De plaats van het... · Web view28 juli 2015 VVPAZ-Nieuwsbrief Themanummer VVPAZ, Hogeweg 19, 8200...

28 juli 2015 VVPAZ-NieuwsbriefThemanummer

De plaats van het psychologisch verslag in het centraal patiëntendossier.In verband met de plaats van het psychologisch verslag in het centraal patiëntendossier bereikten ons de afgelopen maanden diverse vragen. We hebben gemeend om naar aanleiding van enkele concrete vragen ook enkele concrete antwoorden met de leden van VVPAZ te moeten delen.

Gezien de nieuwe, verstrengde wetgeving van 16/06/2014, leven er bij de psychologen werkzaam in ziekenhuizen veel vragen over de informatie die zij mogen delen met andere hulpverleners die betrokken zijn bij de zorg van de patiënt. Concreet stelt zich o.a. het probleem welke, hoeveel en onder welke voorwaarden de psychologen van hun onderzoeken en sessies met patiënten nog schriftelijke notities mogen delen met de andere behandelaars, in casu artsen en verpleegkundigen.

Mogen zij een synthese van hun persoonlijke notities, die de essentie bevat van de interventie en die relevant is voor de andere bij de patiënt betrokken zorgverleners, via een (elektronisch) dossier ter beschikking stellen?

In bepaalde ziekenhuizen werd formeel de opdracht gegeven om deze informatie te delen met het volgende argument: “Indien dit niet het geval is stelt zich een ernstig probleem met accrediteringsnormering (JCI) die stelt dat alle relevante informatie over de patiënt continu beschikbaar moet zijn voor alle bij de patiënt betrokken zorgverleners.”

Wat mag er met anderen gedeeld worden?

Veel psychologen blijven zich vragen stellen omtrent hoe en wat er gedeeld kan worden binnen het elektronisch patiëntendossier om een multidisciplinaire samenwerking mogelijk te maken. Hoe kan dit best georganiseerd worden, zodat psychologen op een correcte manier samen kunnen werken met de andere disciplines, zonder daarbij deontologische fouten te maken?

Tot voor de nieuwe wetgeving van kracht werd bevonden psychologen en psychotherapeuten zich eigenlijk in een veel ‘betere’ positie, nl. deze van het gedeeld beroepsgeheim. Dit houdt in dat je jouw beroepsgeheim mag schenden, als je stelt dat je informatie niet bekend hebt gemaakt, maar hebt gedeeld met iemand vanuit het principe van gedeeld beroepsgeheim omdat deze deling van informatie beter werd geacht voor de gezamenlijke patiënt. Dit vanuit het oogpunt dat de andere hulpverlener ook de info nodig heeft om goede zorg te kunnen bieden. Niet ‘nice to know’, maar wel een ‘need to know’.

Onder KB 78 verandert dit omdat de wet op de patiëntenrechten nu geldt. Indien de patiënt zegt: “Ik zeg tegen jou iets, maar jij mag het aan niemand anders vertellen”, dan bepaalt de patiënt dus wat kan en mag gedeeld worden of in team mag besproken worden of naar de huisarts mag

VVPAZ, Hogeweg 19, 8200 Sint-Andries – Brugge www.vvpaz.be [email protected] Tel: 050 674767 en 050 452473 Pagina 1


doorgegeven worden, … (dit kan een zekere gewrongenheid met zich meebrengen).

Hoe kan men dit in praktijk, in een residentiële setting, zoals een ziekenhuis oplossen?

Het lijkt ons logisch dat men de vraag van de patiënt onder alle omstandigheden respecteert. Je deelt informatie, die enkel voor jou bestemd is met niemand.

1Wat is een geheim, wat niet, bv een testresultaat van een MMSE? Opgelet! Wat ogenschijnlijk onbeduidende informatie is kan toch geheimhouding vragen.

Allemaal goed en wel, maar in de praktijk worden mensen naar ons gestuurd met de bedoeling dat de verwijzer de door ons verkregen informatie kan gebruiken in het kader van de diagnostiek of behandeling van deze patiënt. Dat weten de betrokken partijen eigenlijk alle drie. Dat er op een bepaald moment informatie zal gedeeld worden is logisch, maar kan best toch expliciet (ook voor de patiënt duidelijk) gemaakt worden.

Het eenvoudigst is om standaard in een opnamebrochure (of de brochure van de dienst) te gaan omschrijven dat men er met teams werkt, dat er ook teambesprekingen zijn en dat binnen dit team de noodzakelijke informatie gedeeld wordt. Dan kan men dit als voorwaarde stellen

voor deze patiënt als hij het engagement aangaat om in onderzoek en/of behandeling te komen. Informatiebrochures e.d. zullen dus nog belangrijker worden. Het standaard delen van informatie met de verwijzer en de andere teamleden kan dus in principe, maar het moet beschreven staan, het moet voor de patiënt duidelijk zijn dat dit het geval is. Het contract is dan de dienst- of opnamebrochure. Dit betekent: dit is onze werking.

Als de patiënt daar niet meer mee akkoord is, dan is hij niet verplicht om in onderzoek of behandeling te komen. De patiënt kan dan ook aangeven wat hij wel en niet gedeeld wil zien. Het is echter ook mogelijk om de vraag van de patiënt (om niets te delen), die daar een reden kan voor hebben (is bijvoorbeeld ook tewerkgesteld in hetzelfde ziekenhuis), in te volgen.

Het bovenstaande ontslaat ons niet van de beperking om de informatie die gedeeld wordt, te beperken tot wat noodzakelijk is om de vraag te beantwoorden.

Het bovenstaande ontslaat ons niet van het feit dat je als psycholoog op een andere manier wordt aangesproken door de patiënt, drager van een geheim, waarvan de patiënt het in de relatie met u mogelijk acht dit geheim te delen. Je deelt alleen wat nodig is om de vraag binnen het team te beantwoorden.

Met betrekking tot het begrip “persoonlijke notities”.

Art.2,14° - persoonlijke notities : “aantekeningen die passen in de professionele doeleinden van de relatie tussen een zorgverstrekker en een zorggebruiker, die door de zorgverstrekker voor zichzelf worden bijgehouden en die een weergave zijn van zijn


Niet ‘nice to know’, maar wel een ‘need to know’.


aandachtspunten, indrukken en overwegingen”.

Art. 8. Elke zorgverstrekker die bij de zorgverlening betrokken is, mag over de zorggebruiker persoonlijke notities bijhouden

Art.9. (...) De zorgverstrekker die over een zorggebruiker persoonlijke notities bijhoudt, is verantwoordelijk voor de vertrouwelijkheid van die notities. Hij mag ze niet met derden delen, behoudens in het geval, bedoeld in artikel 43,§ 1, tweede lid.

Art. 43 § 1. De zorggebruiker heeft het recht om, rechtstreeks of door tussenkomst van een vrij door hem gekozen beroepsbeoefenaar van de gezondheidszorg, inzage te nemen van de gegevens die over hem worden bijgehouden in het individuele gezondheidsdossier en in de elektronische registratie. Gegevens die betrekking hebben op een derde zijn uitgesloten van dat recht van inzage. De zorggebruiker heeft ook het recht om inzage te nemen van de persoonlijke notities die hem betreffen, mits die inzage onrechtstreeks gebeurt door tussenkomst van een vrij door de zorggebruiker gekozen beroepsbeoefenaar van de gezondheidszorg. 1Persoonlijke notities (die niet meteen over de patiënt gaan) over bv. uw tegenoverdracht in de therapie moeten niet vrijgegeven worden. Men krijgt ook de tijd om na te kijken en te beoordelen wat men op dit vlak voor de patiënt toegankelijk vindt, tenzij een dossier opgeëist wordt in het kader van een gerechtelijk onderzoek.

Persoonlijk notities zijn dus in de regel niet gedrukt, worden niet gedeeld, ook niet met andere psychologen, niet met het team.

Houdt er rekening mee dat de zorggebruiker over de inhoud van deze persoonlijke notities wel kan geïnformeerd worden door een door hem/haar gekozen zorgverlener.

De essentie.

De essentie is dat de psycholoog de vraag beantwoordt, die gesteld wordt. De inhoud van wat wordt meegedeeld, wordt niet bepaald door KB 78, maar wel door de deontologische code en door de patiëntenrechten. Als er een vraag is, dan beperkt men het antwoord tot louter het antwoord op de vraag. Dat iemand eerder gezien is geweest in het kader van een abortus is niet relevant. Dat betekent dat het “psychologisch dossier, waar het hele verhaal van de patiënt in staat” niet kan worden opengesteld.

Het psychologisch dossier is afgesloten voor andere diensten. Het is in de regel ook afgesloten voor collega’s psychologen van dezelfde dienst. Dat de patiënt aan één psycholoog iets toevertrouwt betekent niet dat hij/zij ditzelfde aan een andere psycholoog zou toevertrouwen.

JCI:

Klopt het dat JCI eist dat het psychologisch verslag voor andere disciplines en via een centraal dossier toegankelijk is?

Vooreerst: JCI maakt haar eisen ondergeschikt aan de bestaande wetgeving, dus ook aan de wetgeving met betrekking tot de deontologie van psychologen.


http://www.google.be/url?url=http://www.ghcoptions.com/what-is-jci/&rct=j&frm=1&q=&esrc=s&sa=U&ved=0CCMQ9QEwB2oVChMI0eG9qZXfxgIVw20UCh2TmwZp&usg=AFQjCNGOAor5Nz8VuO_mWLDl9xmUhRsmiA


Dat JCI eist dat “alle relevante informatie over de patiënt continu beschikbaar moet zijn voor alle bij de patiënt betrokken zorgverleners” heeft redenen en beperkingen.

Deze JCI-eis kadert binnen de veiligheid van de patiënt en die van de zorgverleners.

Het is logisch dat als iemand de maandag bloedverdunners heeft gekregen tijdens een onderzoek van de cardioloog, dat de chirurg, die dezelfde patiënt de volgende dag ziet voor een acute appendicitis dat weet. Hier wordt de “veiligheid van de patiënt mee gediend”.

Het is logisch dat men in het dossier kan terugvinden dat iemand een open TBC heeft, HIV-patiënt is, positief is op de ziekenhuisbacterie, … omdat dit de veiligheid van de medewerkers en van andere patiënten betreft.

Het is ook logisch dat de patiënt in alle veiligheid een geheim met u alleen moet kunnen delen als dat niet de veiligheid van de patiënt, andere patiënten, familieleden of ziekenhuismedewerkers in het gedrang brengt. Is het voor de veiligheid van iedereen relevant dat iedereen weet dat de patiënt in een echtscheiding zit, vroeger gebedwaterd heeft, slachtoffer is geweest van misbruik, gecomplexeerd is over een gelaatskenmerk, … ? Neen. Ook dit betekent veiligheid voor de patiënt. JCI is ook daar gevoelig voor.

Net zo goed is het zo dat als de psycholoog wel weet dat iemand HIV-positief is, dat iemand suïcidaal is, dat iemand anemisch is omdat iemand bij zichzelf rectaal bloedverlies induceert, … dat hij dat dan, na de patiënt te hebben ingelicht, ook communiceert in het kader van de het zorgcontract met de patiënt, de door JCI (en het gezond verstand) gedicteerde “veiligheid” van de patiënt.

Het is dus belangrijk dat er zoiets is als het psychologisch dossier, waar continuïteit van zorg op psychologisch vlak kan geboden worden, maar dat dit niet voor iedereen openstaat.

Persoonlijke notities zijn per definitie niet met anderen gedeeld, maar er bestaat inzagerecht onder voorwaarden.

Het is belangrijk dat de psycholoog de vraag beantwoordt en dat daarvan een verslag met de vraagrelevante informatie wordt gemaakt. Dat verslag wordt aan de verwijzer gericht. Dat verslag mag niet in een centraal dossier worden opgehangen.

JCI staat niet boven de wet en dat weet JCI.

Dat men gemeenschappelijk streeft naar veiligheid van de patiënt, de maatschappij, de ziekenhuismedewerker laat toe dat men bepaalde informatie deelt, maar niet dat we alle informatie delen. We mogen dus zeker



ook niet alle informatie delen met iedereen.

In een bepaald ziekenhuis heeft men dit als volgt opgelost (voor de nieuwe wetgeving van kracht werd).


Recht op bescherming van uw privacy

Uw privacy...Bij elke tussenkomst van de zorgverstrekker hebt u recht op bescherming van uw privacy. Zo mogen er bijvoorbeeld bij uw behandeling enkel mensen aanwezig zijn die er om professionele redenen bij horen. Voor alle anderen is uw toestemming vereist.

…is verzekerdOok de informatie over uw gezondheidstoestand behoort tot de privacy/persoonlijke levenssfeer. Niemand mag u of de zorgverstrekker onder druk zetten om informatie mee te delen aan derden.

...tenzij in heel uitzonderlijke situatiesDe wet voorziet een aantal heel uitzonderlijke situaties waarin wel informatie gegeven mag worden aan derden. De informatie moet dan noodzakelijk zijn voor de bescherming van de volksgezondheid of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.

Patiëntenrechten en verzekeringen Medische informatie kan doorslaggevend zijn voor het verkrijgen van een verzekering. Verzekeringsmaatschappijen mogen in geen geval zonder uw toestemming uw patiëntendossier inkijken en/of patiëntengegevens opvragen.De zorgverstrekker is niet langer verplicht in te gaan op uw vraag naar een geneeskundige verklaring voor een verzekeringsovereenkomst. Hij kan een geneeskundige verklaring afleveren en zal zich in elk geval beperken tot een beschrijving van uw gezondheidstoestand op vandaag. De verklaring mag alleen bezorgd worden aan de raadgevend arts van de verzekeraar, die zich uiteraard ook moet houden aan de wet


Deze clausule in de patiënteninformatie laat bijvoorbeeld ook toe dat een diensthoofd een patiëntendossier met de betrokken psycholoog bespreekt in het kader van een kwaliteits-beoordeling.

Nog even dit:

Een diensthoofd psychologie gaf het volgende advies aan de psychologen van de dienst en aan verwijzers, die zich er over beklaagden dat de verslagen niet in het Centraal Patiënten Dossier werden gehangen:

De adviezen zijn gebaseerd op de voorschriften inzake de plichtenleer van de psychologen, de wet op het beroepsgeheim, privacy wetgeving en de wet patiëntenrechten. We verwijzen telkens naar de artikelen uit de plichtenleer van de psychologen die hierover gaan.

1. Het openbare orde karakter van de deontologische code en van de patiëntenrechten betekent dat dit boven de regelgeving en normen van een werkplek gaat, m.i.b. het eisenkader bij accreditering. HFDST IV, afd. II, art. 28

2. Het plaatsen van verslagen in een CPD betekent dat eenieder die CPD kan lezen, kan zien dat een psycholoog geconsulteerd werd. HFDST III, afd. I, art.7

3. Een Geïnformeerde Toestemming hebben we niet van de patiënt om gegevens zichtbaar te maken voor eenieder die CPD kan lezen: HFDST III, afd. III, art.19 en die niet samen handelt aan dezelfde opdracht en geen vraag heeft gesteld aan de psycholoog. HFDST III, afd.I, Art.8. /HFDST III, afd.III, Art. 14. (bv. Een oogarts heeft geen opdracht inzake dementiescreening).

4. De psycholoog is verantwoordelijk in het niet naleven van de discretieplicht en beroepsgeheim. Dus als wij weet hebben van het feit dat de arts zijn verslag in CPD plaatst draagt hij nog de verantwoordelijkheid om dit (niet)


JCI-auditIn het kader van ons kwaliteitsbeleid laten wij alle onderdelen van de werking van het ziekenhuis toetsen door een externe organisatie ‘Joint Commission International’ (JCI). Deze internationale organisatie reikt een kwaliteitslabel uit aan zorginstellingen die uitstekende kwaliteit en veiligheid leveren. De hoofdvraag die een inspecteur van JCI zich stelt, is of de verschillende ziekenhuisactiviteiten, gaande van zorgprocessen tot schoonmaak, keuken en technische dienst, voldoen aan hun verwachtingen. Om deze vraag te kunnen beantwoorden, is het mogelijk dat een inspecteur een willekeurig patiëntendossier, en dus ook mogelijk het uwe, even inkijkt. De JCI-organisatie en haar auditoren zijn voor het ziekenhuis ‘vertrouwde derde partijen’ (trusted third parties) met wie heel strikte geheimhoudingsovereenkomsten worden afgesloten over alle zaken die zij bij het uitvoeren van de audit al dan niet toevallig zien en vernemen. Wanneer patiënteninformatie met een inspecteur gedeeld wordt, impliceert dit steeds dat de inspecteur op dezelfde wijze gebonden is aan het beroepsgeheim als de betrokken beroepsbeoefenaar. Hebt u liever niet dat een JCI-inspecteur uw patiëntengegevens en/of -dossier inkijkt in het kader van een audit ter aftoetsing van de kwaliteit van de zorg, dan respecteren wij dit. In dat geval verzoeken wij u vriendelijk dit bij uw opname te melden aan de hoofdverpleegkundige van de afdeling waar u verblijft.

Interne auditsNaast externe audits organiseren we regelmatig interne audits met de bedoeling om medewerkers te ondersteunen in hun continue streven naar een nog

http://www.azgroeninge.be/www.jointcommissioninternational.org

http://www.azgroeninge.be/www.jointcommissioninternational.org


toe te laten. HFST IV, afd. II, art.26, art.28

5. De verantwoordelijkheid inzake beroepsgeheim ligt niet zozeer bij diegene die het ontvangt en er al dan niet zorgvuldig mee omgaat maar bij het vrijgeven ervan. Het is niet alleen diegene die zaken leest die hem niet toehoren die in de fout gaat. Het is voornamelijk diegene die het geheim ontvangt en openbaar maakt, (los van of men het al dan niet leest) die in de fout gaat en hiervoor ook strafrechtelijk kan vervolgd worden.

6. Volg het principe van zorgvuldigheid en relevantie. Dit betekent vnl de (voorafgaande/vrije) geïnformeerde toestemming vragen om gegevens te delen; enkel die gegevens die betrekking hebben op de vraagstelling, die de patiënt niet kunnen tekort doen of kwetsbaar zijn; die noodzakelijk bijdragen tot zijn zorg; met diegenen die op hetzelfde moment aan eenzelfde opdracht werken. (Betrokkenheid en finaliteitsprincipe). Als de patiënt akkoord is dat men gegevens deelt is men a.h.w. ontslaan van de zwijgplicht echter niet ontslaan van de discretieplicht.Denk aan het verschil tussen ‘nice to know en need to know’.

7. Overrulen van deze zorgzaamheid kan enkel mits de psycholoog (die zelf de patiënt gezien heeft) oordeelt dat er acuut gevaar is voor de

psychische of fysische integriteit van de patiënt zelf of derden. (Hulpverleningsplicht vs geheimhoudingsplicht Art 458Sw en art 422bis Sw). Dan nog dient de patiënt hierover geïnformeerd te worden.

8. Het volstaat echter niet om het wetgevende kader als referentie voor ons ethisch, deontologisch handelen te hanteren. Dan hanteert men een plichtsethiek of regel-ethiek. Hiermee wordt de complexiteit van het ethisch handelen en de mens ontkend. Naast de regelethiek is de houdingsethiek of waardenethiek complementair in ons denken over ons handelen.

Mia Leijssen, Gids voor beroepsethiek, Acco, 2006

Isabelle Van der Straete, Johan Put; Beroepsgeheim en hulpverlening, die keure, 2005


Plichtsethiek of regelethiek vshoudings- of waardenethiek


Antwoord van de psychologencommissie op enkele concrete vragen:

Het antwoord van de psychologencommissie inzake een concrete vraag, waarbij vertrouwelijk gedeelde informatie door derden in het CPD wordt geplaatst.

Beste,

Ik had in deze graag een zeer formeel antwoord gekregen met betrekking tot de volgende problematiek.In een ziekenhuis werd afgesproken dat dossiers en verslagen van psychologen en psychiaters niet in het voor iedereen toegankelijk patiëntendossier worden geplaatst.Nu blijkt dat de dienst neurologie de hen toegestuurde psychologische en psychiatrische verslagen systematisch elektronisch of gescand toch in het voor iedereen toegankelijk patiëntendossier plaatst (ook als deze verslagen hen versleuteld worden toegestuurd, ook als ze alleen op papier worden doorgestuurd). De psychologen vragen op welke manier zij best reageren.

Geen verslagen meer doorsturen en alleen nog mondeling antwoorden op de gestelde vragen.

Alleen nog inhoudloze verslagen schrijven met beperkte conclusies.

De geneesheren in kwestie menen dat een hen toevertrouwde informatie hun eigendom wordt en dat zij daarmee doen wat hen zinvol voorkomt. Graag uw visie.

Geachte,

Als een instelling onvoldoende maatregelen neemt om de vertrouwelijkheid van dossiers te garanderen, in verhouding tot de richtlijnen in de tuchtregels voor psychologen (en andere beroepen), rust bij de betrokken psychologen ook een plicht om dit aan te kaarten (art. 28). Dat een beroepsbeoefenaar die een patiëntendossier zonder geldige reden inkijkt daarvoor gesanctioneerd kan worden, is in dat kader niet altijd een afdoende oplossing. Zo moet bijvoorbeeld ook verzekerd worden dat er effectief voldoende controle plaats vindt, en dat enkel personen onderworpen aan een beroepsgeheim toegang hebben tot de vertrouwelijke (zorggerelateerde) gegevens.

Het verder delen van vertrouwelijke informatie van psychologen door een arts, is uiteraard eveneens onderworpen aan enkele duidelijke criteria: niet alleen de criteria vermeld in de plichtenleer voor psychologen (art. 14) of artsen maar ook de criteria vermeld in de Wet op de patiëntenrechten. Bovendien moet elke professional een grote mate van respect betonen (in principe 100% maar er kan in uitzonderlijke gevallen wel van afgeweken worden, als dit door een hoger doel verantwoord wordt) voor de voorwaarden die andere professionals stellen bij het delen van bepaalde (soorten) informatie. Hetgeen u in uw vraag omschrijft, lijkt me dan ook totaal onaanvaardbaar.

Wat betreft uw vraag hoe de betrokken psychologen hier best op reageren, zou ik het VVPAZ, Hogeweg 19, 8200 Sint-Andries – Brugge www.vvpaz.be [email protected] Tel: 050 674767 en 050 452473 Pagina 8


volgende aanbevelen:- De (inhoud van) de doorgestuurde verslagen zodanig beperken dat het delen ervan (zoals ze vaststellen dat dit gebeurt) niet langer in contradictie is met de wensen van de cliënt/patiënt in kwestie. De psycholoog maakt daarbij voor zichzelf best een duidelijk onderscheid tussen informatie ter ondersteuning van de gezondheidszorg en de vertrouwelijke mededelingen van de patiënt.

- In elk verslag toevoegen op welke manier en via welk kanaal meer informatie bekomen kan worden + eventueel ook door wie. - Een gedetailleerder dossier bijhouden zonder dit te delen met personen die de wensen van de cliënt/patiënt niet of onvoldoende respecteren. De psycholoog moet immers zijn dossiers op een zodanige manier bijhouden dat de cliënt/patiënt baat heeft bij het desgevallende verstrekken van de informatie in het dossier. (Merk op: uitzonderlijk kan de beroepsbeoefenaar bepaalde informatie aan de patiënt onthouden, indien hij oordeelt dat ze op dat ogenblik een ernstig nadeel voor de gezondheid van de patiënt zou meebrengen.) (Ook belangrijk: in de wet patiëntenrechten wordt er een onderscheid gemaakt tussen ‘aantekeningen’ en ‘dossiers’. De aantekeningen die de psycholoog neemt, zijn een werkinstrument, een ruwe materie met het oog op de samenstelling van een dossier dat méér uitgewerkt is. Per definitie zijn aantekeningen persoonlijk en volledig vertrouwelijk. Zij kunnen alleen door de psycholoog zelf geraadpleegd worden.)- Bij de directie en eventuele andere gepaste instanties formeel protest aantekenen tegen alle praktijken die in contradictie zijn met de plichtenleer voor psychologen of artsen, of de Wet op de patiëntenrechten. Indien u hiervoor graag een formele brief namens de Psychologencommissie of haar voorzitter zou ontvangen, dan hoor ik dat graag.

Tenslotte nog dit: Volgens P. Vanneste (medewerker van de FOD Volksgezondheid) zijn psychologen al gebonden door de Wet betreffende de rechten van de patiënt. De Wet tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen werd op 2 april 2014 gepubliceerd. Die is al van kracht zelfs als het nog even wachten is op de uitvoeringsbesluiten die deze wet in de praktijk vorm zullen geven.

Verder vindt u in de bijgevoegde brochure ook meer informatie over de plicht voor de beroepsbeoefenaar en de instelling om patiëntendossiers op een veilige plaats te bewaren.

Met vriendelijke groeten,

Marie-Caroline de MûelenaerePsycholoog (862209527) | DeontologiePsychologencommissie - Commission des Psychologues+32 (0)2 513 93 51 - www.compsy.be

Volg deze koppeling.

In dit kader willen we nog verwijzen naar enkele veelgestelde vragen op de webpagina van de psychologencommissie: htps://www.compsy.be/faq?categorie=27&vraag


https://www.compsy.be/faq?categorie=27&vraag

https://www.compsy.be/faq?categorie=27&vraag

http://www.compsy.be/

http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&cn=2014040451&table_name=wet





U kunt de koppelingen naar deze relevante vragen in de onderstaande tekst volgen door op de vraag te gaan staan, ctrl induwen en klikken om de koppeling te openen.

- Moet ik een dossier bijhouden van mijn cliënten en ervoor zorgen dat ze hun dossier kunnen inkijken?

- Welke informatie over mijn cliënt mag ik verstrekken aan een verzekeraar of een adviserend arts ?

- Wat als een bevoegdheid (rechter, politie) me vraagt mijn zwijgplicht te doorbreken?

- Mag ik een verslag schrijven over de toestand van een minderjarige op vraag van één of beide ouders?

- MAG of MOET een psycholoog zijn zwijgplicht doorbreken bij gevaar of misdrijf? (Uitleg bij artikel 12)

- In hoeverre draag ik, als psycholoog, de verantwoordelijkheid voor het ethisch handelen van mijn medewerkers niet-psychologen (art.26)?

- Hoe verhoudt de geheimhoudingsplicht van het strafrechtelijk onderzoek voor expert-psychologen zich tot het informatierecht van de cliënt?

Informed Concent:

Art. 19 van het KB inzake de plichtenleer van de psycholoog: De vrije en geïnformeerde toestemming van de cliënt, proefpersoon of van zijn wettelijke vertegenwoordiger is vereist voorafgaand aan elke handgeschreven, audiovisuele, informatica- of andere vorm van registratie van de gegevens die op hem betrekking hebben. Dit geldt eveneens voor de overdracht van gegevens ongeacht voor welk doeleinde deze overdracht gebeurt. De houders van het ouderlijk gezag geven hun toestemming als vertegenwoordigers van een minderjarige, maar iedereen die dit geregistreerde klinisch materiaal voor opleidingsdoeleinden wil gebruiken moet rekening houden met de leeftijd die het kind op dat ogenblik heeft bereikt. Als het kind in tussentijd meerderjarig is geworden, moet men de toestemming vragen van de persoon die meerderjarig is geworden. Elke persoon behoudt het toegangsrecht tot de geregistreerde gegevens die hem aangaan, en alleen tot die gegevens. De psycholoog zorgt ervoor dat documenten die zijn opgesteld in het kader van zijn werk altijd op dusdanige wijze worden opgemaakt en bewaard dat zij het beroepsgeheim vrijwaren.

Het is duidelijk dat

- de patiënt geïnformeerd moet zijn- toestemming moet geven

over VVPAZ, Hogeweg 19, 8200 Sint-Andries – Brugge www.vvpaz.be [email protected] Tel: 050 674767 en 050 452473 Pagina 10

http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/loi_a1.pl?language=nl&la=N&cn=2014040229&table_name=wet&&caller=list&N&fromtab=wet&tri=dd+AS+RANK&rech=1&numero=1&sql=(text+contains+(''))#Art.20

http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/loi_a1.pl?language=nl&la=N&cn=2014040229&table_name=wet&&caller=list&N&fromtab=wet&tri=dd+AS+RANK&rech=1&numero=1&sql=(text+contains+(''))#Art.18


- het bijhouden van informatie met betrekking tot de patiënt - het delen van informatie over de patiënt.



Besluitend:

VVPAZ informeert haar leden, maar heeft niet de autoriteit om richtlijnen te (her)schrijven.Inzake de vraag welke informatie we met wie kunnen delen zijn er enkele belangrijke en duidelijke uitgangspunten, waardoor we, als we ze naleven, wel eens in aanvaring kunnen komen met wie enkele zaken graag anders ziet.De wetgever hecht een bijzonder groot belang aan de autonomie en het volwaardig partnerschap van de hulpzoekende in de onderzoeks- of therapeutische relatie met zorgverleners. De patiënt is duidelijk niet van de arts of van de psycholoog. De patiënt is van de patiënt.De patiënt geeft, nadat hij/zij voldoende geïnformeerd is, een beperkt mandaat aan de zorgverlener. Inzake het verslag betekent dit dat er met betrekking tot de specifieke vraag mag gerapporteerd worden aan wie eveneens bij het beantwoorden van die vraag betrokken is en dat er alleen mag gerapporteerd worden wat voor het antwoord relevant is. Het is dus logisch dat er geen mandaat is om de informatie, die relevant is in de specifieke context, waarin onze tussenkomst gevraagd werd, op plaatsen waar die vraag niet aan de orde is, zichtbaar of kenbaar te maken. De wetgever heeft de psychologie erkend als een autonoom gezondheidszorgberoep.De patiënt is niet van de arts. De psycholoog is niet van de arts. De wetgever legt de verantwoordelijkheid over het bewaken van de ons toevertrouwde informatie dan ook bij ons.


De wetgever hecht een bijzonder groot belang aan de autonomie en het volwaardig partnerschap van de hulpzoekende in de onderzoeks- of therapeutische relatie met zorgverleners.

Reacties en bijkomende vragen m.b.t. dit thema graag via:

[email protected]


Dat betekent dat wij erover moeten waken dat onze informatie niet verspreid wordt op plaatsen waar ze niet relevant is voor het ons gegeven mandaat. Dat betekent concreet dat wij niet mogen toelaten dat onze informatie in een voor iedereen toegankelijk centraal dossier wordt geplaatst.

Lees het bovenstaande niet als een advies of richtlijn, maar als een poging om de nieuwe regelgeving te verduidelijken voor allen die er als psycholoog, patiënt, arts, directie … bij betrokken zijn. Van de Psychologencommissie gaat naar psychologen wel een duidelijk advies uit. Van de Psychologencommissie gaat tegelijk een duidelijke waarschuwing uit.

Blijft het hele vraagstuk verwarrend voor u, dan hopen wij met deze nieuwsbrief uw verwarring op een hoger niveau te hebben getild.

Nieuws:

De afdelingen “programmatie & erkenning”, “financiering” en “permanente werkgroep psychiatrie” van de Nationale gezondheidsraad publiceerden op 9 juli ll een gezamenlijk advies inzake een prospectief en programmageöriënteerd financieringssysteem.

De sector geestelijke gezondheidszorg heeft dringend nood aan een nieuw financieringssysteem dat steunt op de uitgangspunten van de toekomstige ontwikkeling en organisatie van de sector zoals vraaggestuurde zorg, meer zorg op maat, verdere vermaatschappelijking, een continuüm van zorg, de ontwikkeling van zorgprogramma’s en netwerken, … De huidige financiering is teveel gericht op structuurgegevens en houdt onvoldoende rekening met de zorgintensiteit en de doelgroepen. Bovendien ontbreken stimuli om samen te werken met partners binnen en buiten de sector (1ste lijn, welzijn, tewerkstelling, cultuur, wonen, onderwijs, …). De permanente werkgroep psychiatrie adviseert een prospectief en programmageoriënteerd financieringssysteem. Het is een conceptueel en geen technisch uitgewerkt advies. De doelgroepgerichte zorgprogramma’s (kinderen en jongeren, volwassenen, ouderen en enkele categorale doelgroepen) situeren

zich over de verschillende zorgvormen heen (ziekenhuizen, ambulante centra voor geestelijke gezondheidszorg, psychiatrische verzorgingstehuizen, beschut wonen, revalidatiecentra, individuele zorgverstrekkers, …) en bestaan uit verschillende modules (intensief kortdurend, langdurige zorg,

residentieel, ambulant, …). Per module wordt in functie van een evenwichtige en objectiveerbare mix van parameters (inhoud van de zorg, patiëntenkenmerken, toezicht, …) een prospectief budget bepaald. Naast de


Het is dus logisch dat er geen mandaat is om de informatie, die relevant is in de specifieke context, waarin onze tussenkomst gevraagd werd, op plaatsen waar die vraag niet aan de orde is, zichtbaar of kenbaar te maken.


zorgactiviteit wordt ook voor alle andere activiteiten een deelbudget uitgewerkt: de financiering van de infrastructuurkosten, de bedrijfsfinanciering, en de financiering van de medische activiteit. Voor deze laatste activiteit wordt een globale opdrachtenfinanciering geadviseerd. Er wordt ook bijzondere aandacht besteed aan de adequate financiering van de vaste kosten, en van de specifieke opdrachten, taken en kosten (bij voorbeeld: permanentie van expertises 24/24, spoedgevallen, opleiding, onderzoek en onderwijs, statuut van de werknemers...). De invoering van dit nieuw financieringssysteem impliceert een dynamische programmatie van zorgprogramma’s en het realiseren van deze programma’s in netwerken.

Het nieuw financieringssysteem moet enerzijds leiden tot een doelmatig en effectief gebruik van de bestaande middelen, gecorrigeerd voor elke onderfinanciering, en anderzijds tot additionele middelen voor preventie, vroegdetectie en specifieke doelgroepen (forensische psychiatrie, kinderen en jongeren,…), de coördinatie- en werkingskosten van de netwerken,…. Voorts creëert het nieuw financieringssysteem meer mogelijkheden voor het sociaal ondernemerschap. Het advies eindigt met een innovatief voorstel om voor een bepaalde groep van patiënten en bewoners ad experimentum een systeem van persoonsvolgende financiering te onderzoeken. Meer lezen? Hier klikken.

Minister Maggie De Block heeft in de kamer geantwoord op diverse vragen: “Madame Onkelinx, aujourd'hui encore, des concertations ont lieu avec tous les stakeholders au niveau du cabinet, en parallèle, bien entendu, avec l'administration. Nous avons régulièrement euplusieurs contacts avec les diverses associations qui représentent ces professions afin d'avancer évidemment vers l'installation de ces conseils, qui est très attendue sur le terrain. La Vlaamse Vereniging van Orthopedagogen adéposé une requête en annulation auprès de la Cour constitutionnelle. Il s'agit, entre autres, de la description descompétences des orthopédagogues et de la composition du Conseil fédéral de la psychologie clinique et de l'orthopédagogie clinique. Enfin, ma cellule stratégique a pris l'initiative de trouver un accord avec cette association. En effet,nous savons qu'une requête en annulation auprès de la Cour constitutionnelle ne nous aiderait pas à avancer. L'annulation de certaines dispositions de la loi compliquerait gravement sa mise en oeuvre. Nous avons donc pu aboutir à un consensus. Pour ce qui est des psychothérapeutes, on peut regretter qu'ils ne soient pas repris dans l'arrêtéroyal de 1978 - nous savons tous comment cela s'est passé -, mais dans une loi distincte. Cette question fait actuellement l'objet d'une analyse approfondie et concertée par les conseillers de mon cabinet. Il s'agit de voir comment nous pouvons avancer en parallèle à la loi de 1978. S'agissant des remboursements, une étude a été commandée au kenniscentrum. Ce rapport nous permettra de débattre du fond. Entre-temps, la loi du 4 avril dernier, dont l'entrée en vigueur est maintenue au 1er septembre 2016, devra être exécutée. Nous mettons tout en oeuvre pour y parvenir.Des réunions sont encore prévues pour demain. Nous souhaitons progresser pendant les vacances et tout essayer pour respecter l'échéance légale du 1er septembre 2016. Évidemment, nous discutons aussi en parallèle des modalités de remboursement, comme le prévoit l'accord. En tout cas, le plus important est que les Conseils soient installés, de sorte que la loi pourra entrer en vigueur à cette date. Je le dis à l'intention des personnes qui s'impatientent, ceque je comprends parfaitement: la date prévue n'a pas été fixée au hasard. Nous savions en effet qu'il restait encore beaucoup de noeuds à démêler. Nous savions également qu'il fallait encore discuter sur de nombreuses modalités. Mais nous avançons.”


http://www.health.belgium.be/filestore/19103861/2015%2007%2009%20-%20NRZV%20D%20446-2%20-%20gezamenlijk%20advies%20GGZ.pdf


Aankondigingen:15 jaar geheugenkliniek:uitdagingen voor de toekomst…

Het Centrum voor Cognitieve Stoornissen (CCS), een samenwerkingsinitiatief tussen de diensten geriatrie, neurologie, psychiatrie en klinische psychologie van het AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV, nodigt u uit op zijn feestelijk symposium.

Zaterdag 17 oktober 2015Auditorium VLM-gebouw – Velodroomstraat 28, BruggeProgrammaModerators: Lieselotte Geerolf, klinisch psycholoog & Joris Vlaemynck, verpleegkundige• 8:30 - 9:00: onthaal met koffie• 9:00 - 9:10: InleidingJoris Vlaemynck, verpleegkundig coördinator CCS• 9:10 - 9:30: Update geheugenkliniek ‘versie 2.0’.Raf Van Hoeyweghen, geriater• 9:30 - 9:50: DSM 5 en dementie: een nieuw diagnostisch kader?Lieve Lemey, ouderenpsychiater, medisch coördinator CCS 2015 - 2016• 9:50 - 10:10: Biomerkers, hoop of hype?Bruno Bergmans, neuroloog• 10:10 - 10:30: Neuropsychologische diagnostiek: vroeg versus vlug.Evy Maes, klinisch psycholoog• 10:30 - 10:50: Frailty en dementie: een eigen dimensie.Greet Lambert, geriater10:50 - 11:20: PAUZE met koffie en versnaperingModerators: Yerma Coppens, geriater & Ilse Hinderyckx, maatschappelijk assistent• 11:20 - 11:40: Nieuwe behandelingen bij ziekte van Alzheimer: stilaan hoop op genezing?Olivier Deryck, neuroloog• 11:40 - 12:00: Van revalidatie tot coaching: aangepaste cognitieve zorg.Lut Craeynest, klinisch psycholoog en Bieke De Brabander, ergotherapeut• 12:00 - 12:40: De psychosociale zorg voor personen met dementie: recente evoluties in de praktijk en het beleid.Prof. dr. Chantal Van Audenhove, buitengewoon hoogleraar KU Leuven, directeur LUCAS• 12:40 - 13:00: Discussie

DatumZaterdag 17 oktober 2015 van 8:30 tot 13:00PlaatsAuditorium VLM-gebouw.Velodroomstraat 288200 BruggeRouteplan: https://www.vlm.be/nl/themas/over_VLM/Contact/Paginas/VLM_Brugge.aspxInschrijving• Inschrijvingsbedrag: € 30• Personeel van WZC met een samenwerkingsverband met AZ Sint-Jan: € 15• Inschrijving:− Mail uw naam, adres, functie en plaats tewerkstelling naar:[email protected]− Het inschrijvingsgeld dient gestort te worden op rekeningnummer BE74 0017 6155 9507 van symposium geheugenkliniek met vermelding van uw naam. (1 storting per persoon!)− Uw inschrijving is pas definitief na aanmelding via mail én na storten van het inschrijvingsgeld.− Het aantal inschrijvingen is beperkt.• Accreditering aangevraagd.Info: [email protected] of (050) 45 31 6

On)bezorgd kind zijn. Houdt de datum van 26 september 2015 alvast vrij op uw agenda.



We voorzien een vergadering op dinsdag 22 september 2015. Als er kandidaten zijn om de vergadering bij hen te laten doorgaan, wil dan ASAP contact opnemen met [email protected]

Op de vergadering van november ll werd het voorstel gelanceerd om de werking van de VVPAZ beter te organiseren.

VVPAZ is daarom op zoek naar:

- Mensen die mee willen denken en snel antwoorden willen formuleren op vragen van leden (buiten de nieuwsgroep), die in overleg met andere verenigingen willen meedenken en mee in gesprek gaan, die sprekers willen helpen zoeken, …. (We zouden hier rond dan een snel uitwisselingsplatform maken, waardoor niet alle antwoorden alleen door de secretaris geformuleerd worden).

- We hebben al iemand gevonden, die mee de financiën beheert (er is veiligheid ingebouwd in verband met de uitgaven).

- Een of meerdere mensen, die zich willen engageren om sponsoring te zoeken (voor de vereniging op zich, voor activiteiten, voor initiatieven zoals “de dag van de psycholoog”).

- Mensen die concreet eens willen samen zitten rond controle e-adressen, stroomlijnen van de administratie, …

- Mensen die straks de kar willen trekken. - Mensen met een talent of die zo’n talent willen ontwikkelen (inzake sociale media, informatie opzoeken,

wetgeving, ….).- Mensen die mee in overleg en dialoog willen gaan met overheden en instanties. - Ann Verhaert en Wim Schrauwen hebben zich reeds opgegeven voor de werkgroep verstrekkingen. Zijn er

nog belangstellenden? Heb je interesse voor een of meerdere van deze taken. Laat het ons weten op [email protected]


mailto:[email protected]



Planning van de komende vergaderingen ( alle data en locaties voor 2015 en 2016).

voorstel: 5 vergaderingen / jaar

- 1 per provincie- wisselende locaties, waardoor de bereikbaarheid en de kosten gespreid worden. - activering van de leden- Vergadering met een vast stramien

- spreker- actualiteit- wetgeving en beleid- informatie- ledenwerking

- Concreet:- September: - November:- Januari:- Maart: - Mei

Datum Plaats Spreker(s) Andere onderwerpen

September 22 september 2015

Christiaan Schotte

Er werd een spreker van de FOD Volksgezondheid gevraagd.

Het advies HGR 9194 " Definitie en het profiel van de bevoegdheden van de klinische / gezondheidszorg psycholoog in België "?

Hoe willen ziekenhuispsychologen vergoed worden?

November

Januari

Maart

Mei

Graag uw voorstellen op: [email protected]

Stefaan Decorte

Psycholoog



De plaats van het... · Web view28 juli 2015 VVPAZ-Nieuwsbrief Themanummer VVPAZ, Hogeweg 19, 8200...

Documents

Transcript of De plaats van het... · Web view28 juli 2015 VVPAZ-Nieuwsbrief Themanummer VVPAZ, Hogeweg 19, 8200...