de Hofdame

1
De Hofdame COLUMN 50 Helemaal achter in mijn tuin, ferm en pront, staat een lelijk exemplaar van de bomige soort. Niet meteen een pronkstuk van de Europese flora, maar alleszins het bestaansrecht waardig. En meteen ook het enige stukje groen dat vandaag nog herinnert aan de compleet door onkruid overwoekerde langwerpige ‘hof’ van 5 jaar geleden. Mijn uit de kluiten gewassen naaldboom staat pal in het midden van mijn tuin, die aan weerszijden omzoomd is met ligusterhaag. Zeer voordelig in aankoop en bijzonder weelderig. Zo weelderig zelfs dat ik minstens twee keer per jaar moet snoeien want anders kan mijn buurman er niet meer overheen kijken. Dat doet hij namelijk graag. Om een babbeltje te slaan. Om wat sociale controle te houden. Om fier zijn boontjes uit eigen moestuin te tonen onder het smoezelen van de gevleugelde woorden: “ik heb een boontje voor jou!” – een woordspeling waarop mijn buurman, alias koning der plaatselijke carnavalscomités, zelfs niet lang heeft moeten broeden. Maar we dwalen af. Het grootste deel van mijn tuin is beplant met grassen, meervoud dus. Geen gras, een ‘gazon’ zoals we hier plachten te zeggen, maar siergrassen. Makkelijk in onderhoud. Bestand tegen van alles en nog wat. Heel sierlijk ook. Vandaar de naam wellicht. En sinds kort ben ik naarstig aan het ‘moestuinieren’ geslagen met courgette, pompoen en meloen, al lijkt die laatste het vooralsnog niet zo goed te doen. Mijn 3 (drie!) pompoenen zijn ondertussen al zo zwaar dat ik er bijna tegenop zie ze te gaan oogsten. Mijn courgetten doen het ook geweldig, al had mijn eerste exemplaar meer weg van een periscoop of zo’n geweer om mee achter een hoekje te schieten. Ik wist wel dat die er niet zo uit hoorde te zien, maar ik was er best wel trots op. Ik heb hem zelfs meegezeuld naar mijn afspraak met de tuinman van Kasteel Hex. Niet dat ik vermoedde dat die onder de indruk zou zijn van mijn oogst – ik daarentegen wel van de zijne, zie onze rubriek over Hex in dit blad – maar ik was ergens uitgenodigd en wou een origineel geschenk meenemen. Ok, mijn courgette zal geen prijs wegkapen in een wedstrijd voor de mooiste groente – bestaat zoiets überhaupt? – maar het is wel een voortbrengsel uit eigen tuin. Mijn eerste kleine stap naar zelfvoorziening. Een bijzonder persoonlijke en originele attentie voor de vrienden die mij hadden uitgenodigd. Maar toen ik hen fier het ding overhandigde, las ik alleen maar teleurstelling op hun gezichten. Zouden ze op een fles cava gerekend hebben? Ik kijk al uit naar hun reactie als ik ze de volgende keer eieren van mijn kippen cadeau doe. Kippen die gered werden van het slachthuis na een miserabel leven in een legbatterij. Die heb ik geadopteerd via de organisatie “Red een legkip”. Zo meteen mag ik ze gaan afhalen in het opvangcentrum. Maar daarover meer de volgende keer. Peggy Van der Auwera

description

Column in tijdschrift Fence

Transcript of de Hofdame

Verhalen in het Park13 oktober 2012

VertellersJoe Baele

Heidi Kockaerts

Veerle Ernalsteen

Hilde RoggeFred Versonnen

Inlichtingen : [email protected] of +32(0)89 51 93 43Landcommanderij Alden Biesen, Kasteelstraat 6, 3740 Bilzen (BE)

www.alden-biesen.be

De Hofdame

Column

50

Helemaal achter in mijn tuin, ferm en pront, staat een lelijk exemplaar van de bomige soort. Niet meteen een pronkstuk van de Europese flora, maar alleszins het bestaansrecht waardig. En meteen ook het enige stukje groen dat vandaag nog herinnert aan de compleet door onkruid overwoekerde langwerpige ‘hof’ van 5 jaar geleden. Mijn uit de kluiten gewassen naaldboom staat pal in het midden van mijn tuin, die aan weerszijden omzoomd is met ligusterhaag. Zeer voordelig in aankoop en bijzonder weelderig. Zo weelderig zelfs dat ik minstens twee keer per jaar moet snoeien want anders kan mijn buurman er niet meer overheen kijken. Dat doet hij namelijk graag. Om een babbeltje te slaan. Om wat sociale controle te houden. Om fier zijn boontjes uit eigen moestuin te tonen onder het smoezelen van de gevleugelde woorden: “ik heb een boontje voor jou!” – een woordspeling waarop mijn buurman, alias koning der plaatselijke carnavalscomités, zelfs niet lang heeft moeten broeden. Maar we dwalen af. Het grootste deel van mijn tuin is beplant met grassen, meervoud dus. Geen gras, een ‘gazon’ zoals we hier plachten te zeggen, maar siergrassen. Makkelijk in onderhoud. Bestand tegen van alles en nog wat. Heel sierlijk ook. Vandaar de naam wellicht. En sinds kort ben ik naarstig aan het ‘moestuinieren’ geslagen met courgette, pompoen en meloen, al lijkt die laatste het vooralsnog niet

zo goed te doen. Mijn 3 (drie!) pompoenen zijn ondertussen al zo zwaar dat ik er bijna tegenop zie ze te gaan oogsten. Mijn courgetten doen het ook geweldig, al had mijn eerste exemplaar meer weg van een periscoop of zo’n geweer om mee achter een hoekje te schieten. Ik wist wel dat die er niet zo uit hoorde te zien, maar ik was er best wel trots op. Ik heb hem zelfs meegezeuld naar mijn afspraak met de tuinman van Kasteel Hex. Niet dat ik vermoedde dat die onder de indruk zou zijn van mijn oogst – ik daarentegen wel van de zijne, zie onze rubriek over Hex in dit blad – maar ik was ergens uitgenodigd en wou een origineel geschenk meenemen. Ok, mijn courgette zal geen prijs wegkapen in een wedstrijd voor de mooiste groente – bestaat zoiets überhaupt? – maar het is wel een voortbrengsel uit eigen tuin. Mijn eerste kleine stap naar zelfvoorziening. Een bijzonder persoonlijke en originele attentie voor de vrienden die mij hadden uitgenodigd. Maar toen ik hen fier het ding overhandigde, las ik alleen maar teleurstelling op hun gezichten. Zouden ze op een fles cava gerekend hebben? Ik kijk al uit naar hun reactie als ik ze de volgende keer eieren van mijn kippen cadeau doe. Kippen die gered werden van het slachthuis na een miserabel leven in een legbatterij. Die heb ik geadopteerd via de organisatie “Red een legkip”. Zo meteen mag ik ze gaan afhalen in het opvangcentrum. Maar daarover meer de volgende keer.

Peggy Van der Auwera