De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

72
BWMSTR 1 Bob Van Reeth 1999 2 Marcel Smets 2005 3 Peter Swinnen 2010 1 2 3 BWMSTR MANDAAT

description

De kreet van de Ruimte 3 - Anne Malliet

Transcript of De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

Page 1: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

BWMSTR

1 Bob Van Reeth 1999 2 Marcel Smets 2005 3 Peter Swinnen 2010

1 2 3

BWMSTR MANDAAT

Page 2: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet
Page 3: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

BWMSTR BWMSTR

Page 4: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

1.1 Drieledig interpretatie kader

BELEID

WOON-PRODUCTEN

OPERATIONEEL KADER

RSVDecreet Grond- en Panden beleidWoonbeleidFiscaliteit…

VerkavelingenFermetteRijwoningWoontorenJumbofermette…

Private marktSociale woningbouwOpdrachtgeverschapStadsontwikkelings-bedrijven…

Page 5: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

RSV = onvoldoende trendbreuk: 60/40 niet gehaald, toegenomen suburbanisatie,...

60/40 verhouding volgens hypothese van stedelijke afbakening

Selectie van gemeenten die volgens RSV tot stedelijk gebied behoren. De doelstelling van 60/40 verhouding in de woningbouwproductie in stedelijk en buitengebied is bijna gehaald volgens de tweede definitie

Page 6: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

Bestaande patrimonium

90% van de woningen van 2020 nu reeds gebouwd zijn. Hoe we omgaan met het bestaande patrimonium blijft een belangrijke uitdaging voor de toekomst. Van alle woningen is 80% een ééngezinswoning, waarvan het grootste aandeel vijstaand is. Daarnaast behoort de overige 20% tot de categorie appartement.

Page 7: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

Bestaande patrimonium

Twee belangrijke vaststellingen zijn:1. de grote concentratie aan slechte woningen in vooral de 19de eeuwse gordel van de stedelijke gebieden. Dit structureel probleem raakt niet opgelost door fiscale voordelen en subsidies voor private eigenaars.2. Een groot deel van de verkavelingswijken dateert uit de jaren 1950 tot 1980. Ondertussen zijn de oorspronkelijke bewoners verouderd en verhuizen zij naar een kleinere woning of appartement in de kern. Deze woningen beantwoorden niet meer aan de veranderende vraag onder druk van vergrijzing en verdunning en kunnen moeilijk worden getransformeerd door verouderde regelgeving.

Page 8: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

Nieuwbouw

1. Mutatie van de verkaveling. Nieuwe verkavelingen zijn vandaag aan veranderingen onderhevig onder druk van de relatieve grondschaarste en de optimalisatie van het rendement worden woningen kleiner en compacter. De tuin wordt een schamel lapje grond. De verkaveling wordt een gepreformateerd product. Er is de toename van de ‘sleutel-op-de-deur fermette’ en we zien meer en meer in wijken van koppel- of rijwoningen. Dit is een verdichtende tendens conform RSV, maar de kwaliteit en duurzaamheid roept vele vragen op. De vraag is ook of dit nog beantwoord aan het ideaal van het ‘buitenwonen’.

Page 9: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

Nieuwbouw

1. Mutatie van de verkaveling.

2. Toename van het aandeel appartementen. Vanaf 2002 de productie van appartementen even omvangrijk als ééngezinswoningen en in 2006 was 60% van het aantal nieuwe woningen van het type appartement. - In stedelijke context zijn er twee tendensen: enerzijds zien we in strategische stadsprojecten een zeker typologische vernieuwing en innovatie dankzij publiek-private samenwerking. Anderzijds komt deze kwaliteit niet terug in het doorsnee appartementsgebouw (of middenschalig stadsproject).- In buitengebied stellen we een ‘verappartementisering van dorpskernen’ vast. Bij jumbofermettes zit een monotone stapeling van appartementen verborgen achter een façade met de stijlkenmerken herneemt van de fermette.

Page 10: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

Nieuwbouw

1. Mutatie van de verkaveling.

2. Toename van het aandeel appartementen. Vanaf 2002 de productie van appartementen even

3. Sociale huisvesting.Traditioneel is deze sector een voortrekker op vlak van innovatie in de woningbouw. Vandaag de dag speelt de sector echter veel minder deze rol en onderscheid ze zich vooral door haar sterke normering. Dit maakt dat naar kwantitatieve eisen (aantal m2 leefruimte, bergruimte, buitenruimte, uitrusting keuken etc.) deze het vaak beter doen dan woningen in de private sector. Op vlak van architecturale en stedenbouwkundige kwaliteit, wat veel moeilijker te normeren valt, bestaan er echter nog relatief weinig hedendaagse voorbeeldprojecten.

Page 11: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

Private productieproces

De structuur met van de woningmarkt met drie vierde van de woningen in eigendom, gaat samen met een typisch Vlaams productieproces. Het initiatief van de woningbouw en renovatie ligt bij de individuele huishoudens. Deze bouwen binnen de klassieke constellatie bouwheer – architect – aannemer. Dit is een arbeidsintensief en weinig efficiënt productieproces. Niettegenstaande de typische kleinschaligheid van de Vlaamse woningbouwproducenten, kan er een trend worden vastgesteld in de richting van een toenemende professionalisering

Page 12: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

(Semi-)publiek productieproces

1. Sociale huisvestingssector: deze productieketen loopt langs de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en de sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s). In totaal telt Vlaanderen zo’n 93 sociale huisvestingsmaatschappijen die samen ongeveer 142.368 woningen beheren. In vergelijking met het buitenland zijn dit kleine spelers. In Nederland bijvoorbeeld, met 35% sociale huurwoningen zijn er 430 woningcorporaties aan het werk, goed voor 2,4 miljoen woningen.

2. Stadsontwikkelingsbedrijven. Zij richten zich op gebieden in de stad die om één of andere reden niet worden ontwikkeld door de private sector. Vaak treden zij op als partner van belangrijke stadsontwikkelingsprojecten. Een aantal stadsontwikkelingsbedrijven brengt zelf ook woningen op de markt,waarbij wordt ingezet op een betaalbare en kwalitatieve architectuur. De totale woonproductie die gehaald wordt, blijft echter beperkt.

AG Vespa realiseerde in de eerste zes jaar werking 85 woningen. In 2010 waren 45 projecten in uitvoering, goed voor 197 woningen. AGSOB in Gent realiseert zo een tiental projecten per jaar.

Page 13: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

1.1.4 Conclusies

1. Wat in een trendvolgende scenario?

2. Zand in de mechaniek van de woonproductie?

3. Zes uitdagingen van het wonen

Page 14: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

1. Trendvolgende scenario

Vlaanderen bestaande toestand2010

Vlaanderen bestaande toestand + woonuitbreidingsgebieden & woonreservegebieden

Vlaanderen bestaande toestand + woonuitbreidingsgebieden + onbebouwde percelen in woongebied

Page 15: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

2. Zand in de mechaniek?

BELEID

WOON-PRODUCTEN

OPERATIONEEL KADER

MAATSCHAPPE LIJKE UITDAGINGEN - Betaalbaarheids probleem?- Grondschaarste- Energiezuinigheid

& duurzaamheidstechnologie- Mobiliteits uitdaging- Geen duurzame

woonomgevingen

Page 16: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

3. Zes uitdagingen van het wonen

Op basis van de literatuurstudie, interviews en workshops kunnen we een reeks uitdagingen van het wonen scherpstellen. Op verschillende van deze uitdagingen zoeken actoren reeds naar oplossingen. Dit kan echter niet tot een trendbreuk leiden. Om dit te bereiken moeten de uitdagingen in een ruimer verband geplaatst worden. Dit gebeurt in het tweede deel in de opgaven. De uitdagingen zijn:

1 - Strategisch saneren van het stadsweefsel met grondgebonden en nieuwe vormen van collectief wonen

2 - Kwalitatieve transformatie van dorpen

3 - Regeneratie van bestaande verkavelingen

4 - Herdenken van het klassieke verkavelingsmodel

5 - Omgaan met permanente bewoning op campings en weekendverblijven

6 - Versterken van de rurale nederzettingenstructuur

Page 17: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

Kansen en opgaven

TRENDBREUK

Maatschappelijke uitdagingen- Betaalbaarheidsprobleem?- Grondschaarste- Energiezuinigheid & duurzaamheidstechnologie- Mobiliteitsuitdaging- Geen duurzame woonomgevingen

BELEID

WOON-PRODUCTEN

OPERATIONEEL KADER

RSVDecreet Grond- en Panden-beleidWoonbeleidFiscaliteit…

VerkavelingenFermetteRijwoningWoontorenJumbofermette…

Private marktSociale woningbouwOpdrachtgeverschapStadsontwikkelings-bedrijven…

BESTAANDE MECHANIEK VISIONAIRE WONINGBOUW

Maatschappelijke uitdagingen beantwoord:- Betaalbaar wonen- Spaarzaam ruimtegebruik- Energiezuinig wonen- Duurzaam openbaar vervoer- Duurzame en kwalitatieve woonomgevingen

BELEID

WOON-PRODUCTEN

OPERATIONEEL KADER

Nieuwe typologieën van:Grondgebonden woning / Collectief woongebouw /Verkaveling

Duurzame armatuurStadsregio /Tussengebied /Platteland

BouwgroepenCo-housingErfpachtConsortia ...

2.1 Naar een trendbreuk in de mechaniek van de woonproductie

Page 18: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

Pilootprojecten Wonen

Nieuwe vormen van collectiviteit

Page 19: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

98

Het vastgoedpatrimonium in beheer van de Sociale huisvestingsmaatschappijen vertegenwoordigt een

aanzienlijk ontwikkelingspotentieel voor Vlaanderen. Dit potentieel schuilt in (1) het feit dat deze gronden in één hand zitten, meer bepaald eigendom zijn van de erkende maatschappijen en bijgevolg vatbaarder zijn voor directe sturing vanuit het beleid; in (2) de doorgaans goede ligging van deze wijken, grotendeels aansluitend bij en verweven met de bestaande kernen; in (3) de mogelijkheid een belangrijke ruggensteun te leveren aan de opwaardering van het bestaande patrimonium; en in (4) de marge voor verdichting en collectieve woonvormen die schuilt in het wat achterhaalde woonmodel van geschakelde laagbouw, op individuele leest geschoeid en met een overmaats publiek domein. Het ontwikke-lingspotentieel van deze gronden en wijken werd onderzocht via ontwerpstudies op 5 bestaande sociale woonwijken, gevoed door intensieve workshops met pri-vate en gemeentelijke ontwikkelaars, en met vertegenwoordigers van de sociale huisvestingsmaatschappijen.

Die ontwerpstudies leveren een aantal heldere ambities en doelstellingen voor de transformatie van dit patrimonium. Ten eerste wordt gestreefd naar een verhoging van de sociale mix in de betreffende wijken door de inbreng van een belangrijk aantal marktconforme entiteiten, al dan niet ontwikkeld door de huisvestings-maatschappij of een andere ontwikkelaar, particulier of gemeentelijk. Het principe daarbij is dat het aantal sociale woningen op zijn minst op peil blijft. Ten tweede wordt gezocht naar ruimtelijk kwalitatieve modellen die kunnen omgaan met ver-schillende types wijken, schalen en omgevingen. Ten derde kan geconcentreerde vervangbouw aan hogere dichtheid zorgen voor verhuisrotaties binnen de wijk wat het (energie)renovatieprogramma voor deze wijken vergemakkelijkt. Tot slot

team_01

De Nieuwe Wijk

Verspreid over Vlaanderen ligt een aanzienlijk patrimonium aan sociale woonwijken. Deze publieke gronden zijn een strategische hef-boom van en voor de overheid om sturing te geven aan het woonbeleid. De grootschalige renovaties die zich opdringen kunnen worden aangegrepen om hier met nieuwe visies, en in coalities met publieke en/of private partners, een sterkere sociale menging en een belang-rijke verdichting te realiseren.

Dierendonckblancke ArchitectenL.U.S.T. ArchitectenHaerynck Vanmeirhaeghe architecten

De Nieuwe Wijk

Page 20: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

1.

2.

3.

4.

5.

19

Page 21: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

5.4

5.2

5.5

5.1

5.3

Page 22: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

BeginfaseϮϭ͕Ϯ�ǁŽŶŝŶŐĞŶͬŚĂ

Eindfase (x2,0)ϰϭ͕ϵ�ǁŽŶŝŶŐĞŶͬŚĂ

Tussenfase (x1,5)ϯϭ͕ϲ�ǁŽŶŝŶŐĞŶͬŚĂ

d. Stappenplan

BeginfaseϮϭ͕Ϯ�ǁŽŶŝŶŐĞŶͬŚĂ

Eindfase (x2,0)ϰϭ͕ϵ�ǁŽŶŝŶŐĞŶͬŚĂ

Tussenfase (x1,5)ϯϭ͕ϲ�ǁŽŶŝŶŐĞŶͬŚĂ

d. Stappenplan

BeginfaseϮϭ͕Ϯ�ǁŽŶŝŶŐĞŶͬŚĂ

Eindfase (x2,0)ϰϭ͕ϵ�ǁŽŶŝŶŐĞŶͬŚĂ

Tussenfase (x1,5)ϯϭ͕ϲ�ǁŽŶŝŶŐĞŶͬŚĂ

d. Stappenplan

Page 23: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet
Page 24: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

1514

team_01

DE RING—De ring voorziet de sociale woonwijk van een duidelijke identiteit. Kavels met bungalows aan de rand van de wijk worden in een aantal stappen vervangen door een gordel gestapelde woningen. Dit model is gericht op de villabewoners van de verkavelingswijken rondom. Zij zien zich op een bepaald moment geconfronteerd met een te groot huis en een te grote tuin en vinden een aangepaste woonvorm aan de overkant van de straat.—(1) Beginfase 44,0 woningen/ha

(2) Eindfase (x3,1) 135,3 woningen/ha

1 2

Page 25: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

1514

team_01

DE RING—De ring voorziet de sociale woonwijk van een duidelijke identiteit. Kavels met bungalows aan de rand van de wijk worden in een aantal stappen vervangen door een gordel gestapelde woningen. Dit model is gericht op de villabewoners van de verkavelingswijken rondom. Zij zien zich op een bepaald moment geconfronteerd met een te groot huis en een te grote tuin en vinden een aangepaste woonvorm aan de overkant van de straat.—(1) Beginfase 44,0 woningen/ha

(2) Eindfase (x3,1) 135,3 woningen/ha

1 2

Page 26: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

10

75 km2*Sociaal bebouwde gronden

15 km2**Sociale grondvoorraad

90 km2

* Oppervlakte in eigendom van de VMSW en de sociale huisvestingsmaatschappijen

** Oppervlakte van de reservegronden, gelegen in woon-gebied en woonuitbreidingsgebied in eigendom van de VMSW en de sociale huisvestingsmaatschappijen

De oppervlakte ingenomen door bestaande sociale huur–woningen wordt geschat op basis van 20 woningen/hectareBronnen: www.vmsw.be/nl/algemeen/statistieken, http://aps.vlaanderen.be/sgml/largereeksen/2475.htm

Page 27: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

2120

Hoe kunnen we een belangrijk deel van de nieuw te bouwen woningen in stedelijk gebied gerealiseerd

krijgen? Deze vraag staat in deze ontwerpstudie centraal. Er wordt daarbij niet gefocust op de kernstad of de 19e eeuwse wijken, omdat daarvoor zowel de visies, het beleidsinstrumentarium, als de best practices reeds bestaan. Het is in het bijzonder het gebied rondom onze kernsteden — de voorstad die tijdens de 20e eeuw is verstedelijkt — die vandaag een onontgonnen terrein blijkt. Hier is de druk van de verstedelijking vaak erg groot, en ligt er nog een groot potentieel voor verdichting. Maar zowel visie als beleidsinstrumenten ontbreken voor de herontwikkeling van dit deel van verstedelijkt Vlaanderen.

Via een inventaris van het heterogene voorstedelijke weefsel van Antwerpen werd een canon opgesteld van leesbare en typische ensembles. Het zijn woon- en wijkontwikkelingen die op verschillende momenten, naast en los van elkaar zijn gerealiseerd. Vaak waren ze in oorsprong ideaalvisies voor eigentijdse wijken: hoogbouwwijken, nationale werven, enz. Vandaag zijn ze vaak zwaar verbouwd, en hebben ze een woningenpatrimonium dat in slechte staat is, problematisch qua energieverbruik en comfort. Groenvoorzieningen zijn in verval en onbruik geraakt, de openbare ruimte volledig door de auto ingepalmd. Deze wijken van de Vlaamse voorstad worden vandaag geconfronteerd met een aantal belangrijke

team_02

Vacante voorstad

Tijdens de 20ste eeuw zijn heel diverse woon- en wijkprojecten als losse stukken stad rondom de steden gebouwd. Deze voorste-den zijn vandaag vaak verouderd, maar hun private eigendomsstructuur bemoeilijkt een gestructureerde herontwikkeling. De voorge-stelde methodiek probeert dit via een win-win te doorbreken. Per stuk stad wordt een ver-dichtingsproject ingezet als middel en als fi-nancieringsbron om de gedeelde problemen van deze wijken aan te pakken. Zo wordt de vacante ruimte in de Vlaamse voorsteden de voedingsbodem voor een duurzame verdich-ting.

Onderzoekscel stadsontwerp (OSO, Universiteit Antwerpen)BULK architectenCollectief NoordCLUSTER Landschap en StedenbouwSofie Vanderlinden

RUIMTELIJKE SPREIDING EN OPPERVLAKTE VAN ENSEMBLES IN ANTWERPEN—Er worden 4 types van ensembles geïdentificeerd. ‘Amelinckxen’ zijn de typische hoogbouwwijken van de jaren 1970. ‘Tuinwijken’ staan voor coherent ontworpen laagbouwwijken met (half)vrijstaande woningen zowel in hun meer geïnspireerde als hun verwaterde vorm. De ‘nationale werven’ staan voor woonwijken die onder het gelijknamige programma vanaf 1946 gebouwd wer-den, maar evengoed voor andere wijken opgebouwd uit een uniforme repetitie van rij- of beletagewoningen uit andere periodes. In de ‘morfologo’s’ herken-nen we de bekommernis uit late jaren 1960 en 70 om woonwijken te maken op maat van de mens, zonder de ver-vreemding van de strikte orthogonaliteit van de modernisten.

Vacante Voorstad

Page 28: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet
Page 29: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet
Page 30: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

9$&$17(�(16(0%/(6

��

D[RQRPHWULH�FRQFHSWD[RQRPHWULH�EHVWDDQGH

&RQFHSW

+HW� JHELHG� WXVVHQ� GH� EHVWDDQGH� WRUHQV� ZRUGW� RSJHGHHOG� LQ� NDYHOV�� � (ONH� WRUHQ� YDOW� ELQQHQ� GH� FRQWRXU� YDQ� ppQ�NDYHO��/DQJV�NURQNHOHQGH�VWHJHQ�RQWVWDDQ�ERXZYHOGHQ�RS�PDDW�YDQ�HHQ�FROOHFWLHI�ZRRQSURMHFW��'H�ZRRQSURMHFWHQ�KHEEHQ� JURWH� JHPHHQVFKDSSHOLMNH� WXLQHQ� GLH� ]LFKWEDDU� ]LMQ� YDQDI� GH� VWHJHQ��'RRU� GH� UXLPWH� WXVVHQ� GH� WRUHQV� WH�YHUNDYHOHQ�HQ�WH�EHERXZHQ�ZRUGHQ�GH�WRUHQV�PLQGHU�]LFKWEDDU�YDQXLW�GH�VWHJHQ��'H�ZRQLQJHQ�ZRUGHQ�EHUHLNW�YLD�GH�JHPHHQVFKDSSHOLMNH�WXLQ��3ULYDWH�WHUUDVVHQ�YXOOHQ�GH�WXLQ�DDQ��'H�EHVWDDQGH�KRRJERXZ�ZRUGW�JHUHFRQYHHUG�QDDU�GH�QRGHQ�YDQ�YDQGDDJ��'RRU�PLGGHO�YDQ�KHW�RSGLNNHQ�YDQ�GH�QLHXZH�VFKLO�HQ�KHW�XLWVSDUHQ�YDQ�SXEOLHNH�YRRUSOHLQHQ�ZRUGHQ�GH�WRUHQJHERXZHQ�]RUJYXOGLJ�LQJHSDVW�LQ�KHW�QLHXZH�ZHHIVHO�

Page 31: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

9$&$17(�(16(0%/(6

���

luchtfoto context BINGMAPS 30/60 PERSPECTIEF (Tom)

beeld bestaande situatie OOG-HOOGTE (Tom)

beeld bestaande situatie (Tom)

beeld bestaande situatie

beeld bestaande situatie

beeld bestaande situatie

beeld bestaande situatie

1DWLRQDOH�:HUI.ZDGH�9HOGHQ���PXWDWLHVWUDWHJLH

.ZDGH�9HOGHQ������0HUNVHP���$QWZHUSHQ KXLGLJH�WRHVWDQG�VLWH

&RQWH[W

'H� .ZDGH� 9HOGHQ� LV� HHQ� ZRRQZLMN� LQ� KHW� QRRUGHQ� YDQ�$QWZHUSHQ��JHERXZG�LQ�GH�MDUHQ�·����'H�ZRRQRPJHYLQJ�ZRUGW�JHNHQPHUNW�GRRU�HHQ�XOWLHPH�VDDLKHLG��

7RW����PHWHU�EUHGH�VWUDDWSURILHOHQ�ELHGHQ�HHQ�RYHUPDDW�DDQ� SXEOLHNH� UXLPWH�� 2QGDQNV� GH� QDELMJHOHJHQ�WUDPYHUELQGLQJ� ZRUGW� GH� SXEOLHNH� UXLPWH� JHGRPLQHHUG�GRRU�GH�DXWR��(HQ�JHDVIDOWHHUGH�ULMZHJ��EUHGH�YRHWSDGHQ�HQ� YHUKDUGH� YRRUWXLQHQ� KHEEHQ� KXQ� ZHHUVODJ� RS� GH�EHHOGNZDOLWHLW�YDQ�GH�ZRRQRPJHYLQJ�

Page 32: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

28

7

1

4

8

2

5

3

6

Page 33: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

3130

De afgelopen eeuw is het wonen in Vlaanderen lang-zaam van het landschap losgeweekt. Het verband tussen wonen en landschap is vandaag meestal

anekdotisch of parasitair — vaak zelfs de beide tegelijkertijd. Het Vlaamse ter-ritorium kent op vele plekken een peri-urbaan karakter. Het zijn omgevingen waar de stad nabij is, waar de verstedelijkingsdruk hoog is en waar grote delen van het landbouwareaal dreigen te worden omgezet in woongebied.

Deze ontwerpstudie beoogt een nieuwe alliantie tussen het Vlaamse landschap en het wonen in dat landschap. Het landschap wordt daarbij niet als een abstract of technisch gegeven benaderd. Het betreft niet de open ruimte als ideale, mentale constructie, noch een of andere ecologische of hydrologische struc-tuur. Het zijn niet de openheid en de grootschalige landschappelijke gehelen die het verstedelijkte Vlaanderen kenmerken of structureren. Het is via de zintuiglijke waarneming en het lage standpunt dat het Vlaamse landschap haar kwaliteiten en potenties onthult.

Vanuit dat lage standpunt zien we een landschap van coulissen. Net als het picturale landschap is diepte daarbij bepalender voor de belevingskwaliteit, dan de openheid of leegte. We leren dat dreven, houtkanten en hagen het Vlaamse landschap dieptewerking verlenen, maar ook een zekere structurerende robuust-heid. Zo krijgen de bebouwing en het wonen een plaats in de modules waarmee het rurale landschap is opgebouwd. We bekijken en bewonen het landschap als een pittoreske compositie. De plekken waar het patroon van het landschap de

team_03

Wonen in een collectief landschap

De verstedelijking en verkaveling van het Vlaamse territorium kent nog steeds een ster-ke dynamiek. Langs de Vlaamse wegen zoe-ken steeds grootschaliger woonontwikkelin-gen de nabijheid van het landschap op. Maar binnen het huidige planningskader leidt meer woningbouw tot steeds minder landschap. Door de spelregels nét iets te wijzigen, kan de bestaande dynamiek meebouwen aan een nieuwe alliantie tussen wonen en landschap. Compact en collectief wonen bouwt zo mee aan een kwalitatief, collectief landschap.

Bovenbouw architectuurLabo S (Universiteit Gent)Labo A (Universiteit Gent)

Wonen in eencollectief landschap

Page 34: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

30

Page 35: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

32

32

Page 36: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet
Page 37: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

38

bestaand

bestaand

landschap

landschap

wooneenheid

wooneenheid

trend

trend

nieuw

nieuw

Page 38: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

38

bestaand

bestaand

landschap

landschap

wooneenheid

wooneenheid

trend

trend

nieuw

nieuw

Page 39: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet
Page 40: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

4342

team_04Speculations Reflexions

Something Fantastic / Monadnock / V+ / TRANS / Must / Urban Solutions / DGMR / Filip Dujardin

Om tot een trendbreuk in de Vlaamse woonproduc-tie te komen, is het nodig om ook het statuut en de achterliggende structuur van het opdrachtgever-schap te herdenken.

Het huidig dominante model van opdrachtgeverschap in Vlaanderen is dat van de individuele opdrachtgever: een individu of gezin zoekt een bouwperceel, vindt financiering en realiseert een woning. De opdrachtgever wordt hierbij gerug-gesteund door een canon van ingeburgerde woontypes, met de ‘villa’ als meest courante voorbeeld van een op persoonlijke voordelen gerichte woonvorm. Verder wordt dit bouwproces gefaciliteerd door een wetgevend kader, dat dit ont-wikkelingsmodel via de gepaste bestemmingsplannen, verkavelingsvoorschriften, enz. mogelijk maakt.

Groepswoningbouwprojecten met een traditionele ontwikkelaar als opdrachtge-ver zijn vaak geen uitzondering op dit model. Het garanderen van het persoonlijke voordeel van de bewoner, zonder al te veel interferentie met medebewoners, is voor de ontwikkelaar een voorwaarde voor commercieel succes. Hij bundelt en faciliteert hooguit het realisatieproces van de individuele woonwens, eerder dan op zoek te gaan naar de mogelijke meerwaarde van het samen-wonen van diverse bewoners en gebruikers.

Het huidige bestel maakt dus weinig ruimte voor het inzetten op de collectieve voordelen die de woonproductie voor bewoners en samenleving kan realiseren. Meer zelfs, het dominante model van onze woningbouw verbruikt ruimte, energie, middelen en tijd op een niet duurzame wijze.

Nieuwe coalities voor het wonen

In een verzadigd landschap van individu-ele bouwheren bieden ‘de bouwgroep’, ‘de community-land-trust’ en ‘de coöperatieve’ een valabel alternatief voor het opdrachtgever-schap in Vlaanderen. Deze ‘coalities’ zetten de collectiviteit niet louter in als een dogma of als een instrument van verdichting, maar koppelen bewonersbelangen bewust aan ondernemer-schap en marktdenken. Persoonlijke en col-lectieve voordelen worden zodoende vertaald naar een gedeelde en kwalitatieve woonvisie.

Nieuwe coalitiesvoor het wonen

Page 41: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

- + - +eigen ontwerp voordeliger

geen inspraak

COLLECTIEVE VOORDELEN COLLECTIEVE VOORDELEN

? ?

bouwkwaliteit

INDIVIDU ONTWIKKELAAR

OPDRACHT-GEVER

ZIJN MODEL:

PERSOONLIJKE VOORDELENBEWONER

PERSOONLIJKE VOORDELENBEWONER

individuele wonen

WAT TE DOEN?

zelfrealisatie

minder kennis nodigminder risicokortere bouwtijdvooraf vastgelegde prijs

Page 42: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

WAT TE DOEN?

- + - +

geen inspraak

COLLECTIEVE VOORDELEN COLLECTIEVE VOORDELEN

? ?

INDIVIDU ONTWIKKELAAR

PERSOONLIJKE VOORDELENBEWONER

PERSOONLIJKE VOORDELEN BEWONER

eigen ontwerpbouwkwaliteitindividuele wonenzelfrealisatie

voordeligerminder kennis nodigminder risicokortere bouwtijdvooraf vastgelegde prijs

COALITIE

PERSOONLIJKE VOORDELENBEWONER

COLLECTIEVE VOORDELEN

eigen ontwerpvoordeligerbouwkwaliteit

&

extra functiesduurzame installatiessociaal contact

- +

veiligheid/sociale controleflexibiliteitbijzondere locatiesoptimaliseren restruimtes....

individuele wonenzelfrealisatievoordeligerminder risico

Page 43: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

44

INITIATOR Architect

BERLINBAUGRUPPE

(succesvolste versie)

PLOT en

CONCEPT

zoekt

GEBOUW

BOUWKOSTEN

INWONER INWONER INWONER INWONER INWONER

individueleBANKLENING

enige ontwerp-inspraak

original model

zoekt

beta

alt

COOPZURICH

INITIATOR COOP

LANGE TERMIJN BANKLENING,

Eventueel gega randeerd door de overheid

lidINWONER

TERREINEN en

CONCEPTen

ARCHITECT

zoekt

BOUWKOSTEN

GEBOUW

Initiële betaling

zoektlid

INWONERlid

INWONER

lidINWONER

lidINWONER

lidINWONER

lidINWONER

lidINWONER

initiële betalingbeta

alt m

aand

elijks

origineel model

NON PROFIT ORGANISATIE

LENIN Gbeta

alt

zoekt

BOUWKOSTEN

GEBOUW op TERREINEN

TERREINEN en

CONCEPTen

ARCHITECT

COMMUNITY LAND TRUST

LENIN G

B

original model

bezit delenINWONER

blij f

t eig

enaa

r van

beta

alt

1 3

2

Page 44: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet
Page 45: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

INDIVIDUEEL

BOUWGROEP

ONTWIKKELAAR

WOONUITBREIDINGSGEBIED

VILLA

QUID?

Page 46: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

46

INITIATOR Onafhankelijke

vereniging

BOUWGROEP+ZORG

TERREINEN en

CONCEPTen

ARCHITECT

zoekt

GEBOUW+

SOCIAAL CONTRACT

(zorg)

BOUWKOSTEN

INWONERoud

INWONERoud

INWONERjong

INWONERjong

INWONERjong

individueleBANKLENING

verbinden aan

helpt te ontwerpen

V+ and TRANS’s

zoekt

beta

alt

BOUWGROEP: WERKMODEL—In een bouwgroep zijn het de toekom-stige bewoners die samen het woning-bouwproject initiëren en coördineren. In het buitenland zien we dat één van hen (vaak de architect) het proces aanjaagt en coördineert. In dit voorstel voor de Vlaamse context is het een onafhanke-lijke vereniging die een groep bewoners van diverse leeftijden samenbrengt en assisteert. Zo behoudt de woonontwik-keling ook na zijn realisatie een sociale dimensie, als een plek voor levenslang wonen (zorg).

BOUWGROEP: CASE STUDY—De bouwgroep ontwikkelt een alternatief voor de verkaveling of appartements-bouw in de voormalige parktuin van een notariswoning in een randstedelijk gebied. Daardoor kunnen de parktuin en de bestaande villa worden behouden als kwalitatieve context voor een verdichte woonontwikkeling. Verschillende typolo-gieën van gebouwen en van woningen, toegankelijk voor de initiatiefnemers van verschillende generaties, schakelen zich rond en tussen gedeelde ruimtes en programma’s.

Page 47: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet
Page 48: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

52

NON PROFIT ORGANISATIE

LENIN Gbeta

alt

zoekt

BOUWKOSTEN

GEBOUW op TERREINEN

TERREINEN en

CONCEPTen

ARCHITECT

COMMUNITY LAND TRUST

LENIN G

B

bezit delenINWONER

blijf

t eig

enaa

r van

beta

alt

Monadnocks

LANDBOUWERhuurt

en exploiteert op

betaalt maandelijks

COMMUNITY LAND TRUST: WERKMODEL—Terwijl de gebouwen eigendom worden van de bewoners en ondernemers, blijft de grond in de Community Land Trust (CLT) eigendom van de gemeenschap. Daardoor kunnen verschillende grond-gebruiken als deel van één ensemble worden ontwikkeld, én kan die synergie ook na de bouw worden beheerd door de gemeenschap van eigenaars en gebruikers. De CLT is een sterk instrument voor non-profit organisaties die woningbouw willen koppelen aan het behoud en versterken van andere facetten van het verstedelijkte Vlaamse territorium, zoals natuurlijke systemen of voedselproductie.

COMMUNITY LAND TRUST: CASE STUDY—De gedeelde eigendom van de grond laat toe om de synergie tussen verschillende gebruikers duurzaam te beheren. Private voordelen (wonen met landschap, landbouwactiviteit) worden en blijven zo steeds gekoppeld aan collectieve gedeelde ruimtes en winsten (open ruimte, voedsel…).

Page 49: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

INVESTERINGONTWIKKELAAR

BouwkostRegistratierechten

ArchitectStabiliteit

TechniekenEPB

Wet BreyneProjectmanagement

VeiligheidscoordinatorMakelaarskosten

PromotiekostenJuridische kosten

Fire security consultantDiverse kostenMOBER / MER

ArcheologieAkoestiek

BodemonderzoekFinanciering

Winst Grondaandeel12

3

4

5

6

78

1

2

3

4

5

6

7

8

Winst. Door het uitschakelen van de ontwikkelaar vervalt de winstmarge, die kan worden ingezet voor betaalbaar wonen, extra ruimte, hogere kwaliteit, extra infrastructuur,...

Financiering. De financieringsvoorwaarden via financiële instellingen voor bouwgroepen zijn minder gunstig dan voor ontwikkelaars met een laag risicoprofiel. Alternatieve financiering (overheidssteun, ethisch bankieren...) kan

Juridische kosten. Het eenmalig karakter van een bouwgroep levert eenmalige juridische kosten (oprichting vennootschap, advies,...) die een ontwikkelaar niet ondervindt of kan spreiden over meerdere projecten.

Promotiekosten. Bouwgroepen hanteren in sterke mate informele promotievormen (kennisenkring, mond-tot-mond reclame, sociale media,...) en sluiten promotiekosten grotendeels uit.

Projectmanagement. Het opvolgen van het ontwikkelings en bouwproces behoort tot de kerntaken van de bouwgroep zelf. Een externe of interne, bezoldgde procesbegeleider wordt zelden of zeer gericht ingezet.

Wet Breyne. Indien de bouwgroep niet via een vennootschap met verkoop-op-plan opereert, vervallen de kosten verbonden aan de Wet Breyne, die een ontwikkelaar wel ondervindt.

Architect. Indien de architect deel uitmaakt van de bouwgroep, kan een gunstig ereloontarief worden overeenge-komen voor een ruim takenpakket.

Bouwkost.Belangrijkste factoren in voordeel bouwgroep tov traditionele ontwikkeling:- enkel bouwkosten voor werken die de bouwgroep belangrijk vindt (grote impact op ontwerp).- delen van infrastructuur - compacter bouwen- grote mate van zelfbouwBelangrijkste factoren in nadeel tov traditionele ontwikkeling:- eenmalig proces verloopt trager (fouten, inertie externe actoren, ...) en is daardoor duurder- hoger kostprijs gemeenschappelijke delen, afwerking, ecologie,..afhankelijk van concept bouwgroep- beperkt aantal volledig geschikte sites waardoor het bouwrijp maken van de site meerkosten vereist.- ontwikkelaars genieten van gunstigere aannemingsprijzen als professionele en bestendige opdrachtgever

Financiering

Bodemonderzoek

AkoestiekArcheologie

MOBER / MER

Diverse kosten

Fire security consultant

Juridische kosten

Promotiekosten

Makelaarskosten

VeiligheidscoordinatorProjectmanagement

Wet Breyne

EPB

Technieken

Stabiliteit

Architect

Registratierechten Bouwkost

GrondaandeelWinst

01 Winst. Door het uitschakelen van de ontwikkelaar vervalt de winstmarge, die kan worden ingezet voor betaalbaar wonen, extra ruimte, hogere kwaliteit, extra infrastructuur,...

02 Financiering. De financieringsvoorwaarden via financiële instellingen voor coalities zijn minder gunstig dan voor ontwikkelaars met een laag risicoprofiel. Alternatieve financiering (overheidssteun, ethisch bankieren...) kan dit compenseren.

04 Promotiekosten. Coalities hanteren in sterke mate informele promotievormen (kennisenkring, mond-tot-mond reclame, sociale media,...) en sluiten promotiekosten grotendeels uit.

05 Projectmanagement. Het opvolgen van het ontwikkelings- en bouwproces behoort tot de kerntaken van de coalitie zelf. Een externe of interne, bezoldgde procesbegeleider wordt zelden of zeer gericht ingezet.

03 Juridische kosten. Het eenmalig karakter van een coalitie levert eenmalige juridische kosten (oprichting vennootschap, advies,...) die een ontwikkelaar niet ondervindt of kan spreiden over meerdere projecten.

06 Wet Breyne. Indien de coalitie niet via een vennootschap met verkoop-op-plan opereert, vervallen de kosten verbonden aan de Wet Breyne, die een ontwikkelaar wel ondervindt.

07 Architect. Indien de architect deel uitmaakt van de coalitie, kan een gunstig ereloontarief worden overeengekomen voor een ruim takenpakket.

08 Bouwkost.

Belangrijkste factoren in voordeel coalitie tov traditionele ontwikkeling: - enkel bouwkosten voor werken die de coalitie belangrijk vindt (grote impact op ontwerp). - delen van infrastructuur - compacter bouwen - grote mate van zelfbouw

Belangrijkste factoren in nadeel tov traditionele ontwikkeling: - eenmalig proces verloopt trager (fouten, inertie externe actoren, ...) en is daardoor duurder - hoger kostprijs gemeenschappelijke delen, afwerking, ecologie,..afhankelijk van concept coalitie - beperkt aantal volledig geschikte sites waardoor het bouwrijp maken van de site meerkosten vereist. - ontwikkelaars genieten van gunstigere aannemingsprijzen als professionele en bestendige opdrachtgever

INVESTERINGCOALITIE

2120

Page 50: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

5756

team_05OFFICE Kersten Geers David Van SeverenBureau Bas SmetsBas PrincenMilica TopalovicBart Verschaffel3EProject2

Het Vlaamse verstedelijkte territorium wordt geken-merkt door een agrarisch ontsluitingspatroon dat is ‘versteend’ tot ‘bovenmaatse bouwblokken’. Zowel

de 20ste-eeuwse gordels rondom onze steden als het verstedelijkte tussenge-bied hebben zich geënt op dat patroon, bij gebrek aan eigen adequate steden-bouwkundige modellen. Het bovenmaats bouwblok is dus alomtegenwoordig en vormt de conditie bij uitstek om nieuwe vormen van collectief wonen in en met het landschap te onderzoeken.Deze ontwerpstudie herkent een aantal ‘latente vormen’ in het tussengebied die een alternatief kunnen bieden voor het bouwen in de onaangesneden woonuit-breidingsgebieden rond steden en dorpen, en stelt voor om een aantal er van op strategische plekken in het landschap (voedselproductie in stadsrand, overstro-mingsgebied, enz.) te verdichten. Door deze onafgewerkte, verknipte of gefragmenteerde bouwblokken te verdich-ten en te versterken, wordt nieuw landschap aangemaakt en wordt omliggend landschap vrijgemaakt. Het stuk landschap binnenin het bovenmaats bouwblok wordt collectief door de bestaande landschapsstructuren te versterken, en door een ‘casco’ te ontwikkelen dat het landschap tot een collectieve voorziening of programma transformeert. Hier worden sportterreinen, landbouwactiviteiten

Het bovenmaats bouwblok

De Vlaamse verstedelijking bestaat uit een on-gebreidelde aaneenschakeling van onvoltooide bovenmaatse bouwblokken. Dit voorstel zet de toekomstige woningbouw in om deze be-staande verstedelijking én de onderliggende landschappelijke structuren te recupereren binnen een regionale en landschappelijke stra-tegie. Een aantal overmaatse bouwblokken worden afgewerkt en zuigen de demografische groei op. Hun compacte woonontwikkelingen omsluiten een stuk gedeeld landschap, ter-wijl ze het omliggende landschap van verdere verstedelijking vrijwaren. Het landschap wordt zo vertrekpunt voor een nieuwe vorm van col-lectiviteit.

VERDICHTEN VAN LATENTE VORMEN—Rond en tussen de compacte stadskernen zien we dat Vlaanderen is verstedelijkt door langs en tussen landelijke wegen te bouwen. De den-se bouwblokken in de binnenstad dijen uit tot overmaatse bouwblok-ken in het verstedelijkte landschap. Deze ontwerpstudie onderzoekt hoe de aanstormende demografische groei en verdichting zich verhoudt tot deze latente vormen van de bestaande verstedelijking.

Het bovenmaatsbouwblok

Page 51: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

9 huidige woonuitbreidingsgebieden = 100 ha voor woningen

Page 52: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

58

bestaande bebouwing te realiseren verdichting toekomstige bebouwing

waterhuishouding landschap en landbouw landschappelijke structuur

bestaande paden nieuwe voorzieningen plan voorzieningen toekomst

A B

HET BOVENMAATS BOUWBLOK ALS STRATEGIE—Daar waar de verstedelijking zo ver is gevorderd dat een latente vorm ont-staat, wordt het bovenmaats bouwblok een ontwikkelingsstrategie. Als een deel van het verstedelijkte landschap biedt het mogelijkheden voor verdere verdichting, voor de organisatie van een lokaal warmtenetwerk, voor lokale voed-selproductie, en voor een hoogwaardige ontspanningsinfrastructuur.

—Het bovenmaats bouwblok koppelt woonontwikkeling aan het maken van landschap. De gerichte verdichting van de bestaande verstedelijking maakt een stuk landschap tot centrale, collectieve en recreatieve ruimte, én vrijwaart het omliggende landschap van verdere verstedelijkingsdruk.

5958 C D

58

bestaande bebouwing te realiseren verdichting toekomstige bebouwing

waterhuishouding landschap en landbouw landschappelijke structuur

bestaande paden nieuwe voorzieningen plan voorzieningen toekomst

A B

HET BOVENMAATS BOUWBLOK ALS STRATEGIE—Daar waar de verstedelijking zo ver is gevorderd dat een latente vorm ont-staat, wordt het bovenmaats bouwblok een ontwikkelingsstrategie. Als een deel van het verstedelijkte landschap biedt het mogelijkheden voor verdere verdichting, voor de organisatie van een lokaal warmtenetwerk, voor lokale voed-selproductie, en voor een hoogwaardige ontspanningsinfrastructuur.

—Het bovenmaats bouwblok koppelt woonontwikkeling aan het maken van landschap. De gerichte verdichting van de bestaande verstedelijking maakt een stuk landschap tot centrale, collectieve en recreatieve ruimte, én vrijwaart het omliggende landschap van verdere verstedelijkingsdruk.

5958 C D

Page 53: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

5958 C D

Page 54: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

58

bestaande bebouwing te realiseren verdichting toekomstige bebouwing

waterhuishouding landschap en landbouw landschappelijke structuur

bestaande paden nieuwe voorzieningen plan voorzieningen toekomst

A B

HET BOVENMAATS BOUWBLOK ALS STRATEGIE—Daar waar de verstedelijking zo ver is gevorderd dat een latente vorm ont-staat, wordt het bovenmaats bouwblok een ontwikkelingsstrategie. Als een deel van het verstedelijkte landschap biedt het mogelijkheden voor verdere verdichting, voor de organisatie van een lokaal warmtenetwerk, voor lokale voed-selproductie, en voor een hoogwaardige ontspanningsinfrastructuur.

—Het bovenmaats bouwblok koppelt woonontwikkeling aan het maken van landschap. De gerichte verdichting van de bestaande verstedelijking maakt een stuk landschap tot centrale, collectieve en recreatieve ruimte, én vrijwaart het omliggende landschap van verdere verstedelijkingsdruk.

Page 55: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet
Page 56: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

6968

Coöperatieve woningbouw, Community Land Trusts en bouwgroepen zijn formules van gezamenlijk opdrachtgeverschap die in het buitenland hun merites bewezen hebben. team_04 stelt dat deze formules niet zonder meer in Vlaanderen zijn toe te passen. Een doorbraak kan volgens hen gevonden worden door een externe actor te betrekken bij de ontwikkeling van het woonprogramma: een landbouwer die gronden huurt van de Trust en zo extra inkomen genereert, of een zorginstelling die als professionele partij de initiator kan zijn

voor een bouwgroep die woningen, zorg-woningen en voorzieningen combineert.De voorstellen van team_01 laten private actoren aan de slag gaan met het publieke patrimonium in sociale woningbouwwijken. Het is een aanpak die innovatieve samen-werkingsvormen tussen sociale huisves-tingsmaatschappijen en private ontwik-kelaars vraagt. Cruciaal is dat de publieke partner die zijn patrimonium inbrengt mee over de kwaliteit kan waken. Eigendoms-formules zoals erfpacht of opstalrecht, en duidelijke afspraken en ambities die op ba-

sis van een masterplan kunnen vastgelegd worden zijn daarvoor nodig.Pilootprojecten die op deze ambitie zouden inzetten, zijn eigenlijk niet veel meer dan een grootschaliger toepassing van be-staande PPS-formules van private inbreng bij de realisatie van sociale woningen zoals de CBO-procedure, Design & Build for-mules of de realisatie van een sociale last. Door het schaalvoordeel wordt de sociale last een sociale bonus.

De woningmarkt vernieuwen door collectief opdrachtgeverschap

Collectief opdrachtgeverschap betekent:

! samenwerkingsverbanden tussen publieke bouwheren als sociale huisvestingsmaatschappijen, intercommunales of autonome gemeente-bedrijven en private ontwikkelaars, kortom vormen van publiek private samenwerking

! groepen van particulieren, eventueel ondersteund door vzw’s of in samenwerking met andere organisaties of actoren die gezamenlijk een woonproject willen realiseren als bouwgroep

! vennootschappen of verenigingen die als bouwheer optreden met als doel woningen ter beschikking te stellen in een vorm van gezamenlijk beheer, via formules van mede-eigendom, huur of participaties van bewoners in coöperaties of Community Land Trusts

Krachtlijnen voor de Piloot projecten Wonen

Page 57: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

6968

Coöperatieve woningbouw, Community Land Trusts en bouwgroepen zijn formules van gezamenlijk opdrachtgeverschap die in het buitenland hun merites bewezen hebben. team_04 stelt dat deze formules niet zonder meer in Vlaanderen zijn toe te passen. Een doorbraak kan volgens hen gevonden worden door een externe actor te betrekken bij de ontwikkeling van het woonprogramma: een landbouwer die gronden huurt van de Trust en zo extra inkomen genereert, of een zorginstelling die als professionele partij de initiator kan zijn

voor een bouwgroep die woningen, zorg-woningen en voorzieningen combineert.De voorstellen van team_01 laten private actoren aan de slag gaan met het publieke patrimonium in sociale woningbouwwijken. Het is een aanpak die innovatieve samen-werkingsvormen tussen sociale huisves-tingsmaatschappijen en private ontwik-kelaars vraagt. Cruciaal is dat de publieke partner die zijn patrimonium inbrengt mee over de kwaliteit kan waken. Eigendoms-formules zoals erfpacht of opstalrecht, en duidelijke afspraken en ambities die op ba-

sis van een masterplan kunnen vastgelegd worden zijn daarvoor nodig.Pilootprojecten die op deze ambitie zouden inzetten, zijn eigenlijk niet veel meer dan een grootschaliger toepassing van be-staande PPS-formules van private inbreng bij de realisatie van sociale woningen zoals de CBO-procedure, Design & Build for-mules of de realisatie van een sociale last. Door het schaalvoordeel wordt de sociale last een sociale bonus.

De woningmarkt vernieuwen door collectief opdrachtgeverschap

Collectief opdrachtgeverschap betekent:

! samenwerkingsverbanden tussen publieke bouwheren als sociale huisvestingsmaatschappijen, intercommunales of autonome gemeente-bedrijven en private ontwikkelaars, kortom vormen van publiek private samenwerking

! groepen van particulieren, eventueel ondersteund door vzw’s of in samenwerking met andere organisaties of actoren die gezamenlijk een woonproject willen realiseren als bouwgroep

! vennootschappen of verenigingen die als bouwheer optreden met als doel woningen ter beschikking te stellen in een vorm van gezamenlijk beheer, via formules van mede-eigendom, huur of participaties van bewoners in coöperaties of Community Land Trusts

Krachtlijnen voor de Piloot projecten Wonen

Page 58: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

70Slim ontwikkelen voor betaalbaar wonen

Betaalbare woningen zijn mogelijk door:

! via verdichting op eigen terrein de kosten voor grondverwerving deels uit te schakelen

! het aandeel van de grondprijs in de woningkost te minimaliseren

! kosten te reduceren voor nutsvoorzieningen, infrastructuur en onderhoud

! schaalvergroting en kritische massa

Het ontwerpend onderzoek levert verschil-lende pistes op om betaalbare woningen te realiseren. Stijgende grondprijzen zijn een belangrijke component in de kost van wo-ningen. Wellicht het meest radicale, maar tegelijk ook realistische antwoord hierop wordt geformuleerd in het voorstel van team_01, waar de factor ‘grondverwer-ving’ wordt uitgeschakeld door verdichting en herbouw binnen bestaand patrimonium. Uiteraard dienen sloopkosten mee in reke-ning gebracht te worden, maar daar staan hogere dichtheden tegenover, besparing op dure renovatiekosten (zeker met het oog op hoge energieprestatie-eisen) en een (veel) betere energieprestatie.Een andere strategie om hoge bouwgrond-prijzen te counteren is het minimaliseren van het particuliere grondaandeel in de woningkost. De schema’s gepresenteerd door team_03 geven aan hoe een be-

perkte private tuin gecombineerd met een gezamenlijk door de bewoners beheerde speelweide (waarvan de grondprijs veel lager is) wonen betaalbaar houdt.Een derde strategie reduceert de kostprijs van infrastructuur, nutsvoorzieningen en onderhoud door een efficiënter gebruik ervan. Bij team_05 is de verdichting van een overmaats bouwblok afgestemd op het delen van een warmtenet. Deze strategie stelt ook een alternatief in het vooruitzicht waarbij verspreide bebouwing en linten – die gebruik maken van een dure want onderbenutte infrastructuur – op termijn kunnen vervangen worden door één compactere landelijke woonfiguur, op maat van het landschap. Waterbeheer- en zuivering kunnen in die figuur lokaal gere-geld worden.In de projecten voor de naoorlogse woon-wijken van team_01 of de verdichte hoog-

bouw van team_02 wordt onderbenut en overmaats en onbestemd publiek domein geprivatiseerd tot gedeelde en dus beter door de bewoners toegeëigende, beheerde en onderhouden buitenruimtes. Tenslotte biedt schaalvergroting moge-lijkheden voor efficiënter en goedkoper bouwen. team_05 stelt een landschap-pelijke woonvorm voor die gegroepeerd kan gerealiseerd worden, eventueel in gestandaardiseerde vorm. De projecten van team_01 gaan eveneens uit van groot-schalige operaties die de nodige kritische massa bereiken. Ze bieden een model om op een substantiële manier een gemengd woonaanbod met zowel private als sociale woningen te realiseren, en als dusdanig het realiseren van het sociaal objectief te versnellen.

Page 59: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

7170 Gedeelde ruimtes en voorzieningen voor een gegarandeerd en genereus verblijf

Gedeelde ruimtes en voorzieningen zijn:

! wijktuinen, boomgaarden, rozentuinen, ‘secret gardens’, een stuk wildernis of een speelbosje, een wadi of moestuin

! het erf als gezamenlijke ‘inkom’ van een groep woningen

! een cafetaria, gezamenlijke eetplaats of keuken! buurtparkings, gezamenlijke parkeergarages of

-havens! sportterreinen en speelplekken! wijkwinkels, kinderopvang en scholen! ouderenzorg

Gedeelde ruimtes zijn onderdelen van het woonprogramma die niet meer voorzien worden voor elk huishouden op zich, op elke individuele kavel, maar voor een groep bewoners ter beschikking staan. In zijn meest eenvoudige vorm gaat het om gezamenlijke parkeeroplossingen zoals de parkeergarages bij team_01, die in sommige voorstellen ook voor de buurt ter beschikking worden gesteld, bijvoorbeeld als pendelparking. In andere gevallen gaat het om gebundelde parkeerhavens.Collectieve tuinen, boomgaarden, een gedeelde rozentuin of ‘secret garden’ (team_01), een revitalisatie van het oude concept van het boerenerf als gedeelde ruimte voor een groepje bewoners

(team_03 en team_05), zijn alternatieven voor de eigen tuin waar de Vlaming zo naar lijkt te snakken. Er wordt gewezen op de winsten: liever onderhoudsmateriaal en -taken delen dan elk voor zich op te draaien voor de wekelijkse maaibeurt, of zelf voorzien in de eigen energie- of voedselproductie.In de projecten van team_01 en team_04 die wonen met zorg combineren, zijn de zorgvoorzieningen aanleiding om gedeelde ruimtes toe te voegen, zoals een klein buurtcentrum of een cafetaria. Ook in an-dere voorstellen zijn een gedeelde (buiten)keuken of eetplaats denkbaar als logisch complement bij de individuele woonruimte.

In de grootschaliger woongebouwen die team_01 invoegt in bestaande wijken, worden bijzondere plekken zoals de gelijk-vloerse verdieping of de hoeken ingeno-men door buurtvoorzieningen, winkels, een kindercrèche of als parkeervoorzieningen. Deze voorzieningen reiken verder dan het eigen project en staan ten dienste van de hele wijk. Ze vormen zelfs de interface en het bindmiddel die het nieuwe project met zijn omgeving verbinden.team_05 herdenkt het bovenmaatse bouwblok tot een nieuw dorp op maat van de 21ste eeuw. Door de kritische massa van de ontworpen figuur ontstaat in het landelijk gebied opnieuw draagvlak voor buurtwinkels, kinderopvang en school.

Page 60: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

72Maatschappelijke kosten temperen door verdichting, hergebruik en lokale productie

Innovatieve Pilootprojecten Wonen:

! worden prioritair gerealiseerd als verdichting en hergebruik van bestaand woningpatrimonium, van bestaande weefsels en wijken

! steunen op compacte woontypes! schuwen geen hoogbouw! kijken niet op een bouwlaag meer! zoeken naar intelligente schakelingen en

stapelingen van woningen! geven plaats aan de productie van voedsel en/of

energie! zorgen voor lokaal waterbeheer

Alle voorstellen van het ontwerpend onder-zoek nemen bestaande weefsels en wijken als hun actieterrein. Verdichting tempert maatschappelijke kosten omdat een deel van de nieuwe woningen tot stand komt zonder veel bijkomende ruimte in te nemen. Verdichting betekent echter meer dan dat. De ontwerpers grijpen de opgave naar meer wooneenheden aan om een kwaliteitssprong te maken in bestaande wijken.De renovatie van verouderde groeps-woningbouw vormt de centrale insteek van team_01. Cruciaal in die strategie is dat het aantal gerealiseerde woonunits substantieel wordt verhoogd, en dat er dus ook van dichtere en hogere woongebou-wen gebruik wordt gemaakt: ‘dikke gebou-wen’, ‘gebouwblokken’, ‘ringen’ en ‘strips’, gestapelde terugspringende volumes... Deze ontwerpen brengen in beeld hoe dichtere woontypes een stedelijke densiteit

en kwaliteit kunnen introduceren. In zekere zin ‘verstedelijken’ ze de eerder suburbane woonmodellen waar de oudere groepswo-ningbouw van uit ging.team_02 volgt gelijkaardige strategieën, door in het ene geval laagbouw toe te voegen aan de Amelinckx hoogbouwwij-ken, en door anderzijds hogere volumes als accenten in het ‘grijze’ weefsel van de ‘nationale werven’-wijken met hun uniforme rij- of beletage woningen aan te brengen.In meer landelijke gebieden bestaat de oefening vaak uit het vinden van een woon-vorm op maat van dorp en landschap. Verschillende ontwerpers zoeken naar rea-listische tussenvormen waarin de Vlaming de eigen woning met tuin herkent, maar die veel compacter zijn. Daarbij is de rijwoning niet toevallig het ijkpunt, als compact individueel woontype par excellence. Door bijkomende stapeling of het groeperen van toegangen ontstaan collectieve varianten

zoals strokenbouw of (‘gehalveerde’ of ‘gevierendeelde’) bouwblokken.Door wonen te combineren met andere functies, zoeken verschillende ontwerp-teams naar maatschappelijke winsten op vlak van energieproductie, zoals in de voorstellen van team_03, team_04 en team_05 die biomassateelt, voedselpro-ductie, landbouw- en serreteelt, of zelfs logistiek met wonen samenbrengen. Dit samenbrengen van functies levert ef-ficiëntie en kostenreductie op, ondermeer door kortere afstanden tussen productie en consumptie van zowel energie als voedsel. In het voorstel van team_05 wordt de productieruimte bepaald door het watersysteem. Waterbeheersing is gebundeld met recreatie en sportvoorzie-ningen, in een soort van ‘central park’ voor het nieuwe dorp, maar ook voor de ruimere regio rondom.

Page 61: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

7372 Het woonweefsel en het landschap versterken door een nieuw publiek domein

Dit nieuw publiek domein krijgt vorm door:

! een betere structurering van ongedefinieerde en ongestructureerde open ruimte in 20ste-eeuwse wijken

! een vocabularium te ontwikkelen voor publiek domein in het vernevelde Vlaanderen

! een hedendaagse interpretatie te geven aan de wegel, de laan, de dreef, het park als autoluw verkeersnet

! perspectieven en zichten op het landschap te openen

! landschappen te ontsluiten! nieuw landschap aan te maken

De 20ste-eeuwse stadsrand en het verne-velde tussengebied kennen een publieke-ruimtedeficit. De historische binnensteden en 19de-eeuwse gordels steunen op een stevige publieke armatuur van historische markt- en stadspleinen, formele stadsaan-leg, boulevards en avenues. Deze armatuur is in verschillende steden versterkt en opgewaardeerd, onder meer door het stelselmatig terugdringen van de auto. De 20ste-eeuwse (nevel)stad ontbeert een echte publieke ruimte of als die ruimte er al is, is ze vooral op haar verkeersfunctie afgestemd.Verschillende ontwerpvoorstellen gaan op zoek naar een nieuwe betekenis voor de publieke ruimte in de 20ste-eeuwse stads-rand of het tussengebied. De voorstellen van team_01 en team_02 zetten in op het

reduceren van overmaatse en slecht gede-finieerde open ruimte, het terugdringen van de auto uit het straatbeeld, het opnieuw geleden en structureren van het publiek domein en het opladen van dat publiek domein met voorzieningen. Dit nieuwe pu-bliek domein injecteert een dosis stedelijke cultuur in de 20ste-eeuwse gordel die tot dusver nooit kon kiezen of ze nu stedelijk dan wel landelijk wilde zijn.In de ‘tussengebieden’ van de rafelige Vlaamse nevelstad, dreigt het verder vollo-pen van de (op het gewestplan) aanwezige bouwgrondreserves alle landschappelijke kwaliteit te consumeren. Er ontstaat een sterke nood om woonprojecten te maken die dat landschap behouden en verster-ken. Vooral team_03 en team_05 grijpen de woonopgave aan om landschap te

‘maken’. In het ene geval gaat het om het reactiveren van oude perceelstructuren en herstellen van landschapskamers. In het andere geval worden de drassige gronden als basis genomen voor een nieuw park.De projecten gaan op zoek naar manieren om delen van het landschap tot publiek domein te maken door het zichtbaar en toegankelijk te maken. Ze reactiveren tra-ditionele landelijke ruimtes, zoals de wegel, de laan en de dreef of herinterpreteren formele publieke ruimtes zoals de ‘Close’, het Engelse landschapspark of het ‘Central Park’ op maat van het hedendaagse Vlaamse landschap. Dit nieuwe publieke domein vervult een rol in het opzetten van een zacht verkeersysteem, los van het autowegennet.

Page 62: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

745 onderzoeksteams

5 bouwheren

5 projectregisseurs

kwaliteitskamer

5 ontwerpers

jan 2013 april 2013 maart 2014

FASE 1ontwerpend onderzoek:modellen

FASE 2ontwerpend onderzoek:5 masterplannen voor 5 sites

FASE 3bouw van 5 piloot projecten

! ! !

stefan devoldere
Page 63: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

Bezoekadres:

Atelier BouwmeesterRavensteingalerij 54-59, 1000 Brussel

Correspondentieadres:

Grasmarkt 61, B-1000 Brussel

T +32 (0)2 553 29 63F +32 (0)2 553 29 [email protected]

04 - GENT - KOP VAN MEULESTEDE

INITIATIEFNEMER: Samenlevingsopbouw vzw Gent

PROJECTPARTNERS: Stad GentAG Stadsontwikkelingsbedrijf GentREScoop vzw

THEMA ONTWERPEND ONDERZOEK: Nieuwe coalities voor het wonen / Vacante voorstad

PLANNINGSCONTEXT: woongebied, BPA zone voor sociale woningbouw

DATA: 5.218 m2 terrein, 20 - 28 wooneenheden (10 tal eengezinswoningen – 2 kleine appartementsgebouwen)

BEKNOPTE PROJECTBESCHRIJVING:antwoord bieden aan de nood aan betaalbare woningen door eigendom woning exclusief grond REScoop wil onderzoeken hoe betaalbare duurzame energievoorziening kan gerealiseerd worden voor de site, maar evengoed voor het grotere geheel van de wijkautodelen is een optie; integratie van een wijkgezondheidscentrum is een optie

Selectiecriterium 1 – INNOVATIE Duurzaam subsidiëringssysteem voor sociale koopwoningen sociale koopwoningen voor behoeftigen die bij verkoop terugkeren naar CLT (nog niet eerder in Vlaanderen gerealiseerd); collectieve energievoorziening. Selectiecriterium 2 – VOORBEELDFUNCTIE Het project heeft de ambitie om tot voorbeeld te strekken voor andere projecten in de stad

Selectiecriterium 3 – GELAAGDHEID Alleen sociale woningen; integratie van een wijkgezondheidscentrum mogelijk; collectieve voorzieningen zijn in de ruimere buurt aanwezig; duurzame energievoorziening als onderzoek.

Selectiecriterium 4 – PROCESBEREIDHEID Verwachten masterplan als vertaling van duurzame, betaalbare, participatieve collectieve woningbouw; aan te stellen ontwerper moet budgetbewaking en participatie waar maken; zien kwaliteitsbewaking masterplanner als troef indien kwalitatief en participatief.

Selectiecriterium 5 – HAALBAARHEID Nog onduidelijk of CLT-woningen juridisch voldoen aan BPA; stad werkt aan thematisch RUP ‘Wonen’ om stadsbreed alle art.15 gebieden en achterhaalde bestemmingen te herbestemmen tot stedelijk woongebied; oprichting CLT Gent najaar 2013; gebaseerd op haalbaarheidsstudie ‘Blauwdruk coöperatief ondernemen’ en op bouwblokonderzoek met volumestudie voor de site.

Page 64: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

Website: www.pilootprojectenwonen.be

Pilootproject Wonen Gent

Page 65: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

Bezoekadres:

Atelier BouwmeesterRavensteingalerij 54-59, 1000 Brussel

Correspondentieadres:

Grasmarkt 61, B-1000 Brussel

T +32 (0)2 553 29 63F +32 (0)2 553 29 [email protected]

07 - TURNHOUT - SCHORVOORT MORGEN

INITIATIEFNEMER: De Ark VVSO

PROJECTPARTNERS: OCMW Turnhout, BVBA Bergbeemden, Stad Turnhout

THEMA ONTWERPEND ONDERZOEK: De nieuwe wijk / Wonen in een collectief landschap

PLANNINGSCONTEXT: bebouwde kern in woongebied, woonuitbreidingsgebied zuidelijke Aa-vallei sinds RUP 2004 omgezet naar stedelijk woongebied (wonen en aan verwante voorzieningen), delen aangeduid als signaalgebie-den, gecategoriseerde waterloop door gebied Slagmolen; studie door KULeuven

DATA: wijk Schorvoort telt 3200 gezinnen, drie projectgebieden samen 22ha terrein, ca 750 wooneenheden, nage-streefde densiteit 25 wo/ha

BEKNOPTE PROJECTBESCHRIJVING:doordachte in- en uitbreiding van de wijk Schorvoort voor duurzame, veerkrachtige, leefbare toekomst waar iedereen kwalitatief levenslang kan wonen; nu ontbreken ouderenwoningen, kleine starterswoningen en één-ou-derwoningenOCMW Turnhout wenst woonzorgzone uit te bouwenreeds hoog percentage (24%) sociale woningen en slechts beperkte vorm van grootschaligheid wenselijk; bewo-ners willen niet verstedelijken

Selectiecriterium 1 – INNOVATIE Reconversie en uitbreiding van een 20ste-eeuwse monofunctionele stadsuitbreiding actualiseren en diversifiëren en daarbij toch de landelijke uitstraling bewaren.

Selectiecriterium 2 – VOORBEELDFUNCTIE Het project heeft de ambitie om tot voorbeeld te strekken voor vergelijkbare gebieden in Vlaanderen; omgaan met valleigebieden die ingekleurd zijn als woongebied; omgaan met architectonisch en stedenbouwkundig waardevolle sociale huisvesting die aan renovatie toe is.

Selectiecriterium 3 – GELAAGDHEID Betere sociale en generationele mix ; reconversie sociale woonwijk; versterken van collectieve ruimtes en centraliteit rond kerk en parochiezaal; oplossing voor voetbalvelden White Star; betrekken op natuurlijke omgeving aan de Aa; mobiliteit, oriëntatie en leesbaarheid van de wijk verbeteren.

Selectiecriterium 4 – PROCESBEREIDHEID Bereidheid uitgespaard budget in te zetten voor kwaliteitsbewaking; voor betrokken partners is het een gedurfde samenwerking; stad wil ondersteunende rol opnemen.

Selectiecriterium 5 – HAALBAARHEID Partijen zijn eigenaar van bouwgrond en een effectieve realisatie kan op korte termijn. De Ark wil snel grootschalige reconversieprojecten en OCMW bouw van dienstencentrum binnen bestuursperiode. Subsidie VMSW en VIPA moge-lijk. Bereiken financieel evenwicht en verdeling lasten en lusten van belang.

Page 66: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

Website: www.pilootprojectenwonen.be

Pilootproject Wonen Turnhout

Page 67: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

Bezoekadres:

Atelier BouwmeesterRavensteingalerij 54-59, 1000 Brussel

Correspondentieadres:

Grasmarkt 61, B-1000 Brussel

T +32 (0)2 553 29 63F +32 (0)2 553 29 [email protected]

11 - WILRIJK - TER HOOGTE

INITIATIEFNEMER: AG VESPA

PROJECTPARTNERS: nog geen projectpartners

THEMA ONTWERPEND ONDERZOEK: Vacante voorstad

PLANNINGSCONTEXT: woongebied, zone voor woningbouw in BPA 1994

DATA: 31.225 (23.750 volle eigendom) m2 terrein, 80-110 wooneenheden (15% senioren, 25% sociaal)

BEKNOPTE PROJECTBESCHRIJVING:reconversie en verdichting van bestaande weefsel met behoud van landschappelijke kwaliteiten en open ruimte collectief gestapeld wonen gezinsvriendelijk, sociaal wonen, cohousing voor ouderenbetaalbar wonen in overwegend begoede buurt

Selectiecriterium 1 – INNOVATIE Bevolkingsgroei als hefboom inzetten voor verbetering ruimtelijke kwaliteit in 20ste-eeuwse gordel; van geken-de kleinschalige aanpak van de 19de-eeuwse gordel naar belangrijkere uitdagingen op het vlak van wonen in de 20ste-eeuwse gordel en dit in kader grond- en pandendecreet.

Selectiecriterium 2 – VOORBEELDFUNCTIE Het project moet aantonen dat het mogelijk is moeilijke restpercelen om te vormen tot kwalitatieve dense woonomge-vingen; geluidsoverlast infrastructuur kostenefficiënt oplossen.

Selectiecriterium 3 – GELAAGDHEID Sociale mix en generatiemix; huidig gebruik open ruimte integreren/behouden voor de buurt en de scouts; ruimte voor kleinschalige bedrijven of vrije beroepen.

Selectiecriterium 4 – PROCESBEREIDHEID AG VESPA heeft ambitie op vlak van kwaliteit, maar is gebonden aan overheidsopdrachten voor architectuuropdracht; masterplanner indien zinvol als kwaliteitsbewaker; expertise op vlak van akoestiek, landschapsontwerp en doelgroe-penonderzoek is meerwaarde.

Selectiecriterium 5 – HAALBAARHEID Site grotendeels in eigendom AG VESPA, twee private percelen in onderhandeling.

Page 68: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

Website: www.pilootprojectenwonen.be

Pilootproject Wonen Wilrijk

Page 69: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

Bezoekadres:

Atelier BouwmeesterRavensteingalerij 54-59, 1000 Brussel

Correspondentieadres:

Grasmarkt 61, B-1000 Brussel

T +32 (0)2 553 29 63F +32 (0)2 553 29 [email protected]

13 - HEMIKSEN - NIEUW HEMIKSEN

INITIATIEFNEMER: De Ideale Woning

PROJECTPARTNERS: 5 private partners geïnteresseerd

THEMA ONTWERPEND ONDERZOEK: De nieuwe wijk

PLANNINGSCONTEXT: woongebied, geen ruimtelijke plannen voor dit gedeelte van Hemiksem

DATA: 12 ha terrein met 270 wooneenheden, densiteit 22,5 wo/ha, dichtheid kan verhogen

BEKNOPTE PROJECTBESCHRIJVING:een bestaande sociale woonwijk herbouwen met hogere dichtheid als een meer gemengde wijk met een betere woningmix en wijkversterkende functiesnieuwe woonvormen cohousing en CLT, betaalbaar woonaanbod naast sociaal wonennieuw passend woningaanbod voor ouderen

Selectiecriterium 1 – INNOVATIE In samenwerking tussen SHM en private partners een verouderde wijk vernieuwen en het aanbod betaalbaar en soci-aal wonen in de gemeente verhogen met een kwalitatieve open ruimteaanbod

Selectiecriterium 2 – VOORBEELDFUNCTIE Het project heeft de ambitie om tot voorbeeld te strekken voor andere projecten in Vlaanderen.

Selectiecriterium 3 – GELAAGDHEID Sociale mix door privaat woningaanbod te mengen met sociale woningen; collectieve voorzieningen woonzorgcentrum en school mogelijk

Selectiecriterium 4 – PROCESBEREIDHEID DIW streeft een hoog ambitieniveau na en is ook met andere projecten een voortrekker; architectuuropdracht via nieuwe overheidsopdracht; SHM onderzoekt of masterplanner als kwaliteitsbewaker kan aangesteld

Selectiecriterium 5 – HAALBAARHEID Site grotendeels in eigendom van SHM en openbaar domein van de gemeente.; subsidie sociale woningen via de ge-ijkte procedure; private inbreng kan middelen genereren voor sociaal en bescheiden wonen; uitvoering 2015-2020 sluit aan bij timing DIW.

Page 70: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

Website: www.pilootprojectenwonen.be

Pilootproject Wonen Hemiksem

Page 71: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

Bezoekadres:

Atelier BouwmeesterRavensteingalerij 54-59, 1000 Brussel

Correspondentieadres:

Grasmarkt 61, B-1000 Brussel

T +32 (0)2 553 29 63F +32 (0)2 553 29 [email protected]

19 - BEVEREN - MIDDENHEIDE

INITIATIEFNEMER: Matexi NV & SUID

PROJECTPARTNERS: Gemeente Beveren-WaasGewestelijke Maatschappij voor Huisvesting

THEMA ONTWERPEND ONDERZOEK: Bovenmaats bouwblok

PLANNINGSCONTEXT: woonuitbreidingsgebied, gemeente principieel akkoord aansnijden WUG, provincie voor-waarde masterplan

DATA: 15 ha terrein, ca 300 wooneenheden, gemiddelde densiteit 24 wo/ha

BEKNOPTE PROJECTBESCHRIJVING:prioritair aan te snijden woonuitbreidingsgebied bebouwentoekomstige ontsluiting via verlenging tram 3 naar Antwerpentoekomstgerichte, verkoopbare woonvormen realiseren die beantwoorden aan diversiteit, nabijheid, collectiviteit en compactheid

Selectiecriterium 1 – INNOVATIE Ruimte voor cohousing en collectief opdrachtgeverschap; ruimte voor participatie stakeholders; beperkte private tuinen vs meer openbare ruimte; autoluwe woonomgeving met parkeerhavens.

Selectiecriterium 2 – VOORBEELDFUNCTIE Herdenken van klassiek verkavelingsmodel waarbij op duurzame en niet-ruimteverslindende manier met de beschik-bare ruimte voor wonen wordt omgegaan.

Selectiecriterium 3 – GELAAGDHEID Sociale mix en generatiemix; aanzet tot een kern met gehucht/parochie ‘Congoken’ versterken.

Selectiecriterium 4 – PROCESBEREIDHEID In eigen beheer gemaakt marktonderzoek zal bepalend laten zijn voor projectdefinitie; masterplanner treedt op als kwaliteitsbewaker (niet duidelijk wie dit financiert).

Selectiecriterium 5 – HAALBAARHEID Site in eigendom van projectontwikkelaar (?); professionaliteit en ervaring van deze maken dat op korte tijd ontwik-keld kan worden.

Page 72: De kreet van de Ruimte 3 - Presentatie Anne Malliet

Website: www.pilootprojectenwonen.be

Pilootproject Wonen Beveren