DE BOODSCHAP VAN LOURDES - Leo van der...
32
DE BOODSCHAP VAN LOURDES LEO VAN DER LANS
Transcript of DE BOODSCHAP VAN LOURDES - Leo van der...
DE BOODSCHAP VAN LOURDES
LEO VAN DER LANS
1
TER INFO
De boodschap van Lourdes
Auteur: Leo van der Lans
Foto’s: Yvonne van den Burg
Eerste druk: mei 2016
Tweede druk: mei 2018
ISBN: 978 94 6228 775 4
NOV: 701
Op de website van de auteur, leovanderlans.nl/Lourdesvieringen, zijn over de heilige Maagd Maria en Lourdes eveneens de volgende uitgaven als ebook verschenen:
- Pelgrims op weg naar Lourdes
- Gebeden voor onderweg naar Lourdes
Het is een ieder toegestaan om van de inhoud van bovengenoemde uitgaven gebruik te maken ten behoeve van de verering van en/of de pelgrimage naar de heilige Maagd Maria en ter verspreiding van het Woord van God.
Noordwijkerhout, mei 2018
2
INHOUD Voorwoord 3
Inleiding 4
De komst van de Heer voor de zesde en zevende keer 6
Bernadette Soubirous 9
De 10 boodschappen en de 18 verschijningen 11
Verkondigingen
Met Bernadette het kruisteken maken (1ste verschijning) 17
Het teken van het kruis herkennen (3e verschijning) 19
Rozenkrans bidden voor de overledenen (8e verschijning) 21
Het levende water (9e verschijning) 23
Maak een tempel van je lichaam (13e verschijning) 24
Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis (16e verschijning) 26
De vlam en de kaars (17e verschijning) 27
Dankwoord 30
3
VOORWOORD
Het besluit om naar Lourdes te gaan is voor iedereen heel
verschillend, ieder heeft zijn/haar eigen reden, intentie, om het
bedevaartsoord te bezoeken.
Met de Lourdesgroep Noordwijkerhout maken we jaarlijks een 9-
daagse busreis naar Lourdes. Gebedsleider Leo van der Lans is
driemaal onze pastoraal-begeleider geweest.
Door de fijne samenwerking, het luisterend oor en de heldere uitleg
van symbolen door Leo, hebben vele pelgrims de Lourdesreis als heel
speciaal ervaren.
Een reis met meerwaarde, waar een sfeer van saamhorigheid en
vrede heerste en wederzijds vertrouwen voelbaar was.
We kregen bewondering en respect voor de jonge Bernadette, voor
haar doorzettingsvermogen en eenvoud; maar vooral ontzag voor wat de
boodschap van de heilige Maagd Maria aan Bernadette heeft
bewerkstelligd.
Zo is Lourdes voor veel pelgrims een onvergetelijke belevenis
geworden.
Lourdes blijft indruk maken!
Joke van der Poel-van Veen, mei 2016
Groepsleider van de Lourdesgroep Noordwijkerhout.
4
INLEIDING
Voor hen die er voor kiezen om bij de heilige Maagd Maria te Lourdes op bezoek te gaan, maakt het verblijf in de heiligdommen een blijvende indruk. De grot met de bron, de basiliek van Onze-Lieve-Vrouwe van de Rozenkrans met de vijftien zijkapellen, die elk één van de mysteries van de rozenkrans uitbeelden, de ondergrondse Pius-X basiliek met de internationale eucharistieviering, de kruisweg en al die vrijwilligers die zieke mensen begeleiden, maken Lourdes onvergetelijk. Zowel voor zieke als gezonde mensen is Lourdes een oase van gebed en ontmoeting. Samen bidden en zingen, in stilte aanwezig zijn bij de grot, zien hoe pelgrims blijheid uitstralen, de hulpvaardigheid en lief en leed met elkaar delen. Het zijn momenten die een diepe indruk achterlaten. Dan dringt zich ook de vraag op “Waarom is de heilige Maagd Maria naar Lourdes gekomen”, “Wat wil Ze ons zeggen”. Daar is niet zomaar een antwoord op te geven. Na de bezoeken aan Lourdes in 2004 en Nevers in 2008, die ik samen met mijn echtgenote bracht, heeft de heilige Maagd Maria mij niet meer losgelaten en ben ik betrokken geraakt bij de plaatselijke Lourdesvereniging. Vanaf 2005 t/m 2014 mocht ik als vrijwilliger in vijfentwintig Lourdesvieringen ter ere van de heilige Maagd Maria voorgaan. In die periode heb ik als pastorale begeleider drie keer (2012, 2013 en 2014) de negendaagse busreis vanuit Noordwijkerhout naar Lourdes meegemaakt. Door de voorbereidingen van de vijfentwintig vieringen en drie gebedenboekjes voor onderweg heb ik mij steeds verder verdiept in de diepere betekenis van de verschijningen in Lourdes. De pelgrimstocht in 2004 en de vijfentwintig vieringen met daarbij de verkondigingen over de diepere betekenis van Lourdes zijn weergegeven in het e-book: “Pelgrims onderweg naar Lourdes”. De gebeden en verkondigingen tijdens de drie busreizen zijn vastgelegd in het e-book: “Gebeden voor onderweg naar Lourdes”. De reden waarom de heilige Maagd Maria naar Lourdes is gekomen, is voor mij helder. Als hemelse Moeder wil Zij graag dat al haar kinderen thuiskomen (eeuwig leven) bij God. Zij maakt met de verschijningen in Lourdes duidelijk welke weg daarvoor het beste kan worden bewandeld. De “Onbevlekte Ontvangenis” maakte het mogelijk dat God als Mensenzoon op aarde geboren kon worden. Met de hernieuwde komst van de “Onbevlekte Ontvangenis” in 1858 te Lourdes maakt de heilige Maagd Maria mij duidelijk dat de Heer – voorafgaande aan de zevende
5
en laatste keer - voor een zesde keer op aarde zal komen. De heilige Maagd Maria wil ons hierop voorbereiden. Net zoals Christus in vergelijkingen en parabels sprak, wil de heilige Maagd Maria ons met de verschijningen op eenzelfde wijze duidelijk maken dat de Heer voor een zesde en zevende keer naar de aarde zal komen. Het is aan ons om op zoek te gaan naar de diepere betekenis. Ik heb dat de afgelopen jaren mogen doen en wil u hiervan, net zoals ik bij de pelgrims heb gedaan, op de hoogte brengen. Ik wil wel benadrukken, dat de tien boodschappen en de verkondigingen een weergave zijn van mijn eigen gedachten en ervaringen. Allereerst wordt ingegaan op de zesde en de zevende komst van de Heer naar de aarde. Daarna over het leven van Bernadette Soubirous en haar blijvende aanwezigheid in de schrijn te Nevers. Vervolgens worden de achttien verschijningen met tien boodschappen weergegeven. In de daarop volgende hoofdstukken zijn de uitgesproken verkondigingen, naar aanleiding van de verschijningen, vastgelegd.
In deze tweede druk zijn een beperkt aantal tekstverbeteringen aangebracht. Deze hebben geen invloed op de inhoud van het verhaal. Daarnaast zijn voetnoten aangebracht t.b.v. literatuurverwijzing en de data waarop de overwegingen zijn uitgesproken. Eveneens is een dankwoord toegevoegd en is de informatie over mijn persoon ingekort. Ik spreek de wens uit dat de heilige Maagd Maria ook u mag raken! Leo van der Lans Noordwijkerhout, mei 2018
6
DE KOMST VAN DE HEER VOOR DE ZESDE EN ZEVENDE KEER
Het getal zeven komt na het getal zes. Het getal zeven is opgebouwd uit het getal drie en vier. In de Bijbel hebben getallen een betekenis1. Drie is het getal van de “Goddelijkheid” en wordt als regel gebruikt bij heilige zaken, zoals de drie openbaringsvormen van God: Vader, Zoon en heilige Geest. Vier is het getal van de “wereld”, zoals de vier windrichtingen, de vier seizoenen en de vier elementen: aarde, lucht, vuur en water. Zes is het getal van de “mens”. Zeven is het getal van de “Volmaaktheid in Gods wegen en handelen”. God en de wereld vormen samen de volmaaktheid. In het eerste Bijbelboek, Genesis, lezen we in het eerste hoofdstuk, dat God de aarde in zes dagen schiep. Eén dag voor God heeft een andere tijdsduur dan één aardse dag (pas na miljarden jaren van het bestaan van de aarde is de omloop om de zon in 365 dagen en de draaiing van de aarde in 24 uur ontstaan). Er staat ook in Genesis geschreven dat Gods zegen op de zevende dag kwam. In het laatste Bijbelboek “De Apocalyps of Openbaring van Johannes” komen de uitdrukkingen: “De Here God, Albeheerser”2, “Hem, die op de troon gezeten is”3 zeven keer voor. Ook zeven keer zegt Christus van zichzelf dat Hij komt4. De titel Christus komt eveneens zeven keer voor. Waarom worden wij zo attent gemaakt op het getal zeven en waarom zowel aan het begin als aan het einde van de Bijbel? Na de eerste zeven verzen van de Openbaring schrijft apostel Johannes: “Ik ben de alfa en de omega, zegt God de Heer, Hij die is en die was en die komt, de Albeheerser”5. Begin en einde en het getal zeven wijzen er op dat God zeven keer op de aarde zal verschijnen.
De eerste keer was bij de schepping van de aarde, bij Adam in het paradijs. De tweede keer kwam God na de zondvloed om de gruwel van de aarde af te wassen, ontstaan uit ongehoorzaamheid. God beloofde met de regenboog dat er nooit meer zo’n zondvloed zou komen. De derde keer was ten tijde van het Joodse volk in de woestijn. De vierde keer kwam God zelf in een stoffelijk lichaam en werd als mens geboren. De vijfde keer was kort na Zijn kruisiging, toen kwam God op aarde in de Geest. We vieren dit nog steeds met Pinksteren. De zevende keer is een
1 Bijbelarchief.nl, De betekenis van getallen in de Bijbel door K. Weigand 2 Openbaring 1:8, 4:8, 11:17, 15:3, 16:7, 19:16 en 21:22 3 Openbaring 4:9, 5:1, 5:7, 5:13, 6:16, 7:15 en 21:5 4 Openbaring 2:5, 2:16, 3:11, 16:15, 22:7, 22:12 en 22:20 5 Openbaring 1:8
7
blijvende komst en zal God verschijnen in het licht van Zijn heiligheid en Zijn Rijk hier op aarde vestigen6.
Blijft over de zesde keer. De zesde keer is in de tijd waarin wij leven. Maar God zal niet uiterlijk komen. God zal voor de zesde keer innerlijk komen tot een ieder, die een waar en ernstig verlangen naar Hem in zijn hart zal dragen. God zal een leider zijn voor diegenen die zich vol liefde in hun geloof door Hem naar het eeuwige leven laten trekken7. Toen de hemelse Vader tot Adam en zijn nakomelingen, waaronder Henoch, sprak over de zeven keren dat Hij naar de aarde zou komen, sloot Hij af met de woorden: “Luister en begrijp goed: blijf in de liefde; want die zal jullie redder zijn! Bemin Mij boven alles, - dan zal je leven voor eeuwig zijn; bemin elkander echter ook, opdat het gericht je kwijtgescholden wordt. Mijn genade en Mijn liefde zij met jullie tot aan het einde van alle tijden!”8 Maar hoe kunnen wij ons hart gereed maken voor Zijn innerlijke komst? Dat vertelt ons een Russisch icoon.
Icoon, van de hand van iconenschilder Piet van der Ploeg uit Noordwijk Op het icoon staan drie personen. De heilige Irene (rechts), Sint Joris (midden) en Sint Valentijn (links). Boven deze drie personen staat in het Licht, de Heer met open handen. Met open handen om onze liefde voor Hem en onze dienstbaarheid aan onze medemens in ontvangst te nemen. De heilige Irene is de vrede-brengster en zij staat afgebeeld met een dubbel kruis met dwarsbalkje, symbool voor de bijbel, symbool voor het Woord van
God. Sint Joris kennen wij als de drakendoder en de draak staat symbool voor het kwade in de mens. In veel volksverhalen figureert de draak ook als bewaker van de onderwereld.
Het kwade in de mens hoeft helemaal niet groot te zijn. Het is ook “nu even niet” of “eerst nog even” als we onze relatie met God op de tweede plaats zetten. Sint Valentijn spreekt voor zich. Valentijnsdag, 14 februari, is de dag waarop we extra aandacht hebben voor anderen. Als we deze icoon, de drie personen en de Heer samenvatten tot één geheel. Dan vertelt het icoon ons dat: “Als wij het Woord van God in ons 6 Jakob Lorber, De Huishouding van God, deel 1, 46:20-‐21a 7 Jakob Lorber, De Huishouding van God, deel 1, 46:21b 8 Jakob Lorber, De Huishouding van God, deel 1, 46:23
8
laten bezinken het vrede in ons zal brengen. Als wij in staat zijn om de draak van het kwade in ons te doden openen wij ons hart voor de Heer. Wij worden dan Valentijn en brenger van aandacht voor de medemens. Dan zal de Heer ons te Zijner tijd met open armen ontvangen”. Dat laat Lourdes ons zien! Zieken die in het hospitaal verblijven, worden verzorgd door vrijwilligers. Slecht ter been zijnde mensen, worden rond gereden door vrijwilligers. Mensen die een bad willen nemen in het helende water van Lourdes, worden begeleid door vrijwilligers. Ook pelgrims die aan een rolstoel gebonden zijn, worden door mede-pelgrims geduwd. Allemaal op vrijwillige basis. Iedereen is en wil dienstbaar zijn voor de ander. Men heeft een luisterend oor, want ieder mens heeft een last mee te dragen. Noem het een rugzakje. Je kan je last in Lourdes niet afwerpen, maar wel even je rugzakje openen en je verhaal aan een ander doen. Dat lucht op, het maakt je rugzak minder zwaar. Zo mag de wereld er alle dagen uitzien, want zo heeft onze Vader in de hemel de wereld bedoeld, dat laat de heilige Maagd Maria ons zien in Lourdes.
Eerste en laatste Bijbelboek. Alfa en Omega, Begin en Einde. Na het getal zes van de mens, komt het getal zeven van de volmaaktheid in Gods wegen en handelen. Voor de zesde keer komt God op aarde in het hart van de mens. Met de verschijningen wil de heilige Maagd Maria ons helpen om ons hart voor God te openen door dienstbaarheid aan onze medemens. De heilige Maagd Maria, onze hemelse Moeder, wil haar kinderen graag thuis bij God brengen.
9
BERNADETTE SOUBIROUS
Bernadette is geboren te Lourdes op 7 januari 1844 en heeft als gevolg van armoede altijd een zwakke gezondheid gehad. Tijdens haar jonge jaren heerste er een cholera-epidemie. Ook Bernadette werd ziek. Ze ontsnapte maar net aan de dood en hield er astma aan over9. Pas toen de verschijning zich had voorgesteld als de 'Onbevlekt Ontvangene', nam haar pastoor Bernadette serieus en toen de eerste wonderen gebeurden stelde de bisschop van Tarbes een onderzoek in. Bernadette en haar familie kregen het zwaar te verduren met de burgerlijke en kerkelijke ondervragers. Maar Bernadette bleef steeds zichzelf, eenvoudig, oprecht en Godvruchtig. Kalm en onbevangen bleef zij tegenover haar ondervragers. Vier jaar na de 18 verschijningen in 1858 concludeerde de bisschop dat de verschijningen een bovennatuurlijk karakter hadden. Vanaf dat moment werd Lourdes een officiële bedevaartplaats. In de jaren van onderzoek en ondervragingen groeide bij Bernadette het besluit om religieuze te worden. Zij koos voor de Zusters van Nevers, omdat haar gezondheid niet geschikt was voor een te strenge regel en omdat zij graag zieken verzorgde. Door de erkenning van de verschijningen kwamen veel pelgrims naar Lourdes en kwamen veel zieken in het hospitaal. Zeven jaar later, in 1865, werd Bernadette postulante in het klooster van de zusters van Nevers te Lourdes. (Een postulante is iemand die streeft naar het religieuze leven maar nog niet tot de kloosterorde is toegelaten). Voor haar vertrek naar het moederhuis te Nevers nam Bernadette afscheid van haar geliefde grot en haar dierbare familie. Op 29 juli 1866 trad ze onder de naam Soeur Marie-Bernarde in bij de Sœurs de la Charité van Saint-Gildard (de zusters van liefde) in Nevers10. Aan het begin van haar noviciaat werd Bernadette voor de vergaderde klooster-gemeente naar het verhaal van de verschijningen gevraagd. Daarna werd haar opgelegd er nooit meer over te spreken. Hier had zij vrede mee 11 . Met enigszins overdreven ijver hebben sommigen van haar oversten alles in het werk gesteld om haar nederig en klein te houden. Bernadette heeft onder deze vernederingen geleden, maar ze heeft ze grootmoedig aanvaard en bewaarde haar leven lang haar opgewektheid. Op de dag van haar kloostergeloften gaf de bisschop haar de opdracht: “bidden”. Zij werd aangesteld op de ziekenzaal waar zij een heel bekwame en goede verpleegster bleek te zijn. Ze werkte als 9 Lourdes, Pelgrimsboek voor de Nederlandse bedevaartorganisaties, 3e gewijzigde druk, blz. 28 10 Soeurs de la Charité de Nevers, Bernadette zei …, blz. 16 11 Soeurs de la Charité de Nevers, Bernadette zei …, blz. 37
10
hulpkosteres en ziekenverzorgster, tot ze te ziek werd. Naast astma kreeg zij tuberculose, beenontkalking en open wonden die haar veel deden lijden en haar lichaam verwoestten. Haar geduld in haar laatste lijden was bewonderenswaardig. Bernadette was gelukkig de aarde te kunnen verlaten en zei op haar laatste aardse dag: “Ik ben gelukkig mijn Hemelse Moeder weer te zien” 12 . Op 16 april 1879, op de eerste woensdag na Pasen, om 15:15 uur in de middag zei Bernadette: “Ik heb dorst”. Men gaf haar te drinken, ze nipte er van, maakte een kruisteken, boog het hoofd en gaf haar ziel terug aan God13. Op 14 juni 1925 werd Bernadette zalig verklaard en op 8 december 1933 werd Bernadette door Paus Pius XI (elfde) heilig verklaard. De voornaamste reden voor de heiligverklaring is niet het feit dat Bernadette de heilige Maagd Maria gezien heeft, maar de wijze waarop zij haar leven na de verschijningen vorm heeft gegeven14. Haar lichaam, dat gaaf bewaard is gebleven, ligt nu opgebaard in een glazen schrijn in de kapel van het klooster te Nevers.
Dat roept bij mij de vraag op: “Waarom is het lichaam van Bernadette gaaf bewaard gebleven?” “Waarom heeft God dit laten gebeuren, wat is de betekenis hiervan?”, want bij God is er altijd een diepere/geestelijke betekenis aan een gebeurtenis. Ook dit heeft te maken met het getal zes en zeven en de Bijbelse betekenis hiervan, zoals eerder beschreven. God zal voor de zesde keer innerlijk komen tot een ieder, die een waar en ernstig verlangen naar Hem in zijn hart zal dragen. God zal een leider zijn voor diegenen die zich vol liefde in hun geloof door Hem naar het eeuwige leven laten trekken. Dat is ook de reden waarom de Moeder van God, de heilige Maagd Maria, in Lourdes aan Bernadette is verschenen, om de mensheid te waarschuwen, want ook de hemelse Moeder Maria wil dat alle mensen (haar aardse kinderen) thuiskomen bij God. Bernadette is door haar liefde voor God en haar naasten het blijvende voorbeeld van Gods innerlijke aanwezigheid bij de mens en het goddelijke in de mens zal nooit vergaan. De huidige aanwezigheid op aarde van Bernadette maakt mij bewust van de zesde keer dat God naar de aarde komt om een ieder die gelooft te geleiden naar het eeuwig leven. Die tijd is nu.
12 Soeurs de la Charité de Nevers, Bernadette zei …, vers 203 13 Soeurs de la Charité de Nevers, Bernadette zei …, vers 152-‐153 14 Marc Brinkhuis & Riekje Rijk, Je wordt pelgrim …, blz. 34
11
DE 10 BOODSCHAPPEN EN DE 18 VERSCHIJNINGEN De grot van Massabielle De heilige Maagd Maria verschijnt in de grot van Massabielle aan de kwetsbare 14 jarige Bernadette. BOODSCHAP 1 De grot is een plaats waar mensen beschutting kunnen vinden tegen ruw weer en duisternis. Als wij het moeilijk hebben, als het bij ons duister is, dan mogen we schuilen bij de heilige Maagd Maria. Zij zal ons op de goede weg helpen. 1ste verschijning, 11 februari 1858 Het kruisteken en de rozenkrans Bernadette is veertien jaar. In gezelschap van haar zuster en vriendinnetje trekt Bernadette naar Massabielle langs de Gave om er hout te sprokkelen. Als Bernadette haar kousen uittrekt om het beekje te doorwaden, hoort zij een windstoot en kijkt in de richting van de Grot. “Ik zag een dame in het wit gekleed: zij droeg een wit kleed, een witte sluier, een blauwe gordel en een gele roos op elke voet”. Bernadette maakt het kruisteken en bidt met de Dame de rozenkrans. Aan het einde van het gebed verdwijnt de Dame op slag. Bron: nl.lourdes-franche.org/De verschijningen BOODSCHAP 2 De heilige Maagd Maria maakt ons duidelijk hoe je jezelf onder de hoede van de hemelse Vader kan plaatsen. Zij doet het Bernadette voor. “Een rustig en wijds kruisteken maken van voorhoofd naar navel, naar linkerschouder en rechterschouder. Dan het uitspreken van: In de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest”. Zo erken je God en de Heilige Drie-eenheid en stel je jezelf onder de hoede van de hemelse Vader. 2e verschijning, 14 februari 1858 De glimlach van de verschijning Bernadette voelt een innerlijke kracht die haar naar de Grot wil doen terugkeren, ondanks het verbod van haar ouders. Zij dringt aan en haar moeder stemt toe. Na een eerste tientje van de rozenkrans ziet zij dezelfde Dame verschijnen. Zij besprenkelt haar met wijwater. De Dame glimlacht en buigt het hoofd. Na het gebed verdwijnt de Dame opnieuw. Bron: nl.lourdes-franche.org/De verschijningen
12
3e verschijning, 18 februari 1858 De eerste woorden, de dame belooft geluk. Voor het eerst spreekt de Dame. Bernadette reikt haar pen en papier aan en vraagt haar naam op te schrijven. De Dame reageert en zegt: “Dat hoeft niet” en voegt er aan toe: “Ik beloof u niet u gelukkig te maken in deze wereld, maar in de andere. Wilt u voor mij zo goed zijn om gedurende twee weken naar hier te komen?” Bron: nl.lourdes-franche.org/De verschijningen BOODSCHAP 3 Bernadette belooft de heilige Maagd Maria om aan haar verzoek - om gedurende veertien dagen elke dag te komen – gehoor te geven. Op die bevestiging belooft de heilige Maagd Maria aan Bernadette om haar in de andere wereld (eeuwig leven) gelukkig te maken. De heilige Maagd Maria maakt ons duidelijk dat die andere wereld bestaat en als wij ingaan op haar verzoek (haar boodschappen in de verschijningen), dat dan die andere wereld voor ons bereikbaar is geworden en we gelukkig worden. Bron: nl.lourdes-franche.org/De verschijningen 4e verschijning, 19 februari 1858 Bernadette komt met een gewijde en brandende kaars naar de Grot. Daaruit is de gewoonte ontstaan om kaarsen mee te brengen en ze bij de Grot aan te steken. Bron: nl.lourdes-franche.org/De verschijningen 5e verschijning, 20 februari 1858
De Dame heeft Bernadette een persoonlijk gebed aangeleerd. Op het einde van de verschijning maakt een grote droefheid zich van Bernadette meester. Bron: nl.lourdes-franche.org/De verschijningen 6e verschijning, 21 februari 1858 De Dame verschijnt ‘s morgens vroeg aan Bernadette. Een honderdtal mensen vergezellen het meisje. Daarna wordt ze door politiecommissaris Jacomet ondervraagd. Hij wil haar doen vertellen wat ze heeft gezien. Bernadette spreekt alleen maar over “Aquero”. Bron: nl.lourdes-franche.org/De verschijningen
13
7e verschijning, 23 februari 1858 In het gezelschap van 150 mensen trekt Bernadette naar de Grot. De Verschijning openbaart haar een geheim dat “alleen voor haar is bestemd”. Bron: nl.lourdes-franche.org/De verschijningen 8e verschijning, 24 februari 1858 Bekering en boete De Dame heeft een boodschap: “Boete! Boete! Boete! Kus de grond als boete voor de zondaars. Bron: nl.lourdes-franche.org/De verschijningen BOODSCHAP 4 De heilige Maagd Maria zegt door middel van Bernadette tot ons: “Penetentione, penetentione”. “Doe boete, doe boete”. Een verkeerde vertaling, want het betekent in werkelijkheid: “Keer je om”. Keer je af van al dat aardse gedoe, gericht op jezelf, keer je om naar mijn Zoon, want Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven. Met andere woorden: Richt je aandacht naar je medemens om thuis bij God te mogen komen. BOODSCHAP 5 De heilige Maagd Maria vraagt door middel van Bernadette aan ons om te bidden voor de zondaars en Bernadette voegt aan haar rozenkrans bidden toe: “Geef aan de zielen van de overledenen de eeuwige rust”. Rozenkrans bidden is bidden voor de overledenen, dat ze mogen groeien naar het Licht. Bidden voor de overledenen brengt hen dichter bij het Licht en deze daad van naastenliefde brengt ook ons dichter bij het Licht. 9e verschijning, 25 februari 1858 De ontdekking van de bron. Er zijn al 300 mensen aanwezig. Bernadette vertelt: “Ze zei me dat ik aan de bron moest gaan drinken (...). Ik vond alleen maar een beetje modderig water. Bij de vierde poging kon ik er een beetje van drinken. Ze deed me ook van het kruid eten dat in de buurt van het water groeide. Toen verdween de verschijning en ik ben weggegaan”. Aan de menigte die haar vraagt: “Weet je dat men gelooft dat je gek moet zijn om zulke dingen te doen?” antwoordt zij alleen: “Het is voor de zondaars”. Bron: nl.lourdes-franche.org/De verschijningen
14
BOODSCHAP 6 Jezus zei: “Wie drinkt van het water dat Ik hem zal geven, krijgt in eeuwigheid geen dorst meer. Integendeel, het water dat Ik hem zal geven, zal in hem opborrelen als een bron van eeuwig leven”15. Het is de heilige Maagd Maria die Bernadette op het helende water uit de bron wees. Zij wijst ons naar haar Zoon. Hij is het levende water, dat eeuwig leven schenkt. De heilige Maagd Maria geeft hiermede aan dat als wij mensen drinken van het levende water, en dat is het Woord van God, als we die woorden in ons laten bezinken en er uitvoering aan geven, dan komen we dichter bij God, onze hemelse Vader. 10e verschijning, 27 februari 1858 Er zijn nu 800 mensen aanwezig. De Verschijning zwijgt. Bernadette drinkt water van de bron en herhaalt de boetegebaren van de vorige dag. Bron: nl.lourdes-franche.org/De verschijningen 11e verschijning, 28 februari 1858 Meer dan 1.000 mensen zijn Bernadette naar de grot gevolgd. Bernadette bidt, kust de grond en kruipt op haar knieën als teken van boete. Daarna wordt ze bij rechter Ribes gebracht. Hij dreigt met de gevangenis. Bron: nl.lourdes-franche.org/De verschijningen 12e verschijning, 1 maart 1858 Meer dan 1.500 mensen verdringen zich rond haar. Voor het eerst is er een priester bij. ‘s Nachts is een vrouw uit Loubajac, naar de Grot gegaan en heeft haar ontwrichte arm in het water van de bron gestoken: haar arm en hand krijgen hun gewone soepelheid terug. Bron: nl.lourdes-franche.org/De verschijningen 13e verschijning, 2 maart 1858 De processie en de kapel De menigte is nog aangegroeid. Bernadette krijgt een nieuwe opdracht: “Ga de priesters zeggen dat men in processie naar hier moet komen en dat men hier een kapel moet bouwen”. Bernadette spreekt er over met pastoor Peyramale. Deze wil maar één ding weten: de naam van de Dame. En verder eist hij een bewijs: de (wilde) rozelaar in volle winter bij de Grot zien bloeien. Bron: nl.lourdes-franche.org/De verschijningen 15 Johannes 4:14
15
BOODSCHAP 7 De heilige Maagd Maria vraagt om een kapel te bouwen. Een tempel om God, de Mensenzoon en de heilige Geest te gedenken. Zij zegt daarmede tegen alle mensen: Maak van je lichaam een tempel. Een huis waarin God (door geloof en daden) kan wonen. God zal zeven keer naar de aarde komen, de zesde keer zal God in de harten van die mensen komen, die voor Hem open staan. De heilige Maagd Maria maakt ons duidelijk, dat er maar één manier is om onze geest weer te doen terugkeren als kind van God. Dat is door haar Zoon Jezus te volgen op Zijn weg. 14e verschijning, 3 maart 1858 Om 7 uur ‘s morgens trekt Bernadette met 3.000 mensen naar de Grot, maar het visioen verschijnt niet! Na school voelt Bernadette opnieuw die innerlijke uitnodiging van de Dame. Zij gaat naar de Grot en vraagt opnieuw naar haar naam. Ze krijgt een glimlach als antwoord. Pastoor Peyramale zegt weer: “Als de Dame echt een kapel wil, dan moet ze haar naam zeggen en de rozelaar bij de Grot doen bloeien”. Bron: nl.lourdes-franche.org/De verschijningen 15e verschijning, 4 maart 1858 De talrijke menigte (ongeveer achtduizend mensen) verwacht een wonder voor het einde van deze twee weken. Er gebeurt echter niets bijzonders. Het visioen zwijgt. Pastoor Peyramale blijft bij zijn standpunt. Gedurende 20 dagen gaat Bernadette niet naar de Grot. Zij voelt de onweerstaanbare uitnodiging niet meer. Bron: nl.lourdes-franche.org/De verschijningen 16e verschijning, 25 maart 1858
“Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis”. De Verschijning openbaart eindelijk haar naam maar de rozelaar, waar zij tijdens de verschijningen haar voeten op plaatst, bloeit niet. Bernadette vertelt: “Zij hief de ogen ten hemel, vouwde haar handen, die eerst open waren en naar beneden gericht, samen en zei tot mij: “ Que soy era Immaculada Councepciou” (“Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis)”. Bernadette vertrekt en herhaalt onderweg de woorden die zij niet begrijpt. Het antwoord brengt pastoor Peyramale in de war. Bernadette kende de theologische uitdrukking niet die verwijst naar de heilige Maagd. Vier jaar eerder, in 1854, had paus Pius IX de onbevlekte ontvangenis van Maria als dogma afgekondigd. Bron: nl.lourdes-franche.org/De verschijningen
16
BOODSCHAP 8 De profeet Elia ontmoette God op de berg Horeb nadat hij het suizen van een zachte bries hoorde16. Bij de eerste verschijning hoorde Bernadette het geluid van een windstoot. Een goddelijke ontmoeting die de heilige Maagd Maria bevestigt met haar woorden “Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis”. 17e verschijning, 7 april 1858 De vlam van een kaars Tijdens deze verschijning houdt Bernadette een brandende kaars vast. Gedurende een hele tijd raakt de vlam haar hand aan, zonder deze te verbranden. Dat feit wordt ter plaatse door dokter Dozous vastgesteld. Bron: nl.lourdes-franche.org/De verschijningen BOODSCHAP 9 De één na laatste verschijning van de heilige Maagd Maria op aarde in Lourdes, zegt al iets over de één na laatste keer van de komst van de Heer. De heilige Maagd Maria maakt ons hiermede duidelijk dat een ieder die het licht van Christus in zijn hart draagt, niet bang hoeft te zijn, die zal zich niet branden aan het Licht van Christus en het vuur van Gods Liefde. Aan hem of haar behoort het eeuwig leven. Bron: nl.lourdes-franche.org/De verschijningen 18e verschijning, 16 juli 1858 Afscheid van Onze Lieve Vrouwe Bernadette voelt de mysterieuze oproep van de Grot, maar de toegang is verboden en met een houten hek afgesloten. Zij gaat dus naar de andere kant van de rivier. “Het scheen mij toe, dat ik bij de Grot was als de andere keren. Ik zag alleen maar de Maagd, ik had ze nooit eerder zo mooi gezien!” Bron: nl.lourdes-franche.org/De verschijningen BOODSCHAP 10 De heilige Maagd Maria laat zich zien in de glans van het eeuwige leven. Beeld van datgene wat wij kunnen bereiken als wij thuiskomen bij God.
16 1Koningen 19:13
17
MET BERNADETTE HET KRUISTEKEN MAKEN17 1ste verschijning, 11 februari 1858 Het kruisteken en de rozenkrans Het was de eerste verschijning van de heilige Maagd Maria aan Bernadette. Bernadette kwam bij de rots van Massabielle en zij zag iets wits. Een dame met een mooi figuur en met een rozenkrans in de hand. Een beetje angstig om het onbekende pakte Bernadette haar eigen rozenkrans, knielde en wilde snel een kruisteken maken. Dat lukte haar niet. We zien het wel eens meer, hoe onbewust een kruisteken gemaakt kan worden. Een snelle beweging van de rechterhand met twee of drie vingers omhoog en opzij. Alsof we een lastige vlieg wegjagen. Dat is geen kruisteken maken, maar een kruis slaan. Voor de heilige Maagd Maria is dat onaanvaardbaar om je zo in verbinding met de Vader in de hemel te willen stellen. Een kruis is een zware paal en een dwarsbalk, waar de Romeinen hun veroordeelden aan vastmaakten, met als enig doel hen te doen lijden tot de dood er op volgde. Het kruis verwijst dus naar het meest negatieve van het menselijke leven: het geweld, het lijden en de dood. Maar God heeft juist deze paal en dwarsbalk gekozen om zijn Liefde voor elke mens te tonen. Jezus heeft immers niet alleen het ergste van alle lijden en de meest onwaardige dood ondergaan en aanvaard, Hij, de Zoon van de mens geworden God, heeft van het kruis ook de plek gemaakt waar God en mens elkaar ontmoeten. Als we God willen ontmoeten, dan hoeven we onszelf maar te omgeven met het kruisteken. Door traag, met een wijds gebaar en ingetogen een kruisteken te maken en door het uitspreken van de woorden Vader, Zoon en heilige Geest, erkennen we God als heilige Drie-eenheid en stellen we ons onder de hoede van de hemelse Vader. Dat was voor de heilige Maagd Maria reden om nog vóór Zij met Bernadette bij de grot in gesprek ging of zelfs haar naam zei, Bernadette te leren hoe een goed kruisteken te maken. Door het kruisteken op het voorhoofd heeft elke gedoopte de sleutel tot het leven ontvangen. Het kruis is de toegangspoort naar een andere wereld, de wereld die Jezus “het Rijk van God” noemt. De heilige Maagd Maria leidt Bernadette met het kruisteken naar dat Rijk van God en ze beschrijft die wereld aan de andere kant van het kruis: “Ik beloof niet u gelukkig te maken op de wijze van deze wereld, maar wel op de wijze van de andere wereld”.
17 Uitgesproken tijdens de Lourdesviering van 22 januari 2010
18
Het kruis verwijst niet alleen naar het meest negatieve van het menselijke leven: het geweld, het lijden en de dood. Het verwijst ook naar de verkondiging van de Liefde van God die in de kruisiging van Zijn Zoon wordt geopenbaard. Allen die Bernadette daarna het kruisteken hebben zien maken, hebben vanaf die dag het belang van dit eenvoudige gebaar begrepen. Als religieuze werd Bernadette door een medezuster gevraagd: “Wat moet men doen om zeker naar de hemel te gaan?” Bernadette antwoordde: “Het kruisteken goed maken is al een hele stap”18. Enkele momenten voor haar sterven verzamelde Bernadette nog eenmaal al haar krachten om een laatste kruisteken te maken. Bij de verschijningen van de heilige Maagd Maria in de Grot trad Bernadette met een kruisteken een “andere wereld” binnen, en met eenzelfde kruisteken stapte ze bij haar dood de hemel van haar eeuwige Vader binnen. Zo’n rustig en wijds kruisteken maken, is een prachtig gebaar, van diepe betekenis. Het is de beste manier om met onze hemelse Vader in verbinding te komen!!
18 Soeurs de la Charité de Nevers, Bernadette zei …, naar vers 3
19
HET TEKEN VAN HET KRUIS HERKENNEN19 3e verschijning, 18 februari 1858 De eerste woorden, de dame belooft geluk Er zijn diverse spreekwoorden over het kruis. • God geeft kracht naar kruis • Iemand het heilig kruis nageven • Iemand aan het kruis nagelen • Elk huisje heeft zijn kruisje • Ieder moet zijn eigen kruis dragen maar die brengen ons niet bij de werkelijke betekenis van het kruis. Is lijden dan het teken van het kruis? Ieder mens maakt in zijn leven in de een of andere vorm lijden mee. Dat is niet het kruis, maar gewoon het menselijk bestaan zoals het is. Is liefde dan het teken van het kruis? In het hart van de wereld bestaat de liefde en velen leren haar kennen als echtpaar, als familie of in een gemeenschap. Hoewel de ervaring van de liefde best wel eens moeilijk kan zijn, kan men bij voorbaat toch nog niet spreken van het kruis. Nee, het teken van het kruis, is de ontmoeting van lijden en liefde. Op het kruis ontmoeten we de liefde van God, die als mensenzoon op aarde is gekomen en die door Zijn lijden aan het kruis, de hemel voor ons geopend heeft. Het teken van het kruis vinden we eveneens op een grootse manier terug in Lourdes. Lijden en liefde ontmoeten elkaar daar. De zieke ontmoet de ziekenhelper. De lijdende mens ontmoet de liefdevolle mens. De vrucht van hun relatie is zichtbaar op de van vreugde stralende gezichten van de door lijden getroffen zieken en op de blijde gezichten van de ziekenhelpers die hen bijstaan. Nu heeft alles wat met liefde te maken heeft eeuwigheidswaarde. Daarom blijven die liefdevolle gestes in het geheugen gegrift van hen die er getuigen van waren. Zowel de zieke als de ziekenhelper openen in Lourdes de weg naar de onzichtbare aanwezigheid van de Vader, de Zoon en de heilige Geest en zij vertalen dat in woorden als: “Hier is het anders”, “Hier voelt men zich thuis”, “Hemel en aarde raken elkaar bij de Grot”.
19 Uitgesproken tijdens het Lof ter ere van de heilige Maagd Maria op 25 maart 2010
20
De heilige Maagd Maria leert Bernadette het kruisteken te maken en belooft haar “het geluk van de andere wereld”. Daarmede leert de heilige Maagd Maria dat, net als in Lourdes, met het liefdevol omzien naar de lijdende mens de toegang tot het eeuwig leven wordt gecreëerd.
21
ROZENKRANS BIDDEN VOOR DE OVERLEDENEN20 8e verschijning, 24 februari 1858 Bekering en boete Of het nu in de kerk is of in Lourdes, bij de heilige Maagd Maria kom je om te bidden, een kaars op te steken, soms meerdere kaarsen. Je bidt om een goede afloop, je bidt om genezing en als genezing niet meer mogelijk is, dan bid je om kracht. We leggen al onze zorgen bij Haar neer, soms voor jezelf, maar vooral voor onze dierbaren. Toen mijn echtgenote en ik in 2004 Lourdes bezochten, waren we zo onder de indruk van de Rozenkransbasiliek, de ondergrondse kerk, de eucharistievieringen met vaandels en wierook, de grot, het aantal kaarsen, het water en de lichtprocessie, dat wij totaal geen aandacht hadden voor de vraag van de heilige Maagd Maria aan Bernadette bij de 8e verschijning: “Bid tot God voor de bekering der zondaars”. Augustus 2008 fietsten wij naar Nevers om Bernadette te bezoeken. Wij werden blij verrast door de aanwezigheid van een kopie van de grot van Lourdes en Bernadette te zien liggen in haar glazen schrijn, 129 jaar na haar dood. Dat maakte veel indruk op ons. In de kiosk op het plein van het klooster kocht ik het boekje “Bernadette zei” en daar las ik dat Bernadette veelvuldig het rozenhoedje bad voor de overlevenden en aan het eind van het rozenhoedje voegde ze er aan toe: “Zoet Hart van Jezus, wees mijn liefde. Zoet Hart van Maria, wees mijn heil. Mijn Jezus, barmhartigheid! Geef aan de zielen van de overleden gelovigen de eeuwige rust”21.
Toen dacht ik aan de opdracht van de heilige Maagd Maria aan Bernadette in Lourdes: “Bid tot God voor de bekering der zondaars” en zag ik ook de aanwezigheid van de rozenkrans bij haar. Ineens ging er mij een licht op. De heilige Maagd Maria kwam 150 jaar geleden naar Lourdes met een rozenkrans. Zij vroeg om te bidden voor de zondaars. De basiliek van Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans. Bernadette die de rozenkrans bad en het zinnetje toevoegde: “Geef aan de zielen van de overleden gelovigen de eeuwige rust.” Je bidt de rozenkrans dus voor de overledenen. Bernadette had de vraag van de heilige Maagd Maria begrepen en bad dagelijks haar rozenkransgebed. Waarschijnlijk wisten mijn ouders het ook, want vroeger baden wij thuis altijd de rozenkrans, op je knieën, op de kokosmat in de keuken. Waarom, dat wist ik niet, dat was mij nooit verteld, maar het moest. Terug uit Nevers ben ik gaan zoeken in de doos met papieren, die na
20 Uitgesproken tijdens de Lourdesviering van 17 oktober 2008 21 Soeurs de la Charité de Nevers, Bernadette zei …, vers 83
22
moeders overlijden bij mij terecht was gekomen. Ik vond zowaar het bericht van het overlijden van mijn vader in 1959. Daar stond midden op: “Wij bevelen de Ziel van de overledene in uw gebeden aan. Onderaan het bericht stond: “Rozenkrans bidden donderdag- en vrijdag des avonds 8 uur.” Wanneer en waarom we met rozenkrans bidden zijn gestopt, weet ik niet. Ook dit soort teksten komen we niet meer tegen op overlijdensberichten. Maar er blijkt wel uit dat het belangrijk was om voor de overledenen te bidden. Dat bidden voor de overledenen belangrijk is, maakt de evangelist Johannes ons duidelijk. In zijn Evangelie horen we Jezus zeggen: “In het huis van mijn Vader kunnen velen hun verblijf houden”22. Wat voor verblijven het zijn, kunnen we zelf invullen. Grote, kleine, dichtbij, veraf, lichte, donkere verblijven. Uiteindelijk willen we allemaal groeien naar het goddelijk Licht. Dat zit in onze ziel gebakken en groeien naar het goddelijk Licht kan alleen door Gods Liefde in je hart te dragen. De ziel in de mens komt op aarde om naar God toe te groeien. Daarom kwam God naar de aarde in de persoon van Jezus van Nazareth met als doel om voor ons een voorbeeld te zijn. Groeien naar God is …. net als God je medemens/je naaste lief te hebben. Dat is een moeilijk proces, want we hebben ook nog een eigen wil, die sterk in de materie hangt. Voor ons is de aarde de enige plek in het heelal waarin je op een makkelijke manier naar God toe kunt groeien. Gewoon je naasten liefhebben. De weg naar het Licht na de aardse dood schijnt moeilijker te zijn en schijnt – voor onze begrippen – een eeuwigheid te duren. Mede voor onze overleden dierbaren kwam de heilige Maagd Maria naar Lourdes, naar Bernadette, met haar rozenkrans en haar verzoek: “bid voor de overledenen, help hen naar het goddelijk Licht te groeien”. Wij levenden hebben onze groei naar het goddelijk Licht zelf in de hand. De overledenen kunnen het niet meer veranderen. Die beginnen in het hiernamaals met waar ze hier op aarde gebleven zijn. Om verder te groeien hebben zij ook onze aardse hulp nodig en wie wil niet zijn dierbare overledenen helpen? Het mooie van het bidden van de rozenkrans voor de overledenen is, dat dit tevens een daad van naastenliefde is, waardoor we ook zelf groeien naar het Licht. De heilige Maagd Maria zei ook tegen Bernadette “doe boete”. Boete doen is een beetje versterven, dat is je opzettelijk onthouden van aardse genoegens. Even 15 minuten besteden aan een ander, even je onthouden van de aardse genoegens en tijd nemen voor de rozenkrans, een vorm van boete, een vorm van naastenliefde voor onze overleden dierbaren.
22 Johannes 14:2
23
HET LEVENDE WATER23 9e verschijning, 25 februari 1858 De ontdekking van de bron Op 25 februari 1858 vroeg de Heilige Maagd Maria Bernadette om in de holte van de grot te kruipen en met haar handen in de grond te woelen. Er borrelde water op. Sinds die 25e februari 1858 is het stromen van het water uit de bron niet meer gestopt. Helend water, want enkele dagen later vond de eerste genezing plaats.
Een achtendertigjarige vrouw had twee kromme en verlamde vingers. In groot vertrouwen ging ze naar de grot, begon te bidden, klom over de steenachtige helling naar de oorsprong van de bron en dompelde haar hand in het water. Een heerlijk gevoel trok door haar heen, ze trok haar hand terug en haar vingers waren soepel geworden. Het water van de bron is geen wijwater. Het is doodgewoon water, licht kalkhoudend, het is geen thermaal water en heeft geen specifieke eigenschappen. De bron staat helemaal los van de rivier de Gave. Zo’n zelfde bron ontstond ook bij de berg Horeb, toen Mozes met zijn volk door de woestijn trok. Het is God die langs natuurlijke elementen geneest, bij de berg Horeb op verzoek van Mozes, in Lourdes op voorspraak van de heilige Maagd Maria en het gebed van de gelovige. Bernadette heeft zelf gezegd: “Men gebruikt het water als medicijn. Men moet geloven en bidden, zonder het geloof heeft dit water geen enkele waarde!” Water is van levensbelang, zonder water zijn wij ten dode opgeschreven. Het water in Lourdes verwijst naar een ander water. In het Evangelieverhaal van Johannes horen we Jezus zeggen: “Wie drinkt van het water dat Ik hem zal geven, krijgt in eeuwigheid geen dorst meer; integendeel: het water dat Ik hem zal geven, zal in hem opborrelen als een bron van eeuwig leven”24. Het is de heilige Maagd Maria die Bernadette op het helende water uit de bron wees. Het is de heilige Maagd Maria die ons naar haar Zoon wijst. Hij is de Bron van het levende water, dat eeuwig leven schenkt.
23 Uitgesproken tijdens de Mariaviering van 25 februari 2014 24 Johannes 4:14-‐15
24
MAAK EEN TEMPEL VAN JE LICHAAM25 13e verschijning, 2 maart 1858 De processie en de kapel Het eerste Bijbelboek Genesis is een geestelijk boek. We kunnen dit boek op vier manieren lezen. De eerste manier is letterlijk. Wij mensen hebben de neiging daar direct conclusies uit te trekken. De tweede manier is kijken naar de materie waarover het verhaal gaat en dat vertalen naar ons mens-zijn. De derde manier is geestelijk lezen. Wat doet de lezing met onze eigen geest? De vierde manier is hemels lezen. Hemels lezen is ons aardse mensen niet gegeven. Dat leren we pas in het hiernamaals. Als ik de eerste drie manieren van lezen op de woorden van de eerste mens, Adam, loslaat en ik lees: “Eindelijk, dit is been van mijn gebeente” 26 , dan is het duidelijk dat de eerste manier van lezen: “letterlijk” al veel schade heeft toegebracht aan de vrouw. Dat kan nooit Gods bedoeling zijn geweest.
Als we kijken naar de tweede manier van lezen. Naar de materie, dan lezen we: “been van mijn gebeente”. Het been van de borstkas beschermt het hart, waar onze geest in woont. Het been beschermt onze longen, onze levensadem. Het been beschermt alle vitale delen van het lichaam. Dat is precies wat een zorgzame vrouw doet bij haar man. Zij beschermt hem, zij maant hem tot rust als hij te fel naar de kinderen wil reageren, zij kleedt hem en zorgt dat hij er goed uit ziet. Daarom zei Adam: “Jij bent been van mijn gebeente”. In feite zei hij: “Jij bent mijn bescherming, zonder jou kan ik niet leven!”
Eva is op dezelfde manier door God geschapen als Adam. Alleen schiep God Eva binnen het esoterisch gebied van Adam, zijn aura. Die was bij Adam vele malen groter dan bij de huidige mens. Toen Adam wakker werd, voelde hij een tweede ik binnen zijn aura en hij zag zichzelf in de ander, Eva. Vandaar dat Adam zegt: “Vlees van mijn vlees”27 en dat was maar goed ook, want als God Eva buiten de aura van Adam had geschapen, dan hadden zij elkaar als vreemden gezien en waren wij mensen nooit geboren. Dat brengt ons bij de derde manier van lezen. “Wat doet het verhaal met onze geest?” Dat vraagt van ons om nog dieper na te denken over onszelf. De mens is geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. God is geest, dus de mens is van origine ook geest. God heeft altijd al bestaan en zal eeuwig bestaan. Ook de geest in de mens zal 25 Uitgesproken tijdens de Mariaviering van 15 oktober 2010 26 Genesis 2:23 27 Genesis 2:23
25
eeuwig bestaan Dat betekent ook, dat onze geest al voor onze geboorte bestond. Zonder Eva had onze geest nooit op aarde geboren kunnen worden. Daarom zei God: “Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik ga een hulp voor hem maken die bij hem past”28. Adam en Eva waren beiden nodig om onze geest hier op aarde geboren te kunnen laten worden. Onze geest wordt hier op aarde in een mens geboren om te groeien naar het kindschap van God. Daarom verscheen de heilige Maagd Maria in Lourdes om tegen ons te zeggen, net zoals ze op de bruiloft van Kana tegen de bedienden zei: “je moet bij Jezus zijn”. Bij Hem moet je zijn. Jezus zei dat ook tijdens het Laatste Avondmaal, tegen de apostelen: “Ik ben de weg, en de waarheid en het leven”29. De mate waarop wij die weg volgen is bepalend voor het leven van onze geest in het hiernamaals.
Blijft de vraag “hoe volgen wij die weg?” Ook daarin gaf de heilige Maagd Maria in Lourdes ons aanwijzingen. Ze zei tegen Bernadette: “Ga tegen de priesters zeggen dat ze hier een kapel moeten bouwen”. Wat voor onze geest betekent: “Maak van je lichaam een tempel voor de Heer, zodat Hij in je hart kan wonen”.
28 Genesis 2:18 29 Johannes 14:6
26
IK BEN DE ONBEVLEKTE ONTVANGENIS 16e verschijning, 25 maart 1858 “Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis” De Onbevlekte Ontvangenis van Maria is een dogma van de Rooms-Katholieke Kerk dat vroeger met een hoogfeest gevierd werd op 8 december, negen maanden voor het feest van de geboorte van Maria op 8 september. Het dogma bevestigt de bijzondere status van Maria door te stellen dat zij verwekt werd en ter wereld kwam zonder met de erfzonde te zijn bevlekt. Zij werd met een onbevlekte ziel ontvangen in de schoot van haar Moeder Anna. Op haar ziel werd door God reeds tevoren de zuiverende werking van de toekomstige verlossing door haar Zoon Jezus Christus toegepast.
Dit dogma bevestigt mijn overtuiging dat Maria een pure, zuivere en reine geest vanuit de hemel is en door God naar de aarde is gezonden om de geboorte van God, de Mensenzoon, mogelijk te maken.
27
DE VLAM EN DE KAARS30 17e verschijning, 7 april 1858 De vlam van een kaars 21-12-2012. We zijn de dag alweer vergeten. Toch was het een bijzondere dag. Het was de laatste dag van de Maya-kalender. Daarna zou er geen nieuwe dag meer zijn. Voor sommige mensen aanleiding om te veronderstellen dat dit het einde van de wereld zou zijn. De Maya-beschaving dateert van 2000 jaar vóór Christus en hun kalender liep van 11 augustus 3114 vóór Christus tot 21 december 2012 na Christus. De Maya’s kenden een volledig ontwikkeld schrift en haar beschaving viel op door haar kunst, architectuur, wiskunde en astronomie. De Maya-priesters hadden tot taak om de tijdcycli te interpreteren en daaruit voorspellingen te doen over de toekomst en zij stonden bekend om de ingewikkelde wiskundige en astronomische systemen die zij vele honderden jaren geleden bedachten.
Enkele duizenden jaren geleden berekenden zij bijvoorbeeld al de omwenteling van de maan (29,53020 dagen) en zij zaten er slechts 34 seconden naast. Opmerkelijk, aanleiding voor de één om 21 december 2012 serieus te nemen en voor de ander om er lacherig mee om te gaan. Toch zou ik er niet zo maar aan voorbij willen gaan. Rond 21 december 2012 is het precies 2000 jaar geleden dat de 12 jarige Jezus van Nazareth in de tempel van Jeruzalem uitleg gaf van de ware betekenis van de woorden in de Bijbel, aan de priesters van die tijd. Het was de vierde keer dat God, nu als Mensenzoon, op de aarde was om Zijn kinderen de weg naar het eeuwig leven te wijzen. De eerste keer bij de schepping, de tweede keer ten tijde van de Ark van Noach, de derde keer bij het Joodse volk in de woestijn en direct na de vierde keer kwam God als geest over de mensen heen. Wij allen dragen Gods levensgeest in ons. Het heeft slechts de grootte van het kleinste zaadje op aarde. Het bekende mosterdzaadje dat uit kan groeien tot een boom, waar velen onder kunnen schuilen. Want de levensgeest van God is bedoeld om alle mensen barmhartig, goed, geduldig, mild, betrouwbaar, zacht en liefdevol te maken. Als ik kijk naar de wereld in crisis, de ik-eerst cultuur, respectloos gedrag en andere uitwassen, dan denk ik dat het mosterdzaadje van Gods levensgeest wel wat groeikracht kan gebruiken. De mens, in zijn algemeenheid, blijkt niet in staat te zijn om dat mosterdzaadje van Gods levensgeest tot groei te brengen. Ook dat zal God vooraf al geweten hebben en daarom zal hij ook voor de zesde keer naar de aarde komen,
30 Uitgesproken tijdens de viering van Maria Lichtmis op 2 februari 2013
28
het is de voorlaatste keer. Niet zichtbaar, maar onzichtbaar. Hij zal in de harten van de mensen komen die voor Hem open staan, om hen te behouden voor het eeuwig leven. Het zou mij niet verbazen als die onzichtbare komst begonnen is op de dag dat het voor de Maya’s ophield, 21 december 2012. Die dag was het niet alleen precies 2000 jaar geleden dat Jezus als 12 jarige jongen in de tempel van Jeruzalem kwam, maar het is ook precies de dag waarop de aarde en de zon op één lijn stonden met het centrum van de Melkweg. Een uiterst uniek gebeuren. De Maya’s zagen dat moment als een wende, een ommekeer. Waarom vertel ik u hierover tijdens de Mariaviering van “Maria Lichtmis”? Waarom kreeg u een kaars met de afbeelding van Onze Lieve Vrouwe van Lourdes? Onze hemelse Moeder wil ons thuisbrengen bij God. Daarom is ze haar Zoon vooruitgegaan. In Lourdes leert ze ons met de volgorde van haar verschijningen de weg naar Jezus. Ze wijst ons de weg, hoe wij ons hart kunnen openen om God toe te laten.
Alle verschijningen vonden plaats in een grot. De grot is een plaats waar mensen beschutting kunnen vinden tegen ruw weer en duisternis. Als wij het moeilijk hebben, als het bij ons duister is, dan mogen we schuilen bij de heilige Maagd Maria. Zij zal ons op de goede weg helpen. Als eerste leerde zij aan Bernadette om een goed kruisteken te maken. Met het kruisteken en het uitspreken van Vader, Zoon en Heilige Geest, erken je God en stel je jezelf onder de hoede van de hemelse Vader.
Dat de heilige Maagd Maria tot doel heeft ons thuis te brengen bij God, dat blijkt uit de derde verschijning als zij geluk belooft, niet het geluk van deze wereld, maar wel het geluk in die andere wereld. Na een paar stille verschijningen zegt de heilige Maagd Maria in de achtste verschijning: “doe boete”. In deze tijd roept het zeggen van “doe boete” weerstand op. Moeten en boete doen is niet de taal van onze tijd. In onze tijd zou zij gezegd hebben: “Overdenk wat je goed hebt gedaan en wat verkeerd. Als je spijt hebt van het verkeerde, leg dat dan bij de hemelse Vader neer en vraag Hem Zijn hand op jouw hoofd leggen”. Daarom is er in de huidige boetevieringen handoplegging. We vragen God: “Vader, leg uw hand op ons hoofd, leg uw hand op ons leven! Wees een hand in onze rug als we tekort schieten. Wees een hand, die ons draagt, als ons leven te zwaar wordt. Wees een hand, die geleidt, als we zwak zijn”. Bij de volgende verschijning laat de heilige Maagd Maria Bernadette water drinken. Het water is eerst vol modder. Het wordt echter steeds schoner en is uiteindelijk helend water. De heilige Maagd Maria geeft hiermede aan dat als wij mensen drinken van het levende water, en dat is het Woord van God, als we die woorden in ons laten bezinken en overdenken, dan zal de diepere betekenis van het Woord
29
langzaam helder worden. Dan wordt het Woord zelfs helend en zo komen we dichter bij God, onze hemelse Vader. In de dertiende verschijning horen we de heilige Maagd Maria zeggen: “Ga tegen de priesters zeggen hier een kapel te bouwen”. Zij zegt daarmede tegen alle mensen: Maak van je lichaam een tempel. Een huis waarin God kan wonen. Zonder het te zeggen wijst de heilige Maagd Maria op de zesde onzichtbare komst van God op aarde. De zeventiende verschijning – de op één na laatste keer - heeft Bernadette een brandende kaars in haar linkerhand en met haar rechterhand beschermt zij de vlam tegen de wind. Maar de vlam raakt haar vingers, wel tien minuten lang, en ze heeft geen enkele brandwond.
De één na laatste keer van Moeder Maria op aarde in Lourdes, zegt al iets over de één na laatste keer van de komst van de Heer. De heilige Maagd Maria maakt ons hiermee duidelijk, dat iedereen die het licht van Christus in zijn hart draagt, niet bang hoeft te zijn. Die zal nooit verbranden. Aan hem of haar behoort het eeuwige leven. Amen!
30
DANKWOORD In het bijzonder wil ik mijn hemelse Vader danken voor de afgelopen jaren, waarin ik in mijn parochiegemeenschap mocht voorgaan in vieringen en Zijn Woord mocht overwegen. Op vragen om mijn geest te openen voor Zijn Woord werd ik door de jaren heen steeds gehoord en gaf het mij de mogelijkheid om thans dit boek te schrijven. Een woord van dank gaat naar de Lourdesvereniging Noordwijkerhout die mij gedurende vele jaren het vertrouwen gaven om voor te gaan in hun vieringen ter ere van de heilige Maagd Maria. Zij gaven mij eveneens het vertrouwen om hun pelgrimstocht in de jaren 2012 t/m 2014 pastoraal te begeleiden. Dank ben ik verschuldigd aan mijn echtgenote en mijn kinderen, die mij steeds door hun vragen en antwoorden hebben gesteund in het schrijven en voor wie ik soms, misschien wel vaak, afwezig aanwezig was, door in gedachten bezig te zijn met het schrijven. Dank ook aan mijn schoonzus Marga van der Lans-Boere. Met haar Bijbel op haar bureau heeft ze heel nauwgezet het typoscript gelezen en mij geattendeerd op taalfouten, verschrijvingen, te lange zinnen en ontbrekende gegevens. Door haar inbreng werd het verhaal makkelijker leesbaar.
31
LEO VAN DER LANS
Leo van der Lans is in 1946 te Voorhout geboren als negende kind in een Rooms-katholiek gezin. Naast een administratieve loopbaan was hij maatschappelijk betrokken bij de geestelijke gezondheidszorg, huisvesting van senioren en de plaatselijke geloofsgemeenschap. Hij volgde de pastorale school waar uitleg over de
Bijbel werd gegeven. Dat leidde tot een niet te stillen honger naar het Woord en de ontdekking van de boeken van de Oostenrijkse mysticus Jakob Lorber. Vanaf 1995 tot 2015 ging hij voor in vieringen van zijn geloofsgemeenschap.
Het Woord van God, 20 jaar Bijbelteksten overwegen en de boeken van Jakob Lorber gaven hem de inspiratie bij de totstandkoming van dit boek. Zijn eerder uitgegeven e-books zijn gratis te downloaden vanaf zijn website www.leovanderlans.nl
