De Vier Windstreken - ISBN 978 90 5116 203 5...De Vier Windstreken Een hol voor Mol De Vier...
8
De Vier Windstreken Een hol voor Mol De Vier Windstreken ISBN 978 90 5116 203 5 Mol is bang in het donker – niet zo handig met een hol onder de grond! Daarom besluit hij te verhuizen. Hij gaat naar de kikker, de spin, de eekhoorn, de slak en de kip, maar hun huizen zijn allemaal niet geschikt voor Mol. Waar kan hij dan wél wonen? E EN HOL VOOR M OL Compiet - Van den Bogaart Iris Compiet Anita van den Bogaart Een Vier Windstreken Prentenboek
Transcript of De Vier Windstreken - ISBN 978 90 5116 203 5...De Vier Windstreken Een hol voor Mol De Vier...
De V
ier Win
dstreken
Een h
ol v
oor M
ol
De Vier Windstreken
ISBN 978 90 5116 203 5
Mol is bang in het donker – niet zo handig met een hol onder de grond! Daarom besluit hij te verhuizen.
Hij gaat naar de kikker, de spin, de eekhoorn, de slak en de kip, maar hun huizen zijn allemaal niet geschikt voor Mol. Waar kan hij dan wél wonen?
EEn hol voor Mol
Co
mp
iet - Van
den
Bo
gaart
Iris Compiet
Anita van den Bogaart
Een Vier Windstreken Prentenboek
Bezoek ons ook op internet: www.vierwindstreken.com. Hier kunt u zich aamelden voor onze nieuwsbrief en alle boeken en aanverwante artikelen vinden die leverbaar zijn.
© 2012 De Vier Windstreken, Rijswijk Tekst van Anita van den BogaartIllustraties van Iris CompietAlle rechten voorbehouden. Gedrukt in BelgiëNUR 273, 274 / ISBN 978 90 5116 203 5
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De Vier Windstreken
Tekst van Anita van den Bogaart
met illustraties van Iris Compiet
EEn hol voor Mol
Mol zit op zijn molshoop te zuchten.
“Dag Mol,” kwaakt Kikker. “Waarom zucht je zo?”
“Ik durf niet in mijn hol,” zegt Mol. “Ik ben bang in het donker.
Wat moet ik nou doen?”
Kikker denkt na. “Ik weet het al. Je moet verhuizen.”
“Wat een goed idee!” Mol staat al overeind. Maar dan laat hij
zich weer op de molshoop zakken. “Alleen… waar vind ik een
ander huis?”
Kikker springt vrolijk op en neer. “Kom bij mij wonen!”
“Hier woon ik,” roept Kikker, en hij plonst in de sloot.
Mol springt in het water. Het is hier niet donker, denkt hij blij,
en hij begint te lachen.
Maar dat is raar! Er komen bubbels uit zijn mond. Er stroomt
water in zijn neus. En hij krijgt geen lucht meer.
“Help!” roept Mol.
Kikker duwt Mol uit het water. Mol hapt naar adem.
“Wat doe jij nou?” vraagt Kikker.
“Ik kan niet onder water wonen,” hijgt Mol. “Ik kan daar niet
ademen.”
“Wat raar,” kwaakt Kikker. “Tja, zoek dan maar een ander huis.”
“Dag Mol,” zegt Spin. “Waarom heb je wier op je kop?”
“Ik zoek een nieuw huis,” zegt Mol. “Ik durf niet in mijn hol,
want ik ben bang in het donker. Weet jij een huis voor mij?”
“Natuurlijk,” roept Spin. “Kom bij mij wonen!”
“Dat is goed,” zegt Mol. “Waar is je huis?”
“Ik zit in mijn huis, sufferd,” zegt Spin. “Mijn web is mijn huis.”
Mol klimt in het web. De draden plakken aan zijn vacht. Ze zitten
in zijn ogen en in zijn neus. Het web zit helemaal om hem heen.
“Help!” roept Mol.
Spin trippelt haastig naar hem toe, keurig over een webdraadje.
“Wat doe jij nou?” moppert ze. “Nu is mijn huis kapot.”
“Ik kan niet in een web wonen,” zucht Mol. “Ik zit erin gevangen.”
“Wat raar,” mompelt Spin. “Tja, zoek dan maar een ander huis.”
“Dag Mol,” zegt Eekhoorn, die uit een boom roetsjt.
“Waarom heb je wier op je kop en spinrag in je haar?”
“Ik zoek een nieuw huis, want ik ben bang in het donker.
Weet jij een huis voor mij?”
“Natuurlijk,” roept Eekhoorn. “Kom bij mij wonen!”
Mol kijkt omhoog. Daar, in het topje van de
boom, zit een nest. Hij zet zijn nagels in de boom
en hijst zichzelf omhoog.
