Definitief Rapport Multi HBO - Hanze€¦ · AOS Studley Multi HBO – Definitief Rapport Juni 2014...

Definitief RapportMulti HBO

Benchmark Facilitaire kosten 2013

20 JUNI 2014

Multi HBO – Definitief Rapport Juni 2014AOS Studley 2

Betrokken organisaties

DEFINITIEF RAPPORT BENCHMARK HBO


02

03

01

04

05

Inleiding

Kengetallen en Campusgegevens

Kosten en Service Level

Duurzaamheid

Conclusies

INHOUD


01INLEIDING

Fasering

1. Verzamelen gegevens• Aanleveren gegevens• Support AOS Studley

2. Data controle• Controle door AOS Studley• Aanpassen gegevens• Werkbespreking t.b.v. datavalidatie

3. Analyse• Benchmark t.o.v. referentiegroep• Voorlopig Rapport/Presentatie met verwonderpunten• Verwonderpunten

4. Rapportage• Definitief Rapport detailniveau en conclusies• Presentatie samenvatting en opvallende zaken• Interactief bijlageboek


INLEIDING

Algemene scope


NEN2748

INLEIDING


INLEIDING

Opbouw grafiek: Marktconformiteit berekenen

01

• Benchmarks bestaan uit een teller en een noemer. De teller is gebaseerd op de werkelijke facilitaire kosten. De noemer wordt gevormd door het volume aan o.a. verhuurbaar vloeroppervlakte in m², aantal personen of FTE's.

• Bij de berekeningen is gebruik gemaakt van een standaard deviatie en mediaanberekening. Hiermee wordt aangesloten bij de standaard wijze van de benchmark berekening van het NFC (Netherlands Facility Cost Index).

• In het onderzoek wordt gesproken over marktconformiteit van de kosten. Hiermee wordt bedoeld dat de kosten binnen de bandbreedte vallen van 50% van de scores van de referentiegroep. De locaties die boven de bandbreedte uitkomen, doen het slechter dan de markt, de locaties die onder de bandbreedte vallen, juist beter.


INLEIDING

Visie op benchmarken

01

Om de prestatie op een juiste manier te kunnen vergelijken is het kijken naar kosten alleen niet voldoende. De aspecten kosten, kwaliteit, klanttevredenheid en duurzaamhei d samen geven een volledig beeld.Voor de HBO’s zullen de aspecten kosten en kwaliteit als standaard worden meegenomen. Duurzaamheid is optioneel.


INLEIDING

Opbouw grafieken : Interactieve bijlage

01

Kosten

Service level niveau

Duurzaamheid

KTO

Bandbreedte


02

03

01

04

05

Inleiding



Duurzaamheid

Conclusies

INHOUD


CAMPUSGEGEVENS EN KENGETALLEN

M² BVO

• Bovenstaande tabel toont een weergave van het aantal m2 BVO, per HBO, voor zowel dit benchmarkjaar (2013) als vorig benchmarkjaar (2012).

• De toename in m2’s voor Avans is te verklaren vanwege het bijplaatsen van noodgebouwen op de HSL en het betrekken van een nieuw huurpand in Breda.

• Voor de HAN is de toename in m2 deels toe te wijzen aan een uitbreiding van de gebouwen. Daarnaast is er een correctie op de vorig jaar aangeleverde cijfers doorgevoerd.

• De HU heeft een nieuw pand aangehuurd (Daltonlaan, tijdelijke huisvesting) en pand Koningsbergerstraat is tevens toegevoegd, wat resulteert in een toename van het aantal m2’s van ca. 14%.

• De toename in m2’s voor de HvA hangt samen met de ingebruikname van 2 gebouwen (nieuw en gerenoveerd).• Voor Saxion geldt dat er meer lesruimte extern is gehuurd en de locatie van de Pabo in Hengelo is dit jaar in de

telling meegenomen (fusie).

HBO 2012 2013 %

AV.13 Avans 135.065 142.029 5%

FON.13 Fontys 253.531 252.555 0%

HAN.13 Hogeschool van Arnhem en Nijmegen 145.009 152.164 5%

HHG.13 Hanzehogeschool Groningen 138.303 138.120 0%

HHS.13 Haagse hogeschool 115.294 125.187 9%

HR.13 Hogeschool Rotterdam 178.926 180.366 1%

HU.13 Hogeschool Utrecht 174.776 198.737 14%

HVA.13 Hogeschool van Amsterdam 238.456 251.625 6%

HZ.13 Hogeschool Zuyd 119.645 119.814 0%

INH.13 Inholland 168.500 171.360 2%

SAX.13 Saxion 99.964 110.359 10%

WIN.13 Windesheim 113.526 114.591 1%

M2 bvo



Aantal studenten bekostigd / niet-bekostigd

• Het totaal aantal studenten is een samentelling van de bekostigde studenten afkomstig uit de HBO-Raad cijfers (peildatum 31-12-2013) en de niet-bekostigde studentenaantallen, zoals door de HBO’s is opgevoerd in de campussheet (extraneus voltijd/deeltijd, contractanten, cursisten, buitenlandse studenten).

• De cijfers van de HBO-raad zijn een som van alle ingeschreven bachelor en master studenten, zowel voltijd, deeltijd als duaal. Het aantal ingeschreven studenten bestaat uit bekostigde en niet-bekostigde studenten (bijvoorbeeld langstudeerders). Daarnaast is er een groep studenten die buiten de HBO-raad cijfers vallen, zoals bijv. contractstudenten of buitenlandse studenten.

• Saxion is de enige HBO met een iets grotere afwijking. Deze wordt veroorzaakt door studenten van de particulier opleiding Saxion Next die voor een groot deel gehuisvest zijn in de panden van Saxion

• Gezien de zeer geringe verschillen tussen de aangeleverde cijfers en de cijfers van de HBO-raad, zullen de aangeleverde cijfers worden gehanteerd.

HBO

Totaal aantal

studenten

aangeleverd HBO-raad (bekostigd) HBO-raad (niet bekostigd) HBO-raad Totaal Verschil Verschil %

AV.13 27.567 27.565 140 27.705 138 0,5%

FON.13 42.484 42.431 53 42.484 - 0,0%

HAN.13 32.445 31.900 21 31.921 -524 -1,6%

HHG.13 26.096 26.076 147 26.223 127 0,5%

HHS.13 25.407 24.726 57 24.783 -624 -2,5%

HR.13 32.378 32.336 107 32.443 65 0,2%

HU.13 36.538 36.382 72 36.454 -84 -0,2%

HVA.13 48.090 48.082 125 48.207 117 0,2%

HZ.13 14.701 14.646 29 14.675 -26 -0,2%

INH.13 30.111 30.096 42 30.138 27 0,1%

SAX.13 26.503 25.323 13 25.336 -1.167 -4,4%

WIN.13 20.112 20.094 18 20.112 - 0,0%



Aantal studenten en medewerkers

• Bovenstaande tabel toont het aantal medewerkers en het aantal studenten (zie vorige slide), per HBO, voor zowel dit benchmarkjaar (peildatum 1-9-2013) als vorig benchmarkjaar (peildatum 1-9-2012).

• T.a.v. het aantal medewerkers is, behoudens bij INH en Saxion een vrij constant beeld in personeel aantallen te zien. • De studentenaantallen zijn, behoudens een zeer lichte daling bij Hogeschool Zuyd , bij alle HBO’s toegenomen. Vorig

jaar waren er nog significante dalingen te zien bij met name HU (bezuiniging), Inholland en Windesheim. • Zowel de studentenaantallen, als het aantal medewerkers is voor Saxion fors toegenomen. Met name de fusie met de

Pabo (Edith Stein) zorgt voor deze stijging.

HBO 2012 2013 % 2012 2013 %

AV.13 Avans 2.319 2.319 0% 26.356 27.567 5%

FON.13 Fontys 4.015 4.128 3% 40.614 42.484 5%

HAN.13 Hogeschool van Arnhem en Nijmegen 3.186 3.186 0% 30.324 32.445 7%

HHG.13 Hanzehogeschool Groningen 2.888 2.888 0% 25.246 26.096 3%

HHS.13 Haagse hogeschool 1.932 1.966 2% 23.688 25.407 7%

HR.13 Hogeschool Rotterdam 3.015 2.991 -1% 31.167 32.378 4%

HU.13 Hogeschool Utrecht 3.620 3.466 -4% 35.354 36.538 3%

HVA.13 Hogeschool van Amsterdam 3.460 3.595 4% 45.250 48.090 6%

HZ.13 Hogeschool Zuyd 1.904 1.798 -6% 14.723 14.701 0%

INH.13 Inholland 2.772 2.620 -5% 29.456 30.111 2%

SAX.13 Saxion 2.352 2.670 14% 22.914 26.503 16%

WIN.13 Windesheim 2.007 2.021 1% 19.642 20.112 2%

Medewerkers Studenten



M² per persoon (student en medewerker)

• Het aantal m2 per persoon ligt voor de hogescholen gemiddeld op 5 m2 per persoon, nagenoeg gelijk aan vorige benchmark(4,9 m²) Dem2’s BVO en aantallen personen zijn beiden met ca. 3% gestegen.

• De HBO’s laten een redelijk uniforme benutting van m2’s zien. Enkel Hogeschool Zuyd valt in negatieve zin op met 8,2 m2 per persoon. Verschillen kunnen worden veroorzaakt door de samenstelling van de gebouwenportefeuille in termen van gebouwgrootte. Hogeschool Zuyd noteert een groot aantal kleine en middelgrootte panden en heeft eveneens de meeste panden in portefeuille (32), wat mogelijk bovenstaand resultaat verklaard. Dit resultaat is bekend binnen Hogeschool Zuyd is actiepunt voor de RvB.

• Voor Fontys (29 panden) en Hogeschool Rotterdam (23 panden) geldt dit in mindere mate.



M² onderwijsruimte per student



M² onderwijsruimte per student

• De verhouding van de typen ruimten (specifiek vs. generiek) is gegeven in bovenstaande weergave. • HHS en HvA hebben duidelijk minder m2 specifieke onderwijsruimten per student dan de overige HBO’s.• Een aantal hogescholen hebben relatief veel m2 specifieke onderwijsruimte per student, zoals Avans en Hanze (en

in mindere Fontys, Inholland, Saxion en Windesheim. Van deze HBO’s heeft Saxion een opvallend lager aantal m2 BVO per persoon.

• Hogeschool Zuyd heeft geen splitsing kunnen aanbrengen in de onderwijsruimte.

• Een groot aandeel specifieke onderwijsruimte kan ee n oorzaak zijn voor een bovengemiddeld aantal m2 pe r persoon, zoals hiervoor getoond.


02CAMPUSGEGEVENS EN KENGETALLEN

Bezettingsgraad

• Bovenstaande weergave toont de bezetting en benutting van onderwijsruimte in een reguliere onderwijsweek, zowel ingeroosterd als gemeten. Daarnaast is gekeken naar het benuttingspercentage van de ruimte gelet op de capaciteit.

• Hanze, HHS en HVA noteert een efficiënte bezetting van de ruimten: 75-78% van de beschikbare ruimte is ingeroosterd. Voor Hanze geldt dat 76% van deze ingeroosterde ruimte is daadwerkelijk in gebruik en 70% daarvan is goed benut gelet op de capaciteit van de ruimte.

• De overige HBO’s noteren een wisselende bezetting. Duidelijk is dat 60% of minder van de beschikbare ruimte überhaupt wordt ingeroosterd.

• Gezien het feit dat veel HBO’s in samenwerking met M EET de bezetting in kaart brengen, kan het zeer interessant zijn om een detail vergelijking te make n (verdieping op soort ruimtes, tijdstippen, groott e van zalen) op basis van de MEET-rapportage.



Gebruik m²

• Bovenstaande grafiek toont de verhouding eigen gebruik – verhuurd – leegstaand in de gebouwenportefeuilles van de HBO’s.

• De getoonde leegstand van FON, HZ en INH heeft te maken met aangepaste behoefte binnen de organisatie. • FON heeft inmiddels een gedeelte van de leegstaande panden kunnen verkopen. • Voor INH heeft de leegstand enerzijds en de groei anderzijds te maken met het niet aansluiten van de

gebouwenportefeuille bij de vraag van de organisatie. Leegstaande panden worden wel afgesloten om de operationele kosten tot een minimum te kunnen beperken.

• De leegstand die zichtbaar is bij HU en WIN, is bewust gecreëerd, gericht op handen zijnde verbouwingen/renovaties.• HvA verhuurd als enige HBO ca. 8% van hun panden. • Avans en Hogeschool Rotterdam hebben alle panden in eigen gebruik.



Aantal en grootte panden

• Bovenstaande grafiek toont het aantal panden per HBO, verdeeld over de grootte van de panden. Over het algemeen hebben de hogescholen redelijk wat kleine panden (< 3.000 m2 BVO). HHG, HR, HU en HZ laten het meeste aantal kleine panden zien, zowel t.o.v. de overige HBO’s als in de eigen portefeuille.

• Waar er in vorige benchmark voor de HU een daling te zien was in het aantal kleine panden (2012 t.o.v. 2011), is er nu een stijging zichtbaar (van 14 naar 18). Dit heeft te maken met een gewijzigde manier van registreren.

• Fontys heeft een mix van panden, waarbij opvallend is dat zij significant meer middelgrote panden (3.000 – 10.000 m2 BVO) in portefeuille hebben dan de overige HBO’s.

• Het aantal panden en het volume van de panden (aant al m2) kan van invloed zijn op de mate van efficiën tie en de kosten voor sommige processen en activiteiten (i nterne post, onderhoud, receptie).



Leeftijd Panden

• Bovenstaande grafiek toont de leeftijdsopbouw van de gebouwenportefeuille, per HBO.• Inholland noteert veruit de jongste gebouwenportefeuille, met 70% van de panden die jonger zijn dan 13 jaar.• Fontys, Hogeschool Zuyd en Windesheim daarentegen, tonen kleinste aandeel jonge panden (10% of minder).• Avans, Fontys, HAN, HU en HvA hebben een groot aandeel van panden die gebouwd zijn in de jaren 50-70 (dit zijn

over het algemeen vaak “probleempanden”).

• De leeftijdsopbouw van de panden in portefeuille ka n van invloed zijn op het kostenniveau voor huisves ting (NEN 1.1), onderhoud (NEN 1.4) en energie (NEN 1.6) .



Conditie panden

• Bovenstaande grafiek toont het conditieniveau van de panden, van ‘uitstekend’ tot ‘zeer slecht, zoals opgegeven in de campussheet.

• Hogeschool Rotterdam. Inholland en Windesheim laten een hoog percentage (20%+) zien van panden met een uitstekende conditie. Deze HBO’s laten tevens de grootste spreiding in conditieniveau zien.

• Avans, Hanze, Haagse Hogeschool en Zuyd laten een zeer hoog percentage zien van panden met een goede conditie.

• De conditie van de panden kan invloed hebben op de hoogte en het patroon van de onderhoudskosten (zie slide 28, NEN 1.4 – Onderhoud).


02

03

01

04

05

Inleiding



Duurzaamheid

Conclusies

INHOUD


VOORLOPIG RAPPORT BENCHMARK HBO

Huisvesting

1. Huisvesting


KOSTEN EN SERVICE LEVEL

Historie NEN 1 – Huisvesting (€ )

• Bovenstaande grafiek toont de historiek van de totoale huisvestingskosten (NEN 1.1 t/m NEN 1.6) van de jaren 2010 t/m 2013.

• Merendeel van de HBO’s laten een stabiel absoluut kostenpatroon zien t.o.v. vorig benchmarkjaar (2012).• HvA laat een forse stijging zien in de kosten. Deze stijging hangt samen met de ingebruikname van een nieuw

gebouw (per 1 augustus) en een gerenoveerd gebouw.• De stijging in absolute kosten voor Avans hangt samen met de eerder genoemde toename in m2’s (noodgebouwen

HSL en nieuw huurpand in Breda). • Voor de HAN geldt de toename in meters (uitbreiding van de gebouwen) eveneens voor een stijging in kosten. • De daling in absolute kosten voor Fontys hangt voornamelijk samen met een daling van de rentelasten en

afschrijvingen van de gebouwen en een toename van inkomsten uit verhuur (1 pand in 2013 volledig verhuurd).



Eigendomssituatie

• De meeste hogescholen zijn voor 85-95% eigenaar van de panden in de portefeuille.• HR (30%), HvA (75%) en HU (30%) hebben het hoogste percentage huurpanden in de portefeuille.• Fontys, Hogeschool Zuyd en Saxion hebben het minste aandeel huurpanden.

• De eigendomssituatie heeft mogelijk invloed op de h oogte van de huisvestingskosten, daar huurpanden ov er het algemeen hogere huisvestingslasten met zich mee brengen dan de afschrijvingslasten in het geval van eigendom. Op de volgende slide zijn de kosten voor huisvesting (NEN 1.1) weergegeven.



NEN1.1 – Huisvesting ( € per m² bvo)

• Evenals vorig jaar laten de Hogeschool Utrecht en de HvA een hoger kostenniveau zien. Zoals op de vorige slide weergegeven hebben deze HBO’s meer huurpanden dan de overige deelnemende HBO’s, wat mogelijk een verklaring is voor dit resultaat. Voor Inholland is er geen sprake van een groot aandeel huurpanden, maar is er wel een relatief hoog kostenniveau zichtbaar.

• Voor de HU geldt wel dat de kosten zijn gedaald met ca. 453k t.o.v. 2012. Op detailniveau is te zien met name de huurkosten zijn gedaald (-600k). Daarentegen zijn de inkomsten gedaald door het wegvallen van huurder ROC voor pand HUA. Op detailniveau is eveneens te zien dat de afschrijvingen zijn gestegen i.v.m. de fusie met de FEHU.

• Voor de HvA geldt dat door de ingebruikname van twee panden in 2012 de kosten zijn toegenomen.



NEN1.1 – Huisvesting ( € per m² bvo)

• Bovenstaande grafiek toont de verschillen in verhouding afschrijvingskosten, leverancierskosten en vermogenskosten in relatie tot % huurpanden. Een groot aandeel leverancierskosten (lees huurkosten) zou in theorie moeten duiden op overeenkomstig aandeel huurpanden op de totale portefeuille en lagere afschrijvingskosten.

• Voor de meeste hogescholen is dit zichtbaar, met name voor de HvA. Uitzondering is Avans , waar de verhouding huur/eigendomspanden niet terug is te zien in het aandeel leverancierskosten.

• Het verschil in hoogte van afschrijvingen is opvallend voor AV en INH in vergelijking met de overige HBO’s. Voor AVwordt het casco in 30 jr. afgeschreven (geen drempelwaarde) en voor INH in 60 jr (drempelwaarde €35k). Een mogelijke verklaring is het grote aandeel jonge panden dat INH heeft in portefeuille, in vergelijking met de overige HBO’s.



Afschrijvingstermijn en methode

AV.13 FON.13 HAN.13 HHG.13 HHS.13 HR.13

Soort afschrijving Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair

Afschrijvingsmethode Aanschafwaarde Aanschafwaarde aanschafwaarde Aanschafwaarde Investeringswaarde

Afschrijvingstermijn Casco (in jaren) 30 30 30 30 30 60

Afschrijvingstermijn Inbouwpakket (in jaren) 15 15 30 15 5 15

Drempel van activeren van investeringen Geen 50.000,00€ 10.000,00€ 2.500,00€ 2.500,00€

HU.13 HVA.13 HZ.13 INH.13 SAX.13 WIN.13

Soort afschrijving Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair

Afschrijvingsmethode Aanschafwaarde Aanschafwaarde Aanschafwaarde Historische kostprijs Componentenmethode lineair

Afschrijvingstermijn Casco (in jaren) 30 40 30 60 50 60

Afschrijvingstermijn Inbouwpakket (in jaren) 15 (5) 15 30 15 (30) 20 10

Drempel van activeren van investeringen 10.000,00€ 5.000,00€ Geen 35.000,00€ 1.250,00€ 200.000,00€

• Bovenstaande tabel toont de soort afschrijving, de afschrijvingsmethode en de afschrijvingstermijnen voor casco en inbouwpakket. Daarnaast is het drempelbedrag opgenomen voor het activeren van investeringen.

• overeenkomstig aandeel huurpanden op de totale portefeuille en lagere afschrijvingskosten.



NEN1.4 – Onderhoud ( € per m² bvo) (1/2)

• Avans, Fontys, Haagse Hogeschool, Hogeschool Rotter dam, Hogeschool Utrecht en Windesheim vallen in positieve zin op met een kostenniveau onder het gemiddelde, ondanks dat een groot deel van de panden van Avansen Fontys uit de periode 1950-1970 komen (de zogenoemde ‘probleempanden’).

• Voor HU geldt dat onderhoudskosten met name minder zijn i.v.m. voorgenomen renovaties van panden, waardoor onderhoud minimaal wordt uitgevoerd (en ook de personele inzet is gedaald).

• Voor Avans, Haagse Hogeschool en Windesheim is er mogelijk wel een link te leggen met het hoge conditieniveau, zoals eerder weergegeven op slide 21.

• Al gaat dit in het geval van HZ niet op. Er is sprake van een goed conditieniveau, maar ook een hoog kostenniveau. De leeftijd van de panden i.c.m. het grote aantal panden zorgt derhalve voor dit resultaat.



NEN1.4 – Onderhoud ( € per m² bvo) (2/2)

• Bovenstaande grafiek toont voor de HAN, HvA, Hogeschool Zuyd en in mindere mate Inholland en Saxion een bovengemiddeld kostenniveau.

• Voor de HvA is er eveneens een stijging in kosten zichtbaar, wat samenhangt met extra kosten voor brandveiligheid en de inventarisatie voor het MJOP.

• Inholland laat een kostenstijging noteren vanwege een grote reparatie in Diemen en het feit dat onderhoud deels eenmalig in de exploitatie opgenomen is i.p.v. geactiveerd.

• In het geval van Saxion is een stijging in kosten zichtbaar vanwege kosten m.b.t. legionella beheer, achterstallig onderhoud, extra preventief onderhoud en de extra kosten voor inzet van mensen voor deze werkzaamheden.

• Bij de HAN is er sprake geweest van meer correctief onderhoud door ouder wordende gebouwen en toenemende gebruiksintensiteit.



NEN1.6 – Energie ( € per m² bvo)

• De service level vragen voor energie zijn gericht op duurzaamheid en energiebesparing. Een hoog service level zal dus theoretisch een lager kostenniveau betekenen en vice versa. Deze theorie gaat mogelijk op HvA, maar niet voor HHS en Inholland.

• De kosten voor de HU zijn voor het tweede jaar op rij gedaald, al is op detailniveau het gasverbruik gestegen (mogelijk a.g.v. het koude voorjaar).

• Voor Hogeschool Rotterdam zijn de energiekosten gestegen met ca. 13% (+365k) vanwege het volledig in gebruik hebben van enkele panden in 2013. Op detailniveau zijn de kosten voor gas, stadsverwarming en elektriciteit gestegen en zijn de kosten voor water gedaald.

• Voor Fontys is voor het tweede jaar op rij een daling in energiekosten zichtbaar. Waar er vorig jaar een forse daling zichtbaar was van 11%, is er nu een daling zichtbaar van 3%.



NEN1.6 – Energie – Verbruik (Elektriciteit)

• De hiernaast weergegeven tonen de verbruikscijfers en kosten per eenheid weer voor elektriciteit.

• De grafieken tonen een overeenkomstig beeld met kostenverschillen zoals weergegeven op de voorgaande slide, daar elektriciteit de grootste kostenpost is binnen het onderdeel energie.

• Enkel de verhouding verbruik vs. kosten voor HR valt op in negatieve zin. Het verbruik per m2 is gelijkwaardig met bijvoorbeeld WIN en HHG maar de kosten per kWh liggen beduidend hoger.

• Niet alle cijfers zijn compleet aangeleverd, het is aan te raden hier komende jaren aandacht aan te besteden, energiekosten drukken flink op de begroting immers.



NEN1.6 – Energie – Verbruik (Gas)

• De hiernaast weergegeven tonen de verbruikscijfers en kosten per eenheid weer voor gas.



NEN1.6 – Energie – Verbruik (Stadsverwarming)

• De hiernaast weergegeven tonen de verbruikscijfers en kosten per eenheid weer voor stadsverwarming.



NEN 2 – Diensten en middelen

1. Huisvesting2. Dienstverlening



Historie NEN 2 – Diensten en middelen (1/2)

• Merendeel van de HBO’s laten een verschillend absoluut kostenpatroon zien t.o.v. vorig benchmarkjaar (2012). Enkel Hanze noteert een stabiel kostenpatroon.

• Voor Avans wordt de stijging op dit totaalniveau met name veroorzaakt door de stijging in schoonmaakkosten (+500k). Daarnaast is er door de uitbreiding meer te servicen in de gebouwen van Avans, wat zorgt voor toename in kosten.

• Waar Fontys vorig jaar nog een forse stijging noteerde, zijn de kosten dit jaar gedaald. Op detailniveau is te zien dat de kosten voor catering, beveiliging en document management zijn gestegen, maar met name de kosten voor inventaris fors zijn gedaald (-1,1 mio EUR). De reden voor deze daling heeft te maken met een eenmalige afkoop van een leasecontract voor inventaris in 2012.

• HR kent een stijging in de kosten die zijn opgenomen in de benchmark, a.g.v. het opnemen van de HBO-brede cateringkosten en niet alleen van het facilitair bedrijf (+2,5 mio EUR, voor automatencatering en werkplekservice). In de praktijk is er geen daadwerkelijke stijging van 2,5 mio EUR.



Historie NEN 2 – Diensten en middelen (2/2)

• De daling voor de HU is met name toe te rekenen aan de daling voor document management, afval en inventaris.• Voor Inholland is er eveneens een daling voor document management en inventaris zichtbaar, en is net als

voorgaande benchmark sprake van een daling in schoonmaakkosten. • Voor Saxion is er op alle diensten en middelen sprake van een stijging in absolute kosten. Er zijn t.o.v. 2012 meer

mensen te servicen in de panden (+7% = 1.862 mensen). Specifiek worden er meer kosten voor schoonmaak gemaakt, omdat het nieuwe pand veel glas heeft. Daarnaast is er geïnvesteerd in meubilair en AV middelen.



NEN2.1 – Catering: Definities

� Alle activiteiten, diensten en middelen die gericht zijn op het decentraal beschikbaar hebben van dranken en versnaperingen op en in de nabijheid van werkplekken d.m.v. automaten, koffiecorners of koffierondes.

� Alle activiteiten, diensten en middelen die gericht zijn op het serveren van dranken, maaltijden en hapjes op de werkplek en in vergaderruimten.

� Alle activiteiten, diensten en middelen die gericht zijn op het verzorgen van gelegenheden waarvoor extra restauratieve voorzieningen moeten worden getroffen.

� Alle activiteiten, diensten en middelen die gericht zijn op het verzorgen van warme en koude maaltijden en dranken voor het personeel en gasten, die in het restaurant of de daarvoor bestemde ruimte worden genuttigd of kunnen worden meegenomen.

2.1.10.1 - Restaurant 2.1.10.3 - Automaten 2.1.10.2/4 - Banqueting



NEN2.1 – Catering (€ per persoon)

• Gemiddeld zijn de kosten voor catering €50,90 per persoon (in 2012 lag dit gemiddelde op €46,2 en in 2011 op €43,9).

• De kosten voor catering liggen bij alle hogescholen, behoudens HR, HU en Windesheim , binnen of onder de bandbreedte.

• Voor Saxion zijn de kosten voor werkplekservice toegenomen (meer bestellingen) en de warme dranken voorziening (meer uitgiften). Daarnaast zijn er minder inkomsten geboekt in 2013. De stijging zit daarnaast in de toevoeging van de locatie in Hengelo.

• Vorig jaar liet de HHS een daling in kosten noteren, vanwege een nieuwe cateringcontract. Ook dit jaar zijn de kosten gedaald.

• Ook Inholland laat wederom een goed resultaat zien a.g.v. daling in koffie consumptie en het afstoten van watercoolers.



NEN2.1 – Catering (€ per persoon) detail

• Bovenstaande grafiek geeft de verschillende kostencomponenten binnen de activiteit catering weer, per HBO. • T.a.v. de restaurantkosten valt HR op, in vergelijking met de andere HBO’s. • Op het vlak van automatencatering is het opvallend dat er voor HHS en HHG zeer lage, zelfs inkomsten aanwezig

zijn.

• Fontys is niet in staat om o.b.v. de exploitatiegegevens een uitsplitsing te maken naar restaurant, automaten en banqueting/werkplekservice.



NEN2.2 – Beveiliging en Receptie (€ per persoon)

• De gemiddelde kosten voor beveiliging en receptie liggen op €51,- per persoon. Vorig benchmarkjaar (2012) en het jaar daar voor (2011) lag dit gemiddelde nog op €53,- per persoon.

• Het kostenniveau voor Fontys is marktconform. Echter er is wel een stijging zichtbaar vanwege extra inhuur a.g.v.ziekteverzuim.

• De HAN noteert eveneens een marktconform kostenbeeld. Er is, net als voorgaande benchmark, een daling op zowel beveiliging, receptie als preventie zichtbaar (effect van bezuinigingen).

• Voor HR zorgt de daling op overheadkosten voor wederom een zeer goed resultaat. • Ook de HvA weet zich weer te verbeteren (-400k). In 2012 zorgde het nieuwe contract al voor een sterke kosten-

daling, echter toen lag het kostenniveau nog boven de bandbreedte. • Het kostenniveau voor HZ is zeer opvallend en het is derhalve aan te raden dit onderdeel nader te analyseren.



NEN2.2 – Beveiliging en Receptie detail



NEN2.3 – Schoonmaak ( € per m²)

• Net als vorig benchmarkjaar laat Avans een kostenniveau zien dat boven de bandbreedte ligt. • Voor Inholland is er wederom een goed resultaat zichtbaar. Vorig jaar had de aanbesteding een positief effect op het

kostenniveau. Nu zijn delen van panden afgesloten, waardoor minder schoonmaak wordt uitgevoerd. Daarnaast zijn eer lagere glasbewassingskosten.

• Waar Saxion in de vorige benchmark lagere kosten noteerde a.g.v. een lagere frequentie van glasbewassing en minder ‘overige kosten’ zijn de kosten in 2013 gestegen doordat er in 2013 boekingen zijn geweest die in 2012 plaats hadden moeten vinden (o.a. gevelreiniging). Daarnaast zijn bonussen uitgedeeld aan de leverancier conform contractafspraken en is locatie Hengelo dit jaar opgevoerd. Tenslotte is er veel extra onderhoud gepleegd en is er sprake van een prijsverhoging.



NEN2.5- Document management (€ per persoon)

• De gemiddelde kosten voor document management bedragen gemiddeld €54,- per persoon over 2013. In de vorige benchmark lag dit gemiddelde op €57,- per persoon.

• Deze gemiddelde daling is het resultaat van de dalingen in document management kosten voor Hanze, HAN, HU, Hogeschool Zuyd, Windesheim en Inholland .

• Hogeschool Zuyd valt net als vorig jaar in negatieve zin. Er is echter wel een forse besparing behaald, waardoor het kostenniveau nu op ca. €110,- per persoon ligt, waar dit vorig jaar nog ca. €150,- per persoon betrof. In het huidige contract zijn er minder printkosten en zijn er geen boeteclausules meer (bij minder afdrukken, bijbetalen).

• Er is geen direct verband te leggen met een lager of hoger kostenniveau a.g.v. het in of uitbesteden van de repro. Fontys, HAN, HHS, Saxion en Windesheim (vanaf oktober uitbesteed) hebben de repro nog volledig in eigen beheer.



NEN2.5- Document management detail (€ per persoon)

• De kostenverschillen zoals weergegeven op de voorgaande slide worden met name veroorzaakt door hogere kosten voor repro (HvA, HZ, INH en SAX).

• Het is aan te raden dit onderwerp binnen het HBO pl atform te verdiepen en daarbij verschillen te verkl aren o.b.v. aantallen afdrukken, verbruik, etc.



NEN2.7- Inventaris en benodigdheden (€ per persoon)

• De gemiddelde kosten bedragen €129,- per persoon, waar dit gemiddelde in 2012 lag op €121,- en in 2011 op €112,-per persoon.

• Op de volgende slide zijn de afschrijvingstermijnen voor inventaris en AV middelen weergegeven, per HBO. Op basis van bovenstaande grafiek en de grafieken op de volgende slide kan worden geconcludeerd dat er geen relatie is tussen een hoger of lager kostenniveau met een korte of lange afschrijvingstermijn voor inventaris en AV middelen.

• Zo heeft HZ hoge kosten in vergelijking met de overige HBO’s, maar kent het een gelijke termijn van afschrijven als bijvoorbeeld de HAN (die een lager kostenniveau hebben dan gemiddeld).



NEN2.7 – Inventaris en AV middelen - detail



NEN 5 – Facility Management

5. Facility Management



Historie NEN 5 – Facility Management

• Voor de meeste deelnemers is het kostenniveau redelijk stabiel te noemen. Wel zijn er een aantal uitschieters.• HHS, HU en INH laten een grote stijging zien in vergelijking met 2012.• Voor HHS wordt de stijging veroorzaakt door uitbreiding van de FM-organisatie en aanpassing in de uitgangspunten

voor de aanlevering. • De stijging van INH hangt samen met een uitgevoerde reorganisatie waardoor een adviseursfuncties er een extra

managementlaag bij zijn gekomen.• HR en WIN laten daarentegen een daling in de kosten zien. Voor HR speelt het in dienst nemen van een manager

i.p.v. inhuur een rol in de daling. • Voor WIN zijn de kosten van inkoop niet opgenomen in vergelijking met vorig jaar.



NEN 5 – Facility Management (€ per m²)

• De stijging in de kosten van HHS en INH heeft tot gevolg dat het kostenniveau per m² ruim boven de bandbreedte uitkomt.

• Opvallend lage kosten zijn er voor FON, HAN en WIN . Wijze van organiseren en grootte van organisatie kan hier een rol in spelen.


02

03

01

04

05

Inleiding



Duurzaamheid

Conclusies

INHOUD

Multi HBO – Definitief Rapport Juni 2014 53

Resultaat meting HBO’s

� De maximale score voor het onderdeel management (12% van de totale score) wordt gedeeltelijk bepaald door de score op de andere categorieën. De basis begint immers met het opzetten van een beleid, wat concreet wordt gemaakt op de andere onderdelen.

� HHS en HZ scoren goed doordat ze een integraal beleid hebben gedefinieerd, doelstellingen hebben bepaald en het resultaat wordt gemeten. De meeste doelstellingen zijn ook behaald. Daarnaast is het EMS ISO gecertificeerd

� De HAN laat ook een scoren noteren die richting het gemiddelde van Nederland gaat. Het verschil met HHS wordt veroorzaakt door het niet hebben van een mileumanagement systeem (EMS).

� Saxion scoort laag door op geen van de onderdelen boven de niveau 1 uit te komen.� Met deze score zit HHS iets boven het gemiddelde marktniveau. Integraal aanvliegen is het devies om nog beter te scoren.

Een norm als BS:8900 (guidance for managing sustainable development) kan hierbij helpen, alsook het aanwijzen van een centrale coördinator of zogenaamde koplopers. Ook ISO 14001 certificering kan bijdragen aan een beter resultaat.

Management voor onderdeel gebruik: Meten en monitoren van impact



� Op dit onderdeel haalt HHG potentieel de maximale score . HHS, HAN, SAX en HZ scoren ruim boven de markt. Dit houdt in dat er een gezondheidsbeleid ontwikkeld is met duidelijke doelstellingen welke door het management ondersteund wordt en onderschreven is.

� Of zij deze doelstellingen ook daadwerkelijk behalen en continu proberen te verbeteren zal bijdragen aan de werkelijke score bij een BREEAM assessment.

� De verbeterpunten voor INH en HU liggen met name op het vlak van opzetten/uitbreiden van het gezondheidsbeleidplan.� Concrete punten zijn: herkennen en aanmoedigen van goed gedrag (trainingen, ambassadeurschap, klankbordgroepen,

communicatie), comfort op de werkplek (geluidsniveau, luchtkwaliteit, printers afzonderen van werkplekken, douches, sportfaciliteiten, relaxruimtes), tevredenheid van medewerkers, effectiviteit management, registreren en verminderen van gezondheids- en welzijnsproblemen.

Welzijn en Gezondheid voor onderdeel gebruik: Veiligheid en bescherming



� Het onderdeel Energie heeft een belangrijke impact op de totale potentiele score. Bijna 20% van de score wordt beïnvloed door Energie. Bijna alle deelnemers scoren hier boven het gemiddelde.

� HHS, HHG, HAN en HZ hebben een reductiebeleid voor energie, kopen duurzame energie in, hebben een efficiëntiebeleid en hebben ca. 75% of meer van hun doelstellingen behaald.

� FON, HU en SAX scoren iets lager dan de bovenstaande HBO’s, maar laten wel een scoren noteren die hoger ligt dan de markt.

� Voor WIN is er verbetering te realiseren op het opstellen van een beleidsplan alsmede het stellen van doelen voor het besparen van energie.

� Concrete verbeterpunten zouden kunnen zijn: hernieuwbare energiebronnen, verlaging verbruik, compensatie, energielevering, ISO 14001 certificering, beschikbare energiecertificaten, energie coördinatoren instellen etc.

Energie voor onderdeel gebruik: Energieverbruik management



�Ook transport is een belangrijk onderdeel in de totale scorepotentie.�SAX heeft een vervoers- en transportbeleidsplan met woon-werkverkeer en zakelijk reizen en CO2 uitstoot

waardoor ongetwijfeld de milieueffecten verbeterd worden. Ook wordt er gemeten en zijn de eerste doelstellingen al behaald. WIN laat een score zien rond het gemiddelde van de markt, de rest zit onder het marktgemiddelde.

�Als zij in de toekomst de verschillende vervoersbewegingen van woon-werkverkeer en ook toeleveranciers gaat meten, duidelijk doelen stellen tot vermindering en maatregelen treffen om dit te behalen, zal de score op dit onderdeel nog omhoog gaan.

�Dit kan door een totaal mobiliteitsplan voor woon-werkverkeer en zakenreizen te maken, afspraken met leveranciers te maken hoe zij naar de hogeschool reizen en wat ze eventueel aan CO2 kunnen compenseren als ze met milieuvervuilende vervoersmiddelen komen.

Transport voor onderdeel gebruik: Transport- en mobiliteitsmanagement, transportbehoeften



� Water heeft een bescheiden plek als het gaat om de totale impact op de BREEAM score.� Op dit onderdeel scoort HHS duidelijk het best. Zij heeft al het nodige ontwikkeld op het vlak van een

waterreductiebeleidsplan. Invoer van een waterbeheersysteem, het bewaken van verbruik, ontplooien van waterbesparende maatregelen, geven van instructies en trainingen aan medewerkers en beheerders zijn maatregelen die tot een nog betere score zullen leiden.

� Opvallend is dat SAX een zeer uitgebreid beleidsplan heeft opgesteld (reductie, vermijden van gebottled water, hergebruik en duurzame inkoop), maar nog weinig doet in de meting, opvolging en verbetering. Door ook hier de PDCA cyclus in werking te stellen zal SAX bij een certificering hoog kunnen scoren, nog hoger dan HHS.

Water voor onderdeel gebruik: Waterverbruik management


� De score op het onderdeel materialen wordt met name beïnvloed door het duurzame inkoopbeleid en het beleid omtrent leveranciers op het vlak van duurzaamheid. FON, HHG, SAX en met name HZ scoren zeer hoog.

� HZ laat op alle items de maximale score noteren.� Het verlengen van de levensduur van producten, onderhoudsvriendelijkheid, de mate van recyclebaarheid,

het beperken van verpakkingsmateriaal en gebruik van afbreekbare reinigingsmiddelen zijn belangrijke eigenschappen voor het inkoopbeleid. Het borgen van deze eigenschappen in het inkoopbeleid, het trainen inkopers, het vastleggen van streefcijfers en het continue verbeteren zorgen voor een nog hogere score.

� Eisen die aan leveranciers worden gesteld omtrent duurzaamheid en certificering zorgen voor een totaalbeeld, waar bijv. HHG en HZ zowel ISO9001 als ISO14001 als eis stelt.


Materialen voor onderdeel gebruik: Toepassing milieu vriendelijke en duurzaam geproduceerde materialen



� Voor afval geldt het devies: “voorkomen is beter dan genezen” – waardoor de meest punten kunnen worden gescoord met preventieve maatregelen.

� Scheiden, registreren, sorteren, bewaken, bijsturen en vermindering inclusief duidelijke doelstelling en deze vervolgens behalen zorgen voor een goede score op dit onderdeel.

� HZ scoort ruim beter dan de markt. Reductie van afval; afvalscheiding, recycling en duurzame inkoop maken allen deel uit van het beleidsplan en worden gemonitoord.

� SAX en HHG scoren voor Afval iets beter dan de markt en zijn goed op weg: in de toekomst wanneer meer doelstellingen bereikt worden verwachten we een hogere score.

Afval voor onderdeel gebruik: Meten en monitoren van impact



� Landgebruik & Ecologie wordt met name beïnvloed door de keuze van de locatie van de panden. In de beheerfase is de locatie uiteraard niet aan te passen, behalve als men gaat verhuizen.

� De score wordt bepaald door de mate waarin er actieve betrokkenheid is (en mogelijk) sponsoring van lokale, regionale/landelijke of internationale milieuorganisaties. HHS heeft actieve betrokkenheid bij lokale of regionaal/landelijkeorganisaties, waardoor zij hoger scoren.

Landgebruik & Ecologie voor onderdeel gebruik: Bijdragen aan biodiversiteit



� Voor wat betreft het voorkomen van vervuiling hebben alle hogescholen nog een weg te gaan. Er worden op dit moment maatregelen ontplooit, maar er is nog weinig beleid omtrent vervanging van schadelijke middelen en reductie. Een scan om de schadelijke stoffen binnen de bedrijfsvoering van de hogescholen te identificeren, maatregelen te treffen voor vervanging of reductie en een beleid opstellen zijn concrete stappen die genomen kunnen worden.

� FON en HZ scoren het beste, met name doordat niet alleen initiatieven worden ontplooid maar dat hier ook doelstellingen aan worden gekoppeld.

Vervuiling voor onderdeel gebruik: Plaatselijke lucht- water- en grondvervuiling + licht- en geluidvervuiling


Potentie Multi HBO – BREEAM IN-USE onderdeel “Gebruik”

�De scorepotentie voor de hogescholen is op basis van de huidige status: 1, 2 of 3 sterren . HHS en HZ scoren het best van alle hogescholen met rond de 55% van het aantal mogelijke punten, wat flink boven het gemiddelde van de markt ligt. Het grootste verbeterpotentieel zit in de categorieën “Transport”, “Afval”, en “Vervuiling”.

�HHG, HAN en SAX volgen HHS op de voet en scoren nog boven het gemiddelde van de markt. Bij HHG ligt het grootste verbeterpotentieel bij dezelfde categorieën als bij HHS. Meer tijd investeren in “management” en “landgebruik en ecologie” zorgt ervoor dat ze op hetzelfde niveau of beter dan HHS kunnen uitkomen.

�De rest van de hogescholen zitten een stuk lager. FON, HU en INH liggen dicht bij elkaar.


Potentie Multi HBO – BREEAM IN-USE onderdeel “Gebruik”

�WIN is het minst integraal bezig met duurzaamheid en haalt net geen ster. Ze kunnen zich integraal op alle onderdelen verbeteren, enkel transport zit op een gemiddeld marktniveau.

�Om het echte potentieel te leren kennen en deze zo optimaal mogelijk te kunnen implementeren raden we een meer gedetailleerde BREEAM-assessment aan. Deze kan de hogescholen helpen om te bepalen hoe in zo min mogelijk tijd en met een zo laag mogelijke tijds- en geldinvestering zo hoog mogelijk te komen.


02

03

01

04

05

Inleiding


Duurzaamheid

Conclusies

Kosten en Service level

INHOUD

AOS Studley 65

Conclusies en aandachtspunten

AV.13

NEN-item Kenmerken

Huisvesting en ruimtegebruik

De scope van panden van Avans is voor het tweede jaar op rij uitgebreid. Dit keer met de noodgebouwen op de HSL en het betrekken van een nieuw huurpand in Breda. De huisvestingskosten zijn dan ook zichtbaar gestegen. Het is aan te bevelen om meer inzicht te generen in de ruimtesoorten, alsook in de bezetting (meten) en benutting van de beschikbare ruimte. Met dit inzicht kan optimaal worden gekeken naar de benutting van de beschikbare ruimte, bij een toenemende studentenpopulatie. Momenteel wordt 61 % van de beschikbare onderwijsruimte daadwerkelijk ingeroosterd, waarmee kan worden geconcludeerd dat er nog efficiencymogelijkheden zijn.

SchoonmaakDe schoonmaakkosten zijn voor het tweede jaar op rij in absolute zin gestegen a.g.v.ingebruikname van de nieuwe panden. Dit resulteert, net als vorige benchmark, in een hoger kostenniveau per m2 dan de benchmark. Het is aan te bevelen dit onderdeel nader te analyseren.

Inventaris en benodigdheden

De kosten voor inventaris liggen keurig onder de marktconforme bandbreedte. Echter, de kosten zijn wel fors toegenomen vanwege aanschaf van nieuw meubilair i.v.m. verhuisbewegingen naar nieuwe panden. Met name de kosten voor DIF meubilair Breda.

FM OverheadDe overheadkosten zijn marktconform. Echter, vanwege de groei van het aantal studenten en medewerkers binnen de hogeschool is de FM afdeling ook uitgebreid. Zowel op het vlak van huisvesting/inkoop/facilitair, als t.a.v. coördinatoren FAC.

Avans laat voor zowel Huisvesting (-8%) als Diensten en middelen (-9%) een kostenniveau zien dat lager dan de benchmark. Ook op het vlak van FM overhead scoort Avans beter dan gemiddeld (-19%).Er is voor het tweede jaar op rij een toename in het aantal mensen (+5%), alsook in het aantal m2 (+5%). Ondanks deze ontwikkeling zijn de kosten gemiddeld stabiel gebleven.

AOS Studley 66


FON.13

NEN-item Kenmerken

Ruimtegebruik

Fontys toont een m2 gebruik dat hoger ligt dan de benchmark. Het volume specifieke onderwijsruimten, leegstand en het grote aantal kleine en middelgrote gebouwen blijft de verklarende factor, ondanks dat er tweetal leegstaande panden zijn afgestoten. De bezettingscijfers onderschrijven dit resultaat, waar er sprake is van een bezettingspercentage van 59% van de ingeroosterde ruimte (gemeten). De capaciteit van deze ruimten is tevens niet optimaal benut (32%).

Onderhoud

Het kostenniveau voor onderhoud lag in de vorige benchmark nog ruim boven de benchmark. Dit jaar ligt het kostenniveau aan de onderkant van de bandbreedte. De omvang van de post onderhoud is verder gestabiliseerd. Er is een nauwkeuriger onderscheid aangebracht tussen NEN 1.4 en NEN 1.5 en de personeelslasten zijn nauwkeuriger verbijzonderd naar de NEN-items 1.1 en 1.4 (gebouw en onderhoud).

Diensten en middelen

Waar Fontys vorig jaar nog een forse stijging noteerde voor haar kosten voor de soft services, zijn de kosten dit jaar gedaald. Op detailniveau is te zien dat de kosten voor catering, beveiliging (meer inhuur a.g.v. ziekte) en document management zijn gestegen, maar met name de kosten voor inventaris fors zijn gedaald (-1,1 mio EUR). De reden voor deze daling heeft te maken met een eenmalige afkoop van een leasecontract voor inventaris in 2012.

Fontys laat voor zowel Huisvesting (-12%) als FM overhead (-59%) een kostenniveau zien dat lager dan de benchmark. Op het vlak van Diensten en Middelen scoort Fonts exact gelijk aan het gemiddelde. Vorig jaar lag dit nog kostengemiddelde nog fors hoger (+13%).

Het aantal studenten is gestegen t.o.v. vorig jaar met ca. 5%.

AOS Studley 67


HAN.13

De Huisvestingskosten voor de HAN liggen hoger dan de benchmark (+10%). De kosten voor de Diensten en middelen liggen lager dan de benchmark (-11%), waar dit deze kosten vorig jaar nog boven de benchmark lagen. De FM overhead kosten liggen fors lager dan gemiddeld (-48%).

De studentenaantallen zijn gestegen met 7% en de m2’s met 5% (deels uitbreiding van de gebouwen, deels correctie op de vorig jaar aangeleverde cijfers).

, t.o.v. 2012. NEN-item Kenmerken

EnergieDe energiekosten liggen, net als in voorgaande benchmark, boven de benchmark. Aangegeven is dat verbruikscijfers per energiecomponent voor met name de huurpanden niet inzichtelijk zijn. Het is desondanks aan te bevelen dit onderdeel nader te analyseren.

Onderhoud

De onderhoudskosten liggen boven de benchmark. Naast de toename in m2’s is er is sprake geweest van meer correctief onderhoud door ouder wordende gebouwen en toenemende gebruiksintensiteit. Het is aan te bevelen om dit onderdeel goed te blijven monitoren.


Zoals bovenstaand vermeld liggen de kosten voor de diensten en middelen 11% lager dan benchmark, waar dit vorig jaar nog boven de benchmark lag. Op een lager niveau is te zien dat dit goede resultaat met name is behaald door bezuinigingen t.a.v. beveiliging en receptie (en preventie) en een nieuw contract voor document management (leasekosten copiers gedaald).

AOS Studley 68


HHG.13

NEN-item Kenmerken

RuimtegebruikDe bezetting en benutting van de beschikbare onderwijsruimte is beter t.o.v. overige HBO’s. 75-78% van de beschikbare ruimte is ingeroosterd en 76% van deze ingeroosterde ruimte is daadwerkelijk in gebruik. 70% daarvan is goed benut gelet op de capaciteit van de ruimte.

Schoonmaak

De Hanze noteert een kostenniveau boven de bandbreedte, net als voorgaande jaren. Het is aan te bevelen om de (extra) schoonmaakkosten scherp te monitoren om zodoende onnodige kosten te voorkomen. Uit de cijfers blijkt niet dat er bovengemiddeld hoge niet-planmatige kosten (extra schoonmaak) zijn geweest.

Document Management

De kosten voor document management liggen keurig binnen de marktconforme bandbreedte. Een kostendaling zorgt voor dit resultaat. Lagere portokosten (teruglopend postvolume) en daarbij zijn de Paycubes zijn niet meer opgenomen omdat deze niet meer gebruikt worden als gevolg van uitbesteding van decentrale repro (al zijn de kosten van decentrale repro vooralsnog een schatting).

De Huisvestingskosten voor de Hanze liggen -6% onder het gemiddelde van de HBO’s. De kosten voor Diensten en middelen liggen hoger dan de benchmark (+13%). Vorig jaar lag het kostenniveau voor de diensten nog 20% boven de benchmark. De FM overhead kosten liggen exact gelijk aan de benchmark.

Het aantal studenten voor HHG is licht gestegen met 3% t.o.v. 2012. De m2’s zijn nagenoeg gelijk gebleven.

AOS Studley 69


HHS.13

NEN-item Kenmerken

Energie

De kosten voor energie vallen in deze benchmark boven het marktgemiddelde. In voorgaande jaren was het kostenniveau lager dan het marktgemiddelde. Ondanks de uitbreiding van de gebouwenportefeuille, wat logischerwijs resulteert in een hoger absoluut kostenniveau, is het aan te bevelen om dit onderdeel nader te analyseren.

BeveiligingHet nieuwe contract voor beveiliging heeft zijn vruchten afgeworpen en heeft geresulteerd in een kostenniveau dat ruim onder de bandbreedte ligt. Een keurig resultaat.

Schoonmaak

De schoonmaakkosten liggen aan de bovenkant van de benchmark, waar de kosten in voorgaande benchmark nog onder de bandbreedte vielen. Het schoonmaakcontract is uitgebreid in verband met de uitbreiding huur etages Poseidon. Tevens is het takenpakket toegenomen met ophalen van karton en gladheidsbestrijding. Daar de extra kosten ook worden gedeeld door meer m2’s is het aan te bevelen dit onderdeel nader te analyseren.

De Huisvestingskosten voor de Haagse liggen lager (-24%) dan het gemiddelde van de HBO’s. Dit goede resultaat komt zowel op het onderdeel huisvesting en onderhoud. De kosten voor Diensten en middelen liggen eveneens lager dan de benchmark (-25%) De FM overhead kosten liggen fors hoger dan gemiddeld (+137%).

Het aantal te huisvesten studenten is gestegen met 9%. De huisvestingscapaciteit is evenredig toegenomen met ca. 7% (uitbreiding Poseidon en betrekken locatie Zoetermeer).

AOS Studley 70


HR.13

NEN-item Kenmerken

Energie

Voor Hogeschool Rotterdam zijn de energiekosten gestegen met ca. 13% (+365k) vanwege het volledig in gebruik hebben van enkele panden in 2013. Op detailniveau zijn de kosten voor gas, stadsverwarming en elektriciteit gestegen en zijn de kosten voor water gedaald. Daar de verbruikscijfers niet van alle panden in beeld zijn, is een vergelijk t.a.v. verbruikscijfers en kosten per eenheid niet mogelijk. Een nadere analyse is derhalve aanbevolen.

Catering

Het opnemen van de HBO-brede cateringkosten (en niet alleen van het facilitair bedrijf) heeft voor een stijging van 2,5 mio EUR gezorgd voor automatencatering en werkplekservice. In de praktijk is er geen daadwerkelijke stijging van 2,5 mio EUR. Echter, het kostenniveau per persoon ligt wel ruim boven de benchmark. Het is aan te bevelen dit onderdeel nader te analysen. Met name t.a.v. de kantinekosten.

Beveiliging en receptieDe kosten voor beveiliging en receptie van keurig onder de marktconforme bandbreedte. De bezuinigingsmaatregelen t.a.v. personele inzet, specifiek op het onderdeel beveiliging en receptie, liggen aan dit resultaat ten grondslag.

De Huisvestingskosten voor Hogeschool Rotterdam liggen exact op het gemiddelde van de HBO’s. De kosten voor Diensten en middelen liggen hoger dan de benchmark (+20%). De FM overhead kosten liggen lager dan de benchmark (-15%).

De m2’s zijn licht gestegen met 1% en de studentenaantallen zijn gestegen met 4%.

AOS Studley 71


HU.13

NEN-item Kenmerken

Huisvesting

Ondanks de bovengemiddelde huisvestingskosten laat Hogeschool Utrecht voor het tweede jaar op rij een daling in huisvestingskosten noteren. Op detailniveau is te zien met name de huurkosten zijn gedaald (-600k). Daarentegen zijn de inkomsten gedaald door het wegvallen van huurder ROC voor pand HUA. Op detailniveau is eveneens te zien dat de afschrijvingen zijn gestegen i.v.m. de fusie met de FEHU.

OnderhoudVoor onderhoud is eveneens een dalende trend zichtbaar i.v.m. voorgenomen renovaties van panden, waardoor onderhoud minimaal wordt uitgevoerd (en ook de personele inzet is gedaald).

Dienstverlening

De verbetering op het vlak van diensten en middelen komt met name voort uit de dalingen op de onderdelen document management, reststoffen en inventaris. Voor reststoffen is dit het resultaat van het programma duurzaamheid, bewust printen en de aanbesteding afval De Uithof. Voor inventaris en benodigdheden is er minder geïnvesteerd i.v.m. herhuisvesting en heeft met juist gestuurd op bestellingen.

De Huisvestingskosten voor Hogeschool Utrecht liggen hoger dan gemiddeld (+12%). Vorig jaar lag dit kostenniveau nog +36% boven de benchmark. De kosten voor Diensten en middelen liggen eveneens hoger dan de benchmark (+1%. Vorig jaar +12). De FM overheadkosten liggen hoger dan de benchmark (+29%).

De HU heeft een nieuw pand aangehuurd (Daltonlaan, tijdelijke huisvesting) en pand Koningsbergerstraat is tevens toegevoegd, wat resulteert in een toename van het aantal m2’s van ca. 14%. De studentenaantallen zijn met 3% toegenomen.

AOS Studley 72


HVA.13

NEN-item Kenmerken

HuisvestingDe huisvestingskosten zijn gestegen door de ingebruikname van een nieuw gebouw (per 1 augustus) en een gerenoveerd gebouw.

BeveiligingOp het vlak van beveiliging is een forse verbetering zichtbaar (-400k). In 2012 zorgde het nieuwe contract al voor een sterke kostendaling, echter toen lag het kostenniveau nog boven de bandbreedte.

Onderhoud

De onderhoudskosten liggen boven de benchmark. Waar de kosten vorig jaar nog waren gedaald (exploitatie 2012 t.o.v. 2011) zijn de kosten in deze benchmark weer gestegen. Extra kosten voor brandveiligheid en de inventarisatie voor het MJOP liggen hieraan ten grondslag. Het conditieniveau is overwegend goed tot redelijk, echter is het aan te raden dit onderdeel nader te onderzoeken.

Ruimtegebruik

De HvA toont een m2 gebruik per persoon dat iets onder de benchmark ligt. Het inzicht in de bezetting en benutting daarentegen toont aan dat ca. 75% van de beschikbare onderwijsruimte is ingeroosterd, ca. 55% daarvan daadwerkelijk in gebruik is en dat die ruimte maar voor ca. 50% wordt benut in termen van capaciteit. Er kan derhalve worden geconcludeerd dat er efficiency is te behalen in de beschikbare ruimte van de HvA.

De Huisvestingskosten voor de HvA liggen fors hoger dan gemiddeld (+47%). De kosten voor Diensten en middelen daarentegen liggen lager dan de benchmark HBO (-15%). De FM overhead kosten liggen vrijwel gelijk aan de benchmark (-2%).

De scope van de portefeuille van de HvA alsook de studentenpopulatie is met 6% gestegen t.o.v. 2012.

AOS Studley 73


HZ.13

NEN item Kenmerken

Ruimtegebruik

Hogeschool Zuyd kent, net als voorgaande benchmark, een ruimtegebruik per persoon dat ruim boven de benchmark ligt. Het grote aantal kleine panden ligt hier mogelijk aan ten grondslag. Deze in-efficiency is terug te zien in het % ingeroosterde onderwijsruimten; 50% van beschikbare ruimte is daadwerkelijk in gebruik. De capaciteit van die ruimte wordt maar voor 40% benut. Het is derhalve aan te bevelen de portefeuille te analyseren op besparingsmogelijkheden (lees: het afstoten van m2’s).

Onderhoud

De onderhoudskosten liggen boven de benchmark. Er is sprake van een goed conditieniveau, maar ook een hoog kostenniveau. De leeftijd van de panden i.c.m. het grote aantal panden zorgt zo mogelijk voor dit resultaat. Het is echter wel aan te bevelen om dit onderdeel nader te onderzoeken, daar de kosten eveneens zijn gestegen (2013 t.o.v. 2012).

Receptie

De kosten voor receptie zijn hoger dan gemiddeld. HZ heeft veel (kleinere) panden waardoor er een minder efficiënte receptie-inzet kan worden gerealiseerd. Het is aan te bevelen om aspecten zoals aantallen bezoekers en openingstijden en de noodzakelijkheid van een receptiefunctie voor bepaalde panden in kaart te brengen.

Document Management

De kosten voor document management liggen ruim boven de benchmark, net als vorige benchmark. Er is echter wel een forse besparing behaald. In het huidige contract zijn er minder printkosten en zijn er geen boeteclausules meer (bij minder afdrukken, bijbetalen). Het is aan te bevelen dit onderdeel te blijven monitoren en de mogelijkheden om te besparen te blijven zoeken.

De Huisvestingskosten voor Hogeschool zuyd liggen ruim lager dan de benchmark (-20%). Een tegengesteld beeld is te zien op het vlak van Diensten en middelen (+90%). De FM overhead kosten daarentegen liggen ruim boven de benchmark (+63%).

Zowel de m2’s als de aantallen studenten zijn nagenoeg gelijk gebleven (2013 t.o.v. 2012).

AOS Studley 74


INH.13

NEN-item Kenmerken

Onderhoud

Inholland heeft veruit de jongste gebouwenportefeuille, met 70% van de panden die jonger zijn dan 12 jaar. In de voorgaande benchmark was dit ook duidelijk zichtbaar in een lager kostenniveau t.o.v. de overige HBO’s (ook zorgde toen de aanbesteding voor een forse daling in kosten). In 2013 echter is er een kostenstijging vanwege een grote reparatie in Diemen en het feit dat onderhoud deels eenmalig in de exploitatie opgenomen is i.p.v. geactiveerd. Desondanks valt het kostenniveau nog steeds binnen de benchmark, aan de bovenkant van de bandbreedte.

Besparingen op diensten en middelen

Voor Inholland is er een daling zichtbaar in de kosten voor diensten en middelen. Met name op het vlak van catering (daling in koffie consumptie en het afstoten van watercoolers), document management (mogelijk als gevolg van minder medewerkers), inventaris (Minder FTE en kostenbesparende houding) en is er net als voorgaande benchmark sprake van een daling in schoonmaakkosten (delen van panden afgesloten, waardoor minder schoonmaak wordt uitgevoerd. Daarnaast zijn zeer lagere glasbewassingskosten).

De Huisvestingskosten v oor InHolland liggen hoger dan gemiddeld (+10%). Vorig jaar lag het kostenniveau t.o.v. de benchmark hoger (+14%). De kosten voor Diensten en middelen daarentegen liggen lager dan de benchmark HBO (-5%), terwijl dit vorig jaar eveneens nog boven de benchmark viel. De FM overhead kosten liggen ruim boven de benchmark (+156%).

Waar er in 2011 en 2012 een daling zichtbaar was in het aantal studenten, is er nu een lichte groei zichtbaar (+2%). Ook de m2 capaciteit is toegenomen met 2% (uitbreiding in Amsterdam, laboratoria).

AOS Studley 75


SAX.13

NEN item Kenmerken

Onderhoud

De onderhoudskosten liggen binnen de benchmark, aan de bovenkant van de bandbreedte, maar zijn wel gestegen t.o.v. eerdere jaren. Kosten voor legionella beheer, achterstallig onderhoud, extrapreventief onderhoud en de extra kosten voor inzet van mensen voor deze werkzaamheden liggen hieraan ten grondslag.

Catering

Hetzelfde patroon is zichtbaar bij de cateringkosten. Het kostenniveau voor catering ligt nog binnen de benchmark, maar is wel hoger dan voorgaande jaren. Met name de kosten voor werkplekservice zijn toegenomen (meer bestellingen) en de warme dranken voorziening (meer uitgiften).

Schoonmaak

De stijging op totaalniveau diensten en middelen komt met name voort uit de toename in schoonmaakkosten. Waar Saxion in de vorige benchmark lagere kosten noteerde a.g.v. een lagere frequentie van glasbewassing en minder ‘overige kosten’ zijn de kosten in 2013 gestegen doordat er in 2013 boekingen zijn geweest die in 2012 plaats hadden moeten vinden (o.a. gevelreiniging). Daarnaast zijn bonussen uitgedeeld aan de leverancier conform contractafspraken en is locatie Hengelo dit jaar opgevoerd. Tenslotte is er veel extra onderhoud gepleegd en is er sprake van een prijsverhoging. Het is aan te bevelen dit onderdeel nader te onderzoeken om het kostenniveau weer op peil te brengen.

De Huisvestingskosten voor Saxion liggen nagenoeg gelijk aan de benchmark HBO (-10%, vorig jaar -3%). Dit geldt niet voor de kosten voor Diensten en middelen (+9%, vorig jaar nog gelijk aan de benchmark). De FM overhead kosten daarentegen liggen ruim boven de benchmark (+65%).

De m2 capaciteit van Saxion is fors toegenomen met 10% (meer lesruimte extern gehuurd en de locatie van de Pabo in Hengelo is dit jaar in de telling meegenomen). De studenten-aantallen zijn gestegen met 16%, o.a. door de fusie met de Pabo (Edith Stein).

AOS Studley 76


WIN.13

NEN item Kenmerken

Onderhoud en energieWindesheim laat t.a.v. onderhoud en energiekosten een keurig resultaat zien. Vergeleken met de overige HBO’s bestaat de gebouwenportefeuille uit relatief jonge panden die voor een groot deel (30%) een uitstekende conditie hebben, wat mogelijk ten grondslag ligt aan dit goede resultaat.

Catering

Zoals in de voorgaande 2 benchmarks reeds het geval was, vallen de cateringkosten boven de benchmark. Met name de banqueting kosten, in vergelijking met de overige HBO’s. Een analyse op het verbruik en aanpassingen op aanbod (minder luxe producten, bevoegdheden tot bestellen, koffieautomaten bij vergaderzalen i.p.v. kannen koffie) kan eventuele besparingen inzichtelijk maken.


Het resultaat onder de benchmark op het totaalniveau diensten en middelen heeft voornamelijk te maken met de goede resultaten op het vlak van beveiliging/receptie (in de vorige editie nog boven de benchmark), schoonmaak, verhuizen (er is minder verhuist en verbouwd. i.vm. een grote verschuiving in 2014) en document management (vorig jaar al een daling vanwege dalende verkoop van readers en het stopzetten van de verkoop van treinkaartjes aan studenten). Het is een uitdaging voor Windesheim om dit niveau vast te houden in de komende benchmark. Interessant is bijvoorbeeld om te zien wat het resultaat t.a.v. document zal zijn in de komende benchmark, daar deze dienst in oktober 2013 is uitbesteed.

De Huisvestingskosten voor Windesheim liggen iets hoger dan gemiddeld (+3%). De kosten op het vlak van Diensten en middelen liggen 7% onder het gemiddelde. De FM overheadkosten liggen ruim onder de benchmark (-39%).

De m2 capaciteit is licht toegenomen (+1%). De studentenaantallen zijn eveneens licht gestegen t.o.v. 2012 met 2%.


CONTACTGEGEVENS

WWW.AOSGROUP.COM / WWW.AOS-STUDLEY.NL

05

AOS Studley Nederland Botersloot 273011 HE RotterdamTel: +31 (0)10 412 00 35Fax:+31 (0)10 412 00 49

Joost RanEmail: [email protected] nummer: 06 484 25 558

David MenkveldEmail: [email protected] nummer: 06 109 35 644

Definitief Rapport Multi HBO - Hanze€¦ · AOS Studley Multi HBO – Definitief Rapport Juni 2014...

Documents

Transcript of Definitief Rapport Multi HBO - Hanze€¦ · AOS Studley Multi HBO – Definitief Rapport Juni 2014...