De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

34
De God van Abraham, Isaak én ISHMAËL Jaap Bönker

description

Voorbeeld van het binnenwerk van het boek 'De God van Abraham, Isaak en Ishmaël' dat ik ontworpen heb voor Uitgeverij Timotheüs.

Transcript of De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

Page 1: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

De God van Abraham, Isaak én

ISHMAËLJaap Bönker

Page 2: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview
Page 3: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

Jaap Bönker

De God van Abraham, Isaak

en Ishmaël

Page 4: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

_____

De God van Abraham, Isaak en IshmaëlJaap Bönker2e herziene druk, juni 2011

Een uitgave van Uitgeverij Timotheüsin samenwerking met St. Jongeren & De BijbelPostbus 354, 3840 AJ Harderwijkwww.uitgeverijtimotheus.nl

Redactie: Maarten NotaVormgeving: Christian MediaDruk: Quality Dots B.V.

ISBN: 978-90-79895-00-7NUR: 707 Geloofsopbouw

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Page 5: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

5

Inhoudsopgave

Inleiding: rondreis door het land 9

Deel 1: Op reis met Abraham en zijn zonen 17

1. Spanning van het moment 192. De roeping van Abraham 233. Je familie staat centraal 264. Abraham moet weg uit Haran 295. De stoffige heerbanen 316. Een spannende reis begint 337. Op de grens van het Beloofde Land 368. Nabloes: stad van terroristen 409. Op de Arabische markt 4510. Onder de eik van Moré 4811. Bij de Jakobsput 5312. De Samaritanen 5513. Twee werelden 5914. De vlucht 6215. Terug naar de roeping 6716. De vijand achterna 7117. Ontmoeting in het dal 7318. De twijfel slaat toe 7719. Sara’s plicht en plan 8220. Ishmaël: God hoort! 8721. Zijn hand zal tegen iedereen zijn? 9022. Belofte, twijfel, vrees 9423. Het eeuwige verbond 9724. Hoog bezoek 101

Page 6: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

6

25. Radicalen in Gaza 10426. Abraham op herhaling 10827. Hoera, een jongen! 11028. De losser 11229. Het verpeste feest 11430. Een boogschutter 11831. De zonen van Ishmaël 12132. Stoffig Beersheva 12433. Pure aanbidding 12834. Terug naar Hebron 13235. Eeuwenoude straatjes 13636. Dood van Abraham 14237. ‘Abraham zag Mijn dag’ 14438. Samen bij het graf 146

Deel 2: Tekenen van herstel in de Beit Avraham 153

39. Diepere zin 15540. ‘Daar zal een gebaande weg zijn’ 15941. De wilde ezel en het lam 16242. De ezel en de wijnstok 16643. Herstel van Filistea 16944. ‘De islam, het grote gevaar’ 17645. Lichtpuntjes in de woestijn 17946. Verzoening in de praktijk 183

Epiloog 187

Isaäc da Costa: Hagar 192

Literatuurlijst 203 Bijlagen 205

Over de auteur 209

Page 7: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

7

Page 8: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

8

Page 9: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

9

Inleiding

Rondreis door het land

We staan op heilige grond, bij het graf van een echte Bijbelse held, de vader van veel volken. Abraham. We zijn in Hebron, op Palestijnse bodem. Hier kocht hij destijds de spelonk van Machpela om zijn vrouw Sara te kunnen begraven. Later bouwde Herodus de Grote een groot gebedshuis boven deze plek, wat nu de Ibrahim-moskee is. We proberen naar binnen te komen en ondergaan eerst een grondige veiligheidscheck aan de poort. Niks ontgaat de Israëlische militairen en anders begint het detectiepoortje zeker te piepen als je verdachte materialen op zak hebt. Pelgrims of toeristen kom je hier weinig meer tegen.

Sinds het uitbreken van de tweede intifada in 2000 lijkt al het leven uit het eeuwenoude centrum van Hebron te zijn weggetrokken. En toch blijft het een bijzondere plek. De grond onder mijn voeten ademt zoveel historie, want bij dit graf eren moslims, joden en christenen dezelfde stamvader. Het is het vertrekpunt van miljoenen gelovigen. Een plek van geloof, hoop en liefde, maar zeker ook van ongeloof, uitzichtloosheid en haat.

SlavenzonenWaarom staan we stil bij de laatste rustplaats van Abraham? Al jaren zie ik, Jaap, de speciale weg die de Here God gaat met Israël, eigenlijk direct al na mijn bekering in 1979. Steeds weer wees God mij op de speciale liefde die Hij voor Zijn volk heeft en in de loop der jaren ontdekte ik de rol van de wereld rondom Israël in Gods plannen. Abraham werd – buiten Jezus om - mijn grootste held en samen met goede vrienden in Jeruzalem begon ik meer en meer aandacht

Page 10: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

10

te krijgen voor de Bijbelse profetieën over de volken rondom Israël, de kinderen van Ishmaël. Zeg maar de Arabieren en moslims van vandaag. Maar zijn rol is toch uitgespeeld, werpt u misschien tegen? Hij was toch de zoon van de slavin en moest plaats maken toen Isaak bij Sara geboren werd? Ten dele klopt dit. Ishmaël kreeg een andere positie, zoals we later nog uitgebreid zullen zien, zonder dat hij totaal uit beeld zal raken. Vergeet echter niet dat vier stammen van het volk Israël ook voortgekomen zijn uit slavinnen, want Jakob verwekte twee zonen bij Rachels slavin Bilha. Dit waren Dan en Naftali. De andere twee, Gad en Aser, kwamen bij Lea’s slavin Zilpa ter wereld (zie Genesis 35:25 en 26), om maar te zwijgen over de zonen van Jozef die, geboren uit een Egyptische moeder, belangrijke stammen werden in Israël. Hoe rijmen we dit met Ishmaël? Deze nakomelingen van Abraham krijgen een substantieel deel van het Beloofde Land en de rol van Ishmaël zou ineens uitgespeeld zou zijn?

Binnen de christelijke theologie wordt het zo vaak wel geleerd en de toon over hem is altijd wat smalend. Toch ben ik na een uitge-breide zoektocht van jaren gaan ontdekken dat die insteek niet klopt. Gedurende die periode ontmoette ik steeds meer mensen die hier ook naar zochten. Speciaal wil ik Iet Bleeker noemen, die in 2005 overleed en jarenlang in Israël heeft gewerkt voor Near East Ministy. Zij koos niet voor de Joden of voor de Arabieren. Nee, zij ontwikkelde visie voor beide zonen van Abraham en sprak graag over zowel Isaak als Ishmaël. Ook in de totstandkoming van dit boek is zij betrokken geweest.

BloedbadHoe diep de strijd tussen Isaak (Joden) en Ishmaël (Arabieren) zit, valt op als we in Hebron bij het graf van Abraham stilstaan. Hebron betekent vriend, maar van warme gevoelens over en weer is hier weinig sprake. Sinds 1994, na het bloedbad dat Baruch Goldstein aanrichtte, scheidt een muur de joodse kant van de islamitische. De doorgedraaide arts uit de nabije nederzetting Kiryat-Arba opende het vuur op de biddende massa. Er vielen 29 doden, zonder Goldstein zelf, die met een brandblusapparaat werd doodgeslagen.

Page 11: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

11

Sinds die zwarte dag kent het graf van Abraham twee strikt van elkaar gescheiden ingangen. Links de moslims en rechts de joden. Ze hebben dezelfde aartsvader, dezelfde bewondering voor hem, maar leven in hermetisch afgesloten werelden van elkaar. Door een nis kijken we in de grafkamer van Abraham en daar vormt een hoge kist de herinnering aan hem. Joden en Arabieren zien hetzelfde, maar zijn strikt van elkaar gescheiden. Toch kunnen ze elkaar – tussen de dikke tralies door - recht in de ogen kijken. In één oogopslag. Figuurlijk gezien doen ze dat echter niet. Nooit! Ze kijken langs elkaar heen en willen het gemeenschappelijke niet zien, wissen het liefst alle histo-rische verwijzingen naar de ander uit. Sporen die ons – langs een bloedige geschiedenis – terugleiden naar de Beit Avraham, het huis waar Isaak en Ishmaël opgroeiden. “Was Isaak maar nooit geboren,” kan een Palestijn nu denken als hij mijmert bij dit graf. “Die opstan-dige Ishmaël, wat een ellende heeft die ons gebracht,” lispelt een Jood mogelijk aan de andere kant.

De situatie is anders. Abraham kreeg twee zonen en die zonen eisen vandaag de dag een grote rol op in het wereldgebeuren. Toch probe-ren we ons op deze plek te onttrekken aan de harde werkelijkheid in het Midden-Oosten. Door stil te staan bij het graf van Abraham vervagen de strijdpunten voor even en zien we hoop. Hier ligt de basis van Gods mooie woorden aan Abraham: ‘met u zullen alle geslach-ten van de aardbodems gezegend worden’. Eeuwenoude woorden die niet hebben afgedaan, al is het je soms moeilijk voor te stellen in de huidige impasse.

DoorstartNiet de holle kist met het fluwelen kleed werkt magisch. We sluiten onze ogen ook niet voor het geweld over en weer. Nee, maar deze plek brengt ons vooral terug bij Gods plan met Abraham. Kijken we sec daarnaar dan zijn we in staat boven de huidige problematiek uit te stijgen en ontdekken we misschien iets meer van Gods bedoelin-gen. Deze plek in Hebron is namelijk niet alleen het beginpunt van dit boek, maar vooral de ‘doorstart’ van Gods reddingsplan voor de wereld. Want bij Adam en Eva ging het al mis toen de mens voor

Page 12: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

12

zichzelf koos en dus tegen God, wat resulteerde in de allesvernieti-gende zondvloed in de tijd van Noach. Al snel bleek dat het egoïsme en de zonde niet met de watermassa in de aardbodem is getrokken. De mens veranderde na Noach niet en dus moest God opnieuw ingrijpen.

Adam en Eva schaamden zich voor hun naaktheid, maar God zocht ze op. Dat is eigenlijk de rode draad in de hele Bijbel: God houdt ons vast en komt naar ons toe! Dat bewijst Jezus veel later ook, door een mens te worden zoals wij en om de dood (+ de zonde) te over-winnen. Ergens tussen de Hof van Eden aan de ene kant en Jezus’ lijden, sterven en opstaan aan de andere kant, staat Abraham. De rijke beloften die hij krijgt, verbinden deze twee ‘werelden’ met elkaar. Dat is genade!

God de Vader kiest Abraham uit om een proces op gang te brengen van verzoening, om de verstoorde relatie tussen Hem en mens te herstellen. De Here God voegt – in Genesis 17 - de letter ‘H’ (in het Hebreeuws uit te spreken als hee) toe aan de naam van AbraHam (‘vader van vele volken’), die daarvoor nog Abram (‘verheven vader’) heette. Overigens spreken we in dit boek – om verwarring te voor-komen - consequent over Abraham en Sara (‘vorstin’), hoewel ze in de Bijbel tot Genesis 17 Abram en Sarai heetten. We gebruiken de schrijfwijzen ‘joden’ en ‘Joden’ door elkaar. Gaat het om de religieuze groep dan is het met een kleine letter (zoals christen en moslim); pratend over het ras dan schrijven we ‘Joden’ (zoals Arabieren).

Zegen en vloekGod belooft Abraham te zegenen, al lijkt dat tegenwoordig soms meer op een verscheurende vloek. Dromend bij zijn graf in Hebron worden we heen en weer geslingerd tussen een zoete belofte en de harde werkelijkheid. Helaas zien we dat te veel mensen partij kiezen en daarbij altijd de ander tekort doen. Om ons heen zien we een vooral verbale strijd tussen fanatieke Israël-aanhangers en groepen die alleen oog hebben voor de Palestijnen. Met verbazing ontdekken wij dat mensen zo vaak muurvast zitten in eenzijdige denkkaders.

Page 13: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

13

Kies je voor de Palestijnen dan ben je in het ergste geval een anti-semiet, maar neem je het te veel op voor de Joden dan verwijten ‘je tegenstanders’ je te heulen met de bezetter.

Wij vragen ons daarom af of er nog andere wegen naar Jeruzalem leiden. We zoeken geen politieke oplossingen en ook geen multireli-gieuze, maar stellen ons wel de vraag: sluit onze – wat we vaak noemen – Israël-visie eigenlijk wel goed aan op de ideeën die God in Zijn Woord vertelt? In dit boek gaat het om én én. Het is geen vraag naar ‘voor wie ben je, voor Isaak of Ishmaël’, een vraag die ook Abraham zichzelf niet zou stellen. Hij hield van zijn twee zonen. Sommigen zullen die insteek direct afdoen als een dwaling, aangezien de gebrui-kelijke visies op het Midden-Oosten rechtlijnig zijn en dus weinig ruimte bieden voor een misschien wat gedurfde zoektocht.

GlobetrotterOnze gids daarbij is Abraham, een globetrotter van het zuiverste soort. Komend vanuit een ver land, Irak, geeft God hem een opdracht én een zegen mee. Geen makkelijke opgave, maar wel een hoopvolle verwachting. En hoop is er. De dikke scheidingswand hier bij het graf van Abraham begint scheuren te vertonen en we zien hoe een voor-zichtige lichtstraal binnen probeert te dringen: God gaat verzoen-ing geven en Hij zal het huis van Abraham – buiten de politiek om - herenigen. In dit boek proberen we dat nieuwe licht op te vangen en door te geven.

Onze tocht (in deel 1 van dit boek) gaat over de traditionele handels-routes in het Beloofde Land, de zogenaamde heerbanen, die vele duizenden jaren oud zijn. Zoals die wegen maatschappijen met elkaar verbonden, zo vertellen diezelfde oude routes ons vandaag de dag een verhaal. Want hierop ontmoeten we vandaag allerlei interessante mensen. We beschrijven het leven van Abraham van begin tot eind en wandelen met hem door het land Kanaän naar plaatsen als Sichem, Jeruzalem, Hebron en Gaza. Hoe reisde hij zo’n vierduizend jaar geleden? En wat zie je op die pleisterplaatsen in de 21e eeuw? Tot slot maken we in deel 2 met de Bijbel in de hand enkele uitstapjes naar

Page 14: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

14

de toekomst. Ook denken we na over de diepere betekenis van de heerbanen, die veel meer zijn dan onverharde ezelpaadjes of inmid-dels keurig geasfalteerde snelwegen. In Jesaja 19 spelen de heerbanen namelijk een centrale rol in toekomst van het Midden-Oosten, waar Egypte en Assyrië genoemd worden.

InteressantAndere vragen zijn: wat betekent de ‘scheldnaam’ wilde ezel eigenlijk die Ishmaël meekrijgt? Welke rol speelt Isaak, de eerstgeborene (de losser) in het huis van Abraham? En wat hebben de wilde ezel en de losser met elkaar van doen? Verder denken we na over de rela-tie tussen de Filistijnen en Palestijnen. Wat hebben ze met elkaar gemeen en wat zegt God zelf in Zijn Woord over deze volken en hun gebieden?

Dan wil ik Maarten Nota bedanken. Zonder hem zou dit boek niet tot stand zijn gekomen. Samen zijn we in november 2004 en juni 2006 langs de plaatsen gegaan waar Abraham een altaar heeft gebouwd. Hij heeft mijn gedachten verder uitgewerkt op papier. Sifra Essid, Jan Perton, Janneke Terlouw hebben het manuscript meegelezen. Bedankt daarvoor. Verder dank aan Renske, mijn vrouw, die veelal geplaagd werd met allerlei gedachten die ik op allerlei momenten van de dag op haar losliet. Ook Boukje, de vrouw van Maarten, die hem de tijd gunde het boek te schrijven en kritisch meelas.

Verder nog dit. We hebben in de tekstaanhalingen gebruik gemaakt van de NBG-vertaling uit 1951, tenzij anders vermeld. Letterlijke Bijbelteksten schrijven we cursief en met enkele aanhalingstekens: ‘In den beginne...’. Citaten (ook fictief ) schrijven we niet cursief en met dubbele aanhalingstekens, dit om een goed onderscheid te houden tussen wat de Bijbel ons zegt en parafrases of citaten: “Ik krijg een jongen,” zo schrijven wij ergens over Hagar, “en hij gaat Ishmaël heten.”

Shockerend?Tot slot bedank ik speciaal de God van Abraham, Isaak, Jakob én

Page 15: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

15

Ishmaël, Die me steeds weer nieuwe gedachten gaf. De titel van dit boek vinden sommigen misschien shockerend, maar moet niet anders dan prikkelen. Jakob ontbreekt misschien in de titel van dit boek, maar totaal niet in onze visie op Israël en de toekomst. Wel hoop ik dat volgelingen van Jezus meer liefde krijgen voor Ishmaël, zonder Jakob uit het oog te verliezen.

Het gaat om een (nieuw) denkproces op gang te brengen. Twee millen-nia denken christenen al na over losse teksten en grote verbanden in Gods Woord. In al die eeuwen, mede door de verschillende vertalin-gen, zijn er bijna meer interpretaties gekomen dan er Bijbelteksten zijn. Of het nu gaat om discussies over de vrouw in het ambt, wet en genade, de doop en Israël.

Als we een overzicht moeten gaan maken van alle christelijke ‘menin-gen’ dan hebben we daar een eeuwigheid voor nodig. Niet voor niets staan christenen in ‘de wereld’ bekend als ruziemakers, die bij het minste of geringste een nieuwe ware kerk oprichten. Uiteraard is het allemaal veel genuanceerder, maar toch. We hebben zo onze ideeën en die verdedigen we graag.

Die houding houdt enerzijds twijfel buiten de deur, maar voor-komt wel dat we niet verder kijken dan onze kerkelijke neus lang is. Is dat erg? Wel als we in discussies andere meningen afdoen als ketterij, laster of onwaar. Dat mogen we wel zeggen, als bijvoorbeeld een dominee Jezus’ opstanding ontkent, maar ook alleen als we ons verdiepen in andere mogelijkheden, bijvoorbeeld over een onder-werp als de gaven van de Geest. Dan hebben we recht van spreken.

DenkprocesIn dit boek ontkennen we niet het bestaan van de God Abraham, Isaak en Jakob of proberen we zeker niet de rol van Israël uit te schakelen in het voordeel van Ishmaël. Wel willen we anders kijken naar bepaalde teksten en vragen stellen. Of u het met alles eens zult zijn? Dat hoeft niet en dat is ook niet onze opzet. Het gaat om het denkproces, ook over onze visie op Israël.

Page 16: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

16

Mijn grootste wens is dat de boodschap vooroordelen wegneemt, verzoening uitwerkt en verdieping brengt voor u als lezer. Nu staan we bij het graf, daar waar Abrahams leven eindigde, maar het is het startpunt van een boeiende reis. Ik daag u uit mee op stap te gaan, uw politieke of theologische zonnebril even af te nemen en plaats te nemen in de tent van Abraham. Gods zegen toegewenst bij dit avontuur!

Jaap Bönker

Page 17: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

17

deel 1

Op reis met Abraham en zijn zonen

Page 18: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

18

Page 19: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

19

1

Spanning van het moment

De winterzon schijnt wat krachteloos over Jeruzalem. Wolken liggen gestapeld boven de oude stad. Op de tempelberg en bij de Klaagmuur is het de gebruikelijke drukte van trouwe bidders, nieuwsgie-rige toeristen en oplettend veiligheidspersoneel. Beneden voor de Klaagmuur bindt een tsaddik (‘rechtvaardige/wijze man’) gebedsrie-men om bij een joodse jongen. Links staan de mannen in gebed en rechts - afgescheiden door een hek - de vrouwen. Sommige bidders bewegen hun bovenlichaam van voor naar achteren als ze verzen uit de Torah reciteren. Een militair van rond de twintig jaar frommelt een stukje papier in de enorme zandstenen muur. Wat zal zijn gebed zijn?

Nonchalant bungelt zijn zwarte machinegeweer op zijn rug als hij bij de muur vandaan loopt. Niet ver daarboven, bij de ingang van de Rotskoepelmoskee op het tempelplein, lopen islamitische gelovigen in en uit. Hier geen gebedskleden met zwierende kwastjes, maar zwart-wit en rood-wit geblokte sjaals voor de mannen en egaal gekleurde hoofddoeken voor de vrouwen. Dit is de toegang tot de trots van de Arabieren, naast de steden Mekka en Medina in Saoedi-Arabië.

Een bewaker screent de bezoekers. Toeristen worden steevast gewei-gerd, al doet een Zwitserse bezoeker zijn uiterste best toch binnen te dringen tot het heiligdom. De bewaker glimlacht, maar blijft volhou-den: “Alleen moslims mogen naar binnen.” De toerist geeft het op en wij stellen de portier plagerig de vraag: “Hoe kunt u zien dat wij geen moslims zijn, meneer?” Hij wuift de vraag lachend weg. “Kom nou, hoe kan een Westerling moslim zijn? Jullie zijn toch allemaal christen?”

Page 20: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

20

Enkele meters bij de ingang vandaan zit een vrouw rustig op de grond. Zonder op of om te kijken, neemt ze de teksten van haar Koran in zich op. Voor haar pronkt kolossaal de wereldberoemde moskee met zijn blauwkleurige muren vol mozaïek. De goudkleurige koepel schittert fel in de zon als de wolken langzaam aan de kant schuiven.

Vreemde grensTerwijl wij – met tussenkomst van de nodige veiligheidcontroles - van de Klaagmuur naar de moskee kunnen lopen, passeren we daarmee niet alleen een detectiepoortje, maar vooral een vreemde grens van onverdraagzaamheid en geweld. Over de hele wereld is deze strijd bekend. We kennen immers allemaal de confrontaties tussen Joden en Palestijnen. Te vaak heeft het Journaal moeten openen met een bloederig verslag van een bomaanslag op een stadsbus in Tel Aviv of met beelden van een keiharde vergelding van Israëlische militairen op een ‘bolwerk van extremisten’. Te vaak is het mis gegaan, ook als er hoop gloorde na nieuwe politieke onderhandelingen. Deze goede bedoelingen ten spijt nemen de onderlinge argwaan niet meer weg en dus ook niet de intensieve veiligheidsprocedures met detectie-poortjes, fouilleerhandelingen en norse blikken van militairen. Overal in dit land heb je rekening te houden met dreiging. Het hangt als een deken over het glooiende landschap van het Beloofde Land. Van roadblocks op de weg van Jeruzalem naar Nabloes, tot scherpe ondervragingen door de douane op vliegveld Ben Goerion en van gewapend personeel bij de ingang van de buurtsuper tot ongetwijfeld zeer uitvoerige, maar voor ons onzichtbare spionagepraktijken.

In de afgelopen vijftig jaar vielen er duizenden doden aan beide kanten. Terwijl de wereld probeert te onderhandelen, kijkt niemand meer vreemd op van een volgende geweldsgolf. Zo af en toe klinkt de roep om een grootscheepse interventiemacht van bijvoorbeeld de Verenigde Naties. Een andere keer brengt een land de strijdende partijen bijeen aan de volgende ronde tafel. Niks lijkt te werken en iedere menselijke poging loopt uiteindelijk op niks uit.

Page 21: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

21

Page 22: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

22

GevaarEen enquête van de Evangelische Omroep wees eind 2003 uit dat burgers van de Europese Unie Israël het gevaarlijkste land ter wereld noemen. In Nederland ziet bijna driekwart van de bevolking het kleine landje aan de Middellandse Zee als een gevaar voor de vrede in de wereld. Best bizar als je weet dat Israël bijna twee keer kleiner is dan Nederland, maar veel vaker dan welk land dan ook overal ter wereld de opening van het nieuws haalt. Blijkbaar beseft de gesecu-lariseerde EU-burger dat het hier gaat om een bijzonder ingewikkeld en makkelijk exploderend conflict.

Het leek goed te komen toen Rabin en Arafat elkaar in 1994 de hand schudden in de tuin van de olijke Bill Clinton. Tót 4 november 1995, toen Yigal Amir zijn eigen premier doodschoot. Weg hoop, weg kans op vrede! Wat leek op één stap vooruit, werd al snel twee stappen terug. Kijken we alleen naar het heden, dan zakt alle moed ons in de schoenen. Laten we daarom teruggaan naar Abraham, die zich in Haran klaarmaakt om op reis te gaan naar het zuiden, nadat hij uit Ur is gekomen.

Page 23: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

23

2

De roeping van Abraham

Wat Abraham zelf niet weet over zijn toekomst, kunnen wij achter-overleunend teruglezen in de Bijbel. Wij kennen zijn uiteindelijke bestemming en kunnen de afgelegde route redelijk makkelijk op een kaart tekenen. Ook lezen we in Gods Woord van zijn glans en zijn minder geïnspireerde, buitengewoon menselijke acties. Nú kunnen wij Hebreeën 11:8 erop naslaan en zien we dat hij in een mooi rijtje met geloofshelden staat, maar Abraham zelf wist nog van niks. Hij moest het doen met een tweeregelige opdracht van de Allerhoogste: ‘Ga uit uw land en uit uw maagschap en uit uws vaders huis naar het land dat Ik u wijzen zal...’ (Gen. 12:1).

‘Ga, ga uit,’ staat er in het Hebreeuws, wat (bijna) als een bevel van God klinkt: ‘Lech lecha’. Vergeet niet dat God lang niet van zich heeft laten horen. Negen geslachten daarvoor, bij Noach, sprak Hij voor het laatst tot een mens en nu deze opdracht: ‘Ga, ga uit!’ God kan het niet langer aanzien dat het geestelijke klimaat na Noach opnieuw achteruit holt en dus komt Hij met de oplossing. Niet door opnieuw Zijn gram te halen, nee, dit keer kiest Hij voor de omgekeerde weg, een project van lange adem vol zegen, met Abraham als startloper.

De Bijbel spreekt niet over het waarom Abraham deze speciale rol krijgt en eigenlijk weten we niet zoveel over deze man die later uitgroeit tot de stamvader van drie wereldreligies. Wel vertelt de latere richter Jozua ons dit: ‘Aan de overzijde der Rivier hebben oudtijds uw vaderen gewoond, Terach, de vader van Abraham en de vader van Nahor, en zij hebben andere goden gediend’ (Joz. 24:2).

Page 24: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

24

Jonge AbrahamVolgens de Midrasjim van Rabbah, een joods commentaar, geloofde Abraham – anders dan de geldende religieuze cultuur – in één God, namelijk de Schepper van hemel en aarde. In diezelfde Midrasjim van Rabbah staat een interessant achtergrondverhaal over de jonge Abraham die een middagje in de winkel van zijn vader staat. Overigens kun je dit verhaal ook in gedeelten in de Koran vinden (Soera 6:74 en Soera 9:114).

“De vader van Abraham, Terach, was van beroep afgodenmaker. Eens moest hij ergens heen en liet Abraham achter om in zijn plaats afgoden te verko-pen. Er kwam een man die een afgod wilde kopen. “Hoe oud bent u?” vroeg Abraham hem. “Vijftig jaar,” was het antwoord. “Wee zo een mens,” riep hij uit, “u bent vijftig jaar oud en wilt iets aanbidden dat een dag oud is!” Hierop schaamde de man zich en hij ging weg. Daarop kwam er een vrouw met een bord meel en verzocht hem dit aan de goden te offeren. Toen nam hij een stok, sloeg de afgoden in stukken en plaatste de stok in de hand van de grootste. Toen zijn vader terugkeerde wilde hij van hem weten wat hij wel met die afgoden gedaan had. “Ik kan het voor u niet verborgen houden,” antwoordde Abraham. “Een vrouw bracht hier een bord fijn meel en vroeg mij het aan de goden te offeren. Eén riep: “Ik eet het eerst!” en een ander riep: “Nee, ik het eerst!” Toen stond de grootste op, nam een stok en sloeg de andere in stukken.”

“Waarom spot je met mij,” schreeuwde zijn vader tegen hem, “alsof die beelden iets kunnen begrijpen!” “Zouden uw oren niet moeten horen wat uw mond nu zegt?” antwoordde Abraham. Hierop greep Terach hem vast en leverde hem uit aan Nimrod, de koning.” 1

PunaiseVeel wetenschappers menen dat Abraham omstreeks 2166 voor Christus (v. C.) ter wereld kwam. Anderen prikken liever een punaise bij het jaartal 1906 v. C. We moeten hem in ieder geval plaatsen in een context van het meergodendom. De mensen leefden dicht bij de natuur en geloofden in allerlei krachten, ‘die zich voorstelden als bovennatuurlijke wezens of goden, en die zij in de vorm van aardse gesneden

1 Midrash Rabbah, Genesis, 39:1, blz. 313

Page 25: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

25

beelden aanbaden’.2

Het bestaan van monotheïstische religies was toen ondenkbaar en dus mogen we gevoegelijk aannemen dat Abraham zelf ook allerlei goden aanbad, al doet het bovenstaande verhaal anders suggere-ren. Kon hij beter weten? Nee, eigenlijk niet, al verdwijnt daarmee misschien iets van zijn bijna mythische verschijning.

God vindt trouwens niet direct gehoor met zijn ‘Lech, lecha’. Hij moet Abraham twee keer roepen, zoals we uit Handelingen 7 kunnen opmaken. Stefanus vertelt ons namelijk dat de zoon van Terach de stem ook al in zijn geboorteplaats Ur der Chaldeeën gehoord heeft, terwijl Gods opdracht uit Genesis 12 in Haran plaatsvond. Twee keer dus. Maar hij gaat wel!

2 In Israël, vervolgstudie, Centrum voor Bijbelstudie en onderzoek, Jeruzalem, 1993, pag.113

Page 26: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

26

3

Je familie staat centraal

We lezen helaas niets over Abrahams reactie op het ‘bevel’ van God. Toch moet deze duidelijke opdracht hem van binnen onrustig hebben gemaakt. Als gewiekste nomade ga je namelijk niet zo maar beginnen aan een wat vage verhuizing dwars door vijandelijk grond-gebied. Wie de cultuur van het Midden-Oosten kent, weet ook dat je familie heilig is. Die laat je niet zomaar achter. Sterker nog, je leeft voor je ouders én de rest, zoals ooms, tantes, neven en nichten. Voor hen ga je door het vuur.

Hoe anders gaat het er in het Westen aan toe. Hier lijkt ‘ieder voor zich’ het adagium en sturen sommige ouders hun kinderen vijf dagen per week naar een kinderdagverblijf. Daar leren ze lopen, doen ze bijna alles, al haalt papa of mama ze nog net voor het slapengaan op. Voor niet meer zo mobiele en wat zeurderige ouderen hebben we het bejaardentehuis bedacht. Mensen uit de Semitische wereld snappen hier niets van, vooral niet dat de arme mevrouw op vijf hoog slechts twee keer per maand een bliksembezoekje krijgt van zoonlief.

De familie speelt juist een centrale rol in het leven van de gemiddelde Jordaniër, Tunesiër of Palestijn. Een carrièrebewuste Egyptenaar in een betere buurt van Cairo werkt ook graag hard voor wat extra luxe, maar zal zijn familie nooit uit het oog verliezen. Eigenlijk kan hij niet anders, weet hij niet beter en eeuwen geleden was het niet anders.

Een oudere samenlevingsvorm dan de familie bestaat er ook niet, inclusief ooms en tantes, neven en nichten. Je leven in de oude wereld reikt niet veel verder dan je familie, wat buren en misschien

Page 27: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

27

een vast kluitje slaven. Helemaal als bedoeïenenfamilie trek je samen rond. De oudste is de baas, alleen niet als ze van het ‘zwakke’ geslacht is. Een neefje van vijftien heeft naar buiten meer in de geitenmelk te brokkelen dan zijn tante van 76 jaar (hoewel zij weer binnenshuis de lakens uitdeelt) mocht hij de enige mannelijke overlever zijn.

Family manAbraham leren we kennen als een spil in de familie, direct onder zijn vader Terach, die eindverantwoordelijk is als de ‘mochtar’, de leider. Toch moet deze family man alles loslaten: ‘Ga uit uw land en uit uw maagschap en uit uws vaders huis naar het land dat Ik u wijzen zal...’. God vraagt dus veel van Abraham en het gaat ook om veel meer dan een onbezorgd reisje naar een vreemd oord. Alleen door weg te trekken, kan Abraham zich voorgoed afsnijden van zijn culturele en religieuze achtergrond. Weg uit de sociale ordes van het oude leven, waar volks-gebruiken en ongeschreven wetten niet snel zullen veranderen.

Hij moet als het ware ‘opnieuw geboren worden’ met als consequen-tie weg trekken uit Ur en later uit Haran, wat we ook kennen als Padam-Aram. We horen Abraham trouwens niet openlijk tegensput-teren, zonder dat de Here hem harde garanties geeft. Het lijkt op een jongensachtige speurtocht, weliswaar met ‘verregaande’ gevolgen. De stem spreekt immers van een nieuw land en dus een andere cultuur. De enige zekerheid die hij meekrijgt is de aantrekkelijke toevoeging: ‘Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken, en gij zult tot een zegen zijn...’ (Gen. 12: 2).

Hij wachtAbraham blijft uiterlijk onbewogen en kent blijkbaar de Persoon achter de opdracht en de woorden ‘dat Ik u wijzen zal’. Desondanks vertrekt Abraham niet direct, maar wacht hij totdat zijn vader Terach in Haran overlijdt, aldus Stefanus in Handelingen 7:4. Maar de lijn van Genesis volgend is hij voor het sterven van zijn vader al vertrokken en heeft hij zijn familie verlaten inclusief zijn vader. Toch probeert hij niet, zoals Mozes later, God te overtuigen dat hij niet de geschikte persoon is. Nee, Abraham laat allerlei bezwaren tegen de hachelijke

Page 28: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

28

onderneming achterwege. Hij hoort het aan, zal misschien geknikt hebben en gaat serieus plannen maken om te vertrekken. Of hij de straten van Haran, in het huidige Syrië, ooit terugziet, weet hij dan nog niet. Dat God hem niet roept voor een buitenlands uitstapje van twee maanden, zal hij ook wel beseft hebben.

Page 29: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

29

4

Abraham moet weg uit HaranIn het hedendaagse Haran vind je nog huizen die de vorm hebben van een bijenkorf en muren van gebakken en zongedroogde klei. De bouwwerkjes, die nu nog voor opslag dienen, geven de stad een historisch karakter, alsof je zo de wereld van Abraham binnenstapt. Nergens in Haran tref je netjes geplaveide wegen aan. Kippen schar-relen overal tussendoor en de geiten en schapen snuffelen met hun neus tussen het zand en de stenen. Met de altijd aanwezige zon, lijkt het hier in geen eeuwen geregend te hebben.

In deze stad woont Abraham, de plek waar in de tiende eeuw na Christus overigens de eerste islamitische universiteit ter wereld gesticht wordt. Haran ligt in Abrahams dagen op een knooppunt van internationale handelswegen. Ook geldt het als een religieuze pleis-terplaats. De twee grote tempels voor de Mesopotamische maango-din Sin trekken veel pelgrims. Nomaden die verder trekken, gaan eerst langs deze gewijde plek om een offer te brengen, als een poging de godin te plezieren.

ZinloosKenmerkend voor de natuurgodsdiensten is het cyclische denken. De mensen zaten klem in het geloof dat de natuur steeds opnieuw afsterft en weer tot nieuw leven gewekt wordt, wat het leven hol en haast zinloos maakt. Abraham ziet zijn tijdgenoten bijna manisch allerlei rituelen uitvoeren om de grillen van de goden af te wenden. Uit angst durven ze de religieuze taken niet te verzaken, wat de carrousel in beweging houdt. Abraham leert echter God persoon-lijk kennen, waardoor er een alternatief komt voor de afstandelijke (angstige) religie en het cyclische denken: een relationeel geloof.

Page 30: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

30

VerzorgingshuisDan moet de 75-jarige gaan en licht hij zijn volk, zijn ‘Am’, in over de plannen.Een gemiddelde westerling van die leeftijd verkast tegenwoordig voorgoed naar een verzorgingshuis, terwijl Abraham aanstalten maakt voor de reis van zijn leven. “Luister allemaal goed,” zegt hij tegen zijn onderdanen. “Jullie weten dat we de stad gaan verlaten, dat mijn God me heeft geroepen naar een ver land. Precies over een week wil ik vertrekken. Zorg dat je bij de eerste schemering klaarstaat. Neem zo weinig mogelijk mee en help elkaar met het inpakken.”

De tijd in Haran, aan een zijrivier van de Eufraat, heeft zijn fami-lie geen windeieren gelegd. Ze hebben het goed en Abraham hoeft dus zeker niet uit economisch oogpunt te vertrekken. Toch gaat de Hebreeër (‘iemand van de andere kant’) en maakt hij de oversteek van de ‘dood naar het leven’. Hij laat een luxe en veilig leventje achter zich, al houdt hij toch nog iets vast van zijn ‘maagschap’, zijn thuis. Abraham neemt namelijk een neefje mee, de zoon van zijn overleden broer Haran, zoals Genesis 12:5 laat zien: ‘Abraham nu nam zijn vrouw Sarai en Lot, zijns broeders zoon, en al hun have, die zij verworven hadden, en de lieden, die zij in Haran verkregen hadden, en zij trokken uit ...’

Page 31: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

31

5

De stoffige heerbanenDe tot dan toe bekende wereld strekt zich uit van de Eufraat en de Tigris in het oosten tot aan de Nijl in het zuiden. Overal kom je rondtrekkende karavanen met hun ezels, paarden of kamelen tegen. Diverse routes verbinden de steden en dorpen met elkaar en de handel heeft zelfs internationale allure. Dit zijn de zogenaamde heer-banen, die we later nog tegenkomen bij enkele belangrijke profetieën in de Bijbel.

In Jesaja 40:3 lezen we ‘Hoor, iemand roept: Bereidt in de woestijn de weg des HEREN, effent in de wildernis een baan voor onze God.’ Het is geen sinecure in het soms zo dorre en rotsachtige Midden-Oosten te zorgen voor een ‘baan’, een begaanbare weg. Zeker niet in het bergland van het Beloofde Land. Het effenen van die wildernis moet daar heel wat bloed, zweet en tranen hebben gekost. Geen luxe vier-baanswegen, maar paadjes die net breed genoeg waren om er met een lastdier overheen te kunnen gaan.

Als Abraham de poort van Haran achter zich laat, zit hij direct op de hoofdweg naar het zuiden, richting Egypte. Qua sfeer doet het misschien denken aan onze moderne ‘Route du Soleil’, waarop zomers duizenden toeristen uit Noord-Europa richting het zonnige zuiden schuiven. Toch mag je reizen toen en nu niet met elkaar vergelijken, behalve dat je een bepaalde tijd onder weg bent om van ‘a’ naar ‘b’ te komen.Rond Haran gaat het trouwens nog wel met het reizen, want je treft er geen bergen aan. Afgezien van een vernietigende zon en een mogelijk gebrek aan water, kan Abraham behoorlijk rechttoe rechtaan reizen richting het zuiden. Kijken we al wat verder op zijn route, naar

Page 32: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

32

het Beloofde land, dan zie je daar grote verschillen. Weinig landen kennen zo’n divers landschap en dat met de bescheiden omvang van Israël. De Bijbel vertelt ons hier ook het een en ander over. Er is evenzeer sprake van een “uitgedroogd land, dor en mat, zonder water (Ps.63:2) als van een bruisende winterbeek” (Ps. 18:17).” 3

Romantische wegenGods Woord praat over een ‘land van bergen en van dalen’. Kom je vanuit het zuiden dan moet je eerst door het gortdroge woestijnge-bied van de Negev. Daarna volgt de vruchtbare Saron-vlakte in het oude land van de Filistijnen. Het kalkstenen bergland van Judea heeft diepe ravijnen en strekt zich uit tot aan de Jordaanvallei, in de omgeving van Jericho. De heerbanen, voor ons weinig romantische wegen, verbinden mensen en maatschappijen met elkaar. Het zijn de economische aders van die tijd en ze liggen eeuwen later nog altijd op nagenoeg dezelfde plek.

Wat betekent het dat er vandaag de dag nog altijd een heerbaan loopt van Jeruzalem naar Sichem? Hier en daar is de moderne weg iets afgeweken van de oude weg, maar Gods plan – daarentegen - is niet veranderd. Je loopt op een koninklijke route, al ligt er ook het nodige gevaar op de weg. Wel is het een weg van hoop, verzoening en Gods trouw aan de mens. Later in dit boek bekijken we deze koninklijke routes meer met een profetische bril. Dan zal blijken dat God juist die kleine bergpaden noemt als het gaat om de afronding en vervol-making van de plannen, die Hij start bij Abraham. Maar eerst sluiten we ons aan bij de karavaan die net vertrokken is.

3 Palestina, land van den Bijbel, A. v. Deursen, p.52

Page 33: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

33

6

Een spannende reis begint

Als vader Terach is begraven, trekt Abraham voorgoed het kleed aan van de zwervende nomade. Het eerste deel gaat van Haran naar Sichem, een tocht van minstens zevenhonderd kilometer. Voor ons een reisje van acht uur met onze vijfversnellingen diesel; van Amsterdam naar ongeveer Parijs.

Maar in de woestijn gelden harde natuurwetten en kost reizen veel tijd. Gevaren als droogte, hitte, rovers en wilde dieren liggen op de loer om een onoplettende reiziger te verrassen. Voor die uitdagingen weet Abraham zich geplaatst. Het is een zaak van overleven. Er staat de groep heel wat te wachten, als ze het luxe stadsleven achter zich laten.

Page 34: De God van Abraham, Isaak én Ishmaël - binnenwerk preview

34

Zinderende hitteDaar gaan ze. De tweejarigen krijgen een plekje op moeders rug, de wat oudere tante moet voordurend rusten en klaagt wat. “Zal ik uw rugzak even dragen?” Het vitale neefje van dertien jaar neemt de ballast van zijn oude tante over. Die zucht en veegt met een doek haar voorhoofd af.Om de zinderende hitte van de dag te ontvluchten, reist de karavaan veel ’s nachts. Volle maan is ideaal, aangezien ezelsverlichting of lantaarnpalen niet echt gebruikelijk waren in die tijd. Ze trekken van bron naar bron, want schoon en voldoende drinkwater – voor mens en dier – is de brandstof van de hele karavaan. Milieuvriendelijk, gratis, maar erg kostbaar.

Kamelen en ezels

Sommige wetenschappers sparren graag met elkaar over de vraag of de kameel al tot de huishouding behoorde in Abrahams dagen. Een deel van hen gelooft dat niet, net zo min als het idee dat er paarden rondliepen. Zeker is dat Abraham de ezel wel tot zijn beschikking had. Geliefd in het Midden-Oosten, maar in het Westen altijd neergezet als een dom, koppig en een nutteloos beest.Toch kan dit dier, met zijn enorme uithoudingsvermogen, goed uit zijn ‘hoeven’ op de zeer smalle heerbanen. Een kleine veertig centimeter is genoeg voor de trouwe viervoeter en juist dat was meestal ook de maxi-male breedte van de ‘geëffende banen’ dwars door de bergen. Abraham heeft dan ook veel profijt van het dier.

PaspoortenWat kom je nog meer tegen in de woestijn? Voortdurend moet Abraham toestemming krijgen om de grenspaaltjes of -stenen te passeren, als hij het gebied van andere clans wil doorreizen. Paspoorten hadden ze nog niet. Onderweg worden er verder mensen ziek, staan slavinnen op het punt te bevallen, staat de groep oog in oog met een tot de tanden bewapende bende of raakt het eten bedorven.