Plaats en data: · Web viewVormingen LDE – najaar 2015 3. 2 Vormingen LDE – najaar 2015
De Gemeenteraad 1. Technische Dienst Plan- · PDF fileGezien blijkt uit de evaluatie van het...
Transcript of De Gemeenteraad 1. Technische Dienst Plan- · PDF fileGezien blijkt uit de evaluatie van het...
3. Vergadering van 9 maart 2015.
———————————————
Aanwezig: Dames en Heren: Spooren Hugo, Voorzitter Gruyters Bart, Burgemeester; Vanleeuw, Guy-
pen, Berden, Vandersmissen en Vanuytrecht, Schepenen; Vandenrijt, Appeltans, Boesmans, De Norre,
Moyaers, Ector, Laenen, De Waele, Orens, Berden, Graulus, Vanwing, Claes, Vanschoonbeek, Smeets;
Raadsleden; Creten Nathalie, Stadssecretaris.
Verontschuldigd: schepen van rechtswege en OCMW-voorzitter Karolien Grosemans
raadslid Danny Pauly.
———
Om twintig uur wordt door de Voorzitter de vergadering voor geopend verklaard.
Het verslag van de voorgaande vergadering wordt zonder opmerkingen aanvaard.
———
De Gemeenteraad:
1.
Technische Dienst – Plan-
ning
Wijziging van de Atlas van
de Buurtwegen en voorlo-
pige vaststelling van het
ontwerp van rooilijnplan. –
Verlegging rooilijn – Op-
name in het openbaar do-
mein van de wegoverschot-
ten 3 de afd., sectie B, nrs.
454/2 455/2 en 456/2, gele-
gen ter plaatse Kerkstraat.
________
Gelet op de aanvraag van familie Brems-Raymakers – vertegenwoordigd door Lucienne Brems,
Diestsesteenweg 13 te 3540 Herk-de-Stad, d.d. 12 januari 2015 tot de verlegging van de rooilijn van
(een deel van) de buurtweg nr. 18 en voetweg nr. 26, wijziging in de Atlas van Buurtwegen van de ge-
meente Herk-de-Stad;
Gelet dat deze aanvraag van de familie Brems-Raymakers, het initiatief tot verlegging van de rooilijn,
wijziging in de Atlas van de Buurtwegen, legt bij het gemeentebestuur Herk-de-Stad daar de wegover-
schotten eigendom zijn van de stad;
Gelet op de wet op de buurtwegen van 10 april 1841, gewijzigd bij de wet van 20 mei
1863, bij de wet van 9 augustus 1948 en bij decreet van 4 april 2014, inzonderheid de
artikels 27 tot en met 29;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de
organisatie van het openbaar onderzoek inzake buurtwegen van 20 juni 2014;
Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen;
Gelet op de nog aan te leveren plannen van landmeter-expert Denise Ballet, Oudestraat 35 – 3510 Has-
selt dd. 7 februari 2015, nl.
titelblad
een uittreksel uit de Atlas van de Buurtwegen
een uittreksel uit het kadaster
het ontwerp van rooilijnplan
topografische kaart
Overwegende dat de aanvrager – het gemeentebestuur Herk-de-Stad – de wijziging aan de Atlas van de
Buurtwegen vraagt omdat:
de aanliggende bouwpercelen op heden niet grenzen aan het openbaar domein en bijgevolg niet
bebouwbaar zijn.
in de wegoverschotten nutsleidingen zijn gelegen en een verkoop aan de aangelanden, mits het
vestigen van erfdienstbaarheden voor de nutsleidingen, niet aangewezen, noch gewenst is door
de aanliggende eigenaars;
de verbreding van het openbaar domein ter plaatse in de toekomst meer mogelijkheden biedt tot
het aanbrengen van boven en/of ondergrondse infrastructuur;
BESLUIT met algemene stemmen:
Artikel 1.
De gemeenteraad heeft het voornemen om de buurtweg nr. 18 en de voetweg nr. 26 in de Atlas van de
Buurtwegen van de gemeente Herk-de-Stad te wijzigen, zoals weergegeven op het bijgevoegde ontwerp
van rooilijnplan.
Artikel 2.
De ontwerp-rooilijn van de buurtweg nr. 18 en de voetweg nr. 26 in de Atlas van de Buurtwegen van de
gemeente Herk-de-Stad, zoals weergegeven op het bijgevoegde ontwerp van rooilijnplan, wordt voor-
lopig vastgesteld.
Artikel 3.
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met het organiseren van het openbaar onder-
zoek over de wijziging aan de Atlas van de Buurtwegen en het bijbehorende ontwerp van rooilijnplan.
Artikel 4.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 248 tot en met 261 van het gemeentedecreet van 15
juli 2005 en latere wijzigingen, mee te delen aan de Heer provinciegouverneur, terwijl een afschrift van
dit besluit ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
de Technische Dienst – Planning,
de Dienst Financiën.
__________
2.
Dienst Leefmilieu
Verlenging samenwer-
kingsovereenkomst Inter-
gemeentelijke Natuur- en
Landschapsploegen (De
Winning – vzw Groen-
werk).
__________
Gelet op de jarenlange vruchtbare samenwerking met de intergemeentelijke Natuur- en Landschaps-
ploeg West-Limburg;
Gezien dit samenwerkingscharter wordt onderschreven door een aantal andere Limburgse gemeenten
met de bedoeling via een tewerkstellingsproject landschaps-, natuur- en bosbeheerswerken uit te voeren
binnen de aangesloten gemeenten;
Gelet op het aantal taken dat de vorige jaren reeds werd waargenomen door deze ploeg, dat in het kader
van het alternatief maaibeheer het manueel maaien van wegbermen rond de hindernissen eveneens on-
der dit beheer resulteert, alsook werken in het kader van het goedgekeurde landschapsplan ‗Oude
Boomkwekerij De Pierpont‘ dienen uitgevoerd te worden;
Gezien voor het jaar 2015 een nieuwe overeenkomst dient afgesloten te worden voor een bedrag van
maximum € 25.000,- incl. B.T.W.;
Overwegende dat deze overeenkomst en het takenpakket passend is in de nieuwe indeling van het
groenbeheer, zoals voorgesteld in de nota van de dienst Leefmilieu dd. 24 februari 2010;
Gezien blijkt uit de evaluatie van het groenbeheer in 2014 dat de werking van INL tot ieders tevreden-
heid werd voltooid;
Gelet op het voorziene begrotingskrediet onder nr. 0200-03/6103510;
BESLUIT met algemene stemmen:
Artikel 1.
Het samenwerkingscharter met de Intergemeentelijke Natuur- en Landschapsploeg principieel goed te
keuren voor het werkingsjaar 2015 ten bedrage van maximum € 25.000,- incl. B.T.W.
Artikel 2.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 248 tot en met 261 van het gemeentedecreet van 15
juli 2005 en latere wijzigingen, mee te delen aan de Heer provinciegouverneur, terwijl een afschrift van
dit besluit ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- de Dienst Financiën,
- de Dienst Leefmilieu.
_____________
3.
Dienst Leefmilieu
Verlenging overeenkomst
Lokale diensteneconomie –
de Winning -vzw Werk-
kans.
___________
Gelet op de beslissing van het schepencollege dd. 28 januari 2009 tot principiële toetreding tot het pro-
ject Lokale Diensteneconomie via De Winning – vzw Werkkans;
Gelet op de meerwaarde van de tewerkstellingsvorm Lokale Diensteneconomie, waarbij via subsidies
mensen uit kansengroepen kunnen tewerkgesteld worden;
Overwegende dat hiervoor een overeenkomst dient afgesloten te worden;
Overwegende de taken die aan deze ploeg kunnen worden toebedeeld, namelijk onderhoud van parken,
herstel en onderhoud van straatmeubilair, logistieke ondersteuning van evenementen, kleine klussen
rond gemeentelijk patrimonium, opruimen van zwerfvuil, pesticidenvrij groenonderhoud, enz. … bin-
nen de gemeente Herk-de-Stad;
Overwegende dat deze opdracht kadert in de herverdeling van het gemeentelijk groenbeheer, zoals
voorgesteld in de nota van de dienst milieu dd. 24 februari 2010;
Gezien blijkt uit de evaluatie van het groenbeheer in 2014 dat de werking van LDE tot ieders tevreden-
heid werd voltooid;
Overwegende dat het wenselijk is om deze overeenkomst te verlengen voor het dienstjaar 2015;
Gelet op de beslissing van het schepencollege dd. 27 mei 2014, waarbij het toetredingscontract inzake
subsidiëring van milieu- en natuurtaken uitgevoerd door doelgroepwerknemers (Minawerkers) periode
2014-2019 werd goedgekeurd en dat deze subsidie werd toegezegd voor een eerste luik van drie jaar
voor een jaarlijkse bedrag van 2 x € 5.250 of samen € 10.500,-;
Overwegende dat deze subsidie past in de reeds afgesloten overeenkomst, zodat deze Minawerkers
geïntegreerd worden in de bestaande werking van LDE en dit zodoende integraal ten goede komt aan
het pesticidenvrij beheer;
Overwegende dat het hier gaat over een opdracht voor een collectieve dienstverlening, uitgevoerd door
mensen uit kansengroepen en dat het hier handelt over een subsidiebesluit;
Gelet op het voorziene krediet onder nr. 0200-03/6103510 van het budget voor het jaar 2015;
Overwegende dat voor deze bijkomende subsidies via budgetwijziging de som van € 10.500,- dient te
worden voorzien als uitgave aan De Winning waardoor dit budgetneutraal wordt door de toegekende
subsidie van het Minafonds van € 10.500,-;
BESLUIT met algemene stemmen:
Artikel 1.
De toetreding tot het project Lokale Diensteneconomie van ―De Winning- vzw Werkkans‖ voor het
dienstjaar 2015 te verlengen, met de bedoeling om werken te laten uitvoeren aan het openbaar patrimo-
nium in de gemeente Herk-de-Stad.
Artikel 2.
In overleg met de Dienst Leefmilieu en de Technische Dienst – Uitvoering navolgende taken te laten
uitvoeren via deze overeenkomst: onderhoud parken en sociale wijken, bijstand bij het pesticidenvrij
onderhoud van de plantsoenen, herstel en onderhoud van straatmeubilair, kleine klussen rond het ge-
meentelijke patrimonium, opruimen zwerfvuil, e.a.
Artikel 3.
De nodige kredieten, zijnde € 45.000,- werden voorzien in het budget voor 2015 onder nr. 0200-
03/6103510. Deze kredieten via een budgetwijziging te verhogen met € 10.500,-, zijnde de subsidie die
wordt ontvangen in het kader van het Minafonds.
Deze subsidie voor hetzelfde bedrag bijkomend als ontvangst in te schrijven waardoor dit een budget-
neutrale verrekening wordt.
Artikel 4.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 248 tot en met 261 van het gemeentedecreet van 15
juli 2005 en latere wijzigingen, mee te delen aan de Heer provinciegouverneur, terwijl een afschrift van
dit besluit ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- de Dienst Financiën,
- de Dienst Leefmilieu.
___________
4.
Dienst Leefmilieu
Wijziging reglement ge-
meentelijke begraafplaat-
sen.
__________
Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid de artikelen 117, 119, 119bis, 133 en 135 §2;
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 42;
Gelet op de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, gewijzigd bij de wetten van
4 juli 1973, 10 januari 1980, 28 december 1989 en 20 september 1998 en 8 februari 2001;
Gelet op het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en lijkbezorging;
Gelet op gemeentelijk reglement op de begraafplaatsen van 3 september 1985, gewijzigd bij raadsbe-
sluiten van 13 oktober 1997, 9 april 2001, 5 juli 2004 en 19 mei 2008;
Overwegende dat de gemeentelijke overheid krachtens artikel 135 §2 van de nieuwe gemeentewet,
moet instaan voor een goede politie en ondermeer de openbare reinheid, gezondheid, veiligheid en rust
moet waarborgen;
Overwegende dat de gemeentelijke begraafplaatsen en crematoria onderworpen zijn aan het gezag, de
politie en het toezicht van de gemeentelijke overheden die ervoor moeten zorgen dat er geen wanorde
heerst, dat er geen handelingen verricht worden die strijdig zijn met de aan de overledenen verschuldig-
de eerbied en dat er geen ontgravingen gebeuren zonder dat daartoe toelating werd verleend;
Overwegende dat de gemeenteraad de uitoefening moet regelen van ieder recht om, tenzij de overledene
anders heeft beschikt of zijn verwanten zich ertegen verzetten, op het graf van zijn verwante of vriend
een grafteken te doen plaatsen;
Overwegende dat de gemeenteraad alles regelt wat betrekking heeft op de afmetingen van de graftekens
en de aard van de te gebruiken materialen;
Gelet op de noodzaak om enkele wijzigingen in het reglement aan te brengen;
BESLUIT met algemene stemmen:
Artikel 1.
Het gewijzigd reglement op de begraafplaatsen goed te keuren.
AFDELING 1. Pleegvormen welke de begravingen/crematies voorafgaan
Artikel 1. Kerkhoven Herk-de-Stad
De gemeente Herk-de-Stad beschikt over 9 kerkhoven:
▪ Herk: Driespoortweg (oude en huidige begraafplaats)
▪ Donk: Dorpsstraat (oude en huidige begraafplaats)
▪ Schakkebroek: Schoolstraat (oude begraafplaats) en Amandinaweg (huidige begraafplaats)
▪ Berbroek: Grotestraat aan de kerk (oude begraafplaats) en Grotestraat (huidige begraafplaats)
▪ Schulen: Kiezelweg
Artikel 2. Aangifte overlijden
Elk overlijden, dat gebeurt of ontdekt wordt op het grondgebied van de gemeente, wordt aangegeven
aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.
De dag en het uur van de begrafenis worden afgesproken tussen het gemeentebestuur en de persoon die
instaat voor de begrafenis, onverminderd de bevoegdheid van het bestuur om dag en uur op te leggen.
De begrafenis heeft plaats binnen de zeven dagen die volgen op het overlijden, tenzij het gaat om een
verdachte of gewelddadige dood waarbij deze formaliteiten pas kunnen afgehandeld worden na toe-
stemming van de gerechtelijke overheid. Bij ontstentenis daarvan, wordt door het gemeentebestuur het
nodige gedaan.
Artikel 3. Kisting
Tot kisting mag slechts worden overgegaan nadat het overlijden werd vastgesteld door de ambtenaar
van de burgerlijke stand, op voorlegging van het daartoe afgeleverde doktersattest.
Artikel 4. Openen kist
Behoudens de door de gerechtelijke overheid uitgevaardigde maatregelen, mag de kist na de kisting niet
meer geopend worden.
Artikel 5. Toelating tot begraving
Alvorens tot begraving mag overgegaan worden, moet de toelating tot begraving, voorzien bij artikel 77
van het burgerlijk wetboek aan de gemeentelijke dienst van de begraafplaatsen worden overhandigd.
AFDELING 2. Vervoer van stoffelijke overschotten
Artikel 6. Wijze
De niet-gecremeerde stoffelijke overschotten moeten door een private onderneming individueel met een
lijkwagen of op een passende wijze vervoerd worden.
Artikel 7. Toelating
§1.
Voor het vervoer van stoffelijk overschotten buiten de grenzen van het Vlaamse Gewest is een vooraf-
gaande machtiging van de burgemeester vereist.
§2.
Voor zover stoffelijke overschotten van de in België overleden personen naar het buitenland moeten
vervoerd worden, is het vervoer, naargelang het geval, onderworpen aan de formaliteiten vermeld in:
▪ het KB van 8 maart 1967, wanneer het stoffelijke overschot moet vervoerd worden naar Luxem-
burg of Nederland;
▪ het akkoord van Straatsburg van 26 oktober 1973, wanneer het stoffelijk overschot moet ver-
voerd worden naar een ander land dan vermeld onder a) en dat het akkoord van Straatsburg on-
dertekend heeft;
▪ het Regentsbesluit van 20 juni 1947, wanneer een stoffelijk overschot moet vervoerd worden
naar een land, niet bedoeld in a) of b).
§3.
Het vervoer van gecremeerde stoffelijke overschotten is vrij, doch dient te gebeuren volgens de regels
van welvoeglijkheid.
AFDELING 3. Concessies
Artikel 8. Mogelijkheid tot nemen concessie
De begraving van een stoffelijk overschot, de begraving van een asurne en de bijzetting van een asurne
in een columbarium kunnen het voorwerp uitmaken van een concessie.
Artikel 9. Waar
De concessies worden enkel toegestaan op de plaatsen die daarvoor aangewezen zijn op de begraaf-
plaatsen.
In geen geval mag er een concessie verleend worden op een plaats die bestemd is voor de niet-
geconcedeerde gronden.
Artikel 10. Inhoud
Het verlenen van een concessie door de gemeentelijke overheid houdt geen verhuring noch een verkoop
in. Er mag aan de concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die welke waarvoor ze
werd verleend. De concessies zijn onoverdraagbaar.
Artikel 11. Termijn en aantal
De concessies worden verleend voor 30 jaar door het College van Burgemeester en Schepenen.
Een concessie kan genomen worden voor maximum twee personen
De concessies worden verleend onder de in het onderhavige reglement en het retributiereglement be-
paalde voorwaarden, zoals die gesteld zijn op het ogenblik van de concessieaanvraag.
Artikel 12. Aanvangsdatum
De concessie neemt een aanvang op de datum van de begraving van de eerst overledene.
Artikel 13. Hernieuwing
De concessies kunnen op uitdrukkelijke aanvraag vóór het verstrijken van de termijn hernieuwd wor-
den.
De duur van de hernieuwing bedraagt 10 jaar.
Na het overlijden van de concessiehouder kan elke natuurlijke persoon of rechtspersoon een aanvraag
tot hernieuwing doen.
De concessiehernieuwingen worden toegestaan door het College van Burgemeester en Schepenen.
De concessiehernieuwingen worden toegestaan onder de voorwaarden die vastgesteld zijn in onderha-
vig reglement en het retributiereglement op de begraafplaatsen, die gelden op het ogenblik van de aan-
vraag tot hernieuwing.
Artikel 14. Terugneming door de overheid
In geval van terugneming van een geconcedeerd perceel of van een geconcedeerde nis wegens openbaar
belang of dienstnoodzakelijkheid hebben de concessiehouders recht op het verkrijgen van een perceel
van dezelfde oppervlakte of van een nis van dezelfde grootte, op dezelfde of op een andere begraaf-
plaats in de gemeente.
De kosten van overbrenging van de stoffelijke overschotten en van de graftekens zijn ten laste van het
gemeentebestuur.
Artikel 15. Wijziging bestemming begraafplaats
In geval van wijziging van de bestemming van de begraafplaats (sluiting van de begraafplaats) kan de
concessiehouder van een niet-vervallen concessie geen aanspraak maken op enige vergoeding.
Hij heeft het recht op het kosteloos verkrijgen van een grafruimte of van een nis van dezelfde opper-
vlakte op de nieuwe begraafplaats.
De kosten voor de overbrenging van de stoffelijke overschotten zijn ten laste van het gemeentebestuur.
De kosten voor de overbrenging van de grafmonumenten zijn ten laste van de aanvrager.
AFDELING 4. Begravingen
Artikel 16. Wie
§1.
De begraafplaatsen zijn bestemd voor het begraven van personen:
a) die overleden zijn of dood zijn aangetroffen op het grondgebied van de gemeente;
b) die buiten het grondgebied van de gemeente overleden zijn maar die in haar bevolkings- of
vreemdelingenregister zijn ingeschreven;
c) die begunstigd zijn van een recht op begraving in een geconcedeerd graf of nis;
d) waarvan de vooroverleden echtgeno(o)t(e) reeds op één van de begraafplaatsen op het grondge-
bied van de gemeente is begraven en waarbij voor de langst levende reeds in een bijbegraving
werd voorzien;
e) die voorheen waren ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister van de gemeente
doch de laatste jaren voor hun overlijden wegens ouderdom of ziekte voor verzorging elders
buiten de gemeente verbleven en aldaar zijn ingeschreven.
§2.
Een afwijking op bovenvernoemde punten kan uitsluitend worden toegestaan in de volgende gevallen:
a) indien de overledene of de echtgeno(o)t(e) ervan meer dan de helft van zijn leven ingeschreven
was in de bevolkingsregisters van Herk-de-Stad. In dit geval wordt de overledene gelijkgesteld
met een inwoner (zie punt 1.b);
b) indien één of meerdere van de nabestaanden van de overledene tot de eerste graad, inwoner(s) is
(zijn) van Herk-de-Stad op het ogenblik van overlijden en mits betaling van een retributie, over-
eenkomstig artikel 3 van het retributiereglement op de begraafplaatsen;
c) indien de overledene aan geen van de voorgaande voorwaarden voldoet, kan er slechts toelating
tot begraving worden gegeven na expliciete schriftelijke goedkeuring van de burgemeester of
zijn gemachtigde en na betaling van een retributie, overeenkomstig artikel 4 van het retributie-
reglement op de begraafplaatsen.
§3.
Bestemming van asurnen na bewaring ervan op een andere plaats dan de begraafplaats:
Indien er een eind komt aan de bewaring van de as op een andere plaats dan de begraafplaats,
kan de urne op verzoek van de nabestaanden naar een begraafplaats gebracht worden om in een
columbariumnis of urnengraf bijgezet te worden of uitgestrooid te worden.
Deze mogelijkheid wordt voorzien voor alle overledenen die voldoen aan één van de volgende
voorwaarden:
▪ overledenen die voldoen aan de bepalingen van artikel 16 §1 of artikel 16 §2 punt a;
▪ indien één of meerdere van de nabestaanden van de overledene tot en met de eerste graad, inwo-
ner(s) is (zijn) van Herk-de-Stad op het ogenblik van de aanvraag.
In beide gevallen dient een retributie betaald te worden overeenkomstig de bepalingen van artikel
5 van het retributiereglement op de begraafplaatsen.
Artikel 17. Ere-graven
De ere-graven worden voorbehouden aan:
1. de oudstrijders 1914 – 1918;
2. de invaliden-soldaten en de invaliden-erkende weerstanders 1940-1945;
3. de politieke gevangenen;
4. de erkende krijgsgevangenen;
5. de erkende weerstanders 1940 - 1945;
6. de oudstrijders 1940 - 1945;
7. de erkende weggevoerden.
De ereperken bestaan uit afzonderlijke graven, welke zonder onderbreking worden ingenomen en welke
voorzien worden van een éénvormig onderscheidingsteken dat naam, voornaam en hoedanigheid van de
overledene vermeldt.
Deze graven worden vergund mits de aanvraag wordt ingediend via of door de belanghebbende oud-
strijdersvereniging.
Artikel 18. Formaliteiten bij bezorgen stoffelijke overschotten
Bij het bezorgen van stoffelijke overblijfselen op één van de begraafplaatsen moeten volgende be-
schikkingen worden nageleefd:
▪ de gemeentelijke dienst der begraafplaatsen moet vooraf verwittigd zijn door middel van het
daartoe bestemd formulier, waarop moet worden vermeld of het gaat om een begraving, een
bijzetting in het columbarium of een urnengraf, of een uitstrooiing en of al dan niet gebruik zal
worden gemaakt van een concessie of bijzetting op het ereperk.
▪ telkens erom verzocht wordt en alleszins bij aankomst aan de ingang van de begraafplaats, moe-
ten de vereiste administratieve toelatingen ter controle worden aangeboden.
Artikel 19. Waar
De begravingen moeten volgens plan (opgesteld door de gemeentelijke dienst van de begraafplaatsen)
worden uitgevoerd in regelmatige volgorde. Dit plan wijst de percelen aan die voorbehouden zijn voor
begravingen in geconcedeerde grond, in volle grond, de kindergraven, de ere-graven, de asverstrooi-
ingsweide, de columbaria en het urnenveld.
Artikel 20. Volgorde en type van begraven
De begravingen hebben plaats op één van de begraafplaatsen op het grondgebied van de gemeente.
Bovengrondse begravingen van niet-gecremeerde stoffelijke overschotten worden niet toegelaten.
1. a. De begravingen van lichamen of van asurnen in een grafkuil, al dan niet met een concessie, ge-
beurt in volgorde. Reservaties van grafplaatsen zijn niet toegelaten.
1. b. Er is één nabegraving mogelijk van bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad, voor per-
sonen die op het ogenblik van het overlijden een feitelijk gezin vormden of indien de overledene aan-
gaande het samenbegraven een schriftelijke bepaling heeft ingediend, op dezelfde rustplaats als de
vooroverleden persoon en er een concessie genomen wordt. De beslissing tot nabegraving moet ken-
baar gemaakt worden bij de gemeentelijke dienst der begraafplaatsen op het ogenblik van het eerste
overlijden.
2. a. De bijzettingen van asurnen in een nis van het columbarium, al dan niet met een concessie, ge-
beurt in volgorde. Reservaties van nissen zijn niet toegelaten.
2. b. Er is één bijzetting mogelijk van bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad, voor perso-
nen die op het ogenblik van het overlijden een feitelijk gezin vormden of indien de overledene aan-
gaande het samen begraven een schriftelijke bepaling heeft opgemaakt, op dezelfde rustplaats als de
vooroverleden persoon en er een concessie genomen wordt. De beslissing tot bijzetting moet kenbaar
gemaakt worden bij de gemeentelijke dienst der begraafplaatsen op het ogenblik van het eerste overlij-
den.
3. a. De begravingen van asurnen in een urnengraf, al dan niet met een concessie, gebeurt in volgorde.
Reservaties van urnengraven zijn niet toegelaten.
3. b. Er is één bijzetting mogelijk van bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad, voor perso-
nen die op het ogenblik van het overlijden een feitelijk gezin vormden of indien de overledene aan-
gaande het samen begraven een schriftelijke bepaling heeft opgemaakt, op dezelfde rustplaats als de
vooroverleden persoon, en er een concessie genomen wordt. De beslissing tot bijzetting moet ken-
baar gemaakt worden bij de gemeentelijke dienst der begraafplaatsen op het ogenblik van het eerste
overlijden.
Artikel 21. Plaatsen reserveren
Een graf of een nis reserveren is in geen geval mogelijk
Artikel 22. Hoe
De stoffelijke overschotten worden horizontaal begraven in een afzonderlijke kuil.
Artikel 23. Afmetingen graven
De afmetingen van de graven:
▪ volwassen persoon (meer dan 7 jaar): 2.00 m x 0.80 m;
▪ kind minder dan 7 jaar op het vak voorzien voor kindergraven: 1.50 m x 0.70 m;
Artikel 24. Levenloos geboren kinderen
Levenloos geboren kinderen die de wettelijke levensvatbaarheidgrens ( minder dan 26 weken zwanger-
schap) nog niet hebben bereikt, worden na een zwangerschapsduur van ten volle 12 weken op verzoek
van de ouders begraven op de kinderbegraafplaats of gecremeerd.
Artikel 25. Bevoegdheden aangestelde gemeente
Uitsluitend de aangestelde der gemeente is ertoe bevoegd te zorgen voor :
▪ het plaatsen van de kist in het graf;
▪ het plaatsen van de urn in het urnengraf of het columbarium;
▪ het aanhechten van het volgnummer van het graf aan de grafsteen of nis van het columbarium;
▪ het delven van het graf voor begravingen of bijzettingen in volle grond en het vullen van de kuil.
AFDELING 5. Lijkverbranding - Columbarium - Asverstrooiing - Urnenveld
Artikel 26. Wetgeving
De crematie is onderworpen aan de formaliteiten bepaald bij het decreet van 16 januari 2004 op de be-
graafplaatsen en lijkbezorging en de latere wijzigingen.
Artikel 27. Mogelijkheden plaatsing as en gedeelde as meegeven
§ 1.
De as van de gecremeerde stoffelijke overschotten kan in urnen worden geplaatst die binnen de omhei-
ning van de begraafplaats:
▪ worden bijgezet in het columbarium in gesloten nissen, de nissen worden in volgorde in gebruik
genomen; worden begraven op het urnenveld, al dan niet in geconcedeerde grond op een diepte
van 0.50 m onder het maaiveld; de urnengraven worden in volgorde in gebruik genomen;
▪ worden bijbegraven op het vak van de geconcedeerde graven, bij de echtgeno(o)t(e) of van die-
gene met wie de overledene een feitelijk gezin vormde als van alle bloed- of aanverwanten tot
en met de tweede graad, die geen crematie wensen. Er kan maximum 1 asurne bijbegraven
worden per niet-gecremeerd stoffelijk overschot.
Gewone grafkuilen, met of zonder concessie, kunnen nooit gebruikt worden voor de uitsluitende begra-
ving van urnen.
§2.
De as van de gecremeerde stoffelijke overschotten kan uitgestrooid worden:
▪ op het daartoe voorziene perceel van de begraafplaats door middel van een strooitoestel, op de
aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee onder de voorwaarden die de Vlaam-
se regering bepaalt.
Indien de overledene dit schriftelijk heeft bepaald of, bij gebrek aan schriftelijke bepaling door de over-
ledene, op gezamenlijk schriftelijk verzoek, vooraleer de crematie plaatsvindt, van zowel de echtgenoot
of van diegene met wie de overledene een feitelijk gezin vormde als van alle bloed- of aanverwanten
van de eerste graad of, indien het om een minderjarige gaat, op verzoek van de ouders of voogd, kan de
as van gecremeerde stoffelijke overschotten:
▪ worden uitgestrooid of begraven op een andere plaats dan de begraafplaats. Deze uitstrooiing of
begraving kan evenwel niet gebeuren op het openbaar domein, uitgezonderd de begraafplaats.
Indien het een terrein betreft dat niet in eigendom is van de overledene of zijn nabestaanden, is
een voorafgaande, schriftelijke toestemming van de eigenaar van het betrokken terrein vereist.
De asverstrooiing of de begraving van de as gebeurt aansluitend op de crematie.
▪ in een urne ter beschikking worden gesteld van de nabestaanden om te worden bewaard op een
andere plaats dan de begraafplaats. Indien er een eind komt aan de bewaring van de as op een
andere plaats dan de begraafplaats, wordt de as door toedoen van de nabestaande die er de zorg
voor heeft of zijn erfgenamen in geval van diens overlijden, ofwel naar een begraafplaats ge-
bracht om er begraven, in een columbarium bijgezet of uitgestrooid te worden ofwel op de aan
het grondgebied van België grenzende territoriale zee uitgestrooid te worden.
De persoon die de as in ontvangst neemt, is verantwoordelijk voor de naleving van deze bepalingen.
§ 3.
Onverminderd hetgeen is bepaald in §1 en §2 kan, op verzoek van de echtgenoot en/of van de bloed- of
aanverwanten tot en met de tweede graad, een gedeelte van de as van het gecremeerde stoffelijk over-
schot aan hen worden meegegeven.
Artikel 28. Graftekens
Tenzij de overledene anders heeft beschikt of zijn verwanten zich ertegen verzetten, heeft éénieder het
recht op het graf van zijn verwant of vriend een grafteken te doen plaatsen zonder afbreuk te doen aan
het recht van de concessiehouder.
Artikel 29. Waar aandenken
Zowel op de strooiweide als aan het columbarium, wordt een gemeenschappelijke plaats voorzien voor
het aanbrengen van gedenkenisvoorwerpen.
Artikel 30. Wat bij niet-hernieuwing
Bij niet-hernieuwing van een concessie wordt de as uitgestrooid op de strooiweide en de urne en ge-
denkplaat 3 maanden ter beschikking gehouden van de familie of ambtshalve verwijderd. Het bijwonen
hiervan door de nabestaanden is niet toegelaten.
Artikel 31. Modaliteiten columbarium en urnengraven
De urne die de as van de verbrande stoffelijke overschotten bevat, kan op verzoek worden bijgezet in
een gesloten nis van het columbarium of in een urnengraf op het urnenveld. De urne mag de afmetin-
gen zoals bepaald in Artikel 43 niet overschrijden.
Nadat de asurne in de nis of urnengraf is geplaatst, worden deze laatste door de gemeentelijke techni-
sche dienst afgesloten door middel van een afdekplaat of -steen.
Op de afdekplaat of -steen wordt door het gemeentebestuur een naamplaatje bevestigd.
Het is de familie toegestaan dit naamplaatje te verwijderen om:
1) ofwel: zelf een naamplaatje te leveren dat voldoet aan de volgende voorschriften:
▪ vermeldingen: naam, voornaam, initialen van de volgende voornamen
▪ materiaal: mat gepolierde zwarte graniet of messing
▪ afmetingen: hoogte 10 cm - lengte 20 cm - dikte max. 1 cm
2) ofwel: de afdekplaat te laten graveren of te laten zetten met messing of bronzen letters met
vermelding van naam, voornaam en initialen van de volgende voornamen, geboorte- en sterfte-
jaar van de overledene.
De afdekplaat of -steen die voorzien is op de nis of het urnengraf mag niet vervangen worden door een
andere afdekplaat tenzij het gaat om een afdekplaat of -steen uit duurzaam materiaal met exact dezelfde
afmetingen als de oorspronkelijke afdekplaat of -steen en die voldoet aan de hierboven gestelde voor-
schriften in verband met de naamplaatjes en de gravures.
Het is toegestaan een foto en/of vaasje aan te brengen op de afdekplaat van een nis.
Op de urnengraven mag een foto, vaasje en andere versieringsvoorwerpen worden aangebracht.
Deze voorwerpen mogen een hoogte van 25 cm niet overschrijden. Ze mogen eveneens niet over de
afdeksteen uitsteken. De ruimte tussen de haag en de kop van de afdeksteen is voorzien voor het plaat-
sen van bloemen, kransen, en dergelijke. Aan de voorkant van het urnengraf kunnen ook bloemen ge-
plaatst worden, doch de ruimte die hiervoor in beslag wordt genomen mag maximaal 20 cm diep zijn en
mag niet breder zijn dan de breedte van het urnengraf. De ruimte langs de zijkanten van het urnengraf
dient vrij te blijven.
AFDELING 6. Terug in gebruik name van graven, nissen en urnengraven
Artikel 32. In gebruik name van niet geconcedeerde graven en nissen
De graven waarin een gewone begraving plaats had van een stoffelijk overschot kunnen terug in ge-
bruik genomen worden na een minimum rusttijd van 10 jaar te rekenen vanaf de laatste begraving.
De gewone nismuren of urnengraven kunnen terug in gebruik genomen worden na een minimum rust-
tijd van 10 jaar, te rekenen vanaf de laatste bijzetting in de betrokken nismuur of het betrokken urnen-
graf.
Artikel 33. Rustplaats overblijfselen na terug in gebruik name
Bij terug ingebruikname van graven zullen de overblijfselen die zouden opgehaald worden, met de no-
dige eerbied verzameld worden om in een gemeenschappelijk graf te worden bijgezet.
Bij terug ingebruikname van de nismuur of het urnengraf zal de as van de betreffende nissen uitge-
strooid worden op de asverstrooiingsweide.
Het bijwonen hiervan door de nabestaanden is niet toegelaten.
Artikel 34. Modaliteiten bij hernieuwing
De hernieuwing van de graven, nissen of urnengraven worden minstens een jaar op voorhand aange-
kondigd door aanplakking aan de ingang van het kerkhof en op het betrokken perceel, nis of urnengraf.
Artikel 35. Graftekens bij hernieuwing
De graftekens die zich bevinden op de te hernieuwen graven, nissen of urnengraven zullen door de na-
bestaanden moeten verwijderd worden binnen de door het gemeentebestuur vastgestelde termijn. Na
deze termijn worden de gronden of nissen in gebruik genomen en zullen de graftekens van ambtswege
verwijderd en vernietigd worden. Ze worden eigendom van de gemeente.
AFDELING 7. Ontgravingen
Artikel 36. Toelating
Behoudens de ontgravingen door de gerechtelijke overheid bevolen, is een ontgraving of verplaatsing
van een asurne uitsluitend mogelijk met schriftelijke toelating van de burgemeester. Hiervan wordt een
proces-verbaal opgemaakt.
Alle kosten van de niet-verplichte ontgravingen zijn ten laste van de aanvragers.
Artikel 37. Wanneer
Het ontgraven van stoffelijke overschotten of urnen, of het verplaatsen van urnen is slechts toegelaten:
▪ op bevel van de gerechtelijke overheid;
▪ om een stoffelijk overschot of urne van een gewoon graf of gewone nismuur over te brengen
naar vergunde grond of een vergunde nismuur voor concessies of naar een andere gemeente;
▪ om een ernstige reden; de beoordeling hiervan behoort tot de bevoegdheid van de burgemeester.
Artikel 38. Duurtijd
Het is niet toegelaten een stoffelijk overschot te ontgraven of een urne te verplaatsen om het een graf of
nis te geven van kortere duur dan degene die oorspronkelijk werd bepaald.
Artikel 39. Modaliteiten aanvraag
De aanvraag tot ontgraving dient door de bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad of door
personen die op het ogenblik van het overlijden een feitelijk gezin vormden met de overledene schrifte-
lijk te worden gericht aan de burgemeester. Onverminderd het recht van de burgemeester in de toela-
ting bijzondere voorwaarden op te leggen, moeten steeds volgende beschikkingen worden nageleefd:
▪ dag en uur waarop de ontgraving zal geschieden, worden in overleg met de dienst begraafplaat-
sen en de politie vastgesteld;
▪ het grafteken, de beplantingen en alle andere voorwerpen die het openleggen van het graf kun-
nen bemoeilijken of beletten, moeten verwijderd worden door de aanvrager en op diens kosten
vooraleer tot ontgraving wordt overgegaan;
▪ behoudens een gerechtelijk ontgraving geschiedt het openleggen van het graf, het lichten van de
kist uit het graf en het vullen van de kuil door de zorgen van een private onderneming en dit
onder toezicht van de politie.
Artikel 40. Modaliteiten ontgraving
Behalve bij gerechtelijk bevel worden op zaterdagen, zon- en feestdagen geen ontgravingen verricht.
Het lichten van de kist of urne uit het graf dient voltooid te zijn voor 10 uur ‗s morgens in tegenwoor-
digheid van een gemachtigde, door de burgemeester aangesteld, die er verslag van zal op maken.
De burgemeester of zijn gemachtigde kunnen vernieuwing van de kist voorschrijven indien zij zulks
nodig achten en elke andere maatregel nemen die van aard is de welvoeglijkheid en de openbare ge-
zondheid te beschermen, zulks op kosten van de aanvrager.
Alle maatregelen voorgeschreven door de Gezondheidsdienst dienen in acht genomen te worden.
Het is de nabestaanden niet toegestaan aanwezig te zijn op het kerkhof tijdens het lichten van de kist of
urne uit het graf. De overbrenging van het stoffelijk overschot of van de urne naar het nieuwe graf mag
echter wel bijgewoond worden door de nabestaanden.
Tijdens de ontgraving moet het kerkhof gesloten blijven.
Artikel 41. Verhuis naar ander kerkhof of gemeente
Indien het op te graven stoffelijk overschot naar een ander kerkhof op het grondgebied of naar dit van
een andere gemeente moet overgebracht worden, is het verplicht de opgegraven kist in een hermetisch
gesloten omhulsel te plaatsen, alvorens zij mag vervoerd worden.
AFDELING 8. Gedenktekens, bouw-, beplantingswerken en onderhoud der graven
Artikel 42. Recht tot plaatsen grafteken
Tenzij de overledene anders heeft beschikt of zijn verwanten zich ertegen verzetten, heeft eenieder het
recht op het graf van zijn verwant of vriend een grafteken te doen plaatsen zonder afbreuk te doen aan
het recht van de concessiehouder.
Artikel 43. Vorm en afmetingen
Het is niet toegelaten grafstenen of andere gedenktekens te plaatsen die door hun vorm, hun afmetin-
gen, hun opschriften of aard van de materialen, de reinheid, gezondheid, veiligheid en rust van het
kerkhof kunnen verstoren.
§ 1 . Op de rijen die nog in gebruik zijn op het ogenblik van goedkeuring van onderhavig regle-
ment gelden de volgende regels:
De grafstenen, gedenktekens en aanplantingen mogen volgende afmetingen niet overschrijden :
A) Grafstenen en gedenktekens:
gewone graven:
lengte bodemplaat : 1.80 m
breedte bodemplaat en kopsteen : 0.80 m
hoogte kopsteen : 1.05 m
hoogte dekplaat inclusief borduren : 0.30 m
twee naast elkaar liggende concessies:
lengte bodemplaat : 1.80 m
breedte bodemplaat en kopsteen : 1.60 m
hoogte kopsteen : 1.05 m
hoogte dekplaat inclusief borduren : 0.30 m
kindergraven:
lengte bodemplaat : 1.50 m
breedte bodemplaat en kopsteen : 0.70 m
hoogte kopsteen : 0.80 m
hoogte dekplaat inclusief borduren : 0.30 m
sierurnen voor het columbarium of urnenveld:
hoogte : 0.30 m
diameter : 0.20 m
Omwille van technische bepalingen is het verboden om de as van de overledene aan te bieden in een
ander omhulsel dan een asurne; er zal dan geen toelating tot begraving gegeven worden.
urnengraven (hier gelden de exacte afmetingen van de afdeksteen):
lengte : 0.55 m
hoogte : 0.15 m aflopend naar 0.10 m
breedte : 0.35 m
B) Aanplantingen:
Indien de nabestaanden aanplantingen verkiezen in plaats van een bodemplaat dan mogen deze beplan-
tingen een hoogte van 50 cm niet overschrijden. Deze mogelijkheid is niet van toepassing op urnengra-
ven.
§ 2. Op alle nieuw in gebruik te nemen rijen op alle begraafplaatsen gelden volgende regels :
A) Grafstenen en gedenktekens voor begravingen met en zonder concessie :
gewone graven:
De grafstenen, gedenktekens en aanplantingen mogen volgende maximum afmetingen niet overschrij-
den :
de opstaande rug : 0.80 m breed, 1.00 m hoog, 0.13 m dik
de grondplaat : 0.80 m breed, 0.13 m dik, de lengte van de grondplaat en de dikte van de op-
staande rug samen mag maximum 0.60 m lang zijn
De uitvoering gebeurt als volgt:
- De opstaande rug wordt verankerd in de aanwezige fundering, welke bestaat uit een betonsleuf.
- Het gedenkteken dient in duurzaam materiaal uitgevoerd te zijn.
- Het gedenkteken wordt geplaatst geheel in de daartoe voorziene strook van 0.80 m voor het graf.
urnengraven, met en zonder concessie :
De grafstenen, gedenktekens en aanplantingen hebben volgende exacte afmetingen :
lengte : 0.55 m
hoogte : 0.15 m aflopend naar 0.10 m
breedte : 0.35 m
sierurnen voor het columbarium of urnenveld:
Volgende maximum afmetingen mogen niet overschreden worden :
hoogte : 0.30 m
diameter : 0.20 m
Omwille van technische bepalingen is het verboden om de as van de overledene aan te bieden in een
ander omhulsel dan een asurne; er zal dan geen toelating tot begraving gegeven worden.
B) Aanplantingen:
Indien de nabestaanden aanplantingen verkiezen in plaats van een bodemplaat dan mogen deze beplan-
tingen een hoogte van 50 cm niet overschrijden. Er mag enkel gebruik gemaakt worden van éénjarigen
of vaste planten. Potplanten, bloemen en vazen mogen eveneens in deze strook geplaatst worden.
Deze mogelijkheid is niet van toepassing op urnengraven.
De gemeente behoudt zich het recht voor om beplantingen die verwaarloosd worden of die de hoogte
van 0.50 m overschrijden te verwijderen zonder voorafgaandelijke verwittiging.
C) Aansprakelijkheid :
Voor eventuele beschadigingen aan de graftekens en/of aangebrachte bloempotten en vazen, als gevolg
van het normaal onderhoud van de begraafplaats door de gemeentelijke diensten en die het gevolg is
van het niet-naleven van voormelde omschrijvingen, is het gemeentebestuur niet verantwoordelijk.
Artikel 44. Modaliteiten plaatsing
De plaatsing, de wegneming of de verbouwing van graftekens en van aanplantingen worden uitgevoerd
onder toezicht van de dienst der begraafplaatsen en steeds met hun schriftelijke toestemming. Deze
toelating wordt enkel verleend aan de eigenaars of hun lasthebbers. Deze toelating zal vooraf aan de
toezichthouder van de technische dienst gegeven worden om tot rechtvaardiging te dienen. De toelating
wordt geweigerd indien de graftekens niet voldoen aan de omschrijvingen zoals bepaald in Artikel 43.
De gemeentelijke dienst der begraafplaatsen duidt eveneens de juiste inplantingsplaats aan van de graf-
tekens.
Artikel 45. Veiligheid en onderhoud
De gedenktekens zullen zodanig opgericht en onderhouden worden, dat zij de veiligheid van doorgang
niet belemmeren en zonder schade aan te brengen aan de aangrenzende graftekens en graven.
Artikel 46. Vereisten bij plaatsing
Geen enkel materiaal mag binnen de omheining van de begraafplaatsen achtergelaten worden. De ma-
terialen worden aangevoerd en geplaatst naarmate de behoefte.
Iedere plaatsing van een grafteken (grafsteen, urnensteen, afdekplaat voor het columbarium, aanplantin-
gen) gebeurt onder het toezicht van de gemeentelijke technische dienst.
Alvorens op de begraafplaats te worden toegelaten voor de plaatsing van graftekens moeten:
▪ de eigenaars of hun lasthebbers vooraf een toelating verkregen hebben bij het gemeentebestuur
en kunnen voorleggen bij de plaatsing;
▪ de eigenaars of hun lasthebbers een afspraak maken met de gemeentelijke technische dienst voor
het geven van richtlijnen in verband met de plaatsing en het nameten van de grafsteen;
▪ de voor de graftekens bestemde materialen langs alle zichtbare kanten afgewerkt en gekapt zijn
en gereed om onmiddellijk geplaatst te worden.
Na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling, wordt er op bevel van de burgemeester van ambts-
wege overgegaan tot de wegneming van de materialen op kosten van de overtreder.
Artikel 47. Tijdstip plaatsing
§1.
Volgende werken zijn verboden op de begraafplaatsen op zondagen, wettelijke feestdagen en van de
voorlaatste werkdag van oktober tot en met 2 november:
▪ elk bouw-, beplantings-, aanaardingswerk;
▪ elke plaatsing of herstelling van graftekens;
▪ om het even welk grafteken of bijhorigheid op een graf te plaatsen of ervan te verwijderen;
▪ enigerlei beitel- of schilderwerk uit te voeren, stenen te reinigen;
▪ voertuigen, emmers of andere reinigingsgereedschappen op de begraafplaatsen te brengen.
Dit verbod omvat niet het aanbrengen van bloemen en kransen, bloempotten en medaillons.
§2.
Afval, plantenresten, papieren, … dienen in de daarvoor aangebrachte afvalbakken geworpen.
§3.
De aangevoerde grafstenen of -tekens, die drie werkdagen voor Allerheiligen bij de sluiting van de be-
graafplaatsen niet zouden geplaatst zijn, moeten door toedoen van de betrokken familieleden daags na-
dien, voor 10 uur ‗s morgens, verwijderd zijn. Zo niet zullen de grafsteen of -tekens en andere voor-
werpen op risico en ten laste van de overtreders en zonder enig verhaal door de gemeentelijke techni-
sche dienst zelf opgeruimd worden.
Artikel 48. Afdekking graven
De graven mogen niet worden afgedekt met materialen die door hun aard of wijze van aanbrengen ge-
makkelijk op de wegenis of de naburige graven kunnen verschuiven (grint, kiezel, steenslag, e.d.) of het
onderhoud bemoeilijken.
Het plaatsen van kronen, bloemen, planten en dergelijke op de graven en de urnengraven moet met de
nodige zorg gebeuren zodat ze geen hinder veroorzaken op de wegenis en de naburige graven of urnen-
graven.
Artikel 49. Kronen
Kronen uit natuurlijke bloemen moeten weggenomen worden zodra zij niet meer fris zijn.
Kronen uit kunstmatig materiaal mogen niet geplaatst worden in omhulsels, geheel of ten dele uit
breekbaar glas.
Artikel 50. Afsluitingen, kniel-, zit- en bidbanken
Rond de graven mogen geen afsluitingen of omheiningen gemaakt worden.
Kniel-, zit- en bidbanken zijn niet toegelaten.
Artikel 51. Bloemen en planten
De bloemen en planten op de graven aangebracht, moeten steeds in goede staat onderhouden worden.
Zijn ze afgestorven, dan moeten ze verwijderd worden.
Bij gebreke hiervan zal de opruiming en het verwijderen van de potten gebeuren door de gemeentelijke
technische dienst.
Artikel 52. Scheefstaande en omgevallen grafstenen
De scheefstaande en omgevallen grafstenen of andere graftekens moeten uiterlijk veertien dagen voor
Allerheiligen door toedoen van de overlevende familieleden teruggezet of verwijderd worden.
Artikel 53. Onderhoud graven
De belanghebbenden zijn verantwoordelijk voor het onderhoud der graven. Wanneer een graf doorlo-
pend onzindelijk, door plantengroei overwoekerd, ingestort of bouwvallig is, wordt een akte van ver-
waarlozing opgesteld door de burgemeester of zijn gemachtigde. Die akte blijft een jaar bij het graf en
aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt. Na het verstrijken van die termijn en bij niet-herstelling
wordt op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot afbraak of tot het wegnemen van de
materialen op kosten van de in gebreke blijvende belanghebbenden. Daarenboven kan het College van
Burgemeester en Schepenen een einde stellen aan het recht op concessie.
Artikel 54. Driekleurige plaat ere-graf
Aan de graven van de personen die gemachtigd zijn om op de ereperken te worden begraven, maar die
in een kelder of in een tijdelijke concessie begraven zijn, wordt door het gemeentebestuur, wanneer de
belanghebbenden erom verzoeken, een driekleurige plaat bevestigd.
Artikel 55. Verantwoordelijkheid belanghebbende en gemeente
De gemeente staat niet in voor de bewaking van de begraafplaatsen.
Zij kan evenmin verantwoordelijk gesteld worden voor diefstal of voor de schade door particulieren
toegebracht aan de graven of de erop aangebrachte gedenktekens, beplantingen, enz.
AFDELING 9. Politie
Artikel 56. Openingstijden
De begraafplaatsen zijn voor het publiek toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang, behoudens
afwijking door de burgemeester vastgesteld.
Artikel 57. Verbodsbepalingen
Het is verboden:
▪ zich op de begraafplaatsen te bevinden buiten de openingsuren;
▪ de grasperken en de beplantingen der graven en aanhorigheden te betreden of deze grasperken
en beplantingen op welke wijze ook te beschadigen;
▪ de graftekens en alle hulde- en versieringsvoorwerpen op welke wijze ook te beschadigen;
▪ binnen de omheining van de begraafplaatsen en op de aanhorigheden vuilnis en afval neer te
leggen, tenzij op de daartoe aangewezen plaatsen;
▪ op de begraafplaatsen of aanhorigheden zich te gedragen op een wijze die niet overeenstemt met
de ernst en de stilte van de plaats en de eerbied verschuldigd aan de doden;
▪ met voertuigen de begraafplaatsen binnen te rijden, tenzij om uitzonderlijke redenen daartoe
toelating verleend wordt;
▪ vergezeld te zijn van honden of andere dieren, met uitzondering voor visueel gehandicapten of
andere mindervaliden met hun geleidehond, politiediensten en erkende bewakings-
ondernemingen met waak-, speur- en verdedigingshonden;
▪ graftekens te plaatsen zonder voorafgaandelijke toestemming van de gemeentelijke dienst der
begraafplaatsen en zonder toezicht van de gemeentelijke technische dienst;
▪ aanplakbrieven of opschriften aan te brengen, behoudens in de gevallen bepaald bij het decreet
van 16 januari 2004 of bij deze politieverordening;
▪ goederen te koop aan te bieden of zijn diensten aan te bieden.
Artikel 58. Maatregelen bij overtredingen
De personen die een verbod, voorzien door ‗Artikel 57‘overtreden, zullen door de aangestelde van de
gemeente buiten de begraafplaatsen worden gezet, onverminderd de gerechtelijke vervolgingen.
AFDELING 10. Strafbepalingen
Artikel 59. Strafwetboek
Onverminderd de toepassing van artikel 315, 340, 453 en 526 van het Strafwetboek, worden de in-
breuken op de bepalingen van deze verordening gestraft met de straffen bepaald in artikel 315, tweede
alinea, van bedoeld wetboek.
Artikel 60. Gemeentelijke administratieve sanctie
Iedereen die in overtreding is met onderhavig reglement wordt beboet met een gemeentelijke admini-
stratieve sanctie.
AFDELING 11. Slotbepalingen
Artikel 61.
Het gemeentereglement op de begraafplaatsen en de graven goedgekeurd bij raadsbesluit van 20 juni
2011 wordt opgeheven.
Artikel 62.
Dit reglement zal van toepassing zijn vanaf 1 april 2015.
Artikel 63.
Deze politieverordening wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 112 en 114 van de nieuwe
gemeentewet.
Artikel 64.
Afschrift van onderhavige politieverordening zal overgemaakt worden aan de Bestendige Deputatie van
de provincie Limburg, alsmede aan de Griffie van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Hasselt en aan
het Vredegerecht te Hasselt, 2de kantoor.
Artikel 65.
De conform de vroegere reglementen verleende concessies blijven overeenkomstig de vroegere regle-
menten verleend.
Artikel 2.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 248 tot en met 261 van het gemeentedecreet van 15
juli 2005 en latere wijzigingen, mee te delen aan de Heer provinciegouverneur, terwijl een afschrift van
dit besluit ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- de Provinciegouverneur,
- de Griffier van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Hasselt,
- het Vredegerecht te Hasselt, 2de kantoor,
- de Federale Politie - Zone West-Limburg,
- de dienst Burgerzaken van de stad,
- de Technische Dienst – Planning,
- de Technische Dienst – Uitvoering,
- de Dienst Financiën.
____________
5.
Dienst Leefmilieu
Aanpassing van het retri-
butiereglement op de ge-
meentelijke begraafplaat-
sen.
_________
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd;
Gelet op het decreet op de begraafplaatsen van 16 januari 2004, zoals gewijzigd;
Gezien bij raadsbesluit van 20 juni 2011 een retributiereglement betreffende de begraafplaatsen en
grafconcessies werd goedgekeurd;
Gezien er door de wijziging van het reglement op de begraafplaatsen aanleiding is om het hoger ver-
meld retributiereglement op de begraafplaatsen en grafconcessies aan te passen;
Gelet op de intentie van het Schepencollege om geen nieuwe grafkelders meer aan te kopen nadat de
nog beschikbare grafkelders zijn volzet;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
BESLUIT met algemene stemmen:
Artikel 1.
Het retributiereglement op de begraafplaatsen en grafconcessies, goedgekeurd bij raadsbesluit van 20
juni 2011, vanaf heden als volgt te wijzigen:
Artikel 1.
De retributies voor concessies voor een tijdperk van 30 jaar voor personen ingeschreven in de
bevolkings- of vreemdelingenregisters van de gemeente of daarmee gelijkgesteld zoals bepaald
in het gemeentelijk reglement begraafplaatsen worden als volgt vastgesteld:
a) voor begravingen in volle grond: 500,00 euro per stoffelijk overschot
b) voor ingebruikname van een columbariumnis: 350,00 euro per stoffelijk overschot
c) voor begravingen van asurnen in een urnengraf: 350,00 euro per stoffelijk overschot
Artikel 2.
De retributies voor het hernieuwen van concessies voor een termijn van 10 jaar wordt als volgt
vastgesteld:
a) voor begravingen in volle grond: 500,00 euro per stoffelijk overschot
b) voor asurnen in een columbariumnis: 350,00 euro per stoffelijk overschot
c) voor asurnen in een urnengraf: 350,00 euro per stoffelijk overschot
Artikel 3.
De retributies voor begravingen van personen die niet ingeschreven zijn in de bevolkings- of
vreemdelingenregisters van de gemeente, niet overleden zijn op het grondgebied van Herk-de-
Stad en voldoen aan de punten opgesomd in het gemeentelijk reglement op de begraafplaatsen
onder artikel 16 §2.b worden als volgt vastgesteld:
a) Voor begravingen in volle grond: 500,00 euro per stoffelijk overschot of 1000,00 euro
met concessie voor een tijdperk van dertig jaar
b) Voor ingebruikname van een columbariumnis: 500,00 euro per stoffelijk overschot of
850,00 euro met concessie voor een tijdperk van dertig jaar
c) Voor begravingen van asurnen in een urnengraf: 500,00 euro per stoffelijk overschot of
850,00 euro met concessie voor een tijdperk van dertig jaar
d) Retributies voor de asverstrooiing worden vastgesteld op 180,00 euro.
Artikel 4.
De retributies voor de begravingen van personen zoals bedoeld in artikel 16 §2.c van het ge-
meentelijk reglement begraafplaatsen worden als volgt vastgesteld:
a) Voor begravingen in volle grond: 1000,00 euro per stoffelijk overschot of 1500,00 euro
met concessie voor een tijdperk van dertig jaar
b) Voor ingebruikname van een columbariumnis: 1000,00 euro per stoffelijk overschot of
1350,00 euro met concessie voor een tijdperk van dertig jaar
c) Voor begravingen van asurnen in een urnengraf: 1000,00 euro per stoffelijk overschot of
1350,00 euro met concessie voor een tijdperk van dertig jaar
d) Retributies voor de asverstrooiing worden vastgesteld op 180,00 euro.
Artikel 5.
Retributies voor de bijzetting van asurnen die aanvankelijk elders dan op een begraafplaats wer-
den bewaard zoals bedoeld in artikel 16 § 3 van het reglement op de begraafplaatsen word vast-
gesteld als volgt:
a) Voor de bijbegraving in een geconcedeerd graf: 850,00euro per asurne met een concessie
voor een tijdperk van dertig jaar
b) Voor ingebruikname van een columbariumnis: 350,00 euro per asurne of 700,00 euro
met concessie voor een tijdperk van dertig jaar
c) Voor begravingen van asurnen in een urnengraf: 350,00 euro per asurne of 700,00 euro
met concessie voor een tijdperk van dertig jaar
d) Retributies voor de asverstrooiing worden vastgesteld op 180,00 euro.
Artikel 6: Overgangsbepaling
Voor de nog resterende beschikbare grafkelders blijven de kosten voor de grafkelder: 124,00 eu-
ro en de graafwerken: 74,00 euro van toepassing zoals bepaald in het voormalige retributie re-
glement van 9 april 2001.
Artikel 7.
Het retributiereglement op de gemeentelijke begraafplaatsen goedgekeurd bij raadsbesluit van
20 juni 2011 wordt opgeheven.
Artikel 8.
Dit reglement zal van toepassing zijn vanaf 1 april 2015.
Artikel 2.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd, mee
te delen aan de Provinciegouverneur.
__________
6.
Dienst Leefmilieu
Overeenkomst tussen de
stad Herk-de-Stad en de
vzw Dierenvrienden Sint-
Truiden voor uitvoering
van interventies in overleg
met de lokale politiezone.
________
Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren en latere
wijzigingen;
Gelet op het stedelijk politiereglement op het houden van dieren van 13 september 2010;
Gelet op de bijhorende overeenkomst in het kader van het provinciaal opvangplan ronddolende dieren
tussen de gemeente Herk-de-Stad, de vzw Dierenvrienden Sint-Truiden en de Provincie Limburg die
ingaat op 1 januari 2011;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad houdende goedkeuring nieuwe samenwerkingsovereen-
komst met betrekking tot het aanstellen van een gemeenschappelijke hondenvanger voor de regio Ha-
len, Heusden-Zolder, Houthalen-Helchteren, Herk-de-Stad en Lummen dd. 13 februari 2012;
Gelet op het retributiereglement voor bewaring van loslopende dieren van 23 december 2013, waarbij
er een retributie van € 85,- wordt gevestigd voor de opvang, de verzorging en de bewaring van loslo-
pende en/of verdwaalde dieren;
Gelet op het verslag van de vergadering te Lummen met de verschillende gemeenten van de regio dd.
15 september 2014;
Gelet op de beslissing van het schepencollege dd. 29 oktober 2014, waarbij principieel werd ingestemd
tot de verderzetting van de samenwerking rond een gemeenschappelijke hondenvanger voor de regio
Lummen, Halen, Herk-de-Stad en Heusden-Zolder;
Gelet op de voorstellen van de dierenasielen Genk en Sint-Truiden, waarbij deze het ophalen van de
honden zouden verzorgen tegen een forfaitaire prijs;
Gelet op de vergaderingen dd. 26 november 2014 en 10 december 2014 te Lummen, waarbij dit con-
creet werd besproken en toegelicht;
Overwegende dat op de vergadering van 10 december 2014 werd gesteld dat aan de participerende ge-
meenten wordt gevraagd om in te stemmen met een stopzetting van de huidige werking rond de hon-
denvanger en een overeenkomst te maken met de respectievelijke asielen;
Gelet op de beslissing van het schepencollege dd. 22 december 2014 waarin principieel akkoord werd
gegaan met de stopzetting van de huidige samenwerking rond een gemeenschappelijke hondenvanger
voor de regio Lummen – Halen – Herk-de-Stad – Heusden-Zolder – Houthalen-Helchteren en om een
overeenkomst af te sluiten met het dierenasiel van Sint-Truiden rond het vangen van verloren honden
op grondgebied van de gemeente Herk-de-Stad, op basis van de modelovereenkomst met de politiezone
HAZODI met de dierenasielen;
BESLUIT met algemene stemmen:
Artikel 1.
Akkoord te gaan met de stopzetting van de huidige samenwerking rond een gemeenschappelijke hon-
denvanger voor de regio Lummen – Halen – Herk-de-Stad – Heusden-Zolder – Houthalen-Helchteren.
Artikel 2.
Akkoord te gaan om een overeenkomst af te sluiten met het dierenasiel van Sint-Truiden rond het van-
gen van verloren honden op grondgebied van de gemeente Herk-de-Stad.
Artikel 3.
De overeenkomst tussen de stad Herk-de-Stad en de vzw Dierenvrienden Sint-Truiden voor uitvoering
van interventies in overleg met de lokale politiezone en die integraal deel uitmaakt van deze beslissing
goed te keuren.
Artikel 4.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 248 tot en met 261 van het gemeentedecreet van 15
juli 2005 en latere wijzigingen, mee te delen aan de Heer provinciegouverneur, terwijl een afschrift van
dit besluit ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- Dienst Financiën,
- Dienst Leefmilieu,
- vzw Dierenvrienden Sint-Truiden, Bedrijvenstraat 11, 3800 Sint-Truiden,
- Provincie Limburg, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt,
- Lokale politie West-Limburg, Guldensporenlaan 30, 3540 Herk-de-Stad,
- Lokale politie Hazodi, Thonissenlaan 15, 3500 Hasselt.
____________
7.
Algemeen Bestuur
Kennisname ontwerpnota
van HCP Philip Pirard,
korpschef van de lokale
politie HAZODI, d.d.
26.01.2015 en het hierin
voorziene stappenplan voor
de realisatie van de fusie
tussen de politiezone HA-
ZODI en de politiezone
West-Limburg.
_______
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd
op twee niveaus (verder WGP genoemd), en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 9 WGP dat stelt
dat de Koning op voordracht van de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie en na advies van
de betrokken burgemeesters, die de gemeenteraden raadplegen, van de procureur-generaal en van de
gouverneur, het grondgebied van de provincies in politiezones indeelt; artikelen 91/1 tot en met 91/10
WGP betreffende de vrijwillige samensmelting van de politiezones; en artikelen 257quinquies/1 tot en
met 257quinquies/10 WGP betreffende de gevolgen van de samensmelting van de politiezones;
Uit de samenlezing van de artikelen 9 en 91/1 WGP kan worden afgeleid dat een fusie tussen politiezo-
nes kan worden gerealiseerd wanneer deze op vrijwillige basis gebeurt en de betreffende politiezones
zich binnen een en hetzelfde arrondissement situeren.
Gelet op de WGP, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 11 dat stelt dat de politieraad bevoegd is
voor de organisatie en het beheer van het politiekorps;
Gelet op de Ministeriële omzendbrief van 31 maart 2010 m.b.t. de mogelijkheid tot schaalvergroting
van de politiezone;
Gelet op de wet van 1 december 2013 tot hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en tot wij-
ziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de leden van de rechter-
lijke orde, inzonderheid artikel 108 dat stelt dat de gerechtelijke kantons van de provincie Limburg een
gerechtelijk arrondissement vormen.
Gelet op de op de zitting van de gemeenteraad van 10 november 2014 gegeven toelichting door de heer
Philip Pirard, korpschef lokale politie HAZODI betreffende de intentieverklaring met het oog op het
onderzoek en de voorbereiding van een fusie tussen de politiezone HAZODI en de politiezone West-
Limburg, zoals werd goedgekeurd op de vergadering van de politieraad politiezone West-Limburg van
25 september 2014;
Gelet op het verzoek tot onderzoek en voorbereiding van een fusie tussen de politiezone Hasselt-
Zonhoven-Diepenbeek en de politiezone West-Limburg, goedgekeurd door de politieraden van beide
politiezones op respectievelijk woensdag 12 november 2014 en donderdag 26 september 2014.
Gelet op het feit dat er voor de verdere uitwerking van de fusie een begeleidingscommissie werd sa-
mengesteld bestaande uit alle burgemeesters en de korpschef politiezone HAZODI en de korpschef ai
politiezone West-Limburg.
Gelet op de algemene visie in de ontwerpnota van HCP Philip Pirard, korpschef van de lokale politie
HAZODI, d.d. 26.01.2015 en hierin voorziene stappenplan voor de realisatie van de fusie.
Overwegende de toelichting van de burgemeester.
KENNIS TE NEMEN VAN:
De algemene visie in de ontwerpnota van HCP Philip Pirard, korpschef van de lokale politie HAZODI,
d.d. 26.01.2015 en het hierin voorziene stappenplan voor de realisatie van de fusie tussen de politiezone
HAZODI en de politiezone West-Limburg.
___________
8.
Veiligheid
Advies gemeenteraad
inzake de plaatsing en
gebruik van
bewakingscamera’s op het
grondgebied van de
politiezone West-Limburg.
_________
Overwegende dat de gemeenteraad ingevolge de wet van 21 maart 2007, zoals gewijzigd door de wet
van 12 november 2009, tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera‘s gehouden
is tot het verlenen van een advies wanneer men een bewakingscamera met het oog op bewaking en toe-
zicht in een niet-besloten plaats wenst te plaatsen en gebruiken;
Gelet op de ministeriële omzendbrief van 10 december 2009 betreffende de wet van 21 maart 2007 tot
regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera‘s, zoals gewijzigd door de wet van 12
november 2009;
Gelet op het positief advies van de korpschef van de politiezone West-Limburg dd. 23 december 2014;
Gelet op de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt;
Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van
de verwerking van persoonsgegevens;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aange-
geven dat er camerabewaking plaatsvindt;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 juli 2008 betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik
van bewakingscamera‘s;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 maart 2014 tot aanwijzing van de categorieën van personen die
bevoegd zijn om in real time de beelden te bekijken van bewakingscamera‘s die in niet-besloten plaat-
sen geïnstalleerd zijn, en tot bepaling van de voorwaarden waaraan deze personen moeten voldoen;
Gelet op de ministeriële omzendbrief van 4 april 2014 betreffende de wijziging van de wet tot regeling
van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera‘s;
Overwegende dat de verantwoordelijke voor de verwerking, zoals gedefinieerd door de bewakingsca-
merawet, de politiezone West-Limburg is;
Overwegende dat de gemeenteraad gehouden is tot de voorafgaande raadpleging van de korpschef wan-
neer men een of meer bewakingscamera's in een niet-besloten plaats wenst te plaatsen;
Gelet op het Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017 van de politiezone West-Limburg volgende strategische
doelstelling is opgenomen: ‗de aanpak van overlast en het sluikstorten in het algemeen‘.
Overwegende dat het proportionaliteitsbeginsel in acht wordt genomen en dat met de nodige voorzich-
tigheid te werk wordt gegaan met het gebruik van bewakingscamera‘s;
Overwegende dat de diverse ondertussen genomen maatregelen, zoals spreiding van de patrouilles in
tijd en ruimte, fenomeengerichte patrouilles, analysegestuurde patrouilles, anonieme patrouilles nog
steeds onvoldoende resultaat opleverden;
Overwegende dat er eerst werd nagegaan of er geen andere, minder ingrijpende maatregelen mogelijk
zijn, alvorens gebruik te maken van bewakingscamera‘s doch dat spijts alle opvolging en dure preven-
tiecampagnes het probleem van sluikstorten en de hieruit resulterende kosten een belangrijk probleem
blijven;
Overwegende de herhaalde vraag van de burgemeesters van de politiezone om bewakingscamera‘s in
gebruik te nemen om sluikstorters en veroorzakers van overlast te kunnen identificeren;
Overwegende dat de aanwezigheid van bewakingscamera‘s als algemeen preventiemiddel, mee mis-
drijven tegen personen of goederen kunnen voorkomen;
Overwegende dat de bewakingscamera zal worden gebruikt voor het verzamelen van bewijzen van
overlast zoals sluikstorten;
Overwegende dat het gebruik van voorlopige vaste bewakingscamera‘s enige flexibiliteit biedt in het
opvolgen van deze overlastfenomenen, waardoor ze gemakkelijker op te volgen zijn;
Overwegende dat cameratoezicht een nuttig hulpmiddel is voor de objectieve waarneming van over-
lastproblemen en de preventieve aanpak ervan;
Overwegende dat cameratoezicht een nuttig hulpmiddel is voor de gerichte en efficiënte politie-inzet
tijdens ongeregeldheden in de bewaakte zone;
Overwegende dat het gebruik van cameratoezicht een hulpmiddel kan zijn om de genomen doelstelling
van het zonaal veiligheidsplan 2014-2017 te bereiken;
Overwegende dat door de inzet van intelligente bewakingscamera‘s de schaarse politiecapaciteit effici-
enter kan worden aangewend;
Overwegende dat de verantwoordelijke voor de verwerking, met name de korpschef van de politiezone
West-Limburg of de persoon die onder zijn gezag handelt, instaat voor een efficiënte politionele opvol-
ging van de geregistreerde gegevens van de bewakingscamera‘s;
Overwegende dat de bewakingscamera‘s en de beelden en nummerplaten enkel en uitsluitend zullen
aangewend worden voor de bovenvermelde doelstelling;
Overwegende dat het doel van deze waarnemingen een objectieve waarneming is van de overlastpro-
blemen en een hulpmiddel voor de handhaving van de openbare orde;
Overwegende dat de bewakingscamera‘s de privacy van de bewoners en bezoekers in het cameragebied
respecteren, doordat de beelden genomen worden op het openbaar domein en het publiek wordt inge-
licht middels pictogrammen die aangeven dat er camerabewaking plaatsvindt;
Overwegende dat de verplaatsing van de voorlopige vaste bewakingscamera‘s steeds aangegeven wordt
bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
Overwegende dat de gemeenteraad een positief advies kan verlenen voor een perimeter die groot ge-
noeg is om de voorlopig vaste bewakingscamera‘s te kunnen verplaatsen, zonder dat men bij iedere
verplaatsing steeds een nieuw voorafgaand advies nodig heeft;
Overwegende dat het gebruik van voorlopige vaste bewakingscamera‘s aangeduid wordt door het plaat-
sen van pictogrammen op de toegangswegen naar de gemeente;
Overwegende dat het gebruik van voorlopige vaste bewakingscamera‘s aangeduid wordt met picto-
grammen op de voornaamste toegangsplaatsen binnen de perimeter, waar gebruik gemaakt wordt van
de voorlopig vaste bewakingscamera‘s;
Overwegende dat, indien deze beelden geen bijdrage kunnen leveren tot het bewijzen van de fenome-
nen en handelingen waarvoor de machtiging verleend werd, zij niet langer dan één maand worden be-
waard;
Overwegende dat, indien op de beelden plaatsen worden gefilmd waarvoor men niet zelf de gegevens
verwerkt, men expliciet toestemming vraagt aan de verantwoordelijke voor de verwerking van gege-
vens, tenzij men de delen van het beeld verbergt door middel van technische middelen;
Overwegende dat wanneer de beelden in real time worden bekeken, dit gebeurt onder toezicht van de
bevoegde politiediensten en dat deze personen aangewezen worden door de korpschef van de politiezo-
ne;
Overwegende dat de korpschef van politiezone West-Limburg als ―verantwoordelijke voor de verwer-
king‖ of de persoon die onder zijn gezag handelt, alle nodige voorzorgsmaatregelen neemt teneinde de
toegang tot de beelden te beveiligen tegen toegang door onbevoegden en hiervoor de nodige richtlijnen
opstelt;
Overwegende dat de beelden in een gesloten netwerk worden getransporteerd en opgeslagen, en enkel
kunnen worden gevolgd, geconsulteerd en geëxporteerd via specifieke beveiligde werkstations en vol-
gens de rechten toegekend aan gebruikersgroepen;
Overwegende dat de verantwoordelijke voor de verwerking van de gegevens, contactpunt is voor het
recht van toegang op de beelden en andere politiediensten hiervan gebruik kunnen maken mits het af-
sluiten van een protocol;
Overwegende dat, onder deze modaliteiten en voorwaarden, bewakingscamera‘s bijdragen tot het vei-
ligheidsgevoel van de burgers;
Overwegende dat de ingebruikname pas kan gebeuren nadat de gemeenteraad van Herk-de-Stad een
positief advies hiervoor heeft gegeven;
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
Gelet op de toelichting verstrekt door de burgemeester;
BESLUIT met algemene stemmen:
Artikel 1.
De gemeenteraad neemt kennis van het positief advies van de korpschef van de politiezone West-
Limburg om over te gaan tot de plaatsing van voorlopige vaste bewakingscamera‘s op het grondgebied
van de stad Herk-de-Stad en dit enkel voor de aanpak van het sluikstorten in het algemeen en alle vor-
men van overlast die hiermee verband houden.
Artikel 2.
De gemeenteraad verleent een positief advies aan de verantwoordelijke voor de verwerking, met name
de korpschef van de politiezone West-Limburg, voor de plaatsing van een voorlopige vaste bewakings-
camera op het grondgebied van de stad Herk-de-Stad en dit enkel met het oog op de in artikel 1 opge-
somde doeleinden.
Artikel 3.
De beslissing om één veiligheidscamera in te zetten voor de aanpak van sluikstorten, zal na 1 jaar wor-
den geëvalueerd door het college van burgemeester en schepenen in samenwerking met de korpschef,
waarna de resultaten worden voorgelegd aan de gemeenteraad die de inzet kan verlengen in de tijd.
____________
9.
Dienst Cultuur
Voordracht ereburgerschap
Miel Cools.
__________
Gelet op het reglement ‗ereburgerschap Herk-de-Stad‘, goedgekeurd door de gemeenteraad op
9 mei 2011;
Overwegende dat artikel 1 van dit reglement stelt dat het ereburgerschap van Herk-de-Stad wordt ver-
leend door de gemeenteraad op basis van een gemotiveerd voorstel door de fractieleiders;
Gelet op het overleg van de fractieleiders van N-VA NIEUW, Open Vld, CD&V en sp.a op
9 februari 2015 waarbij unaniem beslist wordt om Miel Cools voor te dragen als ereburger 2015;
Gelet op het feit dat er geen andere voordrachten werden gedaan;
Overwegende dat Miel Cools, geboren Herkenaar en kleinkunstenaar met zijn liedjes een bijzondere
uitstraling heeft gekend en dit op zowel plaatselijk, Vlaams als internationaal niveau en op basis van
deze bijzondere verdienste ruimschoots voldoet aan alle voorwaarden van het reglement ereburger-
schap;
Overwegende het voorstel om de toekenning van het ereburgerschap te organiseren op zaterdag
18 april 2015, daags na de 80ste
verjaardag van Miel Cools waarbij naast de overhandiging van
de oorkonde een receptie wordt aangeboden door het gemeentebestuur;
Overwegende dat de voordracht van Miel Cools ten volle ondersteund wordt door de gemeentelijke
cultuurraad die in samenwerking met de cultuurdienst voorstelt om ter gelegenheid van de toekenning
van het ereburgerschap een omkaderend cultureel programma ‗MIEL 80‘ te organiseren;
BESLUIT met algemene stemmen:
Artikel 1.
De voordracht van Miel Cools als ereburger Herk-de-Stad 2015 ter goedkeuring voor te leggen aan de
gemeenteraad van 9 maart 2015.
Artikel 2.
Akkoord te gaan met de plechtige toekenning van het ereburgerschap aan Miel Cools op 18 april 2015.
Artikel 3.
Akkoord te gaan met de aanbieding van een receptie door het gemeentebestuur en een culturele avond
georganiseerd door de dienst cultuur i.s.m. de cultuurraad.
Artikel 4.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 248 tot en met 261 van het gemeentedecreet van 15
juli 2005 en latere wijzigingen, mee te delen aan de Heer provinciegouverneur, terwijl een afschrift van
dit besluit ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- afdelingshoofd vrije tijd,
- diensthoofd cultuur,
- voorzitter cultuurraad.
__________
10.
Dienst Politiereglementen
Goedkeuring
politiereglement voor de
regeling van het verkeer en
de handhaving van de orde
en de veiligheid ter
gelegenheid van de
maandelijkse rommel- en
brocante markt te Herk-de-
Stad.
_________
Gelet op de beslissing van het schepencollege van 19 januari 2015 waarin akkoord wordt gegaan met
de organisatie van een rommel- en brocante markt op elke derde zondag van de maand tijdens de maan-
den maart, april, mei, juni, juli, augustus, september en oktober 2015;
Gelet op de noodzakelijkheid maatregelen te treffen om de veiligheid op de weg te verzekeren en moge-
lijke ongevallen te voorkomen ter gelegenheid van de maandelijkse rommel- en brocante markt;
Gelet op het decreet van 14 december 1789 betreffende de inrichting van municipaliteiten;
Gelet op het decreet van 16 en 24 augustus 1790 betreffende de rechterlijke inrichting, inzonderheid
titel XI, artikel 3;
Gelet op de wet betreffende de Politie op het wegverkeer;
Gelet op het K.B. van 1 december 1975 en het M.B. van 11 oktober 1976 inzake verkeerstekens en sig-
nalisatievoorschriften;
Gelet op de machtiging van de heer Provinciegouverneur dd. 29 april 1981, in toepassing van artikel 20
van de Wet van 1 juli 1956 en artikel 1 van het KB van 27 december 1956, tot uitvoering van voor-
noemde Wet;
Gelet op de desbetreffende artikelen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd;
Gelet op de desbetreffende, niet opgeheven, artikelen van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de stemming over het algehele besluit:
Naam en voornaam Voor Tegen Onthouding
Spooren Hugo √
Gruyters Bart √
Vanleeuw Mark √
Guypen Lo √
Berden Wim √
Vandersmissen Gert √
Vanuytrecht Louis √
Vandenrijt Noël √
Appeltans Laurens √
Ivan Boesmans √
De Norre Koen √
Moyaers Bert √
Ector Guido √
Laenen Michel √
De Waele Sofie √
Orens Steve √
Berden Marijke √
Graulus Jimmy √
Vanwing Thomas √
Claes Kristof √
Vanschoonbeek Jan √
Smeets Niko √
BESLUIT met 14 stemmen voor en 8 stemmen tegen:
Artikel 1.
Tijdens de organisatie van de ‗rommel- en brocante markt‘ wordt alle motorvoertuigenverkeer verboden
vanaf 7u00 tot 18u00:
in de Diestsestraat en de Markt vanaf de Dr. Vanweddingenlaan tot aan de kruising Markt –
Wendelenplein (thv bakkerij Brems).
het verkeer komende van de Zoutbrugstraat wordt omgeleid via het Wendelenplein en de Has-
seltsestraat.
Artikel 2.
In geval van onvoldoende standhouders wordt alle motorvoertuigenverkeer verboden vanaf 7u00 tot
18u00:
in de Diestsestraat en de Markt vanaf de Dr. Vanweddingenlaan tot aan de kerk.
het verkeer komende van de Zoutbrugstraat wordt omgeleid via de Markt en de Hasseltsestraat.
Artikel 3.
Een parkeer- en stationeerverbod in te voeren op het marktplein vanaf 7u00 tot 18u00.
Artikel 4.
Een parkeer- en stationeerverbod in te voeren op de parkeerplaatsen langs de Markt vanaf Markt 19 tot
aan bakkerij Brems.
Artikel 5.
Een parkeer- en stationeerverbod in te voeren op de parkeerplaatsen op de hoek van het Wendelenplein
en de Sint-Maartenstraat van 7u00 tot 18u00.
Artikel 6.
Alle bestaande aanvullende politiereglementen of delen ervan die strijdig zijn met de bepalingen van
onderhavig politiereglement worden opgeheven.
Artikel 7.
De beschikkingen van artikel 1 t/m 4 wordt ter kennis gebracht van de weggebruikers door aangepaste
signalisatie, overeenkomstig de voorschriften van het Algemeen Reglement op de Politie van het Weg-
verkeer.
Artikel 8.
De omlegging, signalisatie en afsluiting der wegen wordt door de gemeentelijke diensten uitgevoerd.
Artikel 9.
De overtreders van onderhavig reglement worden gestraft met de gewone politiestraffen.
Artikel 10.
Een afschrift van dit besluit wordt ter kennisgeving overgemaakt aan:
de heer Provinciegouverneur;
de heer zonechef van de lokale politie;
de heer Griffier van de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt;
de heer Griffier van de politierechtbank te Hasselt;
de Lijn;
de dienst 100;
de brandweer;
het Jessa ziekenhuis;
de organisator;
de marktverantwoordelijke;
de Dienst Communicatie;
de Technische Dienst - Uitvoering. _____________
11.
Dienst Personeel
Aanpassing
arbeidsreglement voor het
gemeentepersoneel.
________
Gelet op de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen, gewijzigd bij wet van 18
december 2002 waarbij de openbare sector onder de toepassing van de wet van 8 april 1965 werd ge-
bracht;
Gelet op de memorie van toelichting bij de wet van 18 december 2002 tot wijziging van de wet van 8
april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen;
Gelet op de toelichtende nota uitgegeven door de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid
en Sociaal Overleg inzake de toepassing van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsregle-
menten in de openbare sector;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 8 november 2004 houdende goedkeuring van het ar-
beidsreglement voor de personeelsleden van de gemeente Herk-de-Stad;
Overwegende dat het nodig was om het bestaande arbeidsreglement uit te breiden en aan te passen aan
de gewijzigde wetgevingen en omstandigheden;
Gelet op de diverse besprekingen die op lokaal vlak met afgevaardigden van de diensten van de ge-
meente en het OCMW hebben plaatsgehad;
Gelet op het gunstig advies van 22 oktober 2014 m.b.t. de aanpassingen aan het arbeidsreglement door
het managementteam;
Gelet op de bespreking met de vakbonden tijdens het Bijzonder Onderhandelingscomité van 19 decem-
ber 2014;
Gelet op artikel 11 van het gemeentedecreet;
BESLUIT met algemene stemmen:
Artikel 1.
Het bestaande arbeidsreglement goedgekeurd door de gemeenteraad op 8 november 2004 op te heffen.
Artikel 2.
Het gewijzigde arbeidsreglement (versie 2015) – samen met de bijlagen die integraal deel uitmaken van
dit besluit - goed te keuren.
Artikel 3.
Het arbeidsreglement – samen met onderhavig besluit - over te maken aan de Inspectie van de sociale
wetten binnen de door de wet vastgestelde termijn.
Artikel 4.
Onderhavig raadsbesluit wordt in toepassing van de artikels 248 tot en met 261 van het gemeentede-
creet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, overgemaakt aan de heer Provinciegouverneur terwijl een
afschrift van dit besluit samen met het gewijzigde arbeidsreglement wordt bezorgd aan :
- alle personeelsleden
- de representatieve vakorganisaties.
__________
Na de zitting werden door de Heer Opdebeeck Joeri, voorzitter dierenwelzijnsraad, volgende vragen
gesteld:
1. Waarom werd hij, in zijn hoedanigheid van voorzitter van de dierenwelzijnsraad, laattijdig op de
hoogte gesteld van de intentie om aan te sluiten bij het dierenasiel?
2. Waarom wordt de dierenwelzijnsraad nog steeds niet erkend als adviesraad?
3. Wanneer worden de subsidies 2014 gestort?
De burgemeester beantwoordt de vragen als volgt:
1. Waarom werd hij, in zijn hoedanigheid van voorzitter van de dierenwelzijnsraad, laattijdig op de
hoogte gesteld van de intentie om aan te sluiten bij het dierenasiel?
Het heeft er lang naar uitgezien dat de hondenvanger gewoon zou vervangen worden. Maar Houthalen-
Helchteren is laattijdig uit de samenwerkingsovereenkomst gestapt waardoor met de nakende pensione-
ring van de hondenvanger per 1 april 2015 zich een heroriëntering aandiende. We zijn daardoor in snel-
heid gepakt en dienden in allerijl op zoek naar een alternatief.
2. Waarom wordt de dierenwelzijnsraad nog steeds niet erkend als adviesraad?
3. Wanneer worden de subsidies 2014 gestort?
Vragen 2 en 3 hangen samen. De dierenwelzijnsraad is erkend en is uitgenodigd om advies te verlenen
over de samenwerkingsovereenkomst met de adviesraden. De vertegenwoordigers zullen dan ook uit-
genodigd worden om deze te ondertekenen. De toekenning van subsidies hangt daar uiteraard mee sa-
men.
__________
De Voorzitter sluit de vergadering op maandag 9 maart 2015 om 22.15 uur.
Herk-de-Stad, 9 maart 2015.
NAMENS DE GEMEENTERAAD:
In opdracht:
De Secretaris, De Voorzitter,
—————————————————————————————————————————