1

Deze lessenreeks werd ontwikkeld door Hanne Bogaerts en Sophie Demesmaeker, studenten uit de specifieke lerarenopleiding van de

Universiteit Antwerpen.

2

Nr 1/3 School, locatie

Lesgever

Klasgroep Aantal leerlingen

Datum en tijd 4 aso

Vak

Engels

Lesonderwerp (vaardigheden/kennis)

Vocabulary: expressing your opinion

Referentie of leerplannummer VVKSO D/2012/7841/006

GO! 2012-003

Doelstellingen Nr

leerplandoelen

Lesdoelen

De leerlingen kunnen ... VVKSO

Le 1-4, 8-9

Sp 1, 2, 4, 8

Wo 2, 3

GO!

LPD 9-12, 16,

LPD 18, 19, 24

LPD 39, 40

(1) in hun eigen woorden hun mening formuleren over een eenvoudige stelling

(2) woorden benoemen die worden gebruikt om een mening te formuleren

(3) aan de hand van een tekst de tekstsoort benoemen (blog)

(4) in hun eigen woorden uitleggen waarover een tekst gaat (blog)

(5) de aangeleerde woordenschat op correcte wijze gebruiken.

3

Lesopbouw

Tijd Les- doelnr.

Leerinhoud Werkvormen – Onderwijs- en leeractiviteiten -

Groeperingsvormen Middelen - Klasschikking

10’ (1)

(2)

Stelling 1: ‘Phones are a distraction’

Ter introductie van de les schrijft de leerkracht een stelling

op het bord: ‘Phones are a distraction’. Hij vraagt de

leerlingen kort om hun mening; gaan ze akkoord of niet en

waarom? Hij kan als voorbeeld zijn eigen mening geven. De

leerkracht duidt enkele leerlingen aan.

Na deze oefening vraagt de leerkracht aan de leerlingen

welke woorden ze specifiek hebben gebruikt om hun mening

te formuleren. Hij kan eventueel enkele concrete

voorbeelden geven (a.d.h.v. zijn eigen mening of

woordenlijst in bijlage 2). Hij schrijft de woorden op het

bord. Hij kan de woorden categoriseren per soort om het

overzicht te behouden: naamwoorden, adjectieven,

bijwoorden, werkwoorden.

De leerkracht legt het doel uit van deze les: de leerlingen

zullen woorden/phrases leren die ze kunnen gebruiken

tijdens een discussie: ze zullen leren welke woorden ze nodig

hebben om hun eigen mening te formuleren en om te

reageren op de mening van iemand anders. Hij kan hen ook

al vertellen dat de leerlingen tijdens de volgende les zelf in

groep aan de slag zullen gaan.

De leerkracht vraagt vervolgens of de leerlingen nog andere

woorden kennen die kunnen helpen tijdens een discussie. Hij

voegt de antwoorden van de leerlingen toe op het bord en

geeft feedback op hun antwoorden.

Tenslotte vraagt de leerkracht aan de leerlingen wanneer (in

welke situaties/contexten) zij hun mening formuleren in het

Engels. De leerkracht kan inspelen op de antwoorden van de

leerlingen en zo duidelijk maken waarom het belangrijk is

dat je over de juiste woordenschat bezit om je mening te

formuleren.

schoolbord, krijt

lln zitten in rijen

(klassieke

klasopstelling)

10’ (3)

(4)

Pre-task: De leerkracht deelt de tekst uit (zie bijlage 1). Hij

vraagt de leerlingen welke soort tekst het is en waar ze deze

teksten kunnen vinden (blog, discussion forum, Internet). Hij

kan hen ook vragen of ze zelf al eens (op een) een blog

hebben geschreven of er een hebben geraadpleegd (+

waarom?). De leerkracht legt de leerlingen uit welke vragen

ze na het lezen van de tekst zullen gaan beantwoorden:

waarover gaat de tekst? wat is de mening van de

verschillende deelnemers?

In-task: De tekst wordt door de leerlingen in stilte gelezen.

Ze duiden ondertussen minstens 6 woorden aan in de tekst

die worden gebruikt om een mening te formuleren.

tekst

4

Post-task: De leerkracht vraagt de leerlingen waarover de

tekst gaat. Hoe is de blog(pagina) begonnen? Hoeveel

deelnemers zijn er? Wat hebben de deelnemers te zeggen

over het onderwerp van de pagina? Vervolgens vraagt hij

hen met welke deelnemer ze het meest akkoord gaan

(handen opsteken).

Hij vraagt de leerlingen of de woorden die ze hebben

onderlijnd reeds op het bord staan of niet. Indien niet

worden ze mee op het bord genoteerd.

5’

De leerkracht deelt de woordenlijst uit (zie bijlage 2). Hij

vraagt de leerlingen welke woorden van het bord nog niet in

de lijst staan. De leerlingen voegen deze woorden toe in hun

woordenlijst. Er wordt klassikaal naar een gepaste vertaling

gezocht. Indien gewenst kunnen de leerlingen ook

woordenboeken raadplegen. De leerkracht overloopt luidop

de onderste kader van de woordenlijst (overview ’Expressing

your opinion).

woordenlijst

(woordenboeken)

20’ (5)

De leerkracht deelt de oefeningen uit (zie bijlage 3).

De leerlingen maken oefening 1. 1 Snelle leerlingen kunnen

als ze klaar zijn aan oefening 6 beginnen. De leerkracht

wandelt rond in de klas en kan indien nodig enkele

leerlingen bijsturen/helpen. Oefening 1 wordt klassikaal

verbeterd waardoor de leerkracht opnieuw de mogelijkheid

heeft om feedback te geven op de antwoorden (verbetering

in bijlage 4). De leerlingen kunnen deze oefening ook zelf

verbeteren met de verbetersleutel. (Oefening 6 kan als

huiswerk gemaakt worden, de leerlingen moeten immers de

woordenlijst studeren tegen de volgende les; de leerkracht

kan de verbetering online beschikbaar maken.)

De leerlingen maken oefening 2 en 3 per 2. Indien gewenst

kan de leerkracht zelf de groepjes vormen op basis van het

niveau van de leerlingen. De leerkracht wandelt rond in de

klas en kan indien nodig enkele leerlingen bijsturen/helpen.

De leerlingen maken oefening 4 individueel. Nadien

bespreken ze hun antwoorden met hun partner. De

leerkracht maakt duidelijk dat verschillende antwoorden

mogelijk zijn. Na het overleg wordt de oefening klassikaal

overlopen: zo kunnen alle opties aan bod komen en kan de

leerkracht duidelijk maken dat er verschillende goede

manieren zijn om je mening te formuleren.

Indien er nog tijd over is kan oefening 5 in de klas worden

gemaakt en besproken (klassikaal/met de partner), indien

niet kunnen de leerlingen de oefeningen als huiswerk maken

(verbetering online beschikbaar maken).

oefeningen

(+ verbetering)

5’ (1), (5)

Stelling 2: ‘Donald Trump would

make a great Belgian Prime Minister’

Stelling 3: ‘Marriage is outdated’

Tot slot brengt de leerkracht nog enkele stellingen aan. Hij

vraagt de leerlingen opnieuw om kort hun mening te

formuleren. Hij vraagt hen om te letten op hun woordkeuze;

ze kunnen gebruik maken van de woordenlijst indien nodig.

5

Stelling 4: ‘Torture is acceptable in

some cases’

De leerlingen studeren de woordenlijst tegen de volgende

les; ze werken alle oefeningen af. De verbeteringen worden

online beschikbaar gemaakt.

Geraadpleegde werken - Referenties

woordenlijst geïnspireerd door: https://www.easypacelearning.com/all-lessons/english-level-2/1435-expressing-opinion-and-views-vocabulary definities kruiswoordraadsel: https://dictionary.cambridge.org/dictionary/learner-english/

6

Bijlage 1: Tekst

Topic Looking for inspiration: Should schools allow teens to use their phones in school?

Sarah Hi guys, I need to write an assignment about whether or not schools should allow teens to use their phones in school. Our teacher asked us to write down our own opinion, but also to write from a different perspective. The first part of the assignment is going OK. This is what I have so far: I think teens should not be allowed to use their phones in school. I am sure that they will not learn anymore, because they will look at their phones all the time. Also, I believe that you can make great friends in school and phones would get in the way of that. I am convinced that direct contact is very important in relationships. However, I am struggling with the second part: writing from another point of view. Any thoughts? How do you feel about it?

Tom I disagree. In my view, phones do not necessarily get in the way of friendships. They can bring people closer together: I mean, your best friend is always one click away!

Charlotte I agree with you, Sarah. You’re absolutely right! It’s true that teens look at their phones all the time. I also want to point out that modern phones cost a lot of money and not all teens can buy one. Teens without a phone can feel left out in school.

Sayid I am of mixed opinions about this. I cannot deny that some teens can feel left out, but using a phone in school has many advantages as well. For example, you can use it to look up words you don’t know.

Michael I see things differently: it is not black or white. In my opinion, schools can allow phones. But they need clear rules about when you can use them. For example, you can only use it during the breaks. But you can’t use it in class, unless your teacher asks you to use it. That way you have all of the advantages.

Laura I have my doubts about that Michael. I’m not allowed to use my phone in class. But I use it a lot, because the teacher doesn’t see it! It’s impossible for them to see everything, you know ;)!

Sarah It seems to me that some of us listen to their teachers and others don’t ;). Thank you for your help, guys. I am certain that I can write a good text now!

7

Bijlage 2: Woordenlijst

Vocabulary: Words to help you express your opinion Nouns an advantage een voordeel >< a disadvantage >< een nadeel a doubt een twijfel an example een voorbeeld an opinion een mening a perspective een perspectief a point of view een standpunt a thought een gedachte a view een opvatting, een mening Adjectives certain zeker important belangrijk impossible onmogelijk mixed gemengd right waar, correct sure zeker true waar Adverbs also ook because omdat but maar differently anders however echter, toch necessarily nodig unless behalve, tenzij Verbs to agree akkoord gaan >< to disagree >< niet akkoord gaan to allow toestaan to believe geloven to convince overtuigen to deny ontkennen to feel about denken over to mean bedoelen to point out toelichten to seem lijken to think denken

Expressing your opinion

Giving opinions Giving the opposite opinion I have seen that ... Maybe, but it seems to me that ... I think it’s right that ... I partly agree, but I still believe that ... I think people should (have the right to) … I don’t agree. In my opinion, ... I am convinced that ... I completely disagree. To me, ... Clarifying your opinion Giving yourself time to think No, that’s not what I’m trying to say. That’s an interesting point. What I mean is ... I’ve never really thought about that. No, that’s not what I mean. Um, let me think. All I’m saying is that ... It’s hard to say.

8

Bijlage 3: Oefeningen

Conversation Corner: vocabulary exercises Exercise 1 Fill in the gaps. Write your solution on the right. Use the words from the box.

point of view feel in my view believe in my opinion disagree advantages but agree feel differently

A: How do you ____ about cloning?

______________________ B: ____, it would be awesome. You could ask your clone to do your homework and even go to school. There are many ____.

______________________ ______________________

A: That would be great. But do you really ____ that your clone would listen to you all the time?

______________________

B: That’s an interesting ____. I suppose we can’t really force them. ___ still, they’re the clones, not us.

______________________ ______________________

A: I ____. The clones are exactly the same as us, so they should have the same rights as well. Constantly telling them what to do would be the same as slavery, ____.

______________________ ______________________

B: Well then, let’s ____ to ____. ______________________ ______________________

Exercise 2 Cover your answers in exercise 2 and practise the dialogue in pairs. Exercise 3 Cover your answers AND the box in exercise 2. Switch roles and practise the dialogue. Exercise 4 Below you can find a few sentences from the Conversation Corner. Fill in the gaps, but don’t use the exact words from the text. Make sure the meaning of the sentence remains the same. Don’t write the same words/phrases more than once. Example __________________ teens should not be allowed to use their phones in school. Text: I think teens should not be allowed to use their phones in school. Answer: In my opinion, teens should not be allowed to use their phones in school.

a) ___________________________ you can make great friends in school. b) ___________________________ direct contact is very important in relationships. c) I am struggling with the second part: writing from another _____________________. d) ___________________________. In my view, phones do not necessarily get in the way of

friendships. e) ___________________________ that teens look at their phones all the time. f) ___________________________ that some teens can feel left out. g) ___________________________ schools can allow phones. h) I am _______________________ that I can write a good assignment now!

9

Exercise 5 When you enter into a discussion, you should listen carefully to what your discussion partner has to say. Otherwise, you won’t be able to contribute to the discussion in a logical way. Indicate the logical reply/replies to sentence A. Tick the box. Multiple answers are possible.

a) A: It seems to me that torture is acceptable in some cases. B: I agree, for example, when a horrible terrorist attack can be avoided. B: I feel the same. A government should protect its citizens and never torture them.

b) A: Marriage is outdated. It’s just a piece of paper. B: Perhaps, but to some people it still has significance. B: You’re absolutely right. Also, it costs a lot of money.

c) A: In my opinion, the death penalty should be illegal all over the world. B: That’s true. Every country has the right to its own laws. B: I completely disagree. If you sentence a murderer to death, then you’re a murderer yourself.

d) A: What makes a song great? If you ask me, it’s the lyrics. Without them, the song would lose its meaning entirely.

B: Really? And what about Bach or Mozart? Or a beautiful song played on the piano? B: I feel differently. The feeling that you get when you listen to a song, that’s the most important thing. It’s more important than the lyrics alone.

e) A: Barack Obama is the best President in US history. B: That’s right. Especially when you compare him to their current one. B: Perhaps, but he couldn’t realize all the things he promised the American people.

f) A: The most important decision in my life will be to choose the person I want to spend it with.

B: No way. That’s not it. B: I’ve never really thought about that. It’s hard to say.

g) A: Evolution taught us how the human race came about. Adam and Eve were not the first humans. However, that doesn’t mean that religion cannot teach us anything anymore.

B: I believe you’re right. Many people think that the Bible, for example, shouldn’t be read literally. B: I disagree, it’s about what we can learn from it.

h) A: Parents should be able to check their children’s emails, for their own safety. B: That’s an interesting point. But don’t you think that there are other ways they can protect their children? I would feel like they don’t trust me if they check up on me constantly. B: I agree. Children can decide for themselves whether they give their parents their password or not.

10

Exercise 6 Complete the crossword puzzle.

11

Bijlage 4: Verbetering woordenschatoefeningen

Correction Exercise 1

A: How do you ____ about cloning? Feel B: ____, it would be awesome. You could ask your clone to do your homework and even go to school. There are many ____.

In my view/In my opinion advantages

A: That would be great. But do you really ____ that your clone would listen to you all the time?

Believe

B: That’s an interesting ____. I suppose we can’t really force them. ___ still, they’re the clones, not us.

point of view But

A: I ____. The clones are exactly the same as us, so they should have the same rights as well. Constantly telling them what to do would be the same as slavery, ____.

feel differently in my opinion/in my view

B: Well then, let’s ____ to ____. agree disagree

Exercise 4

a) In my view, / I think / In my opinion, / … you can make great friends in school. b) In my view, / I think / In my opinion, / … direct contact is very important in relationships. c) I am struggling with the second part: writing from another perspective. d) I feel differently / I don’t agree / I have a different perspective / … . In my view, phones do not

necessarily get in the way of friendships. e) We cannot deny / It’s certain / It seems / ... that teens look at their phones all the time. f) It’s true / I’m sure / I’m convinced / ... that some teens can feel left out. g) In my view, / I think / In my opinion, / … schools can allow phones. h) I am sure / convinced / without a doubt / ... that I can write a good assignment now!

12

Exercise 5

a) A: It seems to me that torture is acceptable in some cases. x B: I agree, for example, when a horrible terrorist attack can be avoided. B: I feel the same. A government should protect its citizens and never torture them.

b) A: Marriage is outdated. It’s just a piece of paper. x B: Perhaps, but to some people it still has significance. x B: You’re absolutely right. Also, it costs a lot of money.

c) A: In my opinion, the death penalty should be illegal all over the world. B: That’s true. Every country has the right to its own laws. x B: I completely disagree. If you sentence a murderer to death, then you’re a murderer yourself.

d) A: What makes a song great? If you ask me, it’s the lyrics. Without them, the song would lose its meaning entirely.

x B: Really? And what about Bach or Mozart? Or a beautiful song played on the piano? x B: I feel differently. The feeling that you get when you listen to a song, that’s the most important thing. It’s more important than the lyrics alone.

e) A: Barack Obama is the best President in US history. x B: That’s right. Especially when you compare him to their current one. x B: Perhaps, but he couldn’t realize all the things he promised the American people.

f) A: The most important decision in my life will be to choose the person I want to spend it with.

B: No way. That’s not it. x B: I’ve never really thought about that. It’s hard to say.

g) A: Evolution taught us how the human race came about. Adam and Eve were not the first humans. However, that doesn’t mean that religion cannot teach us anything anymore.

x B: I believe you’re right. Many people think that the Bible, for example, shouldn’t be read literally. B: I disagree, it’s about what we can learn from it.

h) A: Parents should be able to check their children’s emails, for their own safety. x B: That’s an interesting point. But don’t you think that there are other ways they can protect their children? I would feel like they don’t trust me if they check up on me constantly. B: I agree. Children can decide for themselves whether they give their parents their password or not.

13

Exercise 6

14

Nr 2/3 School, locatie

Lesgever

Klasgroep Aantal leerlingen

Datum en tijd 4 aso

Vak

Engels

Lesonderwerp (vaardigheden/kennis)

Listening + speaking (discussion): The presence of the Internet in our lives

Beginsituatie De leerlingen hebben de woordenschat van de vorige les ingestudeerd.

Referentie of leerplannummer VVKSO D/2012/7841/006

GO! 2012-003

Doelstellingen

Nr leerplandoelen Lesdoelen

De leerlingen kunnen ... VVKSO

Lu 1-4, Lu 7-10*,

Sp 1, 2, 6, 8-10*,

Gespr 1-5*

GO!

LPD 1-4, 7, 8

LPD 18, 19, 24, 25

LPD 26, 28, 42*

(1) spontaan een antwoord formuleren op eenvoudige vragen gerelateerd aan hun dagelijke leven.

(2) in hun eigen woorden vertellen waarover de beluisterde video gaat (informatieve/argumentatieve tekst).

(3) enkele argumenten noteren tijdens het beluisteren van de video.

(4) in hun eigen woorden uitleggen hoe ze tewerk moeten gaan om een onderbouwde mening te formuleren en welke soorten argumenten ze hiervoor kunnen gebruiken.

(5) strategieën gebruiken om het luisteren en het spreken te ondersteunen: sleutelwoorden.

(6) tijdens een groepsgesprek spontaan hun mening formuleren en reageren op wat de groepsleden aanbrengen.

(7) in hun eigen woorden de mening van een groepslid samenvatten.

(8) een goed/gepast en een slecht/ongepast argument herkennen en uitleggen waarom het (on)gepast/goed/slecht is (soorten argumenten).

15

Lesopbouw Tijd Les-

doelnr. Leerinhoud Werkvormen – Onderwijs- en leeractiviteiten - Groeperingsvormen Middelen -

Klasschikking 5’ (1)

The internet:

• How do we use it?

• (optional) Why do we use it?

• How does it affect our life?

voorbeeld mind map (bijlage 1)

Pre-task (introductie lesonderwerp): De leerkracht bevraagt de leerlingen over het onderwerp

om zo de voorkennis van de leerlingen te bepalen.

• Hoe gebruiken we het internet ?

• (optioneel) Waarom gebruiken we het internet?

• Wat is het effect van het internet op ons leven ?

De leerkracht maakt op basis van de antwoorden van de leerlingen een mindmap op het bord

(voorbeeld in bijlage 1). De optionele vraag en de subcategorieën in de mindmap kunnen door

de leerkracht gebruikt worden om de leerlingen op weg helpen.

schoolbord, krijt

lln zitten in rijen

(klassieke

klasopstelling)

10’

(2), (3),

(5)

Post-task

• What is the video about?

• What are the arguments used in the video to

convince the viewer?

Possible arguments from the video:

• 3 min on the Internet is too much to process

(experience)

• the Internet is a great source of information

(usefulness, fact)

• the Internet makes us superficial thinkers, it

changes the way we think (fact, research)

• the Internet causes a compulsive behaviour: we

need to check new info all the time (research,

experience)

• the Internet can be a distraction and an

interruption (norms, experience)

• the continuous flow of info prevents us from

learning, i.e. memory consolidation (research, fact)

• the Internet influences our long-term memory

(research, fact)

• the Internet does not allow us to focus, we

constantly divide our attention (experience, fact)

Pre-task (video): de leerkracht introduceert de video. De video komt van het YouTube kanaal

Epipheo. Doelstelling van het kanaal: briljante ontdekkingen, feiten, ideeën toegankelijk

maken voor iedereen (elke maand een nieuwe “revelatie” of “epiphany”).

De leerkracht kan eventueel vragen om enkele hypothesen te formuleren op basis van de titel:

waar zou de video over gaan? welke argumenten zouden kunnen worden aangehaald?; deze

worden op het (zij)bord genoteerd.

In-task (video): De leerlingen luisteren aandachtig naar de video.

De leerkracht vertelt wat het doel is van de luisteroefening: de leerlingen denken na over het

globale onderwerp van de video en ze noteren minimum 2 argumenten (sleutelwoorden)

tijdens het luisteren/kijken op een spiekbriefje.

> Video eenmaal afspelen (eventueel zonder de titel te laten zien)

Post-task (video): De leerkracht bevraagt de leerlingen over de video. Hij vraagt de leerlingen

om in hun eigen woorden te vertellen waarover de video gaat. Hij kan de leerlingen eventueel

vragen om een titel te verzinnen voor de video, indien deze eerder niet werd getoond. Hij

vraagt hen welke argumenten ze hebben genoteerd. De argumenten worden op het (zij)bord

genoteerd. De leerkracht vraagt welke argumenten ze overtuigend vinden en waarom.

(Wanneer in de volgende lesfase de theorie wordt besproken kan de leerkracht meteen de link

leggen tussen de theorie en het aanvoelen van de leerlingen.)

videofragment

spiekbriefjes met

naam

16

• because of the Internet, our humanity is at stake:

critical/creative/… thinking (research)

(Deze lijst is niet exhaustief.)

Deze bevraging biedt de leerkracht de mogelijkheid om de leerlingen bij te sturen in hun

luistergedrag indien nodig. Is hun beschrijving van de video volledig? of zijn ze eventueel

enkele belangrijke elementen vergeten?

10’ (4), (8)

(5)

How to formulate an informed opinion (bijlage 2)

Types of good arguments: arguments based on facts, norms

and values, research, usefulness, (personal) experience.

Types of bad arguments: arguments based on emotion alone,

stereotypes and prejudices.

Onderwerp discussie 1: ‘We are becoming too dependent on

the Internet’.

Pre-task (discussie 1): De leerkracht deelt het schema (bijlage 2) uit aan de leerlingen. De

leerkracht legt de leerlingen uit hoe ze een gefundeerde mening kunnen vormen aan de hand

van het schema. Het doel is dat ze de 2 stappen gaan hanteren om op een duidelijke en

onderbouwde manier hun mening mee te delen aan anderen. Ook inbegrepen zijn enkele

afspraken (ground rules) voor tijdens een discussie.

Na het bespreken van de theorie vraagt de leerkracht aan de leerlingen of de argumenten op

het bord (uit de video) goede of slechte argumenten zijn volgens de theorie. De leerkracht

vraagt ook welke soort argument het is (zie post-task video boven: soorten argumenten

toegevoegd tussen haakjes). Ze kunnen de theorie koppelen aan praktijk. De leerkracht

bespreekt samen met de leerlingen de antwoorden die gegeven worden.

De leerkracht kan de leerlingen eventueel vragen om nog andere argumenten te verzinnen

en/of hij kan zelf voorbeelden aanbrengen. Hij vraagt hen telkens om het type argument te

benoemen.

Tot slot van deze lesfase: de leerkracht introduceert het onderwerp van de eerste discussie.

‘We worden te afhankelijk van het internet’. Hij vraagt de leerlingen vervolgens om kort te

reflecteren:

• Hoe denken jullie over deze stelling? (mening, stap 1 in schema)

• En waarom denken jullie er zo over? (argumenten, stap 2 in schema)

De leerlingen voeren deze reflectie uit ter voorbereiding van de eerste discussie. Ze krijgen

hiervoor slechts 1 minuut. De leerkracht vraagt de leerlingen om minimum 3 argumenten te

verzinnen: deze moeten in sleutelwoorden genoteerd worden op een spiekbriefje. Aangezien

de leerlingen slechts weinig tijd krijgen zullen ze geen volzinnen kunnen noteren. Dit

garandeert de spontaniteit tijdens de discussie.

spiekbriefjes

(zelfde als boven)

10’ (6)

In-task (discussie 1): De leerlingen gaan in groepjes van 8 zitten. 4 van hen discussiëren over

het onderwerp, de andere 4 zijn observeerders: ze krijgen ieder een spreker toegewezen die

ze evalueren aan de hand van een rubric (bijlage 3). Tijdens de volgende discussie worden de

rollen omgekeerd. De leerkracht benadrukt dat ze tijdens het praten de twee stappen van een

gefundeerde mening en goede argumenten moeten gebruiken. De leerlingen mogen uiteraard

groepen van 8 lln

met subgroepen

(4 observeerders +

4 sprekers)

17

(7), (5)

gebruik maken van wat ze in de video hebben gehoord. Het doel is vlot spreken en zorgen dat

de boodschap duidelijk en begrijpbaar is. Ze dienen ook hun woordkeuze aan te passen aan de

situatie: ze kunnen dus gebruik maken van de woordenschat die ze in les 1 hebben geleerd. De

leerkracht zal de rubric ook zelf als referentiepunt gebruiken tijdens het luisteren naar de

discussies. Hij maakt de leerlingen ook duidelijk dat ze goed naar eleerkrachtaar moeten

luisteren want dat na de discussie aan enkele leerlingen kan gevraagd worden omde mening

van een groepslid samen te vatten (met/zonder spiekbrief van de ander).

Extra vraag voor vlotte sprekers/wanneer het gesprek vastloopt: In onze maatschappij, voor

welke zaken hebben we noodzakelijk internet nodig? (dit kunnen de leerlingen in verband

brengen met het onderwerp van de discussie en dit sluit ook aan bij de volgende discussie).

Wanneer de leerlingen discussiëren loopt de leerkracht rond in de klas: hij kan de leerlingen

vertellen wat ze goed/minder goed doen en bijsturen indien nodig (a.d.h.v. de rubric).

Post-task (discussie 1): De leerkracht duidt van de verschillende groepen enkele leerlingen

aan. Hij vraagt hen om de mening van een groepslid samen te vatten. Indien nodig (wanneer

de leerkracht dit aanvoelt) kunnen ze het spiekbriefje van dat groepslid gebruiken. Indien de

leerkracht vaakvoorkomende “fouten” heeft gehoord (woordkeuze, opbouw mening,

argumentatie, …) kan hij deze kort aanhalen en vragen dat de leerlingen hierop letten tijdens

de volgende discussie.

de lln gaan samen

rond een bank

zitten

rubrics

10’ (5)

(6)

(7), (5)

Onderwerp discussie 2: ‘What if tomorrow the internet does

not exist anymore?’

Pre-task (discussie 2): De leerkracht stelt een case study voor: ‘Stel je voor: morgen word je

wakker en het internet bestaat niet meer. Hoe zou dit concreet jouw leven beïnvloeden? Is

zonder internet leven voor jou een probleem of niet?’. De leerlingen krijgen wederom 1

minuut om enkele sleutelwoorden te noteren op hun spiekbriefje.

In-task (discussie 2): De leerkracht vraagt de leerlingen om deze case study in hun groep te

bespreken en om hun antwoorden terug te koppelen aan wat er tijdens de vorige discussie is

gezegd.

De leerkracht benadrukt dat ze tijdens het praten wederom de twee stappen van een

gefundeerde mening en goede argumenten moeten gebruiken. De leerlingen mogen uiteraard

gebruik maken van wat ze in de video hebben gehoord. Het doel is vlot spreken en zorgen dat

de boodschap duidelijk en begrijpbaar is. Ze dienen ook hun woordkeuze aan te passen aan de

spiekbriefjes

(zelfde als boven)

zelfde groepen,

maar de rollen van

spreker en

observeerder

worden

omgekeerd

18

situatie: ze kunnen dus gebruik maken van de woordenschat die ze in les 1 hebben geleerd. De

leerkracht zal de rubric ook zelf als referentiepunt gebruiken tijdens het luisteren naar de

discussies. Hij maakt de leerlingen ook duidelijk dat ze goed naar eleerkrachtaar moeten

luisteren want dat na de discussie aan enkele leerlingen kan gevraagd worden omde mening

van een groepslid samen te vatten (met/zonder spiekbrief van de ander).

Extra vraag voor vlotte sprekers: Hoe zou de afwezigheid van het internet onze samenleving

beïnvloeden?

Wanneer de leerlingen discussiëren loopt de leerkracht rond in de klas: hij kan de leerlingen

vertellen wat ze goed/minder goed doen en bijsturen indien nodig (a.d.h.v. de rubric).

Post-task (discussie 2): De leerkracht duidt van de verschillende groepen enkele leerlingen

aan. Hij vraagt hen om de mening van een groepslid samen te vatten. Indien nodig (wanneer

de leerkracht dit aanvoelt) kunnen ze het spiekbriefje van dat groepslid gebruiken. Indien de

leerkracht vaakvoorkomende “fouten” heeft gehoord (woordkeuze, opbouw mening,

argumentatie, …) kan hij deze kort aanhalen; hij kan dit ook tijdens de volgende les doen.

de lln gaan samen

rond een bank

zitten

rubric

5’ (bijlage 4) Aan het einde van de les vullen de leerlingen online een exit ticket in via Formative. De

leerkracht maakt duidelijk dat het niet gaat om een test die meetelt voor het rapport: de

leerkracht wil graag de vooruitgang van de leerlingen in kaart brengen en evalueren hoe hij

zijn huidige/volgende les op maat kan maken. Zie bijlage 4 voor meer informatie.

Indien gewenst kunnen de leerlingen ook de rubric invullen voor zichzelf of voor een groepslid.

pc + internet

(Formative)

rubric

Bordschema Het bord wordt gebruikt voor de mind map (bijlage 1). Een (zij)bord kan gebruikt worden om argumenten uit de video/van de leerlingen te noteren.

Geraadpleegde werken - Referenties videofragment ‘what the Internet is doing to our brains’: https://www.youtube.com/watch?v=cKaWJ72x1rI

inspiratie inhoud schema ‘how to formulate an informed opinion’ (bijlage 2): https://www.cambiumned.nl/theorie/argumenteren/soorten-argumenten/

mogelijke onderwerpen: http://busyteacher.org/4686-33-controversial-topics-and-how-to-teach-them.html

EXTRA: mogelijke onderwerpen • What makes a song great? What specific elements and why? (pupils can bring their favourite song + lyrics)

• Trump as PM/president of Belgium: good or bad idea? Why?

19

• What are the 5 most important decisions in a person’s life. Why?

• Why are social networks so popular? Which is the best one? (possibility to introduce materials about the dangers of social networks as well)

• Marriage is outdated: yes or no? Why?

• Torture is acceptable in some cases: yes or no? Why?

• We don’t really need religion: yes or no? Why?

• Cloning has a lot of benefits: yes or no? Why?

EXTRA: spiekbriefje Het spiekbriefje kan gebruikt worden tijdens de les om de leerlingen houvast te geven. Sommige leerlingen zijn misschien angstig om (voor de klas) Engels te spreken. Anderen hebben misschien een zwakke basis voor Engels. De leerkracht kan zelf bepalen in welke mate dit steuntje gebruikt kan worden tijdens de les. Hieronder vind je een voorbeeld (model).

NAME: NAME: Video

• ……………………………………………………………………………………………………………… • ………………………………………………………………………………………………………………

Video • ……………………………………………………………………………………………………………… • ………………………………………………………………………………………………………………

Discussion 1: ‘We are becoming too dependent on the Internet’ Discussion 1: ‘We are becoming too dependent on the Internet’

STEP 1 STEP 2

………………………………………………………………………………………………………… • ……………………………………………………………………………………………. • ……………………………………………………………………………………………. • …………………………………………………………………………………………….

STEP 1 STEP 2

………………………………………………………………………………………………………… • ……………………………………………………………………………………………. • ……………………………………………………………………………………………. • …………………………………………………………………………………………….

Discussion 2: ‘What if tomorrow the Internet does not exist anymore?’ Discussion 2: ‘What if tomorrow the Internet does not exist anymore?’

STEP 1 STEP 2

………………………………………………………………………………………………………… • ……………………………………………………………………………………………. • ……………………………………………………………………………………………. • ……………………………………………………………………………………………

STEP 1 STEP 2

………………………………………………………………………………………………………… • ……………………………………………………………………………………………. • ……………………………………………………………………………………………. • …………………………………………………………………………………………….

20

Bijlage 1: voorbeeld mind map brainstorm

Deze mind map is uiteraard niet exhaustief. De subcategorieën kunnen worden gebruikt om de antwoorden van de leerlingen te inspireren en te structureren. De vraag ‘Why do we use it?’ is optioneel: ze

kan gebruikt worden om de leerlingen te helpen om antwoorden te vinden op de vraag ‘How does it affect our life?’. De rode ballon geeft een directe connectie met het videofragment: het internet verandert

onze manier van denken. De leerkracht kan de leerlingen dit ook zelf laten ontdekken.

21

Bijlage 2: How to formulate an informed opinion

How to formulate an informed opinion What you should do … What you shouldn’t do …

STEP 1: opinion > Think about how you feel about the subject: do you agree or not? STEP 2: reason why > explain and justify your opinion by using arguments Types of GOOD arguments Good arguments are arguments based on:

• facts • norms and values = what we find (un)acceptable in society • research • usefulness • (personal) experience

STEP 1 + STEP 2 = an informed or founded opinion

SOME GROUND RULES • Don’t interrupt your fellow

speakers. • Don’t be disrespectful: everyone is

entitled to their opinion! • Don’t forget: everyone makes

mistakes. That’s OK! We’re here to learn.

Types of BAD arguments Bad arguments are based on:

• emotion alone • stereotypes and prejudice

= ideas that are not based on reason or actual experience

A GOOD example … ‘We shouldn’t underestimate the effect of the Internet on our lives’. STEP 1: I agree … STEP 2: … , because …

• … we use it very often to communicate (fact).

• … it changes the way we deal with each other, it’s more indirect (fact)

• … we must not forget that direct contact is very important for relationships (norm/value)

• … research has shown that it affects our brain (research)

• … the Internet can affect our sleep. For example, when I forget to turn off my phone and I get a text message or an email during the night, I wake up and have trouble going back to sleep (personal experience).

A BAD example … ‘We shouldn’t underestimate the effect of the Internet on our lives’. STEP 1: I don’t agree … STEP 2: … , because …

• … I don’t care about the effect of the Internet (emotion alone).

• … it only seriously affects gamers, people who are stuck behind their computers all day (stereotype/prejudice).

22

Bijlage 3: Rubric

Group discussion: an informed opinion NAME: self-evaluation / peer feedback (name peer: ) (circle) … a start … getting there … that’s it … amazing!

putting theory into practice

I/You forgot to use one or both of the steps to formulate an informed opinion. I/You often use bad arguments.

I/You forgot one of the two steps to formulate an informed opinion. I/You used some bad arguments.

I/You used the two steps to formulate an informed opinion. I/You only used one bad argument.

I/You used the two steps to formulate an informed opinion. I/You only used good arguments.

message I think that the other pupils did not understand what I was/you were telling them. My/Your message was not so clear.

I think that sometimes the other pupils did not understand what I was/you were telling them. My/Your message was more or less clear.

I think that most of the time the other pupils understood what I was/you were telling them. My /Your message was mostly clear.

I think that the other pupils understood everything I was/you were telling them. My/Your message was clear.

attitude I/You stated my/your opinion very quickly to get it over with and I/you didn’t comment on what the other pupils said.

I/You stated my/your opinion thoroughly, but I/you didn’t comment on what the other pupils said.

Most of the time, I/You actively participated in the discussion: I/you thoroughly stated my/your opinion and I/you commented 1-2 times on what the other pupils said.

I/You actively participated during the entire discussion: I/you stated my/your opinion and, more than 2 times, I/you commented on what the other pupils said.

fluency I/You find it very difficult to speak English fluently: I/you hesitate a lot.

I/You spoke English more or less fluently: I/you often hesitate.

Most of the time, I/you spoke English fluently: I/you only hesitated 2-3 times.

I/you spoke English fluently: I/you only hesitated once or not at all.

vocabulary I am/You are struggling to find the right words to express myself/yourself and to comment on the other pupils.

I/You sometimes struggle to find the right words to express myself/yourself and to comment on the other pupils.

Most of the time, I/you chose the right words to express my/your opinion and to comment on the other pupils.

I/you chose the right words to express my/your opinion and to comment on the other pupils.

Group discussion: an informed opinion

NAME: self-evaluation / peer feedback (name peer: ) (circle) … a start … getting there … that’s it … amazing!

putting theory into practice

I/You forgot to use one or both of the steps to formulate an informed opinion. I/You often use bad arguments.

I/You forgot one of the two steps to formulate an informed opinion. I/You used some bad arguments.

I/You used the two steps to formulate an informed opinion. I/You only used one bad argument.

I/You used the two steps to formulate an informed opinion. I/You only used good arguments.

message I think that the other pupils did not understand what I was/you were telling them. My/Your message was not so clear.

I think that sometimes the other pupils did not understand what I was/you were telling them. My/Your message was more or less clear.

I think that most of the time the other pupils understood what I was/you were telling them. My /Your message was mostly clear.

I think that the other pupils understood everything I was/you were telling them. My/Your message was clear.

attitude I/You stated my/your opinion very quickly to get it over with and I/you didn’t comment on what the other pupils said.

I/You stated my/your opinion thoroughly, but I/you didn’t comment on what the other pupils said.

Most of the time, I/You actively participated in the discussion: I/you thoroughly stated my/your opinion and I/you commented 1-2 times on what the other pupils said.

I/You actively participated during the entire discussion: I/you stated my/your opinion and, more than 2 times, I/you commented on what the other pupils said.

fluency I/You find it very difficult to speak English fluently: I/you hesitate a lot.

I/You spoke English more or less fluently: I/you often hesitate.

Most of the time, I/you spoke English fluently: I/you only hesitated 2-3 times.

I/you spoke English fluently: I/you only hesitated once or not at all.

vocabulary I am/You are struggling to find the right words to express myself/yourself and to comment on the other pupils.

I/You sometimes struggle to find the right words to express myself/yourself and to comment on the other pupils.

Most of the time, I/you chose the right words to express my/your opinion and to comment on the other pupils.

I/you chose the right words to express my/your opinion and to comment on the other pupils.

23

Bijlage 4: Exit ticket Hieronder vind je twee versies van het exit ticket: een versie die je online kunt (laten) gebruiken met behulp van de tool Formative en een papieren versie. Formative biedt vele voordelen: je kunt de vooruitgang van je leerlingen bekijken; je kunt rechtstreeks feed-back/feed-forward geven en quoteren; je kunt de resultaten van je leerlingen automatisch en overzichtelijk bijhouden. Versie Formative

Stap 1: Het exit ticket aanmaken.

Als je nog geen Formative account hebt, maak er dan een aan via deze link: https://goformative.com/ . De registratie verloopt zeer vlot, zeker als je je account kunt koppelen aan een Google-account.

Momenteel zijn de scholen in België nog niet toegevoegd aan het netwerk van Formative. Je hoeft je school dus niet op te geven bij de registratie.

Via deze link kun je het exit-ticket vinden in de tool Formative: https://goformative.com/clone/MBWWJJ . Als je naar deze site surft, krijg je onderstaande pop-up te zien:

Als je op “Clone” drukt, zal het exit ticket in je persoonlijke bibliotheek worden opgeslagen.

24

Vervolgens selecteer je het bestand in de lijst (bibliotheek); het exit ticket wordt geopend. Als je dat wenst, kun je enkele vragen aanpassen, toevoegen of verwijderen. Voor meer informatie over hoe je een

formative kunt aanmaken en aanpassen, kunt je het tutorial filmpje van edutrainers bekijken in het Nederlands: https://www.youtube.com/watch?v=_ciVL8k25qA of een meer volledige tutorial van Formative

zelf: https://www.youtube.com/watch?v=V5aX7IZmo1s .

Als je het exit ticket wilt gebruiken, druk je rechtsbovenaan op de groene knop “Assign”.

25

Je krijgt dan de volgende pop-up te zien:

Selecteert ‘”guest students” en beslis wanneer de leerlingen hun resultaten terugkrijgen. Tenslotte klik je op “Assign”: er verschijnt een nieuwe popup met een gepersonaliseerde code die de leerlingen kunnen gebruiken om het exit ticket te vinden.

26

Onderaan deze pop-up kun je ook een link aanmaken of het exit-ticket delen in je GoogleClassroom. Als je nu klikt op “View responses” kun je live het werk van de leerlingen bekijken. Je kunt hun werk beoordelen en extra feed-back/feed-forward geven. Als je meer informatie wenst over de feedback, kun je deze link raadplegen: https://www.youtube.com/watch?v=V5aX7IZmo1s . Dit is de tutorial video van Formative zelf: er wordt heel duidelijk uitgelegd op welke manieren je de leerlingen kunt evalueren en bijsturen. In de derde les kun je ook een handleiding vinden omtrent het gebruik van de feedbackopties in Formative.

Stap 2: De leerlingen vullen het exit ticket in.

Ze surfen naar: https://goformative.com/join en geven de code in. Nu kunnen ze meteen het exit ticket invullen. Vraag hen zeker om hun echte naam te gebruiken om je feedbackwerk te vergemakkelijken.

27

Inhoud exit-ticket

Hieronder vind je een aantal printscreens die de inhoud van het exit ticket weergeven. Vragen 1-4 hebben wij reeds voorzien van algemene feedback voor de leerlingen (sleuteltje).

28

29

30

31

Papieren versie

EXIT TICKET

NAME: ………………………………………………………………………………………..

1) Complete in your own words.

When you formulate an informed or founded opinion, you need to …

(STEP 1) ………………………………………………………………………………………..……………………………………………………..

………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………..

(STEP 2) ………………………………………………………………………………………..……………………………………………………..

………………………………………………………………………………………..………………………………………………………………….

2) Are the following arguments good or bad? Explain why they are good or bad.

‘Using animals in research is a good idea’.

a) No, because I hate people who do that. good/bad

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

b) Yes, because that way we can develop new medicine that saves people’s lives. good/bad

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

c) No, because we should not harm animals. good/bad

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

3) Formulate an informed opinion. Use at least one good argument.

‘Using animals in research is a good idea’. ………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………..

4) What was the most interesting argument that one of your fellow pupils used during the

discussions? Summarize in 1-2 sentences.

………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………..

5) Do you have any remaining questions with regard to this lesson? yes/no

If yes: Please write down your questions, hesitations, doubts, … below. ………………………………………………………………………………………..………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

.

………………………………………………………………………………………..………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

.………………………………………………………………………………………..………………………………………………………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………………………………………

..………………………………………………………………………………………..………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………

…..

32

EXIT TICKET (correction)

NAME: ………………………………………………………………………………………..

1) Complete in your own words.

Correctie: nakijken op basis van schema ‘How to formulate an opinion’ (bijlage 2).

When you formulate an informed or founded opinion, you need to …

(STEP 1) ………………………………………………………………………………………..……………………………………………………..

………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………..

(STEP 2) ………………………………………………………………………………………..……………………………………………………..

………………………………………………………………………………………..………………………………………………………………….

2) Are the following arguments good or bad? Explain why they are good or bad.

‘Using animals in research is a good idea’.

a) No, because I hate people who do that. bad

…………based on emotion alone (hate)……………………………………………………………………………………………..

b) Yes, because that way we can develop new medicine that saves people’s lives. good

………… based on a fact, usefulness, research………………………………………………………………………………………..

c) No, because we should not harm animals. good

………… based on norms/values ………………………………………………………………………………………………………..

3) Formulate an informed opinion. Use at least one good argument.

Correctie: nakijken op basis van schema ‘How to formulate an opinion’ (bijlage 2).

‘Using animals in research is a good idea’. ………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………..

4) What was the most interesting argument that one of your fellow pupils used during the

discussions? Summarize in 1-2 sentences.

………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………..

5) Do you have any remaining questions with regard to this lesson? yes/no

If yes: Please write down your questions, hesitations, doubts, … below. ………………………………………………………………………………………..………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

.

………………………………………………………………………………………..………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

.………………………………………………………………………………………..………………………………………………………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………………………………………

..………………………………………………………………………………………..………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………

…..

33

Nr 3/3 School, locatie

Lesgever

Klasgroep Aantal leerlingen

Datum en tijd 4 aso 10 - …

Vak

Engels

Lesonderwerp (vaardigheden/kennis)

Formulating an (informed) opinion: speaking and writing

Beginsituatie De studenten hebben 2 voorgaande lessen gehad die voorbereiden op deze les: 1 over vocabulaire, 1 over het bekomen van een informed opinion toegepast op spreekoefeningen.

De leerlingen hebben in de vorige les leren werken met www.goformative.com. Referentie of leerplannummer VVKSO D/2012/7841/006

GO! 2012-003

Doelstellingen

Nr leerplandoelen Lesdoelen

De leerlingen kunnen ... VVKSO

ET 12, 16, 17, 25,

27, 28, 33, 37, 38

GO!

ET 12, 16, 17.1,

17.2, 17.9, 25, 27,

28, 33, 37, 38.1,

38.2, 38.3, 38.5,

38.9

(1) … een slecht onderbouwde mening van een goed onderbouwde onderscheiden.

(2) … een onderbouwde mening formuleren op een schriftelijke of mondelinge manier.

(3) … begeleid zelfstandig leerstof verwerken via de online tool: www.goformative.com

(4) … online feedback van de leerkracht verwerken in hun oefeningen.

34

Groep A (revisie): zwarte tekst

Groep B (uitdieping): blauwe tekst

Lesopbouw

Tijd Lesdoel-nr.

Leerinhoud Werkvormen – Onderwijs- en leeractiviteiten – Groeperingsvormen Middelen - Klasschikking

8’

(1) Groepsverdeling Zich baserend op de resultaten van het exit ticket van de vorige les bepaalt de leerkracht of leerlingen

in groep A of B zullen werken deze les. Groep A zal de leerstof herhalen en lichtjes verdiepen, terwijl

groep B de materie op een andere manier leert toepassen (schrijven i.p.v. spreken).

Beide groepen surfen naar https://goformative.com/join en vervolgens geven ze de code in. De

leerkracht vertelt hen of ze formative A of B moeten invullen.

PC-lokaal of

Tablet of laptop/leerling

15’

20’

(2), (3),

(4)

Leerlingen A: herhaling leerstof vorige les

Leerlingen B: verdieping in opiniestuk

Wat is een opiniestuk?

Oefeningen – individueel

Leerlingen formative A maken herhalingesoefeningen:

- Argumenten bedenken bij een onderwerp + uitleggen waarop ze hun mening baseren.

- Indiceren of voorbeeldargumenten goed of slecht zijn + waarom?

- Indiceren van types argumenten

- Voorbeelden bedenken bij types argumenten.

- Voorbeeld geven van een goed en slecht argument bij een bepaald onderwerp.

- …

De leerkracht maakt de formative met deze oefeningen op voorhand. Zich baserend op het Exit

Ticket van vorige les, kan worden bepaald welke types oefeningen er nodig zijn.

Via Formative is het mogelijk voor de leerkracht om de vooruitgang van elke leerling in zijn/haar les

te volgen. De leerkracht kan direct feedback geven op oefeningen via het platform (zie handleiding

bijlage 5 voor meer info). Zo worden de leerlingen snel bijgestuurd en/of aangemoedigd.

leerlingen formative B maken verdiepingsoefeningen:

De leerling gaat individueel op zoek naar een antwoord op “wat is een opinistuk en wat maakt een

opiniestuk goed?”

DEEL 1: De leerlingen beoordelen enkele stellingen met “juist” of “fout”. De formative registreert

automatisch het het gegeven antwoord correct is.

PC-lokaal of

Tablet of laptop/leerling

www.goformative.com

35

Wat maakt een opiniestuk goed?

i. Een opiniestuk focust op meerdere ideeën in één tekst.

ii. In een opiniestuk mag geen humor aanwezig zijn.

iii. Een opiniestuk is persoonlijk en controversieel.

iv. Een opiniestuk is een logische analyse van een onderwerp. De mening moet gestaafd

worden met feitelijke, onderzochte informatie.

v. Een opiniestuk is een kort stukje tekst, van tussen de 500-800 woorden.

vi. De eerste zin van een opiniestuk moet altijd een vraag zijn om de lezers mee te krijgen.

DEEL 2: wat maakt een opiniestuk goed?

De leerlingen lezen de tekst “The gift of a gun”. Ze duiden met rood en groen aan wat ze slecht en

goed vinden aan het opiniestuk, bv. de titel, het einde, stukjes paragraaf, bepaalde argumenten

etc. De lln moeten niet verantwoorden waarom ze iets goed of slecht vinden.

DEEL 3: wat is een goed opiniestuk en hoe schrijf je het?

De leerlingen lezen de korte tekst: “Ten tips to write an opinion piece people read”. Ze halen er

voor zichzelf 3 tips uit die ze het belangrijkste vinden. Deze 3 tips moeten zeker aanwezig zijn in het

opiniestuk dat ze zelf zullen schrijven.

8’

12’

(2), (3),

(4)

What are good and bad arguments and why?

Speaking: Debate about “The gift of a gun”

Leerlingen A: individuele uitdieping

De leerlingen lezen via formative de tekst “The gift of a gun”. Ze duiden aan wat de argumenten zijn

van de schrijfster. Vervolgens beoordelen ze of dit goede of slechte argumenten zijn en geven

hiervoor een verklaring.

Leerlingen A: toepassing in groep: speaking exercise

De leerkracht monitort via het feedback platform “view reponses” wanneer de meeste leerlingen

klaar zijn met de individuele oefeningen bij de leestekst. De leerlingen gaan nu in groepen van 6

een debat voeren over het onderwerp van de leestekst. De leerlingen zetten zich met 4 in een

cirkel, de 2 analysatoren zetten zich buiten de cirkel. Indien enkele leerlingen de tekst nog niet

hebben kunnen doornemen, wordt aan een andere leerling gevraagd om de tekst kort samen te

vatten.

Het debat is een rollenspel bestaande uit 4 rollen en 2 analysatoren. De leerlingen gebruiken geen

spriekbrief meer tijdens het praten zoals in de vorige les. Ze verkondigen een mening die ze linken

Idem

4 rollen op kaartjes

6 stoelen

36

15’

(2), (3),

(4)

Writing a short opinion piece

aan het personage dat ze spelen. Het doel is zo veel mogelijk “informed opinions” te vormen. De

analysatoren beoordelen in welke mate dit gebeurt en nemen hiervoor notities tijdens het debat.

De rollen:

- Melissa: Zij is 15 jaar en gaat al 8 jaar met haar vader naar de shooting range. Haar vader

heeft ooit een dief weggejaagd uit hun huis met zijn wapen.

- Jessica: Haar zoontje is gestorven toen hij ging spelen bij een vriendje. Daar lag een geladen wapen op de kast, bij het spelen heeft de jongen de trekker overgehaald.

- Donald: Hij is een dertiger en erg pro-guns. Hij vindt dat het bezitten van wapens tot zijn Amerikaanse rechten behoort. Dat is de vrijheid die de grondwet waarborgt.

- Johnny: Hij is een jonge kerel en helemaal anti-guns. Johnny is een groene jongen die alle

wapens weg wil uit de wereld. Dat is de enige manier om wereldvrede te bekomen volgens hem.

Afhankelijk van het aantal leerlingen A kunnen rollen weggelaten worden uit de oefening of

worden toegevoegd. De oefening kan herhaald worden met andere analysatoren.

De leerkracht kan zelf bepalen in welke mate hij/zij het debat volgt. Indien gewenst kan hiervoor

de rubric “Group discussion: an informed opinion “ uit les 2 gebruikt worden. De leerkracht moet

zelf bepalen of hij/zij de focus legt op het begeleiden van de leerlingen uit groep A of B, afhankelijk

van aantal leerlingen, niveau, etc.

Leerlingen B: toepassing: individueel een opiniestuk schrijven

De leerlingen gaan nu een eigen opiniestuk schrijven van 300-400 woorden. Ze mogen kiezen uit 2

onderwerpen:

- The use of animals in scientific research (e.g. cosmetics). [Hiermee hebben ze al kennis

gemaakt via het exit ticket van de vorige les.]

- Curfew is necessary to keep (some) teens out of trouble: yes or no? Why?

De leerlingen mogen het internet gebruiken om “bewijs” te verzamelen om hun mening te

funderen. Indien ze een laag level competentieniveau hebben qua onderzoeksvaardigheden, kan

de leerkracht beter informatiefiches voorzien met cijfermateriaal, conclusies uit wetenschappelijk

onderzoek,… om de leerlingen op weg te helpen of enkele sites oplijsten die bruikbaar zijn voor

een opiniestuk over de twee mogelijke onderwerpen. Ook worden handige sites opgegeven die

kunnen helpen bij schrijven (bv. woorenboeken, vertalers,… )

PC-lokaal of

Tablet of laptop/leerling

www.goformative.com

37

Sites:

- http://www.neavs.org/research/overview (animals in research)

- http://www.thesaurus.com/ (synoniemen)

- http://www.dictionary.com/ (woordenboek)

Om hun opiniestuk voor te bereiden vullen de leerlingen een schrijfkader “opinion writing” (zie

bijlage) in. Hierin worden ze stapgewijs voorbereid op het schrijven van hun tekst (zie formative

voor meer uitgebreide instructies met voorbeeld). Zo stellen ze een schrijfplan op dat ze kunnen

volgen bij het daadwerklijk uitschrijven van de tekst.

Indien er tijd over is, beginnen de leerlingen al te schrijven aan hun opiniestuk in de les. Zo niet, is

het huiswerk. De leerlingen krijgen hiervoor een rubric (zie bijlage) dat uitlegt op welke criteria ze

zeker moeten letten bij het schrijven van hun opiniestuk.

7’

Big and frequent mistakes during this class and how

to avoid them in the future

Evaluatie (A + B)

5 minuten voor het einde van de les wordt de hele klas samengeroepen. De leerkracht geeft

klassikaal enkele frappante en/of frequente fouten mee die tijdens die les zijn gemaakt. De

leerkracht noteert deze op het bord en de leerlingen noteren deze op een cursusblad. De

leerkracht legt uit hoe deze fouten vermeden kunnen worden. Afhankelijk van de grootte van de

groep en het aantal fouten kan de leerkracht variëren in de tijd die hij/zij hiervoor uittrekt.

Schoolbord

Krijt

(2) Homework on writing an informed opinion Huiswerk

Leerlingen A: schrijfkader over “The gift of a gun”

Hetzelfde schrijfkader over “opinion writing” dat leerlingen B hebben ingevuld, moeten leerlingen

A thuis invullen. Hiervoor baseren ze zich op hun persoonlijke mening die ze hebben gevormd na

het lezen van de tekst “The gift of a gun” en het debat.

Leerlingen B: afwerken opinion piece + peer review

Thuis werken de leerlingen hun opinion piece af en sturen dit door naar de leerkracht. Op basis van

de kwaliteit van de tekst, stuurt de leerkracht ze naar leerlingen voor peer review: een leerling met

een goede tekst, zal een zwakke tekst becommentariëren en omgekeerd. De leerlingen leveren

commentaar op eleerkrachtaars teksten op basis van een rubric.

Op basis van de commentaar herschrijven de leerlingen hun opiniestuk. De tweede versie wordt

uiteindelijk beoordeeld door de leerkracht.

Bordschema Frappante en/of frequente fouten die tijdens de les gemaakt zijn

Geraadpleegde werken - Referenties https://writetodone.com/how-to-write-a-strong-opinion-piece-for-your-blog/

http://www.nrtoday.com/opinion/the-gift-of-a-gun/article_30cc4ab9-27da-5c3f-815e-ada7773c1378.html

https://www.scholastic.com/teachers/blog-posts/genia-connell/graphic-organizers-opinion-writing/

38

https://www.climatescience.org.au/content/1053-ten-tips-write-opinion-piece-people-read

https://www.teacherspayteachers.com/Product/Common-Core-Writing-Rubrics-FREE-Grades-1-4-863723

39

Bijlage 1: text and glossary - “The gift of a gun”

The gift of a gun

The gift of a gun not appropriate for children

Here we are again, on the verge of 1 the holiday season, and if you are like me you may already be looking at what you are going to give your children.

In my little classroom, there is always at least one student who wants a gun, and usually there is at least one child who gets a gun. I am not saying that their parents don’t keep it locked up, that they are left unsupervised with it, or that their parents don’t love and care about their children. What I am saying is that they are giving their children guns. These children are 6 or 7 years old.

The guns are, of course, for target practice 2 and hunting. It is usually a family affair, and I am sure they are watched like a hawk 3 (at least I hope so) when they are holding their loaded gun. But they are holding a loaded gun.

I don’t care if it is your family tradition, guns are meant to kill.

Many young children, even older ones, can’t make it through a day of school without putting their hands on others, crying over a ripped paper, arguing about where they are standing in line, and in general struggling to follow directions. Now, you may think that your child is different, they are responsible, we keep our guns locked up, they will be fine. Maybe you are right. But what about the neighbors, play-dates 4 and camping trips? Do you trust that your child is safe when you have no control over the guns in someone else’s house?

It doesn’t take a bump stock 5 attached to a gun to ruin lives. Let’s start to change the idea that a gun is a good gift. It is not. It is an accident waiting to happen. Don’t give a gun. Please.

Allison Whitworth - Nov 25, 2017

Glossary

1 On the verge of = very close to something

2 target practice = the activity of shooting at targets (= circles with coloured rings around them) in order to improve your skill

3 to watch something like a hawk = to watch someone or something very carefully and closely

4 play-date = A scheduled time for a child to visit and play with another

5 bump stock = This is something you attach to a gun to turn a semi-automatic gun into an automatic gun, for rapid shooting.

40

Bijlage 2: Ten tips to write an opinion piece people read Ten tips to write an opinion piece people read

1. Avoid headlines that are questions This is not a hard-and-fast rule but it is useful. When a headline is a question, readers mentally insert an answer that is linked to their experience. This sets the reader up to enter your story with a preconceived position and emotion that can make them misinterpret your article. Try to make your headline an active statement. If you are stuck for headline ideas, write it in the active form of X does Y to Z. It’s a structure that helps anyone to come up with something snappy.

2. Open with a strong first line Start with an attention-grabbing opening line that cuts to the heart of your key message and encourages people to read further. It “must” evoke an emotion or an element of curiosity. It can be a strong fact, statement or even the beginning of an anecdote that has audience connection. The first line is the display-window for all the goodies you have inside. It is why reporters can sometimes spend more time on getting the first line right than in writing the rest of the story. If you are struggling with the opening line, write the whole article first and then come back to the lead line at the end. Often the process of writing will reveal the key theme and the sizzling introduction.

3. You aren’t just there to help Hard to believe isn’t it? Unless you are writing an explainer you better be making an argument or a call for change. Back your call with mounting evidence, data and stories. You have a point, so make it. You are not a teacher explaining the world.

4. Don’t try to explain everything at once Make the point, or points, first. Then, introduce the reasoning behind it and the examples later.

5. Put your best stuff early in the article Structure your opinion piece so that the best stuff is towards the front of an article, just as you do in a conversation. So, when you are writing think of how you taleerkracht to your friends. Which brings us to…

6. Use active and conversational voice Journalists and successful writers use active voice because it is direct and engages the audience. At the same time, be conversational. Write to the level of your audience and in a natural voice. This increases readability and projects personality

7. Keep paragraphs short but variable In general, paragraphs should be no more than three sentences. Each paragraph must have its own content and structure to deliver a single concept. The sentences in the paragraph should fit together in an easily understood unit. To accomplish this, make sure sentences deliver one idea at a time. If a sentence is overly long and has too much going on, it usually means there are too many ideas. Contrast your sentence and paragraph lengths to make reading interesting. But if you want to deliver a really punchy point, remember...

8. Single sentence paragraphs are deadly. We all love dazzling our friends with great data and facts, but to really make an impact with your opinion piece wrap your data in a story. Do that and you can explain to your audience what is happening in a way that directly relates to them. In short, if you have great data, give it context. Refer to real world events or personal experiences that you and your audience have likely encountered.

9. Don’t try just to teach your readers, touch them emotionally as well With an emotional kicker, your readers understand your data and develop an emotional response that places your opinion piece in their memory. So don’t deliver nothing but data and factual conclusions.

10. Kill your darlings / “Schrijven is schrappen” Sadly, the first sentences you write are not always your best. So don’t be afraid to delete parts and rewrite them. Let your text rest for a while and come back to it with a fresh pair of eyes. To keep your text short and to the point, you will have to “kill your darlings”. Sometimes it’s better to delete good ideas if they are not relevant to your article. Keep it short and simple!

41

Bijlage 3: schrijfkader “opinion writing”

Opinion Writing

My purpose

Conclusion: __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Reason: __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Example: __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

State your opinion clearly in a single, complete sentence

To use in the body of your writing

• For example • Another reason • In addition/

Additionally • First, second, next,

finally • Most importantly

Sentence starters for stating your opinion

• In my opinion • I think • I strongly

believe • I feel • My favorite

Convince your reader: Provide reasons and examples to make your opinion clear.

To use in your conclusion

• In conclusion • For all the

reasons I have given

• To sum it up • To summarize • As you can see

Reason: __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Example: __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

42

Bijlage 4: rubric opinion writing

Ask yourself: * ** *** ****

Did you introduce the topic you are writing about?

No, I didn’t introduce my topic at all.

Well, I somewhat introduced my topic.

Yes, I introduced my topic.

Yes, I introduced my topic in a very creative way!

Did you clearly state your opinion?

No, I didn’t state my opinion at all.

Well, I somewhat stated my opinion.

Yes, I stated my opinion.

Yes, I clearly stated my opinion in a very creative way!

Did you supply reasons and examples to support your opinion?

No, I didn’t supply any reasons to support my opinion.

Well, I supplied ONE reason/example to support my opinion.

Yes, I supplied MORE THAN ONE reason/example to support my opinion.

Yes, I supplied MANY reasons to support my opinion in a very creative way!

Did you use linking words and phrases to connect paragraphs and ideas?

No, I didn’t use any linking words.

Well, I used FEW linking words and phrases.

Yes, I used SEVERAL linking words and phrases.

Yes, I used MANY linking words and phrases.

Did you provide a concluding statement or section?

No, I didn’t provide a concluding statement or section at all.

Well, I somewhat provided a concluding statement or section.

Yes, I provided a concluding statement or section.

Yes, I provided a concluding statement or section in a very creative way!

43

Bijlage 5: Handleiding Formative – feedback

1. In de vorige les hebt je al kennis gemaakt met Formative. In de handleiding in les 2 kon je lezen hoe je een account aanmaakt en hoe een formative te “clonen”. De aangehaalde filmpjes kunnen je wegwijs maken in het bewerken van de gekloonde formative.

Voor de formative voor groep A (herhaling), klik je op de volgende link: https://goformative.com/clone/NDRKPL. Voor groep B (uitdieping) heb je deze link nodig: https://goformative.com/clone/YYQQAQ

44

2. In deze les is het belangrijk om de leerlingen feedback te geven terwijl ze de formative verwerken. Je kunt de antwoorden van de leerlingen gemakkelijk bekijken door op “view responses” te klikken.

3. Je komt dan op een pagina terecht waar alle antwoorden van de leerlingen verzameld worden. Op de cijferbalk klik je aan welke oefening je wilt bekijken.

45

4. Wanneer verschillende leerlingen deelnemen, kun je bij elke vraag klikken op hun antwoord.

5. Vervolgens kun je feedback typen en een score toekennen aan de gemaakte oefening. Bij een 2/4 weet de leerling bijvoorbeeld dat hij/zij de opdracht nog moet

herbekijken om betere punten te halen. De updates die de leerlingen doorvoeren worden live zichtbaar bij de leerkracht.

46

6. Om meerdere pogingen per oefening toe te laten (updates door te voeren), moet je hiervoor toestemming te geven. Klik eerst op de groene “Assign” knop en vink vervolgens “enable edits after final submission” aan.