drukwerkboekje cibap

18
1 inleiding Dit boekje is gemaakt voor een school opdracht van het cibap.In dit boekje vind u verschillen- de druktechnieken. Ook vind u een informatie over de geschiedenis van drukwerken.Verder staan er verschillende nabewerkingen in zoals de stanstechniek en verschillende vouw tech- nieken. De infomatie van dit boekje komt van internet is gedeeltelijk aan gepast. Nog even in het kort belangrijke informatie over druktechtnieken. Drukken is een verme- nigvuldigingsproces waar, voor het weerge- ven van het onderwerp, drukinkt wordt over- gebracht op een te bedrukken materiaal met behulp van een drukvorm en een drukkracht. Een zeer eenvoudige vorm van drukken is “stempelen”. De huidige drukker gebruikt nu geen handstempel meer maar een ingewikkelde drukmachine Er zijn vier klassieke druktechnieken naarge- lang de aard van het drukwerk waarbij het on- derscheid gemaakt wordt naar de drukvorm waar de inkt op aangebracht wordt. De vier technieken zijn: 1. Hoogdruk of boekdruk, of flexodruk 2. Vlakdruk of offset (en heel vroeger steendruk) 3. Diepdruk 4. Doordruk In het laatste kwart van de twintigste eeuw is een vijfde techniek ontwikkeld, het zogenaam- de digitaal printen of drukken.

description

voor school even kijken hoe het er uit ziet:O

Transcript of drukwerkboekje cibap

1

inleiding

Dit boekje is gemaakt voor een school opdracht van het cibap.In dit boekje vind u verschillen-de druktechnieken. Ook vind u een informatie over de geschiedenis van drukwerken.Verder staan er verschillende nabewerkingen in zoals de stanstechniek en verschillende vouw tech-nieken. De infomatie van dit boekje komt van internet is gedeeltelijk aan gepast.

Nog even in het kort belangrijke informatie over druktechtnieken. Drukken is een verme-nigvuldigingsproces waar, voor het weerge-ven van het onderwerp, drukinkt wordt over-gebracht op een te bedrukken materiaal met behulp van een drukvorm en een drukkracht.

Een zeer eenvoudige vorm van drukken is “stempelen”. De huidige drukker gebruikt nu geen handstempel meer maar een ingewikkelde drukmachineEr zijn vier klassieke druktechnieken naarge-lang de aard van het drukwerk waarbij het on-derscheid gemaakt wordt naar de drukvorm waar de inkt op aangebracht wordt. De vier technieken zijn:

1. Hoogdruk of boekdruk, of flexodruk2. Vlakdruk of offset (en heel vroeger steendruk)3. Diepdruk4. Doordruk

In het laatste kwart van de twintigste eeuw is een vijfde techniek ontwikkeld, het zogenaam-de digitaal printen of drukken.

2 3

G e s c h i e d e n i s boekdrukkunst

Het is onmogelijk te bepalen wanneer of door wie de boekdrukkunst is uitgevonden. De vin-ding wordt aan een aantal personen toege-schreven. Van deze is de enige die historisch gezien inderdaad voor de eer in aanmerking zou kunnen komen de Chinees Pi Chang die al in de elfde eeuw Chinese karakters zou heb-ben gedrukt. In de oudheid was het principe van drukken van afbeeldingen al bekend zoals de vondsten bewijzen van rolcilinders in Meso-potamië. Deze waren gegraveerd met afbeel-dingen en spijkerschrift in spiegelschrift. Ook zijn kleitabletten gevonden met afbeeldingen die met behulp van de cilinders zijn gedrukt. Eveneens gebruikten hooggeplaatste perso-nen zegelringen om hun persoonlijke zegel of ‘handtekening’ op belangrijke berichten te drukken.

Vanaf het jaar 1000 zijn in Europa al boeken gedrukt met blokdruk. Hiervoor werd iedere pagina van een boek uitgesnedenå in een hout-blok. Dit was een zeer arbeidsintensief proces. De productie van omvangrijke geschriften was hierdoor een tijdrovende bezigheid. Iets later werd wel de ‘massaproductie’ van bidprenten, heiligenafbeeldingen en vlugschriften door middel van blokdruk populair omdat hiervoor maar een paar blokken nodig waren.

Een letterkast met zethaakDe grote verbetering voor het drukken van tek-sten kwam toen men op het idee kwam om losse loden letters samen te voegen om zo een drukvorm voor een complete pagina samen te stellen. Ook kon men dan eenvoudig een losse

Geschiedenis

2 3

afbeelding – uitgesneden in hout of metaal – plaatsen tussen de letters in de drukvorm. Na het drukken van een oplage kon men de let-ters weer hergebruiken om een nieuwe pagina samen te stellen. Deze techniek werkte veel sneller. De letters werden verdeeld in kapitalen (‘bovenkast’) die in het bovenste deel van de zetkast lagen, en kleine letters (‘onderkast’) die in het onderste deel van de kast werden bewaard. Kasten werden opgeslagen in een zetbok. Later werd de productiesnelheid ver-der verhoogd, omdat men losse letters in lood ging gieten (monotype) met behulp van matrij-zen. Dit was goedkoper dan blokdruk. Tot aan de industriële revolutie bleef het drukproces in wezen onveranderd in deze vorm bestaan.

De regelzetmachine deed zijn intrede rond 1890 vanuit Amerika (Intertype) en Europa (Linotype). Deze regelzetmachines konden complete regels gieten. Dat was in die tijd een enorme versnelling van het drukproces, mede omdat het gebruikte zetwerk niet weer hoefde te worden teruggelegd (gedistribueerd) in de letterkasten. Voor krantenkoppen gebruikte men de Ludlow. Vanaf begin jaren 70 van de 20e eeuw maakte de boekdrukkunst steeds meer plaats voor vlakdruk (offset- en rotatie-druk), omdat lood het af moest leggen tegen fotozetmachines en Desktop publishing (DTP) aan haar opmars begon.

Boekdruk (hoogdruk) wordt nog slechts zelden toegepast. Het is nu een liefhebberij van hob-byisten, toegepast voor gelegenheids-, grafiek- of bibliofiele producties.

Geschiedenis

4 5

drukt het beeldvanaf de oppervlakte

= inkt

drukt het verhoogd liggende beeld

drukt hetverdieptliggende beeld

drukt door de openingen van de zeef

vlakdruk hoogdruk diepdruk zeefdruk

drukt het beeldvanaf de oppervlakte

= inkt

drukt het verhoogd liggende beeld

drukt hetverdieptliggende beeld

drukt door de openingen van de zeef

vlakdruk hoogdruk diepdruk zeefdrukHOOGDRUK

De hoogdruk is de oudste drukmethode. Door uit hout of ander materiaal delen weg te snij-den ontstond een verhoogd beeldvlak dat kon worden afgedrukt. Dit soort “stempeltjes” werd niet alleen door de Chinezen maar ook door de Grieken en de Romeinen gebruikt waar vorsten en kooplui oorkondes, koopcontracten enz. “tekenden” met deze stempels. De Chinese drukkunst is waarschijnlijk via handelswegen naar het Westen gekomen, de eerste westerse houtsneden verraden Chinese invloed. Om-streeks 1400 komt in West-Europa de hout-snijkunst tot ontwikkeling. Al gauw voegt men prenten samen met tekst waardoor boeken ontstaan. Het afdrukken werd oorspronkelijk met de hand gedaan, pas na het uitvinden van de drukpers vond de grote verbreiding plaats. Toen in de 18e eeuw de diepdruktechnieken de technieken werden om tekeningen te kopiëren werd de houtsnede vrijwel niet meer gebruikt. Enkel de houtgravure met burijn in kopshout kon nog concurreren met de kopergravure.Graveren in hout (met burijn in kopshout) wordt niet veel meer gedaan. Het gaat hier dus enkel over de houtsnede.Houtsnede is een hoogdruktechniek, d.w.z. alle niet weggesneden, hoogliggende delen worden in geïnkt en drukken af. Het is één van de oudste grafische technieken. Hout is stevig en taai en snijden is niet altijd even gemakke-lijk, vooral wanneer je tegen de nerf in snijdt. Linolium is wat dat betreft een gemakkelijker materiaal, maar hout heeft een eigen structuur die de houtsnede zijn specifiek karakter geeft.Diverse houtsoorten zijn geschikt. Er zijn spe-ciale ,vrij dure platen speciaal voor houtsne-de, maar je kunt ook triplex, multiplex of het nieuwe M.D.F. (heeft meer het uitzicht van lino-

Hoogdruk

4 5

leum) gebruiken. De tekening (of voorontwerp) kun je rechtstreeks op de houten plaat tekenen met een zacht potlood. De afdruk zal het spie-gelbeeld zijn van de oorspronkelijke tekening. Zachte papieren geven in regel de scherpste afdrukken. Afdrukken op etspapier (vanaf 220 gr/m2) en Japans papier(16 tot 60 gr/m2) zijn zeer mooi.Vroeger werden houtsneden met de hand in-gekleurd. Tegenwoordig zijn de meeste hout-sneden veelkleurendruk. Voor elke kleur is dan een plaat nodig. Er kan ook met het systeem van de legpuzzel gewerkt worden om de ver-schillende kleuren te drukken.Materiaal: • hout • gutsen (gebogen V-guts, U-guts en een rechte holguts) • inkt op olie- of waterbasis. • inktrol • papier Werkwijze: • tekening maken op de plaat (voor be-ginners kan ook op papier getekend worden. De tekening daarna via carbonpapier op de plaat overbrengen) • met de gutsen de plaat wegsnijden op de plaatsen welke op de afdruk wit moeten zijn. Wat niet weggesneden wordt blijft zwart. • In inkten met de rol(liefst tussen twee geleiders) • afdrukken. Er bestaan speciale persen om lino- en houtsnede af te drukken. In geval een etspers gebruikt wordt moeten twee gelei-ders van dezelfde dikte als de plaat op pers gemonteerd worden. Linosnede:Idem als de houtsnede, maar in plaats van hout worden linoleumplaten en linogutsen ge-bruikt.

Hoogdruk

6 7

drukt het beeldvanaf de oppervlakte

= inkt

drukt het verhoogd liggende beeld

drukt hetverdieptliggende beeld

drukt door de openingen van de zeef

vlakdruk hoogdruk diepdruk zeefdruk

DIEPDRUK De diepdruk is ontstaan uit de kunst van het goudsmeden. Gebruiksvoorwerpen, wapens en harnassen werden versierd door met de bur-ijn motieven te steken in koper, goud of zilver. Om de versieringen duidelijker te laten uitko-men werden de groeven met zwarte kleurstof opgevuld. Soms werd om het motief te bewa-ren, de voorstelling afgedrukt. De oudste ge-dateerde gravure is uit 1446. Sommige goud-smeden graveerden niet alleen, maar etsten ook met salpeterzuur. Voor- stellingen in hun werk, echter nog steeds niet met de bedoeling prenten te maken. Wie de eerste ets maakte met de bedoeling er prenten van te maken is niet gekend.Het graveren in koper bleef heel lang de voornaamste reproductietechniek in heel Europa. De bloeitijd van deze techniek viel in de Nederlanden in de 16e en de 17e eeuw.Rembrandt en Seghers zijn de grootste en meest bekende etsers uit de 17e eeuw.In de 18e eeuw werd er ook veel geëtst maar dan vaak in combinatie met gravure en aquatint. De mezzotint maakt grote opgang in Engeland en Holland in de 18e eeuw. In onze tijd wordt de mezzotint niet veel meer gebruikt.Droge TechniekenBij de droge technieken wordt direct in een kunststof of metalen plaat gekerfd waardoor groeven ontstaan. De plaat, meestal van zink of koper(maar ook kunststof als plexigas kan), wordt met inkt ingewreven. De inkt wordt vastgehouden door de groefjes en de braam, de overtollige inkt wordt van het oppervlak van de plaat verwijderd.Dan wordt de plaat bedekt met papier en met behulp van een ets-pers afgedrukt. De droge naald is een droge techniek. Er komt geen zuur aan te pas. Er is dus geen zuurbestendige ondergrond nodig.

Diepdruk

drukt het beeldvanaf de oppervlakte

= inkt

drukt het verhoogd liggende beeld

drukt hetverdieptliggende beeld

drukt door de openingen van de zeef

vlakdruk hoogdruk diepdruk zeefdruk

6 7

De naald (in hard staal of diamant) krast di-rect in het metaal.Het is de eenvoudigste en meest directe manier om een afdrukbare lijn op een metalen plaat aan te brengen. De druk-inkt wordt niet alleen in de aangebrachte groef vast gehouden, maar vooral ook door de me-talen rand, die de naald bij het tekenen, naast de groef aan één of beide zijden heeft opge-duwd. Die rand wordt een “BRAAM” genoemd en deze geeft de prent zijn karakteristieke aan-zien. Een lijn met een goede braam drukt af als een fluweelzwarte lijn die niet scherp be-grensd is zoals bij de ets, maar via een zacht grijs geleidelijk overgaat in het wit van het pa-pier. De braam die bovenop de plaat ligt wordt tijdens het drukken steeds meer platgedrukt. De prent wordt daardoor steeds minder krach-tig zodat slechts een beperkt aantal drukken mogelijk is, ongeveer 10 à 15.Materiaal: • metalen platen(zink, koper, messing, aluminium, brons). • plexiglas is ook te gebruiken voor dro-ge naaldtechniek. • naalden. • polijst/schraapstaal. • metaalvijl. • schuurpapier(400 en 1200) • Brasso of autopolish. Werkwijze: • metaal snijden. • randen afvijlen (45° ). • plaat schuren (met waterproof schuur-papier) • voor zeer witte gedeelten plaat polijs-ten. Indien een grijs toon gewenst wordt is po-lijsten niet nodig. • tekening op de plaat zetten.De hoek waaronder je de droge naald houdt ten opzichte van het metaal bepaald de kwali-

Diepdruk

8 9

teit van de braam.Tijdens het tekenen zal de naald op verschil-lende en onverwachte plaatsen weerstand on-dervinden als gevolg van de me taalstructuur. Het is zoals de braam karakteristiek voor de droge naaldlijn. • maak zo weinig mogelijk proefdruk-ken. Deze verminderen de uiteindelijke oplage. Controle van de tekening kan gebeuren met vaseline gemengd met pigmentpoeder. • verbeteringen aanbrengen met een po-lijststaal. • plaat ininkten (zéér zorgvuldig) met plamuurrubber en/of vingertoppen. • plaat “afslaan”. Dit is de overtollige inkt verwijderen. • etspapier nat maken. • drukken. Bij het afdrukken mag niet te veel druk op de pers staan anders zal de braam nog eerder platgedrukt worden. Het papier moet zacht en zwaar zijn om het ka-rakter van de droge naald optimaal te laten overkomen. De inkt bevindt zich in zogenaam-de napjes. Nadat de hele drukvormcilinder is voorzien van een inktlaag wordt deze met een dunne stalen liniaal (de rakel) afgestreken zo-dat alleen de inkt in de verdiepte napjes blijft zitten. Vervolgens wordt de afdruk tot stand gebracht. Dit gebeurt door het substraat tus-sen de vormcilinder en een tegendrukcilin-der te halen. Bij het drukken op papier kan gebruikgemaakt worden van elektrostatische drukondersteuning. De huidige generatie diep-drukmachines kunnen worden uitgerust met keerstangen om tweezijdig te kunnen bedruk-ken, UV aflakstations, infrarooddroging, con-ventionele droging voor solvent of waterbasis en servomotoren zodat bij het (bijvoorbeeld) aflakken een afwijkende omvang van vormci-linder gebruikt kan worden.

Diepdruk

8 9

drukt het beeldvanaf de oppervlakte

= inkt

drukt het verhoogd liggende beeld

drukt hetverdieptliggende beeld

drukt door de openingen van de zeef

vlakdruk hoogdruk diepdruk zeefdrukVLAKDRUK

De vlakdruktechniek ook wel lithografie ge-noemd is niet zo oud als de hoog - en diep-druktechnieken. Het procédé werd in 1798 door A. Senefelder uitgevonden toen hij een methode zocht om onafhankelijk van drukkers zijn eigen teksten te vermenigvuldigen. Het voordeel van lithografie was de mogelijk-heid een onbeperkt aantal afdrukken te ma-ken. Het zou echter nog jaren duren voor de beeldende kunstenaars de lithografie ontdek-ten.De lithografie is ontstaan in Duitsland en Käthe Kollwitz is er daar de belangrijkste re-presentant van. Het is echter in Frankrijk dat de techniek tot grote bloei kwam. Die bloeitijd begint met H.Daumier. Lithografie wordt nu door een flink aantal kunstenaars beoefend.Bij vlakdruk wordt gebruikgemaakt van de ei-genschappen van vet en water die elkaar af-stoten. Het af te drukken beeld heeft een zeer glad oppervlak en het niet af te drukken beeld een heel fijn ruw oppervlak. Eerst wordt de drukplaat bevochtigd waarbij de hele gladde delen het water afstoten en de ruwere delen het water juist aantrekken. Daarna wordt de plaat geïnkt waarbij het water op de ruwere de vette inkt afstoot. Dan kan de afdruk tot stand gebracht worden.De eerste tijd werd als drukplaat een speciale steensoort gebruikt, de Solenhofer kalksteen. De uitvinder van deze techniek was Alois Senefelder die in 1818 zijn boek Volständiges Lehrbuch der Lithografie und des Steindrucks uitgaf. De stenen werden vlakgeschuurd, en daarna werd er met vette krijt een tekening op gemaakt. Daarna werd de steen met een zure oplossing van arabische gom ingesmeerd. Dit moest soms enige malen worden herhaald, om te zorgen dat niet druk-kende delen in voldoende mate water vasthiel-

Vlakdruk

drukt het beeldvanaf de oppervlakte

= inkt

drukt het verhoogd liggende beeld

drukt hetverdieptliggende beeld

drukt door de openingen van de zeef

vlakdruk hoogdruk diepdruk zeefdruk

10 11

den om de verf te kunnen afstoten.Een andere techniek was eerst de steen met zure gom te bewerken, en daarna heel op-pervlakkig de zure laag weg te krabben. zo-dat de onbewerkte kalksteen weer vrij kwam. De steen wordt daarna eerst natgemaakt en daarna ingeinkt.Het papier wordt daarna op de in-geïnkte steen gelegd, en met enige druk wordt het beeld op het papier overgebracht.Het beeld op de steen is spiegel-verkeerd. Dit soort beelden is gemakkelijk te leren lezen, door het beeld op de kop te houden, en de tekst te lezen in de normale leesrichting.Bij de offsetdruk wordt de drukplaat al dan niet om een grote cilinder heen gespannen die onder inktrollen en vochtrollen doordraait. Vervolgens wordt het beeld overgezet tegen een cilinder die bekleed is met een rubber doek en van daar af wordt de afdruk op het papier overgebracht. Onder dat papier bevindt zich een tegendrukcilinder die zorgt voor de nodige drukspanning.Er zijn ook steendruk-offset-drukpersen geconstrueerd, waarbij het beeld op de steen werd aangebracht, en daar-na op een met rubber bekleedde cylinder werd overgenomen, waarna het beeld vanaf het rub-ber op het papier werd overgebracht.Bij offset is het beeld op de plaat normaal leesbaar, en niet spiegel verkeerd. Het beeld op het rubber doek is wel spiegel-verkeerd.indirecte druk.Tegenwoordig zijn de meeste drukmachines meerkleurenpersen.Dat wil zeggen. dat de pers uit een aantal elementen is samengesteld. De pers wordt daardoor aanzienlijk duurder en neemt heel wat extra ruimte in beslag. Deson-danks wegen de voordelen veel zwaarder door. Vierkleurendrukwerk kan in één enkele druk-gang op papier worden gezet, wat de produc-tiesnelheid en kwaliteit ten goede komt.

Vlakdruk

10 11

drukt het beeldvanaf de oppervlakte

= inkt

drukt het verhoogd liggende beeld

drukt hetverdieptliggende beeld

drukt door de openingen van de zeef

vlakdruk hoogdruk diepdruk zeefdrukZEEFDRUK - DOORDRUK

De zeefdruk is een nog heel jonge druktech-niek, hoewel het in feite een verfijning is van de sjabloondruk die reeds lang geleden vooral in Japan werd beoefend.In een zeefdrukkerij wor-den tekening of tekst langs fotografische weg op het zeefraam aangebracht waarbij gebruik wordt gemaakt van lichtgevoelige preparaten.Doordruk Bij doordruk wordt de inkt door de open de-len van de drukvorm gedrukt. Voorbeelden van deze techniek zijn zeefdruk, sjabloondruk en stencildruk.De zeefdruk is eigenlijk niets an-ders dan een verbeterde sjabloontechniek zo-als reeds eeuwen geleden werd toegepast in China en Japan.De zeefdruk werd in Europa bekend omstreeks 1930.De drukvorm bij de zeefdruk bestaat uit een fijn nylon of polyester gaas, waarop een sjabloon is gehecht, dat ge-spannen is op een raam. Naar dit gaas wordt deze drukmethode ook silkscreenprinting ge-noemd. Een andere naam voor een artistieke zeefdruk is serigrafie. De mazen in het gaas die niet door het sjabloon zijn afgedekt, la-ten de inkt door. Het te bedrukken materiaal wordt onder het raam gelegd en de inkt door middel van een rubberen rakel over het gaas gestreken. De inkt wordt door middel van de rakel door de open mazen van het gaas op het te bedrukken materiaal geperst, waardoor de afbeelding tot stand komt.Deze drukme-thode komt ook sterk geautomatiseerd voor.Ook uv-inkten hebben hun intrede gedaan in de zeefdruk. Pluspunt voor zeefdruk is dat de inktlaagdikte gestuurd kan worden waardoor het procedé zich uitstekend leent voor buiten toepassingen.

Zeefdruk - Doordruk

drukt het beeldvanaf de oppervlakte

= inkt

drukt het verhoogd liggende beeld

drukt hetverdieptliggende beeld

drukt door de openingen van de zeef

vlakdruk hoogdruk diepdruk zeefdruk

12 13

Digitaal drukkenDigitale printers bestaan al sinds de jaren ze-ventig, maar zijn vooral sinds eind jaren ne-gentig sterk in opkomst als alternatief voor de traditionele druktechnieken. Los van de techniek is het grootste verschil met de tra-ditionele druktechnieken dat de vaste kosten per drukwerkopdracht heel laag (virtueel nul) zijn. Daarentegen zijn de variabele kosten per vel veel hoger dan bij traditioneel drukwerk. Als gevolg hiervan is digitaal drukken vooral in het voordeel bij kleine oplages en spoedklus-sen. De gemiddelde oplage van drukwerk is al sinds de jaren negentig aan het dalen. Ook de gewenste doorlooptijd van drukwerk wordt steeds korter omdat opdrachtgevers steeds meer gewend zijn dat in de digitale wereld al-les instantaan kan. Beide trends stimuleren het gebruik van digitaal drukwerk.Digitale printers zijn in hoofdlijnen in 3 tech-nologieën te verdelen: Océ Copy Press, elek-trofotografisch en inkjet. Electrofotografische printers werken volgens hetzelfde principe als de bekende laserprinters, maar dan groter, sneller en betrouwbaarder. Océ Copy Press is te vergelijken met het offset procedé. Toner wordt aangebracht op een rubberdoek en met een tegendrukrol op het papier overgebracht.Fabrikanten van produktieprinters zijn onder meer Océ, Kodak, Xerox, Canon.Professionele inkjetprinters werken globaal volgens hetzelfde principe als inkjetprinters voor consumenten. Vooral voor groot formaat drukken (alternatief voor zeefdruk) is inkjet al jaren de dominante technologie. Belangrijke leveranciers zijn hier onder meer Océ, Mutoh, Vutek en Roland. Sinds enkele jaren is inkjet ook in opkomst als alternatief voor offsetdruk-ken. De nieuwste producten zijn qua snelheid al vergelijkbaar met sommige offsetpersen.

Digitaal drukken

12 13

Offset drukwerk Geschiedenis De technologie van het offsetdrukken bestaat al meer dan honderd jaar. De term “Offset” verwijst naar het feit dat de drukcilinder met de te drukken informatie niet in aanraking komt met het papier.

Procédé Stap 1: Negatieven maken: De eerste stap van het offsetdrukprocédé be-staat uit het aanmaken van een negatief op basis van het originele ontwerp. Vervolgens wordt van dit negatief een printplaat gemaakt. Figuur 1, hieronder, toont een digitaal be-stand; Figuur 2 ontstaat in de image setter.

Stap 2: Printplaten:Het negatief wordt dan in contact gebracht met een metalen printplaat (fig. 3 hieronder), die is bedekt met een lichtgevoelige emulsie die inkt opneemt. Deze wordt blootgesteld aan licht waardoor de plaat wordt ontwikkeld, en de emulsie enkel op de belichte plaatsen ach-terblijft (de magenta afbeelding van het boek).

Stap 3: Bevochtigen:Zoals bij steenlithografie wordt ook bij offset-lithografie gebruik gemaakt van het water-ver-sus-olie principe. De plaat wordt eerst met wa-ter bevochtigd (zie hoofdillustratie bovenaan deze sectie). Hierdoor blijven de zones zonder afbeelding vochtig waardoor deze beter be-stand zijn tegen de inkten op basis van olie die in dit proces worden gebruikt. De plaat kan nu worden geïnkt. Stap 4: Het inkten/offset-drukken:Nadat de printplaat is ontwikkeld, wordt deze

Digitaal drukken

14 15

vastgehecht aan een cilinder op de drukpers. Terwijl deze ronddraait, brengt de plaat de ge-inkte afbeelding over op een rubberdoek waar-door een afbeelding in spiegelbeeld ontstaat. Het doek brengt deze afbeelding op zijn beurt over op het papier, waardoor deze weer wordt gespiegeld en juist wordt weergegeven. Dit is de uiteindelijke afdruk. Stap 5: Meerdere passages om alle kleuren te beko-men:Om meerdere kleuren te drukken, wordt in elk kleurstation de inktkleur veranderd, terwijl de afdruk door de pers loopt. Moderne persen hebben niet alleen 4 kleurstations, maar bren-gen ook een vernislaag aan om vingerafdruk-ken op het papier te vermijden.

damping unit

papiercounter pressure cylinder

inking unit

hydrophobic areas

hydrophilic areas

inkingprinting plate

ink back transfer damping roller

blanket cylinder

impression cylinder

Digitaal drukken

14 15

Rillen en biegenEen voorvouwlijn (ook een ril genoemd) wordt aangebracht in zwaardere papiersoorten om gemakkelijk te kunnen vouwen of plooien en om het “breken” van de bedrukking op de vouw te voorkomen. Dit is het aanbrengen van een scheurlijn in papier. BorenGaten worden geboord, vb in papier voor in ringmappen.

StansenAls bepaalde delen uit het drukwerk moeten verwijderd worden gebruikt men een kapvorm.Enkele toepassingen: kaftjes met flappen, ver-pakkingsdozen, tabbladen, ...

Pregen: het pro-ductieprocesPreegdruk is een hoogdruk-procédé dat een reliëf in papier (of karton of kunststof) ver-oorzaakt. Er wordt geen inkt aangebracht. Een preegdruk wordt uitgevoerd met een messing blinddrukstempel en een contravorm. Binnen een stempel kan het reliëf in verschillende hoogtelagen worden uitgevoerd, zodat een af-druk ontstaat in diverse niveaus.FoliepreegdrukVoor een nog fraaier en opvallender resultaat kunt u kiezen voor een afwerking met folie én een preeg. De afdruk is zowel voelbaar als zichtbaar.

RitsenDit is ‘snijden tussen vlees en vel’ of kappen tot halverwege de drukdrager. Toepassing: bij stickers.

Nabewerkingen

16 17

enkele vouw

harmonikavouw

wikkelvouw

Over vernissen:Vernis wordt als een drukinkt op papier aan-gebracht om het papier te beschermen tegen schuren, vingerafdrukken en vocht, om metaal-inkten te hechten of om het drukwerk meer uitstraling te geven. De meeste papiersoorten kunnen worden vernist.Zeefdrukvernis: Glanzend of mat, kan gedeeltelijk worden aan-gebracht om details te accentueren, pigment kan worden toegevoegd, is heel duur en daar-om enkel geschikt voor kleine oplagen.Offsetvernis:Discreet glanzend of mat, kan gedeeltelijk worden aangebracht om details te accentue-ren, pigment kan worden toegevoegd, vergeelt, geeft geur af (niet geschikt voor voeding).Dispersievernis: Goede bescherming tegen schuren, geurloos (geschikt voor voeding), niet geschikt voor lo-kaal gebruik. UV-vernis: Zeer hoge glans, is een zeer harde vernis, kan lokaal worden aangebracht om details te ac-centueren, geeft sterke geur af, is niet geschikt voor vouwen en niet geschikt voor alle papier-soorten en inktsoorten (kleurpigmenten kun-nen soms verkleuren).Over laminerenLaminaat is een plasticfolie die op droog drukwerk wordt gelijmd om het papier te be-schermen tegen scheuren, beschadigingen en weersinvloeden. Er is matte of glanzende folie (de glans van het papier heeft geen invloed). Papiervereisten: glad papier met een gewicht van 120 tot 500 gr/m2.

vouwenhier links zie je een overzicht van verschillende vouwtechnieken.

Nabewerkingen

16 17

http://www.mediafusion.nl/drukwerk.htm

h t t p : / / w w w . w m v e e n s t r a .nl/?category=druk&id=42

http://www.dtpservice.nl/

http://nl.wikipedia.org/wiki/Druktechniek

http://home.scarlet.be

Bronnen

18