De Katrol

De katrol

De katrol

4 tekeningen• Wat valt op?

De katrol

Situatie a:

• Het gewicht heeft 1 hangpunt• Om het gewicht 1 m op te heisen

neem je 1 m touw in.• De trekkracht hetzelfde als het gewicht

Katrol A

Situatie b:

• Het gewicht heeft 2 hangpunten• Om het gewicht 1 m op te heisen

neem je 2 m touw in.• De trekkracht is ½ deel van het gewicht

Katrol B

Situatie c:

• Het gewicht heeft 3 hangpunten• Om het gewicht 1 m op te heisen

neem je 3 m touw in.• De trekkracht is 1/3 deel van het gewicht

Katrol C

Situatie d:

• Het gewicht heeft 4 hangpunten• Om het gewicht 1 m op te heisen

neem je 4 m touw in.• De trekkracht is ¼ deel van het gewicht

Katrol D

Conclusie• De kracht is omgekeerd evenredig met de

hoeveelheid touw die hij binnenhaalt.

• Stappenplan• Bepaal aantal hangpunten.• Dat is krachtverhouding en lengteverhouding

Conclusie

• Katrol heeft 4 hangpunten dan volgt:

• Lengte inhalen 4 x zo groot• Kracht 4 maal zo klein

Katrol A