De Tandarts Gedicht
-
Upload
ida-van-den-bosch -
Category
Travel
-
view
2.629 -
download
0
Transcript of De Tandarts Gedicht
De tandarts en de krokodil
De krokodil zat grijnzend al in de tandartsstoel
en zei: ‘Kijk, aan mijn tanden mankeert een heleboel.’
De tandarts stond te beven, lijkwit van top tot teen,
en stotterde: ‘N-natuurlijk, i-ik doe het zometeen.’
‘Vooral de achterste kiezen goed controleren graag,’
zei Krok, ‘die rotte kiezen moeten ’t eerst vandaag.’
Hij opende zijn grote muil en toonde zijn gebit
van driehonderd scherpe tanden, allemaal blinkend wit.
.’
De tandarts stond te bibberen zo veraf als hij kon.
Toen pakte hij zijn langste tang en ja hoor, hij begon.
De krokodil zei dreigend: ‘U staat veel te ver weg!
De achterste kiezen moeten het eerst,
heb ik toch gezegd!
Om die te zien moet u, dat heb ik goed bekeken,
uw hoofd heel ver naar voren,
tussen mijn kaken steken.’
De tandarts hijgde: ‘Nee, o nee! Ik zie prima hier.
Ik werk altijd het beste op een afstandelijke manier.’
Een dame kwam met ’n gouden riem de kamer ingerend
en riep: ‘O foei!
Jij stoute Krok, ondeugende kleine vent!’
’Kijk uit!’ schreeuwde de tandarts
en klom vlug op een kast.
’Strakjes vreet hij ons nog op ,
dat doet dat ondier vast!’
’Doe niet zo mal,’
zei de dame met een honend gilletje.
’Dit is mijn lieve huisdier,
mijn knuffelkrokodilletje.’