Doe me een deugd!

18
Wilma van der Jagt & Pieter Vos Doe me een Praktijkboek morele vorming voor de basisschool Boekencentrum

description

Een fragment

Transcript of Doe me een deugd!

Page 1: Doe me een deugd!

Wilma van der Jagt & Pieter Vos

Wilm

a van der Jagt & Pieter Vos

Doe me eenPraktijkboek morele vorming voor de basisschoolDoe me een

Praktijkboek morele vorming voor de basisschool

NUR 840www.uitgeverijboekencentrum.nl

Doe m

e een9 7 8 9 0 2 3 9 2 4 5 5 5

Dit boek gaat over deugden. Nadat ze een tijdlang geassocieerd werden met braafheid en burgermansfatsoen, mogen deugden weer: ze zijn zelfs in. Deugden worden gezien als dat wat ze vanouds zijn: voortreffelijke eigenschappen die het nastreven waard zijn. Ook in opvoeding en onderwijs worden de deugden herontdekt. Want welke opvoeder wil niet dat zijn kind een geduldig, betrouwbaar, zorgzaam, rechtvaardig, vrijgevig en verdraagzaam mens wordt?

Je leert deugden door ze te doen. Dit boek laat zien hoe dat kan. Het is een praktijkboek dat ontstaan is in samenwerking met leerkrachten van diverse basisscholen. Iedereen die bezig is met de morele vorming van kinderen in de leeftijd van vier tot twaalf jaar kan zich erdoor laten inspireren. Leerkrachten en Pabo-studenten, maar ook ouders of verzorgers en medewerkers in de buitenschoolse opvang kunnen er direct mee aan de slag. De kleurrijke voorbeelden uit de praktijk en de heldere lesideeën maken het boek boeiend en toegankelijk.

Drs. Wilma van der Jagt is opleidingsdocent aan de Educatieve Academie van de Gereformeerde Hoge-school te Zwolle en lid van de kenniskring van het lectoraat Morele Vorming aan dezelfde hogeschool. Dr. Pieter Vos geeft als lector Morele Vorming leiding aan het lectoraat.

Boekencentrum

BC- omslag doe me een deugd COMPLEET.indd 1 04-12-2009 11:18:52

Page 2: Doe me een deugd!

Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen,

evenmin als een slechte boom goede vruchten kan dragen.

Matteüs 7:18

Doe me een deugd DEF.indd 2 04-12-2009 10:31:55

Page 3: Doe me een deugd!

Inhoudsopgave pagina

Introductie 5

Leeswijzer 8

Zo doe ik je een deugd 9

Onderbouw Doemededeugdmatigheid 13 Doemededeugdeerlijkheid 21 Doemededeugdgeduld 31

Middenbouw Doemededeugdnaastenliefde 39 Doemededeugdvriendschap 47 Doemededeugdzorgzaamheid 57

Bovenbouw Doemededeugdtolerantie 65 Doemededeugdverantwoordelijkheid 75 Doemededeugdrespect 83

Achtergrond

Wat is een deugd? 90

Klassieke, christelijke en moderne deugden 94

Hoe doe ik een deugd? 96

Deugdethiek en de ontwikkeling van het kind 100

Deugdethische werkvormen 105

Doe me nog een paar deugden! 113

Verder lezen 126

Doe me een deugd DEF.indd 3 04-12-2009 10:31:56

Page 4: Doe me een deugd!

4 Doe me een deugd | introductie

introductie

Doe me een deugd DEF.indd 4 04-12-2009 10:32:00

Page 5: Doe me een deugd!

Doe me een deugd | introductie 5

Deugden?!Dit boek gaat over deugden. Deugden mogen weer,

ze zijn zelfs in. Nadat ze een tijdlang geassocieerd

werden met braafheid en burgermansfatsoen, zijn

ze terug van weggeweest. In het dagblad Trouw ver-

scheen in 2008-2009 een uitgebreide serie over deug-

den onder de titel ‘voortreffelijk leven’. Een rake titel,

want deugden zijn niet middelmatig. Ze zijn eeuwen-

lang gezien als voortreffelijke eigenschappen. Ook in

opvoeding en onderwijs worden de deugden heront-

dekt. Bekend is het internationale programma dat in

Nederland bekendstaat als De deugdenboom. Toen

ook het vrouwenblad Libelle met een artikel over

deugden kwam, was duidelijk dat de deugden het

imago van benepenheid en moralisme definitief kwijt

zijn. Negen BN-ers deden vrijmoedig verslag over

een zelfgekozen deugd. Dat was voor ons de directe

aanleiding om samen met een aantal bevlogen leer-

krachten aan de slag te gaan met deugden. Daaruit is

dit boek voortgekomen.

Het is een praktijkboek voor leerkrachten en pabo-

studenten, waarin het vooral gaat om het leren van

deugden. Natuurlijk kunnen ook ouders of verzor-

gers en medewerkers in de buitenschoolse of tus-

senschoolse opvang er mee aan de slag. Iedereen die

bezig is met de vorming van kinderen in de leeftijd

van vier tot twaalf jaar kan inspiratie putten uit dit

boek. We weten hoe druk en veeleisend het werken

met kinderen is, maar ook hoe leuk. Het is inspirerend

kinderen enthousiast bezig te zien. Daarom hebben

we gekozen voor een opzet vanuit de praktijk, waarbij

ook veel te zien is.

Morele vormingHet boek is een product van het lectoraat Morele Vor-

ming van de Gereformeerde Hogeschool in Zwolle

(www.lectoraatmorelevorming.nl). Het lectoraat doet

onderzoek, ontwikkelt producten en geeft cursus-

sen op het gebied van de morele vorming van kin-

deren en jongeren. Dat is een actueel thema. Maar

het wordt snel in verband gebracht met een breed

maatschappelijk gevoel van onbehagen over het ge-

brek aan fatsoen en het verlies aan ‘waarden en nor-

men’. Hoe terecht dit onbehagen ook mag zijn, deze

benadering leidt snel tot moraliseren. Bij het werken

aan morele vorming kiezen wij een positieve insteek,

die stimuleert tot groei en ontwikkeling. We zoeken

morele vorming niet zozeer in strakke normen. Het

stellen van normen, verboden en regels is wel nodig,

maar motiveert nog niet meteen tot positief gedrag.

We zetten ook niet in op het vrijblijvend praten over

Introductie

Doe me een deugd DEF.indd 5 04-12-2009 10:32:03

Page 6: Doe me een deugd!

6 Doe me een deugd | introductie

introductiedikwijls nogal vage waarden. Bij morele vorming gaat

het volgens ons vooral om het ontwikkelen van goede

eigenschappen die iedere opvoeder belangrijk vindt,

zoals geduldig, betrouwbaar, zorgzaam, rechtvaardig,

vrijgevig en verdraagzaam zijn. Deze eigenschappen

worden vanouds deugden genoemd.

De deugdethiek is een vorm van ethiek waarin de

kwaliteiten van de persoon centraal staan. Het gaat

erom hoe je bent. Als je goed gevormd bent, zul je ook

goed doen, is de gedachte van de deugdenbenade-

ring. Wie geduldig is, zal geduldig zijn in wat hij doet.

Wie zorgzaam is, zal zorgzame dingen doen. Ook het

omgekeerde geldt: je wordt geduldig door geduldig

te doen. Deugden leer je dus door ze te doen. Vandaar

het woord ‘doen’ in de titel Doe me een deugd!

Dezelfde gedachte vinden we in het motto dat we dit

boek meegeven. De mens is als een boom die goede

of slechte vruchten draagt. En dat is precies waar het

bij de deugden om gaat: de vorming van de goede

houding van de persoon (de boom), waaruit goed

doen (de vruchten) voortkomt.

Het motto komt uit de Bijbel. De Bijbel is een belang-

rijke bron van inspiratie voor dit boek. Dat is te merken

aan de aanpak en de uitspraken van de leerkrachten,

waarin de christelijke visie doorklinkt: de deugden

komen van God, de bron van al het goede, en zijn op

Hem gericht. Maar ook wie uit andere bronnen put,

kan waarschijnlijk goed uit de voeten met de deugden

die we beschrijven.

Doe me een deugd DEF.indd 6 04-12-2009 10:32:05

Page 7: Doe me een deugd!

Doe me een deugd | introductie 7

Samen met leerkrachtenZonder de goede samenwerking met een aantal be-

vlogen leerkrachten zou het boek nooit geworden

zijn wat het is. We zijn veel dank verschuldigd aan de

negen leerkrachten die met enthousiasme een aantal

lessen hebben uitgewerkt voor hun groep en die ook

hebben uitgevoerd in de praktijk. Van elke bouw zijn

steeds drie leerkrachten aan het werk gegaan met een

deugd naar keuze. De invalshoek van de deugdethiek

was voor hen nieuw. Nadat ze ermee kennis hadden

gemaakt, gingen ze aan de slag. Al werkend ontdek-

ten ze de kracht van deze werkwijze. ‘Ik denk dat het

goed is dat je kinderen van jongs af bewust maakt van

deugden,’ zei een van hen. Een ander merkte op: ‘De

sfeer wordt prettiger, al ben je maar met één deugd

bezig.’

Voor de onderbouw werkten mee: Willemien Malen-

stein van de Eben Haëzerschool in IJsselmuiden,

Erna Barneveld van de Ichthusschool in IJsselmuiden

en Martine Neuteboom van De Sprankel in Zwolle.

Voor de middenbouw: Wies Mentjox van De Uitleg in

Dalfsen, Wilke Bergsma van de Eben Haëzerschool in

IJsselmuiden en Anja Tuinman van de Ichthusschool

in IJsselmuiden. Het deel over de bovenbouw is sa-

men met Bart Stevens van De Uitleg in Dalfsen en

Bart Hulleman en Chris de Man van De Sprankel in

Zwolle uitgewerkt.

We bedanken ook de leerlingen, die met veel plezier

hebben meegedaan, en de ouders, die toestemming

gaven voor het maken van foto’s van hun kinderen.

DankMaartje Janssens heeft als student van de faculteit

filosofie van de Radboud Universiteit Nijmegen in

het kader van een stage bij het lectoraat belangrijk

voorbereidend werk geleverd voor het deel ‘Achter-

grond’.

Tot slot noemen we een aantal mensen die ook met

deugdethiek en morele vorming bezig zijn. Zij heb-

ben ons met hun ideeën geïnspireerd voor dit project.

Met Charles Hamburger van stichting De Deugden-

boom voerden we fijne gesprekken over het werken

met deugden. Met Tom Kroon, auteur van een boek

en een methode waarin deugden een grote rol spelen,

wisselden we goede ideeën uit. Van Paul van Tonge-

ren, hoogleraar ethiek aan de Radboud Universiteit

Nijmegen, leerden we een aantal verantwoorde toe-

passingen van de deugdethiek in de praktijk.

Het werken met deugden is nog niet erg gangbaar

op scholen. De leerkrachten die aan dit boek hebben

meegewerkt, laten zien hoe inspirerend en vormend

het kan zijn. Wij zijn ervan overtuigd dat deze manier

van werken je enorm kan helpen kinderen te vormen

tot verantwoordelijke volwassenen die genoeg prak-

tische wijsheid hebben om moreel verantwoord te

handelen.

Doe me een deugd DEF.indd 7 04-12-2009 10:32:05

Page 8: Doe me een deugd!

8 Doe me een deugd | leeswijzer

leeswijzerDe opzet van het boek is als volgt: na een korte in-

leiding over enkele kenmerken van de deugdethische

benadering volgen vier delen: Onderbouw, Midden-

bouw, Bovenbouw en Achtergrond.

Onderbouw, middenbouw, bovenbouwDe eerste drie delen komen uit de praktijk van de ba-

sisschool. Daarin lees je het verslag van de uitgevoer-

de projecten. Bij iedere bouw worden drie deugden

besproken, steeds met concrete ideeën die je direct

kunt toepassen in je eigen onderwijs- en opvoedings-

praktijk.

Elke deugd wordt geïntroduceerd met een kernach-

tige omschrijving. Belangrijke elementen uit die be-

schrijving komen terug in de lessen. De lesideeën zijn

voor een groot deel direct ontleend aan de lessen die

de leerkrachten hebben gegeven. Ook is steeds een

kort interview opgenomen met de leerkracht die de

betreffende deugd heeft uitgewerkt.

AchtergrondIn het vierde deel gaan we in op de achtergrond van

de gekozen benadering. We geven een korte beschrij-

ving van de deugdethiek en een aantal adviezen aan

de opvoeder die wil werken aan deugdethische vor-

ming. Daarna komt de morele ontwikkeling van kin-

deren aan de orde. Vervolgens lichten we zes werk-

vormen toe die geschikt zijn voor een deugdethische

aanpak. We sluiten af met de beschrijving van een

aantal deugden die nog niet aan bod zijn gekomen en

een lijstje literatuur om verder te lezen.

Leeswijzer

Doe me een deugd DEF.indd 8 04-12-2009 10:32:07

Page 9: Doe me een deugd!

Doe me een deugd | zo doe ik je een deugd 9

Misschien betrap je jezelf er wel eens op dat je wat

mopperig en negatief praat over de kinderen in je

klas. En niet alleen over de kinderen, ook tegen hen.

Zolang op hun gedrag niet veel is aan te merken, ben

je tevreden en zeg je niets. Pas als er iets mis gaat,

grijp je in, waarschuwend of corrigerend.

Als je vanuit deugden werkt, doe je dat anders. Je gaat

je eraan wennen juist het goede gedrag te benoemen.

Je praat niet meer over jokken en liegen, maar je be-

noemt vormen van eerlijkheid die je waarneemt. Je

voert geen antipestprogramma uit, maar introduceert

de deugd zorgzaamheid. Dan ontstaat er een positief

pedagogisch klimaat in de klas. Zo gaan kinderen er-

varen dat het in praktijk brengen van deugden een

fijne sfeer met zich meebrengt.

Vertrouwen hebben in kinderenHoe bereik je dat? In de eerste plaats is een goede

band met de kinderen nodig en moet je vertrouwen in

hen hebben. Anders bereik je weinig. Dat geldt voor

alles wat je doet met kinderen. Ze weten meer dan je

denkt en veel is latent al aanwezig. Je moet er alert op

worden, signaleren en benoemen wat je aan deugden

waarneemt. Daarmee geef je de deugden een plek in

je klas en versterk je het nastrevenswaardige ervan.

Maak iets bijzonders van de startHet is aan te raden van de start iets bijzonders te ma-

ken, zeker als kinderen voor het eerst met een deugd

kennismaken. De kinderen moeten het gevoel hebben

dat er iets speciaals gaat gebeuren en dat het leuk is.

Breng de deugd met enthousiasme ter sprake. Kies

daarom een deugd die ook goed bij jou past. Dan ben

je vanzelf al enthousiast. Als je een deugd aan de orde

stelt, kan dat niet ‘zomaar een lesje’ zijn.

Je kunt zo’n eerste lesmoment beginnen met het cre-

eren van rust en stilte. Vraag de kinderen om eens

helemaal stil te worden, misschien wel met de ogen

dicht of met de gordijnen gesloten. Zet iets neer wat

Zodoeikjeeendeugd

Doe me een deugd DEF.indd 9 04-12-2009 10:32:10

Page 10: Doe me een deugd!

10 Doe me een deugd | zo doe ik je een deugd

zo doe ik jein jouw klas bijdraagt aan een fijne sfeer, bijvoorbeeld

een kaars, bloemen of een symbolisch voorwerp

waarmee je de deugd introduceert.

Kennis van deugdenHet is belangrijk om zelf een scherp beeld te hebben

van de deugd die je centraal gaat stellen. We hebben

in dit boek veel aandacht besteed aan het beschrijven

van de diverse deugden. Het uitgangspunt is steeds

dat de deugd een duurzame houding is, geen losse

handeling. Je noemt iemand niet geduldig als hij één

keer geduld heeft getoond. Een geduldig persoon

is iemand bij wie geduld een patroon is geworden.

Geduld is een deel van zijn persoon of karakter ge-

worden. De deugd is een goede houding, de best

mogelijke houding zelfs: ze is optimaal. Je leert de

deugd onder andere door te kijken naar diegenen

die er heel goed in zijn. Als je wilt leren wat moed is,

dan kijk je hoe een moedig mens moed toont. Houd

daarom tijdens de lessen een paar concrete voor-

beelden van ‘voorbeeldige’ mensen paraat. Verder

maak je de deugd concreet door haar te beschrij-

ven als het juiste midden tussen twee extremen. Dit

principe komt steeds terug in de beschrijvingen van

de deugden in dit boek.

Onderzoeken, signaleren en oefenenEen belangrijke eerste stap in het leren van een deugd

is dat je er met de kinderen over gaat praten. Je noemt

de term en laat de kinderen ontdekken wat het woord

betekent. Wat is vriendschap, moed, verantwoorde-

lijkheid? Hoe zie je dat? Bij de een kan de deugd er an-

ders uitzien dan bij de ander. Met elkaar filosofeer je

over de betekenis van de deugd. Daardoor leren kin-

deren moreel te redeneren. Nodig de leerlingen ver-

volgens uit de deugd waar het over gaat, te signaleren

in het dagelijks leven en daar verslag van te doen. Be-

noem concrete voorbeelden van de deugd. En wees

zelf steeds een voorbeeld in houding en gedrag. Want

je kunt niet werken aan een deugd als je deze deugd

zelf niet nastreeft en tot uitdrukking brengt. Samen

met de kinderen ga je de deugd in praktijk brengen.

Deugden leer je door je erin te oefenen. Bedenk daar-

bij dat morele vorming een langdurig proces is en dat

je deugden niet van het ene op het andere moment je

eigen maakt.

Tijdens dit leerproces kun je allerlei werkvormen ge-

bruiken. In de uitgewerkte lessen en onder het kopje

Deugdethische werkvormen in het deel ‘Achtergrond’

staan tal van voorbeelden die laten zien hoe je dat

kunt doen.

Doe me een deugd DEF.indd 10 04-12-2009 10:32:13

Page 11: Doe me een deugd!

Doe me een deugd | zo doe ik je een deugd 11

Complimenteren en corrigerenWie enige kennis heeft van pedagogiek weet dat het

belangrijk is om positief gedrag te belonen. Laat dus

je blijdschap zien als je merkt dat kinderen een deugd

in praktijk brengen: benoem wat je ziet, steek je duim

omhoog, toon een glimlach, geef een schouderklop-

je, enzovoort. Wees daarbij oprecht. Een kind heeft

meteen door als je overdrijft of ten onrechte een com-

pliment geeft. Koppel je compliment aan het gedrag

op dat moment. Dus niet: ‘jij bent altijd zo zorgzaam’,

maar liever: ‘ik ben er blij mee dat je zorgzaam was’.

Anders suggereer je dat het kind altijd zorgzaam moet

zijn en maak je het afhankelijk van jouw compliment.

Als kinderen ook bij elkaar deugden gaan herkennen

en benoemen, heb je veel bereikt. Probeer positief te

blijven. Vermijd negatieve oordelen, straffen of drei-

gen met straffen. Beter is het te corrigeren met: ‘Was

je vergeten…’, ‘Ik wil je helpen om…’ Het evalueren

tot slot bestaat vooral uit belonen. Voer een positieve

consequentie in: een diploma, iets doen wat de kinde-

ren leuk vinden.

Neem de tijdStap niet te snel over op een nieuwe deugd. Vier of

vijf deugden per jaar kan al voldoende zijn. Voor het

vormingsproces is het belangrijk de deugden die je

behandeld en geoefend hebt, steeds weer toe te pas-

sen. Het mooiste is als de deugden een status krijgen

in de school als geheel. Zo kunnen kinderen ervaren

dat het in praktijk brengen ervan het samenleven in

de schoolgemeenschap plezierig en goed maakt.

een deugd

Doe me een deugd DEF.indd 11 04-12-2009 10:32:16

Page 12: Doe me een deugd!

deugdmatigheidonderbouw

Doe me een deugd DEF.indd 12 04-12-2009 10:32:51

Page 13: Doe me een deugd!

onderbouw | deugd matigheid 13

DoemededeugdmatigheidDe kunst van het genietenDe deugd matigheid gaat over de

kunst van het genieten. Matigheid

is de houding die je in staat stelt

op de juiste manier om te gaan

met wat je lekker en aange-

naam vindt, zoals eten

en drinken. Deze deugd

zorgt ervoor dat we niet

voortdurend doen wat

we begeren, maar dat we

daarin de juiste maat weten

te vinden. Wie alleen maar zijn

begeerte volgt, kan niet optimaal

genieten; hij wordt er slaaf van

en gaat aan onmatigheid lijden.

Matigheid komt ook de natuur en

de medemens ten goede. Wie de

juiste maat weet te houden neemt

niet meer dan nodig is en laat vol-

doende over voor een ander.

Tussen overmaat en onthoudingMatigheid heeft niets te maken met

middelmatigheid, maar juist met

de kunst van het echte genieten.

Dat wordt duidelijk als je kijkt naar

twee andere mogelijke houdingen:

te weinig of juist te veel nemen van

wat er te genieten valt.

Wie te weinig geniet, onthoudt zich

van wat aangenaam is en doet zich-

zelf daarmee tekort. Je bent dan te

karig en te zuinig. Je kunt weinig

eten omdat je wilt afvallen. Maar je

kunt daar ook te ver in gaan,

waardoor je verzwakt en

jezelf schade toebrengt.

En wie te weinig slaap

neemt, heeft daar de vol-

gende dag last van. Aan de

andere kant staat het te veel

nemen van geneugten als slapen,

eten en drinken. Je slaapt liever

dan dat je iets onderneemt. Dan

word je een luilak. Of je eet veel

meer dan nodig is en wordt door je

gulzigheid dik. Dit uiterste noemen

we overmaat. Of je nu te weinig

of te veel neemt, in beide gevallen

loop je schade op, waardoor je uit-

eindelijk minder geniet.

De deugd matigheid houdt precies

het juiste midden tussen deze twee

extremen. Matigheid is een mid-

den tussen te weinig en te veel, te

kort of te lang genieten van wat je

lekker en aangenaam vindt of no-

dig hebt. Matigheid is de kunst om

de juiste maat te vinden, in het be-

sef dat te veel én te weinig genieten

schadelijk is voor jezelf en voor je

omgeving. De deugd matigheid of

maat is ook in andere deugden te

vinden. Want iedere deugd bestaat

erin het juiste midden of de opti-

male maat te vinden.

Streven naar een optimale houdingHoe vind je nu dat evenwicht, dat

midden tussen te veel en te wei-

nig? Dat is niet altijd en voor ie-

dereen precies hetzelfde. Zo heeft

de een meer slaap nodig dan de

ander. Toch is er een zekere richt-

lijn. Die kun je leren door te let-

ten op iemand die optimaal om-

gaat met wat hij aangenaam vindt,

een voorbeeldpersoon. Bijvoor-

beeld iemand die kan genieten van

gezelligheid met vrienden, eten en

drinken, maar ook de verleiding

kan weerstaan om tot diep in de

nacht te blijven hangen, zodat hij

de volgende dag zijn werk weer

goed kan doen.

Doe me een deugd DEF.indd 13 04-12-2009 10:32:51

Page 14: Doe me een deugd!

Interview met Willemien Malenstein, leerkracht groep 1

14 onderbouw | deugd matigheid

matigheid

‘Van het leven genieten – dat zie

ik als een levensopdracht. Je moet

niet gierig of schraperig door

het leven gaan. Sta jezelf toe te

genieten. Dat heeft niet alleen met

eten te maken. Van een boswan-

deling of een fietstocht kun je net

zo goed genieten. Daar haal je

ook vreugde voor het leven uit. Ik

denk er zo over: God wil dat wij

genieten van wat Hij ons geeft, dat

wij verwonderd zijn om de vogels

die we zien in de tuin. Het is niet

goed als je nooit iets fijns doet.

Wat dat is, verschilt natuurlijk per

persoon. De een gaat elke week

op zijn racefiets weg en de ander

geniet van een mooi boek. In het

genieten moet je niet karig zijn

en ook niet gulzig. Daar liggen de

grenzen. Echt genieten heeft alles

te maken met matigheid.’

Dacci oggi il nostro

pane quotidiano

In de gezellige woonkeuken van

Willemien Malenstein zitten we

aan de eettafel. We praten over

deugden in het algemeen en de

deugd matigheid in het bijzonder.

Bij de koffie krijgen we verse, nog

warme, zelfgebakken appeltaart.

Want er is vandaag iets te vieren:

de intocht van de avondvierdaagse

waaraan de kinderen meedoen.

Achter onze rug staat met gekal-

ligrafeerde letters op een grote

witte muur: ‘Dacci oggi il nostro

pane quotidiano’, geef ons heden

ons dagelijks brood. Italiaans,

want Willemien en haar man zijn

Italiëfans.

Willemien, zelf moeder van drie

kinderen, is leerkracht in groep 1.

In haar klasje gaat ze de deugd

matigheid introduceren en die

heeft voor haar alles te maken met

Niet karig, maar ook niet gulzig

Doe me een deugd DEF.indd 14 04-12-2009 10:32:51

Page 15: Doe me een deugd!

onderbouw | deugd matigheid 15

haar geloof in God, want ‘wat je

hebt, krijg je van Hem’. Met de

jongste op schoot vertelt ze: ‘Toen

ik over die deugd ging nadenken,

viel me op dat kinderen uit zichzelf

al goed snappen waarom ze niet

steeds snoepjes uit de snoepdoos

mogen pakken. Dat hoef je hun

eigenlijk niet te vertellen. Het gaat

er dus om dat je kinderen ervan

bewust maakt dat het fi jn is maat

te houden, en niet zozeer dat ik ze

dat moet leren. Natuurlijk zeuren

ze wel eens door; dat hoort ook

een beetje bij een kind. Ik zou wil-

len bereiken dat ze zelf een manier

vinden om maat te houden.’ Met

een beetje schaamte zegt ze:

‘Dan vind ik het best schokkend

dat ik zelf door de kinderen wel

eens teruggefl oten word, als ik

bijvoorbeeld een tweede stukje

cake neem. Dan zie ik hen naar me

kijken alsof ze willen zeggen: “Ik

mocht dat niet, dan mag jij dat ook

niet.” Daarom vind ik het ook voor

mezelf best confronterend, die

deugd matigheid. Misschien heb

ik er daarom ook voor gekozen.’

‘Ik denk dat het goed is dat je

kinderen van jongs af aan be-

wust maakt van deugden. Dat ze

ervaren dat het leven mooier en

prettiger wordt, als je die deugden

in praktijk brengt. Het leuke van

matigheid is dat deze kerndeugd

bij veel deugden terugkomt.

Matigheid is precies het goede

midden in de andere deugden.

En een ondeugd is eigenlijk het

gevolg van het geen maat kunnen

houden.’

ik er daarom ook voor gekozen.’ ik er daarom ook voor gekozen.’ ik er daarom ook voor gekozen.’

deugd matigheid. Misschien heb deugd matigheid. Misschien heb deugd matigheid. Misschien heb deugd matigheid. Misschien heb deugd matigheid. Misschien heb deugd matigheid. Misschien heb

ik er daarom ook voor gekozen.’ ik er daarom ook voor gekozen.’ ik er daarom ook voor gekozen.’

‘Ik denk dat het goed is dat je ‘Ik denk dat het goed is dat je ‘Ik denk dat het goed is dat je ‘Ik denk dat het goed is dat je ‘Ik denk dat het goed is dat je ‘Ik denk dat het goed is dat je ‘Ik denk dat het goed is dat je

ervaren dat het leven mooier en

prettiger wordt, als je die deugden prettiger wordt, als je die deugden prettiger wordt, als je die deugden

wust maakt van deugden. Dat ze wust maakt van deugden. Dat ze wust maakt van deugden. Dat ze

ervaren dat het leven mooier en

wust maakt van deugden. Dat ze

ervaren dat het leven mooier en

prettiger wordt, als je die deugden prettiger wordt, als je die deugden prettiger wordt, als je die deugden prettiger wordt, als je die deugden

ervaren dat het leven mooier en

wust maakt van deugden. Dat ze wust maakt van deugden. Dat ze wust maakt van deugden. Dat ze wust maakt van deugden. Dat ze wust maakt van deugden. Dat ze

ervaren dat het leven mooier en ervaren dat het leven mooier en

prettiger wordt, als je die deugden

matigheid is dat deze kerndeugd matigheid is dat deze kerndeugd

bij veel deugden terugkomt. bij veel deugden terugkomt.

matigheid is dat deze kerndeugd matigheid is dat deze kerndeugd

in praktijk brengt. Het leuke van

matigheid is dat deze kerndeugd matigheid is dat deze kerndeugd

bij veel deugden terugkomt. bij veel deugden terugkomt.

midden in de andere deugden. midden in de andere deugden.

Matigheid is precies het goede Matigheid is precies het goede

bij veel deugden terugkomt. bij veel deugden terugkomt. bij veel deugden terugkomt.

Matigheid is precies het goede

midden in de andere deugden. eigenlijk niet te vertellen. Het gaat eigenlijk niet te vertellen. Het gaat eigenlijk niet te vertellen. Het gaat eigenlijk niet te vertellen. Het gaat eigenlijk niet te vertellen. Het gaat

er dus om dat je kinderen ervan er dus om dat je kinderen ervan er dus om dat je kinderen ervan er dus om dat je kinderen ervan

eigenlijk niet te vertellen. Het gaat eigenlijk niet te vertellen. Het gaat eigenlijk niet te vertellen. Het gaat eigenlijk niet te vertellen. Het gaat

er dus om dat je kinderen ervan

Niet karig, maar ook niet gulzig

Doe me een deugd DEF.indd 15 04-12-2009 10:33:44

Page 16: Doe me een deugd!

16 onderbouw | deugd matigheid

Lesideeënvoordeonderbouw

matigheidWat heb je nodig?• Verhalenboek Annie M.G. Schmidt,

Jip en Janneke, tweede boek, Querido,

Amsterdam 2008, p. 110

• Vergrote illustratie bij het verhaaltje

• Verkleedspullen

• Ingrediënten om cake te bakken

• Deegkom, mixer, spatel

• Oventje

Lesidee1Introductie met een verhaalIn de kring bespreek je kort wat er gebeurt als je

te veel eet. Dan lees je het verhaal ‘Deeg is lekker’

voor. In dat verhaal gaat het over Jip en Janneke die

te veel willen proeven van het deeg, omdat het zo

lekker is. Moeder legt uit dat rauw beslag niet goed

voor je is. Een hapje proeven is wel lekker, maar te

veel is niet goed.

Vervolgens houd je een nagesprekje. Wat gebeurde er

in het verhaal? De kinderen hebben thuis natuurlijk

ook wel eens een cake gebakken en beslag proeven

doen ze thuis ook. En net als Jip en Janneke mogen

ze er niet te veel van. Op de vraag ‘Waarom eigenlijk

niet, het is toch lekker?’ kunnen de kinderen verschil-

lende redenen noemen. Dan vraag je: ‘En als je hele-

maal niets neemt?’ Je stuurt het antwoord een beetje

in de richting van: ‘Dat is jammer, want dan weet je

niet hoe lekker het is!’

Samen trek je de conclusie dat het niet goed is te veel

te eten van iets wat wel heel lekker is. Maar niets

nemen is ook jammer van het lekkere eten. Je intro-

duceert dan het woord ‘matigheid’. Dat betekent: je

Lesideeënvoordeonderbouw

Doe me een deugd DEF.indd 16 04-12-2009 10:34:18

Page 17: Doe me een deugd!

onderbouw | deugd matigheid 17

neemt niet te veel en ook niet te weinig. Kinderen

vinden zo’n woord als matigheid mooi en interessant.

Samen bedenk je andere voorbeelden van ‘niet te

veel, maar ook niet te weinig’.

Lesidee2Rollenspel ‘Deeg is lekker’In de tweede les ga je het verhaaltje ‘Deeg is lekker’

naspelen. Er zijn drie personen: Jip, Janneke en moe-

der. De kinderen verkleden zich voor deze rollen. Er

is ook een kom met ‘deeg’, een mixer, een spatel en

een oven. Je laat het verhaaltje naspelen. Iedereen

denkt mee over wat de drie personen zouden kunnen

zeggen. Het gaat vooral om het ‘te veel’ of ‘te wei-

nig’ proeven. Je herhaalt het spel twee keer en daarna

kunnen de kinderen het ook zelfstandig in de huis-

hoek spelen, aangevuld met de nodige fantasie.

Lesidee3Bakken en etenMet de kinderen bak je een cake. Eerst maak je be-

slag, dan laat je een lepeltje proeven, net als in het

verhaaltje, en tot slot gaat de cake in de oven. In het

verhaaltje spelen Jip en Janneke buiten terwijl de

cake in de oven zit. Het is leuk als dat in je les ook zo

uitkomt. Als je dan binnenkomt, ruikt het lekker in de

klas. Daardoor krijgt iedereen veel trek in de cake. Dat

is het moment om op in te haken! Je benoemt dan het

begrip ‘te veel willen eten’ en komt zo weer bij het

onderwerp matigheid. Matigheid is dat je niet te veel

neemt, maar ook niet te weinig.

Dan ga je de cake verdelen. Samen bepaal je hoe

groot de stukken moeten zijn. Natuurlijk krijgen alle

Doe me een deugd DEF.indd 17 04-12-2009 10:34:20

Page 18: Doe me een deugd!

18 onderbouw | deugd matigheid

matigheidkinderen een stukje. Je bespreekt in de kring nog een

keer het thema.

• Wanneer eet je eigenlijk te veel?

• Kun je ook te weinig eten?

• Hoe doen we dat eigenlijk met eten in de kring?

• Eet er in de kring wel eens iemand te veel?

• Of doe je te lang over je eten?

Zo komen er heel wat vragen boven die je kunt ge-

bruiken om over matigheid te praten.

VolhoudenDit is natuurlijk nog maar een begin. Nu ga je erop

letten dat je het woord ‘matigheid’ blijft gebruiken,

zodat de kinderen zich de deugd echt eigen maken.

Dat betekent: steeds alert blijven op situaties waarin

je ‘matigheid’ ziet bij de kinderen en deze dan ook be-

noemen. En vooral laten zien dat je er blij mee bent.

Hoe kun je dat doen? Een leuk idee van Willemien is

een ‘dikke duimenkaart’ voor de klas als geheel.

Doe me een deugd DEF.indd 18 04-12-2009 10:34:24