Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en...

24
Didactiek aardrijkskunde Portfolio Taak Werkbladen Tessa Bogaerts 2SA3 2015-2016

Transcript of Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en...

Page 1: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen

Didactiek

aardrijkskunde

Portfolio

Taak Werkbladen

Tessa Bogaerts

2SA3

2015-2016

Page 2: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen

1. Analyse

1.1 Leerplan en jaarplanning:

Situering in het leerplan:

4.4 Verschillen tussen agrarische regio’s

1. Aan de hand van concrete voorbeelden, van beelden en van andere

informatiebronnen de herkomst van een aantal voedingsproducten op

kaarten aflezen.

2. Door analyse van beelden, van kaarten en van andere

informatiebronnen één agrarisch landschap en traditionele landbouw

van Afrika Sub-Sahara in relatie brengen met het natuurlijk milieu en

met menselijke omstandigheden.

Jaarplanning:

In het eerste hoofdstuk (Landbouw en voeding) wordt enkel de eerste

oefening behandeld. In de jaarplanning van de school wordt voor deze

oefening een halve les gerekend. In hoofdstuk 2 (Landbouw in Sub-Sahara-

Afrika) wordt er voor de situering en de fysische omstandigheden 1 les

gerekend.

Page 3: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen

1.2 Leerproces

Het werkboek heeft geen ondersteuning van notities of een handboek.

Het werkboek bestaat vrijwel volledig uit oefeningen waarbij je enkele

korte zinnen of woordjes in moet vullen. In het begin van elk thema

bevindt zich een schema (spinschema) met daarop het verloop en

onderverdelingen van het thema en hoofdstukken zodat leerlingen een

duidelijk verloop kunnen zien van de nog te bekijken leerstof.

Page 4: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen

1.3 Werkvormen

In de vraag staat nooit bij hoe de oefening gaat verlopen qua

werkvormen. Maar je kan dit als leerkracht wel zelf doen. Bij de vraagjes

kan je makkelijk een OLG gebruiken omdat je zo alle vraagjes kan

invullen met de hulp van de leerlingen en zij zo moeten meewerken en

meer inzicht krijgen in de leerstof. Je kan als leerkracht bij grote

atlasoefeningen de leerlingen per 2 laten werken, dit verloopt sneller.

Maar ook kan je de oefeningen zelfstandig, in groep,… laten oplossen.

Page 5: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen

1.4 Informatiebronnen

In het werkboek staan voldoende grafieken, kaarten, tabellen,…

Sommige moeten als oefening verder aangevuld worden en andere

dienen als ondersteuning voor het invullen van een andere oefening. De

leerlingen moeten ook vaak hun atlas gebruiken om hierin kaarten op te

zoeken die hun kunnen helpen bij het oplossen van oefeningen. Ook

wordt er verwezen naar vorige lessen (bv. wanneer ze geleerd hebben

over temperatuurzones en de determineertabel voor klimaten) om zo

oefeningen op te kunnen lossen. Maar de leerlingen moeten te weinig

open vragen invullen, ze krijgen altijd al een hint door bijvoorbeeld enkel

een aantal woorden in te moeten vullen. Er wordt ook niet naar de

herkomst van de bron verwezen.

Page 6: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen

1.5 Technieken en vaardigheden

De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen

begrijpen en gebruiken. Er is wel degelijk een evolutie te zien van de

eerste graad naar de derde graad. De leerstof is wel meer diepgaand en

moeilijker, maar de moeilijkheid van de vraag blijft hetzelfde. Het blijven

vooral invulvragen en geen complexere open vragen.

2. Reflectie

De eerste oefening van de herkomst van onze voeding vond ik een goede

atlasoefening. Ze mochten deze per 2 maken, zo duurt het niet al te lang. Bij

het tweede thema (Landbouw in Sub-Sahara-Afrika) stond er vanboven geen

uitleg over nomadische veeteelt, traditionele landbouw en plantagelandbouw.

Deze begrippen heb ik aan de hand van een OLG en afbeeldingen

verduidelijkt. De rest van de Situering gebeurde klassikaal. Oefening 5 van de

fysische omstandigheden mochten ze per 2 verder invullen, dit was ook een

atlasoefening. Het deel over de horsten en slenken werd uitgelegd adhv

afbeeldingen en voorbeelden. Bij oefening 6 moesten de leerlingen niets

invullen (de tekst eronder moesten ze niet kennen) maar deze kaart hebben

we wel bestudeerd en geanalyseerd. Bij oefening 7 moesten ze er kaarten

bijnemen die ze in het eerste hoofdstuk gezien hadden, zo konden ze adhv

die kaarten en determineertabellen de oefeningen klassikaal invullen. Er

werden linken gelegd tussen de neerslag en plantengroei adhv kaarten,

tabellen, grafieken. De kaarten en tabellen,.. in het werkboek waren wel

duidelijk maar door extra afbeeldingen in mijn ppt kregen de leerlingen meer

duidelijkheid.

Page 7: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen
Page 8: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen
Page 9: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen
Page 10: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen
Page 11: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen
Page 12: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen
Page 13: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen
Page 14: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen

UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding

Vestiging Heverlee Hertogstraat 178, 3001 Heverlee

Tel. +32 16 37 56 00

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Naam: Tessa Bogaerts

Vakkencombinatie: Aardrijkskunde- Engels

Stagebegeleider DLO: Ann Schellemans

School: Mariagaarde Instituut

Onderwijsvorm: TSO

Richting: Lichamelijke opvoeding en sport

Klas: 3TW

Lokaal: S006

Aantal leerlingen: 22

Les gegeven door: Tessa Bogaerts

Vak: Aardrijkskunde

Onderwerp: 1. Landbouw en voeding, 2. Landbouw in

Sub-Sahara-Afrika

Vakmentor: Steve Decraene

Datum/Data: 01/03

Lesuur/-uren: 13u35

BEGINSITUATIE

Situering in de lessenreeks Dit is het derde thema uit het boek. De leerlingen hebben al verschillende landschappen bestudeerd, ze hebben de verschillende werelddelen gezien en kunnen ook de verschillende wereldblokken benoemen. ze hebben het ook al gehad over aantrekkelijke landschappen en toerisme. Nu gaan ze het hebben over verschillen tussen agrarische

regio’s en dus landbouw. Ze beginnen bij landbouw in Sub-Sahara-Afrika.

Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is) Leerlingen hebben al een aantal landschappen bekeken. Hebben het ook al gehad over Nomaden. Hebben al geleerd over de verschillende wereldblokken. Ze weten dus de Arabische wereld en Sub-Sahara-Afrika liggen. Ze weten ook hoe ze klimaattypes kunnen aflezen op een determineertabel.

Belevings- en ervaringswereld & Actualiteit Leerlingen kopen voedingswaren in de winkels, ze eten voeding die afkomstig is van over heel de wereld.

Leerniveau van de klasgroep, klassfeer, … Heel rustige en vlotte klas. Leerlingen steken zelf hand op om te antwoorden.

DIDACTISCHE VERANTWOORDING Welke (vak)didactische principes en werkvormen komen in je les aan bod? Waarom kies

je voor deze aanpak?

EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN

Situering in de eindtermen: (Vakoverschrijdend en/of vakgebonden)

ET 1 ET 12 ET 14 ET 15 ET 2 ET 16 ET 3 ET 17

ET 4 ET 6

Situering in het leerplan: 4.4 Verschillen tussen agrarische regio’s 1. Aan de hand van concrete voorbeelden, van beelden en van andere informatiebronnen de herkomst van een

aantal voedingsproducten op kaarten aflezen. 2. Door analyse van beelden, van kaarten en van andere informatiebronnen één agrarisch landschap en traditionele landbouw van Afrika Sub-Sahara in relatie brengen met het natuurlijk milieu en met menselijke omstandigheden.

ALGEMEEN LESDOEL

Page 15: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen

Leerlingen weten dat hun voeding van over heel de wereld komt, ze kunnen hier een aantal voorbeelden van geven.

Ze kunnen de landbouw in Sub-Sahara-Afrika situeren en fysische omstandigheden bespreken.

SCHOOLAGENDA (Van de leerlingen. Verwijs naar het werkblad en/of de pagina’s in het werk- en/of handboek.)

Thema 3: Verschillen tussen agrarische regio’s

Hfdst 1: Landbouw en voeding

Hfdst 2: Landbouw in Sub-Sahara-Afrika

BRONNEN (Noteer alle gebruikte bronnen, volgens BIN.)

Cox K., Leysen R., Van Boven M., Wauters J.; Werkmap Aardrijkskunde 3; Werkgroep Didactische Middelen

LEERMIDDELEN & MEDIA Werkboek Atlas PPT

whiteboard + beamer bord

Page 16: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen

Didactisch lesontwerp

Leerdoelen

KRACHTIGE LEEROMGEVING

Lesfasen

& timing Onderwijs- en leeractiviteiten Media Leerinhoud

Instapfase

(Eerste ± 20 min. Hebben lln een test over het

vorige hoofdstuk.)

We beginnen vandaag met een nieuw hoofdstuk. In

het eerste hoofdstuk gaan we het hebben over de

herkomst van onze voeding. Daarna gaan we de

landbouw bespreken in Sub-Sahara-Afrika. In andere

lessen gaan jullie ook nog de landbouw bespreken in

Moesson-Azië en in de Verenigde Staten.

Wie gaat er bij jullie wel eens mee naar de

winkel?

Weten jullie waar bepaalde voeding dan

vandaag komt? Uit welk land?

Letten jullie hier wel eens op?

Probleemstelling:

Waar komt onze voeding vandaan? Hoe zit het met

de landbouw in Sub-Sahara-Afrika, wat, waar,

waarom daar?

PPT

Thema 3: verschillen tussen agrarische

regio’s

Page 17: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen

Leerlingen kunnen

afbeeldingen van

voeding plaatsen

bij het juiste land

van herkomst.

Lesfase 1:

10 min.

(deze

oefening niet

in klas

3LOSB)

OLG: voeding vroeger en nu:

In deze tijden hebben we voeding in de rekken van

de winkels liggen uit alle hoeken van de wereld.

Denken jullie dat dit altijd zo geweest is?

Hadden ze 50jaar geleden ook zoveel import

producten in de winkels liggen?

Vroeger kwam alles wat er op ons bord lag van eigen

grond. Vaak deden mensen zelf aan landbouw of en

kweekte ze zelf groente, fruit,….

Vroeger hadden ze in Antwerpen net iets

meer import producten dan bijvoorbeeld hier

in de Kempen. Hoe zou dit komen?

Wat zorgt er hier onder anderen voor de

import van producten?

o.a. door de uitbreiding van de haven en de betere

verpakkingstechnieken steeg de import van

buitenlandse voeding.

Duo-opdracht: herkomst van onze voeding:

oefening 1:

Neem jullie werkboek er maar bij op p.6 van thema

3. Dus bij hoofdstuk 1. Landbouw en voeding.

Jullie zien daar afbeeldingen van voedingsproducten.

Het is de bedoeling dat jullie goed kijken op de

verpakking wat het product is en van waar het

vandaan komt. Op de volgende pagina vinden jullie

PPT - Vroeger kwam eten van eigen bodem

- Mensen deden zelf aan landbouw

- Kweken van eigen groenten en fruit

- In Antwerpen waren er iets meer

tropische producten door de haven

- Door uitbreiding van de haven en

betere verpakkingstechnieken

breidde verscheidenheid van

producten uit.

Page 18: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen

een wereldkaart met daarop pijlen. Jullie moeten de

naam van het product in de juist pijl noteren. Neem

jullie atlas erbij om bepaalde landen op te zoeken

die jullie niet weten liggen. Zo kan je geen fouten

maken. Jullie mogen dit per 2 doen en daarna zullen

we de oefening samen overlopen.

Lln maken oefening per 2.

Lkr overloopt nadien antwoorden.

Lesovergang

1

4 minuten

Hoofdstuk 2: Landbouw in Sub-Sahara-Afrika:

Al deze producten worden natuurlijk niet getoverd.

Mensen doen aan landbouw om bepaalde producten

te kweken zoals fruit, groenten,…

In het volgende hoofdstuk gaan we de landbouw

bekijken in Sub-Sahara-Afrika.

Hier bestuderen we de nomadische veeteelt, de

traditionele landbouw en de plantagelandbouw.

Wat stellen jullie je voor bij nomadische

veeteelt? Welk woord komt in ‘nomadische’

voor dat jullie al kennen?

Waaraan denken jullie als het gaat over

plantagelandbouw?

Wat valt je op aan de eerste foto als je de

grootte bekijkt?

Wat valt je op aan de tweede foto als je de

structuur van de gewassen bekijkt?

PPT - Nomadische veeteelt: geen vaste

verblijfplaats, rondtrekken met vee

- Plantagelandbouw: tropische

gewassen, commercieel bedrijf,

buitenlandse bedrijven, merendeel

van oogst gaat naar export aan

rijkere landen

- Traditionele landbouw: vooral

spierkracht en eenvoudige

hulpmiddelen, geen machines, eigen

gebruik

Page 19: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen

Wat valt je op als je naar het gewas zelf

kijkt?

En wat zou traditionele landbouw dan zijn?

Wat merk je op de foto i.v.m. werktuigen?

En wat merk je als je naar de grootte kijkt en

het vergelijkt met de grootte van

plantagelandbouw?

Lkr laat van alle 3 afbeeldingen zien.

Leerlingen kunnen

Sub-Sahara-Afrika

situeren op de

kaart.

Leerlingen kennen

het verschil tussen

nomadische

veeteelt,

plantagelandbouw

en traditionele

landbouw.

Lesfase 2:

4 minuten

OLG: 2.1 Situering: oefening 4

Allereerst gaan we Sub-Sahara-Afrika eens situeren.

Neem jullie atlas er eens bij op de natuurkundige

kaart van Afrika.

We moeten ‘Arabische wereld’ en ‘sub-Sahara-Afrika’

plaatsen in de kaders. Jullie zouden dit moeten

kunnen aangezien jullie al de verschillende

wereldblokken gezien hebben. Denk eens terug aan

die les.

In welke kader noteren we de Arabische

wereld en in welke Sub-Sahara-Afrika?

Welke horizontale lijn op de kaart is de

evenaar?

Welke lijn is de Noordelijke Keerkring?

Weten jullie hier nog een andere benaming

voor?

En welke is de zuidelijke keerkring?

Wat is hiervoor een andere naam?

Hoe ligt Afrika ten opzichte van de evenaar?

Tussen wat ligt Afrika voor het grootste deel?

- Wereldblokken: Latijns-Amerika,

Noord-Amerika, Arabische wereld,

Moesson-Azië, Europa, voormalige

Sovjet-Unie, Sub-Sahara-Afrika,

Oceanië

- Arabische wereld ten noorden van

Sub-Sahara-Afrika

- Noordelijke keerkring ten zuiden van

de evenaar

- Zuidelijke keerkring ten zuiden van

de evenaar

- Evenaar tussen NKK en ZKK

- NKK= Kreeftskeerkring

- ZKK= Steenbokskeerkring

Page 20: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen

In België is de belangrijkste inkomstenbron de

industrie en dienstensector. Maar in Afrika is dit dus

landbouw, de primaire sector.

Leerlingen kunnen

reliëfeenheden

van het gebied

Sub-Sahara-Afrika

aanduiden op een

kaart met behulp

van een atlas.

Lesfase 3:

15 minuten

OLG: fysische omstandigheden: oefening 5:

Voor de volgende oefening hebben we de reliëfkaart

van Afrika nodig, dus neem deze er maar bij.

Op welke pagina kunnen we deze vinden?

Als je nu de kaart bekijkt.

Welke kleuren komen er het meeste voor?

Wat willen deze kleuren zeggen? Kijk naar de

legende.

Bij de eerste vraag moeten we een reliëfvorm

invullen. Wie kan er mij voorbeelden geven

van reliëfvormen?

Welke reliëfvorm noteren we bij de eerste

vraag als we weten dat het overal ongeveer

dezelfde hoogte heeft.

In welke windrichting is het hoger, en in

welke lager?

Jullie mogen nu per 2 de bekkens situeren op de

kaart en ook een aantal reliëfeenheden.

Als er achter bekken het woord ‘kommen’

staat, hoe zouden deze bekken dan gelegen

zijn ten opzichte van de rest van het land?

Jullie mogen van nummer B het Oost Afrikaans

Hoogland maken en Ethiopisch Hoogland wordt

nummer C. Dus jullie moeten 5 cijfers en 3 letters

situeren op jullie kaartje. Gebruik hierbij jullie atlas!

- Afrika is één groot plateau dat hoger

is in het zuiden en afhelt naar het

noorden.

- Bruin

- Hoger gelegen gebieden

- Gebergte, vlakte, berg, heuvel,

plateau

- Plateau

- Zuiden

- Noorden

- Verspreid in het plateau komen

enkele lager gelegen bekkens of

kommen voor.

Page 21: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen

Leerlingen weten

wat

breukgebieden,

horsten en

slenken zijn. En

kunnen de Oost-

Afrikaanse slenk

aanduiden op een

kaart.

Nadien zullen we het samen verbeteren.

Voor het volgende deel moeten jullie dit profiel

aanvullen. De lijn staat ook op jullie kaartje. Neem

jullie atlas erbij! Jullie mogen dit ook per 2 doen.

Lkr verbetert oefeningen samen met lln.

OLG: breukgebieden: oefening 5:

In het Oosten van Afrika zijn vele breukgebieden

met slenken en horsten. De bekendste is de Oost-

Afrikaanse slenk of Rift Valley.

Door platen die uit elkaar drijven, blijven de 2

riftzones in het breukgebied uit elkaar bewegen,

Van A naar B: Atlantische Oceaan,

Kongobekken, Oost-Afrikaans Hoogland,

Indische Oceaan

Page 22: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen

waarbij de vallei kan worden opgevuld met water. Er

ontstaat een smal oceanisch bekken, dat steeds

breder groeit. Hierdoor kan een nieuwe

oceaan ontstaan.

Een horst is waar het land door aardbevingen door

druk omhoog gaat, wanneer slenken naar beneden

gaan.

Wat moet er in de eerste kader ingevuld

worden? Is dit een horst of een slenk?

En het tweede kader?

En het derde?

Het vierde wijst naar een lijn. Deze lijn geeft

aan waar 2 delen van een gebied een

verplaatsing hebben onder gaan. het is een

lijn die in het breukgebied voorkomt. Dit is

een?

We hebben juist gezien wat slenken zijn en we

hebben er een voorbeeld van gezien.

Welke slenk was dat?

En waar lag die in Afrika?

Jullie mogen deze aanduiden op je kaartje bovenaan.

- Horst

- Slenk

- Horst

- Breuklijn

- Oost-Afrikaanse slenk

Leerlingen

kunnen werken

met een

determineertabel

voor het klimaat.

Lesfase 4:

5 minuten

OLG: fysische omstandigheden: oefening 6

Bekijk de kaart van de neerslag en de diagrammen

bij oefening 6.

Wat valt jullie op aan de kaart als je kijkt

- Rond het evenaarsgebied is het

donkerder blauw dus hier valt meer

neerslag

- Dicht bij de evenaar is het, het

warmst

- Wanneer zon zijn hoogste punt

Page 23: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen

Kunnen verbanden

zien tussen de

neerslag en

plantengroei.

naar de kleuren.

Waar is het, het donkerte?

Waar het lichtste?

Wat wil dit zeggen?

Wat willen de diagrammen zeggen?

Voor wat staan de letters?

OLG: fysische omstandigheden: oefening 7:

Kijk eens naar deze kaart. Jullie hebben deze ook

bekeken toen jullie een les hadden over klimaat en

vegetatie.

In welke zone valt het grootste deel van

Afrika?

Kunnen jullie een verklaring geven waarom

Afrika een warme zone is?

Bekijk deze determineertabel voor klimaten eens,

ook deze staat in jullie werkboek bij ‘landschappen

en wereldkaart’ p.26.

Welke klimaten behoren tot de warme zone?

Wat kan je zeggen over de temperatuur van

de koudste maand voor deze klimaten?

Waarin verschillen deze klimaten vooral?

Bekijk dan eens deze 2 kaarten.

Wat betekent de vele neerslag voor de

plantengroei?

Hoe kan je dit zien?

bereikt (middag) verdampt er veel

water

- Lucht vult zich met waterdam,

wolken worden gevormd

- Resultaat: felle stortregens

- In de warme zone is de gemiddelde

maandtemperatuur steeds hoger dan

of gelijk aan 18°c.

- De 18°c isothermen van de koudste

maand vallen ongeveer samen met

de keerkringen

- De evenaar loopt in het midden van

de warme zone

- Dit gebied noemt men ook wel

intertropen

- Hoe meer neerslag hoe weelderig de

plantengroei

Page 24: Didactiek aardrijkskundeaaportfoliotessabogaerts3.weebly.com/uploads/5/4/8/...1.5 Technieken en vaardigheden De leerlingen moeten telkens tabellen, grafieken, kaarten beter kunnen