Alexander Colditz

Redactioneel

ProtpraatRemi (verontwaardigd): “Is dit de proefdruk? Dan zou ik tegen die drukker zeggen: Weet u wat?... (kijkt even naar de proefdruk)... Hij is wel mooi.”

Mark: “Ik onthoud niet alles wat ik zeg, want de helft van de dag praat ik onzin... Daar maak je toch geen Protpraat van hè?”

Mark bij het horen van Schudden van Def Rhymes: “Danny wat heb je nu weer voor een vmbo-muziek opstaan.”

Wai Kam aan de telefoon tegen Marlous van GEWIS: “Daar ben je vrouw en voorzitter voor, dat ram je er gewoon doorheen!”

L.S.,

Ofwel lectori salutem: aan de lezer een groet. Dit is een van de dingen die ik dit bestuursjaar al heb geleerd naast al de andere taaladviezen die ik van Mark krijg tijdens het controleren van de inge-zonden stukjes voor de Protatype. Mijn Nederlandse taalkennis als Oostenrijker en niet-boekenlezer is helaas belabberd. Maar het maken van mijn tweede Protatype heeft deze kennis ook weer bijgespijkerd. Daarnaast heb ik nu ook de link van de Woordenlijst der Nederlandse Taal opge-nomen in de favorieten van mijn internetbrowser om de lastige woorden die ik altijd weer in de ingezonden stukjes vind te controleren. Wellicht ook een idee voor jullie?

Maar goed, de Protatype mag hoop ik weer een laag aan-tal taalfouten hebben. Daarnaast staat deze Protatype weer vol met allerlei stukjes. Dit keer telt de Protatype wel 36 pagina’s. Hier ben ik erg blij mee, maar nog meer in-zendingen zijn altijd welkom. Heb je dus nog een verhaal dat je graag kwijt wil, dan kun je dat aan mij doorgeven. Zulke spontane inzendingen waardeer ik zeer.

Wat mij opvalt aan deze Protatype is het grote aantal te-rugblikken op activiteiten van Prot. Zo hebben we het 24-uursproject, de BBB, het Dionysos Wijnfestijn, het oud-

besturenetentje, de UB-spelletjesmiddag en natuurlijk niet te vergeten de Yin Yangparty gehad. Het stukje over de BBB heeft een van onze nieuwste redactieleden geschreven: Luc Broers. Ik zou zeggen, neem een kijkje hoe hij het er vanaf heeft gebracht.Ons andere nieuwe redactielid, de bij ons allen bekende René Besseling, heeft ook een erg interessant stukje geschreven over duurzaamheid. Wat houd het woord duurzaamheid namelijk nou eigenlijk in?

Ikzelf heb ook een stukje geschreven voor de nieuwe rubriek ‘Van De Onderwijscommissaris’. Sinds de vorige Protatype bestaat het stukje ‘Van de Faculteit’ niet meer, maar om jullie wel up-to-date te houden met de ontwik-kelingen op het gebied van onderwijs is er voortaan dit stukje. Om te beginnen heb ik ditmaal iets geschreven over de verschillende overlegorganen binnen de TU/e en hoe je als student inspraak kunt hebben in het beleid van de TU/e en de faculteit BMT.

Als laatste wil ik jullie wijzen op de middenpagina van de kersteditie van de Protatype dit jaar. Dit is namelijk het Bouzobord. Een erg gezellig spelletje voor in de kerst-vakantie. Vergeet dus niet om ook de Protatype mee te nemen op vakantie.

Ik wens jullie alweer veel leesplezier en alvast een gezel-lige kerst en vrolijk Nieuwjaar!

3

Van de Voorzitter

De maat maakt niet uit. Daar is tot dusver geen speldenknop tussen te krijgen. Met een Oostenrijkse onderwijscommissa-ris, Chinese commissaris intern, een commissaris extern uit De Hoef, een penningmeester afkomstig uit hetzelfde dorp als de Deurzakkers, een secretaris uit Limboland en een rasechte Zilstenaar als voor-zitter lijkt het motto van het negentiende bestuur al ge-heel op zijn plaats. Echter, niets is minder waar.

Tijdens het oud-besturen-etentje van zaterdag 10 november jongstleden bleek eens des temeer de diver-siteit binnen ons zestallig bestuur. Tussen de kakofo-nie van de al dan niet com-plete dan wel aangeschoten (lees: compleet aangescho-ten) oud-besturen werd een zeer internationaal gevari-eerde spijskaart gepresen-teerd. Noorse zalmrolletjes, oer-Hollandse aspergesoep, gemarineerde paddenstoe-len volgens Bourgondisch recept, een stobhach Gaelach en ter afsluiting een Italiaanse tiramisù vormden samen het eigenhandig gemaakte, am-bachtelijke vijfgangendiner.

Ambachtelijk, zeker ook door de toegevoegde waarde van het beloofde roze varken aan ‘t spit. Hoe anders kon

dit jaarlijks terugkerende festijn begeleid onder een muzikale potpourri van de penningmeester en

ondergetekende uitlopen op een naar ei-gen zeggen geslaagde avond.

Het maken van een goede keus uit het grandioze aanbod heden ten dage van zowel rode als witte wijnen, is bij zo een uitgebreid maal overigens onontbeerlijk. Vandaar dat wij ons hebben laten voorlichten door wijnkenner en –specialist Henri B. Tijdens ons bezoek aan de wijnman (vrij naar die

kerel uit Scheveningen) zagen wij een druivennat dat ons deed herinneren aan de organisator van het welgeslaag-de wijnfestijn dat onlangs is gehouden in In Vivo, waar we overigens al een uitgebreid wijnmenu voorgeschoteld kregen; een druivennad vernoemt naar een dispuut van onze vereniging.

De eerder vermelde muzikale medley die ten gehore gebracht werd voor en tijdens het eetfestijn, bestond onder meer uit fragmenten van nummers als “wat zullen we drinken” van onlangs overleden zanger en Eindhovens kroe-geigenaar Hans Sanders; “kernafval-festival”, de eigen interpretatie van een hit uit het familiepark in Kaatsheuvel van een band uit Raamsdonkveer; “kaap’ren varen”, het lied waar studie-vereniging Van der Waals een tekst op tracht te schrijven maar beter vertolkt is door de Nederlandse band Fungus die niet geheel toevallig afkomstig is uit Vlaardingen (beter bekend van een Nederlands komisch tv-duo, of was dat Maassluis?); en natuurlijk ons eigen

verenigingslied “de maat aller dingen” op de welbekende wijs van het zeeroverslied “de machtigste koning”, dat later op de avond als afsluiter luidkeels werd meegezongen door menig oud-bestuurslid. Om de eentonigheid die anders dreigt toe te slaan bij zowel publiek als muzikanten enigs-zins te doorbreken, werd om het even afgewisseld tussen vierkwartsmaat en wals. U hoort, το µετρον ουδεν διαϕερει.

Ben Groenen

4

Dinsdag 23 en woensdag 24 oktober heeft het 24-uurspro-ject plaatsgevonden. Van 17:00u op de dinsdagmiddag tot minimaal 17:00u op de woensdagavond, was het de bedoe-ling dat leden van GEWIS, Protagoras en Van der Waals onderzoek deden naar de bloedvaten van een aantal van de deelnemende personen. Met behulp van een heel ingewik-keld apparaat, dat met ultrasound metingen aan je lichaam verricht, moesten er een soort van filmpjes van de halsslag-ader gemaakt worden. Hiermee kon dan de diameter van het bloedvat bepaald worden, evenals de wanddikte van het bloedvat. Met behulp van deze metingen moesten de studenten zo goed mogelijk inzicht krijgen in de wandeigen-schappen van bloedva-ten onder invloed van drukkrachten. Dat het voor een GEWIS’er nog wat moei-te kostte om te begrijpen wat de meetresultaten precies betekenden en wat je nou eigenlijk moest berekenen bleek toen ik naderhand Bas van Helmondt aan-sprak.Deze jongen, die van GEWIS uit meedeed met het team dat uiteindelijk gewonnen heeft, wist mij te vertellen dat de men-sen van BMT al vaker met deze apparatuur gewerkt hadden en dus al snapte wat ze nou eigenlijk deden. Desalniettemin heeft hij erg veel plezier gehad in het project doordat hij in deze 24 uur erg veel heeft kunnen leren van een ander vakgebied.Natuurlijk was het niet alleen de bedoeling om te studeren tij-dens deze 24 uur. Ook voor de nodige ontspanning was door

de commissie gezorgd. Zo hadden we om ongeveer zeven uur het avondeten klaarstaan (volgens de deelnemers erg lekker en ook zeker genoeg), vlogen de ballen om vier uur ’s nachts je om de oren en mochten de toen al wat gare deelne-mers om half negen ’s ochtends een uurtje relaxen in het zwembad. De reacties van de deelnemers wat betreft het zwemmen waren erg positief: het douchehangen was erg fijn, het water

van de douches was lekker warm en de rand van het zwem-bad was heerlijk om op te zitten. Voor de meesten was het dus (wat in principe meer dan logisch is na een nacht doorhalen) een lekker uurtje ontspan-nen (van het harde werken) en hangen bij het zwembad, in plaats van een uur volop baantjes trek-ken. Ik geef ze geen ongelijk!Dan wil ik nog even terugkomen op de ballen die je midden

in de nacht om de oren vlogen. Helaas heb ik dit zelf niet mee mogen maken, maar toch wil ik er graag wat over vertellen. We hadden het bestuur van ESSF gevraagd voor een leuke activiteit midden in de nacht. Omdat we een mooie grote ruimte had-den in REL (W-laag), hadden we gekozen om knotsbal te spelen. De spelregels zal ik jullie besparen, aangezien de scheidsrechters zich daar toch niet aan hielden. En jullie kunnen wel raden wie er floot en wie er ook won. Juist, de commissie zelf. Dus hulde voor ons (de commissie)! Voor

Een terugblik op...‘24-uursproject’

Marlous Theunissen

De 24UP-commissie

5

degenen die knotsbal niet kennen: neem contact op met het bestuur van de ESSF, want de uitleg kan niet op tegen het een keer spelen van dit geweldige spel!Ook de hapjes tussendoor waren erg lekker. De chips, chocoladepinda’s en koekjes vielen erg in de smaak. Op de heerlijke kleffe worstenbroodjes en saucijzenbroodjes uit de magnetron, en niet uit de oven omdat niemand wist hoe dat onding werkte en de eerste lading redelijk verkoold was, hebben we gelukkig erg weinig commentaar gekregen. Het ontbijt en de lunch waren wel weer goed bereid (’s och-tends een gekookt eitje bij het eten en tussen de middag

een heerlijk bakje soep met broodjes knakworst) en een goede opkikker voor de rest van de dag. Na de lunch

werd langzaamaan een begin gemaakt aan de presentaties die de groepen moesten hou-

den voor de jury. Er moest immers een winnaar worden gekozen, want

ESAOTE had een heel

mooie prijs laten graveren voor het winnende team.

Deze prijs staat nu nog in het Prothok (van Protagoras) te blinken, maar binnen-kort krijgen ook wij van GEWIS en de men-sen van Van der Waals een duplicaat van de prijs, zodat we hier kunnen nage-nieten van de mooie twee dagen. Zoals eerder gezegd was het team van Bas van Helmondt, Koen op ’t Hoog, Remi Ver-hoeven, Geert Lintjes, Leroy Schepers en Lorenz Deen (zie foto) het winnende team. Zij hadden zich gedurende het pro-ject erg goed ingezet

en ook de presentatie liet zien dat ze er wat van gebakken hadden. Natuurlijk verdienen alle teams een compliment, al is het niet om het feit dat zij wél alle 24 uur wakker zijn gebleven.Het was erg mooi om te zien dat de commissie de slaap wel nodig had in tegenstelling tot de deelnemers. Zo ging Sam rond de lunch even naar GEWIS toe om een dutje te doen en heb ook ik een paar uurtjes in bed gelegen.Na de gare presentaties en de slapende koppen was het tijd voor de prijsuitreiking. Dit gebeurde tijdens de afsluitende borrel. Frans van de Vosse (jury) gaf een speech waarna Werner (werknemer van ESAOTE) de prijs aan het winnen-de team overhandigde. Na deze afsluiting hebben we nog lekker nageborreld en ik was erg blij toen ik die avond in mijn bedje mocht kruipen.Al met al een mooi, leuk, maar zeker ook een vermoeiend project!

De deelnemers van het 24-uursproject, hulde!

6

Iedereen heeft wel wat te klagen over de universiteit. Ver-velende docenten, geen goede aansluiting tussen de vak-ken, slechte verroostering, geen leuke minor, slechte kwali-teit laptops, rare locaties voor de colleges, te dure catering, allemaal punten waarover men zich kan irriteren. Maar kun je er als stu-dent ook iets aan doen?Meestal is er al een regeling vanuit de faculteit of de universiteit en daar dien je je dan aan te houden, ook al ben je het hier niet altijd mee eens.Maar om deze vraag te beantwoor-den. Ja, als student kun je wel de-gelijk het reilen en zeilen van de universiteit beïnvloeden. Hierbij kies ik bewust voor het woord ‘beïnvloe-den’; bepalen kun je het als student helaas niet. Maar je kunt wel meepraten en als je met een goed idee komt dan luis-teren de ‘hoge piefen’ ook naar jou.

Mocht je nou willen meepraten waar kun je dan zoal terecht? En hoe is het überhaupt geregeld binnen de TU/e en de fa-culteit? Dat hoop ik jullie hier een beetje duidelijk te maken.

UniversiteitAls jullie naar figuur 1 kijken dan zien jullie bovenaan rede-lijk centraal het College van Bestuur (CvB) staan. De leden van het CvB zijn de eigenlijke bestuurders van de universi-teit. Hiertoe behoort onder andere ook de rector magnificus. Zij houden zich de hele dag bezig met het beleid dat de hele TU/e aangaat. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld Cam-pus 2020 en Eindhoven studentenstad. Ook de TU/e brede invoering van minoren is door hun besloten en zo ook de in-voering van het kwartensysteem, ofwel 4-blokkensysteem.Zoals je al merkt zijn dit de onderwerpen die nogal ver weg staan van het bed van de normale student. Deze onderwer-pen lopen namelijk meestal over de meerdere jaren, zoals

aan de naam van campus2020 al te zien is. Maar bijvoor-

beeld de invoering van de minoren wordt vanaf volgend jaar keiharde realiteit voor ons bmt-studenten.Nou heeft het CvB twee controlerende organen. De

Raad van Toezicht en de Univer-siteitsraad (UR). In de Raad van Toezicht zitten mensen vanuit het be-drijfsleven. Zij zijn formeel gezien de baas van de universiteit. De belang-rijke besluiten van het CvB moeten goedgekeurd worden door de Raad van Toezicht. Maar daarnaast heb je dus ook de UR die ook een controle-rende functie heeft, echter hebben ze alleen het adviesrecht. Dit betekent dat ze advies kunnen geven aan het CvB, echter kan het CvB zelf nog altijd besluiten wat ze er mee doen. Echter is het CvB natuurlijk ook geïnteres-seerd in een betere universiteit, net als de UR, dus

meestal zullen ze wel goed luisteren.Nou is de UR dus wel een orgaan waar je als ‘normale’ stu-dent in kunt komen. De UR bevat namelijk ook leden uit de twee studentenfracties van de TU/e: Groep-een en de PF. Beiden hebben ze hun eigen voorkeuren en standpunten, maar deze komen grotendeels overeen. Voor meer uitleg wil ik jullie vragen even op hun eigen websites te kijken. Mocht je dus geïnteresseerd zijn om over TU/e-brede zaken mee te praten dan kun je je via een van deze studentenfrac-ties opgeven.

FaculteitMaar wat universiteitsbreed wordt besloten moet natuurlijk op de faculteit ook worden doorgevoerd. Zodoende hebben we op de faculteit ook weer enkele overlegorganen om de besluiten hier een faculteitspecifieke invulling te geven. Net zoals het CvB hebben we op de faculteit ook een bestuur die het beleid uitvoert, dit is het faculteitsbestuur (FB). In het faculteitsbestuur zit onder andere de decaan, die het FB

Van De OnderwijscommissarisAlexander Colditz

‘Inspraak in beleid, op Universiteit en Faculteit’

Figuur 1

7

voorzit, de directeur be-drijfsvoering en iemand van het secretariaat. Te gast zijn hier ook de student-adviseur (Geert Litjens) en de opleidings-directeur (Marcel van Genderen). Het FB no-digt deze twee mensen uit voor de vergaderin-gen om advies te vragen. Als student kun je zo met het bestuur meepraten.

Maar het FB vergadert niet alleen onderling. Zo vergadert deze ook met de Faculteitsraad (FR) en de Oplei-dingscommissie (OC). De FR en OC bestaan beide vooral uit docenten en studenten. Beide overlegorganen hebben adviesrecht jegens het FB, echter heeft de FR ook het in-stemmingsrecht. Als ze het met een besluit van het FB niet eens zijn dan gaat het niet door.Wat echter nog een groot verschil tussen de FR en OC is, is dat de OC zich vooral met de opleiding bezighoudt, bijvoorbeeld de invulling van de minoren (die door het CvB zijn opgelegd). De FR houdt zich daarentegen bezig met de faculteit. Zo moeten zij bijvoorbeeld ook de begroting van de faculteit goedkeuren. De FR houdt zich dus ook bezig met het beleid van de faculteit. De OC is een orgaan dat voor een goede kwaliteit van het onderwijs zorgt.

Het verschil met de UR lijkt mij dus al vrij duidelijk. Een OC of FR zit veel dichter bij je bed als student. Iets wat je

in een OC bespreekt is meestal volgend jaar al ingevoerd. Hier merk je dus meteen ook iets van. Als OC of FR lid ben je meestal dus ook als eerste op de hoogte van de veranderingen binnen de faculteit.

Als laatste wil ik het nog over een bijzondere taak hebben die als brug fungeert tussen al deze overlegorganen. Dit is namelijk de taak van onderwijscommissa-ris. Als onderwijscommissaris zit je bij veel van deze overlegorga-

nen als gast. Je krijgt dus van alles wel iets mee en op deze manier ben je ook een belangrijk persoon om de informatie op de verschillende plekken door te spelen en je hebt een uniek overzicht over hoe de ver-schillende mensen over bepaalde voorstellen denken. Om deze reden hebben alle onderwijscommissarissen van de studieverenigingen een informele vergadering met de rec-tor en het STU. Dit wordt gedaan om de nieuwste ideeën van het CvB te peilen onder de studenten. Meestal krijg je als onderwijscommissaris dus als eerste de nieuwtjes be-treffende de universiteit te horen.

Aldus, ik hoop jullie een beetje een overzicht gegeven te hebben van wat er als student te doen is binnen het be-leid van de universiteit en faculteit. Mocht je dus interesse hebben in de UR, FR, OC of als student-adviseur van het FB dan zou ik zeggen: ga er vooral achteraan en doe je woordje!

Protpraat

Figuur 2

Frans: “Ik vind dat ze een beetje reluctant moeten zijn met het invoeren van engelse woorden in de neder-

landse taal”.

Mark: “Ja en het was kwart over drie dus er kwamen hordes van dat vmbo-vee langs op de fiets.”

Daan: “Ja ons huis is nogal gehorig.”Mark: “Dus stoppen ze dingen in elkaars mond zodat je niets hoort.”

8

Donderdag 22 november was het zo ver, de BBB van de ProZAc. Dit jaar waren er maar liefst 56 inschrijvingen, dus het beloofde een druk en gezellig uitje te worden. Voor de leken onder ons die geen idee hebben wat de BBB is, lees dit verslag en het zal allemaal duidelijk worden.

De eerste B staat voor iets dat eigenlijk op elke donderdag gedaan hoort te worden, namelijk borrelen! Uiteraard vond deze borrel plaats in onze eigen borrelruimte. Vanaf 4 uur was In Vivo geopend en langzaam maar zeker begon deze ook vol te lopen. De meeste eerstejaars zaten op dat mo-ment nog te ‘genieten’ van hun college Organische chemie A, maar toen ook zij de borrelruimte hadden gevonden was het inmiddels al aardig druk geworden. Onder het genot van een biertje of een ander drankje werd er gezellig geborreld en de tijd vloog voorbij. Al snel was het half 7, tijd om te ver-trekken richting de markt.

Op de markt aangekomen konden we beginnen aan de vol-gende B van het programma, de B van bikken, want on-dertussen had iedereen wel honger gekregen. We gingen eten bij De Wildeman waar de ProZAc voor ons had ge-reserveerd. Op het menu stond een smakelijke saté, een heerlijke hamburger of een lekkere lasagne. Terwijl de kok zich druk bezig hield met deze massabestelling, ver-maakte ieder zich aan tafel prima. Nadat een paar man het Duitse (of was het nou het Limburgse) volks-lied in hadden gezet, werd deze ruimschoots overtroffen door Bra-bant, van onze Guus. Uiteraard kon na deze liederen het Protlied niet ontbreken. Na een stille hint van Wai Kam, zette voorzitter Ben deze dan ook in en uit volle borst zong iedereen mee. Ook de quote ‘BMT: HARDE PORNO!’ kon niet

ontbreken. Na lang wachten

had de kok het diner klaar en konden we eindelijk beginnen met bikken. Ikzelf had ge-kozen voor de lasagne en deze smaakte voortref-felijk. De hamburgers en saté’s waren ook binnen no time naar binnen gewerkt, dus volgens mij waren deze ook goed te eten.

Veel tijd om uit te buiken was er niet, want we moesten er weer snel vandoor voor de laatste B, de B van bowlen. Het was een aardig stukje rijden, maar dat mocht de pret niet drukken. Eenmaal aangekomen bij de bowlingbaan bleek dat we niet zomaar gingen bowlen, maar dat er een heus discospektakel op ons te wachten stond. We gingen disco-bowlen. Hiervoor moesten we naar de eerste verdieping, waar we alle zeven banen tot onze beschikking hadden en de strijd los kon barsten. Verschillende tactieken passeer-den de revue. De een gooide zo hard hij kon, de ander was meer van het subtielere werk. Zelfs met een ware backhand werd een enkele keer doel getroffen. Wonder boven wonder bleek op mijn baan de ‘glij-achter-je-bal-aan’-methode van Maarten het beste werkte, want hij liet de concurrentie met 107 punten ver achter zich. Voor diegene die niet echt in

vorm was met de bowlingbal, wa-ren er gelukkig ook bitterballen en zo heeft iedereen zich wel weten te vermaken.

Aan al het goeie komt een eind, zeggen ze wel eens. Zo ook aan deze BBB. Het was een gezellige borrel, het bikken was lekker en het bowlen was een spannende strijd. Een geslaagd uitje dus! Voor de feestbeesten onder ons vervolgde de avond zich nog op Stratum, maar ook voor deze fanatiekelin-gen kwam vroeg of laat toch echt de B van bedtijd aanzetten.

ProZAcLuc Broers

‘Borrelen, Bikken en Bowlen’

WT P&O ADVERTENTIE.indd 1 21-05-2007 23:34:33

10

G'day Mate!

Inderdaad, de officiële begroeting van Aussies, Australiërs. Dat is dan ook waar ik de afgelopen maanden heb doorge-bracht: in Australië. Ik doe hier mijn buitenlandse stage in Melbourne, op het Howard Florey Institute, verbonden aan de universiteit van Melbourne. Het Howard Florey Institute is een NeuroScience instituut op allerlei verschillende ge-bieden. Zo wordt er onder andere veel labwerk gedaan met proefdieren en is er een neuroimaginggroep, waar ik mijn stage volg. Mijn project gaat over obese patiënten. Deze hebben er vaak last van dat ze geen verzadigend gevoel krijgen wan-neer ze zojuist gegeten hebben, wat er vaak toe leidt dat deze mensen meer eten dan ze eigenlijk nodig zouden heb-ben. De vraag in dit project is dus eigenlijk waarom ze geen verzadigd gevoel krijgen, terwijl normale, dunne mensen dit wel hebben.

Verschillende onderzoeken hebben al aangetoond dat de gebieden van activatie in de hersenen in obese patiënten

wanneer ze hongerig of verzadigd zijn verschilt van die

bij gezonde mensen. Het is echter nog niet duidelijk welke gebieden dit precies zijn en dat is dan ook meteen een deel van mijn opdracht: om zo goed mogelijk te analyseren waar in de hersenen activatie te zien is nadat gezonde proefpersonen 18 uur gevast hebben en dus hongerig zijn, nadat ze net gege-ten hebben, dus de verzadigde conditie en vervolgens twee uur nadat ze gegeten hebben, om een soort van baseline te creëren. De data is verkregen door middel van een fMRI-methode genaamd arterial spin labeling (ASL), waardoor je precies kan zien waar in de hersenen meer zuurstof nodig is en dus welke gebieden actiever zijn.

Het eerste deel van mijn project bestond vooral uit het pro-beren te reduceren van ruis en dan met name fysiologische ruis, veroorzaakt door bijvoorbeeld hartslag en ademhaling. Hierbij wordt aangenomen dat in de hersenvloeistof (CBF) geen activatie plaatsvindt, dus alle variaties die daar in het signaal gevonden worden zijn toe te schrijven aan deze fysiologische ruis. Door het zoeken naar eenzelfde ruispa-troon in de rest van de hersenen proberen we dan het hele brein van fysiologische ruis te zuiveren. Op dit moment ben ik bezig om enkele laatste analyses te draaien in statisti-sche programma's welke direct kunnen berekenen waar in de hersenen de voor ons interessante gebieden zijn.

Naast mijn stage is er natuurlijk nog veel meer te doen hier in Oz, wat eigenlijk de reden dat ik voor Australië heb geko-zen. Allereerst zijn de Australiers echt een supervriendelijk volk (no worries mate). Als je ergens problemen mee hebt, wil iedereen je helpen, en zelfs als er niets aan de hand is proberen ze je nog te helpen. Superhandig. Zo heb ik bin-nen drie dagen dat ik hier was een lekker goedkope fiets (ben toch een Nederlander hè...) weten te regelen en kreeg er mijn slot en helm gratis bij. Verder is het land is super divers, met onder andere regen-wouden, witte stranden en natuurlijk de outback! Aan het eind van mijn stage ga ik nog vijf weekjes rondreizen om al dit moois in Australië te zien. Maar natuurlijk kon ik hierop niet wachten, en heb dus al wel wat rondgereisd.

BMT on stageLinda Verhoeven

‘Australië’

11

Eind september ben ik een weekje naar Surfers Paradise geweest met het damesvoetbalteam van Melbourne Uni om mee te doen aan de UniGames, een soort van GNSK/EUC. En natuurlijk om te leren surfen! Surfers Paradise is echt pre-cies zoals het klinkt: zon, zee, strand en veel te surfen. Ook stappen is daar geen probleem, al moet je wel zorgen dat je altijd een ID bij hebt, anders komt je echt nergens binnen.Eind oktober ben ik vervolgens een weekje naar Nieuw-Zee-land afgereisd om Irene op te zoeken en daar een weekje rond te reizen. Hier hebben we echt de meest sportieve vakantie ooit gehad, er was veel te veel te doen: hiken, mountainbi-

ken, kayakken, surfen, skydiven, caving... noem maar op! En natuurlijk was het gaaf om weer eens een echte

BMT’er te zien!Ik weet niet of ze het op alle stageadressen

goed vinden als je er enkele keren een weekje tussenuit gaat voor zo'n

tripje, maar het is in ieder

geval heel goed voor de positieve energie, en maakt het stage lopen in zo'n ver land zeker extra gaaf!

In de weekends probeer ik zoveel mogelijk alles in en rond-om Melbourne te bezichtigen, zoals de Great Ocean Road, welke de mooiste kustlijn van de wereld schijnt te zijn. Hier zijn onder andere de twaalf (elf eigenlijk nog maar) apostelen en Londen Bridge te zien, maar dit zijn maar twee bezichtig-heden, terwijl er echt veel meer te zien en doen is. Zo zijn er verschillende tracks te wandelen door regenwouden die uitkomen op watervallen, of is er de mogelijkheid een keertje door de boomtoppen te lopen in plaats van over de grond... Allemaal aanraders voor iedereen die van plan is naar Aus-tralië te komen. Op deze trip heb ik ook mijn eerste “wilde” koala's en kangaroes gezien, met jonkies zelfs. Superlief en natuurlijk het bewijs dat ik echt in Australië ben. Op dit moment sta ik op het punt om lekker een lang week-endje naar Tasmanië te gaan! Aangezien mijn stage op dit moment vooral frustraties oplevert aangezien de server con-

tinu crasht en ik al mijn analyses weer op nieuw kan gaan draaien, is dit dus weer een ideaal momentje om even te relaxen en te genieten van de natuur.

Voor iedereen die aan het overwegen is om een buitenland-se stage te doen: zeker doen! En kom vooral naar Australië. Hier zijn genoeg mogelijkheden en het land is gewoon su-per!

Cheers!

12

31 oktober was het dan eindelijk weer zo ver: Het Wijnfes-tijn ging weer van start. Erg leuk om te horen dat sommige teams zich al langere tijd hadden afgevraagd wanneer dit festijn er weer zou zijn. Blijkbaar is dit een gewaardeerde aanvulling op de vele activiteiten die door Protagoras en haar onderverenigingen worden weggezet. Onze insteek voor dit jaar was om er een weer betere editie van te maken. En het is een beetje hoogmoed om het te zeggen, maar gezien de reacties mogen we toch wel voorzichtig stellen dat dit gelukt is. Want wat sowieso meer was dan eerst was eten, veel eten; sommigen kon-den het niet meer verwerken. Maar alles, alles moest op en dat doe je dan ook wanneer je te gast bent. Er werd weer leuk en gezellig gequizd. Men was, wat wij ervan meekregen, er druk mee. En het moge gezegd worden: er zijn teams die het heel goed gedaan hebben. Hieronder vind je dan ook de uitslag.We besluiten met te zeggen dat we het ontzettend leuk vonden dat jullie erbij waren en we zien jullie graag vol-gend jaar weer terug.

Nihil difficile dum bibendum esse: 102 punten Les Gastronomes: 87Met de fles op tafel: 81Hit M.E.: 58Lekker belangrijk: 51De Berry's: 49Het late team: 49Veld2: 48ProzAt: 43

Kijk nog eens naar de vragen op http://www.protagoras.tue.nl/dionysos/Dionysos_index.asp en doe kennis op!

Een terugblik op...‘Dionysos Wijnfestijn 2007’

Marloes van Hoeven

Les Gastronomes

13

?

Heb je de nieuwe show van Theo Maassen al gezien? Niet? Moet je echt gaan doen, ik heb nu nog pijn in mijn buik! Men-sen lachen veel en willen ook graag lachen. We betalen geld en gaan apart naar plekken waar we een redelijke garan-tie op lol hebben. Maar waarom willen we zo graag lachen, heeft lachen wel een functie?Sociaal gezien laat lachen zien dat je bij de groep hoort. Het laat zien dat je de ander interessant en leuk vindt. Er is bij mensen ook een verschil tussen een spontane glimlach en een professionele glimlach. Bij een spontane lach bij men-sen openen ze niet alleen de mond, maar worden ook de spiertjes bij de ogen aangetrokken. Als mensen lachen uit beleefdheid of omdat ze leuk op de foto willen staan worden meestal alleen de spieren bij de mond gebruikt.

Mensen zijn niet de enige die lachen, het lijkt bij heel veel diersoorten voor te komen. Chimpansees lachen als ze sa-

men stoeien of tikkertje spelen. Honden hijgen op een an-dere frequentie die laat zien dat ze blij zijn, het blijkt

zelfs dat andere honden die dit soort hond lachen horen zelf meer gaan kwispelen en minder ge-

strest zijn. Zelfs ratten lachen, al is dat zo hoog dat wij het niet kunnen horen.

Als je lacht produceren je hersenen endorfine waardoor je blij wordt. Buiten dit duidelijke effect is lachen ook nog goed voor onderhandelen, goed tegen stress, goed voor je hart, astma en zelfs je immuunsysteem. Dit komt door een deel vanwege de endorfine en een deel vanwege het psychoso-matische effect van je lekker voelen. En voor een groot deel weet men nog niet waarom het is.

Omdat lachen zo goed is tegen stress wordt humor tegenwoordig steeds meer ook als therapie gebruikt bij bijvoorbeeld overspanning of depres-sie. Dit varieert van Cli-niClowns die bij kinderen op bezoek gaan in het ziekenhuis. Tot groepen die samen met een psy-choloog naar Guido We-ijers gaan kijken.

Al met al zou je zeggen: een dag niet gelachen is een dag niet geleefd. Maar lachen is niet alleen maar lol. Het kan zelfs heel gevaarlijk zijn. Door de eeuwen heen zijn er een hoop echte (en vooral fictieve) mensen dood gegaan aan lachen. In 1989 is er een man dood gegaan naar het kijken van a fish called Wanda (ik bedoel, de film was leuk, maar zó leuk?). In een oud verhaal kreeg de Griekse profeet Cal-chas een voorspelling dat hij dood zou gaan. Echter aan het eind van de dag dat hij dood zou gaan was hij nog steeds niet dood. Hierdoor moest hij zo hard lachen dat hij van het lachen was gestorven.

Maar deze uitzonderingen daargelaten is lachen niet alleen leuk, maar ook nog supergoed voor je. Een goed excuus als een docent zegt dat je nu is stil moet zijn. Of je moeder vindt dat je je broertje niet uit mag lachen.

Oh zit dat zo...Lieke van Bladel

‘Lachen’

14

In elk tijdsbeeld zijn er van die woorden die hip zijn (het woord ‘hip’ is dat in de huidige tijdsgeest overigens niet meer). Een tijd terug was ‘milieu’ een van die modewoorden. Als je je ervoor inzette of het boven de economie stelde was je, zeker in linkse studentenkringen of geitenwollensokkenbol-werken, goed bezig.

Het vreemde bij dat soort tijdsgebonden woorden is dat er vaak maar weinig mensen zijn die precies weten wat zo’n woord precies betekent. Bij het woord ‘milieu’ wordt dat wel leuk geïllustreerd door de Nederlandse minister die zich ja-ren geleden voorstelde aan een groep Franstaligen met de woorden: “Je suis le ministre du milieu” (ik ben de minister van de onderwereld).

Inmiddels is ‘milieu’ uit en ‘duurzaamheid’ in. Duurzaam als in duurzaam ondernemen. Of, nog beter: duurzaam als in ‘sustainable energy’, een van de populairste TU-brede mi-nors.

Ook van de betekenis van het woord duurzaamheid zijn maar weinigen echt op de hoogte. Wie het niet weet en erop googlet doet de betekenis van het woord namelijk direct ge-weld aan: elke zoekopdracht via Google verbruikt namelijk in servers, routers en, niet te vergeten, koelinstallaties (nood-zakelijk om die hele infrastructuur draaiende te houden) een hoeveelheid energie die voldoende is om een spaarlamp (een duurzaam soort verlichting) een uur te laten branden. Om dit dus te voorkomen: onder duurzaamheid wordt ver-staan het op verantwoorde wijze omgaan met grondstoffen en energie.

Je zou duurzaamheid bijna als synoniem voor ‘bewustwor-ding’ kunnen zien: zonder bewustwording geen duurzaam-heid: als je niet weet dat het al na 10 seconden brandstof bespaart als je je auto uitzet voor het stoplicht zul je de motor altijd gewoon laten draaien. Als je nooit een keer ’s avonds in W-Hoog is opgevallen dat degene die overdag als laatste

het licht op het toilet niet heeft uitgedaan er schuldig aan

is dat het de hele nacht brandt, dan zul je er niet aan denken het zelf na elk toiletbezoek uit te doen. En als je niet weet dat het nemen van de trap bij minder dan vier verdiepingen niet alleen sneller en gezonder is dan het nemen van de lift, maar meerdere kilojoules per verdieping aan stroom bespaart, dan zul je een aanzienlijk deel van je leven besteden aan het bestuderen van gesloten liftdeuren.

ColumnRené Besseling

‘Duurzaamheid’

15

Bij duurzaamheid gaat het niet alleen om een verant-woord energiegebruik, maar ook om het zuinig omgaan

met grondstoffen. Bioloog Midas Dekker snapt dat.

In het programma ‘LLinke Soep’ (de omroep die zichzelf ‘de kleinste omroep met de grootste idealen’ noemt en drie keer het woord ‘duurzaam’ opneemt in zijn profielschets) werd aan Dekkers immers gevraagd hoe het zat met zijn duur-zaamheid. Midas dacht even na en gaf vervolgens een onvervalst Mi-das-antwoord: “Ik heb een huis uit 1867, een boot uit 1924 en een vrouw van 1949… Nou, als dat niet duurzaam is, dan weet ik het ook niet meer.” Verder heeft Midas Dekkers geen auto, geen wasdroger en geen computer.

Hoe zit dat eigenlijk met mezelf? Ook ik bezit niet een paar ton staal met vier wielen waar de eer-ste tientallen pk’s al-leen al nodig zijn om de massatraagheid te overwinnen. Sterker: het enige mi-lieubelastende voertuig dat ik bezit is een ouwe Vespa.

Dat is best duurzaam, want zoals Dekkers zegt, is duur-zaamheid ook: het niet zomaar weggooien en vervangen van dingen. Niemand kan mij ervan betichten dat de fabrieksschoorste-

nen direct voor mij gerookt hebben toen mijn Vespa gefa-briceerd werd, domweg omdat mijn eigen assemblage

13 jaar later pas begon (mijn Vespa is uit ’71, ikzelf uit ’84).

Ondanks het feit dat ik ooit geprobeerd heb het beestje op te voeren rijd ik

overigens inmiddels weer netjes op 50cc,

wat je in staat stelt net iets harder op te trekken dan een fiets, maar wat eveneens het verbruik reduceert tot 1 op 30 of minder, veel zuiniger kan niet.

Tenzij je natuurlijk gaat fietsen. Het menselijk lichaam is ge-makkelijk een factor 6 efficiënter in het vrijmaken van ener-gie uit zijn brandstof dan een verbrandingsmotor. En als student is mijn fiets uiteraard mijn hoofdvervoermid-del. Of eigenlijk moet ik zeggen: mijn fietsen. Ik bezit er im-mers 6.

Dat aantal doet onduurzaam-heid vermoeden, want over-daad schaadt. Dat ligt echter genuanceerder: al mijn fiet-sen zijn namelijk oud en als ik er niet was geweest, wa-ren ze al lang weer toever-trouwd aan de staalkringloop of in de Dommel beland.Als je namelijk af en toe een afgedankte fiets of een stuk daarvan mee naar huis neemt en je hebt genoeg ge-duld om er een paar te spa-ren kun je na een tijdje uit de verzamelde onderdelen een compleet rijwiel assemble-ren.

Vandaar dat ik mij alweer geruime tijd hoofdzakelijk verplaats op een stalen ros met een Excellent Sport frame, Raleigh handvaten, een Batavus stuur en spatborden, trappers en een slot van een Sparta, een klassiek achterlicht van Markt-plaats, gebruikte banden, wielen van een Gouden Leeuw, een Nordlicht dynamo en een Scott koplamp.

Een beter milieu begint dan misschien bij jezelf, maar je eigen fiets bouwen is duurzaam gezien ook niet verkeerd.

17

Het was weer een mooi begin van het jaar voor een borrel-hoofd en hopelijk voor de hele commissie met vijf speciale borrels achter de rug.

Als eerste was er de Bourgondische borrel op initiatief van ons bestuur. Hierbij werd kaas en worst geserveerd op heer-lijke lompe stukken zuurdesem brood dat niet was afgebak-ken. De La Trappe tripple van het vat werd dus uitermate gewaardeerd om dit brood mee weg te spoelen.

De Raad-je-plaatjeborrel waarbij gebingood werd met song-teksten in plaats van getallen. Deze luidruchtige, chaotische borrel vond zelfs aftrek bij de mensen van de DIZ. Er waren drie rondes waarin kans ge-maakt werd een pitcher bier te winnen. Dennis, Joris en René waren de winnaars, maar Dennis, tot zijn eigen grote frustratie, had net de dag van te voren, na het wijnfestijn, alcohol voor een onbepaalde tijd afgezwo-ren.

Niet langer dan een volle week later sierden vijf trap-pisten en één abdijbier de schappen van In Vivo op de Trappistenborrel. He-laas kan ik niet meer vertel-len hierover, omdat ik niets meer weet van deze borrel.

Ik kan slechts conclude-ren dat het dus buiten-

gewoon geslaagd was.

De sinterklaas- en Diesborrel hebben op 6 en 7 december plaatsgevonden, maar gezien deze data nog niet zijn ge-weest op het moment dat ik dit schrijf, hoop ik er in de vol-gende Protatype meer over te kunnen vertellen.

Onze commissie is sinds de ALV van 19 november officieel drie leden rijker, namelijk Berdien Zwarthoed, Wai Kam Yim en Chris Martes. Dus heb jij ooit zin om moeilijke cocktails te bestellen op donderdag? Dan raad ik deze drie feuten aan, en de ervaren tappers, zoals ik *kugh*, slechts met ‘de rest’ lastig te vallen.

ProBoKoCoDaniël Eisink

Huisregel 73a: Slapen aan de bar mag worden afgestraft met een tondeuse.

20

Wat gaat de tijd toch snel. Al weer acht jaar geleden is het dat ik dagelijks op het Prothok aanwezig was, WMT’ers plots in de minderheid waren in de vereniging en “In Vivo” alleen nog in gedachten bestond. Mooie tijden om het over te heb-ben met oud-bestuursleden die ook ieder hun bestuursjaar op eigen manier ervaren hebben. En laat het oud-besturen-etentje (OBE) nu net dé gelegenheid zijn om al die deelge-noten weer eens te zien en spreken, zodat je iedereen toch minstens één keer in het jaar weer een keer terugziet…

Het redelijk “verse” bestuur mag voor een groep oud-be-stuursleden een lekkere maaltijd bereiden en op de een of andere manier lijkt het erop dat ieder jaar er toch een klein schepje bovenop wordt gedaan om de oud-bestuursleden iets nog mooiers voor te schotelen. Zo ook dit keer op za-terdag de 10e november, in café Santé op het Stratumseind, waar een dertigtal oud- en een zestal nieuwe bestuursleden samenkwamen. Buiten verwelkomd door een gezellige trek-zak werd de toon al gezet voor de rest van de avond.

Via zalmrolletjes, aspergesoep, gemarineer-de paddestoelen, stobhach en tiramisù werden er vijf gangen avondvullend voorgeschoteld zodat er gezellig veel gekletst kon worden. En gekletst werd er, wie zijn er nog wel en niet bij elkaar, wie heeft er trouwplannen en hoe worden de professionele carrières doorlopen. En hoe verder de avond vorderde hoe smeuïger alle verhalen werden, wellicht mede door de wijn die ruim voorradig was en ook steeds beter smaakte naarmate het later werd.

Namens alle oud-besturen een welgemeend hartelijk be-dankt naar het 19e bestuur, voor de uitstekend verzorging deze avond, de Brabantse gezelligheid en de leuke verha-len die weer opgedaan zijn. En tot volgend jaar uiteraard, waar jullie dan als oude lullen lekker verwend mogen wor-den door het 20e bestuur…

Douwe HoekstraOud-voorzitter 11e bestuur

Een terugblik op...Douwe Hoekstra

‘Het Oud-besturenetentje’

Douwe Hoekstra (11e), Patrick Zuidema (8e), Marita Prohn (13e).

Een muzikale welkomst

Medis is toonaangevend leverancier van softwareproducten die clinici, researchers en laboranten in staat stellen om medische beelden nauwkeurig te kwantificeren. Kwaliteit en innovatie staan daarbij centraal. Medis software draagt bij aan de verbetering van diagnoses, aan baanbrekend onderzoek naar de behandeling van patiënten, en aan de beoordeling van de effectiviteit van nieuwe behandelmethodes en -middelen.

Medis werkt wereldwijd en heeft vestigingen in Nederland en in de VS. Op het hoofdkantoor in Leiden werken meer dan zestig mensen aan de ontwikkeling, marketing en support van Medis producten.

Wil je meer weten over wat Medis doet en waar Medis voor staat, kijk dan op www.medis.nl. Vacatures kun je vinden op www.medis.nl/company/careers.htm. Interesse in een gesprek? Stuur je CV naar [email protected].

Werken op het snijvlak van wetenschappelijk onderzoek en IT. In een omgeving die je uitdaagt. Die van je vraagt innovatief te denken. En die je verantwoordelijkheid teruggeeft.

www.medis.nl

22

Een master kiezen vond ik vreselijk. Ik had het geluk die keuze nog een jaar voor me uit te kunnen schuiven door een bestuursjaar te gaan doen, maar daarna moest het er toch echt van komen. Ik wilde graag zoveel mogelijk prak-tisch bezig zijn en zo min mogelijk (liefst helemaal niet) hoeven programmeren. Zo kwam ik in eerste instantie bij de scheikundige kant van BMT terecht. Dat was immers de enige richting die ik in mijn bachelor had gezien waar vrijwel alleen praktisch werk werd gedaan. Hier heb ik mijn interne stage gedaan, maar dat viel me heel erg tegen en zo kwam ik uiteindelijk terecht bij Anita Mol van de richting BMTE. Zij vertelde me over het onderzoek dat er gedaan wordt binnen de sectie Soft Tissue Biome-chanics & Engineering, wat plaatsvindt in het cellab op vloer 4 van W-Hoog. Eigenlijk kom je met deze sectie niet in aanraking tijdens je bachelor. Daar is met de nieuwe vaardigheidsblok-ken eindelijk verandering in gekomen. Anita Mol maakte mij meteen enthou-siast en ze had een aantal projecten liggen waar ik uit kon kiezen. Na deze te hebben bekeken en wat informatie erbij te hebben gezocht, koos ik voor een project op het gebied van vascu-lar tissue engineering. Mijn begeleider is Rolf Pullens, hij is bezig om een functionele endotheellaag te kweken op getissue-engineerde bloedvaten. Zo’n bloedvat is gemaakt van myofi-broblasten en hoewel dit meestal een heel mooi vaatje geeft, is het geheel nog wel thrombogeen. De bloedvaten in het menselijk lichaam hebben daar-om die endotheellaag aan de binnenkant, om ervoor te zorgen dat het bloed niet in aanraking komt met de myofibroblasten. In mijn afstudeeronderzoek moet ik gaan testen of deze endotheellaag inderdaad de throm-

bogeniciteit van het bloedvat vermindert.

OnderzoekHet onderzoeksgebied vasculaire tissue engi-neering is erg ‘hot’ op dit moment. Athrosclerose en vele andere aandoeningen kunnen worden behan-deld door het plaatsen van een vasculaire graft. Hier-voor worden in de meeste gevallen diverse biomaterialen gebruikt. Deze materialen hebben wel een hoog risico op restenose, door verschillende afweerreacties en thrombose vorming. Om deze constructen minder thrombogeen te ma-ken, wordt de binnenkant van het bloedvat voorzien van een

laag endotheelcellen (EC’s). In humane bloedvaten zorgt deze laag ervoor dat het bloed niet in contact komt met de bloed-vatwand. De toevoeging van deze laag gaf inderdaad betere resultaten met betrekking tot de throm-bogeniciteit van de vasculaire grafts, maar de functionaliteit van het bloedvat was nog niet optimaal.Door het gebruik van een getissue-engineered bloedvat, gemaakt van humane cellen (myofibroblasten, spiercellen) kan het bloedvat beter functio-neren en zo mogelijk remodel-leren. Toch is dit bloedvat ook thrombogeen en dus wordt er hier in Eindhoven geprobeerd om op deze bloedvaten ook een endotheellaag te kweken.

Mijn opdrachtMijn afstudeeropdracht is om te tes-

ten of deze endotheellaag ook daadwerkelijk het hele con-struct minder thrombogeen maakt. De opdracht klinkt vrij eenvoudig, maar dat valt nog heel erg tegen. Er worden nog vrijwel nergens EC’s gezaaid op getissue-engineer-

Afstuderen bij...‘BMTE vasculaire tissue engineering’

Moniek Lamers

23

de bloedvaten. Tenminste, er is nog niets van gepubli-ceerd. Dus of alle testen en resultaten van bloedvaten

van biomaterialen met endotheelcellen ook toepasbaar zijn op de getissue-engineerde bloedvaten met endotheelcellen moet nog gaan blijken. Thrombogeniciteit is op verschillende manieren te meten. Door de expressie te meten van bepaalde factoren. Meestal worden hiervoor tissue factor (TF) en thrombomoduline (TM) gebruikt. TF is onder andere aanwezig in leukocyten en bloedplaatjes en speelt een rol in de bloedstollingscascade. TM is aanwezig op het oppervlak van endotheelcellen en het speelt een belangrijke rol in de antistollingscascade. Het vormt een complex met thrombine waardoor de thrombine inactief wordt en dit complex stimuleert ook de fibrinolyse. Lage expressie van TF en hoge expressie van TM zou dus duiden op lage thrombogeniciteit. Toch is dit niet de beste manier om thrombogeniciteit te meten, de topografie van het oppervlak waarop EC’s worden gezaaid heeft grote invloed en het is sowieso beter om de activiteit van deze factoren te meten, want het gaat eigenlijk om de relatieve hoeveelheid van deze factoren die de thrombogeniciteit bepalen.

Het beste beeld van thrombogeniciteit krijg je natuurlijk door experimenten te doen met bloed. Voorlopig focus ik op plaat-jes adhesie, maar het is de bedoeling dat we uiteindelijk naar experimenten met heel bloed gaan. Het isoleren van plaatjes rijk plasma (PRP) is minder eenvoudig dan het lijkt. Jullie zijn allemaal wel bekend met het centrifugeren van buisjes bloed, maar dit geeft PRP met nog veel plasma eiwitten en andere troep erin die je experimenten negatief beïnvloeden. Harder centrifugeren heeft geen zin, want daarbij raak je ook weer meer plaatjes kwijt. Nu ben ik dus bezig met proberen PRP zo zuiver mogelijk te krijgen. Daarnaast ben ik bezig met het kweken van stripjes weefsel, voor de eerste adhesie experimenten. Het kweken van cellen duurt een paar weken en daarna zaai je ze op de stripjes en dit duurt ook weer een paar weken. Resultaten laten dus even op zich wachten,

maar naast experimenteel werk ben ik bezig met een lite-ratuurverslag. Dit is het eerste onderdeel van mijn af-

studeerverslag. Nu hoef ik straks geen heel verslag te schrijven, maar een artikel.

Sfeer en werkomgevingDe sfeer op het lab is erg relaxed. De mensen die er wer-ken zijn allemaal erg enthousiast en behulpzaam en werken ook veel samen. Naar mijn idee heerste er bij scheikunde nogal een ‘ieder voor zich’-sfeer en dat is hier helemaal niet. Elke maand is er een labmeeting waarin allerlei dingen besproken worden over het labwerk, de apparatuur en der-gelijke. Daarna gaan we met zijn allen het lab schoonmaken. Meestal ben je met een man of 20 bezig en dan is het ook snel gebeurd. Elke vrijdag in de pauze zijn er stagepresenta-ties van studenten die de master BMTE doen. Op de vierde verdieping ‘woont’ ook het dispuut 3004. Dit is van origine het dispuut van de afstudeerrichting

Materials Technology van Werktuigbouwkunde, maar nu ook van BMTE. Elke woensdagmiddag hebben we een koffieuurtje al dan niet met gebak om de laatste roddels enzo te bespreken. Er worden ook regelmatig activiteiten geor-ganiseerd, zodat je de mensen in al die afstudeerhokken hier ook een beetje leert kennen. Er studeren hier zelfs een paar W-ers die na hun bachelor toch zagen dat BMT veel interessanter is en de overstap naar de master BME gemaakt hebben.

Als dit soort onderzoek je aanspreekt en je ook voor-al praktisch bezig wil zijn, zit je dus goed op vloer 4! Als je meer wil weten, kun je me altijd mailen: [email protected].

Bloedvat wand

24

Als eerste gefeliciteerd met het winnen van de on-derwijsprijs voor de beste Masterdocent. Was u ver-baasd?“Eigenlijk wel, ik wist niet eens dat de onderwijsprijs bestond, ik werd gebeld dat ik bij de opening van het academisch jaar aanwezig moest zijn omdat ik iets had gewonnen.”

Waarom denkt u dat u de prijs heeft ontvangen?“Ik weet niet precies hoe de gehele selectieprocedure werkt, maar ik ben voorgedragen door de studievereniging, Pro-tagoras, die een aanbeveling heeft geschreven. Nou, dan kom je op een gegeven moment in de molen, maar waar je dan precies op beoordeeld wordt, dat weet ik niet. Ik denk dat mijn kwaliteiten voornamelijk liggen bij mijn bereikbaar-heid en het meeleven met de studenten, niet zozeer op het didactische vlak. Ik probeer altijd als een soort coach op te treden en ik heb gemerkt dat studenten dat prettig vinden. Daarnaast denk ik dat ook mijn inzet voor de master Medi-cal Engineering een rol heeft gespeeld. Die master is ooit opgezet door Jan Janssen met mij als compagnon en toen Jan de TU verliet heb ik zijn voortrekkersrol overgenomen. Natuurlijk heeft ook de goede voordracht van Protagoras een rol gespeeld.”

Denkt u dat de prijs aanzet tot een verbetering van de onderwijskwaliteit op de TU/e? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?“Wellicht niet zozeer dat docenten dit jaar extra hun best gaan doen om te zorgen dat zij de prijs volgend jaar win-nen, maar ik vind zeker dat de TU hiermee een goed signaal afgeeft. Hiermee laten zij namelijk zien dat het geven van goed onderwijs gewaardeerd wordt en mijn verwachting is dat docenten die veel energie in onderwijs steken dat zeker appreciëren.”

Heeft u al een doel bedacht voor de prijs, aangezien deze onderwijsgerelateerd moet zijn?“Samen met Protagoras zijn we eigenlijk tot het volgende idee gekomen, een Externship-award voor de beste externe stage. De opzet is op dit moment om deze over een periode

van vijf jaar uit te rijken aan het beste verslag. De bege-

leiders van de stagair zouden dan een voordracht kunnen doen, waarna ik of een jury kan beslissen welke van de voorgedragen verslagen de prijs verdient, die overigens vrij te besteden is. Hoe de verdeling qua geld of een prijs-beeldje zal gaan zijn weet ik op dit moment nog niet. Op dit moment denk ik aan een introductie van de prijs op het moment dat de faculteit haar tienjarig bestaan viert.”

Waar vindt u dat een goede docent aan moet voldoen?“Als allereerste is natuurlijk het enthousiasme voor het vak dat gegeven wordt essentieel. Daarnaast denk ik dat je je als docent kan onderscheiden door met je studenten mee te leven en ze te coachen. Ik denk dat je zou moeten luisteren en niet alleen maar vertellen.”

U werd vooral ook genoemd vanwege uw inzet voor de master ME. Is deze master nu waar hij zou moeten zijn, of zijn er nog verbeterpunten?“Natuurlijk zijn er altijd nog verbeterpunten te vinden. Iets waar we in ieder geval op moeten letten is dat de master niet te groot wordt, aangezien het een heel onderwijsintens-tieve master is door de klinische blokken. Verder zou ik wel-licht wat meer focus willen zien in de afstudeeropdrachten, iets minder breedte. Maar dat is een dilemma dat ook in de BME-master speelt. Ik denk wel dat we heel goed geslaagd zijn in de zichtbaarheid van de ME’er in de kliniek. Ik denk dat de volgende stap is dit van een lokaal niveau in Maas-tricht uit te breiden naar een landelijk niveau.”

Wat zijn zaken die u op dit moment bezighouden betref-fende onderwijs?“Vooral eigenlijk de nazorg van de ME-opleiding, door mid-del van bijvoorbeeld School of Medical Physics and Engi-neering*. Voornamelijk om ME-afgestuderen te plaatsen binnen ziekenhuizen, wat voor hen op eigen kracht soms nog lastig is. De aandacht ligt nu vooral om ME’rs echt na-tionaal de ziekenhuizen in te krijgen, nu het lokaal (AZM, Catherinaziekenhuis) gelukt is.”* http://w3.bmt.tue.nl/nl/beste/education/postgraduate/smpee/

In de Sprotlight‘Masterdocent van het jaar: Frans van de Vosse’

Geert Litjens

25

Een terugblik op...Geert Litjens

‘UB-spelletjesmiddag’

Twee vakjes naar voren, ontwijk de lasers en vermijdt een valkuil. Je kijkt verschrikt op, er klinkt een kreet ergens anders in de ruimte: “Ja, maar ik heb er twee cacao-bonen voor over!”. Je antwoordt: “Kunnen jullie iets stiller Boon-anza spelen? Ik kan mezelf niet horen Robo Ralleyen!” Als je dit soort kreten hoort dan weet je al hoe laat het is: het was weer Uis-ge Beatha spellenmiddag, waar deze keer Boonanza en Robo Rally de meest gespeelde spellen waren. Ook werd er dit keer een nieuw spel geïntroduceerd, na-melijk ‘Spank the Monkey’.

Eerst wat uitleg over het nieuwe spel. Het draait om een aapje die zich ergens op een schroothoop verschanst. Het is de bedoeling dat de speler een toren van rot-zooi bouwt, zodat het aapje bin-nen handbereik komt, om hem daarna een welverdiende tik te geven. Ondertussen is het mogelijk om de torens van je tegenstanders af te breken met allerhande voorwerpen, zoals boomerangs, maar ook de inzet van advocaten be-hoort tot de mogelijkheden.

Op 7 november vond voor de tweede keer dit jaar de Uisge Beatha spellenmiddag plaats met een geringe, doch niet minder gezellige opkomst. Met in totaal een man cq. vrouw

of vijftien werd er weer goed gespeeld onder het genot van een biertje of een andere vloeibare verfrissing.

Ook de Cursor had gehoord dat de gemiddelde spelletjesmiddag een fantastische activi-

teit is, want zij kwamen met fo-tograaf en verslaggever

om het hele ge-

beuren vast te leggen op het papier van de universiteits-krant.

Zo tegen een uurtje of zes werd besloten dat ook de maag nog eens gevuld diende te worden, waarna de telefoon werd gepakt om gebruik te maken van de wekelijkse Spareribavond van de Griek. Onder luid gejuich werd na drie kwartier de bestelling verorberd en nog even doorge-speeld.

Nadat ook de voetbaltafel weer flink was benut, vond Uisge Beatha het tijd om de spelletjesmiddag/-avond rond kwart voor negen maar weer eens af te ronden. Hopelijk hebben meer mensen zin om eens een spelletje te spelen tegen de tijd dat de volgende tentamenweek voor de deur staat, zodat de ongespeelde spellen ook weer eens afge-stoft worden. Tot de volgende keer!

Een spannende tafelvoetbalwedstrijd. Foto: Bart van Overbeeke

26

De verbinding tussen mens en machine wordt sinds jaar en dag gebruikt als onderwerp in veel sciencefictionscenario’s. Bevatten deze toekomstbeelden enige realistische elemen-ten, of een aantal verschillende uitdagingen en mogelijkhe-den? In wetenschappelijke televisieprogramma’s beloven de betrokken wetenschappers en journalisten de hersenen als joystick te gebruiken om hiermee machines of robots aan te sturen met behulp van gedachten. Dit artikel zal een aantal veel gebruikte termen introduceren op het gebied van de neurotechnische interfacing met het centrale zenuw-

stelsel. Wereldwijd werken 25 groepen aan brein computer interfaces (BCI’s), waarnaast talloze groepen in dit onderzoeksgebied bezig zijn zonder het publiek bekend te maken. De drie termen: ‘brein-computerinterface’, ‘mens-computerinterface’ (MCI) en ‘brein-machine-interface’ (BMI) zijn synoniemen voor het wetenschappelijk onderzoek dat zich richt op het opvangen en interpreteren van menselijke hersensignalen voor het uitvoeren van bepaalde handelingen, bijvoorbeeld om kunstarmen te bewegen. De definities verschillen in het

principe of de elektrodes op de schedel geplakt zijn of geïmplanteerde elektrodes worden gebruikt. In dit artikel zal er niet in gegaan worden op de verschillende en ge-lijke eigenschappen tussen deze aanpakken, maar zullen ze allemaal even opgesomd worden onder een gemeen-schappelijke term: ‘neuro-technische interfaces’.Al deze interfaces vormen elektrische potentialen, gepro-duceerd door hersenactiviteit, om in digitale signalen met als doel om óf een applicatie in real time aan te sturen, óf om te proberen hersenactiviteit te beïnvloeden door elek-trische stimulatie. De interfaces bestaan uit een signaal-ontvanger, processor en applicatie die ook als feedback kan dienen voor de patiënt. De signaalprocessor versterkt en filtert de neurale signalen en onderzoekt dit signaal op bepaalde eigenschappen en deelt deze eigenschappen in in bepaalde klassen die uiteindelijk worden gebruikt voor de uitvoerende taak van het programma. Een praktisch voorbeeld wordt genomen van de groep van G. Pfurtscheller (Technische Universiteit, Graz, Oos-tenrijk) in nauwe samenwerking met R. Rupp (Acade-misch Ziekenhuis van Heidelberg, Duitsland). Het denken aan beweging zorgt al voor excitatie van bepaalde ge-bieden van de motorcortex in de hersenen, bijvoorbeeld gebieden die verwijzen naar de rechter- of linkerhand of -voet. Deze signalen worden opgenomen met elektrodes voor een klinische elektro-encefalograaf (EEG). Het be-langrijkste gedeelte van het onderzoek is om imaginaire bewegingen te vinden die corresponderen met een dui-delijk en herkenbaar signaal. In één patiënt leed de gedachte aan een beweging tot een duidelijk signaal

Prot goes scienceRemi Verhoeven

‘Neurotechnische Interfacing’

27

over de EEG elektrode op het midden van de schedel (Cz). Deze signalen werden hierna gebruikt als controle

signaal om te wisselen tussen verschillende stadia in een programma.De patiënt leed aan verlamming op het cervicale ruggen-merg rond de C4-wervel. Hij was niet in staat zijn schouder en elleboog te bewegen en kon niets functioneel vastgrijpen. Functionele elektrische stimulatie met oppervlakte-elektro-den werd gebruikt om het grijpvermogen te herstellen. Het geschreven programma zorgde voor het wisselen tussen een rust fase en drie grijp patronen door de bovengenoemde EEG-signalen te gebruiken: de eerste ‘gedachte’ leed van een in rust verkerende tot een geopende hand, de tweede activeerde de vingerspieren en sloot de hand. Waar, na het aanhalen van de duim, de hand volledig gesloten werd. De bij dit onderzoek gebruikte neurotechnische interfaces naar het centrale zenuwstelsel werden bereikt met fysieke com-ponenten. In de volgende alinea’s zullen de fundamentele benodigdheden besproken worden voor een aantal neuro-technische interfaces.

Fundamentele specificaties voor een neurotechnische interfaceVanuit een biomedisch oogpunt moeten neurotechnische in-terfaces voldoen aan een aantal fundamentele specificaties om een betrouwbare en stabiele omvormer te garanderen.1. Gebrek aan reactieDe meest logische benodigdheid voor een neurotechnische interface is het afwezig blijven van, of tenminste het minima-liseren van, de hoeveelheid reacties na implantatie. Neurale activiteit mag niet veranderd worden door de implantaat zelf. In ‘actieve medische apparatuur’, de officiële term voor elke diagnostische of stimulatieve interface met het zenuwstelsel, mag de aanwezigheid van elektronische apparatuur niet het neurale gedrag aantasten. Enkel kwalitatief goede compo-nenten voldoen aan de benodigde eigenschappen om enkel een minimale stroom (zogenaamde ‘input bias current’) het

zenuwstelsel in te laten lopen ver onder de normale con-dities. Amplitudes van ongeveer 1 pA zijn genoeg om

corrosie te veroorzaken op de elektroden met daar-bij behorende pH veranderingen die de techni-

sche en biologische kant van de interface schade aan doet.

2. TijdinvariantieStabiele neurotechnische interfaces kunnen alleen opge-steld worden als het input output gedrag van de implantaat na een acute genezing over een lange periode van tijd con-stant blijft. Een stabiele technische omvormer is een eerste vereiste voor een dusdanige interface, waar de overdrachts-functie gelijk moet blijven over de gehele levensduur. Tot

zover is er nog geen implanteerbare sensor of actuator die echt stabiel blijft gedurende een paar jaar. Vaak zijn herka-libraties nodig, of zelfs overschakeling naar een ‘nieuwe’ sensor als de een stil valt.De meeste signaalverwerking routines en modellen voor controle mechanismen werken het beste voor lineaire tijd invariante (LTI) systemen. De natuur voldoet echter zel-

28

den aan deze ‘ideale’ vereisten. Het zenuwstelsel is een uitstekend voorbeeld van een uitzondering op deze lineai-riteit waar zelfs meestal niet-lineair gedrag geobserveerd wordt. Biologische sensoren passen zich over tijd aan en verminderen de output ondanks dat de invloeden uit het milieu gelijk blijven, dit is zogenaamd ‘tonic-phase ge-drag’. Dit is acceptabel, bijvoorbeeld dat na het aankleden de kleding niet de hele dag met grote sensitiviteit op de huid gevoeld wordt. Als de prikkels het welzijn of de veilig-heid beïnvloeden, zal de signaalsterkte niet automatisch vermin-deren, zoals gezien wordt bij pijnreceptie. Aangezien levende wezens niet werken als machines, zijn wij als mens wel gebon-den aan vermoeid-heid die afhangt van conditie en training. Hierbij komt dat signa-len van vermoeidheid gemeten en geïnter-preteerd moeten wor-den. Tevens moeten de parameters in de controleprogramma’s aangepast worden aan de aangepaste staat van de ‘ma-chine’. Bovendien als opgevangen signalen van vermoeidheid, van bijvoorbeeld een spier, hierna verdwij-nen, kan het herstar-ten van het metabo-lisme incompleet zijn en lijden tot een ver-snelde vermoeidheid in de toekomst. Over-

lijden en reactievermogen moeten in de modellen wor-den meegenomen voor de controle mechanismen van de neurale prothesen en brein computer interfaces om instabiliteit in bijvoorbeeld kunstarmen te voorkomen. Deze problemen kunnen niet vanzelfsprekend opgelost worden met steeds technologisch hoogstaandere sy-stemen aangezien de basistheorieën uitgaan van de mo-

gelijkheid tot het meten of schatten van alle be-nodigde omgevingsvari-abelen met een meetsy-steem, terwijl deze niet gemeten kunnen worden. Afgezien van deze objec-tieve problemen, moet er met psychofysische as-pecten rekening gehou-den worden voor een suc-cesvolle neurotechnische interface. 3. Oppervlaktebiocom-patibiliteitOppervlaktebiocompatibi-liteit houdt rekening met alle chemische en biologi-sche interacties van een implantaat met het om-ringende weefsel. De im-plantaat mag geen grote ontstekingen veroorza-ken na de operatieve in-greep en het gedrag van de cellen mag niet beïn-vloed worden door giftige producten die uit het ma-teriaal van het implan-taat diffunderen. In vitro cytotoxiciteit testen met gestandaardiseerde cel-culturen zijn ontwikkeld

29

om deze materiaaleigenschappen te onderzoeken. De internationale standaard ISO 10993 “Biological evalua-

tion of medical devices” beschrijft testsystemen, procedures en waarderingen om implantaten te classificeren als biocom-patibel of niet. Cytotoxiciteit testen van verschillende materi-alen moeten dierproeven verminderen en waarderingen aan de hand van gestandaardiseerde cellen toestaan. Gedetail-leerdere informatie kan echter verkregen worden met additi-onele onderzoeken op cellen die dichter bij het voorgestelde implantaatscenario passen, bijvoorbeeld hart- of botcellen. Veranderingen in celmorfologie en levensvatbaarheid even-als de staat waarin het celmembraan verkeerd zijn goede referenties voor niet alleen toxische chemicaliën of eluaten maar ook voor de evaluatie van de hydrofiliteit van de in ge-bruik te nemen apparaten.4. BiostabiliteitBiostabiliteit is cruciaal voor implantaten die jaren lang in het menselijk lichaam moeten doorbrengen. De biostabiliteit van een materiaal omschrijft verschillende chemische aspecten met betrekking tot materiaalstabiliteit en systeemintegriteit. De metalen elektroden in actieve medische apparatuur zul-len niet oxideren gedurende een elektrische stimulatie of sig-naalopname. Substraten, isolatielagen (SiO2, N4Si3) en poly-meren mogen niet reageren met lichaamsvloeistoffen en en-zymen. In vitro worden testen uitgevoerd in bijvoorbeeld een fysiologische zoutoplossing, om een eerste schatting van de biostabiliteit te geven. De resultaten moeten gecontroleerd worden door in vivo testen om de meest veel belovende ma-terialen te controleren op reacties met enzymen en andere lichaamseigen stoffen die in vitro niet voorzien hadden kun-nen worden. Een SiO2 laag van een aantal micron hoog was in vivo binnen een jaar afgebroken hoewel het in vitro wel stabiel bleef.5. Structurele biocompatibiliteitOppervlaktebiocompatibiliteit is nodig, maar niet het enige aspect van biocompatibiliteit. Even belangrijk als niet giftig zijn is de structuur van de implantaat om geen schade te

veroorzaken aan omringend weefsel door simpelweg het kapot te prikken. Het gewicht, de vorm en flexibiliteit

dragen bij aan het algemene resultaat van het me-chanische implantaat gedrag wat structurele

biocompatibiliteit genoemd wordt. Gladde materialen met ‘ronde randen’ kun-

nen schade voorkomen in het lichaam en de

functie behouden van het neurale weefsel en de actieve implantaten.

Toekomstbeelden voor neurotechnische interfaces met het centraal zenuwstelselHoewel in dit artikel enkel technische vereisten behandeld zijn voor neurotechnische interfaces, kan er toch nagedacht worden over toekomst beelden voor deze opkomende tech-niek. De markt die ligt in de entertainment business blijkt erg nieuwsgierig te zijn om nieuwe gadgets te kunnen im-plementeren voor bijvoorbeeld spelcomputers. Groepen wetenschappers zijn begonnen BCI wedstrijden te organi-seren voor bijvoorbeeld brein gecontroleerde pingpong op computerschermen, zogenaamde ‘brain-pong’, om snelheid en robuustheid van verschillende algoritmen te beschouwen. Alertheid van een vrijwilliger kan worden gemeten met BCI door middel van flikkerende objecten en het detecteren van staren. Dit zou in virtual reality en toekomstige computer-spellen kunnen worden gebruikt om rond te navigeren in een interactieve oorlogsomgeving. Hierom financiert het Ameri-kaanse bedrijf DARPA vele onderzoeksprojecten om in de toekomst navigatie ondersteuning te kunnen bieden aan straaljagerpiloten.

De opsomming van een aantal feiten over de neurotechni-sche interfacing zou een start moeten zijn voor het geza-menlijk nadenken over wat er eventueel nog meer mogelijk is in deze tak van sport en hoe een gegronde mening kan worden gevormd over eventueel ethische, filosofische en so-ciale kwesties die met die onderzoek in de hand gaan.

Referenties:Neuro-technical Interfaces to the central nervous system – T. Stieglitz (2006)Stimulation of the nervous system for the management of seizures – Murphy JV (2003)Converging technologies, shaping the future of European societies – Nordmann (2004)

30

Om te kunnen genieten van een verhaal over de Yin Yang-party is het noodzakelijk dat er eerst wat informatie over Yin Yang bekend is. Daarom een korte uitleg.

De Chinese begrippen Yin en Yang zijn de twee tegenge-stelde elementen van het universum. Ze bestaan alleen in relatie tot elkaar, maar…voor de rest van de tekst verwijzen we naar wikipedia.nl. Dit uitgelegd hebbende ben je nu klaar voor het verhaal over de spetterende BMT Yin Yangparty. Want het was natuurlijk weer super!

Maar voor het feest moest er natuurlijk een goede bo-dem gelegd worden in de vorm van… ETEN! De eerste-jaars gingen gezellig met hun broertjes, zusjes, papa’s en mama’s van de introweek eten bij Café Thomas. In stijl (zwart met wit) gekleed en onder het genot van dit lekkere diner (mmm ) en een drankje (of meer), kon iedereen nog eens alle zatte acties van de intro bespreken. Hierna werd het toch écht tijd voor feest…

Alle feestgangers werden bij de deur begroet met heer-lijke welkomstdrankjes en een prachtige ketting voor

de matchgame. Aan de ketting hing een half Yin Yanglogo, voor de mannen een witte en de vrouwen een zwarte. Afgezien van de paar arme men-sen die de hele avond hebben lopen zoeken, heeft bijna iedereen zijn match en het bijbeho-rende gratis drankje gevonden. En wat was het romantisch, dat glas met twee rietjes erin .

Maar er was meer leuks. De kostuums van som-mige mensen waren echt prachtig. Zo was er een meisje in een echte kimono en ook een of andere mafkees met een Super Yin Yang Cape. En som-mige mensen hadden gek gedaan met schmink. Voor illustraties check de foto’s op de Protsite. Een aanrader.

Terwijl je dit leest is er trouwens alweer een tweede BMT-feest gepasseerd, het Lustrumfeest!

Hier kunt je, heel handig, alles over lezen in de volgende Protatype. Maar zorg maar gewoon dat je er volgende keer wel/weer bij bent .

Een terugblik op...Tessa Welte en Chantal Tax

‘Yin Yangparty en eerstejaarseten’

31

ProtpuzzelBirgit Plantinga

Voorzitter

Onzinzin

Blad

Vrouwelijk schaap

Onzinzin Voor-

zetsel

Kleur

Vak

Deel v. voorzitter

Relatie-type

Borrel-ruimte

Van BMT word je

Bretels kleur

Master

Deel v. feest

Werk-woord

Gniredag-rev Nedel Enemegla

Algemene vergadering

Geen vereniging

Tas

Niet nee

Ten bate

Bewaar

Voer-ders

Ge- bouw

Bes-tuurs-

lid

Medicijn

Fami-lielid

Voor u ziet u de nieuwe Protpuzzel. Zoals u waarscheinlijk vermoed lijkt deze nogal veel op de alombekende Zweedse puzzel. Ik kan u echter verzekeren dat het bij deze puzzel niet alleen om zweedse antwoorden

gaat.Ik wens u bij het oplossen van deze puzzel veel geluk! Als u hem foutloos inlevert bij de redactie

in het prothok maakt u kans op de wonderbaarlijke prijs van wel een borrelkaart! U kunt de oplossing insturen tot en met 4 februari.

Win

een

borrelkaart!

32

Let me start with a short introduction of myself: I am Henk-Joost Crooijmans, I started my studies of Biomedical En-gineering at the TU/e in 2000, and graduated in June this year (2007) with a project on total hip prosthesis at the Máxima Medisch Centrum in Eindhoven/Veldhoven.

Nowadays I live in Basel, Switzerland, wor-king as a PhD-student at the Universität Basel and the Universitätsspital Basel.I work here at the MR-Physics group of Prof. Dr. Klaus Scheffler, which contains (besides the professor) four PhD’s, four PhD students, and a master student. The group is quite young, which makes that all people working here do not differ much in age from the master student to the professor. This is a very nice thing, generating a very pleasant atmosphere at work. This also makes that my col-leagues became my friends as well.

You might think: “Why move to Switzerland, we also have hospitals in the Netherlands, we also have universities here, we also have young research groups, etc …” Well, let me give a short version of how I got to this decision, to answer these questions: I did my internship at the Royal Brompton Hospital in London, UK, in 2004, and there I met Dr. Permi Jhooti. She was my supervisor there, according to my pro-gramming and I really liked working with her and the other people there (the rest of the supervision was done by Prof. Dr. David Firmin). At the end of my internship, she moved to Basel, to go and work with the group of Prof. Dr. Klaus Sc-heffler. She then asked me if I was interested in becoming a PhD student, with her as a supervisor. My answer at that time was: “Only if the project and the group can give me the pleasure in work that I am looking for, a group like here in the Brompton …”

And in the end of 2006 she contacted me again, asking how my master thesis was going on, and when I planned to fi-nish. I went to Basel two times, to have meetings with the professor and decided that this group would be a nice place to do a PhD project for three years, and so Permi succee-ded in making me ‘her’ PhD student!

At this moment, I am only working here for a few months, and I am actually only working on a smaller subject. This small project I am working on is to get me all back into MRI physics. I followed some courses on MR in

Afgestudeerd, en nu...Henk-Joost Crooijmans

‘PhD in Switserland’

Rustique little street in the old city of Basel

33

Eindhoven, but the knowledge gained at those courses has faded during my master thesis, since I was not using it at that time. Now I am at the point that I am learning new things

that were not in any courses at the university. The small project includes the programming of a spoiled FLASH

sequence in Matlab. This sequence is a spoiled gradient echo (GRE) sequence generating T1

weighted signals. There are several ways to spoil the transversal magnetiza-

tion, but the best is to use RF spoiling by phase

cycling of the RF excitation pulses (Bernstein, King, & Zhou, 2004). This means that the axis around which the flip takes place differs per repetition of the sequence. This causes the transversal magnetization to be spoiled. Other spoiling methods are less ideal since they either take too much time deleting the main advantage of a GRE sequence, or cause spatially non uniformly spoiled signals.

I am trying to define the influence of the magnetization trans-fer effect (MT effect) on the measured signal. Nuclei in differ-ent chemical environments interact magnetically (MT effect). A free proton is a proton in a small molecule, generating a signal that can be measured. Bound protons are protons in a macromolecule, restricted in their movement. The transver-sal relaxation of bound protons is so short that it is not pos-sible to measure this. Their longitudinal relaxation is longer, and therefore this decay is measurable. The measurable decay of the bound protons influences the measurement of the free proton signal due to the MT effect. When tissues exhibit high MT, the measured signal is reduced. Thereby the visibility of tissues with low MT is increased (Tofts, 2003).It is just a theoretical research up to know, but the practical part will come soon. I will then try to measure this effect in vivo or on a phantom. This to try and prove my theoretical analysis is true for real measurements as well.

At the end of this month I will be discussing large projects with the professor to find a very well suiting PhD project for me. There are several options at this moment, from interven-tional to cardiac to functional MRI. All very different, but that makes it easier to choose (I hope). The work I am doing at this moment will help me to have a better understanding of all MRI physics needed in the bigger projects. It is therefore no lost effort and will be a good investment.

BibliographyBernstein, M. A., King, K. F., & Zhou, X. J. (2004). Gradient Echo. In M. A. Bernstein, K. F. King, & X. J. Zhou, Handbook of MRI Pulse Sequences (pp. 579-606). Elsevier Academic Press.Tofts, P. (2003). Quantitative MRI of the brain. Wiley.

For more info about the researchgroup look at:http://pages.unibas.ch/dmr/mr_physik/

Mitlere Rheinbrücke in the city center of Basel

34

Lieve Bouzo

Lieve Bouzo,

Weet jij waar ik een emmertje tijd kan kopen? We zijn al weer in december, de eerste drie maanden van het collegejaar zitten er al weer op en ik heb het gevoel dat ik nog zoveel moet doen. Na de kerstvakantie zijn er al weer met-een tentamens, terwijl ik het gevoel heb dat ik vorige week nog hard heb zitten blokken voor de vorige. Nu heb ik ook nog een nieuwe kamer ge-vonden, veel groter dan de gangkast waar ik dit briefje zit te typen en met keileuke huisgenoten! Dat betekent dat ik deze week ook nog moet verhuizen. Ik moet al mijn spulletjes inpakken en in het begin schoot het wel op, maar de laatste dingentjes zijn vervelend. Ik moet ook een berg adreswijzigingen versturen, dozen versjouwen (ho-pelijk zijn er wat mensen die me kunnen helpen) en moeten er ook nog wat verslagen af. En dan zijn er ook nog gewoon colleges en opdrachten die ik moet maken. Ik wil ook nog heel graag sporten in de avonden, maar ik weet gewoon niet waar ik mijn tijd vandaan moet halen! Lieve Bouzo, ik heb geprobeerd lijstjes te maken om een overzicht te krijgen van de dingen die ik moet doen, maar dan steken er telkens toch weer onverwachte dingen op. Heb jij een andere oplossing voor mij? Jammer dat jij geen handjes hebt, anders zou je me zelf misschien wel een handje kunnen toe-steken?

Liefs, Sofphie

Lieve Sofphie,

Een emmertje tijd, dat is niet makkelijk. Dat vergt een lange zoektocht naar de ju iste dealer, het ju iste verkooppunt en dan is het nog maar de v raag of je wel het zuivere spul krijgt. En tijd voor die zoektocht heb je nou net niet... Dit is inderdaad wat je noemt een dilemma! Laten we beginnen met dat je in ieder geval al een deel van je probleem achter je hebt lig-gen, er is immers alweer een tentamenperiode achter de rug! K ijk vooruit naar alle moois: je nieuwe kamer met keileuke huisgenoten. (Laat mij nou net even wat meer informatie hebben en weten dat die kamer niet slechts een kamer is maar een heel mooi appartementje met een balzaal als woonkamer en dat die leuke huisgenoten er in werkelijkheid maar één zijn, en wel je v riendje ... kortom, je gaat samenwonen!) Verhuizen is altijd een lastig iets, je moet alles inpakken, terwijl je niet weet of je het nog nodig hebt, en als je dan besloten hebt dat je het niet meer nodig hebt, jawel, dan zit het eindelijk (onderin) een doos, en dan heb je het weer nodig! Maar welke doos! Op die momenten dan denk ik: “was je maar net zo lekker klein behuisd als ik, dat je met je lijf je hele hok kon bestrijken, dan was t leven veel eenvoudiger”. De laatste spulletjes, die stop je op het laatste moment in dozen die je vervolgens als eerste weer uit gaat pakken, alsof ze nooit in dozen gezeten hebben! En dan heb je nog je sporten, je wilt natuurlijk geen training missen, lichaamsbe-weging is namelijk een belangrijk iets. Maar vergis je niet, die verhuizing zal je niet licht vallen. Alles moet verplaatst worden. Alles moet uitgepakt, naar de goede kamer, naar het ju iste plekje. Dat is meer dan een beetje trainen voor je sport! Dus een training overslaan kan geen kwaad in mijn ogen. Lijstjes moet je niet meer maken, die moeten immers ook weer meeverhuisd worden, en dus leveren ze je meer kwaads dan goeds op ... Een handje helpen kan ik niet, want zoals je zelf al zegt heb ik geen handen... maar mocht een slang van pas komen om je een steuntje in de rug te geven, dan wil ik me daar wel hard voor maken en ervoor komen zorgen dat je in ieder geval niet omvalt!Even doorzetten dus, en dan heb je straks een mooie tijd in je nieuwe huis, kijk daar naar uit, het komt sneller dan je denkt! En dan ben je blij dat je daar zit, verhuizing achter de rug, tijd voor het samen inrichten van je nieuwe stekje. Dat is toch een mooi vooruitzicht!Laat me weten als je bezoek kunt ontvangen, dan kom ik graag een keer langsge-kronkeld om je paleisje te bekijken!

Lieve kronkelknuffel,Bouzo

Bouzo

35

De gapende kloof tussen mens en techniekIs voor ons echt niet meer dan een kier

Eindhovens trots, ja de crème de la crèmeDie mensen die ziet u nu hier

Niemand bereikt een verg’lijkbaar niveauConcurrenten bezwijken en masseJa, de mens is de maat aller dingen

Dat zei Protagoras

Onze rots in de branding, de esculaapIs Bouzo, gevaarlijk en rood

Zijn blikken vertolken de krachten van ProtZijn macht is dus ongrijpbaar groot

BioMedische ingenieurs zijn wij straksDus vol trots heffen wij nu het glas

Ja, de mens is de maat aller dingenDat zei Protagoras

Ja, de mens is de maat aller dingenLeve Protagoras!

Protlied Protagenda

19-12 UB Spelletjesmiddag

20-12 Kerstlunch

24-12 t/m 04-01 Kerstvakantie

02-01 Verjaardag Ben

07-01 Nieuwjaarsreceptie TU/e

29-01 UB Lustrumcantus

30-01 Excursie Future Diagnostics

februari Presentatie Lustrumbier

04-02 t/m 08-02 Carnavalsvakantie

12-02 UB Kennisquiz

36

ColofonJaargang 10, nummer 2“Protatype” is het vereningingsblad van Studievereniging der Biomedische Technologie Protagoras. Het heeft een op-lage van 350 stuks.

RedactieRené BesselingLuc BroersLieke van BladelAlexander ColditzMarloes van HoevenYvette KoekenMoniek LamersGeert LitjensBirgit PlantingaRemi Verhoeven

VormgevingRemi Verhoeven

HoofdredacteurAlexander Colditz

KaftAlexander ColditzWai Kam Yim

Foto’s op de kaftBorrelen Bikken BowlenOud-besturenetentjeYin YangfeestDionysos Wijnfestijn

Winnaar Puzzel Protatype 1Joris van Alphen

Je kan je borrelkaart komen ophalen in het Prothok

Inleveradres kopijSvBMT ProtagorasTU EindhovenW-Hoog 1.14 (Prothok)Postbus 5135600 MB Eindhoven

Tel: (040)-(247)2758E-Mail: [email protected]: www.protagoras.tue.nl

Volgende deadlines:4 februari 2008 Paaseditie28 april 2008 Zomereditie9 juli 2008 Intro-editie

AdverteerdersindexNucletron pag. 9Occam pag. 16Medis pag. 21

DrukkerijDrukkerij van SantvoortTel: 040-2513701

29 januari : Uisge Beatha Cantus

20 maart : BMT 10 jaar !!Februari : Presentatie Lustrumbier

29 april tot 5 mei :Zeilweek

28 mei : Symposium

December 2008 : Grootse Lustrumweek