De transformatie van ouderenhuisvesting · de beste oplossing. Helaas lukt zo’n aanpassing of...

8
Duidelijk is dat het voormalige bejaardenhuis en het verzorgingshuis geen opties meer zijn. Verder is het moment dat de kinderen de deur uitgaan een uitgelezen moment om te verleiden. Huishoudens staan dan namelijk open voor een mogelijk ander type woning. Grote groepen huishoudens, vooral zij die huren, ervaren ook dat er voor hen eigenlijk geen keuzevrijheid is en dat zij de boot, deels door het ontbreken van eigen vermogen, hebben gemist. Een groep die dan ook speciale aandacht verdient. Makelaars, maar niet alleen makelaars, geven aan dat de focus zich moet richten op twee oplossingen. Het aanpassen van de bestaande woningvoorraad aan de wensen van de ouderen - de directe woonomgeving wordt daarbij regelmatig genoemd - en daarnaast meer passend nieuw woningaanbod zowel in de huur- als in de koopsfeer. De invulling zal daarbij overigens plaatselijk sterk verschillen. In het kader van de zelfredzaamheid en het delen, juich ik een initiatief als peer-to-peer toe. Mensen doen iets voor elkaar, delen bepaalde zaken. De ene buurman maait het gras, de andere geeft advies over het invullen van een belastingaangifte. Kennis van de buurt, kennis van mensen is dan een essentieel thema. Juist daarin zouden makelaars kunnen excelleren als kenners van de buurt. In deze special komt een groot aantal deskundigen aan het woord die hun licht laten schijnen over de ontwikkelingen rond wonen, zorg en de senioren. Het zijn zeer lezenswaardige interviews, die onder meer duidelijk maken dat we nu al moeten anticiperen op toekomstige woonwensen. De toekomst begint dus al nú. Ger Hukker, voorzitter NVM Het aangezicht van Nederland gaat de komende jaren veranderen. In toenemende mate zullen vijftigers en zestigers het straatbeeld gaan bepalen. Interessant is te vernemen hoe deze huishoudens oud willen worden. Doelgroepen waar vaak over wordt gesproken, maar weinig mee wordt gecommuniceerd. Onze NVM-makelaars spreken veel met deze consumenten en dan valt een paar zaken op. Ouderen zijn honkvast en willen echt worden verleid. In enquêtes geeft men aan best wel te willen verhuizen, maar ze kiezen hun momenten, zijn terecht veeleisend en mopperen dan ook regelmatig over het niet passende aanbod op de huur- of koopmarkt. Een uitgave van de Nederlandse Vereniging van Makelaars • november 2014 • zie ook: www.nvm.nl SPECIAL OUDERENHUISVESTING Het nieuwe seniorenwonen De transformatie van ouderenhuisvesting INHOUDSOPGAVE Pagina 2 NVM-makelaar Albrecht Kok: ‘Nu anticiperen op toekomstige woonwensen’ Liane den Haan, algemeen directeur ANBO: ‘Meer oog voor gedifferentieerd wonen’ Pagina 3 Henk Krol, Kamerlid 50PLUS: ‘Voorkomen is beter dan genezen’ Hoogleraar Jan Latten: ‘Honderdduizenden vooral alleenstaande ouderen komen erbij’ Column Paulus Jansen: Bouwen voor toekomstig gebruik door ouderen Pagina 4 Frank van Dam, Planbureau voor de Leefomgeving: ‘Maak de openbare ruimte seniorenproof’ Marnix Norder, leider van aanjaagteam: ‘We moeten ervoor zorgen dat de barrières worden weggenomen’ Pagina 5 Minister Stef Blok: ‘Regionale samenwerking verbeteren’ De Leyhoeve: het nieuwe wonen voor mensen op leeftijd Pagina 6 Netty van Triest, Platform 31: ‘Senioren willen triple A wonen: Albert Heijn, Arts en Apotheek’ George de Kam, honorair hoogleraar: ‘Ouderen moeten het thuis goed hebben’ Pagina7 Henry Meijdam, Raad voor de leefomgeving en infrastructuur: ‘Toekomst seniorenhuisvesting vergt omslag in denken’ Architect Mark van der Poll: ‘Ieder zijn eigen woondroom’ Pagina 8 Ineke Bakker, gedeputeerde provincie Overijssel: ’80 procent van de mensen boven de zestig verhuist niet meer’ Lia Jacobsen, Seniorkeurmakelaar in Bennekom: ‘Meer nieuwbouw nodig voor senioren’ Luisteren naar de wensen van onze senioren is een kunst VOORWOORD

Transcript of De transformatie van ouderenhuisvesting · de beste oplossing. Helaas lukt zo’n aanpassing of...

Page 1: De transformatie van ouderenhuisvesting · de beste oplossing. Helaas lukt zo’n aanpassing of verbouwing niet altijd, omdat de woning hiervoor eenvoudigweg niet geschikt is.”

Duidelijk is dat het voormalige bejaardenhuis en het verzorgingshuis geen opties meer zijn. Verder is het moment dat de kinderen de deur uitgaan een uitgelezen moment om

te verleiden. Huishoudens staan dan namelijk open voor een mogelijk ander type woning.

Grote groepen huishoudens, vooral zij die huren, ervaren ook dat er voor hen eigenlijk geen keuzevrijheid is en dat zij de boot, deels door het ontbreken van eigen vermogen, hebben gemist. Een groep die dan ook speciale aandacht verdient.

Makelaars, maar niet alleen makelaars, geven aan dat de focus zich moet richten op twee oplossingen. Het aanpassen van de bestaande woningvoorraad aan de wensen van de ouderen - de directe woonomgeving wordt daarbij regelmatig genoemd - en daarnaast meer passend nieuw woningaanbod zowel in de huur- als in de koopsfeer. De invulling zal daarbij overigens plaatselijk sterk verschillen.

In het kader van de zelfredzaamheid en het delen, juich ik een initiatief als peer-to-peer toe. Mensen doen iets voor elkaar, delen bepaalde zaken. De ene buurman maait het gras, de andere geeft advies over het invullen van een belasting aangifte. Kennis van de buurt, kennis van mensen is dan een essentieel thema. Juist daarin zouden makelaars kunnen excelleren als kenners van de buurt.

In deze special komt een groot aantal deskundigen aan het woord die hun licht laten schijnen over de ontwikkelingen rond wonen, zorg en de senioren. Het zijn zeer lezenswaardige interviews, die onder meer duidelijk maken dat we nu al moeten anticiperen op toekomstige woonwensen. De toekomst begint dus al nú.

Ger Hukker, voorzitter NVM

Het aangezicht van Nederland gaat de komende jaren veranderen. In toenemende mate zullen vijftigers en zestigers het straatbeeld gaan bepalen. Interessant is te vernemen hoe deze huishoudens oud willen worden. Doelgroepen waar vaak over wordt gesproken, maar weinig mee wordt gecommuniceerd. Onze NVM-makelaars spreken veel met deze consumenten en dan valt een paar zaken op. Ouderen zijn honkvast en willen echt worden verleid. In enquêtes geeft men aan best wel te willen verhuizen, maar ze kiezen hun momenten, zijn terecht veeleisend en mopperen dan ook regelmatig over het niet passende aanbod op de huur- of koopmarkt.

Een uitgave van de Nederlandse Vereniging van Makelaars • november 2014 • zie ook: www.nvm.nl SPECIAL OUDERENHUISVESTING

Het nieuwe seniorenwonen

De transformatie van ouderenhuisvesting

inHoudsoPgAvePagina 2 NVM-makelaar Albrecht Kok: ‘Nu anticiperen op toekomstige woonwensen’

Liane den Haan, algemeen directeur ANBO: ‘Meer oog voor gedifferentieerd wonen’

Pagina 3 Henk Krol, Kamerlid 50PLUS: ‘Voorkomen is beter dan genezen’

Hoogleraar Jan Latten: ‘Honderdduizenden vooral alleenstaande ouderen komen erbij’

Column Paulus Jansen:Bouwen voor toekomstig gebruik door ouderen

Pagina 4 Frank van Dam, Planbureau voor de Leefomgeving:‘Maak de openbare ruimte seniorenproof’

Marnix Norder, leider van aanjaagteam: ‘We moeten ervoor zorgen dat de barrières worden weggenomen’

Pagina 5 Minister Stef Blok: ‘Regionale samenwerking verbeteren’

De Leyhoeve: het nieuwe wonen voor mensen op leeftijd

Pagina 6 Netty van Triest, Platform 31: ‘Senioren willen triple A wonen: Albert Heijn, Arts en Apotheek’

George de Kam, honorair hoogleraar: ‘Ouderen moeten het thuis goed hebben’

Pagina7 Henry Meijdam, Raad voor de leefomgeving en infrastructuur: ‘Toekomst seniorenhuisvesting vergt omslag in denken’

Architect Mark van der Poll: ‘Ieder zijn eigen woondroom’

Pagina 8 Ineke Bakker, gedeputeerde provincie Overijssel: ’80 procent van de mensen boven de zestig verhuist niet meer’

Lia Jacobsen, Seniorkeurmakelaar in Bennekom: ‘Meer nieuwbouw nodig voor senioren’

luisteren naar de wensen van onze senioren is een kunst

Vo

oR

Wo

oR

D

Page 2: De transformatie van ouderenhuisvesting · de beste oplossing. Helaas lukt zo’n aanpassing of verbouwing niet altijd, omdat de woning hiervoor eenvoudigweg niet geschikt is.”

2

Inte

rvIe

w NVM-makelaar Albrecht Kok:

‘Nu anticiperen op toekomstige woonwensen’

Albrecht Kok is naast makelaar tevens ambassadeur van de Krimpbeweging in Friesland en voorzitter van de NVM-afdeling Friesland. “We anticiperen hier met een aantal partijen op die krimp en kijken hoe we de dorpen leefbaarder kunnen maken of houden. Dit onder het motto: ‘Fan mear nei Better’ (Van meer naar beter, red.). Dat betekent dat we er niet bij moeten bouwen, maar dat de kwaliteit omhoog moet. Zo willen ouderen – er is hier veel eigenwoningbezit – graag in hun dorp blijven wonen. Voor hen is woningaanpassing of -verbouwing de beste oplossing. Helaas lukt zo’n aanpassing of verbouwing niet altijd, omdat de woning hiervoor eenvoudigweg niet geschikt is.”

Zorgflat Voor senioren die huren en niet in een bejaardenhuis terechtkunnen, is er de mogelijkheid een appartement te huren in een zorgflat. “Een goed voorbeeld van zo’n zorgflat hebben we hier in Drachten. Omdat er voor deze nieuwbouwflat niet voldoende kopers bleken, heeft men besloten deze om te vormen tot een appartementengebouw waar senioren een appartement met zorg kunnen huren”, aldus Kok.

Patiobungalow Het liefst wil men – althans in Friesland – wonen in een grondgebonden woning met een tuin, vertelt Kok. “Dat betekent dat senioren die wonen in een eengezins- of vrijstaande woning als zij verhuizen kiezen voor een kleine patiobungalow. Wil je deze verhuisbeweging stimuleren,

dan moet er echter wel voldoende aanbod zijn van kleine grondgebonden woningen. Dat aanbod is er vrijwel niet in de bestaande bouw en nieuwbouw vindt hierin bijna niet plaats.”

Overheid Het is volgens Kok ook even afwachten hoe de decentralisatie van overheidstaken naar gemeenten gaat verlopen. “De overheid moet zich goed bewust zijn van de vergrijzing van ons land en daar denk ik beter of meer op inspelen.” Zo zijn er volgens Kok voor senioren met een klein pensioen bijna geen huurwoningen beschikbaar. “De woningcorporaties bouwen steeds minder, beperken zich vaak tot renovatie en vervanging omdat de middelen hiervoor ontbreken. Dit komt mede door de verhuurdersheffing die een verschrikkelijk grote wissel op de corporaties trekt.”

Bewustwording Volgens Kok begint alles echter met bewustwording: “Mensen moeten eerder in hun leven nadenken over wat ze verder nog willen. Op het moment dat de kinderen de deur uit zijn – dan ben je 50-55 jaar – zou je ervoor kunnen kiezen om nog één keer te verhuizen. Naar een kleiner huis, waar je als je wat gaat mankeren ook kunt blijven wonen. Want als je op je 65e nog een patiobungalow wilt kopen, moet je over flink wat eigen geld beschikken. Van de bank hoef je dan niets meer te verwachten.”

De overheid moet zich goed bewust van de

vergrijzing’NVM-makelaar Albrecht Kok: “Mensen moeten eerder in hun

leven nadenken over wat ze verder nog willen.”

Liane den Haan, algemeen directeur ANBO:

‘Meer oog voor gedifferentieerd wonen’

Er zijn senioren die het liefst in hun eigen huis blijven wonen. En er zijn mensen die de gezelligheid samen met anderen opzoeken, zegt Den Haan. “Maar ook wanneer de aanpassingen die nodig zijn in een woning te kostbaar zijn en intensieve zorg nodig is, zijn senioren genoodzaakt om te verhuizen. Gelukkig kan dat tegenwoordig ook, want de mogelijkheden om anders te wonen nemen toe.”

Kleine kamers, lange gangenDen Haan: “Er zijn organisaties die totaalpakketten aanbieden op het gebied van zorg en welzijn. Veel mensen vinden het fijn als er in een appartementencomplex gezellige activiteiten worden aangeboden. Zij kiezen een verzorg- of verpleeginstelling, waar alles onder één dak is samengebracht. Maar dan wel een wooncomplex waar veel meer oog is voor gedifferentieerd wonen. Decennialang bepaalden kleine kamers aan lange gangen het beeld in verzorg- en verpleeginstellingen, maar die tijden zijn zo langzamerhand voorbij.”

Er wordt steeds meer ingesprongen op individuele woonbehoeften, zegt Den Haan. “Dat is goed. Mensen die klein wonen gewend zijn, kunnen klein blijven wonen. Voor mensen die andere woonbehoeften hebben, is die mogelijkheid er ook. In stedelijke gebieden is die keuze wel wat groter dan op het

platteland. Daar zie je juist vaker dat senioren bij familie of bij hun kinderen gaan inwonen. Of dat boerderijen deels voor hen worden ingericht.”

GenossenschaftenDen Haan: “In steden, en op verpleeginstellingsniveau, zie je steeds vaker kleinschalige nieuwbouwprojecten ontstaan waarin beknopte woonunits worden aangeboden. Een woning waarin senioren een eigen slaapkamer hebben, maar met een gemeenschappelijke woonkamer en keuken. In Duitsland zijn dit soort Genossenschaften erg in zwang en bijzonder populair. Mensen nemen in deze woningen zorgtaken van elkaar over. Ze helpen elkaar. Een vorm van dienst en wederdienst.”

AnticiperenDen Haan: “Ik ben een voorstander van levensloopbestendig bouwen. Tegelijkertijd moeten we met nieuwbouw heel voorzichtig zijn, want over dertig jaar ziet de demografie van Nederland er weer totaal anders uit. Als we daar niet op anticiperen, werken we misschien leegstand in de hand. Dat neemt niet weg dat er anno 2014 tal van nieuwe woonvormen ontstaan. Mensen kopen bijvoorbeeld op hun veertigste samen een huis, waar ze de komende decennia willen blijven wonen.”

Ook thuiszorgorganisaties ontplooien nieuwe initiatieven, zegt Den Haan. Ze vindt dat een goede ontwikkeling. “Er ontstaan wooncomplexen met senioren én jongeren. Zoals bestaande verzorgingshuizen die geschikt worden gemaakt voor jongerenhuisvesting. Daardoor ontstaat er interactie tussen jongeren en ouderen. Zij doen iets voor ouderen en bezuinigen zo op hun huurlasten.”

‘Met nieuwbouw moeten we heel voorzichtig zijn’

Liane den Haan, algemeen directeur ANBO: “Ik ben een voorstander van

levensloopbestendig bouwen.”

Senioren zullen steeds langer zelfstandig blijven wonen, is de verwachting van makelaar Albrecht Kok uit Drachten. Dat willen mensen niet alleen graag, maar is ook noodzakelijk. Zeker nu veel bejaardenhuizen sluiten en de regels voor opname in een verpleeghuis strenger worden. “Mensen zullen dan ook veel eerder in hun leven moeten nadenken over wat ze verder nog willen en hierop tijdig anticiperen”, aldus Kok.

“De ontwikkelingen rond wonen en zorg zijn al heel lang gaande. Sommigen schrijven dat toe aan het kabinetsbeleid en de bezuinigingen”, zegt Liane den Haan, algemeen directeur van ANBO, belangenbehartiger van senioren. “Maar je ziet eigenlijk al veel langer dat mensen thuis willen blijven wonen. Waar je vroeger met zestig oud was, kun je nu nog met tachtig heel zelfstandig zijn. Ook ontstaan er veel nieuwe initiatieven op het gebied van wonen. Er is veel meer keuze is om een woonvorm te kiezen die bij je past.”

Inte

rvIe

w

Page 3: De transformatie van ouderenhuisvesting · de beste oplossing. Helaas lukt zo’n aanpassing of verbouwing niet altijd, omdat de woning hiervoor eenvoudigweg niet geschikt is.”

3Special ouderenhuisvesting | november 2014

Inte

rvIe

w

Een traplift, een douche en een bed beneden, geen drempels meer in huis. Het lijkt zo eenvoudig. Toch worden al dit soort maatregelen vaak veel te laat genomen, vindt Henk Krol van de politieke partij 50PLUS. “Daar moeten we met z’n allen iets aan doen. Een voorlichtingscampagne waarin 50PLUS, de overheid én Omroep Max een rol spelen. Dat zou mooi zijn.”

SchrijnendHet zijn de dingen waar hij zelf tegenaan loopt, waar Krol zich als Tweede Kamerlid hard voor maakt. Dingen die hem aan het hart gaan. “Jaren geleden werd mijn eigen moeder dement. Ze was een slimme vrouw, heeft haar hele leven keihard gewerkt in het onderwijs, en dan is het schrijnend om te zien dat zij niet de zorg krijgt die aansluit op wat zij eigenlijk haar leven lang had verdiend. Ik diende een verzoek in bij de gemeente voor een tijdelijke woning in de achtertuin, om haar zo mantelzorg te geven. Die vergunning kreeg ik zeven jaar nadat ze was overleden. Hoe zuur is dat?”

Tóch beboetVanaf 1 november is het gelukkig makkelijker geworden om een mantelzorgwoning in de achtertuin te plaatsen. “Godzijdank”, zegt Krol. “Want ik weet dat heel veel mensen dat graag willen. Maar helaas heb je dan wel weer te maken met de kostendelersnorm, want formeel wonen er dan meer mensen op hetzelfde adres en word je extra aangeslagen. Belachelijk natuurlijk. Je levert mantelzorg zodat ouderen langer thuis kunnen wonen. Dat bespaart kosten, maar je wordt tóch beboet.”

SchenkingsrechtDruk maakte Krol zich ook over het schenkingsrecht. “Ons land telt een aantal vermogende ouderen”, legt hij uit. “Die hebben hun leven lang hard gewerkt en verdienen ons respect. Maar

wat doet het kabinet? Dat straft ze af. We weten allemaal dat de woningmarkt op slot zit. Als die vermogende senioren wat makkelijker aan hun kinderen zouden kunnen schenken, tegen een aantrekkelijk belastingtarief, krijgen die weer meer ruimte voor het kopen van een eigen huis. Als 50PLUS hebben wij ons hard gemaakt voor het verruimen van het schenkingsrecht. Met succes, want het heeft wel zo’n vijf miljard euro in de woningmarkt gepompt. Maar niet lang meer helaas, want per 1 januari wordt die verruiming weer keihard afgeschaft. Ik wil dus iedereen die hier graag gebruik van zou maken met klem oproepen om dit nog voor het eind van het jaar te doen.”

Kamerlid Henk Krol: “Iedereen moet nú nog gebruik maken van

het schenkingsrecht.”

Jan Latten, hoogleraar demografie Universiteit van Amsterdam:

‘Honderdduizenden vooral alleenstaande ouderen komen erbij’

Latten: “De groei zit hem vooral in alleenstaande ouderen van 50plus en die concentreert zich in absolute zin in randstedelijke gebieden. Er zit geen groei in jonge gezinnen, ook niet als de economie aantrekt. Het aantal ouderen krijgt dus de overhand.”

Latten: “Deels komt de toename van het aantal alleenstaanden doordat er veel relaties verbroken worden. Een toenemend aantal mensen besluit op hun veertigste/vijftigste te scheiden. Die mensen blijven vaak alleen.” Alleenwonende vrouwen hebben het doorgaans financieel moeilijker dan mannen, zegt Latten. “Zij moeten op hogere leeftijd vaak rondkomen van een bescheiden pensioen. Alleenstaanden hebben het, vergeleken met stellen, sowieso vaak minder breed. Dat zal naar verwachting ook in het wonen zichtbaar worden. Als je ouder wordt en je hebt geen pensioen, dan is een eigen woning financieel moeilijk te behappen. Dan is kleiner wonen financieel niet alleen aantrekkelijker, maar ook noodzakelijk.”

“Je ziet dat andere woonvormen bij dit kleiner wonen hun intrede doen. Geen grote wooncomplexen, maar kleinere huisvesting voor ouderen met een centrale publieksruimte. Collectief wonen met

gemeenschappelijke ruimten raakt meer in trek.”HofjeswoningLatten noemt hofjeswoningen. “In sommige steden zie je die ontstaan, zoals in Haarlem. Een oud concept dat een nieuwe invulling krijgt. Privé wonen, maar wel met saamhorigheid en gezelligheid, en met een tuin of binnenplaats waar men elkaar ontmoet. Een nieuwe vorm van groepswonen. Je ziet in steden ook andere vormen van groepswonen ontstaan. Geen communes, maar wel plekken waar privé en gemeenschapsgeest samenvloeien.”Volgens Latten zie je dat mensen in toenemende mate zelf sturing geven aan hun woonwensen. “Zo ontstaan wooncoöperaties als nieuw model voor huisvesting. Een soort eigen initiatief van mensen om een ‘gebouw’ te ontwikkelen. De overheid trekt zich terug. Mensen pakken het dus zelf op.”

Geen kinderenLatten: “Veiligheid en geborgenheid zijn belangrijk bij ouderenhuisvesting. Dat heeft te maken met het aantal kinderlozen dat groeit. Je ziet dat terug in de demografie. In de participatiesamenleving wordt die groep vaak vergeten. De individualisering neemt toe.

Doordat men alleen is, zoeken mensen elkaar meer op. Dat komt ook tot uitdrukking in de gekozen woonvorm.”

Sociale componentHet levensloopbestendig bouwen heeft een technische, maar ook

sociale component, zegt hij. “Het gaat niet alleen om voorzieningen, maar juist ook de behoefte om elkaar tot steun te zijn en elkaar te helpen. Alleenstaanden zoeken elkaar op en ontmoeten elkaar. Het levensloopbestendig bouwen zal daarop moeten anticiperen. Ook duurzaamheid en mobiliteit spelen een rol. Kleinere, centraal gelegen woningen in de stad. Dichtbij alle voorzieningen die gemakkelijk zijn te bereiken.”

‘Hofjeswoningen vormen een nieuwe

vorm van groepswonen’

Hoogleraar Jan Latten:

“Veiligheid en geborgenheid

zijn belangrijk bij ouderen-

huisvesting.”

Bouwen voor toekomstig geBruik door ouderen

Poeh: wonen & zorg in 240 woorden behandelen, ga er maar aanstaan. Als wethouder ‘stenen’ is mijn grootste betrokkenheid: zorg dat alles wat gebouwd en verbouwd wordt in de stad al zoveel mogelijk geschikt is voor toekomstig gebruik door ouderen. In een gemeente als Utrecht is dat goed te doen. Zo worden er heel veel appartementen voor starters gebouwd met een vloeroppervlak tussen 50-65m². Gelijkvloers, met liftontsluiting en dichtbij het centrum en voorzieningen, want dat willen starters.

Over tien, twintig of veertig jaar kunnen die woningen ook prima gebruikt worden door senioren. Misschien niet in de zwaarste zorgcategorieën, maar wel door de héle grote groep die een kleine functiebeperking heeft.

PersoonlijkEen tweede interessante ontwikkeling is het persoonlijk benaderen van ouderen in een grote sociale huurwoning met het aanbod om ze te helpen om een passende, levensloopbestendige woning te vinden. De gemeente werkt bij dit project met de corporaties samen. Ouderen die gebruik maken van het aanbod mogen een deel van hun opgebouwde huurkorting meenemen, die gedekt wordt uit de huurverhoging van de vrijkomende woning. Per saldo worden twee vliegen in één klap geslagen: de senior verhuist naar een geschiktere levensloopbestendige woning, terwijl er een (schaarse) grote woning wordt vrijgemaakt voor een gezin met kinderen.De persoonsgerichte benadering is tamelijk arbeidsintensief, maar wel effectief. We proberen de efficiency te verhogen door senior-vrijwilligers op te leiden tot woonconsulent. Ook kunnen de buurtteams die in het kader van de decentralisatie van rijksdiensten gevormd worden wellicht een rol krijgen bij het in kaart brengen van de doelgroep.

Paulus Jansen, wethouder wonen, gemeente Utrecht

Er is een toenemende vergrijzing gaande. Babyboomers worden oud. Hoe gaat de vraag naar wonen er uitzien in de toekomst? “Er zijn harde signalen dat er honderdduizenden huishoudens bijkomen”, zegt Jan Latten, hoogleraar demografie aan de Universiteit van Amsterdam. “Dat zijn vooral ouderen.” Latten is behalve hoogleraar ook als demografisch expert verbonden aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

co

lu

Mn

Henk Krol, Kamerlid 50PLUS:

‘Voorkomen is beter dan genezen’

Als er een baby op komst is, wordt het kamertje maanden van te voren ingericht. Als je ouder wordt, moet je eerst van de trap vallen, wil er iets in je woning veranderen. “En het ligt in de eerste plaats aan die ouderen zelf hoor”, vindt 50PLUS leider Henk Krol. “Wanneer dringt het nu eens door?”

‘Veel mensen willen een mantelzorg­

woning in de achtertuin’

Inte

rvIe

w

Page 4: De transformatie van ouderenhuisvesting · de beste oplossing. Helaas lukt zo’n aanpassing of verbouwing niet altijd, omdat de woning hiervoor eenvoudigweg niet geschikt is.”

4

Inte

rvIe

wFrank van Dam, Planbureau voor de Leefomgeving:

‘Maak de openbare ruimte seniorenproof’

We worden met z’n allen steeds ouder en we blijven steeds langer vitaal. Steeds meer ouderen blijven met een aanpassing hier en daar, wonen waar ze wonen: lekker vertrouwd in hun eigen huis. Mits de leefomgeving het toelaat.

“Zoals de meeste ouderen, ging mijn oma op haar tachtigste naar het bejaardentehuis”, vertelt Frank van Dam van het Planbureau voor de Leefomgeving, die als projectleider verantwoordelijk was voor de studie Vergrijzing en Woningmarkt. “Dat was in die tijd heel normaal. Mijn moeder die nu al negentig is, moet daar niet aan denken. Die woont nog op zichzelf en dat gaat prima.” Deels is dat volgens Van Dam

gewoonte. “Zo ging het vroeger, daar dacht je niet zo over na. Als je ouder werd, ging je naar het bejaardentehuis.” Deels heeft het ook met de woonwensen van senioren te maken én met nieuwe zorgarrangementen die langer thuis wonen veel makkelijker maken.

Verhuisbereidheid“We worden steeds individualistischer”, vervolgt Van Dam. “Zeker de babyboomers. Die zijn bijzonder zelfstandig, zelfredzaam en vitaal. Ze zijn onder totaal andere omstandigheden opgegroeid dan de generatie voor hen. Ze hebben carrière gemaakt en konden in een goedkope tijd een mooie woning kopen die enorm in waarde is gestegen. Hun hypotheek is afgelost en met relatief lage woonlasten blijven ze gewoon lekker wonen waar ze wonen. Waarom zouden ze weggaan?” De verhuisbereidheid onder ouderen is dus relatief laag. En dat kunnen ze volgens Van Dam tot op hele hoge leeftijd volhouden. Mits hun woning, de woonomgeving en de zorgarrangementen daar op zijn ingericht. “Een traplift, een bed in de woonkamer, drempelloze woningen. Mensen zijn bereid om hun woning aan te passen, tot het echt niet meer gaat en er niks anders op zit dan verhuizen naar een passende woning.”

Meer prioriteitToch draait het volgens Van Dam om meer dan de woning alleen. De kwaliteit van de directe woonomgeving speelt ook een belangrijke rol in de keuze om zelfstandig te blijven wonen. “Kun je veilig over straat? Is het verkeer overzichtelijk? Hoe zit het

met de kwaliteit van de stoep en de straat? Als je makkelijker er op uit gaat, heb je meer sociale contacten. Zo blijf je langer onder de mensen en blijf je langer actief. Participeren in de omgeving en meer mobiel kunnen zijn, heeft positieve effecten op het welbevinden en de gezondheid.” Zeker in grote steden is die woonomgeving volgens Van Dam wel aan verbetering toe. “Het seniorenproof maken van de openbare ruimte, moet daarom meer prioriteit hebben. Het zou een vast onderdeel moeten zijn van ieder nieuw stedelijk plan. En niet pas achteraf, want dan is het vaak te laat.”

‘Babyboomers zijn bijzonder zelfstandig, zelfredzaam en vitaal’

Frank van Dam van het Planbureau voor de Leefomgeving: “We

worden steeds individualistischer.”

Marnix Norder, leider van Aanjaagteam Langer Zelfstandig Wonen:

‘We moeten ervoor zorgen dat de barrières worden

weggenomen’

Norder is sinds de zomer leider van een ‘aanjaagteam’ dat gemeenten en regio’s helpt de regionale samenwerking te zoeken en te verbeteren op het gebied van zorg-gerelateerd wonen voor ouderen. Het team, bestaande uit in totaal drie personen, meldt knelpunten in landelijke regels aan het kabinet. Norder is gevraagd om het team voor te zitten, omdat hij voormalig wethouder en oud-gedeputeerde is. Hij kent daardoor het lokale en regionale schaalniveau heel goed. “Vanuit die achtergrond snap ik wat er wel niet of wel goed gaat en ik kan dan sturen om het de goede kant op te laten gaan.”

Norder benadrukt dat zijn team onafhankelijk is. “Als aanjager moet je natuurlijk een neutrale positie innemen. We zijn door minister Blok en staatssecretaris Van Rijn gevraagd om dit werk te gaan doen, maar doen ons werk op een onafhankelijke manier. Op politiek gebied zijn we neutraal, al worden we wel ondersteund door een groepje ambtenaren. De bedoeling is dat

in de regio’s voldoende zorgwoningen worden gerealiseerd. Maar als er beperkingen zijn op nationaal niveau, dan zijn wij de club die dit bij de minister en staatssecretaris gaat aankaarten. We doen dan een beroep op hen om dit soort

dingen te veranderen. We werken dus twee kanten op: richting de regio’s en richting de regelgeving. Die regelgeving moet soms wat glad worden gestreken. Het is het signaleren van knelpunten en oplossingsrichtingen. En als team moeten we ervoor zorgen dat alle barrières worden weggenomen.”

Grote veranderingNorder: “Er is een grote verandering in het beleid ten aanzien van ouderen, zorg en wonen. Dat willen we als samenleving kennelijk al vele jaren lang, want die verandering is al heel veel kabinetten eerder ingezet. Die verandering heeft tot gevolg dat mensen hun woningen meer moeten gaan aanpassen, zodat ze langer thuis kunnen blijven wonen.

Daarnaast moeten er woningen gebouwd worden, waarbij zorg in die woonsituaties geleverd kan worden. Dus nieuwe woonvormen, in plaats van het bejaardentehuis of verzorgingstehuis. En ten derde moeten we de bestaande complexen transformeren. Naar wat dan ook. Dit zijn de drie opgaven op het gebied van ouderen, zorg en wonen.”

Marnix Norder: “Als aanjager moet je natuurlijk een neutrale positie innemen.”

“Een bestaande woonvorm, het verzorgings tehuis, blijft niet meer zoals die is. Die verdwijnt, omdat we als samen leving vinden dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis moeten blijven wonen. Ze moeten niet in een onzelfstandige situatie verblijven, terwijl dat onnodig is. Maar dat betekent niet dat er voldoende goede woningen zijn voor hun nieuwe situatie, dat er voldoende mogelijkheden zijn om woningen aan te passen en dat er in het bestaande vastgoed hiervoor een oplossing is. Dat zijn de drie knelpunten die we hebben gesignaleerd”, zegt Marnix Norder, oud-wethouder van Den Haag.

‘Er is een grote verandering in het beleid ten aanzien van

ouderen, zorg en wonen.’

Inte

rvIe

w

Page 5: De transformatie van ouderenhuisvesting · de beste oplossing. Helaas lukt zo’n aanpassing of verbouwing niet altijd, omdat de woning hiervoor eenvoudigweg niet geschikt is.”

5Special ouderenhuisvesting | november 2014

Inte

rvIe

wMinister Stef Blok van Wonen:

‘Regionale samenwerking verbeteren’

“Het merendeel van de mensen met een zorg- of ondersteuningsvraag wil zo lang mogelijk in zijn eigen huis blijven wonen. Voor ouderen is dit vaak het huis waar hun kinderen zijn opgegroeid. Het is de buurt waar mensen hun sociale netwerk hebben en hun voorzieningen kennen. Mensen willen - zo lang mogelijk - regie over hun eigen leven voeren”, schreven minister Blok (Wonen) en staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid) in juni aan de Tweede Kamer. “Dit geldt voor ouderen, mensen die worden geconfronteerd met ernstige ziekte of ongeval, verstandelijk gehandicapten en mensen met psychiatrische problemen. De trend dat ouderen langer thuis blijven wonen is duidelijk zichtbaar vanaf de jaren ’80.” Volgens de bewindslieden gaat het bij het langer zelfstandig wonen om lokaal maatwerk: over mogelijkheden voor wonen en zorg dicht bij de burger, zijn netwerk en buurt. “Dit vraagt om regionale samenwerking en afstemming tussen partijen. Uit het advies van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur en onze gesprekken met de koepelorganisaties blijkt evenwel dat de samenwerking tussen gemeenten, corporaties, zorgaanbieders en zorgkantoren regelmatig moeizaam verloopt. Partijen geven aan dat het Rijk hen kan ondersteunen om deze samenwerking te verbeteren.”

AanjaagteamEen aanjaagteam onder leiding van ex-wethouder Marnix Norder, het Aanjaagteam Langer Zelfstandig Wonen, moet daarom de regio’s op weg helpen. Naast Norder hebben Wim Korsten en Ton Streppel zitting in het team. Korsten is in Noord-Brabant bestuurder geweest van een heel grote zorginstelling, terwijl Streppel voormalig topman is geweest van een corporatie, eveneens in Noord-Brabant. Hij heeft ook deel uitgemaakt van het bestuur van Aedes, de koepelorganisatie van woningcorporaties.

Het team is in gesprek met zogeheten regiotafels, waarin kennis en informatie wordt gedeeld. In deze regiotafels zitten zorgverzekeraars, zorgkantoren, gemeenten, zorgaanbieders,

woningcorporaties, cliëntenorganisaties en beroepsorganisaties bij elkaar. Het team is in ieder geval voor één jaar, tot 1 juli 2015, aangesteld.

InformatievoorzieningNorder vindt dat gemeenten, maar ook het Rijk, hun informatievoorziening flink moeten verbeteren voor mensen die een zorgvraag hebben. “Dit is een klacht die ik vaak hoor.

Er zijn maar weinig websites waarop je informatie kunt vinden over bijvoorbeeld het verzorgen van je moeder, die haar heup gebroken heeft. Vroeger kon je terecht bij de huisarts, die je doorverwees. Nu moet je zelf wat organiseren, maar informatie hierover is op websites maar schaars aanwezig. Dat leidt tot veel irritatie en dat kan ik heel goed begrijpen. Door heel goed te informeren en voor te lichten kunnen gemeenten juist een groot deel van hun kostenbesparingen, die ze moeten doorvoeren, pakken. Maar als ik kijk naar de informatie op een gemiddelde website, dan is dat helaas echt heel slecht.”

‘Informatie­voorziening gemeenten

moet verbeteren’

Minister Blok: “Mensen willen zo lang mogelijk regie over hun

leven voeren.”

In het complex van zes verdiepingen komen 200 luxe huurappartementen, 85 zorgsuites voor ouderen en vele faciliteiten zoals horeca, zwembad, restaurant en kinderopvang. Het ligt ook in de nabijheid van een ziekenhuis. De ontwikkeling van de Leyhoeve heeft 7 jaar geduurd. Initiatiefnemers zijn verschillende partijen, zoals projectontwikkelaar Roozen van Hoppe en internationaal aanbieder van zorg Senior Assist. Zij

stellen de droom van ‘samen aangenaam oud worden’ nu ook in Tilburg te verwezenlijken.

Bejaardenhuis“Mensen willen niet naar een verzorgingstehuis. Als je dat aan mijzelf zou vragen, dan is mijn antwoord ook volmondig nee”, stelt projectleider Laurens van Rij. “Mensen die hier

komen wonen, hoeven nooit meer naar een verzorgingstehuis toe, omdat alle faciliteiten onzichtbaar aanwezig zijn voor het moment dat ze zorg nodig hebben.”

“Normaliter wordt er een gebouw gebouwd en daar mensen ingestopt. Wij redeneren net andersom: je bouwt een gebouw rondom mensen. Dat is een heel andere insteek”, zegt ontwikkelaar Hendrik Roozen.

Bij de Leyhoeve gaan ouderen wonen in een groene omgeving, aan het beekje De Leij, met het gelijknamige park naast de deur. De woningen zijn voorzien van alle gemakken, de service is gelijk aan die in een luxe hotel, maar met optimale zorg binnen handbereik wanneer die noodzakelijk is.

Hospitality“Er is heel slim nagedacht over de bouw, er is slim nagedacht over een stukje hospitality. Dankzij de TU Delft kan er gebruik worden gemaakt van technische hulpmiddelen, waardoor het leefgenot omhoog gaat, en de kosten gedrukt worden. We hebben een appartement gemaakt, waarin je zo lang mogelijk zonder hulp van buiten kunt wonen. Dus zonder dat je de fysieke aanwezigheid van een zuster nodig hebt”, vertelt Van Rij. “De mensen die hier gaan wonen zijn 55 jaar of ouder, hebben over het algemeen nog geen zorgbehoefte, maar denken wel hierover na. Ze willen de regie in eigen hand hebben. Dat zijn de mensen die zich hier inschrijven.” Als de zorgbehoefte van de bewoner toeneemt, kan de woning ‘in een handomdraai’ worden aangepast, zo beloven de initiatiefnemers.

Het concept van de Leyhoeve blijkt aan te slaan, want in maart werd bekend dat alle 200 huurappartementen al zijn verhuurd. Dat was een half jaar voordat met de bouw van het complex van start is gegaan. De oppervlakten van de woningen verschillen sterk: de kleinste is 67 m², terwijl de grootste ruim 150 m² telt.

‘Je bouwt een gebouw rondom mensen’

Bij de Leyhoeve

gaan ouderen

wonen in een

groene omgeving,

aan het beekje

De Leij, met het

gelijknamige park

naast de deur.

Per 1 januari krijgen gemeenten te maken met een aantal nieuwe zorg taken. Ze worden in 2015 onder meer verantwoorde lijk voor zorg aan langdurig zieken en ouderen. Gemeenten krijgen ook te maken met de trend dat mensen steeds langer in hun vertrouwde omgeving willen vertoeven.

Samen aangenaam oud worden. Dat is de slogan achter het Woonlandschap de Leyhoeve in Tilburg. Op 1 oktober is met het slaan van de symbolische eerste paal de bouw van dit complex feestelijk gestart. Volgens de initiatiefnemers geeft de Leyhoeve vorm ‘aan het nieuwe wonen voor mensen op leeftijd’. Ze noemen het ‘een totaaloplossing om je leven zo lang mogelijk te kunnen leiden. Dat is wat mensen wensen’.

De Leyhoeve: het nieuwe wonen voor mensen op leeftijd

actu

eel

Page 6: De transformatie van ouderenhuisvesting · de beste oplossing. Helaas lukt zo’n aanpassing of verbouwing niet altijd, omdat de woning hiervoor eenvoudigweg niet geschikt is.”

6

Inte

rvIe

w Netty van Triest, projectleider Platform 31:

‘Senioren willen triple A wonen: Albert Heijn, Arts en Apotheek’

Een heleboel senioren uit de babyboomgeneratie huren bij een woningcorporatie een woning waar ze al jaren zitten. Woningen uit de jaren ’60 of ’70 waar ze als jong gezin ooit in zijn getrokken. “Toch is zo’n woning vaak niet meer zo geschikt”, zegt Netty van Triest. “Dan kun je twee dingen doen. De woning aanpassen of kijken of er binnen de corporatie een andere geschikte en interessante woning is. Oudere huurders wíllen namelijk best verhuizen, maar alleen als ze er op vooruit gaan.”

Nabijheid van voorzieningenDie vooruitgang heeft volgens Van Triest lang niet alleen met de woning zelf te maken. “Natuurlijk is het prettig als de woning de juiste aanpassingen heeft, maar even belangrijk is de omgeving. Het sociale netwerk, leuke verenigingen, de aanwezigheid van vrienden en kennissen, gezellige winkels, ontmoetingsplekken in de wijk, een loopje kunnen maken in de buurt. Maar ook: je veilig kunnen voelen op straat, zowel in sociaal opzicht als op het gebied van verkeersveiligheid. Dat zijn de dingen waar het om draait als je ouder wordt. En natuurlijk ook de nabijheid van voorzieningen. Wij zeggen

altijd: ouderen willen Triple A wonen. Albert Heijn, de arts en de apotheek moeten dichtbij zijn.”

AutonomieDie nabijheid van voorzieningen wordt in de toekomst dus steeds belangrijker. Van Triest: “Het verzorgingstehuis is er straks niet meer. Dat is niet erg. Het past bij de autonomie die ouderen vandaag de dag willen hebben. Maar het is wél een reden om goed na te denken over hoe je jezelf in de toekomst gaat redden. Natuurlijk is er een steeds groter wordende groep die zonder extra zorg -of misschien met wat kleine aanpassingen- zelfstandig oud kan worden. Maar er zijn ook ouderen die wél een zorgvraag hebben. Met elkaar moeten we kijken hoe we die zorg het best kunnen organiseren. Bijvoorbeeld door het eenvoudiger te maken om mantelzorgunits in de tuin van de kinderen te plaatsen. Want daar is veel vraag naar. Maar ook door het aanbieden van zorgdiensten aan huis.”

Of dit soort maatregelen uitsluitend vanuit de gemeente moeten komen, betwijfelt Van Triest. “Volgens mij is de nieuwe vraag naar dienstverlening van babyboomouderen met vaak een goed pensioen en eigen vermogen meer een markt voor slimme, nieuwe ondernemers. Als de bedrijven straks eenmaal gewend zijn aan deze nieuwe doelgroep en hun wensen, gaan ze hier massaal op reageren.”

‘De nabijheid van voorzieningen is heel

belangrijk’Netty van Triest: “Het verzorgingshuis is er straks niet meer.

Dat is niet erg.”

In de nabije toekomst zullen steeds meer ouderen zelfstandig in de wijk wonen in plaats van in zorginstellingen, zo blijkt uit onderzoek van kennis- en netwerkorganisatie Platform31. Maar alleen als zorg, welzijn en wonen goed op elkaar zijn afgestemd. Projectleider Netty van Triest vertelt waarom.

George de Kam, honorair hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen:

‘Ouderen moeten het thuis goed hebben’

De Kam heeft in zijn hoogleraarschap een bijzondere aandacht voor het wonen van ouderen. Hij heeft zelf ook al de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, maar blijft de komende tijd toch verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Hij schetst allereerst in een notendop de woonsituatie van ouderen in de 19de eeuw. “Dat was jezelf basaal redden. Men was aangewezen op steun van familie en de omgeving. Grootouders of ouders bleven vaak ook thuis wonen. En als dat niet mogelijk was, was je aangewezen op heel basale armenzorg van de gemeente of van de kerk. Dat was in Nederland al vrij vroeg geregeld en we deden het in internationaal verband ook niet zo slecht.”

OverstapVolgens De Kam kwamen na de Tweede Wereldoorlog de bejaarden- en verzorgingstehuizen op. “Dat werd onder andere gedaan om huizen vrij te maken voor de aanstormende wederopbouwgeneratie. Mensen accepteerden het als een vooruitgang, met name omdat de AOW als inkomstenbron erbij kwam. Het idee was dat je in die bejaardenoorden geheel verzorgd ging wonen. In het begin was die zorg niet heel erg nodig, omdat mensen

al op vrij jonge leeftijd in de tehuizen terecht kwamen. Je schreef je in en vervolgens kreeg je een plek in het tehuis. Veel mensen maakten al rond hun 65ste de overstap. Mensen werden toen nog niet zo oud als nu, maar het betekende wel dat ze daar een flink aantal jaren leefden. Een tijdlang werd mensen dus gestimuleerd om naar die bejaardenoorden te verhuizen, maar de overheid is het toch gaan inperken, omdat het een heel dure voorziening is. Daarnaast willen mensen verder gaan op de plek, waar ze gewend zijn te wonen. Dat

is inmiddels ook tot uitgangspunt in het beleid verheven.”

EenheidsworstDe Kam meent dat het verzorgingstehuis niet echt een ideale plek was om te wonen. “Je had allemaal dezelfde kamer en er was één gemeenschappelijke ruimte. Het leven werd een soort van eenheidsworst, met alle respect voor wat er allemaal gebeurde. Maar het is goed voorstelbaar dat mensen dit niet de meest aantrekkelijke woonvorm vinden. Het is ook zo dat de meeste oudere mensen thuis wonen. Dat is zo en dat blijft zo. Het is niet zo dat we vroeger met z’n allen naar het verzorgingstehuis gingen en we nú allemaal thuis blijven wonen. Het totale aantal inwoners van verzorgingstehuizen is momenteel

slechts zo’n 120.000. In totaal zijn die verschuivingen niet zo dramatisch. Het is eigenlijk veel belangrijker dat je ervoor zorgt dat de mensen die in meerderheid al thuis oud worden, plus de paar duizend die erbij komen, het daar goed hebben. En dan kom je terecht op de omgeving, de voorzieningen in de buurt en steunpunten. Winkels moeten goed bereikbaar zijn en er moet goede mantelzorg zijn. Dat laatste wordt ook nadrukkelijker in het beleid van de overheid meegenomen.”

‘Een tijdlang werd mensen gestimuleerd om naar bejaarden­

oorden te verhuizen’

George de Kam, honorair hoogleraar in

Groningen: “In de 19de eeuw was men

aangewezen op steun van de familie en

omgeving.”

Het bejaardenhuis en later het verzorgingshuis waren niet de meest aantrekkelijke woonvormen. Het is daarom goed te begrijpen dat mensen tegenwoordig liever in hun eigen huis willen blijven wonen. Dat is inmiddels ook het uitgangspunt van het overheidsbeleid, stelt George de Kam honorair (onbezoldigd) hoogleraar Volkshuisvesting en Grondmarkt aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Inte

rvIe

w

Page 7: De transformatie van ouderenhuisvesting · de beste oplossing. Helaas lukt zo’n aanpassing of verbouwing niet altijd, omdat de woning hiervoor eenvoudigweg niet geschikt is.”

7Special ouderenhuisvesting | november 2014

Inte

rvIe

wIn

terv

Iew

Op dit moment maken zo’n 150.000 mensen gebruik van verzorgingshuizen en verpleeghuizen. Dat aantal zal de komende jaren gaan afnemen tot ongeveer 100.000 mensen, aldus Henry Meijdam, voorzitter van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur. “Dan heb je het met de GGZ-instellingen erbij toch over een vermindering met ongeveer 4 miljoen m2 gebouwd oppervlak, dus een enorme transitie.”

RegierolLanger zelfstandig blijven wonen sluit heel erg aan bij de wensen van ouderen zelf, aldus Meijdam. “Het is dan ook van belang om bij de ontwikkeling van wijken goed te kijken naar de nabijheid van winkels en zorgvoorzieningen. Daar ligt meteen een belangrijke regierol voor gemeenten. Zij zullen samen met zorgorganisaties, woningbouwcorporaties, particuliere huizenbezitters maar

ook met bewonersorganisaties en vastgoedpartijen goed moeten nadenken over hoe woningen veel meer leeftijds- en zorgbestendig gemaakt kunnen worden.

Bij nieuwbouw is dat relatief eenvoudig te realiseren. Maar in de bestaande bouw zullen volgens Meijdam absoluut renovaties en aanpassingen noodzakelijk zijn. “Tel hierbij op dat voor een deel van de bestaande woningvoorraad (2,5 miljoen van de 7 miljoen woningen) vervanging of renovaties nodig zullen zijn, dan betekent dit, dat er een grote bouwkundige opgave op ons afkomt.”

Dat mensen zelf financieel zullen moeten gaan bijdragen aan zorg en

wonen, is volgens Meijdam zeker te verwachten. Dit besef leeft echter nog niet voldoende. Het is volgens hem zaak dit probleem eerst op de kaart te zetten. “Dan zal langzamerhand een omslag in denken ontstaan. Mensen zullen beseffen: ‘Ik moet nu ik nog gezond en vitaal ben nadenken over de vraag hoe ik dat straks ga regelen.’ Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat je kapitaal in de eigen woning vrij gaat maken om in een kleinere woning de zorg in te kopen die je verlangt.”

Transitie“Die omslag in denken is veel belangrijker dan wat ik uit de media weleens bespeur”, besluit Meijdam. “Daar wordt het toch teruggebracht tot

een technocratische en redelijk steriele operatie. Terwijl het hier natuurlijk gaat om mensen in een kwetsbare levensfase en om een proces dat een transitie vergt die niet in een halfjaar voor elkaar is. Het is voor die transitie dan ook van belang dat de overheid een consequent beleid voert en niet iedere vier jaar van koers verandert. Dit om de markt zekerheid te geven voor wat betreft haar investeringsbeslissingen.”

CoLoFon NVMagazine is een periodieke uitgave van de Nederlandse Vereniging van Makelaars o.g. en vastgoeddeskundigen NVM. NVMagazine biedt nieuws, achtergronden en opinies uit de wereld van onroerend goed in de markten wonen, business en agrarisch & landelijk vastgoed.

UitgeverNVM, Postbus 2222, 3430 DC Nieuwegein, T: 030 608 5185

HoofdredactieRoeland Kimman ([email protected])

Bladmanagement & eindredactiePACT Public Affairs

RedactieLiesbeth Kramer, Daan Keij, Sander Schilders, Peter Westhof

FotografiePACT, Patricia Steur, Sicco van Grieken, Nationale Beeldbank, All in Living, CroonenBuro5

Vormgeving & opmaakKoos in Vorm

Druk & distributieMediaCenter Rotterdam

Henry Meijdam, voorzitter van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur:

‘Toekomst seniorenhuisvesting vergt omslag in denken’

‘In de bestaande bouw zijn renovaties absoluut noodzakelijk’

De komende jaren zullen senioren in toenemende mate aangewezen zijn op zorg die wordt verstrekt in de omgeving waar zij wonen. Zorg die voor een deel bovendien onder de eigen verantwoordelijkheid komt te vallen. “Mensen moeten er rekening mee houden dat ze ergens in een fase komen waarin ze meer zorg behoeven en hierop anticiperen. Dit vergt wel een omslag in denken”, aldus Henry Meijdam, voorzitter van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur.

Henry Meydam: “De overheid moet een consequent beleid voeren

en niet iedere vier jaar van koers veranderen.”

Voor gezinnen bouwen we hele vinexwijken, compleet aangepast aan de woon- en leefwensen van gezinnen met kinderen. Waarom niet ook voor senioren? “In de Verenigde Staten doen ze dat wél”, zegt Mark van der Poll hoofdontwerper stedenbouw bij CroonenBuro5. “En daar werkt het ook goed. In Sun City wonen ze allemaal bij elkaar. Gelijkgestemden die samen dingen organiseren met een heleboel voorzieningen in de directe omgeving.” Zou zoiets ook in ons land aanslaan? Van der Poll denkt van wel. Bij architectenbureau Inbo ontwierp hij een Nederlandse seniorenstad: Nieuw Schokland. “Zonder de woningcrisis was die wijk er zeker gekomen”, merkt hij op.

Heel exclusiefToch willen lang niet alle senioren in zo’n eigen wijkje bij elkaar wonen. En dé oudere bestaat volgens Van der Poll al helemaal niet. “Dat kenmerkt ook wel de generatie van de babyboomers.

De één wil naar een instelling, de ander blijft liever zo lang mogelijk thuis wonen, weer een ander wil naar een collectief met gelijkgestemden en er zijn er ook bij die heel exclusief willen wonen. Tussen de eengezinswoning en het verpleeghuis in zit dus nog een enorme markt. Zo ontstaan steeds meer nichegroepjes, die allemaal hun eigen woondroom willen realiseren. Dat is echt de trend van nu. En dat vraagt om creatieve ideeën van ontwerpers en bouwers.”

Van functie veranderenHybride gebouwen bijvoorbeeld, die makkelijk zijn te transformeren als

de markt daar om vraagt. “Door de huidige ontwikkelingen in de zorg kunnen we niet meer dan tien jaar vooruit kijken”, merkt Van der Poll op. “Een gebouw moet dus snel van functie kunnen veranderen. Wat nu een verzorgingstehuis is, moet kunnen transformeren tot bijvoorbeeld studentenwoning of gemeentelijke instelling. Om zorgorganisaties bewuster met hun terreinen en hun vastgoed om te laten gaan, voeren wij als bureau grondige analyses uit en doen wij modellenstudies voor nieuwe gebouw en gebiedsconcepten. Zo brengen wij heel doelgericht in beeld wat wijs en haalbaar is en welke keuzes ze het best kunnen maken. Met als primair doel de kwaliteit van wonen voor toekomstig bewoner of cliënt te verbeteren: ieder zijn eigen woondroom.”

DomoticaTot slot ziet Van der Poll een enorme kans in domotica; de technologie die ervoor zorgt dat langer thuis wonen voor steeds meer mensen een optie wordt. “Slimme technische oplossingen en robotica die helpen met allerlei handelingen rondom bed, bad en slaapkamer. Hierdoor zullen steeds meer verzorgingstehuizen verdwijnen of veranderen in dienstencentra. Want dat is dé toekomst.”

‘Een gebouw moet snel van functie kunnen

veranderen’

Architect Mark van der Poll: ‘De toekomst

ligt in de domotica.”

Mensen willen niet oud zijn, maar ze willen wél hun levenswijze veranderen. Ontwerpers spelen daar op in. Tussen de eengezinswoning en het verpleegtehuis in zit nog een enorme markt, zegt architect Mark van der Poll.

Architect Mark van der Poll:

‘Ieder zijn eigen woondroom’

Page 8: De transformatie van ouderenhuisvesting · de beste oplossing. Helaas lukt zo’n aanpassing of verbouwing niet altijd, omdat de woning hiervoor eenvoudigweg niet geschikt is.”

8

Inte

rvIe

w

Een belangrijk aandachtspunt, noemt zij het. “Het aantal ouderen neemt de komende jaren fors toe in onze samenleving. Er zal meer behoefte zijn aan passende huisvesting al dan niet in combinatie met zorg. Levensloopbestendig bouwen, met oog voor de toekomst, wordt steeds belangrijker. Wij brengen dat onder de aandacht van gemeenten.”

Provincie en gemeenten in Overijssel zijn enige tijd terug de be-wustwordingscampagne. ‘Lang zult u wonen’ begonnen. “Dat doen we samen met gemeenten, installateurs en aannemers”, zegt Bakker. “We vinden dat mensen niet vroeg genoeg kunnen gaan nadenken over hun woonsituatie op latere leeftijd. Wat kunnen zij allemaal doen om hun woning aan te passen aan de wensen die er dan zijn? En wat kunnen ouderen van nu doen om hun woning te verbeteren? Welke voorzieningen zijn er aan te brengen? Waar moet je aan denken als je een woning gaat verbouwen?”

Ze vertelt dat er in Overijssel regelmatig woonbeurzen en informatiebijeenkomsten worden gehouden over het thema

‘ouderen en wonen’. “We presenteren ons, hebben een website en besteden aan dit onderwerp aandacht bij de regionale omroep. Met name voor leveranciers is het belangrijk dat zij ouderen op de hoogte brengen van de mogelijkheden van woningverbetering.”

WoonvisiesDe gemeenten in Overijssel zijn bezig met twee regionale woonvisies, zegt Bakker. “Eén voor Twente en één voor West-Overijssel. Daarin komt het thema ‘ouderen en wonen’ ook aan de orde. We streven naar een goed woon- en leefklimaat. Sturen op woningbouw die levensloopbestendig en toekomstgericht is, maakt daar deel vanuit.” Gemeenten maken visies op woonservicegebied, zegt Bakker. “Want het is belangrijk dat er voldoende eerstelijnszorg is in de omgeving waar mensen wonen. En dat er in kleinere woonkernen een centrale ontmoetingsplek is waar van alles wordt georganiseerd. Hierop hebben gemeenten met hulp van de

provincie een visie geschreven en die is vervolgens vertaald in een uitvoeringsprogramma.”

Verhuisgeneigdheid Bakker: “Uit onderzoek blijkt dat 80 procent van de mensen boven de zestig jaar niet meer verhuist in onze provincie. Mensen blijven langer en liever in hun eigen woning wonen. Het is zelfs zo dat vijf van de zes mensen boven de tachtig jaar nog steeds in zijn of haar eigen woning woont. Dat is niet omdat de overheid dat zo heeft geregeld, maar omdat zij er zelf voor kiezen. Je ziet dus verschuivingen optreden in de wensen en behoeften van mensen. De tijd van grote zorgcomplexen is voorbij: Mensen willen het liefste blijven zitten waar ze zitten. Daarnaast zijn ook kleinere woonvormen populair. Met geïntegreerde zorg en veel aandacht voor sociaal contact.” ‘De tijd van grote zorgcomplexen is voorbij’

Gedeputeerde Ineke Bakker: “Mensen denken niet vroeg genoeg over

hun woonsituatie op latere leeftijd.”

Lia Jacobsen, Seniorkeurmakelaar in Bennekom:

‘Meer nieuwbouw nodig voor senioren’

Volgens Lia Jacobsen, makelaar bij Rozeboom Makelaardij in Bennekom, zijn er op het gebied van wonen en zorg diverse opties voor senioren en medioren (vitale ouderen van 50-60 jaar, red.). “Zo is er een groep die zo lang mogelijk thuis wil blijven wonen. Het is van belang hen daarbij goed te begeleiden en te informeren. Want zij hebben daarvoor diverse mogelijkheden. Daarbij kun je denken aan aanpassingen zoals bijvoorbeeld een traplift en stopcontacten op niveau”, aldus Jacobsen.

Lastige situatiesHier zet de overheid ook nadrukkelijk op in, hoewel de budgetten daarvoor kleiner worden en daardoor soms lastige situaties ontstaan, aldus Jacobsen. “Zo hebben wij een bungalow uit de jaren 70 in de verkoop van een mevrouw die in een rolstoel zit. Zij kan zich thuis steeds moeilijker redden en de bungalow is niet verder aan te passen. Als die woning verkocht wordt, kan zij niet naar een tussenoplossing. Zij moet dan meteen naar een ander huis, terwijl ze pas op het moment dat ze een andere woning heeft, bijvoorbeeld een aangepaste keuken kan aanvragen. Maar krijgt ze die wel vergoed? In zo’n geval wacht iedereen op elkaar.”

KangoeroewoningAnderen kiezen ervoor om ergens samen met hun kinderen te gaan wonen. Jacobsen: “In zo’n kangoeroewoning wonen de ouders beneden en de kinderen boven. Zodra er dan meer zorg nodig is, is dat makkelijker te regelen. Voor mensen die al hulpbehoevend zijn, bestaat er de mogelijkheid om een mantelzorgunit bij de huidige woning of bij de woning van een kind te plaatsen. Al hangt dat wel weer af van gemeentelijke regels.”

Steeds vaker kiezen mensen voor een appartement waar men zelfstandig woont, maar waar zodra daar behoefte aan ontstaat,

hulp ingeroepen kan worden, vertelt Jacobsen: “Deze zijn in voldoende mate beschikbaar, maar voor mensen met alleen AOW of een klein pensioen te duur, want zo’n appartement kost al snel 800 euro per maand. En dan komen er vaak nog allerlei kosten bij.” NieuwbouwMedioren tot slot hebben vaak interesse in een levensloopbestendige woning, waarbij een kamer op de begane grond om te bouwen is tot slaapkamer en badkamer. Hoewel er wel nieuwbouw plaatsvindt van levensloopbestendige woningen, worden er volgens Jacobsen nog niet voldoende woningen voor senioren en medioren gebouwd. “Daar zou meer aandacht voor mogen komen, want die vergrijzing gaat gewoon verder.”

‘Er is meer aandacht nodig voor senioren en medioren’

Lia Jacobsen: “Er zijn op het gebied van wonen en zorg

tegenwoordig diverse opties voor senioren en medioren.”

Niet alleen gemeenten, ook provincies buigen zich over ouderen en hun woonomgeving. Zoals de provincie Overijssel. “Wij zijn als provincie al langer bezig met de problematiek van ouderen, het wonen en de zorg voor senioren. Al ver voordat het kabinet met zijn plannen kwam over het scheiden van wonen en zorg ontplooien wij initiatieven op dat gebied”, zegt Ineke Bakker, gedeputeerde voor Milieu, Wonen en Financieel toezicht in de provincie Overijssel.

Ineke Bakker, gedeputeerde provincie Overijssel:

‘80 procent van de mensen boven de zestig verhuist

niet meer’

Nu steeds meer verzorgingstehuizen de deuren sluiten, moeten senioren op zoek naar andere vormen van wonen en zorg. Daarbij lopen zij volgens Lia Jacobsen, Seniorkeurmakelaar bij Rozeboom Makelaardij in Bennekom vaak tegen lastige situaties aan. “De overheid zet nadrukkelijk in op het zo lang mogelijk thuis blijven wonen, maar de budgetten om dat mogelijk te maken worden steeds kleiner.” Daarnaast zou er volgens haar meer aandacht mogen komen voor nieuwbouw voor deze doelgroep.

Inte

rvIe

w