DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

116
DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK EEN WAAIER AAN BEROEPSMOGELIJKHEDEN DANKZIJ EEN BREDE OPLEIDING

Transcript of DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

Page 1: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

DE BIO-INGENIEURAAN HET WERK

EEN WAAIER AAN BEROEPSMOGELIJKHEDEN

DANKZIJ EEN BREDE OPLEIDING

Page 2: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK
Page 3: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

1

Bio-ingenieur aan het werkJe bent jong en je wil wat ! Maar wat wil je? Het secundair onderwijs kent geen geheimen meer voor jou, maar wat ga je straks studeren? Deze keuze is niet gemakkelijk, want het aanbod om verder te studeren is immers heel groot. Het is dus des te belangrijker om je goed te informeren en zo de juiste keuzes te maken. Deze brochure helpt je daarbij.

Want, misschien is bio-ingenieur wel iets voor jou ! Een bio-ingenieur, wat is dat en wat doet die horen we je zeggen. Dit willen we je laten ontdekken aan de hand van getuigenissen van bio-ingenieurs afgestudeerd aan één van de universiteiten in Vlaanderen.Via hun profielen nemen we je mee in de wondere wereld van de bio-ingenieur en maak je kennis met een greep uit de vele functiesdie bio-ingenieurs uitoefenen zowel in binnen- als buitenland, privé-sector of overheid.

Je zal merken dat bio-ingenieurs boeiende en afwisselende jobs uitoefenen en bezig zijn met belangrijke maatschappelijke thema’szoals de duurzame productie en transformatie van voeding en andere biomassa, milieuproblemen, beheer van natuurlijke hulpbronnenen de ontwikkeling van de zogenaamde bio-economie; dit is een economie die niet enkel meer gebaseerd is op fossiele grondstoffenmaar meer en meer op hernieuwbare grondstoffen en bio-energie.

Uit de profielen blijkt ook dat bio-ingenieurs flexibel zijn, probleemoplossend denken en zichzelf en hun omgeving voortdurend bijsturen.Kortom, bij een bio-ingenieur past niet één bepaalde job, maar hij/zij kan veel verschillende jobs aan; dit door zijn veelzijdige opleidingmet een mix van wetenschappelijke en maatschappelijke vakken, van theorie en practica vanaf de start van je bacheloropleiding. Het niveau is zowel breed als diepgaand. Het studietraject ligt niet vast bij het begin, maar door de jaren heen stel je als student jeeigen pakket samen uit een ruim aanbod afgestemd op jouw interesses.

Ben je geboeid door wetenschappen en wil je mee werken aan de economie van morgen?

Twijfel dan niet langer en word bio-ingenieur!

Universiteit Gent, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappenUniversiteit Antwerpen, Departement Bio-ingenieurswetenschappenKatholieke Universiteit Leuven, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappenVrije Universiteit Brussel, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen

Page 4: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

2

Aerts Alexander Studiecentrum voor Kernenergie Wetenschappelijk medewerker

Beeckman Hans Koninklijk Museum voor Midden-Afrika Senior Scientist - Curator Laboratorium voor Houtbiologie en Xylarium

Beyen Lieve Cargill Food Technology Leader Europe Middle East Africa

Buyse Eline D. Stadsbader-Flamand CalculatorCallewaert Kim Aquafin Projectleider

Caron Korneel WATERLEAU Sales & Process EngineerCools Danielle Groep T Leuven Education College LectorCorbeels Marc Centre de coopération internationale en Wetenschappelijk onderzoeker

recherche agronomique pour le développementCoussement Ignace AgriCord Afgevaardigd bestuurderDe Belder Hendrik Tessenderlo chemie S.A., Division Aliphos Trade Manager Feed IngredientsDe Block Matthieu Altran NV ConsultantDe Bruycker Paul INDAVER General ManagerDe Naeyer Filip OVAM DiensthoofdDe Poorter Geert FAVV Directeur-generaal ‘Laboratoria beheer’ De Smedt Veerle KBC Senior opleidingsconsulentDebels Patrick Soresma, UNDP Consulent Water Resources Debusscher Diedert Forte Communication Architect - Managing Partner Degrande Ann World Agroforestry Centre Onderzoeker

Desmijter Marieke Vandemoortele Product Development and Support Manager Lipidsdi Marcantonio Marisa BMM Projectmanager Dils Evelien VITO OnderzoekerDotremont Chris Keppel Seghers Belgium Technology Manager

Dumortier Myriam Europese Commissie Policy OfficerEerlingen Relinde Campbell Foods Belgium R&D director

François Kjell Siemens SIPAT Business Area Manager

Inhoudstafel alfabetisch per naam

Page 5: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

3

Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: interfasechemie Universiteit Antwerpen en K.U.Leuven p. 10

Landbouwkundig ingenieur optie Waters en Bossen UGent p. 12

Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: technologie K.U.Leuven p. 14en bedrijfsleiding van landbouw- en voedingsnijverhedenBio-ingenieur Bodem- en waterbeheer, optie Waterbeheer UGent p. 16Master in de Bio-ingenieurswetenschappen optie milieutechnologie Universiteit Antwerpen

en UGent p. 18Bio-ingenieur in de Landbouwkunde, major: landbouweconomie K.U.Leuven p. 20Bio-ingenieur in het Land- en Bosbeheer, major: bosbouw en natuurbeheer K.U.Leuven p. 22Landbouwkundig ingenieur, major: fytotechnie K.U.Leuven p. 24

Landbouwkundig ingenieur, major: landbouweconomie en landbouwsociologie K.U.Leuven p. 26Landbouwkundig ingenieur, major: landbouweconomie en landbouwsociologie K.U.Leuven p. 28Master in de bio-ingenieurswetenschappen, katalytische technologie K.U.Leuven p. 30Landbouwkundig ingenieur optie Waters en Bossen UGent p. 32Landbouwkundig ingenieur optie Biotechnologie UGent p. 34Landbouwkundig ingenieur in de scheikunde, optie Industriële microbiologie UGent p. 36Bio-ingenieur in de Landbouwkunde, major: plantenbescherming K.U.Leuven p. 38Bio-ingenieur in de Milieutechnologie UGent p. 40Bio-ingenieur in de Milieutechnologie UGent p. 42Landbouwkundig ingenieur optie landbouweconomie en landbouwsociologie UGent p. 44van de ontwikkelingslandenBio-ingenieur in de Scheikunde UGent p. 46Bio-ingenieur in de Milieutechnologie UGent p. 48Master in de bio-ingenieurswetenschappen: milieutechnologie Universiteit Antwerpen p. 50Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: technologie K.U.Leuven p. 52en bedrijfsleiding van landbouw- en voedingsindustrieënLandbouwkundig ingenieur optie waters en bossen UGent p. 54Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: landbouwscheikunde K.U.Leuven p. 56en landbouwnatuurkundeBio-ingenieur in de Scheikunde UGent p. 58

Page 6: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

4

Ghyoot Wouter Umicore Materials Stewardship ManagerHeirman Sofie Grontmij ProjectleiderJasson Vicky CODA ResearcherKeirsebelik Ederic DEME Environmental Contractors Projectingenieur

Keymeulen Regine Lanxess NV MilieucoördinatorKoll Steve Belgacom Applied Web Metrics Manager Messiaen Tom Procter & Gamble Process Engineer Minten Bart International Food Policy Research Institute Senior Research Fellow/Program Leader

Neven David Food and Agricultural Organization Marketing Economistof the United Nations

Nuyens Jan Qatar Foundation Manager Qatar Robotic Surgery CentrePypers Pieter Tropical Soil Biology and Fertility Institute of Soil Scientist

the International Centre for Tropical AgricultureRouges Kim POVLT Voorlichter boomkwekerij en sierteelt Scheirlinck Hans Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender Coördinator Smeekens Sylvia Nitto Europe Process EngineerSnick Philippe Snick Euroingedients nv Gedelegeerd bestuurder Van Belleghem Bart Bienca Commercial DirectorVan Hyfte Annick Arcadis Belgium NV Projectleider Strategisch Advies Overheden Van Oevelen Dirk Belgian Icecream Group NV Directeur productie & logistiekVandeplas Isabelle Centre d’Étude et de Coopération Internationale Projectleider voor HaïtiVandeputte Greet Nestlé Product Technology Centre Scientist for Cereal Product Development/

R&D Project ManagerVanderborght Koen Danone Industrial TraineeVandersmissen Ine K.U.Leuven DoctoraatsstudentVeraverbeke Wim Fugeia ProjectleiderVerhaeghe Valentijn Crop's NV Key Account Manager Vermote Brecht Regionaal Landschap Groene Corridor vzw LandschapsanimatorVerverken Cedric Ablynx NV Project Manager

Page 7: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

5

Landbouwkundig ingenieur in de scheikunde, optie Industriële microbiologie UGent p. 60Bio-ingenieur Land- en Bosbeheer optie bodem en waterbeheer UGent p. 62Bio-ingenieur in de Cel- en Genbiotechnologie UGent p. 64Master in de bio-ingenieurswetenschappen, optie bodem en waterbeheer Universiteit Antwerpen

en UGent p. 66Landbouwkundig ingenieur optie waters en bossen UGent p. 68Bio-ingenieur in de Cel- en Genbiotechnologie UGent p. 70Bio-ingenieur in de Scheikunde UGent p. 72Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: landbouwscheikunde K.U.Leuven p. 74en landbouwnatuurkundeLandbouwkundig ingenieur, major: landbouweconomie en landbouwsociologie K.U.Leuven p. 76

Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: interfasechemie K.U.Leuven p. 78Bio-ingenieur in de Milieutechnologie, major: bodemconservering K.U.Leuven p. 80

Bio-ingenieur in de Landbouwkunde UGent p. 82Bio-ingenieur Land- en Bosbeheer UGent p. 84Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: interfasechemie K.U.Leuven p. 86Landbouwkundig ingenieur in de scheikunde en de landbouwindustrieën UGent p. 88Landbouwkundig ingenieur in de scheikunde en de landbouwindustrieën UGent p. 90Bio-ingenieur in de Milieutechnologie UGent p. 92Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: industriële microbiologie K.U.Leuven p. 94Bio-ingenieur in het Land- en Bosbeheer, major: bodemkunde en landgebruik K.U.Leuven p. 96Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: technologie van de voedingsnijverheden K.U.Leuven p. 98

Master in de bio-ingenieurswetenschappen, biosysteemtechniek K.U.Leuven p. 100Master in de bio-ingenieurswetenschappen, cel- en gentechnologie K.U.Leuven p. 102Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: industriële microbiologie K.U.Leuven p. 104Bio-ingenieur in de Scheikunde UGent p. 106Bio-ingenieur in het Land- en Bosbeheer, major: bosbouw en natuurbeheer K.U.Leuven p. 108Bio-ingenieur in de Cel- en Genbiotechnologie K.U.Leuven p. 110

Page 8: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

6

Afgevaardigd bestuurder Coussement Ignace AgriCordApplied Web Metrics Manager Koll Steve BelgacomCalculator Buyse Eline D. Stadsbader-FlamandCommercial Director Van Belleghem Bart BiencaCommunication Architect - Debusscher Diedert ForteManaging Partner Consulent Water Resources Debels Patrick Soresma, UNDPConsultant De Block Matthieu Altran NVCoördinator Scheirlinck Hans Bosgroep Vlaamse Ardennen tot DenderDiensthoofd De Naeyer Filip OVAMDirecteur productie & logistiek Van Oevelen Dirk Belgian Icecream Group NVDirecteur-generaal ‘Laboratoria beheer’ De Poorter Geert FAVVDoctoraatsstudent Vandersmissen Ine K.U.LeuvenFood Technology Leader Europe Beyen Lieve CargillMiddle East AfricaGedelegeerd bestuurder Snick Philippe Snick Euroingedients nvGeneral Manager De Bruycker Paul INDAVERIndustrial Trainee Vanderborght Koen DanoneKey Account Manager Verhaeghe Valentijn Crop's NVLandschapsanimator Vermote Brecht Regionaal Landschap Groene Corridor vzw Lector Cools Danielle Groep T Leuven Education CollegeManager Qatar Robotic Surgery Centre Nuyens Jan Qatar FoundationMarketing Economist Neven David Food and Agricultural Organization of

the United NationsMaterials Stewardship Manager Ghyoot Wouter UmicoreMilieucoördinator Keymeulen Regine Lanxess NVOnderzoeker Degrande Ann World Agroforestry Centre

Onderzoeker Dils Evelien VITOPolicy Officer Dumortier Myriam Europese CommissieProcess Engineer Smeekens Sylvia Nitto EuropeProcess Engineer Messiaen Tom Procter & Gamble

Inhoudstafel alfabetisch per functie

Page 9: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

7

Landbouwkundig ingenieur, major: landbouweconomie en landbouwsociologie K.U.Leuven p. 26Bio-ingenieur in de Cel- en Genbiotechnologie UGent p. 70Bio-ingenieur Bodem- en waterbeheer, optie Waterbeheer UGent p. 16Landbouwkundig ingenieur in de scheikunde en de landbouwindustrieën UGent p. 90Bio-ingenieur in de Milieutechnologie UGent p. 42

Bio-ingenieur in de Milieutechnologie UGent p. 40Master in de bio-ingenieurswetenschappen, katalytische technologie K.U.Leuven p. 30Bio-ingenieur Land- en Bosbeheer UGent p. 84Landbouwkundig ingenieur optie Biotechnologie UGent p. 34Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: industriële microbiologie K.U.Leuven p. 94Landbouwkundig ingenieur in de scheikunde, optie Industriële microbiologie UGent p. 36Master in de bio-ingenieurswetenschappen, cel- en gentechnologie K.U.Leuven p. 102Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: technologie K.U.Leuven p. 14en bedrijfsleiding van landbouw- en voedingsnijverhedenLandbouwkundig ingenieur in de scheikunde en de landbouwindustrieën UGent p. 88Landbouwkundig ingenieur optie Waters en Bossen UGent p. 32Master in de bio-ingenieurswetenschappen, biosysteemtechniek K.U.Leuven p. 100Bio-ingenieur in de Scheikunde UGent p. 106Bio-ingenieur in het Land- en Bosbeheer, major: bosbouw en natuurbeheer K.U.Leuven p. 108Bio-ingenieur in het Land- en Bosbeheer, major: bosbouw en natuurbeheer K.U.Leuven p. 22Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: interfasechemie K.U.Leuven p. 78Landbouwkundig ingenieur, major: landbouweconomie en landbouwsociologie K.U.Leuven p. 76

Landbouwkundig ingenieur in de scheikunde, optie Industriële microbiologie UGent p. 60Landbouwkundig ingenieur optie waters en bossen UGent p. 68Landbouwkundig ingenieur optie landbouweconomie en landbouwsociologie UGent p. 44van de ontwikkelingslandenMaster in de bio-ingenieurswetenschappen: milieutechnologie Universiteit Antwerpen p. 50Landbouwkundig ingenieur optie waters en bossen UGent p. 54Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: interfasechemie K.U.Leuven p. 86Bio-ingenieur in de Scheikunde UGent p. 72

Page 10: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

8

Product Development Desmijter Marieke Vandemoorteleand Support Manager LipidsProject Manager Ververken Cedric Ablynx NVProjectingenieur Keirsebelik Ederic DEME Environmental Contractors

Projectleider Callewaert Kim Aquafin

Projectleider Heirman Sofie GrontmijProjectleider Veraverbeke Wim FugeiaProjectleider Strategisch Advies Overheden Van Hyfte Annick Arcadis Belgium NVProjectleider voor Haïti Vandeplas Isabelle Centre d’Étude et de Coopération InternationaleProjectmanager di Marcantonio Marisa BMMR&D director Eerlingen Relinde Campbell Foods Belgium

Researcher Jasson Vicky CODASales & Process Engineer Caron Korneel WATERLEAUScientist for Cereal Product Development/ Vandeputte Greet Nestlé Product Technology CentreR&D Project ManagerSenior opleidingsconsulent De Smedt Veerle KBCSenior Research Fellow/Program Leader Minten Bart International Food Policy Research Institute

Senior Scientist - Curator Laboratorium Beeckman Hans Koninklijk Museum voor Midden-Afrikavoor Houtbiologie en XylariumSIPAT Business Area Manager Kjell François SiemensSoil Scientist Pypers Pieter Tropical Soil Biology and Fertility Institute of

the International Centre for Tropical AgricultureTechnology Manager Dotremont Chris Keppel Seghers Belgium

Trade Manager Feed Ingredients De Belder Hendrik TESSENDERLO CHEMIE S.A., Division ALIPHOSVoorlichter boomkwekerij en sierteelt Rouges Kim POVLTWetenschappelijk medewerker Aerts Alexander Studiecentrum voor Kernenergie

Wetenschappelijk onderzoeker Corbeels Marc Centre de coopération internationale en recherche agronomique pour le développement

Page 11: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

9

Bio-ingenieur in de Scheikunde UGent p. 46

Bio-ingenieur in de Cel- en Genbiotechnologie K.U.Leuven p. 110Master in de bio-ingenieurswetenschappen, optie bodem en waterbeheer Universiteit Antwerpen

en UGent p. 66Master in de Bio-ingenieurswetenschappen optie milieutechnologie Universiteit Antwerpen

en UGent p. 18Bio-ingenieur Land- en Bosbeheer optie bodem en waterbeheer UGent p. 62Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: industriële microbiologie K.U.Leuven p. 104Bio-ingenieur in de Milieutechnologie UGent p. 92Bio-ingenieur in het Land- en Bosbeheer, major: bodemkunde en landgebruik K.U.Leuven p. 96Bio-ingenieur in de Milieutechnologie UGent p. 48Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: landbouwscheikunde K.U.Leuven p. 56en landbouwnatuurkundeBio-ingenieur in de Cel- en Genbiotechnologie UGent p. 64Bio-ingenieur in de Landbouwkunde, major: landbouweconomie K.U.Leuven p. 20Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: technologie van de voedingsnijverheden K.U.Leuven p. 98

Bio-ingenieur in de Landbouwkunde, major: plantenbescherming K.U.Leuven p. 38Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: landbouwscheikunde K.U.Leuven p. 74en landbouwnatuurkunde Landbouwkundig ingenieur optie Waters en Bossen UGent p. 12

Bio-ingenieur in de Scheikunde UGent p. 58Bio-ingenieur in de Milieutechnologie, major: bodemconservering K.U.Leuven p. 80

Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: technologie K.U.Leuven p. 52en bedrijfsleiding van landbouw- en voedingsindustrieënLandbouwkundig ingenieur, major: landbouweconomie en landbouwsociologie K.U.Leuven p. 28Bio-ingenieur in de Landbouwkunde UGent p. 82Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: interfasechemie Universiteit Antwerpen

en K.U.Leuven p. 10Landbouwkundig ingenieur, major: fytotechnie K.U.Leuven p. 24

Page 12: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

10

Alexander Aerts

n Afgestudeerd in: 2002

n Opleiding: Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: interfasechemie,Doctoraat toegepaste biologischewetenschappen

n Bedrijfsgegevens: Studiecentrum voor Kernenergie www.sckcen.be

n Functie: Wetenschappelijk medewerker

“Wat ik ook enorm verrijkend vind, is dat je in het onderzoek in contact

komt en kan samenwerken met mensen vanuit de hele wereld.”

Page 13: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

11

De richting bio-ingenieur heeft als voordeel dat ze je een zeerbrede wetenschappelijke en technische basis geeft, waardoorje op veel terreinen je weg vindt als je wil en de moeite doet. Tijdens mijn bachelorjaren in Antwerpen heb ik een jaar in hetlokale praesidium gezeten. Natuurlijk ging ik af en toe naar eenTD en regelmatig op café met vrienden. Omdat ik erg geboeidwas (en nog steeds ben) door wetenschap heb ik gedoctoreerd.Het kan geen kwaad om een doctoraats diploma op zak tehebben, zeker niet als je op zoek bent naar een functie in het wetenschappelijk onderzoek.

Op zoek naar een functie in het wetenschappelijk onderzoek

Na mijn doctoraat was verder onderzoek doen een logischekeuze voor mij. Ik heb toen een onderzoeksproject opgesteldop basis van mijn doctoraatswerk. Dankzij financiering vanhet Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen(FWO) heb ik drie jaar aan dit project kunnen werken in hetCentrum voor Oppervlaktekatalyse aan K.U.Leuven. Het leukeaan deze periode was dat mijn onderzoek zich niet beperktetot mijn project, maar dat ik een steentje heb kunnen bijdragenaan vele andere doctoraatsonderzoeken van het laboratorium.Wat ik ook enorm verrijkend vind, is dat je in het onderzoek in contact komt en kan samenwerken met mensen vanuit de hele wereld. Nu werk ik aan het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK⋅CEN) te Mol. Dat ik daar begonnen benwas voor een groot deel aan toeval te wijten. Het SCK hadcontact opgenomen met de professoren in Leuven om advieste vragen over een technisch probleem waarmee ze kampten.Mijn promotor vroeg me of dit niets voor mij was. Ik heb toenbij het SCK gesolliciteerd en een aantal weken later kreeg ikeen telefoontje dat ik de job had. Ik werk mee aan het MYRRHAproject. De bedoeling van dit project is het bouwen van een

nieuwe en innovatieve kernreactor voor onderzoek en de productie van radio-isotopen voor medische toepassingen.Op dit moment is het project nog in ontwerp, maar als allesgoed gaat zal binnen een aantal jaren met de bouw gestartworden. Het onderzoek dat kan worden verricht in de MYRRHAreactor sprak tot mijn verbeelding. Een voorbeeld is onderzoekover transmutatie; dit is het omvormen van langlevend radioactiefafval naar kortlevend en bijgevolg veel minder gevaarlijk afval.Op die manier kan MYRRHA bijdragen aan de oplossing vanhet nucleair afvalprobleem.

Technische uitdagingen

Omdat het een zodanig innovatief project is, brengt het ontwerpvan MYRRHA een groot aantal technische uitdagingen metzich mee. Eén van die uitdagingen is dat de gasatmosfeer vande reactor gezuiverd moet worden om de goede werking ende veiligheid van de reactor te garanderen. Mijn taak is om eengeschikt zuiveringssysteem te vinden. Een brede wetenschap-pelijke basis en een gezonde dosis creativiteit om oplossingente vinden zijn natuurlijk een must. Je komt in contact met demeest uiteenlopende en zeer concrete technische en weten-schappelijke problemen. Ik werk in een team van vier weten-schappers en drie techniekers. Ons team kadert in een grotereonderzoeksgroep. Een goede communicatie is dus onontbeerlijk.

Page 14: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

12

Hans Beeckman

n Afgestudeerd in: 1982

n Opleiding: Landbouwkundig ingenieur optie waters en bossen

n Bedrijfsgegevens: Koninklijk Museumvoor Midden-Afrikawww.africamuseum.be

n Functie: Senior Scientist - Curator Laboratorium voor Houtbiologie en Xylarium

“Als bio-ingenieur heeft men volgens mij meer aandacht voor de

maatschappelijke relevantie van projecten.”

Page 15: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

13

De functie van curator komt neer op het organiseren van hetxylariumbeheer, het wetenschappelijk houtbiologische onder-zoek en de maatschappelijke dienstverlening op het gebiedvan de houtanalyses. Een xylarium is een wetenschappelijkereferentiecollectie van houtstalen. Het xylarium van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika herbergt 60.000 stalenvan 13.000 verschillende houtige planten, afkomstig van overde hele wereld. Met deze aantallen is de collectie de tweedegrootste in haar soort ter wereld.

Passie voor natuur

Ik ben aan de opleiding bio-ingenieurswetenschappen begonnen vanuit mijn interesse voor natuur en biologischewetenschappen. Van daaruit heb ik ook gekozen voor de opleiding water- en bosbeheer. Ik maakte achteraf mijndoctoraat rond een plantecologisch thema gecombineerdmet een houttechnologische methodologie. De kennis vanuitdeze opleiding en uiteraard het doctoraatswerk was perfectvoor deze functie als conservator in het laboratorium voorHout biologie en Xylarium in het Koninklijk Museum.

Maatschappelijk bewustzijn

Het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika is een bijzonderewerkomgeving. Omdat vele landen in Afrika grote noden kennen, worden bij ons projecten niet zozeer gekozen opbasis van wetenschappelijke redenen, maar wordt er vooralgekeken naar de behoeften van de mens. Als bio-ingenieurheeft men volgens mij meer aandacht voor de maatschappelijkerelevantie van projecten. Dat betekent dat niet enkel de wetenschappelijke kennis belangrijk is, maar dat er vooralaandacht besteed wordt aan de toepasbaarheid, het nut vande projecten. Zo zijn er projecten die de studie van de groei-profielen van tropische bomen als voorwerp hebben. In detropen is houtanalyse en meer in het bijzonder groeiringanalysedikwijls de enige manier om de productie van bomen en bossenin te schatten. Zonder gegevens hierover is het bijzondermoeilijk om een beheersplan op te maken dat duurzamehoutproductie voor ogen heeft.

Page 16: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

14

Lieve Beyen

n Afgestudeerd in: 1992

n Opleiding: Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouw -industrieën, major: technologie en bedrijfsleiding van landbouw- en voedingsnijverheden

n Bedrijfsgegevens: Cargill www.cargill.com

n Functie: Food Technology Leader Europe Middle East Africa

“De carrière verliep voorspoedig. Ik heb altijd zeer veel kansen

gekregen en deze ook gegrepen.”

Page 17: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

15

Als achttienjarige had ik eigenlijk een zeer brede interesse,gaande van talen, economie tot wetenschappen. In het laatstejaar van de secundaire school heb ik zelfs nog naar een piloot -opleiding geïnformeerd. Uiteindelijk koos ik voor de opleidingtot bio-ingenieur daar ik geboeid werd door wetenschappenen vooral de toepasbaarheid ervan, niet direct zicht had opwat ik later wilde gaan worden en de internationale mogelijk-heden en de vele beroepsuitwegen heel interessant vond.

Tijdens het eerste jaar stond er toch wel redelijk wat druk op.Ik heb vooral genoten van het kotleven en daardoor een helegoede tijd gehad met vrienden. Ook probeerde ik zoveel mogelijktijd vrij te maken voor mijn hobby’s. Uiteindelijk heb ik nog deleraaropleiding gevolgd; eerder omdat de werkgelegenheidop dat ogenblik niet echt goed was en ik mijn kansen wildeverbreden. Na mijn eerste lessen voor een klas wist ik echterdat dit niet mijn roeping was!

Ik solliciteerde zowel voor functies in productontwikkeling, kwaliteitszorg, productie en verkoop

In 1992 was het eigenlijk een moeilijke tijd om werk te vinden.Na mijn afstuderen beloonde ik mezelf met een paar wekenvakantie, maar ik had vlak voor ik op vakantie ging toch eenpaar vrije sollicitaties gestuurd. Grappig als ik nu bedenk datik zowel voor functies in productontwikkeling, kwaliteitszorg,productie en verkoop had gesolliciteerd. Veel breder kan jehet niet hebben maar ik had er totaal geen idee van wat dieverschillende jobs eigenlijk inhielden. Toen ik terugkwam vanvakantie had ik een positief antwoord van Cargill voor eeneerste gesprek. Vanaf dan is het snel gegaan en een paarmaanden later kon ik bij Cargill beginnen, meer bepaald inBergen op Zoom in Nederland.

De carrière verliep voorspoedig. Ik heb altijd zeer veel kansengekregen en deze ook gegrepen. Gedurende een jaar werkteik in ploegen in de productieafdeling waarna ik vervolgenskwaliteitssupervisor, kwaliteitsmanager, logistiek planner, productieverantwoordelijke voor de zetmeel- en glucosefabrieken hoofd werd van de afdeling die de technische ondersteuningnaar klanten verzorgde. Cargill gaf me ook de mogelijkheid omdeel te nemen aan het opstarten van fabrieken op verschillendeplaatsen in Europa. Vervolgens werd ik productmanager voorde sweetener business en hoofd van de technologieafdelingvoor EmeA (research, applicatie, process en product developmenten technische ondersteuning richting klanten). In deze functiebepaal ik de strategie voor de technologieorganisatie, zorg ikdat deze uitgevoerd wordt, verzorg ik klantencontacten en volgik projectportfolio’s op. Een goede technologische achtergrondis een basis, maar vooral omgaan met mensen, conflict -management, doorzetting, communicatie, aansturen, kunnenbeïnvloeden van beslissingen, goed kunnen organiseren enmensen kunnen inspireren zijn zeer belangrijk.

Combinatie met het gezinsleven

Mijn huidige functie is te combineren met mijn gezinsleven.Wij hebben drie kinderen en ik raad aan om vooral de huis-houdelijke taken uit handen te geven die je zelf niet leuk vindt,zodat je zeker nog genoeg tijd overhoudt om te genieten vanje gezinsleven. Vooral in de onderzoeksafdeling zie je vrouwelijkebio-ingenieurs, maar ook in productie en commerciële afdelingenkomen er meer en meer. Het geeft me veel voldoening als ikkijk welke mooie kansen ik al gehad heb en ik ga nu weer aaneen andere rol beginnen!

Page 18: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

16

Elyne Buyse

n Afgestudeerd in: 2009

n Opleiding: Bio-ingenieur Bodem- enwaterbeheer, optie Waterbeheer

n Bedrijfsgegevens: D. Stadsbader-Flamandwww.stadsbader.com/

n Functie: Calculator

“Als je van de studiebanken komt heb je alsbio-ingenieur een hele goede bagage mee,

maar je moet je altijd inwerken.”

Page 19: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

17

Ik ben afgestudeerd in 2009 als bio-ingenieur bodem- enwater beheer met de specialisatie waterbeheer. Op de jobbeursin de faculteit kwam ik in contact met Aquafin. Sinds oktober2010 koos ik een andere uitdaging en ben ik aan het werk bijD. Stadsbader-Flamand.

Hydraulisch beheer van het rioleringsstelsel

Aquafin zorgt ervoor dat het afvalwater in Vlaanderen verzamelden getransporteerd wordt via het rioleringsstelsel naar dewater zuiveringsinstallaties. In augustus 2009 startte ik alsProjectleider Netwerkbeheer en werd dan verantwoordelijkvoor het hydraulisch beheer van het rioleringsstelsel in verschillende zuiveringsgebieden. In eerste instantie zorg jeervoor dat het ontwerp van een nieuw rioleringsstelsel in ordeis. Dit krijg je na een grondige studie van het gebied aangeleverddoor een studiebureau. Het is de taak van de projectleiderom de volledige studie op te volgen, te controleren en tecoördineren qua timing, budget en kwaliteit.

Berekenen, voorbereiden en controleren

D. Stadsbader-Flamand is een aannemersbedrijf actief inVlaanderen, Wallonië en Noord-Frankrijk. Ik werk op de af delingmilieu als ‘calculator’ voor bodemsaneringen. Bij een offerte-

vraag maak ik een prijs op voorhet bodem saneringswerk. Daarnaast dient er nagekeken te worden of het door het studie-bureau voorgestelde projecttechnisch haalbaar is en of heteventueel op een meer economi-sche wijze kan uitgevoerd worden.

Wanneer we het werk gegund k rijgen, dient de werf voorbereid

te worden, de nodige bestel lingen te gebeuren en moeten er met de onderaannemers prijsafspraken gemaakt worden.Op wekelijkse basis is er een vergadering met de werfleiderswaar de stand van de zaken op elke werf in uitvoering wordtbesproken.

Een bio-ingenieur is veelzijdig

Natuurlijk vormen de eerste weken op de werkvloer een periodewaarbij je jezelf nog heel wat moet eigen maken. Als je van de studiebanken komt heb je als bio-ingenieur een hele goedebagage mee, maar je moet je altijd inwerken. Je weet paswerkelijk wat je job inhoudt na een aantal weken op de werkvloer.Zoals je leest kan je beide functies, bedrijven en sectoren onmogelijk met elkaar vergelijken, maar dit duidt ook op de vele mogelijkheden die je als bio-ingenieur op de arbeids-markt hebt.

Page 20: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

18

Kim Callewaert

n Afgestudeerd in: 2009

n Opleiding: Master in de bio-ingenieurs wetenschappen, optie milieutechnologie

n Bedrijfsgegevens: Aquafinwww.aquafin.be

n Functie: Projectleider

“Met elk project dat we uitvoeren, verbeteren we voor een stukje de

oppervlaktewaterkwaliteit in Vlaanderen,en daar ben ik trots op.”

Page 21: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

19

Als je begaan bent met het milieu, kan je bij Aquafin echt hetverschil maken. In opdracht van het Vlaamse Gewest bouwenen exploiteren we de nodige infrastructuur om het afvalwatervan de Vlaamse huishoudens te zuiveren Ik ben bij Aquafinprojectleider van een 25-tal projecten, wat betekent dat ikverantwoordelijk ben voor budget, timing en kwaliteit. Ik werkhiervoor continu samen met studiebureaus, gemeentes enaannemers. Met elk project dat we uitvoeren, verbeteren wevoor een stukje de oppervlaktewaterkwaliteit in Vlaanderen,en daar ben ik trots op.

Ik ben onmiddellijk na mijn studies bij Aquafin gestart, en hebin het voorbije jaar ontzettend veel bijgeleerd. Alles bij Aquafinspreekt me aan: de boeiende projecten, de toffe collega’s, de vele opleidingen, de mogelijkheid om in het buitenland tewerken, de glijdende werkuren, noem maar op. Die glijdendeuren zorgen trouwens voor een perfecte balans werk/privé,want je kan als het ware zelf je dag plannen. Je hoeft ookgeen uren in de file te staan, want Aquafin heeft twee satelliet -kantoren in Drongen en Herentals. Bovendien is Aquafin eenbetrouwbare werkgever, want het afvalwater zal altijd gezuiverdmoeten worden. Ik hoef dus geen schrik te hebben om morgenzonder werk te vallen. Over het loon en de extra’s hoor je meook niet klagen. Elk jaar 34 verlofdagen, daar kan ik mee leven!

Ik ben altijd al gefascineerd geweest door de wetenschappen.Toen ik in het middelbaar een studierichting moest kiezen,had ik snel beslist: wetenschappen-wiskunde! De keuze voorhoger onderwijs was minder evident, want er was zo veel datik wou doen. Bio-ingenieur was mij eerst onbekend, maardoor het bezoek aan een aantal informatiebeurzen, merkte ikdat het voor mij de geknipte opleiding was: veel variatie aanwetenschappen, wiskunde en economie. Die richting gaf meperspectief voor de toekomst. Gaandeweg kon ik mijn opleidingnog verfijnen met keuzevakken. Ideaal, want daardoor hoefdeik niet onmiddellijk te kiezen van zodra ik aan de universiteitbegon. Ik ben enorm tevreden met mijn keuze. Het was eeninteressante opleiding, die mij een afwisselde, boeiende jobheeft bezorgd.

Page 22: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

20

Korneel Caron

n Afgestudeerd in: 2008

n Opleiding: Bio-ingenieur in de Land-bouwkunde, major: landbouweconomie

n Bedrijfsgegevens: WATERLEAUwww.water-leau.com

n Functie: Sales & Process Engineer

“Tijdens mijn vierde jaar was ik praeses van de Landbouwkring,

nog steeds mijn topjaar in Leuven!”

Page 23: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

21

Ik heb voor de studies van bio-ingenieur gekozen omdat iktoch niet uit één van de wetenschappen wou kiezen. Ik moeteerlijk toegeven dat ik op dat moment nog niet helemaal beseftewat een ingenieur eigenlijk was. Economie interesseerde meook maar ik kreeg te horen dat ik als ingenieur nog altijd economie kon bijstuderen.

Mijn presesjaar, een topjaar!

Tijdens mijn studie dacht ik niet zo veel na over mijn latereberoepsleven; ik had wel altijd de intentie om in de voedings-industrie terecht te komen, maar gaandeweg is die intentieafgezwakt. De studies combineren met een tof studentenlevenging vrij vlot; ik heb weliswaar de eerste drie jaar een tweedezittijd mogen meemaken, maar al bij al is die combinatie goeddoenbaar. Zeker in de laatste jaren werd het aandeel studenten -leven nog groter maar dit had geen invloed op mijn resultaten.Tijdens mijn vierde jaar was ik praeses van de Landbouw-kring, nog steeds mijn topjaar in Leuven! Dat zou ik onmid-dellijk weer doen. Door mijn actieve deelname aan en hetorganiseren van activiteiten van de Landbouwkring, heb ik heelveel bijgeleerd over samenwerken. In mijn laatste twee studen-tenjaren heb ik, door mijn participatie in raden en besturen opfacultair en universitair niveau, vooral veel bijgeleerd over hoeje met heel diverse gesprekspartners kunt vergaderen en af-spraken moet maken. In mijn vijfde laatste jaar was ik alsstudentenvertegen woordiger lid van diverse raden van overkoe-pelende studenten organisaties, wat ook een unieke ervaringwas.

Groene economie

Groene economie interesseerde me heel erg en op de jobbeursvan de Landbouwkring leerde ik het bedrijf WATERLEAU kennen. Dat klikte direct en omdat ik vrij snel doorhad dat zeeenzelfde profiel zochten als het mijne, heb ik niet lang getwijfeldom in de maand juni voor WATERLEAU te tekenen. In het beginvoelde ik mij vrij hulpeloos want je moet overal uitleg en assis-tentie bij vragen. Nu krijg ik opdrachten waar ik zelfstandigalles in kan plannen. Mijn huidige job is tweeledig: ik ben betrokken in de verkoop en de opstart van afvalwaterzuiverings -installaties. WATERLEAU is over de hele wereld actief en ikwerk dus ook op projecten over de hele wereld. Dat is vrijboeiend en dagelijks kom je telefonisch of per e-mail in contactmet heel wat verschillende culturen. Daarnaast moet ik regelmatignaar klanten in het buitenland om installaties op te starten oftechnische uitleg te geven bij installaties die potentiële klantenvan plan zijn te kopen.

Vrouwelijke bio-ingenieurs zijn veel beter in het intern opleiden en trainen van (nieuwe) collega’s

Al mijn directe collega’s zijn ingenieurs, vooral bio-ingenieurs,en de basiskennis die we tijdens onze opleiding aangereiktkregen kan ik hier wel gebruiken. Er werken ook enkele vrouwelijke bio-ingenieurs in ons bedrijf die veel beter zijn in het intern opleiden en trainen van (nieuwe) collega’s omdatze beter aanvoelen wat en hoe ze iets moeten uitleggen. Zelf vind ik dat (en ik denk dat ik dan ook voor mijn collega’sspreek) door het internationale aspect en de commerciëleomgang met klanten de sociale vaardigheden veel belangrijkerzijn dan de ingenieursachtergrond.

Page 24: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

22

Danielle Cools

n Afgestudeerd in: 1996

n Opleiding: Bio-ingenieur in het Land-en Bosbeheer, major: bosbouw ennatuurbeheer, Doctoraat toegepastebiologische wetenschappen

n Bedrijfsgegevens: Groep T Leuven Education Collegewww.groept.be

n Functie: Lector

“Werken aan een hogeschool was eigenlijk de beste optie.”

Page 25: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

23

Als achttienjarige was ik geboeid door zowat alles wat ik tegenkwam in mijn omgeving. Ik was vooral een creatief iemand,tekende graag en speelde graag piano. Tijdens mijn middelbarestudies volgde ik Latijn-Grieks omdat ik geboeid werd doordie magische Griekse tekens. In de derde graad werd mijn interesse voor wetenschappen geprikkeld door een goedechemieleraar. Ik wou dan ook in eerste instantie voor chemiekiezen, maar het CLB stimuleerde mij voor de keuze van bio-ingenieur omdat deze studie veel meer mogelijkheden biedt.

Ik zag me in de bossen van Zweden of Noorwegen als bosbouwingenieur

Eigenlijk was ik liever buiten dan op de schoolbanken te zitten,maar mijn vrouwelijke plichtsbewustheid dwong mij om tochmaar naar de les te gaan. Ik zag me in de bossen van Zwedenof Noorwegen als bosbouwingenieur. Ik heb mijn studiemenuzo gevarieerd mogelijk gemaakt; de keuzemogelijkheid vanmajor en minor en keuzevakken bieden daartoe veel kansen.Ik was blij met mijn vrijheid als kotstudent en profiteerde daarop mijn manier van. Op kot in een omkaderingsgroep waseen hele ervaring en ik heb veel plezier gehad met de kot -genoten en de dichte vriendenkring van mijn jaar, waarmee er nog heel wat activiteiten worden georganiseerd. Voor mijnmasterproef deed ik onderzoek in het noorden van Thailand.Daar heb ik vooral geleerd om te relativeren en in te zien inwat voor luxe wij in België leven. Uiteindelijk doctoreerde ikomdat het onderwerp mij boeide en ik het als een baan beschouwde. Maar ik kwam met mijn onderwerp in een labowaar ik met niet zo thuis voelde en daardoor werd het eenleerrijke, maar geen aantrekkelijk ervaring.

Ik ondervond de moeilijkheden van het combineren van een gezin met een job

Na mijn doctoraat stond ik voor een moeilijke keuze. Ik had al1 dochter en ondervond de moeilijkheden van het combinerenvan een gezin met een job. Ik zag het niet zitten om in eenbedrijf te gaan werken, maar ook niet om les te geven op eenmiddelbare school. Werken aan een hogeschool was eigenlijkde beste optie en ik had geluk. Via mijn netwerk kwam ik aande weet dat er uren vrij waren op Groep T; ik kon lesgevenaan toekomstige industriële Ingenieurs en in de avondschoolaan studenten graduaat biotechnologie. Nadien ben ik terechtgekomen in de Lerarenopleiding van Groep T. Groep T wil innovatieve en creatieve leraars opleiden en daarvoor is mijnstudie wel een pluspunt; een bio-ingenieur heeft van demeeste wetenschappen kaas gegeten en dus gaat er al sneleen belletje rinkelen als je met wat dan ook in aanraking komt.Binnen de lerarenopleiding lager- en kleuteronderwijs sta ik invoor de vakken wereldoriëntatie (biologie en aardrijkskunde).Hiervoor moet je een goede inhoudelijke basis bezitten, flexibel zijn, studenten kunnen coachen en leerprocessenkunnen begeleiden. Sinds anderhalf jaar ben ik in bijberoepgestart als traiteurrestaurateur en verzorg ik kookworkshopsen catering.

Page 26: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

24

Marc Corbeels

n Afgestudeerd in: 1988

n Opleiding: Landbouwkundig ingenieur, major: fytotechnie, Doctoraat toegepaste biologischewetenschappen

n Bedrijfsgegevens: Centre de coop-ération internationale en rechercheagronomique pour le développement(CIRAD) www.cirad.fr

n Functie: Wetenschappelijk onderzoeker

“Belangrijke momenten waren de discussie-avonden rond ontwikkelingslanden waar

ik me voor het eerst in debatten hebgemengd over hoe het allemaal beter zou moeten kunnen op deze planeet.”

Page 27: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

25

Landbouw in de ontwikkelingslanden

Als zoon van een landbouwer wilde ik meer te weten komenover hoe planten groeien, hoe het kwam dat met meer bemesting er meer gewasopbrengst was, hoe je beter de onkruiden kon bestrijden. Eigenlijk wou ik eerst biologiestuderen, maar een leerkracht biologie adviseerde me omvoor bio-ingenieur te studeren omdat ik eerder in toepassingengeïnteresseerd was. In de laatste jaren van het secundair onderwijs kreeg ik ook meer interesse in de problematiek van landbouw in de ontwikkelingslanden. De eerste twee jaren moest ik erg hard studeren. Daarna vondik het meer relaxed en had ik een goede vriendenkring. Belangrijke momenten voor mij waren de discussieavondenrond ontwikkelingslanden waar ik me voor het eerst in debattenheb gemengd over hoe het allemaal beter zou moeten kunnenop deze planeet.

Ontwikkelen en gebruik van simulatie-modellen voor plantengroei

Door mijn opleiding raakte ik meer en meer geïnteresseerd in wetenschappelijk onderzoek: vooral het ontwikkelen en gebruik van simulatiemodellen voor plantengroei. Ik beslootdaarom om na mij studies verder te studeren in die richtingen vertrok voor 9 maanden naar Wageningen met een beursvan de Vlaamse Gemeenschap. Daarna wou ik naar een ontwikkelingsland vertrekken en liefst voor onderzoek aaneen universiteit. Het heeft een jaartje geduurd. Ik was eigenlijkeen beetje kieskeurig, en wou niet zomaar vertrekken in eenderwelk project. Intussen vond ik een tijdelijke job over milieu-vriendelijk boeren bij Bond Beter Leefmilieu. Ik zocht dus

die specifieke job en vond die uiteindelijk aan de Universiteit van Gent als wetenschappelijk medewerker in een projectvan de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) in Marokko. Het was een bodemkundig project aan de Ecole Nationale de l’ Agriculture te Meknes. In het begin bestond mijn taakvooral in het opzetten van een laboratorium voor bodem- en plantanalyses. Na een jaartje kon ik een wetenschappelijkprogramma opstellen en werd ik aangespoord om een docto-raatsopleiding te volgen. Werken als een jong onderzoeker ineen VLIR project was zeer verrijkend; ik denk dat ik veel meergeleerd heb dan op een laboratorium aan een universiteit inEuropa of de Verenigde Staten. Misschien niet op wetenschap-pelijk vlak, maar op het vlak van organisatie, management,sociale vaardigheden en werken in een ander cultuur. Met eendoctoraat op zak, was het makkelijker om een andere job tevinden als onderzoeker. Ik ben met de familie vertrokken naarEthiopië in het kader van een VLIR project aan de UGent. Dat contract heb ik vroegtijdig moeten afbreken omwille vande moeilijke werkomstandigheden in Mekelle, ten gevolge vande oorlog tussen Ethiopië en Eritrea. Ik had intussen een jobgevonden bij The Commonwealth Scientific and Industrial Research Organization (CSIR) in Perth, Australië. Daar kon ik verder onderzoek doen met plantengroeimodellen. Begin2002 ging ik solliciteren bij Centre de coopération internationaleen recherche agronomique pour le développement (CIRAD)en werkte en leefde in Brazilië (2002-2006), Harare (2007-2009) en opnieuw in Brazilië (tot nu). In mijn functie ben ikverantwoordelijk voor het onderzoek naar betere bodem- engewaspraktijken voor de kleine landbouwers. Mijn taak bestaatuit het schrijven van onderzoeksprojecten, het opleiden vanlokale master- en doctoraatsstudenten, het publiceren van de onderzoekresultaten en het leiden van de projecten meteen positieve impact op het leven van de kleine boeren.

Page 28: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

26

Ignace Coussement

n Afgestudeerd in: 1973

n Opleiding: Landbouwkundig ingenieur,major: landbouweconomie en land-bouwsociologie

n Bedrijfsgegevens: AgriCordwww.agricord.org

n Functie: Afgevaardigd bestuurder

“De functie vraagt overtuigingskracht, talenkennis, inlevingsvermogen in andere

culturen, dossierkennis, kennis van politiek en economische achtergronden

van ontwikkeling en van landbouw in de wereld.”

Page 29: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

27

Mijn studiekeuze voor bio-ingenieur sloot aan bij het milieuwaarin ik ben opgegroeid. Mijn vader verkocht namelijk vee-voeders, meststoffen en zaden. Ik vond de opleiding een karwei,wij moesten hard studeren en ik had iets te weinig geld omveel op café te gaan. Vanaf het 4e jaar heb ik veel bijgeleerd:interessante seminaries, zelf teksten schrijven, leren presenteren.Toch vond ik het een gezellige tijd en door de omgang metkotgenoten en presidiumleden ben ik assertiever geworden.Ik was vooral op het thuisfront sociaal geëngageerd: in de leiding van de jeugdbeweging (KLJ) en van de jonge boeren-werking (Groene Kring).

In 1973 was er geen overvloed aan jobmogelijkheden en ik koos voor een combinatie van marketingwerk voor eenveevoederfabrikant (consumentengedrag) en studie die daarmeete maken had (sociologie). Zes maanden na afstuderen kreegik de kans om voor K.U.Leuven als assistent te gaan werkenaan de landbouwfaculteit van Marokko. Voordien was ik nooitgeïnteresseerd in werken in het buitenland, maar dit leek meeen uitdaging, dit moest ik doen. In Marokko kwam ik terechtbij een schitterende leermeester en het werden vier bijzonderejaren; een mengeling van academisch werk en terreinwerk vooreen degelijke opleiding van Marokkaanse landbouwkundigen.Ik heb er zelf veel bijgeleerd; ik gaf vooral landbouweconomie

en deed onderzoek naar het verband tussen armoede enconsumptiepatronen van voedsel. De helft van het jaar was ik op het terrein bij boeren, elk jaar in een andere streek vanMarokko, en verzorgde ik een praktijkgerichte opleiding aanzeer gemotiveerde studenten. Op persoonlijk vlak vond ikwerken in het buitenland te geïsoleerd en sociaal veeleisend:de jaren 70 en begin 80 waren nog prehistorisch op vlak van communicatie met enkel brievenpost en gebrekkige (en peperdure) telefonie. De voordelen waren echter navenant:je kon niet anders dan lokaal goed trachten te integreren. Na vier jaar in Marokko heb ik in Leuven een postgraduaat in sociale antropologie afgelegd en sinds 1980 werk ik in de ontwikkelingssamenwerking. Vanuit Leuven coördineer ikAgriCord, een internationaal netwerk van ontwikkelingsorgani-saties uit negen OESO landen. Het zijn allemaal organisatiesdie opgericht werden door de boerenbond in hun land en diehun collega’s in ontwikkelingslanden steunen. Het werk houdtin dat ik de strategie van de organisatie help uittekenen endat ik de samenwerking tussen lidorganisaties aanstuur. De beslissingen worden genomen door verkozen boerenleiders.Ik leid werkvergaderingen van experts van de ledenorganisatiesen benader en onderhandel met financierende regeringen. De functie vraagt overtuigingskracht, talenkennis, inlevings-vermogen in andere culturen, dossierkennis, kennis van politieken economische achtergronden van ontwikkeling en vanlandbouw in de wereld. De meerderheid van de zowat 150 medewerkers in het AgriCord netwerk zijn vrouwelijkemedewerkers, behoorlijk evenredig verdeeld over alle niveaus.Drie van de acht directeurs in mijn raad van bestuur zijn vrouwen.Twee van hen zijn landbouwkundige.

Mijn partner is huisarts en is steeds als huisarts blijven werken.Wij hebben samen 3 kinderen en we hebben elkaar steedsalle kansen gegeven om ons eigen werk goed te doen (en we werken allebei graag...).

Page 30: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

28

Hendrik De Belder

n Afgestudeerd in: 1973

n Opleiding: Landbouwkundig ingenieur,major: landbouweconomie en land-bouwsociologie

n Bedrijfsgegevens: TESSENDERLOCHEMIE S.A., Division ALIPHOSwww.tessenderlo.com

n Functie: Trade Manager Feed Ingredients

“De keuze voor bio-ingenieurs -wetensschappen laat ook genoeg

mogelijkheden om in andere sectoren dan de landbouw tewerkgesteld

te kunnen worden.”

Page 31: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

29

Het was me via informatiedagen bekend dat de opleiding totlandbouwingenieur een brede wetenschappelijke basis had.De eerste jaren zijn breed wetenschappelijk en in de masterjarenis de keuze iets gerichter. Je kunt je eigen menu samenstellenen je specialiseren in de domeinen die je interesseren. Dit ge-combineerd met mijn duidelijke interesse voor dieren (met alshobby paardrijden) en de zoölogie, heeft me doen beslissente gaan voor landbouwingenieur. Deze keuze liet ook genoegmogelijkheden om in andere sectoren dan de landbouw tewerkgesteld te kunnen worden.

De studententijd was een mooie tijd over gans de periode

De studententijd was een mooie tijd over gans de periode, levendig maar ernstig gedurende de eerste jaren, intensermaar veeleisender in de laatste jaren. Tijdens het studentenlevenleerde ik vooral zelfstandig werken, de aanpak van anderen terespecteren maar ook de gekregen informatie kritisch bekijken.We beleefden ook plezier aan samen iets organiseren en realiseren.Ik heb steeds gehoopt dat ik mijn opgedane kennis zou kunnengebruiken om de veehouders/ landbouwers te informeren.Tijdens de studententijd was dit aspect van voorlichting mijnidee van wat een landbouwingenieur zou moeten doen.

Commerciële ervaring en vele internationale contacten

Vrijwel onmiddellijk na mijn studies ben ik beginnen werken.Mijn eerste job werd me aangeboden door één van de velemensen die ik had aangesproken en ik startte als ingenieur in

een varkensslachthuis voor de uitbouw van een varkens -integratie. Daar stond ik zeer dicht bij de varkenshouders enhet was een goede leerschool. Twee jaar later belandde ik inde farmaceutische sector in de Marketing Research voor hetgebruik van toevoegingmiddelen in de diervoeders en laterook in de verkoop. Daar heb ik enkele jaren ervaring kunnenopdoen in de handel van voederingrediënten en mocht ik ookde lancering van nieuwe voederingrediënten organiseren. Parallel aan deze job heb ik toen ook opdrachten gekregenals expert bij het Vredegerecht in landbouwzaken (ruilverkaveling,jachtgeschillen...). Met deze commerciële ervaring ben ik danaangeworven bij Tessenderlo Chemie in de afdeling mineralechemie. Aanvankelijk stond ik in voor de technische onder-steuning van het verkoopsteam en daarna werd ik Sales Manager. Momenteel, dank zij de vele internationale contactendie ik heb kunnen opbouwen in mijn verkoopsperiode, ben ikverantwoordelijk voor de uitbouw van het productengamma.Ik ben nu Trade Manager Feed Ingredients bij TessenderloChemie S.A. binnen de afdeling ALIPHOS. Tessenderlo Chemieis een belangrijk producent van het voedingsmineraal fosfordat onmisbaar is voor een gezonde voeding van dieren. Het ALIPHOS team commercialiseert dit mineraal. De verschil-lende producten die aangeboden worden als voedingelementnaar waarde kunnen schatten, is essentieel in deze job. Een diepgaande kennis van de voedingsleer en het metabolismevan de dieren is dus een grote troef. Zeker zo belangrijk iseen goed contact kunnen opbouwen met klanten, leveranciersen collega’s. Daarvoor is talenkennis essentieel en moet jeopen staan voor andere culturen en manieren van werken.Verder vraagt deze job ook organisatietalent en commerciëlekennis. Vooral de internationale contacten schenken veel voldoening en het is boeiend met mensen uit verschillendelanden te kunnen samenwerken.

Page 32: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

30

Matthieu De Block

n Afgestudeerd in: 2009

n Opleiding: Master in de bio-ingenieurs wetenschappen, katalytische technologie

n Bedrijfsgegevens: Altran NVwww.altran.be

n Functie: Consultant

“Ik ben verre van een hokjesdenker en hou wel van variatie.”

Page 33: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

31

Ik heb gekozen voor de opleiding tot bio-ingenieur omdat dieme een brede basis gaf om later in gevarieerde jobs en sectorenterecht te komen. Ik ben verre van een hokjesdenker en houwel van variatie en ik denk dat er bijna niemand afstudeert metdezelfde combinatie aan major-minor en keuzevakken tijdensde opleiding tot bio-ingenieur; een duidelijk bewijs van het af-wisselende menu. Ondanks het feit dat talen niet echt mijn“dada” zijn, begin ik er nu toch de waarde van in te zien omdatbv. Engels zowel universitair als professioneel de voertaal is.

Je leert als preses van de Landbouwkring lessen die geen enkele professor je kan leren

Tijdens het studentenleven heb ik me enorm geamuseerd!Misschien kwam dit ook omdat ik lid was van het presidiumvan de Landbouwkring. Je leert er lessen die geen enkeleprofessor je kan leren. Het is vooral boeiend om met een helegroep vrienden leuke dingen te organiseren en ergens samenvoor te gaan. Hierdoor leer je goed samen te werken en doeje mensenkennis op. Het studentenleven kon op sommigemomenten enorm veel tijd opslorpen, maar ik heb dat alleenmaar als een voordeel ervaren. Ik ben tijdens mijn studies nietop Erasmus geweest maar heb dit in het laatste jaar kunnencompenseren door enkele maanden in Zweden onderzoek tevoeren voor mijn masterproef. Na 5 fantastische jaren heb ikdan ook met spijt in het hart het studentenleven vaarwel gezegd.

Een boeiend project met vele uitdagingenen het is zeker geen nine-to-five-job

Veertien dagen na afstuderen had ik een contract op zak. Ik hebheel eenvoudig gesolliciteerd en daarna ging de bal vanzelf aanhet rollen. Het ingenieursdiploma is een toegangsticket datpoorten opent, maar daarna moet je jezelf altijd opnieuw bewijzen.Momenteel werk ik als consultant op een project bij AB Inbevin Leuven, meer bepaald als procesingenieur in de fabricatie.Tijdens mijn studies heb ik het vak “Inleiding tot mouterij enbrouwerij” gevolgd en mijn masterproef gemaakt in het Labovoor Mouterij en Brouwerij. Dit heeft me geholpen om in dezejob terecht te komen. Het is een boeiend project met vele uitdagingen en het is zeker geen nine-to-five-job. Het aller -belangrijkste aan mijn taak is: kunnen omgaan met werknemersop alle niveaus, goed in een team functioneren, een boodschapcorrect overbrengen naar anderen, snel denken en correcthandelen. Mijn verantwoordelijkheden in het project zijn diversen ik leer nog elke dag bij. Dit maakt het ook zo boeiend om steeds weer met nieuwe uitdagingen te werken.Momenteel is deze functie gemakkelijk te combineren, moestik een gezin hebben. Ik heb wel wat internationale ambities endan zal de combinatie vermoedelijk moeilijker worden. Brekenmet oude gewoontes is nooit leuk maar essentieel om te blijvengroeien en jezelf scherp te houden. Een werk- en reiservaringin het buitenland is hiervoor handig en iets wat ik zeker nastreef!Ooit een eigen bedrijf opstarten behoort ook tot de mogelijkheden.

Een dosis gezond verstand

Ik zou zeker nog voor dezelfde studie kiezen. Een dosis gezond verstand geflankeerd door de wil om door te zettenen ervoor te gaan zijn onontbeerlijk!

Page 34: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

32

Paul De Bruycker

n Afgestudeerd in: 1983

n Opleiding: Landbouwkundig ingenieur optie waters en bossen

n Bedrijfsgegevens: INDAVER NV www.indaver.be

n Functie: General Manager

“Ik geloof dat je een organisatie maar kan aansturen wanneer je én tussen de

medewerkers én tussen je klanten staat.”

Page 35: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

33

Een ingenieur wil steeds oplossingen aanreiken. Oplossingendie geboren worden uit de combinatie van enerzijds een sterkanalytisch denkvermogen, waardoor tot de essentie van hetprobleem wordt doorgedrongen en anderzijds een grote creativiteit in het uitwerken van antwoorden zonder daarbijgeremd te worden door het bestaande kader.

Dit is wat ik dagdagelijks in mijn functie als General Managerbij INDAVER NV moet waarmaken. Als General Manager voerik de directie over een vijftal afvalverwerkingsfabrieken in deBenelux waarin voor meer dan een half miljard euro werdgeïnvesteerd en die per jaar bijna 2 miljoen ton afvalstoffenverwerken.

Samenwerken is begrijpen

Daarnaast hebben wij met INDAVER NV talrijke samenwerkings -verbanden met gemeenten, steden en Intercommunales voorhet beheer en/of de verwerking van de op hun grondgebiedingezamelde huishoudelijke afvalstoffen. Alle installaties diewij beheren zijn hoogtechnologische installaties waarin afval-stoffen verbrand worden met energie- en/of materiaalrecuperatie,vergist, gecomposteerd of gerecycleerd worden. Vanuit mijnfunctie kom ik dan ook met heel wat mensen in contact. Ik geloofdat je een organisatie maar kan aansturen wanneer je én tussende medewerkers én tussen je klanten staat. Ik ben dus veelonderweg. Het regelmatig inspecteren van de diverse plants,het bijwonen van technische en commerciële meetings, het voor bereiden en leiden van de directievergaderingen enhet praten met mijn medewerkers vereist veel tijd. Belangrijkdaarbij is dat je de problemen op de werkvloer begrijpt.

Innovatieve oplossingen

Het luisteren naar klanten en het goed aanvoelen van wat zijwerkelijk belangrijk vinden is even essentieel. Onze klantenzijn vooral de grootindustrie en de steden en gemeenten.Door het feit dat ik dagelijks in contact wil staan met mijnklanten, kom ik dan ook veel in contact met onze Vlaamsebedrijfsleiders en met de burgemeesters en schepenen vanonze Vlaamse Gemeenten. Met hen werken wij innovatieveoplossingen uit voor het beheer van hun afvalstoffen. Tot opvandaag slagen we daar wonderwel in want Vlaanderen behoorttot de wereldtop op het vlak van duurzaam afvalbeleid.

Technische bagage helpt om beter te begrijpen

Nochtans wordt tot op vandaag de afvalverwerkingssectornog steeds argwanend bekeken. Ik dien dan ook veel aan-dacht te hebben om aan de bevolking en de politiek uit teleggen wat wij eigenlijk doen en vooral hoeveel inspanningenwij doen op het vlak van het nemen van milieubeschermendemaatregelen. Hoewel ik vandaag dus hoofdzakelijk mensenmotiveer, organisaties aanstuur, en wik en weeg over de tevolgen strategieën, blijf ik toch een ingenieur. De mij aangeleerdeanalytische denkwijze en technische bagage die ik heb mee-gekregen, die ik ook later in mijn job verder heb ontwikkeld,laten mij als manager toe om nog steeds goed te begrijpenhoe onze installaties werken en wat hun impact op mens enmilieu is. Enkel zo kan ik met mijn medewerkers, klanten enalle andere stakeholders met kennis van zaken overleggen en samen met hen innovatieve oplossingen uitwerken.

Page 36: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

34

Filip De Naeyer

n Afgestudeerd in: 1989

n Opleiding: Landbouwkundig ingenieur, optie Biotechnologie

n Bedrijfsgegevens: OVAMwww.ovam.be

n Functie: Diensthoofd

“Overleg en contact met diversebetrokken actoren behoort tot

het dagdagelijkse werk.”

Page 37: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

35

In 1989 studeerde ik af als landbouwkundig ingenieur, optiebiotechnologie, nadien volgde ik een bijkomende opleiding tot ingenieur in de milieusanering. Daarna ben ik gestart bij de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) alsverantwoordelijke voor de opvolging en beoordeling van bodem -onderzoeken en saneringen op diverse verontreinigde locaties.

Met het in voege treden van het bodemsaneringsdecreet in1995 is er binnen de OVAM een opmerkelijke personeels -uitbreiding gevolgd en heb ik de dagdagelijkse leiding gekregenover een team van medewerkers. Als diensthoofd en met eenteam van een 35-tal medewerkers zijn we verantwoordelijkvoor diverse taken op het vlak van bodemsanering.

Opvolging en financieringvan bodemsanering

De opdrachten van OVAM zijn omschreven en afgebakend in het afvalstoffendecreet en bodemdecreet en beslaan de problematiek van het afvalstoffen/materialenbeheer enbodem beheer. Specifieke taken voor een aantal medewerkerszijn onder andere de coördinatie en opvolging van de bodem -sanering van verlaten bedrijfsterreinen (Brownfields). Hierin gevenwe ondersteuning aan ontwikkelaars en andere actoren omtot een betere integratie te komen van de bodemsanering inde herontwikkeling van de terreinen. Voor bepaalde sectorenwordt tevens gezocht naar alternatieve manieren om bodem-sanering te financieren. Een vorm van financiering is het oprichten van organisaties die sectorgebonden zijn en die (een deel van) de saneringskosten op zich nemen.

Voorbeelden in dit kader zijn de oprichting van een fonds voor de bodemsanering van tankstations (Bofas) en het fondsvoor de bodemsanering van de droogkuissector (Vlabotex).De klassieke milieutechnische beoordeling van bodemonder-zoeken en saneringen behoren eveneens tot het takenpakketvan de medewerkers. Ook naar het bewaken van de kwaliteitbij zowel de boorfirma's, studiebureau's, laboratoria als aannemers worden belangrijke inspanningen geleverd.

Niet alleen management

Naast een in hoofdzaak coördinerende en sturende functierond deze items omvat mijn job eveneens het bijdragen aande verdere ontwikkeling van het beleidskader rond bodem -sanering in Vlaanderen. Overleg en contact met diverse betrokken actoren (bedrijven, studiebureaus, aannemers,overheidsinstellingen,ed) behoort tot het dagdagelijkse werk.De opleiding tot bio-ingenieur en mijn bijkomende opleiding in de milieusanering gaven me de nodige bagage om mijnhuidige functie uit te voeren.

Page 38: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

36

Geert De Poorter

n Afgestudeerd in: 1989

n Opleiding: Landbouwkundig ingenieurin de scheikunde, optie IndustriëleMicrobiologie

n Bedrijfsgegevens: Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketenwww.favv.be

n Functie: directeur-generaal ‘Laboratoria beheer’

“Zoals je ziet: als bio-ingenieur kan je bij de overheid een zeer

mooie carrière opbouwen.”

Page 39: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

37

Ik ben in 1990 na mijn legerdienst gestart als kwaliteits -verantwoordelijke bij het toenmalige Ministerie van Landbouwin het Rijksontledingslaboratorium Antwerpen. Een job bij deoverheid lijkt misschien saai maar dat was en is het zekerniet. De mogelijk heden tot bijscholing en het bijwonen van seminaries in het buitenland zijn talrijk aanwezig.

De dioxinecrisis onder controle

In 1999 ben ik op het hoofdbestuur van de Grondstoffen -inspectie beginnen werken als coördinator en bij het uitbrekenvan de dioxinecrisis kreeg ik de verantwoordelijkheid voor de coördinatie van binnen- en buitenlandse laboratoria dietienduizenden analyses dienden uit te voeren op dioxines en PCB’s. Daar heb ik leren werken onder erg stresserendeomstandigheden, maar dit had ook een keerzijde: je creëerteen formidabel netwerk op professioneel en privé-vlak. In 2000werd ik verantwoordelijke van de Consum- en TSE Gegevens-bank om in 2002 door te groeien tot centraal crisiscoördinatorvan het nieuw opgerichte Federaal Voedselagentschap. Vanaf 2003 werd ik directeur bij het Bestuur Controlebeleid.Ik was verantwoordelijk voor het uitstippelen van het controle-beleid in de transformatie- en distributiesector van de voedsel -keten. Dit omvatte ca. 70 % van de totale voedselketen.

Stabiliteit voor de Belgische voedingsindustrie

Mijn directie stond in voor het opmaken van de jaarlijksecontrole programma’s en het creëren van een transparantewetgeving zodat de voedingsindustrie in België een stabielkader heeft waarin zij kan opereren. In die functie kon ik dus grote verantwoordelijkheden koppelen aan steeds innoverende items. Als directeur vertegenwoordigde ik tevensBelgië op internationaal vlak (Europese Unie, Food LawEnforce -mentPractioners, Codex Alimentarius,…). Er waren ook zeerfrequente contacten met de verschillende beroepsfederaties(Fedis, Fevia, Febetra,…) waarbij er moet onderhandeld wordenover de toepassing van nieuwe wetgeving, het invoeren vangidsen i.v.m. autocontrole,...

Overheid biedt carrièrekansen

Sinds 2006 ben ik directeur-generaal ‘Laboratoria beheer’. In deze functie beheer ik een budget van meer dan 30 miljoeneuro. Het is dus belangrijk dat dit belastingsgeld op een correctemanier wordt gespendeerd. Dit gebeurt aan de hand van managementplannen en performantie-indicatoren. De tijd dat de overheid traag en ambtelijk werkt ligt al een eeuwigheidachter ons. Sturing en opvolging, vorming en beloning, projectenen resultaten: allemaal kernwoorden die in om het even welkprivé-bedrijf gebruikt worden én dus nu ook bij de overheid.Er is één belangrijk verschil: onze maatschappelijke rol, meerbepaald door nauwkeurige analyseresultaten te producerenover voedselproducten zodat de consument een veilig productkan verorberen. Zoals je ziet: als bio-ingenieur kan je bij deoverheid een zeer mooie carrière opbouwen die financieelzeker de vergelijking met de privé-sector kan doorstaan.

Page 40: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

38

Veerle De Smedt

n Afgestudeerd in: 1995

n Opleiding: Bio-ingenieur in de Landbouwkunde, major: plantenbescherming, Doctoraat toegepaste biologischewetenschappen

n Bedrijfsgegevens: KBCwww.kbc.be

n Functie: Senior opleidingsconsulent

“Ik raakte sterk geboeid door alles wat met human resources te maken had,

een totaal andere richting dan die ik als achttienjarige voor ogen had.”

Page 41: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

39

Ik was erg geïnteresseerd in planten en milieu. Initieel ging mijnvoorkeur uit naar biologie maar om meer beroepsmogelijkhedente hebben, koos ik uiteindelijk voor bio-ingenieur.

Ik moet eerlijk zeggen dat ik vond dat de richting bio-ingenieureen vrij theoretische richting was waar het toch vooral draaideom uit het hoofd leren. Analysevaardigheden werden er welsterk ontwikkeld.

Van praktijkonderzoek, proeftuinen, veilingen naar human resources

Tijdens mijn studies ben ik 1 jaar lid geweest van het presidiumals Erasmusverantwoordelijke. Aangezien mijn ouders vlak bijLeuven woonden zat ik niet op kot. Daardoor kon ik ook nogveel tijd doorbrengen met vrienden van het secundair onderwijsof in de zwemclub waar ik in die periode actief lid van was. Tijdens mijn masterproef kwam ik in contact met het praktijk-onderzoek en de proeftuinen en dat boeide mij sterk. Om diereden besloot ik nog enkele jaren in het onderzoek te blijven.Binnen K.U.Leuven werd er verwacht dat je doctoreerde terwijlje aan de universiteit verbonden bleef en dat wilde ik niet.Nadat ik drie jaar meegewerkt had in een Europees project,kreeg ik echter de gelegenheid om de resultaten van dezedrie jaren neer te schrijven onder de vorm van een doctoraat.Ik heb die kans gegrepen en behaalde zo mijn doctoraat. Tijdens mijn periode als doctorandus heb ik kunnen werkenaan een aantal andere vaardigheden zoals communicatie,organisatie, efficiëntie, overtuigen, … Na mijn doctoraat benik gestart binnen de veilingsector. Ik werd er aangeworven alshoofd van de biologische landbouw. Om diverse redenen ben

ik daar slechts een half jaar gebleven maar ik raakte er sterkgeboeid door alles wat met human resources te maken had,een totaal andere richting dan die ik als achttienjarige voorogen had. Ik maakte de overstap naar KBC waar ik ingezetwerd als personeelsadviseur, een functie waarin je zowel leidinggevenden als medewerkers advies geeft betreffende allerlei human resources processen (evaluaties, aanwer - vingen, …). Een zestal maanden geleden maakte ik de overstapnaar de functie van opleidingsconsulent. In mijn huidige functieben ik verantwoordelijk voor een opleidingstraject en volg dewettelijke verplichtingen op betreffende kennis- en bijscholings -vereisten voor medewerkers in verkoopsfuncties. Daarnaastben ik als projectleider of projectmedewerker nog betrokkenin diverse projecten rond ontwikkeling. Het is een heel gevarieerdefunctie met een grote autonomie en je moet blijk geven vanondernemerschap. Ik heb nooit spijt gehad van mijn overstapnaar human resources en opleiding. Noch in mijn vorige functie,noch in mijn huidige functie is een ingenieursdiploma vereist.Dat neemt niet weg dat het analytisch denken dat sterk ontwikkeldwerd tijdens mijn studies, mij al flink geholpen heeft in defuncties die ik uitgeoefend heb.

Druk gezinsleven met drie kinderen

Mijn huidige functie is combineerbaar met ons drukke gezins-leven met drie kindjes. Dit is voor een stuk te wijten aan hetfeit dat we er beiden bewust voor gekozen hebben dicht bijhuis te werken zodat we weinig tijd verliezen met vervoer vanen naar het werk. Mijn interesse voor bloemen en planten isgebleven en in de zomer breng ik dan ook veel tijd door inonze grote tuin.

Page 42: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

40

Patrick Debels

n Afgestudeerd in: 1995

n Opleiding: Bio-ingenieur in de Milieutechnologie

n Bedrijfsgegevens: Milieuconsulent (Soresma, Wereldbank, UNDP)

n Functie: Consulent Water Resources

"Chili werd enkele jaren mijn nieuwe thuis"

Page 43: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

41

Na 2 onderzoeksprojecten voor de EG en de Vlaamse Overheidwerd ik in 1997 uitgezonden door de Vlaamse Vereniging voorOntwikkelingssamenwerking en Technische Bijstand VVOB.Het Chileense Centrum voor Milieuonderzoek ‘EULA’, een interdisciplinaire onderzoeksinstelling opgericht in 1990 in het kader van de Italiaanse ontwikkelingssamenwerking, werd daarbij gedurende een 6-tal jaar mijn nieuwe thuis.

Projectcoördinator in Chili

Toen het VVOB programma in Chili werd afgesloten eind 2003,nam ik aan EULA de functie op van lokale projectcoördinatorin het kader van 2 internationale onderzoeksprojecten ter bevordering van integraal stroombekkenbeheer: ‘TWINBAS’en ‘TWINLATIN’. Aan deze projecten namen teams uit 3 Europese(Zweden, België, UK) en 7 Latijns- Amerikaanse landen deel(Chili, Nicaragua, Brazilië, Uruguay, Ecuador, Peru en Colombia).In totaal werden daarin 7 rivierbekkens (2 Europese, 5 Latijns-Amerikaanse) bestudeerd. Activiteiten omvatten o.m. het uitbouwen van een ‘geo-referencedenvironmental database’,het doorvoeren van hydrologische modelering, het analyserenvan de impact van menselijke activiteiten en van klimaats -verandering op de beschikbaarheid en kwaliteit van water,etc. Naast het onderzoekswerk zelf werd in het project veelaandacht besteed aan de interactie met de overheidsdienstenen andere potentiële eindgebruikers.

Advies aan Latijns-Amerika inzake milieubeleid

Momenteel ben ik, vanuit m'n vaste basis in Chili maar mettijdelijke verblijven in o.a. Nicaragua, Ecuador en Zuid-Afrika,via het Vlaamse ingenieursbureau Soresma nog steeds betrokkenbij Europese onderzoeksprojecten. Daarnaast voer ik als zelf-standige milieuconsulent opdrachten uit voor o.a. de Wereldbanken het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties UNDP,waarbij advies aan regeringen in Latijns-Amerika wordt verleendm.b.t. diverse aspecten van hun milieubeleid. In dit kader werdik recent tijdelijk aangesteld als projectontwikkelingsspecialist‘Internationale Wateren’ voor het Regionale Dienstencentrumvan UNDP in Panama, onder het GEF (Global EnvironmentFacility) Trustfund.

Troef van de opleiding is veelzijdigheid

Terugblikkend op mijn loopbaan tot dusver zou ik als één vande voornaamste troeven van mijn opleiding als bio-ingenieurzeker de veelzijdigheid van die opleiding voorop stellen: als kandidaat bio-ingenieur wordt je een brede waaier aan kennisaangebracht. Daarmee beschik je over een bijzonder goedebasis om in je professionele loopbaan multi-disciplinaire teamste begeleiden en ondersteunen, en kan je uiteindelijk heel diverse richtingen uit.

Page 44: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

42

Diedert Debusscher

n Afgestudeerd in: 1999

n Opleiding: Bio-ingenieur in de Milieutechnologie

n Bedrijfsgegevens: Forte www.forte.eu

n Functie: Communication Architect -Managing Partner

“Er zijn er wel meer die de wenkbrauwenoptrekken als ik ze vertel dat ik als milieutechnoloog nu actief ben in

marketing en communicatie.”

Page 45: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

43

Ik heb een passie voor communicatie. En dus heb ik er mijnberoep van gemaakt. Er zijn er wel meer die de wenkbrauwenoptrekken als ik ze vertel dat ik als milieutechnoloog nu actiefben in marketing en communicatie. “Dus jij doet niets meer metje diploma?”, klinkt het dan. Niets is minder waar. Dankzij mijnopleiding kan ik vlot bruggen bouwen tussen twee totaal ver-schillende werelden: die van ingenieurs en die van hun markt.

Managementadvies voor technologische bedrijven

Want dat is wat Forte doet: technologische bedrijven helpen omzich beter naar hun markt te oriënteren. We verlenen strategischadvies, begeleiden sales- en marketingorganisaties en realiserencommunicatieprojecten waarin de boodschap naar de marktcentraal staat. Marktgedreven bedrijven zetten nu eenmaal betere resultaten neer. Ze halen een hogere klanttevredenheid,hun personeel is meer gemotiveerd, hun processen duurzameren de aandeelhouderswaarde beter gefundeerd.

Ingenieur-marketeers

Forte combineert fundamentele tegenpolen in één team: ratioen emotie, cartesisch en chaotisch, technologie en marketing.Ik ben dan ook niet de enige 'abnormale' ingenieur in onsteam: bijna al onze medewerkers zijn ingenieurs met een passievoor communicatie, marketing en verkoop. Mijn ingenieurs-opleiding was dus zeker geen accident de parcours. Ik gebruikmijn technische bagage en mijn analytisch aangescherptegeest nog elke dag om mijn klanten te doorgronden en huntechnologisch aanbod te snappen.

Veelzijdige opleiding

We adviseren bedrijven in de meest uiteenlopende sectoren:milieu, energie, scheikunde, farmacie, maar ook ICT, bouw en technische dienstverlening, om er maar enkele te noemen.Kijk, dat is de typische veelzijdigheid van het diploma bio-ingenieur. Een stevig wetenschappelijk fundament, maar tegelijkeen brede kijk op de technologische toepassingen ervan. Ik gahelemaal uit de bol als een van die vele Vlaamse technologie-bedrijven mij vol trots hun fantastische innovatie voorstellen.Dan sta ik te popelen om ze te helpen dat aanbod stevig inde markt te zetten.

Snel doorgegroeid naar management

Ik werk nu tien jaar bij Forte, en op die tijd is mijn job sterkgeëvolueerd. Klanten adviseren blijft de hoofdbrok, maar sindsdrie jaar staat ook management op mijn agenda. In mei 2007rolde ik in de functie van gedelegeerd bestuurder. Een boeiendeuitdaging. Ik stuur een team aan van dertien mensen en eenhandvol freelancers, zet de lijnen uit van onze marketing enverkoop, en zorg dat het bedrijf financieel gezond blijft. Er wordtdus van mij verwacht een allrounder te zijn en altijd de helikopter -blik te behouden. En precies om die troeven worden veel bio-ingenieurs in het bedrijfsleven sterk gewaardeerd.

Page 46: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

44

Ann Degrande

n Afgestudeerd in: 1992

n Opleiding: Landbouwkundig ingenieur optie landbouweconomieen landbouwsociologie van de ontwikkelingslanden

n Bedrijfsgegevens: World Agroforestry Centre www.worldagroforestrycentre.org/

n Functie: Onderzoeker

“Wat me bijzonder bevalt in dit werk is dat het heel nauw aanleunt bij

wereldproblematieken zoals armoede -bestrijding en milieubescherming.”

Page 47: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

45

Met mijn diploma landbouwkundig ingenieur op zak en naeen korte stage in een onderzoeksproject in Mali, werd ikeind 1994 door de Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelings -samenwerking en Technische Bijstand (VVOB) naar Kameroenuitgezonden om er te werken bij ICRAF, het World AgroforestryCentre. Wist ik veel dat ik 16 jaar later het werk nog altijd evenverrassend en boeiend zou vinden.

Onderzoek om de productie te verhogen

Het ICRAF, is een leidinggevende organisatie in het onderzoeknaar land- en bosbouwtechnieken (agroforestry), heeft zijnhoofdzetel in Nairobi, Kenia, maar organiseert zijn onderzoekvia zes regionale programma’s. De focus ligt momenteel opde domesticatie van inheemse fruit- en medicinale bomen. Je kan het vergelijken met de selectie en teelt van bijvoorbeeldappels bij ons. Alleen dat het hier niet om appels gaat, maar ominheemse bomen die courant in de tropische boszone voor-komen, maar tot nu toe nog geen enkele vorm van selectieondergaan hebben. Een eerste stap is dan ook het identificerenvan uitzonderlijke variëteiten (grote productie, grote of zoetevruchten, etc.) die dan op grote schaal geproduceerd worden.Verder wordt er ook gedacht aan klassieke technieken vanplantveredeling zoals enten en dergelijke.

Het socio-economisch aspect is even belangrijk

Naast de productie van verbeterd plantmateriaal wordt ookveel aandacht besteed aan het ontwikkelen van methodesvoor de vermarkting van de producten, bijvoorbeeld door het organiseren van boerenassociaties, het opzetten van

informatie systemen voor het uitwisselen van marktinformatieen dergelijke meer. Dit alles geeft natuurlijk als einddoel het inkomen van de plattelandsbevolking te verhogen. Het onder-zoek bij het World Agroforestry Centre is participatief en deboeren worden van bij het begin betrokken in de ontwikkelingen evaluatie van de innovaties. Met mijn veelzijdige opleidingals landbouwkundig ingenieur, en de socio-economische inslag van de optie die ik destijds koos, ben ik perfect gewapendom de socio-economische aspecten van het domesticatie-proces te bestuderen en er zo voor te zorgen dat de methodesen technieken aangepast zijn aan de lokale omstandigheden.Mijn rol in het regionale onderzoeksteam richt zich dan ookspecifiek op het uitwerken van strategieën voor de diffusievan land- en bosbouwtechnieken met het oog op hun grootschalige adoptie door de boeren.

Wat me bijzonder bevalt in dit werk is dat het heel nauw aanleuntbij wereldproblematieken zoals armoedebestrijding en milieu-bescherming. De bescherming van het Centraal Afrikaanseregenwoud is van wereldwijd belang, terwijl we net in die strekenook de grootste armoede aantreffen. Het verzoenen van dezetwee doelstellingen vergt een totaal nieuwe aanpak en hieraankunnen meewerken geeft enorm veel voldoening.

De band met Vlaanderen

De band met Vlaanderen ben ik blijven behouden. Momenteelvoert ons programma in samenwerking met de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de Universiteit Gent een project uit in Kameroen en Congo dat gefinancierd isdoor de Belgische overheid en waarbij zowel Afrikaanse als Vlaamse thesisstudenten betrokken zijn.

Page 48: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

46

Marieke Desmijter

n Afgestudeerd in: 2008

n Opleiding: Bio-ingenieur in de Scheikunde

n Bedrijfsgegevens: Vandemoortelewww.vandemoortele.com

n Functie: Product Development and Support Manager Lipids

“Bij het ontwikkelen van nieuwe productenen het opvolgen van nieuwe trends gaan

we dus voortdurend op zoek naar nieuwe, innovatieve ingrediënten.”

Page 49: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

47

Ik werk sinds 2008 als Product Development en Support Ma-nager Lipids bij Vandemoortele. Vandemoortele is een Euro-pees voedingsbedrijf dat hoog kwalitatieve productenproduceert. De activiteiten van Vandemoortele kunnen wordenopgedeeld in 2 product groepen: frozen bakery products andmargarines and fats. Ik werk voor de productgroep margarinesen vetten. Naast retail producten (private label (huismerken)en eigen merken) verkopen wij ook industriële margarinesvoor het vervaardigen van bladerdeeg, koekjes,...

Onderzoek naar de perfecte mix

De functie zegt het zelf, een productontwikkelaar ontwikkelt(nieuwe) producten. Men kan zowel proactief een productontwikkelen als klant gericht. Proactieve ontwikkelingen zorgenervoor dat je de klant een oplossing kan aanbieden voor eenopkomende markttrend, wetgeving... zoals bijvoorbeeld hetverwijderen van transvetzuren, het verlagen van verzadigdevetzuren of het overschakelen naar natuurlijke ingrediënten(geen E nummers). Om hierop te kunnen inspelen is het belang-rijk dat je de markt kent. ‘Tailor made’-producten worden volledigop vraag van de klant ontwikkeld. Bij het ontwikkelen van eenproduct zijn niet alleen de ingrediënten, maar ook de mogelijk -heden in een fabriek de bouwstenen. Als productontwikkelaarfungeer je als schakel tussen de commerciëlen enerzijds enproductie en kwaliteit anderzijds. Je volgt het nieuwe receptop gedurende de volledige ontwikkelingsfase. In de R&D afdelingbeschikken we over een uitgebreid labo, test bakkerij, een kleineproductie eenheid waar stalen kunnen worden aangemaakt,...In het labo kunnen alle nodige analyses uitgevoerd worden,dit gaat van het onderzoeken van de verschillende vetkarak-teristieken en controle van ingrediënten tot het opvolgen vanshelflife,... Geregeld worden ook concurrentieproducten geanalyseerd. In de testbakkerij kan het ontwikkelde receptuitgetest worden in zijn applicatie (bv. een margarine voor

croissant applicatie kan effectief in croissants worden getest).De functionaliteit en smaak wordt zo gecontroleerd. Wanneereen recept op punt staat kan dit getest worden in de kleineproductie eenheid en kunnen stalen naar klanten gestuurdworden. Naast het ontwikkelen van nieuwe producten is hetook belangrijk een zicht te hebben op het huidige productgamma.Het is belangrijk dat dit up to date wordt gehouden. Bij hetontwikkelen van nieuwe producten en het opvolgen van nieuwetrends moet je dus voortdurend op zoek naar nieuwe, innovatieveingrediënten. Je hebt bijgevolg contact met verschillende leveranciers, bezoekt beurzen, workshops...

Specifieke kennis leer je op het werk, de basis heb je mee

Toen ik in het laatstejaar humaniora zat wou ik ‘iets met weten-schap’ studeren. Ik heb voor bio-ingenieur gekozen omdathet uiteraard heel wat wetenschappen bevat, maar toch eenbrede opleiding is waar je later vele kanten mee uit kan. In hetderde jaar van de opleiding koos ik voor scheikunde, voornamelijkomdat je hier heel wat voedingsvakken kan kiezen. De voedings -sector blijkt dan ook een goede werkgever te zijn voor bio- ingenieurs. Dit is niet enkel omwille van de kennis, die jevoornamelijk kan uitdiepen als je aan het werk bent, maarook omwille van de achterliggende werkhoudingen die jeaanleert. Zo moet je tijdens de opleiding veel oefeningenmaken en echt toepassingsgericht denken. Het helpt je omlater niet te eng naar een opdracht te kijken maar het overzichtte behouden. Daarnaast is het wel een veeleisende opleidingdie aantoont dat je kan doorzetten, plannen en je werk orga-niseren. In ons bedrijf zijn er vele voorbeelden van mensen die met het diploma Bio-ingenieur een mooie carrière hebbenuitgebouwd, wat uiteraard een mooie stimulans is voor jongeafgestudeerde mensen.

Page 50: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

48

Marisa Di Marcantonio

n Afgestudeerd in: 1995

n Opleiding: Bio-ingenieurin de Milieutechnologie

n Bedrijfsgegevens: BMM www.mumm.ac.be

n Functie: Projectmanager

“Aan boord van een klein vliegtuig bediendeik de apparatuur (IR, UV, radar) op zoeknaar al dan niet illegale olielozingen en

andere veront reiniging van de zee.”

Page 51: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

49

De beheerseenheid van het mathematische model van de Noordzee en het Schelde-estuarium, kortweg BMM is een departement van het Koninklijk Belgisch Instituut voorNatuurwetenschappen (KBIN),een federale wetenschappelijkeinstelling. De BMM verzamelt gegevens die noodzakelijk zijnom de toestand van het mariene milieu te evalueren en demathematische modellen te valideren. Het management gebeurt onder het gezag van de Minister die het milieubeleidonder zijn bevoegdheid heeft. De BMM staat voor een teamvan een 60-tal mensen dat er alles aan doet om de kennisvan de Noordzee te verbeteren en om wetenschappelijke mariene diensten aan te bieden.

Kennis van de Noordzee verbeteren

Als projectmanager coördineer ik vergunningsdossiers vanprojecten op zee. Op basis van het milieueffectenrapport (MER),worden de milieueffecten van de activiteit beoordeeld en krijgtmen al dan niet een vergunning om de activiteit te mogen uitvoeren. Een meerderheid van de aanvragen handelt overde toekomstige offshore windmolenparken en de bijhorendevoorbereidende werken, maar er zijn bijvoorbeeld ook aan -vragen voor het leggen van kabels, de exploitatie van zand en grind, aquacultuur, uitbreiding van de haven van Oostende,…De BMM stelt voor iedere vergunde activiteit ook een monitorings -programma op en voert een deel van dit toezicht en dezecontrole van het mariene milieu zelf uit. Eenmaal een wind -molenproject in constructie gaat, is er een bijna dagelijkse samenwerking met de ontwikkelaars, voornamelijk om allesvlot te laten lopen en problemen die zich voordoen snel tekunnen oplossen. Dit vergt een goed coördinatievermogen,analytisch inzicht en creatief denken. We werken vaak samenmet universiteiten, de overheid, wetenschappelijke onder-zoeksinstellingen en projectontwikkelaars.

Met boot en vliegtuig op zoek

Met het oceanografisch onderzoeksschip ‘de Belgica’ wordtwekelijks uitgevaren om de toestand van het mariene milieu te monitoren. 1 à 2 weken per jaar ga ik mee aan boord omte helpen bij staalnames gerelateerd aan de monitoring vande windmolenparken. Met de RIB (RigidInflatableBoat) van de BMM worden geluidsmetingen onder water en duik -campagnes uitgevoerd. Ik begon bij de BMM in het team van het luchttoezicht van de Noordzee. Aan boord van eenklein vliegtuig bediende ik de apparatuur (IR, UV, radar) opzoek naar al dan niet illegale olielozingen en andere veront -reiniging van de zee. Deze taken worden nu door mijn collega’suitgevoerd die eveneens de controle van de visserij en zand- engrindwinning uitvoeren.

Page 52: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

50

Evelien Dils

n Afgestudeerd in: 2008

n Opleiding: Master in de bio-ingenieurs -wetenschappen, milieutechnologie

n Bedrijfsgegevens: VITOwww.vito.be

n Functie: Onderzoeker

“Het is altijd mijn gevoel geweest dat ik als ingenieur mijn economische

en bedrijfsinzichten moest verbreden.”

Page 53: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

51

“Je studententijd moet je koesteren” zeg iedereen altijd. Om die goede raad op te volgen besloot ik na mijn 5 jaar bio-ingenieursopleiding dan ook nog een jaartje verder te genieten. Mijn keuze viel op een managementopleiding aande Antwerp Management School. Het is altijd mijn gevoel geweest dat ik als ingenieur mijn economische en bedrijfs -inzichten moest verbreden. En dat ging perfect in die opleiding.Na zes jaar studeren ging ik op zoek naar een eerste job binnende milieusector.

Bij VITO, de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek,vond ik een job binnen het milieudomein, die me ook nog voldoende raakvlakken biedt met kennis uit mijn management -opleiding. Als onderzoeker binnen de groep Transitie, Energieen Milieu, voer ik duurzaamheidsstudies uit voor zowel overheden(Vlaams en Europees) als voor bedrijven en sectorfederaties. Binnen het Vlaams Kenniscentrum voor Beste BeschikbareTechnieken (BBT), een van de referentietaken binnen VITO,voer ik studies uit in opdracht van de Vlaamse overheid. We inventariseren er informatie in verband met milieuvriendelijketechnieken, evalueren per bedrijfstak de Beste BeschikbareTechnieken en formuleren BBT-aanbevelingen naar de Vlaamseoverheid en bedrijven. Daarnaast werk ik ook aan duurzaam-heidsevaluaties van processen en producten, bijvoorbeeldaan de hand van een levenscyclusanalyse of met het Vlaamsmilieu-input-output model. Door een levenscyclusanalysekunnen we de totale milieubelasting bepalen van een productgedurende de hele levenscyclus, dus van wieg tot graf.

Het leuke aan een job binnen VITO is dat je voortdurend demogelijkheid krijgt nieuwe kennis te vergaren. De verschillendeonderzoeksdomeinen binnen VITO, maar ook gewoon binnenelke onderzoeksgroep zorgen voor een constante uitdaging.Daarnaast is het binnen de studies die ik uitvoer belangrijkgoede contacten te onderhouden, zowel met de opdrachtgeversals met de verschillende betrokken partijen, zoals sector -organisaties en bedrijven. Dit meer communicatieve aspectvan de job vind ik erg belangrijk. Reizen naar het buitenlandkomen er af en toe wel eens bij, maar zijn uiteraard erg afhankelijkvan de projecten waar je in betrokken bent. Congressen enbeurzen bijwonen in het buitenland horen er vanzelfsprekendook bij, zowel om zelf kennis te verzamelen als om eigen onderzoeksresultaten voor te stellen. Deze korte trips biedeneen extra afwisseling binnen mijn job waar ik ook nog eensveel uit leer.

Met mijn extra managementdiploma hoop ik in mijn latereloopbaan misschien meer te kunnen doen. Op dit moment is mijn job bij VITO de perfecte match met wat ik gehoopthad: een leerrijke, uitdagend, maar vooral plezierige job!

Page 54: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

52

Chris Dotremont

n Afgestudeerd in: 1986

n Opleiding: Ingenieur voor de Schei-kunde en de Landbouwindustrieën,major: technologie en bedrijfsleidingvan landbouw- en voedingsnijverheden,Doctoraat toegepaste biologische wetenschappen

n Bedrijfsgegevens: Keppel Seghers Belgium www.keppelseghers.com

n Functie: Technology Manager

“In 2005 maakte ik de overstap van de onderzoekswereld naar het bedrijfsleven.”

Page 55: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

53

Geen theorie om de theorie, maar het omzetten ervan in de praktijk.

Omdat ik vooral geboeid was door wetenschappen en hettoegepaste karakter ervan, ging ik naar de infodag van de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen. Het was ook weerhet toegepaste aspect van de onderzoeksprojecten dat mijvooral aansprak. Geen theorie om de theorie, maar het omzetten ervan in de praktijk. Het eerste jaar heb ik mij volledigtoegelegd op studeren. Veel tijd voor hobby’s was er dan ookniet. De latere jaren ben ik meer gaan genieten van het studenten -leven en frequenteerde fuiven en vooral ook de fakbar. Ik hebook nog heel leuke herinneringen aan de halftime, waarbij hetganse jaar betrokken was en waarbij we filmopnames gemaakthebben op en rond de campus.

Assistent bij de Faculteit Ingenieurs-wetenschappen

Na mijn opleiding bio-ingenieur heb ik nog een aanvullende licentie biotechnologie gevolgd. Helaas stond de biotechnologietoen nog in zijn kinderschoenen zodat tewerkstelling in diesector miniem was.

Kennis over membraantechnologie verbreden

Na de aanvullende licentie biotechnologie heb ik met succesgesolliciteerd als assistent bij de Faculteit Ingenieursweten-schappen, meer bepaald bij de chemische ingenieurstechnieken.Ik was geïnteresseerd in onderzoek en kreeg de kans om tewerken rond het thema membraantechnologie, en meer bepaald

pervaporatie van afvalwaters. Meteen was ook de link gelegd metmembranen en waterbehandeling/-bereiding. Na mijn doctoraatben ik als projectingenieur begonnen bij het Vlaams Instituut voorTechnologisch Onderzoek (VITO), bij de toenmalige vakgroepmembraantechnologie. Tijdens mijn doctoraat had ik al veelvuldigecontacten met de VITO zodat de overstap nadien evident was.Het liet mij toe om mijn kennis over membraantechnologie teverbreden naar alle membraan scheidingsprocessen die gang -baar zijn in de water- en solvent scheiding. Ik was betrokkenin zowel eigen gedefinieerde onder zoeksprojecten, begeleidingvan doctoraats beurzen, Europese en nationale onderzoeks-projecten en contractwerk. Gaandeweg kreeg ik meer verant-woordelijkheid en kwam er ook people management aan tepas in de functie van projectencoördinator.

Naar het bedrijfsleven

In 2005 werd ik benaderd door Keppel Seghers België enmaakte ik de overstap als technology manager watertechnologynaar het bedrijfsleven. De functie is erg gevarieerd, toegepast,en nog steeds binnen het onderzoeksgebeuren. Als technologymanager word je verondersteld aan technology watch te doen,de nieuwste technologische evoluties binnen jouw vakdomeinop de voet te volgen, en nieuwe onderzoeksprojecten te definiërendie op korte termijn moeten leiden tot nieuwe of verbeterdeproducten en/of processen. Ik werk in een internationale omgeving; ons hoofdkantoor is in Singapore. Ik skype en houop geregelde tijden tele- of videoconferences met ons kantoorin Singapore. Voor een periode van twee jaar (2007-2008) benik ook als Head of Water Research and Development (R&D)aangesteld in Singapore en heb daar in die functie een R&Dcentrum helpen opzetten. Een boeiende ervaring die me aande andere kant van de wereld gebracht heeft, met de nodigeinteressante multiculturele aspecten die daarbij komen kijken.

Page 56: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

54

Myriam Dumortier

n Afgestudeerd in: 1985

n Opleiding: Landbouwkundig ingenieuroptie waters en bossen en Doctor Landbouwkundige Wetenschappen

n Bedrijfsgegevens: Europese Commissieec.europa.eu/environment/nature

n Functie: Policy Officer

"We berekenen hoe de natuur er in 2030 zal uitzien in functie van

socio-economischeontwikkelingen, milieu-inspanningen en beleidskeuzes."

Page 57: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

55

Na mijn afstuderen in 1985 verrichtte ik onderzoek naar natuur-beheer in graslanden aan het Laboratorium voor Plantecologie(Universiteit Gent), wat in 1990 leidde tot een doctoraat. Vervolgens koos ik voor ontwikkelingssamenwerking in Nepal(3 jaar Community Forestry Specialist) en in Sri Lanka (2 jaarAgricultural Extension Specialist). Toen ik terugkeerde voerdeik diverse opdrachten uit rond regionale ontwikkeling in Tunesiëen rond bosuitbreiding en natuurontwikkeling in Vlaanderen.In 1998 koos ik opnieuw voor het wetenschappelijk onderzoek,rond biodiversiteit in bossen, aan het Laboratorium voor Bosbouw (Universiteit Gent). In 2000 werd ik aan de Vlaamseoverheid verantwoordelijk voor het Natuurrapport. Tien jaarlater, juni 2010, koos ik opnieuw een andere uitdaging: het ontwikkelen vaneen EU strategie inzake invasieve soortenbij de Europese Commissie. Sinds 2007 heb ik bovendien hetvoorrecht mijn ervaringen te mogen delen met de studenten,als gastprofessor Bos- en Natuurbeleid (Universiteit Gent).

Het toekomstbeeld van de natuur berekenen

Bij de Vlaamse overheid was ik verantwoordelijk voor deweten schappelijke ondersteuning van het beleid via het Natuurrapport. Dat is een decretale taak van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. Het rapport wordt opge-maakt op basis van gegevens van diverse wetenschappelijkeinstellingen, administraties, openbare instellingen en particuliereorganisaties. Het behandelt de toestand van de biodiversiteiten ecosystemen, de oorzaken van verandering, de voortgang,efficiëntie en effectiviteit van beleidsinspanningen en maat-schappelijke aspecten. Het laatste rapport dat ik coördineerdewas een toekomstverkenning. Daarin berekenden we hoe denatuur er in 2030 zal uitzien in functie van socio-economischeontwikkelingen, milieu-inspanningen en beleidskeuzes.

Milieu beschermen op Europees niveau

Een neveneffect van de globalisering is dat heel wat plant- endiersoorten bewust of toevallig over de planeet getransporteerdworden. Sommige soorten vinden ver van hun oorsprongsgebiedeen nieuwe niche waardoor ze explosief uitbreiden en schadeberokkenen aan de biodiversiteit, de economie en/of de volks -gezondheid. De problematiek is moeilijk controleerbaar op niveau van de lidstaten, waardoor de Europese Unie dit inhanden wil nemen.

Op het milieudepartement (DG Environment) van de Europese Commissie ben ik dit beleid nu aan het voorbereiden.Dat gebeurt in overleg met de 27 lidstaten, met andere relevantedepartementen (bijvoorbeeld handel, ondernemingen, ontwikkelingssamenwerking of plant- en diergezondheid) enmet talrijke belangengroepenzoals dierhandelaars, bontkwekers,scheepvaart of producenten van biologische bestrijdingsmiddelen.Bij dit werk komen alle mogelijke aspecten van ecologie enbiologische productie kijken, alsook van heel andere disciplinesals economie, recht en financiën. Mijn diploma van bio-ingenieuris ongetwijfeld het toegangsticket geworden voor een boeiendeen gevarieerde loopbaan.

Page 58: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

56

Relinde Eerlingen

n Afgestudeerd in: 1990

n Opleiding: Ingenieur voor de Schei-kunde en de Landbouwindustrieën,major: landbouwscheikunde en landbouwnatuurkunde, Doctoraattoegepaste biologische wetenschappen

n Bedrijfsgegevens: Campbell Foods Belgiumwww.campbells.be

n Functie: R&D director

“Een internationaal bedrijf werkt uiteraardop een andere manier dan een klein

familiebedrijfje: alles is veel meer gestructureerd en verantwoordelijkheden

zijn meer afgelijnd.”

Page 59: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

57

Ik genoot van TD’s, activiteiten met medestudenten, de vrijheid die ik had enhet zelf beslissen wat, waar en wanneer

Van kindsbeen af was ik zeer geïnteresseerd in de natuur.Later werd ik ook wel aangetrokken door het mysterieuze datuitging van een laboratorium. Maar toch nam ik heel laat debeslissing om voor bio-ingenieur te gaan omdat ook geneeskundeme heel erg aansprak. Tijdens het jaar studeerde ik bijna elkedag, maar ik genoot van TD’s, activiteiten met medestudenten,de vrijheid die ik had en het zelf beslissen wat, waar en wanneer.

De industrie lonkt

Toen ik afstudeerde waren er weinig vacatures gezien de mindergunstige economische omstandigheden. Ik solliciteerde openkele plaatsen, maar al gauw bleek dat er niet echt een jobbij was die me boeide. Aangezien ik gevraagd werd door enkele proffen of ik geen interesse had om bij hen te komendoctoreren, was de stap vlug gemaakt. Na wat wikken enwegen, besloot ik dan om te doctoreren. Na mijn doctoraaten een onderzoeksfunctie aan de universiteit, begon de industrie meer en meer te lonken. Toen er in een klein bedrijfjein vegetarische voeding gezocht werd naar iemand om enerzijdshun proces te verbeteren en anderzijds een subsidiëring vanhet Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie(IWT) aan te vragen, meldde ik me aan en werd onmiddellijkin dienst genomen. Officieel was ik verantwoordelijk voor deproductontwikkeling, maar daarnaast deed ik ook alles aan-gaande etikettering (wetgeving), ondersteunde ik de kwaliteits -afdeling, stelde ik kwaliteitsprocedures op en gaf ikondersteuning aan de verkoopsafdeling.

Werken voor een internationaal bedrijf

Enkele jaren later contacteerde Campbell Foods Belgium mij.Ze waren op zoek naar een R&D Research and Development(R&D) / Quality Assurance (QA) manager. Campbell FoodsBelgium werkt als internationaal bedrijf uiteraard op een anderemanier dan een klein familiebedrijfje: alles is veel meer gestruc-tureerd en verantwoordelijkheden zijn meer afgelijnd. Naast deverantwoordelijkheid aangaande de kwaliteit van de geprodu-ceerde producten, was ik ook verantwoordelijk voor de ontwikkeling van producten. Er werken bij Campbell FoodsBelgië meerdere bio-ingenieurs waaronder ook vrouwen: productontwikkelaars, verantwoordelijke voor wetgeving, productieverantwoordelijke, verantwoordelijke voor de klanten-dienst. Als R&D director ben ik nu verantwoordelijk voor deontwikkeling van de producten die we in België produceren:koude sauzen en condimenten van Devos-Lemmens, pudding-en bakmixen van Imperial, fonds en bouillons van LaCroix enOxo. Mijn taak bestaat er voornamelijk in om de product -ontwikkelaars te sturen en de projecten die voornamelijk vande marketing komen in goede banen te leiden. Dit betekentdat we met het productontwikkelingteam nagaan of de ideeëndie marketing heeft haalbaar zijn. Daarna worden er testengedaan, eerst op keukenschaal en later in de productie. De producten moeten lang houdbaar zijn en daarom moetende samenstelling en het proces correct zijn. Hiervoor gebruikenwe computermodellen en testen in het laboratorium. Naast deactiviteiten in België volg ik ook de ontwikkelingen van productenvan mijn Europese collega’s, die voor de Belgische markt bestemdzijn. Hiervoor moet ik regelmatig reizen naar de vestigingen inZweden, Duitsland, Frankrijk en Nederland. Kortom het is een heel boeiende job met veel variatie maar ook met veeluitdagingen wat de nodige druk meebrengt.

Page 60: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

58

Kjell Francois

n Afgestudeerd in: 2002

n Opleiding: Bio-Ingenieur in de Scheikunde - Doctor in de ToegepasteBiologische Wetenschappen

n Bedrijfsgegevens: Siemens www.Siemens.be

n Functie: SIPAT Business Area Manager

"Ik kom in contact met de grote farmaceutische wereldspelers"

Page 61: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

59

Na mijn studies als bio-ingenieur heb ik een drietal maandengewerkt als kwaliteitsverantwoordelijke bij ALLGRO, een groente -versnijdend bedrijf. Daar was ik verantwoordelijk voor de implementatie van HACCP (een systematische preventieveaanpak van de voedselveiligheid) in het productieproces.Daarna heb ik een doctoraatsonderzoek uitgevoerd in hetlabo voor levensmiddelenmicrobiologie en –conservering aande universiteit. Ik heb er vier jaar gewerkt in het gebied van depredictieve microbiologie, met een onderzoek rond de lagfasevan Listeria monocytogenes. Dit is een bacterie die voedselkan besmetten en infecties kan veroorzaken bij mensen. In dieperiode was ik ook IT verantwoordelijke van het labo, verant-woordelijk voor zowel hard- als software. Na mijn doctoraatging ik aan de slag bij Siemens PQM (ProductionandQualityManagement).

Deskundigheid blijven verrijken

Binnen de Siemens-organisatie vormen wij een gespecialiseerden ervaren team in de realisatie van informatiseringsprojectenop het vlak van PQM. Dankzij onze know-how en doorgedrevenspecialisatie vormen we een ‘Industrial Business Center’ (IBC)voor Laboratory Information Management System (LIMS) enspecificatiebeheer.

De toewijzing van deze status impliceert niet enkel de erkenningvan onze jarenlange opgebouwde expertise, maar wijst ookop onze verantwoordelijkheid om deze deskundigheid te blijvenverrijken om zo onze klanten de beste kwaliteit te garanderen,nu en in de toekomst. Zelf ben ik eerst anderhalf jaar projectleidergeweest voor LIMS projecten in de zuivelsector, met projectenbij Milcobel en Friesland Foods Professional. Mijn taak bestond

hier in het zoeken van klantspecifieke oplossingen om het pakkette kneden naar de noden van de klant. Daarnaast was ik verantwoordelijk voor alle communicatie met de klant en voorhet opvolgen van de technische uitvoering.

Breed en boeiend takenpakket

Sinds 2007 ben ik aan de slag als SIPAT consultant. SIPATis de software oplossing van SIEMENS om de implementatievan ProcessAnalytical Technology (PAT) in de farmaceutischeindustrie te ondersteunen. Ik begeleid klanten bij het implemen-teren van PAT in hun omgeving. Dit toepassingsgebied is eenmix van analysemethodologiën, chemometrie, modelleren eninformatica. Een typische functie waarbij het brede draagvlakvan de bio-ingenieur een goede basis biedt om deze verschillendevakgebieden te beheersen. Het takenpakket is dan ook zeerbreed en boeiend: problemen definiëren en ontleden, oplossingenzoeken samen met de klant of het optimaliseren van bestaandeprocessen. Ik kan er werken in een zeer hecht multidisciplinairteam van uiterst bekwame collega’s en ik kom in contact metzowel de grote farmaceutische wereldspelers als met degrote producenten van analytische toestellen.

Managen van een team

Sinds dit jaar heb ik de leiding over het SIPAT implementatieteam.Naast de pure projectmanagement skills heb ik nu ook meerte maken met soft skills. Het sturen, motiveren en coachenvan een team van ingenieurs is een boeiende job, waar je nietdirect de strikte ‘bio-ingenieursvakken’ kan inzetten, maar hierwerkt de ervaring in de studentenvereniging, of de VLK des te meer.

Page 62: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

60

Wouter Ghyoot

n Afgestudeerd in: 1992

n Opleiding: Landbouwkundig ingenieurin de Scheikunde, optie IndustriëleMicrobiologie

n Bedrijfsgegevens: UMICOREwww.umicore.com

n Functie: Materials StewardshipManager

“Het is een boeiende internationale job, bestaande uit een combinatie van wetenschap,

technologie en commerciële aspecten”

Page 63: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

61

Na het afstuderen als ingenieur in de scheikunde enlandbouw industrieën, het afwerken van een post-graduaat milieusanering en een half jaar stage in een onderzoeksinstituutin Noorwegen behaalde ik in 1998 een doctoraat in de milieu-technologie aan het Laboratorium voor Microbiële Ecologie.Van 1998 tot 2000 werkte ik als projectleider milieutechnologieaan de Vito te Mol op het gebied van waterzuivering en membraanfiltratie.

Milieu, gezondheid en technologie

Daarna stapte ik over naar Umicore. Umicore is een materiaal -technologiegroep. De activiteiten zijn voornamelijk geconcentreerdrond vier bedrijfssectoren: Nieuwe Materialen, Edelmetaal -producten en Katalysatoren, Edelmetaaldiensten en SpecialeZinkproducten. Zo’n 80% van de totale uitgaven wordt besteedaan projecten die te maken hebben met schone technologieën,zoals herlaadbare batterijen, autokatalysatoren, recyclage vanedele metalen, brandstofcellen en basismaterialen voor zonnecellen.

Daar was ik eerst werkzaam als projectleider milieutechnologieop de onderzoeksafdeling. Ik was er verantwoordelijk voor labo-en pilootproeven op het gebied van waterzuivering, bodem-sanering en stabilisatie van afvalstoffen. Van 2004 tot 2006werd ik gedetacheerd naar de vertegenwoordiging van deEuropese Nikkelindustrie te Brussel, waar ik verantwoordelijk

was voor technisch-wetenschappelijke onderzoeksprojectenin verband met nikkel, milieu en gezondheid. Sinds 2006 ben ik terug aan de slag bij Umicore als MaterialsStewardship Manager bij de Business Unit CobaltandSpecialtyMaterials. Ik ben er verantwoordelijk voor de milieu- en gezondheids -aspecten van onze grondstoffen, de processen en producten,en voor alle regulatorische aspecten. Sinds 2010 werd ikeveneens verantwoordelijk voor het technisch-commerciëleluik van onze producten die in katalysetoepassingen en in debandenindustrie gebruikt worden.

Levenslang leren

Mijn studies van Bio-ingenieur en werkervaring zijn belangrijkgeweest om deze functies te kunnen uitoefenen. Nietteminblijft regelmatige bijscholing nodig zowel via zelfstudie als viaopleidingen. Dankzij het internationale karakter van deze functie kan ik regelmatig reizen en bouwde ik een internationaalnetwerk uit binnen de metaalindustrie. Het is een boeiende internationale job, bestaande uit een combinatie van wetenschap,technologie en commerciële aspecten, en dit binnen een snelevoluerende omgeving.

Page 64: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

62

Sofie Heirman

n Afgestudeerd in: 2002

n Opleiding: Bio-ingenieur Land- enbosbeheer optie Bodem- en waterbeheer

n Bedrijfsgegevens: Grontmij www.grontmij.be

n Functie: Projectleider

"Een kritische nalezing van de diverse milieudisciplines gaande van fauna en

flora en landschap tot mobiliteit en mens."

Page 65: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

63

Sinds 3 jaar ben ik aan de slag bij het studiebureau Grontmij.Grontmij is een multidisciplinair advies- en ingenieursbureauvoor duurzame planning & ontwerp, infrastructuur & mobiliteiten water, energie & industrie. Daarvoor was ik ongeveer 4,5 jaarwerkzaam bij het studiebureau WES vzw. Ik werkte er op deafdeling milieu en natuurbeleid, waar ik inhoudelijke ondersteuningen advies verleende op het vlak van bodem- en wateraspecten.

Deskundig advies

Bij WES was ik verantwoordelijk voor de disciplines bodem,grondwater en oppervlaktewater bij een aantal milieueffecten-rapporten en stond ik collega’s bij op het vlak van bodem- enwateraspecten voor andere projecten. Maar niet enkel een inhoudelijke kennis is belangrijk, zo deed ik ook de coördinatieen deels de opmaak en uitwerking van een aantal waterhuis-houdingsplannen voor de West-Vlaamse Polders. Waterhuis-houdingsplannen zijn waterbeheerplannen op maat van een polder of watering. De opmaak ervan vraagt een goedebasiskennis van het watersysteem, met specifieke aandachtvoor het typische polderwatersysteem. Daarnaast is er heelwat overleg nodig met de betrokken partijen.

Projecten coördineren

Mijn huidige activiteiten bij Grontmij zijn sterk gelijkaardig metdeze in mijn vorige job, met dat verschil dat het accent veelsterker ligt op de opmaak van milieueffectenrapporten (MER’s)en veel minder op integraal waterbeheer. Zo coördineer ik eenaantal MER’s voor infrastructuurwerken. De uitwerking van dedisciplines bodem en water doe ik meestal niet meer zelf,maar gebeurt door een van mijn collega’s die ik hierbij coach.Daarnaast word ik ook soms mee ingeschakeld in de offerteringwat betreft MER’s.

Kennis delen en kritisch zijn

Door mijn opleiding Bio-ingenieurswetenschappen, optiebodem- en waterbeheer heb ik de geschikte inhoudelijkekennis meegekregen om te starten in een studiebureau. Ondertussen heb ik al een ruimere kennis opgebouwd en kanik dit doorgeven aan nieuwe collega’s. Een ander essentieelonderdeel van het bio-ingenieur zijn in deze job is het leidenvan projecten en het kritisch beoordelingsvermogen. Zo vraagtde coördinatie van MER’s een kritische nalezing van de diversemilieudisciplines gaande van fauna en flora en landschap totmobiliteit en mens.

Page 66: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

64

Vicky Jasson

n Afgestudeerd in: 2005

n Opleiding: Bio-ingenieur in de Cel- en genbiotechnologie

n Bedrijfsgegevens: Centrum voor onderzoek in diergeneeskunde enagrochemie (CODA) www.var.fgov.be/

n Functie: Researcher

“Door mijn onderzoek heb ik in verschillende internationale

tijdschriften kunnen publiceren.”

Page 67: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

65

Ik ben afgestudeerd als bio-ingenieur in de cel- en genbiotechnologie aan de UGent in 2005. In februari 2010heb ik mijn doctoraatstitel behaald. Ik heb daarna nog enkelemaanden als post-doc gewerkt, maar sinds mei 2010 ben ikwerkzaam als onderzoeker in het Centrum voor onderzoek indiergeneeskunde en agrochemie (CODA) te Ukkel.

Gebeten door onderzoek

In mijn laatste jaar, het thesisjaar, heb ik snel ondervonden dat de onderzoeksbacterie me gebeten had. In september2005 ben ik daardoor gestart met mijn doctoraatstudie aanhet laboratorium voor levensmiddelenmicrobiologie en -con-servering. De focus van mijn onderzoek lag bij de resuscitatieen aanrijking van voedselgebonden ziekteverwekkende bacteriën.

Internationale erkenning

Ik heb hierdoor ervaring opgegaan met verschillende bacteriën zoals Listeria monocytogenes, Salmonellaspp.,Campylobacterspp. en Escherichia coli O157:H7, maar even-eens met verschillende detectietechnieken zoals real-time PCR,immunologische technieken alsook de klassieke levensmiddelen -microbiologie. Door mijn onderzoek heb ik in verschillende internationale tijdschriften kunnen publiceren en aan verschillendeworkshops, symposia en congressen kunnen deelnemen.

Leiding geven

Ik ben op het CODA verantwoordelijk voor de nationale referentie laboratoria (NRL) voor Salmonella en zoönotische E. coli. Daarnaast doe ik zelf nog onderzoek naar anderevoedsel gebonden ziekteverwekkers zoals Yersiniaenterocolitica.Ik kan mijn passie voor onderzoek nu verder beleven in mijn dagelijkse werkomgeving, maar het logisch en praktischdenkvermogen van een bio-ingenieur helpen mij bij het leiden van de NRL's.

Page 68: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

66

Ederic Keirsebelik

n Afgestudeerd in: 2009

n Opleiding: Master in de bio-ingenieurs-wetenschappen, optie bodem en waterbeheer

n Bedrijfsgegevens: DEME Environmental Contractors

n Functie: Projectingenieur

“Bij bodemsaneringen komen dikwijls verschillende elementen kijken

die je dankzij de brede opleiding als bio-ingenieur zeker kan verwerken.”

Page 69: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

67

Toen ik als pas afgestudeerde bio-ingenieur besliste om werkte zoeken, in wat toch wel een crisistijd genoemd mag worden,verwachtte ik een lange en zware zoektocht te moeten door-maken. Niets was minder waar en na een snelle en duidelijkeselectieprocedure kwam ik bij DEME Environmental Contractorsnv. (DEC nv) in aanmerking als projectingenieur voor bodem-saneringswerken.

DEC nv. is lid van de Ecoterres-holding en is een internationalemilieuaannemer met meer dan twintig jaar ervaring. DEC isgespecialiseerd in grond- en grondwatersanering, sediment-behandeling, waterbouwwerken, recyclagetechnieken, inrichting,afdekking en sanering van stortplaatsen, milieubaggeren ende herontwikkeling van brownfields. Dankzij multidisciplinaireteams kan DEC diensten aanbieden in verschillende stadia envormen: van een eenvoudige aannemingsopdracht tot lang -lopende design, build, maintenance & finance overeenkomsten.

Als projectingenieur ben je, afhankelijk van de grootte van het project, verantwoordelijk voor de praktische planning, de uitvoering, en de opvolging van de werken. Bij bodem -saneringen komen dikwijls verschillende elementen kijken dieje dankzij de brede opleiding als bio-ingenieur zeker kan verwerken.Je moet zowel instaan voor bestellingen, personeel, machinesals de financiële opvolging van het project. Dit doe je op de werftijdens de uitvoering of op het bureau tijdens de voorbereidingen.Tijdens de uitvoering van een project komen er zodanig veeldingen op je af dat je altijd klaar moet zijn om planningen teveranderen, alternatieven te zoeken, voldoende personeel terbeschikking te hebben en binnen budget te blijven. Dit vraagteen flexibele, probleemoplossende ingesteldheid. Het contactmet de klant en de bodemsaneringdeskundigen is tevens eenbelangrijk aspect van de dagelijkse uitvoering van een project.Er wordt immers altijd naar gestreefd een zo optimaal mogelijkeoplossing te zoeken.

Al deze verschillende elementen, gecombineerd met een actieve on the job training, maken dat werken voor DEC uitdagend en afwisselend is. Als je daarbij dan nog een groteverscheidenheid aan projecten hebt waarbij je zelfs internationaalkan meewerken aan de oplossingen voor complexe saneringen,maakt dat een optimale verlenging van de studies bio-ingenieur.

Page 70: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

68

Regine Keymeulen

n Afgestudeerd in: 1989

n Opleiding: Landbouwkundig ingenieuroptie waters en bossen, Doctoraat inde Toegepaste Biologische Weten-schappen, optie Milieutechnologie

n Bedrijfsgegevens: LANXESS Rubber NVen LANXESS NV www.lanxess.com

n Functie: Milieucoördinator

"Als milieucoördinator waak ikerover dat het hele bedrijf aan

alle milieuverplichtingen voldoet."

Page 71: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

69

Na ongeveer acht jaar als wetenschappelijk navorser te werkenaan de Vakgroep Organische Chemie van de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, waarbij ik een doctoraat behaalde,stapte ik over naar de industrie. Eerst werkte ik op de milieu-afdeling van een Gents staalproducerend bedrijf en daarnakon ik aan het werk als milieucoördinator bij LANXESS RubberNV, een onderdeel van de LANXESS groep, een bedrijf vanwereldformaat behorend tot de chemische procesindustrie.Sinds 2009 zijn mijn verantwoordelijkheden als milieucoördinatorbij LANXESS uitgebreid tot de 4 bedrijven gelegen in de 3 Belgi-sche LANXESS-vestigingen, te Zwijndrecht, Kallo en Lillo.

Een afwisselende job

Bij LANXESS Rubber in Zwijndrecht wordt synthetisch rubber(butylrubber) geproduceerd. Bij LANXESS Lillo is dat caprolactam,de grondstof voor polyamide (nylon), en in Kallo worden glasvezelen rubberchemicaliën vervaardigd. Als milieucoördinator waakik erover dat het hele bedrijf aan alle milieuverplichtingen voldoet.Samen met 4 medewerkers die mij zowel inhoudelijk als administratief ondersteunen, volg ik de huidige en toekomstigemilieuwetgeving op, geef advies bij milieurelevante projectenen verbeteringsvoorstellen in geval van knelpunten in het bedrijf en voer milieu-audits en controles uit in het bedrijf.

Ik sta eveneens in voor de contacten en rapporteringen naar de milieuoverheden voor diverse milieuonderzoeken en -inspecties. Voor wat industriële hygiëne betreft, sta ik in voor de opvolging en bescherming van de medewerkersop het gebied van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen,voor het opvolgen van de wetgeving en het verstrekken van informatie hierover. Hiervoor werk ik samen met de pre-ventie- en beschermingadviseur en de arbeidsgeneesheer.

Een bio-ingenieur heefteen brede achtergrond

Als milieucoördinator verleen ik ondersteuning of maak ik deeluit van projectteams van milieurelevante investeringsprojecten.Hierdoor werk ik nauw samen met de project-, productie- enonderhoudsingenieurs. Dit is wat de job zo interessant maaktvoor een bio-ingenieur. Met al deze medewerkers met eenverschillende achtergrond kan je meepraten of meebeslissenomdat je een brede achtergrondkennis hebt opgebouwd. Samenwerken voor het ontwerpen of optimaliseren van milieu -technologieën zoals bijvoorbeeld het ontwerpen van een bio-wasfilter om luchtemissies van chloormethaan te verminderen,is echt ingenieurswerk. Zowel het technisch ontwerpen alsprojectleiding of management zijn essentieel in het slagen van een project.

Page 72: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

70

Steve Koll

n Afgestudeerd in: 2000

n Opleiding: Bio-ingenieur in de Cel-en genbiotechnologie

n Bedrijfsgegevens: Belgacom NV www.belgacom.com

n Functie: Applied Web Metrics Manager

"We moeten dus elke dag het midden houden tussen

de wetenschapper en de zakenman."

Page 73: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

71

Belgacom voorstellen hoeft niet meer: iedereen kent degrootste telecomspeler van het land. Ik leid een klein teamdat zich voornamelijk toelegt op de analyse van het gedragvan de bezoekers van de websites belgacom.be, proximus.been skynet.be. Aan de hand van kwantitatieve onderzoeks -methoden voorzien wij enerzijds in een stuk pure rapportering,anderzijds formuleren wij aanbevelingen om de websites teoptimaliseren. Optimaliseren betekent niet alleen ‘meer verkopen’,maar vaak ook ‘makkelijker maken’ van veel gebruikte functio-naliteiten. Denk maar het consulteren van je factuur online,het versturen van een SMS'je online, je tariefplan wijzigen etc...

Statistiek en harde cijfers staan voorop

We gebruiken hiervoor vaak doordeweekse statistiek en meeren meer multivariate analysemethoden. Binnen een bedrijfs-context worden er altijd snel resultaten verwacht en het is nietaltijd makkelijk om de statistiek met de praktijk te verbinden:mensen verwachten duidelijke aanbevelingen, een "ja" of een"neen" en hebben geen boodschap aan een statistische fouten -marge die van een "ja" een "misschien" maakt. We moetendus elke dag het midden houden tussen de wetenschapperen de zakenman.

Begeleiden in cruciale beslissingen

Een groeiende uitdaging bij deze vorm van number-driven online marketing is data visualisatie (= het visueel voorstellenvan cijfers zoals in een grafiek). Cijfers spelen meer en meereen cruciale rol bij het nemen van beslissingen, waardoormen zich minder laat leiden door gevoel. De manier waaropdie cijfers worden voorgesteld bepaalt echter in grote matehet resultaat en wij proberen dan ook bij te blijven in het domeinvan data visualisatie en de ‘best practices’ ter zake toe te passen.Onze doelstelling is cijfers zo eerlijk en duidelijk mogelijk voorte stellen.

Online marketing is niet meteen wat ik voor ogen had toen ik bio-ingenieur ging studeren. Maar het uitdiepen van onlinesurfgedrag via statistiek betekent elke dag onderzoeksmethodenbijschaven, metingen analyseren en resultaten voorstellen:een dynamische job.

Page 74: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

72

Tom Messiaen

n Afgestudeerd in: 2008

n Opleiding: Bio-Ingenieur in de Scheikunde

n Bedrijfsgegevens: Procter & Gamblewww.pg.com

n Functie: Process Engineer

"Als Process Engineer ben ik het aanspreekpunt voor alles

wat er gebeurt in mijn ‘area’."

Page 75: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

73

Na mijn opleiding bio-ingenieur volgde ik een extra management -opleiding, waarna ik in 2009 gestart ben als Process Engineerbij P&G. Dash, Gilette, Pampers, Oral-B en Pringles zijn maarenkele van de grote merken van Procter & Gamble. Dagelijkszetten 127.000 werknemers bij P&G zich in voor de R&D,productie, logistiek en marketing van onze producten.

Problemen aanpakken

Ik ben verantwoordelijk voor een reeks installaties op onzePringles verpakkingslijnen. Als Process Engineer ben ik hetaanspreekpunt voor alles wat er gebeurt in mijn ‘area’. Dit houdt onder meer in de dagelijkse opvolging van de lijn,waarbij machine problemen geanalyseerd worden en de nodigeacties geïnitieerd worden om mogelijke problemen weg tenemen. Ik zoek ook naar verbeteringen voor de veiligheid enbetrouwbaarheid van machines en de kwaliteit van het afgewerktproduct. Aan deze projecten werk ik in team, waarbij ik opzoek ga naar de juiste mensen om het probleem aan te pakken.Zo werk ik samen met collega's van engineering en kwaliteit,maar ook met gespecialiseerde buitenfirma's. De onderhouds -planning voor mijn area is een ander onderdeel van mijn takenpakket. Tot slot fungeer ik als coach voor de operatorenin de fabriek, dat wil zeggen het ondersteunen bij het gebruikvan de P&G productiesystemen en hun technische kennisvan de machines via training ontwikkelen.

Jezelf altijd verder ontwikkelen

In deze veelzijdige job werk ik dus zowel met machines, mensen als systemen. Mijn opleiding als bio-ingenieur komthierin zeker van pas om snel problemen te doorgronden.Daarbij ga ik analytisch te werk en maak ik gebruik van mijn technische bagage om bv. het effect van verschillendeomgevings factoren (temperatuur, vochtigheid, vervuiling,...)op het proces te interpreteren. Een groot voordeel van eenbedrijf als P&G is dat ik gebruik kan maken van een heel aantaltrainingen om mezelf verder te ontwikkelen. Dit zijn niet alleentechnische skills maar ook workshops rond coaching, motivatieof leiderschap. Niet alleen de veelzijdigheid maakt een job alsProcess Engineer boeiend, ik leer snel bij doordat ik met zoveelzaken in aanraking kom en meteen al verantwoordelijkheid krijg.

Page 76: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

74

Bart Minten

n Afgestudeerd in: 1986

n Opleiding: Ingenieur voor de Schei-kunde en de Landbouwindustrieën,major: landbouwscheikunde en landbouwnatuurkunde, Ph.D. in Agricultural and ResourceEconomics from Cornell University

n Bedrijfsgegevens: International FoodPolicy Research Institutewww.ifpri.org

n Functie: Senior Research Fellow/Program Leader

“Ik ben in een andere richting gaan werkendan ik eigenlijk gestudeerd heb.”

Page 77: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

75

Mijn studiekeuze verliep niet van een leien dakje; ik vond hetenorm moeilijk om een keuze te maken tussen de humane enpositieve wetenschappen. Ingenieur worden lag goed in demarkt in die periode en wetenschappen, wiskunde en land-bouwproblematiek kwamen veel aan bod in de opleiding. Ik ben in een andere richting gaan werken (landbouweconomie)dan ik eigenlijk gestudeerd heb. De professor in landbouw-economie bij wie ik deeltijds aan mijn thesis werkte, had eenvacature voor een project van een half jaar en ik ben bij hembeginnen werken. Halfweg dat contract heeft dezelfde professormij gevraagd om voor een ander project drie jaar naar Congote vertrekken. Aan een dergelijke mogelijkheid had ik nooitgedacht maar ik heb dat project aangenomen en het heeftmijn hele loopbaan een nieuwe wending gegeven.

Doctoraat aan een Amerikaanse universiteit

Omdat ik economie wel zeer interessant vond en verder woublijven doen, ben ik een doctoraat gaan doen in die richting(en had het geluk om aanvaard te worden met een beurs aanCornell University in de Verenigde Staten van Amerika). Ik ben ontzettend blij dat ik dit gedaan heb. Een gemiddeldebio-ingenieur student uit België kan goed mee aan topuniver-siteiten in Amerika. Het educatiesysteem in België is inter -natio naal van een enorm goed niveau. We vergeten dat soms.

Landbouweconomie en landbouwbeleidin ontwikkelingslanden

Ik ben nu senior research fellow aan het International Food PolicyResearch Institute (IFPRI). Dit is een internationaal instituut datdeel uitmaakt van de het CGIAR systeem, een familie van internationale onderzoeksinstellingen die zich richten op land-bouwonderzoek in ontwikkelingslanden. Ik doe onderzoek inlandbouweconomie en landbouwbeleid in ontwikkelingslandenen hoe beleidsveranderingen kunnen bijdragen tot een beterfunctionerend voedselsysteem. Ik ben voor IFPRI gestationeerdin New Delhi (India) en doe specifiek onderzoek in Zuid-Aziëover de veranderingen die er gebeuren in de commercialisering -keten van voedsel en wat de invloed daarvan is op arme mensen(boeren of consumenten). Creativiteit, sociale vaardigheden,openheid voor nieuwe omgevingen en goed kunnen schrijvenzijn essentieel voor deze functie. Voor mijn onderzoek moet ikveel naar getallen kijken en veel statistische analyses uitvoeren.Maar daar komt natuurlijk veel meer bij kijken en je moet trachtente begrijpen wat er allemaal goed en slecht is in ontwikkelings -samenwerking en met economische ontwikkeling in het algemeenen wat de overheid eventueel kan doen om dingen te veranderen.In een dergelijk internationaal onderzoeksmilieu bezoek je enormveel landen en kom je op plaatsen, veelal in landelijke gebieden,waar weinig Westerlingen komen. Onderzoek in de landbouw -economie is ook een beetje detective spelen. Met veel mensenpraten en dan proberen te achterhalen hoe alles nu eigenlijkin elkaar zit en daar dan enquêtes over doen en modellenover ontwikkelen.

Er zijn heel wat vrouwelijke landbouweconomen in ons instituut.De genderproblematiek is ook van enorm belang in ontwikkelings -landen en ons instituut tracht zich uit te breiden in die richting.

Page 78: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

76

David Neven

n Afgestudeerd in: 1992

n Opleiding: Landbouwkundig ingenieur,major: landbouweconomie en land-bouwsociologie, Ph. D.in AgriculturalEconomics from Michigan State University

n Bedrijfsgegevens: Food and Agricultural Organization of the United Nations (FAO)www.fao.org/

n Functie: Marketing Economist

“Voor landbouweconomen die willen werken in de ontwikkelingssamenwerking is er momenteel een sterke jobmarkt met

veel interessante opties.”

Page 79: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

77

Toen ik ongeveer veertien jaar was had ik een boek met daarinvele beroepen en landbouwkundig ingenieur was een van dejobs die me het meeste aansprak.

Een sterke basis vooreen internationale carrière

Mijn beeld van het beroepsleven evolueerde tijdens mijn studie.In het begin dacht ik meer aan werken in the privésector,maar toen ik de laatste jaren meer op economie gefocust was,kwam ik in de ontwikkelingssfeer terecht. Mijn tijd in Leuvenwas een zeer goede ervaring. Je moet knokken om bij te blijvenmet de studies en klaar te zijn voor de examens, maar er wastoch wel altijd tijd om ook te genieten van de sociale aspecten.Ik heb een paar keer in de organisatie van het studenten-songfestival gezeten, was lid van de eerste groep die LeuvenBloedserieus organiseerde, zat een jaar in het presidium vande Landbouwkring, organiseerde al eens iets met anderenzoals een jazznacht in de Gnorgl,... het waren zeker prachtigetijden. Ik ontdekte dat in een laboratorium werken niets voormij is. In de laatste twee jaren kon ik me toeleggen op delandbouweconomie, wat me meer aansprak omdat je alle aspecten van het agro-voedselsysteem kan bestuderen.

Het begin van mijn carrière verliep wat stroef. Ik werkte eentijdje aan K.U.Leuven met korte termijncontracten. Een paarjaar na mijn afstuderen vond ik een prachtige job bij de VlaamseVereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en technischeBijstand (VVOB), waarvoor ik vier jaar in Suriname heb lesgegevenen onderzoek gedaan. De Surinaamse economie was net lid

geworden van de Caribische Gemeenschap (Caricom) en duswas het heel interessant om de voedingsindustrie te helpenmeer competitief te zijn in de eigen markt. Omdat ik me echtwou verdiepen in mijn vakgebied, heb ik daarna een MBA en een doctoraat gedaan aan Amerikaanse universiteiten. De opleiding in Leuven bleek me daar toch wel een stevige basisgegeven te hebben! Na mijn doctoraat in Michigan werkte ikdaar een jaar als visiting assistant professor. Ik wou echter weerin de directe ontwikkelingssamenwerking terechtkomen en bendan naar het consulting bedrijf Development Alternatives Inc(DAI) in Washington D.C. gegaan. Dit bedrijf managet vooralprojecten voor United States Agency for International Develop-ment (USAID), de Amerikaanse ontwikkelingssamenwerking.Het was een zeer boeiende job die toeliet waardeketens te gaanexploreren doorheen de hele wereld: mandarijnen in Albanië,rijst in West-Afrika, vis in Kenia, supermarkten in Indonesië,enz. Met deze jobervaring ben ik onlangs overgestapt naarFAO waar ik werk als marketing economist verantwoordelijkvoor het beleidsinvoerende werk, training, technische assistentievan agri-voedselsystemen en technisch advies betreffende de ontwikkeling van waardeketens aan interne eenheden van FAO en externe organisaties.

Balans tussen gezin en werk

Voor landbouweconomen die werken in de ontwikkelingssamen -werking is momenteel een sterke jobmarkt met veel interessanteopties. Het vele reizen, vooral in de consulting periode bij DAI,was wel een belasting op het gezinsleven maar het is eenkwestie van de juiste balans te vinden tussen werk en gezin.

Page 80: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

78

Jan Nuyens

n Afgestudeerd in: 2002

n Opleiding: Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: interfasechemie

n Bedrijfsgegevens: Qatar Foundationwww.qf.org.qa

n Functie: Manager Qatar Robotic Surgery Centre

“Ik heb niet lang moeten nadenken en hebde kans gegrepen om in praktijk te doenwat ik anders eerst in theorie zou leren.”

Page 81: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

79

Goede mix van verschillende wetenschappen

De opleiding tot bio-ingenieur leek me een goede mix van hardeen zachte wetenschappen. Ik ben tijdens mijn studies sterkgeïnteresseerd geraakt in economie en business. Het vak eco-nomie tijdens de bachelor opleiding was een eerste kennismaking.

Van het onderzoek naar het management

Mijn carrière startte toevallig. Ik was oorspronkelijk van plan omsamen met mijn vrouw naar Frankrijk te gaan voor een een jarigemanagementopleiding want ik was op dat moment nog nietecht klaar om meteen de bedrijfswereld in te duiken. ProfessorMartens bood me echter aan om samen met hem de opstartvan een spin-off bedrijf voor te bereiden. Ik heb niet lang moetennadenken en heb de kans gegrepen om in praktijk te doenwat ik anders eerst in theorie zou leren. In september 2002ben ik dus gestart aan de voorbereiding van het spin-off bedrijfMagnets for Emulsions (M4E) NV, dat in 2004 ook daadwerkelijkopgericht werd. M4E pioniert een nieuwe technologie voor de industriële productie van emulsies (denk mayonaise encosmetische crèmes) en poederdispersies (denk gelen). Initieel deed ik grotendeels wetenschappelijk onderzoek,maar na een tijdje eerder commercieel werk en later operationeelmanagement. In 2007 heb ik, terwijl ik voltijds voor M4E werkte,samen met mijn schoonfamilie een firma opgericht in Marokko.

In 2008 besloten mijn vrouw en ik te verhuizen naar Qatar omdatmijn vrouw daar een job kreeg aangeboden. Ik werk in Qatarvoor een grote overheidsorganisatie genaamd Qatar Foundation.

De missie van deze stichting is om het olie- en gasrijke landjete ontwikkelen en focust vooral op het onderwijssysteem enop onderzoek en ontwikkeling. Ik ben aangeworven om hetQatar Robotic Surgery Centre op te starten en te managen.Dit centrum heeft tot doel Qatar te ontwikkelen op het vlakvan chirurgische technologie en een regionaal brandpunt teworden in chirur gische technologie en meer specifiek roboticsurgery. Het centrum biedt een breed gamma aan chirurgischetraining aan en doet onderzoek en ontwikkeling naar chirurgischetechnologieën (image guided surgery en surgical trainingtechnologies). Vandaag is het team vijf man sterk en groeiendeen hebben we duizend vierkante meter ultramoderne installatiesen voorzieningen tot onze beschikking. We hebben onze trainingen opgestart in april 2010 en onze eerste research -projecten zijn klaar om gelanceerd te worden in januari 2011.Mijn job is gedurende de afgelopen 2 jaar geëvolueerd vaneen pure projectmanager naar een meer geïntegreerd management van een startende organisatie. De multicultureleaspecten en de politieke invloed maken de job interessantmaar ook relatief complex.

Levenslang leren

Ik denk dat mijn opleiding tot bio-ingenieur me relatief goedheeft voorbereid op mijn huidige job. Het redeneervermogen,het vermogen tot abstractie en de multidisciplinariteit van deopleiding komen me nu nog goed van pas. Het is belangrijkom te blijven studeren, wat ik dan ook gedaan heb met bij -komende opleidingen op Vlerick en Solvay en binnenkort hopelijk aangevuld met een MBA aan HEC Paris.

Page 82: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

80

Pieter Pypers

n Afgestudeerd in: 2002

n Opleiding: Bio-ingenieur in de Milieu-technologie, major: bodemconservering,Doctoraat toegepaste biologischewetenschappen

n Bedrijfsgegevens: Tropical Soil Biologyand Fertility Institute of the InternationalCentre for Tropical Agriculture (TSBF-CIAT), Nairobi, Kenia,webapp.ciat.cgiar.org/tsbf_institute/index.htm

n Functie: Soil Scientist

“Het is heel veelzijdige werk; we doen onderzoek in een multidisciplinair

en internationaal team van wetenschappers en studenten.”

Page 83: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

81

Belgische universiteiten: sterk in tropische landbouw

Ik was altijd al geboeid door wetenschap, vooral door scheikunde,en ik wou uit België weg en de wereld zien. Ik wou een zinvollecarrière en mezelf nuttig maken. Bijna had ik voor burgerlijkingenieur gekozen, maar op het laatste moment heb ik tochvoor bio-ingenieur gekozen, en dat heb ik me nooit beklaagd!De eerste twee jaren waren eigenlijk ‘pretty boring’, maar debasis in scheikunde en wiskunde komt me nu goed van pas.Voor mijn masterproef heb ik in het laatste jaar vier maandveldwerk in Vietnam gedaan en dat was een heel plezante en leerrijke ervaring. Zo heb ik de uitdagingen in de tropischelandbouw leren kennen en dat heeft me er toe aangezet omeen doctoraat te doen. Ik heb toen de kans gekregen onderzoekte doen op IITA (International Institute of Tropical Agriculture)in Nigeria.

Een multidisciplinaire opleiding, een afwisselende job

Na mijn doctoraat kwam de job bijna automatisch. Via contactenin Nigeria en mijn promotor kwam ik te weten dat er een vacaturevoor een jonge onderzoeker was bij het Tropical Soil Biologyand Fertility Institute en dit voor een project in Congo. Daar werkik nog steeds, ondertussen als bodemkundige, en doe mijnjob met veel plezier. Het is heel veelzijdige werk; we doen onderzoek in een multidisciplinair en internationaal team vanwetenschappers en studenten. Ik heb nog altijd contact metde universiteit en we ontvangen elk jaar studenten voor hunmasterproef. Ik reis ook veel en ben regelmatig in het veld.We werken met kleinschalige boeren in verschillende Afrikaanselanden, altijd met als doel nieuwe technieken te ontwikkelenom de bodemvruchtbaarheid en landbouwproductie te verbeteren.

De opleiding bio-ingenieurswetenschappen komt zeker envast goed van pas. De brede en veelzijdige basis van de opleiding is belangrijk in mijn job, maar je moet altijd op eigeninitiatief blijven bijleren, wetenschappelijke artikels lezen,nieuwe technieken aanleren en een achtergrond in nieuwedomeinen bouwen.

Ook soft skills zijn belangrijk

Ik zou nog steeds dezelfde major en minor kiezen en terugnaar het buitenland gaan voor de masterproef. In mijn job heb ik geleerd dat je je moet kunnen aanpassen aan de omstandigheden en vooral altijd bereid moet zijn bij te leren.Goede communicatievaardigheden en kunnen multitaskenzijn even belangrijk.

Page 84: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

82

Kim Rouges

n Afgestudeerd in: 2008

n Opleiding: Bio-ingenieur in de Landbouwkunde

n Bedrijfsgegevens: Provinciaal Onder-zoeks- en Voorlichtingscentrum voorLand- en Tuinbouw www.povlt.be

n Functie: Voorlichter boomkwekerij en sierteelt

"Aan de hand van verschillende bedrijfsbezoeken gedurende het

seizoen worden de teelten, ziekten en plagen opgevolgd en advies

gegeven waar nodig."

Page 85: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

83

Het Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voorLand- en Tuinbouw (POVLT) is gelegen in Rumbeke-Beitem(Roeselare) en steunt op vier belangrijke pijlers: het uitvoerenvan wetenschappelijk praktijkgericht onderzoek, instaan voorkwaliteitsvolle voorlichting en advies, dienstverlening op maatvan de boer en kwaliteitszorg.

Advies op maat

Ik sta in voor kwaliteitsvolle voorlichting en advies voor deboomkwekerij en sierteelt en dit in samenwerking met hetProefcentrum voor de Sierteelt (PCS) in Destelbergen. Dat wil zeggen dat ik de boomkwekers en siertelers onder-steun op het gebied van gewasbescherming, bemesting enteelttechniek. Aan de hand van verschillende bedrijfsbezoekengedurende het seizoen worden de teelten, ziekten en plagenopgevolgd en advies gegeven waar nodig. Op deze manierprobeer ik bij te dragen tot een meer geïntegreerde gewas -bescherming en deze ook verder op punt te stellen voor het bedrijf.

De boomkwekerij en sierteeltsector is een zeer diverse sector.Een dergelijk bedrijf teelt meestal verschillende soorten encultivars, wat de adviesverlening niet altijd even gemakkelijkmaakt. Bijvoorbeeld een eik in volle grond geteeld heeft nueenmaal andere behoeften dan een roos in pot geteeld.

Eigen interesses in de opleiding

Tijdens mijn opleiding koos ik vakken gerelateerd aan tuin-bouw en gewasbescherming. Deze kennis heb ik vandaag de dag nog steeds nodig. Zo grijp ik vaak terug naar cursus-sen zoals dierlijke plantenbeschadigers, plantenziekten engeïntegreerde gewasbescherming. Door mijn opleiding alsbio-ingenieur heb ik een brede technische kennis vergaard op vlak van plant en gewasbescherming, maar ook het probleemoplossend denken is een niet te onderschatten eigenschap van de bio-ingenieur.

Page 86: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

84

Hans Scheirlinck

n Afgestudeerd in: 1994

n Opleiding: Bio-ingenieur Land- en Bosbeheer

n Bedrijfsgegevens: Bosgroep VlaamseArdennen tot Dender www.bosgroepen.be

n Functie: Coördinator

"Mijn takenpakket is zeer ruim, het omvatvele taken op het gebied van bosbeheer."

Page 87: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

85

Mijn huidige functie omvat de dagelijkse coördinatie van devzw Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender. Een bosgroepis een vrijwillig samenwerkingsverband tussen verschillendeboseigenaars, zowel openbaar als privé. Een bosgroep treedtop als organisator bij allerhande gezamenlijke beheerswerken.Het grote voordeel voor de eigenaar is dat hij/zij beheerswerkenkan laten uitvoeren aan economisch gunstigere voorwaarden.

Efficiënter bosbeheer

De meerwaarde van de bosgroep bestaat erin eensamenwerkings verband tecreëren tussen verschillendeboseigenaars met het oog op efficiënter bosbeheer en –gebruik. Ook op vlak van recreatie en ecologie kunnen afspraken gemaakt worden.De Bosgroep neemt steedseen neutrale positie in tussenoverheid, eigenaars en bosgebruikers. Daarnaastverstrekt een bosgroep bosbouwkundige informatie aan deeigenaars onder de vorm van advies, cursussen en excursies.

Van advies geven tot coördineren van de vzw

Mijn takenpakket is zeer ruim, het omvat vele taken zoals het verlenen van zowel technisch als juridisch advies op het gebied van bosbeheer, het verlenen van administratieveonder steuning van bos eigenaars bij het invullen van aanvragen

voor kapmachtigingen, het invullen van subsidie -aanvragen en hulp hij hetopstellen van bosbe heer -plannen. Het leggen vancontacten met zowel openbare als privé- boseigenaars is ook eenbelangrijk onderdeel hetomvat onder meer het organiseren en opvolgen van gezamenlijke bosbeheer -werken en hout verkopen.Daarnaast organiseer ik ookdemonstraties, informatie - vergaderingen, wandelingenen cursussen en maak ik een driemaandelijks

informatie blad voor boseigenaars. Een overlegplatform tussenalle betrokken partijen, bos eigenaars, administraties en over-heden, is essentieel om een continue dialoog te garanderen.Uiteraard zijn er ook de managements taken die nodig zijnvoor de dagelijkse werking van de vzw: het organiseren van bestuursvergaderingen en een algemene vergadering, het financieel beheer en de boekhouding en het ledenbeheer.

Page 88: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

86

Sylvia Smeekens

n Afgestudeerd in: 2005

n Opleiding: Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: interfasechemie,Doctoraat toegepaste biologischewetenschappen

n Bedrijfsgegevens: Nitto Europewww.nittoeurope.com

n Functie: Process Engineer

“Je bent niet enkel bezig met één onderdeeluit het proces maar met alle onderdelen.

Je moet het proces beheersen van a tot z.”

Page 89: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

87

Ik volgde de richting wetenschappen – wiskunde (8u) en ikdeed zowel wetenschappen als wiskunde graag. Bio-ingenieurwas de perfecte samensmelting van deze twee: een drogereingenieursopleiding gecombineerd met sappige wetenschaps -vakken.

De studentenkring betekent meer dan alleen feesten

De studies combineren met het studentenleven was geenprobleem, al moet ik toegeven dat ik tijdens mijn eerste jaarweinig ben buitengekomen. In de jaren die volgden wist ik alveel beter waar ik aan toe was, hoe ik vakken moest studeren,wat van mij verwacht werd en daardoor was er ook steedsmeer plaats voor het studentenleven. Ik sprak medestudentenaan, ik deed mee aan kringactiviteiten, ik leerde via kotgenotenandere studenten kennen en door te gaan tappen in de fakbar(de Gnorgl) leerde ik nog meer mensen kennen. Aan de toogwerden niet alleen de laatste roddels verteld maar leerde jeook heel veel over de professoren, hun vakken en hun examens.Of als er iets tegenzat en je dacht dat de wereld verging, dan waren er altijd wel vrienden die je hielpen, moed insprakenof je op een verhelderend pintje trakteerden. Het weekenddiende dan meestal om uit te rusten en bij te studeren.

Doctoreren als uitdaging

Omdat de honger na mijn masterproef nog niet gestild was,heb ik voor een doctoraatsopleiding gekozen. Vier jaar intensiefonderzoek voeren en een concreet probleem aanpakken leekme een leuke uitdaging.

Een mix van technische kennisen scheikundig achtergrond

Toen ik eind december 2009 begon uit te kijken naar een jobwas het aanbod vrij beperkt, maar we zaten toen ook nog inde crisis. In mei 2010 waren er al heel wat meer mogelijkheden.Op 1 september 2010 ben ik begonnen bij Nitto Europe (Genk).Als procesingenieur houd ik mij bezig met de technische kantvan een proces. Bij Nitto Europe worden heel veel verschillendetapes gemaakt. Een belangrijke grondstof voor de lijmen zijnop olie gebaseerde solventen. Nitto Europe is op zoek naareen manier om deze grondstoffen uit een eindige bron (olie) tevervangen door een solventvrije technologie. Het eindresultaatmoet echter voldoen aan dezelfde kwaliteitseisen als de huidigelijmen. Samen met mijn collega procesingenieur houd ik mebezig met de technische kant van dit project: welke apparatuuris nodig, hoe gaan we dat plaatsen en installeren, wat metkoeling, verwarming, mixers, coaters... Hiervoor heb ik niet al-leen mijn technische kennis nodig maar moet ik ook dikwijlsberoep doen op mijn scheikundige achtergrond: welke chemischereacties gebeuren er en komt er hierbij warmte vrij en hoeveel?Wat is de viscositeit en welk type roerwerk moeten we dannemen? Hoe gaan we deze lijmen op een drager aanbrengenen wat gebeurt er aan het oppervlak? Daarnaast vorm ik ookde schakel/lijm tussen Research and Development, Engineeringen productie en probeer ik deze afdelingen zo goed mogelijkop elkaar af te stemmen. Je bent dus niet enkel bezig metéén onderdeel uit het proces maar met alle onderdelen. Je moethet proces beheersen van a tot z. Daarnaast moet je in team-verband kunnen werken en goed naar mensen kunnen luisteren.Veelzijdigheid, flexibiliteit, gezond boerenverstand en een kriti-sche geest zijn dus gevraagd!

Page 90: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

88

Philippe Snick

n Afgestudeerd in: 1977

n Opleiding: Landbouwkundig ingenieurin de scheikunde- en landbouw -industriëen, optie Levensmiddelen-technologie

n Bedrijfsgegevens: SNICK EUROINGREDIENTS NVwww.snick.be

n Functie: Gedelegeerd bestuurder

"Een boeiend beroep en eeuwig gedoemd tot creativiteit."

Page 91: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

89

Als net afgestudeerde bio-ingenieur werd ik voor 2 jaar naarBrazilië gestuurd als academisch onderzoeker in het kadervan een ontwikkelingsproject over vleestechnologie. Daarnawas ik 10 jaar lang Technisch Directeur van de Belgische filialenvan een drietal internationale en leidinggevende bedrijven ophet gebied van geur- en smaakstoffen. Van 1989 tot 1993 wasik Application & Product Manager bij een belangrijke producentvan gistextracten. Deze producten worden gebruikt om o.a.soepen, sauzen, snacks en bouillonblokjes op smaak te brengen.

Talent en diploma maken de man

Via een simpele geur- en smaaktest bij een van deze internatio-nale aromaproducenten werd mij verteld dat ik een scherp enanalytisch geurvermogen en geurgeheugen bezat. Dergelijk talentis zeer gegeerd bij bedrijven die met geur en smaak te makenhebben, zeker als je daarbovenop de trotse bezitter bent vaneen diploma van bio-ingenieur levensmiddelentechnologie.Deze combinatie heeft mij de kans gegeven om een zeer uitgebreide en unieke bedrijfsopleiding te genieten in dit vakgebied. Hierdoor kon ik ook mijn sensorische talenten verder ontwikkelen en tot senior flavourist of aromaticien evolueren. Een boeiend beroep en eeuwig gedoemd tot creativiteit. Met de opgedane kennis en ervaring besloot ik in 1993 een eigen bedrijf Snick ingredients bvba op te richten.Door mijn ervaring wist ik de juiste keuzes te maken voor deklant en zijn product.

Een stuk van de wereld zien

Mijn producten vind je vandaag onrechtstreeks terug in demaaltijden of andere voedingsmiddelen van bijvoorbeeld Delhaize, Carrefour, Aldi, Colruyt of Albert Heijn in Nederland.De grondstoffen hiervoor komen uit Brazilië, Mexico, VS,Noorwegen, Zweden, IJsland, Israël maar ook uit Nederland,Groot-Brittannië of Frankrijk. Het is voor ons bedrijf zeer belangrijk om samenwerkingsverbanden te hebben met groteen internationale bedrijven. Zo blijven wij op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen en trends. Het geeft mij ook demogelijkheid om internationaal actief te blijven en een stukvan de wereld te zien.

Aan ondernemingszin geen gebrek

In 2008 heb ik een apart productiebedrijf Cube opgerichtwaar onze creaties en mengsels in eigen beheer worden geproduceerd. Begin 2009 trad dan een nieuwe fase aanvoor mijzelf en Snick Ingredients bvba toen het beursgenoteerdehandelshuis Acomo met een interessant overnamebod op deproppen kwam. Sindsdien heten we Snick euroingredients nv.Deze belangrijke stap biedt ons niet enkel nieuwe mogelijkhedenvoor ontwikkeling en verdere groei op internationaal vlak, ook het voortbestaan van het bedrijf en onze onafhankelijkheidzijn verzekerd. Intussen groeien we gestaag en zijn we meteen tiental werknemers, waarvan een extra bio-ingenieur, een industriëel ingenieur en twee diëtistes. Zonder het diplomavan bio-ingenieur had ik deze droom nooit kunnen realiseren.

Page 92: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

90

Bart Van Belleghem

n Afgestudeerd in: 1991

n Opleiding: Landbouwkundig ingenieur in de scheikunde- en landbouw - industriëen

n Bedrijfsgegevens: Biencawww.bienca.com

n Functie: Commercial Director

"Dagelijks worden diverse aspecten van levensmiddelenmicrobiologie

en -technologie toegepast."

Page 93: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

91

In 1991 studeerde ik af als ingenieur voor de scheikunde en landbouwindustrieën. Ik volgde daarna nog een opleidingbedrijfsbeheer aan de Vlerick School voor Management. Na bijna 14 jaar actief te zijn binnen een internationale groepvan zuivelhandelsondernemingen, waarvan de laatste 6 jaarals dagelijks bestuurder van het Belgische filiaal, besloot ikmidden 2006 een nieuwe professionele uitdaging aan te gaanbij Bienca.

Houdbaarheid van levensmiddelen verbeteren

Biotechnological Enzymatic Catalyse of kortweg Bienca ontwikkelt, produceert en commercialiseert natuurlijke enzymesystemen die de houdbaarheid van levensmiddelen verbeteren.Het is een van de eerste bedrijven ter wereld die productenop de markt brengt waarbij bio-mimiek, een technologie geïnspireerd door de natuur, wordt toegepast in de levens-middelenindustrie. Recent heeft het bedrijf investeerders aan-getrokken die de nodige middelen verschaffen met als doeleen commerciële structuur uit te bouwen om deze enzyme-systemen versneld naar de markt te brengen. Toen ik gecontacteerd werd om hieraan mee te werken heb ik geen ogenblik geaarzeld.

Technische kennis is een sterke troef

Naast de aspecten van bedrijfsbeheer, strategie en internationalecommerciële ontwikkeling, die ook in mijn vorige functie essentieel waren, speelt de technische dimensie nu een meer prominente rol. Dagelijks worden diverse aspecten van levensmiddelenmicrobiologie en -technologie toegepast.Via systematische processmonitoring en houdbaarheidsstudieswordt immers de werking van onze systemen gemeten, geoptimaliseerd en vergeleken met bestaande bewaarmiddelen.Mijn opleiding als bio-ingenieur is meer dan ooit een troef bijBienca, want het combineert de managementsaspecten meteen degelijke technische kennis.

Page 94: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

92

Annick Van Hyfte

n Afgestudeerd in: 1997

n Opleiding: Bio-ingenieur in de Milieutechnologie

n Bedrijfsgegevens: ARCADIS Belgium NV www.arcadisbelgium.be

n Functie: Projectleider Strategisch Advies Overheden

"Mijn expertise is vooral gericht op het bepalen, beoordelen en verbeteren

van luchtkwaliteit en de impact van verschillende doelgroepen hierop."

Page 95: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

93

ARCADIS is een internationale onderneming die advies, ontwerp-,ingenieurs- en managementdiensten levert op de gebiedeninfrastructuur, milieu en gebouwen. Bij ARCADIS Belgiummaak ik binnen de bedrijfseenheid Milieu deel uit van hetteam Strategisch Advies Overheden en werk ik nauw samenmet andere teams die bezig zijn met Strategisch Advies Bedrijven,Product Stewardship en Bodem.

Inspelen op de behoeften van de klant

In mijn job tracht ik op basis van mijn expertise steeds in tespelen op de behoeften van onze klanten en zo het milieubeleidvan ondernemingen en overheden te ondersteunen. Door despecificiteit van deze vragen is een kant en klare oplossingvaak niet beschikbaar is en er binnen mijn job ruimte voor innovatie en creativiteit. Mijn expertise is vooral gericht op hetbepalen, beoordelen en verbeteren van luchtkwaliteit en de impactvan verschillende doelgroepen hierop. Dit vertaalt zich in deuitwerking van een brede waaier van studies, waarbij de focusvoortdurend verlegd wordt onder impuls van wat er leeft binnende maatschappij. Bijvoorbeeld, de nationale en internationalewetgeving rond luchtkwaliteit in havens leidt er toe dat haven-autoriteiten inzicht willen krijgen in de bijdrage van hun activiteitentot de luchtkwaliteit om pro-actief te kunnen handelen. In dit kaderdeed ik ervaring op in het in kaart brengen van de luchtkwaliteitin de haven van Antwerpen en in het bieden van ondersteuningbij de selectie van emissiereducerende maatregelen.

Over de grenzen heen

Naast de haven van Antwerpen kreeg ik zo de kans om grenzente overschrijden, van Rotterdam tot Rijeka (Kroatië) en zelfstot in Singapore. In het kader van het Europese REACH benik betrokken in “Risk Assessment (RA) Studies” van een reekszware metalen, waarin ik verantwoordelijk ben voor het opmakenvan een emissie-inventaris naar lucht, water en bodem en ditop Europees niveau. Ik ben eveneens actief op het niveau van de risicoreductie strategieën die worden opgemaakt waarinemissie reducerende maatregelen worden voorgesteld aan deEuropese Commissie.

Klimaatproblematiek in kaart brengen

De bewustwording van de klimaatproblematiek bij zowel over -heden, bedrijven als burgers maakt dat ook deze doelgroepeninzicht willen verwerven in hun bijdrage hierin en in dit kadervragen deze klanten onze ondersteuning en expertise om inhun proces naar CO2-reductie en klimaatneutraliteit mee tedenken. Ons antwoord hierop heeft zich vandaag vertaald ineen “tool” die wij hebben ontwikkeld om een CO2-nulmetingop te maken voor steden en gemeenten waarin de emissiesals gevolg van energieverbruik door woningen, tertiaire gebouwen,bedrijven, transport, … binnen de gemeentegrenzen in kaartworden gebracht. Op die manier kreeg ik de kans om mee te werken aan de nulmeting, die aan de basis ligt van het klimaatbeleid voor Gent, Genk en de provincie Limburg.

Kortom, net doordat wij moeten inspelen op de behoeftenvan de klant en het multidisciplinaire karakter van onze studies,is mijn job bij ARCADIS heel gevarieerd. Hierdoor stekensteeds nieuwe uitdagingen de kop op en is er van routinegeen sprake.

Page 96: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

94

Dirk Van Oevelen

n Afgestudeerd in: 1974

n Opleiding: Ingenieur voor de Schei-kunde en de Landbouwindustrieën,major: industriële microbiologie, Doctoraat toegepaste biologischewetenschappen

n Bedrijfsgegevens: Belgian Icecream Group NVwww.b-i-g.be

n Functie: Directeur productie & logistiek

“Als directeur productie en logistiek ben jeverantwoordelijk of sterk betrokken bij alle

technische aspecten van een voedingsbedrijf.”

Page 97: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

95

Zelfstandig problemen aanpakken

Mijn keuze voor bio-ingenieur werd ingegeven door mijngoede studieresultaten op wetenschappelijke en wiskundigevakken tijdens de secundaire school (Latijn-Wetenschappen).Bovendien was ik als jongste zoon uit een landbouwersfamilievertrouwd met en geboeid door de levende materie. Als gevolg van mijn familiale situatie vatte ik de studie dadelijkernstig op: ik moest immers zeker slagen en ik bleef later opdezelfde manier verder werken. De goede studieresultaten leverden me een beurs van het Fonds voor WetenschappelijkOnderzoek (FWO) op, waardoor ik een doctoraat in het domeinvan de brouwerij kon aanvatten. Tijdens een doctoraat leer jevooral zelfstandig problemen aanpakken en samenwerken enhet geeft je een beter inzicht in de werking van de universiteit.Het levert tevens een belangrijke bijdrage aan het zelfvertrouwenen meer maturiteit. Met collegae doctorandi beleefden weeen fantastische tijd in Leuven waaraan we vriendschappenvoor het leven overhielden.

Van Brouwerij Maes naar IJsboerke

Na mijn doctoraat solliciteerde ik bij Brouwerij Maes. Daar werd eenfunctie gecreëerd die me moest toelaten alle domeinen van hetbierbrouwen onder de knie te krijgen en kritisch te onderzoeken(via projectwerk). Na enkele jaren werd ik verantwoordelijk voorde productontwikkeling en de kwaliteitsdienst. Na vijf jaar hadik behoefte aan nieuwe uitdagingen en via een kleine omweg kreegik de verantwoordelijkheid over de productie in dezelfde brouwerij.Ik kreeg er ook de kans het Executive Master of Business Admini-stration (EMBA) programma aan de Antwerp ManagementSchool van UAntwerpen te volgen waardoor mijn technisch-biologische vorming werd aangevuld met alle andere aspectenvan het bedrijfsleven: een aanrader na +-5 jaar in een bedrijfte hebben meegedraaid.

Door overnames en herstructureringen verliet ik in 1991 debrouwerijwereld maar bleef in de voedingssector. IJsboerkewas net begonnen aan internationale expansie en had behoefteaan meer professionalisering voor zijn productie en logistiekediensten. Na de overnames van Mio in Luik en Artic-Frisa inKuurne veranderde de bedrijfsnaam in Belgian Icecream Group(BIG). Als directeur productie en logistiek van de groep ben je verantwoordelijk of sterk betrokken bij alle technische aspectenvan een voedingsbedrijf: productieplanning, aankoop, productie,onderhoud, voorraadbeheer, transport, engineering, product-ontwikkeling, kwaliteit, veiligheid. Als bio-ingenieur heb je vooral deze domeinen voldoende basis. Als lid van het directiecomitébeslis je echter mee over alle andere aspecten van het onder-nemen: een MBA is dan een uitstekende aanvulling. Het isbijzonder gevarieerd werk met dagelijks nieuwe uitdagingenwaaruit, bij succes, telkens opnieuw voldoening kan getrokken worden.

Bio-ingenieur blijft ook vandaag een polyvalente studie metgunstige perspectieven op de arbeidsmarkt. Ook wanneer jein een technische functie blijft, is er goed en interessant vante leven. Het komt erop aan je technische bagage te latenrenderen en dit kan enkel via een goed samenwerkend team:goede communicatie en respect voor je medewerkers zijnhierbij essentieel.

Page 98: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

96

Isabelle Vandeplas

n Afgestudeerd in: 2003

n Opleiding: Bio-ingenieur in het Land-en Bosbeheer, major: bodemkundeen landgebruik, Doctoraat toegepastebiologische wetenschappen

n Bedrijfsgegevens: Centre d’Étude etde Coopération Internationale (CECI),Montreal, Canada www.ceci.ca/fr

n Functie: Projectleider voor Haïti

“In Kenia heb ik tijdens mijn vrije tijd samen met lokale partners ook een

weeshuis opgezet.”

Page 99: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

97

Geboeid door virussen

Ik was geboeid door de wereld van de virussen en bacteriënen de ontwikkelingslanden en droomde ervan om in eenhoog technologisch labo te werken rond oplossingen tegengevaarlijke tropische virussen en dergelijke. Daarom vroeg ikinformatie aan mensen die in de farmaceutische sector werkenen zij hebben me de studies van bio-ingenieur aangeraden.Tijdens mijn studies heb ik echter meer en meer interesseontwikkeld voor de landbouwkunde en groeide mijn interesseom in Afrika te gaan werken.

Het werk in een vluchtelingenkamp

Ik had veel plezier gehad tijdens mijn thesis in Nigeria, maar ik had toen ook veel vragen over ontwikkelingssamenwerking.Ik volgde daarom eerst een jaartje een MSc in Applied Develop -ment (University of Reading in Engeland) en werkte voor deVN binnen het wereldvoedselprogramma in Benin. Ik was daarverantwoordelijk voor het opstarten en organiseren van devoedselhulpverdelingen binnen twee vluchtelingenkampen.Daarnaast hielp ik in het opzetten van een systeem voor hetopvolgen van voedselhulp aan weeshuizen en scholen. Toen kreeg ik een beetje heimwee naar het werk met boerenen het werk in de velden. Met een doctoraatsbeurs van deVlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) vertrok ik naar Kenia,waar ik werkte in het Tropical Soil Biology and Fertility Institutevan het International Center for Tropical Agriculture. Ik werktedaar samen met boeren om te zien hoe de sojaproductie ensojaverwerking en vermarkting toegankelijk kan zijn voor armeboeren. In Kenia heb ik tijdens mijn vrije tijd samen met lokale

partners ook een weeshuis opgezet. Aangezien ik in Benin mijntoekomstige man had ontmoet die daar ook binnen de VNwerkte, zijn we na drie jaar in Kenia naar Montreal verhuisd,zijn thuisstad. Ik heb mijn doctoraat op papier gezet en bendan werk beginnen zoeken binnen de NGO-wereld of de academische wereld. Niet zo gemakkelijk, omdat het geenhoofdstad is en er dus niet zoveel organisaties zijn waar ikaan de deur kon kloppen. Aangezien ik nog nooit in Canadahad gewerkt, struikelde ik in het begin ook over het feit dat ik de Canadese ontwikkelingssector niet echt kende.

België, Canada en Haïti in één vrouw

CECI is een organisatie die heel gevarieerde ontwikkelings-projecten opzet. Ik ben met vier andere projectleiders verant-woordelijk voor projecten in Haïti. Wij schrijven dus eerst eenprojectvoorstel en gaan daarmee aankloppen bij de Canadeseregering of andere grote donateurs. Indien zij ons projectgoedkeuren, nemen wij contact op met onze collega’s in Haïti om het project te starten. Zij gaan dan praten met deburgemeesters en met andere mensen in het land om demensen te laten kiezen welk type project voor hen het meestdringende is. Wij helpen hen dan met het berekenen van hetbudget daarvoor en met het opzetten van een beheersteam.Daarnaast openen we voor hen een bankrekening, geven henopleidingen over onder andere hoe ze hun bedrijfje moetenbeheren, geven het geld voor het project en volgen hun activiteiten op doorheen de eerste maanden. Tijdens en naverloop van het project schrijven wij de rapporten voor dedonor om uit te leggen wat er allemaal met het geld gebeurdeen welke resultaten daarmee verkregen werden.

Page 100: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

98

Greet Vandeputte

n Afgestudeerd in: 1998

n Opleiding: Bio-ingenieur in de Schei-kunde, major: technologie van devoedingsnijverheden, Doctoraat toe-gepaste biologische wetenschappen

n Bedrijfsgegevens: Nestlé ProductTechnology Centre, Nestec SA, Orbe,Zwitserland, www.nestle.com

n Functie: Scientist for Cereal ProductDevelopment/R&D Project Manager

“Ik werk als wetenschapper/R&D project-manager mee aan de productontwikkeling,de wetenschappelijke ondersteuning en de

procesoptimalisatie van graanproductenvoor baby’s vanaf 4 maanden tot 1 jaar.”

Page 101: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

99

Joviale studenten

Bij het begin van mijn studies wist ik niet welk beroep ik wouuitoefenen. Tijdens mijn secundaire studies (Latijn-Weten -schappen) was ik er altijd van overtuigd geweest dat ik farmaciewou studeren. Na een rondleiding in de Faculteit Bio-ingenieurs -wetenschappen veranderde ik van mening. Het zou bio-ingenieurworden en de masteropleidingen met veel chemie sprakenme het meest aan: levensmiddelentechnologie en katalytischetechnologie. Ik heb een fantastische studententijd gehad. Tijdens de master opleiding kon ik het studentenleven betercombineren met het studeren. Bio-ingenieurs zijn over het algemeen joviaal, warm. Er hing altijd een aangename sfeerrond de faculteit. Ik heb twee reizen naar Nepal en Guatemalagedaan met de faculteit. Mijn zin voor avontuur/nieuwigheden/innovatie werden aangewakkerd.

Innovatie in het teken van de consument

Er waren in 1998 voldoende jobmogelijkheden. Een overvloedwas er niet in de voedingsindustrie. Ik startte na mijn studiesmet een interim doceeropdracht chemie/economie aan deKATHO in Roeselare. In 1999 begon ik in het Laboratoriumvoor Levensmiddelenchemie en -biochemie te werken aaneen doctoraat. Ik werkte 6 jaar als wetenschappelijk mede-werker en project- en teamleider op drie industriële projectenvoor Beneo-Group en behaalde mijn doctoraat in juni 2004.Daarna was ik één jaar postdoc; een gepromoveerde junior-onderzoeker die op basis van een tijdelijk contract zelfstandigwetenschappelijk onderzoek verricht. In januari 2006 begon ik te werken in het Nestlé Product Technology Centre in Konolfingen (Zwitserland) als Scientist voor Dairy Product

Development voor Nestlé Nutrition and B-Dairy. Ik transfereerdein oktober 2007 naar het Nestlé Product Technology Centrein Orbe (Zwitserland) als Scientist voor Cereal Product Develop-ment. Vandaag werk ik vooral voor Nestlé Nutrition Infant Cereals. De bio-ingenieuropleiding was voor mij een heelgoeie basis om in een R&D omgeving te werken. In het NestléProduct Technology Centre staan innovatie en renovatie in hetteken van de consument. Ik werk als wetenschapper/R&Dprojectmanager mee aan de productontwikkeling, de weten-schappelijke ondersteuning en de procesoptimalisatie vangraanproducten voor baby’s vanaf 4 maanden tot 1 jaar. Tijdens de productontwikkeling worden verschillende prototypesgeproduceerd op pilootschaal en dit voor verschillende markten.Deze worden intern analytisch, procesmatig, sensorisch enop kwaliteit geëvalueerd. Voor lancering in een specifiekemarkt wordt er een 60/40+ consumententest uitgevoerd. Dit wil zeggen dat tenminste 60% van de consumenten hetNestléproduct moeten verkiezen boven een concurrentie -product, vooraleer het product gelanceerd wordt in eenmarkt. Is dat niet zo, dan wordt het product geherformuleerd.

Time management

Mijn werk is zeer gevarieerd en valt te combineren met eengezinsleven. Het is wel zo dat ik een organiser geworden ben.Mijn efficiëntie is toegenomen sinds ik kinderen heb!Werken en wonen in het buitenland biedt een grote persoonlijkeen professionele verrijking: het internationaal karakter vanNestlé, het werken met verschillende nationaliteiten, het sprekenvan verschillende talen en het omgaan met andere culturenzijn allemaal pluspunten.

Page 102: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

100

Koen Vanderborght

n Afgestudeerd in: 2009

n Opleiding: Master in de bio-ingenieurs -wetenschappen, biosysteemtechniek

n Bedrijfsgegevens: Danonewww.danone.be

n Functie: Industrial Trainee

“Als trainee word je als generalist opgeleiden kom je met zowat alle onderdelen

van het bedrijf in contact zodat jedaarna een meer specifieke richting

kan uit gaan. Variatie zat dus!”

Page 103: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

101

Ik kon moeilijk kiezen toen ik uit het secundair onderwijs kwam;ik was vooral geboeid door wetenschappen en wiskunde endode materie sprak me niet echt aan. Bij de opleiding tot bio-ingenieur had ik nog voldoende tijd om mezelf wat meerte oriënteren voordat ik een definitieve keuze moest maken.De mix tussen technische vakken enerzijds en de milieubio -logische inslag anderzijds zorgt voor een enorm gevarieerdeen boeiende cocktail.

Bloedserieus

Het optimale evenwicht tussen studeren en ontspanning isook steeds een zoektocht. De studies eisen de nodige aan-dacht, maar daarnaast mag je de innerlijke mens ook niet verwaarlozen. Ik ben er vanaf de eerste dag in gedoken enheb er met volle teugen van genoten. Zo heb ik me actief ingezet voor bloedinzamelingen waarbij studentenkringen en Rode Kruis samenwerken. Verder heb ik in het presidiumvan mijn kring gezeten en ben zelfs op universitair niveau actiefgeweest als studentenvertegenwoordiger in de Raad voorStudentenvoorzieningen en in de Raad van Bestuur van ACCO.Tijdens mijn studies heb ik leren communiceren, samenwerkenmet anderen en sociale netwerken uitbouwen. Ook heb ikveel geleerd over de aanpak van projecten: lanceren, leiden,opvolgen en uiteindelijk finaliseren. Door de diverse socialeengagementen heb ik ook veel opgestoken van multitaskenen time management.

Een aanvullende economische opleiding

Ik ben afgestudeerd in 2009, volle economische crisis dus, en ik vond dan ook niet direct een job. Daarom besloot ik om nog een jaar bij te studeren en volgde een master in beleidseconomie.

Eigenlijk hoopte ik dat mijn eerste beroepservaring aan devolgende 4 punten voldeed: een traineeship, de mogelijkheidom naar het buitenland te gaan, werken binnen een inter -nationaal bedrijf, voldoende aandacht voor opleidingen endoorgroeimogelijkheden.

Optimalisatieprojecten

Ik was als pas afgestudeerde al in contact gekomen met Danone.Hoewel mijn persoonlijk profiel wel overeen kwam met wat binnenhet bedrijf werd gezocht, waren er jammer genoeg geen functiesmeer vrij voor pas afgestudeerde ingenieurs. Toen ze me een jaarlater mededeelden dat er een trainee functie vrij kwam, ben ikdaar onmiddellijk op ingegaan. Mijn functie is enorm gevarieerd.Als trainee word je als generalist opgeleid en kom je met zowatalle onderdelen van het bedrijf in contact zodat je daarna eenmeer specifieke richting kan uit gaan. Variatie zat dus! Ik stadagelijks op de werkvloer tussen de machines en de operatoren.Daarnaast heb ik veel contact met de arbeiders en de technischedienst, maar ook met het dagelijks reilen en zeilen van de fabriek. Op dit moment ben ik voornamelijk bezig met een zeer diversgamma aan optimalisatieprojecten. Zo werk ik mee aan verschillende root cause analyses om toekomstige productie -stilstanden te voorkomen of efficiënter op te lossen wanneer zezich toch voordoen. Daarnaast zijn er verschillende verbeterings -projecten: functieanalyses, betere planning van het periodiekonderhoud van de productielijnen en het opvolgen van degoederenstromen van een nieuwe productielijn. Ook ben ik bezigmet een groot project om producten waarbij een productiefoutis opgetreden, kostenefficiënter te verwerken. Ja, ik wilde in eenlaboratorium werken, maar uiteindelijk heb ik ontdekt dat mijndroomjob toch buiten de muren van het laboratorium lag. Geef mijmaar de fabrieksvloer waar dagelijks enkele honderden tonnenyoghurt worden geproduceerd. Hier gaat het echt vooruit!

Page 104: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

102

Ine Vandersmissen

n Afgestudeerd in: 2010

n Opleiding: Master in de bio-ingenieurs -wetenschappen, cel- en gentechnologie

n Bedrijfsgegevens: K.U.Leuvenwww.kuleuven.be

n Functie: Doctoraatsstudent (AspirantFonds Wetenschappelijk Onderzoek)

“Dit medisch onderzoek sprak me enormaan. De vrijheid die je krijgt om een eigen

project uit te werken in combinatie met devele technische mogelijkheden maken ditdoctoraat voor mij een grote uitdaging.”

Page 105: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

103

De studie bio-ingenieur is het gevolg van mijn aangeboren interesse voor wetenschap: natuur, insecten, de ruimte... het leek als kind allemaal zo onverklaarbaar. In het secundaironderwijs bleek ook wiskunde me te liggen en het was duskiezen tussen de ingenieursopleidingen en de meer medische,biologische opleidingen. Bio-ingenieur bleek de perfecte mixvan beiden te zijn: de bacheloropleiding biedt elke studenteen brede wetenschappelijke achtergrond en leert je bovendienwelke masterrichting je het meest aanspreekt.

Medisch onderzoek

Tijdens mijn vijfjarige studie heb ik een goede balans gevondentussen mijn studies en het studentenleven. LBK, de studenten -kring van de bio-ingenieurs, werd een deel van mijn Leuvensleven en heeft met zijn diverse activiteiten vele fantastischeavonden opgeleverd. In mijn eerste masterjaar heb ik zelf actief meegewerkt om de relaties tussen de studenten en het bedrijfsleven te verbeteren door verschillende activiteitente organiseren zoals de jaarlijkse jobbeurs.

Tijdens mijn laatste masterjaar in cel- en gentechnologie voerdeik het onderzoek voor mijn masterproef in het Universitair Ziekenhuis Leuven, Campus Gasthuisberg uit. Dit medischonderzoek sprak me enorm aan en een doctoraat bleek meermogelijkheden te bieden om later te solliciteren bij farmaceutischebedrijven. Daarom besloot ik eerst 4 jaar zelfstandig onderzoekuit te voeren vooraleer de stap naar de industrie te maken.Om een goed idee te krijgen van de voor- en nadelen en debeschikbare plaatsen in de verschillende laboratoria, ging ik

praten met diverse professoren en hun medewerkers over deprojecten. Nu doctoreer ik in het centrum voor moleculaire envasculaire biologie. Mijn project bestudeert de rol van eenspecifieke signalisatiepathway in arterioveneuze specificatie.Met andere woorden onderzoek ik welke factoren een rolspelen tijdens de ontwikkeling van het bloedvatenstelsel. Dit doe ik met behulp van diverse technieken in celkweek, zebravissen en muizen. Verder zijn ook sociale vaardighedenerg belangrijk: je plant zelf je project en maakt talrijke presentaties.Verder woon je meetings, vergaderingen en congressen bij en moet je overleggen en samenwerken met diverse mensen.In deze internationale werkomgeving is ook een goede kennisvan het Engels vereist. De vrijheid die je krijgt om een eigenproject uit te werken in combinatie met de vele technischemogelijkheden maken dit doctoraat voor mij een grote uitdaging.

Leidinggeven in een globaliserende context

Ik heb al ondervonden dat mijn opleiding me zeer goed onder -steunt tijdens mijn doctoraat. Theoretisch is de master sterkonderbouwd en de minor leidinggeven in een globaliserendecontext heeft ook bepaalde communicatieve vaardighedenverbeterd. Als doctoraatsstudent kan je je eigen planningmaken, maar een doctoraat is allesbehalve een nine to fivejob. Gezien de grote diversiteit aan technieken en het gebruikvan celculturen en kleine diermodellen, zijn de dagen vaaklanger en eindigt de week niet altijd op vrijdag. Maar door degrote variatie en opportuniteiten die dit doctoraat mij bieden,heb ik er absoluut geen probleem mee om eens wat langer te werken.

Page 106: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

104

Wim Veraverbeke

n Afgestudeerd in: 1995

n Opleiding: Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: industriële microbiologie, Doctoraat toegepastebiologische wetenschappen

n Bedrijfsgegevens: Fugeiawww.fugeia.com

n Functie: Projectleider

“Na vier jaar besliste ik om voor een andere uitdaging te gaan.”

Page 107: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

105

Uitstel van keuze

In het secundair onderwijs had ik eigenlijk een vrij brede interesse;naast wiskunde en wetenschappen kon bijvoorbeeld ook geschiedenis mij erg boeien. De opleiding tot bio-ingenieursprak me wel aan omwille van de veelzijdigheid, omwille vande beroepsmogelijkheden (en daarom geen geschiedenis) en eigenlijk ook omwille van een beetje uitstel van keuze. Tijdens de onderzoeksfase voor mijn masterproef werd mijninteresse in het onderzoek van de levensmiddelenchemieaangewakkerd. Ik heb er dan ook voor gekozen om als bursaalvan het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) tedoctoreren aan hetzelfde laboratorium en dit in het domeinvan tarweproteïnen. Daarna ben ik nog enkele jaren actief geweest als postdoctoraal onderzoeker in hetzelfde laboratoriumtot ik in 2004 de kans kreeg om aan de slag te gaan bij deResearch & Development afdeling van Tate & Lyle, nu Syral, in Aalst. Daar maakte ik deel uit van een team van onderzoekersdat zich bezighield met het ontwikkelen van nieuwe productenafgeleid uit tarweproteïnen en tarwezetmeel.

Bevorderen van de gezondheid

Na vier jaar Aalst besliste ik om voor een andere uitdaging te gaan, namelijk projectleider bij Fugeia, een spin-off vanK.U.Leuven. In mijn huidige functie ben ik verantwoordelijkvoor product- en procesontwikkeling. Dit betekent dat ik voornieuwe producten het productieproces op punt stel, vertrekkendevan laboschaal om dan verder via pilootschaal tot een industrieelproces te komen. Het product waar momenteel de meestetijd naar uitgaat, is een gezondheidsbevorderende (prebiotische)

vezel gemaakt uit tarwezemel. Het op punt stellen van hetproductieproces houdt ondermeer in dat procesconditiesmoeten worden geoptimaliseerd om op een zo rendabel mogelijke manier de gewenste producteigenschappen te bekomen. Dit betekent bijvoorbeeld dat testen moeten worden opgezet met producenten van procesapparatuur om geschikte toestellen en procescondities te selecteren.Daarnaast bestaat mijn functie ook uit het coördineren van pilootproducties om enerzijds het proces te testen en anderzijdsproduct aan te leveren voor testen door potentiële toekomstigeafnemers van het product. Naast een toch wel gevarieerdetechnische kennis, heb je ook voldoende sociale vaardighedenen talenkennis nodig. De job vereist een erg gevarieerde kennisin zowel (bio)chemische, microbiologische en procesgerelateerdedomeinen, die je toch wel typisch bij bio-ingenieurs terugvindt.

Werken in een klein startend bedrijf is toch wel anders danwerken voor een multinational zoals Syral met uiteraard beidenhun specifieke positieve punten. Wat ik als specifieke positievepunten ervaar in mijn huidige functie zijn de grote dynamiek,de uitdaging, grote visibiliteit (je ziet het volledige bedrijf vanzeer dichtbij evolueren), het onmiddellijke resultaat van genomen acties,…

Mijn huidige functie is te combineren met een gezinsleven, al is het zeker zo dat ik voor een groot stuk beroep doe opmijn vrouw. Zij is er meer voor de kinderen omdat mijn functietamelijk wat reizen (ik schat ongeveer 25% van mijn tijd) inhoudt.Om die reden heeft mijn vrouw, die eveneens bio-ingenieur is,op een gegeven moment bewust gekozen voor een loopbaanin het onderwijs.

Page 108: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

106

Valentijn Verhaeghe

n Afgestudeerd in: 2004

n Opleiding: Bio-ingenieur in de Scheikunde

n Bedrijfsgegevens: Crop's NVwww.crops.be

n Functie: Key Account Manager

"De product- en technologische kennis van chemische en nutritionele aspecten

en de productiewijze is van belang bij somshoogoplopende onderhandelingsdiscussies"

Page 109: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

107

Crop’s NV is een West-Vlaams familiebedrijf uit Ooigem en isproducent van diepgevroren groenten, fruit en kant-en-klaremaaltijden. De jaarlijkse omzet bedraagt ca. 200 miljoen euroen er zijn ongeveer 250 mensen tewerkgesteld. Crop’s NVproduceert voornamlijk Private Label-producten (de zogenaamdehuismerken van de supermarkten), maar toch ook een aantalproducten onder de merknaam Crop’s.

De klant analyseren en begrijpen

Als Key Account Manager (KAM) bij een middelgrote ondernemingben je verantwoordelijk voor een aantal Europese Retailklantenzoals Delhaize, Tesco, Carrefour, Auchan, Edeka, …, waarvoorde vooropgestelde doelen moeten gerealiseerd worden. Dit betekent dat je de dagelijkse contacten onderhoudt metde aankoopcentrales. Daarvoor is het noodzakelijk dat je hettype klant duidelijk analyseert én begrijpt. Als KAM ben je binnenhet bedrijf de verpersoonlijking van je klant, wat ervoor zorgtdat je steeds nauwe contacten onderhoudt met diverse afdelingenzoals de logistieke dienst, Finance, Klantendienst,…).

Onderhandelen, promotieplan opstellen en verkoopcijfers opvolgen

Concreet bestaat het takenpakket van een Key Account Manageruit het jaarlijks onderhandelen over de aankoopcondities vande verschillende producten met de aankopers van de retailerzoals Delhaize. Daarnaast zorgt de KAM voor een competitiefen aantrekkelijk promotieplan voor zijn/haar klant. Hiervoor wordter nauw samengewerkt met de afdeling Marketing, die instaat

voor nationale promotie- en reclamecampagnes. Verder is deKAM verantwoordelijk voor een optimaal assortiment bij deRetail-klant. ‘Category Management’ is daarbij erg belangrijken zorgt ervoor dat de totale categorie (bijvoorbeeld de totalediepvriesgroenten categorie) bij de retailer kan groeien. Om ditte realiseren worden er continu analyses uitgevoerd. Ook ishet belangrijk dat de nieuwe producten die gelanceerd worden,snel en efficiënt bij de klanten geïntroduceerd worden. Dit allesmoet er toe leiden dat de vooropgestelde verkoopsresultatenworden gerealiseerd. Een dagelijkse opvolging van deze verkoopscijfers is dan ook noodzakelijk, om te kunnen bijsturenwaar nodig en om strategische beslissingen te gaan nemenop (middel)lange termijn.

Oplossingsgericht denken

Een functie als KAM is niet meteen een functie die geassocieerdwordt met het diploma van bio-ingenieur. Toch heeft de opleidingtot bio-ingenieur ervoor gezorgd dat ik sterk ben in het analyserenvan de vele cijfergegevens. Daarnaast leer je al vroeg het definiëren van problemen en het oplossingsgericht denken,wat eigen is aan een ingenieur. Uiteraard is ook de product-en technologische kennis van chemische en nutritionele aspecten, productiewijze, … van belang bij, soms hoog oplopende, onderhandelingsdiscussies. Bovendien helpt mijnopleiding mij nog steeds in het streven naar innovatieve enhoogkwalitatieve voedingsconcepten die vandaag de dag het verschil kunnen maken voor onze klanten.

Page 110: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

108

Brecht Vermote

n Afgestudeerd in: 2002

n Opleiding: Bio-ingenieur in het Land- en Bosbeheer, major: bosbouw en natuurbeheer

n Bedrijfsgegevens: Regionaal Landschap Groene Corridor vzw www.rlgc.be

n Functie: Landschapsanimator

“Geen anonieme, administratieve dossiersdie op mijn bureau passeren, maar effectief

het uitwerken en opvolgen van eigen dossiers van start tot finish! “

Page 111: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

109

Boswachter worden

Mijn grote droom was boswachter worden: vrijheid, met dejeep door het bos, …. De studiekeuze werd een wikken enwegen tussen biologie of bio-ingenieur. Het interesseert mijom meer om te weten hoe de natuur in elkaar steekt en hoeje hierin kan beheren om doelstellingen te behalen. Dit toe-passen van de opgedane kennis over fauna en flora vond ik (en vind je nog steeds) meer in de studie bio-ingenieur. Al heel snel bleek dat je om boswachter te worden helemaalgeen bio-ingenieur hoefde te zijn. Maar niet getreurd. Tijdensde studies kwamen we via de talrijke practica en excursies in contact met het toekomstige werkveld. Studies combineren met een actief studentleven ging perfect,al was het eerste jaar vooral een verkennend jaar om hetjuiste evenwicht te vinden tussen studies en studentenleven.Gedurende 4 jaar nam ik presidiafuncties waar. In het laatstejaar koos ik voor het meer serieuzere studentenleven alsmajor verantwoordelijke en studentenvertegenwoordiger in diverse commissies. Het is vooral dit studentenlevenparcoursdat me heel wat sociale vaardigheden bezorgde.

Onderzoeksopdrachten

Een maand na afstuderen kon ik beginnen als wetenschappelijkmedewerker aan het Labo voor Bos, Natuur & Landschap.Eerst werkte ik vijf maanden aan een onderzoeksopdrachtrond gevelbegroening en muurvegetaties voor de Vlaamseleefmilieuadministratie. Daarna werkte ik gedurende 2,5 jaaractief mee aan een haalbaarheidsstudie van ecologische netwerken rekening houdend met zowel ecologische, sociale,economische als juridische aspecten. Een verhaal met velestemmen dus, zelfs taalgrens overschrijdend.

Als praktijkassistent bij de Dienst Onderwijsondersteuningvan de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen stond ik invoor de practica en oefeningen voor plantkunde en ecologie.

Regionaal landschap?

Vandaag werk ik mee aan een ander verhaal met vele raak-vlakken aan beide vorige jobs: landschapsanimator bij RegionaalLandschap Groene Corridor vzw. Een regionaal landschap iseen streek met een typisch landschap en mooie stukjes natuur,waar een team van gespecialiseerde medewerkers zich inzetom die waardevolle landschappen en natuur samen met destreekbewoners te behouden, te herstellen en te versterken.Regionaal Landschap Groene Corridor vzw wil mensen betrekkenbij natuur en landschap in de regio. Hiertoe organiseren wecursussen, activiteiten en landschapsherstelwerken op terrein.Mijn kernopdracht is het stimuleren van gemeenten, verenigingenen particulieren om mee te werken aan projecten rond natuur-en landschapsherstel, dorpskernvernieuwing of behoud vanklein cultuurhistorisch erfgoed. Mijn job beperkt zich niet loutertot terreinbezoeken en advies, maar gaat veel verder: van plan -opmaak, over uitschrijven van offertevragen en bestekken, tot het opvolgen en opleveren van de eigenlijke terreinwerken(bv. herstel historische hoogstamboomgaard, restauratie ijs-kelder of veldkapel, achterstallige snoei monumentale boom,slibruiming van een verlandde poel of ringgracht, …). Kortom,geen anonieme, administratieve dossiers die op mijn bureaupasseren, maar effectief het uitwerken en opvolgen van eigendossiers van start tot finish!

Page 112: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

110

Cedric Ververken

n Afgestudeerd in: 2001

n Opleiding: 1ste bachelor CampusKortrijk, Bio-ingenieur in de Cel- enGenbiotechnologie, Doctoraat toege-paste biologische wetenschappen

n Bedrijfsgegevens: Ablynx NVwww.ablynx.com

n Functie: Project Manager

“Mijn job is uitdagend, veelzijdig en enorm interessant. Kortom, alles waar ik op gehoopt had!”

Page 113: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

111

In de middelbare school was ik voornamelijk geïnteresseerd in wetenschappen en in wiskunde, maar ik wist nog niet welkberoep ik uiteindelijk wilde uitoefenen. Daarom was ik toennog niet klaar om een richting te kiezen die mijn beroepskeuzelater zou bepalen (zoals bijvoorbeeld geneeskunde of dier -geneeskunde). Bio-ingenieur leek me toen de ideale keuzeomdat het een brede opleiding is die een goede basis legt en omdat je tijdens de bacheloropleiding kan beslissen inwelke richting je verder wil gaan.

Ook nog tijd voor hobby’s

Na de beginjaren heb ik de richting cel- en gentechnologiegekozen met als doel om later onderzoek te doen in een bedrijf, bijvoorbeeld in de farmaceutische sector. Tijdens mijnlaatste jaar en voornamelijk dankzij mijn masterproef werd ditnog versterkt en heb ik bovendien beslist om een doctoraatte doen om meteen in een functie terecht te kunnen met voldoende verantwoordelijkheid. Ik profiteerde van het studentenleven, studeerde als het moest en had voldoendetijd om me bezig te houden met mijn hobby’s: muziek (lid vanrock band), tennis, reizen. Het grootste verschil met studentenvan andere richtingen was dat we veel meer les hadden,onder andere practica waar we verplicht aanwezig moestenzijn. Achteraf gezien was dat zeker niet slecht.

Nanobody-technologie

Tijdens de laatste 3 maanden van mijn doctoraatsmandaatheb ik gesolliciteerd bij twee bedrijven en bij het eerste kon ik beginnen. Ik heb dus niet echt lang moeten zoeken. Al bijhet eerste sollicitatiegesprek bij Ablynx wist ik dat dit eengoede keuze was. Ablynx is een erg dynamisch bedrijf volmet enthousiaste medewerkers. Bovendien is het potentieel

van de Nanobody-technologie voor therapie van allerhandeziekten enorm. Ik ben begonnen als wetenschapper in hetdepartement Farmacologie. Mijn voornaamste taak was het begeleiden van een klein team van laboranten in het ontwikkelen van methoden voor detectie van Nanobodies(=een nieuwe klasse van therapeutische proteïnen op basisvan fragmenten van enkel-domein antilichamen) in bloedstalenen het testen van hun biologische activiteit, werkingsmechanismeen specificiteit. In die periode is het team waarin ik werkte serieusgegroeid en nam mijn verantwoordelijkheid ook evenredig toe.

Na enkele jaren in een specifieke onderzoeksfunctie ben ikovergestapt naar Project Management. De voornaamste redenwas dat ik in plaats van enkel het farmacologie gedeelte geïn-teresseerd was in het volledige Research & Development procesbinnen Ablynx en de projecten liever van begin tot einde wousturen. Ik ben op dit moment projectleider van 3 projecten dieallen als doel hebben om een geneesmiddel te ontwikkelenop basis van Nanobodies. Mijn taak is om de strategie van de projecten uit te tekenen in overeenkomst met onze bedrijfs-doelstellingen en om de multidisciplinaire project teams te leidenin de uitvoering van de projecten. Ik rapporteer de voortgangvan de projecten aan de bevoegde instanties en ben verant-woordelijk voor alle project gerelateerde communicatie. Ook interageer ik met onze externe partners, bijvoorbeeldgrote farmaceutische firma’s die investeren in projecten binnen Ablynx.

Page 114: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

112

Page 115: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

ColofonDeze brochure werd gerealiseerd door Katholieke Universiteit Leuven, Universiteit Gent en Universiteit AntwerpenV.U. Rony Swennen, Kasteelpark Arenberg 20, 3000 Leuven

Page 116: DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK

Universiteit AntwerpenDepartement Bio-ingenieurswetenschappenGroenenborgerlaan 171BE-2020 Antwerpen, Belgiëtel. + 32 3 265 32 [email protected]/tbw

Universiteit GentFaculteit Bio-ingenieurswetenschappenCoupure links 653BE-9000 Gent, Belgiëtel. + 32 9 264 59 [email protected]/

Katholieke Universiteit LeuvenFaculteit Bio-ingenieurswetenschappenKasteelpark Arenberg 20BE-3001 Heverlee, Belgiëtel. + 32 16 32 16 [email protected]/