Doe me een deugd!
-
Upload
boekencentrum-uitgevers -
Category
Documents
-
view
221 -
download
2
description
Transcript of Doe me een deugd!
Wilma van der Jagt & Pieter Vos
Wilm
a van der Jagt & Pieter Vos
Doe me eenPraktijkboek morele vorming voor de basisschoolDoe me een
Praktijkboek morele vorming voor de basisschool
NUR 840www.uitgeverijboekencentrum.nl
Doe m
e een9 7 8 9 0 2 3 9 2 4 5 5 5
Dit boek gaat over deugden. Nadat ze een tijdlang geassocieerd werden met braafheid en burgermansfatsoen, mogen deugden weer: ze zijn zelfs in. Deugden worden gezien als dat wat ze vanouds zijn: voortreffelijke eigenschappen die het nastreven waard zijn. Ook in opvoeding en onderwijs worden de deugden herontdekt. Want welke opvoeder wil niet dat zijn kind een geduldig, betrouwbaar, zorgzaam, rechtvaardig, vrijgevig en verdraagzaam mens wordt?
Je leert deugden door ze te doen. Dit boek laat zien hoe dat kan. Het is een praktijkboek dat ontstaan is in samenwerking met leerkrachten van diverse basisscholen. Iedereen die bezig is met de morele vorming van kinderen in de leeftijd van vier tot twaalf jaar kan zich erdoor laten inspireren. Leerkrachten en Pabo-studenten, maar ook ouders of verzorgers en medewerkers in de buitenschoolse opvang kunnen er direct mee aan de slag. De kleurrijke voorbeelden uit de praktijk en de heldere lesideeën maken het boek boeiend en toegankelijk.
Drs. Wilma van der Jagt is opleidingsdocent aan de Educatieve Academie van de Gereformeerde Hoge-school te Zwolle en lid van de kenniskring van het lectoraat Morele Vorming aan dezelfde hogeschool. Dr. Pieter Vos geeft als lector Morele Vorming leiding aan het lectoraat.
Boekencentrum
BC- omslag doe me een deugd COMPLEET.indd 1 04-12-2009 11:18:52
Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen,
evenmin als een slechte boom goede vruchten kan dragen.
Matteüs 7:18
Doe me een deugd DEF.indd 2 04-12-2009 10:31:55
Inhoudsopgave pagina
Introductie 5
Leeswijzer 8
Zo doe ik je een deugd 9
Onderbouw Doemededeugdmatigheid 13 Doemededeugdeerlijkheid 21 Doemededeugdgeduld 31
Middenbouw Doemededeugdnaastenliefde 39 Doemededeugdvriendschap 47 Doemededeugdzorgzaamheid 57
Bovenbouw Doemededeugdtolerantie 65 Doemededeugdverantwoordelijkheid 75 Doemededeugdrespect 83
Achtergrond
Wat is een deugd? 90
Klassieke, christelijke en moderne deugden 94
Hoe doe ik een deugd? 96
Deugdethiek en de ontwikkeling van het kind 100
Deugdethische werkvormen 105
Doe me nog een paar deugden! 113
Verder lezen 126
Doe me een deugd DEF.indd 3 04-12-2009 10:31:56
4 Doe me een deugd | introductie
introductie
Doe me een deugd DEF.indd 4 04-12-2009 10:32:00
Doe me een deugd | introductie 5
Deugden?!Dit boek gaat over deugden. Deugden mogen weer,
ze zijn zelfs in. Nadat ze een tijdlang geassocieerd
werden met braafheid en burgermansfatsoen, zijn
ze terug van weggeweest. In het dagblad Trouw ver-
scheen in 2008-2009 een uitgebreide serie over deug-
den onder de titel ‘voortreffelijk leven’. Een rake titel,
want deugden zijn niet middelmatig. Ze zijn eeuwen-
lang gezien als voortreffelijke eigenschappen. Ook in
opvoeding en onderwijs worden de deugden heront-
dekt. Bekend is het internationale programma dat in
Nederland bekendstaat als De deugdenboom. Toen
ook het vrouwenblad Libelle met een artikel over
deugden kwam, was duidelijk dat de deugden het
imago van benepenheid en moralisme definitief kwijt
zijn. Negen BN-ers deden vrijmoedig verslag over
een zelfgekozen deugd. Dat was voor ons de directe
aanleiding om samen met een aantal bevlogen leer-
krachten aan de slag te gaan met deugden. Daaruit is
dit boek voortgekomen.
Het is een praktijkboek voor leerkrachten en pabo-
studenten, waarin het vooral gaat om het leren van
deugden. Natuurlijk kunnen ook ouders of verzor-
gers en medewerkers in de buitenschoolse of tus-
senschoolse opvang er mee aan de slag. Iedereen die
bezig is met de vorming van kinderen in de leeftijd
van vier tot twaalf jaar kan inspiratie putten uit dit
boek. We weten hoe druk en veeleisend het werken
met kinderen is, maar ook hoe leuk. Het is inspirerend
kinderen enthousiast bezig te zien. Daarom hebben
we gekozen voor een opzet vanuit de praktijk, waarbij
ook veel te zien is.
Morele vormingHet boek is een product van het lectoraat Morele Vor-
ming van de Gereformeerde Hogeschool in Zwolle
(www.lectoraatmorelevorming.nl). Het lectoraat doet
onderzoek, ontwikkelt producten en geeft cursus-
sen op het gebied van de morele vorming van kin-
deren en jongeren. Dat is een actueel thema. Maar
het wordt snel in verband gebracht met een breed
maatschappelijk gevoel van onbehagen over het ge-
brek aan fatsoen en het verlies aan ‘waarden en nor-
men’. Hoe terecht dit onbehagen ook mag zijn, deze
benadering leidt snel tot moraliseren. Bij het werken
aan morele vorming kiezen wij een positieve insteek,
die stimuleert tot groei en ontwikkeling. We zoeken
morele vorming niet zozeer in strakke normen. Het
stellen van normen, verboden en regels is wel nodig,
maar motiveert nog niet meteen tot positief gedrag.
We zetten ook niet in op het vrijblijvend praten over
Introductie
Doe me een deugd DEF.indd 5 04-12-2009 10:32:03
6 Doe me een deugd | introductie
introductiedikwijls nogal vage waarden. Bij morele vorming gaat
het volgens ons vooral om het ontwikkelen van goede
eigenschappen die iedere opvoeder belangrijk vindt,
zoals geduldig, betrouwbaar, zorgzaam, rechtvaardig,
vrijgevig en verdraagzaam zijn. Deze eigenschappen
worden vanouds deugden genoemd.
De deugdethiek is een vorm van ethiek waarin de
kwaliteiten van de persoon centraal staan. Het gaat
erom hoe je bent. Als je goed gevormd bent, zul je ook
goed doen, is de gedachte van de deugdenbenade-
ring. Wie geduldig is, zal geduldig zijn in wat hij doet.
Wie zorgzaam is, zal zorgzame dingen doen. Ook het
omgekeerde geldt: je wordt geduldig door geduldig
te doen. Deugden leer je dus door ze te doen. Vandaar
het woord ‘doen’ in de titel Doe me een deugd!
Dezelfde gedachte vinden we in het motto dat we dit
boek meegeven. De mens is als een boom die goede
of slechte vruchten draagt. En dat is precies waar het
bij de deugden om gaat: de vorming van de goede
houding van de persoon (de boom), waaruit goed
doen (de vruchten) voortkomt.
Het motto komt uit de Bijbel. De Bijbel is een belang-
rijke bron van inspiratie voor dit boek. Dat is te merken
aan de aanpak en de uitspraken van de leerkrachten,
waarin de christelijke visie doorklinkt: de deugden
komen van God, de bron van al het goede, en zijn op
Hem gericht. Maar ook wie uit andere bronnen put,
kan waarschijnlijk goed uit de voeten met de deugden
die we beschrijven.
Doe me een deugd DEF.indd 6 04-12-2009 10:32:05
Doe me een deugd | introductie 7
Samen met leerkrachtenZonder de goede samenwerking met een aantal be-
vlogen leerkrachten zou het boek nooit geworden
zijn wat het is. We zijn veel dank verschuldigd aan de
negen leerkrachten die met enthousiasme een aantal
lessen hebben uitgewerkt voor hun groep en die ook
hebben uitgevoerd in de praktijk. Van elke bouw zijn
steeds drie leerkrachten aan het werk gegaan met een
deugd naar keuze. De invalshoek van de deugdethiek
was voor hen nieuw. Nadat ze ermee kennis hadden
gemaakt, gingen ze aan de slag. Al werkend ontdek-
ten ze de kracht van deze werkwijze. ‘Ik denk dat het
goed is dat je kinderen van jongs af bewust maakt van
deugden,’ zei een van hen. Een ander merkte op: ‘De
sfeer wordt prettiger, al ben je maar met één deugd
bezig.’
Voor de onderbouw werkten mee: Willemien Malen-
stein van de Eben Haëzerschool in IJsselmuiden,
Erna Barneveld van de Ichthusschool in IJsselmuiden
en Martine Neuteboom van De Sprankel in Zwolle.
Voor de middenbouw: Wies Mentjox van De Uitleg in
Dalfsen, Wilke Bergsma van de Eben Haëzerschool in
IJsselmuiden en Anja Tuinman van de Ichthusschool
in IJsselmuiden. Het deel over de bovenbouw is sa-
men met Bart Stevens van De Uitleg in Dalfsen en
Bart Hulleman en Chris de Man van De Sprankel in
Zwolle uitgewerkt.
We bedanken ook de leerlingen, die met veel plezier
hebben meegedaan, en de ouders, die toestemming
gaven voor het maken van foto’s van hun kinderen.
DankMaartje Janssens heeft als student van de faculteit
filosofie van de Radboud Universiteit Nijmegen in
het kader van een stage bij het lectoraat belangrijk
voorbereidend werk geleverd voor het deel ‘Achter-
grond’.
Tot slot noemen we een aantal mensen die ook met
deugdethiek en morele vorming bezig zijn. Zij heb-
ben ons met hun ideeën geïnspireerd voor dit project.
Met Charles Hamburger van stichting De Deugden-
boom voerden we fijne gesprekken over het werken
met deugden. Met Tom Kroon, auteur van een boek
en een methode waarin deugden een grote rol spelen,
wisselden we goede ideeën uit. Van Paul van Tonge-
ren, hoogleraar ethiek aan de Radboud Universiteit
Nijmegen, leerden we een aantal verantwoorde toe-
passingen van de deugdethiek in de praktijk.
Het werken met deugden is nog niet erg gangbaar
op scholen. De leerkrachten die aan dit boek hebben
meegewerkt, laten zien hoe inspirerend en vormend
het kan zijn. Wij zijn ervan overtuigd dat deze manier
van werken je enorm kan helpen kinderen te vormen
tot verantwoordelijke volwassenen die genoeg prak-
tische wijsheid hebben om moreel verantwoord te
handelen.
Doe me een deugd DEF.indd 7 04-12-2009 10:32:05
8 Doe me een deugd | leeswijzer
leeswijzerDe opzet van het boek is als volgt: na een korte in-
leiding over enkele kenmerken van de deugdethische
benadering volgen vier delen: Onderbouw, Midden-
bouw, Bovenbouw en Achtergrond.
Onderbouw, middenbouw, bovenbouwDe eerste drie delen komen uit de praktijk van de ba-
sisschool. Daarin lees je het verslag van de uitgevoer-
de projecten. Bij iedere bouw worden drie deugden
besproken, steeds met concrete ideeën die je direct
kunt toepassen in je eigen onderwijs- en opvoedings-
praktijk.
Elke deugd wordt geïntroduceerd met een kernach-
tige omschrijving. Belangrijke elementen uit die be-
schrijving komen terug in de lessen. De lesideeën zijn
voor een groot deel direct ontleend aan de lessen die
de leerkrachten hebben gegeven. Ook is steeds een
kort interview opgenomen met de leerkracht die de
betreffende deugd heeft uitgewerkt.
AchtergrondIn het vierde deel gaan we in op de achtergrond van
de gekozen benadering. We geven een korte beschrij-
ving van de deugdethiek en een aantal adviezen aan
de opvoeder die wil werken aan deugdethische vor-
ming. Daarna komt de morele ontwikkeling van kin-
deren aan de orde. Vervolgens lichten we zes werk-
vormen toe die geschikt zijn voor een deugdethische
aanpak. We sluiten af met de beschrijving van een
aantal deugden die nog niet aan bod zijn gekomen en
een lijstje literatuur om verder te lezen.
Leeswijzer
Doe me een deugd DEF.indd 8 04-12-2009 10:32:07
Doe me een deugd | zo doe ik je een deugd 9
Misschien betrap je jezelf er wel eens op dat je wat
mopperig en negatief praat over de kinderen in je
klas. En niet alleen over de kinderen, ook tegen hen.
Zolang op hun gedrag niet veel is aan te merken, ben
je tevreden en zeg je niets. Pas als er iets mis gaat,
grijp je in, waarschuwend of corrigerend.
Als je vanuit deugden werkt, doe je dat anders. Je gaat
je eraan wennen juist het goede gedrag te benoemen.
Je praat niet meer over jokken en liegen, maar je be-
noemt vormen van eerlijkheid die je waarneemt. Je
voert geen antipestprogramma uit, maar introduceert
de deugd zorgzaamheid. Dan ontstaat er een positief
pedagogisch klimaat in de klas. Zo gaan kinderen er-
varen dat het in praktijk brengen van deugden een
fijne sfeer met zich meebrengt.
Vertrouwen hebben in kinderenHoe bereik je dat? In de eerste plaats is een goede
band met de kinderen nodig en moet je vertrouwen in
hen hebben. Anders bereik je weinig. Dat geldt voor
alles wat je doet met kinderen. Ze weten meer dan je
denkt en veel is latent al aanwezig. Je moet er alert op
worden, signaleren en benoemen wat je aan deugden
waarneemt. Daarmee geef je de deugden een plek in
je klas en versterk je het nastrevenswaardige ervan.
Maak iets bijzonders van de startHet is aan te raden van de start iets bijzonders te ma-
ken, zeker als kinderen voor het eerst met een deugd
kennismaken. De kinderen moeten het gevoel hebben
dat er iets speciaals gaat gebeuren en dat het leuk is.
Breng de deugd met enthousiasme ter sprake. Kies
daarom een deugd die ook goed bij jou past. Dan ben
je vanzelf al enthousiast. Als je een deugd aan de orde
stelt, kan dat niet ‘zomaar een lesje’ zijn.
Je kunt zo’n eerste lesmoment beginnen met het cre-
eren van rust en stilte. Vraag de kinderen om eens
helemaal stil te worden, misschien wel met de ogen
dicht of met de gordijnen gesloten. Zet iets neer wat
Zodoeikjeeendeugd
Doe me een deugd DEF.indd 9 04-12-2009 10:32:10
10 Doe me een deugd | zo doe ik je een deugd
zo doe ik jein jouw klas bijdraagt aan een fijne sfeer, bijvoorbeeld
een kaars, bloemen of een symbolisch voorwerp
waarmee je de deugd introduceert.
Kennis van deugdenHet is belangrijk om zelf een scherp beeld te hebben
van de deugd die je centraal gaat stellen. We hebben
in dit boek veel aandacht besteed aan het beschrijven
van de diverse deugden. Het uitgangspunt is steeds
dat de deugd een duurzame houding is, geen losse
handeling. Je noemt iemand niet geduldig als hij één
keer geduld heeft getoond. Een geduldig persoon
is iemand bij wie geduld een patroon is geworden.
Geduld is een deel van zijn persoon of karakter ge-
worden. De deugd is een goede houding, de best
mogelijke houding zelfs: ze is optimaal. Je leert de
deugd onder andere door te kijken naar diegenen
die er heel goed in zijn. Als je wilt leren wat moed is,
dan kijk je hoe een moedig mens moed toont. Houd
daarom tijdens de lessen een paar concrete voor-
beelden van ‘voorbeeldige’ mensen paraat. Verder
maak je de deugd concreet door haar te beschrij-
ven als het juiste midden tussen twee extremen. Dit
principe komt steeds terug in de beschrijvingen van
de deugden in dit boek.
Onderzoeken, signaleren en oefenenEen belangrijke eerste stap in het leren van een deugd
is dat je er met de kinderen over gaat praten. Je noemt
de term en laat de kinderen ontdekken wat het woord
betekent. Wat is vriendschap, moed, verantwoorde-
lijkheid? Hoe zie je dat? Bij de een kan de deugd er an-
ders uitzien dan bij de ander. Met elkaar filosofeer je
over de betekenis van de deugd. Daardoor leren kin-
deren moreel te redeneren. Nodig de leerlingen ver-
volgens uit de deugd waar het over gaat, te signaleren
in het dagelijks leven en daar verslag van te doen. Be-
noem concrete voorbeelden van de deugd. En wees
zelf steeds een voorbeeld in houding en gedrag. Want
je kunt niet werken aan een deugd als je deze deugd
zelf niet nastreeft en tot uitdrukking brengt. Samen
met de kinderen ga je de deugd in praktijk brengen.
Deugden leer je door je erin te oefenen. Bedenk daar-
bij dat morele vorming een langdurig proces is en dat
je deugden niet van het ene op het andere moment je
eigen maakt.
Tijdens dit leerproces kun je allerlei werkvormen ge-
bruiken. In de uitgewerkte lessen en onder het kopje
Deugdethische werkvormen in het deel ‘Achtergrond’
staan tal van voorbeelden die laten zien hoe je dat
kunt doen.
Doe me een deugd DEF.indd 10 04-12-2009 10:32:13
Doe me een deugd | zo doe ik je een deugd 11
Complimenteren en corrigerenWie enige kennis heeft van pedagogiek weet dat het
belangrijk is om positief gedrag te belonen. Laat dus
je blijdschap zien als je merkt dat kinderen een deugd
in praktijk brengen: benoem wat je ziet, steek je duim
omhoog, toon een glimlach, geef een schouderklop-
je, enzovoort. Wees daarbij oprecht. Een kind heeft
meteen door als je overdrijft of ten onrechte een com-
pliment geeft. Koppel je compliment aan het gedrag
op dat moment. Dus niet: ‘jij bent altijd zo zorgzaam’,
maar liever: ‘ik ben er blij mee dat je zorgzaam was’.
Anders suggereer je dat het kind altijd zorgzaam moet
zijn en maak je het afhankelijk van jouw compliment.
Als kinderen ook bij elkaar deugden gaan herkennen
en benoemen, heb je veel bereikt. Probeer positief te
blijven. Vermijd negatieve oordelen, straffen of drei-
gen met straffen. Beter is het te corrigeren met: ‘Was
je vergeten…’, ‘Ik wil je helpen om…’ Het evalueren
tot slot bestaat vooral uit belonen. Voer een positieve
consequentie in: een diploma, iets doen wat de kinde-
ren leuk vinden.
Neem de tijdStap niet te snel over op een nieuwe deugd. Vier of
vijf deugden per jaar kan al voldoende zijn. Voor het
vormingsproces is het belangrijk de deugden die je
behandeld en geoefend hebt, steeds weer toe te pas-
sen. Het mooiste is als de deugden een status krijgen
in de school als geheel. Zo kunnen kinderen ervaren
dat het in praktijk brengen ervan het samenleven in
de schoolgemeenschap plezierig en goed maakt.
een deugd
Doe me een deugd DEF.indd 11 04-12-2009 10:32:16
deugdmatigheidonderbouw
Doe me een deugd DEF.indd 12 04-12-2009 10:32:51
onderbouw | deugd matigheid 13
DoemededeugdmatigheidDe kunst van het genietenDe deugd matigheid gaat over de
kunst van het genieten. Matigheid
is de houding die je in staat stelt
op de juiste manier om te gaan
met wat je lekker en aange-
naam vindt, zoals eten
en drinken. Deze deugd
zorgt ervoor dat we niet
voortdurend doen wat
we begeren, maar dat we
daarin de juiste maat weten
te vinden. Wie alleen maar zijn
begeerte volgt, kan niet optimaal
genieten; hij wordt er slaaf van
en gaat aan onmatigheid lijden.
Matigheid komt ook de natuur en
de medemens ten goede. Wie de
juiste maat weet te houden neemt
niet meer dan nodig is en laat vol-
doende over voor een ander.
Tussen overmaat en onthoudingMatigheid heeft niets te maken met
middelmatigheid, maar juist met
de kunst van het echte genieten.
Dat wordt duidelijk als je kijkt naar
twee andere mogelijke houdingen:
te weinig of juist te veel nemen van
wat er te genieten valt.
Wie te weinig geniet, onthoudt zich
van wat aangenaam is en doet zich-
zelf daarmee tekort. Je bent dan te
karig en te zuinig. Je kunt weinig
eten omdat je wilt afvallen. Maar je
kunt daar ook te ver in gaan,
waardoor je verzwakt en
jezelf schade toebrengt.
En wie te weinig slaap
neemt, heeft daar de vol-
gende dag last van. Aan de
andere kant staat het te veel
nemen van geneugten als slapen,
eten en drinken. Je slaapt liever
dan dat je iets onderneemt. Dan
word je een luilak. Of je eet veel
meer dan nodig is en wordt door je
gulzigheid dik. Dit uiterste noemen
we overmaat. Of je nu te weinig
of te veel neemt, in beide gevallen
loop je schade op, waardoor je uit-
eindelijk minder geniet.
De deugd matigheid houdt precies
het juiste midden tussen deze twee
extremen. Matigheid is een mid-
den tussen te weinig en te veel, te
kort of te lang genieten van wat je
lekker en aangenaam vindt of no-
dig hebt. Matigheid is de kunst om
de juiste maat te vinden, in het be-
sef dat te veel én te weinig genieten
schadelijk is voor jezelf en voor je
omgeving. De deugd matigheid of
maat is ook in andere deugden te
vinden. Want iedere deugd bestaat
erin het juiste midden of de opti-
male maat te vinden.
Streven naar een optimale houdingHoe vind je nu dat evenwicht, dat
midden tussen te veel en te wei-
nig? Dat is niet altijd en voor ie-
dereen precies hetzelfde. Zo heeft
de een meer slaap nodig dan de
ander. Toch is er een zekere richt-
lijn. Die kun je leren door te let-
ten op iemand die optimaal om-
gaat met wat hij aangenaam vindt,
een voorbeeldpersoon. Bijvoor-
beeld iemand die kan genieten van
gezelligheid met vrienden, eten en
drinken, maar ook de verleiding
kan weerstaan om tot diep in de
nacht te blijven hangen, zodat hij
de volgende dag zijn werk weer
goed kan doen.
Doe me een deugd DEF.indd 13 04-12-2009 10:32:51
Interview met Willemien Malenstein, leerkracht groep 1
14 onderbouw | deugd matigheid
matigheid
‘Van het leven genieten – dat zie
ik als een levensopdracht. Je moet
niet gierig of schraperig door
het leven gaan. Sta jezelf toe te
genieten. Dat heeft niet alleen met
eten te maken. Van een boswan-
deling of een fietstocht kun je net
zo goed genieten. Daar haal je
ook vreugde voor het leven uit. Ik
denk er zo over: God wil dat wij
genieten van wat Hij ons geeft, dat
wij verwonderd zijn om de vogels
die we zien in de tuin. Het is niet
goed als je nooit iets fijns doet.
Wat dat is, verschilt natuurlijk per
persoon. De een gaat elke week
op zijn racefiets weg en de ander
geniet van een mooi boek. In het
genieten moet je niet karig zijn
en ook niet gulzig. Daar liggen de
grenzen. Echt genieten heeft alles
te maken met matigheid.’
Dacci oggi il nostro
pane quotidiano
In de gezellige woonkeuken van
Willemien Malenstein zitten we
aan de eettafel. We praten over
deugden in het algemeen en de
deugd matigheid in het bijzonder.
Bij de koffie krijgen we verse, nog
warme, zelfgebakken appeltaart.
Want er is vandaag iets te vieren:
de intocht van de avondvierdaagse
waaraan de kinderen meedoen.
Achter onze rug staat met gekal-
ligrafeerde letters op een grote
witte muur: ‘Dacci oggi il nostro
pane quotidiano’, geef ons heden
ons dagelijks brood. Italiaans,
want Willemien en haar man zijn
Italiëfans.
Willemien, zelf moeder van drie
kinderen, is leerkracht in groep 1.
In haar klasje gaat ze de deugd
matigheid introduceren en die
heeft voor haar alles te maken met
Niet karig, maar ook niet gulzig
Doe me een deugd DEF.indd 14 04-12-2009 10:32:51
onderbouw | deugd matigheid 15
haar geloof in God, want ‘wat je
hebt, krijg je van Hem’. Met de
jongste op schoot vertelt ze: ‘Toen
ik over die deugd ging nadenken,
viel me op dat kinderen uit zichzelf
al goed snappen waarom ze niet
steeds snoepjes uit de snoepdoos
mogen pakken. Dat hoef je hun
eigenlijk niet te vertellen. Het gaat
er dus om dat je kinderen ervan
bewust maakt dat het fi jn is maat
te houden, en niet zozeer dat ik ze
dat moet leren. Natuurlijk zeuren
ze wel eens door; dat hoort ook
een beetje bij een kind. Ik zou wil-
len bereiken dat ze zelf een manier
vinden om maat te houden.’ Met
een beetje schaamte zegt ze:
‘Dan vind ik het best schokkend
dat ik zelf door de kinderen wel
eens teruggefl oten word, als ik
bijvoorbeeld een tweede stukje
cake neem. Dan zie ik hen naar me
kijken alsof ze willen zeggen: “Ik
mocht dat niet, dan mag jij dat ook
niet.” Daarom vind ik het ook voor
mezelf best confronterend, die
deugd matigheid. Misschien heb
ik er daarom ook voor gekozen.’
‘Ik denk dat het goed is dat je
kinderen van jongs af aan be-
wust maakt van deugden. Dat ze
ervaren dat het leven mooier en
prettiger wordt, als je die deugden
in praktijk brengt. Het leuke van
matigheid is dat deze kerndeugd
bij veel deugden terugkomt.
Matigheid is precies het goede
midden in de andere deugden.
En een ondeugd is eigenlijk het
gevolg van het geen maat kunnen
houden.’
ik er daarom ook voor gekozen.’ ik er daarom ook voor gekozen.’ ik er daarom ook voor gekozen.’
deugd matigheid. Misschien heb deugd matigheid. Misschien heb deugd matigheid. Misschien heb deugd matigheid. Misschien heb deugd matigheid. Misschien heb deugd matigheid. Misschien heb
ik er daarom ook voor gekozen.’ ik er daarom ook voor gekozen.’ ik er daarom ook voor gekozen.’
‘Ik denk dat het goed is dat je ‘Ik denk dat het goed is dat je ‘Ik denk dat het goed is dat je ‘Ik denk dat het goed is dat je ‘Ik denk dat het goed is dat je ‘Ik denk dat het goed is dat je ‘Ik denk dat het goed is dat je
ervaren dat het leven mooier en
prettiger wordt, als je die deugden prettiger wordt, als je die deugden prettiger wordt, als je die deugden
wust maakt van deugden. Dat ze wust maakt van deugden. Dat ze wust maakt van deugden. Dat ze
ervaren dat het leven mooier en
wust maakt van deugden. Dat ze
ervaren dat het leven mooier en
prettiger wordt, als je die deugden prettiger wordt, als je die deugden prettiger wordt, als je die deugden prettiger wordt, als je die deugden
ervaren dat het leven mooier en
wust maakt van deugden. Dat ze wust maakt van deugden. Dat ze wust maakt van deugden. Dat ze wust maakt van deugden. Dat ze wust maakt van deugden. Dat ze
ervaren dat het leven mooier en ervaren dat het leven mooier en
prettiger wordt, als je die deugden
matigheid is dat deze kerndeugd matigheid is dat deze kerndeugd
bij veel deugden terugkomt. bij veel deugden terugkomt.
matigheid is dat deze kerndeugd matigheid is dat deze kerndeugd
in praktijk brengt. Het leuke van
matigheid is dat deze kerndeugd matigheid is dat deze kerndeugd
bij veel deugden terugkomt. bij veel deugden terugkomt.
midden in de andere deugden. midden in de andere deugden.
Matigheid is precies het goede Matigheid is precies het goede
bij veel deugden terugkomt. bij veel deugden terugkomt. bij veel deugden terugkomt.
Matigheid is precies het goede
midden in de andere deugden. eigenlijk niet te vertellen. Het gaat eigenlijk niet te vertellen. Het gaat eigenlijk niet te vertellen. Het gaat eigenlijk niet te vertellen. Het gaat eigenlijk niet te vertellen. Het gaat
er dus om dat je kinderen ervan er dus om dat je kinderen ervan er dus om dat je kinderen ervan er dus om dat je kinderen ervan
eigenlijk niet te vertellen. Het gaat eigenlijk niet te vertellen. Het gaat eigenlijk niet te vertellen. Het gaat eigenlijk niet te vertellen. Het gaat
er dus om dat je kinderen ervan
Niet karig, maar ook niet gulzig
Doe me een deugd DEF.indd 15 04-12-2009 10:33:44
16 onderbouw | deugd matigheid
Lesideeënvoordeonderbouw
matigheidWat heb je nodig?• Verhalenboek Annie M.G. Schmidt,
Jip en Janneke, tweede boek, Querido,
Amsterdam 2008, p. 110
• Vergrote illustratie bij het verhaaltje
• Verkleedspullen
• Ingrediënten om cake te bakken
• Deegkom, mixer, spatel
• Oventje
Lesidee1Introductie met een verhaalIn de kring bespreek je kort wat er gebeurt als je
te veel eet. Dan lees je het verhaal ‘Deeg is lekker’
voor. In dat verhaal gaat het over Jip en Janneke die
te veel willen proeven van het deeg, omdat het zo
lekker is. Moeder legt uit dat rauw beslag niet goed
voor je is. Een hapje proeven is wel lekker, maar te
veel is niet goed.
Vervolgens houd je een nagesprekje. Wat gebeurde er
in het verhaal? De kinderen hebben thuis natuurlijk
ook wel eens een cake gebakken en beslag proeven
doen ze thuis ook. En net als Jip en Janneke mogen
ze er niet te veel van. Op de vraag ‘Waarom eigenlijk
niet, het is toch lekker?’ kunnen de kinderen verschil-
lende redenen noemen. Dan vraag je: ‘En als je hele-
maal niets neemt?’ Je stuurt het antwoord een beetje
in de richting van: ‘Dat is jammer, want dan weet je
niet hoe lekker het is!’
Samen trek je de conclusie dat het niet goed is te veel
te eten van iets wat wel heel lekker is. Maar niets
nemen is ook jammer van het lekkere eten. Je intro-
duceert dan het woord ‘matigheid’. Dat betekent: je
Lesideeënvoordeonderbouw
Doe me een deugd DEF.indd 16 04-12-2009 10:34:18
onderbouw | deugd matigheid 17
neemt niet te veel en ook niet te weinig. Kinderen
vinden zo’n woord als matigheid mooi en interessant.
Samen bedenk je andere voorbeelden van ‘niet te
veel, maar ook niet te weinig’.
Lesidee2Rollenspel ‘Deeg is lekker’In de tweede les ga je het verhaaltje ‘Deeg is lekker’
naspelen. Er zijn drie personen: Jip, Janneke en moe-
der. De kinderen verkleden zich voor deze rollen. Er
is ook een kom met ‘deeg’, een mixer, een spatel en
een oven. Je laat het verhaaltje naspelen. Iedereen
denkt mee over wat de drie personen zouden kunnen
zeggen. Het gaat vooral om het ‘te veel’ of ‘te wei-
nig’ proeven. Je herhaalt het spel twee keer en daarna
kunnen de kinderen het ook zelfstandig in de huis-
hoek spelen, aangevuld met de nodige fantasie.
Lesidee3Bakken en etenMet de kinderen bak je een cake. Eerst maak je be-
slag, dan laat je een lepeltje proeven, net als in het
verhaaltje, en tot slot gaat de cake in de oven. In het
verhaaltje spelen Jip en Janneke buiten terwijl de
cake in de oven zit. Het is leuk als dat in je les ook zo
uitkomt. Als je dan binnenkomt, ruikt het lekker in de
klas. Daardoor krijgt iedereen veel trek in de cake. Dat
is het moment om op in te haken! Je benoemt dan het
begrip ‘te veel willen eten’ en komt zo weer bij het
onderwerp matigheid. Matigheid is dat je niet te veel
neemt, maar ook niet te weinig.
Dan ga je de cake verdelen. Samen bepaal je hoe
groot de stukken moeten zijn. Natuurlijk krijgen alle
Doe me een deugd DEF.indd 17 04-12-2009 10:34:20
18 onderbouw | deugd matigheid
matigheidkinderen een stukje. Je bespreekt in de kring nog een
keer het thema.
• Wanneer eet je eigenlijk te veel?
• Kun je ook te weinig eten?
• Hoe doen we dat eigenlijk met eten in de kring?
• Eet er in de kring wel eens iemand te veel?
• Of doe je te lang over je eten?
Zo komen er heel wat vragen boven die je kunt ge-
bruiken om over matigheid te praten.
VolhoudenDit is natuurlijk nog maar een begin. Nu ga je erop
letten dat je het woord ‘matigheid’ blijft gebruiken,
zodat de kinderen zich de deugd echt eigen maken.
Dat betekent: steeds alert blijven op situaties waarin
je ‘matigheid’ ziet bij de kinderen en deze dan ook be-
noemen. En vooral laten zien dat je er blij mee bent.
Hoe kun je dat doen? Een leuk idee van Willemien is
een ‘dikke duimenkaart’ voor de klas als geheel.
Doe me een deugd DEF.indd 18 04-12-2009 10:34:24