1

De break-evenanalyse

•De break-evenanalyse •De veiligheidsmarge•Het indifferentiepunt •Differentiële kosten

De break-evenanalyse

2

Break-evenanalyse

Bij het break-evenpunt zijn de totale opbrengsten gelijk aan de totale kosten. Met andere woorden er wordt geen winst of verlies gemaakt.

Voor een break-evenanalyse is het nodig dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen de vaste en de variabele kosten.

Bij het break-evenpunt worden de vaste kosten terugverdiend. Voorbij het break-evenpunt wordt er dus winst gemaakt.

De break-evenanalyse

3

Break-evenanalyse, een voorbeeld

De organisator heeft berekend dat de constante kosten voor het popconcert €780.000 zullen bedragen. De variabele kosten schat hij op €11 per bezoeker. De bezoeker geeft ook gemiddeld €10 uit aan consumpties waarvan de inkoopprijs €4 is. De gemiddelde prijs van een kaartje is €65. Hoeveel bezoekers moeten er komen om uit de kosten te komen?

De break-evenanalyse

4

Per bezoeker zijn de inkomsten €65 + €10 = € 75Per bezoeker zijn de variabele kosten €11 + €4 = €15Per bezoeker houden we €75 - €15 = €60 over.Als er €780.000 / 60 = 13.000 bezoekers komen zijn de vaste kosten terugverdiend.De totale opbrengst is dan 13.000 x (€65+€10) = €975.000De kosten zijn dan €780.000 + 13.000 * (€11+€4) = €975.000Dit is het break-evenpunt. Komen er meer bezoekers dan maken we winst.

De break-evenanalyse

5

Break-evenanalyse, in het algemeen

Wat hebben we nu gedaan?

De vaste kosten gedeeld door de “ inkomsten” per verkochte eenheid.

Deze “inkomsten” per verkochte eenheid noemen we de contributiemarge of ook wel de dekkingsbijdrage. Dit is dus de omzet (prijs) - de variabele kosten.

Het break-evenpunt is dus:

Vaste kosten = vaste kosten contributiemarge (prijs - variabele kosten)

De break-evenanalyse

6

Break-evenanalyse

Het is niet altijd mogelijk om het break-evenpunt te bepalen in aantallen. We kunnen ook een break-evenomzet uitrekenen.

Een reisbureau werkt op provisiebasis met een marge van 10% van de omzet. Het reisbureau heeft €100.000 aan vaste kosten en geen variabele kosten. Wat is het break-evenpunt?

De contributiemarge is 10% (0,1)10% van de omzet moet €100.000 zijn. Dat betekent dat de omzet moet zijn:€100.000 / 0,1 = €1.000.000 (10% van €1.000.000 = €100.000)

De break-evenanalyse

7

Een voorbeeld

Een reisbureau werkt op provisiebasis met een marge van 10% van de omzet. Het reisbureau heeft €100.000 aan vaste kosten en geen variabele kosten. Het reisbureau wil een winst maken van €50.000Hoeveel omzet moet gerealiseerd worden?

De contributiemarge is 10% (0,1)Het reisbureau wil €50.000 winst maken dus er moet €100.000 + €50.000 = €150.000 overblijven. Dat betekent dat de omzet moet zijn:

€150.000 / 0,1 = €1.500.000 (10% van €1.500.000 = €150.000)

De break-evenanalyse

8

De veiligheidsmarge

De veiligheidsmarge is het percentage dat de afzet of omzet mag dalen tot dat het break-evenpunt wordt bereikt.

Het voorbeeld van het popconcert

De organisator heeft berekend dat het break-evenpunt 13.000 bezoekers is. Naar verwachting is het concert van Pink uitverkocht met 17.000 bezoekers. Wat is de veiligheidsmarge?

De veiligheidsmarge: (verwachte afzet - break-evenafzet) / verwachte afzet(17.000 - 13.000) / 17.000 * 100% = 23,5%

De break-evenanalyse

9

Het indifferentie-punt

Een ondernemer heeft twee alternatieven om iets te realiseren. Bij het indifferentiepunt zijn de kosten van beide alternatieven gelijk.

Een voorbeeld:Een camping wil in de open lucht voetbalwedstrijden en films gaan vertonen. Daarvoor is nodig een portable outdoor cinema.

Gaan we kopen of huren?

De break-evenanalyse

10

Het indifferentie-punt

Een voorbeeld:

Het huren van de portable outdoor cinema kost €1.100 per keer (alle kosten inbegrepen).Een portable outdoor cinema kost €12.000 inclusief bijkomende kosten. Het opzetten van de cinema kost ook nog €100 per keer aan arbeidskosten.

Bij hoeveel “voorstellingen” zijn de kosten gelijk?

€1.100 * X = €12.000 + 100 *X€1.100 * X - €100 * X = €12.000€1.000 * X = €12.000 ; X = 12 voorstellingen

De break-evenanalyse

De integrale kostprijs:

De integrale kostprijs wordt bepaalddoor de constante kosten (C) te delendoor de normale bezetting (N) en de totale variabele kosten (V) te delen door de werkelijke aantallen (W)

De constante kosten per eenheid plus de variabele kosten per eenheid. In formule: C/N + V/W

Doen bedrijven dat altijd?

11

De break-evenanalyse

Gebruiken de bedrijven altijd de integrale kostprijsmethode?

Nee.bedrijven kijken vooral naar de marge, het verschil tussen de verkoopprijs en de variabele kosten.

De vaste (constante)kosten zijn al gemaakt en op de korte termijn niet te veranderen.Bovendien zijn ze vaak indirect en niet toe te wijzen aan een bepaald product.Als we ze buiten beschouwing laten kijken we alleen naar de variabele kosten.

Dit noemen we de differentiële kostencalculatie

12

Differentiële kosten

13

Differentiële kostencalculatie

☛ alleen de variabele kosten worden meegenomen☛ de al gemaakte (vaste) kosten worden niet meegenomen☛ Beslissingen op korte termijn☛ incidentele vraag of order☛ eventueel extra kosten (+winst)☛ andere doelgroep (gescheiden markt)☛ de differentiële kostprijs is lager dan de integrale kostprijs.☛ differentiële kostprijs: extra kosten / extra verkoop

Differentiële kosten

14

Een bus met klanten bij een restaurant

Dagschotels: €14,95

Maximale capaciteit: 180 / dagNormale aantallen: 125 / dagVariabele kosten: €4 / maaltijdVaste kosten: €800 / dag

Integrale kostprijs C / N + variabele kosten = €800 / 125 + €4 = €10,40opbrengst €395 / 50 = €7,90Doen?

Differentiële kostprijs Variabele kosten 50 x €4 = €200 + extra kosten €40 = €240 Opbrengsten: €395Extra opbrengst €155 Doen?

aanbod: 50 gasten voor €395Extra kosten €40Het zit niet vol!

Let op de kosten en opbrengsten opde korte en de lange termijn!!!!

en dat was het voor nu!

tot bij het volgende college