De Brabantse Spreekwoorden

541

Click here to load reader

Transcript of De Brabantse Spreekwoorden

  • Spreekwoorden

    De

    drs. h. mandos & m. mandos-van de pol

    Brabantse

  • d e b r a b a n t s e s p r e e k w o o r d e n

  • Spreekwoorden

    De

    d r s. h. m a n d o s & m. m a n d o s - va n d e p o l

    Brabantse

    Uitdrukkingen in Brabant gebruikt en opgetekend

  • Eerste druk: november 1988Tweede druk: december 1988Derde druk: november 1989Vierde, herziene en aangevulde druk: oktober 1992Vijfde druk: september 1997Zesde, verbeterde druk: september 2003

    Correctie zesde druk: drs. Josien Stehouwer en W. SterenborgVormgeving en opmaak: Nies en Partners bv, grafisch ontwerpers bno, NijmegenDruk: Afwerking:

    2003 Kempen Uitgevers, Liempde/Zaltbommel Tekst 1997 Hein Mandosstichting, Waalre Tekst 1988, 1992 M. Mandos - van de Pol Illustraties 1988, 1992 Ren Coolen, Waalre

    isbn 9066572914nur 521/610

    Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, inenige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopien,opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemmingvan de uitgever.

  • Voor alle Brabanders

  • 7

    voorwoord bij de eerste t/m derde druk

    Eind augustus 1985 werd de Hein Mandosstichting te Waalre opgericht met o.a. het doel het stil-le monument voor de in 1978 overleden drs. Hein Mandos op te richten: de publicatie van DeBrabantse Spreekwoorden. Mevrouw Miep Mandos-van de Pol heeft echter zelf twee jaar lang ste-vig moeten meetrekken, voordat het monument overeind stond. Gelukkig was het haar ge-geven om zelf, hierbij geholpen door vrijwilligers, de samenstelling van De Brabantse Spreekwoor-den ter hand te nemen en tot een goed einde te brengen. Hier ligt dan het resultaat van die tweejaar intensieve arbeid.

    Met subsidies van de provincie Noord-Brabant, het Anjerfonds Noord-Brabant, de gemeentenBest, Eindhoven, Mierlo en Waalre, en ook met een aantal giften van particulieren kon de jongestichting drie computers aanschaffen waardoor het spreekwoordenmateriaal in een gegevens-bestand opgeslagen en gemanipuleerd kon worden. Vrijwilligers hebben geholpen bijna tweemiljoen karakters in te toetsen. Zij verdienen voor dit monnikenwerk alle lof ! De voorbewerkingvan het materiaal gebeurde door hoe kan het anders Miep Mandos, die ook zelf veel achterde computer te vinden was.

    Voor de technische leiding van het computergebeuren is de Hein Mandosstichting veel dankverschuldigd aan ir. W.J.M. Balemans uit Waalre. Zonder zijn steun en zonder zijn technischekennis zou het niet gelukt zijn De Brabantse Spreekwoorden in deze korte tijd gepubliceerd te krijgen.

    De redactieraad van deskundigen die de samenstelling van De Brabantse Spreekwoorden bege-leidde bestaat uit: Prof. dr. A.A. Weijnen, oud-studiegenoot van Hein Mandos, emeritus hoogleraar dialectkunde,oprichter en eerste directeur van de Nijmeegse Centrale voor Dialect en Naamkunde van de Ka-tholieke Universiteit Nijmegen. Prof. dr. A.M. Hagen, de opvolger van professor Weijnen en huidige directeur van de NijmeegseCentrale voor Dialect en Naamkunde.Dr. J.B. Berns, hoofd van de afdeling dialectologie van het P.J. Meertens Instituut te Amsterdam.Drs. P.H. Vos, redacteur van het Woordenboek van de Brabantse Dialecten, dat wordt samengesteldaan de Nijmeegse Centrale voor Dialect en Naamkunde van de Katholieke Universiteit Nijmegen.Drs. P.J.A. Bakkes, docent aan de Hogeschool Katholieke Leergangen Sittard, actief op dialec-tologisch gebied.

    Zij gaven de samenstelster veel waardevolle aanwijzingen waarvoor wij hen hier danken.Voor juridisch advies kon het stichtingsbestuur terecht bij Mr. A.J.A.D.M. Pigmans uit

    Waalre.Deze unieke samenwerking van mensen en de inzet van de medebestuursleden, te weten

    M. Mandos-van de Pol, vice-voorzitter, L. van Grinsven, secretaris, drs. A. Dams, penningmeester,en W. de Bakker, heeft ertoe geleid dat de wens van Hein en Miep Mandos om eens de collectieterug te geven aan de Brabanders die er meer dan zestig jaar lang de stof voor leverden invervulling is gegaan.

    Alle betrokkenen hopen dan ook dat De Brabantse Spreekwoorden veel mensen in Brabant endaarbuiten mag boeien en dat zij dit unieke boek met de fraaie illustraties van Ren Coolenvaak ter hand zullen nemen.

    Het stille monument voor Hein Mandos is hiermee opgericht!

    Drs. Caspar van de VenVoorzitter van de Hein MandosstichtingWaalre, september 1988

  • 8

  • 9

    voorwoord bij de vierde druk

    Toen de Hein Mandosstichting in november 1988 het door Miep Mandos-van de Pol samenge-stelde boek De Brabantse Spreekwoorden op de markt bracht, was nog onbekend dat het boek zonwaardering zou krijgen dat er binnen een jaar drie drukken nodig waren. Dit geeft aan dat hetboek het stille monument voor de in 1978 overleden drs. Hein Mandos bij veel mensen inBrabant en daarbuiten grote waardering vond. Bijzonder verheugend was ook de wetenschap-pelijke waardering uit de u.s.a.*.

    De steeds aanhoudende vraag was aanleiding voor het bestuur van de Hein Mandosstichtingte besluiten een vierde en geheel bijgewerkte druk te laten verschijnen. De vorige drukken leid-den tot spontane reacties van gebruikers. Deze bijdragen, opmerkingen, varianten en aanvullin-gen zijn door Miep Mandos-van de Pol verwerkt. De Hein Mandosstichting is weer veel dank ver-schuldigd aan de samenstelster en aan allen die haar geholpen hebben bij het tot stand komenvan de vierde, herziene en aangevulde druk.

    Namens het bestuur van de Hein Mandosstichting,

    Drs. Caspar van de VenVoorzitter van de Hein MandosstichtingWaalre, augustus 1992

    * Wolfgang Mieder, Prolegomena to Prospective Paremiography, Proverbium, Yearbook of International Proverb Scholarship, 7 (1990), p 133-144.

  • 10

    verantwoording van de vierde druk

    Deze uitgave is aangevuld met gegevens die wij na het ter perse gaan van de eerste druk heb-ben gekregen. Onjuistheden die in de vorige uitgaven geslopen waren, zijn, indien door ons ont-dekt, verbeterd. Wij menen de gebruikers van dienst te zijn met de uitbreiding van verwijzingenmet (Zie ook:), waarmee in de eerste druk begonnen was. Zijn er veel verwijzingen, dan vindtmen bij de eerste verwijzing alle gegevens. Zo zijn bij het lemma aanbranden de buitenechte-lijke zwangerschappen aangegeven, bij akker die in het huwelijk vermeld; onder Beemd vindt ude uitdrukkingen over dood en begraven; de ziekten echter, die tot de dood leiden, moestenmede om technische redenen daarvan gescheiden worden. Deze vindt u bij aardappel-7 vermeld.

    Om te voorkomen dat u lang moet zoeken naar synonieme uitdrukkingen, gezegden met on-geveer gelijke betekenis of lemmata met een identiek beeld, zijn de items genummerd, indiener meer dan twee zijn met hetzelfde woord.

    Enkele tekeningen die bij de eerste druk op onverklaarbare wijze niet opgenomen waren, zijnnu geplaatst.

    Dankzij de inzendingen van vele Brabanders na het verschijnen van de eerste druk is dezeuitgave aanzienlijk uitgebreid.

    Voor de hulp bij de voorbereiding van deze druk ben ik weer veel dank verschuldigd aan ir.W. Balemans, voor zijn technische bijstand; mevrouw F. Sweens-Wackerhausen en de heren W. Sterenborg en P. Sweens voor hun hulp bij de correctie.

    Miep Mandos-van de PolWaalre, juli 1992

  • 11

    voorwoord bij de vijfde druk

    Miep Mandos-van de Pol zat nog vol plannen. Ze was nog maar pas aan haar nieuwe boek begon-nen, toen zij begin december 1995 te horen kreeg dat ze nog maar korte tijd te leven had. Op30 januari 1996 stierf Miep na een zeer enthousiast leven met een grote belangstelling voor men-sen, planten, spreekwoorden, dialect en taalkunde. Na het overlijden van Miep bleef de vraag naarhet spreekwoordenboek bestaan. De vierde druk was echter volledig uitverkocht. Het is voor hetbestuur van de Hein Mandosstichting dan ook een dankbare taak deze vijfde druk te verwezen-lijken.

    Namens het bestuur van de Hein Mandosstichting,

    Drs. Caspar van de VenVoorzitter van de Hein MandosstichtingWaalre, mei 1997

  • 12

  • 13

    voorwoord bij de zesde druk

    In 1985 werd in Waalre de Hein Mandosstichting opgericht met onder andere als doel de grotespreekwoordenverzameling van het echtpaar Mandos te publiceren in een Brabants spreekwoor-denboek. De jonge Stichting ging, geholpen door vrijwilligers, adviseurs en een redactieraad,onder de dagelijkse leiding van Miep Mandos aan het werk. Tien jaar na het overlijden van HeinMandos verscheen in 1988 het door de Stichting uitgebrachte De Brabantse Spreekwoorden als eenstil monument van Miep Mandos voor haar man Hein. Het boek is sindsdien klassiek en onmis-baar geworden. Binnen een jaar waren drie drukken nodig van het boek, waarvan sceptici be-weerden dat er maar een matige belangstelling voor zou zijn. In 1992 verscheen de vierde, her-ziene en aangevulde druk, ook weer samengesteld door mevrouw Mandos. Het boek was intus-sen bekend geworden tot ver over onze landsgrens heen. In de Verenigde Staten oogstte het waar-dering voor uitvoering en aanpak van de Amerikaans-Duitse spreekwoorddeskundige professorWolfgang Mieder*. Hij bracht het boek verder onder de aandacht van de wereld. Miep Mandosstierf in 1996 en bij haar dood was de vierde druk nagenoeg geheel uitverkocht. De populariteitvan het boek bleef en dus ook de vraag. De Hein Mandosstichting bracht dan ook in 1997 eenvijfde ongewijzigde herdruk uit. Het verhaal wordt eentonig. Het boek verkoopt zichzelf. De op-lage is weer uitverkocht, maar de vraag blijft!

    Voor een stichting met beperkte financile middelen is het een steeds groter risico een derge-lijke kostbare uitgave te financieren. Het is daarom des te verheugender dat Kempen Uitgevershet initiatief heeft genomen een zesde, verbeterde druk te verzorgen, waarin onder meer de spel-ling volgens de laatste herziening is aangepast.

    In dit boek vindt u de gecomprimeerde Brabantse levenswijsheid, en soms levensblijheid, vanvoorbije generaties terug in meer dan zesduizend spreekwoorden, spreekwoordelijke vergelij-kingen, gezegden, uitdrukkingen, zeispreuken, weerspreuken, kaarttermen, afjachten, et cetera.Veel Brabanders binnen onze provinciegrens zijn al in het bezit van dit heerlijke boek, dat alsopdracht meekreeg Voor alle Brabanders. Nu krijgt het standaardwerk zijn landelijke ver-spreiding. Moge het initiatief van Kempen Uitgevers ertoe leiden dat veel mensen binnen en bui-ten onze provinciegrens alsnog kunnen genieten van dit unieke boek.

    Namens het bestuur van de Hein Mandosstichting,

    Drs. Caspar van de VenVoorzitter van de Hein MandosstichtingWaalre, september 2003

    * Wolfgang Mieder, Prolegomena to Prospective Paremiography, Proverbium, Yearbook of International Proverb Scholarship, 7 (1990), p 133-144.

  • 14

  • 15

    toelichting op inhoud en vorm van de brabantse spreekwoorden

    Sinds zijn middelbare-schooltijd heeft mijn man spreekwoorden verzameld en bestudeerd. Tij-dens zijn studie in Nijmegen publiceerde hij reeds verschillende artikelen over dit onderwerp.1

    Gedurende de Tweede Wereldoorlog ontwierp hij een vragenlijst om de bekendheid van hetspreekwoord bij de gemiddelde Nederlander te onderzoeken. De resultaten van dat onderzoekwilde mijn man in een dissertatie verwerken. Het respons op de uitgezonden lijsten was goed.Ruim vierhonderd van de vijfhonderd formulieren kwamen retour. We hebben die samen ver-werkt en op staten de gegevens over personen en spreekwoorden opgetekend. De inleiding voorde dissertatie was een historisch overzicht van de spreekwoordenliteratuur. Verder is hij nietgekomen. Toch is deze arbeid niet vergeefs geweest. Dit overzicht en de uitgewerkte lijsten heb-ben anderen tot stof voor scripties gediend.

    In die jaren kreeg zijn belangstelling voor alles wat Brabants was vorm in zijn werkzaam-heden voor de Stichting Brabants Heem. Hij kwam in het bestuur van de jonge Stichting en begonal spoedig met een tijdschrift. Hierdoor kreeg hij veel contacten die het hem mogelijk maakteneen enqute te houden naar het gebruik van spreekwoorden in Noord-Brabant. Het succes wasgeweldig. Niet alleen kwamen er veel ingevulde lijsten uit de hele provincie terug, maar hijkreeg tevens de beschikking over collecties en handschriften waarin nieuw materiaal te vindenwas. Door het onderzoek werd bij velen belangstelling gewekt voor het gebruik van spreekwoor-den, waarvan mijn man weer kon profiteren. Daarnaast werden woordenboeken en dissertatiesdie de Brabantse taal als geheel of plaats- of streeksgewijze tot onderwerp hadden, op uitdruk-kingen nagekeken en werd het Handschrift Sassen op deze onderwerpen gexcerpeerd. Ooklazen we Brabantse streekromans. De daarin gebruikte spreekwoorden werden aan de collectietoegevoegd. Dit alles had tot gevolg dat mijn man nu artikelen over Brabantse spreekwoordenschreef.2 Hij vroeg zich daarin onder meer af: wanneer zijn spreekwoorden Brabants; door wieworden ze gebruikt; zijn ze een uiting van het karakter van de Brabantse mens en hebben zenog toekomst? Alleen op het laatste wil ik hier ingaan.

    Uit het radioprogramma van Omroep Brabant en de artikelen in enkele regionale bladen3

    blijkt dat nog zeer velen spreekwoorden kennen, ze ook gebruiken, en dat niet begrepen enverouderde woorden voor gebruiken en voorwerpen gebezigd worden, zoals ook in het volks-lied veel onbegrepen teksten voortleven. Ik deel niet zijn sombere uitspraak de tijd van hetspreekwoord lijkt voorbij4 en ik hoop door deze publicatie de mogelijkheden van spreekwoor-den te laten herontdekken en oude voorwerpen door de illustraties aan de vergetelheid te ont-trekken.5

    Na zijn pensionering begon Hein aan het grote werk: uitdrukkingen in Brabant gehoord ofopgetekend, in een West-Europees verband plaatsen, d.w.z. equivalenten in West-Europese talenen dialecten op te zoeken en te verwerken. Voor deze opzet was Stoett zijn grote voorbeeld. Mijnman en ik hebben veel gediscussieerd over de vorm: de uitdrukkingen rangschikken naaronderwerp of alfabetisch. Ten slotte is voor het laatste gekozen omdat wij ervoeren dat uit-drukkingen, die zo speels zijn als de menselijke geest en zo variabel als het leven zelf, zich nietin themas laten ordenen. Er blijven te veel gezegden over die niet onder te brengen zijn. Toenhij ziek werd, waren de lemmata van de letters a, b en c nagenoeg voltooid. Bovendien was er alveel onderzoek gepleegd voor de overige letters. Mijn man en ik besloten de items van de eer-ste drie letters uit te geven en de rest van het alfabet toe te voegen zoals het voorhanden was.Ook dat is er niet van gekomen. Zo bleef ik achter met een berg aan gegevens.

    Na enige jaren begon het plan vooralsnog een Brabantse versie uit te geven langzaam bij mij terijpen, ook omdat via Het spreekwoordenspel van Omroep Brabant, waarvan mijn man degeestelijke vader is, een stroom aan gegevens binnenkwam.6

  • 16

    Om de uitgave van zon werk te verwezenlijken werd de Hein Mandosstichting opgericht, waar-door gelden verkregen konden worden, die de mogelijkheid openden de gegevens in een com-puter op te slaan om ze daarna te kunnen verwerken.

    Ik dank de leden van de Stichting alsmede de adviseurs voor de energie, de tijd en de midde-len die zij aan dit doel besteed hebben.

    Voor de begeleiding bij het aan het papier toevertrouwen van de gegevens werd een redactie-raad gevormd. Elk lid becommentarieerde op zijn manier de vorm en redactie van de lemmataen gaf raad over de te volgen criteria voor de op te nemen items. Er bleven grensgevallen over,die behandeld werden om het volkskundige belang ofwel vanwege de merkwaardige dialect-woorden die men in woordenboeken wel voor Vlaanderen maar nergens voor Noord-Brabantvermeld ziet.

    Mijn voorstel over opbouw van de lemmata werd in de eerste vergadering met enkele wij-zigingen aangenomen. Ze waren nieuw wat betreft de toevoeging plaats, datum en bron; voorde vermelding van het gegeven in dialect en de vernederlandsing had Krosenbrink mij tot voor-beeld gediend.7 Het programma voor de computer werd hiervoor speciaal ontworpen8, waarnagestart kon worden met de input. Hiervoor stelden zich verschillende vrijwilligers beschikbaar.9

    Het aanwezige bestand werd door mij gedurende de afgelopen twee jaren bewerkt; het zag erdaarna als volgt uit: bron, jaartal, kernwoorden, teksten in dialect en in an en de toelichtingdaarvan, waarbij het laatste de meeste tijd vergde, vanwege de naspeuringen in mijn biblio-theek en elders naar de betekenis van niet meer courante woorden, gebruiken en gewoonten. Degrondgedachte hierbij was dat het boek, behalve wetenschappelijk verantwoord, ook voor ieder-een gemakkelijk te raadplegen moest zijn.

    Daarmee rekening houdend, is de volgende vorm tot stand gekomen:De items zijn alfabetisch geordend naar het eerste zelfstandig naamwoord in het Algemeen

    Nederlands; ontbreekt dit, dan naar het eerste werkwoord of een belangrijk naam- of bijwoord.Alle zelfstandige naamwoorden die in een uitdrukking voorkomen en waarvan de eerste drie

    letters niet gelijk zijn, zijn opgenomen, soms ook een belangrijk ander woord. Bij afwijking vande Algemene taal kan men het dialectwoord ook terugvinden. Een uitzondering hierop, zo bleekbij het gereedmaken van de teksten, moest gemaakt worden voor de spreekwoordelijke verge-lijkingen, waarvan we het belangrijkste woord uit het eerste deel namen. Zijn er meer uitdruk-kingen met eenzelfde woord, dan staan deze in alfabetische volgorde naar de beginletters, metdien verstande dat, om technische redenen, uitdrukkingen die beginnen met een eerst staan ver-meld, vervolgens die met , beide in alfabetische volgorde, bijvoorbeeld n voor t.In deze reeks zijn naast spreekwoorden uitdrukkingen, zegswijzen, zeispreuken, spreekwoor-delijke vergelijkingen en afjachten in alfabetische volgorde opgenomen.

    de lemmata

    Deze zijn als volgt ingedeeld:

    De tekst in dialect.Is de tekst uit gedrukte dan wel uit geschreven bronnen overgenomen, dan wordt waar het kande schrijfwijze van het origineel gerespecteerd.

    Zoveel mogelijk is de onbepaalde wijs gebruikt, ook al geeft de bron een vervoegde vormvan het werkwoord. Vaak moest uit meer mogelijkheden een keuze worden gemaakt.

    De data van de feesten van heiligen zijn in de eerste regel van de uitdrukking opgenomen.

  • 17

    Een vernederlandsing van de tekst.Deze wordt alleen gegeven als het dialect afwijkt van het an.

    De betekenis van het spreekwoord is, waar deze bekend dan wel te achterhalen bleek,steeds gegeven.10

    Bestaat er een variant in het an, dan staat deze voorop, gevolgd door de verklaring. Indiennodig wordt de verklaring verduidelijkt door een tekening. Wat de betekenis van het spreek-woord betreft heb ik me gehouden aan de bronnen die ik ter beschikking had. Als die geen ver-klaring gaven, was er vaak veel speurwerk nodig, dat echter niet altijd tot resultaat leidde. Somswaren degenen die een uitdrukking aangereikt hadden totaal onkundig van de betekenis ervan.Voor de hulp die ik hierbij ondervond, wil ik naast de redactieraad en het correctieteam11 veleBrabantse bibliothecarissen, archivarissen, het Meertens Instituut, het Nederlands Openlucht-museum in Arnhem, de directeur van het Niederrheinisches Museum fr Volkskunde undKulturgeschichte in Kevelaer en die van het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum te Overloon,de heer Vogels van het landbouwmuseum Hand en Span te Oirschot, museum De Platijn teBest, museum De Acht Zaligheden te Eersel, prof.dr. G. Rooijakkers, die de collectie van de heerC. Maas beheert, alle andere hulpverleners, Brabanders en Vlamingen, bedanken. Zij hebbendoor hun constructieve bijdragen de waarde van dit boek zeer verhoogd.

    Als varianten worden beschouwd:a. Uitdrukkingen met hetzelfde beeld, maar met een andere betekenis.b. Uitdrukkingen met dezelfde betekenis maar met een afwijkend beeld. Deze zijn, indien zeniet in het lemma vermeld worden, eveneens te vinden onder de verwijzing (Zie ook:). Zijn erveel verwijzingen, dan vindt men bij de eerste vermelding alle gegevens. De verwijzing (Zie ook:)wordt ook gebruikt als de toelichting eveneens van toepassing is op items die onder een andertrefwoord staan. (Zo kan bijvoorbeeld wijwater onder heks en duivel gevonden worden. Het wordtmaar eenmaal verklaard; in de andere lemmata volgt dan een verwijzing als boven.)

    De geografische bron- en tijdaanduiding.De geografische aanduidingen worden als volgt vermeld: Alg. Brab. = Algemeen Brabants, als degegevens verspreid zijn over de hele provincie. Omdat door het woon-werkgebied van mijn mande inlichtingen uit Oost-Brabant kunnen overheersen, zijn van elke uitdraai vijf exemplaren naarWest-Brabant gezonden.12 Men heeft deze met opmerkingen en aanvullingen geretourneerd.Oost-Brab. = Het gebied ten oosten van de Donge. West-Brab. = Het gebied ten westen van deDonge. Gebieden als Langstraat, Meierij, Maaskant, Peel worden vermeld als de informatie uitdie streken afkomstig is.

    De plaatsnamen heb ik aan de gegevens ontleend. Indien er slechts n gegeven in de col-lectie aanwezig is, wordt de bron vermeld met een afkorting, die in de lijst met afkortingen tevinden is. Zijn er meer gegevens aanwezig, dan wordt alleen plaats of streek vermeld, zoals ookhet geval is bij de varianten. Is de plaats of streek echter onbekend, dan wordt de bron vermeld.

    Als tijd wordt het laatste jaar opgegeven waarin de uitdrukking genoteerd of gepubliceerd is.Zowel bij de geografische aanduiding als met de tijd kreeg ik problemen die niet te voorzienwaren. Wie schreef van wie over? Panken en Sassen van Cuypers? Van de laatste is de oudstepublicatie bekend.13 Gaven de correspondenten van Sassen originele ter plaatse gehoorde uit-drukkingen? De berichtgever uit Nederwetten verdenk ik van overschrijven uit almanakken. Denorbertijn A. van der Biezen heeft in zijn handschrift, zonder bronvermelding, uit het Tijdschriftvoor Noordbrabantsche Geschiedenis, Taal en Letterkunde spreekwoorden opgetekend die Cuypersdaarin voor Zeelst en omstreken gepubliceerd had. Ze zijn te vinden onder de nummers 31 t/m45. Ook uit Taxandria jaargang i t/m vi werd op dezelfde manier geput, nrs. 71-190. Maar hij

  • 18

    heeft, dit zij tot zijn eer gezegd, ook de kostschooljongens de boer op gestuurd; zij hebben veelgoede gegevens aangereikt. Na deze ontdekking heb ik wel de originele plaatsnamen aangehou-den, maar toch de laatste datum van vermelding, zoals in de opzet was voorgesteld.14 Dat nietalle in Noord-Brabant gebruikte uitdrukkingen vermeld zijn, ligt aan de opzet van dit boek; deAlgemeen Nederlandse, bij Stoett15 te vinden specimina, worden niet genoemd; bovendien is heteen weergave van wat in vele jaren door ons is verzameld. Ik ben ervan overtuigd dat na hetverschijnen van dit boek nieuwe gegevens aangedragen zullen worden, die we graag in de collec-tie opnemen en misschien nog eens als aanvulling zullen publiceren.

    Ten slotte dank ik allen die het mij mogelijk gemaakt hebben om tien jaar na de dood van mijnman tot deze uitgave te komen. Hij zou het zeker beter hebben gedaan; ik heb slechts wat ikin al die jaren onder zijn leiding aan kennis op dit gebied heb mogen vergaren, in dit boek vastwillen leggen. De gebreken die eraan mochten kleven, zijn voor mijn rekening.

    M. Mandos-van de Pol, Waalre, 28 september 1988

  • 19

    1 Mandos, H., Van Pontius naar Pilatus en De geest

    van Jan Tamboer, Onze Taaltuin IV, Rotterdam, 1936.

    Mandos, H., Een teekenend spreekwoord van

    West-Europa I, Onze Taaltuin VII, Maastricht, 1938.

    Mandos, H., Een teekenend spreekwoord van

    West-Europa II, Onze Taaltuin VII, Maastricht, 1938.

    2 Mandos, H., zie lijst van geraadpleegde bronnen.

    3 Bij Wijze van Sprke, programma van Omroep Brabant,

    onder leiding van Frans van Hooff, 1977-heden. Voor de

    rubrieken in de regionale dagbladen, zie de lijst van

    geraadpleegde bronnen.

    4 H. Mandos, oc, 1947.

    5 Reeds jaren geleden heeft mijn man met Ren

    Coolen gesproken over de illustraties in zijn boek. Het

    was dus vanzelfsprekend dat Ren en ik elkaar vonden

    in dit boek. We hebben samen veel speurwerk moeten

    verrichten, opwindend, interessant en vooral leerzaam.

    Ren, bedankt voor het belangeloos beschikbaar stellen

    van je tijd en je tekentalent; maar ook Mia voor het

    accepteren van al die trubbel die we in het laatste jaar

    bij jullie in huis veroorzaakt hebben.

    6 Voor de verwerking van de gegevens zie de lijst

    van geraadpleegde bronnen.

    7 Zie de lijst van geraadpleegde bronnen.

    8 Veel dank ben ik verschuldigd aan ir. W. Balemans,

    die het programma ontwierp en die dag en nacht klaar-

    stond om mij te helpen als iets mis was gegaan. Het aan-

    tal uren dat hij thuis aan deze zaak besteed heeft, is niet

    te schatten. Ook zijn vrouw ben ik erkentelijk voor het

    begrip dat zij steeds kon opbrengen als er een beroep

    op haar man werd gedaan. En last but not least dank ik

    drs. C. van de Ven, onze voorzitter, die zijn vriend, de

    computerdeskundige, introduceerde, waardoor deze uit-

    voering mogelijk werd.

    9 De volgende vrijwilligers hebben mij geholpen met

    het intikken van de tekst. Zij waren voor mij in deze

    tijd vaak een steun en toeverlaat. Het zijn de dames

    Jenneke Groenenberg, Marga van de Ven-Pluijms, An

    Zimmerman-Wagevoort en de heer Pieter Sweens.

    10 Hierbij zij vermeld dat spreekwoorden in bepaalde

    gemeenschappen gebruikt worden, zodat eenieder die

    daarvan geen deel uitmaakt, op de korrel genomen

    wordt. Zo is een protestant in een katholieke gemeen-

    schap, iemand van roomsen huize in een hervormde

    omgeving, een jood in beide, het voorwerp van spot of

    kritiek. De boer ondervindt dat in de stad; de burger op

    het platteland. Ook leden van de gemeenschap zelf die

    niet in het gareel lopen, die gebreken hebben of anders-

    zins opvallen, bijvoorbeeld zij die door aanleg, vlijt of

    geluk boven de middelmaat uitsteken, moeten dat

    horen. Wat de laatste categorie betreft: Wie hoog klimt

    kan diep vallen; Als een boerenperd op de keien komt, maakt t

    gekke sprongen.

    11 Tot het correctieteam behoorden: mevrouw Marga

    van de Ven-Pluijms en de heren A. Sarneel, P. Sweens

    en drs. C. van de Ven.

    12 De heer C. Leijten, voorzitter van Brabants Heem,

    die zelf lijsten nakeek en voor de distributie zorgde,

    zeg ik dank, alsook mevrouw Buiks-Timmermans te

    Oosterhout, en de voor mij onbekend gebleven perso-

    nen die voor de West-Brabantse aanvullingen zorgden.

    13 Zie de lijst van geraadpleegde bronnen.

    14 Ook anderen hebben vaak zonder verwijzing of

    slechts met vermelding van geraadpleegde literatuur

    gebruikgemaakt van wat voor hen bijeengegaard was.

    Ik heb dit slechts willen signaleren; het uitzoeken valt

    naar mijn mening buiten de opzet van dit boek.

    15 Zie de lijst van geraadpleegde bronnen.

    noten

  • 20

  • 21

    A J. Aarts, GilzeAa H. Aarts, LieropAB A. van Breugel, Sint-OedenrodeABT A. Buiks-Timmermans,OosterhoutADK A. Kakebeeke, EerselAC A. Coolen, WaalreAE A. van Esch, Loon op ZandAgt Mr. A. van Agt, EindhovenAl van Alkemade, Sint-OedenrodeAM A. Mols-Mandos, TilburgAV A. Vermeulen, EerselB A.P. de BontBal Ir. W. Balemans, Aalst-WaalreBB Bisdomblad (St-Jansklokken)Be G. Beex, HoogeloonBee H. Beex, BerlicumBi A. v.d. Biezen, HeeswijkBie J. Biemans, BergeijkBo E. v. Bommel-Prinsen, Aalst-WaalreBos G. Bossers, GeldropBr J. BruensBra Brabantius, ps H. v.d. BrandBrab A. van BrabantBraba BrabantiaBu Drs. M. v.d. Burgt, GeldropC H. Corstiaans, HoogeloonCl J. Claessen, NijmegenCom Mw. Compen, SoerendonkCop M. Coppens, EindhovenCoV Dr. C. VerhoevenCr Dr. H. CrompvoetsCT C. TeulingsCu J. CuypersCV Mr. C. de Vries-van Haaften,

    EindhovenCvB C. van Bokhoven, HelmondCVe Drs. C. v.d. Ven, Aalst-WaalreD N. Daamen, TilburgDa B. van Dam, EerdeDam Drs. A. Dams, WaalreDas H. Das-Horsmeier, VughtDD Drie dorpen een gemeenteDe A. van Delft, Sint-AnthonisDG D. Gooren, Sint-OedenrodeDmB Driemaandelijkse BladenDo P. Dorenbosch, Boxtel

    Dr H. DraaierDrH DreijhornlikselsDu A. van Duren, NistelrodeDW A. de Werd, OssE Dr. J.H.A. ElemansEBS Enqute BrabantseSpreekwoordenEC Drs. E. Cools, KnegselED Eindhovens DagbladEer Dr. H. v.d. Eerenbeemt, TilburgEH E. Hoogers, WaalreEK E. Knippenberg, ValkenswaardEOB Enqute Omroep BrabantES A. van Esch, EttenET Drs. E. Theuws, Aalst-WaalreF A. Frenken, GerwenFB F. Brekelmans, OosterwijkFK Dr. P. Kemmeren, BerlicumFS Fr. Swinkels, EindhovenGB Groen BuukskeGe D. v.d. Gevel, EindhovenGeb Sinte GeertruydtsbronneGh Dr. H. Ghijsen, DomburgGH Gemerts HeemGi Dr. J. van Gils, WaalwijkGov J. Govers, GeldropGoi GoirleGR De Ghulden RoosGr J. Groos, BoxtelGri C. van Grinsven, BoekelGW G. de Wit, WaalreH H. v.d. Heyden, WintelreHa Dr. H. van HallHak J. Hakkens, HapertHan S. HanewinkelHap J. van Hapert, EindhovenHD Helmonds DagbladHe P. Heerkens svdHeer K. HeeromaHees J. Heesbeen, Den BoschHey Dr. H. Heyman, HeeswijkHM Drs. H. Mandos, WaalreHo Mr. J.H. Hoeufft, BredaHoo J. Hoogedoorn, Berkel-EnschotHS H. Strijbos, EerselHSc H. Schenkelaars, EindhovenHSC H. Schellekens, GemondeI W. Iven, Aarle-Rixtel

    lijst van afkortingen

  • 22

    IGB I.G. BecanusJ F. Jansen, Sint-OedenrodeJA J. Antonis-Willems, WaalreJB J. van Bracht, EindhovenJH J. Heeren, HelmondJM J. Mandos sr, TilburgJo A. de JongJP J. Pijnenburg, Aalst-WaalreJR J. Raaimakers, EindhovenJRS J.R. SniedersJU B. Janssen, G. UlijnJut Ir. A. Juten, Bergen op ZoomJV J. VerschuerenJvG J. van Genugten, WaalreJvk J. van Kemenade, DeurneK Dr. H.H. Knippenberg, WaalwijkKa H. Kampers, GeldropKL K. Luybregts, ValkenswaardKn A. Knegtel, TilburgKo Drs. A. Koopmans, KruislandKr Kroniek van de KempenKrH Kroniek van HeezeKu H. Kunst, ZundertKul Mw. Kuipers, LeendeKV K. Verkuijlen, RavensteinL F. v. Lankvelt, Sint-MichielsgestelLe M. Leenders-Bellemakers,NeerkantLee A. v.d. Lee, Loon op ZandLey C. Leijten, UlvenhoutLev H. Leevelt, HalsterenLo Th. v.d. Logt, UdenM H. MaasMa M. Maas-van Ampting, WesterhovenMaa H. Maas, WaalreMB M. Beens, SteenbergenMD M. Daverveldt-Beysens, RoosendaalMe H. v.d. Meyden, BoxtelMG M. GijsenMGT Met ganse trouMH M. v.d. Heijden, ErpMI Meertens Instituut, AmsterdamMP M. Mandos-van de Pol, WaalreMS M. Schellekens, BoxtelMSc M. Schreurs-Jansen, OirschotMvI M. v. Iersel, HelvoirtN De NavorscherN1N4 Enqute ncdn

    NB Nieuwsblad v.h. ZuidenNG N. Goossens, HoogeloonNT N. Thijssen-Adriaans, WaalreNTC Nieuwe Tilburgsche CourantNZ Negende ZaligheidOu H. Ouwerling, DeurneP P.N. Panken, WesterhovenPa E. Panken-van Engeland, EindhovenPAS P. Sweens, Aalst-WaalrePE Pastor EmeritusPen Pennings, GemertPK P. Kanen, EindhovenPKW P. Kwinten, EerselPP P. v.d. Putt, EindhovenPr A. Prinsen-Robben, Den BoschPs Post scriptumPV Drs. P. Vos, NijmegenR C. Robben, GoirleRC R. Coolen, WaalreRe Drs. J. Renders, EindhovenRey W. Reymersdal, HelmondRij J. Rijken, VeldhovenRL Rooms LevenRo Mr. A. RoothaertRoo A. Roovers, Bergen op ZoomRoy N. Roymans, BladelRS R. Stokmans, WaalreS A. Sassen, HelmondSa Sanders, NuenenSc J. Scheltema, UtrechtSch G. Schellekens, RielSche Scheepers, BestSGV Jos. Schrijnen, Jac. van Ginneken

    en J.J. VerbeetenSi J. Sicking, EindhovenSm F. Smulders, Den BoschSn J. Sinninghe, BredaS J. Shngen, OirschotSo P.A. van SonsbeekSp J. Spoorenberg, HelmondSpa P. Spapens, TilburgSV C. Verschuuren, TilburgSw C. Swanenberg, BerlicumT M. Theuws-van Hooff, ValkenswaardTP T. Peels, ValkenswaardTS M. Sijbers, SteenselTT Tilburgse TaalplastiekUS Udense Sprokkelingen

  • 23

    V K. Vermeeren, EindhovenVaH van Hoek, DeurneHahe M. v.d. Heijden-Schoone, KnegselVal v.d. Linden, VeldhovenVB J. v. Berlo, Aarle-RixtelVBa Dr. J. v. Bakel, NuenenVBe A.F. van BeurdenVD A. van Dort-van Deursen, BredaVDa G. van Dam, OpwettenVDH v.d. Heyden, ValkenswaardVDM J. v.d. Mortel, VughtVDS Zr. v.d. Sande, DeurneVDV J. v.d. Vijver, GeldropVE L. van Elderen, BestVe Vermeulen, OudenboschVel A. Velter, WaalreVen M. v.d. Ven, OirschotVer Drs. L. Verhoeven, NijnselVG N. van Gameren, Aarle-RixtelVH M. van Hoof, HoogeloonVL A. v.d. Linden, HelmondVM C. van Meel, Nieuw-VossemeerVMo Mw. van Mook, DorstVO J. van Overbruggen, NuenenVR A. van Roessel, HelmondVS A. van SonsbeekW De Waterschans, Bergen op ZoomWB W. de Bakker, OisterwijkWBS Werkgroep Borkel en SchaftWe Dr. A. WeijnenWH P. W. Heesters, Sint-OedenrodeWo J. v.d. Wouw, MoergestelWR Werkgroep ReuselWS W. Swinkels, EindhovenWvK W. van Kessel, EindhovenZ B. v.d. Zanden, Sint-OedenrodeZH Zuster Henricus, Berlicum

    Alg. Brab. Algemeen BrabantsOost-Brab. Oost-BrabantsWest-Brab. West-Brabants

    art artikelbv bijvoorbeeldca circadg dergelijkediss dissertatiedln delendmv door middel vandr doctordrs doctorandusdwz dit wil zeggenea en anderened en dergelijkeenz enzovoortsFr FransGerm Germaansh heiligeha hectareipv in plaats vanir ingenieurjg jaargangJoh JohannesLat Latijnm metermr meesternl namelijknr nummeroa onder andereOL Onze-Lievep paginaps pseudoniemresp respectievelijkRIP requiescat in paceSt Sintt/m tot en metvgl vergelijkvs verszg zogenaamdzj zonder jaarzp zonder plaats

  • 24

  • 25

    Bchtold-Stubli, H., Handwrterbuch des Deutschen

    Aberglaubens, Berlin und Leipzig, 1927-1942.

    Becx, J.A.J., Historische achtergrond van de Beekse

    schuttersgilden I, Brabants Heem xxii, 1970, p 81-83;

    ii p 102-116.

    Beek, P. van, Tilburgse Taalplastiek, Nieuwsblad van het

    Zuiden, Tilburg, 1964-1972.

    Berlo, J. van, Spreekwoorden, Bisdomblad, 54ste jg, 5,

    p 11.

    Berns, J., ea, Brabantse spot- en scheldwoorden,

    Mededeling van de Nijmeegse centrale voor dialect en naam-

    kunde, Nijmegen, 1974.

    Biemans, Joh. en M. Mandos-van de Pol, Over Bij Wijze

    van Sprke Gesproken ii en iii, Helmond, 1981 en 1982.

    Biezen, A. van der, Noordbrabantsche Spreekwoorden en

    Spreekwijzen, Handschrift, 1940.

    Bijbel, dat is de gansche Heilige Schrift, ... overgezet.

    Statenvertaling, Amsterdam, 1919.

    Bisdomblad, weekblad voor het bisdom van s-Hertogen-

    bosch, Den Bosch, 1922-heden.

    Blcourt, W. de, Volksverhalen uit Noord-Brabant,

    Utrecht/Antwerpen, 1980.

    Boer-Jongejan, M. de, ea, Goirle, Breda, 1975.

    Bokhoven, A.J.L. van, De dominee komt voorbij,

    Brabants Heem xvi, 1964, p 86.

    Bont, A.P. de, Dialekt van Kempenland dl i en ii, Assen,

    1958-1962.

    Brabant, A. van, Groeiend erfdeel, roman uit het arbei-

    dersleven, Utrecht, 1935.

    Brabantia, Tweemaandelijks Tijdschrift van het Provin-

    ciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in

    Noord-Brabant en de Stichting Brabantia Nostra, Den

    Bosch, 1952-heden.

    Brabantia Nostra, Tilburg, 1935-1941, 1945, 1950, 1951.

    Brabantius, ps H. v. d. Brand, Woordenlijst der

    Noord-Brabantsche volkstaal, Onze Volkstaal i (1882),

    p 193-208.

    Brabants Heem, Uitgave van de Stichting Brabants Heem,

    zp, 1949-heden.

    Breugel, A. van, Handschrift, 1965.

    Bruens, Jan, Spul van de Rul, Uitdrukkingen van Bossche

    Kneupen, Den Bosch, 1976.

    Cock, Alf. de, Spreekwoorden en zegswijzen over vrouwen, de

    liefde en het huwelijk, Gent, 1911.

    Cock, Alf. de, Spreekwoorden en zegswijzen en uitdrukkingen

    op volksgeloof berustend, Antwerpen, 1920.

    Cornelissen, J., Idioticon van het Antwerpsch dialect, en

    Bijvoegsel, 3 dln, Turnhout, 1936-1938.

    Cornelissen, J., Nederlandse Volkshumor op stad, dorp, land

    en volk, dl. i t/m vi, Antwerpen, 1929-1937.

    Cornelissen, P.J. en J.B. Vervliet, Idioticon van het

    Antwerpsch dialect, 3 dln, Gent, 1899-1906.

    Crompvoets, H., Veenderijterminologie in Nederland en

    Nederlandstalig Belgi, Amsterdam, 1981 (diss).

    Cuypers, J., Spreekwoorden en uitdrukkingen in Zeelst

    en omstreken saamgelezen, Noord-Brabantsche Almanak

    voor het jaar 1891, p 438-443.

    Cuypers, J., Spreekwoorden te Zeelst in gebruik,

    Tijdschrift voor Noord-Brabantsche Geschiedenis, Taal en

    Letterkunde i, 1883-1884, p 235.

    Cuypers, J., Bijdrage tot een Meierijsch Idioticon,

    Noord-Brabantsche Almanak voor het jaar 1893, p 840-858.

    Cuypers, J. Spreekwoorden en spreekwoordelijke uit-

    drukkingen (Zeelst en omstreken) (Tweede honderdtal),

    Noord-Brabantsche Almanak voor het jaar 1893, p 883-891.

    Daamen, N., Tilburgs dialect, Handschrift, 1916.

    Dale, Van, Groot Woordenboek der Nederlandse taal,

    Den Haag, 1970.

    Dam, B. van, Handschrift, 1940.

    Dam, B. van, Oud-Brabants Dorpsleven, Oisterwijk, 1972.

    Dam, B. van, Voermanstaal in Noord-Brabant, Brabants

    Heem viii, 1956, p 71.

    Delft, A. van, Tilburgsche spreekwoorden uit de

    weverstaal, Spin- en weversliedjes oud en nieuw,

    Utrecht/Nijmegen, 1952, p 9.

    Delft, A. van, Spreekwoorden, Nieuwe Tilburgse Courant,

    Tilburg, 25-8-1959.

    Dort-van Deursen, A. van, Handschrift, 1977.

    Draaijer, H.G.A., Wa zeede gij dr? Rubriek in De

    Waterschans ii, 1971, p 176; iii, 1972, p 199, 219, 244,

    259; iv, 1973, p 16, 68.

    Dreij horniksels, Orgaan van de Heemkundige Kring

    Nuenen, Nuenen 1975, 1976.

    Driemaandelijkse bladen voor taal en volksleven in het oosten

    van Nederland, Orgaan van het Nedersaksisch Instituut

    der Rijksuniversiteit, Groningen, 1900-1987; 02-30,

    49-heden.

    Dubbe, B., ea, Antiek, Tijdschrift voor liefhebbers en

    kenners van oude kunst en kunstnijverheid, Lochem,

    1966-heden.

    Duren, A. van, History van Nestelre, Nistelrode, 1940.

    Edele Brabant, verschijnt elke drie weken, Tilburg, 1946-

    1950.

    Egeraat, Dr. L. van, Zeg maar dag tegen Babant,

    Den Haag, 1973.

    Eigen Volk, Algemeen tijdschrift voor volkskunde (folklo-

    lijst van geraadpleegde bronnen

  • re) en dialect voor Nederland, Oost- en West-Indi,

    Vlaanderen, Zuid-Afrika en Noord-Amerika, De Bilt,

    1929-1940.

    Eindhovens Dagblad, Dagblad voor Oost-Brabant,

    Eindhoven, 1912-heden.

    Elderen, L. van, Handschrift, Best, 1949.

    Elemans, J.H.A., Woord en wereld van de boer, Utrecht-

    Antwerpen, 1958 (diss).

    Endepols, Dr. H.J.E., Woordenboek of diksjenaer van t

    Mestreechs, Maastricht, 1955.

    Endt, Drs. E. en L. Frerichs, Kleine woordenschat van de

    volkstaal, Bargoens woordenboek, Amsterdam, 1972.

    Enqute NCDN, ni t/m iv, 1960.

    Esch, A.J. van, Spreekwoorden uit Etten en omgeving,

    Brabants Heem v, 1952, p 65.

    Franken, H., ea, De kroniek van de Kempen i t/m v,

    Hapert, 1982-1986.

    Frenken, A.M., Handschrift, ca. 1930.

    Frenken, Mr. Ton, Spreekwoorden en gezegden in de

    kunst van Jeroen Bosch, Spreuken zo te zien, 1976,

    p 48-58.

    Gezelle, G., Loquela, woordenboek, verzorgd door J.

    Craeynest, 3e druk, Amsterdam, 1946.

    Ghijsen, Dr. H. C. M., ea, Woordenboek der Zeeuwse dia-

    lecten, Den Haag, 3de druk, 1974.

    Gijsen, M., Zegswijzen uit Berlicum, Eigen volk viii,

    1936, p 89.

    Ginneken, Prof. Dr. J. van, ea, Onze Taaltuin,

    Maandblad voor de wetenschap der taal als volksuiting,

    nationale cultuurschat en instrument voor schoone

    kunst, Rotterdam/Maastricht, 1932-1941.

    Ginneken, Dr. J. van, Handboek der Nederlandsche Taal, 2

    dln, Nijmegen, 1913-1914.

    Gompel, W. van, ea, Reuzel ligt midden in t vreke,

    Reusel, 1976.

    Greif, H., Gesprche ber Fingerhte, Creglingen, 1983.

    Gooren, p Dagobert SSCC, St. Bartholomeus velleke,

    Brabants Heem vi, 1954, p 22, 46.

    Gooyer, A.C. de, Bijbeltaal en moedertaal. De invloed van

    de Statenvertaling op het Nederlands, Den Haag, 1962.

    Goossenaerts, Dr. J., De taal van en om het landbouwbe-

    drijf in het N.-W. van de Kempen, Gent, 1956-1958.

    Goris, Dr. J., Het vizirgat, studie over Arendonkse folklo-

    re, Arendonk, 1939.

    Groos, J., De gepapte boer en de gesopte os, Brabants

    Heem vi, 1954, p 117.

    t Gruun Buukske, Orgaan van de Heemkundige

    Studiekring Kempenland, Eindhoven, 1972-heden.

    De Ghulden Roos, Oudheidkundige Kring Roosendaal,

    jaarboek, Roosendaal, 1941-heden.

    Hagens, G.L., Oude Eindhovense Gezegden i, t Gruun

    Buukske, 56, 1978, p 89; ii, 57, 1978, p 24-26.

    Hall, Dr. J. van, Spreekwoorden en voorschriften betreffende

    de landbouw en werkennis, Haarlem, 1872.

    Hamer, Maandblad, Den Haag, 1940-1944.

    Hanewinkel, S., Reize door de Majorij van s Hertogenbosch

    in den Jaare 1798-1799, reprint, 1973.

    Hanewinkel, S., Geschied- en Aardrijkskundige Beschrijving

    der Stad en Meierij van s-Hertogenbosch, Nijmegen, 1803.

    Harrebome, P.J., Spreekwoorden der Nederlandsche Taal,

    3 dln, Utrecht, 1858-1870.

    Heemkronijk, Orgaan van de Heemkundige Kring Heeze-

    Leende-Zesgehuchten, zp, 1962-heden.

    Heemkundige Cahiers, Uitgave van de Heemkundekring

    Beek en Donk, 1968-1971.

    Heemkundige Werkgroep Reusel, Volksvermaak in

    Reuzel, bijdrage tot de kennis van het Reusels Heem,

    1981.

    Heemschild, Driemaandelijkse uitgave van de Heemkun-

    dige Kring De Oude Vrijheid, Sint-Oedenrode,

    1966-1987.

    Heeren, J., Hij is voor den Hupse, Brabants Heem i,

    1949, p 30.

    Heerkens, P. SVD, Brabant, Tilburg, 1940.

    De Heerlijkheid Oirschot, 25 jaar Heemkundige Kring,

    Oirschot, 1976.

    Heeroma, K., Brabants uit de 18de eeuw: De Meierij-

    sche woordenlijsten van J.L. Verster. Bijdragen en Mede-

    delingen Dialectencommissie Koninklijke Academie van Weten-

    schappen te Amsterdam xxxiv, Amsterdam, 1968.

    Helmonds Dagblad, Helmond, 1945-heden.

    Heukels, H., Woordenboek der Nederlandsche Volksnamen

    van Planten, Nederlandsche Natuurhistorische

    Vereeniging, zp, 1907.

    Heyden, H.v.d., Handschrift, Wintelre, 1963.

    Heyst, J.A.J.A. van, Langstraatse spreekwijzen, bij ver-

    scheidene gelegenheden opgevangen, Taxandria 6,

    1899, p 235-236.

    Hoeufft, Mr J.H., Proeve van Bredaasch Taaleigen, Breda,

    1836.

    Hoogedoorn, J., Handschrift, Berkel-Enschot, 1980.

    Iven, W. en M. Mandos-van de Pol, Bij Wijze van

    Spreken, Eindhoven, 1984.

    Jacob, W.G.J.A., Het dialect van Grave, s-Hertogenbosch,

    1937 (diss).

    Jansen, F., Handschrift, Sint-Oedenrode, 1900.

    Janssen, B. en G. Ulijn, De boer en zijn erf. Spreekwoor-

    den en gezegden uit Brabant, Maasbree, 1979.

    Janssen, Drs. E., Spreekwoordenenqute via het

    Meertens Instituut, Amsterdam, 1962/1963.

    Janssen, p Radboud, so cist, Spreekwoorden en

    gezegden in Ons Heem, Met gansen Trou iv, 1954, i-v.

    Jong, A. de, Het verraad, 1925.

    Joos, A., Waas idioticon, Sint-Niklaas, 1904.

    Kampers, H., Handschrift, Geldrop, 1976.

    Kemp, P., Limburgs Sagenboek, Lutterade, 1925.

    Kenis, L., Zijn de weerspreuken betrouwbare voorspel-

    lers?, Edele Brabant i, 1946, p 11; 1947, p 13, 15, 16.

    Klaassen, E., ea, Tilburgs dialect, Tilburg, 1985.

    Knegtel, A., Handschrift, Tilburg, 1950.

  • Knippenberg, Dr. H.H., Handschrift, Helmond, 1920.

    Knippenberg, Drs. W.H.Th., ea, Zo bijgelovig bent U, met

    spreekwoorden van Drs. L.A. Verhoeven, Stichting

    Brabantse Dag, Heeze, 1970.

    Koenen, M.J.J. en J. Endepols, Verklarend handwoorden-

    boek der Nederlandse taal, 25ste druk, uitgegeven door Dr.

    J. Naarding, Groningen, 1960.

    Kruizinga, J., Van ziekten, spreekwijzen en kruiden

    rond Sint Jan, 24 Juni, Edele Brabant iv, 1950, 15, p 7.

    Kunst, H., Brabantse spotnamen en spreekwijzen,

    Sinte Geertruydtsbronne iii, Bergen op Zoom, 1926, p 10.

    Laan, K. ter, Nederlandse Spreekwoorden, spreuken en zegs-

    wijzen, Den Haag, 1950, 1984.

    Laan, K. ter, Nieuw Groninger Woordenboek, Groningen/

    Den Haag, 1929.

    Laane, Aug.P.C., Brandplaatjes, kentekenen van brand-

    verzekering, Antiek, jg 5, 1970.

    Lankvelt, Fr. v., Lijst van spreekwoorden, Handschrift, 1946.

    Leopold, J.A. en L. Leopold, Van Schelde tot Weichsel, Neder-

    duytsche dialecten in dicht en ondicht, 2 dln, Groningen, 1882.

    Lievevrouw-Coopman, L., Gents Woordenboek, 2 dln,

    Gent, 1950, 1951.

    Maas, H., De hoofdzonden op het platte land, Roermond,

    1930.

    Maas-Anpting, M., Handschrift, Westerhoven, 1986.

    Mandos, Drs. H., Het velleke van Sint Bartholomeus,

    Brabants Heem v, 1953, p 142 en p 290; vi, 1954, p 27,

    p 46.

    Mandos, Drs. H., Problemen van een Brabants spreek-

    woordenboek, Brabants Heem ii, 1950, p 2; idem ii, p 74.

    Mandos, Drs. H., Oostbrabantsche spreekwoorden,

    Land van Dommel en Aa, 1947, p 27-67.

    Mandos, Drs. H., Gouden priesters, houten kelken,

    Brabants Heem xxvii, 1975, p 168-169.

    Mandos, Drs. H., Enqute Brabantsche Spreekwoorden, 1948.

    Mandos, Drs. H., Spreuken gaan voorbij, Spreuken zo te

    zien, 1976, p 13-21.

    Mandos, Drs. H., ea, Land van Dommel en Aa, Eindhoven,

    1947.

    Mandos, J., Handschrift, Tilburg, 1950.

    Meel, C. van, Handschrift, Nieuw-Vossemeer, 1974.

    Meer, Prof. Dr. P. van der, OP, ea, De Katholieke Encyclo-

    pedie, 2de druk, Amsterdam-Antwerpen, 1949-1959.

    Met gansen trou, Orgaan van de Heemkundekring

    Onsenoort, Nieuwkuijk, 1950-heden.

    Naaijkens, Jan, ea, Hilvarenbeek in heden en verleden, 1970.

    Naaijkens, Jan, ea, Leer mij ze kennen de Brabanders,

    Leiden, 1967.

    De Navorscher, een middel tot gedachtenwisseling en let-

    terkundig verkeer, tussen allen die iets weten, iets te

    vragen hebben of iets kunnen oplossen, zp, 1851-1859.

    Nederlandse Volkskundige Bibliographie, Systematische

    Registers op Tijdschriften, Reeks werken en gelegen-

    heidsuitgaven, Antwerpen, 1964-heden.

    Neerlands volksleven, Tijdschrift van het Nederlands

    Genootschap voor Volkskunde, Wassenaar, 1951-1983.

    Nieuwe Tilburgse Courant, Tilburg, 1879-1964.

    Nieuwsblad van het Zuiden, Tilburg, 1917-heden. (Nu: Het

    Nieuwsblad).

    Nuenen, W. van, ea, Drie dorpen een gemeente, Hapert,

    1987.

    Odink, Hendrik, Volkswijsheden uit de Achterhoek, bewerkt

    door Henk Krosenbrink, Hengelo, 1983.

    Oirschot, A. van, Brabants geroddel in spreekwoorden

    en gezegden, Spreuken zo te zien, 1976, p 22-25.

    Oirschot, A. van, Spreekwoorden en gezegden bij

    Pieter Bruegel, Spreuken zo te zien, 1976, p 59-67.

    Oirschot, A. van, En gij geleuft da, gelovige spreek-

    woorden, Spreuken zo te zien, 1976, p 68-73.

    Ons Moeder zei altijd... een boeket bloemrijke uitspraken

    uit moeders eigen taaltuintje, bijeengebracht door

    Ruud Groen, Eindhoven, 1984.

    Ons Moeder zei altijd... een reeks kruidige gezegden uit

    moeders eigen bonte schort, tekst Henk de Weert,

    Helmond, 1988.

    Ons Volksleven, Antwerpsch, Brabantsch tijdschrift voor

    taal, volksdichtveerdigheid, voor oude gebruiken en

    wangeloofkunde enz., Antwerpen, 1889-1892.

    Ons Volksleven, Antwerpsch, Brabantsch tijdschrift voor

    taal, volks- en oudheidkunde, Antwerpen, 1892-1900.

    Onze Volkstaal, tijdschrift gewijd aan de studie der

    Nederlandsche tongvallen, zp, 1882 (1)-1890(3).

    Os, J. van, Maas en Waals woordenboek, Tweestromen-

    landreeks, Zutphen, 1980.

    Panken, P.N., Spreekwoorden en zegswijzen uit Noord-

    Brabant, Ons Volksleven viii, 1896, p 227-230; idem ix,

    1897, p 19-24.

    Panken, P.N., Handschrift, 1894.

    Pastor Emeritus, ps P. van de Ven, Brabantsch vrouw-

    volk, zp, 1929.

    Pijnenburg, J., Handschrift, Aalst, 1965.

    Post Scriptum, ps A.J.M. Jacobs.

    Putten, V. van der, Handschrift, Antwerpen, zj.

    Renders, Drs. J., Verzameling van Noordbrabantse

    Spreekwoorden, Handschrift, 1962.

    Rijken, J., Handschrift, Veldhoven, Zeelst, 1962.

    Reijs, Drs. J., ea, Spreuken zo te zien, Heeze, 1976.

    Robben, C., Tilburgs Prentebuukske i t/m iv, Tilburg,

    1958-1975.

    Roessel, Nol van, Bons op Gineind, Helmond, 1981.

    Roessel, Nol van, Geestig Geloof, 3de druk, Helmond,

    1983.

    Rooms Leven, Kerkelijk weekblad, Tilburg, 1917-1970.

    Roothaert, A., De verkeerde Wereld, Utrecht, 1939.

    Roovers, A.C.J., Uitdrukkingen en zegswijzen (Omstre-

    ken Bergen op Zoom), Taxandria 1, 1894, p 272, 280, 293-

    294; 2, 1895, p 295-297; 4, 1897, p 31-32; 5, 1898, p 89-91.

    Roovers, A., Handschrift, Bergen op Zoom, 1957.

    Roymans, N., Lijst van Spreekwoorden, Handschrift,

    Bladel, 1970.

    27

  • Roymans, N., ea, De negende Zaligheid, Cultuurhistorisch

    beeld van Bladel en Netersel in de Acht Zaligheden,

    Bladel, 1975.

    S., Spreekwoorden aangaande Aarle, Beek en Lieshout,

    Taxandria xxi, 1914, p 167.

    Salaman, R.A., Dictionary of leather-working tools, c. 1700-

    1950 and the tools of allied trades, London, 1986.

    Sassen, A., Handschrift ca. 1890, Bibliotheek Katholie-

    ke Universiteit Brabant, Tilburg.

    Sassen, A., ea, Noordbrabantsche Almanak, Jaarboekje

    voor Noord-Brabantsche Geschiedenis, Taal en Letter-

    kunde, Helmond, 1883-1893.

    Sassen, A., ea, Tijdschrift voor Noord-Brabantsche

    Geschiedenis, Taal en Letterkunde, Helmond, 1883-1996.

    Schellekens, G., Handschrift, Riel, 1985-1986.

    Scheltema, J., Volksgebruiken der Nederlanders bij het

    vrijen en trouwen, Geschied- en Letterkundig Mengelwerk

    iv, iii, Utrecht, 1832.

    Schrijnen, Jos., Jac. van Ginneken en J.J. Verbeeten,

    Onderzoek in Limburg en Oost-Noord-Brabant, zp, 1914.

    Schuermans, L.W., Volk en Taal i, 1888, p 8.

    Sicking, J., Handschrift, Eindhoven, zj.

    Sicking, J., Volksgezegden en Geschiedenis, Brabants

    Heem xvii, 1965, p 141.

    Sijbers, Th. en M. Mandos-van de Pol, Bij Wijze van

    Sprke Gesproken i, Helmond, 1980.

    Sinninghe, J.W.R., Brabantse Volkshumor, Scheveningen,

    1934.

    Sinninghe, J.W.R., Gezegden uit Achtmaal, Gezegden

    uit Breda, Sinte Geertruydtsbronne iv, 1962.

    Sinte Geertruydtsbronne, driemaandelijks tijdschrift gewijd

    aan de geschiedenis en volkskunde van West-Brabant

    en omgeving, Bergen op Zoom, 1924-1940.

    Sints, H., Buerliche und handwerkliche Arbeitsgerte in

    Westfalen. Die alten Gerte der Landwirtschaft und des

    Landhandswerk 1390-1930, Mnster, 1982.

    Snieders, R., Novellen uit de Acht Zaligheden, Antwerpen,

    1883.

    Snieders, R., Uit de Kempen, Antwerpen, 1884.

    Sonsbeek, P.A. van, Ons moeder zou zeggen..., Bisdom-

    blad, 1975, 18, p 11; 19, p 11.

    Shngen, J., Uit de Meierij, Leiden, 1888, reprint,

    Den Haag, 1977.

    Spoorenberg, J., Jan den Bok en zijn tijd, Helmond, 1934.

    Spreekwoordenspel van Omroep Brabant, 1977-1989. In-

    zendingen van luisteraars.

    Sprenger van Eijk, J.P., Vaderlandsche spreekwoorden en

    zegswijzen, 5 dln, Rotterdam, 1835-1841.

    Stoett, Dr. F.A., Nederlandsche Spreekwoorden, spreekwijzen,

    uitdrukkingen en gezegden, 4de druk, Zutphen, 1923.

    Strijbosch, H., Handschrift, 1950.

    Swanenberg, C., Boerrejongens, Krintemik, n buukske

    humor ot de Meiereej, Maasbree, 1982.

    Swanenberg, C., Wiej w bewaort..., Delft, 1986.

    Swanenberg, C., Jikkes Merante!, s-Hertogenbosch, 1990.

    Swinkels, W., Handschrift, Eindhoven, 1965.

    Taxandria, Tijdschrift voor Noordbrabantsche Geschie-

    denis en Volkskunde, Bergen op Zoom, 1893-1943.

    Teirlinck, I., Flora Magica, Antwerpen, 1930.

    Teirlinck, I., Zuid-Oostvlaandersch Idioticon, Gent, 1908-1910.

    Te Lomele op die Campina, Orgaan van de Heemkundige

    Kring Lommel, Lommel, 1974-1987.

    Teulings, C., Jeugd in een oude stad, herdruk van De jeugd

    voor vijftig jaren (1930); herinneringen aan toestanden,

    kinderspelen en volksgebruiken in s-Hertogenbosch

    rond de tijd van 1875, s-Hertogenbosch, 1951.

    Udense Sprokkelingen, Orgaan van de Heemkundige Kring

    Uden, Uden, 1960-heden.

    Uittien, Dr. H., De volksnamen van onze planten, Zutphen,

    1950.

    Vanden Bussche, Ap. L., Onze volkstaal voor kruiden en

    artsenijen, 2e uitg., Langemark, 1978.

    Ven, Drs. M. van de en Drs. P. Vos, De Gemertse Hand-

    wever, zijn vaktaal en zijn dagelijks leven, Gemert, 1981.

    Verhoeven, Dr. C., Herinneringen aan mijn moedertaal,

    Baarn, 1978.

    Verhoeven, Dr. C., Vraag en Antwoord, Spreuken zo te

    zien, 1976, p 65-67.

    Verhoeven, Drs. L., Handschrift, Nijnsel, 1976.

    Verhoeven, Drs. L., Heiligen en de natuur, Spreuken zo

    te zien, 1976, p 76-78.

    Verhoeven, Drs. L., Natuurkalender in 1962 in de

    Meierij en Kempen, Heemschild ii, 1968, p 38.

    Verhoeven, Drs. L., Veranderingen in de maan, veran-

    dering van weer, Heemschild iii, 1969, p 24.

    Vermeeren, K., Eindhoven toen Eindhoven nog Eindhoven

    was, Den Haag, 1977.

    Vermeeren, K., Handschrift, Eindhoven, zj.

    Vermeulen, Handschrift, Oudenbosch, zj.

    Verschueren, J., Weerspreuken, Maasbree, 1980.

    Verwijs, Dr. E. en Dr. J. Verdam, ea, Middelnederlandsch

    Woordenboek 1885-1929, s-Gravenhage, 1941.

    Vlam, P.H., Uit de Baronie van Breda, Onze Volkstaal 3,

    1898, p 253.

    Volk en Taal, Maandschrift over gebruiken, geschiedenis,

    taalkunde enz., jg 1-7, Ronse, 1888-1895.

    Voort, Th. van der, Het dialect van de gemeente Meerlo-

    Wanssum, woordenboek met inleiding, Amsterdam,

    1973.

    Vos, W., Gemerts Dialect, Humoristische Rijmpjes en

    Zegswijzen, Gemerts Heem 28, 1967, p 26; 31, 1968,

    p 912; 36, 1969, p 35; 39, 1970, p 58; 52, 1973, p 29-32.

    Vries, M. de, L.A. Te Winkel, ea, Woordenboek der Neder-

    landsche Taal en Supplement, Den Haag/Leiden,

    1882-heden.

    Waterschans, Orgaan van de Geschiedkundige Kring van

    Stad en Land van Bergen op Zoom, Bergen op Zoom,

    1971-heden.

    Werd, A. de, Handschrift, Oss, 1949.

    28

  • Werkgroep Borkel en Schaft, Handschrift, 1948.

    Weijnen, Dr. A., De dialecten van Noord-Brabant,

    s-Hertogenbosch, 1952.

    Weijnen, Dr. A., Uit de vaktaal der Peelarbeiders, Onze

    Taaltuin 6, 1938, p 331-335.

    Weijnen, Dr. A., Geboeid door onze Brabantse taal iii,

    Het Peellands dialect, Brabantia Nostra 6, 1940-1941,

    p 324-326.

    Weijnen, Dr. A., Een Roosendaals sjiboleth, Eigen Volk

    10, 1938, p 191-196.

    Weijnen, Dr. A., Bijzondere Oud-Gastelse woorden,

    De Ghulden Roos 4, 1944-1945, p 78-87.

    Weijnen, Dr. A., Vragenlijst 15, Edele Brabant ii, 1947,

    8, p 7.

    Weijnen, Dr. A., Vragenlijst 16, Edele Brabant ii, 1948,

    15, p 8.

    Weijnen, Dr. A., Het katholicisme weerspiegeld in de

    Brabantse Volkstaal, Donum lustrale catholicae universitati

    Noviomagensi oblatum, Noviomagum, 1947, p 195-229.

    Weijnen, Dr. A., ea, Woordenboek van de Brabantse

    Dialecten 1967-heden.

    Weyns, Dr. J., Bakhuis en broodbakken in Vlaanderen, Sint-

    Martens-Latem, 1963.

    Weyns, Dr. J., Volkshuisraad in Vlaanderen, 4 dln, Ter

    Speelbergen, Beerzel, Antwerpen, 1974.

    Wijk, Dr. N. van, Francks Etymologisch Woordenboek der

    Nederlandsche taal, Den Haag, 1912, 1929, Supplement

    door Dr. C.B. van Haeringen, 1936.

    Wijst, M.A. van der, Strawsel. (Iets over en uit het

    Gemerts dialekt), Gemerts Heem 41, 1970/71, p 15.

    Willems, Joh.Th., Januari in Frankenland, Hamer iv,

    1944, 4, p 28; Februari..., 5, p 29; Maart..., 6, p 29.

    Wouw, J.v.d., Handschrift, Moergestel, 1945.

    Zon, A. van, Oude Weersvoorspellingen, Met gansen

    trou iii, p 149 (1-13); p 176 (14-28).

    29

  • 30

  • A As ge tegen die A zegt, krijde de hele ABC. Als jetegen haar A zegt, krijg je het hele ABC. Alsje met haar begint te praten, vertelt ze jehaar hele geschiedenis. Alg. Brab. 87a-b-c Het a-b-c kunnen uitschijten. Veel windenkunnen laten. (Zie ook: appel -2-, broekhoest,brood -10-, duivel -3-, duivel -7-, ei -7-, gat -14-,geweer, hennenkooi, hommel, huishuur, jongen -1-,klinker, knapzak, raap, scheet -1-, sok -2-, vel -8-,vinger -10-, water -5-, weet, wereld -3-.) Bergeijk(S) 1892aaien (zie: hand -20-) Mee n hand aaien en meede ander ouw bakkes kapot krabben.aal (zie: slap -3-) Zo slap als een bies.aalmoes (zie: verlegen) Verlegen zijn als eenschooier die een aalmoes krijgt.Aalst (zie: wind -1-) De wind van Aalst deugtniet, zeggen ze in Waalre.Aalst (zie: Waalre) As Woldere gin kaaie gesche-ten had, had Aalst ginne harde weg.Aalst (zie: lang -3-) Lank en smaol lk Aalst.Aaltje Van mooi Aaltje zingen. Lustig drinken enfeesten. (Aaltje is een meisjesnaam, maaraal is ook een soort bier.) Alg. Brab. (K) 20aambeeld (zie: begin -2-) Alle begin is moeilijk,zei de dief, en hij stal een aambeeld.aambeeld In een keer is een aambeeld niet testellen. In een keer is de zaak niet klaar tespelen. Oost-Brab. (Bi) 40aan (zie: boer -2-) An is an, zei den boer, en hijliet ene mutserd liggen.aanbakken (zie: kont -8-) Beter aangebakken,dan zijn kont verbrand.aanberen (zie: zog) Op sok aonberen.

    aanblazen (zie: hoofd) Unne kop hebbe ofde dehel h aongeblaoze.aanbranden (zie: mond -2-) Aangebrand en nietgaar, houd de mond en it maar.aanbranden Zis aangebrand. Ze is aange-brand. Ze heeft een buitenechtelijke zwanger-schap. Variant: De pap is aangebrand (Oost-Brab.53). (Zie ook: appel -3-, bel, boerin -2-, bruid -6-,dauw, donder -3-, donker -3-, doorn -4-, doos -1-,draad -5-, een -8-, ei -6-, emmer -1-, emmer -4-, geit-4-, grondverf, haagweduwe, hangen -1-, hof, hoorn-3-, kalk -3-, kar -13-, koe -28-, kont -8-, lap -1-, lap-6-, malheur, muilezel, oliebruid, paardenvoet, peer-2-, peer -4-, punt -3-, ransel, rapelingske, schoot,slopke, sneeuw -3-, straat -5-, teen -6-, trouwen -3-,versnelling, water -4-.) Alg. Brab. 92aandoen (zie: gareel) Iemand al vroeg het gareelaanschieten.aandoen (zie: duivel -32-) Iemand den duivelaandoen.aanduwen (zie: aantrouwen) Aongetrouwd ismar aongeskete.aaneenhangen Aaneenhangen als klessen. Aan-eenhangen als klitten. Spreekwoordelijkevergelijking. Zeer vertrouwd met elkaar zijn.(Kles, klis, klit = Lappa Tourn. De omwindsel-blaadjes van de bloemhoofdjes hebben eenhaakje, waardoor de vruchtjes gemakkelijkaan voorwerpen blijven hangen en daarmoeilijk af te krijgen zijn.) Oost-Brab. 1892aangeven t Er gelijk ngegeeve hebbe. Het hele-maal opgegeven hebben. Er helemaal meegestopt zijn. Alg. Brab. 87aanhebben (zie: omhebben) Niks om- of aan-hebben.aanhouden Aanhouden als de Lommelse hond.Spreekwoordelijke vergelijking. Van geenophouden weten; voor een hond betreft ditzowel blaffen als werken. (De Lommelsehonden moesten waakzaam zijn; veel man-nen waren teut. Ze waren veel van huis,sommigen met een hondenkar, om hunwaren te verkopen. Van baas en hond werdveel gevergd.) Varianten: ... boterhond(Oost-Brab. 78) (de boterhond liep in debotermolen); ... trekhond (Dongen 1892), ...bedelaar (Uden 1892), ... pisos (Oost-Brab. 78).(Zie ook: gang.) Kempenland 80

    31

    a

    aambeeld

    aanhouden

  • 32

    aanhouder Dn onhaauwer wint, zin Dokus, nie gong nor bed mi al zn dingen on. De aanhou-der wint, zei Dokus, en hij ging naar bedmet al zijn kleren aan. Zeispreuk. Varianten:ipv Dokus: sufferd; Den aanhouder overwint, zeide mulder, en hij ging met zijn dingen aan naarbed (Uden 58). Oost-Brab. (Sw) 86aankappen (zie: boonstaak -2-) Gin boonstoakenop zne kop laote aonscherpe.aankijken (zie: rug -6-) Iemand mee znnen rugnog nie aankke.aankomen Als een hond aan zijn vlooien.Antwoord op de vraag: Hoe kom je er aan?Variant: Met tien lange vingers en een eerlijk gewe-ten (Breda 75). Veldhoven (Rij) 35aankomen Het komt juist aan als scheperspap.Het komt juist aan als schaapherderspap. Hetwordt zeer gewaardeerd. (Een herder wasaltijd zeer hongerig, verslond zijn eten enliet niets over.) Alg. Brab. (SVE) 1839aanleg (zie: gek -3-) Ge kant nie gk worre s gewilt; daor moete aonleg vur hebbe.aanlengen De romme zen gehengst. De melk isaangelengd (met water). Varianten: ipv heng-sten: stieren (Erp 90), bene (Grave 90). (Zieook: melk -7-, sterk -3-.) Oost-Brab. (Sw) 90aanluiden (zie: klok -1-) t Is hem met de klok-ken aangeluid.aanmaken Daor ben ik veel mee aon gemakt.Daar ben ik erg mee opgescheept. Dat komtvaak voor. Oost-Brab. (Bi) 40aanmeten (zie: broek -15-) Iemand een broekskeaanmeten.aanmetoeren Aongemetoerd is knap. Opgedirktis knap. Als een vrouw zich nogal opvallendkleedt. (Van montuur = kleding en alles watdaartoe behoort.) Oost-Brab. 73aannaaien (zie: oor -13-) Zich geen oren aanlaten naaien.aanopperen D uppert aon. Dat oppert aan.Dat helpt een handje. (Opperen komt uit debouwwereld. De opperman brengt het mate-riaal bij de metselaar; stagneert zijn werkdan kan de metselaar niet verder.) Variant:Ge mot de jong n bietje nupperen = je moet dekinderen een handje helpen. Oost-Brab. 87aanraden (zie: afraden) Afraoje is aonraoje.aanrecht (zie: schotel -4-) Zie maar eens dat gede schotels onder de aanrecht krijgt.aanrecht (zie: geut) Zo een kan men wel zwetenop een koude geut.aanschieten (zie: gareel) Iemand al vroeg hetgareel aanschieten.aanschijten (zie: aantrouwen) Aongetrouwd ismar aongeskete.

    aanslaan Aanslaan as ne roggestrf. Aanslaanals een roggepannenkoek. Spreekwoordelijkevergelijking. Veel drukte en lawaai maken.Variant: Aangaan lijk olie in de pan (Oost-Brab.1892). (Zie ook: bescheten, geschreeuw, gezwaai-4-, jaar -6-, pint -3-, scheet -3-, wassen.) Bergeijk(JA) 83aanspugen (zie: passen -4-) Passen als n strontin de sneeuw.aansteek Zunnen aonstek maoke. Zijn aansteekmaken. 1. Met iets beginnen. (Voordat menbegint met het omspitten wordt er een aan-steek gemaakt; 2. door het aansteken vaneen kraan in een vol vat bier kan men begin-nen met tappen.) (Voor 1. zie ook: grondverf,kaars -4-, voor -6-.) Oost-Brab. 35aansteken (zie: vuur -3-) Die het vuurke aan-steekt, die moet het zelf maar uitblazen.aantellen (zie: bedplank) Mi de bedspon aon-geteld zen.aantrouwen Aongetrouwd is mar aongeskete.Aangetrouwd is maar aangescheten.Aangetrouwde familie is niet erg in tel.Varianten: ... is aangescheten; ... is aangedouwd,en aangedouwd is aangescheten. (Zie ook: bloed-1-, bloed -2-, eigen -1-, groeien -2-, kant -8-, waar,water -19-.) Alg. Brab. 87aantuigen (zie: vrouw -17-) Hij zal nog wel nandere vrouw aontuige.aanvallen Op iets aanvallen as ne hond op eedoo kalf. Op iets aanvallen als een hond opeen dood kalf. Spreekwoordelijke vergelij-king. Je druk maken terwijl het helemaalniet hoeft; een dood kalf is een gemakkelijkeprooi. Eindhoven 89aanvoelen (zie: klomp -2-) Da kunde mee oewklompe aanvoelen.aanwensel Eten is een aanwensel, zei de boer,en hij liet zijn paard van honger kapotgaan.Zeispreuk. (Zie ook: lucht -1-.) Oost-Brab. (S)1892aanwijzen (zie: haas -1-) n Aongewezen haosmoette late zitte.aanzetten (zie: luizenkam) ne Luizekam aange-zet hebben.aap (zie: uil -1-) t Is vuil, zei de uil, en hij bekeekzn jong.aap (zie: wonde) Het is een oude wond, zei deaap, en hij keek in zn kont.aap -1- k Wo d ginnen aop scheet. Ik wou datje een aap scheet. Verwensende reactie opeen ergernis. (Zie ook: Best, blik, brobbelschijt,Fransen, hak -7-, kloot, kok, kont -29-, Mokerhei,lopense, maan -6-, meelzak, Mun, run, schuurgat,stikken, verzen, vinkenslag.) Oost-Brab. 87

    aanhouder

  • aap -2- n Aop zien neuken op glad ijs. Een aapzien neuken op glad ijs. Iets geks zien. (Zieook: hebberdegrieks, varken -26-.) Tilburg 87aap (zie: man -9-) Al wat n man schoonder is asn aap, is meegenomen.aap (zie: wat doen -2-) Den aap vlooien.aap -3- Der zit nen aop op zolder. Er zit een aapop zolder. Reactie die twijfel uitdrukt overwat iemand mededeelt. (Zie ook: dief -3-, evan-gelie -3-, fluiten, geloven, haan -2-, jodenkerk, leu-gen, liegen -2-, liegen -3-, liegen -4-, liegen -5-, luis-12-, mus -1-, oog -15-, pisserd, schijten -2-, stol-pen, vloeken, Witlox, zeven.) Tilburg (TT) 69aap (zie: slim -1-) Er is niks zo slim as unne mens,daar vange ze ape mee.aap -4- Es nen aop umhog klimt, ziede zn bille.Als een aap omhoog klimt, zie je zijn billen.Parvenus leer je gauw kennen. Varianten: Alsapen hoger klimmen willen, ziet men eerst hunnaakte billen (Helmond 87); Hoe hoger de apenklimmen, des te beter ziet men de naakte billen(Valkenswaard 87); Hoe hoger t aapje klimmenwil, te meer ziet men zijn blote bil (Sint-Oedenrode88). Oost-Brab. (Sw) 86aap -5- Ge hoeft nen aawen aop nie te leren oewde-t-ie bakkese moet trekke. Je hoeft een oudeaap niet te leren hoe hij bakkesen moet trek-ken. Iemand met veel ervaring hoef je nietste leren. Variant: Ge kunt een ouwe hond geenkunstjes leren (Oost-Brab. 87). (Zie ook: bok -3-,rat -2-.) Alg. Brab. 87aap -6- Ge kunt vur mijn part den aap vlooien. Jekunt voor mijn part de aap vlooien. Je kuntme nog meer vertellen. (Zie ook: kont -4-, pot-11-, zeven.) Alg. Brab. 87aap -7- Ge zot toch nen aop laote jonge. Je zoutoch een aap jongen laten krijgen. Hierdoorgeeft men lucht aan zijn verontwaardiging.(Zie ook: hen -13-.) Alg. Brab. 87aap -8- Hoe meer kunstjes nen aop kent, hoe meerhij er dan moet doen. Hoe meer kunstjes eenaap kent, hoe meer hij er moet doen. Reactievan iemand die weigert meer aan te leren.Alg. Brab. 87aap -9- Iemand voor aop houwen. Iemand vooraap zetten. Iemand voor de gek houden.(Zie ook: gans -1-, geit -9-, lut, vrouw -23-.) Alg.Brab. 87aap (zie: kop -24-) Ik volg munnen eigen kop,anders hadden ze ur net zo goed unnen raop opkunnen zetten.aap (zie: freet -3-) Zo freet zijn als een hond metzeuven lullen.aap (zie: lelijk -3-) Zo lelijk als n aap.aar n Dobbel oor is n dobbel schoor. Een dubbele

    aar is een dubbele opbrengst. (Werd bij hetaren lezen een dubbele aar gevonden, danhad men een dubbele opbrengst. Het gaf delezer het recht om alleen verder te oogstenop dat veld. Het kon ook afgekocht wordenmet tien aren de tol genaamd. Dan mochtenallen doorgaan met oogsten.) Oost-Brab. 85aar (zie: koud -2-) Koud en nat groeit er wat;droog en schraal blijft het kaal.aar (zie: april -7-) Pril moet mei de aren leveren.aard t Is den aard van t beestje. Het is de aardvan het beestje. Als bij een persoon eengebrek zozeer uit zijn karakter voorkomt dathet niet verholpen kan worden. Alg. Brab. 90aard (zie: kind -9-) t Zn de slechtste jong nie, diedn aord hebbe naor daauw.aard (zie: vos -4-) De vos ruit wel van baard,maar niet van aard.aard (zie: paard -26-) Een prd en een vrouwmoet je zoeken onder de rook van de schouw.aard Ge het er pas den aard, als ge er geschetenhet. Je hebt er pas de aard, als je er geschetenhebt. Blijkbaar voelt men zich ergens pasthuis als men van het toilet gebruik gemaaktheeft. Varianten: Nie op zn aerd zen (Kempen-land 58); Ergens den aard hebben = zich ergensthuis voelen (Alg. Brab. 91). (Zie ook: haring,huis -6-, kat -2-, leven -7-.) Kempenland 86aardappel -1- n Goeie rpel zal t nie verspeule,ge kunt er de boks af ophouen. Een goede aardap-pel is niet verspeeld, je kunt er de broek vanophouden. Van goede aardappels word je dik,daardoor kun je de broek ophouden. Gemert(Si) 35aardappel -2- n Kleinen errepel motte nie schelle.Een kleine aardappel moet je niet schillen. 1.Aan mensen die weinig geld hebben, moet jeniet veel geld vragen; 2. van kinderen moetje niet te veel eisen. Varianten: ... te dik schil-len; ipv dik: hard (Oost-Brab. 90). (Voor 1. zieook: buidel, cent -3-, dubbeltje -4-, geld -13-, geld

    33

    aren lezen; zie: aar

    aardappel

  • -25-, hen -12-, kater -2-, kei -3-, luchtig, slap -1-,straal, stront -10-, vat -4-, veer -6-, wassen.) Alg.Brab. 87aardappel (zie: boer -25-) nnen Boer is geenpieper.aardappel -3- t Hebbe over blaow ipel en blaowsokke. Het hebben over blauwe aardappelenen blauwe sokken. Zonder het aanvankelijkbeseft te hebben over verschillende zakenspreken. (Zie ook: appel -1-.) Maaskant (Sw) 90aardappel (zie: alles -8-) Alles komt van boven,behalve de erpel, die komme uit de grond.aardappel -4- De hete aardappel doorspelen.Iemand anders de kastanjes uit het vuur latenhalen; ... de vervelende klus laten opknappen.Alg. Brab. 90aardappel -5- De kleine erpels komen uit. Dekleine aardappels komen uit. Zo maakt meniemand attent op een gat in zijn sok (kous).Variant: ipv kleine aardappels: aardappels (Alg.Brab. 87). (Zie ook: kwartje -1-, Toon, tuinboon.)Waalre 87aardappel (zie: boer -45-) De lompste boerenteulen de grootste erpel.aardappel -6- De petrassen kommen nie vur deaoikeblaar. De aardappelen komen niet voor deeikenblaren. Boerenregel. De aardappelplantbegint te groeien als de eik in het blad komt.(Zie ook: aardappel -10-.) Reusel (WR) 75aardappel -7- Die haolt de nei rpel nie. Diehaalt de nieuwe aardappelen niet. Iemanddie gauw zal gaan sterven. Varianten: ipverpel: flodderbonne; Die eet geen nieuwe rrepelsmeer (Zevenbergen 87). (Zie ook: aardappel-12-, aftellen, been -19-, beukenheg, biecht, DenHaag, dobbelsteen, dood -1-, dood -8-, draad -6-,einde -2-, eten -10-, gat -37-, hoefijzer, hupse, jas-4-, kaars -9-, kerkhof -1-, klomp -12-, koekoek,korenpijp, kraag, lap -7-, lood -1-, luiden, mast,mond -15-, motor, pierenkuiltje, pijp -3-, pijp -4-, pot-6-, rekstro, schip -4-, schoft, school, schop -4-, spu-wen, straat -2-, straat -3-, stront -20-, stuiver -4-,troef -2-, Valendries, veeg, vernieling, Vossenberg,wetstrekel, zuurkool -2-.) Oost-Brab. 87aardappel (zie: huwelijk -2-) Een huwelijk zon-der kinderen is een kermis zonder viool.aardappel (zie: mens -13-) Ene mens is geenerpel, ook al rolt ie al ns aorig.aardappel -8- Erpel lk jong hond. Aardappelsals jonge honden. Spreekwoordelijke verge-lijking. Aardappels zo groot als jonge hon-den. Kempenland (B) 58aardappel (zie: bal) Groot bal op klein erpel.aardappel -9- Hier sopt oewen erpel maar ns in.Sop hier je aardappel maar eens in.

    Kaartterm. Als een rikker acht slagen speelt.(Bij het rikken heeft men gewoonlijk eenmaat; acht slagen moet men alleen doen; datkan dus een waagstuk zijn.) Tilburg (TT) 69aardappel (zie: soep -1-) Iets doen tussen soep enaardappelen.aardappel (zie: boer -71-) Ik trew nog nie minne boer al schijt ie ook bij elke tree n mud erpel.aardappel (zie: tijd -9-) In tijd van nood maaktmen een teilder van een snee brood.aardappel (zie: kijken -22-) Kke s nen hardgeskelden ipel.aardappel (zie: kermis -4-) Mee Hasseltse kermisof rpel of loof.aardappel (zie: Johannes Sint -3-) Mee St Jannieuw repel in de pan.aardappel -10- Men legge de aardappelen wan-neer men wil, ze komen toch niet in april. Menpote de aardappelen wanneer men wil, zekomen toch niet in april. Boerenregel.Aardappelen komen pas in mei uit. (Zie ook:aardappel -6-.) Gemert (GH) 74aardappel (zie: mottig) Mottig alsof er erwtenop zijn gezicht gedorsen zijn.aardappel -11- Nog ginne kaauwen ipel wrdzn. Nog geen koude aardappel waard zijn.Weinig waard zijn. (Zie ook: loenen, pijp -2-.)Alg. Brab. 90aardappel (zie: Petrus en Paulus Sint -4-) Petrusen Paulus, die eten patatten en schijten stokvis.aardappel (zie: wever -6-) Wevers komt eten, depap ht de prut gegeven en de petatten zijn zo gaarals n woldat.aardappel (zie: eigen -3-) Wie zn eige bewaort,bewaort gin rotte appel.aardappel (zie: groot -6-) Zis zo groot, as ze opnen turf stao, kan zn schaop in zn gat kaiken.aardappel -12- Zn aepel p hebbe. Zijn aardap-pelen op hebben. Niet verder meer kunnen.Variant: Zn aei p hebben (Kempenland 58).(Zie ook: aardappel -7-.) Kempenland 58aardappel (zie: erwt -8-) Zn erte uithebben.aardappel -13- Zn rpel af gaon giete. Zijnaardappelen af gaan gieten. Gaan plassen.(Zie ook: geit -3-, sok -3-.) Oost-Brab. 87aardappel (zie: glad) Zo glad s ne paoling innen emmer snot.aardappel -14- Zo lang erpels zette as ge misthet. Zo lang aardappels poten als je mesthebt. Met iets zo lang mogelijk doorgaan.Tilburg (TT) 71aardappeldicht Den deeze is zowa errepeldicht.Deze is ongeveer aardappeldicht. In een zakof schoen zitten flinke gaten maar aardappe-len zullen er wel niet uitvallen. Oost-Brab. 60

    4

    aardappel

  • aardappeleter n Goejen rpelaeter h-t-r aaltdriej op t wch: nne in zne mont, nne n zneverkt, en nne in de paan. Een goede aardappel-eter heeft er altijd drie op het oog: een inzijn mond, een aan zijn vork en een in depan. Een handig iemand zorgt dat hij niets tekort komt. (Stamt uit de tijd toen men nogmet het hele gezin de aardappelen uit dezelf-de pan at.) Varianten: Drie aardappels onder-handen hebben, een in de mond, een aan het verketen de derde die weer genomen moet worden(Kaatsheuvel 90); Ge moet altijd mee 3 erpeleten: n aan de verkt, n aan de mond, n in deoog (Riethoven 73); Een in de mond een in dehand en een in t oog, zo eet men mosselen(Oost-Brab. 1892). (Zie ook: garant, hei -2-,scheppen, schotel -3-.) Gemert (GH) 78aardappelfooi Het is maar een erpelfooi. Het ismaar een aardappelfooi. Dat is een feestjedat niet veel betekent. Het wordt gebruikt inongunstige zin. (Oorspronkelijk was de erpel-fooi een feest dat gegeven werd na hetbinnenhalen van de aardappeloogst.) Alg.Brab. 58aardappelketel (zie: koster -3-) De kster schutde erpelketel um, hij luidt de klok, t is sanctus.aardappelkuil (zie: leven -7-) Leven as n prinsin een kafkot.aardappelmand Ge zult mee derpelmand naode kerk moete. Je zult met de aardappelmandnaar de kerk moeten. Boerenregel. VoorAllerheiligen moeten de aardappelen gerooidzijn. Varianten: As ge met Allerheiligen deaardappels nie ut had (uit de grond had), moestemet de handen op de rug gaan offeren(Kempenland 86); As met de kermis de aardapp-nie uit zijn, zullen ze een bosje aardappelloof op jerug binden (Knegsel 88). (Voor andere veld-vruchten zie ook: boonstaak -3-, mutserd,Vessem, Wintelre, winterkoren.) Hoogeloon 52aardbei (zie: Petrus en Paulus Sint -3-) Peer enPauw gaon mee de aerdbezie op sjouw.aarde -1- Dr moet nog erd zitten. Daar moetnog aarde zitten. 1. Die mensen hebben geld.Variant: Dr moet nog erd inzitten 2. je moetwat klein geld in de beurs houden(Riethoven 76). (Voor 1. zie ook: cent -3-, ei-10-, ei -23-, eigen -2-, fiets -1-, katholiek, koffie-5-, kont -15-, kous -1-, klotveger, krabben, kuit,land -7-, plank -4-, potje, stuk -8-, Toon, voering-1-, wortelschijf, zaad -6-; voor 2. zie ook: moe-der -4-.) Kempenland 78aarde (zie: vrouw -15-) Een vrouw met een baardis nen duvel op aard.aarde -2- Erd aon de knien. Aarde aan de

    knien. Belangrijk bezit inbrengen bij eenhuwelijk tussen jongelui uit de boerenstand.Varianten: ipv erd: mos, ros, schit; ipv knie: kuit,been; n Meid mee schitten aon de billen. (Zie ook:buik -6-, gat -23-, kuit, zode.) Alg. Brab. 87aarde (zie: geld -8-) Geld is het slijk der aarde,maar ge dabt er zelf toch gre in!aarde -3- Ze verbranden hun eerd, ze eten hunpeerd en slapen bij de voerman. Ze verbrandenhun aarde, ze eten hun paard en slapen bijde voerman. (De aarde is de turf uit degemeenschappelijke gronden; het paard is deos die als trekdier gebruikt werd; de voer-man bij wie geslapen werd, is de boerin, diede ossen leidde en het werk van drijver ver-richtte; zo leefde de Peelboer.) Oost-Brab. 74aardigheid (zie: arbeid) Arbeid is zaligheid,maar dichtbij de meid is aardigheid.aardmannetje (zie: klein -4-) Zo klein as eenaardmanneke.aardvlo (zie: groot -7-) Zo groot als een aardvlo.Aarle Aarle boven, Rixtel in de oven.Uitdrukking over de rivaliteit tussen dezedorpen. (In de oven = in de put, beneden.) (Zieook: Best, Woensel.) Oost-Brab. 80Aarle (zie: Lieshout) Lijshout sonder dieven, Beeksonder moordenaars en Aarle sonder hoeren, dansal de weereld nijet lang meer doeren.aars t Gee over t villen van de preut. Het gaatover het villen van de aars. Kaartterm.Aarle-Rixtel (VG) 60aars Hebt ge pijn aan uwen rs, ga dan maarnaar Middelbrs. Heb je pijn aan je aars, gadan maar naar Middelbeers. Restant van eenspotliedje. (In Middelbeers woonde in 1772een vrouw, die beweerde geneeskundigekracht te bezitten tengevolge van een blik-seminslag.) Kempenland 80aars (zie: kont -29-) Lek mn kont!aas (zie: duivel -7-) t Is of er den duvel mee speelt.aas (zie: geit -4-) De geit is over de wis.aas Mee aoze kunde nie maoze. Met azen kun jeniet mazen. Kaartterm. Als iemand bij het

    5

    schit; zie: aarde-2

    aas

  • rikken misre speelt (geen slag halen) en ertoch een haalt. (Mazen = in breiwerk met eennaald de breisteek maken.) Tilburg (TT) 72aas Osse moette kope, want die hoevde nie te melke.Ossen moet je kopen, want die hoef je niet temelken. Kaartterm. Als bij het rikken de eer-ste slag de beste, de gevraagde aas wordt af-getroefd, gekocht. Woordspeling. Variant: ipvkope: hebbe (Oost-Brab. 90). Alg. Brab. 58ABC (zie: A) As ge tegen die A zegt, krijde de heleABC.ABC In het ABC is maar n W; in het menselijkleven zijn er ontelbare. Het leven kent veelween (pijnen). Veldhoven (Rij) 35Abraham (zie: Sara) Sara gezien hebben.abt (zie: patersvat) Dat houden we nog efkes int paotersvatje.abuis Abuis, zei den haan, en ie sprong op denbessem, want ie mende dt n hen was. Abuis,zei de haan, en hij sprong op de bezem, wanthij meende dat het een hen was. Zeispreuk.Reactie op een mededeling die niet klopt.Eindhoven (ED) 84abuis Abuis is menselijk en dik is penselijk. Veront-schuldiging voor een fout of misslag. Variant:Abuis is menselijk, zei de boer tot zijn vrouw, en hijkuste de meid (Woensel 1892). Oost-Brab. 76accorderen Accorderen als hond en haas. Spreek-woordelijke vergelijking. Slecht met elkaaroverweg kunnen. Variant: ... als kat en hond(Alg. Brab. 87). (Zie ook: hond -4-, landen, pik.)Gemert (S) 1892Acht Acht is de stam, Woensel is de wortel; Achtwas er lang, eer Woensel kwam. Acht en Woenselzijn twee aan elkaar grenzende dorpen in debuurt van Eindhoven; ze behoren sinds 1920tot Groot-Eindhoven. Oost-Brab. 65acht (zie: uur -2-) Als het regent voor acht uren,kan het heel den dag niet duren.

    acht (zie: zwavelstok) Een zwavelstok in achten eneen fles wijn ineens.Acht (zie: Woensel) Woensel boven, Acht in denoven.acht (zie: zeven) Zeuven, zeuven en mee de maaiaacht.acht-uren-moeder t Is een acht-ure-moeier. Hetis een acht-uren-moeder. Zo heet in de streektussen Tilburg en Turnhout maar ook eldersin de Kempen de avondschrik; het is eenkinderschrik, waarmee men kinderen dies avonds niet vroeg naar bed willen, of als het donker is nog op straat lopen, bangmaakt. (Zie ook: dadel, man -28-.) Tilburg (TT) 72achter (zie: voor -1-) t Gaat er veur af en komter van achter nie bij.achter (zie: mouw -2-) t Is vr niks, t is achterniks, en de mouwen zijn van hetzelfde.achter (zie: breed -1-) t Veur zo breed hebben,det et aachter spits toelopt.achter (zie: armoede -1-) Als den ermoei door dedeur binnenkomt, vliegt de liefde het venster uit.achter (zie: voor -3-) As ge t veur het en aachter,dan worret erg.achter (zie: voor -4-) As ge oe eige van vurreoppoetst dan rijde van achtere langer mee.achter (zie: gevel) Kom mr s achter de gevel!achter (zie: geluk -7-) Nie wete of t geluk vanveure of van aachtere kmt.achter (zie: voor -8-) Van voren niet weten datmen van achteren leeft.achteraan Achteraan komen as de kloten van dearmelui. Achteraan komen als de kloten vande arme mensen. Spreekwoordelijke verge-lijking. Varianten: ... kloten van Klabbeek (Breda1892); Een arme mens en de kloten van een hondliggen achteraan (Deurne 87): ipv liggen: kom-men (Breda 40). (Zie ook: april -6-, bak -5-, bode,broek -4-, koe -2-, oordeel, paard -33-, staart -2-,tijd -13-.) Tilburg (D) 16achteraf Aachteraaf kaokelen de kiepen. Achterafkakelen de kippen. Kritiek achteraf is gemak-kelijk. (Ook als kaartterm.) (Zie ook: been -5-,boer -70-, paal -2-, steek -1-.) Alg. Brab. 85achterbroek De veldwachter hee zijn aterbroekaan. De politieagent heeft zijn achterbroekaan. Bedoeld is het officieel tenue met lerengordel. (Aterbroek = leren getuig op het achter-werk van het paard.) Variant: ipv de veldwach-ter: hij. Hoogeloon 48achterdeur (zie: als -10-) As ik jou niet had engeen poortje naast het huis, dan moest ik altijdveur naar binnen.achterdeur (zie: familie -7-) Wij zijn nog fami-

    6

    paardentuig; zie: achterbroek

    achterbroekleidsel

    hachtlicht

    halster

    haam (gareel)

    aas

  • lie: onze grootmoeders hebben in een en denzelfdenwinkel snuf gekocht.achtereind (zie: stom) Zo stom zijn als t paardvan OL Heer.achterhand Op zijn achterhand vallen. Ergenserg in krijgen. Alg. Brab. 87achtermartel In den achtermartel zijn. In deachtermartel zijn. Achter zijn met werk, zichverlaten. (Zie ook: achterwerk.) Oud-Gastel(We) 45achterom (zie: Den Bosch -2-) t Is Den Bosch nieachterum.achterom Aachterum kuieren. Achterom kuie-ren. Niet oprecht zijn. Oost-Brab. (Bi) 40achterom (zie: kermis -7-) Veur wordt nie gebokt,aachterom is t kermis.achterste (zie: paard -13-) Bij n prd moeteaachter en bij n jong meid veur eweg blijven.achterste (zie: koe -27-) Dur is gin n koei of zelekt nog us gre.achterste Ge moet nie mee wen achterste et urstbeginne. Je moet niet met je achterste het eerstbeginnen. Je moet bij het begin beginnen. (Zieook: hok.) Oost-Brab. (Bi) 40achterste (zie: been -11-) Het aachterste beenbijtrekke.achterste (zie: waarheen -1-) Mn neus na en mngat zal wel volgen.achterstel Op den aachterstel denke. Aan denasleep denken. Achterstel is datgene wat nogachterna kan komen, zoals een nasleep bijeen ziekte of wraakneming na het ontslagvan een knecht. Kempenland (B) 58achteruitgang Den aachtert zuuke. Deachteruitgang zoeken. Terugkrabbelen; opzijn voornemen, zijn woorden, zijn plannenterugkomen. Kempenland (B) 58achteruitlopen Achteruitlopen as n prd dtrekt. Achteruitlopen als een paard dat trekt.Spreekwoordelijke vergelijking. Zienderogenachteruitgaan. Tilburg (TT) 68achterwerk Te wd in zn aachterwerk zn. Tever achter zijn met het werk. (Zie ook: achter-martel.) Alg. Brab. 87achterwerk (zie: zijn -5-) Zijn as n weps, ... vanvurre honing in znen mond en vergif in zn aach-terwerk.achterwiel Op zijn achterwiel jagen. Wieler-sport. Iemand op het juiste moment kloppen.(Zie ook: brood -8-, snee -1-.) Oost-Brab. 90Achtmaal (zie: boer -33-) As enen boer zn buikvol h, vertrekt ie.achttiende (zie: jeuk -3-) Echte jeuk kregde pasop oew achttiende.Adam Vol Adam zitten. 1. Nog (veel) zinnelijke

    neigingen hebben. Variant: As Adam eruit is,dan is t gedaan 2. als de man geen seksuelelusten meer heeft, is het afgelopen met hem.(Voor 1. zie ook: bok -1-, bok -2-, dul, kapel, kip-1-, koe -11-, koe -27-, muts -2-, os -9-, plank -3-,poes, struif -1-, wereld -8-, zand -6-; voor 2. zieook: struif -1-, zaad -1-.) Oost-Brab. 85Adam Witte wa Adam docht toen hij veur t eerstzat te poepen? Hij docht da hij een stert kreeg.Weet je wat Adam dacht toen hij voor heteerst zat te poepen? Hij dacht dat hij eenstaart kreeg. Reactie als iemand zegt: Ik docht... . Tilburg 55adel (zie: mens -22-) Mensen van adel, die hebbenn ringske in der gat.adem Beter een goede adem dan een goede naam.Goede adem raak je niet kwijt, goede naamkun je wel verliezen. (Zie ook: kroon.)Valkenswaard (EK) 68adem Oe uit den adem kweken. Zo roepen datje buiten adem raakt. Zo kwaad worden datje geen adem meer hebt. (Zie ook: been -18-,beer -6-, borstel, dak -2-, frot, haar -2-, hor, keutel-2-, kornet, pad -1-, uiteenvallen.) Oost-Brab. 87adem (zie: einde -3-) Tne zn.advent Advent of geen advent, toch maar kafoep.Advent of geen advent, toch maar muziek.Een beslissing nemen; een knoop doorhak-ken. (In de advent, besloten tijd voor Kerst-mis, mochten er van de rooms-katholiekegeestelijken geen dansavondjes georgani-seerd worden; de jongelui negeerden dat ver-bod en gingen ermee door.) (Zie ook: pruim-2-.) Peelland (M) 30advocaat (zie: soort) Sort zkt sort, zei dendvel, en hij pakte den schoorsteenveger.advocaat n Advocaat en n hond verdienen hun brood met de mond. Een advocaat en eenhond verdienen hun brood met de mond. Ditgetuigt niet van groot respect voor het beroepvan advocaat. (Zie ook: stijfkop.) Deurne 89advocaat (zie: inschieten) t Schiet erin as nenlul in n widduwvrouw.advocaat (zie: een -7-) En vur n gaon deavekaote de hel in.advocaat (zie: lullen -3-) Lullen lek n kont dietabak knauwt.advocaat (zie: praat -5-) Goeje praot kost niks,goeje raod is geld werd.advocaat (zie: ei -20-) Nie kakelen ... eier leggen.afbijten (zie: vinger -8-) Ge zult er de vingersnog ooit veur afbijten.afboeren (zie: staart -17-) Op de strt afboere.afbraak (zie: plank -3-) Liever een gave plankdan een stuk afbraak zien.

    7

    afbraak

  • afbranden (zie: verhuizen) Driej kere verhzekost nt zuvuil as ens afbrande.afbranden (zie: pan -17-) Op de pan afgebrandzijn.afdak (zie: gereedschap) Goei geridskap moetonder t afdak hange.afdoen (zie: dief -3-) Die r wat afdoet, is n dief.afdoen (zie: omstoten) Hij heiget umgesteute.afdraaien (zie: gat -6-) t Gat afdraaien.afgaan (zie: elf -3-) Nie vur half elf afgaon, endan nog heel dun.afgang As ge aan de afgang zijt, kijkte nie op eenkeutel. Als je op de wc zit, kijk je niet op eenkeutel. Kaartterm. Als je aan het verliezenbent en maar blijft betalen. (Zie ook: ingaan-3-, vaan.) Tilburg (Si) 66afgetrokken (zie: gezicht -1-) n Afgetrokkengezicht hebbe s twee lood thee.afgeven (zie: schijt -1-) Erges de schijt afgeve.afgieten (zie: aardappel -13-) Zn rpel af gaongiete.afhebben (zie: tuier) Zn tuier afhebbe.afkomen (zie: hangende) M nen hangendenafkomme.afkomst Ik ben van hogge komaf, zin de kncht,op de ballke gemakt en onder deuze geborre. Ikben van hoge afkomst, zei de knecht, op debalken gemaakt en onder het dak geboren.Zeispreuk. Spottende reactie als iemand zichop zijn voorname afkomst laat voorstaan.(Euze, eusde = dakrand, ruimte onder het schui-ne dak; balken = hooizolder.) (Zie ook: april -5-,bed -1-, boekweit -6-, boerenkind, dak -6-, elzenblad,hooi -12-, huis -1-.) Maaskant (Sw) 86afkorting (zie: Kerstmis) Vur de Korsmis kundenie aftelle.aflaat Door is enen aflaot mee verdiend. Daar iseen aflaat mee verdiend. Als men zwaarwerk gedaan heeft. (Aflaat is in de rooms-katholieke Kerk een kwijtschelding vanstraffen, die men heeft opgelopen door tezondigen.) (Zie ook: boekweit -1-, ezel -5-, heup,paard -12-.) Alg. Brab. 87afleggen (zie: hoefijzer) De hoefijzers zijn uitge-trokken.afleggen Ik z host afleggens gereed. Ik kanbijna afgelegd worden. Ik ben zo moe datmen mij bijna (als een dode) kan afleggen.Tilburg (TT) 65aflikken (zie: boterham -1-) n Afgelkte botter-ham.afraden Afraoje is aonraoje. Afraden is aan-raden. Als een dochter of zoon verliefd is opiemand tegen de zin van de ouders, durvende laatsten de verkering niet af te raden, uit

    angst de liefde daardoor aan te wakkeren.(Zie ook: tegenhouden.) Alg. Brab. 87afscheiden Er afscheiden as nen hond van znestront. Weglopen als een hond van zijn stront.Spreekwoordelijke vergelijking. 1. Een werkhalf voltooid achterlaten; 2. slordig werkleveren. Varianten: ipv er afscheiden: weglopen;ipv hond: boer (Tilburg 82). (Voor 1. zie ook:schip -3-; voor 2. zie ook: bak -6-, borstel, kont-19-, paddenvoet, soep -1-, vinger -9-, waterverf.)Alg. Brab. 87afsnee Op dn afsnij kope. Op de afsnee kopen.Op een nog af te leveren geit of plat kalfkopen; op krediet kopen. (Afsnijders gingen deboer op om geiten en zeer jonge kalveren tekopen. Plat kalf = een kalf dat slechts n totdrie dagen oud is.) Den Bosch (Br) 76afsnijden (zie: eind -8-) Niet van n gelukkigeinde afgesneden zijn.afspannen Er lelijk mee afgespannen zijn. Ergensmee onthand zijn; iets kwijt zijn dat men nodigheeft. (Zie ook: paard -6-.) Oost-Brab. 70afstand (zie: slak) De slak hei net zo gauw Neijaoras den haos.afsteken (zie: boer -24-) nen Boer moet alt erresde walleg over afsteeke.afstoten (zie: hoorn -3-) Ze heet derren nenhoren afgesteute.aftellen Aon t aftllen zn. Aan het aftellenzijn. 1. Niet lang meer te leven hebben; 2. dezwangerschap nadert het einde. (Voor 1. zieook: aardappel -7-, Beemd, gerechtigheid; voor 2.zie ook: alles -4-, been -19-, bij -2-, brand -3-,eierkorf, grootvader, hoek -3-, inkopen, kerk -6-,laars, lachen -1-, leger, mand -2-, meutelen, pastel-lenhuis, pot -13-, uittellen, weer -18-, weg -9-, wilg,zak -8-, ziekte.) Oost-Brab. 74afvallen (zie: geloven) Als ge hem gelooft en Godafvalt, zulder wel komen.afvangen (zie: teek) Iemand een teek afvangen.afvliegen Erop afvliegen als een haan op eenkroezelbos. Erop afvliegen als een haan op eenkruisbessenstruik. Spreekwoordelijke verge-lijking. Erg uit zijn op resultaat in de liefdeof anderszins. Variant: Hij zit erop als een haanop een kroezelbos; t Gaat erop as nen haan op nenkroezelbos, als het kaartspel spannend wordt(Helmond 87). (Deze struik met zijn stekelsis een geducht obstakel.) (Zie ook: beren, geld-19-, melkscheut, ophebben.) Oost-Brab. 87afvrijen (zie: staart -17-) Op de strt afboere.afwachten Afwachten gelijk de hond de sleeg.Afwachten als de hond de slaag. Spreekwoor-delijke vergelijking. Aan een dreigend gevaarniet kunnen ontkomen. Oost-Brab. 87

    38

    afbranden

  • afwachten Maar afwachten, als OL Heer aan hetkruis. Spreekwoordelijke vergelijking. Zi