DEEL 9. Geloofspraktijk -...

136
Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk -1- DEEL 9. Geloofspraktijk Dit is het geloofsaspect waarbij vooral het gedrag (en de levensstijl) van de gelovige een rol speelt. Door de verbondenheid met Jezus brengt een gelovige geestelijke vruchten voort, waarbij onbaat- zuchtige liefde de belangrijkste rol speelt. Dan gaat ook zijn karakter steeds meer op dat van God lijken. De Bijbel geeft daar prachtige voorbeelden van. Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen Geestelijk vruchtdragen is het resultaat van het leven van een gelovige die Gods wil doet in verbon- denheid met de Heilige Geest en zijn mogelijkheden gebruikt om God en zijn medemens te dienen. Hoofdstuk 9.2. Zegenende liefde De volmaakte, onvervalste onbaatzuchtige, zegenende liefde is allereerst een geschenk van God. De christengelovige kan deze liefde doorgeven aan anderen, die daardoor een zegen ontvangen. Deze liefde is het belangrijkste kenmerk van een ware gelovige. Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei Je gaat je eigen temperament verkennen waarmee je op een unieke manier geschapen bent als beelddrager van God. Het proces van geloofsgroei houdt vooral karakterverandering in. Je leert je karaktergaven inzetten om God en je medemensen te dienen. Ook zul je de Heilige Geest leren ver- trouwen om kracht te ontvangen bij elke karakterzwakte. Man en vrouw zijn ook elk op een bijzon- dere manier beelddrager van God. Hoofdstuk 9.4. Mozes In dit hoofdstuk zien we hoe God het karakter van Mozes in de loop der jaren heeft gevormd. Het is een prachtig voorbeeld van de manier waarop God gelovigen met verstandelijke karaktereigen- schappen kan veranderen om het allerbeste uit hen tevoorschijn te laten komen. Hoofdstuk 9.5. Petrus In dit hoofdstuk zien we hoe God het karakter van Petrus in de loop der jaren heeft gevormd. Het is een prachtig voorbeeld van de manier waarop God gelovigen met gevoelsmatige karaktereigen- schappen kan veranderen om het allerbeste uit hen tevoorschijn te laten komen. Hoofdstuk 9.6. Paulus In dit hoofdstuk zien we hoe God het karakter van Paulus in de loop der jaren heeft gevormd. Het is een prachtig voorbeeld van de manier waarop God gelovigen met wilskrachtige karaktereigenschap- pen kan veranderen om het allerbeste uit hen tevoorschijn te laten komen. Hoofdstuk 9.7. Abraham In dit hoofdstuk zien we hoe God het karakter van Abraham in de loop der jaren heeft gevormd. Het is een prachtig voorbeeld van de manier waarop God gelovigen met evenwichtige karaktereigen- schappen kan veranderen om het allerbeste uit hen tevoorschijn te laten komen.

Transcript of DEEL 9. Geloofspraktijk -...

Page 1: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Deel 9. Geloofspraktijk- 1 -

DEEL 9. GeloofspraktijkDit is het geloofsaspect waarbij vooral het gedrag (en de levensstijl) van de gelovige een rol speelt.Door de verbondenheid met Jezus brengt een gelovige geestelijke vruchten voort, waarbij onbaat-zuchtige liefde de belangrijkste rol speelt. Dan gaat ook zijn karakter steeds meer op dat van Godlijken. De Bijbel geeft daar prachtige voorbeelden van.

Hoofdstuk 9.1. VruchtdragenGeestelijk vruchtdragen is het resultaat van het leven van een gelovige die Gods wil doet in verbon-denheid met de Heilige Geest en zijn mogelijkheden gebruikt om God en zijn medemens te dienen.

Hoofdstuk 9.2. Zegenende liefdeDe volmaakte, onvervalste onbaatzuchtige, zegenende liefde is allereerst een geschenk van God. Dechristengelovige kan deze liefde doorgeven aan anderen, die daardoor een zegen ontvangen. Dezeliefde is het belangrijkste kenmerk van een ware gelovige.

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroeiJe gaat je eigen temperament verkennen waarmee je op een unieke manier geschapen bent alsbeelddrager van God. Het proces van geloofsgroei houdt vooral karakterverandering in. Je leert jekaraktergaven inzetten om God en je medemensen te dienen. Ook zul je de Heilige Geest leren ver-trouwen om kracht te ontvangen bij elke karakterzwakte. Man en vrouw zijn ook elk op een bijzon-dere manier beelddrager van God.

Hoofdstuk 9.4. MozesIn dit hoofdstuk zien we hoe God het karakter van Mozes in de loop der jaren heeft gevormd. Het iseen prachtig voorbeeld van de manier waarop God gelovigen met verstandelijke karaktereigen-schappen kan veranderen om het allerbeste uit hen tevoorschijn te laten komen.

Hoofdstuk 9.5. PetrusIn dit hoofdstuk zien we hoe God het karakter van Petrus in de loop der jaren heeft gevormd. Het iseen prachtig voorbeeld van de manier waarop God gelovigen met gevoelsmatige karaktereigen-schappen kan veranderen om het allerbeste uit hen tevoorschijn te laten komen.

Hoofdstuk 9.6. PaulusIn dit hoofdstuk zien we hoe God het karakter van Paulus in de loop der jaren heeft gevormd. Het iseen prachtig voorbeeld van de manier waarop God gelovigen met wilskrachtige karaktereigenschap-pen kan veranderen om het allerbeste uit hen tevoorschijn te laten komen.

Hoofdstuk 9.7. AbrahamIn dit hoofdstuk zien we hoe God het karakter van Abraham in de loop der jaren heeft gevormd. Hetis een prachtig voorbeeld van de manier waarop God gelovigen met evenwichtige karaktereigen-schappen kan veranderen om het allerbeste uit hen tevoorschijn te laten komen.

Page 2: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Deel 9. Geloofspraktijk- 2 -

9.0. InleidingGeloofspraktijk is het gedragsaspect van het geloof en die is vooral gebaseerd op wat de HeiligeGeest in en door de gelovige doet waardoor hij in geestelijk opzicht vrucht draagt en daarbij steedsmeer op Jezus gaat lijken wat zijn karakter betreft.

Je gedrag is het aspect van je ziel waarmee je uitvoert wat je met je verstand hebt overdacht, waarje gevoel zijn mening over heeft gegeven en wat je wil uiteindelijk heeft besloten. Het gevolg is datje bijvoorbeeld iets gaat bedenken, zeggen of doen. Terwijl de wil bepaalt WAT je gaat doen, bepaalthet gedrag HOE je het gaat doen.

Je levensstijl is de functie van je hart (en de hulpfunctie van je wil) die bepalend is voor het totalevoorkeursgedrag, dat je jezelf in de loop der jaren hebt aangeleerd. Je levensstijl is dus als het warehet product van wat er in je hart leeft en dat zich uit in een bepaalde manier van leven.

Zie meer over deze functies van ziel en hart in onderwerp 'Gedrag en levensstijl' in hoofd-stuk 'Menselijk wezen'.

Heilige GeestAlleen door de Heilige Geest kun je komen tot goede daden die eeuwigheidswaarde hebben. Datnoemen we geloofspraktijk en geestelijk vruchtdragen. Het begint bij Gods zegenende liefde die degelovige ontvangt door de Heilige Geest en die mag worden doorgegeven aan anderen. De HeiligeGeest zorgt ervoor dat je karakter in dat proces wordt veranderd. Door je geloof op die manier han-den en voeten te geven ga je steeds meer op Jezus lijken, waardoor zijn leven in jouw leven zicht-baar wordt.

Dit wordt uitvoeriger beschreven in onderwerp 'Heilige Geest en verstand' in hoofdstuk'Heilige Geest'.

De Heilige Geest wil je als wedergeboren gelovige helpen je gedrag en levensstijl op God af te stem-men, waardoor je kunt groeien in geloofspraktijk en een vruchtbaar christenleven.

Groeien in geloofspraktijkGeloofspraktijk is het aspect van het geloof, waarbij het naar buiten treedt. De resultaten van degeloofspraktijk worden ook wel geestelijke vruchten genoemd. De belangrijkste geestelijke vrucht iseen vorm van liefde, die je niet uit jezelf kunt opbrengen, maar die van God komt. Dat is de zege-nende liefde die geheel belangeloos is. Het resultaat van dit alles is ook dat je als persoon steedsmeer op Jezus gaat lijken. Je karakter gaat steeds meer trekken van Gods karakter krijgen. Heel veelaspecten van het geestelijk groeiproces hebben direct te maken hebben met je persoonlijke karaktermet zijn sterke en zwakke kanten. Daarom is karakterverandering de basis voor de vernieuwde le-vensstijl van de gelovige. In een viertal hoofdstukken worden de karakterveranderingen beschrevendie God bewerkt heeft in de levens van Mozes, Petrus, Paulus en Abraham.

Page 3: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen- 1 -

9.1. VruchtdragenGeestelijk vruchtdragen is het resultaat van het leven van een gelovige die Gods wil doet in verbon-denheid met de Heilige Geest en zijn mogelijkheden gebruikt om God en zijn medemens te dienen.

9.1.1. Wat is geestelijk vruchtdragen?

9.1.2. Overvloedig vruchtdragen

9.1.3. Hoe draag je vrucht?

9.1.4. Geestelijke vruchten

9.1.5. Liefde

9.1.6. Blijdschap

9.1.7. Vrede

9.1.8. Lankmoedigheid

9.1.9. Vriendelijkheid

9.1.10. Goedheid

9.1.11. Trouw

9.1.12. Zachtmoedigheid

9.1.13. Zelfbeheersing

Page 4: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen- 2 -

9.1.1. Wat is geestelijk vruchtdragen?Geestelijke vruchten zijn een kenmerk van de gelovigeGeestelijke vruchten ontstaan bij een christengelovige wanneer hij handelt vanuit de verbondenheidmet de Heilige Geest die in hem woont. Het Nieuwe Testament leert ons dat het normaal is dat ge-lovigen in geestelijke zin vrucht dragen (Johannes 15:1-8). Iedere wedergeboren gelovige heeft gees-telijk leven ontvangen en is daardoor in staat om goede, geestelijke vruchten voort te brengen.

Vruchtdragen is het belangrijkste zichtbare kenmerk van een ware christengelovige. Die beeldspraakkomen we zowel bij Johannes de Doper als bij Jezus tegen:

"... iedere boom die geen goede vruchten draagt, wordt omgehakt en in het vuur gewor-pen." (Lucas 3:9, NBV2004)

"Wanneer een boom goed is, dan zijn ook zijn vruchten goed. Is een boom daarentegenslecht, dan zijn ook zijn vruchten slecht. Want aan de vruchten herkent men de boom."(Matteüs 12:33, NBV2004)

Geestelijke vruchten en goede dadenWie is in staat om goede daden te doen? De Bijbel geeft daar duidelijke antwoorden op.

"... Er is niet één mens die iets goeds doet, niet één." (Romeinen 3:12, GNB1996)

"... Niemand is goed, behalve God." (Marcus 10:18, NBV2004)

Dus hoe een mens ook zijn best doet om vanuit zichzelf iets goeds te doen, het zal altijd beneden demaat zijn, omdat er altijd een geur van zondigheid aan hangt. En toch worden gelovigen opgeroepenom goede daden te doen:

"Hij heeft zichzelf voor ons gegeven om ons van alle ongerechtigheid te verlossen, ons tereinigen en ons tot zijn eigen volk te maken, vol ijver voor goede werken."(Titus 2:14, WV1995)

"Gods werk zijn wij, geschapen in Christus Jezus, om in ons leven de goede werken te doendie God voor ons heeft bereid, opdat wij daarin zouden leven. (Efeziërs 2:10, WV1995)

Hoe kan God van gelovigen eisen dat ze goede daden verrichten (gerechtigheid doen) terwijl ze erniet toe in staat zijn? Een gelovige kan alleen maar echt goede daden verrichten als ... God iets inhem doet. En gebeurt ook als een gelovige handelt naar Gods wil, vanuit de verbondenheid metGods Geest die hij als geschenk van God ontvangen heeft. Niet dat God ons als gelovigen als willozemarionetten in actie zet om goede daden te verrichten, alsof we het onder een soort hypnose zou-den doen. Nee, het zijn wel degelijk ONZE daden, maar als ze zijn uitgevoerd in verbondenheid metGod, zijn het geestelijke vruchten en zie zijn echt GOED.

"De Bijbel is een boek dat je moet DOEN." (Anne van der Bijl)

Vruchtdragen is ook het gevolg van gehoorzaamheid vanuit liefde tot God.

"Niet iedereen die “Heer, Heer” tegen mij zegt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan,alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader." (Matteüs 7:21, NBV2004)

Verbondenheid met JezusIn de gelijkenis van de wijnstok zei Jezus:

"Blijf in mij, dan blijf ik in jullie. Een rank die niet aan de wijnstok blijft, kan uit zichzelf geenvrucht dragen. Zo kunnen jullie geen vrucht dragen als jullie niet in mij blijven. Ik ben dewijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in mij blijft en ik in hem, zal hij veel vrucht dra-gen. Maar zonder mij kun je niets doen." Johannes 15:4-5, NBV2004)

Page 5: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen- 3 -

Vruchtdragen is dus alleen mogelijk zolang de rank aan de wijnstok vast blijft zitten. Dat is nogallogisch, want anders zou hij geen sappen ontvangen waardoor de rank zelfs niet in leven zou blijven.De rank zou dan geen enkel nut meer hebben en als afval worden verbrand.

Alleen wat vanuit de verbondenheid met Jezus gedaan wordt, ofwel door de actieve inwoning vande Heilige Geest, levert vrucht op.

Resultaat van vruchtdragenDe vruchten van een mensenleven is de optelsom van wat hij gedurende zijn leven heeft verricht ende levensstijl die hij in de loop der jaren heeft ontwikkeld. God werkt door geestelijk vruchtdragenveel goeds uit:1. God wordt erdoor geëerd.

"De grootheid van mijn Vader zal zichtbaar worden wanneer jullie veel vrucht dragen..." (Johan-nes 15:8, NBV2004)

2. Andere mensen hebben er baat bij (als het gaat om daden uit liefde tegenover mensen).3. De gelovige heeft er zelf ook baat bij, vooral door zijn karakterontwikkeling (steeds meer op

Jezus gaan lijken):"Van goede woorden wordt een mens zelf beter, van goede daden plukt hij zelf de vruchten."(Spreuken 12:14, GNB1996)

Geestelijk vruchtdragen en eeuwigheidswaarde

"... wat een mens zaait, zal hij ook oogsten." (Galaten 6:7-8, NBV2004)

Dit is een vaste levenswet. De Bijbel maakt duidelijk dat vrucht dragen ook een opdracht is. Als gelo-vigen zijn we dan ook verantwoordelijk voor het dragen van vrucht en aan het einde van ons levenworden we er op afgerekend. Vruchtdragen is een noodzakelijke voorwaarde om eeuwig leven teontvangen. In diverse gelijkenissen van Jezus komt dat duidelijk naar voren. Vruchtdragen is nueenmaal het enige werkelijke resultaat van een christenleven.

"Niets is hier blijvend, niets is hier blijvend,alles, hoe schoon ook, zal eenmaal vergaan;maar wat gedaan werd uit liefde tot Jezus.dat houdt zijn waard' en zal blijven bestaan."(uit Johannes de Heer lied 166)

Gelovigen die geestelijke vruchten voortbrengen tijdens hun leven op aarde zullen die terugvindenin het hiernamaals. Aan het einde van je aardse leven kun je niets meenemen, maar geestelijkevruchten gaan met je mee. Je kunt ook zeggen dat elke geestelijke vrucht die een gelovige op aardevoortbrengt zich eenvoudigweg al in de geestelijke wereld bevindt. Geestelijke vruchten zijn hetzelf-de als de 'schatten in de hemel' waar Jezus over sprak en die wij tijdens ons aardse leven mogenverzamelen.

"Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen die-ven in om ze te stelen..." (Matteüs 6:20, NBV2004)

De gelovige zal nooit reden hebben om op te scheppen over ZIJN geestelijke vruchten. Zonder Gods'aandeel' is er immers helemaal geen vrucht... God is de Schepper van alles, uiteindelijk ook deSchepper van alles wat de mens zelf meent voort te brengen...

"Wij denken niet zelf iets van blijvende waarde te kunnen doen. Onze kracht en de resulta-ten komen alleen van God." (2 Korintiërs 3:5, HB2008)

Geestelijk vruchtdragen en ouderdomVrucht dragen heeft alles te maken met een rijpingsproces. Naarmate iemand meer groeit in geeste-lijke opzicht ontstaan er pas vruchten. Dit proces hoeft niet op te houden bij het bereiken van eenhoge leeftijd. Oudere gelovigen, die niet veel zichtbare activiteiten meer kunnen ontplooien, kunnen

Page 6: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen- 4 -

heel nadrukkelijk vrucht blijven dragen. Dit kan bijvoorbeeld door hun persoonlijke omgang met Goden door hun voorbeden. Ook kunnen zij jongere gelovigen bemoedigen en inspireren vanwege hunlevenservaring, en ook getuigen van wat God in hun levens heeft gedaan. In de maatschappij wordenouderen op vroege leeftijd afgedankt en van minder waarde geacht; in Gods Koninkrijk is het anders:

"Maar die Hem liefhebben zijn als de opgaande zon in haar kracht."(Rechters 5:31, NBG1951)

Geen neergaande lijn dus voor senioren die met God wandelen! Hun uiterlijke leven verzwakt, maarhun nieuwe natuur in hun binnenste heeft nog steeds voldoende vernieuwingskracht:

"Ook al gaat ons uiterlijke bestaan verloren, ons innerlijke bestaan wordt van dag tot dagvernieuwd." (2 Korintiërs 4:16, NBV2004)

Ouderen die dicht bij God leven blijven hun geestelijke frisheid behouden, waardoor zij een krachti-ge boodschap uitstralen voor de jongere generatie:

"Ze staan geplant in het huis van de HEER, in de voorhoven van onze God groeien zij op. Zijdragen nog vrucht als ze oud zijn en blijven krachtig en fris. Zo getuigen zij dat de HEERrecht doet, mijn rots, in wie geen onrecht is." (Psalm 92:14-16, NBV2004)

Sommige ouderen zijn niet meer dan de optelsom van al hun kwalen. Anderen met dezelfde kwalendragen nog vrucht voor de Heer met wat ze over hebben, zodat de Koning enige tijd later ook overhun laatste levensfase kan zeggen:

"... Je bent een goed en trouw dienaar. Iets kleins heb je goed beheerd, nu zal ik je over ietsgroots aanstellen. Kom binnen en vier feest met mij." (Matteüs 25:23, GNB1996)

9.1.2. Overvloedig vruchtdragenGelijkenis van de graankorrelGraan kan oor lange tijd bewaard worden en dat is heel plezierig als het is bestemd voor consump-tie. Maar graankorrels hebben bovenal de mogelijkheid in zich om gezaaid te worden en zichzelf tevermenigvuldigen, maar dat gaat wel op een bijzondere manier. Jezus gebruikte dit als een voor-beeld om er een geestelijke les mee te leren aan zijn volgelingen. Jezus zei:

"... als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wan-neer hij sterft draagt hij veel vrucht." (Johannes 12:24, NBV2004)

Jezus heeft deze woorden in praktijk gebracht door zichzelf op te offeren en zijn leven af te leggentoen Hij stierf aan het kruis. Daardoor heeft Hij persoonlijk meer vrucht gedragen dan wie ook. Iede-re ware christengelovige is als het ware een vrucht van wat Hij heeft gedaan en is tot nieuw levengekomen door zijn dood en opstanding.

Jezus maakte met deze woorden dus duidelijk dat het geheim van een vruchtbaar leven ligt in debereidheid om te willen sterven. Een graankorrel kan pas tot zijn doel komen en groeien tot eenkorenaar om uiteindelijk vrucht te dragen als de korrel in de grond wordt gestopt en de korrel daarals het ware sterft. Het heeft alles te maken met het sterven aan je eigen verlangens, plannen endoelstellingen en je wil helemaal overgeven aan God, zodat het leven van God zich in en door jeheen kan openbaren.

Als een graankorrel in de grond terecht komt sterft alleen de buitenkant. Het binnenste van degraankorrel, de tarwekiem blijft leven en die begint pas te groeien zodra de buitenkant is afgestor-ven. Als een gelovige in geestelijke zin sterft aan alle aardse dingen die belangrijk voor hem waren,verliezen die aardse dingen hun waarde voor hem. Zijn innerlijk blijft dan gewoon leven en nog veelbeter dan daarvoor: alleen dan kan de gelovige groeien in zijn geloof en vruchtdragen.

Page 7: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen- 5 -

Vruchtdragen en vermenigvuldigingIn de gelijkenis van de zaaier vertelde Jezus over een dertig tot honderdvoudige vrucht bij graan datin de juiste wordt gezaaid. Gelovigen hebben ook de mogelijkheden om de zegen die zij zelf van Godontvangen hebben uit te delen en op die manier minstens dertig tot honderd keer zoveel uit te de-len als ze ontvangen hebben.

Dat principe van vermenigvuldiging illustreerde Jezus in het overbekende wonder van de vermenig-vuldiging van voedsel. Jezus voorzag eens een grote menigte mensen op een overvloedige maniervan voedsel. Jezus liet dit voedsel niet 'uit het niets' verschijnen maar deed het met wat Hem doorde mensen werd aangereikt, ook al was dat maar heel weinig.

"Er is hier wel een jongen met vijf gerstebroden en twee vissen – maar wat hebben wedaaraan voor zo veel mensen?" (Johannes 6:9, NBV2004)

In plaats van het zelf alleen op te eten gaf de jongen zijn lunchpakket aan Jezus en dat was een ver-standige daad. Jezus liet iedereen op het gras zitten omdat Hij ze allemaal te eten wilde geven. Jezusdeed het volgende:1. Hij nam de broden aan van de jongen,2. sprak een dankgebed uit voor het brood dat Hem was gegeven en de overvloedige zegen die

God zou gaan geven door het brood te vermenigvuldigen en de menigte te voeden,3. brak het brood in hapklare brokken, zoals men dat gewend was te doen,4. liet de discipelen het brood uitdelen aan de mensen.

Door een Godswonder bleek er meer dan genoeg brood te zijn om de hele menigte ermee te voe-den. Op dezelfde manier werden de vissen vermenigvuldigd, zodat iedereen ook vis te eten kreeg.Deze geschiedenis wordt in elk van de vier evangeliën vermeld (Matteüs 14:13-21; Marcus 6:30-44;Lucas 9:10-17; Johannes 6:1-14).

Jezus had het lunchpakketje van de jongen eigenlijk niet nodig gehad. Hij had even gemakkelijkbrood uit stenen kunnen maken. Maar alle wonderen van Jezus hebben een dubbele betekenis: depraktische voorziening in een bestaande, menselijke behoefte en tegelijk een geestelijke les. Degeestelijke les is dat God graag wonderen wil doen en daarbij wil gebruiken wat mensen Hem uitliefde aanbieden. Op zichzelf kunnen wij God niets goeds aanbieden omdat we vanuit onze eigenaard slecht zijn, maar Jezus maakt er iets goeds, iets volmaakts van. God verricht wonderen met watonvolmaakte mensen aan de volmaakte God geven. Anderen worden erdoor gezegend en Godwordt erdoor verheerlijkt. Dat is overvloedig vruchtdragen.

En dat alles begint met een overgegeven wil. Jezus nam het brood van de jongen en brak het. Dat isin dit verband een belangrijk aspect. Onze wil moet eerst verbroken worden, klein worden voor Goden aan Hem overgegeven, en dan kan God ons pas gebruiken om een zegen te verspreiden.

9.1.3. Hoe draag je vrucht?Een onderwerp als 'geestelijk vruchtdragen' kan heel gemakkelijk als een stuk theorie in je gedach-ten terecht komen zonder dat het landt in je dagelijks leven. Dat komt omdat geestelijke vruchtenniet meetbaar zijn. En wat is het verschil tussen echt geestelijk vruchtdragen en 'gewoon goede din-gen proberen te doen'? Heel veel christenen denken helaas dat geestelijk vruchtdragen bestaat uithet doen van de christelijke dingen wie alle min of meer meelevende kerkmensen gewoon zijn tedoen. Daarom wil ik een voorbeeld uitwerken om aan te tonen hoe geestelijk vruchtdragen werktnaar mijn mening.

Laten we als voorbeeld nemen: vriendelijkheid, een van de negen vruchten van de Geest uit Galaten5:22. We gaan zien wat er kan gebeuren als je bijvoorbeeld in een winkelstraat loopt en er komtiemand aan die je kent, maar die je eigenlijk een beetje irritant vindt. Wat ga je doen? Je kunt driedingen doen:

Page 8: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen- 6 -

1. Vleselijke reactieJe luistert naar je oude natuur die uitgaat van zelfzuchtige verlangens en voorkeuren. Je besluit datje hem niet wilt begroeten en doet net of je hem niet ziet. En als hij jou zou aanspreken, dan doe jeafstandelijk en kortaf, zodat het gesprek gauw afgelopen is.

2. Zielse reactieJe herinnert je dat de Bijbel zegt dat je vriendelijk moet zijn, dus je dwingt jezelf tot een glimlach enspreekt hem aan met vriendelijke woorden. Je vindt het best wel goed van jezelf dat je er toch eenpaar vriendelijke woorden uit je mond komen.

3. Geestelijke reactieJe beseft dat je vanuit jezelf niet echt vriendelijk tegen hem kunt zijn. Maar gelukkig denk je eraandat de Heilige Geest in je woont die een bron van liefde is. Je doet een schietgebedje: "Heer, helpme alstublieft iets vriendelijks tegen hem te zeggen dat hem echt goed doet. Zegen hem, Heer, wantu houdt net zoveel van hem als van mij." Vervolgens stap je op hem af in de zekerheid dat God vlakbij je is. Je begroet hem hartelijk en laat hem merken dat je het fijn vindt hem te ontmoeten. Wieweet wat God door je heen wil doen door die kleine ontmoeting!

Wat doet het met je?Elke daad, hoe klein ook, vormt je levensstijl en je voorkeursgedrag voor de rest van je leven.

Als je op de VLESELIJKE manier reageert, is het de volgende keer nog vanzelfsprekender dat je danook op een vleselijke manier reageert. Je vindt het steeds normaler om het zo te doen en denkt erniet eens meer bij na. Zonder dat je het weet word je steeds onvriendelijker van karakter. Je oudenatuur wordt er weer een beetje sterker door. Dat is het tegenovergestelde van geestelijk vrucht-dragen.

Als je op de ZIELSE manier reageert en PROBEERT vriendelijk te zijn met eigen krachtsinspanning,dan denk je misschien dat je daarmee het gebod van de liefde hebt vervuld. Maar dan vergis je je.want je komt daardoor niet verder dan ongelovigen. Die kunnen dat net zo goed als jij.

Als je op de GEESTELIJKE manier reageert, gebeurt er het volgende:1. Je maakt een keuze tot bereidheid om een zegen te verspreiden in plaats van te verlangen om

de ander te ontlopen.2. Vervolgens kies je ervoor om op de ander af te stappen in de zekerheid dat God bij je is.3. Zodra je dat doet en de eerste woorden tegen de ander zegt, wordt Gods liefde en kracht in je

hart geactiveerd en ben je in staat om vriendelijk te zijn met Gods vriendelijkheid.4. Je merkt dat je onbaatzuchtige hartelijkheid bij de ander overkomt en je geniet van de onver-

deelde aandacht die je de ander kunt geven, ook al is het maar een korte ontmoeting. Je beseftdat het God is die in en door je werkt.

5. Dit voorval van wonderlijke samenwerking tussen God en jou geeft je een kick. Wat heerlijk omzo met God te mogen leven!

"Want Gods medearbeiders zijn wij..." (1 Korintiërs 3:9, NBG1951)

Wat levert het op?Zo'n ontmoeting heeft dan grote waarde: God wordt ermee geëerd omdat je iets van zijn karakter laat zien. De ander wordt erdoor gezegend. Zelf draagt deze daad bij tot het groeien van de geestelijke vrucht van vriendelijkheid. Je nieuwe

natuur wordt er sterker door en de volgende keer wordt het gemakkelijker en natuurlijker omecht vriendelijk te zijn op een zegenende manier.

Al je geestelijke vruchten hebben eeuwigheidswaarde; je vindt ze in de eeuwigheid terug; God,jij en anderen mogen daar eeuwig van genieten.

Blijf eraan denken dat het GODS vruchten zijn, niet de jouwe...

Page 9: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen- 7 -

9.1.4. Geestelijke vruchtenHet meest bekende Bijbelgedeelte over de aard van de geestelijke vruchten vinden we in Galaten 5.Daarin laat de apostel Paulus het scherpe contrast zien tussen het leven vanuit het vlees (de oude,zondige natuur) en het leven vanuit de Geest (de nieuwe natuur).

"... wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees. Want het begerenvan het vlees gaat in tegen de Geest en dat van de Geest tegen het vlees – want dezestaan tegenover elkander – zodat gij niet doet wat gij maar wenst."(Galaten 5:16-17, NBG1951)

Vruchten van het vleesDan geeft Paulus voorbeelden van gedragingen en levenshoudingen van het vlees:

"... ontucht, zedeloosheid en losbandigheid, afgoderij en toverij, vijandschap, tweespalt, ja-loezie en woede, gekonkel, geruzie en rivaliteit, afgunst, bras- en slemppartijen, en nogmeer van dat soort dingen..." (Galaten 5:19-21, NBV2004)

En Paulus voegt de er de volgende vermaning aan toe:

"... Ik herhaal de waarschuwing die ik u al eerder gaf: wie zich aan deze dingen overgeven,zullen geen deel hebben aan het koninkrijk van God." (Galaten 5:21, NBV2004)

Wie zich met dergelijke zonden inlaat kan gemakkelijk van kwaad tot erger gaan en dat is een wegdie naar de ondergang leidt.

Zie ook onderwerp 'Voorwaarden voor eeuwige dood' in hoofdstuk 'Hiernamaals'.

Vruchten van de GeestDe bekendste Bijbeltekst over geestelijke vruchten is de volgende:

"Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid,goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. (Galaten 5:22, NBG1951)

Hierin spreekt Paulus strikt genomen over één geestelijke vrucht met negen aspecten. Veel mensenvinden het wat gemakkelijker bij het bespreken van dit onderwerp om over verschillende vruchtente spreken (meervoud). In 'Herschepping' wordt de meervoudsvorm gebruikt.

Daarnaast kunnen we bijvoorbeeld in de brief van Paulus aan de Kolossen ook een vergelijkbaresamenvatting vinden van een aantal geestelijke vruchten. In dit Bijbelgedeelte wordt een anderbeeld gebruikt (kledingstukken):

"U bent door God uitgekozen, hem behoort u toe en hij heeft u lief. Kleed u dus met medele-ven, goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en geduld. Verdraag elkaar en vergeef el-kaar, als iemand over een ander te klagen heeft. Vergeef zoals de Heer ook u vergevenheeft. Kleed u bij dit alles vooral met liefde, die de volmaakte band vormt."(Kolossenzen 3:12-15, GNB1996)

Hoeveel geestelijke vrucht draag je?Liefde is het basismateriaal voor alle vruchten van de geest. Deze liefde uit zich op allerlei manieren,gebruik makend van de gaven en mogelijkheden om te dienen die je als gelovige hebt. De hoeveel-heid vrucht die je draagt zou berekend kunnen worden met de volgende formule:

vrucht = (inzet van gaven) x liefde

Hoe je ook je best doet binnen Gods Koninkrijk, zonder liefde is de opbrengst nul. Alles wat je metniets vermenigvuldigt, blijft immers niets. Aan de andere kant: als je niet veel mogelijkheden hebt,maar je zet ze wel in met veel oprechte liefde, dan brengt het toch veel vrucht voort. Hoe meer je

Page 10: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen- 8 -

doet met wat je hebt ontvangen, hoe meer vrucht. Zo belangrijk is de liefde: de belangrijkste factorom vrucht te dragen. Maar als je je gaven niet inzet, is er ook een nulopbrengst.

Dit principe wordt ook geïllustreerd in de Bijbel:

"Als ik wel de talen van mensen en engelen zou spreken, maar geen liefde heb, klink ik alseen dreunende gong of een schelle cimbaal. Als ik Gods woord doorgeef, alle geheimendoorgrond, alles weet wat er te weten is en al het geloof heb, zodat ik bergen kan verzetten,maar geen liefde heb, ben ik niets. Als ik mijn bezittingen stuk voor stuk uitdeel en mijn li-chaam geef om te worden verbrand, maar geen liefde heb, dan heb ik er niets aan."(1 Korintiërs 13:1-3, HB2008)

Negen soorten geestelijke vruchtenDe negen vruchten van de Geest die in Galaten 5:22 genoemd worden (die in de volgende onder-werpen afzonderlijk worden uitgewerkt) kunnen worden onderverdeeld in drie groepen, die te ma-ken hebben met drie verschillende stadia van geloofsgroei.

1. Geschenken van God vanaf de wedergeboorte:liefde, blijdschap en vredeDeze drie vruchten van de Geest zijn regelrechte geschenken van God, die de uitwerkingen zijn vanGods liefde in het hart van de gelovige. Ze kunnen worden ervaren in verbondenheid met God. Zevormen de basis voor: alle andere geestelijke vruchten alle veranderingen in levensstijl en karakter (waardoor het karakter van Jezus zichtbaar wordt) de hoogste vorm van levensgeluk die je als mens kunt beleven

Naarmate Gods Geest deze geschenken in je leven uitwerkt, worden het ook vruchten en zul je degelijknamige emoties ook persoonlijk ervaren. Gods liefde, blijdschap en vrede vormen de basisele-menten van Gods zegen voor wie in harmonie met Hem leeft. Het zijn de belangrijkste ingrediëntenvan het hoogst denkbare levensgeluk.

Deze geschenken ontvang je bij wedergeboorte en groeien verder in het proces van geloofsgroei.Het geschenk van de liefde groeit vooral naarmate Gods liefde vanuit je hart naar buiten treedt ennaarmate de overige zes vruchten zich in je leven ontwikkelen.

2. Vruchten bij groeiende gelovigen:lankmoedigheid, vriendelijkheid en goedheidDeze drie vruchten van de Geest zijn verdere uitwerkingen van de eerste drie vruchten in relatie totandere mensen. Dat is dus gepraktiseerde liefde. Bij deze vruchten van de Geest kom je gemakkelijkin de verleiding om ze te zien als Bijbelse opdrachten of geboden: wees lankmoedig, wees vriendelijken wees goed voor iedereen. Maar dan begin je verkeerd. Deze vruchten beginnen bij de liefde, devrede en de blijdschap van de Heilige Geest en van daaruit ga je je medemensen dienen met de mo-gelijkheden die je hebt.

3. Vruchten bij geestelijk volwassen gelovigen:trouw, zachtmoedigheid en zelfbeheersingDeze vruchten van de Geest worden als laatste genoemd, wellicht omdat het innerlijke eigenschap-pen zijn die je bij de meer gerijpte gelovigen tegenkomt. Ze hebben te maken met wilsovergave, endat is iets waar vooral jonggelovigen de meeste moeite mee hebben. Er zijn meestal heel wat lessenin Gods leerschool van het leven voor nodig om deze vruchten te ontwikkelen.

Page 11: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen- 9 -

9.1.5. LiefdeGods liefdeElke geestelijke vrucht begint bij God en dat geldt vooral voor de liefde:

"... God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem.(1 Johannes 4:16, NBV2004)

Gods karaktereigenschappen zijn ruwweg samen te vatten in twee begrippen: heiligheid en liefde.De liefde als eigenschap van God tegenover mensen wordt daar uitgewerkt in zes karaktereigen-schappen:1. God is bewogen - God heeft een warme, spontane persoonlijkheid en vol emoties. God kan

enerzijds genieten en blij zijn, maar anderzijds ook intens verdrietig of boos worden.2. God is relatiegericht - God verbindt zich met mensen en communiceert met hen. God is graag

onder de mensen en Jezus heeft dat daadwerkelijk laten zien in zijn omgang met mensen. Godwil graag omgang en ontmoetingen hebben met mensen, zoals door gebedsomgang met Hem.

3. God is ruimhartig - God is zeer genadig en vergevingsgezind. Tegelijk goedgeefs en vol vanbarmhartigheid en betrokkenheid bij mensen die het moeilijk hebben.

4. God is trouw - Dat is een van de meest gewaardeerde eigenschappen van God: je kunt op Hemaan, want Hij komt zijn beloften na. Doordat God onveranderlijk is, is Hij ook betrouwbaar. Godis beheerst in zijn emoties en Hij geeft rust en stabiliteit.

5. God is dienstbaar - God geeft ons wat we nodig hebben en nog veel meer. God zoekt het goede,nee het allerbeste voor ons. Gods dienstbaarheid is sterk zichtbaar geworden in de nederigehouding van Jezus toen Hij op aarde was en zijn bereidheid om het hoogste offer te brengen omzijn Vader te eren en de mensheid met God te verzoenen.

6. God is werkzaam - God is zeer actief betrokken bij het wereldgebeuren en bij ieder individuelemens. God gaat daarbij ordelijk en gestructureerd te werk en in zijn handelen zijn vaste patro-nen te ontdekken.

Al deze eigenschappen van God, die allemaal door Jezus zichtbaar zijn gemaakt toen Hij op aardeleefde, zijn uitwerkingen van Gods liefde.

Liefde als geschenk van GodHoewel er veel kanten zitten aan het begrip 'liefde' is het in de eerste plaats een geschenk van Godvoor de gelovige. Als je bent wedergeboren heb je de genade en liefde van God leren kennen. Jehebt de wonderlijke boodschap van het lijden, sterven en de opstanding van Jezus gehoord en jehart heeft de woorden in zich opgenomen om ze nooit meer los te laten.

"Hierin is de liefde, niet dat wij God lief hebben gekregen, maar dat Hij ons liefhad en ZijnZoon zond als verzoening voor onze zonden." (1 Johannes 4:10, HSV2010)

Tegelijk weet je dat je de liefde van God nooit zult begrijpen met je verstand: hoe Jezus het ervoorover had om de meest vernederende en de meest pijnlijke dood te sterven om de mensheid te kun-nen redden. Die liefde van God is onpeilbaar diep, eindeloos krachtig en een bron van leven. Hetgeschenk van liefde is groter dan we denken: diezelfde oneindige liefde heeft God in ons hart gelegddoor de inwoning van de Heilige Geest.

"... omdat de liefde van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, Die ons gege-ven is." (Romeinen 5:5, HSV2010

De mate waarin we Gods liefde in ons hart ervaren hangt samen met de mate waarin we leven naarzijn geboden. Jezus zei daarover:

"Als jullie je aan mijn geboden houden, blijven jullie in mijn liefde, zoals ik mij aan de gebo-den van mijn Vader houd en blijf in zijn liefde." (Johannes 15:10, GNB1996)

Page 12: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen- 10 -

Liefde om door te gevenJezus deed eens de volgende uitspraak over de Heilige Geest die in de gelovigen zou wonen:

"De Schrift zegt over wie in mij gelooft: Zijn hart zal een bron zijn waaruit stromen levendwater vloeien.’" (Johannes 7:38, GNB1996)

De Heilige Geest heeft Gods liefde niet alleen uitgestort in het hart van de gelovige om ervan te ge-nieten, maar vooral ook om die door te geven. Een gelovige is in principe een bron van liefde gewor-den en die liefde moet stromen. Hoe meer liefde je weggeeft, hoe meer je van God ontvangt, zodatje steeds meer kunt uitdelen. De doorstroming van Gods liefde, dat is vruchtdragen.

Liefde kunnen we doorgeven aan: God (door Hem te eren, met Hem te spreken, voor en met Hem te leven en Hem te gehoorza-

men) medegelovigen (vooral door liefdevolle dienst binnen de plaatselijke gemeente) andere mensen (door een vriendelijke en getuigende levenshouding) vijanden (zoals mensen die het je moeilijk maken of met wie je een conflict hebt)

Deze geestelijke vrucht wordt uitvoeriger uitgewerkt in hoofdstuk 'Zegenende liefde'.

9.1.6. BlijdschapBron van blijdschapGod is de bron van alle blijdschap. Die blijdschap wordt vooral ervaren in de persoonlijke omgangmet God:

"Wie naar hem opzien, stralen van vreugde, schaamte zal hun gezicht niet kleuren."(Psalm 34:6, NBV2004)

"U wijst mij de weg naar het leven: overvloedige vreugde in uw nabijheid, voor altijd eenlieflijke plek aan uw zijde." (Psalm 16:11, NBV2004)

In zijn 'hogepriesterlijk gebed' zei Jezus tegen de Vader:

"Nu kom ik naar u toe, en ik zeg dit terwijl ik nog in de wereld ben, opdat zij vervuld wordenvan mijn vreugde." (Johannes 17:13, NBV2004)

Liefde en blijdschap horen bij elkaar.

"U hebt hem lief zonder hem ooit gezien te hebben; en zonder hem nu te zien gelooft u inhem en ervaart u een onuitsprekelijke, hemelse vreugde." (1 Petrus 1:8, NBV2004)

Ook Gods Woord is een bron van blijdschap. De schrijver van Psalm 119 had de enorme waarde vanGods levenswet ontdekt en schreef hierover:

"Uw geboden zijn voor mij een rijkdom die blijft, de opperste vreugde van mijn hart."(Psalm 119:11, WV1995)

Blijdschap als geschenkJezus is erop uit om de gelovigen nu en later volmaakte vreugde te geven. Zijn woorden laten daar-over geen misverstand bestaan:

"Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u zal blijven en uw blijdschapvolkomen zal worden." (Johannes 15:11, HSV2010)

Het is vooral door vervulling met de Heilige Geest dat de blijdschap van de gelovige tot grote hoogtestijgt:

"De leerlingen daar in Antiochië waren vervuld van de heilige Geest en waren vol blijd-schap." (Handelingen 13:52, GNB1996)

Page 13: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen- 11 -

Blijdschap en dankbaarheid horen ook bij elkaar. De blijdschap over Gods zegeningen richt zich nietalleen op wat je hebt ontvangen, maar vooral op de Gever, die je liefdevol gezegend heeft, en blijdehoop heeft gegeven op een stralende toekomst.

"Breng dus met vreugde dank aan de Vader. Hij stelt u in staat om te delen in de erfenis diealle heiligen wacht in het licht." (Kolossenzen 1:12, NBV2004)

Blijvende blijdschap is, samen met vrede, het resultaat van vertrouwen op God onder alle omstan-digheden en het genieten van Gods zegeningen.

Het geschenk van blijdschap zal pas geheel worden ervaren in het hiernamaals, als we bij Jezus mo-gen zijn. Jezus zei daarover tegen zijn discipelen, kort voordat Hij hen zou verlaten:

"Jullie hebben nu verdriet, maar ik zal jullie terugzien, en dan zul je blij zijn, en niemand zalje je vreugde afnemen." (Johannes 16:22, NBV2004)

Zie ook hoofdstuk 'Gelukkig leven'.

Blijdschap om door te geven

"Gedeelde vreugde is dubbele vreugde." (Nederlands spreekwoord)

Wie geleerd heeft Gods zegen uit te delen aan anderen kent ook de diepe vreugde die dat in huneigen hart achterlaat.

"De zegenende ziel wordt overvloedig verkwikt..." (Spreuken 11:25, NBG1951)

Meer daarover in hoofdstuk 'Zegenende liefde'.

9.1.7. VredeVrede van GodHet stichten van vrede was een van de redenen van God om zijn zoon Jezus naar de aarde te zenden.We denken dan vooral aan vrede tussen God en mensen. Het is veelbetekenend dat het engelenle-ger zich daarover in koor uitsprak bij de geboorte van Jezus, de Vredevorst:

"Eer aan God in de hoge hemel en vrede op aarde voor de mensen die hem lief zijn!"(Lucas 2:14, GNB1996)

"Want God heeft volledig in hem (=Jezus) willen wonen, en door hem alles met zich willenverzoenen, alles op de aarde en in de hemel. Want hij heeft vrede gebracht door zijn bloed,door zijn kruisdood." (Kolossenzen 1:19-20, GNB1996)

God is de bron van alle vrede en de Gever van vrede:

"Wat onze eigen natuur wil brengt de dood, maar wat de Geest wil brengt leven en vrede."(Romeinen 8:6, NBV2004)

"Moge de Heer van de vrede zelf u altijd en op elke wijze vrede geven. De Heer zij met u al-len." (2 Tessalonicenzen 3:16, NBV2004)

"Vrede laat ik bij jullie achter; mijn vrede geef ik jullie, een andere vrede dan de wereldgeeft. Maak je niet ongerust en wees niet bang." (Johannes 14:27, GNB1996)

Vrede als geschenkVrede als geschenk van God is het directe gevolg van zijn aanwezigheid in je leven. Die innerlijkevrede groeit ook naarmate je meer van zijn nabijheid meemaakt. Gods vrede heeft onder meer temaken met: je relatie met God je geweten

Page 14: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen- 12 -

je houding tegenover je levensomstandigheden je houding tegenover je verleden, heden en toekomst

"... Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus."(Romeinen 1:7, NBV2004)

Als iemand tot bekering komt en nieuw leven ontvangt, is hij verzoend met God. Dat betekent dat hijeen nieuwe relatie met God heeft gekregen: van vijand van God (vanwege de zondigheid) tot kindvan God. Dat hangt samen met de rechtvaardigmaking die je dan ook ontvangt: je zonden wordenvergeven, je geweten wordt gezuiverd en je identiteit verandert van zondaar naar gerechtvaardigde.

"Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Chris-tus" (Romeinen 5:1, NBG1951)

Je hebt daarmee vrede met God ontvangen. Gedurende het overige van je christenleven zul je Godsvrede blijven ervaren wanneer je niet met onbeleden zonden blijft rondlopen, maar ze belijdt zodatde relatie met God zuiver blijft.

Vrede bij beproevingenIeder mens maakt beproevingen in zijn leven mee. Wie heeft geleerd daarbij op God te vertrouwenen zijn levensomstandigheden te aanvaarden, leeft in vrede met zichzelf. Daarnaast wil God je ookvrijmaken van beknellende ervaringen uit het verleden die je van je vrede kunnen beroven. Tenslot-te heeft God enorme beloften gedaan over de toekomst van gelovigen in het hiernamaals: die hoopdoet leven. Bezorgdheid kan ook je vrede ontnemen; wie zijn zorgen bij de Heer kan brengen enlaten zal Gods vrede opnieuw ontvangen:

"Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Chris-tus Jezus bewaren." (Filippenzen 4:7, NBV2004)

Al deze dingen hebben te maken met vrede. Naarmate je als gelovige geestelijk groeit in al dezeaspecten van het christenleven, zul je Gods vrede steeds meer ervaren als een krachtig fundamentvan levensgeluk.

Vrede om uit te delenDe vrede die je van God ontvangt is er ook om uit te delen. Zo zei Jezus het volgende tegen zijn dis-cipelen toen Hij hen uitzond voor een evangelisatieactie:

"Laat jullie vrede over dat huis komen als het dat waard is, maar als het dat niet waard is,laat dan die vrede naar je terugkeren." (Matteüs 10:13, NBV2004)

Het uitdelen van vrede kan ook vorm krijgen als we ons actief inzetten de onderlinge vrede te bewa-ren of als we vrede stichten in een situatie van onvrede.

"Zalig zijn de vredestichters, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden."(Matteüs 5:9, HSV2010)

"Gelukkig zijn de mensen die vrede brengen, want zij zullen zonen van God worden ge-noemd." (Matteüs 5:9, TELOS1982)

Vreemd genoeg is de TELOS vertaling een van de weinige die het begrip 'zonen' correct vertalen. Demeeste andere hebben ze het in 'kinderen' veranderd en daarmee verduisteren ze de betekenis vandeze tekst. Zoonschap is namelijk een teken van geestelijke volwassenheid, het resultaat van eenvruchtdragend christenleven. Daarbij is de vrede van God ook werkzaam in de relaties met anderemensen.

"Houdt zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen."(Romeinen 12:18, NBG1951)

Page 15: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen- 13 -

Wat is vrede voor een gelovige?Samenvattend zouden we kunnen zeggen dat vrede het resultaat is van: de aanwezigheid van God in je leven geloofszekerheid vertrouwen op God voortdurende zorg een geweten dat gereinigd is van de zonden van het verleden acceptatie van het verleden een gedachteleven dat vrij is van zorgen voor de nabije toekomst hoop en zekerheid over je eeuwige bestemming in Gods nabijheid

Vrede is ook ontspannenheid in plaats van rusteloosheid.

9.1.8. LankmoedigheidBetekenis van het oorspronkelijke woord in de Griekse grondtekst: geduld, het lang volhouden bijanderen, niet snel boos worden, vergevingsgezindheid.

God is lankmoedigGod zelf noemde lankmoedigheid (geduld) als een van zijn persoonlijke kenmerken toen Hij hetdiepst van zijn hart aan Mozes bekendmaakte:

"De HEER ging voor hem langs en riep uit: ˜De HEER! De HEER! Een God die liefdevol is engenadig, geduldig, trouw en waarachtig..." (Exodus 34:6, NBV2004)

"De Heer stelt wat hij heeft beloofd, niet uit, zoals sommigen denken. Hij heeft alleen maargeduld met u. Hij wil niet dat er ook maar iemand verloren gaat, maar dat allen tot inkeerkomen." (2 Petrus 3:9, GNB1996)

De Heilige Geest die als een geschenk van God in elke gelovige woont, heeft alle lankmoedigheid inzich om je te ondersteunen. Zie lankmoedigheid niet als een opdracht of een verplichting die je alseen goede christen moet vervullen, want dan begin je aan de verkeerde kant. Vruchten van de Geestbeginnen bij Gods Geest die bij de wedergeboorte in je hart is komen wonen en ontwikkelen zichverder naarmate je ervoor kiest 'in de geest van God' te handelen. Samen met God kun je dat ook.

Zie ook onderwerp 'God is ruimhartig' in hoofdstuk 'Gods vriendelijkheid'.

Lankmoedigheid als geschenkOmdat het woord 'lankmoedigheid' nogal verouderd klinkt, gebruiken de moderne Bijbelvertalingenmeestal het woord 'geduld'. Hoewel ik een groot voorstander ben van modern taalgebruik in Bijbel-vertalingen vind ik dat 'lankmoedigheid' meer betekenisvol klinkt. Het heeft het woord 'lang' in zich,dat iets zegt over het lang volhouden om een ander lief te hebben, en 'gemoed' omdat het gaat omje hartsgesteldheid, je verlangen om goed te doen aan de ander zoals Jezus dat zou doen.

Een lankmoedig persoon kan veel van anderen verdragen zonder dat hij hem bekritiseert, booswordt of afwijst. Het gaat natuurlijk niet over menselijk uithoudingsvermogen, maar over de lank-moedigheid van God die in hem werkt.

Bij de apostel Paulus, die een onstuimig en wilskrachtig karakter had, komen we deze geestelijkevrucht ook tegen. Omdat hij van nature helemaal niet geduldig en lankmoedig was (denk maar aanzijn eerdere fanatieke vervolging van christenen) is het overduidelijk dat de Heilige Geest dit in zijnhart heeft uitgewerkt:

"We willen juist laten zien dat we dienaren van God zijn ... door oprechtheid en kennis, doorgeduld en vriendelijkheid, door de gaven van de heilige Geest en ongeveinsde liefde..."(2 Korintiërs 6:4-6, NBV2004)

Page 16: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen- 14 -

VergevingsgezindheidLankmoedigheid houdt ook een houding van vergevingsgezindheid in. Jezus heeft daarvan een voor-beeld gegeven toen Hij bad om vergeving voor de soldaten die Hem kruisigden (Lucas 23:33-34).Stefanus bad hetzelfde gebed voor de mensen die hem stenigden (Handelingen 7:60).

Gelovigen maken allemaal mee dat er irritante mensen op hun pad komen. Vanuit jezelf zou je geïr-riteerd reageren, maar vanuit de verbondenheid van Gods Geest ontvang je de benodigde liefde envergevingsgezindheid op het moment dat je besluit het de ander te vergeven. Zo kun je een levens-houding van vergevingsgezindheid ontwikkelen en daarmee toon je dat Gods liefde in je woont enwerkt. Want de Bijbel zegt:

"(De liefde) ... laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan"(1 Korintiërs 13:5, NBV2004)

Moeilijk? Lees dan dit Bijbelvers als volgt:

"(Jezus die door zijn Geest in mij woont) ... laat zich niet boos maken en rekent het kwaadniet aan" 1 Korintiërs 13:5, NBV2004)

Dan wordt het al een stuk gemakkelijker. Jezus heeft ons zelfs de mogelijkheid gegeven om onzevijanden lief te hebben. Vooral veelmensen die christenvervolging meemaken hebben deze moeilijkeles geleerd. Zij beseffen dat het de enige manier is om niet in de gevangenis van wraakzucht, vergel-dingsdrang en boosheid terecht te komen. Dit geldt ook voor gelovigen die door anderen slecht be-handeld of zelfs mishandeld zijn. Dan wordt vergeven een erg moeilijke opdracht, maar het is moge-lijk, ook al heb je er wellicht tijd voor nodig om zover te komen.

Zie ook onderwerp ' Onbarmhartige schuldenaar' in hoofdstuk 'Gelijkenissen van Jezus'.

VerdraagzaamheidVerwant aan lankmoedigheid is het begrip 'verdraagzaamheid': medegelovigen accepteren zoals zezijn, bereid zijn samen met hen op te trekken ook al hebben ze een andere levensstijl dan jij, begriphebben bij hun tekortkomingen en moeiten.

"Wees altijd bescheiden, zachtmoedig en geduldig, en verdraag elkaar liefdevol."(Efeziërs 4:2, GNB1996)

Wie lankmoedig is, leeft ook in vrede met zijn medemensen. Dat is het gevolg van verdraagzaamheiden vergevingsgezindheid:

"Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals deHeer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven... Laat in uw hart de vrede van Christus heer-sen, want daartoe bent u geroepen als de leden van één lichaam."(Kolossenzen 3:13,15, NBV2004)

9.1.9. VriendelijkheidGods vriendelijkheidVriendelijkheid zouden we kunnen omschrijven als warme belangstelling en meeleven voor mensenuiten, andermans gevoelens respecteren, prettig reageren. Vriendelijkheid is een belangrijk kenmer-ken van God. Een illustratie van Gods vriendelijkheid vinden we bijvoorbeeld in het volgende Bijbel-gedeelten:

"Als een herder zal Hij Zijn kudde weiden: Hij zal de lammetjes in Zijn armen bijeenbrengenen in Zijn schoot dragen; de zogenden zal Hij zachtjes leiden." (Jesaja 40:11, HSV2010)

"Hij laat mij rusten in groene weiden en voert mij naar vredig water."(Psalm 23:2, NBV2004)

Page 17: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen- 15 -

Jezus had een uitstraling van vriendelijkheid als Hij met de mensen omging:

"Maar de mensen ... volgden Hem (=Jezus); Hij ontving hen vriendelijk, sprak hun over hetkoninkrijk van God en maakte gezond wie genezing nodig had." (Lucas 9:11, WV1995)

Mensen waren welkom bij Jezus. Ze voelden zich in zijn bijzijn niet bekritiseerd, behalve als ze ietsop hun kerfstok hadden of huichelachtig bezig waren. Jezus sprak op een vriendelijke manier endeed vriendelijke dingen, zoals mensen genezen. De uitstraling, de woorden en daden van de Heerwaren één geheel.

De Heilige Geest die als een geschenk van God in elke gelovige woont, heeft alle vriendelijkheid inzich om je te ondersteunen. Zie vriendelijkheid niet als een opdracht of een verplichting die je alseen goede christen moet vervullen, want dan begin je aan de verkeerde kant. Vruchten van de Geestbeginnen bij Gods Geest die bij de wedergeboorte in je hart is komen wonen en ontwikkelen zichverder naarmate je ervoor kiest 'in de geest van God' te handelen. Samen met God kun je dat ook.

Vriendelijkheid als vrucht van de GeestGod jaagt zijn kinderen niet op, zet ze niet onder druk. Mensen doen dat wel met elkaar, maar Godniet. Door vriendelijkheid, voortvloeiend uit oprechte liefde, laten we iets van onze vriendelijke Godzien.

"We willen juist laten zien dat we dienaren van God zijn ... door oprechtheid en kennis, doorgeduld en vriendelijkheid, door de gaven van de heilige Geest en ongeveinsde liefde."(2 Korintiërs 6:4,6, NBV2004)

Het woord voor vriendelijkheid is in veel Engelse Bijbelvertalingen vertaald als 'gentleness' en datgaat meer in de richting van respectvol omgaan met andere mensen en hun gevoelens. Fijngevoelig-heid is een belangrijke eigenschap in de omgang met mensen. Dat is een houding waarin we gerichtzijn op het welzijn van de ander, het vermijden van kwetsende opmerkingen, rekening houden metandermans gevoeligheden. Over de liefde schreef Paulus:

"zij kwetst niemands gevoel..." (1 Korintiërs 13:5, NBG1951)

"Ze is niet grof ..." (1 Korintiërs 13:5, NBV2004)

"zij handelt niet ongepast..." (1 Korintiërs 13:5, HSV2010)

"Zij gedraagt zich niet onfatsoenlijk..." (1 Korintiërs 13:5, WV1995)

(Interessant om te zien welke woorden de verschillende Bijbelvertalers hebben gekozen!) Het is nietaltijd gemakkelijk om op de juiste manier met anderen om te gaan, omdat ieder mens weer anderegevoeligheden heeft. Als je vanuit een oprechte liefdevolle houding de ander benadert zit je al in degoede richting. Vraag dan de Heilige Geest om leiding en inzicht om ZIJN fijngevoeligheid door jeheen te manifesteren. Uiteindelijk groeit dan deze bijzondere vrucht in je hart.

"Uw vriendelijkheid moet bij alle mensen bekend zijn..." (Filippenzen 4:5, WV1995)

9.1.10. GoedheidBetekenis van het woord: iets goeds of nuttigs doen voor anderen tot hun welzijn, deugdzaamheid,vrijgevigheid.

Gods goedheidVolmaakte goedheid vinden we alleen bij God. Toen iemand Jezus eens aansprak met de woorden'goede Meester' antwoordde Hij:

"... Waarom noemt u mij goed? Niemand is goed, alleen God." (Lucas 18:19, NBV2004)

Page 18: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen- 16 -

God is barmhartig en bewogen met de mensen in nood, die hulp van buitenaf nodig hebben. Hij iseen Vader voor weduwen en wezen. God luistert naar mensen die stuk zijn van verdriet, de zwakkenen de rechtelozen:

"Hij geneest wie gebroken zijn en verzorgt hun diepe wonden." (Psalm 147:3, NBV2004)

"Een steun is de HEER voor wie is gevallen, wie gebukt gaat richt hij op."(Psalm 145:14, NBV2004)

Goedheid als vrucht van de GeestDe Heilige Geest die als een geschenk van God in elke gelovige woont, heeft alle goedheid in zich omje te ondersteunen. Zie goedheid niet als een opdracht of een verplichting die je als een goede chris-ten moet vervullen, want dan begin je aan de verkeerde kant. Vruchten van de Geest beginnen bijGods Geest die bij de wedergeboorte in je hart is komen wonen en ontwikkelen zich verder naarma-te je ervoor kiest 'in de geest van God' te handelen. Samen met God kun je dat ook.

In navolging van onze Heer mogen christengelovigen die eigenschap ontwikkelen: een levensstijl diede vrucht is van een dienend leven. Goedheid is het vermogen om goede, nuttige dingen te doenvoor mensen, waarmee je hen dient. Echte goedheid, als geestelijke vrucht, is meer dan goed zijnvoor mensen die dat tegenover jou ook zijn, want dat kan iedereen. Jezus zei hierover:

"En is het een verdienste als je weldaden bewijst aan wie weldaden bewijzen aan jullie? Ookde zondaars handelen zo." (Lucas 6:33, NBV2004)

Ook deze vrucht vloeit voort uit echte, onzelfzuchtige liefde, die de anderen wil dienen, vooral ookmensen die niets terug kunnen doen.

"Laten we daarom het goede doen, zonder op te geven, want als we niet verzwakken zullenwe oogsten wanneer de tijd daarvoor gekomen is. Laten we dus, in de tijd die ons nog rest,voor iedereen het goede doen, vooral voor onze geloofsgenoten."(Galaten 6:9-10, NBV2004)

Dienen zonder eigenbelangGeloofspraktijk bestaat voor een groot gedeelte uit dienen: God dienen en je medemensen. Dienenbetekent: jezelf en je arbeidskracht inzetten voor het welzijn van een ander. Dienen is in veel geval-len: gewoon doen wat moet gebeuren en wat op je weg komt. Jezus was nooit te beroerd om on-aanzienlijke taken uit te voeren, waarvoor anderen de neus op zouden halen. Denk maar aan devoetwassing bij het laatste Pesachmaal. De ware volgelingen van Jezus worden zichtbaar als gelovi-gen eenzelfde nederige, dienende houding tonen.

Een dienaar bepaalt niet zelf wat hij doet, maar luistert naar iemand die boven hem staat. Een trou-we dienaar gaat nooit met pensioen; hij blijft levenslang trouw in het dienen. Het is een deel van zijnleven geworden.

Voor het dienen van medegelovigen komen we in de Griekse grondtekst van het Nieuwe Testamentmeestal het woord 'diakonia' tegen. Dat is een vrijwillig dienstbetoon uit liefde, in tegenstelling totbijvoorbeeld slavendienst. Volgens de wereldse denkwijzen van alle eeuwen is dienen iets minder-waardigs: de mindere dient de meerdere. Ook bij andere wereldgodsdiensten leeft die gedachte.Binnen het Koninkrijk van God is dienen juist de praktische uitwerking van het geloof. Leiding gevenstaat ook bij gelovigen meestal in hoger aanzien dan dienen. Er worden heel wat christelijke leider-schapscursussen gegeven. Heeft iemand wel eens gehoord over een cursus in dienstbaarheid? Maarin Gods Koninkrijk is dienen belangrijker dan leiding geven. Inderdaad, het Koninkrijk is heel alterna-tief.

Zie meer hierover in onderwerpen- 'God is dienstbaar' in hoofdstuk 'Gods zorgzaamheid'.- 'Dienende liefde' in hoofdstuk 'Zegenende liefde'.

Page 19: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen- 17 -

BarmhartigheidBarmhartigheid is ook een vorm van goedheid. Het is oprechte bewogenheid met mensen, vooral alszij het moeilijk hebben. Het is het tegenovergestelde van onverschilligheid. Het is een geestelijkevrucht en tegelijk een opdracht: door daden van barmhartigheid te tonen groeit deze vrucht in gelo-vigen.

"Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is." (Lucas 6:36, NBV2004)

"maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ookGod in Christus u vergeven heeft." (Efeziërs 4:32, HSV2010)

De Bijbel bevat veel aansporingen om zorg te dragen voor mensen die tussen de wal en het schipterecht zijn gekomen.

"Gelukkig wie zorgt voor de armen; in kwade dagen zal de HEER hem uitkomst geven."(Psalm 41:2, NBV2004)

"... Help en steun hen die bang zijn, ook de zwakken ..." (1 Tessalonicenzen 5:14, HB2008)

In het Nieuwe Testament zien we hoe Jezus talloze voorbeelden van barmhartigheid heeft getoond.Hij had speciale belangstelling voor mensen die zichzelf niet konden helpen. In de gelijkenis van debarmhartige Samaritaan geeft Jezus ook duidelijk aan dat barmhartigheid belangrijker is dan hetopvolgen van ceremoniële regels: het heeft gewoon een hoge prioriteit. Ook Paulus spoort de gelo-vigen aan om zorg te dragen voor verdrukten, bijstand te bieden aan hulpbehoevende mensen,troost te geven aan verdrietige mensen, enzovoort.

Het niet tonen van barmhartigheid is een ernstige tekortkoming. Jezus verweet de farizeeën dat zezich druk maakten om uiterlijke vormen van godsdienstigheid en verzuimden te doen wat een vande belangrijkste geboden van God was:

"Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie geven tienden van munt, dilleen komijn, maar veronachtzamen wat in de wet zwaarder weegt: recht, barmhartigheid entrouw ..." (Matteüs 23:23, NBV2004)

"Overdenk eens goed wat dit wil zeggen: 'Barmhartigheid wil ik, geen offers.'"(Matteüs 9:13, NBV2004)

"Onbarmhartig zal het oordeel zijn over wie geen barmhartigheid heeft bewezen; maar debarmhartigheid overwint het oordeel." (Jakobus 2:13, NBV2004)

Bijbelgedeelten als deze onderstrepen het grote belang dat God hecht aan barmhartigheid als eigen-schap en praktische uitwerking van de liefde die God in het hart van zijn kinderen heeft gelegd.

Zie meer over Gods barmhartigheid in onderwerp 'God is ruimhartig' in hoofdstuk 'Godsvriendelijkheid'.

9.1.11. TrouwAndere betekenissen van het oorspronkelijke woord in de Griekse grondtekst: geloofsvertrouwenhebbend, eerlijkheid, integriteit, betrouwbaarheid. Sommige Bijbelvertalingen gebruiken het woord'geloof', maar persoonlijk denk ik niet dat dit in Galaten 5:22 zozeer bedoeld is. Het is vooral eengoed karaktereigenschap die in de gelovige groeit door praktisch toegepaste liefde.

God is trouwOok deze geestelijke vrucht begint bij God, de Schepper. Gods trouw is een van zijn meest gewaar-deerde en typerende eigenschappen van onze God.

"Hij is de rots, wat Hij doet is volmaakt, al zijn wegen zijn recht; een God van trouw, zonderonrecht, rechtvaardig is Hij en waarachtig." (Deuteronomium 32:4, NBG1951)

Page 20: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen- 18 -

Trouw is een levensstijl die gekenmerkt wordt door: het nakomen van beloften en afspraken zich houden aan persoonlijke verplichtingen afmaken wat je begonnen bent

Al deze drie levenshoudingen vinden we bij God:

"Ik zal mijn verbond oprichten tussen Mij en u (=Abraham) en uw nageslacht in hun geslach-ten, tot een eeuwig verbond, om u en uw nageslacht tot een God te zijn."(Genesis 17:7, NBV2004)

"Hiervan toch ben ik ten volle overtuigd, dat Hij, die in u een goed werk is begonnen, dit teneinde toe zal voortzetten, tot de dag van Christus Jezus." (Filippenzen 1:6, NBG1951)

Trouw als vrucht van de GeestDe Heilige Geest die als een geschenk van God in elke gelovige woont, heeft alles in zich om je tehelpen groeien tot een trouwe volgeling van Jezus. Het is een eigenschap die blijk geeft van een ze-kere mate van geestelijke volwassenheid. Voor een volgeling van Jezus is het een eer om de Koningniet alleen trouw te beloven, maar ook trouw te zijn en trouw te blijven.

"Beste vriend, uw trouw blijkt uit alles wat u doet voor de broeders, zelfs voor broeders die uonbekend zijn." (3 Johannes:5, GNB1996)

Trouw aan Gods verbond houdt de verplichting tot gehoorzaamheid aan Gods levenswet in. Datgeldt zowel voor het Oude als het Nieuwe Verbond. Jezus heeft zich volledig aan Gods levenswetgehouden en in navolging van Hem doen christengelovigen dat ook, gemotiveerd door liefdevolletoewijding, en daartoe in staat gesteld door de Heilige Geest.

Trouw in allerlei opzichtenBij trouw denken we vooral aan relaties, vooral aan de huwelijksbelofte van trouw. Het verbrekenvan die belofte van trouw is een groot kwaad en in de Bijbel wordt heel veel over dat onderwerpgesproken omdat het zo belangrijk is.

Bij trouw kunnen we ook denken aan rentmeesterschap: het verstandig beheren van alles wat jehebt, zoals je bezittingen, je gaven en talenten, je tijd. Maak geen puinhoop van je leven, van je huis,van je kamer, maar ga goed om met alles wat je is toevertrouwd. Een volgeling van Jezus kan zijntoewijding aan de Koning tonen door een goede rentmeester te zijn.

Het is gemakkelijk om aan iets te beginnen, maar iets afmaken vergt een levensinstelling van trouw.Het is een gewaardeerde eigenschap bij werkgevers, in christelijke organisaties en vooral ook in dekerkelijke gemeente. Trouw is misschien wel de belangrijkste eigenschap van een dienaar en zijn weals gelovigen niet allemaal geroepen om te dienen?

"... want trouw vindt men niet bij allen." (2 Tessalonicenzen 3:2, NBG1951)

"... want niet iedereen is betrouwbaar." (2 Tessalonicenzen 3:2, NBV2004)

In deze tijd, waarin steeds meer mensen weinig meer lijken te doen dan reageren op impulsen, is heteen steeds zeldzamer wordende eigenschap. Voor Gods kinderen is het trouw uitvoeren van takenbinnen Gods Koninkrijk (en ook daarbuiten!) een belangrijke graadmeter voor iemands geestelijkevolwassenheid en geschiktheid om in de toekomst met Jezus te regeren. Wellicht verlang je ernaareenmaal de volgende woorden uit de mond van Jezus te horen:

"... Je bent een goed en trouw dienaar. Iets kleins heb je goed beheerd, nu zal ik je over ietsgroots aanstellen. Kom binnen en vier feest met mij." (Matteüs 25:23, GNB1996)

Page 21: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen- 19 -

9.1.12. ZachtmoedigheidZachtmoedigheid is niet dat je je als een watje gedraagt, maar dat je gemoed niet protesteert tegenGods wil.

God is zachtmoedigJezus liet zichzelf kennen als een zachtmoedig persoon en we kunnen heel wat van Hem leren in datopzicht:

"Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zul-len jullie werkelijk rust vinden." (Matteüs 11:29, NBV2004)

Kort voor zijn lijdenstijd reed Jezus Jeruzalem binnen en reed daarbij niet op een paard, maar op eeneenvoudige ezel. In die geschiedenis haalde de evangelist Matteüs een profetie van Jesaja aan:

"... Kijk, je koning is in aantocht, hij is zachtmoedig en rijdt op een ezelin en op een veulen,het jong van een lastdier." (Matteüs 21:5, NBV2004)

Eenmaal zal Jezus terugkomen als Koning van de wereld, maar toen Jezus ongeveer 2000 jaar gele-den op de aarde woonde nam Hij een dienende positie in tegenover de mensheid. En daarin beho-ren nieuwtestamentische gelovigen Hem na te volgen. Daarvoor is dus nederigheid, bescheidenheiden zachtmoedigheid nodig. Het is de houding van een discipel, een volgeling, die niet voor zijn Heeruit loopt maar zich volledig door Hem laat leiden, zonder protest.

"Doet dan aan, als door God uitverkoren heiligen en geliefden, innerlijke ontferming, goed-heid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld." (Kolossenzen 3:12. NBG1951)

Zachtmoedigheid als vrucht van de GeestDe Heilige Geest die als een geschenk van God in elke gelovige woont, heeft alles in zich om je tehelpen groeien tot een zachtmoedige volgeling van Jezus. Het is een eigenschap die blijk geeft vaneen zekere mate van geestelijke rijpheid. Dat leer je van het steeds overgeven van je wil aan die vanGod, zonder te sputteren en zonder je eigen weg te willen gaan en God op jouw manier willen die-nen. Het is afstand doen van eigen rechten en trots, bereidheid om op Gods tijd te wachten, je levenlaten leiden door God.

Een levenshouding van zachtmoedigheid behoren we niet alleen naar God toe te hebben, maar opeen andere manier ook tegenover andere mensen. Niet uit zijn op macht, niet veeleisend zijn, nietsteeds gelijk willen hebben of je wil doorzetten.

"Wie van u kan wijs en verstandig genoemd worden? Laat hij het daadwerkelijk bewijzendoor een onberispelijk leven en door wijze zachtmoedigheid." (Jakobus 3:13, NBV2004)

De apostel Petrus noemt zachtmoedigheid een sieraad voor gelovigen. Hij schrijft het volgende aanvrouwen:

"Uw sieraad moet niet bestaan in iets uiterlijks: het vlechten van het haar, het dragen vangouden sieraden of het aantrekken van mooie kleren; maar uw sieraad moet zijn de verbor-gen mens van het hart, met het onvergankelijke sieraad van een zachtmoedige en stillegeest, die kostbaar is voor God." (1 Petrus 3:3-4, HSV2010)

Ook van Mozes, die van nature helemaal niet zachtmoedig of bescheiden was, stond later bekend alseen bijzonder zachtmoedig mens. In de leerschool van het gehoorzaam dienen van God was zijnkarakter behoorlijk veranderd:

"Nu was Mozes een zeer bescheiden man - niemand op de hele wereld was zo bescheidenals hij." (Numeri 12:3, NBV2004)

Page 22: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen- 20 -

BelofteIn de Bergrede deed Jezus de volgende uitspraak over zachtmoedige gelovigen:

"Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven." (Matteüs 5:5, TELOS1982)

Men zegt wel eens dat brutalen de halve wereld hebben, maar de minst brutale mensen, de zacht-moedigen, zullen eenmaal de HELE aarde in bezit krijgen. Dit Bijbelgedeelte kan betrekking hebbenop het Messiaanse Vrederijk, waarin gelovigen met Jezus zullen meeregeren over de aarde.

9.1.13. ZelfbeheersingGod is beheerstHoewel God oneindig krachtig is en ook vol gevoel, laat Hij zich nooit meeslepen door gevoelens.God heeft een volkomen beheersing van zijn kracht en zijn gevoelens. Op veel plaatsen lezen we inde Bijbel dat God zijn boosheid inhield als Hij het volste recht had om zeer hard op te treden.

God is ook onveranderlijk en in Hem is geen spoor van grilligheid of veranderlijkheid te vinden(Psalm 102:26-28). In Gods persoonlijke bedoelingen en plannen is geen wispelturigheid te ontdek-ken, want God is:

"... de Vader der lichten, bij wie geen verandering is of zweem van ommekeer."(Jakobus 1:17, NBG1951)

Zelfbeheersing als vrucht van de GeestDe Heilige Geest die als een geschenk van God in elke gelovige woont, heeft alles in zich om hem tehelpen groeien in zelfbeheersing. Het is een eigenschap die blijk geeft van een zekere mate vangeestelijke volwassenheid.

Zelfbeheersing is geen product van zelfverbetering of zelfdiscipline, evenmin als alle andere vruch-ten van de geest. Zelfbeheersing begint met het leren dankbaar zijn voor wat God je heeft gegeven,een verlangen naar een rein leven en een houding van 'genoeg is genoeg'.

Zelfbeheersing en begeertenDeze vrucht van de geest heeft te maken overwinning over eigen begeerten en zondige neigingen,kenmerk van de echte vrijheid die God geeft. Oswald Chambers (1874-1917) schreef eens dat echtgeloof zich onderscheidt op vier terreinen: je eetgewoonten je houding tegenover geld het seksuele leven hoe je met de schepping omgaat.

Bij elk van deze vier aspecten speelt zelfbeheersing een sleutelrol. Zelfbeheersing begint bij een keu-ze om niet toe te geven aan verkeerde neigingen omdat je daarmee zondigt. Vooral in zulke situatiesgeldt dat een goed begin het halve werk is. Door herhaaldelijk deze keuze te maken groeit de ge-woonte om de goede keuzen te maken en op den duur wordt het een eigenschap. Dat klinkt een-voudig, maar in de praktijk is het een van de ergste strijdperken in het leven van een discipel vanJezus. Niet voor niets lezen we in de Bijbel:

"Een geduldig man is meer dan een groot strijder en wie zichzelf bedwingt is meer dan wieeen stad verovert." (Spreuken 16:32, WV1995)

Zie meer hierover in hoofdstuk 'Verleidingen'.

Zelfbeheersing en boosheidEr is ook een andere vorm van zelfbeheersing: je boosheid beheersen. Daarover zegt de Bijbel ondermeer het volgende:

Page 23: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen- 21 -

"De dwaas laat zijn woede de vrije loop, maar de wijze weet zich te beheersen."(Spreuken 2:11, GNB1996)

"... ieder mens moet snel zijn om te horen, langzaam om te spreken, langzaam tot toorn."(Jakobus 1:19, NBG1951)

"Ze (=de liefde) is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent hetkwaad niet aan." (1 Korintiërs 13:5, NBV2004)

Vooral uit de laatste Bijbeltekst zien we dat er in echte onbaatzuchtige liefde eenvoudigweg geenplaats is voor boos worden, wrok koesteren of wraakzuchtige gedachten.

Zie meer hierover in onderwerp 'Boosheid' in hoofdstuk 'Beproevingen'.

Page 24: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.1. Vruchtdragen- 22 -

Page 25: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.2. Zegenende liefde- 1 -

9.2. Zegenende liefdeDe volmaakte, onvervalste onbaatzuchtige, zegenende liefde is allereerst een geschenk van God. Dechristengelovige kan deze liefde doorgeven aan anderen, die daardoor een zegen ontvangen. Dezeliefde is het belangrijkste kenmerk van een ware gelovige.

9.2.1. Wat is zegenende liefde?

9.2.2. Belang van zegenende liefde

9.2.3. Liefde voor God en mensen

9.2.4. Zegenen

9.2.5. Dienende liefde

9.2.6. Geven

9.2.7. Oudtestamentische offers

9.2.8. Nieuwtestamentische offers

Page 26: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.2. Zegenende liefde- 2 -

9.2.1. Wat is zegenende liefde?Liefde van GodDe liefde van God is misschien wel de grootste kracht in het heelal. De satan leek onoverwinnelijknadat de mensheid door de zondeval onder zijn heerschappij was gekomen. Hij werd genadeloosverslagen doordat God uit liefde voor de mensen zijn Zoon opofferde om hen weer tot zich te bren-gen. Liefde is zo kenmerkend voor God, dat Johannes heeft geschreven:

"God = liefde" (1 Johannes 4:8)

Gods liefde, die door een mens heen werkt, is het belangrijkste teken van geloofsgroei en geestelijkevolwassenheid en het duidelijkste bewijs dat de Heilige Geest in en door hem werkt.

Drie soorten liefdeIn het klassieke Grieks, de taal waarin het Nieuwe Testament oorspronkelijk is geschreven, komenwe drie verschillende woorden voor 'liefde' tegen, die betrekking hebben op de drie aspecten vanhet menselijk wezen: lichaam, ziel en geest:

Grondwoord(Grieks)

op het vlak van soort liefde omschrijving

1. Eros lichaam lichamelijke liefde intimiteit en seksualiteit2. Filia ziel vriendschappelijke liefde wederzijdse liefde op het sociale vlak3. Agapè geest zegenende liefde gevende liefde zonder enig eigenbe-

lang

Lichamelijke liefde en vriendschappelijke liefde zijn voor een belangrijk deel zelfzuchtig. Maar zege-nende liefde (ook wel agapè liefde genoemd) is alleen op het belang van de ander gericht en dat isde liefde waar het Nieuwe Testament verreweg het meest over spreekt. Het is de volmaakte soortliefde, omdat daarbij elk spoor van zelfzucht ontbreekt. De hoogste vorm van zegenende liefde heeftJezus getoond doordat Hij zijn volmaakte leven opofferde om de levens van verdorven, opstandigemensen te redden. En het is juist deze liefde die God met de gelovige wil delen, om die liefde vervol-gens ook weer te laten delen met andere mensen.

Drie soorten liefde tussen man en vrouwMensen die er wereldse maatstaven op na houden beginnen een man-vrouw-relatie vaak met li-chamelijke liefde. Als hen dat bevalt ontstaat er als het goed is vriendschappelijke liefde, terwijl menzonder God niet aan de geestelijke liefde toekomt. Bij christengelovigen hoort het precies andersomte gaan:1. zegenende liefde - In de vroege verkeringstijd leren ze elkaar kennen op geestelijk gebied. De

belangrijkste factor is dan dat ze allebei door wedergeboorte een levende relatie met God heb-ben ontvangen. Vervolgens onderzoeken ze of ze in geestelijk opzicht bij elkaar aansluiten enelkaar kunnen helpen tot het doel te komen dat God met hen heeft.

2. vriendschappelijke liefde - In de verkeringstijd gaan ze ontdekken of hun karakters bij elkaarpassen en of ze gemeenschappelijke toekomstplannen kunnen maken, inclusief trouwplannen.

3. lichamelijke liefde - Na de huwelijkssluiting ten overstaan van de kerkelijke gemeente kunnenzij genieten van de lichamelijke liefde tot versterking van de intieme band met elkaar en om eengezin te vormen als God hen vergunt kinderen te krijgen.

9.2.2. Belang van zegenende liefdeZegenende liefde in 1 Korintiërs 13Nadat de apostel Paulus had geschreven over de gaven van de Geest, wilde hij ons aansporen om dehoogste aandacht te geven aan iets dat NOG belangrijker is:

"Richt u dus op de belangrijkste gaven. Maar ik zal u een weg wijzen die dit alles overtreft."(1 Korintiërs 12:31, GNB1996)

Page 27: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.2. Zegenende liefde- 3 -

Vervolgens legt Paulus uit dat liefde de 'hoogste weg' is die uitstijgt boven al het andere:

"Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou nietmeer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal. Al had ik de gave om te profete-ren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergenkan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn. Al verkocht ik mijn bezittingen om-dat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs en kon ik daar trots opzijn – had ik de liefde niet, het zou mij niet baten." (1 Korintiërs 13:1-3, NBV2004)

Hieruit kunnen we het volgende leren:1. Zegenende liefde is belangrijker dan zelfs de allerhoogste en meest geestelijke vormen van

kennis. Zonder liefde klinkt kennis hol en leeg. Er ontbreekt iets aan (vers 1-2).4. Zegenende liefde is ook belangrijker dan geloof, want geloof is niet meer dan de sleutel tot de

rijkdommen van God, maar zegenende liefde is de rijkdom zelf (vers 2).5. Zegenende liefde is zelfs belangrijker dan het toppunt van liefdadigheid en zelfopoffering, want

ook daarbij kunnen onzuivere motieven een rol spelen (vers 3).

Wat is dan precies die zegenende liefde? Het is niets minder dan de liefde van God, die ook in endoor de gelovige werkzaam kan zijn. Hierover lezen we het volgende in verzen 4-7 van 1 Korintiërs13 (NBV2004):

De liefde is geduldig (vers 4) ... kan veel van anderen verdragenDe liefde is vol goedheid (vers 4) ... zoekt steeds het hoogste welzijn voor de anderDe liefde kent geen afgunst (vers 4) ... is blij als het met de ander goed gaat, zelfs al gaat

het met jezelf minder goedDe liefde kent geen ijdel vertoon (vers 4) ... schept niet op over eigen goede eigenschappen,

positie of prestatiesDe liefde kent geen zelfgenoegzaamheid (vers 4) ... is niet vol van eigen voortreffelijkheid, wijsheid,

bekwaamheden, enzovoortDe liefde is niet grof (vers 5) ... houdt rekening met de gevoelens van de ander

De liefde is niet zelfzuchtig (vers 5) ... doet niet iets goeds voor een ander om er zelfbeter van te worden of om er een goed gevoel van tehebben

De liefde laat zich niet boos maken (vers 5) ... is niet snel geïrriteerd of kritischDe liefde rekent het kwaad niet aan (vers 5) ... is niet uit op vergelding en is vergevingsgezindDe liefde verheugt zich niet over onrecht (vers 6) ... houdt van het goede en haat het kwadeDe liefde vindt vreugde in waarheid (vers 6) ... stelt eerlijkheid boven alles en zoekt naar de waar-

heidDe liefde verdraagt alles (vers 7) ... kan veel van de ander verdragen, hoe die zich ook

gedraagtDe liefde is onbegrensd in geloof en hoop (vers 7 ... geeft de ander nooit op, maar verwacht altijd het

beste van de anderDe liefde volhardt in alles (vers 7) ... blijft zich inzetten voor het welzijn van de ander

Ik wil je uitnodigen om de volgende test uit te voeren:1. Vervang de woorden 'De liefde' in de linker kolom telkens door je eigen naam en lees deze zin-

nen nu aandachtig en liefst hardop. Hoe klinkt dat? Zelf vind ik het ronduit schokkend omdat ikdan zo pijnlijk besef hoezeer mijn eigen 'liefde' tekort schiet en hoever die afstaat van de liefde,zoals God die bedoeld heeft.

2. Vervang nu de woorden 'De liefde' in de linker kolom telkens door de naam 'Jezus' en lees dezezinnen nu nog eens. Dat klinkt wel zuiver, ja toch? Sterker nog, al die regels met elkaar geveneen prachtige beschrijving van Jezus.

3. Als je wedergeboren bent, weet je dat Jezus door de Heilige Geest in je woont. Daarom kun jenu nog eens de hele rij voor jezelf oplezen, maar dan met de woorden 'Jezus in mij'. Lees hetvooral hardop en laat de woorden tot in het diepst van je ziel doorklinken. DIT IS NAMELIJK

Page 28: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.2. Zegenende liefde- 4 -

ECHT WAAR!!! Aanvaard die waarheid dan ook voor de situaties dat je het moeilijk vindt omiemand echt lief te hebben.

Geen menselijke liefde

"Als Gods liefde en menselijke liefde elkaar ontmoeten, dan gebeurt er iets." (Nicky Cruz)

Nogmaals wil ik benadrukken dat het Bijbelse gebod van de liefde niet gaat over liefde, die de mensvanuit zichzelf kan opbrengen. Dat is namelijk een soort liefde, die mensen zonder God ook kunnenopbrengen. Alleen een wedergeboren mens kan Gods bovennatuurlijke zegenende liefde ontvangenen doorgeven aan anderen in de vorm van daden.

Hoe kan Gods zegenende liefde door je heen naar anderen stromen? Zoals bij alles in het geestelijkeleven is geloof de sleutel om Gods toezeggingen werkelijkheid te doen worden. In dit geval kan hetprincipe van de startmotor worden toegepast. De functie van de startmotor in een auto is niet omde auto te laten rijden, maar om de hoofdmotor op te starten. Met de startmotor zou je best enkelemeters kunnen rijden, maar waarom zou je dat doen als het met de hoofdmotor veel beter gaat? Alshet gaat om liefde, moet je zelf beginnen met de daad van liefde uit te voeren die je in gedachtehad. Zodra je in geloof de eerste stap hebt genomen om liefde te tonen, komt de hoofdmotor van deHeilige Geest in werking, zodat de hoofdstroom van zegenende liefde door je heen stroomt. Neemde proef op de som en je zult zien dat het werkt!

Resultaat van liefdeAls je iets deelt met andere mensen, houd je normaal gesproken zelf steeds minder over. Het bij-zondere met zegenende liefde is dat hoe meer je het deelt met anderen, hoe meer de liefde in jehart toeneemt. Zodra je liefde hebt weggegeven, vult God die liefde in je hart weer aan en maakt Hijje hart ruimer om nog meer te kunnen ontvangen.

Zegenende liefde is niet alleen de grootste kracht in het heelal, het is ook de voornaamste bron vanechte blijdschap. De filosofie van de wereld is er op gericht om genot te zoeken in het hebben enkrijgen van alles en nog wat. De filosofie van de Bijbel staat daar lijnrecht tegenover: hoe meer jegeeft, hoe meer blijvende voldoening het geeft.

Getuigende liefdeDoor zegenende liefde laten gelovigen het karakter van Jezus zien in de wereld om hen heen, zodatanderen het verschil kunnen zien tussen mensen die met of zonder God leven. Omdat liefde in hetkarakter van Jezus de hoofdrol speelt, geldt de allesomvattende roeping van de christen om God enzijn medemensen lief te hebben. Alle mensen, gelovig of ongelovig, zijn in staat liefde te herkennenin andere mensen. Ze proeven het verschil: tussen lief doen en liefhebben tussen goed zijn voor anderen om er waardering voor te krijgen en liefde tonen zonder iets terug

te verwachten tussen sociale vriendelijkheid en liefde die van Boven komt

Het tonen van liefde in je daden is dan ook de meest krachtige manier om anderen te laten zien wiede bron van je liefde is: Jezus.

En die andere twee soorten liefde dan?Door de grote nadruk die de Bijbel legt op zegenende liefde komen de vriendschappelijke liefde ende lichamelijke liefde misschien wat op de achtergrond als tweederangs relatievormen. Het ligt tochwel iets anders: bij de gelovige hoort de zegenende liefde de bron te zijn waardoor de beide anderesoorten liefde tot hun volle doel kunnen komen. Alle drie de vormen van liefde zijn scheppingen vanGod en dus waardevol.

Vriendschappelijke liefde (of broederlijke liefde) wordt in het Nieuwe Testament ook genoemd alseen opdracht voor gelovigen vooral tegenover hun medegelovigen:

Page 29: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.2. Zegenende liefde- 5 -

"Houd de onderlinge liefde in stand" (Hebreeën 13:1, NBV2004)

"Laat de broederliefde blijven." (Hebreeën 13:1, HSV2010)

In het volgende Bijbelvers komen beide soorten liefde naast elkaar voor en hieruit blijkt duidelijk hoede zegende liefde de bron of de motor is die gelovigen ertoe beweegt om goede onderlinge relatieste onderhouden.

"Over de onderlinge liefde (=vriendschappelijke liefde) hoeven wij u niets te schrijven, wantu hebt zelf van God geleerd hoe u in liefde (=zegenende liefde) met elkaar moet omgaan.(1 Tessalonicenzen 4:9. NBV2004)

Ook de lichamelijke liefde, die hoort bij het huwelijk tussen man en vrouw, krijgt zijn glans vanuit dezegenende liefde. De nadruk komt dan vooral te liggen op het geven van lichamelijk genot aan deander, tegen de achtergrond van onvoorwaardelijke, zegenende liefde voor elkaar. Dus niet in deeerste op wat je krijgt van de ander. Een zelfzuchtige houding bij geslachtsgemeenschap levert na-tuurlijk bij lange na niet die diepe voldoening op die God ermee bedoeld had. Onderzoekingen be-vestigen dan ook dat wedergeboren echtparen aantoonbaar meer vreugde ervaren van hun seksueleleven dan andere stellen.

9.2.3. Liefde voor God en mensenBij de zegenende liefde kunnen we denken aan: liefde tot God liefde tot medegelovigen liefde tot alle mensen

Liefde voor GodDit is het eerste en belangrijkste gebod uit Gods Levenswet:

"Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en heel uw ziel, met heel uw verstand en metinzet van al uw krachten." (Marcus 12:30, GNB1996)

Liefde tot God heeft zijn oorsprong in je hart en wel vanuit een persoonlijke relatie met God als jeVader. Die liefdesrelatie en vertrouwensrelatie is de juiste motivatie om je te uiten in daden vantoewijding en geloofsgehoorzaamheid:

"Als je mij liefhebt, zul je je aan mijn geboden houden." (Johannes 14:15, GNB1996)

Liefde tot God blijft dus niet steken in het verstand of in het gevoel, maar uit zich in daden. Het te-genovergestelde is ook waar:

"Wie zegt: ‘Ik ken hem,’ maar zich niet aan zijn geboden houdt, is een leugenaar; de waar-heid is niet in hem. In wie zich aan Gods woord houdt, is zijn liefde ten volle werkelijkheidgeworden; hierdoor weten we dat we in hem zijn. Wie zegt in hem te blijven, behoort in devoetsporen van Jezus te treden." (1 Johannes 2:4-6, NBV2004)

Voor wie God van harte liefheeft is het gehoorzamen van zijn geboden geen last maar een vreugde.Als een echtpaar gaat trouwen op het stadhuis wijst de ambtenaar van de burgerlijke stand detrouwlustigen op hun echtelijke plichten. Ik denk niet dat bruid en bruidegom op dat moment ineenkrimpen bij het horen van al die verantwoordelijkheden. Waarom niet? Ze houden van elkaar en danzijn die plichten en verantwoordelijkheden geen straf, maar een manier om hun liefde tegenoverelkaar te bewijzen. Precies zo behoren we Bijbelgedeelten te lezen die gaan over de noodzaak vanchristengelovigen om zich aan Gods levenswet te houden.

Liefde voor medegelovigen

"Het op een na belangrijkste is dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.'..."(Marcus 12:31, NBV2004)

Page 30: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.2. Zegenende liefde- 6 -

Dit tweede gebod is aan het eerste gebod (liefde tot God) gekoppeld en vormt er als het ware ééngeheel mee. De Bijbel leert ons dat we als gelovigen onze liefde tot God vooral kunnen uiten dooronze medemensen lief te hebben. Daarbij nemen onze geestelijke familieleden, onze medegelovigende eerste plaats in:

"Laten we dus, in de tijd die ons nog rest, voor iedereen het goede doen, vooral voor onzegeloofsgenoten." (Galaten 6:10, NBV2004)

Aan de onderlinge liefdesband kan men christenen herkennen.

"Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.'(Johannes 13:35, NBV2004)

"Geliefden, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde komt van God. Iedereen die liefheeftis uit God geboren, en kent God." (1 Johannes 4:7, WV1995)

Ook in deze laatste tekst wordt benadrukt dat onze opdracht is om elkaar lief te hebben met de lief-de van goddelijke oorsprong. Zodra onze liefde voor mensen losstaat van God (en dus uit onszelfvoortkomt) is het slechts medemenselijke liefde.

Er zijn er veel mogelijkheden om elkaar als christenen liefde te tonen: elkaar helpen waar nodig tijd voor elkaar hebben vreugde en leed met elkaar delen elkaar aansporen tot de dienst van God zo nodig elkaar liefdevol corrigeren elkaar bemoedigen Johannes 3:16 is zo ongeveer de meest bekende en meest geciteerde tekst van de hele Bijbel.

Het is een krachtige samenvatting van het evangelie met de nadruk op Gods liefde:

"Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, op-dat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft."(Johannes 3:16, HSV2010)

Maar behalve Johannes 3:16 staat ook 1 Johannes 3:16 in de Bijbel met een duidelijke toepassingvan de vorige tekst:

"Hieraan hebben wij de liefde leren kennen, dat Hij zijn leven voor ons heeft ingezet; ook wijbehoren dan voor de broeders ons leven in te zetten." (1 Johannes 3:16, NBG1951)

Zover gaat zegenende liefde voor medegelovigen!

Liefde voor alle mensen.Volgens Johannes 3:16 heeft God de wereld lief. Veel christenen lijken te denken dat God alleen vanHEN houdt, maar God is de Schepper van ALLE mensen en daarom is Hij bij al zijn schepselen diep-gaand betrokken. Hij wil dat ons hart evenzeer uitgaat naar alle mensen die God leefheeft, dus ooknaar de mensen om ons heen, ook die Hem nog niet kennen. Deze liefde kan zich uiten in allerleivormen van onbaatzuchtig dienen, maar de grootste dienst die we niet-gelovigen uiteindelijk kun-nen bewijzen is om hen dichter bij Jezus te brengen. Jezus kwam op aarde om het verlorene te zoe-ken en te redden (Lucas 19:10). Ook ONS hart moet uitgaan naar zulke mensen.

Liefde voor vijandenLiefde voor vijanden is voor veel christenen tamelijk theoretisch. Laten we maar eerlijk zijn: wat zouje eerste reactie zijn als je zou zien die iemand je vader, je huwelijkspartner of je kind in elkaar slaat?Daar gaat je bloed toch van koken? Als mensen je iets ergs hebben aangedaan of voortdurend bezigzijn je het leven zuur te maken, dan reageer je al gauw met boosheid en een verlangen om het henbetaald te zetten. Maar om zulke mensen lief te hebben, oprecht het beste voor hen te zoeken, isvolkomen tegennatuurlijk voor je oude natuur. Daartoe is alleen de zegenende liefde in staat en die

Page 31: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.2. Zegenende liefde- 7 -

is alleen leverbaar via de actieve inwoning van de Heilige Geest. Veel gelovigen die te maken hebbenmet geloofsvervolging, gevangenschap of marteling hebben deze liefde van God ontvangen.

"... Hebt uw vijanden lief en bidt voor hen die u vervolgen, opdat u zonen wordt van uw Va-der die in de hemelen is ... Want als u hen liefhebt, die u liefhebben, wat voor loon hebt u?Doen ook de tollenaars niet hetzelfde? ... Weest u dan volmaakt zoals uw hemelse Vadervolmaakt is." (Matteüs 5:44-48, TELOS1982)

In de meeste andere Bijbelvertalingen wordt het woord 'zonen' hier door 'kinderen' vervangen, alsofdat hetzelfde is. Jammer is dat, want daardoor is een belangrijk stukje betekenis verloren gegaan.Het is ook gewoon fout, want je wordt geen kind van God door je vijanden lief te hebben, wel doorwedergeboorte! Een kind van God toont volwassenheid in het geloof door irritante mensen, ja zelfszijn uitgesproken vijanden lief te hebben. Dat is menselijkerwijs gesproken onmogelijk, maar het isalleen mogelijk als iemand zijn leven onder de heerschappij van Jezus heeft gebracht. En dat aspectvan geestelijke volwassenheid wordt uitgedrukt in het woord 'zonen' in het aangehaalde Bijbelge-deelte. Het woord 'zonen' kan ook worden geassocieerd met het begrip 'erfgenamen' en het kunnendragen van verantwoordelijkheid voor de erfenis.

9.2.4. ZegenenHet woord zegenen heeft een enorm rijke en brede betekenis. Letterlijk betekent het: 'iets goedszeggen' tegenover iemand. Maar het is natuurlijk veel meer dan dat.

God zegent mensenBij het woord 'zegenen' denken we vooral aan wat God zegt en doet tegenover mensen. Wat Godzegt en wat God doet zijn nauw met elkaar verweven. Als God mensen zegent, ontvangen zij zege-ningen en dat kan van alles inhouden: aardse, fysieke zegeningen, zoals welzijn, voorspoed, hulp, vruchtbaarheid, gezondheid, veilig-

heid geestelijke zegeningen, zoals Gods aanwezigheid, redding, vergeving, inwoning van de Heilige

Geest, eeuwig leven

Alle zegeningen komen van God en ontstaat als God iets goeds doet voor iemand. De Bijbel staat volmet voorbeelden van mensen die door God werden gezegend.

Zie ook de onderwerpen:- 'Bidden om zegeningen' in hoofdstuk 'Bidden en ontvangen'- 'Gods zegeningen' in hoofdstuk 'Gelukkig leven'

Gelovigen mogen zegenenGod geeft mensen de mogelijkheid om Gods zegen door te geven aan anderen. In die zin kunnenmensen God zegenen en andere mensen zegenen:1. Gelovigen kunnen God zegenen in lofprijzing en dankzegging. Wanneer de Bijbel letterlijk

spreekt over mensen die God zegenen, wordt het in de meeste gevallen in het Nederlands ver-taald met woorden afsloven', 'prijzen' of 'dankzeggen'. Voorbeeld:"... Prijs de HEER, mijn ziel..." (Psalm 103:1, NBV2004) - In de grondtekst staat letterlijk: zegende Heer (of: noem Hem gezegend)

2. Gelovigen kunnen mensen zegenen vanuit goddelijke autoriteit, bijvoorbeeld toezeggingen vanGods zegenende hulp en aanwezigheid. Onder het Oude Verbond mochten alleen priesters datdoen; onder het Nieuwe Verbond mogen alle wedergeboren gelovigen het doen omdat daarhet algemene priesterschap van gelovigen geldt (1 Petrus 2:9).

Zegenen in het Oude TestamentLaten we eens kijken naar enkele voorbeelden uit het Oude Testament, waarbij individuele personenzegeningen uitspreken:

Page 32: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.2. Zegenende liefde- 8 -

1. Noach zegende zijn zonen Sem en Jafet, en vervloekte zijn zoon Cham (Genesis 9:25-27).2. Isaak zegende zijn zoon Jakob (Genesis 27:27-29) en gaf zijn zoon Esau een positie onderge-

schikt aan zijn broer (Genesis 27:37-40).3. Jakob zegende zijn zonen onder handoplegging, mede naar aanleiding van hun gedrag (Genesis

48-49).

In al deze gevallen waren de zegenende vaders zich bewust van de kracht en de uitwerking van hunuitspraken. Ze wisten zich bij hun uitspraken verbonden met God waren zich bewust van hun ver-antwoordelijkheid om iets wezenlijks door te geven aan het volgende geslacht. Nog enkele voor-beelden:1. Mozes zegende elke stam van Israël afzonderlijk (Deuteronomium 33).2. Mozes zegende Jozua, zijn opvolger onder handoplegging (Deuteronomium 31:1-8).

"Mozes had Jozua, de zoon van Nun, de handen opgelegd, en daardoor was Jozua vervuld vangeest en wijsheid..." (Deuteronomium 34:9, GNB1996)

Het effect van de laatstgenoemde zegen was vrijwel direct merkbaar.

Hogepriesterlijke zegenGod heeft de oudtestamentische priesters opgedragen het volk te zegenen met de volgende woor-den:

"Moge de HEER u zegenen en u beschermen, moge de HEER het licht van zijn gelaat over udoen schijnen en u genadig zijn, moge de HEER u zijn gelaat toewenden en u vrede geven."(Numeri 6:24-26, NBV2004)

Deze zegen bevat zeer verheven beeldtaal die voor ons nogal onbekend is. Het lichtende gelaat vanGod heeft te maken met de verschijning van zijn heerlijkheid, zijn glorie, waardoor mensen zijn hulpen zegen ontvangen. Dat wordt duidelijk in het volgende Bijbelgedeelte:

"HEER, God van de hemelse machten, keer ons lot ten goede, toon uw lichtend gelaat enwij zijn gered." (Psalm 80:20, NBV2004)

De vrede van God, die in de hogepriesterlijke zegen wordt toegezegd, wijst in dezelfde richting: hetbetekent de zegenende aanwezigheid van God. Als God dichtbij is, dan ontvangt een mens daarmeeALLES wat hij op dat moment nodig heeft. God zegt dat Hij zelf de zegen zal uitvoeren wanneer dehogepriester deze uitspreekt:

"Zo zullen zij (de priesters) mijn naam op de Israëlieten leggen, en Ik zal hen zegenen."(Numeri 6:27, NBG1951)

In joodse gezinnen waar men zich aan de tradities houdt, zijn vaders gewoon om bij elke Sabbatsvie-ring hun kinderen een voor een te zegenen. Zij zijn zich bewust van de waarde ervan en weten van-uit de Schrift dat God zijn zegen geeft door de geslachten heen.

Zegenen in het Nieuwe TestamentJezus zegende veel mensen en dat was meer dan een paar aardige woorden tegen hen zeggen. Daarging een positieve geestelijke invloed van uit. We lezen van Jezus dat Hij onder handoplegging kinde-ren zegende, die bij Hem werden gebracht (Marcus 10:16). Bij zijn vertrek zegende Hij zijn apostelen,waarbij Hij de handen ophief (Lucas 24:50). Wie zien verschillende gebaren bij het zegenen: handop-legging bij individuele mensen, handen opheffen bij groepen mensen. Niet dat die gebaren nodigwaren, maar ze ondersteunden de woorden en illustreerden de overdracht van zegen.

Voorbeelden uit het Nieuwe Testament waarbij mensen door handoplegging gezegend worden: inzegening voor bepaalde taken (Handelingen 6:6; Handelingen 13:3) vervulling met de Heilige Geest (Handelingen 8:17; Handelingen 19:6) genezing (Lucas 13:13; Marcus 16:18; Handelingen 9:12; Handelingen 28:8)

Page 33: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.2. Zegenende liefde- 9 -

Volmacht en opdracht om te zegenenOnder het Nieuwe Verbond geldt het priesterschap voor alle gelovigen.

"Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, eenvolk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van hem die u uit deduisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht." (1 Petrus 2:9, NBV2004)

Daarom hebben alle wedergeboren gelovigen deze priesterlijke bevoegdheid om mensen te zege-nen. Omdat in de rooms-katholieke kerk de gedachte heerst dat alleen de kerk de bevoegdheidheeft om Gods genademiddelen te hanteren en uit te delen, mogen daar alleen door de kerk gewij-de personen zegenende handelingen verrichten. In protestantse kerken wordt het priesterschap vanalle gelovigen met de mond beleden, maar in de praktijk ligt er in veel kerkelijke kringen een taboeop bepaalde handelingen die alleen door predikanten verricht mogen worden, zoals het 'uitsprekenvan de zegen' aan het einde van de kerkdienst.

Omdat veel gelovigen niet veel zicht hebben op de volmacht of autoriteit die ze in Jezus hebbenverkregen, zien we er in de praktijk heel weinig van. De meesten vinden het veiliger om zich te be-perkten tot het bidden voor mensen en het effect aan God over te laten. Zegenen van mensen is infeite een geloofsdaad: geloven in de ontvangen autoriteit en opdracht van God om mensen te zegenen daadwerkelijk een zegen uitspreken over de ander geloven in Gods werkzaamheid om die zegen in de ander te realiseren

Invloed van zegenenHet effect van het zegenen is dat God dichter bij de gezegende persoon komt om iets goed voor diepersoon te doen, wat dan ook. Zegenen ligt dicht bij bidden, maar gaat net een stap verder: bij ze-genen maakt de gelovige 'gebruik' van zijn autoriteit in Jezus.

Begrippen als zegenen en vervloeken gaan verder dan we soms denken. Velen geloven dat alle ge-dachten, woorden en daden, die uitingen van ware liefde zijn tegenover God of mensen, een zege-nende invloed hebben. Dus alles wat we doen heeft niet alleen invloed in onze fysieke leefomgeving,maar ook in de geestelijke wereld. We moeten heel goed beseffen, dat jij en ik op aarde meer gees-telijke invloed uitoefenen dan we denken! Laten we ons dus oefenen om onze gedachten, woordenen daden doordrenkt te laten zijn van zegenende liefde.

Zegenen als levensstijlGelovigen worden op een indrukwekkende manier door God gezegend. Gods kinderen zijn gezegendom te zegenen, om de ontvangen zegen door te geven. Dit kan bijvoorbeeld op de volgende manie-ren worden gedaan: met je ogen naar de mensen kijken zoals Jezus deed je oren open houden zodat je het hulpgeroep hoort van mensen die je nodig hebben met je mond God prijzen en goede dingen over en tegen andere mensen zeggen met je handen behulpzaam zijn en je medemensen dienen met je voeten bereid zijn te gaan om zegen te verspreiden

Ik wil nogmaals benadrukken dat het tot zegen zijn van anderen geen medemenselijke activiteit,voortkomend uit eigen vriendelijkheid en sociale bewogenheid is. Dit laatste is natuurlijk niet ver-keerd, maar het is niet wat de Bijbel zegen noemt. Echte zegen komt van God en wordt doorgegevenaan anderen, terwijl de gelovige zelf keuzen maakt om daarmee liefde te bewijzen aan medemensenen anderen te dienen.

Page 34: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.2. Zegenende liefde- 10 -

9.2.5. Dienende liefdeJezus zei in de Bergrede:

"Zo moet u ook uw licht laten uitstralen voor de mensen. Dan kunnen zij het goede zien datu doet, en zullen zij uw Vader in de hemel eer bewijzen." (Matteüs 5:16, GNB1996)

Gelovigen zijn geroepen om een zegen te zijn voor ander mensen. Dat kan in heel veel gevallen be-tekenen dat hun zegenende liefde zich uit in het dienen van de ander...

Dienende liefde als geloofspraktijkGeloofspraktijk bestaat voor een groot gedeelte uit dienen: God dienen en je medemensen. In veelgevallen is dat hetzelfde. Dienen betekent: jezelf en je arbeidskracht inzetten voor het welzijn vaneen ander. Het is de praktische uitwerking van het liefdegebod.

Dienen in je plaatselijke gemeente kan bestaan uit het uitvoeren van dienende taken die goed aan-sluiten bij je gaven en vaardigheden, bij je sterke karaktergaven.

"Stel uw gaven, zoals ieder die gekregen heeft, in elkaars dienst. Zo toont u zich goede be-heerders van de vele soorten genadegaven van God." (1 Petrus 4:10, GNB1996)

Maar er zijn in je gemeente ook dienende taken die gedaan kunnen worden door iedereen. Er kun-nen dan taken op je weg komen waar niet goed in bent, maar waardoor God je wel heel goed kanvormen. Ga die niet uit de weg en minacht ze niet. Er bestaan geen onbelangrijke dienende taken,want in het belangeloos dienen van je medemens dien je God. Dat is zegenende liefde die in prakti-sche daden wordt uitgevoerd.

Een dienaar bepaalt niet zelf wat hij doet, maar luistert naar iemand die boven hem staat. Een trou-we dienaar gaat nooit met pensioen, maar blijft levenslang trouw in het dienen. Het is een deel vanzijn leven geworden. Trouw is altijd een gewaardeerde eigenschap geweest die bovendien vrij zeld-zaam is. Iemand die trouw is valt op, ondanks het feit dat dienen meestal op de achtergrond gebeurten zelden voor het voetlicht komt.

Leiding geven staat in hoger aanzien dan dienen. Er worden talrijke leiderschapscursussen gegevenen over het onderwerp is een enorme hoeveelheid boeken en artikelen geschreven. Heeft iemandwel eens gehoord over een cursus in dienstbaarheid? Maar in het Koninkrijk van de Hemel staatdienen hoger dan leiding geven. Inderdaad, dat Koninkrijk is heel alternatief.

Dienende liefde van JezusHet leven van Jezus bestond tijdens zijn bediening op aarde voor een groot deel uit dienen. Dat de-monstreerde Hij wel heel duidelijk toen Hij bij de laatste Pesachmaaltijd de vieze voeten van zijndiscipelen ging wassen.

"... Jezus ... stond tijdens de maaltijd op. Hij legde zijn bovenkleed af, sloeg een linnen doekom en goot water in een waskom. Hij begon de voeten van zijn leerlingen te wassen endroogde ze af met de doek die hij omgeslagen had. ... Toen hij hun voeten gewassen had,deed hij zijn bovenkleed aan en ging weer naar zijn plaats. ‘Begrijpen jullie wat ik gedaanheb?’ vroeg hij. ... Als ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ookelkaars voeten wassen. Ik heb een voorbeeld gegeven; wat ik voor jullie heb gedaan, moetenjullie ook doen... Je zult gelukkig zijn als je dit niet alleen begrijpt, maar er ook naar han-delt." (uit Johannes 13:1-17, NBV2004)

Jezus' opdracht aan gelovigen om elkaar te dienen is van het allergrootste belang. Het was de laatstepraktijkles die Jezus aan zijn discipelen gaf voordat Hij zou sterven en zoiets onderstreept het enor-me belang ervan. Om NOOIT te vergeten. Let er in de Bijbel altijd goed op bij iets wat voor het eerstof voor het laatst gebeurt. Dat heeft vaak iets extra's te betekenen; meestal wordt er dan iets heelbelangrijks geaccentueerd.

Page 35: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.2. Zegenende liefde- 11 -

Spreekt de Bijbelse belofte je aan dat we als gelovigen in het hiernamaals "als koningen met Jezuszullen heersen"? (Openbaring 20:4;22:5). De beste voorbereiding op dat koningschap is om in hethier en nu te ... dienen. Jezus heeft het voorbeeld gegeven en vraagt ons Hem daarin te volgen. Letook op de belofte dat dienen ons gelukkig zal maken. Die belofte is niet alleen voor later, maar ookvoor nu. Let maar eens op: dienstbaar ingestelde mensen zijn gelukkige mensen. Dat is geheel vol-gens de natuurwetten van Gods Koninkrijk. Het tegenovergestelde is ook waar: mensen die zich al-leen maar willen LATEN bedienen, zijn meestal geen gelukkige mensen.

Paulus brengt dit principe als volgt onder woorden:

" ... Hij die bestond in de gestalte van God heeft er zich niet aan willen vastklampen gelijkaan God te zijn. Hij heeft zichzelf ontledigd en de gestalte van een slaaf aangenomen. Hij isaan de mensen gelijk geworden. En als mens verschenen heeft Hij zich vernederd; Hij werdgehoorzaam tot de dood, de dood aan een kruis. Daarom ook heeft God Hem hoog verhevenen Hem de naam verleend die boven alle namen staat. ..." (Filippenzen 2:3-9, WV1995)

Het is het absolute toppunt van dienstbaarheid en nederigheid om van de hoogst denkbare positie inde hemel af te dalen tot de meest verachtelijke positie op aarde. Dit is nooit eerder in de geschiede-nis vertoond en dit record zal ook nooit worden gebroken. Het is een van de diepste geheimen vanGod Koninkrijk. Het is totaal tegengesteld aan de wereldse manier van denken, waarin trots en zelf-zucht de hoofdrol spelen, en daarom is die gedachte blijvend revolutionair, nieuw en origineel.

Dienende liefde is een manier van zegen verspreidenZegenend dienen kan als een gave van God worden beschouwd. Kijk maar naar de lijst met gaven.die Paulus opsomt in Romeinen 12:6-8. Daarin worden naast genadegaven als profeteren ook rond-uit dienende gaven genoemd zoals hulp verlenen, troosten en barmhartigheid doen. Een gewonegave wordt een genadegave wanneer Gods zegenende liefde door de dienende persoon heen uit-reikt naar andere mensen.

Hoe meer we zegenend dienen, hoe meer onze eigen zegen vanuit de hemel wordt aangevuld enzelfs toeneemt:

"De zegenende ziel wordt overvloedig verkwikt." (Spreuken 11:25, NBG1951)

Je kunt een zegen zijn voor iemand als je iets van jezelf aan anderen geeft. Dat betekent: de zegendie je van God ontvangen hebt, doorgeven aan anderen. Hoe meer je anderen daarmee zegent, hoemeer je ook zelf gezegend wordt.

"Geef, dan zal je gegeven worden; een goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en over-volle maat zal je worden toebedeeld. Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ookvoor jullie worden gebruikt." (Lucas 6:38, NBV2004)

Het tegenovergestelde is ook waar: hoe minder je anderen zegent, hoe minder zegen je ontvangt.De Bijbel spoort ons aan om royaal uit te delen, niet alleen maar mensen te zegenen, die je aardigvindt, maar ook mensen die zich vijandig tegenover je gedragen (1 Petrus 3:9). Jezus heeft daarvanduidelijke voorbeelden gegeven.

9.2.6. GevenHet delen van wat je hebt met anderen is niet zozeer een Bijbels gebod, maar het vloeit voort uit hethart van gelovigen die zichzelf geheel aan Jezus hebben gegeven en daardoor ZELF een offer zijngeworden. We hebben het nog steeds over zegenende liefde en dat is de levensstijl van het Konink-rijk.

Materiële gaven met anderen delenDe Bijbel spoort ons aan om ook onze materiële gaven te delen met anderen, die het harder nodighebben dan wijzelf:

Page 36: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.2. Zegenende liefde- 12 -

"Vergeet ook nooit elkaar goed te doen en elkaar te helpen, want dat zijn de offers die Godwelgevallig zijn." (Hebreeën 13:16, WV1995)

Dit Bijbelgedeelte heeft betrekking op de onderlinge saamhorigheid binnen de kerkelijke gemeente.De Bijbel spreekt hier over offers, die worden vergeleken met brandoffers uit liefdevolle toewijdingdie we kennen uit het Oude Testament:

"... ze zijn een geurig en aangenaam offer, dat God behaagt." (Filippenzen 4:18, NBV2004)

Een offer is toch wel meer dan iets in een collecte doen of een bankoverschrijving maken. Het is ietswat je voor een ander over hebt, terwijl het je heel nadrukkelijk iets kost. Dit wordt geïllustreerd inhet verhaal van het varken en de kip, die besloten om samen te ontbijten. "Wat zullen we gaaneten?", vroeg het varken. "Wel", zei de kip, "Wat dacht je van ham en eieren? Dat is lekker gemakke-lijk, want we hebben alles bij ons: jij de ham en ik de eieren." "Leuk bedacht," antwoordde het var-ken bedachtzaam, "dat is voor jou misschien een collecte, maar voor mij is het een offer!"

Geven uit het hartDe Bijbel zegt ons dat God liefheeft wie vanuit de liefde van hun hart iets over hebben voor anderen.God wil namelijk dat we van harte offers brengen, niet opgelegd of uit een gevoel van verplichting.

"En ieder doe, naardat hij zich in zijn hart heeft voorgenomen, niet met tegenzin of gedwon-gen, want God heeft de blijmoedige gever lief." (2 Korintiërs 9:7, NBG1951)

Daarom heb ik een hekel aan de uitvoerigheid waarop tijdens sommige christelijke ontmoetingsda-gen of massale samenkomsten een collecte wordt aangekondigd, soms compleet met een gebed ofGod de harten maar wil voorbewerken. Dit ruikt me te veel naar manipulatie en ordinaire geldklop-perij, hoe goed bedoeld ook omdat het 'voor het werk van de Heer' is. Het geven is geen verplich-ting, maar een vrijwillige bijdrage, een zaak tussen God en jou.

Onder het Oude Verbond waren er wel mensen die slordig omgingen met hun offergaven: in plaatsvan God het beste te geven, offerden ze Hem tweedekeus dieren met allerlei gebreken.

"... Jullie brengen mij gestolen dieren, en kreupele en zieke dieren – zegt de HEER –, dat iswat jullie mij als offergave aanbieden, en ik moet dat aanvaarden?"(Maleachi 1:13, NBV2004)

Geven vanuit de liefdevolle toewijding van het hart houdt in dat we het beste geven aan de Heer enals liefdegaven voor anderen, geen afdankertjes. Er is een tijd geweest dat de meeste gelovigenvonden dat zendelingen gewend waren aan een sober leven en dus niet zulke goede spullen nodighadden. Niet zelden kregen ze afgedragen kleding of andere afgedankte spullen toegestuurd, want'dat kunnen ze daar vast nog wel gebruiken'. Gelukkig zijn de tijden veranderd, maar het is nogsteeds belangrijk om alleen goede dingen weg te geven binnen het kader van Gods Koninkrijk.

Tienden gevenIn het Oude Testament wordt gesproken over het geven van tienden voor het onderhouden van detempeldienst en om de salarissen van de priesters te kunnen betalen. In onze tijd wordt geld inge-zameld voor het in stand houden van plaatselijke gemeenten, om het evangelie uit te dragen en omin allerlei noden te voorzien. Veel gelovigen hebben als gewoonte om 10% van hun inkomsten daar-voor beschikbaar te stellen. Velen van hen, voor wie dat eerst veel te veel leek, hebben de uitdagingvan Maleachi 3:10 aangenomen en zijn gelukkige, blijmoedige gevers geworden:

"Stel mij maar eens op de proef – zegt de HEER van de hemelse machten. Breng alle tien-den naar mijn voorraadkamer, zodat er voedsel in mijn tempel is, en zie dan of ik niet desluizen van de hemel voor jullie open en zegen in overvloed op jullie land laat neerdalen."(Maleachi 3:10, NBV2004)

Jaren geleden, toen ik na heel wat aarzeling voor het eerst mijn tienden aan God beloofde, gebeurdeer iets spectaculairs: binnen ongeveer drie dagen had ik het hele jaarbedrag aan tienden teruggekre-

Page 37: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.2. Zegenende liefde- 13 -

gen in de vorm van drie onverwachte toezeggingen. Ik was helemaal perplex en tegelijk ook heel stilvanwege Gods goedheid. Natuurlijk beloof ik niet dat het bij iedereen zo zal gaan, maar ik ben er vanovertuigd dat God meer aan ons teruggeeft dan wat wij voor Hem opofferen, hetzij in materiële zin,hetzij in geestelijke zin!

Er niet over opscheppenJezus zag heel goed dat verschillende joden in zijn dagen een openbare vertoning maakten van hetgeven van aalmoezen.

"Dus wanneer je aalmoezen geeft, bazuin dat dan niet rond, zoals de huichelaars doen in desynagoge en op straat om door de mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie: zij hebbenhun loon al ontvangen. Maar als je aalmoezen geeft, laat dan je linkerhand niet weten watje rechterhand doet. Zo blijft je aalmoes in het verborgene, en jullie Vader, die in het verbor-gene ziet, zal je ervoor belonen." (Matteüs 6:2-4, NBV2004)

Dat uitbazuinen werd heel letterlijk gedaan om de bedelaars naar hen toe te halen zodat iedereenhen zou prijzen. Ze hadden geen warm hart voor de bedelaars, maar waren uit op de bewonderingvan mensen. En dat was het enige loon dat ze kregen voor hun aalmoezen. Daarom behoren chris-tengelovigen heel terughoudend te zijn als ze aan anderen vertellen hoeveel geld ze uitgeven aangiften en kerkelijke bijdragen.

Opbrengst van gevenLet eens op de volgende woorden van Paulus, toen hij een collecte aankondigde:

"Niet dat het mij om uw giften te doen is; het is mij erom te doen dat het tegoed op uw re-kening toeneemt." (Filippenzen 4:17, WV1995)

Zo kijkt God ook naar de offers die we willen brengen ter ere van Hem, onze tijd, ons geld, onzetoewijding, of wat ook. God vraagt geen offers om ons arm te maken of om zichzelf te verrijken,maar juist om ons rijk te maken. Dat geheim moeten we gaan ontdekken.

Het aardige van een offer is dat, hoe meer we het uit liefde doen, des te minder we het ervaren alseen offer. De voldoening van het geven is dan gauw groter dan het gemis van wat we hebben afge-staan. De Bijbel spreekt over compensatie van wat we aan God of voor Gods Koninkrijk opgeven.Lees ook 2 Korintiërs 9:6-9 in verband met dit onderwerp. Jezus zegt het zo:

"… iedereen die huis of vrouw, broers of zusters, ouders of kinderen heeft achtergelatenomwille van het koninkrijk van God, zal reeds in deze tijd het veelvoudige ontvangen en inde tijd die komt het eeuwige leven." (Lucas 18:29-30, NBV2004)

9.2.7. Oudtestamentische offers'Offer' van AdamHet eerste offer op aarde werd gebracht door ... Adam. Het kostte hem letterlijk een rib uit zijn lijf,maar hij kreeg er ook heel wat voor terug. God bracht hem onder een soort narcose, nam de rib uitzijn lichaam weg en gebruikte dat als materiaal om Eva te creëren (Genesis 2:21-22). Natuurlijk hadGod haar ook zonder Adams rib kunnen maken. Maar Adam moest leren dat leven voortkomt uit dedood en dat hij vooral als man moest leren dat verantwoordelijkheid voor het welzijn van je vrouwiets mag kosten. In dit voorval was Adam een voorafschaduwing van de tweede Adam, Jezus, die zijnleven zou geven voor zijn Bruid, bestaande uit alle ware gelovigen uit het Oude en Nieuwe Verbond.Het doet ook denken aan de opdracht aan de man ten opzichte van zijn vrouw:

"Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en zich voorhaar overgegeven heeft..." (Efeziërs 5:25, NBG1951)

Page 38: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.2. Zegenende liefde- 14 -

Offers van Kaïn en AbelHet tweede offer op aarde is gebracht toen God enkele dieren moest doden om kleren te makenvoor Adam en Eva, die zich na hun zondeval erg naakt voelden (Genesis 3:21). God zal de betekenisvan het dierenoffer wellicht aan Adam en Eva hebben uitgelegd. Waarschijnlijk waren ze geschokttoen ze voor het eerst zagen dat er een dier werd gedood.

Later zien we dat Abel God een dierenoffer bracht dat door God met blijdschap werd geaccepteerd.'Door het geloof' wist Abel dat er plaatsvervangend bloed nodig was om verzoening tussen mens enGod te bewerkstelligen. Kaïn had niet die geloofsband met God en kwam met wat groente en fruitaanzetten.

"Door zijn geloof heeft Abel God een offer gebracht dat beter was dan dat van Kaïn."(Hebreeën 11:4, GNB1996)

Het zogenaamde offer van Kaïn werd niet door God geaccepteerd, want hij hield geen rekening metGods wensen. Het ging hem alleen maar om de vorm en om het gevoel toch iets gedaan te hebben.God laat zich niet afschepen met offers die niet uit het hart komen.

Offers van Noach, Job en de aartsvadersDe offers die we uit het Oude Testament kennen waren niet bedoeld om iets van God gedaan tekrijgen, zoals we dat in heidense religies tegenkomen. Ze hebben te maken met het zuiver houdenvan de relatie met God.

Na de zondvloed bracht Noach een offer aan God (Genesis 8:20-21). Job, mogelijk een tijdgenootvan Noach, bracht offers om vergeving van zonden te bewerkstelligen (Job 1:5; 42:7-9). In het Bijbel-boek Genesis lezen we dat de aartsvaders steeds altaren bouwden en offers brachten als ze de naamvan God aanriepen. Eens vroeg God aan Abraham om zijn enige zoon en erfgenaam aan Hem te offe-ren: het grootste offer dat God ooit van een mens gevraagd heeft.

"Door zijn geloof heeft Abraham, toen God hem op de proef stelde, Isaak als een offer aan-geboden. Ondanks de belofte van een nageslacht offerde hij zijn enige zoon."(Hebreeën 11:17, GNB1996)

Dat vroeg God niet om Abraham iets te ontnemen of om hem ongelukkig te maken. Integendeel!Door zijn offerbereidheid zou zijn relatie met God tot ongekende hoogte stijgen en zou hij een eeu-wigdurende hoge beloning in de hemelse sfeer ontvangen.

Als God offers vraagt aan een mens, wil Hij er ALTIJD iets beters voor teruggeven.

Oudtestamentische offerdienstenLater heeft God aan Mozes een gedetailleerd offersysteem aangereikt. In het Bijbelboek Leviticuszijn de offerdiensten uitvoerig beschreven. Als je deze beschrijvingen leest in de eerste Bijbelboeken,valt direct op dat er zoveel details worden genoemd waaraan moet worden voldaan. Ik denk dat ditlaat zien dat offers zuiver moeten zijn.

De globale betekenis van de vijf belangrijkste oudtestamentische offers zien we in het volgendeoverzichtje. In onze gangbare Bijbelvertalingen komen we verschillende termen tegen voor de offers.

soort offer beschreven in geestelijke betekenisbrandoffer Leviticus 1 liefdevolle toewijding aan God, aanbiddingofferspijsoffer of graanoffer Leviticus 2 overgave van eigen leven aan God, dankbaarheid voor de

ontvangen zegeningenvredeoffer Leviticus 3 verzoende relatie met Godzondoffer ofreinigingsoffer

Leviticus 4-5 vergeving van zonden

schuldoffer ofhersteloffer

Leviticus 5 boetedoening voor toegebrachte schade

Page 39: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.2. Zegenende liefde- 15 -

Vraag een willekeurige christen naar de betekenis van de oudtestamentische offers en je zult eenantwoord krijgen dat te maken heeft met vergeving van zonden. De meeste gelovigen in ons landzijn geneigd alle heilsfeiten voornamelijk vanuit de invalshoek van de zonde te benaderen. Dat is eeneenzijdigheid die nodig bijgesteld moet worden.

De volgorde van Leviticus 1-5 laat iets zien van de prioriteiten, die God stelt. De eerste twee soortenoffers zijn VRIJWILLIGE offers vanuit liefdevolle toewijding tegenover God. De laatste drie offers zijnVERLICHTE offers om de relatie met God te herstellen wanneer die verstoord is door zonden.

Het soort offer waar God het meest naar verlangt is de liefdevolle toewijding van iemands hart(brandoffer), vanuit een afhankelijke, onderworpen grondhouding (spijsoffer). Ook dankbaarheidvoor ontvangen zegeningen is van belang, omdat God wil dat zijn volk zijn vrede kent (vredeoffer).Daarna komen de offers die te maken hebben met zonde en schuld (zondoffer, schuldoffer). Dezezijn evengoed belangrijk, maar worden NIET als eerste genoemd. We moeten proberen alles in hetjuiste perspectief te zien.

Echte offersAlleen het allerbeste is goed genoeg voor God en offers moeten worden gebracht vanuit een gerei-nigd, toegewijd hart. Een offerdier moest een van de 'reine' dieren zijn en mocht geen enkel gebrekhebben; het offeren van een kreupel dier zou een regelrechte belediging voor God zijn. Bij een die-renoffer nam het dier symbolisch de plaats in van de offeraar. De dood van een dier was een verwij-zing naar het offer van Jezus, waardoor een voorschot kon worden ontvangen van de genade, diedoor het kruis beschikbaar zou komen.

Het was niet gemakkelijk voor offeraars om een dier af te staan waar ze voor gezorgd hadden. Eenlevend wezen te zien sterven laat je niet onbewogen. Als nieuwtestamentische gelovigen pleiten weop het volbrachte offer van Jezus, maar het begrip 'offer' kan dan zo gemakkelijk aan ons voorbij-gaan.

Wie de Bijbelse details over voorgeschreven offergaven bestudeert, ontdekt dat alles een symboli-sche betekenis heeft, waarin nieuwtestamentische parallellen zijn te ontdekken. Voorbeelden: Het fijngemalen meel bij de graanoffers duidt op toewijding, zoals Jezus zijn leven had laten

verbreken en vermalen; het avondmaalsbrood is daar ook een symbool van. De olie duidt op de werkzame aanwezigheid van Gods Geest. Het vet spreekt van overvloedigheid, het beste aan God geven, een belangrijk offerbestanddeel. De ingewanden spreken over het innerlijk van de offeraar. Het zuurdesem symboliseert de zonde die je hele leven kan doordrenken.

Geen vormendienst, maar een oprecht hartHet ging God van meet af aan niet om de offers zelf of om iets van de mensen te krijgen. Als Schep-per kon Hij immers alles maken wat Hij zou willen hebben. Het ging God om het hart, dat schuil gingachter de offers. Als iemands hart niet zuiver was bij het offeren, walgde God van de offers die zoiemand bracht (Jesaja 1:13-17; Jeremia 7:20-23; Amos 5:21-27; Maleachi 1:7-8). Beter geen offer daneen schijnheilig of slecht offer. Uit de geschiedenis van Ananias en Saffira kunnen we leren dat eenonheilig offer zelfs levensgevaarlijk kan zijn: deze gelovige mensen moesten hun onzuivere offer-houding met de dood bekopen. (Handelingen 5:1-11).

God kan intens genieten van een offer dat wordt gebracht vanuit een houding van toewijding. Jezusstelde een arme weduwe als voorbeeld, die in zijn ogen meer in de schatkist van de tempel deed danalle anderen (Marcus 12:41-44). Dat ene muntje van haar een groot offer in Gods ogen...

Page 40: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.2. Zegenende liefde- 16 -

9.2.8. Nieuwtestamentische offersOfferbereidheidOfferbereidheid is de ultieme uiting van liefde voor iemand die veel voor je betekent. Je bent ookbereid iets waardevols op te geven voor een hoger doel of om er iets waardevollers voor terug tekrijgen. Zo schreef de apostel Paulus bijvoorbeeld aan de gemeente te Korinte:

"Ik wil graag alles wat ik bezit aan u geven, tot mezelf toe..." (2 Korintiërs 12:15, NBV2004)

De bekendste tekst uit de Bijbel is waarschijnlijk Johannes 3:16. Maar wie kent 1 Johannes 3:16? Letvooral op het tweede deel:

"Van Christus hebben we leren kennen wat liefde is: hij heeft zijn leven voor ons gegeven.Ook wij behoren ons leven te geven voor onze broeders." (1 Johannes 3:16, GNB1996)

Offer van JezusEen schaker is graag bereid een pion te offeren, als hij er een paard of een toren voor terug kan krij-gen, want zo'n schaakstuk heeft een hogere waarde. Maar als je een paard of een toren offert vooreen pion, dan is dat meestal gewoon stom.

Jezus heeft zijn leven opgeofferd om er een zondige, opstandige, verloren mensheid mee vrij te ko-pen. Een slechte ruil? Volgens ieder normaal denkend mens wel, maar de zelfopofferende liefde vanJezus is abnormaal groot en onbegrijpelijk diep. Met stomheid geslagen kunnen we alleen maar con-stateren dat jij en ik voor Jezus meer waard waren dan ... zijn eigen leven. Wij zijn het hogere doelvan Jezus waarvoor Hij zichzelf heeft weggecijferd. Begrijp je dat? Nee, natuurlijk niet!

Nieuwtestamentische manier van offerenDe Bijbel maakt duidelijk dat de oudtestamentische offerwetten door Jezus werden vervuld toen Hijzichzelf aan het kruis aan God offerde. Dat offer omvat alle soorten oudtestamentische offers. Ditalles staat uitvoerig beschreven in Hebreeën 9:11-10:14. Daarom zijn er onder het Nieuwe Verbondgeen dierenoffers meer nodig. Wel wordt het Heilig Avondmaal gevierd om dat allesomvattendeoffer van Jezus te herdenken.

Als nieuwtestamentische gelovigen zijn we wellicht niet erg rouwig om het feit dat we geen dieren-offers meer hoeven te brengen. Gelukkig heeft Jezus het ultieme offer gebracht, eens en voor altijd.Wat een comfortabele positie heeft Jezus ons gegeven vergeleken met oudtestamentische gelovi-gen! Maar Gods Woord is een eenheid. Wat belangrijk was onder het Oude Verbond is minstenseven belangrijk onder het Nieuwe Verbond, maar dan op een nieuwe manier. In plaats van de die-renoffers onder het Oude Verbond, wordt er onder het Nieuwe Verbond van ons verwacht dat we ...geestelijke offers brengen:

"... Vorm een heilige priesterschap om geestelijke offers te brengen die God, dankzij JezusChristus, welgevallig zijn. (1 Petrus 2:9, NBV2004)

Maar wat zijn geestelijke offers?

Levende offersDat legt de apostel Paulus uit met de volgende woorden:

"Broeders en zusters, omdat God zo goed voor ons is, roep ik u op, uzelf aan te bieden alseen levende en heilige offergave die hij graag aanvaardt. Dat is úw ware eredienst."(Romeinen 12:1, GNB1996)

Als je deze tekst goed leest kan je de schrik om het hart slaan. Elke nieuwtestamentische gelovigewordt opgeroepen om een offer te ZIJN. Je was misschien blij omdat je onder het Nieuwe Verbondgeen dierenoffers meer hoeft te brengen en nu blijkt dat je ZELF bestemd bent om als offerdier op tetreden. Dat is even slikken!

Page 41: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.2. Zegenende liefde- 17 -

Inderdaad. Jezus heeft het voorbeeld gegeven als offerlam en nu zijn wij aan de beurt. Ook dat isnavolging van Jezus! Wat houdt dit offer in? Eigenlijk alles, maar om het concreter te maken kunnenwe een paar voorbeelden noemen: het vrijwillig beschikbaar stellen aan God van alles wat je hebt en wat je bent bereidheid om Jezus na te volgen, zelfs al kan er een flink prijskaartje aan hangen bereidheid om smaad en vervolging te ondergaan omwille van de naam van Jezus bereidheid om je leven in te zetten voor je medegelovigen (1 Johannes 3:16)

Een nieuwtestamentisch 'levend' offer is te vergelijken met de vrijwillige offers die in het Oude tes-tament werden gebracht: brandoffers en spijsoffers, die uitdrukkingen zijn van liefdevolle toewijdingaan God en dankbaarheid.

Maar let op: God is niet geïnteresseerd in je offers op zich, maar in de houding van je hart die achterje offers schuilt.

"De HEER heeft liever dat je eerlijk en rechtvaardig handelt dan dat je een offer brengt."(Spreuken 21:3, NBV2004)

"En al zou ik al mijn bezittingen uitdelen tot levensonderhoud van de armen, maar ik had deliefde niet, het baatte mij niets." (1 Korintiërs 13:3, HSV2010)

Evenals onder het Oude Verbond is het van belang dat je steeds het beste aan de Heer geeft: hetbeste van je tijd, van je bekwaamheden en mogelijkheden.

LofofferNog een voorbeeld van geestelijke offers, nu op een iets ander vlak:

"De naam van God wil ik loven met een lied, zijn grootheid met een lofzang prijzen. Dat be-haagt de HEER meer dan offerdieren ..." (Psalm 69:31-32, NBV2004)

"En door Jezus willen wij God voortdurend een lofoffer brengen, de hulde namelijk van lip-pen die zijn naam prijzen." (Hebreeën.13:15, WV1995)

Een lofoffer betekent: tijd nemen voor oprechte dankzegging, lofprijzing en aanbidding, waarin weonze liefdevolle toewijding aan Hem kunnen uiten. Tijd is vooral in onze moderne samenleving eenkostbaar goed. Laten we veel van dat kostbare goed aan de Heer geven, tijd om Hem lofoffers tebrengen.

Het resultaat van offerenJezus zei:

"... als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wan-neer hij sterft draagt hij veel vrucht." (Johannes 12:24, NBV2004)

Zelf gaf Jezus het voorbeeld van totale offerbereidheid door zijn leven vrijwillig als offer te geven.Ook een man als Ghandi heeft als hindoe volgens ditzelfde principe geleefd. Hij was bereid te ster-ven voor het welzijn van zijn volk en toonde dat door in hongerstaking te gaan totdat de overheer-sers van zijn land hun gewelddadige acties zouden staken. Het resultaat van zijn levensstijl was ver-bluffend: een tamelijk snelle onafhankelijkheid van India met een minimum aan bloedvergieten.

Hieraan zien we dat fundamentele Bijbelse principes eigenlijk natuurwetten zijn. Het effect van onzeevangelieboodschap op onze samenleving zou wellicht verduizendvoudigen als we een aantal chris-tenen hadden, die echte offerbereidheid konden opbrengen. Maar helaas, een tijd van grote materi-ele welvaart brengt meestal niet veel van zulke mensen voort. Het klinkt absurd, maar hoe meer wehebben, hoe minder we bereid zijn iets op te geven.

Durven we iets op te geven?We kunnen diep respect hebben voor gelovigen die ernstige geloofsvervolging moeten meemaken.We vragen ons dan ook wel eens af hoe wijzelf zouden reageren als ons gezegd werd Jezus af te

Page 42: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.2. Zegenende liefde- 18 -

zweren of anders... Ik vertrouw er op dat veel Nederlandse gelovigen in zo'n geval de goede keuzezouden maken en bereid zouden zijn hun leven op te offeren voor Jezus. Maar hoe gaan we om metkleine keuzen? Zijn we bereid om vandaag kleine offers te brengen voor Jezus?

Nadat ons gezin acht jaar lang in het buitenland had gewoond vanwege onze zendingstaak, kwamenwe terug in ons land, waarin op zedelijk gebied veel veranderd was. Topless zonnen en zwemmenwaren intussen regel geworden aan de Nederlandse stranden. Maar wat ons het meest verbaasdewas dat de meeste christenen het helemaal niet erg vonden om naar zo'n strand te gaan, hoe deandere badgasten er ook bijliepen. Het meest gehoorde argument was: "Je went er wel aan; trou-wens als je je er aan ergert kun je nergens naar het strand gaan." Kennelijk kwam het bij de meestegelovigen niet in hun hoofd op dat er ook een alternatief is, namelijk om dan maar niet naar zulkestranden te gaan, maar andere plekken op te zoeken. Is zo'n offer om Jezus' wil te groot? Als we zo'nklein stukje geriefelijkheid al niet op kunnen geven, wat zal er dan gebeuren met de christenen vanNederland als er geloofsvervolging optreedt? Wat is de navolging van Jezus ons waard? Mag het onsiets kosten?

Page 43: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 1 -

9.3. Karakter en geloofsgroeiJe gaat je eigen temperament verkennen waarmee je op een unieke manier geschapen bent alsbeelddrager van God. Het proces van geloofsgroei houdt vooral karakterverandering in. Je leert jekaraktergaven inzetten om God en je medemensen te dienen. Ook zul je de Heilige Geest leren ver-trouwen om kracht te ontvangen bij elke karakterzwakte. Man en vrouw zijn ook elk op een bijzon-dere manier beelddrager van God.

9.3.1. Karakter en temperament

9.3.2. Vier karakteraspecten

9.3.3. Twaalf karaktereigenschappen

9.3.4. Karakter van God en mens

9.3.5. Karakterbehoeften

9.3.6. Karaktergaven

9.3.7. Karakterzwakheden

9.3.8. God verandert karakters

9.3.9. Verstandelijk karakter

9.3.10. Gevoelsmatig karakter

9.3.11. Wilskrachtig karakter

9.3.12. Evenwichtig karakter

9.3.13. Karakterverschillen man/vrouw

9.3.14. Man, beeld van Gods heiligheid

9.3.15. Vrouw, beeld van Gods liefde

Page 44: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 2 -

9.3.1. Karakter en temperamentElk mens heeft een unieke persoonlijkheidAlle planten en dieren zijn collectief door God geschapen (Genesis 1). De schepping van de mens, hetkroonjuweel van de schepping, was handwerk:

Toen maakte God, de HEER, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem le-vensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen." (Genesis 2:7, NBV2004)

Op het eerste gezicht lijkt het vreemd dat God zijn veelkleurigheid heeft afgebeeld in honderddui-zenden soorten planten en dieren, terwijl Hij maar één soort mensen heeft geschapen. Toch is Godsveelkleurigheid wel degelijk tot uitdrukking gekomen in de mensen, maar die komt vooral naar vo-ren in hun verschillende persoonlijkheden.

"...opdat thans door middel van de gemeente aan de overheden en de machten in de hemel-se gewesten de veelkleurige wijsheid Gods bekend zou worden..." (Efeziërs 3:10, NBG1951)

Binnen Gods schepping mogen we allemaal onze unieke plaats innemen, waarbij we als mensen metverschillende persoonlijkheden elkaar prachtig kunnen aanvullen. Het gaat daarbij niet om een uiter-lijke, maar om een innerlijke veelkleurigheid, want bij de mens is het innerlijk vele malen belangrij-ker dan het uiterlijk.

Karakter, persoonlijkheid, temperamentLaten we eerst een paar termen benoemen die in dit hoofdstuk van belang zijn.

Je KARAKTER kunnen we omschrijven als het totaal van al je typerende gedragskenmerken. Diekenmerken hebben te maken met wat er in je leeft en hoe je met je omgeving communiceert. Determen 'persoonlijkheid' en 'karakter' liggen dicht bij elkaar. Bij het woord 'karakter' gaat het meerover de herkenbare eigenschappen van groepen personen, terwijl bij de term 'persoonlijkheid' meerde nadruk ligt op het unieke van elk individu.

Veel karaktereigenschappen heb je van je ouders geërfd. Het totaal van alle geërfde karaktereigen-schappen noemen we het TEMPERAMENT. Dat is het unieke grondpatroon dat je bij je geboorte inde genen hebt meegekregen, je erfelijke aanleg. Psychologen hebben vastgesteld dat sommige ei-genschappen grotendeels erfelijk zijn. Voorbeelden daarvan zijn: introvert / extravert mate van openheid voor nieuwe dingen emotionele stabiliteit

Ontwikkeling van het karakterDe opvoeding door ouders of verzorgers was een van de belangrijkste invloeden op de ontwikkelingvan je karakter. Maar ook onderwijzers en het sociale milieu spelen er een rol in, en niet te vergetende kerkelijke kring waarin je opgroeit. Ook het werelddeel, het land en zelfs de streek waar je bentgrootgebracht heeft invloed op je karakter. In elke samenleving gelden immers verschillende nor-men en waarden en de bijbehorende regels over gewenst en ongewenst gedrag. Ook opgedane er-varingen en bijzondere gebeurtenissen kunnen invloed hebben op je karakter. Een opgewekt, openpersoon kan door intens verdriet of oorlogsgeweld bijvoorbeeld veranderen in een gesloten, somberpersoon.

Maar hoe je karakter zich ook ontwikkelt, je oorspronkelijke temperament blijft altijd herkenbaar.Over het algemeen bestaat het karakter van een volwassene voor ruwweg de helft uit de erfelijkefactoren van het temperament. De andere helft komt op rekening van de verdere karakterontwikke-ling gedurende het leven.

Voor christengelovigen zorgt het leven in verbondenheid met Gods Geest voor een voortdurendproces van karakterontwikkeling. Het doel daarvan is dat het karakter steeds meer kenmerken vanGods karakter gaat krijgen. De vruchten van de Geest worden dan steeds meer zichtbaar in zijn le-

Page 45: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 3 -

vensstijl. De nieuwe natuur krijgt dan steeds meer invloed en de oude natuur treedt veel meer op deachtergrond. De resultaten van geloofsgroei worden zichtbaar in het veranderde karakter. Daarom isdit thema over karakter en karakterontwikkeling van gelovigen zo belangrijk.

9.3.2. Vier karakteraspectenFuncties van de zielIn hoofdstuk 'Menselijk wezen' hebben we stilgestaan bij de belangrijkste functies van je ziel (ver-stand, gevoel, wil en gedrag) en je hart (geweten, gevoel, loyaliteit en levensstijl). Het volgendeplaatje laat iets van de samenhang zien:

Nu spelen deze vier functies niet bij alle mensen dezelfde rol in hun leven. De een laat zich namelijkbij voorkeur leiden door zijn verstand, de ander is een echt gevoelsmens. Er zijn mensen met eenopvallend sterke wil, terwijl er ook zijn die vooral evenwichtig van aard zijn omdat de invloed vanverstand, gevoel en wil goed in balans zijn. Zo kunnen we ons voorstellen dat er oneindig veel varia-ties en combinaties van eigenschappen mogelijk zijn naarmate de genoemde functies bij ieder menszijn aangeboren en vervolgens ontwikkeld.

KarakteraspectenDeze vier functies of aspecten van de ziel hangen dan ook samen met vier karakteraspecten, zoalswe kunnen zien in het volgende overzichtje:

zielsaspect heeft te maken met… karakteraspectenverstand denken verstandelijkgevoel voelen gevoelsmatigwil willen wilskrachtiggedrag doen evenwichtig

Karakteraspecten

Omdat bij ieder mens het verstand, het gevoel, de wil en het gedrag een rol spelen, heeft ieder menselk iets van deze vier karakteraspecten in zich.

Hier volgt een korte beschrijving per karakteraspect:1. Verstandelijk

Verstandelijke mensen laten zich bij voorkeur leiden door hun verstand. Vanwege hun diepgangin denken is hun innerlijke wereld sterk ontwikkeld. Ze zijn dan ook introvert en minder gerichtop hun omgeving dan de meeste anderen. Tegelijk speelt ook het geweten een rol van beteke-nis. Ze zijn vaak nauwgezet, toegewijd en gedreven bij alles wat ze doen.

2. GevoelsmatigGevoelsmatige mensen laten zich bij voorkeur leiden door hun gevoel. Ze uiten hun gevoelensduidelijker dan anderen. Ze staan open voor hun omgeving en hebben een spontane, aantrek-kelijke, mensgerichte persoonlijkheid. Ze laten zich ook sterk leiden door hun gemoed, waarimmers de diepste gevoelens en verlangens van hun hart een rol spelen.

3. WilskrachtigWilskrachtige mensen kenmerken zich door hun sterke wil. Ze zijn optimistisch van aard, vol

Page 46: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 4 -

zelfvertrouwen en nemen snel beslissingen. Ze zijn dynamisch en kunnen hoge prestaties leve-ren. Ze laten zich motiveren door hun toewijding aan verantwoordelijkheden, taken en doelstel-lingen, kortom de dingen waar ze hun hart op zetten (loyaliteit). Het zijn onvermoeibare door-zetters die zich niet door de omstandigheden van hun stuk laten brengen.

4. EvenwichtigBij evenwichtige mensen is er een goede balans tussen verstand, gevoel en wil, waardoor zeeen rustige persoonlijkheid hebben. Bij hen is het 'doen' vooral van belang, het gedrag dus. Ookspelen gewoonten, routine en ervaring een belangrijke rol in hun leven. Hun gedrag wordtdaardoor in mindere mate bepaald door omgevingsfactoren en dat zorgt voor stabiliteit in hunleven.

Heb je jezelf herkend?Je begrijpt natuurlijk dat dit een sterk vereenvoudigde beschrijving van de werkelijkheid is. Maar hebje jezelf al min of meer herkend in een of meer van deze karakteraspecten? Karakteraspecten zijngeen hokjes waar je mensen in kunt zetten, maar eerder kapstokken waaraan je heel veel karakter-eigenschappen aan kunt ophangen zodat je er wat mee kunt doen. Iedereen heeft iets van elk vandeze vier karakteraspecten en in verschillende proporties en daardoor heeft ieder mens een eigenkarakter.

Meer details over deze karakteraspecten in het volgende onderwerp 'Twaalf karaktereigen-schappen'.

Karakteraspecten of karaktertypen?In 'Herschepping' spreken we doelbewust over karakteraspecten in plaats van karaktertypen, zoalsin de meeste boeken of artikelen over dit onderwerp. Bij het woord 'karaktertype' zouden lezers als volgt kunnen denken: "Ik ben van een bepaald

type, dus ik zit vast aan een bepaald gedrag, want ik ben nu eenmaal zo'n type." Alsof je in eenhokje gestopt wordt. En die manier van denken is nu juist NIET wat 'Herschepping' wil overbren-gen.

Het woord 'karakteraspect' communiceert eerder de gedachte dat iedereen iets heeft van datsoort eigenschappen, maar iedereen in verschillende mate en op zijn eigen manier.

In de volgende onderwerpen komt duidelijk naar voren dat het karakter van elke gelovige kan ver-anderen, ja zelfs HOORT te veranderen door met God te leven.

9.3.3. Twaalf karaktereigenschappenKaraktereigenschappen per karakteraspectHet karakter van ieder mens kan dus heel globaal worden beschreven als een combinatie van dehiervoor genoemde vier karakteraspecten, die elk in verschillende mate aanwezig zijn. Maar dezeindeling is nog tamelijk grof en daarom gaan we die nu verfijnen. We gaan nu elk van de vier karak-teraspecten onderverdelen in drie karaktereigenschappen, die zo gekozen zijn dat ze zo veel moge-lijk in contrast staan met de drie andere karakteraspecten.

Page 47: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 5 -

zielsaspect karakteraspect hoofdeigenschapverstand verstandelijk rationeel

gewetensvolcreatief

gevoel gevoelsmatig levendigsociaalruimhartig

wil wilskrachtig zelfstandiggezagvolvastberaden

gedrag evenwichtig beheerstvolgzaampraktisch

Twaalf karaktereigenschappen

Door deze twaalf karaktereigenschappen in de rechterkolom krijgen de vier karakteraspecten eenduidelijkere inhoud. De meeste mensen kunnen vrij gemakkelijk drie tot vijf van de twaalf karakter-eigenschappen bij zichzelf herkennen. Ook hierbij geldt dat verschillende mensen die eigenschappenin verschillende mate hebben, waardoor allerlei mogelijke gradaties en combinaties denkbaar zijn.

Samenhang tussen karaktereigenschappenHet volgende diagram laat de verwantschap tussen de karaktereigenschappen zien. De lijnen tussende karaktereigenschappen geven aan dat ze tot op zekere hoogte bij elkaar aansluiten. Elke hoofdei-genschap sluit aan bij elk van de drie andere karakteraspecten.

Tegenovergestelde karaktereigenschappenLaten we nog eens kijken naar de vier karakteraspecten, die elk zijn onderverdeeld in drie karakter-eigenschappen (die zoveel mogelijk contrasteren met de drie andere karakteraspecten). Als je naarhet volgende diagram kijkt, zie je langs de verbindingslijnen tussen elk tweetal karakteraspecten hoede bijbehorende karaktereigenschappen twee aan twee elkaars tegengestelde zijn.

Page 48: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 6 -

De belangrijkste verschillen tussen tegenovergestelde karaktereigenschappen zijn:

1. gezagvol - volgzaam: Een gezagvol persoon heeft behoefte om verantwoordelijkheid te dragenen gezag uit te oefenen, terwijl een volgzaam persoon juist behoefte heeft aan gezag bovenzich.

2. vastberaden - rationeel: De kracht van het vastberaden persoon ligt in zijn uiterlijke, lichamelij-ke kracht, terwijl een rationeel persoon uitblinkt in innerlijke kracht.

3. gewetensvol - ruimhartig: Een gewetensvol persoon laat zich aansturen door zijn geweten enzijn normen. Een ruimhartig persoon is ruimdenkend en is geneigd om het niet zo nauw te ne-men met normen, maar hecht meer aan persoonlijke waarden.

4. levendig - beheerst: Een levendig persoon heeft een sterk ontwikkeld gevoel en reageert opimpulsen, terwijl een beheerst persoon juist bedachtzaam en rustig reageert op wat hij mee-maakt.

5. creatief - praktisch: Een creatief persoon is origineel en doet zelden hetzelfde voor de tweedekeer. Een praktisch persoon handelt meer routinematig en is meer voorspelbaar in zijn gedra-gingen.

6. zelfstandig - sociaal: Een zelfstandig persoon treedt het liefst alleen op, terwijl een sociaal per-soon het liefst mensen om zich heen heeft.

Wie een bepaalde hoofdeigenschap in zijn karakter heeft zitten, heeft meestal niet de tegenoverge-stelde eigenschap. Er zijn wel enkele uitzonderingen denkbaar.

Bij ieder mens zijn een bepaalde karaktereigenschappen relatief sterk aanwezig, terwijl andere ei-genschappen relatief zwak aanwezig zijn. Daarbij zijn allerlei gradaties en combinaties denkbaar.1. Sterk aanwezige eigenschappen noemen we karaktergaven; ze zijn sterk verbonden met je na-

tuurlijke gaven en talenten.2. Zwak aanwezige eigenschappen noemen we karakterzwakheden. Dat zijn nadrukkelijk GEEN

tekortkomingen of gebreken.

Overeenkomst met de oudste karaktertypologieDe karakteraspecten die in 'Herschepping' gebruikt worden, hebben veel weg van de indeling, dievele eeuwen geleden is gemaakt door Hippocrates. Deze onderscheidde vier karaktertypen (chole-risch, sanguinisch, melancholisch en flegmatisch) op basis van vermeende invloeden van lichaams-vloeistoffen op de persoonlijkheid van de mens. Hoewel men de functie van deze lichaamsvloeistof-fen tegenwoordig al lang niet meer onderschrijft, is de indeling op zich tot ver in de vorige eeuwpopulair geweest. Daarna zijn ook allerlei andere indelingen in karaktertypen geïntroduceerd, die elkzo hun eigen verdienste hebben.

Page 49: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 7 -

De karaktertypologie van 'Herschepping' is gebaseerd op Bijbelse concepten:1. de visie op de persoonlijkheid ofwel het karakter van God, zoals die is gemanifesteerd in de

Bijbel; de vier cherubs, die elk een aspect van Gods persoonlijkheid illustreren, dienen als desleutel voor de indeling in vier karakteraspecten.

2. de visie op het wezen van de mens, geschapen als evenbeeld van God.

9.3.4. Karakter van God en mensBeelddrager van God

"En God zei: Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken ..."(Genesis 1:26, NBV2004)

De mens is geschapen als een evenbeeld van God en dat houdt veel meer in dan de meeste gelovi-gen beseffen. God, die zelf denkt, voelt, besluit en handelt heeft mensen gemaakt die evenzeer kun-nen denken, voelen, beslissen en dingen doen. Die vier elementen vormen de basis van Gods karak-ter en ook van het menselijk karakter. Laten we dus de menselijke karakteraspecten en karakterei-genschappen eens naast Gods karakteraspecten zetten, dan zien we opvallende overeenkomsten:

Gods karakter menselijk karakter beelddrager van God zijnwijs verstandig verstandelijk rationeel vol van Gods Woord, wijs

rechtvaardig gewetensvol eerlijk, rechtvaardig, trouwcreatief creatief origineel, kunstzinnig, idealistisch

vriendelijk bewogen gevoelsmatig levendig blij, enthousiast, bewogenrelatiegericht sociaal vriendelijk, meelevendruimhartig ruimhartig royaal, behulpzaam, barmhartig

krachtig eigenmachtig wilskrachtig zelfstandig toegewijd en loyaal aan God en mensengezagvol gezagvol verantwoordelijk, leiding gevendaadkrachtig vastberaden geestelijke strijdvoering, volharding

zorgzaam trouw evenwichtig beheerst trouw, geduldig, vredelievenddienstbaar volgzaam dienstbaar, nederig, afhankelijk van Godwerkzaam praktisch ijverig, goed voor anderen

Gods karakter en menselijk karakter

Er gaat een wereld voor je open als je ziet hoezeer je als Gods evenbeeld geschapen bent en datzelfs je persoonlijke karaktereigenschappen afbeeldingen zijn van Gods eigenschappen. Natuurlijkzijn er ook verschillen in op te merken. Bij Gods karaktereigenschappen, zoals we die hebben be-schreven, gaat het om de manier zoals God zich door de mensen laat kennen. God is natuurlijk veelMEER dan dat!. Bij de mens gaat het echter om de manier waarop hij met zichzelf en met anderemensen omgaat. In dat licht kunnen we de verschillen het beste plaatsen.

Kijk eens naar de eigenschappen in de kolom 'menselijk karakter' die je bij je zelf hebt ontdekt. In demeest rechtse kolom zie je dan mogelijkheden die God in jou heeft gelegd waarmee je vooral be-paalde eigenschappen van God kunt laten zien. Natuurlijk hoeven we ons daar niet toe te beperken,maar God heeft je speciaal toegerust om DIE eigenschappen van God in jouw leven te tonen, doorde Heilige Geest die in je woont als gelovige. De natuurlijke aanleg die je bij je geboorte hebt mee-gekregen, en die gedurende je leven verder is ontwikkeld, houdt wel een zekere bestemming van jeleven in. God heeft je die mogelijkheden gegeven met een doel. Daarom zal de roeping en het doelvan God voor ieders leven in de meeste gevallen sterke raakvlakken hebben met zijn karakter en debijbehorende karaktergaven.

Gefeliciteerd met je karakter!Keer op keer, als ik dit onderwerp behandelde voor een groep mensen, viel het me op hoeveel men-sen moeite hebben met het accepteren van hun eigen karakter en temperament. Geen enkel tempe-rament is minder dan een ander, elk mens heeft een goed bruikbaar temperament gekregen.

Page 50: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 8 -

9.3.5. KarakterbehoeftenBehoeften verschillen per karakterIedereen heeft een aantal levensbehoeften, zoals behoefte aan voedsel, veiligheid, enzovoort. Eenmens voelt zich gelukkig als zoveel mogelijk van zijn behoeften worden bevredigd en ongelukkig alsaan belangrijke behoeften niet wordt voldaan.

Daarnaast heb je ook behoeften die zijn verbonden met je persoonlijke karaktereigenschappen. Diebehoeften wekken verlangens op om iets te doen of om je op een bepaalde manier te gedragen. Zoheeft een levendig persoon bijvoorbeeld behoefte aan drukte om zich heen en andersom zoekt hijdie drukte ook op, omdat hij zich daar prettig bij voelt.

In het volgende globale overzicht zie je voorbeelden van specifieke behoeften per karakteraspect:

karakteraspect hoofdeigenschap karakterbehoeftenverstandelijk rationeel kennis, diepgang, logica

gewetensvol normen, rechtvaardigheid, perfectiecreatief idealen, schoonheid, kunstuitingen

gevoelsmatig levendig afwisseling, opwinding, bewegingsociaal relaties, gezelschap, aandachtruimhartig warmte, ruimte, zichzelf geven

wilskrachtig zelfstandig zelfstandigheid, avontuur, vernieuwinggezagvol verantwoordelijkheid, macht, respectvastberaden actie, uitdaging, risico's, strijd

evenwichtig beheerst zekerheid, rust, stabiliteit, bekende dingenvolgzaam harmonie, leider boven zich, veiligheidpraktisch regelmaat, structuur, concrete dingen

Karakterbehoeften

God voorziet in alle karakterbehoeftenGod heeft ons als gelovigen beloofd in al onze behoeften te voorzien. Dat geldt in overvloedige matevoor onze geestelijke behoeften, terwijl voor onze materiële behoeften geldt dat we niet altijd krij-gen wat we denken nodig te hebben.

"Mijn God zal in al uw behoeften naar zijn rijkdom heerlijk voorzien, in Christus Jezus."(Filippenzen 4:19, NBG1951)

Kijk nog eens naar het overzicht van specifieke behoeften per karakteraspect en bedenk: op welke manier 'de wereld' die behoeften kan vervullen en hoe God die zelfde behoeften kan vervullen op grond van Bijbelse beloften

De sleutel tot het ontvangen van overvloedig levensgeluk is in de eerste plaats geloof in Gods belof-ten. Blijf vervolgens actief en biddend zoeken naar de vervulling van die beloften.

Zie meer over behoeften in het algemeen in onderwerpen 'Behoeften' en 'Gods zegeningenontvangen' in hoofdstuk 'Gelukkig leven'.

Page 51: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 9 -

9.3.6. KaraktergavenKaraktergaven zijn je sterk aanwezige eigenschappen. Ze zijn sterk verbonden met je natuurlijkegaven en talenten. Hier volgt een globaal overzicht van de karaktergaven per hoofdeigenschap:

karakteraspect hoofdeigenschap karaktergavenverstandelijk rationeel analytisch, diepzinnig, begaafd

gewetensvol serieus, trouw, consistentcreatief origineel, kunstzinnig, idealistisch

gevoelsmatig levendig spontaan, open, uitbundigsociaal aanhankelijk, meelevendruimhartig royaal, zorgeloos

wilskrachtig zelfstandig zelfredzaam, ondernemendgezagvol geboren leider, verantwoordelijkvastberaden moedig,doorzetter

evenwichtig beheerst geduldig, punctueel, opgeruimdvolgzaam dienstbaar, gemoedelijkpraktisch ijverig, ordelijk, efficiënt

Karaktergaven

Goed omgaan met je karaktergavenZoals we het vorige onderwerp hebben gezien, zijn de menselijke karaktereigenschappen afbeeldin-gen van Gods karaktereigenschappen. Het is een voorrecht en een eer voor elke gelovige om in zijnkarakter een beelddrager van God te zijn. Iedere gelovige wil ik aansporen zich te laten inspirerendoor die karaktereigenschappen van God, waarvan zijn persoonlijke karaktergaven een afbeeldingzijn. Je hebt deze karaktergaven vooral gekregen om daarin beelddrager van je Schepper te zijn in dedingen die je doet en om juist met die gaven je medemensen te dienen.

"Laat ieder van u de gave die hij van God gekregen heeft, gebruiken om de anderen daar-mee te helpen, zoals het goede beheerders van Gods veelsoortige gaven betaamt."(1 Petrus 1:10-12, NBV2004)

Natuurlijk moet dit gebeuren vanuit de verbondenheid met de Heilige Geest, anders is het mensen-werk waar Gods zegen niet op rust. De natuurlijke aanleg die je bij je geboorte hebt meegekregenhoudt wel een zekere bestemming van je leven in. Elke roeping of hoofdtaak van een gelovige bin-nen Gods Koninkrijk hangt samen met zijn karaktergaven. Ontwikkel dus je bijbehorende vaardighe-den om ze zo goed mogelijk te kunnen inzetten.

Zie ook onderwerp 'Gaven en taken in de gemeente' in hoofdstuk 'Gemeente'.

Overdrijven van karaktergavenHelaas hebben al je karaktergaven een vervelende keerzijde, want je oude natuur wil ze juist op eenzelfzuchtige wijze gebruiken om er zelf beter van te worden en om je eigen ik te versterken. Zo kanbijvoorbeeld een gezagvol persoon zijn natuurlijke gezag misbruiken om anderen te domineren, eenlevendig persoon kan zijn natuurlijke flair misbruiken door populariteit na te streven. Je oude, zondi-ge natuur wil ook je persoonlijke karakterbehoeften uitvergroten, zodat het bevredigen van het ei-gen ik centraal komt te staan. Zo kan een sociaal persoon die zoveel behoefte heeft aan contacten,verworden tot een opdringerig persoon die voortdurend aandacht voor zichzelf van anderen opeist.Een beheerst persoon kan zo druk bezig zijn met het beheersen van zijn geld dat hij een gierig per-soon wordt.

"Wees dus niet al te rechtvaardig en doe niet al te wijs. Je zou wel eens bedrogen kunnenuitkomen." (Prediker 7:16, GNB1996)

Doordat je sommige dingen beter kunt dan een ander kun je gemakkelijk trots worden op je karak-tergaven en je boven de ander verheffen. Daardoor hebben veel mensen een veroordelende instel-

Page 52: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 10 -

ling en kijken ze neer op anderen. Spontane mensen kunnen neerzien op beheerste, geduldige men-sen en zich ergeren aan hun onverstoorbaarheid. Andersom kunnen beheerste mensen zich ergerenaan het overdreven drukke gedoe van spontane mensen.

Karaktergaven gebruiken in eigen krachtMaar er is nog een manier waarop gelovigen zich massaal laten inpakken door hun karaktergaven.Het is de valkuil van de eigen kracht. Je bent in bepaalde dingen heel goed en dus heb je Gods hulpen leiding daarin niet nodig, tenminste zo leef je. Een gelovige die van nature vriendelijk en sociaalis, kan denken dat hij daardoor 'vanzelf' Gods gebod van de liefde vervult, maar zo werkt het niet.Een verstandelijke gelovige kan denken dat zijn geweldige inzichten in Gods Woord hem tot eengeestelijker mens maken dan een ander, maar ook dat is een vergissing. Alleen eigenschappen die inafhankelijkheid van Gods Geest worden gebruikt kunnen geestelijke resultaten opleveren.

God wist dat de apostel Paulus zo'n sterk karakter had dat dit wel eens zijn geestelijke kracht zoukunnen tegenwerken. Daarom liet God een 'doorn in zijn vlees toe' waardoor zijn oude natuur werdafgeremd. Waarschijnlijk was het een hinderlijk lichamelijk gebrek.

"... Om te verhinderen dat ik mezelf zou verheffen, werd mij een doorn in het vlees gestoken:ik word gekweld door een engel van Satan. Ik heb de Heer driemaal gesmeekt mij van hemte bevrijden, maar hij zei: ‘Je hebt niet meer dan mijn genade nodig, want kracht wordtzichtbaar in zwakheid.’" (2 Korintiërs 12:7-9, NBV2004)

Paulus had grote moeite met zijn handicap, maar begreep toch dat God hem daardoor juist wildehelpen om geen negatieve karaktereigenschappen te ontwikkelen en om meer vrucht te dragen voorhet Koninkrijk.

Negatieve eigenschappen vanwege karaktergavenIn de volgende tabel zie je per karakteraspect en -hoofdeigenschap enkele voorbeelden van negatie-ve eigenschappen die ontstaan als de oude natuur zijn gang kan gaan in iemands leven. Het zijn deschaduwzijden van je karaktergaven en even zoveel oorzaken van hardnekkige, zondige gewoonte-patronen.

verstandelijk rationeel te veel denken piekerig, betweteriggewetensvol te gewetensvol negatief kritisch, perfectionistischcreatief te idealistisch zweverig, alternatief

gevoelsmatig levendig te impulsief wispelturig, druk, opschepperigsociaal te veel op mensen gericht opdringerig, praatziekruimhartig te ruimdenkend slordig, toegeeflijk

wilskrachtig zelfstandig te zelfstandig eigenzinnig, werkverslaafdgezagvol te veel gezag autoritair, ongevoeligvastberaden te krachtdadig agressief, wreed, wedijverig

evenwichtig beheerst te weinig gemotiveerd behoudzuchtig, traagvolgzaam te volgzaam lijdelijk, onzelfstandigpraktisch te routinematig saai, fantasieloos

Negatieve eigenschappen bij verkeerd gebruik van karaktergaven

9.3.7. KarakterzwakhedenZwak aanwezige eigenschappen noemen we karakterzwakheden. Dat zijn nadrukkelijk GEEN tekort-komingen of gebreken; je hebt die eigenschappen gewoon niet, want je kunt niet ALLES hebben...

Over het algemeen zijn je karakterzwakheden het tegenovergestelde van de eigenschappen die jeWEL hebt. In het volgende schema kun je per hoofdeigenschap de tegenovergestelde eigenschapvinden; je vindt ze aan beide kanten van elke lijn tussen de vier karakteraspecten:

Page 53: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 11 -

Daarvan uitgaande, vinden we per hoofdeigenschap de volgende karakterzwakheden:

karakteraspect hoofdeigenschap karakterzwakheden

verstandelijk rationeel niet erg vastberaden

gewetensvol niet erg ruimhartig

creatief niet erg praktisch

gevoelsmatig levendig niet erg beheerst

sociaal niet erg zelfstandig

ruimhartig niet erg gewetensvol

wilskrachtig zelfstandig niet erg sociaal

gezagvol niet erg volgzaam

vastberaden niet erg rationeel

evenwichtig beheerst niet erg levendig

volgzaam niet erg gezagvol

praktisch niet erg creatiefKarakterzwakheden

Page 54: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 12 -

Negatieve eigenschappen vanwege karakterzwakhedenUit karakterzwakheden kunnen negatieve eigenschappen door ontstaan. Voorbeelden daarvan wor-den in de volgende tabel aangegeven.

karakteraspect hoofdeigenschap karakterzwakheden mogelijke negatieve eigen-schappen

verstandelijk rationeel niet erg vastberaden teruggetrokken, verlegengewetensvol niet erg ruimhartig bekrompencreatief niet erg praktisch onrealistisch

gevoelsmatig levendig niet erg beheerst instabiel, zwakke wilsociaal niet erg zelfstandig onzelfstandigruimhartig niet erg gewetensvol inconsequent

wilskrachtig zelfstandig niet erg sociaal solistischgezagvol niet erg volgzaam trotsvastberaden niet erg rationeel onbedachtzaam

evenwichtig beheerst niet erg levendig traagvolgzaam niet erg gezagvol vreesachtigpraktisch niet erg creatief fantasieloos

Negatieve eigenschappen door karakterzwakheden

Karakterzwakheden zijn dus gebieden waarop je extra alert moet zijn. Voor je het weet zijn het aan-leidingen tot zondige gedragspatronen die moeilijk te doorbreken zijn. Ze kunnen ook aanleiding zijntot minderwaardigheidsgevoelens en onvrede over je karakter. Veel pastorale problemen (misschienwel de meeste) hebben met karakterzwakheden te maken! Let wel: niemand mag ooit zeggen dat hijniet verantwoordelijk is voor bepaalde zonden omdat het aan zijn karakter ligt. Zondigen betekentimmers dat je ervoor kiest om het verkeerde te doen en daarvoor mag je nooit je karakter als excuusgebruiken. Alsof God je verkeerd 'gemaakt' zou hebben...

Afhankelijk van andere mensenGod heeft de mensen nooit geschapen als op zichzelf staande individuen die verder geen mensennodig hebben. Dat heeft God bewerkstelligd door ieder mens slechts een paar karaktergaven te ge-ven als stimulans tot samenwerking. Als ieder mens de voordelen van zijn karaktergaven deelt metandere mensen, ontstaat een prachtige harmonie en een onderlinge band door oprechte, onbaat-zuchtige liefde voor de ander.

"Laat ieder van u de gave die hij van God gekregen heeft, gebruiken om de anderen daar-mee te helpen, zoals het goede beheerders van Gods veelsoortige gaven betaamt."(1 Petrus 1:10-12, NBV2004)

Zie ook onderwerp 'Gemeente als lichaam' in hoofdstuk 'Gemeente'.

Afhankelijk van GodVeel mensen lijden onder hun karakterzwakheden en vinden dat ze niets kunnen en altijd tekortschieten. Dat is een leugen waar de satan je mee wil kwellen. Het goede nieuws over karakterzwak-heden is dat ze je stimuleren om te leven in afhankelijkheid van God. Door de Heilige Geest, die inelke wedergeboren gelovige woont, kan elke karakterzwakheid worden gecompenseerd. De apostelPaulus sprak uit ervaring toen hij in een ander verband schreef:

"... In mijn zwakheid ben ik sterk." (1 Korintiërs 12:10, NBV2004)

Niet dat je met Gods hulp plotseling een ster wordt op de gebieden waarin je van nature zwak bent.Maar toch er is VEEL MEER herschepping van je karakter mogelijk dan je denkt door de vernieuwen-de kracht van de Heilige Geest. Zo leer je goed te kunnen leven met je karakterzwakheden zonderdat ze je schade doen. Gods kracht en menselijke zwakheid zijn een uitstekende combinatie waar-door karakterzwakheden steeds minder als belemmeringen worden ervaren en steeds meer als eenmogelijkheid tot geestelijke verrijking en geestelijk vruchtdragen. En dat is pure winst. Het leven met

Page 55: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 13 -

God is inderdaad heel wonderlijk! Wie dit goed tot zich laat doordringen heeft een belangrijk geheimvan Gods Koninkrijk ontdekt.

Zie ook hoofdstuk 'Zwakheid en kracht'.

Neem bijvoorbeeld het karakter van Petrus. Toen hij als discipel met Jezus optrok had hij overduide-lijke zwakke eigenschappen: hij was impulsief en opschepperig, hij had een zwakke wil en toen heterop aankwam was hij bang en verloochende hij zijn Heer. Toch had Jezus hem zelf de bijnaam 'Pe-trus' (Rots) gegeven, terwijl dat toen nog nergens op sloeg. Die bijnaam was een belofte voor Petrusdat God hem tot een rotsfiguur zou MAKEN. En dat is ook gebeurd na zijn vervulling met de HeiligeGeest. De karakterverandering van Petrus gedurende de daarop volgende jaren was ronduit opzien-barend. Uit dit voorbeeld kun je leren dat Gods kracht in jouw karakter met al zijn beperkingen ooktot grote dingen in staat is als je Hem daarvoor vertrouwt en de ruimte geeft.

9.3.8. God verandert karaktersGod wil het beste maken van je levenWe hebben als gelovigen allemaal een verschillend karakter. God heeft met ons allemaal een ver-schillend plan, niet alleen voor het leven hier op aarde, maar vooral ook voor de eeuwigheid daarna.God wil je klaar maken voor de plaats in het hiernamaals die bij jou past. Jezus zei hierover:

"Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug. Dan zal ik jullie metme meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben." (Johannes 14:3, NBV2004)

Dat klaarmaken van je leefplek in het hiernamaals is één kant van de voorbereidingen voor de eeu-wigheid. De andere kant is dat Jezus jou tijdens je leven op aarde klaarmaakt voor die plaats. Je toe-komstige plaats is niet een of ander voorbestemd noodlot, maar een dynamisch plan dat wordt uit-gewerkt door God en jou samen. Hoe meer je leeft in verbondenheid met de oneindig wijze God,hoe dichter je uitkomt bij wat God oorspronkelijk met je voor had. Je persoonlijke karakter wordtonder Gods leiding ontwikkeld tot een karakter dat aan de ene kant uniek blijft en aan de anderekant steeds meer op dat van Jezus zal gaan lijken.

Je mag bij God komen zoals je bent. Maar God vindt je veel te kostbaar om je te LATEN zo-als je bent...

Karakterveranderingen die God in je leven bewerkt, tasten niet je persoonlijke identiteit aan. Jewordt dus niet gemanipuleerd of gemuteerd, niets van dat alles. Je wordt daardoor steeds meer deprachtige persoon die God altijd van je had willen maken, tenminste: voor zover je je leven doorHem laat leiden...

1. Je karakter verandert door de actieve inwoning van de Heilige GeestAls wedergeboren gelovige heb je meer in huis dan je eigen karakter. Door de inwoning van GodsGeest is God zelf met al zijn prachtige, volmaakte eigenschappen met je verbonden. En dat is nu netwat een christen anders maakt dan een niet-christen. Daardoor kan Gods Geest je karakter verster-ken en aanvullen. Nu verandert God je karakter niet door je met een toverstokje aan te raken waar-door je ineens een verbeterd karakter krijgt. Je karakter verandert namelijk alleen door wat je zelfdoet en je bijbehorende innerlijke houding. Door herhaald op te handelen vanuit de verbondenheidmet God, wordt die manier van handelen een deel van je voorkeursgedrag, je levensstijl, je karakter.

2. Je gaat anders omgaan met je karaktergavenJe gaat je karaktergaven steeds minder voor jezelf gebruiken en steeds meer om God en je mede-mensen te dienen in verbondenheid met de Heilige Geest. Dat is geestelijk vruchtdragen. Vruchtdra-gen leidt tot karakterverandering en karakterverandering leidt tot meer vruchtdragen. Beide thema'sgaan over geloofsgroei door in verbondenheid met God te leven, allebei vanuit een verschillendeinvalshoek.

Page 56: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 14 -

3. God geeft kracht bij karakterzwakhedenBehalve karaktergaven heb je ook karakterzwakten waardoor je geneigd bent te zondigen. De Heili-ge Geest, die alle denkbare karaktergaven in zich heeft, geeft je de benodigde kracht en liefde, zodatje boven de beperkingen van je karakter wordt uitgetild.

God kan vaak meer doen via je karakterzwakheden dan door je karaktergaven, hoe vreemd het ooklijkt. Door Gods kracht bij menselijke karakterzwakheden ontstaan grote wonderen. In de volgendehoofdstukken worden de karakterveranderingen van vier bekende Bijbelfiguren beschreven. Alsdaarbij één ding naar voren komt, is dat het feit dat God mensen helpt om dingen te doen die tegenhun karakter ingaan en die hun aangeboren mogelijkheden overstijgen. Psychologen kunnen men-sen helpen om op een verstandige manier met hun karakter om te gaan. Alleen de Heilige Geestgeeft de innerlijke kracht om te veranderen, die ver uitstijgt boven menselijke wilskracht.

SamenvattingHet volgende is van belang voor iedere gelovige die goed wil omgaan met zijn karakterzwakheden:

Zorg dat je een goed beeld hebt van de valkuilen van je karaktergaven en karakterzwakheden.1. Dank God voor de goede karaktereigenschappen die je bij je geboorte hebt meegekregen en

kies ervoor om je karaktergaven voor Gods eer te gebruiken en niet op een zelfzuchtige manier.2. Belijd je zonden en je zondige gedragspatronen die verband houden met verkeerd gebruik van

karaktergaven en met karakterzwakheden.3. Vertrouw erop dat Jezus 'samen met jou' de overwinning zal behalen over die karakterzonden

en dat Gods Geest je zal veranderen zodat je meer op Jezus gaat lijken. Er is tijd nodig om inge-sleten gewoonten te veranderen. Geef de moed niet op als het langer duurt dan je had ge-hoopt.

4. Vraag God je te helpen om je karakterzwakheden tot een redelijk niveau aan te vullen door dekracht van de Heilige Geest. Dat gebeurt niet vanzelf, maar wanneer je steeds weer kiest omhet goede te doen, veranderen je gedragspatronen.

Zie ook de onderwerpen over omgaan met verstandelijke, gevoelsmatige, wilskrachtige enevenwichtige karaktersen de hoofdstukken over de veranderde karakters van de verstandelijke Mozes, de ge-voelsmatige Petrus, de wilskrachtige Paulus en de evenwichtige Abraham.

9.3.9. Verstandelijk karakterVerstandelijke mensen laten zich bij voorkeur leiden door hun verstand. Vanwege hun diepgang indenken is hun innerlijke wereld sterk ontwikkeld. Ze zijn dan ook introvert en minder gericht op hunomgeving dan de meeste anderen. Tegelijk speelt ook het geweten een rol van betekenis. Ze zijnvaak nauwgezet, toegewijd en gedreven bij alles wat ze doen.

Page 57: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 15 -

Hier volgt een overzicht van de eigenschappen die we tegenkomen bij verstandelijke mensen metzowel hun karaktergaven als hun karakterzwakheden.

hoofd-eigenschap

karakterbehoeften karaktergaven karakterzwakheden mogelijke negatieveeigenschappen

rationeel kennis, diepgang analytisch, diepzin-nig

- te veel denken- niet erg vastbera-den

- piekerig, betweterig- teruggetrokken,verlegen

gewetensvol perfectie, rechtvaar-digheid

serieus, trouw,consistent

- te gewetensvol- niet zo ruimhartig

- kritisch, perfectio-nistisch- bekrompen

creatief idealen, schoonheid,kunstuitingen

origineel, kunstzin-nig, idealistisch

- te idealistisch- niet zo praktisch

- zweverig, alterna-tief- onrealistisch

Verstandelijke karaktereigenschappen

Verstandelijke mensen zijn geneigd hun denkvermogen te misbruiken door te vervallen in negatiefdenken, zoals een negatief zelfbeeld, bezorgdheid of neerslachtigheid.

Introvert en teruggetrokkenVerstandelijke mensen zijn meestal introvert. Daar is niets verkeerd mee en niemand hoeft zichdaarvoor te schamen. Ook al zijn extraverte persoonlijkheden populairder, maar dat maakt hen nietwaardevoller. Wat de meeste introverte mensen niet weten is dat extraverte mensen jaloers op henzijn omdat ze doorgaans zo veel begaafdheden hebben.

Maar deze eigenschap heeft wel een schaduwkant. Door hun innerlijke gerichtheid hebben verstan-delijke mensen minder belangstelling voor de wereld om hen heen. Daardoor ontwikkelen ze hunzelfvertrouwen niet genoeg en zijn ze vaak verlegen en onzeker. Het gevolg is dat zij zich terugtrek-ken in wat hen ook maar bezighoudt, waardoor ze nog meer in een sociaal isolement terecht kunnenkomen. Ze moeten goed beseffen dat God mensen belangrijker vindt dan ideeën en theorieën en datieder mens anderen nodig heeft om gezond te kunnen functioneren.

Drie karaktereigenschappenBij verstandelijke karakters onderscheiden we drie karaktereigenschappen:1. rationeel2. gewetensvol3. creatief

Deze eigenschappen overlappen elkaar gedeeltelijk. Ze komen bij heel veel mensen voor, in mindereof meerdere mate.

1. Rationeel karakterRationeel ingestelde mensen hebben behoefte aan kennis, diepgang en logica. Doordat ze zich goedkunnen concentreren, zijn ze in staat om veel en complex denkwerk te verrichten. Ze zijn vaak be-gaafd in vakken als wiskunde, taalkunde, in het analyseren van problemen en het bedenken vanoplossingen voor problemen.

Beelddrager van GodRationele gelovigen doen er goed aan zich te laten inspireren door God, die oneindig verstandig is.Laten zij hun denkvermogen vooral gebruiken om Gods Woord te bestuderen en hun denken onderde leiding van de Heilige Geest te stellen. Want in God zijn de bronnen van wijsheid verborgen, diedoor de Heilige Geest zijn geopenbaard.

"De grondslag van de wijsheid is ontzag voor de HEER, iedereen die daarnaar handelt krijgtinzicht..." (Psalm 111:10, WV1995)

Het groeien in wijsheid is een grote bron van vreugde, vooral voor rationele gelovigen. Zij kunnen indit opzicht een voorbeeldrol vervullen in het gezin, in de vriendenkring en in de gemeente.

Page 58: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 16 -

Als rationele gelovigen zich door de Heilige Geest laten leiden, kunnen hun positieve eigenschappentot even zoveel karaktergaven worden, die tot Gods eer gebruikt kunnen worden. Dan kunnen zebijvoorbeeld goed ingezet worden om Bijbelonderwijs te geven en voor andere taken binnen GodsKoninkrijk waar complex denkwerk nodig is, zoals probleempastoraat. In de zending zijn ze geschiktvoor bijvoorbeeld Bijbelvertaalwerk voor onbereikte taalgroepen.

Te rationeel?Bij rationele gelovigen kan hun denkhoofd een behoorlijke hinderpaal zijn bij het dienen van Godwanneer ze te sterk vertrouwen op hun eigen inzichten. Dan heeft de Heilige Geest minder gelegen-heid om tot hen te spreken omdat ze het zelf allemaal zo goed weten. Daarom zei Jezus eens tegenzijn gewichtig kijkende discipelen dat ze moesten worden als kinderen (Matteüs 9:2-3). Een kind kanzo heerlijk ontvankelijk zijn voor de woorden van Jezus, terwijl die vaak zo moeilijk doordringen bijvolwassenen vanwege allerlei bedenkingen. Kennis op zich kan zo leeg en zo onvruchtbaar zijn. Zon-der liefde leidt het alleen maar tot zelfgenoegzaamheid en trots op hun inzichten:

"... De kennis maakt opgeblazen, maar de liefde bouwt op. En als iemand denkt iets te we-ten, dan heeft hij nog niets leren kennen zoals men het behoort te kennen. Maar als iemandGod liefheeft, is hij door Hem gekend." (1 Korintiërs 8:1-2, HSV2010)

De kennis, waarover de Bijbel zo positief spreekt, is geen verstandskennis, maar vooral relatiekennis.God wil je veranderen van een RATIONELE gelovige tot en RELATIONELE gelovige. Zoek de relatiemet God. Laat kennis over God veranderen in een persoonlijk kennen van God. Een verstandshuwe-lijk is niks, maar een verstandsgeloof ook niet... Verstandelijke gelovigen doen er goed aan het vol-gende ter harte te nemen:

"Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennisen had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn."(1 Korintiërs 13:2, NBV2004)

2. Gewetensvol karakterGewetensvolle mensen zijn serieuze, plichtsgetrouwe, gedreven mensen die vooral aandacht schen-ken aan wat hun geweten zegt. Ze zijn integer, waarheidlievend, denken tamelijk zwart-wit en heb-ben een hekel aan compromissen. Ze hebben een sterk rechtvaardigheidsgevoel en zijn consequentin hun denken en in hun daden. Ze worden gewaardeerd om hun toewijding en goede werkpresta-ties, want ze stellen hoge eisen aan zichzelf. Ze houden er geen bosjes vrienden op na, maar in hunrelaties zijn ze wel erg trouw.

Beelddrager van GodGewetensvolle gelovigen doen er goed aan zich te laten inspireren door God, die oneindig recht-vaardig is en aan de hoogste normen voldoet, in elk opzicht. Gewetensvolle gelovigen kunnen doorGod gebruikt worden om werk van hoge kwaliteit te verrichten en trouw Gods opdrachten uit tevoeren. Een Bijbels voorbeeld is de gewetensvolle Mozes, die Gods leefregels ontving en doorgaf enook recht sprak onder het volk Israël (Exodus 18:13).

Als gewetensvolle gelovigen zich door de Heilige Geest laten leiden, kunnen hun positieve eigen-schappen tot even zoveel karaktergaven worden, die tot Gods eer gebruikt kunnen worden. Da kun-nen ze bijvoorbeeld goed functioneren in Bijbelstudie- en gebedsgroepen. Ook zijn ze als geen anderin staat om opvattingen van mensen te toetsen aan de Bijbel, maar het zijn wel vaak zwart-wit den-kers.

Te serieus?Gewetensvolle mensen zijn geneigd om te serieus bezig met alles, tot aan hobby's toe. Ze zoudeneens wat meer moeten ontspannen en genieten van alles om hen heen. Ze zijn vaak perfectionistischen laten zich opjagen door hun hoge taakopvatting en hun hoge normen. Ze hebben de neiging toteen negatief zelfbeeld, ondefinieerbare schuldgevoelens en faalangst. Gewetensvolle gelovigen zijnvan nature stressgevoelig en gespannen. Ze hebben Gods vrede nodig om van binnenuit te kunnen

Page 59: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 17 -

ontspannen, als een vrucht van de geest. Vrede ontwikkelt zich in een rein geweten, dat bovendienniet overbelast is door te hoge prestatienormen en innerlijke remmingen.

Door hun sterke behoefte aan rechtvaardigheid zijn gewetensvolle mensen geneigd om hun princi-pes te ver door te voeren. Ze kunnen soms onbarmhartig en strikt zijn in hun optreden en dan lopenze in de zelfde val als destijds de farizeeën, die zo geweldig hun best deden om hun God te eren meteen goede levenswandel. Daarbij waren ze echter blind voor de werkelijke bedoeling van Gods le-venswetten: onbaatzuchtige liefde voor God en de medemens. Tegen hen zei Jezus iets wat gewe-tensvolle gelovigen goed ter harte moeten nemen:

"Overdenk eens goed wat dit wil zeggen: Barmhartigheid wil ik, geen offers.'..."(Matteüs 9:13, NBV2004)

De meeste gewetensvolle mensen zijn van nature niet erg ruimhartig. Zij zijn geneigd tot ongenuan-ceerd zwart-wit denken: iets is goed of fout, niets er tussenin. Daardoor kunnen ze erg inflexibel zijnof zelfs intolerant tegenover mensen die er andere normen op na houden dan zijzelf. Zij kunnendaardoor een negatief kritische houding krijgen, een verkeerde manier van denken die voortkomt uittrots en schade toebrengt aan anderen en aan zichzelf.

3. Creatief karakterCreatieve mensen zijn goed in het bedenken van nieuwe dingen. Ze komen op ideeën, ontwerpen enplannen, die anderen nooit zouden kunnen bedenken. Hun creativiteit kan zich bijvoorbeeld uiten opkunstzinnig gebied, zoals muziek, beeldende kunst of letterkunde. Ook verstaan ze kunst om vanalledaagse dingen iets persoonlijks te maken, ze leggen overal iets van hen zelf in. Veel creatievemensen kunnen hun sterk ontwikkelde gevoelens goed weergeven in hun kunstuitingen en in hundoen en laten.

Als creatieve gelovigen zich door de Heilige Geest laten leiden, kunnen hun positieve eigenschappentot even zoveel karaktergaven worden, die tot Gods eer gebruikt kunnen worden. Ze houden er vaakhoge idealen op na en zijn ook bereid de nodige offers te brengen om hun idealen dichterbij tebrengen. Veel zendelingen en medewerkers bij hulporganisaties hebben een flinke dosis idealisme,voortkomend uit de opdracht van de Here Jezus om het evangelie uit te dragen in woord en daad.Het is opvallend hoeveel creatieve gaven je bij zendingsmedewerkers tegenkomt.

Beelddrager van GodCreatieve gelovigen doen er goed aan zich te laten inspireren door God, die oneindig creatief is, zo-als we allemaal kunnen zien in de schepping. God heeft dichters geïnspireerd om Psalmen te schrij-ven, die vele miljoenen gelovigen over de hele wereld gezongen hebben. En weet je wie de Bijbel alseerste noemt als geestvervuld persoon? Dat was een kunstzinnig persoon:

"Zie, Ik heb bij name geroepen Besaleël ... en hem vervuld met Gods Geest, met wijsheid, in-zicht en kennis, en dat voor allerlei werk, om ontwerpen te bedenken, om die uit te voeren ingoud, zilver en koper; om stenen te bewerken, om die in te zetten; om hout te snijden enwerkzaam te zijn in allerlei arbeid." (Exodus 31:2-5, NBG1951)

Het is heel eerbaar om als gelovige iets te mogen afbeelden van de creativiteit en veelkleurigheidvan je Schepper. Als creatieve mensen zich door de Heilige Geest laten leiden, kunnen ze een bedie-ning hebben met allerlei kunstuitingen zoals bijvoorbeeld muziek, dans en drama. Ook in kinder- ofjeugdwerk kunnen ze heel wat van hun creativiteit kwijt.

Te idealistisch en onrealistischDoor hun bovengemiddelde verbeeldingskracht kunnen creatieve mensen helemaal in hun eigendenkwereld opgaan. Ze doen er goed aan zich te mengen met andere soorten mensen om te voor-komen dat ze te veel vervreemden van de wereld om hen heen. Ook moeten ze bedenken dat Jezus,hoewel Hij soms heel alternatief was in woord en gedrag, gewoon een mens onder de mensen bleef.

Page 60: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 18 -

Door hun sterke behoefte aan idealen hebben ze vaak een onrealistische kijk op het leven. De we-reld voldoet helaas niet aan hun hooggestelde idealen en ze kunnen in een zelfgemaakte droomwe-reld gaan leven. Sommige creatieve gelovigen hebben de neiging overdreven geestelijk te worden.Ze zetten zich dan af tegen de boze wereld, waar ze niet al te goed mee kunnen communiceren endan vluchten ze weg in het wereldje van God en henzelf.

Als je een van deze eigenschappen bij jezelf tegenkomt, oefen je er dan in om steeds de realiteitonder ogen te zien. Bedenk dat God je alle kracht wil geven om in het hier en nu te leven. We wetendat de realiteit van vandaag ver afwijkt van wat God bedoeld heeft. De ideale wereld komt er aan,dat heeft God beloofd. Het is de kunst om vandaag creatief om te gaan met de beperkte mogelijk-heden die de huidige maatschappij biedt om daarmee iets van Gods wereld te laten zien. Dat is eenprachtige uitdaging voor creatieve geesten.

Tips voor verstandelijke gelovigenTot nu toe hebben we ons vooral gericht op de geestelijke aspecten van het omgaan met je karakter.Dat neemt niet weg dat je ook de verantwoordelijkheid hebt voor een goed beheer van de lichame-lijke en zielse kanten van je leven, die een goede ontwikkeling van je karakter kunnen bevorderen ofafremmen. Hier volgen enkele praktische handreikingen om vervormingen en schreefgroei van jekarakter tegen te gaan en om het proces van geloofsgroei te ondersteunen. Pas op voor eenzijdig bezig zijn met denkwerk. Besteed voldoende tijd aan sport en lichaamsbeweging om een goede lichamelijke conditie te

behouden. Zorg voor voldoende ontspanning en rust. Jaag jezelf niet op om te hoge prestaties te willen

leveren, want de kans is groot dat je dan vroeg of laat een burn-out of iets dergelijks krijgt. Als je vol bent van bepaalde idealen, zorg ervoor dat je goed zicht hebt op de realiteit; anders ga

je in een droomwereld leven en isoleer je jezelf van je omgeving. Probeer wat meer te relativeren door onderscheid te maken tussen hoofdzaken en bijzaken.

Wees nauwgezet in hoofdzaken, maar wat soepeler in bijzaken.

Zie ook de karakterstudie van een verstandelijke Bijbelfiguur in hoofdstuk ' Mozes'.

9.3.10. Gevoelsmatig karakterGevoelsmatige mensen laten zich bij voorkeur leiden door hun gevoel. Ze uiten hun gevoelens dui-delijker dan anderen. Ze hebben een spontane, aantrekkelijke, mensgerichte persoonlijkheid. Zelaten zich ook sterk leiden door hun gemoed, waar immers de diepste gevoelens en verlangens vanhun hart een rol spelen.

Page 61: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 19 -

Hier volgt een overzicht van de eigenschappen die we tegenkomen bij gevoelsmatige mensen metzowel hun karaktergaven als hun karakterzwakheden.

hoofd-eigenschap

karakterbehoeften karaktergaven karakterzwakheden mogelijke negatieveeigenschappen

levendig afwisseling, opwin-ding,beweging

spontaan, open,uitbundig

- te impulsief- niet erg beheerst

- wispelturig, druk,opschepperig- instabiel, zwakkewil

sociaal relaties,gezelschap,aandacht

aanhankelijk, mee-levend

- te veel op mensengericht- niet erg zelfstan-dig

- opdringerig, praat-ziek- onzelfstandig

ruimhartig warmte, ruimte,zichzelf geven

royaal, zorgeloos - te ruimdenkend- niet erg gewe-tensvol

- slordig, toegeeflijk- inconsequent

Gevoelsmatige karaktereigenschappen

Vanwege hun ervaringsgerichtheid staan gevoelsmatige gelovigen wijd open voor Godervaringen.Door daarvan op bescheiden wijze te getuigen, kunnen ze anderen aansporen meer van Gods aan-wezigheid in hun levens te verwachten. Als gevoelsmatige gelovigen zich door de Heilige Geest latenleiden, hebben ze de gave om snel te reageren op wat hen door God wordt aangereikt. Als ze in deBijbel iets lezen dat hen in het hart aanspreekt, gaan ze er direct mee aan de slag.

OnbescheidenGevoelsmatige mensen zijn geneigd om veel aandacht te besteden aan uiterlijke dingen. Ze genietenvan hun populariteit en hebben de neiging om te pronken met hun aantrekkelijkheid, hun bezittin-gen of wat dan ook. Ze zijn geneigd zelfingenomen te zijn en zichzelf te overschatten.

De Bijbel spoort ons aan tot een eerlijke, echte levenshouding. Oefen je daarom in bescheidenheiden echtheid, doe je dan ook niet mooier voor dan je bent. Besteed geen overdreven aandacht aan jeeigen uiterlijk en andere uiterlijke zaken. Je aantrekkelijkheid komt van God en dat mag nooit eenvoorwerp van trots worden. Dat zou immers een ernstige barrière vormen in je leven met God.

"Uw sieraad moet niet bestaan in iets uiterlijks ... maar uw sieraad moet zijn de verborgenmens van het hart, met het onvergankelijke sieraad van een zachtmoedige en stille geest,die kostbaar is voor God." (1 Petrus 3:3-4, HSV2010)

Mensen zijn trouwens op hun mooist als ze vol zijn van de vrede en de blijdschap van de Heer.

Drie karaktereigenschappenBij gevoelsmatige karakters onderscheiden we drie karaktereigenschappen:1. levendig2. sociaal3. ruimhartig

Deze eigenschappen overlappen elkaar gedeeltelijk. Ze komen bij heel veel mensen voor, in mindereof meerdere mate.

1. Levendig karakterLevendige mensen houden van afwisseling, drukte en opwindende gebeurtenissen. Ze leven ergintens. Ze kunnen uitbundig genieten van de mooie momenten van het leven, maar ook heel veelverdriet ervaren onder moeilijke omstandigheden. Ze laten zich sterk leiden door impulsen van bui-tenaf of ideeën die bij hen opborrelen. Ze kunnen heerlijk spontaan en enthousiast reageren.

Beelddrager van GodGod heeft emoties geschapen om het leven te kunnen beleven. Gelovigen worden in de Bijbel aan-gespoord om hun gevoelens te uiten, bijvoorbeeld blijdschap en verdriet:

Page 62: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 20 -

"Juich de HEER toe..." (Psalm 100:1, NBV2004)

"Verblijd u met hen die blij zijn, en huil met hen die huilen." (Romeinen 12:15, HSV2010)

"Besef uw ellendige staat en treur en huil. Laat uw lachen veranderd worden in treuren enuw blijdschap in droefheid." (Jakobus 4:9, HSV2010)

Als levendige gelovigen zich door de Heilige Geest laten leiden, kunnen hun positieve eigenschappentot even zoveel karaktergaven worden, die tot Gods eer gebruikt kunnen worden. Dan kunnen zebijvoorbeeld goed door God gebruikt worden om van Hem te getuigen. Ze vertellen graag wat Godin hun leven heeft gedaan. Ook zijn ze als geen ander toegerust om op een levendige manier overhet evangelie te vertellen, bijvoorbeeld aan kinderen. Het zijn vaak de aangewezen mensen om eenzangdienst te leiden en hebben ook aanleg voor dans en drama.

ImpulsiefLevendige mensen kunnen last hebben van sterk wisselende stemmingen. Het ene moment kunnenze intens van het leven genieten, maar het volgende moment diep verdrietig zijn. Als ze iets moeilijksmeemaken kunnen ze snel overspannen raken of gedeprimeerd worden. Als hen iets niet zint kun-nen ze onbeheerst zijn in hun uitlatingen en daardoor de mensen in hun omgeving kwetsen. En datmoet dan natuurlijk weer worden goedgemaakt.

Impulsieve mensen zijn meestal wispelturig. Ze zijn vol rusteloze energie en vaak te ongedurig omzich op iets te kunnen concentreren. Ze vervelen zich snel omdat hun innerlijke leven niet erg ont-wikkeld is en vinden al heel gauw dat ze er nodig eens uit moeten. Ze maken voortdurend nieuweplannen, maar maken zelden iets af. Daardoor kunnen ze het op middelbare leeftijd moeilijk krijgen,als ze terugkijken op een leven waarin ze weinig blijvende resultaten hebben bereikt. Gebrek aandiscipline is bij dit alles een van hun grootste problemen. Ze beloven graag van alles, maar vergetennogal eens hun verplichtingen na te komen. Meer dan anderen hebben impulsieve mensen nodigom zelfbeheersing te leren, een van de vruchten van de Geest.

2. Sociaal karakterSociale mensen hebben een warme mensgerichte instelling. Ze houden vooral van relaties, contac-ten en communicatie met andere mensen. Ze zijn aanhankelijk en willen niets liever dan anderemensen een plezier doen. Ze zijn van nature geïnteresseerd in wat andere mensen meemaken enhebben een uitstekend inlevingsvermogen. Ze zijn fijngevoelig en attent en weten als geen ander hetjuiste gebaar te maken, waardoor ze anderen blij kunnen maken.

Beelddrager van GodSociale gelovigen kunnen op een speciale manier door God gebruikt worden om goede die een rela-tie wil met alle mensen die daar voor openstaan.

Als sociaal ingestelde gelovigen zich door de Heilige Geest laten leiden, kunnen hun positieve eigen-schappen tot even zoveel karaktergaven worden, die tot Gods eer gebruikt kunnen worden. Dankunnen ze bijvoorbeeld goed ingezet worden in een welkomstteam in de gemeente. Ook kinderwerkpast meestal goed bij hen. De gave van (vriendschaps)evangelisatie is hen helemaal op het lijf ge-schreven.

Aandacht geven of vragenDoor hun sterke behoefte aan contacten hebben sociaal ingestelde mensen de neiging wel eensopdringerig te zijn en veel tijd en aandacht van anderen te verwachten. Ze hebben vaak niet doordat dit anderen kan afstoten. Zulke mensen kunnen behoorlijk egocentrisch worden, vooral bij hetouder worden. Sociale mensen praten graag (vooral over zichzelf) en kunnen daarbij erg uitweidenover allerlei details. Helaas kan een drukke prater meestal niet zo goed luisteren. De meer evenwich-tige sociale mensen zijn bescheidener en kunnen wel beter luisteren.

Sociale mensen verkopen niet gauw nee als hen iets gevraagd wordt, want ze willen aardig gevon-den worden en niemand voor het hoofd stoten. Jezus durfde zo nodig 'nee' te zeggen tegen mensen

Page 63: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 21 -

die Hem om hulp vroegen. Zijn criterium was niet wat de mensen van Hem verwachtten, maar of hetgoed voor hen was en of de Vader dat goed vond. Hij liet zich niet door anderen leven. Zo mag je zelfook 'nee' zeggen als mensen je iets vragen als er een te zwaar beroep op je wordt gedaan. VraagGod om hulp bij het stellen van prioriteiten en wees niet bang om minder populair te worden bij demensen als je 'nee' moet zeggen. Doe afstand van je recht op acceptatie en waardering en geef deillusie op dat je het iedereen naar de zin kunt of moet maken.

Afhankelijk of zelfstandigSociale mensen zijn doorgaans aanhankelijk van aard. Zij hebben daardoor ook wel een neiging teveel op anderen te leunen, want ze ontlenen hun kracht en veiligheid vooral aan hun familie en hunnetwerk van relaties.

Toch zouden sociale gelovigen een grote fout maken als ze zouden denken betere christenen te zijnomdat ze zo goed en zo graag met mensen omgaan. Het belangrijkste Bijbelse gebod is immers omje medemens lief te hebben en oppervlakkig gezien ligt dat hen van nature heel goed. Maar socialeliefde is iets anders dan de zegenende liefde, die niet wederkerig is maar die liefheeft zonder ietsterug te verwachten. En als ze eerlijk zijn, moeten veel sociale gelovigen erkennen dat er achter hunsociale instelling net zo goed een flinke portie zelfzucht zit als bij alle andere mensen. Gaat het ECHTom het dienen van hun medemensen of doen ze het vanwege hun sterke behoefte aan menselijkcontact en aan waardering en acceptatie door anderen?

Sociale gelovigen doen er goed aan een stuk zelfstandigheid in hun leven op te bouwen. Door na-drukkelijker vanuit Gods Woord te leven leren ze gedragspatronen op te bouwen, die niet afhangenvan andere mensen. Zij moeten ook leren er vrede mee te hebben dat ze wel eens alleen zijn enleren genieten van de omgang met hun hemelse Vader.

3. Ruimhartig karakterZoals het woord al zegt hebben ruimhartige mensen veel ruimte in hun hart, vooral voor mensen. Zestaan ook wijd open voor wat er vanuit hun omgeving naar hen toe komt. Het zijn ook makkelijkemensen, waarbij alles kan. Ze komen doorgaans ontspannen en zorgeloos over. Ze leven in het he-den, maken zich niet druk over wat er in het verleden is misgegaan en hebben geen zorgen over detoekomst.

Ruimhartige mensen zijn royaal in de breedste zin van het woord. Ze zijn vrijgevig en zijn oprechtbewogen met mensen die hulp nodig hebben. Ze zetten hun hart open voor mensen in nood en to-nen welgemeend meeleven met anderen. Ze houden ervan andere mensen te bemoedigen en eenarm om hun schouder te leggen.

Beelddrager van GodRuimhartige gelovigen doen er goed aan zich te laten inspireren door God, die oneindig ruimhartigis. Als geen ander kunnen ze iets van Gods vaderhart laten zien, dat bewogen is met mensen envooral met mensen in nood. Door hun positieve, warme houding tegenover anderen laten ruimhar-tige gelovigen iets zien van Gods warmhartigheid en vergevingsgezindheid.

Als ruimhartige gelovigen zich door de Heilige Geest laten leiden, kunnen hun positieve eigenschap-pen tot even zoveel karaktergaven worden, die tot Gods eer gebruikt kunnen worden. Dan kunnenze bijvoorbeeld goed ingezet worden om mensen te helpen die het moeilijk hebben. Als ze ook eenluisterend oor hebben voor mensen, kunnen ze in de plaatselijke gemeente ook geschikt zijn voorcontactpastoraat en voor het bezoeken van ouderen.

Te ruimdenkend en inconsequentRuimhartige mensen zijn vaak ook ruimdenkende mensen, ook in de verkeerde betekenis van hetwoord. Doordat ze vooral hun gevoel laten spreken, speelt hun geweten een te zwakke rol. Daar-door zijn ze eerder geneigd om inconsequent te zijn in hun gedrag en om compromissen te maken.Verder kan hun natuurlijke onbezorgdheid ook verworden tot kortzichtigheid, waardoor ze weinig

Page 64: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 22 -

visie hebben voor de lange termijn. Doordat ze zo makkelijk leven, kunnen het heel rommelige men-sen zijn, in allerlei opzichten.

Gods leefregels zijn er niet zozeer voor mensen die van nature al erg consequent zijn, maar vooralvoor mensen die het van nature niet zijn, dus vooral voor ruimhartige gelovigen. Dank God voor zijnleefregels, ze geven je de steun en structuur, die je zo hard nodig hebt. Bedenk dat ruimhartigheidsoms als een dekmantel voor ongehoorzaam gedrag kan worden gebruikt! Maar wanneer je je houdtaan zijn Woord, blijft er genoeg bewegingsruimte over om je speciale gaven te benutten. Bedenk datJezus in alles gehoorzaam was aan de Vader en dat Hij volledig volgens Gods levenswet heeft ge-leefd.

Neiging tot verwennenRuimhartige ouders hebben de neiging om toegeeflijk te zijn en hun kinderen onvoldoende te corri-geren. Ook hebben ze de neiging om hun kinderen meer te geven dan goed voor ze is. Verwennenzorgt op korte termijn voor een stukje dankbaarheid van kinderen en daar genieten ruimhartigeouders erg van. Dat de kinderen er op langere termijn door bedorven worden dringt niet tot hendoor, omdat ze niet gewend zijn aan langtermijn denken. Over opvoeding staat speciaal voor heneen behartigenswaardige spreuk in de Bijbel:

"Wie de roede spaart, haat zijn zoon" (Spreuken 13:24, NBG1951)

We kennen allemaal het spreekwoord: "Zachte heelmeesters maken stinkende wonden." Voorruimhartige mensen zijn dit geen favoriete spreuken, maar ze zijn o zo noodzakelijk om hen in balanste houden! Uit de geschiedenis van de profeet Eli (2 Samuël 2:11-26) kunnen we zien dat zijn toe-geeflijkheid ten opzichte van zijn zoons als zware zonde werd aangerekend. Daardoor was hij er im-mers voor verantwoordelijk dat zijn zoons een slecht karakter ontwikkelden en dat daardoor veelzonde in Israël kwam.

In Hebreeën 12 lezen we dat God zijn kinderen 'tuchtigt' en dat betekent niet dat Hij de zweep erover legt. Het wil zeggen dat Hij op allerlei manieren en vaak door levensomstandigheden ons zo wilopvoeden tot geestelijke volwassenheid en afhankelijkheid van Hem. Daarom moeten we ook zelfopenstaan voor de correctie vanuit Gods Woord en ook consequent zijn in het corrigeren van onzekinderen, wanneer nodig. Ook dat hoort bij liefdevol ouderschap. Niet ons gevoel, maar God Woordmoet het laatste woord hebben.

Tips voor gevoelsmatige gelovigenTot nu toe hebben we ons vooral gericht op de geestelijke aspecten van het omgaan met je karakter.Dat neemt niet weg dat je ook de verantwoordelijkheid hebt voor een goed beheer van de lichame-lijke en zielse kanten van je leven, die een goede ontwikkeling van je karakter kunnen bevorderen ofafremmen. Hier volgen enkele praktische handreikingen om vervormingen en schreefgroei van jekarakter tegen te gaan en om het proces van geloofsgroei te ondersteunen. Maak af wat je begonnen bent en begin dan pas met iets nieuws. Anders bereik je niets in je

leven. Leer om te kunnen gaan met alleen zijn; je hoeft niet altijd onder de mensen te zijn. Probeer goede disciplines te ontwikkelen in je dagelijkse werkzaamheden en vooral ook in huis.

Vermijd rommel en chaos in je leefomgeving. Dat gaat niet vanzelf. Laat je populariteit bij andere mensen niet je hoogste prioriteit hebben. Oefen je in bescheidenheid en besteed niet te veel aandacht aan uiterlijke dingen om op te val-

len of bewonderd te worden. Spreek de waarheid zonder te overdrijven of op te scheppen. Wees echt en speel geen toneel in

het dagelijks leven. Maak geen drama van dingen die het niet waard zijn. Als je geneigd bent tot impulsaankopen, ga dan niet de deur uit met een volle portemonnee en

laat je betaalpas thuis als je hem niet echt nodig hebt. Als je behoefte hebt aan sociale contacten, dring jezelf dan niet op aan anderen.

Page 65: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 23 -

Probeer in gesprekken met mensen niet alleen over jezelf te praten en wat jij hebt meegemaakt.Oefen jezelf in aandachtig luisteren naar de ander, zonder het onderwerp naar jezelf toe te trek-ken.

Durf eerder 'nee' te zeggen als mensen je iets vragen dat onredelijk is of wat je niet aankunt.Mensen die daar moeite mee hebben zijn bang dat de ander hen dan niet meer aardig vindt. Jekunt het onmogelijk iedereen naar de zin maken.

Houd er een eigen mening op na en praat mensen niet naar de mond om aardig gevonden teworden. Ontwikkel een gezonde zelfstandigheid.

Wees consequent in je optreden, vooral in de opvoeding van kinderen.

Zie ook de karakterstudie van een gevoelsmatige Bijbelfiguur in hoofdstuk 'Petrus'.

9.3.11. Wilskrachtig karakterWilskrachtige mensen kenmerken zich door hun sterke wil. Ze zijn optimistisch van aard, vol zelfver-trouwen en nemen snel beslissingen. Ze zijn actief, dynamisch en kunnen hoge prestaties leveren. Zelaten zich motiveren door hun toewijding aan verantwoordelijkheden, taken en doelstellingen, kort-om de dingen waar ze hun hart op zetten (loyaliteit). Het zijn onvermoeibare doorzetters die zichniet door de omstandigheden van hun stuk laten brengen.

Hier volgt een overzicht van de eigenschappen die we tegenkomen bij wilskrachtige mensen metzowel hun karaktergaven als hun karakterzwakheden.

hoofd-eigenschap

karakterbehoeften karaktergaven karakterzwakheden mogelijke negatie-ve eigenschappen

zelfstandig zelfstandigheid, avon-tuur, vernieuwing

zelfredzaam, on-dernemend

- te zelfstandig- niet erg sociaal

- eigenzinnig, werk-verslaafd- solistisch

gezagvol verantwoordelijkheid,macht, respect

geboren leider,verantwoordelijk

- te veel gezag- niet erg volgzaam

- autoritair, onge-voelig- trots

vastberaden actie, uitdaging, risico-s, strijd

moedig,doorzetter - te krachtdadig - agressief, wreed,wedijverig- onbedachtzaam

Wilskrachtige karaktereigenschappen

Te prestatiegerichtDe Bijbel geeft het voorbeeld van een actieve vrouw, die teveel in haar werk opging: Marta. Om tebeginnen wil ik het voor haar opnemen, want ze is niet erg populair bij Bijbellezers omdat Jezus haareen keer heeft terechtgewezen. Maar bekijk haar eens van een andere kant. Haar toewijding aanJezus was overduidelijk en Jezus waardeerde die heel erg. Maar ze was zo druk met het WERK voorde Heer, dat ze geen tijd had voor de Heer zelf. Door zijn corrigerende woorden wilde Jezus haar, enmisschien ook jou, helpen om beter in balans te komen

Vooral wilskrachtige gelovigen hebben er moeite mee om te leven uit genade. Prestaties en succesworden erg gerespecteerd in de wereld, maar in de hemel geldt het tegenovergestelde: hoe meer jehebt geleerd uit genade te leven en te dienen, des te hoger sta je op de geestelijke ladder.

Wilskrachtige mensen denken vaak dat ze het helemaal gemaakt hebben. Toch zijn ze in geestelijkezin vaak erg hulpbehoevend. Immers, de kracht van een christen bestaat in het zich afhankelijk we-ten van Jezus. God heeft veel moeite gedaan om dit principe uit te werken in het leven van de wils-krachtige Paulus. In Filippenzen 3:5-11 legt hij uit dat hij bevrijd is van zijn trots. Alles waar hij zichooit voor op de borst had geslagen (vooral zijn prestaties) heeft hij als waardeloze troep bij het grofvuil gezet om zich voortaan volledig aan Jezus toe te wijden.

Page 66: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 24 -

TrotsWilskrachtige mensen hebben de neiging om trots te zijn op wat ze zijn, op hun uiterlijke schoon-heid, lichamelijke kracht, overwicht over anderen, bezittingen, prestaties of wat dan ook. Ze willengraag door veel mensen bewonderd te worden.

Wilskrachtige gelovigen moeten vooral veel leren over nederigheid. De opdracht om de ander be-langrijker te achten dan jezelf (Filippenzen 2:3) is een van hun grootste geloofsuitdagingen. Hetvoorbeeld van Jezus, die al zijn macht en luister heeft afgelegd om mens te worden en aan een ver-vloekt kruis te sterven, dient een grote inspiratiebron voor hen te zijn. Lees Filippenzen 2:5-11 ermaar op na en zie wat het gevolg was van Jezus' nederige houding: dat Hij uiteindelijk de allerhoog-ste machtspositie van het heelal zou ontvangen. Dienend leiderschap, daar gaat het om in het Ko-ninkrijk van God.

Drie karaktereigenschappenBij wilskrachtige karakters onderscheiden we drie karaktereigenschappen:1. zelfstandig2. gezagvol3. vastberaden

Deze eigenschappen overlappen elkaar gedeeltelijk. Ze komen bij heel veel mensen voor, in mindereof meerdere mate.

1. Zelfstandig karakterZelfstandige mensen hebben behoefte aan nieuwe uitdagingen en persoonlijk succes. Ze kunnen zichheel goed redden zonder hulp van anderen en velen van hen zijn geboren solisten. Het zijn dan ookrasechte pioniers. Doordat ze ondernemend zijn hebben ze het in zich om als zelfstandige zakenmante beginnen en er met hard werken een bloeiend bedrijf van te maken. Binnen een groep zijn zijdegenen die de initiatieven nemen en een voortrekkersrol nemen, zodat anderen hun voorbeeldkunnen volgen. Het zijn echte vernieuwers, die hun tijd vaak vooruit zijn. Terwijl anderen nog moe-ten nadenken of hun plannen geen risico’s opleveren, hebben zij ze al bijna uitgevoerd.

Beelddrager van GodZelfstandige gelovigen doen er goed aan zich te laten inspireren door God, die als enige leven inzichzelf heeft en dus volkomen eigenmachtig is. God heeft niemand nodig om zijn doelen te berei-ken. God is in alles de eerste, degene die alle initiatieven heeft genomen en die alles wat Hij onder-neemt tot een succesvol einde brengt.

Als zelfstandig geaarde gelovigen zich door de Heilige Geest laten leiden, kunnen hun positieve ei-genschappen tot even zoveel karaktergaven worden, die tot Gods eer gebruikt kunnen worden. Zehebben immers van nature een pioniersgeest, zodat ze geschikt zijn voor allerlei baanbrekend werk,zoals bij zendingsorganisaties. Ook kunnen ze organisaties opstarten, die zich inzetten voor allerleichristelijk werk. Ze kunnen ook een voortrekkersrol spelen bij noodzakelijke vernieuwingstrajecten.

Een duidelijk Bijbels voorbeeld van een zelfstandige gelovige is Nehemia, die in zijn eentje het initia-tief nam om met een groep ballingen vanuit Babylonië naar Jeruzalem te verhuizen om de stad teherbouwen. Hij had de ware pioniersgeest en was heel doelgericht bezig. Hij liet zich niet afleidendoor vijanden die hem wilden ontmoedigen, maar zorgde voor een goede verdediging en een werk-baar actieplan. Hij was geen man met profetische gaven of diepzinnige wijsheden, maar wist zich welafhankelijk van God en ging aan het werk. Hij was een machtig middel in Gods hand om een nieuwefase in zijn plan met Israël op te starten.

Te zelfstandig, eigengereidBinnen het kader van de gemeente moeten zelfstandig ingestelde gelovigen leren om harmonischsamen te werken met anderen die minder snel en actief zijn dan zij zelf. Ze hebben andere krachtigepersoonlijkheden naast zich nodig om hen in toom te houden, zodat ze hun waardevolle gaven kun-nen ontwikkelen zonder dat ze er brokken mee maken.

Page 67: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 25 -

Onafhankelijk ingestelde gelovigen denken vaak dat ze Gods leiding en hulp niet nodig hebben om-dat ze vertrouwen op hun eigen intuïtie en praktische kijk op de dingen. Daarom is het ook zo moei-lijk voor hen om uit genade te leven. Ze zouden liever door eigen prestaties Gods genegenheid willenverdienen. Door hun solistische instelling miskennen ze Gods bedoeling met de Gemeente, die ons isgegeven om elkaar te ondersteunen en aan te vullen, en zelfs de meest zelfstandige mensen hebbenanderen nodig.

Door een te onafhankelijke instelling hebben veel zelfstandige gelovigen de neiging behoorlijk eigen-zinnig te zijn. Ze staan dan niet erg open voor adviezen van anderen en zijn moeilijk van hun ongelijkte overtuigen. Je ziet dan ook vaak dat deze mensen vaak wat koel en ongenaakbaar overkomen.Door hun zelfbewuste optreden veroorzaken ze gevoelens van minderwaardigheid bij anderen enzien ze vaak niet wat die anderen goed doen. Als ze zich hiervan bewust zijn en zich meer toeleggenop het leren waarderen van andere soorten mensen, kunnen ze hun gaven ook beter kwijt in hunomgeving. Verder is er niets mis met een sterke wil, als die maar getemd en geleid wordt door deHeilige Geest. Alleen dan kunnen ze hun doel bereiken.

2. Gezagvol karakterGezagvolle mensen hebben vooral behoefte aan verantwoordelijkheid, macht en bewondering vanmensen. Het zijn geboren leiders. Ze voelen al gauw verantwoordelijk voor iets en zijn bereid deconsequenties te accepteren voor de verantwoordelijkheid die hen is toevertrouwd. Door hun objec-tieve, praktische instelling kunnen zij goed organiseren. Ze zijn besluitvast en houden het hoofd koelonder alle omstandigheden. Ze kunnen anderen motiveren, maar ook streng zijn. Ze houden niet vancompromissen en hebben van nature een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Al met al dwingt hun lei-derschap respect af.

Beelddrager van GodGezagvolle gelovigen doen er goed aan zich te laten inspireren door God, die zelf ook gezagvol is.God is de bestuurder van het heelal en wordt in de Bijbel veelvuldig aangeduid met titels als Heer,Heerser, Vorst, Koning, Allerhoogste Majesteit en Rechter. Gods wil wordt uitgevoerd. Hij heeft alleautoriteit om goede mensen te belonen en slechte mensen te straffen. Verder geeft God ook hemel-se autoriteit aan gelovigen, die iedere gelovige mag hanteren in verbondenheid met Jezus. Latengelovigen met een gezagvol karakter vooral uit DIE autoriteit handelen, en niet vanuit eigen per-soonlijk overwicht.

Als gezagvolle gelovigen zich door de Heilige Geest laten leiden, kunnen hun positieve eigenschap-pen tot even zoveel karaktergaven worden, die tot Gods eer gebruikt kunnen worden. Dan kunnenzich bijvoorbeeld ontwikkelen tot dynamische en charismatische leiders, waaraan de mensen dieonder hun gezag staan, zich kunnen optrekken. Ze kunnen anderen ook goed motiveren, zodat hetbeste uit hen naar boven kan komen. Voorwaarde voor gelovige leiders is wel dat ze zich stellenonder het gezag en de correctie van anderen, omdat ze anders het gevaar lopen te veel macht eninvloed naar zich toe te trekken. Binnen het Koninkrijk van God is er een voortdurend tekort aanmensen met leidinggevende kwaliteiten.

Het dragen van verantwoordelijkheid is natuurlijk een opdracht voor ieder mens.

AutoritairHelaas, bij gezagvolle mensen kan de behoefte aan verantwoordelijkheid gemakkelijk ontaarden toteen begeerte naar macht. Hun gedrag wordt dan vaak autoritair. We kennen allemaal voorbeeldenvan tirannen; velen van hen zijn van het gezagvolle type. Een gezagvolle man heeft bijvoorbeeld deneiging zijn vrouw te weinig ruimte te gunnen en haar te domineren, waardoor zij ernstig ontregeldkan raken in haar ontwikkeling. Een vrouw met deze eigenschap heeft de neiging 'de broek aan tetrekken' en de leiding van het gezin op zich te nemen, vooral als ze getrouwd is met een volgzameman. Autoritair optredende mensen kunnen hardvochtig of zelfs wreed zijn. Daarmee kunnen zeanderen in hun gevoelens kwetsen.

Page 68: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 26 -

Ook het ouderschap biedt veel mogelijkheden om verantwoordelijkheid en leiderschap te laten zien.Gezagvolle vaders zijn meestal streng en eisen veel discipline van hun kinderen. Daarin hebben zeneiging om verder te gaan dan opvoedkundig verantwoord is.

"Vaders, misbruik tegenover uw kinderen uw macht niet, want dan ontneemt u hun allemoed." (Kolossenzen 3:21, HB2008)

God is er niet op uit om gezagvolle mensen te breken, maar om hen om te vormen tot verantwoor-delijke leiders, onder wiens leiding velen zich kunnen ontplooien en veilig voelen. Onderwerp je vol-ledig aan God. Dat is voorwaarde voor goed leiderschap zoals God het heeft bedoeld.

3. Vastberaden karakterVastberaden mensen hebben bovengemiddelde lichamelijke en mentale kracht. Ze hebben een ster-ke persoonlijkheid en stralen een zeker overwicht uit. Ze zijn moedig en strijdbaar. Ze hebben vooralbehoefte aan strijd, risico's en uitdagingen. Het zijn echte vechters en willen zich graag meten metanderen. Ze zijn moedig en geven het niet gauw op. Ze zijn bereid om zo nodig risico's te nemen, ja,het gevaar oefent zelfs een bepaalde aantrekkingskracht op hen uit.

Beelddrager van GodVastberaden gelovigen doen er goed aan zich te laten inspireren door God, die oneindig daadkrach-tig is. God is buitengewoon vastberaden en machtig. Er is niets wat Hij niet kan doen. Gods grootsteoverwinning vond plaats toen Jezus aan het kruis stierf en op de derde dag werd opgewekt. God is instaat ieder alle nodige hulp en kracht te verlenen aan wie Hij maar wil.

Als vastberaden gelovigen zich door de Heilige Geest laten leiden, kunnen hun positieve eigenschap-pen tot even zoveel karaktergaven worden, die tot Gods eer gebruikt kunnen worden. Dan kunnenzij steunpilaren zijn binnen het Koninkrijk van God. Ze kunnen zwakkeren beschermen tegen dreigin-gen van buitenaf. Ook kunnen ze hun mogelijkheden inzetten om het kwade te bestrijden. Het voe-ren van geestelijke strijd kan hen ook aanspreken, waarbij ze niet inzetten op hun eigen kracht enhun natuurlijke overwicht, maar op die van de Heilige Geest.

Het Koninkrijk van God is één grote uitdaging en er is genoeg te strijden. De overwinning is al be-haald, waarbij Jezus de grote Overwinnaar en kampioen is. In zijn kracht kan elke gelovige ingescha-keld worden in de geestelijke strijd en dat aspect van het leven met God zal vastberaden gelovigenzeker aanspreken. Maar speciaal voor hen is belangrijk dat Gods kracht zich alleen openbaart bijmensen die zich zwak weten.

Strijd de goede strijdVastberaden mensen kunnen het slecht hebben als anderen betere prestaties leveren dan zij. Daar-door werken ze nogal eens met hun ellebogen om anderen desnoods met geweld voorbij te streven.Tegelijk kunnen ze slecht omgaan met mislukkingen.

Vastberaden gelovigen zijn vaak zo gericht op allerlei uitdagingen, dat ze de hand van God niet altijdontdekken in hun leven. Hun kracht blijkt vaak allerlei verleidingen op te roepen. Een duidelijk voor-beeld uit de Bijbel is de vastberaden, krachtdadige Simson, die alleen maar dacht aan zelfrealisatie,wraaknemingen en meppen. Hij had duidelijk een zwak voor vrouwen en zoals we weten waren zijnamoureuze avonturen de oorzaak van zijn ondergang. Wie zijn kracht niet weet te beheersen en tegebruiken binnen de grenzen van Gods wil, gaat door die zelfde kracht te gronde.

De Bijbel spoort ons niet zozeer aan om anderen te overtreffen, maar om het te winnen van onzeoude natuur. Dat is misschien wel de wedloop waar Paulus verscheidene malen op doelt in zijn brie-ven. Zorg dat je nieuwe natuur het van je oude natuur wint. Pas dan zul je de overwinningskransbehalen!

"Strijd de goede strijd van het geloof..." (1 Timoteüs 6:12, HSV2010)

Page 69: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 27 -

De Bijbel roept je op tot een goede strijd. Deze strijd is gericht tegen de satan en zijn demonen, niettegen mensen met een andere mening, levenswijze of religie.

Explosief, ombeheerstVastberaden gelovigen nemen soms onverantwoord grote risico's. De behoefte aan strijd en uitda-gingen kan helaas maar al te gauw verworden tot agressiviteit en vechtlust. Omdat ze zo snel reage-ren en direct geneigd zijn hun persoonlijke kracht en overwicht in te zetten, nemen ze weinig tijd omna te denken voordat ze handelen of spreken. Daardoor kunnen ze opvliegend en explosief reagerenals ze zich ergens boos over maken.

Maar er is ook een andere manier om met een vastberaden karakter om te gaan, namelijk door zelf-beheersing als vrucht van de Geest, want vooral daarin kan iemand zijn werkelijke kracht tonen.

"Een geduldig man is meer dan een groot strijder en wie zichzelf bedwingt is meer dan wieeen stad verovert." (Spreuken 16:32, WV1995)

Als een vastberaden gelovige zich weet te beheersen en alleen zijn kracht gebruikt om het goede tebewerkstelligen, dwingt hij groot respect af bij vriend en vijand. Een ook al lijken zijn gaven mindergeestelijk dan sommige andere, ook hij is als Gods evenbeeld geschapen om Koning Jezus te erendoor zijn gaven in te zetten voor het Koninkrijk.

Tips voor wilskrachtige gelovigenTot nu toe hebben we ons vooral gericht op de geestelijke aspecten van het omgaan met je karakter.Dat neemt niet weg dat je ook de verantwoordelijkheid hebt voor een goed beheer van de lichame-lijke en zielse kanten van je leven, die een goede ontwikkeling van je karakter kunnen bevorderen ofafremmen. Hier volgen enkele praktische handreikingen om vervormingen en schreefgroei van jekarakter tegen te gaan en om het proces van geloofsgroei te ondersteunen. Pas op voor werkverslaving. Laat eventuele successen of populariteit je niet naar het hoofd stijgen. Denk niet dat je alles zelf

kunt en niemand nodig hebt. Respecteer andere mensen, ook zwakkere mensen of mensen die trager werken en denken dan

jezelf. Wees niet autoritair, dominant of hardvochtig tegen anderen. Respecteer hun gevoelens. Wees in de opvoeding niet te strikt. Kinderen hoeven niet perfect te worden. Als je een positie van leiderschap inneemt: zorg ervoor dat anderen je kunnen corrigeren en in

toom kunnen houden, voor je eigen bescherming en voor de bescherming van anderen. Probeer niet steeds anderen te overtroeven of van hen te winnen. Neem geen onverantwoorde risico's en zoek het gevaar niet op. Gebruik je kracht en invloed om zwakkeren te beschermen en te hulp te komen. Strijd tegen onrechtvaardigheid en oneerlijkheid, niet om zelf de top te bereiken. Pas op voor opwellingen van boosheid of agressiviteit. Ze leiden nooit tot iets goeds.

Zie ook de karakterstudie van een wilskrachtige Bijbelfiguur in hoofdstuk 'Paulus'.

9.3.12. Evenwichtig karakterBij mensen met een evenwichtig karakter is er een goede balans tussen verstand, gevoel en wil,waardoor ze een rustige persoonlijkheid hebben. Bij hen is het 'doen' vooral van belang, het gedragdus. Ook spelen gewoonten, routine en ervaring een belangrijke rol in hun leven. Hun gedrag wordtin mindere mate bepaald door omgevingsfactoren en dat zorgt voor stabiliteit in hun leven.

Page 70: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 28 -

Hier volgt een overzicht van de eigenschappen die we tegenkomen bij evenwichtige mensen metzowel hun karaktergaven als hun karakterzwakheden.

hoofd-eigenschap

karakterbehoeften karaktergaven karakterzwakheden mogelijke negatie-ve eigenschappen

beheerst zekerheid, rust, stabili-teit, bekende dingen

geduldig, punctu-eel, opgeruimd

- weinig gemoti-veerd

- behoudzuchtig,traag

volgzaam harmonie, leider bovenzich, veiligheid

dienstbaar, gemoe-delijk

- te volgzaam - lijdelijk, onzelf-standig- vreesachtig

praktisch regelmaat, structuur,concrete dingen

ijverig, ordelijk,efficiënt

- te routinematig - saai, fantasieloos

Evenwichtige karaktereigenschappen

Hun kwaliteiten vallen misschien minder op dan bij veel anderen, maar zij blinken zonder meer uit inveelzijdigheid. Evenwichtige mensen zijn uitstekend toegerust om heel veel soorten werk te doen,ook binnen de plaatselijke gemeente, zoals secretariaat, het beheren van financiën, pastoraat, kos-tersdiensten, kortom allerlei taken variërend van eenvoudig tot zeer complex.

Alle mensen ontwikkelen meer evenwichtige eigenschappen naarmate ze ouder worden. Dat is ookniet zo vreemd als we bedenken dat ouderen steeds meer vanuit routine en ervaring handelen. Descherpe kantjes gaan dan wat meer van hun persoonlijkheid af en ... ook wijsheid komt met de jaren.

Drie karaktereigenschappenBij evenwichtige karakters onderscheiden we drie karaktereigenschappen:1. beheerst2. volgzaam3. praktisch

Deze eigenschappen overlappen elkaar gedeeltelijk. Ze komen bij heel veel mensen voor, in mindereof meerdere mate.

1. Beheerst karakterBeheerste mensen zijn geduldig en kalm van aard en ze weten hun emoties uitstekend te beheersen.Ze laten ook niet gemakkelijk merken wat in hen omgaat. Zij blijven kalm of zelfs onverstoorbaaronder bijna alle omstandigheden en zijn uitstekend bestand tegen stress. Ze zijn bedachtzaam enzullen niet gauw risico's nemen. Tegelijk zijn het opgeruimde, tevreden mensen die veel van hetleven kunnen genieten. Het zijn vooral toeschouwers, die hun omgeving rustig in zich opnemen. Zezeggen niet veel, maar zien alles. Daardoor komen ze vaak wat afstandelijk over, maar ze hebbenwel een goed gevoel voor (meestal droge) humor.

Beheerste mensen houden van alles wat vertrouwd is. Ze bewaren en behouden graag wat ze heb-ben. Ze zijn over het algemeen behoudend en hechten aan goede tradities. Ze gaan economisch metgeld om en weten wat sparen is. Veel boekhouders en penningmeesters hebben zo'n beheerst ka-rakter. Ze zijn trouw in vriendschappen en zijn gewend te doen wat ze beloven.

Beelddrager van GodBeheerste gelovigen doen er goed aan zich te laten inspireren door God, die oneindig trouw is. Godis eeuwig en altijd dezelfde en volkomen onveranderlijk. God is volkomen beheerst in zijn emoties enin zijn manier van optreden.

Voor beheerste gelovigen is het goed om te weten dat God in al hun behoeften voorziet. Jezus be-loofde rust aan alle mensen die Hem willen volgen en die willen leren om zachtmoedig en nederig teworden (Matteüs 11:28-30). Rusten in de Heer is een voorrecht en een opdracht, die beheerstemensen meer aanspreekt dan anderen.

Page 71: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 29 -

De Bijbel voorziet in de menselijke behoefte aan vastigheid. Gods Woord is eeuwig, zijn beloftenstaan vast als een huis. Als beheerste gelovigen vanuit die vaste beloften van God leren leven, wetenze zich veilig binnen een onwankelbare structuur. Als ze zich door de Heilige Geest laten leiden, kun-nen hun natuurlijke zachtmoedigheid, zelfbeheersing en geduld tot geestelijke vruchten worden, entot karaktergaven waarmee ze hun geloofsgenoten kunnen dienen, bijvoorbeeld in pastoraal werk.Want ze kunnen luisteren als geen ander en laten zich niet meeslepen door emotionele verhalen.Ook doen ze het uitstekend als penningmeesters. Ze zijn punctueel en betrouwbaar. Door hun zelf-beheersing kunnen ze een tegenwicht vormen tegenover medegelovigen die steeds te hard van sta-pel lopen.

PassiefEvenwichtige gelovigen kenmerken zich door een langzaam maar zeker geestelijk groeiproces, metveel minder ups en downs dan anderen. Ze hebben vooral strijd om God te vertrouwen voor hunveiligheid en welzijn en om veranderingen in hun leven te accepteren. Ze hebben andere gelovigennaast zich nodig om hen te prikkelen tot wat meer initiatief en hen te stimuleren om hun gaven teontwikkelen.

Het is waar, de Bijbel spoort ons aan om te rusten in de Heer, maar dat betekent niet dat je steedseen afwachtende houding moet aannemen. God geeft je de rust in Jezus als vertrekpunt. Vanuit diebasis kun je actief worden voor de Heer, stappen nemen in het geloof en geestelijke vrucht dragen.Vooral beheerste gelovigen moeten ervoor waken om geen passieve gelovigen te worden.

BehoudzuchtigHelaas kunnen beheerste gelovigen vaak zo vast zitten aan hun ideeën en regels dat het starre men-sen zijn geworden. Als iemand hen een kant op probeert te trekken waar ze niet heen willen, zettenzij hun hakken in het zand en verzetten ze zich zo koppig als een ezel. Omdat ze een hekel aan ver-anderingen hebben, zijn ze vaak conservatief. In kerken uit zich dat vaak in overdreven vasthoudenaan tradities en in weerstanden tegenover vernieuwingen.

Ook al is het heel belangrijk om het goede te bewaren, er moet een gezonde balans blijven tussenbewaren en vernieuwen. De Bijbel roept ons bijvoorbeeld op om God te prijzen met nieuwe liede-ren, kortom vernieuwing is in dat opzicht niet verkeerd. Het past uitstekend in Gods plan.

Zuinige mensen moeten zich realiseren dat God buitengewoon royaal is doordat Hij zijn Zoon heeftgegeven en ons met Hem 'alle dingen geschonken heeft' (Romeinen 8:32). God voorziet niet alleennu, maar ook in de toekomst, zodat je je niet voor alles hoeft in te dekken. Leef dan ook vanuit diezekerheid en laat uit je daden blijken dat je je vertrouwen op Hem stelt en niet op je bezittingen.Bedenk ook dat niet wie veel heeft, maar wie veel geeft echt rijk is en dat schatten verzamelen in dehemel op termijn de beste beleggingsresultaten geeft. Wees daarom overvloedig in liefde en in hetgeven. De Heilige Geest wil je daarmee helpen.

2. Volgzaam karakterVolgzame mensen hebben vooral behoefte aan harmonie, veiligheid en een goede leiding bovenzich. Ze zijn inschikkelijk en hebben een dienende instelling. Ze zijn gemoedelijk, vriendelijk en ge-makkelijk in de omgang. Het zijn dan ook mensen waar je niet gauw ruzie mee krijgt, of het moetecht aan je zelf liggen. Omdat ze van harmonie houden gaan ze conflicten het liefst uit de weg en zijnbeter dan anderen in staat om de vrede te bewaren en conflicten op te lossen. Zo nodig zijn ze be-reid compromissen te sluiten, want vrede gaat bij hen voor alles. Het zijn dan ook geboren diploma-ten en vredestichters. Het zijn doorgaans dienstbare, loyale, trouwe mensen waar je altijd op kuntrekenen.

Volgzame mensen nemen het leven zoals het valt is en de omstandigheden zoals die op hen afko-men. In tijden van tegenspoed wachten ze geduldig op betere tijden en wachten totdat de zon weergaat schijnen in hun leven.

Page 72: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 30 -

Beelddrager van GodVolgzame gelovigen doen er goed aan zich te laten inspireren door God, die oneindig dienstbaar is.Jezus is naar de aarde gekomen om in eerste instantie te dienen. In de wereld om ons heen is heer-sen veel belangrijker en interessanter dan dienen, maar in het Koninkrijk van God is het andersom.

Als volgzame gelovigen zich door de Heilige Geest laten leiden, kunnen hun positieve eigenschappentot even zoveel karaktergaven worden, die tot Gods eer gebruikt kunnen worden. Volgzaamheidmag dan niet bekend staan als een van de populairste eigenschappen, het is wel een van de meestbruikbare eigenschappen binnen het Koninkrijk van God want er zijn altijd meer dan genoeg dienen-de taken die uitgevoerd moeten worden. Jezus heeft aan zijn discipelen uitgelegd dat dienen debeste voorbereiding is om in het toekomstige Koninkrijk de hoogste plaatsen te kunnen bekleden(Lucas 22:24-26), in navolging van Jezus (Filippenzen 2:5-11).

Voor volgzame mensen is het goed om te weten dat God in al hun behoeften voorziet. Vooral zijmoeten leren vertrouwen op Gods voorzienigheid als het gaat om materiële behoeften, zoals Paulusdat als volgt uitdrukt:

"Mijn God zal in al uw behoeften naar zijn rijkdom heerlijk voorzien in Christus."(Filippenzen 4:19)

De Heilige Geest geeft rust en vrede als we leven in harmonie met God. God beschermt de gelovigendoor zijn aanwezigheid en door engelen. De gelovige is veilig bij zijn Heer en er ontbreekt hem niets(Psalm 23).

Lijdelijk, afwachtendVolgzame mensen hebben de neiging TE volgzaam te zijn. Omdat ze het liefst onder leiding van eenander staan, hebben ze moeite om zelfstandig beslissingen te nemen. Ze hebben een stuk veiligheidnodig en als die wegvalt, worden ze onzeker en bang. Soms zijn het echte goedzakken en moetenervoor oppassen dat anderen geen misbruik maken van hun goedheid.

Volgzame mensen hebben de neiging om lijdelijk te zijn en zich in alles neer te leggen bij de omstan-digheden. Als zich een probleem voordoet, dan kruipen ze daar het liefst voor weg. Ze hopen dat hetprobleem dan vanzelf verdwijnt of door een ander wordt opgelost. En als ze kiezen, kiezen ze voorde gemakkelijkste oplossing, de veilige middenweg, de weg van de minste weerstand.

Volgzame gelovigen moeten leren meer op eigen benen te staan en niet alleen maar in de voetspo-ren van anderen te treden. Een schoolvoorbeeld uit de Bijbel is in dit verband Isaak, die erg oudeouders heeft gehad en daardoor mogelijk nogal beschermd is opgevoed. Daardoor is hij bepaald nietopgegroeid tot de meest zelfstandige aartsvader. Na de dood van zijn vader Abraham probeerde hijeen kopie van zijn vader te zijn. In Genesis 26 lezen we dat hij steeds in de putten van zijn vader wa-ter ging zoeken. Dat was karakteristiek voor zijn aanpak. Wat een verademing als we in vers 19-23lezen dat hij eindelijk zijn eigen putten ging graven. Kort daarna verscheen God aan hem om aanhem persoonlijk de zegenbelofte te geven die Hij eerder aan zijn vader had gegeven:

"’s Nachts verscheen de HEER aan hem en zei: ‘Ik ben de God van je vader Abraham. Weesniet bang want ik sta je terzijde, en ik zal je zegenen en je veel nakomelingen geven omwillevan mijn dienaar Abraham.’" (Genesis 26:24, NBV2004)

Isaak was zelfstandig geworden! De Heilige Geest wil ook de volgzame gelovigen van vandaag helpenom een gezond stuk zelfverzekerdheid te krijgen, verankerd een vast geloofsvertrouwen in God, deRots.

Voor volgzame gelovigen is het belangrijk om te beseffen dat God hun Schuilplaats en hun Rots is,waar ze altijd op kunnen leunen. Talloze Psalmen brengen dit op allerlei manieren onder woorden,zoals in het volgende vers:

Page 73: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 31 -

"Ik heb u lief, HEER, mijn sterkte, HEER, mijn rots, mijn vesting, mijn bevrijder, God, mijnsteenrots, bij u kan ik schuilen, mijn schild, kracht die mij redt, mijn burcht."(Psalm 18:2-3, NBV2004)

Verder bevat de Bijbel talloze verhalen van goddelijke bescherming en redding uit grote problemen.Onze verlossing is het sterkste voorbeeld van God hulp op geestelijk gebied.

3. Praktisch karakterPraktische mensen hebben vooral behoefte aan orde, overzicht, structuur en concrete resultatenvan hun werk. Ze hebben nuchterheid, eenvoud en ijver als kroonjuwelen. Zij hebben hun leven oporde. In hun werk zijn ze ordelijk en efficiënt, want ze weten uit ervaring dat gebrek aan structuuronnodig veel energie kost. Ze zijn ijverig en houden van netheid en regelmaat. Geen huis ziet er ver-zorgder uit dan dat waar de vrouw praktisch van aard is. Praktische mensen hebben een behoorlijkeportie 'gezond boerenverstand' in de allerbeste betekenis van het woord. Hun inzichten zijn op depraktijk gericht en daardoor erg waardevol in het dagelijks leven. Praktische mensen zijn geschiktvoor een enorme verscheidenheid aan beroepen of taken, variërend van eenvoudig tot zeer com-plex.

Beelddrager van GodPraktische gelovigen doen er goed aan zich te laten inspireren door God, die voortdurend werkzaamis in zijn schepping. Gods gevoel voor orde en structuur komt overduidelijk naar voren in de schep-ping. Ook Gods wijze van handelen en plannen voor de toekomst tonen herkenbare patronen. Daar-in heeft God een perfecte balans tussen structuur en creativiteit.

Als praktische gelovigen zich door de Heilige Geest laten leiden, kunnen hun positieve eigenschap-pen tot even zoveel karaktergaven worden, die tot Gods eer gebruikt kunnen worden. De ijverige,veelzijdige vrouw uit Spreuken 31 is een schoolvoorbeeld van een praktisch persoon: efficiënt, nuch-ter en van alle markten thuis. Dat maakt haar juist zo waardevol. Praktische mensen vallen niet zo open daarom worden ze ondergewaardeerd. Daarom doen zij er goed aan om steeds weer te beseffendat zij minstens zo waardevol zijn als anderen. Ze hebben het nodig dat dit hun ook gezegd wordt.

Voor praktische gelovigen is het goed om te weten dat God in al hun behoeften voorziet. Er is eenovervloed aan concrete taken, die uitgevoerd moeten worden, zodat er voor een praktisch ingestel-de gelovige altijd volop mogelijkheden zijn. Orde en netheid zijn waarden, die ook binnen het Ko-ninkrijk van God hun plaats hebben.

"Laat alle dingen op een gepaste wijze en in goede orde gebeuren."(1 Korintiërs 14:40, HSV2010)

Weinig schaduwkantenPraktische mensen hebben zulke goede, gebalanceerde eigenschappen dat er nauwelijks schaduw-kanten te noemen zijn. Wel moeten ze er voor oppassen dat hun leven niet te eentonig of saai wordtdoor hun gebrek aan fantasie en creativiteit, want dat is de keerzijde van hun nuchterheid. Dat kaneen beperking opleveren.

Aandacht voor geestelijk levenVeel uitgesproken praktische gelovigen hebben te weinig zicht op de geestelijke wereld en het levenin verbondenheid met Gods Geest. Zij doen er goed aan tijd te besteden aan Bijbelstudie en gebeds-omgang met God om zich bewust te richten op de dingen van de geestelijke, onzichtbare wereld. Devruchten die we als gelovigen dienen te dragen in ons leven zijn ook geestelijk van aard, ook al kande uitwerking ervan heel praktisch zijn. Hier kunnen vooral praktische gelovigen de mist ingaan. Zezouden kunnen denken dat hun praktische daden op zich vruchten van de Geest zijn, maar zo werkthet niet. Alleen wat God in en door mensen heen verricht levert geestelijke vrucht op. Dat principegeldt natuurlijk voor alle gelovigen.

Page 74: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 32 -

Tomas is een voorbeeld van het praktische type. Hij ging alleen af op wat hij zag en had moeite omte geloven in bovennatuurlijk handelen van God. Daarom was juist hij degene die van Jezus een lesmoest leren. Helaas praten we veel te vaak over de 'ongelovige Tomas', omdat hij eerst niet wildegeloven dat Jezus was opgestaan. Toen Hij Jezus een week later zag, riep hij uit: "Mijn Here en mijnGod." Volgens de overlevering heeft hij later, nadat hij op de eerste Pinksterdag vervuld werd metde Heilige Geest, het evangelie verteld tot in de streken van India. Daar zou hij uiteindelijk de marte-laarsdood zijn gestorven. De gelovige Tomas heeft kennelijk in praktijk gebracht wat de Heer hemhad opgedragen. Hieruit blijkt maar weer dat een gelovige kracht kan ontvangen van de HeiligeGeest voor datgene, wat hij niet van nature in zijn persoonlijkheid heeft zitten.

Tips voor evenwichtige gelovigenTot nu toe hebben we ons vooral gericht op de geestelijke aspecten van het omgaan met je karakter.Dat neemt niet weg dat je ook de verantwoordelijkheid hebt voor een goed beheer van de lichame-lijke en zielse kanten van je leven, die een goede ontwikkeling van je karakter kunnen bevorderen ofafremmen. Hier volgen enkele praktische handreikingen om vervormingen en schreefgroei van jekarakter tegen te gaan en om het proces van geloofsgroei te ondersteunen. Wees niet jaloers op mensen die meer in het oog lopende eigenschappen hebben. Je kracht ligt

in je veelzijdigheid en dat is veel waard, op alle gebieden van je leven. Kom in actie als het moet en blijft niet te afwachtend aan de kant staan. Durf zelfstandig beslissingen te nemen. Beter een verkeerde beslissing dan geen beslissing, want

stilstand is achteruitgang. Breng voldoende afwisseling in je bestaan en in de dingen die je doet. Durf af en toe verantwoorde risico's te nemen. Zoiets brengt meer kleur in je leven. Besteed niet te veel aandacht aan je zekerheden; als je daar te veel mee bezig bent vergeet je te

leven. Besef dat overdreven zuinigheid je verhindert om te genieten van de goede dingen die God je wil

geven. Het is bovendien een uiting van ongeloof in Gods voorzienigheid. Pas op voor een conservatieve instelling, het vastzitten aan regels. Werk vernieuwingen niet onnodig tegen en probeer niet steeds te wijzen op de gevaren van

vernieuwingen.

Zie ook de karakterstudie van een evenwichtige Bijbelfiguur in hoofdstuk 'Abraham'.

9.3.13. Karakterverschillen man/vrouwWe gaan het eerst hebben over karakterverschillen bij mannen en vrouwen en daarna over de ma-nier waarop we als man of vrouw op een speciale manier beelddrager van God kunnen zijn.

VerschillenGod heeft mannen en vrouwen ook toegerust met aangeboren eigenschappen, die hen helpen omhun plaats in God scheppingsorde in te nemen. Mannen en vrouwen hebben duidelijk lichamelijkeverschillen. Daarom hoeft het ons niet te verbazen dat ze ook verschillen vertonen in hun tempera-ment (aangeboren karaktereigenschappen). Innerlijk en uiterlijk horen immers bij elkaar. Laten weeens kijken naar enkele stereotype verschillen, die uiteraard niet in dezelfde mate bij alle mannen envrouwen voorkomen.

Karaktereigenschappen bij de manBij mannen komen we meer wilskrachtige en verstandelijke (rationele) karakters tegen dan bij vrou-wen. Deze eigenschappen zijn gerelateerd aan Gods karakteraspecten kracht en wijsheid.

De man heeft doorgaans meer behoefte aan zelfstandigheid en uitdagingen. Hij is relatief onderne-mend en avontuurlijk. Doordat hij een steviger botstructuur en meer spiermassa heeft dan de vrouwis hij lichamelijk ook sterker en dat vertaalt zich natuurlijk ook in innerlijke eigenschappen. Het geeft

Page 75: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 33 -

hem meer overwicht en dat dient hij onder meer te gebruiken tot bescherming van de vrouw diekwetsbaarder is.

Hij is eerder zaakgericht en taakgericht dan relatiegericht, zodat hij bij veel werkzaamheden betereprestaties levert dan de vrouw, vooral bij sterk specialistisch werk. De man is niet intelligenter dande vrouw, maar wel sterker in rationeel, theoretisch en abstract denken. Daardoor is hij objectieverdan de vrouw en die eigenschap is belangrijk voor een stabiel leiderschap. Tegelijk is dat ook zijnzwakke punt. Door zijn rechtlijnige manier van denken is hij vaak blind voor de fijnere nuances vanhet leven. Hij doet er goed aan om naar de vrouw te luisteren, die op dat gebied meer in huis heeft.

Karaktereigenschappen bij de vrouwDe gevoelsmatige en evenwichtige karakters komen we bij vrouwen meer tegen dan bij mannen.Deze eigenschappen zijn gerelateerd aan Gods karakteraspecten vriendelijkheid en zorgzaamheid.De vrouw is gevoeliger in bijna alle opzichten. Ze heeft meer behoefte aan relaties, omgang metmensen en verzorgen. Doordat de vrouw beter met emoties kan omgaan dan de man, is ze relatio-neel beter ontwikkeld en beter toegerust voor allerlei mensgerichte taken. Verder is de intuïtie bij devrouw beter ontwikkeld dan bij de man. Terwijl veel mannen graag uitgaan van abstracte ideeën,richten vrouwen zich meer op het concrete doen en laten van mensen. De combinatie gevoel enverstand kan ook grote creativiteit opleveren.

Door haar grotere gevoeligheid is de vrouw vaak kwetsbaarder in moeilijke levensomstandigheden.Ook is ze kwetsbaarder voor verleidingen en ze doet er goed aan zich op dat punt te laten bescher-men of ondersteunen door de man. Verder is een vrouw relatief veelzijdig en kan ze een grote ver-scheidenheid aan taken uitvoeren, terwijl de man dikwijls meer de specialist is die meer weet overveel minder.

Temperamenten van man en vrouw

Iedereen komt op de wereld met een verzameling aangeboren eigenschappen (temperament). Alledenkbare eigenschappen die men bij de geboorte kan meekrijgen, komen zowel bij mannen alsvrouwen voor. En toch kennen we allemaal de typisch mannelijke en vrouwelijke eigenschappen, diewe hiervoor genoemd hebben. Door als man of als vrouw geboren te worden krijg je een portie ex-tra mannelijke ofwel vrouwelijke eigenschappen mee. Dus, simpel gezegd komt dat op het volgendeneer:

temperament van man/vrouw =

aangeboren algemene eigenschappen +aangeboren extra mannelijke/vrouwelijke eigenschappen

Er zijn mannen en vrouwen bij wie die de mannelijke of vrouwelijke eigenschappen minder duidelijknaar voren komen, bijvoorbeeld bij wilskrachtige vrouwen of gevoelsmatige mannen. Daardoor ko-men we typisch mannelijke of vrouwelijke eigenschappen ook wel bij het andere geslacht tegen. Datis op zich helemaal niet erg. Het is belangrijk dat je als man of vrouw de positie inneemt, die volgensde Bijbel bij het man-zijn en bij het vrouw-zijn hoort, ongeacht je temperament.

Heiligheid en liefdeJe persoonlijke, unieke karakter is een belangrijk deel van je identiteit. Maar ook je mannelijke ofvrouwelijke geslacht maakt daar deel van uit. Mannen en vrouwen zijn namelijk elk op een verschil-lende manier beelddragers van God.

In het volgende schema zien we hoe Gods heiligheid en liefde de twee kerneigenschappen zijn vanonze Schepper en hoe die zich verhouden tot Gods karakteraspecten en karaktereigenschappen.

Page 76: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 34 -

Gods heiligheid (koningschap) Gods liefde (aantrekkelijkheid)leeuw-aspect adelaar-aspect mens-aspect rund-aspectkrachtig wijs vriendelijk zorgzaam1. eigenmachtig2. gezagvol3. daadkrachtig

1. verstandig2. rechtvaardig3. creatief

1. bewogen2. relatiegericht3. ruimhartig

1. trouw2. dienstbaar3. werkzaam

Gods heiligheid en liefde

Datzelfde evenwicht heeft God op een bijzondere manier uitgedrukt door de mens als man en vrouwte scheppen:1. de man VOORAL als beeld van Gods heiligheid2. de vrouw VOORAL als beeld van Gods liefde

Let wel, zowel mannen als vrouwen behoren zowel iets van Gods heiligheid als van Gods liefde uit testralen. Het gaat om een verschillende focus voor mannen en vrouwen.

Man als beeld van Gods heiligheidGod heeft de man als zodanig geschapen om vooral Gods heiligheid en koningschap af te beelden.Gods karakteraspecten die daarbij vooral een rol spelen zijn: Gods kracht - God is eigenmachtig en almachtig, heeft het hoogste gezag en daadkrachtig in zijn

optreden; daardoor is zijn koningschap gekenmerkt door kracht, gezag en initiatief. Gods wijsheid - God is alwetend, waarachtig en rechtvaardig, en eindeloos creatief; daardoor

kan Hij met wijs beleid regeren als een verstandige en rechtvaardige Koning met visie voor detoekomst.

Er is een relatie tussen Gods heiligheid en het mannelijke geslacht. In het Oude Testament kunnenwe bijvoorbeeld lezen dat de heiligste offergaven uitsluitend door de mannen mochten worden ge-geten (Numeri 18:9-10). Voor de overige offergaven gold deze beperking niet (Numeri 18:13). Watde dierenoffers zelf betreft: als brandoffers, de heiligste soort offers, mochten alleen mannelijkedieren worden gebruikt. Zulke regelingen kunnen de indruk wekken van ongelijkwaardigheid tussenman en vrouw, maar die conclusie is niet terecht. Het heeft naar mijn mening te maken met de ver-schillende manieren waarop mannen en vrouwen afspiegelingen zijn van Gods eigenschappen.

Vrouw als beeld van Gods liefdeGod heeft de vrouw als zodanig geschapen om vooral Gods liefde en aantrekkelijkheid af te beelden.De eigenschappen die daarbij vooral een rol spelen zijn: Gods vriendelijkheid - God is relatiegericht, ruimhartig en bewogen. Daardoor is Hij toegankelijk

voor mensen en manifesteert Hij zich aan de mensen. Ook wil Hij graag een warme, diepe, per-soonlijke relatie met mensen hebben.

Gods zorgzaamheid - Gods zorgt voor alles wat zijn schepping nodig heeft en trouw in alle op-zichten. Hij zorgt er daadwerkelijk voor dat het zijn volk aan niets ontbreekt. Hij staat borg voorhun veiligheid en doet alles wat Hij beloofd heeft.

Zie meer hierover in onderwerp 'Gods heiligheid en liefde' in hoofdstuk 'Gods karakter'.

9.3.14. Man, beeld van Gods heiligheidBeeld van Gods koningschapHet feit dat God eerst de man gemaakt heeft en vervolgens de vrouw uit de man, zet de man neerals een relatief onafhankelijk persoon, die bovendien voorop loopt en de leiding heeft.

"De man immers is niet uit de vrouw, maar de vrouw uit de man. Want ook is een man nietgeschapen omwille van de vrouw, maar een vrouw omwille van de man."(1 Korintiërs 11:8-9, HSV2010)

Page 77: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 35 -

Jezus wordt de eerstgeborene van God genoemd (Hebreeën 1:6). Het begrip 'eerst' geeft meer aandan een tijdsvolgorde van geboorte en dat zien we vaker in de Bijbel. De eerstgeboren zoon in eenfamilie had in Bijbelse tijden meer rechten dan de andere broers. Tegelijk had hij de plicht tot ver-antwoordelijkheid voor zijn ouders en broers, vaak als een soort familiehoofd, zeker bij het ouderworden of wegvallen van de vader.

We zien hier een balans van rechten en plichten, heersen en dienen. In de Bijbel is altijd sprake vandienend leiderschap als de norm, waardoor de leider verantwoordelijkheid draagt voor degenen aanwie hij leiding geeft. Jezus is daarin het duidelijkste voorbeeld: de Koning-knecht die naar de aardekwam om te dienen en zijn leven te geven voor anderen. Doordat Hij de laagste plaats innam, ont-ving Hij de hoogste plaats aan de rechterhand van God op de troon.

"(Jezus) die, hoewel Hij de gestalte van God had, Zich niet heeft vastgeklampt aan Zijn god-delijke rechten. Integendeel, Hij legde Zijn grote macht en heerlijkheid af, nam de gestalteaan van een dienaar en werd een mens. Herkenbaar als mens, vernederde Hij Zich en ge-hoorzaamde tot het uiterste, zelfs tot in de dood aan het kruis. Daarom heeft God Hem dehoogste plaats en de allerhoogste titel gegeven ..." (Filippenzen 2:6-9, HB2008)

LeiderschapIn wereldse zin wordt leiderschap bijna altijd gekoppeld aan macht en te vaak leidt macht tot zelf-verrijking, machtsmisbruik en onderdrukking. Hoe anders is het Bijbelse concept van leiderschap: hetmaakt een leider niet belangrijker dan degenen aan wie hij leiding geeft. Door het concept van die-nend leiderschap wordt de balans van gelijkwaardigheid in stand gehouden. Immers:1. Het woord 'leider' suggereert dat hij BOVEN de ander staat.2. Het woord 'dienend' suggereert dat hij ONDER de ander staat.

We zien dat God in Israël de posities van eindverantwoordelijkheid uitsluitend aan mannen gaf. HetOude Testament laat wel een paar uitzonderingen zien die de regel alleen maar bevestigen:1. Debora was de enige vrouwelijke leider in de tijd van de Rechters, maar dat was eerder een

noodmaatregel dan de norm. Toen Barak zich in de strijd wilde verschuilen achter haar leider-schap werd hij daarover berispt (Rechters 4:8-9).

2. Koningin Atalja van Israël (1 Kronieken 22-23) was een uitzondering ten opzichte van de manne-lijke koningen. Zij was nadrukkelijk niet door God daartoe aangewezen.

Onder het Nieuwe Verbond geldt mannelijk leiderschap ook als de norm binnen kerkelijke gemeen-ten. Dat kunnen we op diverse plaatsen lezen, bijvoorbeeld in het volgende Bijbelgedeelte:

"... maar ik sta niet toe, dat een vrouw onderricht geeft of gezag over de man heeft ... wanteerst is Adam geformeerd en daarna Eva." (1 Timoteüs 2:12-13, NBG1951)

Zie meer hierover in onderwerp 'Leiderschap in de gemeente' in hoofdstuk 'Gemeente'.

Binnen het christelijke gezin geldt ook de norm van mannelijk leiderschap:

"Vrouwen, erken het gezag van uw man als dat van de Heer, want een man is het hoofd vanzijn vrouw, zoals Christus het hoofd is van de kerk, het lichaam dat hij gered heeft."(Efeziërs 5:22-23, NBV2004)

VerantwoordelijkheidIn het vervolg van dit Bijbelgedeelte legt de apostel uit dat bij het leiderschap van de man vooral zijnverantwoordelijkheid voor het welzijn van zijn vrouw centraal staat. (Efeziërs 5:25-31). Zo heeft deman als leider van zijn vrouw de taak om zichzelf tot het uiterste te geven om haar welzijn te zoeken,in navolging van Jezus die zijn leven gaf om de Gemeente (zijn Bruid) te verwerven.

We zien dat ook geïllustreerd door de manier waarop Eva is ontstaan, doordat God een rib uitAdams lijf nam om daarmee Eva te creëren. Eva ontstond ten koste van Adam (Genesis 2:21-33). Het

Page 78: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 36 -

mag de man iets kosten om zich voor zijn vrouw in te zetten, in figuurlijke zin zelfs een rib uit zijn lijf!Ook dit is een uitdaging voor de man om als beelddrager van God te handelen.

De verantwoordelijkheid van de man houdt ook in dat hij zijn vrouw dient te beschermen en dathoudt veel meer in dan bescherming tegen fysiek geweld! De bescherming van de vrouw door deman is een fundamenteel gegeven in ieder tijdperk en binnen iedere cultuur.

De verantwoordelijkheid van de man ten opzichte van zijn vrouw blijkt ook uit het feit dat God Adamna de zondeval aansprak als hoofdverantwoordelijke voor de zonde. Dus niet Eva, hoewel zij hetinitiatief tot zondigen had genomen. In het Oude Testament zien we soms dat een man zondigt endat zijn hele gezin daardoor straf moet ondergaan (bijvoorbeeld Achan, Jozua 7). Ook daaruit blijktde verantwoordelijkheid van de vader voor zijn gezin. Ik geloof dat een vader verantwoordelijk isvoor de zonden van kinderen zolang ze zelf nog niet de toerekenbare leeftijd hebben. Ook volgensde Nederlandse wet geldt een dergelijke regel.

BeleidBinnen een gezin (per definitie bestaande uit man, vrouw en eventuele kinderen) is de man verant-woordelijk voor een wijs en verstandig beleid. Daarbij kunnen we bijvoorbeeld denken aan het bepa-len van de te volgen koers en de normen en waarden binnen het gezin. Hij dient te handelen vanuiteen helder inzicht, gebaseerd op de waarheid en de leefregels die God in zijn Woord heeft aange-reikt.

Ook blijft hij als vader eindverantwoordelijk voor de opvoeding van eventuele kinderen, ook al is hetmeestal de moeder die de meeste tijd besteedt aan de opvoeding. De verantwoordelijkheid van devader houdt ook in dat hij ervoor zorgt dat zijn kinderen zo nodig worden gecorrigeerd als zij zichniet goed gedragen:

"...Want welk kind is er dat niet door zijn vader bestraft wordt?" (Hebreeën 12:7, HSV2010).

Het doel van deze correctieve 'tuchtiging' is om kinderen te helpen een goede levensstijl te ontwik-kelen die leidt tot een zo gelukkig mogelijk leven.

9.3.15. Vrouw, beeld van Gods liefdeUiterlijke schoonheidAdam was helemaal buiten zichzelf van blijdschap toen hij zijn vrouw Eva voor het eerst zag (Genesis2:23). En reken maar dat God er een erg aantrekkelijke vrouw van had gemaakt! De enige woordenvan Adam die de Bijbel weergeeft uit de tijd VOOR de zondeval, waren woorden van verrukking overzijn vrouw. Zoiets heeft betekenis. En nu naar de laatste bladzijden van de Bijbel. Wat zal later degrootste vreugde geven aan Jezus? Zijn Bruid, een beeld van Gods volk in volmaaktheid (Openbaring21:9-14)! Niet voor niets wordt hier een vrouwelijk woord gebruikt, hoewel die Bruid uit zowel man-nen als vrouwen zal bestaan. Het roept een beeld op van reinheid en adembenemende schoonheid.

In het boek Hooglied wordt onomwonden de aantrekkelijkheid van vooral de bruid in vele toonaar-den bezongen.

"Alles is schoon aan u, mijn liefste..." (Hooglied 4:7, NBG1951)

"Wend uw ogen van mij af, want in verwarring brengen zij mij ..." (Hooglied 6:5, NBG1951)

De vrouw wordt de heerlijkheid of de luister van haar man genoemd (1 Korintiërs 11:7) en de 'be-geerlijkheid van zijn ogen' (Ezechiël 24:16). Evenals de vrouw de man mag bewonderen om zijn lei-derschap en kracht zo mag de man de vrouw bewonderen om haar aantrekkelijkheid. Het is heelnatuurlijk en ook volkomen eerbaar voor een vrouw om aandacht te besteden aan haar uiterlijk. Eenvrouw die haar uiterlijk verwaarloost is daarin geen goede beelddrager van haar Schepper.

Page 79: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 37 -

Innerlijke schoonheidDe Bijbel spoort vrouwen aan om het uiterlijk niet TE veel aandacht te geven, maar om vooral testreven naar innerlijke schoonheid.

"Uw schoonheid moet niet gelegen zijn in uiterlijkheden, zoals kunstig gevlochten haar,gouden sieraden of elegante kleding, maar in wat verborgen ligt in uw hart, in een zacht enstil gemoed. Dat is een onvergankelijk sieraad dat God kostbaar acht."(1 Petrus 3:3-4, NBV2004)

Vrouwen kunnen beter dan mannen een diepe mensgerichte, fijngevoelige levenshouding ontwikke-len, waarmee ze beelddrager zijn van hun Schepper. Een vrouw met innerlijke schoonheid dwingtveel respect af. Denk bijvoorbeeld eens aan de fijngevoeligheid van Maria, die Jezus kort voor zijndood met kostbare nardusolie gezalfd heeft (Matteüs 26:6-13). Geen man zou op het idee zijn ge-komen, maar zij deed het.

De meeste speelfilms doen ons geloven dat uiterlijke schoonheid en een goed karakter bij elkaarhoren. In de praktijk van het leven weten we wel beter. Niet elke vrouw is een topmodel en met dejaren verliest uiterlijke schoonheid haar glans. Desondanks is een gelukkige, van binnenuit stralendevrouw het aantrekkelijkste wat er is. Dat is een onvergankelijke schoonheid, die met het ouder wor-den eerder toeneemt dan afneemt.

ZorgzaamDaarnaast heeft God de vrouw de mogelijkheid gegeven om moeder te worden. Er is niets dat zoveelbetekent voor een vrouw als de kinderzegen. Daarin laat de vrouw iets zien van de Schepper dieleven geeft. Ook heeft God de vrouw zo geschapen dat zij haar kinderen borstvoeding kan geven. Alsje daar over nadenkt is dat heel bijzonder. Ze geeft haar kind iets uit haar eigen lichaam dat het kindnodig heeft om te leven en te groeien.

Hoewel God zichzelf in de Bijbel nadrukkelijk een Vader noemt en geen moeder, lezen we dat Godzichzelf toch ook wel eens vergelijkt met een vrouwelijk persoon, zoals bijvoorbeeld een moeder.

"Zoals iemands moeder hem troost, zo zal Ik u troosten ..." (Jesaja 66:13, NBG1951)

Dat is op zich niet zo vreemd. Alle mannelijke en vrouwelijke eigenschappen zijn immers afbeeldin-gen van Gods eigenschappen... God zelf staat boven het man of vrouw zijn.

Zorgzaamheid en vriendelijkheid horen bij elkaar. Het zijn allebei belangrijke kenmerken van God,die tezamen het betekenisgebied van Gods liefde omvatten. Het zijn eigenschappen waar vrouwenduidelijk meer om bekend staan dan mannen. De apostel Paulus schrijft:

"... vriendelijk, zoals een moeder haar eigen kinderen koestert."(1 Tessalonicenzen 2:7, NBG1951)

In de Bijbel komen we vaak vrouwen tegen die zich op allerlei manieren inzetten voor mensen, zoalsde vrouw uit Spreuken 31:20, die in staat was om zoveel verantwoordelijkheden en praktische takenop zich te nemen. Ook dat past onder de noemer van 'zorgzaamheid'.

Page 80: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.3. Karakter en geloofsgroei- 38 -

Page 81: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.4. Mozes- 1 -

9.4. MozesIn dit hoofdstuk zien we hoe God het karakter van Mozes in de loop der jaren heeft gevormd. Het iseen prachtig voorbeeld van de manier waarop God gelovigen met verstandelijke karaktereigen-schappen kan veranderen om het allerbeste uit hen tevoorschijn te laten komen.

9.4.1. Mozes' verstandelijke karakter

9.4.2. Leerschool van Mozes

9.4.3. Roeping van Mozes

9.4.4. Tegenwerpingen van Mozes

9.4.5. Mozes de leider

9.4.6. Mozes' relatie met God

9.4.7. Mozes de Godsman

Page 82: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.4. Mozes- 2 -

9.4.1. Mozes' verstandelijke karakterVerstandelijk karakterVeel bekende Godsmannen in de Bijbel hebben het verstandelijke temperament, zoals Koning Salo-mo, de profeet Elia, de profeet Jeremia, de Schriftgeleerde Ezra en de apostel Johannes.

Maar de bekendste en belangrijkste verstandelijke Godsman uit de Bijbel is Mozes, de leider en wet-gever van het volk Israël, die op een machtige wijze door God is gebruikt om zijn volk te bevrijden uithet land Egypte en het veertig jaar lang door de woestijn te leiden op weg naar het beloofde landKanaän.

Het leven van Mozes laat veel illustraties zien van de manier waarop God verstandelijke typen kanvernieuwen, waarbij hun prachtige karaktereigenschappen volledig worden ontplooid. Niemand kanons karakter beter en doeltreffender laten ontwikkelen dan onze Schepper en Herschepper. Datgeldt ook voor jou.

Verstand en gewetenVerstandelijke typen laten zich bij voorkeur leiden door hun verstand. Het is het meest begaafdetype. Vanwege hun diepgang in denken is hun innerlijke wereld sterk ontwikkeld. Ze zijn dan ookintrovert en minder gericht op hun omgeving dan de andere typen. Hun emoties zijn ook meer in-nerlijk gericht dan op uiterlijke belevingen.

Tegelijk speelt ook het geweten een rol van betekenis. Verstandelijke typen laten hun gedrag sterkerbepalen door hun normen dan door hun waarden. Daarin zijn ze het tegenbeeld van gevoelsmatigetypen. Het zijn vaak nauwgezette, toegewijde, gedreven mensen die kwalitatief goed werk verrich-ten. Ook zijn ze doorgaans integer en trouw.

Zie hoofdstuk 'Menselijk wezen' voor meer uitleg over functies van onder meer hart en ziel.

KaraktereigenschappenHier volgt een kort overzicht van karaktereigenschappen die we tegenkomen bij verstandelijke ty-pen:

hoofd-eigenschap

karakterbehoeften karaktergaven karakterzwakheden mogelijke negatieveeigenschappen

rationeel kennis, diepgang analytisch, diepzin-nig

- te veel denken- niet erg vastbera-den

- piekerig, betweterig- teruggetrokken,verlegen

gewetensvol perfectie, rechtvaar-digheid

serieus, trouw,consistent

- te gewetensvol- niet zo ruimhartig

- kritisch, perfectio-nistisch- bekrompen

creatief idealen, schoonheid,kunstuitingen

origineel, kunstzin-nig, idealistisch

- te idealistisch- niet zo praktisch

- zweverig, alterna-tief- onrealistisch

Verstandelijke karaktereigenschappen

Page 83: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.4. Mozes- 3 -

In hoofdstuk 'Karakter en geloofsgroei' wordt uitvoerig uitgelegd wat het effect is van ie-mands sterke eigenschappen, zwak aanwezige eigenschappen en negatieve eigenschappenen hoe God ons wil helpen om daar goed mee om te gaan.

9.4.2. Leerschool van MozesBegaafdheid van MozesMozes was opgegroeid als een prins aan het hof van de farao en had de beste opleidingen van zijntijd gevolgd. Egypte was het centrum van de wereldbeschaving in die tijd en Mozes had alle gele-genheid om zijn gaven en bekwaamheden te ontwikkelen.

"Mozes werd onderwezen in alle kennis van de Egyptenaren en werd een machtig man inwoord en daad." (Handelingen 7:22, NBV2004)

Verstandelijke typen hebben niet zelden begaafdheden die pas onder druk van buitenaf tot bloeikomen. Zo was het optreden van Mozes tegenover de machtige farao van hoge klasse. Mozes tradniet alleen op als leider van het volk, maar ook als rechter, profeet, wetgever, geschiedschrijver entussenpersoon tussen God en het volk. Alleen een zeer begaafd man kan zoveel verschillende rollenuitvoeren op een welhaast perfecte manier. Maar begaafdheid alleen zou niet voldoende zijn voordeze immense taak. Alleen door de speciale vertrouwensband tussen God en Mozes en de krachtvan de Heilige Geest was hij hiertoe in staat.

Keuze van MozesToen Mozes een jaar of veertig was gingen zijn ogen open voor het feit dat hij een keuze moest ma-ken tussen het volk Israël, waar hij door geboorte bij hoorde, of het volk van de Egyptenaren waarhij sinds zijn adoptie door de dochter van de farao deel van uitmaakte. Het getuigt van karakter dathij zich identificeerde met zijn eigen volk, ondanks dat het een volk in slavernij was. Verstandelijketypen zijn trouwens van nature idealistisch en bereid om offers te brengen voor een goede zaak.

Ook wist Mozes natuurlijk dat God aan zijn voorouders had beloofd dat het volk eenmaal Egypte zouverlaten om terug te gaan naar het land dat God voor hen had bestemd.

"Door zijn geloof heeft Mozes, toen hij volwassen was geworden, geweigerd door te gaanvoor een zoon van de dochter van de farao. Hij heeft liever het lijden van het volk van Godwillen delen dan voor korte tijd willen genieten van de zonde. Voor hem betekende delen inde smaad van Christus een grotere rijkdom dan de schatten van Egypte. Zijn blik hield hij ge-richt op de toekomstige beloning." (Hebreeën 11:24-26, GNB1996, NBV2004)

Mozes' ouders hadden hem destijds in een biezen mandje in de Nijl laten drijven en hem daarbij inGods handen gelegd. Dat was een daad van geloof (Hebreeën 11:23). Evenzo was deze keuze vanMozes een regelrechte geloofsdaad. Geloof gaat vaak in tegen 'normale' menselijke redeneringen.Mozes koos ervoor bij Gods volk te horen, ook al was het een slavenvolk. Het was de beste keuze,het begin van een lange weg met God.

Eigen kracht van MozesToen Mozes een jaar of veertig was, meende dat hij Gods instrument was om het volk Israël uitEgypte te bevrijden. Met zijn achtergrond was hij immers de meest aangewezen persoon voor zo'nrol. Toen hij een keer zag dat een volksgenoot onbarmhartig werd afgetuigd door een Egyptenaar,toonde hij weer een eigenschap die zo kenmerkend is voor een verstandelijk type: een sterk recht-vaardigheidsgevoel. Hij doodde de Egyptische opzichter, maar het resultaat was anders dan hij hadgehoopt.

"Toen de farao ervan hoorde, wilde hij Mozes laten doden. Daarom vluchtte Mozes voor defarao. Zo kwam hij in Midjan terecht, en daar ging hij bij een put zitten."(Exodus 2:15, NBV2004)

Page 84: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.4. Mozes- 4 -

Zijn rol als de verlosser van Israël was snel uitgespeeld. In één klap was hij alles kwijtgeraakt: zijnpositie, zijn aan zien en bovenal: zijn ideaal was in scherven uiteen gevallen. Bovendien werd hijafgewezen door zijn eigen volk en werd hij gezocht door de Egyptenaren wegens moord. Hij luchttever weg naar Midjan, dicht bij het Sinaï gebergte.

Je zou verwachten dat hij totaal uitgeput was na een slopende tocht door de verzengend hete woes-tijn. Maar nee, hij was sterk genoeg om de macho te spelen bij de dochters van Jetro. Ze wilden hunschapen te drinken geven bij een put, maar werden lastig gevallen door een stel schaapherders. Endaar kwam Mozes, met dezelfde verontwaardiging als eerder tegenover onrechtvaardig gedrag.Alsof hij Superman was schoot hij de meiden te hulp, joeg de schaapherders weg (!) en liet de doch-ters van Jetro rustig hun schapen te drinken geven. Wow! De meiden waren zo onder de indruk datze er niet aan dachten om hem op de koffie te vragen. Hun vader nam hen dat kwalijk en hij liet hemdirect ophalen. Hij bood Mozes een baan aan als schaapherder en later een van zijn dochters alsvrouw. Zo werd de machtige Mozes, voorheen familie en vertrouweling van de machtigste heerservan het machtigste rijk ter wereld, een simpele schaapherder...

Gods leerschoolGods wegen zijn wonderlijk. Evenals destijds Jozef lange tijd onschuldig in de gevangenis moest zit-ten voordat hij klein genoeg was om onderkoning van Egypte te worden, zo moest Mozes ook eerstklein worden. Hij moest een moeilijke leerschool doorlopen voordat hij geschikt zou zijn als materi-aal voor God om er een krachtige leider van te maken. Veertig jaar trok hij rond met een kuddeschapen om daar geduldig te leren omgaan met een stel eigengereide dieren. Hij had er geen flauwidee van dat hij op die manier gevormd werd tot de leider van Israël. Daar leerde hij geduldig om-gaan met een kudde weerbarstige, eigenwijze schapen. Wat zou hem die ervaring later van pas ko-men... Een merkwaardige leerschool, maar onze creatieve God vergist zich nooit in de manier waar-op Hij mensen wil klaarmaken voor een belangrijke taak...1. Mozes had de eerste veertig jaar van zijn leven nodig om iets te worden (een machtig man in

woord en daad).2. Daarna had Mozes veertig jaar nodig om niets te worden.3. Vervolgens liet God in de laatste veertig jaar aan Mozes zien wat Hij kon doen met een man die

niets geworden was.

9.4.3. Roeping van MozesMozes nog niet klaarTerwijl Mozes al die jaren met de schapen rondtrok, werden de omstandigheden voor de Israëlietenin Egypte steeds zwaarder.

"Jaren gingen voorbij en de koning van Egypte stierf. Maar de Israëlieten bleven gebuktgaan onder de slavernij. Ze schreeuwden om hulp en hun angstkreten drongen door totGod." (Exodus 2:23, GNB2004)

Maar ... hun aanstaande leider was nog er nog niet klaar voor. In onze ogen houdt God er soms eenheel merkwaardige economie op na. Wij zouden het een verspilling van mogelijkheden vinden. AlsMozes meteen na de eerste veertig jaar zou worden ingezet als leider en bevrijder van Israël, danhad een miljoenenvolk veertig jaar minder hoeven lijden. Dit is niet te begrijpen, maar God vergistzich echt niet. Ook niet als Hij vertragende factoren in jouw leven toelaat, waardoor je moet wach-ten en nog eens wachten voordat je kunt doen wat je graag zou willen doen in zijn Koninkrijk.

Page 85: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.4. Mozes- 5 -

Mozes ontmoet GodGod riep Mozes toen hij eens met zijn kudde dicht bij de berg Horeb was.

"Daar verscheen de engel van de HEER aan hem in een vuur dat uit een doornstruik op-vlamde. Mozes zag dat de struik in brand stond en toch niet door het vuur werd verteerd.Hoe kan het dat die struik niet verbrandt? dacht hij. Ik ga dat wonderlijke verschijnsel eensvan dichtbij bekijken." (Exodus 3:2-3, NBV2004)

De manier waarop God Mozes' aandacht trok en aan hem verscheen was heel merkwaardig en tege-lijk heel betekenisvol. Een doornstruik is op zichzelf buitengewoon slecht brandhout: als die vlamvat, is die al bijna verteerd. Toen Mozes in Egypte wilde optreden als verlosser, meende hij krachtigte zijn zoals een forse eikenboom, met genoeg hout om lange tijd te kunnen branden. Maar zijn ei-gen vuur was destijds heel snel uitgedoofd.

De brandende doornstruik bleef branden en zoiets is onmogelijk, tenzij er extra brandstof aan wordttoegevoegd. Dit verschijnsel liet zien dat Gods Geest een oneindige bron van energie is, waardoorzelfs een onbekwaam mens onverwacht veel kan presteren. Die doornstruik, van waar uit God tothem sprak was niets anders dan een beeld van de nieuwe Mozes, een soort illustratie van Godsprachtige en uitdagende plan met zijn leven...

Gods plan met MozesGod ging Mozes eerst vertellen welke reddingsoperatie Hij van plan was uit te voeren om zijn volkIsraël uit de slavernij te bevrijden en een nieuw bestaan te geven:

"... Ik heb gezien hoe ellendig mijn volk er in Egypte aan toe is ... Daarom ben ik afgedaaldom hen uit de macht van de Egyptenaren te bevrijden, en om hen uit Egypte naar een mooien uitgestrekt land te brengen, een land dat overvloeit van melk en honing, het gebied vande Kanaänieten, de Hethieten, Amorieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten."(Exodus 3:7-9, NBV2004)

En toen vertelde God hoe Mozes in dat plaatje zou passen:

".Daarom stuur ik jou nu naar de farao: jij moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte weglei-den." (Exodus 3:10, NBV2004)

En dat was de roeping. Nog nooit tevoren en nooit daarna heeft God iemand ooit zo'n totaal onmo-gelijke en omvangrijke taak gegeven: Een miljoenenvolk moest worden bevrijd uit de macht van de machtigste machthebber van die

tijd: de farao van Egypte. Dat omvangrijke volk moest een lange woestijntocht maken waarbij het jarenlang van voedsel

en water moest worden voorzien. Dat volk moest zich gaan vestigen in een land dat door woeste, vijandige volken bewoond werd,

die bepaald niet op een invasie van de Israëlieten zaten te wachten. Een ongeorganiseerde menigte slaven moest worden ontwikkeld tot een geordende samenle-

ving.

Je zult maar zo'n opdracht krijgen!

9.4.4. Tegenwerpingen van MozesWie zou er niet perplex staan als hij van God persoonlijk zo'n ontzettend moeilijke opdracht zoukrijgen? Dat gold zeker ook voor Mozes. Want op het moment dat God hem riep vanuit die bran-dende doornstruik was er echt niets meer van hem over. Dat bleek overduidelijk uit de reactie vanMozes op de roeping die hij van God ontving om het volk uit Egypte te bevrijden. Hij kwam met aller-lei excuses en tegenwerpingen waaruit niet alleen zijn ongeloof, maar ook zijn faalangst, besluite-loosheid, minderwaardigheidsgevoelens en gebrek aan zelfvertrouwen naar boven kwamen.

Page 86: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.4. Mozes- 6 -

Dat is allemaal zo kenmerkend voor verstandelijke typen. God wist natuurlijk heel goed dat zij totveel meer in staat zijn dan ze zelf denken. Met de juiste motivatie kunnen verstandelijke gelovigentot uitzonderlijke prestaties komen. Als verstandelijke gelovigen gevraagd worden voor een taakbinnen de plaatselijke gemeente, is hun eerste reactie vaak negatief. Ze zeggen al gauw dat ze hetniet kunnen. Waarschijnlijk zijn ze dan bang dat ze het niet goed GENOEG kunnen, want ze stellenhoge eisen aan zichzelf. Ze zouden eerlijker naar zichzelf moeten kijken en vertrouwen dat ze metGods hulp NOG meer kunnen dan ze zelf denken. Verstandelijke typen kunnen anderen en zichzelfzo tekort doen als ze ten onrechte kansen laten liggen om te kunnen dienen...

Laten we de tegenwerpingen van Mozes maar eens onder de loep nemen, want daarmee liet hij veelvan zijn innerlijk zien.

Tegenwerping 1. Uiting van minderwaardigheidsgevoelens

"Mozes zei: ‘Maar wie ben ik dat ik naar de farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zouleiden?’" (Exodus 3:11, NBV2004)

Mozes beschouwde zich totaal niet als een geschikte kandidaat voor de taak waarvoor God hem hadgeroepen. Vroeger had hij er wel van gedroomd, maar nu had hij zag hij zichzelf als een mislukteredder van zijn volk die de rest van zijn leven bij de schapen zou doorbrengen. Niemand kan langerlast hebben van een mislukking in zijn leven dan een verstandelijk type. Een mislukking kan zijn ge-voel van eigenwaarde, dat toch al niet zo groot is, tot het nulpunt brengen. Zo ook bij Mozes. Hetantwoord op zijn vraag aan God "Wie ben ik?" had hij allang klaar: IK BEN NIETS. Maar daar had Godgeen boodschap aan:

"God antwoordde: ‘Ik zal bij je zijn. En dit zal voor jou het teken zijn dat ik je heb gestuurd:als je het volk uit Egypte hebt weggeleid, zullen jullie God bij deze berg vereren.’"(Exodus 3:12, NBV2004)

God zei dus in de eerste plaats dat Hij erbij zou zijn. Een mens samen met God is tot alles in staat. Degeringheid van Mozes was niet het probleem; integendeel. Gods grootheid gecombineerd met degeringheid van een toegewijde gelovige is de enige winnende combinatie. In de tweede plaats gafGod Mozes een belofte waaraan hij later zou weten dat Gods toezeggingen altijd uitkomen: na deuittocht zou het volk een ontmoeting met God hebben op de plaats waar Mozes nu stond. Tweeovertuigende opmerkingen van God!

Tegenwerping 2 - Uiting van onzekerheid

"Maar Mozes zei: ‘Stel dat ik naar de Israëlieten ga en tegen hen zeg dat de God van hunvoorouders mij gestuurd heeft, en ze vragen: “Wat is de naam van die God?” Wat moet ikdan zeggen?’" (Exodus 3:13, NBV2004)

Dit was de beste vraag die Mozes stelde tijdens het hele gesprek. Mozes wist op dat moment waar-schijnlijk niet zoveel over God, in ieder geval niet genoeg en hij vroeg God om iets meer over zichzelfte vertellen. God ging daar graag op in:

"Toen antwoordde God hem: ‘Ik ben die er zijn zal. Zeg daarom tegen de Israëlieten: “IK ZALER ZIJN heeft mij naar u toe gestuurd.”’ (Exodus 3:14, NBV2004)

God maakte zich bekend als de eeuwige, altijd en overal aanwezige God. Het was een erg kort ant-woord, maar daarin werd dan ook alles gezegd. God wilde als het ware zeggen: "Mozes, ik ben alleswat je nu nodig hebt en alles wat je nodig zult hebben om je taak uit te voeren. Is dat niet meer danvoldoende?" God gaf vervolgens meer details over zijn verlossingsplan voor het volk Israël (Exodus3:15-22).

Page 87: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.4. Mozes- 7 -

Tegenwerping 3 - Uiting van faalangst en traumaBij die uiteenzetting maakte God onder meer de volgende opmerking:

"Je zult bij de oudsten van Israël gehoor vinden, en dan moet je samen met hen naar de ko-ning van Egypte gaan..." (Exodus 3:18, NBV2004)

Dit zei God om Mozes te bemoedigen: Het volk zou zeker achter hem staan en hem niet verraden,zoals veertig jaar geleden toen hij die Egyptenaar had gedood. God wist heel goed dat dit Mozes nogsteeds dwars zat. Hij had zich ingezet voor zijn volk, alles op het spel gezet en als dank daarvoor ...had zijn volk hem laten vallen als een baksteen. Het moet een trauma zijn geweest dat hem al diejaren had achtervolgd. Valt het je op hoe tactvol en vol begrip God Mozes tegemoet treedt doorhem meteen al te verzekeren van de medewerking van de Israëlische leiders?

"Weer maakte Mozes bezwaar. ‘Ze zullen me vast niet geloven en niet naar me luisteren,’zei hij. ‘Ze zullen zeggen: “De HEER is helemaal niet aan jou verschenen.”’(Exodus 4:1, NBV2004)

God had juist gezegd dat ze hem WEL zouden geloven! En Mozes ontkende de woorden van Godglashard. Mozes was op dit moment degene die niet geloofde! Door zijn onredelijke reactie verriedMozes dat er een stuk onverwerkte pijn aan hem knaagde. Verder gaf Mozes daarmee aan dat hijbang was om WEER te falen, net als de vorige keer. God nam Mozes zijn rare antwoord niet kwalijk,maar gaf hem vervolgens twee wondertekenen om de Israëlieten te kunnen overtuigen (Exodus 4:2-9). Als Mozes die tekenen zou doen, zouden ze hem ogenblikkelijk geloven als een boodschappervan God.

God vroeg aan Mozes: "Wat heb je in je hand?" "Een staf," zei Mozes. Wat een vreemde vraag. Alsofdie doodgewone stok iets bijzonders was. God liet Mozes de staf op de grond werpen en toen ver-anderde die in een slang. Mozes schrok zich wild en deinsde terug. God zorgde ervoor dat Mozes'simpele herdersstaf het symbool werd van de autoriteit, macht en hulp van de almachtige God. Netiets voor God om uit te gaan van het kleine wat wij hebben, en waar Hij Zelf grote dingen mee kandoen. Dit en nog een ander teken zou hij in Egypte kunnen tonen als bewijs dat God hem had gezon-den. De staf van Mozes zou later vele malen worden gebruikt om er Gods autoriteit en macht mee tedemonstreren...

Tegenwerping 4 - Gebrek aan zelfvertrouwenMozes vond zichzelf niet goed genoeg om namens God het woord te kunnen voeren aan het hof vande farao. Heel veel verstandelijke typen hebben moeite met spreken in het openbaar. Toegegeven,hun manier van spreken komt niet zo sprankelend over als die van gevoelsmatige en wilskrachtigemensen. Maar WAT ze zeggen is bijna altijd goed doordacht en daar hoeven ze zich eigenlijk nooitvoor te schamen.

"Maar Mozes antwoordde: ‘Neemt u mij niet kwalijk, Heer, maar ik ben geen goed spreker.Dat is altijd al zo geweest, en daar is geen verandering in gekomen nu u tegen mij, uw die-naar, gesproken hebt. Ik kan nooit de juiste woorden vinden.’" (Exodus 4:10, NBV2004)

Mozes zei dat hij niet goed kon spreken, maar hij kon zijn tegenwerpingen anders uitstekend onderwoorden brengen! We weten niet of Mozes hiermee de waarheid sprak of dat het een smoes was.God was niet erg blij met zijn opmerking, zeker niet nadat Hij hem al een paar keer had gezegd datHij alle noodzakelijke hulp zou geven en bij hem zou zijn.

"De HEER zei: ‘Wie heeft de mens een mond gegeven? Wie maakt iemand stom of doof,ziende of blind? Wie anders dan ik, de HEER? Ga nu, ik zal bij je zijn als je moet spreken enje de woorden in de mond leggen.’" (Exodus 4:11-12, NBV2004)

God beloofde Mozes dus de werkzame aanwezigheid van zijn Geest en dat zou meer dan voldoendezijn. Dit antwoord van God was deze keer verwijtend van toon. God accepteert goede excuses enook het feit dat Mozes voor de taak terugdeinsde (wie zou dat niet?) maar geen flauwekul opmer-

Page 88: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.4. Mozes- 8 -

kingen. God begrijpt dat er bij verstandelijke typen meer overtuigingskracht nodig is dan bij anderen,zo zitten ze nu eenmaal in elkaar.

Tegenwerping 5 - Weigering

"Maar Mozes hield vol: ‘Neemt u mij niet kwalijk, Heer, stuur toch iemand anders, wie umaar wilt.’" (Exodus 4:13, NBV2004)

Mozes stond op het punt de grootste kans te missen die hem geboden werd. Niemand in de heleperiode van het Oude Testament zou ooit zo'n aanbod van God krijgen! God wist dat Mozes de juisteman was voor deze taak, Hij wilde hem zo rijk zegenen en hem tot een van de belangrijkste perso-nen maken in zijn Koninkrijk. God wilde niet dat Mozes die kans zou verspelen door zich te verschan-sen in zijn bolwerk van negatieve gedachten.

"Nu werd de HEER kwaad op Mozes..." (Exodus 4:14- NBV2004)

Ik denk niet dat God kwaad werd uit ergernis over de weigerachtigheid van Mozes, maar om tevoorkomen dat hij het prachtige doel met zijn leven zou missen. God zei:

"... Je hebt toch een broer, de Leviet Aäron!’ zei hij. ‘Ik weet dat hij welbespraakt is. Hij is alnaar je onderweg en zal blij zijn je te zien. Vertel jij hem wat hij moet zeggen. Ik zal bij julliezijn als je moet spreken en jullie ingeven wat je moet doen. Hij zal in jouw plaats het volktoespreken: hij zal jouw mond zijn, jij zult zijn god (=leider) zijn. En neem je staf in de hand,want daarmee moet je de wonderen doen." (Exodus 4:14-17, NBV2004)

Een verstandelijk type moet vaak met kracht tot de werkelijkheid worden geroepen om zijn on-vruchtbare innerlijke remmingen te breken. Zachte woorden van begrip helpen dan niet meer. Geenenkele tegenwerping van Mozes was immers gebaseerd op waarheid. Verstandelijke mensen moe-ten een discipline ontwikkelen waarbij ze hun negatieve gedachten steeds onderzoeken: Is het wel waar wat ik bedenk? Wat zegt de Bijbel hierover? Hoe wil God mij daarin helpen?

God kwam Mozes tegemoet in zijn angst om te spreken en zette een vertrouwd persoon naast hemneer: zijn eigen iets oudere broer Aäron. Die zou de eerste tijd het woord voeren tegenover de faraoen de leiders van het volk Israël. Het feit dat zijn broer al naar hem onderweg was zette hem voorhet blok: God had het hele proces al in werking gezet. Nu kon hij moeilijk meer terug. God maakteMozes extra duidelijk dat hij niet achter Aäron mocht wegkruipen, maar dat hijzelf de leider zou zijnen blijven. Nogmaals noemde God zijn staf, als symbool van zijn autoriteit als afgezant van de leven-de God.

Mozes was gestruikeld over zijn eigen kracht (toen hij veertig jaar oud was) en dreigde nog eens testruikelen over zijn eigen zwakheid (toen hij tachtig jaar oud was). Door Gods kracht is zijn persoon-lijkheid in de loop der jaren grondig veranderd tot de machtigste Godsman van het Oude Testament,die in veel opzichten op Jezus leek. Op dezelfde manier kunnen veel verstandelijke gelovigen van-daag op een machtige manier door God gebruikt worden, als ze zich de zegen maar niet laten ont-nemen door hun neiging tot negatief denken. Want dat is gegarandeerd hun grootste struikelblok...

Mozes gingMozes gaf zich gewonnen, waarschijnlijk met een bevend hart, maar wat zou dat? Hij had zich naeen lang gesprek laten overtuigen door God. Zijn nieuwe leven was begonnen. Zo komen ook demeeste verstandelijke typen pas tot geloof wanneer zij overtuigd zijn van de waarheid van de evan-gelieboodschap en overtuigd zijn dat het de moeite waard is. Ze komen niet zo plotseling tot geloofals gevoelsmatige typen die heel snel en impulsief kunnen reageren, of als wilskrachtige typen diemeestal een krachtdadige maar dan ook een radicale bekering meemaken. Verstandelijke typenkomen vaak stapsgewijs tot het punt van innerlijke ommekeer. Maar als ze de beslissende stap ge-nomen hebben, blijven ze meestal ook wel doorlopen.

Page 89: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.4. Mozes- 9 -

"Mozes ging terug naar zijn schoonvader Jetro en zei tegen hem: ‘Ik zou graag teruggaannaar Egypte, om te zien of de mensen van mijn volk nog in leven zijn.’ ‘Ga in vrede,’ ant-woordde Jetro." (Exodus 4:14, NBV2004)

Het lijkt erop dat Mozes niets vertelde over zijn roeping. Was hij bang dat zijn schoonvader vragenzou stellen die hij niet kon beantwoorden of hem voor gek zou verklaren?

God maakte tot slot nog een belangrijke opmerking. Hij wist dat Mozes bang was dat hij in Egyptezou worden opgepakt als staatsvijand. Daarom zei God het volgende tegen Mozes ter bemoedigingen om hem ervan te verzekeren dat Hij de situatie stevig in handen had:

"De HEER zei Mozes nog in Midjan dat hij veilig naar Egypte kon terugkeren, aangezieniedereen die hem naar het leven had gestaan gestorven was." (Exodus 4:19, NBV2004)

Ik vind dit zo'n mooi detail: God ging niet alleen in op zijn uitgesproken bezwaren en uitingen vanonzekerheid, maar ook op onuitgesproken gedachten. Dat is de God die jou en mij wil leiden, ook alswe voor een moeilijke taak staan...

9.4.5. Mozes de leiderHoewel de verstandelijke Mozes geen natuurlijke leidersfiguur was, heeft God hem toch geholpeneen van de grootste leiders te worden die de wereld ooit gekend heeft. Ook seculiere geschiedkun-digen zijn er van overtuigd dat hij een van de grootste figuren uit zijn tijd was.

Mozes terug naar EgypteMozes gehoorzaamde God door met zijn vrouw Sippora en zijn zoon Gersom naar Egypte te gaan.Dan staat er in de Bijbel een klein zinnetje waar we gemakkelijk overheen lezen:

"Mozes zette zijn vrouw en kinderen op een ezel en ging op weg, terug naar Egypte. De stafvan God hield hij in zijn hand." (Exodus 4:20, NBV2004)

Zoals we eerder zagen was deze staf het symbool van Gods autoriteit, macht en hulp. Niet voor nietsnoemt de Bijbel het de staf van God, niet de staf van Mozes! Daar ging Mozes, Gods uitverkoreninstrument om de meest spectaculaire volksverhuizing van de oudheid te organiseren. En zijn enigehulpmiddel was niet een leger of een grote zak met geld, maar alleen ... die staf. Maar het was welde staf van GOD geworden!

Nog eenmaal herhaalde God de belangrijkste details van de opdracht om de farao tegemoet te tre-den (Exodus 4:21-23). Verder bereidde God hem er al op voor dat de farao in eerste instantie zouweigeren het volk te laten gaan, zodat hij niet al te erg zou schrikken wanneer hij weerstanden zouontmoeten. Uit alles blijkt dat God zijn uitverkoren dienaar niet onvoorbereid het bos instuurde,maar hem van stap tot stap ondersteunde.

"Toen zei de HEER tegen Mozes: 'Nu je teruggaat naar Egypte, moeten jullie daar de faraoalle wonderen laten zien waartoe ik je de macht heb gegeven. Ik zal ervoor zorgen dat hijhardnekkig weigert het volk te laten gaan." (Exodus 4:21, NBV2004)

BesnijdenisOnderweg had familie Mozes een merkwaardige ontmoeting met God, die hen als een vijand bena-derde.

"Onderweg, toen Mozes en de zijnen ergens overnachtten, kwam de HEER op hem af enprobeerde hem te doden. Sippora pakte een scherpe steen, sneed de voorhuid van haar zoonweg en raakte daarmee Mozes' voeten aan, terwijl ze zei: 'Een bloedbruidegom ben jij voormij.' ... Toen liet de HEER hem met rust." (Exodus 4:24-26, NBV2004)

Voor ons lijkt dit een onbegrijpelijk verhaal, maar zonder twijfel begrepen Mozes en Sippora directwat dit te betekenen had. Niet Mozes, maar Sippora kwam meteen in actie. Het probleem was na-

Page 90: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.4. Mozes- 10 -

melijk dat Mozes Gersom nooit had besneden en dat dit verzuim tussen God en hen in stond. Moge-lijk had God hen eerder duidelijk gemaakt dat dit moest gebeuren en was hij daarin nalatig gebleven.Sippora besneed haar zoon ter plekke en daarna liet de Heer hen met rust. Hieruit kon Mozes opma-ken dat Gods heiligheid vereiste dat hij ALLE instructies van God nauwgezet moest volgen, ook wan-neer hij niet altijd zou begrijpen waarom God zoiets van hem vroeg. Alleen dan zou hij de leider vanGods volk kunnen zijn namens God. Een goede leider moet in de eerste plaats zijn hogere Leiderweten te gehoorzamen.

Mozes ontmoet leiders van de IsraëlietenEen eind verderop kwamen ze Aäron tegen. Deze had persoonlijk de opdracht van God gekregen omMozes tegemoet te gaan in de woestijn (Exodus 4:27). Mozes bemerkte daardoor dat hij op Godstoezeggingen aan kon.

Voordat Mozes naar de farao kon gaan nam hij eerst contact op met de leidende figuren van de Isra-elieten. Hij moest hen duidelijk maken dat God hem had gezonden als de bevrijder van het volk. Hoezouden ze reageren? Hij deed de wondertekenen voor hun ogen en ...

"Het volk nu geloofde, en toen zij hoorden dat de HE RE op de Israëlieten acht geslagen enhun ellende gezien had, knielden zij en bogen zich neder." (Exodus 4:31, NBG1951)

Deze cruciale stap was een noodzakelijke voorwaarde voor de bevrijding van het volk Israël, wantnatuurlijk was God niet van plan het volk tegen haar wil te bevrijden. God redt niemand die nietgered wil worden, en dat is vandaag nog steeds zo.

We zien dat het volk een stap in geloof deed: men geloofde de boodschap van Mozes, en knieldevoor God. Daarmee onderwierp het volk zich in principe aan Hem. Je zou het in zekere zin de beke-ring van het volk Israël kunnen noemen, een noodzakelijke voorwaarde voor hun wedergeboorte totGods eigen volk. Later zou blijken hoe broos die geloofsovergave nog was, maar in ieder geval wasde eerste stap gezet. God zou hen later verder helpen bij de volgende stappen!

Ontmoetingen met de faraoGod had Mozes opgedragen het volgende tegen de Farao te zeggen.

"... Israël is mijn eerstgeboren zoon; daarom zeg Ik u: laat mijn zoon gaan, opdat hij Mij die-ne; zoudt gij echter weigeren hem te laten gaan, dan zal Ik uw eerstgeboren zoon doden."(Exodus 4:22-23, NBG1951)

Maar het eerste optreden van Mozes en Aäron bij de farao liep uit op een grote mislukking. Ze wa-ren waarschijnlijk erg nerveus toen ze oog in oog kwamen met de machtigste machthebber van detoenmalige wereld. Vrees, pessimisme en te weinig zelfvertrouwen zijn zo kenmerkend voor eenverstandelijk type als Mozes en dat liet hij duidelijk merken. Ze brachten de volgende boodschapover:

"... De God van de Hebreeën is naar ons toe gekomen. Sta ons toe drie dagreizen ver dewoestijn in te trekken om de HEER, onze God, daar offers te brengen. Anders treft hij onsmet de pest of met het zwaard." (Exodus 5:3, NBV2004)

Ze waren zo in de war dat er van Gods krachtige boodschap aan de farao niet veel overbleef. Zestonden maar wat te klungelen.1. Dat laatste deel hadden ze er zelf bij verzonnen. God had helemaal niet gedreigd met de pest of

het zwaard. Dit zin klonk ook tamelijk zielig.2. Bovendien hadden ze heel wat uit de boodschap achterwege gelaten (vergelijk Exodus 4:22-23

met 5:3). Ze noemden niet dat Hij het volk Israël als zijn eigen zoon beschouwde en zeiden nietdat bij weigering zijn oudste zoon zou worden gedood.

3. Ze verzuimden om de wondertekenen te laten zien die God had gegeven om de farao te over-tuigen (Exodus 4:21).

Page 91: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.4. Mozes- 11 -

De farao vond het maar een slappe vertoning en stuurde hen weg als een paar schooljongens:

"Maar de koning van Egypte zei: 'Mozes en Aäron, hoe durft u het volk van zijn werk af tehouden? Vooruit, aan het werk!' " (Exodus 5:4, NBV2004)

De farao maakte het werk van de Israëlitische dwangarbeiders extra zwaar om verdere protestactieste voorkomen (Exodus 5:4-11). De Israëlitische opzichters werden boos op Mozes en Aäron, diedaardoor wel erg ongeloofwaardig overkwamen bij het volk Israël. Nee, als Gods opdrachten maargedeeltelijk goed worden uitgevoerd, kunnen we er niet veel effect van verwachten.

Hoewel God Mozes van tevoren had gewaarschuwd dat de farao zijn verzoek zou afwijzen, werd hijer toch gedeprimeerd van, overweldigd als hij waarschijnlijk was door de farao die onbeperktemacht leek te hebben. Maar Mozes deed iets heel verstandigs: hij ging er met God over spreken.

"Toen wendde Mozes zich opnieuw tot de HEER en zei: 'Heer, waarom behandelt u dit volkzo slecht? Waarom hebt u mij hierheen gestuurd? Vanaf het moment dat ik bij de farao bengekomen en hem in uw naam heb toegesproken, wordt het volk nog slechter door hem be-handeld. U hebt uw volk niet bevrijd – integendeel!'" (Exodus 5:22-23, NBV2004)

Mozes ging zichzelf uitvoerig beklagen. Zelfbeklag is bijna altijd de oorzaak van neerslachtigheid. Godprobeerde hem te bemoedigen en besteedde daar veel tijd aan (Exodus 5:25-6:7). Mozes ging op-nieuw met de Israëlitische leiders spreken, maar die moesten niets meer van hem hebben. Waarbleef die acceptatie van zijn volksgenoten die God beloofd had? Mozes wist nog niet dat God situa-ties soms eerst slechter laat worden voordat ze ten goede keren en hij dacht wellicht dat hij gefaaldhad. Die teleurstelling kwam hard aan. Hij sprak zijn klachten uit bij God:

"Als de Israëlieten al niet naar me luisteren, zal de farao dat dan wel doen? Ik kom immersmoeilijk uit mijn woorden." (Exodus 6:12, NBV2004)

Weer dat oude excuus van zijn zogenaamde spreekprobleem, dat in Exodus 5:30 nog eens wordtherhaald. Als een verstandelijk type een negatief zelfbeeld heeft, is er heel wat voor nodig om dat teveranderen. God verzekerde Mozes dat Hij zou zorgen dat er WEL naar hem geluisterd zou worden:

"Maar de HEER zei: 'Ik zal ervoor zorgen dat jij als een god voor de farao staat, en je broerAäron zal je profeet zijn." (Exodus 7:1, NBV2004)

God zond Mozes opnieuw naar de farao, nadat Hij hem uitdrukkelijke beloften gaf van de overwin-ning over de macht van de farao.

"... Jij moet Aäron alles zeggen wat ik je opdraag, en hij moet het woord voeren en de faraovragen de Israëlieten uit zijn land te laten vertrekken. Ik zal ervoor zorgen dat de faraohardnekkig weigert, en ik zal in Egypte veel tekenen en wonderen verrichten. Ook dan zal defarao niet naar jullie luisteren. Daarom zal ik de Egyptenaren mijn macht laten voelen enhen zwaar straffen, en ik zal mijn volk, de Israëlieten, in groepen geordend uit Egypte leiden.De Egyptenaren zullen beseffen dat ik de HEER ben, als ik mij tegen hen keer en de Israëlie-ten bij hen weg leid.' " (Exodus 7:2-5, NBV2004)

En weer luisterde de farao niet. Vervolgens zien we het optreden van Mozes en Aäron geleidelijksteeds krachtiger worden. Zij kondigden elk van de tien plagen aan zoals God hen had opgedragenen kondigden dan enkele dagen later aan dat ze op een van tevoren vastgesteld tijdstip zouden op-houden. Daarmee demonstreerden ze Gods totale beheersing van het proces. Als we deze geschie-denissen goed bestuderen ontdekken we dat Aäron bij de eerste plagen het woord voerde, maar datMozes die rol later overnam, terwijl Aäron geleidelijk meer naar de achtergrond verdween. Tenslottewas het Mozes die door God geroepen was. Aärons taak was om Mozes tijdelijk te helpen om zijnvrees voor mensen geleidelijk aan te overwinnen. God weet alles van karakters, houdt rekening metzwakheden, maar accepteert karakterbeperkingen nooit als excuses om zijn opdrachten niet uit tevoeren. Hij geeft er immers de bijbehorende kracht bij!

Page 92: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.4. Mozes- 12 -

Bij de aankondiging van de tiende en laatste plaag over Egypte lezen we iets opmerkelijks:

"... Ook Mozes zelf stond in Egypte hoog in aanzien bij de hovelingen van de farao en bij zijnonderdanen." (Exodus 11:3, WV1995)

Dat was nou die Mozes die niets kon, die niet goed uit zijn woorden kon komen en die door niemandserieus genomen zou worden. Dat dacht hij. In betrekkelijk korte tijd had God hem ver boven zich-zelf doen uitstijgen. Mozes was steeds meer bewust van Gods almacht en van het feit dat hij voort-durend aanspraak kon maken op zijn hulp. Dezelfde hulp en kracht is nog steeds beschikbaar voormensen met verstandelijke karaktereigenschappen van vandaag. En voor anderen ook natuurlijk.

UittochtMozes was de onbetwiste leider van het volk geworden. Iedereen wist dat hij de door God gezondenbevrijder was want God had via Mozes zijn macht op vele manieren getoond bij de uitvoering van detien plagen.

Mozes, die zelf geworsteld had met minderwaardigheidsgevoelens, was een zelfbewust persoongeworden, zonder dat het hem trots maakte. Hij wist dat zijn kracht van God kwam en dat GodsGeest in hem woonde en werkte. Zo kon hij ook de Israëlieten helpen om niet als een armzalig sla-venvolk Egypte te verlaten, maar als een leger van de allerhoogste God, op weg naar het beloofdeland.

"Op de dag dat deze vierhonderddertig jaar waren verstreken trokken al de legers van deHEER weg uit Egypte." (Exodus 12:41, WV1995)

"Geheel uitgerust voor de strijd trokken de Israëlieten weg uit Egypte."(Exodus 13:18, WV1995)

"... Maar de Israëlieten zetten hun uittocht voort, door een verheven hand geleid."(Exodus 14:8, NBG1951)

Het is voor ons belangrijk om te weten dat God ons meteen na onze verlossing beschouwt als solda-ten in zijn leger, om de Koning te dienen en de macht van het hemelse Koninkrijk op aarde uit tebreiden. Niet door het onderwerpen van anderen of door christelijke machtsinstituten te stichten,maar door Gods liefde in woorden en daden uit te dragen. Verstandelijke gelovigen moeten goedbeseffen dat ze niet eerst alles van de Bijbel hoeven te weten voordat God hen kan gebruiken in zijnKoninkrijk. Al doende worden ze door God bekwaam gemaakt voor hun taak, net zoals Mozes.

Geen paniekHet duurde niet lang of het volk maakte de eerste ernstige crisissituatie mee. Toen de Israëlieten totbij de Rietzee waren gekomen, kwam het leger van de farao achter hen aan met de bedoeling henuit te roeien of om hen weer als slaven terug te halen. Er brak paniek uit. En Mozes? Hij werd daarniet meer nerveus van, maar antwoordde bedaard:

"... Wees niet bang, wacht rustig af. Dan zult u zien hoe de HEER vandaag voor u de over-winning behaalt. De Egyptenaren die u daar nu ziet, zult u hierna nooit meer terugzien. DeHEER zal voor u strijden, u hoeft zelf niets te doen.'" (Exodus 14:13-14, NBV2004)

Mozes strekte zijn hand uit over de zee (met de staf van God in zijn hand) en op dat moment ge-beurde het bekendste en meest spectaculaire wonder uit het Oude Testament: God maakte een paddoor de Rietzee zodat het volk daardoor kon trekken. Deze weg leidde tot hun bevrijding en tot deondergang van het Egyptische leger.

"Het terugstromende water overspoelde het hele leger van de farao, al zijn wagens en rui-ters, die achter de Israëlieten aan de zee in gereden waren; niet een van hen bleef in leven.Maar de Israëlieten waren dwars door de zee gegaan, over droog land, terwijl rechts enlinks van hen het water als een muur omhoog rees." (Exodus 14:28-29, NBV2004)

Page 93: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.4. Mozes- 13 -

Mozes toonde zich een ware leider. Ongelofelijk hoe God iemand zo kan veranderen!

9.4.6. Mozes' relatie met GodVriendschappelijke relatie met GodBehalve Jezus is geen enkele Bijbelfiguur te vergelijken met Mozes wat betreft zijn persoonlijke om-gang met God.

"Nooit meer heeft Israël een profeet gekend als Mozes, met wie de HEER zo vertrouwelijkomging." (Deuteronomium 34:10, NBV2004)

Let eens op de manier waarop God Zelf over Mozes spreekt:

"... Als er bij jullie een profeet van de HEER is, maak ik mij in visioenen aan hem bekend enspreek ik met hem in dromen. Maar met mijn dienaar Mozes, op wie ik volledig kan ver-trouwen, ga ik anders om: met hem spreek ik rechtstreeks, duidelijk, niet in raadsels, en hijaanschouwt mijn gestalte ..." (Numeri 12:6-8, NBV2004)

Deze diepgaande relatie staat niet helemaal los van het karakter van Mozes. Verstandelijke typenzijn minder op de buitenwereld, maar meer op de innerlijke wereld gericht en die staat dichter bij degeestelijke wereld ofwel de wereld van God. Speciaal van Mozes lezen we in de brief aan de Hebree-en:

"Door het geloof verliet hij Egypte zonder de woede van de koning te vrezen, want hij zettedoor, als ziende de Onzienlijke." (Hebreeën 11:27, WV1995)

Al bij de roeping van Mozes was God zeer uitvoerig geweest in zijn gesprekken met Mozes en zobegon Hij een sfeer van open, vertrouwelijke omgang met Mozes op te bouwen. We zien Mozes inde loop der jaren groeien tot welhaast het niveau van partnerschap met God. Mozes bracht erg veeltijd met God door. Eenmaal was er zelfs een ontmoeting van veertig dagen aaneen (Exodus 24:12-18), waarvan hij de eerste week op de berg moest wachten om zijn gedachten geheel leeg te latenworden voordat hij met God mocht spreken.

Een van de mooiste voorbeelden van het intieme omgang met God zien we in Exodus 33:18-23, waarMozes vroeg of hij Gods heerlijkheid mocht zien. We moeten goed beseffen dat die vraag werd ge-steld nadat Mozes langdurig en intensief met God had gewandeld in diep ontzag en gehoorzaam-heid. Mozes was daarbij zelfs zo ver gegaan, dat hij bereid was zijn leven op te offeren voor het volkIsraël, dat diep gezondigd had door het gouden kalf te aanbidden (Exodus 32:32 en 34:9). Mozes'verlangen naar God was echt en zijn leven was een en al offer voor God. Vanuit die houding mochthij die vraag stellen. Dat gaat veel verder dan het zingen van een Opwekkingslied met woorden als"Heer laat mij uw glorie zien, want ik wil genieten van uw heerlijkheid." Het echt leren kennen vanGod vereist een diep besef van Gods heiligheid en veel diepgang in je leven. Intimiteit met God komtje niet aanwaaien als je zo nu en dan iets naar boven roept.

Hoe reageerde God op de vraag van Mozes? God zei niet: "Mozes, hoe kun je nou zoiets vragen. Numaak je het toch echt te bont!" Integendeel. Ik denk dat God heel blij was met de vraag van Mozesen Hij toonde zijn heerlijkheid aan Mozes op een manier dat Mozes het nog net kon verwerken. Godging daarbij tot het uiterste. Je zou natuurlijk graag willen weten wat Mozes precies zag, maar datheeft hij niet in de Bijbel opgeschreven. Wacht maar tot je Hem zelf zult zien...

Toen Mozes na die ontmoeting met God van de berg Sinaï afdaalde straalde de heerlijkheid van Godzo van zijn gezicht af dat de mensen hem niet durfden aan te kijken.

"Mozes daalde de Sinai af, met de twee platen van het verbond bij zich. Hij wist niet dat zijngezicht glansde doordat hij met de HEER had gesproken." (Exodus 34:29, NBV2004)

Hij deed dan maar een doek over zijn gezicht totdat die krachtige straling was afgenomen (Exodus34:30-35).

Page 94: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.4. Mozes- 14 -

Mozes de voorbidderIn de Bijbel zien we dat Mozes tot ongekende hoogten is gestegen als tussenpersoon tussen God enhet volk Israël en als voorbidder, juist wanneer de relatie tussen God en de Israëlieten onder grotedruk stond.

Toen Mozes een tijdlang een bespreking met God had, op de berg Sinaï, ging het volk een goudenkalf maken en het aanbidden als hun god. Dit was natuurlijk een welhaast onvergeeflijke zonde naalles wat God voor zijn volk had gedaan. Mozes, die een duidelijk besef had van Gods heiligheid,besefte maar al te goed dat de relatie tussen God en het volk stuk was en dat de situatie hoogst ern-stig was.

"De volgende morgen zei Mozes tegen het volk: 'U hebt zwaar gezondigd. Toch zal ik deberg op gaan; misschien kan ik de HEER ertoe bewegen u uw zonden niet aan te rekenen.'Hierop keerde hij terug naar de HEER. 'Ach HEER,' zei hij, 'dit volk heeft zwaar gezondigd:ze hebben een god van goud gemaakt.'" (Exodus 32:30-31, NBV2004)

Vervolgens kwam de offerbereidheid van Mozes naar voren, Het was hem alles waard dat het volk,dat God aan hem had toevertrouwd, er goed doorheen zou komen. Hij wist dat alleen een grootoffer genoegdoening zou kunnen schenken aan God om deze grove afwijzing van zijn goedheid af tewijzen:

"Schenk hun vergeving voor die zonde. Wilt u dat niet, schrap mij dan maar uit het boek datu geschreven hebt.'" (Exodus 32:32, NBV2004)

Wat een offervaardigheid van Mozes! Vanwege het pleidooi van Mozes schonk God vergeving. MaarGod wilde niet meer zelf met het volk meegaan en zei tegen Mozes dat er maar een engel meemoest gaan om het volk te leiden, omdat Gods heiligheid en de zondige houding van het volk nietkonden samengaan (Exodus 32:33-35; 33:1-6).

Mozes kwam met een creatieve oplossing. Hij zette een tent neer buiten het kamp van de Israëlietenom daar God te ontmoeten. Dat was neutrale grond en daar kon God immers niets op tegen hebben.Over die ontmoetingen lezen we in de Bijbel:

"De Heer sprak met Mozes heel persoonlijk, zoals iemand spreekt met zijn vriend ..."(Exodus 33:11, GNB1996)

Het was tijdens deze gesprekken dat Mozes weer het heikele punt naar voren bracht dat God nietmet het volk wilde optrekken.

"En de HERE antwoordde: 'Voelt u zich pas gerust als Ik Zelf meega?' Mozes zei: 'Als u nietZelf meegaat, laat ons dan niet vertrekken. Want als U niet meegaat, zal niemand ooit teweten komen dat ik en mijn volk genade hebben gevonden in uw ogen en verschillend zijnvan alle volken op aarde.' Daarop zei de HERE tegen Mozes: 'Ik zal doen wat u Mij hebt ge-vraagd, want het is een feit dat u genade hebt gevonden in mijn ogen en dat Ik u als mijnvriend beschouw.'" (Exodus 33:14-17, HB2008)

Mozes had het pleit gewonnen en ik denk dat God intens genoten heeft van dit gesprek. God is eengenadig God en Mozes wist dat. In die wonderlijke vriendschap tussen de heilige God en de beperktemens Mozes ontstond een ongekend heerlijk samenspel waarin we het hart van God beter lerenkennen en zijn diepe verlangen om het allerbeste uit de mens naar voren te laten komen. Het laatook zien hoe persoonlijk en intiem God met mensen wenst om te gaan.

9.4.7. Mozes de GodsmanLaten we nu stilstaan bij enkele eigenschappen van Mozes, zonder de tijdsvolgorde van de gebeur-tenissen te volgen.

Page 95: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.4. Mozes- 15 -

GewetensvolMozes was een gewetensvol man. Alles wat hij deed, wilde hij vooral goed doen en dat is een uitste-kende eigenschap. Verder had hij oog voor details. Maar toch, alleen een geestvervuld verstandelijktype is in staat tot zulke omvangrijke projecten als Mozes. Denk bijvoorbeeld eens aan: het organiseren van de woestijntocht van een miljoenenvolk het nauwkeurig formuleren, opschrijven en onderwijzen van alle leefregels voor het volk het nauwkeurig laten bouwen van de tabernakel volgens zeer gedetailleerde voorschriften

Mozes de wetgeverVoordat God zijn geboden aan het volk gaf vanaf de berg Sinaï, had Hij via Mozes al heel wat voor-schriften gegeven, zoals: bepalingen over de viering van het Pesachfeest (Exodus 12:1-28, 43-49) bepalingen voor eerstgeborenen (Exodus 13:1-16) diverse voorschriften, waaronder waarschijnlijk iets over de sabbatdag (Exodus 15:25) bepalingen over het omgaan met manna, het hemelbrood (Exodus 16:4-34)

God gaf de zogenaamde Tien Geboden aan het volk. Dat is de grondwet voor de Israëlieten en van-daag de dag ook de grondwet voor de staat Israël. God wilde die niet alleen via Mozes bekend ma-ken, maar ook hoorbaar voor iedereen (Exodus 20). Bovendien maakte God persoonlijk twee stenenplaten waarop Hij persoonlijk deze tien leefregels schreef. Ze zouden ook voor de komende geslach-ten leesbaar zijn (Exodus 31:18).

In veel godsdiensten en godsdienstige stromingen heeft men heilige, gezaghebbende boeken, waar-van één persoon ooit beweerde de inhoud rechtstreeks door goddelijke inspiratie te hebben ont-vangen (bijvoorbeeld de Koran, het boek van Mormon, diverse hindoe geschriften). In vrijwel allegevallen was de inhoud oncontroleerbaar en werd de erkenning van het gezag van die boeken minof meer afgedwongen van de aanhangers. Hoe anders was Gods wetgeving bij de berg Sinaï! Geenwonder dat de joden deze gebeurtenis als de belangrijkste gebeurtenis uit hun geschiedenis be-schouwen. Later is de echtheid en autoriteit van Gods levenswet ook door Jezus, de Zoon van God,bevestigd.

"Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke tittel in de wetvan kracht, totdat alles gebeurd zal zijn." Matteüs 5:18, NBV2004)

Vooral uit deze opmerking van Jezus kunnen we concluderen dat Mozes Gods woorden nauwgezeten naar waarheid heeft opgeschreven.

Mozes de RechterWie zou er beter geschikt zijn als rechter dan degene die de levenswetten persoonlijk van God hadontvangen, doordacht en gedocumenteerd? Mozes dus. Dat was geen geringe taak, want de Israëlie-ten waren nog maar een natie in wording. Ze moesten dus van de grond af aan leren omgaan met denieuwe, geordende samenleving en met regels en levenswetten.

"De volgende dag sprak Mozes recht over het volk. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laatstonden de mensen om hem heen." (Exodus 18:13, NBV2004)

Mozes de perfectionistDit kon Mozes natuurlijk niet lang volhouden. Zoals elke goede eigenschap, zit er ook een keerzijdeaan het gedrevenheid dat we bij vrijwel alle gewetensvolle typen zien. Verstandelijke typen zijn ge-boren perfectionisten. Mensen met die eigenschap zijn niet gauw tevreden met wat ze doen. Zewillen vaak alles alleen doen en vinden het moeilijk iets uit handen te geven. Zo ook Mozes. Hijmeende dat hij de enige was die recht kon spreken als er mensen waren met onderlinge geschillen.

Toen verscheen zijn schoonvader Jetro en deze raadde Mozes aan om het merendeel van de rechts-zittingen aan anderen te delegeren. Dat deed hij toen ook (Exodus 18:14-26). Mozes was zelf niet opdat idee gekomen. Dat paste ook bij zijn aangeboren neiging tot zelfopoffering, dat veel verstandelij-

Page 96: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.4. Mozes- 16 -

ke typen hebben. Zij gaan er liever zelf onderdoor dan dat ze anderen ermee lastigvallen. Of het kanzijn dat ze zulke hoge eisen stellen dat ze het niemand anders toevertrouwen. Verstandelijke typenwerken van nature ook niet graag in teamverband. Toch was Mozes verstandig genoeg om goederaad te herkennen en aan te nemen. Zo vormde God het karakter van Mozes verder, deze keer viazijn schoonvader...

Mozes de profeetMozes was de belangrijkste profeet van de Oude Testament:

"In Israël is er nooit meer een profeet geweest als Mozes, niemand met wie de Heer zo ver-trouwelijk omging." (Deuteronomium 34:10, GNB1996)

Een profeet is in de eerste plaats iemand die namens God spreekt. Let eens op hoe vaak je in deBijbel leest: "De HEER zei tegen Mozes..." Voor Mozes waren profetieën nauwelijks bijzonder meer.Eenvoudigweg omdat God zo veel tegen hem zei dat het de gewoonste zaak van de wereld was.

Driftig, ongeduldigToen Mozes van de berg Sinaï afkwam na een langdurige ontmoeting met God, zag hij hoe het volkaan het feestvieren was rondom een gouden kalf als afgodsbeeld. Maar zoals bij ieder andere gelo-vige kwam bij Mozes ook zijn oude opvliegendheid wel eens naar de oppervlakte.

"Toen Mozes dichter bij het kamp kwam, zag hij het stierkalf en het gedans. Hij werd razenden smeet de platen tegen de voet van de berg aan stukken." (Exodus 32:19, WV1995)

Was dat nodig? Ik denk het niet. Het was een uiting van onbeheerste woede. Begrijpelijk, maar hetleidde tot niets goeds. Verstandelijke typen lijken niet zo gauw boos te worden, maar onder de op-pervlakte kunnen ze zich wel degelijk kwaad maken. Hun diepliggende boosheid kan onder bepaaldeomstandigheden aan de oppervlakte komen en dan kunnen ze zich behoorlijk opwinden. Ik denk dater bij Mozes een opstapeling van ergernissen over het volk was waardoor hij zijn boosheid niet hadkunnen beheersen. In dat opzicht had hij nog wel wat te leren.

In de Bijbel lezen we niet dat Mozes daarna aan God vroeg om nieuwe platen met de Tien Geboden;hij zal er zich vast niet lekker bij hebben gevoeld.

"De HEER zei tegen Mozes: 'Hak twee stenen platen uit, gelijk aan de vorige. Dan zal ik opdie platen de geboden schrijven die ook op de eerste stonden, die jij stukgegooid hebt. Mor-genvroeg moet je gereed zijn, want dan moet je de Sinai op gaan. Kom daar, op de top vande berg, bij mij." (Exodus 34:1-2, NBV2004)

God wees Mozes fijntjes op het feit dat hij de eerste platen zelf had stukgegooid. De eerste stenenplaten had God gemaakt; deze moest Mozes zelf uithakken en naar boven sjouwen, zodat God zeweer kon beschrijven. Twee vermoeiende klussen die hij zichzelf had kunnen besparen. Dat gaf hemtijd genoeg om na te denken over de vraag of het eigenlijk wel zo verstandig was geweest om deeerste platen stuk te gooien... God is een wijze opvoeder!

Jaren later ging Mozes weer de fout in toen God hem de opdracht gaf water uit een steenrots tevoorschijn te laten komen door tegen de rots te spreken. God gaf daarover heel duidelijke instruc-ties:

"'Neem de staf en roep met je broer Aäron de Israëlieten bijeen. In hun bijzijn moeten julliede rots daar bevelen water te geven. Jullie zullen water voor hen uit de rots laten komen, enmensen en vee te drinken geven.'" (Numeri 20:8, NBV2004)

Mozes, wellicht geïrriteerd door de mopperende houding van het volk, besloot het iets anders tedoen:

Page 97: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.4. Mozes- 17 -

"... 'Luister, opstandig volk,' zei Mozes, 'zullen wij voor u uit deze rots water laten stromen?'Hij hief zijn hand op, sloeg tweemaal met zijn staf op de rots, en het water stroomde eruit,zodat iedereen te drinken had, en ook het vee." (Numeri 20:10-11, NBV2004)

Mozes trok de eer naar zichzelf toe alsof hij het zelf was die wonderen kon doen. Was het een soorthoogmoed, waardoor iemand die op een machtige manier door God gebruikt wordt gaat denken dathij uit eigen kracht iets kan doen? God gaf het water, maar Hij nam het Mozes behoorlijk kwalijk:

"De HEER zei tegen Mozes en Aäron: 'Omdat jullie niet op mij vertrouwd hebben, en in hetbijzijn van de Israëlieten geen ontzag hebben getoond voor mijn heiligheid, zullen jullie ditvolk niet in het land brengen dat ik het geef.'" (Numeri 20:12, NBV2004)

Het lijkt een overdreven zware straf voor een ogenschijnlijk kleine uitglijder. Wie van ons denkt diepin zijn hart niet: was dat nu echt wel nodig geweest? Mozes had een grote verantwoordelijkheid enals voorbeeldfiguur voor het volk had hij God de eer moeten geven die Hem toekomt. God is daarheel precies in want zijn eer dient altijd te worden gerespecteerd. Hoe dichter je bij God leeft, hoenauwer het luistert.

ZachtmoedigHoe is Mozes geëindigd? Van hem zegt de Bijbel:

"Mozes was echter de zachtmoedigste man op aarde." (Numeri 12:3, HB2008)

Het woord 'zachtmoedig' betekent niet dat Mozes een slap figuur was, maar dat zijn wil overgegevenwas aan God. Een geweldig getuigenis van een man die moest leren omgaan met zijn negatieve ka-raktereigenschappen. Zulke mensen zullen trouwens ook het meeste 'succes' hebben in Gods Ko-ninkrijk, zoals Jezus later zou aangeven in zijn bekende Bergrede:

"Gelukkig zijn de zachtmoedigen, want de aarde is voor hen." (Matteüs 5:5, HB2008)

Neerslachtigheid en moedVan alle karakters hebben verstandelijke mensen de sterkste neiging tot neerslachtigheid en depres-siviteit. Die neiging herkennen we ook bij Mozes. Het duidelijkste zien we dat bij de crisis die ont-stond toen het volk klaagde over de voedselvoorziening in de woestijn.

"Mozes hoorde hoe alle families bij de ingang van hun tent zaten te klagen. Toen de HEERin hevige woede ontstak, maakte Mozes zich kwaad. Hij vroeg de HEER: 'Waarom doet u uwdienaar dit aan? Bent u mij zo weinig genegen, dat u mij de last van heel dit volk te dragengeeft? ... Ze komen bij mij klagen dat ze vlees willen. Maar waar haal ik voor dit hele volkvlees vandaan? Ik alleen kan de last van dit hele volk niet dragen, dat is te zwaar voor mij.Als u mij dit werkelijk wilt aandoen, dood me dan liever meteen. Dan blijft verdere ellendemij tenminste bespaard.'" (Numeri 11:10-15, NBV2004)

Mozes had het helemaal gehad. Hij was het spuugzat. Let eens op de manier waarop hij zijn klachtennaar God uitte: niet vrijpostig, maar wel zonder een blad voor de mond te nemen. Wat ook opvalt ishet zelfbeklag dat eraf druipt. Hij was bezweken voor de verleiding om alleen naar de omstandighe-den te kijken vanuit zijn persoonlijke perspectief en dat hij geen zicht meer had op Gods kant van dezaak. Maar omdat hij een open relatie met God had, ging hij zijn probleem meteen aan Hem voor-leggen. En dus kwam het weer goed.

God reageerde meteen, zonder verwijten te maken. De last op Mozes' schouders was ook immensen hij stond onder zeer zware druk. Bedenk ook dat verstandelijke typen van nature geen sterkeleiders zijn, zodat het leiderschap voor Mozes een extra zware belasting was. God ging in op Mozes'klacht over de zware werkdruk en besloot om de zalving van zijn Geest, die tot dusver alleen op Mo-zes was, tijdelijk te verspreiden over hem en zeventig leidinggevenden.

Page 98: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.4. Mozes- 18 -

"Toen daalde de HEER af, in de wolk. Hij sprak tot Mozes en droeg een deel van de geestdie op hem rustte, op de zeventig oudsten over. Zodra de geest op hen rustte begonnen ze teprofeteren. Dat is daarna niet opnieuw gebeurd." (Numeri 11:25, NBV2004)

Het was maar een eenmalige actie en wellicht alleen maar bedoeld om Mozes tijdelijk verlichting tegeven en om hem nog eens te wijzen op de noodzaak om verantwoordelijkheden te delegeren.

Mozes had ervan geleerd en dat zien we bij de volgende crisissen gedurende de woestijnreis. Toenhet volk bijvoorbeeld in opstand kwam na de negatieve rapportages over hun verkenningstocht vanhet beloofde land, was de situatie nog ernstiger. Het volk wilde Mozes niet langer als hun leider,besloten dat ze wilden terugkeren naar Egypte en dreigden Mozes en Aäron te stenigen. Hun reactiewas perfect en ze raakten niet in paniek:

"Toen wierpen Mozes en Aäron zich ter aarde, ten overstaan van de voltallige gemeenschapvan Israël." (Numeri 14:5, NBV2004)

Vervolgens kwam God hen persoonlijk te hulp (Numeri 14:10, NBV2004). Mozes had het geleerd:alleen op God vertrouwen en niet vertrouwen op zijn eigen ervaring met crisismanagement.

Mozes veranderdDe veranderingen in het leven van Mozes zijn erg opvallend. Dat doet God in het leven van iemanddie vol is van de Heilige Geest en die dicht bij Hem leeft. Zeg niet meteen: ja maar ik ben Mozes niet,ik kan me niet met hem meten. Natuurlijk is dat zo. Maar God kan oneindig meer in jou doen dan jevoor mogelijk houdt. Geloof je dat?

Page 99: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.5. Petrus- 1 -

9.5. PetrusIn dit hoofdstuk zien we hoe God het karakter van Petrus in de loop der jaren heeft gevormd. Het iseen prachtig voorbeeld van de manier waarop God gelovigen met gevoelsmatige karaktereigen-schappen kan veranderen om het allerbeste uit hen tevoorschijn te laten komen.

9.5.1. Petrus' gevoelsmatige karakter

9.5.2. Petrus de discipel

9.5.3. Petrus en zijn gebroken trots

9.5.4. Petrus de apostel

Page 100: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.5. Petrus- 2 -

9.5.1. Petrus' gevoelsmatige karakterGevoelsmatig karakterHet leven van Petrus laat veel illustraties zien van de manier waarop God gevoelsmatige typen kanvernieuwen, waarbij hun prachtige karaktereigenschappen volledig worden ontplooid. Niemand kanons karakter beter en doeltreffender laten ontwikkelen dan onze Schepper en Herschepper. Datgeldt ook voor jou.

Bij geen enkel ander karakteraspect zijn de verschillen tussen oude en nieuwe natuur beter te ziendan bij mensen met sterk aanwezige gevoelsmatige eigenschappen. Wat Petrus betreft, zijn tweenamen, Simon en Petrus, laten overduidelijk het verschil zien tussen de oude en de nieuwe Petrus. Simon betekent onder meer 'woestijnzand' Petrus betekent 'rots'

Gevoel en gemoedGevoelsmatige typen laten zich bij voorkeur leiden door hun gevoel, dat relatief sterk is ontwikkeld.Omdat het gevoel samenhangt met zintuiglijke waarnemingen, staan deze typen wijd open voor hundirecte omgeving. Ze uiten hun gevoelens duidelijker dan alle andere typen. Ze hebben een sponta-ne, innemende, mensgerichte persoonlijkheid.

Bij gevoelsmatige typen speelt hun gemoed ook een belangrijke rol, waar immers de diepste gevoe-lens en verlangens van hun hart vandaan komen. Hun gemoed geeft nadrukkelijk aan wat ze overalzelf van vinden (waardeoordeel) en welk gevoel ze er bij hebben en daar handelen zij het liefst naar.Waarden betekenen voor gevoelsmatige typen veel meer dan normen.

Zie hoofdstuk 'Menselijk wezen' voor meer uitleg hierover.

KaraktereigenschappenHier volgt een kort overzicht van karaktereigenschappen die we tegenkomen bij gevoelsmatige ty-pen:

hoofd-eigenschap

karakterbehoeften karaktergaven karakterzwakheden mogelijke negatieveeigenschappen

levendig afwisseling, opwin-ding,beweging

spontaan, open,uitbundig

- te impulsief- niet erg beheerst

- wispelturig, druk,opschepperig- instabiel, zwakkewil

sociaal relaties,gezelschap,aandacht

aanhankelijk, mee-levend

- te veel op mensengericht- niet erg zelfstan-dig

- opdringerig, praat-ziek- onzelfstandig

ruimhartig warmte, ruimte,zichzelf geven

royaal, zorgeloos - te ruimdenkend- niet erg gewe-tensvol

- slordig, toegeeflijk- inconsequent

Gevoelsmatige karaktereigenschappen

Page 101: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.5. Petrus- 3 -

In hoofdstuk 'Karakter en geloofsgroei' wordt uitvoerig uitgelegd wat het effect is van ie-mands sterke eigenschappen, zwak aanwezige eigenschappen en negatieve eigenschappenen hoe God ons wil helpen om daar goed mee om te gaan.

9.5.2. Petrus de discipelSpontaan, openhartigPetrus is een van de meest geliefde personen uit het Nieuwe Testament, eenvoudigweg omdat hij zoopen en spontaan, zo echt menselijk is. Dit zijn eigenschappen waarvoor gevoelsmatige mensengewaardeerd worden. Open personen zijn populairder dan gesloten personen, ook al is het ene be-slist niet beter dan het andere. Gevoelsmatige typen leven vooral aan de buitenkant en staan wijdopen voor de wereld om hen heen. Ze leren snel, maar ze vergeten ook snel. Je bent snel hun vriend,maar ze vergeten je ook gauw weer als ze anderen ontmoeten. Ze worden gauw boos, maar ze ma-ken het ook gauw weer goed. Omdat ze zo aardig in de omgang zijn worden dergelijke tekortkomin-gen door anderen graag vergeven. Ze praten ook graag en dat geldt zeker ook voor Petrus. In deevangeliën vind je meer uitspraken van Petrus dan van enige andere discipel van Jezus.

Toen Jezus langs kwam en Petrus en zijn broer Andreas vroeg om discipelen van Hem te worden,was er maar weinig tijd nodig om een beslissing te nemen.

"Ze lieten meteen hun netten achter en volgden hem." (Matteüs 4:20, NBV2004)

Ongetwijfeld was het Petrus die daarin bij de andere discipelen voorop liep. Gevoelsmatige mensennemen sneller beslissingen dan alle andere typen, omdat ze minder nadenken en op hun gevoelafgaan. Ze zijn erg in voor iets nieuws, omdat ze van afwisseling houden. Zij komen ook spontaner ensneller tot geloof dan mensen met andere karakters als zij het Goede Nieuws horen en in hun hartproeven dat het goed en waardevol is.

Toen Jezus een keer aan zijn discipelen vroeg hoe zij over Hem dachten, had Petrus meteen zijn ant-woord klaar:

"U bent de Messias, de Zoon van de levende God ..." (Matteüs 16:16, NBV2004)

Dat was een hartverwarmend getuigenis dat Jezus ongetwijfeld erg op prijs stelde. Het hart van Pe-trus stond wijd open voor Gods openbaring van de waarheid over Jezus. Ook die vorm van openhar-tigheid is bij gevoelsmatige mensen te vinden.

Petrus loopt over het waterToen Petrus en de andere discipelen op het meer van Galilea aan het vissen waren en midden in denacht Jezus lopend over het water naar hen toekwam, was het de impulsieve Petrus die Hem overhet water tegemoet liep. Niemand anders zou het in zijn hoofd halen om zoiets te doen, maar hijdeed het. Gevoelsmatige mensen zijn geneigd eerst te doen voordat ze nadenken. Soms pakt datgoed uit.

"Petrus antwoordde: 'Heer, als u het bent, zeg me dan dat ik over het water naar u toe moetkomen.' Hij zei: 'Kom!' Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe."(Matteüs 14:28-29, NBV2004)

Het was heel moedig van Petrus om overboord te stappen en zijn voeten op de beweeglijke golvente zetten. Er was ook geloof voor nodig en dat had hij ook. Hij was gemotiveerd door Jezus' uitnodi-ging om te komen en nam de geloofsuitdaging aan. Zolang hij naar Jezus bleef kijken ging het goed.Maar als het erop aankomt zijn gevoelsmatige mensen niet zulke helden als ze lijken. Bij tegenslagzijn ze ook de eersten die bang worden. Zo ook Petrus. Hij keek naar de golven en werd bang.

"Maar toen hij voelde hoe sterk de wind was, werd hij bang. Hij begon te zinken enschreeuwde het uit: 'Heer, red me!'" (Matteüs 14:30, NBV2004)

Page 102: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.5. Petrus- 4 -

Gevoelsmatige mensen kennen hevige gemoedsschommelingen: ze voelen zich of heel uitbundig, ofheel neerslachtig, heel (over)moedig of heel bang. Zolang Petrus naar Jezus keek ging het dus goed.Maar gevoelsmatige mensen zijn snel afgeleid als ze iets anders zien. De omslag was ook snel ge-maakt: paniek en angst. Trouwens, iedereen die gefocust is op moeilijke levensomstandighedenwordt bang en gaat 'kopje onder'...

Laten we nu niet meteen kritisch over hem spreken vanwege zijn ongeloof. Wie zelf nooit in geloofover water gelopen heeft, kan maar beter zijn mond houden. Petrus deed het toch maar, als enigevan Jezus' discipelen. En bovenal: hij riep meteen om hulp van Jezus die hem echt weer overeind konhelpen. Ook daarin was hij spontaan en ... het was het beste wat hij kon doen! En hoe kwam hij weeraan boord van het schip? Niet zwemmend, maar lopend, al of niet aan de hand van Jezus. Hij deedhet toch maar.

Gevoelsmatige mensen zijn van nature nieuwsgierig en willen alles meemaken. Op de dag van Jezus'opstanding liepen Petrus en Johannes naar het graf van Jezus. Johannes aarzelde even om naar bin-nen te gaan, maar Petrus wist niet wat aarzelen was. Hij rende door en kwam er als eerste aan,hoewel Johannes eerst voorop liep (Johannes 20:1-9). De evangelist Johannes vond dat zo'n type-rend voorbeeld van hoe Petrus zich gedroeg dat hij dit schijnbaar onbelangrijke detail in zijn evange-lie vermeldde.

Verheerlijking op de bergHet grootste probleem van gevoelsmatige mensen is hun zwakke wil. Zo ook bij Petrus. Hij had snelzijn woorden klaar, maar hij sprak en handelde vaak zonder na te denken. Zoals die ene keer toenJezus met Petrus en twee andere discipelen op een berg was en waarbij Mozes en Elia verschenen:

"Petrus nam het woord en zei tegen Jezus: 'Rabbi, het is goed dat wij hier zijn; laten we drietenten opslaan, een voor u, een voor Mozes en een voor Elia.' Hij wist niet goed wat hijmoest zeggen, want ze waren door schrik overweldigd. (Marcus 9:5-6, NBV2004)

Het was inderdaad een belachelijk domme opmerking die nergens op sloeg. Gevoelsmatige mensenflappen er wel vaker wat uit waar ze later spijt van krijgen. En als ze met een situatie geen raad we-ten gaan ze praten, ook al hebben ze niets te zeggen...

"Er kwam een wolk die hen overdekte, en er klonk een stem uit de wolk: ‘Dit is mijn geliefdeZoon; luister naar Hem.’" (Marcus 9:7, GNB1996)

Dat waren woorden van God zelf, bedoeld om de discipelen extra duidelijke te maken dat Jezus echtde Zoon van God was. Het was ook een advies aan Petrus: luisteren naar Jezus in plaats van onzinuitkramen.

9.5.3. Petrus en zijn gebroken trotsEigenwaan van PetrusGevoelmatige mensen hebben de neiging zichzelf te overschatten, vooral na een succesje. Simonhad een compliment gekregen van Jezus omdat Hij Hem de beloofde Messias noemde (Matteüs16:16). Jezus hem zelfs een nieuw naam had gegeven (Petrus = rotsman) en hem een sleutelpositiein zijn Koninkrijk beloofd (Matteüs 16:19). Het leek erop dat zijn 'roem' hem naar het hoofd wasgestegen. Toen Jezus vervolgens ging spreken over zijn aanstaande lijden en sterven waagde Petrushet zelfs om Hem daarvoor terecht te wijzen.

"Petrus nam hem terzijde en begon hem fel terecht te wijzen: 'God verhoede het, Heer! Datzal u zeker niet gebeuren!'" (Matteüs 16:22, NBV2004)

Bij het laatste Pesachmaal waren de discipelen onderling aan het bekvechten over wie de belangrijk-ste was (Lucas 22:23-30). Reken maar dat Petrus daarbij het hoogste woord voerde, want vooral hijwerd met name genoemd nadat Jezus de hele groep had terechtgewezen:

Page 103: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.5. Petrus- 5 -

"Simon, Simon, weet dat Satan jullie voor zich heeft opgeëist om jullie als graan te mogenzeven. Maar ik heb voor je gebeden opdat je geloof niet zou bezwijken. En als jij eenmaal totinkeer bent gekomen, moet jij je broeders sterken.'" (Lucas 22:31-32, NBV2004)

Dit was de meest ernstige berisping die Jezus ooit heeft uitgesproken tegenover iemand, op de fari-zeeën en Judas na. Jezus wist tegelijk heel goed hoe kwetsbaar Petrus was, ondanks zijn grootspraak.Hij had extra gebed nodig. Maar let op: terwijl Jezus hem op die manier probeerde te overtuigen vanzijn innerlijke zwakheid, gaf Hij hem op dat moment ook al een belofte, namelijk dat Petrus eensteunpilaar zou worden voor de anderen. Maar dat zou wel gebeuren NADAT hij de Heilige Geestzou hebben ontvangen! Petrus had niet door wat Jezus hem probeerde duidelijk te maken. Dat iskenmerkend voor gevoelsmatige typen: ze kunnen slecht luisteren naar kritiek of correctie, omdat zevaak zo vol zijn van zichzelf.

Onnadenkend handelen van PetrusToen Jezus en zijn discipelen in de olijfgaard Getsemane waren, kwam er een arrestatieteam aan omJezus gevangen te nemen. Petrus had een zwaard bij zich en stond klaar om zijn Meester te verdedi-gen.

"Heer, zullen we er met het zwaard op los slaan?" (Lucas 22:49, NBV2004)

Tsakka! Zonder het antwoord van Jezus af te wachten (geen tijd) begon Petrus te meppen:

"Toen trok Simon Petrus zijn zwaard; hij trof de dienaar van de hogepriester en sloeg hemhet rechteroor af. Malchus heette de man." (Johannes 18:10, GNB1994)

Jammer, hij had hem natuurlijk de hersens willen inslaan, maar een visser kan beter vissen opensnijden dan zwaardvechten... Jezus raakte het oor van de man aan en genas hem (Lucas 23:51).

"Maar Jezus zei tegen Petrus: 'Steek je zwaard in de schede. Zou ik de beker die de Vader mijgegeven heeft niet drinken'?" (Johannes 18:11, NBV2004)

Petrus bedoelde het goed, maar was hij was weer eens te impulsief geweest. Uit impulsieve hande-lingen komt zelden iets goeds voort. Petrus moest leren eerst naar Jezus te luisteren en dan pas inactie te komen. Hoeveel van ons moeten dezelfde les ook nog keer op keer leren?

Petrus verloochent JezusKort voor het intense lijden van Jezus had Petrus geprobeerd Hem ervan te overtuigen dat hij echtzijn moedigste en de meest trouwe volgeling was. Gevoelsmatige mensen willen graag aardig ge-vonden worden en zeggen dan wel eens mooie dingen die ze niet waar kunnen maken. Petrus hadzelfs beweerd dat hij, meer dan alle andere discipelen, nog bereid was voor Hem te sterven.

"'Al laat iedereen u in de steek, ik nooit,' wierp Petrus hem tegen. Toen zei Jezus tegen hem:'Ik verzeker je: vannacht nog, nog voor de haan tweemaal kraait, zul je drie keer zeggen datje me niet kent.' Maar Petrus hield vol: 'Al moest ik met u sterven, nooit zal ik zeggen dat iku niet ken.' En dat zeiden ze allemaal." (Marcus 14:29-31, GNB1996)

De terechtwijzing drong toen niet tot Petrus door. Hij had een heel gevoelige les nodig om zelfkennisop te doen. En zoals Jezus had gezegd, diezelfde dag nog verloochende hij zijn Meester driemaaldoor te ontkennen dat hij Hem kende.

'"Terwijl Petrus beneden op de binnenplaats was, kwam een van de dienstmeisjes van dehogepriester voorbij. Toen ze Petrus bij het vuur zag zitten, keek ze hem aan en zei: 'Jij wasook bij die Jezus van Nazaret!' Maar hij ontkende dat en zei: Ik weet niet waar je het overhebt, ik begrijp echt niet wat je bedoelt.' Hij ging naar buiten, naar het voorportaal, en erkraaide een haan." (Marcus 14:66-68, NBV2004)

Gevoelsmatige mensen bezwijken snel onder groepsdruk. Ze zijn gauw beïnvloed door wat hun om-geving denkt of zegt. Er was niet veel voor nodig of hij ontkende Jezus te kennen. Het eerste hanen-

Page 104: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.5. Petrus- 6 -

gekraai was wellicht een waarschuwing voor Petrus. Hij kon zijn houding nog aanpassen maar hijdeed het niet. Hij was al te ver in het proces van zelfbescherming en verloochening.

"Toen het meisje hem daar weer zag, zei ze opnieuw, nu tegen de omstanders: 'Hij is eenvan hen!' Maar hij ontkende het weer. En algauw zeiden ook de omstanders tegen Petrus:'Je bent wel degelijk een van hen, jij komt immers ook uit Galilea.' Maar hij begon te vloekenen zwoer: 'Ik ken die man over wie jullie het hebben niet!' En meteen kraaide de haan voorde tweede keer." (Marcus 14:69-71, NBV2004)

"De Heer draaide zich om en keek Petrus aan, en toen herinnerde Petrus zich de woordenvan de Heer..." (Lucas 22:61, NBV2004)

De bittere waarheid drong eindelijk tot Petrus door dat hij door zijn verloochening het lijden van zijnHeer alleen maar verergerd had. Wat schaamde hij zich. Dit was het einde van Petrus' grootspraak.Er was niets meer over van Petrus die zichzelf al de grote Rotsman voelde. Hij huilde bittere tranen.Het moet gezegd worden dat gevoelsmatige mensen eerder tot tranen bewogen worden en dat zegemakkelijker tot oprecht berouw komen dan andere typen.

Wonderbaarlijke visvangst na Jezus' opstandingEen tijd later, na zijn opstanding had Jezus gezegd dat zijn discipelen naar Galilea moesten gaan omHem daar weer te ontmoeten. Toen ze daar waren en even met hun ziel onder hun arm liepen, washet natuurlijk Petrus die als eerste genoeg kreeg van het wachten op Jezus. Hij werd rusteloos enwilde wat doen.

"Petrus zei: 'Ik ga vissen.' 'Wij gaan met je mee,' zeiden de anderen. Ze stapten in de boot,maar de hele nacht vingen ze niets." (Johannes 21:3, NBV2004)

Doen zonder denken levert maar zelden iets goeds op, zo ook deze keer. Daardoor kunnen gevoels-matige mensen heel veel energie verspillen. Ze beginnen met iets, maar maken het niet af omdat zedan al weer iets anders bedenken. Niet zelden komen zij er later achter dat ze daarmee geen toe-komst kunnen opbouwen en als ze veertig jaar zijn nog steeds niets hebben bereikt. Steeds op zoeknaar de ideale baan, enthousiast beginnen en er even later niets meer aan vinden. Petrus moestleren op Jezus te wachten. Wachten en geduld moeten hebben is voor gevoelsmatige mensen eenware beproeving.

Op een gegeven moment stond Jezus aan de oever van het meer, maar de discipelen herkendenHem nog niet. Jezus vroeg of ze iets gevangen hadden, de meest gevreesde vraag aan elke visser dienog steeds niets gevangen heeft. Ze moesten toegeven dat al hun inspanningen voor niets warengeweest. Vooral voor Petrus was dit achteraf zo'n belangrijke les: niet door eigen ervaring, niet dooreigen activiteit maar alleen in verbondenheid met Jezus is er werkelijke vrucht op je werk.

De Man op de oever liet hen het net aan de rechterkant uitwerpen en ze deden het nog ook. Allevissers wisten dat dit helemaal fout was, want het roer zat aan de rechterkant van het schip endaardoor was het tijdelijk vrijwel onbestuurbaar. Toch was er weer zo'n wonderlijke visvangst als zevoorheen ook wel eens hadden meegemaakt. Die man op de oever ... dat kon niet anders dan Jezuszijn! Terwijl de anderen hun uiterste best deden om het net met wel 153 grote vissen aan land teslepen, maakte Petrus zijn werk niet af maar rende Jezus tegemoet. Heel impulsief, aanhankelijk enenthousiast, maar daardoor moesten zijn vrienden wel al het werk doen. Zo'n karaktertrek roeptnogal eens irritatie op bij anderen.

Petrus in ere hersteldNadat Jezus en zijn discipelen een hapje hadden gegeten daar aan de oever van het meer van Galileavroeg Jezus aan Petrus of hij nog steeds meer van Hem hield dan alle anderen.

"Toen ze gegeten hadden, sprak Jezus Simon Petrus aan: ‘Simon, zoon van Johannes, heb jemij lief, meer dan de anderen hier?’ ..." (Johannes 21:15, NBV2004)

Page 105: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.5. Petrus- 7 -

Petrus begreep heel goed waar Jezus op doelde en kreeg het even heel benauwd. Maar uit de woor-den van Jezus konden hij en de andere discipelen duidelijk opmaken dat Jezus verder wilde gaan metPetrus. Hij was in ere hersteld. Jezus had hem geroepen om de Rotsman van de eerste christelijkegemeente te worden en geloofde nog steeds in hem. En dat is goed nieuws, ook voor gelovigen vannu die het gevoel hebben ernstig gefaald te hebben in hun dienst aan de Heer...

9.5.4. Petrus de apostelWachten op de Heilige GeestNa de opstanding van Jezus en het eerherstel van Petrus (Johannes 21) begon voor Petrus de wegomhoog. De echte doorbraak zou pas komen bij de komst van de Heilige Geest op de 'eerste Pink-sterdag'. Maar eerst moesten ze in Jeruzalem blijven, vooral nog niets ondernemen en wachten opde Heilige Geest.

Na de opstanding van Jezus was Petrus tot geloof gekomen, evenals de andere volgelingen van Jezusdie als groep bij elkaar waren gebleven. Maar dat was nog niet voldoende om zijn karakter te veran-deren. Dat proces kon pas beginnen als de Heilige Geest in zijn hart zou komen wonen en werken.

Natuurlijk duurde dit wachten te lang voor Petrus, die intussen de onbetwiste leider van de groepdiscipelen was geworden. De groep telde op dat moment ongeveer 120 personen. Hij hield een uit-voerige toespraak (gevoelsmatige mensen hebben vaak veel woorden nodig) waarin hij voorsteldedat er iemand gekozen moest worden om de plaats van Judas, de verrader, in te nemen (Handelin-gen 1:16-25). Dat gebeurde dan ook. Er werden twee kandidaten genomineerd en na loting werdMattias tot apostel verklaard. In het Bijbelboek Handelingen komt zijn naam daarna niet meer voor.Er is dus geen Bijbels getuigenis waaruit we kunnen concluderen dat God deze verkiezing bevestigdheeft. Integendeel: later riep God Saulus tot apostel. Petrus had waarschijnlijk voor zijn beurt ge-sproken en gehandeld vanuit zijn eigen inzicht, net voordat hij vervuld zou worden met Gods Geest...

De ommekeer: vervulling met de Heilige GeestMaar op de Pinksterdag veranderde alles voor Petrus. Evenals de andere aanwezigen werd hij opeen krachtige manier vervuld met de Heilige Geest. Ondanks dat Petrus een eenvoudige visser was,hield hij een toespraak die klonk als een klok. Niet alleen inhoudelijk was het een prima boodschap,het was ook een boodschap vol van kracht. Waar haalde hij dat allemaal vandaan? Het antwoord iseenvoudig: door de Heilige Geest was hij in staat zijn kennis goed onder woorden te brengen en Godverleende kracht aan zijn woorden.

Het is gemakkelijk te horen of een gevoelsmatig mens uit het vlees of uit de Geest spreekt. In heteerste praat hij voornamelijk over zichzelf, in het tweede geval praat hij het liefst over de Heer. Pe-trus had het niet over zijn eigen sensationele ervaring die hij zojuist had gehad, maar over de op-standing en verhoging van Jezus. Iemand die vol is van Gods Geest heeft het niet over zijn eigen er-varing, maar over Jezus. Vol van Gods Geest zijn en vol zijn van Jezus.

"Deze Jezus is door God opgewekt en wij allen zijn daarvan getuigen. Hoog verheven, aanGods rechterzijde, heeft hij van de Vader de heilige Geest ontvangen, zoals beloofd was. Endeze heeft hij nu over ons uitgestort. Dat is het wat u ziet en hoort."(Handelingen 2:32-33, GNB1996)

Moedige PetrusPetrus was niet bang meer. Hij confronteerde de joodse toehoorders met hun verantwoordelijkheidvoor de kruisiging van de Zoon van de Allerhoogste God, de ergste misdaad die de geschiedenis ooitgekend heeft:

"Dus moet heel het huis Israël zeker weten dat God Hem tot Heer en Messias heeft aange-steld, deze Jezus, die u hebt gekruisigd.'" (Handelingen 2:36, WV1995)

Page 106: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.5. Petrus- 8 -

Dat is forse taal, maar precies wat de Heilige Geest nodig vond om de toehoorders te overtuigen vanhun zonde. De visser Petrus was bestemd om een visser van mensen te worden. Hij wierp zijn net uiten haalde een ruime oogst binnen. De laatste keer dat hij had gevist ving hij153 vissen (Johannes21:11). Nu kwamen er 3000 mensen tot geloof en dat mogen we wel een HEEL wonderbaarlijke vis-vangst noemen!. De beloften van Jezus begonnen op een krachtige en overweldigende manier ver-vuld te worden.

Discipline van PetrusVoor geen ander karakter is het moeilijker om gedisciplineerd te leven dan voor een gevoelsmatigtype. Bijvoorbeeld de zelfdiscipline voor een dagelijkse stille tijd met God is voor hen vaak een heleopgave. In het Bijbelboek Handelingen komen we een veranderde Petrus tegen die samen met zijnvriend Johannes een goede, dagelijkse gewoonte had:

"Op een dag gingen Petrus en Johannes zoals gewoonlijk omstreeks het negende uur naarde tempel voor het namiddaggebed." (Handelingen 3:1, NBV2004)

Toegegeven, hij leunde daarbij misschien wel wat op Johannes, een gewetensvolle apostel, maar hijdeed het toch maar. Als een gevoelsmatig persoon moeite heeft met zulke dingen, kan hij veel heb-ben aan een gebedspartner met een ander karakter. Het getuigt van wijsheid als mensen de kwali-teiten van andere karakters weten te waarderen en er gebruik van durven te maken. Maar toenPetrus een keer in Joppe verbleef, zonder Johannes, bleek hij ook trouw in zijn persoonlijke gebeds-tijden:

"De volgende dag ... ging Petrus omstreeks het middaguur naar het dak van het huis omdaar te bidden." (Handelingen 10:9, NBV2004)

Geloof om wonderen te doenIn Handelingen 3 lezen we over de genezing van een verlamde bedelaar die bij de tempelpoort zat.Petrus was er samen met Johannes en sprak hem toe vanuit de autoriteit van zijn Meester, die nietmeer zichtbaar aanwezig was, maar in de Geest even dichtbij als tevoren:

"Maar Petrus zei: 'Geld heb ik niet, maar wat ik wel heb, geef ik u: in de naam van JezusChristus van Nazaret, sta op en loop.'" (Handelingen 3:6, NBV2004)

In de tempel vertelde deze man vrijmoedig aan de mensen over Jezus, in wiens naam hij de verlam-de had genezen (Handelingen 3:12-26). Toen Petrus en Johannes zich bij de joodse raad moestenverantwoorden voor hun optreden, was het weer Petrus die getuigde van de macht van Jezus en deraad confronteerde met hun moord op de Zoon van God EN op het verwerpen van Gods enige mo-gelijkheid tot redding van Gods toorn:

"Petrus antwoordde, vervuld van de heilige Geest: ... Wat u allen en het hele volk van Israëlmoet weten is dit: deze man staat gezond en wel voor u door de naam van Jezus Christus uitNazaret. U hebt hem gekruisigd, maar God heeft hem uit de dood opgewekt. Hij is de steendie door u, de bouwers, werd veracht, maar de hoeksteen is geworden. In hem alleen is erredding, er is hier op aarde de mensen geen andere naam gegeven waardoor we gered zul-len worden.'" (Handelingen 4:812, GNB1996)

De joodse leiders waren verbluft.

"Toen zij nu de vrijmoedigheid van Petrus en Johannes zagen en bemerkt hadden, dat zij on-geletterde en eenvoudige mensen uit het volk waren, verwonderden zij zich, en zij herken-den hen, dat zij met Jezus geweest waren;" (Handelingen 4:13, NBG1951)

Ja, ze waren inderdaad met Jezus geweest, dat was te merken. En Jezus was nog steeds bij hen. Al-leen vanuit de actieve verbondenheid met Hem door de Heilige Geest kon zo'n verbazingwekkendeverandering in de persoonlijkheid en in het optreden van deze eenvoudige vissers plaatsvinden. Ook

Page 107: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.5. Petrus- 9 -

bij een volgende confrontatie met de joodse raad was het weer Petrus die een confronterende toe-spraak hield:

"De God van onze voorouders heeft Jezus weer tot leven gewekt, nadat u hem had vermoorddoor hem aan een kruishout te hangen. God heeft hem een plaats gegeven aan zijn rechter-hand, hem tot leidsman en redder verheven om de Israëlieten tot inkeer te brengen en hunzonden te vergeven." (Handelingen 5:30-31, NBV2004)

De joodse leiders werden witheet en dreigden de apostelen te doden. De meeste mensen kunnenniet goed denken als ze onder extreme druk staan en dat geldt vooral voor gevoelsmatige mensen.Maar Petrus bleef helder van geest en liet zich niet imponeren door dreigementen. Petrus en deanderen werden gegeseld (!) maar werden niet bang. Terwijl ze met kapotgeslagen ruggen naar huisstrompelden waren ze niet verslagen:

"... verheugd dat ze waardig bevonden waren deze vernedering te ondergaan omwille vande naam van Jezus." (Handelingen 5:41, NBV2004)

Onvoorstelbaar. Was dit dezelfde Petrus als de opschepperige haantje-de-voorste die zijn Heer ver-loochende? Ja en nee. Hij was nog steeds het boegbeeld van het team apostelen en toch was hij vanbinnenuit onherkenbaar veranderd.

Nederig en zachtmoedigPetrus was ook geen opschepper meer. In plaats daarvan wist hij zich een instrument in Gods handen gaf hij Hem alle eer voor wat Hij deed. In zijn uitspraken lezen we dat hij alle eer aan Jezus gaf(Handelingen 3:12-13; 4:10). Hij verhief zichzelf niet boven de anderen zoals vroeger, ook al was hijhun leider. Toen hij later op bezoek kwam bij de Romeinse officier Cornelius om daar het GoedeNieuws te brengen zien we ook iets van zijn nieuwe bescheidenheid:

"Toen Petrus het huis wilde binnengaan, kwam Cornelius hem tegemoet, en hij wierp zicheerbiedig voor zijn voeten ter aarde. Maar Petrus hielp hem overeind en zei: 'Sta op. Ik benook maar een mens.' " (Handelingen 10:25-26, NBV2004)

Nadat God aan Petrus een visioen had gegeven met de opdracht onreine dieren te slachten om zevervolgens op te eten (Handelingen 10:1-23) en er onmiddellijk daarna een paar soldaten aanbeldenom hem te vragen het Goede Nieuws aan een afdeling Romeinen te verkondigen, sputterde hij niettegen, maar ging gewillig mee. Vroeger zou hij eindeloos protesteren als Jezus hem iets vroeg waarhij het niet mee eens was. Denk maar aan die keer toen Jezus hem de voeten wilde wassen en hoehij toen reageerde (Johannes 13:8). Maar nu gehoorzaamde hij direct, als een waardig apostel diezijn Zender vertegenwoordigt. Hij had zijn onstuimige wil overgegeven aan de Heer. Het verschil isopmerkelijk. Let op hoe vriendelijk Petrus reageerde en hoe hij zich volkomen op zijn gemak voeldein deze totaal nieuwe situatie voor hem!

"Daarop nodigde Petrus de mannen uit om binnen te komen en bood hun onderdak. De vol-gende dag ging hij samen met hen op weg, en enkele broeders uit Joppe gingen met hemmee." (Handelingen 10:23, NBV2004)

Petrus bracht de evangelieboodschap aan de Romeinse hoofdman Cornelius en zijn ondergeschik-ten. Terwijl hij nog sprak werden alle aanwezigen plotseling vervuld met de Heilige Geest. Dit effect,bij heidenen nog wel, moet Petrus wel hebben verrast. Maar let op zijn spontane reactie:

"Zou iemand deze mensen het water van de doop kunnen weigeren? Mensen die net als wijde heilige Geest hebben gekregen!" (Handelingen 10:47, GNB1996)

Terwijl hij enkele dagen geleden er nog niet klaar voor was om heidenen gelijk te willen benaderenals joden, organiseerde hij nu onmiddellijk een doopfeest.

Natuurlijk had Petrus heel wat uit te leggen aan de gelovigen in Jeruzalem, die nog niet zo ver warenmet het accepteren van gelovigen uit de heidenen. Ze maakten Petrus ernstige verwijten. Maar hij

Page 108: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.5. Petrus- 10 -

nam de tijd om het heel rustig uit te leggen (Handelingen 11:1-17). De rust die daarbij van hem af-straalde paste niet bij zijn temperament, maar hij was vol van de vrede van Gods Geest. Zijn rust wasaanstekelijk en de anderen kwamen tot bedaren:

"Toen ze dat gehoord hadden, waren ze gerustgesteld ..." (Handelingen 11:18, NBV2004)

Geloof van PetrusMisschien wel de meest opvallende verandering in Petrus kunnen we waarnemen in het volgendegeval. Petrus, de visser van mensen, was in de ogen van koning Herodes een 'grote vis' die gevangenen gedood moest worden om daarmee de joden een plezier te doen. Zoiets had hij nodig om alsimpopulaire vorst wel eens wat van hen gedaan te krijgen. Zo kwam Petrus in de gevangenis terecht.Omdat de apostel Jacobus kort daarvoor al gevangen genomen en gedood was, wist Petrus dat hemhetzelfde lot zou wachten, tenzij God een wonder zou doen. Hij werd niet onrustig en niet bang; hijhad kennelijk zijn toekomst in Gods hand gelegd.

"In de nacht voordat hij voorgeleid zou worden, lag Petrus te slapen tussen twee soldaten,aan wie hij met twee kettingen was vastgeketend. Ook voor de deur van de kerker stondenbewakers." (Handelingen 12:6, NBV2004)

Hoe lang was het geleden dat hij Jezus in de boot tijdens een storm ruw had wakker geschud engeschreeuwd: "Heer, we vergaan. Waarom doet U er niets aan!" Nu lag hij nota bene rustig te slapenin zijn cel. Hij voelde zich veilig in Gods hand. In antwoord op het gebed van zijn medegelovigen,maar ik denk ook door het geloof dat hij hiermee demonstreerde, werd hij op een wonderlijke ma-nier bevrijd. Nee, zijn taak was nog niet afgelopen.

Foutje van PetrusNiemand is volmaakt en ook een geestvervulde apostel kan wel eens struikelen over zijn karakter-zwakheden. De Heilige Geest is een Helper, geen dwingeland. Hij respecteert de keuzen van degeestvervulde persoon, ook als die niet goed zijn. Paulus schrijft in Galaten 2 over een ontmoetingmet Petrus in Antiochië. Daar zat Petrus te eten met een aantal gelovigen uit de heidenen, toen erplotseling joden aankwamen. Als in een reflex werd Petrus bang dat de joodse gelovigen het hemkwalijk zouden nemen dat hij met gelovigen uit de heidenen aan tafel zat, en dus ging hij maar gauwbij de joodse gelovigen aan de tafel zitten. Gevoelsmatige mensen zijn van nature bang voor afwij-zing van mensen en hier greep Petrus even terug op zijn oude natuur. Paulus merkte het op en weeshem openlijk terecht (Galaten 2:11). Dat moet pijn hebben gedaan en het verwijt was ook vernede-rend, en dat voor de leider van de apostelen! Petrus had voldoende geestelijke rijpheid om het hemte kunnen vergeven. In een van zijn brieven schrijft hij heel positief over Paulus en noemt hem 'onzegeliefde broeder':

"Bedenk dat het geduld van onze Heer uw redding is. Dat heeft ook onze geliefde broederPaulus u geschreven met de wijsheid die hem is geschonken. Hij schrijft dit overigens in allebrieven waarin hij dit onderwerp ter sprake brengt. Daarin staat een en ander dat moeilijkte begrijpen is en dat door onwetende en onstandvastige mensen, tot hun eigen ondergang,wordt verdraaid; dat doen ze trouwens ook met de overige geschriften."(2 Petrus 3:15-16, NBV2004)

Hier doet Petrus een opmerkelijke uitspraak waar je gauw overheen leest: hij zet de geschriften vanPaulus op één lijn met de oudtestamentische geschriften. Een groter compliment had hij Paulus nietkunnen geven. Hij had op dat moment niet kunnen vermoeden dat zowel de brieven van Paulus alsdie van hemzelf in onze Bijbel terecht zouden komen.

Petrus de rotsmanVroeger, toen Petrus nog gewoon Simon heette, gaf hij een helder getuigenis van het feit dat Jezusde beloofde Messias was. Bij die gelegenheid gaf Jezus had Jezus hem zijn nieuwe naam alvast gege-ven:

Page 109: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.5. Petrus- 11 -

"Jij bent Petrus. Op deze rots zal Ik mijn Gemeente bouwen. De poorten van het dodenrijkzullen nooit macht over haar krijgen." (Matteüs 16:18, HB1987)

Het was een belofte geweest van karakterverandering, want de Petrus van Toen was misschien welde minst stabiele van alle twaalf discipelen. Jezus heeft zijn belofte meer dan waargemaakt. Van allevier karakters die in dit hoofdstuk de revue passeren, zijn de veranderingen van Petrus het duide-lijkst te zien. Eigenlijk als vanaf de eerste Pinksterdag. Ook als we de brieven van Petrus in de Bijbellezen, zien we achter die woorden een gerijpte, volwassen geestelijke leider die waardevolle dingenweet te verkondigen.

Petrus was een stabiele leider van de eerste christengemeente. Dat wordt vooral gedemonstreerd inde kundige en krachtige manier waarop hij omging met de Ananias en Saffira affaire. Dit echtpaarbracht een offergave en deed net of het de hele opbrengst van een verkoop was, terwijl ze een deelvoor zichzelf hielden. Ze wilden darmee eer van mensen ontvangen. Petrus sprak Ananias toe vanuithet inzicht dat God hem op dat moment moet hebben gegeven:

"Maar Petrus zei: ‘Ananias, waarom heb je je door Satan laten misleiden en heb je de heiligeGeest bedrogen ... Niet de mensen heb je bedrogen, maar God zelf.’"(Handelingen 5:3-4, NBV2004)

God bevestigde de waarheid van Petrus' woorden EN Hij bevestigde zijn gezag als kerkleider doordatAnanias ter plekke stierf en enige tijd later zijn vrouw ook hetzelfde lot onderging. De mensen warenverbijsterd. En toch, in de daarop volgende Bijbelverzen lezen we dat het een positief effect had opde groei van de gemeente.

De veranderingen in het karakter van Petrus laten zien hoe de Heilige Geest kracht geeft om zondigekaraktergewoonten om te buigen en vruchten van de Geest voort te brengen in het leven van eentoegewijde gelovige. We zien dat bij Petrus zijn kenmerkende eigenschappen vrucht droegen omdatze niet langer vanuit zijn oude natuur werden gebruikt. Ook valt op dat er eigenschappen bij hemboven kwamen die helemaal niet bij zijn temperament pasten: de Heilige Geest vulde de tekortko-mingen van Petrus op een bijzondere manier aan!

Dit kan en wil God ook doen in jouw leven. Zulke veranderingen ontstaan niet als je er zelf zo hardaan werkt, maar door vol te zijn van Gods Geest die dan de ruimte krijgt zijn herscheppende werk inje hart uit te voeren.

Page 110: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.5. Petrus- 12 -

Page 111: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.6. Paulus- 1 -

9.6. PaulusIn dit hoofdstuk zien we hoe God het karakter van Paulus in de loop der jaren heeft gevormd. Het iseen prachtig voorbeeld van de manier waarop God gelovigen met wilskrachtige karaktereigenschap-pen kan veranderen om het allerbeste uit hen tevoorschijn te laten komen.

9.6.1. Paulus' wilskrachtige karakter

9.6.2. Bekering van Paulus

9.6.3. Leerperiode van Paulus

9.6.4. Verandering van Paulus

9.6.5. Veranderde Paulus

Page 112: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.6. Paulus- 2 -

9.6.1. Paulus' wilskrachtige karakterWilskrachtig karakterPaulus is in de Bijbel een duidelijk voorbeeld van een wilskrachtig persoon. Hij is een geweldig voor-beeld van een man met een ijzersterke wil die veranderd is door de werkzame kracht van de HeiligeGeest. Paulus had daarnaast waarschijnlijk ook verstandelijke karaktertrekken in zich. Vandaar zijnbriljante theologische inzichten. Dat alles maakte hem tot een eerste klas leraar, die niet alleen konspreken over diepgaande, abstracte concepten, maar ook over heel praktische toepassingen.

Voor zijn bekering heette hij Saulus, vernoemd naar koning Saul. Later noemde hij zichzelf 'Paulus'en dat betekent 'klein'. Er is heel wat nodig om een wilskrachtig persoon voor zo'n naam te latenkiezen ... In deze onderwerpen zullen we steeds 'Paulus' gebruiken, afgezien van de aangehaaldeBijbelgedeelten waarin hij 'Saulus' wordt genoemd.

Het leven van Paulus laat veel illustraties zien van de manier waarop God wilskrachtige typen kanvernieuwen, waarbij hun prachtige karaktereigenschappen volledig worden ontplooid. Niemand kanons karakter beter en doeltreffender laten ontwikkelen dan onze Schepper en Herschepper. Datgeldt ook voor jou.

Wil en loyaliteitWilskrachtige typen kenmerken zich door hun sterke wil. Ze hebben een krachtige persoonlijkheiden staan met de beide benen stevig op de grond. Ze zijn optimistisch van aard, vol zelfvertrouwen ennemen snel beslissingen. Het zijn dynamische mensen die goede prestaties leveren, ook onder hogedruk.

Wilskrachtige typen laten zich vooral motiveren door hun loyaliteit ofwel hun toewijding aan ver-antwoordelijkheden, taken en doelstellingen. Als ze eenmaal hun zin op iets gezet hebben, dan gaanze er helemaal voor. Het zijn onvermoeibare doorzetters.

Zie hoofdstuk 'Menselijk wezen' voor meer uitleg hierover.

Page 113: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.6. Paulus- 3 -

Karaktereigenschappen

Hier volgt een kort overzicht van karaktereigenschappen die we tegenkomen bij wilskrachtige typen:hoofd-eigenschap

karakterbehoeften karaktergaven karakterzwakheden mogelijke negatie-ve eigenschappen

zelfstandig zelfstandigheid, avon-tuur, vernieuwing

zelfredzaam, on-dernemend

- te zelfstandig- niet erg sociaal

- eigenzinnig, werk-verslaafd- solistisch

gezagvol verantwoordelijkheid,macht, respect

geboren leider,verantwoordelijk

- te veel gezag- niet erg volgzaam

- autoritair, onge-voelig- trots

vastberaden actie, uitdaging, risico-s, strijd

moedig,doorzetter - te krachtdadig - agressief, wreed,wedijverig- onbedachtzaam

Wilskrachtige karaktereigenschappen

In hoofdstuk 'Karakter en geloofsgroei' wordt uitvoerig uitgelegd wat het effect is van ie-mands sterke eigenschappen, zwak aanwezige eigenschappen en negatieve eigenschappenen hoe God ons wil helpen om daar goed mee om te gaan.

9.6.2. Bekering van PaulusSterke wil van PaulusWilskrachtige mensen hebben een ijzersterke wil. Ze weten wat ze willen, gaan uiterst doelgericht tewerk en rusten niet voordat ze hun doel hebben bereikt. Daarna vinden ze wel weer nieuwe uitda-gingen. Die eigenschap zien we nadrukkelijk in het leven van Paulus, zowel voor als na zijn bekering.

Paulus was de zoon van een Romeinse vader en een joodse moeder, geboren in Asia, het huidigeTurkije. Hij raakte geïnteresseerd in de joodse godsdienst. Het is typerend voor Paulus dat hij eenopleiding volgde bij de meest nauwgezette joodse groepering: de farizeeën. Paulus volgde de colle-ges van professor Gamaliël, de meest aanzienlijke onder zijn collega's en lid van het Sanhedrin ofwelde joodse Raad (Handelingen 22:3). Hij werd doorkneed in de Schriften en leerde de ijzeren gods-dienstige discipline die zo kenmerkend is voor de farizeeën. Zelf schreef hij later het volgend hier-over:

"Ik leefde de joodse wetten heel wat strikter na dan velen van mijn generatie en zette mij volovergave in voor de tradities van ons voorgeslacht." (Galaten 1:14, NBV2004)

Wreedheid van PaulusAls wilskrachtige mensen zich door hun eigen doelstellingen laten meeslepen, kunnen ze over lijkengaan om hun doel te bereiken. De meeste wrede dictators en criminelen zijn van het wilskrachtigetype. Na de opstanding van Jezus was Paulus er heilig van overtuigd dat de christenen een gevaarlijksekte waren, die met wortel en tak moest worden uitgeroeid. Daar deed hij ook alles aan. Toen Ste-fanus voor de joodse raad was gedaagd was hij waarschijnlijk een van de eersten die riep dat hijgestenigd moest worden.

"Ze dreven hem (=Stefanus) de stad uit om hem te stenigen. De getuigen gaven hun mantelin bewaring bij een jongeman die Saulus heette." (Handelingen 7:58, NBV2004)

Als een soort aanvoerder van de stenengooiers was hij getuige van de terechtstelling. Maar na dezeterechtstelling was hij nog lang niet tevreden.

"Intussen bedreigde Saulus de leerlingen van de Heer nog steeds met de dood. Hij ging naarde hogepriester met het verzoek hem aanbevelingsbrieven mee te geven voor de synagogenin Damascus, opdat hij de aanhangers van de Weg die hij daar zou aantreffen, mannen zo-

Page 114: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.6. Paulus- 4 -

wel als vrouwen, gevangen kon nemen en kon meevoeren naar Jeruzalem."(Handelingen 9:1-2, NBV2004)

Vastberadenheid is een goede eigenschap van wilskrachtige typen, maar het kan ook ontaarden infanatisme. Niemand was zo fanatiek als Paulus. Geen moeite was hem te veel om de vijanden vanzijn joodse geloof uit te roeien. Zijn 'successen' waren zelfs bekend in Damascus, want een man alsAnanias was al voor de komst van Paulus bekend met zijn weerzinwekkende reputatie. Hij had er vanveel mensen over gehoord:

"'Heer,' zei Ananias, 'ik heb van velen gehoord hoeveel ellende deze man gebracht heeftover uw mensen in Jeruzalem." (Handelingen 9:13, GNB1996)

Krachtdadige bekering van PaulusVolwassen wilskrachtige mensen komen niet zo maar tot bekering. Er is meestal heel wat voor nodigom door hun sterke wil heen te komen. De bekering van Paulus was dan ook ongekend heftig. Opweg naar Damascus had hij een ontmoeting met niet minder dan Jezus zelf. Het volgende verslagvan die gebeurtenis is samengesteld uit verschillende Bijbelgedeelten:

"Toen hij onderweg was en Damascus naderde, werd hij plotseling omstraald door een lichtuit de hemel. Hij viel op de grond en hoorde een stem tegen hem zeggen: 'Saul, Saul, waar-om vervolg je mij?'" (Handelingen 9:3-4, NBV2004)

"Hij vroeg: 'Wie bent u, Heer?' Het antwoord was: 'Ik ben Jezus, die jij vervolgt."(Handelingen 9:5, NBV2004)

"Maar kom nu overeind, sta op, want ik ben aan je verschenen om je aan te stellen als mijndienaar, opdat je bekend zult maken dat je mij hebt gezien en zult getuigen van alles wat ikje nog zal laten zien." (Handelingen 26:16, NBV2004)

"... ga de stad in, daar zal je gezegd worden wat je moet doen.' ... Zijn metgezellen paktenhem bij de hand en brachten hem naar Damascus. Drie dagen lang bleef hij blind en at endronk hij niet." (Handelingen 9:6-9, NBV2004)

Paulus was gebroken. Het leek wel of alles wat hij in zijn leven had opgebouwd aan godsdienstigheidter plekke was verdampt tot niets. Hij had God willen dienen, maar nu bleek dat hij al die tijd Godstegenstander was geweest. Jezus vergeleek hem met een halsstarrige os die een ploeg moet trekkenen vanuit een soort machteloze woede achteruit trapt, maar zichzelf daarmee bezeert:

"... Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij? Het is hard voor u de hielen tegen de prikkels teslaan.' (Handelingen 26:14, HSV2010)

Voor een wilskrachtig type als Paulus was het heel heftig dat zijn trotse ego zo werd platgewalst. Hijwerd tijdelijk blind, waardoor zijn geestelijke blindheid nog eens extra geaccentueerd werd. Maarjuist in die blindheid kreeg hij zicht op zijn eigen uitzichtloosheid ... en op de opgestane Heer! MaarJezus was er niet op uit om Paulus te breken, alleen zijn trots. Jezus had hem meteen verteld dat hijHem op een bijzondere manier zou mogen dienen. Wat een dag!

Paulus op weg geholpenDrie dagen later had Paulus een ontmoeting met Ananias, een rijpere christen met profetische ga-ven. God had hem de opdracht gegeven de roeping van Paulus te bevestigen en hem verder te hel-pen.

"... de Heer zei (tegen Ananias): 'Ga, want hij is het instrument dat ik gekozen heb om mijnnaam uit te dragen onder alle volken en heersers en onder al de Israëlieten. Ik zal hem tonenhoezeer hij moet lijden omwille van mijn naam.' Ananias vertrok en ging naar het huis, waarhij Saulus de handen oplegde, terwijl hij zei: 'Saul, broeder, ik ben gezonden door de Heer,door Jezus, die aan u verschenen is op de weg hierheen, om ervoor te zorgen dat u weerkunt zien en vervuld wordt van de heilige Geest.' Meteen was het alsof er schellen van Sau-

Page 115: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.6. Paulus- 5 -

lus' ogen vielen; hij kon weer zien, stond op en liet zich dopen, en nadat hij gegeten had,kwam hij weer op krachten. Hij bleef enkele dagen bij de leerlingen in Damascus en gingonmiddellijk in de synagogen verkondigen dat Jezus de Zoon van God is."(Handelingen 9:15-20, NBV2004)

Na een periode van enkele dagen waarin Paulus tot inkeer kwam en de gebeurtenissen een beetjekon verwerken, werd hij opnieuw geboren en vervuld met Gods Geest, waardoor hij definitief enradicaal veranderde tot een heel ander mens. Zijn radicaliteit blijkt al meteen uit een klein detail: nadrie dagen vasten liet hij zich eerst dopen, pas daarna begon hij weer te eten. First things first! Het isbelangrijk dat we goed omgaan met de mijlpalen in je leven. Daarmee laat je namelijk zien hoeveelpit er in je zit en hoe radicaal je bent. Paulus gaf zijn visitekaartje af. Een voorbeeld om na te volgen,ook voor minder wilskrachtige typen.

Paulus begon ook ogenblikkelijk zijn nieuw verworven inzichten te verkondigen aan de joden die nogniet in Jezus als hun Messias geloofden.

"... Hij bleef enkele dagen bij de leerlingen in Damascus en ging onmiddellijk in de synago-gen verkondigen dat Jezus de Zoon van God is." (Handelingen 9:19-20, NBV2004)

Hij wachtte dus niet totdat hij een cursus evangelisatie had gevolgd, maar hij ging gewoon vertellenwat God in zijn leven had gedaan en hoe het zijn leven, inclusief zijn denken, totaal had omgekeerd.

Ook na zijn bekering bleef Paulus een wilskrachtig persoon en veel van de typische kenmerken vaneen wilskrachtig karakter zien we gedurende zijn hele leven doorklinken in zijn levensstijl. God ver-andert karakters, maar niet de temperamenten waarmee mensen geboren zijn. Mensen houden hunidentiteit, alleen hun eigenschappen ontwikkelen zich in een andere richting: in de richting van GodsKoninkrijk. Dat is geestelijke vrucht.

9.6.3. Leerperiode van PaulusPaulus in Damascus en ArabiëNa zijn bekering bleef Paulus niet lang in Damascus. Hij is daarna niet meteen naar Jeruzalem gegaanzoals veel Bijbellezers denken die over zijn bekeringsgeschiedenis alleen Handelingen 9 hebben gele-zen. Kort na zijn bekering reisde hij vanaf Damascus naar Arabië om er een tijd in de woestijn te ver-toeven, de plaats waar bekende Godsmannen zoals Mozes, Elia en Johannes de Doper een belangrijkdeel van hun vorming kregen. Ook Jezus moest eerst een woestijnervaring meemaken voordat Hij inhet openbaar verscheen.

"... Ik heb toen geen mens om raad gevraagd en ben ook niet naar Jeruzalem gegaan, naarhen die eerder apostel waren dan ik. Ik ben onmiddellijk naar Arabia gegaan en ben vandaar weer teruggekeerd naar Damascus. Pas drie jaar later ging ik naar Jeruzalem..."(Galaten 1:16-18, NBV2004)

Vervolgens keerde Paulus weer terug naar Damascus, maar moest daar na enige tijd wegvluchtenom zijn leven te redden. Paulus hield namelijk geen blad voor de mond en dat wekte al snel weer-standen op. Het was de eerste keer dat er op hem jacht werd gemaakt in plaats van andersom...

"Al spoedig beraamden de Joden een plan om hem te vermoorden... Saulus’ leerlingenbrachten hem ’s nachts naar de stadsmuur en lieten hem daar in een mand naar benedenzakken." (Handelingen 9:23,25, NBV2004)

Daarna liet Paulus zich voor het eerst weer in Jeruzalem zien.

Paulus in JeruzalemMaar in Jeruzalem werd hij niet met open armen ontvangen. De christenen hadden zoveel geledenvan deze gevreesde christenhater dat de meesten hem niet vertrouwden.

Page 116: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.6. Paulus- 6 -

"Toen hij terug was in Jeruzalem wilde hij zich aansluiten bij de leerlingen, maar die warenbang voor hem omdat ze niet geloofden dat ook hij een leerling was geworden. Barnabasnam hem echter onder zijn hoede en bracht hem naar de apostelen, aan wie hij vertelde datSaulus onderweg de Heer had gezien, dat hij met hem had gesproken en dat hij in Damascusvrijmoedig de naam van Jezus had verkondigd." (Handelingen 9:26-27, NBV2004)

Geweldig als er mensen als Barnabas zijn die de gave hebben om Gods werk in mensen herkennen,naar hen te luisteren, hen een kans te geven en hen verder te helpen op de weg met God. Paulushad veel aan hem te danken. Daarna moet hij ook goed contact hebben gehad met Petrus, de leidervan de christengemeente, want hij woonde een paar weken bij hem aan huis. Verder vond Paulusniet veel aansluiting bij de andere apostelen.

"... om Kefas (=Petrus) te ontmoeten, en bij hem bleef ik twee weken. Maar van de overigeapostelen heb ik niemand gezien, behalve Jakobus, de broer van de Heer."(Galaten 1:18-19, NBV2004)

Paulus wist dat Jezus hem had geroepen om de niet-joden te bereiken en daarom ging hij in discus-sie met de Grieken die hij in Jeruzalem ontmoette.

"Hij ging in debat met de Griekstalige joden, maar die beraamden een aanslag op zijn le-ven." (Handelingen 9:29, NBV2004)

Ook na zijn bekering was Paulus nog een fel mannetje, dat graag de confrontatie zocht. Hij nam geenblad voor de mond en dat riep weerstanden op, zodat hij voor de tweede keer moest vluchten. Pau-lus was nog steeds de doordouwer van voorheen, die zijn eigen ontoombare kennis en energie inzet-te om mensen te overtuigen. Zijn wilskracht liet zich moeilijk temmen...

Paulus in TarsusPaulus ging toen naar zijn geboorteplaats Tarsus in Asia. Daar is hij geruime tijd gebleven. In Galaten2:1 lezen we dat Paulus na veertien jaar pas uit Tarsus wegging, maar het is niet helemaal duidelijkof we die veertien jaar moeten berekenen vanaf zijn bekering of vanaf zijn terugkeer naar Jeruzalem,drie jaar later. De Bijbel geeft geen directe gegevens over die tijd, maar er zijn redenen om aan tenemen dat het een heel moeilijke tijd voor hem is geweest. Hij zal ongetwijfeld weerstand hebbenondervonden binnen de joodse gemeenschap in zijn woonplaats nadat hij had verteld over zijn ge-loof in Messias Jezus. Later schrijft Paulus dat hij diverse keren de beruchte veertig min éénzweepslagen heeft gekregen, een straf die joden in die tijd vaker kregen bij zeer ernstige wetsover-tredingen.

"Door de Joden ben ik vijfmaal met veertig min één zweepslagen gestraft..."(2 Korintiërs 11:24, NBV2004)

Het is heel goed mogelijk dat hij die in deze periode heeft gekregen. Ook is er aan de voet van hetTaurusgebergte bij Tarsus een grot die nog steeds bekend staat als de Paulus-grot. Volgens overleve-ringen heeft hij zich daar teruggetrokken toen hij verstoten werd uit de joodse gemeenschap.

Hoe het ook zij, het resultaat was wel dat de sterke, zelfverzekerde Paulus klein geworden was. Bijwilskrachtige typen is daar veel voor nodig! Later zou hij zichzelf niet langer Paulus, maar Paulusnoemen. Dat betekent 'klein'. Hij maakte op een andere manier mee wat Mozes vroeger had mee-gemaakt. Pas nadat Mozes klein was geworden na veertig jaar in Midjan te hebben geleefd alsschaapherder, bleek hij geschikt te zijn om een groot leider te worden. Zo werd Paulus in deze peri-ode van ruim tien jaar klaargemaakt door God voor de taak waartoe hij geroepen was: het apostel-schap onder de niet-joden. Hij moet intussen ruim veertig jaar oud zijn geweest, dus niet al te jongmeer voor de immense taak die op hem wachtte. Laat dit een bemoediging zijn voor mensen die zichte oud vinden om 'grote dingen' voor de Heer te kunnen doen. En denk dan ook aan Mozes, dietachtig was toen hij begon... Wij willen liefst zo snel mogelijk aan de slag, maar God kent het belangvan een gedegen leerschool.

Page 117: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.6. Paulus- 7 -

Paulus in AntiochiëWeer was het Barnabas die Paulus verder op weg hielp. Hij reisde naar Tarsus om Paulus te vragenhem te helpen bij een opwekking in de stad Antiochië. Daar waren veel mensen tot geloof in MessiasJezus gekomen die dringend onderwijs nodig hadden en Barnabas herinnerde zich de goede ge-sprekken met Paulus. Barnabas had zijn begaafdheid in schriftuitleg opgemerkt en wilde hem graagde kans geven zich verder te ontwikkelen. Zonder te weten heeft hij de mensheid een enorme dienstbewezen door de bediening van Paulus op te starten.

"Hierna vertrok Barnabas naar Tarsus om Saulus te zoeken, en toen hij hem gevonden had,nam hij hem mee naar Antiochië. Een heel jaar lang kwamen ze met de gemeente daar bij-een en gaven ze onderricht aan tal van mensen ..." (Handelingen 11:25-26, NBV2004)

De gemeente in de stad Antiochië was enorm uitgebreid en men besefte dat het de bedoeling vanJezus was dat het evangelie de hele wereld zou bereiken. Zodoende ontstond de visie om een zen-dingsteam uit te zenden. De Heilige Geest bevestigde dat door bij een gebedstijd Barnabas en Paulusals zendelingen aan te wijzen om te worden uitgezonden.

"Op een dag, toen ze aan het vasten waren en een gebedsdienst hielden voor de Heer, zei deheilige Geest tegen hen: 'Stel mij Barnabas en Saulus ter beschikking voor de taak die ik hunheb toebedeeld.' Nadat ze gevast en gebeden hadden, legden ze hun de handen op en lietenhen vertrekken. Zo werden Barnabas en Saulus uitgezonden door de heilige Geest ..."(Handelingen 13:2-4, NBV2004)

En zo begon het leven waar Paulus jarenlang van gedroomd had. De taak die Jezus hem bij zijn beke-ring had opgedragen, kon beginnen nu hij eindelijk zijn leerschool doorlopen had...

9.6.4. Verandering van PaulusOude trekjesZelfs voor de Heilige Geest is het moeilijk om het karakter van een wilskrachtig type grondig te ver-anderen. Van alle karakters zijn de wilskrachtige karakters het moeilijkst voor Jezus te winnen, van-wege hun ijzersterke wil en zelfstandige opstelling. Maar ook na hun bekering kost het de HeiligeGeest heel wat moeite om de oude natuur van wilskrachtige personen te temmen. Maar gelukkigwas Paulus een radicale gelovige geworden die zich voor de volle honderd procent aan de Heer hadgegeven. Bovenal heeft God heel veel geduld met hem gehad. Zo'n leerproces is altijd een kwestievan Gods inzet en de openheid van de mens om Gods werk in zijn leven toe te laten. In het leven vanPaulus zien we die oude trekjes van zijn wilskrachtige temperament nog regelmatig terugkomen,maar ... God heeft wonderen gedaan, ook in Paulus' karakter...

Paulus veranderd van hardvochtig naar mildWilskrachtige mensen hebben van nature niet veel respect voor mensen met zwakheden. Paulus enBarnabas waren plannen aan het maken voor een tweede zendingsreis. Barnabas wilde Marcus weermeenemen, maar Paulus vond Marcus een loser omdat hij hen tijdens de eerste zendingsreis hal-verwege had verlaten. Daarom wilde hij hem perse niet mee hebben. Paulus was zelf een keihardedoorzetter, maar Marcus had die eigenschap in veel mindere mate. Bovendien was hij nog jong enhad hij nog niet zoveel meegemaakt. Veel mensen maken de fout anderen te meten en te beoorde-len naar hun eigen kwaliteiten en zo ook Paulus. Uit niets blijkt trouwens dat Paulus Gods wil hadgezocht met betrekking tot deze kwestie en mogelijk handelde hij vanuit zijn oude natuur. Barnabashad een meer evenwichtig karakter en kon meer begrip opbrengen voor zijn neef Marcus.

"Een en ander leidde tot grote onenigheid, zodat ze uit elkaar gingen en Barnabas samenmet Marcus naar Cyprus vertrok. Paulus koos Silas als reisgezel en vertrok eveneens..."(Handelingen 15:39-40, NBV2004)

Page 118: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.6. Paulus- 8 -

Over dit incident zeggen Bijbeluitleggers vaak dat God deze ruzie gebruikte om twee zendingsteamsuit te zenden in plaats van één. Dat mag dan zo zijn, maar het neemt niet weg dat hier fouten warengemaakt. God had geen onenigheid nodig om dat te bewerkstelligen! De geschiedenis heeft Barna-bas gelijkgesteld. Hij nam Marcus mee naar Cyprus om hem een tweede kans te geven en waar-schijnlijk is dat goed gegaan. Hoe het ook zij, Marcus is toch geestelijk gegroeid en heeft Paulus laterzelfs nog opgezocht in de gevangenis. Daar is lef voor nodig en Paulus zal dit zeker in hem gewaar-deerd hebben. Paulus schrijft aan het einde van zijn leven iets heel positiefs over hem:

"Alleen Lucas is bij me. Haal Marcus op en breng hem met je mee; hij is een bruikbare krachtvoor me." (2 Timoteüs 4:11, GNB1996)

In die tussenliggende jaren was Paulus een stuk milder geworden. Er moet heel wat gebeuren voor-dat een wilskrachtig type een compliment uitdeelt en dan vooral aan iemand die eerder gefaald hadin zijn ogen. Het zoveelste wonder van een veranderd karakter.

Strijdvaardig geblevenOveral waar Paulus tijdens zijn vele reizen het evangelie bracht, ging hij volgens zijn principe eerstnaar de joden en probeerde hen ervan te overtuigen dat Jezus de beloofde Messias was. Hij was ergsterk in het redeneren en argumenteren en had een fabelachtige kennis van de Schriften. Toch heefthij daarmee niet altijd veel succes gehad en ook wel weerstanden bij zijn toehoorders opgeroepen.In tweede instantie richtte hij zich dan op de niet-joden.

Ook zijn optreden in Athene getuigt van moed en gezonde strijdlust. Paulus kreeg het voor elkaardat hij op de Areopagus (heuvel van Ares, de Griekse oorlogsgod) een toespraak mocht houden voorGriekse filosofen. Dat was een toplocatie bij de Griekse intelligentsia. Paulus had zich uitstekendvoorbereid en gebruikte allerlei voorbeelden uit de Griekse denkwereld om zijn getuigenis kracht bijte zetten. Mar de uitwerking was nogal pover en dat zal hem ongetwijfelde hebben teleurgesteld.

"Toen ze hoorden van een opstanding van de doden dreven sommigen daar de spot mee,terwijl anderen zeiden: 'Daarover moet u ons een andere keer nog maar eens vertellen.' Zovertrok Paulus uit hun midden. Toch sloten enkelen zich bij hem aan en aanvaardden het ge-loof ..." (Handelingen 17:32-34, NBV2004)

Ik heb de indruk dat Paulus nogal eens op zijn eigen kennis en overtuigingskracht steunde. VanuitAthene ging hij naar Korinte en daar komen we een veel minder zelfverzekerde Paulus tegen. Op eenbepaald moment was hij echt neerslachtig en dat wil heel wat zeggen voor een wilskrachtig persoon.Hij had een speciale bemoediging van de Heer nodig om weer verder te kunnen:

"'s Nachts zei de Heer in een visioen tegen Paulus: 'Wees niet bang, maar blijf spreken enzwijg niet! Ik sta je bij en niemand zal een vinger naar je uitsteken om je kwaad te doen,want veel mensen in deze stad behoren mij toe.'" (Handelingen 18:9-10, NBV2004)

Hoewel Paulus niet bang was om te lijden voor de zaak van het Koninkrijk, ging hij soms op zijn stre-pen staan als Romeins staatsburger. Als zodanig mocht hij geen vernederende behandelingen van deRomeinen ondergaan. In dat opzicht was hij ook praktisch: hij had geen martelarencomplex.

"Maar toen ze hem al vastgebonden hadden voor de zweepslagen, zei Paulus tegen de cen-turio (=hoofdman over 100 man)die erbij was: ‘Mogen jullie een Romeins burger geselen, endan nog wel zonder vorm van proces?’" (Handelingen 22:25, NBV2004)

Paulus was ook tactisch. Eenmaal stond hij in Jeruzalem voor de joodse Raad. De raadsleden warenvast besloten om Paulus om te brengen en hij wist dat. Handig speelde hij twee groepen joden tegenelkaar uit: de farizeeën en de Sadduceeën.

"Paulus wist dat het Sanhedrin deels uit sadduceeën bestond en deels uit farizeeën, endaarom riep hij hun toe: ‘Broeders, ik ben een farizeeër uit een geslacht van farizeeën, en ik

Page 119: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.6. Paulus- 9 -

sta hier terecht omwille van de verwachting dat de doden zullen opstaan!’"(Handelingen 23:6, NBV2005)

Het gevolg was dat beide groepen elkaar in de haren vlogen. Het werd zo'n grote puinhoop dat deRomeinse soldaten eraan te pas moesten komen om te voorkomen dat Paulus gelyncht zou wor-den...

Trots en nederigheid van PaulusPaulus was erg strijdvaardig in zijn optreden en vaak confronterend. Zo schreef Paulus zelf dat hij deapostel Petrus in het openbaar had berispt omdat die met heidenen zat te eten, maar toen er joodsechristenen aankwamen zonderde hij zich af. Paulus vond dat huichelachtig en vond het nodig dit inhet openbaar op te merken (Galaten 2:11-14). Moest dat nu echt op zo'n manier, een vooraanstaandleider openlijk vernederen? Ik denk dat zijn oude natuur hier naar boven kwam. Of misschien ookeen stukje rivaliteit, zo van: "Wie is de belangrijkste apostel, jij of ik?" Petrus had die les al met veelpijn en moeite geleerd tijdens de lijdenstijd van Jezus, maar Paulus was nog niet zo ver.

De vastberaden Paulus moest door schade en schande de moeilijke les leren van nederigheid inplaats van trots, van het leven in eigen zwakheid en in de kracht van God. Maar op den duur heeft hijdeze les wel degelijk geleerd en helaas was daar een paardenmiddel voor nodig:

"... Om te verhinderen dat ik mezelf zou verheffen, werd mij een doorn in het vlees gestoken:ik word gekweld door een engel van Satan. Ik heb de Heer driemaal gesmeekt mij van hemte bevrijden, maar hij zei: ' Je hebt niet meer dan mijn genade nodig, want kracht wordtzichtbaar in zwakheid.' Dus laat ik mij veel liever voorstaan op mijn zwakheid, zodat dekracht van Christus in mij zichtbaar wordt. Omdat Christus mij kracht schenkt, schep ikvreugde in mijn zwakheid: in beledigingen, nood, vervolging en ellende. In mijn zwakheidben ik sterk." (2 Korintiërs 12:7-10, NBV2004)

Eigengereidheid en wilsovergave van PaulusZelfstandige typen hebben vaak moeite met het luisteren naar anderen. Dat trekje kwam bij Paulusheel zichtbaar naar boven toen hij na zijn derde zendingsreis naar Jeruzalem reisde. God had hemgeroepen tot apostel voor de heidenen, maar ik denk dat hij ook graag een rol wilde spelen in degemeente van Jeruzalem. Wilskrachtige typen hebben vaak vrijwel onbeperkte ambities. Paulus wil-de erheen, ondanks dat God hem had gewaarschuwd voor vijandigheden:

"Nu ben ik op weg naar Jeruzalem, gedreven door de Geest, zonder te weten wat me daar tewachten staat, behalve dan dat de heilige Geest me in iedere stad verzekert dat gevangen-schap en vervolging mijn deel zullen zijn." (Handelingen 20:22-23, NBV2004)

Paulus vatte dit echter niet op als goddelijke leiding om hem ervan te weerhouden, maar als eengevaar waarvan hij zich bewust moest zijn. In Antiochië was het vooral de bekende profeet Agabusdie hem er van probeerde te weerhouden, ondanks dat Paulus hem ongetwijfeld geprobeerd had teovertuigen van zijn eigen gelijk (Handelingen 21:10-11). Ook de andere leiders waren het met Aga-bus eens, maar toen Paulus onverzettelijk bleek hielden ze hun mond maar:

"Toen we dit hoorden, drongen wij en de gelovigen van Caesarea er bij Paulus op aan omniet naar Jeruzalem te reizen. Maar Paulus antwoordde: 'Waarom proberen jullie me door jetranen te vermurwen? Ik ben niet alleen bereid me in Jeruzalem gevangen te laten nemen,maar ook om er te sterven omwille van de naam van de Heer Jezus.' Omdat hij zich niet lietoverreden, deden we er het zwijgen toe en zeiden alleen nog: 'Laat gebeuren wat de Heerwil.' " (Handelingen 21:12-14, NBV2004)

Paulus' handelswijze wordt verschillend beoordeeld door Bijbeluitleggers: sommigen nemen aan dathij binnen Gods wil handelde, maar ik heb persoonlijk zo mijn twijfels. Ik denk dat Paulus zich zovastgebeten had in zijn voornemens, dat hij niet open stond voor adviezen van goede, geestelijkvolwassen raadgevers. Als een wilskrachtig persoon weerstanden ontmoet bij de uitvoering van zijn

Page 120: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.6. Paulus- 10 -

plannen, is dat voor hem van nature alleen maar een extra prikkel om met alle kracht door te zetten.En het resultaat? Paulus is dus toch naar Jeruzalem gegaan, maar kreeg er geen voet aan de grond.Hij heeft jaren gevangen gezeten in Caesarea en het lijken niet de meest vruchtbare jaren van zijnleven te zijn geweest. Van daaruit werd hij naar Rome gebracht, maar er waren ook andere wegenwaarlangs God hem in Rome had kunnen krijgen.

9.6.5. Veranderde PaulusGezagvol karakterBarnabas was bij de eerste zendingsreis uiteraard de leider. Hij had de meeste ervaring in het werkvan de Heer. Toen Barnabas en Paulus (toen nog Saulus geheten) op Cyprus bij de landvoogd SergiusPaulus waren, bleek daar ook een occult figuur te zijn die de landvoogd van het geloof probeerde afte houden. Hier kwam het wilskrachtige karakter van Paulus goed van pas. Bewust van zijn geestelij-ke autoriteit in Jezus was hij niet bang voor een confrontatie. Dat was hij nooit geweest, nu ook niet.

"... vervuld van de heilige Geest zei hij (=Paulus): 'U bent een bedrieger, een gewetenloze op-lichter, een kind van de duivel en een vijand van elke vorm van gerechtigheid. Hoe durft u derechte wegen van de Heer te veranderen in kronkelpaden? Let op: de hand van de Heer zal utreffen, u zult blind zijn en voorlopig geen zonlicht meer zien.' Onmiddellijk werd alles don-ker om hem heen, zodat hij tastend zijn weg moest zoeken en anderen moest vragen of zehem wilden leiden. Toen de proconsul dit zag, aanvaardde hij het geloof, diep onder de in-druk als hij was van wat hij over de Heer had geleerd." (Handelingen 13:9-12, NBV2004)

Paulus toonde moed en leiderschap. Vanaf dat moment wordt in het Bijbelboek Handelingen Pauluseerst genoemd en vervolgens Barnabas. Hij werd duidelijk de nieuwe leider van het zendingsteam.Dezelfde moed toonde Paulus toen hij tijdens zijn tweede zendingsreis met Silas in Filippi was.

"Een andere keer, toen we weer op weg waren naar de gebedsplaats, kwamen we een jongeslavin tegen die bezeten was door een geest en zo de toekomst kon voorspellen. Met haarwaarzeggerij verdiende ze veel geld voor haar eigenaars. Terwijl ze achter Paulus en ons aanliep, schreeuwde ze aan één stuk door: 'Deze mensen zijn dienaren van de allerhoogste Goden verkondigen u hoe u gered kunt worden!'" (Handelingen 16:16-17, NBV2004)

Paulus baalde flink van het geschreeuw van de slavin. Sommige lezers zullen zich misschien afvragenwaarom Paulus zo'n punt van maakte van wat ze riep. Het was toch gratis reclame voor zijn bood-schap? Als leider van een jeugdgroep heb ik jaren geleden een persoonlijk gesprek gehad met eenmeisje, dat enkele keren was meegekomen. Zij was duidelijk gebonden door satanische machten,maar ze probeerde me ervan te overtuigen dat ze een goede christen was. Ze citeerde Bijbelteksten,maar ze klonken als vloeken, gewoon vreselijk. Ik zal dat nooit vergeten. Ik denk dat Paulus een zelf-de soort ervaring had, zodat hij het demonische geschreeuw niet langer kon aanhoren.

"Dat ging verscheidene dagen zo door. Toen Paulus er genoeg van kreeg, sprak hij de geestals volgt toe: 'Ik beveel je in de naam van Jezus Christus: verlaat haar!' En op datzelfde mo-ment ging de geest uit haar weg." (Handelingen 16:18, NBV2004)

Jaren later, na een tijd van gevangenschap in Caesarea werd Paulus als gevangene door Romeinsemilitairen per schip naar Rome vervoerd. Tijdens een vreselijke storm was iedereen doodsbenauwd,maar Paulus bleef kalm. Hij wist dat God een taak voor hem had in Rome, dus was hij niet bang dathet schip zou vergaan. Hij nam de leiding van het schip, nota bene als gevangene over de officierenvan het machtige Romeinse rijk, bad God om uitkomst en zodoende kwamen alle opvarende veiligaan land (Handelingen 27). Een sterk staaltje van moedig leiderschap! Maar wel vanuit de kracht enverbondenheid met de Heer.

Page 121: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.6. Paulus- 11 -

Zelfstandigheid van PaulusAls een rechtgeaard, zelfstandig type hield Paulus er niet van om op andermans kosten te leven.Vooral in Korinte, waar hij geruime tijd bleef, wilde hij zelf de kost verdienen als tentenmaker, eenberoep dat hij kennelijk tevoren wel eens had uitgeoefend.

"Daar ontmoette hij Aquila, een Jood uit Pontus. Die was met zijn vrouw Priscilla daar nogmaar kortgeleden aangekomen vanuit Italië ... Paulus zocht hen op, en omdat hij evenalsAquila het vak van tentenmaker uitoefende, bleef hij bij hen wonen en werken."(Handelingen 18:2-3, GNB1996)

"Geld of kleding heb ik van niemand verlangd; u weet wel dat ik eigenhandig heb voorzien inmijn levensonderhoud en dat van mijn metgezellen." (Handelingen 20:33-34, NBV2004)

Paulus had de ware pioniersgeest die paste bij zijn wilskrachtige karakter en zijn roeping als apostelvoor de niet-joden. Hij wilde zo ongeveer het hele Romeinse Rijk afreizen om overal christelijke ge-meenten te stichten. Het was hem nooit te ver of te moeilijk. Hij had zelfs plannen om naar Spanjete gaan (Handelingen 15:24,28) maar voor zover we weten is hij daar nooit geweest. Zijn volgendeopmerking spreekt boekdelen over zijn zelfstandige en tegelijk ambitieuze karaktertrekken:

"Ik heb er altijd mijn eer in gesteld het evangelie niet te verkondigen op plaatsen waar alover Christus gesproken was. Het is niet mijn bedoeling te bouwen op een fundering diedoor een ander is gelegd." (Romeinen 15:20, GNB1996)

Was dat verkeerd? Nee natuurlijk niet, hij zag dit als zijn unieke opdracht. En Gods opdrachten wor-den dikwijls afgestemd op iemands persoonlijke karakter.

Leiderschap van PaulusPaulus was een eersteklas gemeentestichter en als hij ergens het evangelie had verkondigd en ermensen tot geloof in Jezus waren gekomen, stelde hij leiders aan om de gemeente verder te helpenen in stand te houden.

"In elke gemeente stelden ze oudsten aan, en na gevast en gebeden te hebben bevalen zehen aan bij de Heer, in wie ze hun vertrouwen hadden gesteld."(Handelingen 14:23, NBV2004)

Hij was goed in het begeleiden en motiveren van zijn naaste medewerkers, zoals onder meer blijktuit de twee brieven aan Timoteüs, waarin hij zijn jonge collega aanvullend onderwijs geeft en pasto-rale adviezen voor zijn gemeente op Kreta. Ook de brief aan Titus heeft zo'n karakter.

De brieven van Paulus, die deel uitmaken van het Nieuwe Testament, bevatten ook aanvullend on-derwijs, waarin hij ook ingaat op situaties in de gemeente. Op die manier kon hij op afstand tochzorg dragen voor de jonge gemeenten.

Doelgerichtheid van PaulusPaulus was een voorbeeld van radicaal discipelschap, onverdeelde toewijding aan zijn Heer. Hij waseen voorbeeld van doelgerichtheid en hij wist wat hij wilde.

"Het enige wat ik wil, is Christus kennen en ervaren hoe groot de kracht is, waardoor Hij uitde dood is opgestaan. Ik wil ervaren wat het betekent om met Hem te sterven om uiteinde-lijk te komen tot de opstanding uit de dood." (Filippenzen 3:10-11, HB2008)

Sommige Bijbeluitleggers suggereren bij deze verzen helaas dat Paulus niet zeker zou zijn van zijneeuwige behoud en of hij wel of niet de lichamelijke opstanding zou meemaken. 'Het Boek' heeft ditBijbelgedeelte naar mijn mening het beste weergegeven. Paulus wist ook dat hij Gods einddoel nooitvolledig zou kunnen bereiken tijdens zijn leven op aarde, want volmaaktheid is op aarde voorniemand haalbaar. Maar tot het einde van zijn leven zou hij zich uitstrekken naar dat doel en allesdaaraan onderwerpen. Hij had er alles voor over, zelfs zijn leven:

Page 122: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.6. Paulus- 12 -

"Ik hecht echter niet de minste waarde aan het behoud van mijn leven, als ik mijn levenstaakmaar kan voltooien en de opdracht uitvoeren die ik van de Heer Jezus ontvangen heb: getui-gen van het evangelie van Gods genade." (Handelingen 20:24, NBV2004)

"... vergetend wat achter me ligt en me richtend op wat voor me ligt, streef ik naar het doel:de prijs van de hemelse roeping, die God in Christus Jezus tot mij richt."(Filippenzen 3:13-14, WV1995)

Dit is de beste vorm van gemotiveerd optimisme: vooruitzien en je niet laten hinderen door negatie-ve ervaringen uit het verleden. Het doel van Paulus was niet zijn eeuwige behoud (daar was hij al-lang zeker van), maar het bereiken van het doel wat Jezus had met zijn leven. Het najagen van datdoel was de motivatie waardoor hij tot het einde van zijn leven een opmerkelijke vitaliteit behield.

Veel mensen takelen bij het ouder worden te vroeg af door gebrek aan een doel in hun leven, terwijlze denken dat het door een afnemende gezondheid komt. Mopperige oude mensen zijn vaak men-sen die geen doel meer hebben om voor te leven. Maar dat gold niet voor Paulus. Aan het einde vanzijn leven kon hij uiteindelijk zeggen:

"... ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop volbracht, het geloof behouden. Nu wachtmij de krans van de gerechtigheid die de Heer, de rechtvaardige rechter, aan mij zal gevenop de grote dag; en niet alleen aan mij, maar aan allen die naar zijn komst hebben uitge-zien." (2 Timoteüs 4:7-8, NBV2004)

Paulus bleef vooruitzien. Met welk doel heeft God jou geschapen en je allerlei gaven gegeven omHem en je medemens te dienen? Vraag Hem om inzicht en zet alles op alles om dat doel te bereiken,zoals een atleet die zijn hele leven afstemt om die ene overwinning te behalen waardoor hij kampi-oen wordt. Voor een topsporter vinden we het heel normaal om zo te leven. Maar als een gelovigein zulke termen spreekt over het volgen van Jezus noemen we hem al gauw fanatiek en niet vandeze wereld. God geve veel van zulke radicale gelovigen!

LiefdevolEen wilskrachtig type heeft van nature geen warme persoonlijkheid. Paulus vormde daarop geenuitzondering. En toch zien wij in zijn brieven hoezeer Gods liefde zijn hart ook steeds meer heeftvervuld met liefde voor mensen. Dat is een wonder van betekenis en laat zien hoe de Heilige Geestkan voorzien bij karakterbeperkingen. Paulus was bijvoorbeeld heel bewogen met de joden die Jezusnog niet als hun Messias hadden aanvaard:

"ik ben diepbedroefd en word voortdurend door verdriet gekweld. Omwille van mijn volks-genoten ..." (Romeinen 9:2-3, NBV2004)

"... ik wens uit de grond van mijn hart en bid tot God dat ze zullen worden gered ..."(Romeinen 10:1, NBV2004)

Let ook eens op zijn bewogenheid om jonge gelovigen in Efeze te helpen bij hun geloofsgroei:

"... vergeet niet hoe ik ieder van u drie jaar lang dag en nacht onder tranen steeds weer raadheb gegeven." (Handelingen 20:31, NBV2004)

Paulus heeft Gods zegende liefde leren kennen en doorgegeven aan anderen. Hij was een man dievoor zichzelf steeds de hoogst mogelijke doelen nastreefde en hij had ontdekt wat de hoogst denk-bare weg is die een gelovige kan gaan: de weg van de liefde.

"Richt u dus op de belangrijkste gaven. Maar ik zal u een weg wijzen die dit alles overtreft."(1 Korintiërs 12:31, GNB1996)

En deze woorden vormen zijn inleiding op het briljante hoofdstuk over de zegenende liefde: 1 Korin-tiërs 13. Paulus wist waar hij het over had. God had zijn hart langzaam maar zeker veranderd en hemtot een liefdevol persoon gemaakt. Dat was het grootste wonder in het leven van Paulus.

Page 123: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.6. Paulus- 13 -

ConclusieOok voor wilskrachtige gelovigen is er meer dan genoeg reden om God te vertrouwen nieuwe dingenin hun leven te doen. Als zij hun oude natuur volgen kunnen ze heel veel schade veroorzaken. Maarals ze hun wil laten ombuigen door Jezus en zich op zijn Koninkrijk gaan richten, kunnen ze ongekendveel betekenen voor de uitbreiding en voortgang van het Koninkrijk.

Wilskrachtige gelovigen worden niet gemotiveerd door hen voor te houden dat ze schaapjes van deGoede Herder zijn, wel door het feit dat ze mogen vechten in Gods leger. Vooral de onbeperkte uit-dagingen van het Koninkrijk van God spreken hen aan en motiveren hen tot radicaal discipelschap,om waarheid te verkondigen, onrecht te bestrijden, leugens te ontmaskeren en het op te nemenvoor de zwakkeren. Het zijn de pioniers die vooruit denken, nieuwe wegen durven in te slaan ennieuw werk op kunnen bouwen. Al deze dingen zien we in het leven van de wilskrachtige Paulus, diewellicht meer heeft betekend voor de christenen van alle eeuwen dan de andere apostelen bij el-kaar.

Gods plannen zijn soms heel vreemd in onze ogen, maar ze kloppen wel. De meeste vruchten vanPaulus' werk komen waarschijnlijk voort uit ... zijn brieven die hij vanuit de gevangenis schreef eneen belangrijk onderdeel zijn geworden van ons Nieuwe Testament. Dat had hij destijds vast nooitdurven vermoeden. Wat zal hij zich vaak geërgerd hebben aan die boeien om zijn polsen tijdens zijngevangenschap. Hij wist niet dat die boeien hem op de plek hielden van waaruit hij verreweg demeeste vrucht zou dragen. Wonderlijk toch...

Zie ook onderwerp 'Lijden van Paulus' in hoofdstuk 'Geloofsvervolging'.

Page 124: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.6. Paulus- 14 -

Page 125: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.7. Abraham- 1 -

9.7. AbrahamIn dit hoofdstuk zien we hoe God het karakter van Abraham in de loop der jaren heeft gevormd. Hetis een prachtig voorbeeld van de manier waarop God gelovigen met evenwichtige karaktereigen-schappen kan veranderen om het allerbeste uit hen tevoorschijn te laten komen.

9.7.1. Abrahams evenwichtige karakter

9.7.2. Roeping van Abraham

9.7.3. Geloofsperikelen van Abraham

9.7.4. Abraham de Aartsvader

Page 126: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.7. Abraham- 2 -

9.7.1. Abrahams evenwichtige karakterEvenwichtig karakterAbraham is een van de bekendste figuren uit de Bijbel, de eerste aartsvader en later door de apostelPaulus zelfs 'de vader van alle gelovigen' genoemd en dat heeft betrekking op alle ware gelovigenvan het Oude en Nieuwe Verbond.

Het leven van Abraham laat veel illustraties zien van de manier waarop God evenwichtige typen kanvernieuwen, waarbij hun prachtige karaktereigenschappen volledig worden ontplooid. Niemand kanons karakter beter en doeltreffender laten ontwikkelen dan onze Schepper en Herschepper. Datgeldt ook voor jou.

Evenwichtig typeBij evenwichtige typen speelt het doen een belangrijke rol. Hun gedrag wordt daardoor minder af-hankelijk van omgevingsfactoren en dat verklaart hun innerlijke stabiliteit. Als ze keuzen moetenmaken, doen ze het liefst wat ze al eens eerder hebben gedaan of ze kiezen voor de 'gulden mid-denweg'.

Veel van hun daden zijn niet het resultaat van bewuste keuzen, maar volgen als het even kan debekende paden van de routine van de levensstijl. Dat geeft rust en veiligheid en dat stellen ze erg opprijs.

Zie hoofdstuk 'Menselijk wezen' voor meer uitleg hierover.

KaraktereigenschappenHier volgt een kort overzicht van karaktereigenschappen die we tegenkomen bij evenwichtige typen:

hoofdeigenschap karakterbehoeften karaktergaven karakterzwakheden mogelijke nega-tieve eigenschap-pen

beheerst zekerheid, rust,stabiliteit, bekendedingen

geduldig, punctu-eel, opgeruimd

- weinig gemoti-veerd

- behoudzuchtig,traag

volgzaam harmonie, leiderboven zich, veilig-heid

dienstbaar, ge-moedelijk

- te volgzaam - lijdelijk, onzelf-standig- vreesachtig

praktisch regelmaat, struc-tuur, concretedingen

ijverig, ordelijk,efficiënt

- te routinematig - saai, fantasieloos

Evenwichtige karaktereigenschappen

In hoofdstuk 'Karakter en geloofsgroei' wordt uitvoerig uitgelegd wat het effect is van ie-mands sterke eigenschappen, zwak aanwezige eigenschappen en negatieve eigenschappenen hoe God ons wil helpen om daar goed mee om te gaan.

Page 127: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.7. Abraham- 3 -

9.7.2. Roeping van AbrahamAbraham de kanjer?Als we de levensgeschiedenis van Abraham bestuderen ontdekken we hoe God zijn karakter grondigheeft veranderd.

"Door zijn geloof ging Abraham, toen hij geroepen werd, gehoorzaam op weg naar eenplaats die hij in bezit zou krijgen, en hij ging op weg zonder te weten waarheen."(Hebreeën 11:8, NBV2004)

Bij het lezen van zo'n tekst voel je je onmiddellijk heel klein. Wat een geloofskanjer, wat een sterkvertrouwen op God, daar kan ik niet aan tippen. Maar het goede nieuws is ... dat Abraham in hetbegin helemaal niet zoveel godsvertrouwen had. De Bijbel geeft een uitvoerige beschrijving vanAbrahams levensontwikkeling waar alle gelovigen veel van kunnen leren.

Zowel Abram als Sarai (zoals ze eerst heetten) kregen later een andere naam ter onderstreping vanhun nieuwe status als bondgenoten van God (Genesis 17:9,15).

Abram (=vader is verheven) werd Abraham (=vader van vele volken) Sarai (=prinses) werd Sara (=moeder van vele volken)

In deze onderwerpen zullen we steeds de nieuwe namen gebruiken, afgezien van de aangehaaldeBijbelgedeelten waarin de oude namen worden genoemd.

Abraham geroepenOm de volgorde van de gebeurtenissen goed te kunnen volgen, lezen we eerst wat Stefanus zei overde roeping van Abraham:

"God, aan wie alle eer toekomt, is verschenen aan onze voorvader Abraham, toen hij in Me-sopotamië woonde en zich nog niet in Haran had gevestigd. God zei tegen hem: Verlaat uwland en familie, en ga naar het land dat ik u wijzen zal. Toen verliet Abraham het gebied vande Chaldeeën en ging in Haran wonen..." (Handelingen 7:2-4, GNB1996)

God gaf hem daarbij de volgende belofte:

"Ik zal je tot een groot volk maken, ik zal je zegenen, ik zal je aanzien geven, een bron vanzegen zul je zijn. Ik zal zegenen wie jou zegenen, wie jou bespot, zal ik vervloeken. Alle vol-ken op aarde zullen wensen gezegend te worden als jij." (Genesis 12:2-3, NBV2004)

Terach en AbrahamDe meeste Bijbellezers denken dat Abraham de Geweldige zo'n groot geloof had dat hij meteen hetkloeke besluit nam om te gaan. Maar de Bijbel geeft een klein detail dat gemakkelijk over het hoofdwordt gezien en dat een ander licht op de zaak werpt:

"Terach verliet Ur, de stad van de Chaldeeën, en nam zijn zoon Abram met zich mee..."(Genesis 11:31, NBV2004)

Want wie nam het initiatief voor deze grootscheepse emigratie? Niet Abraham, maar ... zijn vaderTerach. Dat zegt veel. Abraham was aarzelend van aard en bang om risico's te nemen. Gebrek aanmotivatie en moeite hebben met grote veranderingen horen helemaal bij het evenwichtige type. Hetzou ook geen kleinigheid zijn om het welvarende, moderne Ur te verlaten om je ergens in het WildeWesten te gaan vestigen, waar waarschijnlijk niemand op je zit te wachten.

Abraham zal tegen zijn vader hebben gezegd dat God hem had geroepen om weg te trekken. Omdathij het niet aandurfde om zelfstandig die avontuurlijke onderneming uit te voeren, had zijn vadermogelijk ongeveer het volgende gezegd: "Als God dit van jou vraagt, kunnen we toch ook wel metzijn allen gaan? Dat is veel prettiger en met elkaar staan we sterker. Waarom niet?" En Abraham hadniet de moed om te zeggen dat God juist tegen hem had gezegd dat hij zijn FAMILIE moest verlaten.Zonder zijn familie was hij niets. Zijn huiverigheid om aan iets nieuws te beginnen en zijn te sterke

Page 128: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.7. Abraham- 4 -

gehechtheid aan de sociale zekerheid van familieleden zouden de kernoorzaken blijken te zijn van demeeste problemen waar hij later in terecht zou komen. Voor evenwichtige typen onder de christen-gelovigen van vandaag kunnen dat ook de belangrijkste remmingen zijn in hun geloofsleven en ge-loofsgroei.

Abraham gebonden door familiebandenVeel evenwichtige gelovigen hebben namelijk diezelfde afhankelijkheid van familie en vrienden,waar ze hun veiligheid van verwachten. Ze zijn praktisch van aard, houden zich vooral bezig met hetzichtbare en hebben dan ook meer moeite om het bovennatuurlijke een plaats in hun leven te ge-ven. Daarbij kunnen op zich goede sociale banden werken als belemmeringen bij het volgen van deHeer en het aannemen van nieuwe uitdagingen. Om te groeien in een werkzaam vertrouwen op Godmoeten ze een aantal lessen leren die Abraham van God kreeg om de geloofskanjer te worden dieGod van hem heeft kunnen maken...

"Terach verliet Ur, de stad van de Chaldeeën, en nam zijn zoon Abram met zich mee, evenalszijn kleinzoon Lot, de zoon van Haran, en zijn schoondochter Sarai, Abrams vrouw. Samengingen ze op weg naar Kanaän. Maar toen ze in Charan waren aangekomen, bleven ze daarwonen." (Genesis 11:31, NBV2004)

We zien dat de Terach clan ergens onderweg naar het 'beloofde land' bleef steken: in Charan. Endaar bleven ze wonen. Pas toen vader Terach was overleden (Genesis 11:32) durfde Abraham weerna te denken over zijn oorspronkelijke roeping. Hij had intussen al zijn vijfenzeventigste verjaardaggevierd. Genesis 12 begint met het vermelden van die oorspronkelijke roeping van jaren geleden:

"De HEER zei tegen Abram: 'Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naasteverwanten, en ga naar het land dat ik je zal wijzen." (Genesis 12:1, NBV2004)

De werkwoordvorm is door de meeste Bijbelvertalingen niet goed weergegeven. Er zou moetenstaan 'de Heer HAD tegen Abraham gezegd', namelijk toen ze nog in Ur woonden (Handelingen 7:2-3).

"Toen ging Abram weg, zoals de HEER hem had opgedragen, en Lot ging met hem mee.Abram was vijfenzeventig jaar toen hij Haran verliet." (Genesis 12:4, WV1995)

Ook zegt de Bijbel heel nadrukkelijk dat neef Lot wel met Abraham meeging. Ongetwijfeld vond devoorzichtige Abraham het wel prettig en veilig om toch nog iemand van zijn familie mee te nemen.Zijn ondernemende neef zou hem vast wel kunnen helpen bij dit nieuwe avontuur. Abraham verlietdus de rest van de familie die in Charan achterbleef, om de reis te voltooien naar het land dat Godhem gewezen had. De Bijbel vermeldt niet hoe Abraham precies wist dat hij in Kanaän moest zijn,maar in ieder geval wist hij heel goed waar God hem uiteindelijk wilde hebben.

Abrahams relatie met GodAbraham streek neer bij More, hetzelfde gebied waar God hem later zou naar toe zou laten gaan omzijn zoon te offeren, en mogelijk ook de plek waar nog veel later God het hoogste offer bracht toenJezus daar werd gekruisigd... Een heel bijzondere plek dus.

Toen Abraham het einddoel van de lange reis {eindelijk!) bereikt had ging God weer spreken. Zowerkt goddelijke leiding. Pas wanneer je een gegeven opdracht van God volledig hebt uitgevoerdgaat God weer verder spreken. In de tussentijd kan het wel eens stil blijven.

"Daar verscheen de HEER aan Abram en zei: 'Aan uw nakomelingen zal Ik dit land in bezitgeven.' Toen richtte hij daar een altaar op voor de HEER, die hem verschenen was."(Genesis 12:7, WV1995)

Abraham was een man die op belangrijke momenten steeds een altaar bouwde om daarop offersaan God te brengen. Het waren offers van toewijding en overgave aan God. Op die altaren legde hijeigenlijk zijn eigen leven voor God neer en vertrouwde hij Hem voor alles wat hij nodig had.

Page 129: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.7. Abraham- 5 -

"Vandaar trok hij verder naar het gebergte ten oosten van Betel, sloeg zijn tent op tussenBetel in het westen en Ai in het oosten, richtte een altaar op voor de HEER en riep de naamvan de HEER aan. Daarna trok Abram verder naar de Negeb toe."(Genesis 12:8-9, WV1995)

Dit is het tweede Bijbelgedeelte waar Abraham een altaar bouwde en God aanbad. Daarbij wordengeen details vermeld.

9.7.3. Geloofsperikelen van AbrahamAbraham in EgypteEr kwam hongersnood in het land en Abraham kwam voor de keus te staan om ergens heen te gaanwaar voedsel was of te blijven op de plek die God voor hem bestemd had. Deze omstandighedenwerden zijn eerste test in geloofsvertrouwen. Als iemand door God geroepen wordt voor een be-paalde taak, dan kan het niet anders of er komen testmomenten.

Abraham besloot om maar naar Egypte te gaan. Hoewel Lot in deze geschiedenis niet genoemdwordt, is hij waarschijnlijk gewoon meegegaan. Mogelijk was hij het zelfs geweest die Abrahamoverhaalde om naar Egypte te gaan. Lot had gewoon oog voor alles wat mooi, comfortabel en welva-rend was, zoals later nog duidelijker zou blijken.

Een van de grootste belemmeringen voor geloofsgroei is vrees en dat geldt vooral voor evenwichtigetypen. De bangigheid van Abraham kwam ook weer duidelijk naar voren toen hij in Egypte aankwam.Hij had de pech dat hij zo'n aantrekkelijk uitziende vrouw had. Sara moet wel een topmodel zijn ge-weest om op 65+ leeftijd machtige koningen nog het hoofd op hol te brengen. Toen ze dicht bij degrensovergang naar Egypte waren zei Abraham tegen haar:

"Luister, ik weet heel goed dat jij een mooie vrouw bent ... Zeg daarom dat je mijn zusterbent, dan kom ik er dankzij jou misschien goed vanaf en loopt mijn leven geen gevaar."(Genesis 12:11,13, NBV2004)

Het was gedeeltelijk waar, omdat Sara zijn halfzuster was (Genesis 20:13), maar ook een halve waar-heid is bedrog. Abraham vertrouwde in deze omstandigheden niet op Gods hulp en bescherming.God had hem immers buitengewoon grote beloften gegeven, die Hij nooit zou kunnen waarmakenals Abraham gedood zou worden. Aan de andere kant: Abraham had nog niet meegemaakt dat Godook onmogelijke dingen voor hem kon doen, dus ging hij maar te rade bij zijn eigen 'gezond ver-stand'. Dat is de natuurlijke reactie van evenwichtige typen.

De vrees van Abraham was niet helemaal ongegrond, want de farao werd inderdaad getipt door zijnofficieren dat er een mooie vrouw was gesignaleerd en dus werd Sara naar zijn paleis gebracht. Zoudat ook zijn gebeurd als Abraham op God vertrouwd had?

"Maar de HEER trof de farao en zijn hof met zware plagen om wat er gebeurd was metAbrams vrouw Sarai." (Genesis 12:17, NBV2004)

Terwijl God Abraham beloofd had dat de hele wereld via hem gezegend zou worden, verspreidde hijgeen zegen in Egypte, maar wel allerlei narigheid. De farao kwam erachter dat Sara Abrahams vrouwwas, mogelijk doordat God hem er persoonlijk over aansprak of via zijn waarzeggers. Hij , en hij lietAbraham over de grens zetten als ongewenst persoon. Niet alleen haalde Abraham schande overzichzelf en zijn familie, maar indirect werd ook de naam van God oneer aangedaan.

"Vanuit de Negev trok hij geleidelijk verder, tot aan Betel, tot aan de plaats tussen Betel enAi waar zijn tent vroeger al had gestaan en waar hij toen een altaar had gebouwd. Daar riepAbram de naam van de HEER aan." (Genesis 13:3-4, NBV2004)

Abraham ging terug naar de positie waar hij was toen het nog goed was, om vandaar uit weer verderte gaan. Daarin zien we iets van de praktische instelling van Abraham, die zo typerend is voor even-

Page 130: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.7. Abraham- 6 -

wichtige typen. Dat is zo'n verstandig voorbeeld dat je nooit mag vergeten. Als je het een keer goedverknald hebt in je leven, probeer dan zo mogelijk terug te gaan naar de situatie waar het nog goedwas en roep de Heer aan. Dan kun je je mislukkingen weer bij God laten en verder gaan.

Vredelievendheid van AbrahamEvenwichtige typen houden van harmonie, rust, veiligheid en vrede. Ze zijn de beste vredestichtersdie er te vinden zijn. Ze zullen niet gauw tegenstellingen tussen mensen aanscherpen, maar mensendichter bij elkaar brengen ligt hen beter. Dat is een heel goede eigenschap.

We komen dit ook tegen bij Abraham. Hij werd geconfronteerd met groeiende spanningen tussenzijn eigen schaapherders en die van zijn neef Lot. Eigenlijk was het een luxe probleem, want het hadte maken met hun steeds maar toenemende bezittingen.

"Beiden bezaten zo veel vee dat er te weinig land was om bij elkaar te blijven wonen. Hier-door ontstond er ruzie tussen de herders van Abrams vee en de herders van Lots vee..."(Genesis 13:6-7, NBV2004)

"Daarom zei Abram tegen Lot: 'Waarom zouden we ruziemaken, jij en ik, of jouw herders ende mijne? We zijn toch familie?" (Genesis 13:8, NBV2004)

Het is duidelijk dat er echt ruzie was. Kennelijk was Lot op hoge poten bij Abraham gekomen en hemverwijten gemaakt. Lot was er niet de man naar om iets van de kant van de ander te bekijken. Maarhier kwamen de kwaliteiten van Abraham opnieuw om de hoek kijken. Beheerst en flegmatiek vankarakter liet hij zich niet gek maken door Lot en de heetgebakerde schaapherders. Evenwichtigetypen zijn als rotsen in de branding. Ook als iedereen in paniek raakt, blijven ze gewoon functione-ren. Het lijkt wel alsof ze ervan genieten om in turbulente tijden het hoofd koel te kunnen houden.En waarom ook niet? Abraham wist dat ruziemaken de zaak alleen maar verergerde en kwam on-middellijk met een voorstel.

"Het is maar beter dat we uiteengaan. Het hele land ligt voor je open. Als jij naar links gaat,ga ik naar rechts; als jij naar rechts gaat, ga ik naar links.'" (Genesis 13:9, NBV2004)

Dat was een royaal aanbod. Als oudste en familiehoofd had hij zelf de meeste rechten op het besteland. Maar Abraham had liever vrede en weinig bezit dan veel bezit en een jaloerse neef die niettevreden zou zijn en vandaag of morgen toch weer moeilijk zou gaan doen. Een heel praktische kijkop het leven, die geen snelle resultaten oplevert, maar op lange termijn het meest bevredigend is.

Lot had zijn ogen goed de kost gegeven en maakte snel zijn keus:

"Lot liet zijn blik rondgaan en zag hoe rijk aan water de hele Jordaanvallei was; Abram bleefin Kanaän wonen ... Lot sloeg zijn tenten op bij de steden in de vallei. Zijn woongebied strek-te zich uit tot aan Sodom; de mensen daar waren slecht, ze zondigden zwaar tegen deHEER." (Genesis 13:10-13, NBV2004)

Lot koos voor de gemakkelijk te verkrijgen welvaart. De zondige reputatie van de mensen van Sodomdeerde hem niet. Zijn ogen waren verblind door de zucht naar rijkdom. Hij was totaal wereldgezind;God speelde op zijn hoogst een bijrol in zijn leven en dus ook in zijn beslissing over de toekomst.

Abrahams afscheid van LotAbraham gebruikte ook zijn ogen, in geestelijke zin dan "als ziende de Onzienlijke" (Hebreeën 11:27,NBG1951). Hij had de vruchtbare vlakte bij Sodom ook wel gezien, maar hij woonde liever in tentenmet God dichtbij dan bij een zondige stad waar God niet blij mee zou zijn. Het was een daad vangeloofsvertrouwen. God maakte duidelijk dat hij daarmee de juiste keus had gemaakt.

Abraham nam dus afscheid van Lot. Dat was een grote stap voor hem: nu was hij helemaal alleen,zonder familie; alleen met God. Lot was steeds een blok aan het been van Abraham geweest, eenbelemmering voor Gods plannen voor Abraham en voor zijn karakterontwikkeling. Pas toen hij enLot uit elkaar gingen was Abraham gekomen waar God hem hebben wilde: los van zijn 'wortels' en in

Page 131: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.7. Abraham- 7 -

volkomen afhankelijkheid van Hem. God had begrip voor de worsteling van Abrahams hart in datloslatingproces en bemoedigde hem door de belofte van het hele beloofde land te herhalen:

"Nadat Lot was weggegaan, zei de HEER tegen Abram: 'Kijk eens goed om je heen, kijkvanaf de plaats waar je nu staat naar het noorden, het zuiden, het oosten en het westen. Alhet land dat je ziet geef ik aan jou en je nakomelingen, voor altijd."(Genesis 13:14-15, NBV2004)

Tenslotte ging Abraham zich min of meer vestigen bij Mamre. Dat was weer een mijlpaal in Abra-hams leven.

"Toen brak Abram op en ging wonen bij de eiken van Mamre, bij Hebron. Daar bouwde hijeen altaar voor de HEER." (Genesis 13:18, NBV2006)

Weer een altaar dus, op de plek waar hij vele jaren zou blijven wonen. Weer een altaar bij een vande mijlpalen van zijn leven. Het is belangrijk dat je elke belangrijke mijlpaal in je leven met de Heerbeleeft. Je mijlpalen, de markeringmomenten bij het aanbreken van nieuwe perioden in je leven,moeten altijd goed neergezet worden, want ze zijn bepalend voor de periode die erop volgt. VanAbraham leren we het belang van een leven van altaar en tent, zoals de Chinese godsdienstige leiderWatchman Nee dat noemde. Dat is een leven van aanbidding en overgave aan God en een leven inafhankelijkheid van Hem en niet van andere krachtbronnen.

HerhalingEvenwichtige typen hebben vaak heel wat tijd nodig om hun levenslessen te leren. Het zijn geenmensen die een wilsbesluit nemen en dan meteen op het goede spoor zitten. Je moet ze de tijd ge-ven. Het prachtige in de geschiedenis van Abraham is dat God hem ook nadrukkelijk de tijd gaf diehij nodig had en geduld had met zijn langzame vorderingen. Een tijd later woonde Abraham namelijkeen tijdje in Gerar en ook de koning van dat gebied keek verlekkerd naar Abrahams vrouw en liethaar in zijn paleis komen. Gevolgen: misgeboorten bij de vrouwen in het land (Genesis 20). Godsprak rechtstreeks tegen Abimelech om hem te waarschuwen dat hij met zijn handen van Saramoest afblijven:

"... geef haar nu terug aan haar man, want hij is een profeet en kan voor je bidden, en danzul je in leven blijven. Maar geef je haar niet terug, dan zul je onherroepelijk sterven, jij enallen die bij je horen." (Genesis 20:7, NBV2004)

Gods genadigheid en geduld met Abraham komt hierin heel sterk naar voren. Niet alleen waar-schuwde Hij Abimelech om niet de fout in te gaan, maar Hij noemde de bange, falende Abrahamnota bene ZIJN PROFEET! Wat is God toch bijzonder! Hij vergaf Abraham niet alleen, maar ging eenstap verder: hij mocht optreden als vertegenwoordiger van de Allerhoogste God om genezing vangetroffen onderdanen van Abimelech te bewerkstelligen.

"... ik zal je zegenen, ik zal je aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn ..."(Genesis 12:2, NBV2004)

Ja, God komt zijn beloften na, ook aan gelovigen die nog veel moeten leren. Dus er is ook hoop voorjou en mij...

9.7.4. Abraham de aartsvaderAbrahams zekerheidVoor evenwichtige typen is veiligheid van grote waarde. Het bijzondere van Abraham was dat Hijzich in zijn onbeschermde tenten veiliger voelde dan Lot, die intussen in de ommuurde stad Sodomwoonde. Dat is heel opmerkelijk en een teken van zijn groeiende geloofsvertrouwen. Hij leefde metGod en dat maakte het verschil.

Page 132: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.7. Abraham- 8 -

Lot voelde zich veilig in Sodom. Een stad biedt namelijk bescherming, heel wat meer dan de tentenwaar Oom Abraham in bleef wonen. Het Griekse woord voor 'stad' is 'polis', een woord dat wij ken-nen als een verzekeringsbewijs. Stad en zekerheid, die begrippen horen bij elkaar. Maar er kwamenvijanden het land binnen (Genesis 14). Zij namen niet de tentbewoner Abraham te pakken, want diewerd beschermd door zijn almachtige God, die een verbond met hem had gesloten. De stad Sodomwerd overmeesterd en de inwoners, waaronder Lot en zijn gezin, werden als slaven buitgemaakt. Leteens op hoe Abraham reageerde toen hij hoorde over het lot van Lot:

"Toen Abram hoorde dat zijn neef gevangengenomen was, bracht hij allen op de been die inzijn huis opgegroeid waren en met de wapens konden omgaan – driehonderdachttien in ge-tal – en achtervolgde Kedorlaomer en diens bondgenoten tot aan Dan. 's Nachts viel hij henmet zijn mannen van verschillende kanten tegelijk aan, versloeg hen en achtervolgde hen totaan Choba, dat ten noorden van Damascus ligt." (Genesis 14:14-15, NBV2004)

Wat was er toch met Abraham gebeurd? De meeste evenwichtige typen zijn niet zulke helden, om-dat ze van nature gauw bang en besluiteloos zijn. Maar Abraham aarzelde niet (!) en ging erop af.Daar vond hij de anders zo zelfverzekerde Lot, waarschijnlijk hongerig, met touwen vastgebonden enniet zeker of hij nog lang te leven had. En wie was zijn redder ... Oom Abraham, de tentbewoner. Hijwas strategisch en grondig te werk gegaan: hij had zijn vijanden 's nachts van verschillende kantenaangevallen en bleef hen als een terriër achtervolgen tot voorbij Damascus. Goed doordacht, dege-lijk werk. Dat was Abraham. Evenwichtige typen kunnen goed organiseren.

Evenwichtige typen kunnen soms wat onzeker overkomen. Maar je kunt wel huizen op ze bouwenwant als ze gemotiveerd zijn, blijken ze bijna alles te kunnen. Veel evenwichtige typen kunnen ookuitstekende leiders zijn, niet om snel veranderingen door te voeren, maar wel om een vaste koers tevaren waar dat nodig is. Niemand die zoveel verborgen en ongebruikte talenten in huis heeft als eenevenwichtig type. Ik zou willen dat ze dat zelf wisten; ze zouden dan zoveel tevredener met hun ka-rakter kunnen zijn!

Maar het geheim van Abraham lag niet in zijn aangeboren temperament, maar aan zijn Helper, diedruk doende was om Abrahams karakter helemaal uit te ontwikkelen en aan te vullen door de krachtvan de Heilige Geest. Dat doet God met iedereen die zich volkomen aan Hem toevertrouwt. Karak-terontwikkeling is het belangrijkste werk van de Heilige Geest in de gelovige.

Betrouwbaarheid van AbrahamToen Abraham terugkeerde om de mensen van Sodom met hun bagage naar huis te brengen, had hijeen ontmoeting met de geheimzinnige koning Melchisedek.

"En Melchisedek, de koning van Salem, liet brood en wijn brengen. Hij was een priester vanGod, de Allerhoogste en sprak een zegen over Abram uit: "Gezegend zij Abram door God, deAllerhoogste, schepper van hemel en aarde. Gezegend zij God, de Allerhoogste: uw vijandenleverde hij aan u uit.' ..." (Genesis 14:19-20, NBV2004)

Dat was een vorstelijke onderscheiding vanuit de hemel mogen we wel zeggen. Door tien procentvan de buit aan Hem af te staan erkende hij Melchisedek als zijn Meerdere. Hij moet hebben begre-pen dat hij een soort vertegenwoordiger van God was. De meeste Bijbeluitleggers zijn van meningdat Melchisedek een verschijningsvorm van Jezus was (Hebreeën 7:1-10). Met de zegen ontvingAbraham ook een duidelijke boodschap: God heeft je deze overwinning bezorgd, je hebt het niet zelfgedaan!

"... Abram gaf aan Melchisedek een tiende van wat hij had heroverd."(Genesis 14:20, NBV2004)

Abraham bleek een bescheiden, betrouwbare, integere man te zijn. De koning van Sodom kwamAbraham bedanken voor de bevrijding van zijn mensen en wilde hem een flinke beloning geven.

Page 133: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.7. Abraham- 9 -

"De koning van Sodom verzocht Abram hem de mensen terug te geven, de bezittingenmocht Abram houden. Maar Abram antwoordde hem: 'Ik zweer bij de HEER, bij God, de Al-lerhoogste, de schepper van hemel en aarde, dat ik volstrekt niets wil aannemen van watuw eigendom is, nog geen draad of schoenriem. U zult niet kunnen zeggen: 'Ik ben het dieAbram rijk heeft gemaakt.' (Genesis 14:21-23, NBV2004)

Behalve een onkostenvergoeding wilde Abraham van de koning van Sodom niets ontvangen voor zijninspanningen. Hij wilde alleen van God afhankelijk zijn en niet rijk gemaakt worden door een godde-loze machthebber uit de regio, hoezeer dat ook zijn aanzien zou kunnen verhogen. Mensen alsAbraham zijn uiterst waardevol voor God om zijn vertegenwoordigers op aarde te zijn! Trouw enbetrouwbaarheid zijn belangrijke en tegelijk vrij zeldzame eigenschappen in mensen! Abraham washet allebei. Hij was in geestelijke zin aan het groeien.

Belofte aan AbrahamDirect na deze gebeurtenis had Abraham weer een ontmoeting met God.

"Wees niet bang, Abram: ikzelf zal jou als een schild beschermen. Je loon zal vorstelijk zijn."(Genesis 15:1, NBV2004)

Abraham had het aanbod van de goddeloze vorst afgeslagen. Prompt bevestigde God zijn royaletoezegging van een toekomstige beloning die veel meer waard was dan wat hij had afgeslagen. Zowerkt dat in Gods Koninkrijk: hoe meer aardse zekerheden en goederen je loslaat, hoe meer je vanGod terug ontvangt, in het hier en nu en/of in het hiernamaals.

Abraham maakte God erop attent dat er een belofte van God was waar hij nog moeite mee had: datvan zijn nageslacht. Hij was al oud en had nog steeds geen zoon. God had hem een nakomeling be-loofd die hij zelf zou verwekken. Er is een groot geloof nodig om dat aan te nemen als je weet dathet menselijkerwijs gesproken niet meer kan.

"En Hij (=Abraham) geloofde in de HERE, en Hij rekende het hem toe als gerechtigheid."(Genesis 15:6, NBG1951)

Abrahams zijwegenGod had Abraham en Sara nageslacht beloofd, maar ze konden samen geen kinderen krijgen. Omdater steeds maar niets kwam, vond Sara dat ze God een handje mochten helpen.

"'Luister,' zei Sarai tegen Abram, 'de HEER houdt mijn moederschoot gesloten. Je moestmaar met mijn slavin slapen, misschien kan ik door haar nakomelingen krijgen.' Abramstemde met haar voorstel in en Sarai gaf hem haar Egyptische slavin Hagar tot vrouw;Abram woonde toen tien jaar in Kanaän. Hij sliep met Hagar en zij werd zwanger..."(Genesis 16:2-4, NBV2004)

Zoals we dat vaak zien bij evenwichtige mannen die met een pittige vrouw getrouwd zijn, liet Ara-ham zich te gemakkelijk leiden door de initiatieven van zijn vrouw. Hij week van Gods route af ensloeg de zijweg van 'eigen kracht' in. Dat is een verleiding waar we als gelovigen gemakkelijk toeworden verleid.

Een vreemd plan was het niet om een slavin als bijvrouw te nemen om nageslacht te verwekken. Zogebeurde het zo vaak in het Midden-Oosten van die tijd. Uit deze verbintenis werd Ismaël geboren.Maar er rustte geen zegen op. Zowel Hagar als Ismaël zorgden vanaf het begin voor ellende in hetgezin van Abraham en op het laatst kon Abraham weinig anders doen dan hen wegzenden. Tot opvandaag de dag zijn de nakomelingen van Ismaël een bron van moeite en strijd voor de nakomelin-gen van Isaak, de echte zoon van Abraham en Sara, die later toch geboren zou worden.

VerbondToen Abraham 99 jaar oud was herhaalde God zijn eerder gedane beloften en deze keer in de vormvan een verbond, dat een voorloper was of een aanzet tot het 'Oude Verbond' dat God honderden

Page 134: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.7. Abraham- 10 -

jaren later zou sluiten met het volk Israël na de uittocht uit Egypte. In dat verbond ging het om con-crete zaken voor de nakomelingen van Abraham, waarvan hij de stamvader zou zijn:

"Ik sluit een verbond met jou en met je nakomelingen, met alle komende generaties, eeneeuwigdurend verbond: ik zal jouw God zijn en die van je nakomelingen. Heel Kanaän, hetland waar je nu als vreemdeling woont, zal ik jou en je nakomelingen voor altijd in bezit ge-ven, en ik zal hun God zijn." (Genesis 17:7-8, NBV2004)

God benadrukte dat de lijn van zijn nageslacht niet via Ismaël, maar via Isaak zou gaan, de zoon vanAbraham en Sara:

"... je vrouw Sara zal je een zoon baren, die je Isaak moet noemen, en met hem zal ik mijnverbond voortzetten. Het zal een eeuwigdurend verbond zijn, dat ook voor zijn nakomelin-gen zal gelden. En wat Ismaël betreft, ik verhoor je: ik zal hem zegenen, hem vruchtbaarmaken en hem veel, heel veel nakomelingen geven ... Maar mijn verbond zal ik voortzettenmet Isaak, de zoon die Sara je volgend jaar omstreeks deze tijd zal baren.'"(Genesis 17;16-21, NBV2004)

Als verbondsteken van de kant van Abraham en de zijnen stelde God als eis dat de mannen besne-den zouden worden.

"Nog diezelfde dag besneed Abraham zijn zoon Ismaël, allen die in zijn huis geboren warenen allen die hij gekocht had, kortom al zijn mannelijke huisgenoten, zoals God hem had op-gedragen." (Genesis 17:23, NBV2004)

Hier zien we de trouwe, gehoorzame Abraham weer in actie. Hij wachtte geen moment om Godsopdracht uit te voeren. Met zulke mensen sluit God graag een verbond, mensen waar je van op aankunt, ook al zijn ze niet volmaakt.

Hoogtepunt in Abrahams levenHet absolute hoogtepunt van Abraham de aartsvader en vader van alle gelovigen brak aan toen Godhem vroeg om zijn zoon Isaak, waar hij zo lang op gewacht had, aan Hem te offeren. Dat was hetgrootste offer dat God ooit van een mens gevraagd heeft. Dat vroeg God niet om Abraham iets teontnemen of om hem ongelukkig te maken. Integendeel! Door Abrahams offerbereidheid zou zijnrelatie met God tot ongekende hoogte stijgen en zou hij een eeuwigdurende hoge beloning in dehemelse sfeer ontvangen.

Wat was dat een moeilijke test voor zijn geloof. Hij deed er drie dagen over om op de plaats aan tekomen die God genoemd had: de landstreek Moria, waar Abraham ooit zijn eerste altaar voor Godhad gebouwd. Drie dagen lang moest hij worstelen met zijn gedachten en emoties. Hij had alle gele-genheid om nog terug te gaan, maar hij deed het niet.

"Door het geloof heeft Abraham, toen hij op de proef gesteld werd, Isaak ten offer gebracht.Hij stond op het punt om zijn enige zoon te offeren, en dat terwijl hij de beloften had ont-vangen en tegen hem gezegd was: Zij die van Isaak afstammen, zullen gelden als uw nage-slacht. Want hij was ervan overtuigd dat God zelfs de macht heeft om doden tot leven tewekken; daarom heeft hij zijn zoon ook teruggekregen, bij wijze van voorafbeelding." He-breeën 11:17-19, WV1995)

Toen hij destijds naar Egypte was uitgeweken had hij niet geloofd dat God hem in zijn eigen land vanvoedsel kon voorzien. Nu geloofde hij dat God zijn belofte van een nageslacht via Isaak zou nako-men, zelfs nadat hij hem zou hebben geofferd (zie Genesis 22:5).

"Toen pakte hij (=Abraham) het mes om zijn zoon te slachten. Maar een engel van de HEERriep vanuit de hemel: 'Abraham, Abraham!' 'Ik luister,' antwoordde hij. 'Raak de jongen nietaan, doe hem niets! Want nu weet ik dat je ontzag voor God hebt: je hebt mij je zoon, jeenige, niet willen onthouden.'" (Genesis 22:10-12, NBV2004)

Page 135: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.7. Abraham- 11 -

Juist door zijn geloof in God, dat hij vooral bewees doordat hij bereid bleek om zijn enige zoon Isaakaan God te offeren (Genesis 22:1-19) hield Abraham zich aan het verbond dat God met hem geslotenhad. God noemde hem later zelfs zijn vriend (Jesaja 41:8) en dat mogen we gerust een erenaamnoemen!

Eeuwen later zou God op ongeveer dezelfde plek zijn enige Zoon en erfgenaam offeren voor demensheid. Toen was er geen engel die Hem tegen kon houden. God had ALLES over om de mensente redden van de eeuwige dood.

Bonus voor AbrahamGod vroeg Abraham zijn familie te verlaten en te gaan waar Hij hem zou leiden. Hij gaf zijn familiedus op. Maar God vraagt ons nooit iets aan Hem te geven zonder dat Hij er veel meer tegenover zet.Hoe zat het met Abrahams nageslacht? God had beloofd dat het zo talrijk zou zijn als de zandkorrelsvan het strand, bij wijze van spreken. Hij werd niet alleen de stamvader van heel het volk van Israël,maar werd ook de 'vader van alle gelovigen':

"En ieder die broers of zusters, vader, moeder of kinderen, akkers of huizen heeft achterge-laten omwille van mijn naam, zal het honderdvoudige ontvangen en deel krijgen aan heteeuwige leven." (Matteüs 19:29, NBV2004)

"... Zo kon hij een vader zijn van alle onbesneden gelovigen, opdat hun [de] gerechtigheidzou worden toegerekend." (Romeinen 4:11, NBG1951)

De joden noemde de hemel, waar ze na hun sterven heen hoopten te gaan 'Abrahams schoot' (Lucas16:22). Die uitdrukking zegt iets over het feit dat aartsvader Abraham daar alle gelovigen als eenwarme familiedeken om zich heen heeft. Wat een familie. God is zo genadig en overvloedig in hetvervullen van zijn beloften: gedeeltelijk in het hier en nu, vooral in het hiernamaals. Abraham moestloskomen van zijn aardse familie. Nu is er in de hemel niemand met zo'n grote familie als ... vaderAbraham.

ConclusieDe evenwichtige Abraham, die zo langzaam op gang was gekomen, was geëindigd als de grootstegeloofsman van alle eeuwen en de stamvader van alle gelovigen. God wist wat iemand met zijn tem-perament nodig had om de eindstreep te bereiken. Niet te veel tegelijk verwachten, een langzaam,rustig groeitraject, en elke keer een stapje verder.

Zo komt een gelovige met een evenwichtig karakter bij zijn doel. Jaag hem niet op, laat hem rustigzijn gang gaan, word niet ongeduldig omdat alles zo lang duurt. Maar vergis je niet: op termijn konhij iedereen wel eens voorbij lopen. Andere karakters maken wel een snellere start, maar verliezenvaak veel tijd met het opruimen van de brokken die ze onderweg maken door hun onstuimigheid.

Laat dit een opsteker zijn voor evenwichtige typen, die zichzelf vaak zo vreselijk onbijzonder vinden.Trek je op aan het prachtige voorbeeldleven van je oude aartsvader...

Page 136: DEEL 9. Geloofspraktijk - Famdikojohannes.famdiko.nl/wp-content/uploads/Doc-geloof/HS09...Herschepping 2.0 Deel 9. Geloofspraktijk - 2 - 9.0. Inleiding Geloofspraktijk is het gedragsaspect

Herschepping 2.0

Hoofdstuk 9.7. Abraham- 12 -