De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia),...

24
De economische effecten van stagnatie van de Programmatische Aanpak Stikstof Een analyse van de effecten van het niet beschikbaar komen van de rijksfinanciering Opdrachtgever: Interprovinciaal Overleg Rotterdam, 19 augustus 2013

Transcript of De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia),...

Page 1: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,

De economische effecten van

stagnatie van de Programmatische

Aanpak Stikstof

Een analyse van de effecten van het niet

beschikbaar komen van de rijksfinanciering

Opdrachtgever: Interprovinciaal Overleg

Rotterdam, 19 augustus 2013

tvhattum
Typemachine
Onder embargo
Page 2: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,
Page 3: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,

De economische effecten van

stagnatie van de

Programmatische Aanpak Stikstof

Een analyse van de effecten van het niet beschikbaar komen van de rijksfinanciering

Opdrachtgever: Interprovinciaal Overleg

Michel Briene

Karel van Hussen

Joachim Schellekens

Viek Verdult

Atze Verkennis

Rotterdam, 19 augustus 2013

Page 4: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,

2

NL0927383

Over Ecorys

Met ons werk willen we een zinvolle bijdrage leveren aan maatschappelijke thema’s. Wij bieden

wereldwijd onderzoek, advies en projectmanagement en zijn gespecialiseerd in economische,

maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkeling. We richten ons met name op complexe markt-,

beleids- en managementvraagstukken en bieden opdrachtgevers in de publieke, private en

not-for-profit sectoren een uniek perspectief en hoogwaardige oplossingen. We zijn trots op onze

ruim 80-jarige bedrijfsgeschiedenis. Onze belangrijkste werkgebieden zijn: economie en concurren-

tiekracht; regio’s, steden en vastgoed; energie en water; transport en mobiliteit; sociaal beleid,

bestuur, onderwijs, en gezondheidszorg. Wij hechten grote waarde aan onze onafhankelijkheid,

integriteit en samenwerkingspartners. Ecorys-medewerkers zijn betrokken experts met ruime

ervaring in de academische wereld en adviespraktijk, die hun kennis en best practices binnen het

bedrijf en met internationale samenwerkingspartners delen.

Ecorys is een internationaal bureau met ruim 550 medewerkers en is wereldwijd actief in meer dan

100 landen. Naast projecten voor individuele opdrachtgevers voeren wij ook regelmatig opdrachten

uit die meerdere landen betreffen. Wij verlenen onze diensten eveneens aan de Europese

instituties, Wereldbank, Asian Development Bank en andere grote internationale organisaties.

De thuismarkten van Ecorys zijn van oudsher Nederland en het Verenigd Koninkrijk en die landen

waar onze kantoren gevestigd zijn: België, Polen, Turkije, Spanje, Rusland, Zuidoost Europa

(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India.

Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat, de internationale

standaard voor milieumanagementsystemen. Onze doelen op het gebied van duurzame

bedrijfsvoering zijn vertaald in ons bedrijfsbeleid en in praktische maatregelen gericht op mensen,

milieu en opbrengst. Zo gebruiken we 100% groene stroom, kopen we onze CO2-uitstoot af,

stimuleren we het OV-gebruik onder onze medewerkers, en printen we onze documenten op FSC-

of PEFC-gecertificeerd papier. Door deze acties is onze CO2-voetafdruk sinds 2007 met ca. 80%

afgenomen.

ECORYS Nederland BV

Watermanweg 44

3067 GG Rotterdam

Postbus 4175

3006 AD Rotterdam

Nederland

T 010 453 88 00

F 010 453 07 68

E [email protected]

K.v.K. nr. 24316726

W www.ecorys.nl

Page 5: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,

Inhoudsopgave

3

De economische effecten van stagnatie van de Programmatische Aanpak Stikstof

Samenvatting 5

1 Aanleiding voor het onderzoek 7

2 Onderzoekskader 9

2.1 Programmatische aanpak stikstof 9

2.2 Projectenlijst 10

3 Methodologie 11

3.1 Sectoren 11

3.2 Geplande activiteiten 11

3.3 Uitstel en afstel plannen 12

3.4 Extrapolatie naar Nederland 13

4 Resultaten: de economische effecten van PAS 15

Bijlagen 17

Bijlage A: Overzicht bronnen gebruikte kengetallen 17

Bijlage B: Sectorale investeringssom provincies en Nederland 19

Bijlage C: Stikstofemissies 20

5 Bronnenlijst 21

Page 6: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,
Page 7: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,

5

De economische effecten van stagnatie van de Programmatische Aanpak Stikstof

Samenvatting

In ongeveer 60% van de Nederlandse Natura-2000 gebieden is de depositie van stikstof een pro-

bleem. Weliswaar is de laatste 25 jaar de hoeveelheid neerslag van stikstof sterk gedaald, maar is

deze toch op veel plaatsen te hoog. Daardoor komt het realiseren van de natuurdoelen in gevaar.

In dit kader zet een aantal overheden gezamenlijk de schouders onder de Programmatische

Aanpak Stikstof (PAS). Daardoor wordt het mogelijk om reductiemaatregelen te treffen, maar wordt

tegelijkertijd ook ontwikkelruimte voor een aantal (grote) projecten gecreëerd. Het afgesproken

tijdschema voorziet erin dat per 1 januari 2014 de PAS in werking is.

Het IPO heeft aan Ecorys gevraagd een quick-scan te maken van de economische gevolgen van

een eventuele –onverhoopte- stagnatie bij de invoering van de PAS, zowel voor de ontwikkeling in

een aantal sectoren (zoals industrie en landbouw) als voor de uitvoering van investeringen (zoals

voor infrastructuur en bedrijventerreinen).

Het doel van het onderzoek is het kwantificeren van de economische effecten van het niet uit-

voeren van PAS. Op basis van een projectenlijst van de provincies Gelderland, Noord-Brabant en

Zeeland zijn alle relevante activiteiten omgerekend tot investeringsbedragen en werkgelegenheid.

Dit is gedaan voor diverse sectoren op basis van vaste rekenregels. De resulterende waarden zijn

vervolgens geëxtrapoleerd naar de situatie voor heel Nederland. Voor het onderzoek worden de

geplande economische activiteiten en investeringen in infrastructuur in de periode 2014-2020

beschouwd.

Voor dit onderzoek is een indeling in een aantal sectoren gehanteerd, te weten: woningbouw, infra-

structuur, bedrijventerreinen (onderverdeeld in zeehaventerrein, chemische industrie en reguliere

bedrijventerrein), glastuinbouw, veehouderij, land- en waterrecreatie en overige. Voor elke sector is

de verwachte verhouding tussen investeringswaarde, werkgelegenheid en, waar relevant, emissie

berekend. Daarmee is de totale investeringssom en de bijbehorende werkgelegenheidseffecten

bepaald.

Uit ervaring is gebleken dat niet alle projecten die gepland worden ook daadwerkelijk in de plan-

ningsperiode en/of in zijn geheel tot realisatie worden gebracht. Daarvoor zijn correctiefactoren

gehanteerd met betrekking tot het percentage van de plannen dat niet of later uitgevoerd wordt.

De uitgevoerde quick-scan levert het beeld op dat voor de periode 2014 – 2020 zonder PAS voor

economische activiteiten, inclusief investeringen in infrastructuur, ter waarde van ruim € 87,5

miljard geen vergunning verstrekt kan worden en dat deze investeringen dan ook niet zullen

plaatsvinden. Vertaald in termen van werkgelegenheid is het beeld als volgt: er zullen ruim 29.000

directe banen minder gerealiseerd worden als gevolg van het geen doorgang vinden van

investeringen, ook zullen circa 11.000 indirecte banen niet gerealiseerd worden en tenminste 4.000

bestaande banen het risico lopen te verdwijnen. De PAS zorgt er voor dat ondanks strenge

regelgeving op het gebied van internationaal beschermde natuur en de forse overbelasting door

stikstof, de noodzakelijke economische ontwikkelingen toch doorgang kunnen vinden. Vergeleken

met de kosten van PAS is de omvang van de structurele directe werkgelegenheid die op het spel

staat bij het niet doorgaan van PAS aanzienlijk. Teruggerekend naar Є / fte zijn de kosten, op basis

van € 200 miljoen / jaar voor PAS, ongeveer € 41.000 per fte. Deze kosten per ‘niet bedreigde’ fte

zijn in vergelijking met andere stimuleringsprogramma’s beperkt. In vele economische

stimuleringsprogramma’s zijn de kosten om een nieuwe arbeidsplaats te realiseren meer dan

Є 100.000 per fte.

Page 8: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,

6

De economische effecten van stagnatie van de Programmatische Aanpak Stikstof

Het door de opdrachtgever gekozen uitgangspunt voor dit onderzoek is dat in de periode

2014 – 2020 de financiële middelen die nodig zijn voor PAS ad € 200 miljoen per jaar niet

beschikbaar komen. Wanneer een ander uitgangspunt gekozen wordt (er komt een gedeelte van

het benodigde bedrag beschikbaar of alleen de eerste jaren komen de benodigde middelen niet

beschikbaar), veranderen de uitkomsten. Deze varianten zijn niet doorgerekend.

Page 9: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,

7

De economische effecten van stagnatie van de Programmatische Aanpak Stikstof

1 Aanleiding voor het onderzoek

In ongeveer 60% van de Nederlandse Natura-2000 gebieden is de depositie van stikstof een

probleem. Weliswaar is de laatste 25 jaar de hoeveelheid neerslag van stikstof sterk gedaald, maar

is deze toch op veel plaatsen te hoog. Daardoor komt het realiseren van de natuurdoelen in gevaar.

Om die reden is er voor activiteiten in en rond natuurgebieden die met stikstofuitstoot gepaard

gaan, een vergunningplicht op grond van artikel 19d van de Nb-wet. Als gevolg van een aantal

uitspraken van de Raad van State, waarbij een verleende vergunning werd vernietigd, zijn sinds

2009 alle vergunningenprocedures voor onder andere veehouderijen stilgelegd. Om die impasse te

doorbreken hebben een aantal overheden gezamenlijk de schouders gezet onder de

Programmatische Aanpak Stikstof (PAS).

Met de PAS worden niet alleen reductie- en herstelmaatregelen getroffen, maar wordt tegelijkertijd

ook de ontwikkelruimte voor een aantal (grote) projecten gecreëerd. Daarmee is de PAS als het

ware een tweesnijdend zwaard. De homepage www.pas.natura2000.nl omschrijft het als volgt:

“aan de ene kant wordt de achteruitgang van de biodiversiteit in die gebieden, voor zover die het

gevolg is van stikstofdepositie, tot staan gebracht en omgezet in herstel. Aan de andere kant wordt

er weer ruimte gemaakt voor nieuwe economische activiteiten met stikstofuitstoot in de buurt van

die gebieden”.

Het afgesproken tijdschema voorziet erin dat per 1 januari 2014 de PAS in werking is. In november

2012 heeft het LEI/WUR1 een analyse gemaakt van de economische effecten van het uitvoeren

van de PAS. Daaruit blijkt dat er forse positieve economische effecten zijn. Het IPO heeft aan

Ecorys gevraagd een quick-scan te maken van de economische gevolgen van een onverhoopte

stagnatie bij de invoering van de PAS, zowel voor de ontwikkeling in een aantal sectoren (zoals

industrie en landbouw) als voor de uitvoering van investeringen (zoals voor infrastructuur en

bedrijventerreinen).

In deze analyse gaan wij na welke investeringen niet door kunnen gaan wanneer de Programmati-

sche Aanpak Stikstof niet plaatsvindt en welke werkgelegenheidseffecten dat heeft. De projecten

die geen doorgang kunnen vinden leveren immers ook geen werkgelegenheid op.

Het door de opdrachtgever gekozen uitgangspunt voor dit onderzoek is dat in de

periode 2014 – 2020 de financiële middelen die nodig zijn voor PAS ad € 200 miljoen per jaar niet

beschikbaar komen. Wanneer een ander uitgangspunt gekozen wordt (er komt een gedeelte van

het benodigde bedrag beschikbaar of alleen de eerste jaren komen de benodigde middelen niet

beschikbaar), veranderen de uitkomsten. Deze varianten zijn niet doorgerekend.

1 Leneman, H., R. Michels, P. van der Wielen, D. Oudendag, J. Helming, W. van Deursen en S. Reinhard: Economisch

perspectief van de PAS; Baten en kosten van de Programmatische Aanpak Stikstof in Natura 2000-gebieden, november

2012

Page 10: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,
Page 11: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,

9

De economische effecten van stagnatie van de Programmatische Aanpak Stikstof

2 Onderzoekskader

2.1 Programmatische aanpak stikstof

Het Europese beleid ter bescherming van biodiversiteit heeft geresulteerd in de aanwijzing van een

aantal gebieden die een specifieke bescherming krijgen. Deze zogeheten Natura2000-gebieden

zijn van belang voor het behoud en ontwikkeling van bepaalde dier- en plantensoorten en hun

natuurlijke leefomgeving (habitat). Voor deze gebieden zijn “instandhoudingsdoelen” vastgesteld:

welke dier- en plantensoorten en habitats dienen in een gebied beschermd te worden? In Neder-

land zijn 166 gebieden aangewezen. Stikstof is in veel van deze gebieden een kritische factor.

Te veel stikstof is schadelijk voor een groot aantal habitat-typen.2 Weliswaar is er al jaren sprake

van een dalende trend met betrekking tot de stikstofdepositie, maar in 133 gebieden is de neerslag

van stikstof nog steeds (veel) te hoog. Dat heeft negatieve gevolgen voor de daar aanwezige plant-

en diersoorten. Tegelijkertijd betekent dat ook een rem op economische activiteiten in en rond een

dergelijk gebied. Immers, voor economische activiteiten, maar ook infrastructurele projecten dient

de initiatiefnemer te beschikken over een omgevingsvergunning. Een strikte interpretatie van de

wet door de Raad van State heeft gezorgd voor een impasse in de vergunningverlening.

Economische ontwikkelingen die gepaard gaan met een stikstofemissie zijn niet of moeilijk te

gunnen.

Om deze impasse te doorbreken hebben onder andere het Rijk, de provincies en de

waterschappen gekozen voor een gezamenlijke aanpak van dit probleem. Dit heeft geleid tot de

Programmatische Aanpak Stikstof. Hoewel aanvankelijk werd verwacht dat deze aanpak op relatief

korte termijn tot resultaat zou leiden, is inmiddels gebleken dat het proces meer tijd vergt. Thans

wordt voorzien dat het wetgevingstraject dit najaar wordt afgerond, zodat PAS op 1 januari 2014

van start kan gaan.

De PAS beoogt door een combinatie van maatregelen zowel de kwaliteit van de Natura2000-

gebieden (en de habitattypes en plant- en diersoorten in die gebieden) te verbeteren, als ruimte te

scheppen voor nieuwe economische ontwikkelingen. Er zijn in PAS twee soorten maatregelen

voorzien, te weten: maatregelen gericht op reductie van stikstofuitstoot en ecologische herstelmaat-

regelen. De eerste richten zich vooral op de landbouw. Het resultaat moet zijn dat de daling van de

stikstofdepositie, die zich de afgelopen jaren overigens al heeft voorgedaan, versneld wordt. De

tweede richten zich op de afzonderlijke gebieden en de afzonderlijke habitattypen zelf. Bij een

positief resultaat van deze combinatie van maatregelen, ontstaat er ontwikkelingsruimte voor

nieuwe economische activiteiten (dit kunnen ook uitbreidingen zijn van bestaande economische

activiteiten of infrastructuurprojecten).

De daling van de depositie van de afgelopen jaren zal zich ook in de komende periode tot 2030

doorzetten. Zowel in de landbouw als in het bedrijfsleven vindt innovatie plaats om te

veronderstellen dat die emissies beperkt worden, als gevolg waarvan ook de depositie zal afne-

men. Aangenomen wordt dat deze daling voldoende is om een economische groei van 2,5% te

2 Zie ook: H.F. van Dobben, R. Bobbink, D. Bal en A. van Hinsberg, 2012. Overzicht van kritische depositiewaarden voor

stikstof, toegepast op habitattypen en leefgebieden van Natura 2000. Wageningen, Alterra, Alterra-rapport 2397 2397. 68

blz.; 1 fig.; 3 tab.; 21 ref. In dit rapport wordt een overzicht gegeven van concrete (unieke) kritische depositiewaarden voor

stikstof voor de habitattypen en de (stikstofgevoelige) overige leefgebieden van soorten die in Natura 2000-gebieden wor-

den beschermd.

Page 12: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,

10

De economische effecten van stagnatie van de Programmatische Aanpak Stikstof

accommoderen.3 De ontwikkelingsruimte die ontstaat bij een positief resultaat van de nationale

maatregelen, mag voor de helft worden aangewend voor economische activiteiten. Voor de

herstelmaatregelen geldt dat het effect per gebied op basis van een deskundigenoordeel wordt

vastgesteld. Wanneer de conclusie is dat de staat van instandhouding van het gebied voldoende is

en dat ook in de toekomst zal blijven, kan de ontwikkelingsruimte worden benut voor plannen en

projecten.

Omdat de instandhoudingsdoelen per gebied gehaald moeten worden, is vastgelegd dat de

ontwikkelingsruimte per gebied zal worden vastgesteld. Dat vraagt dus ook om maatwerk per

gebied. Overigens kan de beschikbare ontwikkelingsruimte niet zonder beperkingen worden

toegedeeld. Er zijn in PAS afspraken gemaakt over de verdeling in tijd en over de verdeling naar

typen projecten. Zo is een deel van de ruimte gereserveerd voor infrastructurele projecten.

Vanzelfsprekend is de ontwikkelingsruimte niet onbegrensd. Niet alle activiteiten die thans

voorgenomen zijn, zullen binnen de ruimte kunnen worden vergund. Daarbij moet overigens het

volgende bedacht worden: voor 128 van de 133 stikstofgevoelige Natura2000-gebieden zijn er

zodanige pakketten met herstelmaatregelen dat voldaan kan worden aan de gestelde doelen.

Daarmee verbetert de natuurkwaliteit en komt er ontwikkelruimte beschikbaar. Als de PAS wordt

uitgevoerd is er voor deze gebieden ruimte om nieuwe economische activiteiten en infrastructuur

toe te staan. Voor twee gebieden is het pakket aan beheermaatregelen nog onvoldoende en in drie

gebieden vindt nog overleg plaats. Van de 128 gebieden waar het beheerpakket voldoende is voor

het bereiken van de Natura2000-doelstellingen zijn er naar schatting 120 waar de ontwikkelruimte

die beschikbaar komt, voldoende is voor de ontwikkelbehoefte. In dertien gebieden kunnen

derhalve niet alle voorgenomen economische activiteiten vergund worden.

2.2 Projectenlijst

Van drie provincies hebben wij een projectenlijst ontvangen. Op deze projectenlijst komen

nagenoeg alle stikstof-emitterende projecten voor die in de periode vanaf 2012 tot 2030 tot uitvoe-

ring kunnen komen4. Per project is in alle gevallen tenminste een van de volgende kengetallen

opgenomen:

Stikstofemissie;

Aantallen (woningen, hectares, ligplaatsen);

Lengte en type (in geval van wegen).

In enkele gevallen is ook een investeringsbedrag opgenomen. Volgens een vast stramien van re-

kenregels hebben wij alle projecten vervolgens omgerekend tot investeringsbedragen en emissies.

De gehanteerde methodiek is beschreven in het volgende hoofdstuk.

3 Zie: Koelemeijer, R., D. van der Hoek, B. de Haan, E. Noordijk, E. Buijsman, J. Aben, H. van Jaarsveld, P. Hammingh, S.

van Tol, G. Velders, W. de Vries, K. Wieringa, S. Reinhard, V. Linderhof, R. Michels, J. Helming, D. Oudendag, A. Schou-

ten & L. van Staalduinen (2010), Verkenning van aanvullende maatregelen in het kader van de Programmatische Aanpak

Stikstof. Een verkenning van de gevolgen voor milieu en economie, PBL-rapport 500215001, Den Haag: PBL. 4 Op de lijst van Noord-Brabant zijn niet alle agrarische activiteiten vermeld. Op basis van de gegevens van Gelderland was

het echter mogelijk om een verantwoorde inschatting te maken van de omvang van die activiteiten in Noord-Brabant. De

projectenlijsten geven daarmee een goede indicatie van de economische ontwikkelingen die te verwachten zijn in de be-

treffende periode.

Page 13: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,

11

De economische effecten van stagnatie van de Programmatische Aanpak Stikstof

3 Methodologie

Het doel van het onderzoek is het kwantificeren van de economische effecten van het niet

uitvoeren van PAS. Omdat het niet uitvoeren van PAS restricties tot gevolg heeft voor geplande

investeringen worden de bijbehorende projecten als basis genomen. Op basis van deze

projectenlijst (zie 2.2) zijn alle activiteiten omgerekend tot investeringsbedragen, emissie en

werkgelegenheid. Dit is gedaan voor diverse sectoren (zie 3.1), op basis van vaste rekenregels (zie

3.2 en 3.3) en voor de provincies Gelderland, Noord-Brabant en Zeeland. De resulterende waarden

zijn vervolgens geëxtrapoleerd naar de situatie voor heel Nederland (zie 3.4).

3.1 Sectoren

De provincies Gelderland, Nood-Brabant en Zeeland hebben gezamenlijk ongeveer 1600 projecten

en plannen opgeleverd die investeringen teweeg brengen in het tijdvak 2014-2030.

De aangeleverde data gaf informatie over het verwachte begin- en eindjaar, de omvang (in hectare

dan wel aantallen), en de sector waar het project toe behoort. Hieronder staat het overzicht van de

gehanteerde sectoren, de mogelijke uitsplitsing van sectoren en de eenheid waarin het formaat

wordt uitgedrukt. Voor het onderzoek worden de geplande economische activiteiten in de periode

2014-2020 beschouwd.

Tabel 3.1 Indeling in sectoren die voor dit onderzoek zijn gehanteerd:

Type sector Specificatie Ruimtelijke eenheid

Woningbouw Woningen

Infrastructuur Kilometer

Bedrijventerrein Zeehaventerrein Hectare

Bedrijventerrein Chemische industrie Hectare

Bedrijventerrein Regulier bedrijventerrein Hectare

Landbouw Glastuinbouw Hectare

Landbouw Veehouderij5 Hectare

Recreatie Land Recreatiewoningen

Recreatie Water Ligplaatsen

Overig Divers

3.2 Geplande activiteiten

Niet alle aangeleverde plannen bevatten gegevens over de zowel de investeringswaarde als

werkgelegenheid. Om goed in te schatten hoe hoog deze waarden totaal zijn is voor elke sector de

verwachte verhouding tussen de categorieën onderling bepaald. Zo wordt voor bijvoorbeeld een

zeehaventerrein per hectare met een investeringswaarde van € 5.125.000 gerekend, en een

structurele werkgelegenheid van 14,5 fte. In Tabel 3.3 is een overzicht van alle omrekenfactoren

opgenomen.

5 De provincie Noord-Brabant heeft geen informatie met betrekking tot veehouderij kunnen aanleveren. De veehouderij-

projecten voor de provincie Noord-Brabant zijn berekend door het aantal hectaren veehouderij van de provincie Gelder-

land te vermenigvuldigen met de breuk van de investeringen in de SBI sector A (landbouw) van Noord-Brabant ten opzich-

te van Gelderland in 2010.

Page 14: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,

12

De economische effecten van stagnatie van de Programmatische Aanpak Stikstof

De eerste stap was het berekenen van de totale investeringssom, werkgelegenheidseffecten en

omvang van alle plannen. Dit is gedaan door de aangeleverde plannen te vermenigvuldigen met de

omrekenfactor (Tabel 3.2) voor de investeringswaarde, de werkgelegenheid en de emissie per

eenheid. Daarna is de gemiddelde investeringssom per project per jaar bepaald, om zo de ver-

wachte investeringen in het PAS tijdvak (2014-2020) uit te rekenen. De omvang en

werkgelegenheid is op dezelfde manier bepaald, al gaat het hier wel om een structureel effect in

tegenstelling tot de investering die eenmalig is.

Tabel 3.2 Omrekenfactoren voor berekenen investeringswaarde, werkgelegenheid en emissies

Sector Ruimtelijke

eenheid

Investeringswaarde

(€)

Werkgelegenheid

(fte)

Stikstofemissie (NOx

en NH3 waarde

(kg/jaar))

Woningbouw Woningen 183.000 0 2,9

Infrastructuur Kilometer Per project bepaald 15% welvaartswinst

t.o.v. investerings-

waarde6

564

Zeehaventerrein Hectare 5.125.000 14,5 593

Chemische

Industrie (cat. 5)

Hectare 9.625.000 9 593

Regulier bedrij-

venterrein

Hectare 7.525.000 40 593

Glastuinbouw Hectare 430.000 2,8 685

Veehouderij Hectare 44.000 0,03 6677 (NOx en NH3)

Recreatie op

land

Woningen 62.000 0,15 2,9

Recreatie op

water

Ligplaatsen 32.000 0,15 2,9

Overig Verschilt Per project bepaald Per project bepaald Per project bepaald

Bron: Divers. Zie Bijlage A: Overzicht bronnen gebruikte kengetallen

Bij het bepalen van economische effecten is onderscheid te maken tussen tijdelijke effecten

(bijvoorbeeld de werkgelegenheid die gemoeid is met woningbouw of aanleg van infrastructuur, en

die na voltooiing van het project weer verdwijnt) en structurele effecten, de werkgelegenheid die in

principe ‘permanent’ is gerealiseerd. Ten behoeve van deze rapportage concentreren we ons op de

structurele effecten, aangezien de tijdelijke effecten wellicht elders gerealiseerd zullen worden.

Het realiseren van woningen leidt niet tot structurele werkgelegenheid, omdat er niet een nieuwe

economische activiteit ontstaat. Mensen gaan niet meer verdienen als ze in een nieuw huis gaan

wonen. Zodoende is de gehanteerde omrekenfactor voor werkgelegenheid op nul vastgesteld. Wel

geldt, zeker in deze tijd van crisis in de bouw, dat de tijdelijke werkgelegenheid die met

woningbouw gepaard gaat, uiterst welkom zal zijn.

3.3 Uitstel en afstel plannen

Uit ervaring is gebleken dat niet alle projecten die gepland worden ook daadwerkelijk in de

planningsperiode en/of in zijn geheel tot realisatie worden gebracht. Het is dus noodzakelijk om de

resulterende plannen bij te schalen. Op basis van ervaringscijfers uit het verleden en eigen

6 De resulterende welvaartswinst kan ‘vertaald’ worden naar werkgelegenheidseffecten. Dit is volledigheidshalve gedaan

voor het bepalen van de totale werkgelegenheidseffecten van de geplande investeringen

Page 15: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,

13

De economische effecten van stagnatie van de Programmatische Aanpak Stikstof

expertise zijn correctiefactoren aangenomen met betrekking tot het percentage van de plannen dat

niet of later uitgevoerd wordt (zie 3.3).

Tabel 3.3 Correctiefactoren. Aandeel van de projecten en plannen dat in het tijdvak 2014-2020 wordt

uitgevoerd (zonder emissierestricties).

Sector Percentage plannen

dat afgesteld wordt

Percentage plannen

dat uitgesteld wordt

tot na 2020

Correctiefactor voor

investeringswaarde en

WGH

Woningbouw 50% 50% 0,25

Infrastructuur 0% 0% 1

Zeehaventerrein 10% 33% 0,6

Chemische industrie 25% 33% 0,5

Regulier bedrijventerrein 50% 40% 0,3

Glastuinbouw 50% 50% 0,25

Veehouderij 50% 33% 0,33

Recreatie op land 60% 50% 0,2

Recreatie op water 60% 50% 0,2

Overig 50% 50% 0,25

Bron: Expert judgement Ecorys, 2013 en gemeentelijke bronnen

Naast bovenstaande correctiefactoren zijn er in het onderzoek nog een aantal sectorspecifieke

aannames gemaakt.

Een bedrijventerrein bestaat uit een bruto en een netto oppervlak. Het verschil tussen de bruto

en netto waarde is van belang bij de berekeningen voor de werkgelegenheid. De aangeleverde

informatie heeft betrekking op het bruto oppervlak, het netto oppervlak is globaal genomen on-

geveer twee derde van het totale oppervlak. Ten tweede geldt dat werkgelegenheid op

bedrijventerreinen voor een groot deel geen nieuwe banen zijn maar voornamelijk verplaatsing,

en dan grotendeels intra-regionaal (PBL, 2008). Het aantal structureel nieuwe banen op een

bedrijventerrein ligt tussen de 10% (ECORYS, 2012 ) en 20% (RUG, 2008). Voor de

berekeningen is, in het licht van de huidige laag-conjunctuur, uitgegaan van 12,5%.

Door infrastructuur aan te leggen verbetert de regionale veiligheid en bereikbaarheid.

De verbeterde bereikbaarheid zorgt voor een groei in werkgelegenheid van ongeveer 15 pro-

cent van de investeringssom over 50 jaar. Het grootste aandeel van de werkgelegenheidsgroei

zit in de beginjaren. In de berekeningen is aangenomen dat de totale werkgelegenheidsgroei

door infrastructuurinvesteringen in het tijdvak 2014-2020 iets meer dan een derde van het totaal

bedraagt.

3.4 Extrapolatie naar Nederland

De inventarisatie van geplande investeringen met bijbehorende effecten op de werkgelegenheid is

gedaan voor drie provincies. De resulterende cijfers zijn geëxtrapoleerd naar landelijke cijfers. Dit is

gedaan op basis van de verhouding (gemiddelde van 2009-2011) tussen investeringssommen per

sector in de drie provincies en in Nederland. De sectorale en provinciale investeringssommen zijn

afkomstig van het CBS (zie bijlage B voor een uitgebreide bronvermelding). Dit heeft geresulteerd

in onderstaande coëfficiënten.

Page 16: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,

14

De economische effecten van stagnatie van de Programmatische Aanpak Stikstof

Tabel 3.4 Verhouding investeringssom provincies / NL per sector

Investering in sector

Verhouding

provincies / NL

Correctiefactor voor provinciale

Investeringswaarde en WGH

Woningbouw 0,32 3,13

Infrastructuur 0,38 2,63

Chemische industrie 0,41 2,44

Zeehaventerrein 0,30 3,33

Regulier bedrijventerrein 0,30 3,33

Glastuinbouw 0,39 2,56

Landbouw7 0,39 2,56

Recreatie op water 0,28 3,57

Recreatie op land 0,28 3,57

Overig 0,28 3,57

Bron: CBS Statline.

De investeringssommen, werkgelegenheid en omvang van de sectoren zijn gedeeld door deze

coëfficiënten om de Nederlandse totalen te verkrijgen. Deze totalen worden besproken onder

hoofdstuk 4.

7 Voor de sector veehouderij zijn geen regionale gegevens beschikbaar waarmee de verhouding tussen provincie en Neder-

land gemaakt kan worden. Zodoende is de gehele sector landbouw gebruikt als maat hiervoor.

Page 17: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,

15

De economische effecten van stagnatie van de Programmatische Aanpak Stikstof

4 Resultaten: de economische effecten van PAS

Voor drie provincies is de verwachte investeringswaarde en werkgelegenheid bepaald. Vervolgens

zijn deze waarden geëxtrapoleerd naar Nederland. Het betreft de investeringssom en resulterende

werkgelegenheid die optreedt indien er geen beperkingen zijn in de ontwikkelingsruimte met

betrekking tot stikstofemissies. De resulterende waarden staan in onderstaande tabel.

Tabel 4.1 Verwachte investeringswaarde en werkgelegenheid per sector voor Nederland voor

de periode 2014 – 2020.

Sector Totale nominale

investeringssom

(mln. Є)

Structurele additionele directe werkge-

legenheid per 2020 (fte)

Woningbouw 15.600 0

Infrastructuur 4.000 1.300

Chemische industrie 8.800 1.000

Zeehaventerrein 13.600 2.200

Bedrijventerrein 43.500 19.300

Glastuinbouw 700 3.700

Veehouderij 1.100 800

Recreatie (land ) 200 500

Recreatie (water) 0 200

Overig 0 100

Totaal 87.500 29.000

Bron: Ecorys.

De grootste bijdragen aan werkgelegenheid worden geleverd door bedrijventerreinen, chemische

industrie en zeehaventerreinen. Hierbij valt op dat bedrijventerreinen en chemische industrie een

hoge werkgelegenheid per stikstofemissie hebben (zie tabel 3.2). Ontwikkelingsruimte voor die

sectoren biedt dus veel werkgelegenheid onder een efficiënte (lagere) resulterende stikstofemissie.

De additionele directe werkgelegenheid is een lage inschatting van de totale resulterende

werkgelegenheid. De additionele economische activiteit zorgt namelijk ook voor indirecte werkgele-

genheid bij toeleveranciers. Op basis van sectorale input-output tabellen kan een verantwoorde

inschatting gemaakt worden van de hoeveelheid indirecte werkgelegenheid8. De resulterende

additionele indirecte werkgelegenheid bedraagt 11.300 fte per 2020.

Uitbreiding van economische activiteiten resulteert in additionele structurele werkgelegenheid.

Onder restricties zullen er dus minder arbeidsplaatsen gecreëerd worden. De gevolgen van

restricties kunnen echter nog nadeliger uitpakken indien een deel van de bedrijven door het

gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden niet meer kan concurreren. Op basis van expert judgement

wordt ingeschat dat elk jaar circa 5% van de bedrijven verplaatst, dan wel substantieel uitbreidt.

Voor een periode van zes jaar, maar gecorrigeerd voor de huidige laagconjunctuur, wordt ingeschat

dat circa 20% van de bedrijven wil verplaatsen en/of uitbreiden. Wanneer 1/4e van deze bedrijven

daardoor niet meer kan concurreren, betekent dit dat 5% van de huidige werkgelegenheid in de

relevante sectoren weg zal vallen. Voornamelijk in sectoren die in de toekomst aanzienlijke

8 Bron: IRIOS, Interregionale Input-Output tabel

Page 18: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,

16

De economische effecten van stagnatie van de Programmatische Aanpak Stikstof

schaalvergroting doorvoeren en hoge mate van concurrentie kennen is dit risico hoog. Voor enkel

de sector veehouderij bedraagt de indicatieve benadering van werkgelegenheidsafname al meer

dan 4.000 banen9.

Samenvattend is daarmee het beeld dat ruim 29.000 directe banen minder gerealiseerd worden als gevolg

van het geen doorgang vinden van investeringen, dat ruim 11.000 indirecte banen niet gerealiseerd wor-

den en dat tenminste 4.000 bestaande banen het risico lopen te verdwijnen.

Van belang is om op te merken dat de genoemde structurele werkgelegenheid niet van het een op

het andere moment tot stand komt. Het betreft hier een proces van (tenminste) zes jaar. Het effect

van PAS moet dan ook cumulatief beschouwd worden, zie figuur 4.1.

Figuur 4.1 Effectiviteit PAS op directe structurele werkgelegenheid

Bron: Ecorys.

Vastgesteld kan worden dat PAS een effectief instrument is om er voor te zorgen dat, ondanks

strenge regelgeving op het gebied van internationaal beschermde natuur en de forse overbelasting

door stikstof, de noodzakelijke economische ontwikkelingen toch gewoon doorgang kunnen vinden.

Vergeleken met de kosten van PAS is de omvang van de structurele directe werkgelegenheid die

op het spel staat bij het niet doorgaan van PAS aanzienlijk. Teruggerekend naar € / fte zijn de

kosten, op basis van € 200 miljoen / jaar voor PAS, ongeveer € 41.000 per ‘niet bedreigde’ fte.

Deze kosten per fte zijn in vergelijking met andere stimuleringsprogramma’s beperkt (zie

bijvoorbeeld de studie, 2006)10

. In vele economische stimuleringsprogramma’s zijn de kosten om

een nieuwe arbeidsplaats te realiseren meer dan € 100.000 per fte.

Reeds gedane investeringen ten behoeve van toekomstige economische activiteiten vormen een

extra kostenpost indien PAS niet uitgevoerd wordt. Er zijn dan al kosten gemaakt die geen rende-

ment meer gaan opleveren. Hierbij kan gedacht worden aan de voorbereidingen voor het openen

van een nieuwe chemische fabriek. Dus bovenop misgelopen werkgelegenheid kan het niet of

vertraagd uitvoeren van de PAS tot (aanzienlijke) extra kosten leiden. Deze kosten zijn niet

gekwantificeerd en dienen dus kwalitatief meegewogen te worden.

9 Dit is op basis van een hoeveelheid banen (part-time, fulltime en uitzendkrachten) voor de SBI sector ‘Fokken en houden

van dieren’ (code 014) van 84.356 (bron: LISA werkgelegenheidsstatieken). 10

Ecorys (2006), Eindtoets Regiospecifiek Economisch Alternatief Noord-Nederland en Flevoland

Page 19: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,

17

De economische effecten van stagnatie van de Programmatische Aanpak Stikstof

Bijlagen

Bijlage A: Overzicht bronnen gebruikte kengetallen

Tabel 0.1 Gehanteerde bronnen investeringswaarde per eenheid

Sector Bron Toelichting

Woningbouw CBS, 2012 Bouwkosten per woning, met

ophoging grondprijs

Infrastructuur Provinciale bronnen, MIRT projecten

en waarden opgegeven door provincie

Zeehaventerrein Aankoop grond, Grex- en Vex kosten. Uitgesplitst per type bedrijventer-

rein Chemische Industrie (cat. 5)

Regulier bedrijventerrein

Veehouderij NVM, 2011- PlanMER Bestemmings-

plan Buitengebied Hof van Twente

Kosten aankoop ha landbouw-

grond

Glastuinbouw Casadata.nl, 2012 Investering per m2 glastuinbouw,

4e kwartaal 2012

Recreatie op land CBS, 2011 WOZ waarde gemiddelde recrea-

tiewoning

Recreatie op water Jachthaven Cadzand-bad, geraad-

pleegd op 9-7-2013

Project is benchmark voor de

sector

Tabel 0.2 Gehanteerde bronnen werkgelegenheid per eenheid

Sector Bron Toelichting

Woningbouw N.v.t. Geen structurele werkgelegen-

heidseffecten

Infrastructuur Gewogen gem. werkgelegenheid uit

KBA’s van MIRT projecten

Zeehaventerrein Port of Rotterdam, Feiten en Cijfers,

2013

Haven van Rotterdam is bench-

mark voor de sector

Chemische Industrie (cat. 5) Groningen-Seaports, geraadpleegd

d.d. 8-7-2013

Chemiecluster Delfzijl is bench-

mark voor de sector

Regulier bedrijventerrein RUG, 2008. Grond om te werken

Veehouderij CBS, 2012 Landbouw publicatie vogelvlucht

Glastuinbouw CBS, 2012 Landbouw publicatie vogelvlucht

Recreatie op land CE Delft, 2013 Waardering en verzilvering eco-

systeembaten Waterdunen , pro-

ject is benchmark voor de sector

Recreatie op water Zie recreatie op land

Overig Zie regulier bedrijventerrein

Page 20: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,

18

De economische effecten van stagnatie van de Programmatische Aanpak Stikstof

Tabel 0.3 Gehanteerde bronnen emissie per eenheid

Sector Bron Toelichting

Woningbouw Provincie, 2013 Omrekenfactoren gebruikt door de

provincie

Infrastructuur CBS, 2013 Voertuig statistieken

Zeehaventerrein Zie regulier bedrijventerrein

Chemische Industrie (cat. 5) Zie regulier bedrijventerrein

Regulier bedrijventerrein Provincie, 2013 Omrekenfactoren gebruikt door de

provincie

Veehouderij LEI en aangeleverde informatie provin-

cie, 2013

Hoge NH3 emissie

Glastuinbouw Provincie, 2013 Omrekenfactoren gebruikt door de

provincie

Recreatie op land Zie woningen

Recreatie op water Zie woningen

Overig Zie regulier bedrijventerrein

Page 21: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,

19

De economische effecten van stagnatie van de Programmatische Aanpak Stikstof

Bijlage B: Sectorale investeringssom provincies en Nederland

Investering in

Verhouding provincies

/ NL CBS Statline databestand Onderdeel

Bedrijventerrein 0,30

Regionale rekeningen; investerin-

gen in vaste activa naar type van

activa Bedrijfsgebouwen

Chemische industrie 0,41

Investeringen in materiële vaste

activa; regio's, SBI2008

Industrie (chemische

industrie is geheim)

zeehaventerrein 0,30

Regionale rekeningen; investerin-

gen in vaste activa naar type van

activa Bedrijfsgebouwen

Landbouw 0,39

Regionale rekeningen; investerin-

gen in vaste activa naar bedrijfs-

takken

Landbouw, bosbouw

en visserij (regionaal

niet specifieker

beschikbaar)

Infrastructuur 0,38

Investeringen in materiële vaste

activa; regio's, SBI2008

Bouw van wegen,

spoorwegen en

tunnels

Glastuinbouw 0,39

Regionale rekeningen; investerin-

gen in vaste activa naar bedrijfs-

takken

Landbouw, bosbouw

en visserij (regionaal

niet specifieker

beschikbaar)

Woningbouw 0,32

Regionale rekeningen; investerin-

gen in vaste activa naar type van

activa Woningen

Recreatie eenheid 0,28

Regionale rekeningen; investerin-

gen in vaste activa naar bedrijfs-

takken

Cultuur, recreatie,

overige diensten

(regionaal niet spe-

cifieker beschikbaar)

Ligplaats 0,28

Regionale rekeningen; investerin-

gen in vaste activa naar bedrijfs-

takken

Cultuur, recreatie,

overige diensten

(regionaal niet spe-

cifieker beschikbaar)

Overig 0,28

Regionale rekeningen; investerin-

gen in vaste activa naar bedrijfs-

takken

Alle economische

activiteiten

Page 22: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,

20

De economische effecten van stagnatie van de Programmatische Aanpak Stikstof

Bijlage C: Stikstofemissies

Page 23: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,

21

De economische effecten van stagnatie van de Programmatische Aanpak Stikstof

5 Bronnenlijst

Casadata.nl, geraadpleegd op 5-7-2013.

CE Delft, 2013. Waardering en verzilvering ecosysteembaten Waterdunen.

Centraal Bureau voor de Statistiek, Statline, meerdere jaren en zoekopdrachten.

ECORYS, 2006. Eindtoets regiospecifiek economisch alternatief Noord-Nederland en Flevoland.

ECORYS, 2012. Werkgelegenheidseffecten Drents economisch beleid.

H.F. van Dobben, R. Bobbink, D. Bal en A. van Hinsberg, 2012. Overzicht van kritische depositie-

waarden voor stikstof, toegepast op habitattypen en leefgebieden van Natura 2000. Wageningen,

Alterra, Alterra-rapport 2397 2397. 68 blz.; 1 fig.; 3 tab.; 21 ref.

Planbureau voor de Leefomgeving, 2008. Werkgelegenheidsgroei op bedrijventerreinen.

Koelemeijer, R., D. van der Hoek, B. de Haan, E. Noordijk, E. Buijsman, J. Aben, H. van Jaarsveld,

P. Hammingh, S. van Tol, G. Velders, W. de Vries, K. Wieringa, S. Reinhard, V. Linderhof,

R. Michels, J. Helming, D. Oudendag, A. Schouten & L. van Staalduinen (2010), Verkenning van

aanvullende maatregelen in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof. Een verkenning

van de gevolgen voor milieu en economie, PBL-rapport 500215001, Den Haag: PBL

Leneman, H., R. Michels, P. van der Wielen, D. Oudendag, J. Helming, W. van Deursen en S.

Reinhard: Economisch perspectief van de PAS; Baten en kosten van de Programmatische Aanpak

Stikstof in Natura 2000-gebieden, november 2012

LEI, 2013. Feiten en cijfers, NH3 uitstoot gemengde intensieve veehouderij.

LISA, 2013. Werkgelegenheidsstatistieken.

Pbl.nl, emissieregistratie, geraadpleegd op 5-7-2013.

PlanMer bestemmingsplan buitengebied Hof van Twente, 2011.

Provincie Gelderland, Noord-Brabant en Zeeland, 2013. Projectenlijst.

Rijksoverheid, 2012. MIRT Projectenboek.

Rijksuniversiteit Groningen, 2008. Grond om te werken, Feiten over arbeid, pendel,

bedrijventerreinen en landbouw in Drenthe.

IRIOS, Inter-ragionale Input-Output tabel.

Page 24: De economische effecten van stagnatie van de ... · PDF file(vanuit ons kantoor in Sofia), Kroatië, Hongarije en India. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat,

Sound analysis, inspiring ideas

BELGIË – BULGARIJE – HONGARIJE – INDIA – NEDERLAND – POLEN – RUSSISCHE FEDERATIE – SPANJE – TURKIJE - VERENIGD KONINKRIJK - ZUID-AFRIKA

Postbus 4175

3006 AD Rotterdam

Nederland

Watermanweg 44

3067 GG Rotterdam

Nederland

T 010 453 88 00

F 010 453 07 68

E [email protected]

W www.ecorys.nl