dossier geluidsoverlast en gehoorschade.doc.docx · Web viewDoor het Europese parlement werd in...

12
DOSSIER GELUIDSOVERLAST (jan 2013) Vertoeven in de kinderopvang is voor kinderen een gegeven van vrije tijd, spelen, plezier maken, samenzijn met andere kinderen en begeleiders. Een plaats waar veel spelende kinderen samen zijn, vaak in open ruimtes, kan zorgen voor veel lawaai en mogelijks leiden tot geluidsoverlast. Kinderen die veel geluid maken zijn zich daar niet altijd van bewust. De begeleiders die met de kinderen bezig zijn staan er niet altijd bij stil dat ook zij schade kunnen oplopen en een invloed kunnen hebben op de vermindering van de geluidsproductie. Steeds meer IBO’s hebben begeleiders die klagen over lawaai. Wellicht niet onterecht. Maar waarom hebben sommige IBO’s een geluidsprobleem en anderen niet? Wanneer is geluid schadelijk? Wat is er wettelijk bepaald? Hoe kunnen we het lawaai beperken? Desondanks verschillende IBO’s met dit probleem worden geconfronteerd, is het fenomeen van geluidsoverlast in het IBO toch weinig besproken. Je kan tips, links en handige informatie in dit dossier terug vinden om als opvanginitiatief op zoek te gaan naar constructieve oplossingen om geluidsoverlast te verminderen. Dit document is ontwikkeld en nagelezen in samenwerking met het Fonds voor de beroepsziekten (FBZ) op 7 juni 2012. Regelgeving Wetgeving Pagina 1 van 12

Transcript of dossier geluidsoverlast en gehoorschade.doc.docx · Web viewDoor het Europese parlement werd in...

DOSSIER GELUIDSOVERLAST (jan 2013)

Vertoeven in de kinderopvang is voor kinderen een gegeven van vrije tijd, spelen, plezier maken,

samenzijn met andere kinderen en begeleiders. Een plaats waar veel spelende kinderen samen zijn,

vaak in open ruimtes, kan zorgen voor veel lawaai en mogelijks leiden tot geluidsoverlast.

Kinderen die veel geluid maken zijn zich daar niet altijd van bewust. De begeleiders die met de

kinderen bezig zijn staan er niet altijd bij stil dat ook zij schade kunnen oplopen en een invloed kunnen

hebben op de vermindering van de geluidsproductie.

Steeds meer IBO’s hebben begeleiders die klagen over lawaai. Wellicht niet onterecht. Maar waarom

hebben sommige IBO’s een geluidsprobleem en anderen niet? Wanneer is geluid schadelijk? Wat is er

wettelijk bepaald? Hoe kunnen we het lawaai beperken?

Desondanks verschillende IBO’s met dit probleem worden geconfronteerd, is het fenomeen van

geluidsoverlast in het IBO toch weinig besproken.

Je kan tips, links en handige informatie in dit dossier terug vinden om als opvanginitiatief op zoek te

gaan naar constructieve oplossingen om geluidsoverlast te verminderen.

Dit document is ontwikkeld en nagelezen in samenwerking met het Fonds voor de beroepsziekten

(FBZ) op 7 juni 2012.

Regelgeving

Wetgeving

Ter bescherming van de werknemers zijn een aantal normen over geluid vastgelegd in de wet. Door het Europese parlement werd in 2003 een nieuwe richtlijn uitgevaardigd ter bescherming van werknemers tegen de risico’s van lawaai op het werk. Het KB van 16 januari 2006 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico's van lawaai op het werk is de omzetting van deze Europese richtlijn.

Zie: Koninklijk besluit van 16 januari 2006 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico’s van lawaai op het werk:www.werk.belgie.be/Results.aspx?adv=0&showR=1&word=KB 16 januari 2006&folderName=in de ganse site

Maatregelen die beschreven staan in het besluit

Pagina 1 van 9

Dit KB legt aan de werkgever(s) de verplichting op om te onderzoeken of de werknemers tijdens hun werk blootgesteld (kunnen) worden aan lawaairisico's. Het KB stelt tevens enkele algemene maatregelen voor ter voorkoming of vermindering van de blootstelling.

Werknemers die een activiteit uitvoeren waarbij ze worden blootgesteld aan meer dan 80 dB, worden onderworpen aan een gezondheidstoezicht. Hierbij worden deze werknemers ertoe verplicht zich te onderwerpen aan een audiometrisch onderzoek binnen het kader van een voorafgaandelijke gezondheidsbeoordeling. Ze moeten een periodieke gezondheids-beoordeling krijgen binnen de 12 maanden die volgen op de eerste beoordeling.

Verder verloop periodieke gezondheidsbeoordeling:

Gemiddelde dagelijkse blootstelling gelijk aan of groter dan 87 dB jaarlijks op audiometrisch onderzoek

Gemiddelde dagelijkse blootstelling gelijk aan of groter dan 85 dB om de drie jaar op audiometrisch onderzoek

Gemiddelde dagelijkse blootstelling gelijk aan of groter dan 80 dB om de vijf jaar op audiometrisch onderzoek.

Deze voorschriften tot audiometrisch onderzoek zijn zonder rekening te houden met de dempende werking van de individuele gehoorbeschermers die de begeleider draagt.

Het verloop vanaf de geluidsmeting tot het eventueel vaststellen van gehoorschade bij een begeleider kan je terugvinden in het stroomdiagram ‘Geluidsoverlast en gehoorschade’.

In een werkomgeving is de blootstellingslimiet in België 85 dB.Geluiden onder de 75 dB zijn veilig en kunnen geen permanente schade veroorzaken.

Tussen 80 – 85 dB zal schade optreden mits lange periode van blootstelling.Als je acht uur per dag bent blootgesteld aan geluiden van 85 dB, bereik je de veilig-heidsgrens en dient de werkgever maatregelen te treffen.

Geluid is een logaritmische grootheid, per 3 dB die erbij komt, krijg je een verdub-beling van de geluidsdruk op je trommelvlies. Je kunt dus half zo lang zonder risico aan dat geluid worden blootgesteld, bv. 88 dB is slechts gedurende 4 uur veilig, 91 dB gedurende 2 uur.

Naast de duur en de sterkte van het geluid bepalen ook je persoonlijke gevoeligheid en de toonhoogte de schade van geluid. Doffe tonen (lage frequenties) zijn veel schadelijker dan de hoge tonen.

Het is van levensbelang om zowel in de buitenschoolse opvang als daarbuiten voor je gehoor zorg te dragen. Schade aan je gehoor heeft heel wat lichamelijke maar ook sociale beper-kingen. In deze link kan je zien wat er kan gebeuren bij geluidsoverlast en wat gehoor-schade kan veroorzaken. Zie: http://www.cm.be/nl/131/bewustgezond/gezondlichaam/gehoor/werking-gehoor.jsp http://www.cm.be/nl/ 131/bewustgezond/gezondlichaam/gehoor/werking-gehoor.jsphttp://www.cm.be/nl/131/bewustgezond/gezondlichaam/gehoor/schadelijkheid-geluid.jsp http://www.cm.be/nl/ 131/bewustgezond/gezondlichaam/gehoor/schadelijkheid-geluid.jsphttp://www.cm.be/nl/131/bewustgezond/gezondlichaam/gehoor/schadelijkheid-geluid.jsphttp://www.cm.be/nl/131/bewustgezond/gezondlichaam/gehoor/schadelijkheid-geluid.jsp

Geluidsoverlast testen

Pagina 2 van 9

Je kan de geluidsoverlast in de opvang door een externe (dienst) laten meten of je kan het zelf doen. Om dit zelf te meten kan je gebruik maken van een dose- of noisebadge.

DosebadgeDit apparaat is een lawaaidosimeter. Het meet een hoeveelheid lawaai gedurende een bepaalde tijd. Gehoorschade is immers het resultaat van een langdurige blootstelling. Je spelt de dosebadge bijvoorbeeld op aan het begin van je werkdag in de opvang en na afloop geeft de meter weer hoe zwaar je oren het te verduren kregen.

NoisebadgeDit is een minder handige versie van de lawaaidosimeter, maar het doet net hetzelf-de en precies even goed.

Om deze uit te lenen kan er best contact worden opgenomen met de dienst preventie van de plaatselijke gemeente.

Je kan ook beroep doen op: een interne dienst (bijvoorbeeld: de preventieadviseur van jouw gemeentebestuur)een externe dienst, bijvoorbeeldmedewerker van jouw arbeidsgeneeskundige dienst (IDEWE of Mensura)een ingenieur van het Fonds voor Beroepsziekteneen erkend laboratorium waarvan de erkenning betrekking heeft op het meten van lawaai.

Het verloop van zo’n testing kan je terugvinden in het stroomdiagram ‘Geluidsoverlast en gehoorschade’.

Preventie en hulpmiddelen Preventiemaatregelen

De risico’s van blootstelling aan lawaai in de BKO dienen worden weggenomen aan de bron of tot een minimum worden beperkt. Hierbij dient er rekening te worden gehouden met technische hulpmiddelen en praktische maatregelen uitgevoerd in de opvang.

Alternatieve werkmethoden die leiden tot minder blootstelling aan lawaai.Indeling van de opvanglocaties en verschillende hoeken.Voorlichting en opleiding van de begeleiders over:geluidsoverlast, gehoorschade en consequentieshet gebruik van geluidsdempende hulpmiddelen.Gebruik van technische maatregelen om lawaai te beperken:gebruik van geluidsabsorberend materiaaldemping en isolatie van de opvanglocatie.De organisatie van de werkzaamheden in de BKO om lawaai te beperken:beperking van de werkduur en de intensiteit van de blootstellingaangepaste werkschema’svoldoende rustpauzesgebruik van rustlokalen.

Persoonlijke bescherming

Indien de preventieve maatregelen onvoldoende de blootstelling aan lawaai kunnen voorkomen dient er het best over te worden gegaan naar aangemeten individuele gehoor-bescherming.

gele wegwerpoordopjes blauwe wegwerpoordopjeslamellenoordopjesbeugelgehoorbeschermingoordopjes met filter otoplastieken of op maat gemaakte oordopjes

Pagina 3 van 9

oorkappen

Voor een optimaal resultaat moet je gehoorbeschermers de hele tijd dragen dat je aan lawaai bent blootgesteld.

Let op: bij de keuze van oordopjes dient er steeds op de verpakking te worden verwezen naar de norm EN 352-2:2002. Indien deze norm vermeld wordt, wil dit zeggen dat de oordopjes getest zijn volgens de in de norm voorgeschreven manier en dat ze voldoen aan een aantal minimum eisen met betrekking tot demping.Daarnaast is er op de verpakking meestal ook een verwijzing naar de maximale demping van de oordopjes. Meestal wordt dit aangegeven met SNR (Single Number Rating).

Infrastructurele en technische maatregelen

In de buitenschoolse kinderopvang is het belangrijk dat lawaai wordt beperkt voor zowel de aanwezige begeleiding, kinderen en ouders maar ook het geluid te dempen voor omliggende buren. Het is dus van cruciaal belang om te zorgen voor een goede isolatie van de opvanglocatie naar buiten uit maar ook voor een zo groot mogelijke absorptie van geluid binnenin de opvang.

Voor informatie en tips inzake isolatie en absorptie, zie ‘duurzame jeugdwerkinfrastructuur’ http://www.vibe.be/downloads/4.Jeugdwerkinfrastructuur/Technische_fiches/TF_jeugd_Geluidsisolatie.pdf http:// www.vibe.be/downloads/4.Jeugdwerkinfrastructuur/Technische_fiches/TF_jeugd_Geluidsisolatie.pdfhttp://www.vibe.be/downloads/4.Jeugdwerkinfrastructuur/Technische_fiches/TF_jeugd_Geluidsisolatie.pdf

Absorptiematerialen

Akoestische materialen: meestal te koop bij gespecialiseerde bedrijven. Onder meer geluidsabsorberende tegels, platen, folies en trillingdempers.

Afdichtingband en –profie: dit is gemaakt voor tochtwering bij deuren en ramen, kan in veel gevallen ook geluidslekken dichten, mits zorgvuldig aangebracht.

Behang: doet niets tegen geluidsoverlast, ook schuimig onderbehang niet. Een dikkere muurbekleding van stof (linnen, velours) of kurk dempt de galm in een ruimte.

Eierrekjes: in een ruimte dempen ze de galm. Voor dit doel bestaan echter betere materialen zoals gordijnen en zachtboard.

Gordijnen: absorberen geluid en verminderen galm. Ze laten het geluid echter heel goed door. Hoe dikker het gordijn en hoe meer plooien, hoe beter de absorptie.

Vloerbedekking: dit kan zachte vloerbedekking zijn, tapijt, vermindert het contactgeluid van lopen en absorbeert geluid, waardoor de galm in een vertrek vermindert. Harde vloerbedekking (parket, vinyl, tegels, linoleum) kan daarentegen contactgeluidsoverlast geven.

Zachtboard: dit kan geluid over een breed frequentiegebied absorberen, afhankelijk van de ondergrond en de bevestigingswijze. Het kan daarom worden gebruikt voor het verminderen van galm. Voor het absorberen van hoge tonen moet zachtboard luchtdoorlatend en daarom ongeverfd blijven.

Bass Traps: dit zijn kleine accordeonachtige blokjes die je het best plaatst in de hoeken van een ruimte en bij voorkeur direct tegen het plafond. Bass Traps kunnen zowel boven elkaar als naast elkaar geplaatst worden. De Bass Trap is gemaakt van vlamdovend materiaal en is uitgerust met een zelfklever; hij kan dus eenvoudig op de wand worden gemonteerd.

Piramideplaten met piramide- en/of noppenschuim: dit zijn platen die op vlakke wanden kunnen worden gemonteerd. Deze moeten parallel tegen elkaar worden gezet. Het bedekken van één van de twee tegenover elkaar liggende wanden is voldoende.

Soundtegels en – panelen: dit zijn akoestische plafondplaten en –tegels die gebruikt kunnen worden als voorzetplafond of muurbekleding.

Absorptiefiguren: dit zijn absorberende elementen in de vorm van dieren die je tegen de wanden van een speelruimte kan plaatsen.

Pagina 4 van 9

Het best zorg je er voor dat de wanden en plafonds in de opvanglocatie bekleed zijn met brandveilige en geluidsabsorberende materialen. Bij vlakke muren is de kans van geluidsweerkaatsing groter en zo ontstaat er (na)galm.

Een verlaagd plafond kan een oplossing bieden bij geluidshinder in de opvang.Zorg voor een rubberen ondergrond (rubber, vilt, kurk).Hoe meer zachte elementen in de ruimte aanwezig (doeken, tapijten, absorberende panelen of

trilvrije matten) hoe beter de absorptie.Ramen en deuren zijn zwakke punten. Zorg voor akoestisch glas, geïsoleerde deuren of een sas-

systeem.Maak gebruik van elektrische verwarming i.p.v. centrale verwarming. Hierdoor meer kans op

geluidsomloop en – lekken.

Dit zijn enkele voorbeelden van geluidsabsorptiematerialen. Bij het gebruik van geluids-absorptiemateriaal dien je steeds rekening te houden met de brandveiligheid van je opvanglocatie. Meer informatie kan je terugvinden bij gespecialiseerde bedrijven voor geluidsisolatie.

Pedagogische alternatievenNiet alleen begeleiders kunnen last hebben van lawaai maar ook kinderen worden gedurende lange periodes (vooral woensdagnamiddagen en schoolvrije dagen) blootgesteld aan lawaai.

De schade van geluidsoverlast is pas na 20 tot 30 jaar zichtbaar. Kinderen die in de kinder-opvang vandaag de dag gedurende lange periodes worden blootgesteld aan lawaai en harde geluiden zullen pas in hun adolescentieperiode en later de gevolgen hiervan ondervinden.De kinderopvang is dus medeverantwoordelijk voor het lichamelijk welzijn en welbevinden in de toekomst van de kinderen.

Naast het nemen van infrastructurele en persoonlijke beschermingsmaatregelen dienen we ook pedagogische acties te ondernemen in de opvang.

Ruimten en indeling

Probeer het aantal kinderen in één ruimte te beperken door de kinderen in kleine groepjes een activiteit of actie te laten doen, bijvoorbeeld: via een beurtrol tijdens het eetmoment.

Neem alle kinderen samen in één ruimte voor een activiteit maar beperk jouw activiteit dan tot een 15 à 30 minuten.

Las tijdens zowel korte en lange opvangdagen regelmatig een rustmoment in voor de kinderen. Dit komt niet enkel de geluidsproductie maar ook het tot rust komen van kinderen ten goede. Geef wel aan dat kinderen na de korte rustactiviteit weer iets actiefs kunnen doen.

Ga regelmatig buiten spelen met de kinderen. Geluid kent een betere uitwerking in buitenruimtes en daar kunnen kinderen vrijuit spelen.

Zorg voor zo weinig mogelijk open ruimtes, lange looplijnen en vlakke muren, zoals bijvoorbeeld een brede lege gang.

In open ruimtes met vlakke muren weergalmen geluiden sneller hierbij kan je best de ruimte indelen in verschillende spelzones of speelhoeken.

Verschillende spelzones zorgen voor meer overzicht, een beter zicht welk materiaal daar is en wat de bedoeling van die speelhoek is.

De organisatie van de hoeken zorgt er ook voor dat kinderen zelfstandiger kunnen spelen, weten wat waar staat waardoor ze niet steeds alles moeten gaan vragen (roepen) aan de begeleiding.

In de verschillende spelzones kunnen de afspraken en regels van die ruimte worden opgehangen (gevisualiseerd). Zo weten kinderen wat er van hen wordt verwacht en dienen begeleiders niet steeds tussen te komen.

Pagina 5 van 9

Houd voldoende afstand van de geluidsbron.

Voorkom prikkels door een rustige inrichting en rustgevende kleuren. 

Vervang lawaaierig speelgoed door ‘stil’ speelgoed, zoals speelgoed met geluiden, sirenes, muziekjes,…. Plaats vloerkleden op plaatsen waar met lawaaierig speelgoed wordt gespeeld. 

Bewustmaking van lawaai en gehoorschade

Ga samen met je team op zoek naar de ruimten en de momenten waarop de geluidsoverlast het meest is. Bekijk samen de pedagogische alternatieven en zoek naar een andere aanpak.

Bijvoorbeeld: kinderen moeten in een smalle gang een kwartier aanschuiven tot ze allemaal ingeschreven zijn. Het geluid dat ze in de gang maken wordt versterkt door het hoge plafond en het geroep van de kinderen en ze willen over het geluid gaan. Het inschrijven van de kinderen duurt een kwartier omdat de begeleidster een alfabetische lijst heeft. De kinderen moeten volgens die lijst gaan staan en ook zo afgeroepen worden. Stel het team de vraag: moet het inschrijven alfabetisch? Is er geen snellere en meer efficiënte manier om alle kinderen in te schrijven?

Bevraag de begeleiders en de kinderen over de geluidsoverlast

Waar ondervinden jullie het meeste geluid?Hoe komt het dat er op een bepaalde plaats veel lawaai is?Hoe komt het dat de kinderen juist daar het meest lawaai maken?Vinden kinderen dat het luid is? Wat denken zij dat daar aan te

doen is?

Begeleiding bewust maken van de impact op (h)oren (op een ludieke manier). Zo eigen gedragingen en gewoontes in vraag stellen.

Laat begeleiders hun persoonlijk ‘cocktaileffect’ testen. Dit is informatie dat je kan verstaan met achtergrondgeluid.

Wees regelmatig kritisch over je eigen handelen als begeleider en bespreek dit regelmatig in team. Zo kan het zijn dat jij iemand bent dat al eens schreeuwt of temperamentvoller spreekt en zorgt dit er mede voor dat kinderen harder gaan spreken.

Schrijf een visie voor de opvang uit waarin staat beschreven hoe jullie in de opvang omgaan met lawaai en geluidsoverlast en wat jullie hier concreet aan kunnen doen.

Herken de waarschuwingssignalen van je oren van overmatig geluidsoverlast.Zwangere begeleidsters dienen extra op te letten voor gehoorschade voor zichzelf en de baby.

Activiteiten en geluidshinder

Geef kinderen tijdens spelmomenten alternatieven en stimuleer kinderen, van wie je ziet dat ze niet meer willen deelnemen aan een activiteit of zich aan het vervelen zijn, tot een andere activiteit. Vaak komt het bij verveling voor dat ze dan meer geluid maken en anderen beginnen te plagen.

Een groepje kinderen dat lawaai maakt trekt sneller de aandacht van andere kinderen. Probeer hier alternatieven aan te bieden.

Kinderen die veel keuzemogelijkheden hebben zullen minder de neiging hebben om geluid op te zoeken en zo meer geluid te produceren.Mogelijke alternatieven die je kan aanbieden.

kinderen kunnen/mogen spelen in verschillende lokalenkinderen kunnen in verschillende hoekjes spelenkinderen mogen met diverse materialen aan de slag (bv. knutselmat.)kinderen mogen met verschillende soorten speelgoed spelen (bijv. ballen die enkel gelden voor speciale gelegenheden)

last-minute zelf een activiteit bedenken of last-minute activiteiten bundelen voor in geval van nood (bijv. ‘Het rad van verveling’)

Pagina 6 van 9

Biedt de kinderen gevarieerde activiteiten aan en laat kinderen inbreng doen in de activiteiten. Dit voorkomt verveling en de behoefte om zich uitdagend te gedragen.

Bespreek geregeld samen met het team de activiteiten en denk na over hoe, waar en met wie jullie activiteiten doen. Zijn er nieuwe en boeiende ideeën om activiteiten te doen waarbij geluid een fijne drukte kan worden?

Laat kinderen voldoende buiten spelen. Tijdens buitenspel heb je minder last van geluidshinder en –overlast.

In de buitenlucht en –omgeving kunnen kinderen ravotten en zich afreageren waardoor je ze bij het binnenspel wat kan temperen in hun uitlatingen.

Het gebruik van muziek zorgt voor plezier en sfeer. Het zet kinderen aan te bewegen. Muziek brengt ook heel wat geluidshinder mee waardoor kinderen en begeleiders harder gaan praten en zelfs kunnen gaan roepen.

Maak onderling in het team afspraken over het gebruik van muziek tijdens vrijetijds en georganiseerde activiteiten.

Bespreek samen wanneer muziek gebruikt kan worden, tijdens welke activiteiten, hoe luid het mag opstaan, wordt de muziekinstallatie beheert door een kind of een andere begeleider,…

Voer chill-outmomenten in om oren te laten rusten. Om het uur een pauze van 5 à 10 minuten in een stillere ruimte.

Plan luidruchtige activiteiten goed in, zodat geluidsoverlast in omliggende ruimtes kan voorkomen worden. 

Kinderen sensibiliseren

Zorg voor een goede verdeling van personeel over verschillende lokalen, minstens één per lokaal. Kijk goed waar meer begeleiding of minder begeleiding nodig is, speel in op de noden van het

moment en de reacties van de kinderen.Luister naar de geluiden van kinderen en probeer op een positieve manier de kinderen in te

tomen tot rust en minder lawaai.Laat begeleiders regelmatig van plaats veranderen. Bijvoorbeeld een begeleider die steeds in een

lawaaierige sporthal staat regelmatig laten afwisselen met een begeleider die buiten of in een meer rustige binnenomgeving staat.

Denk aan rustmomenten en las deze regelmatig in voor kinderen en begeleiders. Je moet kinderen vrijheid geven maar op sommige momenten dien je ook rust in te lassen voor alle partijen.

Maak kinderen bewust van het lawaai dat ze voortbrengen door dit te vertellen of aan te tonen aan de hand van een instrument zoals de ‘Daisey Bell’ (zie doekoffer ‘Amaai mijn (h)oren!’) of een dB-meter.

Werk via thema’s met kinderen aan geluidsoverlast en bewustzijn in de opvang.Praat met kinderen, zoek samen naar oplossingen en vraag na hoe zij denken om het geluid in de

opvang te verminderen. Gebruik kringgesprekken of gewoon losse babbels op momenten dat de kinderen rustig zijn. Zo los je niet alleen geluids-problemen op maar versterk je ook een goede samenwerkingsband.

Maak de kinderen bewust van lawaai en de schade die het kan veroorzaken. Je kan dit doen door:activiteiten te verzinnen rond geluid en lawaai zoals vb. kringgesprekken, kinderen zelf te laten ervaren

hoe het zou zijn bij gehoorverlies door oordopjes in hun oren te stoppen, themaweek, …de doekoffer ‘Amai men (h)oren uit te lenen. Hierin zitten leuke spelletjes rond gehoor(verlies). Je kan ook werken met geluidslichten. Dit is een verkeerslicht en naarmate de geproduceerde decibels zal

het licht schijnen op groen, rood of oranje.Zorg voor rustmomenten waarbij kinderen bijvoorbeeld enkel kunnen kiezen uit rustige activiteiten en dit

zeker tijdens vakanties en vrije schooldagen. Bekijk ook in het team hoe jullie dit concreet kunnen aanpakken.

Geef zelf het goede voorbeeld door langzaam en niet te luid te spreken. Maak afspraken met collega’s en trek aan één lijn: in welke situaties grijp je in? Leer kinderen zachter te praten in verschillende situaties, bijvoorbeeld tijdens een spel. Laat een kind naar je toekomen als het iets wil vertellen. 

Pagina 7 van 9

Als een kind blijft gillen zonder dat het zelf weet waarom, probeer dan de aandacht van het kind af te leiden.Maak afspraken met collega’s over ‘wild’ spelen van kinderen: in welke situaties grijp je in?

Gehoorschade, wat nu?Indien een persoon last heeft van gehoorschade en/of problemen ondervindt met het onderscheiden van geluiden en ruis, dan kan hij/zij zich het best begeven naar een arts. Een neus-, keel- en oorarts, je huisarts, een audioloog of je kan terecht in een hoorcentrum. De artsen kunnen een gepaste doorverwijzing, behandeling en/of medicatie voorschrijven.

Bij het vaststellen van gehoorschade kan je je het best richten tot het FBZ (Fonds voor de beroepsziekten). Bij gehoorschade kunnen ze twee acties ondernemen. Ze kunnen een geluidsmeting komen doen in het opvanginitiatief om de decibels te meten en praktische tips te geven over preventief werken aan geluidsoverlast. Anderzijds kan het slachtoffer de gestelde schade laten erkennen als een beroepsziekte en wordt er een onderzoek gestart naar de mate ven schadeloosstelling. De te ondernemen stappen kan je terugvinden in het stroomdiagram ‘Geluidsoverlast en gehoorschade’.

In de bijlage kan je het stroomdiagram ‘geluidsoverlast en gehoorschade’ terugvinden.

Nuttige linksEen aanvraag tot erkenning van beroepsziekte bij het FBZ kan via http://www.fmp-fbz.fgov.be/web/content.php?lang=nl&target=workers#/prevention-advise-for-business http:// www.fmp-fbz.fgov.be/web/content.php?lang=nl&target=workers - /prevention-advise-for-businesshttp://www.fmp-fbz.fgov.be/web/content.php?lang=nl&target=workers - /prevention-advise-for-businesshttp://www.fmp-fbz.fgov.be/web/content.php?lang=nl&target=workers - /prevention-advise-for-businessSensibiliseringsprojecten in Vlaanderen i.k.v. geluidsoverlast

de campagne ‘Iets minder is de max’ van de Vlaamse overheidde campagne ‘All Ears’ van de provincie Limburgde campagne ‘Amai mijn (h)oren’ van de provincie Oost-Vlaanderende campagne ‘Weesnietdoof’ van de provincie Vlaams-Brabantde doekoffer en de brochure ‘VerdOORie!’ van de provincie Antwerpende campagne ‘Wuk’ van de provincie West-VlaanderenCM Waas en Dender ontwikkelde in 2010 de preventiecampagne ‘Ga uit. Plug in’ Deze campagne groeide in 2011 uit tot de landelijke campagne ‘Oorplezier’

Website’s

www.cm.be/nl/131/bewustgezond/gezondlichaam/gehoor/index.jspwww.provant.be/pvi www.lawaai.nl www.oorcheck.nl www.hoorstichting.nl www.nsg.nl www.kennislink.nl www.orenomtehoren.nl www.popschoolmaastricht.nl www.mina.be/amina.bel www.hearingacademy.com

Pagina 8 van 9

www.hoorzaken.nlwww.oost-vlaanderen.be/docs/nl/zy/7169geluid-een%20alledaagse%20zaak.pdfwww.oost-vlaanderen.be/docs/nl/83/7170geluidshinder%20een%20complex%20begrip.pdfwww.helpzenietnaardetuut.be/#/vraag1www.lne.be/campagnes/help-ze-niet-naar-de-tuutwww.geluidstuin.nl/http://jeugdlimburg.be/wp-content/uploads/2010/03/ALLEARS_FOLDER_WEB_2010.pdfwww.akoestiekwinkel.nl/akoestische_oplossingen.htmlwww.vibe.be/downloads/4.Jeugdwerkinfrastructuur/Technische_fiches/TF_jeugd_Geluidsisolatie.pdf

Brochures en teksten

Geluidhinder: De Nederlandse Stichting geluidhinder geeft publicaties uit over geluidshinder bij volgende thema’s: isolatie, buitenlawaai, wegverkeer, huisdieren, isolatie, musiceren, muren, vloeren, lopen, Nederlandse Stichting geluidhinder.

Moet je horen? Deze brochure laat jongeren even stil staan bij horen. In dit boekje lees je hoe jongeren gehoorschade kunnen voorkomen. Nationale hoorstichting en Zorn.

De walkman: als muziek in je oren? Informatiebrochure over gebruik van de walkman voor jongeren. Nationale hoorstichting en Zorn.

Geluid: een reis waarbij stilte wordt omgezet in geluid Vanaf 10 jaar – Uit de reeks Onzichtbare Reizen Auteur: Caroline Grimshaw.

Omgevingslawaai: Dit boekje gaat over omgevingslawaai: lawaai van industrie-gebieden, weg- en railverkeer, vliegvelden en kermisterreinen. Brüel & Kjaer.

Mira-T 2004 Milieu- en natuurrapport Vlaanderen: thema’s Eindredactie: Marleen van Steertegem – Uitgeverij Lannoo-Campus – ISBN 90-209-5918-2 .

Handleiding ‘Geluid’: Deze handleiding behandelt de fysica van het geluid en geluids-overlast. Auteur: Caroline Katsman – Uitgegeven door Wetenschapswinkel Natuur-kunde.

GELUIDSOVERLAST EN GEHOORSCHADE

JUNI 2012

Pagina 9 van 9