De belangrijkste cao-regels voor bouwplaats- en uta-werknemers...Als u na lezing van dit boekje...
Transcript of De belangrijkste cao-regels voor bouwplaats- en uta-werknemers...Als u na lezing van dit boekje...
De belangrijkste cao-regels voor bouwplaats- en uta-werknemers
1 juli 2009 tot en met 31 december 2010
Partijen bij de Cao voor de Bouwnijverheid
2
Inhoud
Over dit boekje 4
Van indiensttreding tot ontslag 6Een arbeidsovereenkomst sluiten 7Tijdens de arbeidsovereenkomst 9Beëindiging dienstverband (ontslag) 10Buitenlandse werknemers 13Uitzendwerk 14
Werktijd, vrije tijd en verzuim 16Werktijden 17Vrije dagen 21Kort verzuim en bijzonder verlof 26Onwerkbaar weer 29
Inkomen 32Definities 33Basis voor de loon-/salarisberekening 33Uitbetaling loon bouwplaatswerknemers 36Loontabellen bouwplaatswerknemers 37Salarisschalen uta-werknemers 47Vakbondscontributie 51Tijdspaarfonds 51Persoonlijke levenslooprekening 54Inkomen bij ziekte 55Inkomensaanvullingen bij arbeidsongeschiktheid 57Inkomensaanvullingen bij werkloosheid 58Pensioen 59Uitkering bij overlijden of blijvende invaliditeit 60
3Inhoud
Toeslagen en vergoedingen 62Algemeen 63Bouwplaatswerknemers 65Uta-werknemers 73
Opleidingen en cursussen 76Bestrijden gevolgen economische crisis 77Opleidingsplan 78Beroepsopleiding bouwplaatswerknemers 78Cursussen bouwplaatswerknemers 81Cursussen uta-werknemers 82Loopbaanontwikkeling 83Erkenning van verworven competenties (EVC) 84
Veiligheid, gezondheid en re-integratie 86Bijzondere veiligheids- en arbobepalingen 87 Arbeidsomstandigheden- en verzuimbeleid 87Re-integratie bij ziekte en arbeidsongeschiktheid 89
Werkingssfeer en naleving cao 92Commissie Werkingssfeer 93Commissie Naleving 93Meer informatie 94
Adressen cao-partijen 96Werkgeversorganisaties 97Werknemersorganisaties 98
Trefwoordenregister 100
4
Over dit boekje
Vereenvoudigd en verkortDit is een vereenvoudigde versie van de belangrijkste bepalingen uit twee onderling samenhangende collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) voor de bouwnijverheid:
- Cao voor de Bouwnijverheid, 1 juli 2009 tot en met 31 december 2010 (verder te noemen: de cao);
- Cao Bedrijfstakeigen Regelingen voor de Bouwnijverheid, 1 januari 2006 tot en met 31 december 2010.
De volledige, officiële versie van een cao is vaak moeilijk leesbaar door het juridische karakter van de formuleringen. Niet alleen de regels zijn erin beschreven, maar ook alle uitzonderingen daarop. Bovendien komen er bepalingen in voor, waar de gemiddelde werkgever of werk-nemer weinig mee te maken heeft.
Arbeidsvoorwaarden op hoofdlijnenCao-partijen vinden het belangrijk dat werkgevers en werknemers snel en op hoofdlijnen informatie kunnen vinden over de arbeidsvoor-waarden. Vandaar dit boekje. De belangrijkste cao-afspraken zijn er in begrijpelijke taal in opgeschreven, met weglating van allerlei details. Maar let op: aan de tekst van dit boekje kunnen geen rechten worden
ontleend. Dit betekent dat bij een meningsverschil tussen een werk-gever en een werknemer niet de inhoud van dit boekje, maar die van de officiële cao-tekst bepalend is.
Bouwplaats- en uta-werknemersSommige cao-bepalingen gelden alleen voor bouwplaatswerknemers. Bij die bepalingen staat in de kantlijn dit helmsymbool . Andere bepalingen gelden alleen voor uta-werknemers. Daarbij staat een beeldschermsymbool . Bij cao-bepalingen die voor alle werknemers
5Over dit boekje
gelden, zijn geen symbolen afgebeeld. Let op: uitvoerders doen hun werk wel op de bouwplaats, maar zijn volgens de cao uta-werknemers.
Meer informatie?Als u na lezing van dit boekje twijfelt over de precieze betekenis van een cao-afspraak, kunt u de officiële cao-tekst erbij nemen. Die is verkrijgbaar bij cao-partijen. Daar kunt u ook terecht met uw vragen over de inhoud van de cao. De adresgegevens van cao-partijen vindt u achterin dit boekje.
Van indiensttreding tot ontslag
6
Van indiensttreding tot ontslag
Een arbeidsovereenkomst sluiten
In tijdelijke of vaste dienst• Bepaalde en onbepaalde tijd: De werkgever en de werknemer
sluiten een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (een tijdelijk contract) of een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (de werknemer komt dan in vaste dienst).
Afspraken op papier• Verplicht: Een schriftelijke arbeidsovereenkomst is verplicht. De belangrijkste afspraken moeten er in staan. Bijvoorbeeld wanneer
de overeenkomst ingaat, welke functie de werknemer heeft, op welke tijden hij werkt en hoeveel hij verdient.
• Meer weten? In de officiële cao staat om welke onderwerpen het precies gaat. Daarin zit ook een voorbeeld van een arbeidsovereen-komst.
Cao als basis en ondergrens• Afwijken mag, mits...: De afspraken in een arbeidsovereenkomst
mogen niet in strijd zijn met de cao. Afwijken van de cao mag alleen als dit gunstig is voor de werknemer. De cao geldt dus als basis en ondergrens.
Intredekeuring • Geschikt voor het werk? Voor bepaalde bouwplaatsfuncties geldt,
dat de werkgever alleen een arbeidsovereenkomst met een werk-nemer mag sluiten, nadat uit de intredekeuring is gebleken dat die werknemer geschikt is voor het werk dat hij gaat doen.
• Welke functies? Om welke functies het gaat, staat in de functielijst van de officiële cao.
• Herkeuring: Als de werknemer het niet eens is met de uitslag van een intredekeuring, kan hij een herkeuring aanvragen.
7
Proeftijd• Alleen als...: Een proeftijd geldt alleen als die in de schriftelijke
arbeidsovereenkomst is vastgelegd. • Hoeveel maanden? De duur van de proeftijd hangt af van de loop-
tijd van de arbeidsovereenkomst, maar mag nooit langer zijn dan twee maanden.
Proeftijd (maxima)
Meerdere tijdelijke contracten na elkaar• Dit mag...: De werkgever mag met dezelfde werknemer meerdere
arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd na elkaar sluiten. • Maar let op: Een bouwplaatswerknemer komt ‘automatisch’ bij
deze werkgever in vaste dienst bij: - drie arbeidsovereenkomsten waar steeds niet meer dan drie
maanden tussen zitten en die - inclusief deze tussenliggende perioden - samen langer duren dan 24 maanden;
- meer dan drie arbeidsovereenkomsten, waarbij de tussenliggende perioden niet langer dan drie maanden hebben geduurd.
Dit geldt niet als het gaat om arbeidsovereenkomsten die alleen worden gesloten voor gladheidsbestrijding.
• Relatie met uitzendwerk: De werkgever mag na afloop van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd dezelfde werkzaamheden
looptijd proeftijd proeftijdarbeidsovereenkomst bouwplaatswerknemer uta-werknemer
onbepaalde tijd(vaste dienst) 2 maanden 2 maandenbepaalde tijd (tijdelijk):- korter dan 1 jaar 2 weken 1 maand- 1 tot 2 jaar 1 maand 1 maand- 2 jaar of langer 2 maanden 2 maanden- uta-projectcontract (zonder einddatum) n.v.t. 1 maand
8
Van indiensttreding tot ontslag
in principe niet door een uitzendkracht laten uitvoeren, als hij de werknemer van wie het contract niet verlengd is, nog een contract voor bepaalde tijd had kunnen aanbieden.
Tijdens de arbeidsovereenkomst
Introductie van de werknemer • Verplicht: De werkgever zorgt voor een goede introductie van de
nieuwe werknemer. Daarbij besteedt hij onder meer aandacht aan de inhoud van het werk, de arbeidsvoorwaarden, veiligheid, opleidingen en medezeggenschap.
Werken in het eigen bedrijf • Zeggenschap werkgever: De werkgever bepaalt welke werkzaam-
heden de werknemer uitvoert en waar dit gebeurt. Het werk moet bij de functie van de werknemer passen. In bijzondere omstandig-heden kan de werkgever de werknemer ook ander werk binnen het bedrijf laten doen.
• Als de werknemer zich niet aan de regels houdt...: Als de werkne-mer bijvoorbeeld steeds te laat komt of zomaar weg blijft, mag de werkgever hem maximaal een week zonder loon naar huis sturen.
Werken in een ander bedrijf• Soms verplicht: De werkgever kan de werknemer verplichten in een
ander bedrijf te werken, als het gaat om: - een bedrijf dat verwant is aan het bedrijf waar de werknemer
normaliter werkt, of - een combinatie van bedrijven waar het (verwante) bedrijf onderdeel
van uitmaakt, of - bijzondere gevallen, bijvoorbeeld tijdelijke hulpverlening (uitlening)
aan een ander bedrijf.
9
• Arbeidsvoorwaarden: De werknemer mag er hierdoor qua arbeids-voorwaarden niet op achteruit gaan. Zijn oorspronkelijke arbeids-overeenkomst blijft in principe bestaan.
Beëindiging dienstverband (ontslag)
Wetgeving en cao• Cao is aanvullend: In het Burgerlijk Wetboek staat waar de werkgever
en de werknemer zich minimaal aan moeten houden bij de beëindiging van een dienstverband. De cao geeft hiervoor aanvullende regels.
Ontslagverbod bouwplaatswerknemers• Wanneer? Een ontslagverbod geldt onder meer in de volgende situaties: - bij arbeidsongeschiktheid (‘ziekte’); - in een periode dat er door vorst niet kan worden gewerkt; - zolang de werknemer nog een tegoed heeft aan ‘verplichte overuren’
(zie Overwerk bouwplaatswerknemers); - in de industriële steigerbouw, namelijk van 1 november t/m 1 april.• Uitzonderingen: Op deze verboden bestaan uitzonderingen. Zie
hiervoor de officiële cao.
Ontslag: hoe en wanneer?• Basisregels: Opzeggen moet schriftelijk gebeuren. Voor zowel de
werkgever als de werknemer geldt een opzegtermijn. Het ontslag gaat in aan het eind van de loonperiode waarin de opzegtermijn afloopt.
Opzegtermijnen bouwplaatswerknemers • Aantal weken: Hoeveel weken de opzegtermijn bedraagt, hangt af
van de leeftijd van de werknemer en het aantal jaren dat hij bij de werkgever heeft gewerkt.
10
Van indiensttreding tot ontslag
• Werkgever/werknemer: Voor de werkgever gelden andere opzeg-termijnen dan voor de werknemer. Zie de twee volgende tabellen.
• Ontslagvergunning: Als de werkgever een ontslagvergunning heeft, mag hij de opzegtermijn uit de voor hem geldende tabel met een maand verkorten (of vier weken bij vierwekelijkse loonbetalingen). Als de werkgever van deze mogelijkheid gebruik maakt, is de resterende opzegtermijn volgens de wet minimaal een maand (respectievelijk vier weken). Doet de werkgever dit niet, dan zijn de opzegtermijnen uit de tabel onverkort van toepassing.
• Chauffeurs: Voor werknemers in een chauffeursfunctie gelden niet de in de tabellen genoemde opzegtermijnen, maar alleen de wettelijke termijnen.
• Bijzondere gevallen: In bijzondere gevallen, zoals een faillissement of een aaneengesloten zomervakantie, kunnen afwijkende opzeg-termijnen gelden.
11
Opzegtermijnen bouwplaatspersoneel: aantal weken voor de werknemer
leeftijd aantal volle dienstjaren
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 1215 t/m 21 1 22 t/m 26 1 1 1 2 27/28 1 1 1 2 2 329/30 1 1 1 2 2 3 3 431/32 1 1 1 2 2 3 3 4 4 533 e.o. 1 1 1 2 2 3 3 4 4 5 5 6
12
Opzegtermijnen bouwplaatspersoneel: aantal weken voor de werkgever
leeftijd aantal volle dienstjaren
< 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1316 t/m 19 1 1 20 1 1 2 21 1 1 2 3 22 t/m 25 1 1 2 3 426 1 1 2 3 4 5 27 1 1 2 3 4 5 628 1 1 2 3 4 5 6 729 1 1 2 3 4 5 6 7 830 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 31 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 32 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1133 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 1234 t/m 45 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1346 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 1447 1 2 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 1548 1 2 4 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 1649 1 2 4 6 8 9 10 11 12 13 14 15 16 1750 1 3 4 6 8 10 11 12 13 14 15 16 17 1851 1 3 4 6 8 10 12 13 14 15 16 17 18 1952 1 3 4 6 8 10 12 14 15 16 17 18 19 2053 1 3 4 6 8 10 12 14 16 17 18 19 20 2154 1 3 4 6 8 10 12 14 16 18 19 20 21 2255 1 3 4 6 8 10 12 14 16 18 20 21 22 2356 1 3 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 23 2457 1 3 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 2558 t/m 64 1 3 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 2665 e.o. 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Van indiensttreding tot ontslag
Opzegtermijnen uta-werknemers• Het aantal maanden opzegtermijn voor de werkgever hangt af van het
aantal jaren dat de werknemer bij de werkgever heeft gewerkt. Voor de uta-werknemer die opzegt, geldt een termijn van een maand.
Vakantie- en roostervrije dagen bij ontslag• Vakantiedagen: Overblijvende vakantiedagen kunnen worden verrekend
of voor het ontslag alsnog worden opgenomen. De werkgever mag teveel opgenomen wettelijke vakantiedagen verrekenen.
• Roostervrije dagen: Overblijvende roostervrije dagen waarover de werkgever loon moet betalen, kunnen in beginsel niet worden verrekend. Ze worden voor het ontslag opgenomen. Roostervrije dagen waarvan de geldswaarde al in het Tijdspaarfonds is gestort, worden bij ontslag niet verrekend.
Buitenlandse werknemers
• Brochure: De cao is gedeeltelijk van toepassing op degenen die in dienst zijn van een buitenlands uitzendbureau of bouwbedrijf en als zodanig tijdelijk in de Nederlandse bouw werken. Zie hiervoor de brochure ‘Detachering van buitenlandse werknemers naar de
Nederlandse bouwnijverheid’. Dit is een gezamenlijke uitgave van partijen bij de Cao voor de Bouwnijverheid, de ABU-cao voor Uitzendkrachten en de NBBU-cao voor Uitzendkrachten.
Opzegtermijnen uta-werknemers
duur dienstverband opzegtermijn opzegtermijn werkgever uta-werknemer
korter dan 5 jaar 1 maand 1 maand5 tot 10 jaar 2 maanden 1 maand10 tot 15 jaar 3 maanden 1 maand15 jaar of langer 4 maanden 1 maand
13
Uitzendwerk
• Brochure: Voor uitzendkrachten die door een Nederlands uit-zendbureau naar een bouwbedrijf worden uitgezonden, gelden - afhankelijk van de situatie - de hele cao of onderdelen ervan. Zie hiervoor de digitale brochure ‘Uitzendwerk in de bouw’. Dit is een gezamenlijke uitgave van partijen bij de Cao voor de Bouwnijver-heid, de ABU-cao voor Uitzendkrachten en de NBBU-cao voor Uitzendkrachten.
• Alleen gecertificeerde uitzendbureaus: De werkgever mag alleen uitzendkrachten inhuren van uitzendbureaus die beschikken over een geldig NEN-certificaat. Deze uitzendbureaus zijn te vinden op www.normeringarbeid.nl. Deze regel geldt niet voor uitzendbureaus die onderdeel zijn van een bouw- of opleidingsbedrijf en evenmin bij collegiale inlening binnen de bedrijfstak.
14
Van indiensttreding tot ontslag 15
Werktijd, vrije tijd
en verzuim
16
Werktijd, vrije tijd en verzuim
Werktijden
Normale arbeidsduur en werkdagen• Veertig uur, maandag t/m vrijdag: De normale arbeidsduur is veertig
uur per week en acht uur per dag. Een normale werkweek loopt van maandag tot en met vrijdag. De werknemer is niet verplicht te werken op zaterdag, zondag of een erkende feestdag.
Dagelijkse werk- en rusttijden• Wijze van vastellen: De werkgever stelt - in overleg - vast op welke
tijden de werknemer dagelijks werkt en rust. Als de werknemer om privé-redenen op andere tijden wil werken, houdt de werkgever daar serieus rekening mee.
Extra regels voor werktijden bouwplaatswerknemers • Dagelijkse werktijd: Deze valt tussen 07.00 en 18.00 uur. Bij werk-
zaamheden die onderhevig zijn aan eb en vloed mag de werkdag een uur vroeger beginnen.
• Maximaal 11,5 uur: De werktijd, verplichte pauze en de reistijd mogen samen niet meer dan 11,5 uur per dag duren. Zo nodig wordt de werktijd ingekort. De reisuren die daardoor in werktijd vallen, worden als gewerkte uren betaald.
Ploegendienst• Grenzen: Bij ploegendienst ligt de normale arbeidsduur tussen
maandagochtend 0.00 uur en vrijdagavond 24.00 uur. Bovendien geldt een maximum arbeidsduur van tachtig uur per twee weken.
Verschoven uren Infra • Voor bouwplaatswerknemers: Op infrastructurele werken mag de
bouwplaatswerknemer in verschoven uren werken. Dat wil zeggen: ook vóór 07.00 en na 18.00 uur en ook op zaterdag en zondag. De normale arbeidsduur blijft veertig uur per kalenderweek.
Werktijd, vrije tijd
en verzuim
17
• Voorwaarden: De cao stelt een aantal voorwaarden aan werken op verschoven uren. De belangrijkste zijn:
- het mag alleen als de opdrachtgever dit heeft voorgeschreven en voor zover het noodzakelijk is;
- de werkgever vertelt de werknemer minstens twee weken tevoren wanneer hij op verschoven uren moet werken;
- de werknemer is er niet toe verplicht; - voor 55-plussers geldt een beperking tot dertig weken per jaar; - de normale arbeidsduur van veertig uur per week mag over vier
diensten worden verdeeld als alle diensten in die week na 20.00 uur beginnen;
- een keer per week moet de werknemer een rusttijd hebben van 48 uur aan één stuk; eens per twee weken valt die rusttijd tussen zaterdag 06.00 uur en zondag 21.00 uur;
- voor zover nodig gelden de verschoven uren ook voor werk-nemers in asfaltcentrales;
- de werknemer die op verschoven uren werkt, ontvangt een toeslag op zijn loon; als hij bovendien overwerkt, geldt ook de overwerkregeling. Zie het hoofdstuk Toeslagen en vergoedingen.
Overwerk bouwplaatswerknemers • Wat is overwerk? Langer werken dan acht uur per dag of veertig
uur per week, werken vóór 07.00 en na 18.00 uur en werken op zaterdag of zondag. Overwerk kan alleen in hele uren. In de officiële cao staan alle regels die gelden bij overwerk. De belangrijkste zijn:
• Overwerktoeslag: Voor overwerk gelden toeslagen in tijd of geld. Zie het hoofdstuk Toeslagen en vergoedingen.
• Verplicht overwerk: De werknemer met een vast contract voor veertig uur per week is verplicht overwerk te doen als dit volgens de werkgever nodig is om pieken en dalen in het werk op te vangen (discontinuïteit). Deze verplichting geldt tot een maximum van drie uur per week en 26 weken per kalenderjaar. De overwerktoeslag is gewoon van toepassing.
18
Werktijd, vrije tijd en verzuim
• Opnemen verplichte overuren: De werkgever mag verplichte overuren van de werknemer gebruiken om de werknemer vrij te roosteren op dagen dat er te weinig werk is (discontinuïteit). Dit moet uiterlijk in het eerstvolgende kwartaal zijn gebeurd. De werk-gever meldt het inzetten van verplichte overuren minimaal 14 dagen van tevoren aan de werknemer. Maakt de werknemer meer dan 39 overuren, dan worden de meerdere uren direct uitbetaald.
• Ontslagverbod: De werknemer die nog verplichte overuren tegoed heeft, mag in beginsel niet worden ontslagen.
• Registratie: De werkgever legt de overuren en de overwerktoeslag schriftelijk vast. Hij geeft de werknemer minstens een keer per maand een kwartaaloverzicht van het saldo van gewerkte en opge-nomen overuren, inclusief toeslag.
• Een ander systeem? Een ander systeem van overwerk is alleen toegestaan na instemming van de werknemersorganisaties FNV Bouw, CNV Vakmensen en Vakvereniging Het Zwarte Corps.
• Verbodsbepalingen: Structureel overwerk is niet toegestaan. Jongeren tot 18 jaar mogen helemaal niet overwerken.
Overwerk uta-werknemers • Niet verplicht: De uta-werknemer is niet verplicht over te werken.
Bereikbaarheidsdienst bouwplaatswerknemers• Waar gaat het om? Een werknemer heeft bereikbaarheidsdienst als
hij buiten de normale arbeidsduur beschikbaar moet zijn om werk te doen dat niet tot de volgende werkdag kan wachten.
• Vergoeding: De werknemer die bereikbaarheidsdienst heeft, krijgt daarvoor een vergoeding, óók als hij tijdens die dienst niet is opge-roepen voor werk (zie het hoofdstuk Toeslagen en vergoedingen).
• Overwerkvergoeding: De overwerkvergoeding geldt alleen voor zover de werknemer tijdens zijn bereikbaarheidsdienst wordt opgeroepen om te werken.
19
Deeltijdwerk• Ja, tenzij..: De werknemer mag in deeltijd werken, tenzij de werkgever
aannemelijk kan maken dat de situatie in het bedrijf dit niet toelaat.
Vierdaagse werkweek 55 jaar en ouder• Op verzoek: De werknemer van 55 jaar en ouder kan de werkgever
vragen zijn werkweek terug te brengen tot vier dagen en 32 uur per week, zonder dat dit leidt tot een lager loon of salaris.
• Inzet vrije dagen: Om dit mogelijk te maken, gebruikt de werknemer zijn vakantiedagen, roostervrije dagen (inclusief scholingsdagen), seniorendagen en feestdagen. Hij moet echter vijftien vakantie-dagen overhouden voor zijn zomervakantie. Degene die door een collectieve bedrijfssluiting dagen tekort komt voor een vierdaagse werkweek, heeft recht op maximaal vijf roostervrije dagen extra.
• Ontbrekende dagen ‘inkopen’: De inzet van vrije dagen levert niet altijd voldoende op om het hele jaar door vier dagen te kunnen werken. Hoeveel dagen de werknemer daarvoor in de jaren 2009 en 2010 tekort komt, staat in de officiële cao (bijlage 5). De werk-nemer kan de ontbrekende dagen inkopen tegen een prijs die is afgestemd op zijn loon. De werkgever houdt het benodigde bedrag in.
• Uitzondering uta-functieladder 1: Voorzover deze werknemer dagen tekort komt door een collectieve bedrijfssluiting, compenseert hij dit tekort door een aantal weken vijf dagen te werken. Voorzover hij door een andere oorzaak dagen tekort komt, hoeft hij deze niet in te kopen.
• Uitzondering uta-functieladder 2, 3, 4 of 5: Deze werknemer heeft de keuze tussen inkoop van ontbrekende dagen of compensatie door een aantal werkweken van vijf dagen.
• Relatie met Tijdspaarfonds: De verplichting voor de bouwplaatswerk-nemer om de geldswaarde van een aantal vakantie- en roostervrije dagen te laten storten in het Tijdspaarfonds geldt niet voor degene met een vierdaagse werkweek voor 55-plussers. Hij heeft deze dagen namelijk nodig voor het realiseren van zijn vierdaagse werkweek.
20
Werktijd, vrije tijd en verzuim
• Meer informatie: In de officiële cao (bijlage 5) staan handige schema’s voor het inroosteren van een vierdaagse werkweek 55-plus met behulp van verlof- en inkoopdagen in de jaren 2009 en 2010. Zie ook de brochure ‘De vierdaagse werkweek 55-plus voor bouw-plaats- en uta-werknemers’, een uitgave van cao-partijen.
Normregeling• Voor zover over een bepaald onderdeel van de werktijden in de cao
niets is geregeld, geldt de Normregeling arbeidstijden uit de cao.• Experimenten 2009-2010: Cao-partijen zijn van plan in de cao-
periode 2009-2010 het initiatief te nemen tot het uitvoeren van experimenten met het beter afstemmen van werktijden en werkvormen op de behoeften van werkgevers en werknemers.
Vrije dagen
Vakantiedagen bouwplaatswerknemers • Aantal dagen: Het aantal vakantiedagen per gewerkt kalenderjaar
hangt af van de leeftijd van de werknemer. De in de volgende tabel genoemde aantallen gelden voor de werknemer met een arbeids-overeenkomst voor veertig uur per week, die het hele jaar bij de werkgever in dienst is.
Vakantiedagen bouwplaatswerknemers
* De werknemer die deze leeftijd pas tijdens het jaar bereikt, heeft recht op een aantal dagen naar verhouding.
21
leeftijd * aantal vakantiedagen per jaar wettelijk bovenwettelijk 55-plus totaal
tot 18 jaar 20 9 2918 t/m 54 jaar 20 5 2555 t/m 59 jaar 20 5 10 3560 jaar of ouder 20 5 13 38
• Werken in deeltijd of in een deel van het jaar: Voor de deeltijdwerker geldt het aantal vakantiedagen naar verhouding van zijn arbeids-duur per week. De werknemer die slechts een deel van het jaar bij de werkgever in dienst is, bouwt alleen over dat deel van het jaar vakantiedagen op.
• Soms een dag extra: In een jaar dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar vijf werkdagen vallen, krijgt de werknemer er één vakantiedag bij. In het jaar 2010 is dit het geval. De werkgever betaalt het loon over deze extra vakantiedag door.
• Zomervakantie: De werknemer mag in de zomer drie weken aan-eengesloten vakantie opnemen als hij daarvoor voldoende dagen heeft. De werkgever volgt bij het vaststellen van de vakantiedata de wensen van de werknemer, tenzij het werk dit niet toelaat. De data worden zo mogelijk minimaal een maand voor het begin van het kalenderjaar vastgesteld.
• Vakantiedagen die de werknemer niet kan benutten: Als de werknemer tijdens zijn vakantie ziek is en daardoor zijn vakantiedagen niet als vrije tijd kan benutten, meldt hij dit onmiddellijk bij de werkgever.
In overleg met elkaar bepalen zij wanneer de werknemer die dagen alsnog kan opnemen.
• Loon over vakantiedagen: Over de wettelijke vakantiedagen en 55-plusdagen die de werknemer opneemt, betaalt de werkgever
het vast overeengekomen loon. Van de bovenwettelijke dagen maakt de werkgever de geldswaarde over naar de individuele Tijdspaarrekening van de werknemer. Voor het loon over 55-plus-dagen kan de werkgever een financiële vergoeding aanvragen bij het Aanvullingsfonds. Dit moet hij binnen zes maanden na het opnemen van dergelijke verlofdagen doen. Het aanvraagformulier is te vinden op www.administratienet.nl.
• Vakantieopbouw tijdens ziekte: De werknemer die door ziekte langer dan 26 weken niet kan werken, bouwt maximaal over 26 weken vakantiedagen op.
22
Werktijd, vrije tijd en verzuim
• Beëindiging dienstverband: Het eventuele restant of tekort aan vakantiedagen wordt verrekend in tijd of geld.
Vakantiedagen uta-werknemers• Aantal dagen: Het aantal vakantiedagen per gewerkt kalenderjaar
hangt af van de leeftijd van de werknemer. De in de onderstaande tabel genoemde aantallen gelden voor de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor veertig uur per week, die het hele jaar bij de werkgever in dienst is.
Vakantiedagen uta-werknemers
* De werknemer die deze leeftijd pas tijdens het jaar bereikt, heeft recht op een aantal dagen naar verhouding.
leeftijd * aantal vakantiedagen per jaar wettelijk bovenwettelijk 55-plus totaal
tot 18 jaar 20 7 2718 t/m 54 jaar 20 5 2555 t/m 59 jaar 20 5 9 3460 jaar of ouder 20 5 11 36
23
• Werken in deeltijd of in een deel van het jaar: Voor de deeltijdwerker geldt het aantal vakantiedagen naar verhouding van zijn arbeids-duur per week. De werknemer die slechts een deel van het jaar bij de werkgever in dienst is, bouwt alleen over dat deel van het jaar vakantiedagen op.
• Vakantie opnemen: De werkgever volgt bij het vaststellen van vakantiedata de wensen van de werknemer, tenzij het werk dit niet toelaat. Als dit in het belang van het bedrijf nodig is, neemt de werknemer minstens drie weken aaneengesloten vakantie op. De werknemer bepaalt zelf wanneer hij zijn resterende vakantie-dagen opneemt.
• Salaris over vakantiedagen: De werkgever betaalt over deze dagen het normale salaris.
• Vakantieopbouw tijdens ziekte: De werknemer die door ziekte langer dan 26 weken niet kan werken, bouwt maximaal over 26 weken vakantiedagen op.
• Beëindiging dienstverband: Het eventuele restant of tekort aan vakantiedagen wordt verrekend in tijd of geld.
Roostervrije dagen bouwplaatswerknemers • Aantal dagen: De werknemer met een arbeidsovereenkomst voor
veertig uur per week, die het hele jaar bij de werkgever in dienst is, heeft per jaar twintig roostervrije dagen. Daarnaast heeft hij recht op twee roostervrije dagen voor het volgen van cursussen.
• Werken in deeltijd of in een deel van het jaar: Voor de deeltijdwerker en degene die slechts een deel van het jaar bij de werkgever in dienst is, geldt een aantal roostervrije dagen naar verhouding (net als bij vakantiedagen).
• Soorten roostervrije dagen: Er zijn drie soorten roostervrije dagen: - dagen voor individueel scholingsrecht; - niet vrij opneembare dagen: deze dagen worden per onderneming
vastgesteld in overleg tussen de werkgever en zijn werknemers. De werkgever moet de werknemer ten minste tien dagen voor het begin van de roostervrije periode laten weten wanneer deze verplicht roostervrij is;
- vrij opneembare dagen. • Loon over roostervrije dagen: De volgende tabel geeft aan hoe het
zit met de betaling over de verschillende soorten roostervrije dagen. De werknemer kan zijn inkomen over de vrij opneembare dagen halen van zijn individuele rekening in het Tijdspaarfonds.
24
Roostervrije dagen uta-werknemers • Aantal: De werknemer met een arbeidsovereenkomst voor veertig
uur per week, die het hele jaar bij de werkgever in dienst is, bouwt per jaar 15 roostervrije dagen op.
• Werken in deeltijd of in een deel van het jaar: Voor de deeltijdwerker en degene die slechts een deel van het jaar bij de werkgever in dienst is, geldt een aantal roostervrije dagen naar verhouding (net als bij vakantiedagen).
• Vrij opneembaar: Alle roostervrije dagen zijn vrij opneembaar. Als de werknemer minimaal twee weken tevoren aangeeft wanneer hij zo’n dag wil opnemen, gaat de werkgever met die datum akkoord.
• Salaris over roostervrije dagen: De werkgever betaalt over rooster-vrije dagen het normale salaris. De werknemer mag de werkgever vragen de geldswaarde van maximaal vijf roostervrije dagen per jaar over te maken naar zijn individuele rekening in het Tijdspaarfonds. Die overmaking gebeurt dan gespreid over het jaar.
Werktijd, vrije tijd en verzuim 25
doel aantal wijze van betaling
individueel scholingsrecht 2 vast overeengekomen loon niet vrij opneembaar 10 vast overeengekomen loon vrij opneembaar 10 werkgever stort geldswaarde in Tijdspaarfondstotaal 22
Roostervrije dagen bouwplaatswerknemers: aantal dagen en wijze van betaling
Feestdagen • Erkende algemene en christelijke feestdagen: De werknemer heeft
recht op betaald verlof op de beide kerstdagen, nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en Koninginnedag.
• Andere religieuze feestdagen: De werknemer mag onbetaald verlof opnemen voor het vieren van niet-christelijke religieuze feestdagen.
Kort verzuim en bijzonder verlof
Kort verzuim • Cao-rechten: De cao geeft de werknemer het recht in de volgende
situaties onbetaald vrijaf te nemen (‘kort verzuim’): - feestelijke familiegebeurtenissen, zoals huwelijk, bevalling van de
partner en jubilea; - bijzondere familieomstandigheden, zoals ziekte of overlijden van
een huisgenoot of (ander) familielid; - verhuizing; - (militaire) keuring of herkeuring; - bezoek aan een tandarts, huisarts of specialist; - poliklinische dagbehandeling; - ziekenhuisopname en ontslag uit het ziekenhuis van een
huisgenoot; - voorbereidingscursus voor pensionering; - verkiezingen; - examens; - inschrijving bij UWV WERKbedrijf in verband met aangekondigd
ontslag; - vergaderingen of studiebijeenkomsten van zijn werknemers-
organisatie, waarvoor de werknemer persoonlijk is uitgenodigd.
26
Werktijd, vrije tijd en verzuim
• (Andere) calamiteiten: Voor calamiteiten die niet onder het hierboven bedoelde kort verzuim vallen, zoals een gesprongen waterleiding of brand thuis, heeft de werknemer recht op wettelijk calamiteitenverlof. Over dit verlof betaalt de werkgever het vast overeengekomen loon/het salaris.
• Gevolgen voor deelnemer Tijdspaarfonds: De werknemer die aan het Tijdspaarfonds deelneemt, ontvangt bij kort verzuim geen loon of salaris. In plaats daarvan maakt de werkgever jaarlijks de geldswaarde van drie werkdagen over naar de individuele rekening van de werknemer in het Tijdspaarfonds. De werknemer kan zijn inkomen over kortverzuimdagen van deze rekening halen.
• Geen deelname aan Tijdspaarfonds: Voor de uta-werknemer die niet aan het Tijdspaarfonds deelneemt, geldt dat de werkgever het salaris over de eerste drie dagen kort verzuim per jaar doorbe-taalt. Als de werknemer voor dit doel méér dan drie dagen
opneemt, komen die meerdere dagen voor zijn eigen rekening. Heeft de werknemer aan het eind van het jaar minder dan drie dagen kort verzuim gebruikt, dan betaalt de werkgever de
resterende dagen uit. • Bij een chronische ziekte of ernstig ongeluk: Wanneer de werk-
nemer als gevolg van een chronische ziekte of ernstig ongeluk meer dan drie kortverzuimdagen nodig zal hebben, bijvoorbeeld voor het bezoeken van een medisch specialist, zoeken de werkgever en de werknemer daarvoor een passende oplossing.
27
Verlof voor stervensbegeleiding en rouwverlof • Tien dagen voor stervensbegeleiding: De werknemer mag in een
periode van twaalf maanden maximaal tien dagen betaald verlof opnemen voor stervensbegeleiding in de terminale fase van zijn zieke partner of een naast familielid. Als de werknemer hiervoor meer tijd nodig heeft, mag hij vervolgens onbetaald verlof opnemen.
• Tien dagen rouwverlof: Verder mag de werknemer tien dagen betaald verlof opnemen voor het verwerken van het overlijden van zijn partner of een naast familielid. Dit verlof moet worden opgenomen in een aaneengesloten periode die binnen vijf dagen na het overlijden begint.
• Loon/salaris: In beide gevallen betaalt de werkgever het vast overeengekomen loon of het salaris van de werknemer door. De werkgever kan de loonkosten achteraf declareren bij het O&O-fonds. De werknemer moet de daarvoor benodigde bewijsstukken leveren.
• Relatie met wettelijk, kortdurend zorgverlof: De werknemer die gebruik heeft gemaakt van betaald cao-verlof voor stervensbege-leiding of rouw, heeft in de eerste twaalf maanden na het begin van dat verlof geen recht op loondoorbetaling als hij gebruik maakt van wettelijk, kortdurend zorgverlof.
• Meer informatie: Zie www.bter-bouw.nl (klik op Opleidings- en ontwikkelingsfonds).
28
Werktijd, vrije tijd en verzuim
Onwerkbaar weer
Bouwplaatswerknemers • Beoordeling van de situatie: De werkgever beoordeelt in redelijk
overleg met de betrokken werknemers of het te slecht weer is of te donker om te kunnen werken (onwerkbaar weer).
• Verschil van mening? De werknemer die in de buitenlucht werkt mag zelf ophouden met werken:
- bij een gevoelstemperatuur van -6 graden Celsius of lager (de opgave van het regionale KNMI-weerstation is bepalend) en/of
- in geval van vorst, waarbij zich één of meer van de volgende omstandigheden voordoen: - de werkgever heeft geen winter-/doorwerkkleding ter beschikking
gesteld; - de rijwegen of looppaden op de bouwplaats zijn niet begaan-
baar; - er ligt een laag sneeuw die niet met eenvoudige middelen kan worden geruimd.• Loonbetaling: De werkgever betaalt over de onwerkbare uren het
vast overeengekomen loon en de bijdrage- en premieverplichtingen. • Garantiefonds: Als de werkgever het loon niet doorbetaalt, kan de
werknemer via de vakbondsconsulent een verzoek tot loondoorbe-taling indienen bij het Garantiefonds loondoorbetaling bij vorst. Dit fonds vordert het betaalde bedrag terug bij de werkgever.
• Steigerbouw: Bij een gevoelstemperatuur van -6 graden Celsius of lager mag een steigerbouwer per dag maximaal vier periodes van anderhalf uur buitenwerk doen. Tussen deze periodes heeft hij een opwarmpauze van minimaal een kwartier. De werkgever betaalt het vast overeengekomen loon over de normale arbeidstijd. Hij mag deze werknemer ook inzetten voor binnenwerk in de industriële steigerbouw.
• Meer informatie: Zie www.vorstverlet.nl.
29
30
Uta-werknemers • Salaris: De werkgever betaalt de werknemer zijn normale salaris
over de uren die hij wegens slecht weer niet kan werken. Dit geldt tot een maximum van 176 uur per winterseizoen.
• Aanvulling WW-uitkering: Als dit maximum van 176 uur wordt over-schreden, vraagt de werkgever voor dit doel namens de werknemer een WW-uitkering aan. De werkgever vult die uitkering aan tot 100% van het salaris.
• Geen reden voor ontslag: Onwerkbaar weer is geen reden voor ontslag.
31Werktijd, vrije tijd en verzuim
Inkomen
32
Inkomen
Definities
Garantieloon, vast overeengekomen loon en salaris• Garantieloon: Dit is het loon waarop de bouwplaatswerknemer
recht heeft op grond van de voor hem geldende tabellen in de paragraaf Loontabellen bouwplaatswerknemers.
• Vast overeengekomen loon: Dit is het garantieloon plus de eventuele prestatietoeslag van de bouwplaatswerknemer.
• Salaris: Het vast overeengekomen brutobedrag per periode, dat de uta-werknemer ontvangt op basis van de voor hem geldende tabellen in de paragraaf Salarisschalen uta-werknemers. Dit bedrag is exclusief vakantietoeslag en andere toeslagen, vaste en variabele gratificaties, eindejaarsuitkeringen en uitkeringen ineens.
Basis voor de loon-/salarisberekening
AlgemeenDe hoogte van het loon/salaris hangt onder meer af van de volgende factoren:• Arbeidsduur: Voor de werknemer die op grond van zijn arbeids-
overeenkomst een volle werkweek werkt, gelden de in dit hoofdstuk genoemde (garantie)weeklonen en maandsalarissen. De deeltijdwerker heeft recht op een loon/salaris naar verhouding van het aantal in zijn arbeidsovereenkomst genoemde uren.
• Cao-periode: De lonen en salarissen worden tijdens de looptijd van een cao meestal één of meerdere keren aangepast. De aanpassingen voor de cao-periode 1 juli 2009 t/m 31 december 2010 zijn in de volgende tabel weergegeven. Deze loon- en salarisverhogingen zijn in de loon- en salaristabellen van dit hoofdstuk verwerkt.
33
Loon-/salarisverhogingen 2009-2010
Bouwplaatswerknemers De loonhoogte van de bouwplaatswerknemer hangt verder af van:• Functie: De cao kent 127 verschillende bouwplaatsfuncties. Ze
zijn ingedeeld in vijf functiegroepen, A t/m E. De loonhoogte hangt af van de functiegroep. Iedere werknemer wordt ingedeeld in een functie. De werkgever bepaalt de functie op grond van de inhoud van het takenpakket van de werknemer. In de officiële cao zijn alle functiebenamingen en functieomschrijvingen opgenomen.
• Leeftijd: Voor werknemers van 16 t/m 21 jaar bestaan aparte loonschalen. Die zijn gebaseerd op de leeftijd, functie en opleiding van de werknemer. Voor leerlingwerknemers van 16 t/m 20 jaar in dienst van een samenwerkingsverband, geldt de eerste drie maanden een aangepaste loonschaal (zie ook het hoofdstuk Opleidingen en cursussen). De werknemer t/m 21 jaar die getrouwd is of aantoonbaar duurzaam samenleeft, heeft recht op het loon van een drie jaar oudere werknemer.
• Werkervaring (inloopschaal): Een werknemer die nog nooit in de bouw heeft gewerkt, wordt voor een periode van maximaal een jaar betaald volgens de inloopschaal voor bouwplaatswerknemers. De inloopschaal geldt niet voor een werknemer in opleiding of met een diploma BBL 2, BBL 3 of SOMA. De inloopschaal is gebaseerd op het wettelijke minimumloon (wml). De loonberekening gaat als volgt. De eerste 26 weken geldt het wml + 25% van het verschil tussen het wml en het garantieloon voor functiegroep A. Voor de tweede
ingangsdatum structurele verhoging met
1 oktober 2009 0,50%1 januari 2010 0,75%1 juli 2010 0,50%1 oktober 2010 0,25%
34
Inkomen
periode van 26 weken is het verhogingspercentage 50%. Op het moment dat dit boekje werd gemaakt, was nog niet bekend
welke wml-bedragen gelden met ingang van 1 juli 2010. Daarom zijn in tabel IV van de Loontabellen bouwplaatswerknemers alleen de lonen per 1 januari 2010 ingevuld.
Uta-werknemers De salarishoogte van de uta-werknemer hangt - naast de onder het kopje ‘Algemeen’ genoemde factoren - af van:• Functie(niveau): De cao kent 23 functies en 6 functieniveaus voor
uta-werknemers. De werknemer wordt op grond van zijn takenpakket ingedeeld in een bepaalde functie, op een bepaald functieniveau. Ieder functieniveau kent een salarisschaal met een minimum- en een maximumsalaris. De officiële cao bevat een overzicht van alle functies en functieniveaus.
• Inschaling: De werkgever maakt de werknemer bekend op basis van welke factoren hij het beloningsniveau vaststelt tussen het minimum en het maximum van de geldende salarisschaal. De werkgever kan hierbij bijvoorbeeld rekening houden met het functioneren van de werknemer, zijn werkervaring en het bedrijfsresultaat.
• Leeftijd: De werknemer t/m 21 jaar wordt op basis van zijn leeftijd en functie ingedeeld in één van de eerste vier functieniveaus. Voor de werknemer in deze leeftijdsgroep bestaan aparte salarisschalen. De werkgever mag de werknemer t/m 21 jaar die is ingedeeld op functieniveau 1 tijdens het eerste jaar dat deze in de bedrijfstak werkt, een salaris betalen volgens de inloopschaal van tabel 2.
• Werkervaring: Hoe langer de werknemer op een bepaald functie-niveau werkzaam is, des te hoger is zijn salaris. Een werknemer die langer dan acht maanden werkloos is geweest, wordt voor een periode van maximaal een jaar betaald volgens de inloopschaal voor uta-werknemers van 22 jaar of ouder. Het salaris volgens deze inloopschaal ligt tussen het wettelijke minimumloon (wml) en het
35
salaris op functieniveau 1 voor werknemers van 22 jaar of ouder. Op het moment dat dit boekje werd gemaakt, was nog niet bekend
welke wml-bedragen gelden met ingang van 1 juli 2010. Daarom zijn in tabel 3 van de Salaristabellen uta-werknemers alleen de salarissen per 1 januari 2010 ingevuld.
Uitbetaling loon bouwplaatswerknemers
• Wanneer? De werkgever betaalt het loon uiterlijk twee werkdagen na afloop van de loonperiode.
• Loonstrookje: Bij iedere loonbetaling geeft de werkgever een specificatie van:
- het brutoloon, onderverdeeld in garantieloon, prestatiebeloning, overuren, reisurenvergoeding en eventuele andere vergoedingen en toeslagen;
- ingehouden loonheffing en werknemerspremies; - stortingen in het Tijdspaarfonds; - voor de werknemer betaalde pensioenpremie.
36
Inkomen
Lo
on
bo
uw
pla
ats
- j
an
uari
20
10
Lo
on
tab
ell
en
Bo
uw
pla
ats
we
rkn
em
ers
Lo
ne
n p
er
1 j
an
uari
20
10
Tab
el I
: Gar
anti
elo
on
bo
uw
pla
atsw
erkn
emer
s 22
jaar
of
ou
der
(1
jan
uar
i 201
0)
Tab
el I
I: L
oo
n v
oo
rlie
den
, mee
ster
knec
hts
, pu
tbaz
en, l
eerm
eest
ers
of
inst
ruct
eurs
(in
clu
sief
vo
orl
ied
ento
esla
g; 1
jan
uar
i 201
0)
fu
nct
ieg
roep
w
eekl
oo
n
uu
rlo
on
A
53
6,40
13
,41
B
56
4,40
14
,11
C
59
5,60
14
,89
D
63
3,20
15
,83
fu
nct
ieg
roep
w
eekl
oo
n
uu
rlo
on
A
47
9,20
11
,98
B
50
7,20
12
,68
C
53
8,40
13
,46
D
57
6,00
14
,40
E
60
4,00
15
,10
37
Tab
el I
II: G
aran
tiel
oo
n b
ou
wp
laat
swer
knem
ers
t/m
21
jaar
(1
jan
uar
i 201
0)
* D
it is
het
wee
kloo
n vo
or e
en p
artie
el le
erp
licht
ige
met
een
vie
rdaa
gse
wer
kwee
k (3
2 x
het
uurlo
on).
Voor
de
16-j
arig
e p
artie
el le
erp
licht
ige
met
een
drie
daa
gse
wer
kwee
k b
edra
agt
het
wee
kloo
n 24
x h
et u
urlo
on.
De
17-j
arig
e d
ie n
iet
par
tieel
leer
plic
htig
is e
n ee
n vo
lled
ige
wer
kwee
k he
eft,
ver
die
nt 4
0 x
het
uurlo
on.
Lo
on
bo
uw
pla
ats
- j
an
uari
20
10
lee
ftijd
zo
nd
er
B
BL
2
B
BL
3
b
ero
epso
ple
idin
g
tijd
ens
op
leid
ing
m
et d
iplo
ma
tijd
ens
op
leid
ing
met
dip
lom
a
w
eek
uu
r w
eek
uu
r w
eek
uu
r w
eek
uu
r w
eek
uu
r
16
1
53,2
8*
4,79
20
2,80
5,
07
17
172,
48*
5,39
22
8,40
5,
71
278,
80
6,97
30
6,40
7,
66
18
263,
60
6,59
27
8,80
6,
97
329,
60
8,24
36
2,00
9,
05
418,
00
10,4
5
19
311,
60
7,79
32
9,60
8,
24
380,
40
9,51
41
8,00
10
,45
487,
60
12,1
9
20
359,
60
8,99
38
0,40
9,
51
444,
00
11,1
0 48
7,60
12
,19
21
41
9,20
10
,48
444,
00
11,1
0
38
Inkomen
* D
it is
het
wee
kloo
n vo
or e
en p
artie
el le
erp
licht
ige
met
een
vie
rdaa
gse
wer
kwee
k (3
2 x
het
uurlo
on).
Vo
or d
e 16
-jar
ige
par
tieel
leer
plic
htig
e m
et e
en d
ried
aags
e w
erkw
eek
bed
raag
t he
t w
eekl
oon
24 x
he
t uu
rloon
. D
e 17
-jar
ige
die
nie
t p
artie
el le
erp
licht
ig is
en
een
volle
dig
e w
erkw
eek
heef
t, v
erd
ient
40
x h
et u
urlo
on.
Lo
on
bo
uw
pla
ats
- j
an
uari
20
10
Tab
el I
V: I
nlo
op
sch
aal b
ou
wp
laat
swer
knem
ers
(1 ja
nu
ari 2
010)
le
efti
jd
eers
te h
alfj
aar
twee
de
hal
fjaa
r
w
eek
uu
r w
eek
uu
r
16
10
5,60
* 3,
30
121,
60*
3,80
17
12
0,32
* 3,
76
137,
60*
4,30
18
17
6,80
4,
42
206,
00
5,15
19
20
5,60
5,
14
241,
20
6,03
20
23
9,60
5,
99
279,
60
6,99
21
28
1,60
7,
04
327,
60
8,19
22
32
6,80
8,
17
377,
60
9,44
23 o
f oud
er
363,
60
9,09
40
2,00
10
,05
39
Tab
el V
: Bo
uw
pla
atsw
erkn
emer
s b
ij sa
men
wer
kin
gsv
erb
and
en:
loo
n t
ijden
s d
e ee
rste
dri
e m
aan
den
(1
jan
uar
i 201
0)
Lo
on
bo
uw
pla
ats
- j
an
uari
20
10
le
efti
jd
wee
k*
uu
r
16
12
6,75
5,
07
17
142,
75
5,71
18
17
4,25
6,
97
19
206,
00
8,24
20
23
7,75
9,
51
* D
e w
erkn
emer
hee
ft e
en v
olle
dig
e w
erkw
eek,
maa
r zi
jn w
eekl
oon
is
de
eers
te d
rie m
aand
en g
ebas
eerd
op
25
uur.
40
Inkomen
Lo
on
bo
uw
pla
ats
- j
uli
20
10
fu
nct
ieg
roep
w
eekl
oo
n
uu
rlo
on
A
48
1,60
12
,04
B
50
9,60
12
,74
C
54
1,20
13
,53
D
57
8,80
14
,47
E
60
7,20
15
,18
Lo
ne
n p
er
1 j
uli
20
10
Tab
el I
: Gar
anti
elo
on
bo
uw
pla
atsw
erkn
emer
s 22
jaar
of
ou
der
(1
juli
2010
)
Tab
el I
I: L
oo
n v
oo
rlie
den
, mee
ster
knec
hts
, pu
tbaz
en, l
eerm
eest
ers
of
inst
ruct
eurs
(in
clu
sief
vo
orl
ied
ento
esla
g; 1
juli
2010
)
fu
nct
ieg
roep
w
eekl
oo
n
uu
rlo
on
A
53
9,20
13
,48
B
56
7,20
14
,18
C
59
8,80
14
,97
D
63
6,40
15
,91
41
Tab
el I
II: G
aran
tiel
oo
n b
ou
wp
laat
swer
knem
ers
t/m
21
jaar
(1
juli
2010
)
* D
it is
het
wee
kloo
n vo
or e
en p
artie
el le
erp
licht
ige
met
een
vie
rdaa
gse
wer
kwee
k (3
2 x
het
uurlo
on).
Voor
de
16-j
arig
e p
artie
el le
erp
licht
ige
met
een
drie
daa
gsew
erkw
eek
bed
raag
t he
t w
eekl
oon
24 x
het
uur
loon
. D
e 17
-jar
ige
die
nie
t p
artie
el le
erp
licht
ig is
en
een
volle
dig
e w
erkw
eek
heef
t, v
erd
ient
40
x he
t uu
rloon
. Lo
on
bo
uw
pla
ats
- j
uli
20
10
lee
ftijd
zo
nd
er
B
BL
2
B
BL
3
b
ero
epso
ple
idin
g
tijd
ens
op
leid
ing
m
et d
iplo
ma
tijd
ens
op
leid
ing
met
dip
lom
a
w
eek
uu
r w
eek
uu
r w
eek
uu
r w
eek
uu
r w
eek
uu
r
16
15
4,24
* 4,
82
204,
00
5,10
17
17
3,44
*
5,42
22
9,20
5,
73
280,
40
7,01
30
8,00
7,
70
18
264,
80
6,62
28
0,40
7,
01
331,
20
8,28
36
4,00
9,
10
420,
00
10,5
0
19
313,
20
7,83
33
1,20
8,
28
382,
40
9,56
42
0,00
10
,50
490,
00
12,2
5
20
361,
20
9,03
38
2,40
9,
56
446,
00
11,1
5 49
0,00
12
,25
21
42
1,60
10
,54
446,
00
11,1
5
42
Inkomen
Dez
e lo
nen
war
en b
ij he
t m
aken
van
dit
boe
kje
nog
niet
bek
end
. In
form
eer
t.z.
t. b
ij ca
o-p
artij
en.
Lo
on
bo
uw
pla
ats
- j
uli
20
10
Tab
el I
V: I
nlo
op
sch
aal b
ou
wp
laat
swer
knem
ers
(1 ju
li 20
10)
Tab
el V
: Bo
uw
pla
atsw
erkn
emer
s b
ij sa
men
wer
kin
gsv
erb
and
en:
loo
n t
ijden
s d
e ee
rste
dri
e m
aan
den
(1
juli
2010
)
le
efti
jd
wee
k*
uu
r
16
12
7,50
5,
10
17
143,
25
5,73
18
17
5,25
7,
01
19
207,
00
8,28
20
23
9,00
9,
56
* D
e w
erkn
emer
hee
ft e
en v
olle
dig
e w
erkw
eek,
maa
r zi
jn w
eekl
oon
is
de
eers
te d
rie m
aand
en g
ebas
eerd
op
25
uur.
43
fu
nct
ieg
roep
w
eekl
oo
n
uu
rlo
on
A
48
2,80
12
,07
B
51
0,80
12
,77
C
54
2,40
13
,56
D
58
0,40
14
,51
E
60
8,80
15
,22
Lo
ne
n p
er
1 o
kto
be
r 2
01
0
Tab
el I
: Gar
anti
elo
on
bo
uw
pla
atsw
erkn
emer
s 22
jaar
of
ou
der
(1
okt
ob
er 2
010)
Tab
el I
I: L
oo
n v
oo
rlie
den
, mee
ster
knec
hts
, pu
tbaz
en, l
eerm
eest
ers
of
inst
ruct
eurs
(in
clu
sief
vo
orl
ied
ento
esla
g; 1
okt
ob
er 2
010)
fu
nct
ieg
roep
w
eekl
oo
n
uu
rlo
on
A
54
0,40
13
,51
B
56
8,40
14
,21
C
60
0,00
15
,00
D
63
8,00
15
,95
Lo
on
bo
uw
pla
ats
- o
kto
be
r 2
01
0
44
Inkomen
Lo
on
bo
uw
pla
ats
- o
kto
be
r 2
01
0
Tab
el I
II: G
aran
tiel
oo
n b
ou
wp
laat
swer
knem
ers
t/m
21
jaar
(1
okt
ob
er 2
010)
* D
it is
het
wee
kloo
n vo
or e
en p
artie
el le
erpl
icht
ige
met
een
vie
rdaa
gse
wer
kwee
k (3
2 x
het
uurlo
on).
Voor
de
16-ja
rige
part
ieel
leer
plic
htig
e m
et e
en d
rieda
agse
wer
kwee
k be
draa
gt h
et w
eekl
oon
24 x
het
uur
loon
. De
17-ja
rige
die
niet
par
tieel
leer
plic
htig
is e
n ee
n vo
lledi
ge
wer
kwee
k he
eft,
ver
dien
t 40
x h
et u
urlo
on.
lee
ftijd
zo
nd
er
B
BL
2
B
BL
3
b
ero
epso
ple
idin
g
tijd
ens
op
leid
ing
m
et d
iplo
ma
tijd
ens
op
leid
ing
met
dip
lom
a
w
eek
uu
r w
eek
uu
r w
eek
uu
r w
eek
uu
r w
eek
uu
r
16
15
4,56
*
4,83
20
4,40
5,
11
17
17
3,76
*
5,43
23
0,00
5,
75
280,
80
7,02
30
8,80
7,
72
18
265,
60
6,64
28
0,80
7,
02
332,
00
8,30
36
4,80
9,
12
421,
20
10,5
3
19
314,
00
7,85
33
2,00
8,
30
383,
20
9,58
42
1,20
10
,53
491,
20
12,2
8
20
362,
00
9,05
38
3,20
9,
58
446,
80
11,1
7 49
1,20
12
,28
21
42
2,40
10
,56
446,
80
11,1
7
45
Lo
on
bo
uw
pla
ats
- o
kto
be
r 2
01
0
Dez
e lo
nen
war
en b
ij he
t m
aken
van
dit
boe
kje
nog
niet
bek
end
. In
form
eer
t.z.
t. b
ij ca
o-p
artij
en.
Tab
el I
V: I
nlo
op
sch
aal b
ou
wp
laat
swer
knem
ers
(1 o
kto
ber
201
0)
Tab
el V
: Bo
uw
pla
atsw
erkn
emer
s b
ij sa
men
wer
kin
gsv
erb
and
en:
loo
n t
ijden
s d
e ee
rste
dri
e m
aan
den
(1
okt
ob
er 2
010)
le
efti
jd
wee
k*
uu
r
16
12
7,75
5,
11
17
143,
75
5,75
18
17
5,50
7,
02
19
207,
50
8,30
20
23
9,50
9,
58
* D
e w
erkn
emer
hee
ft e
en v
olle
dig
e w
erkw
eek,
maa
r zi
jn w
eekl
oon
is
de
eers
te d
rie m
aand
en g
ebas
eerd
op
25
uur.
46
Inkomen
Sala
ris
uta
- j
an
uari
20
10
Sala
riss
ch
ale
n u
ta-w
erk
ne
me
rs
Van
maa
nd
sala
ris
naa
r vi
erw
eken
sala
ris
Een
in o
nder
staa
nde
tab
elle
n ve
rmel
d m
aand
sala
ris w
ord
t al
s vo
lgt
omge
reke
nd n
aar
een
vier
wek
en-
sala
ris:
het
maa
ndsa
laris
ver
men
igvu
ldig
en m
et t
waa
lf en
de
uitk
omst
del
en d
oor
der
tien.
Sala
riss
en
pe
r 1
jan
uari
20
10
Tab
el 1
: Maa
nd
sala
ris
uta
-wer
knem
ers
22 ja
ar o
f o
ud
er (
1 ja
nu
ari 2
010)
fu
nct
ien
ivea
u
min
imu
m
max
imu
m
1
1719
,70
2262
,80
2
1890
,31
2522
,65
3
2108
,89
2848
,87
4
2394
,37
3280
,45
5
2766
,32
3841
,41
6
3249
,77
4567
,96
47
Sala
ris
uta
- j
an
uari
20
10
Tab
el 2
: Maa
nd
sala
ris
uta
-wer
knem
ers
t/m
21
jaar
(1
jan
uar
i 201
0)
Tab
el 3
: In
loo
psc
haa
l uta
-wer
knem
ers
22 ja
ar o
f o
ud
er (
maa
nd
sala
ris
per
1 ja
nu
ari 2
010)
p
erio
de
22 ja
ar
23 ja
ar o
f o
ud
er
1e
hal
fjaar
13
27,2
6 14
85,6
3
2e h
alfja
ar
1458
,08
1563
,65
lee
ftijd
in
loop
scha
al
fun
ctie
niv
eau
1
fun
ctie
niv
eau
2
fun
ctie
niv
eau
3
fun
ctie
niv
eau
4
min
. m
ax.
min
. m
ax.
min
. m
ax.
min
. m
ax.
16
54
1,71
60
1,89
79
1,99
66
1,62
88
2,92
17
619,
09
687,
88
905,
13
756,
12
1009
,05
18
77
3,87
85
9,86
11
31,4
1 94
5,17
12
61,3
3
19
967,
34
1074
,82
1414
,25
1181
,44
1576
,66
1318
,06
1780
,53
20
11
60,8
0 12
89,7
8 16
97,1
0 14
17,7
3 18
91,9
8 15
81,6
7 21
36,6
5
21
1354
,27
1504
,74
1979
,96
1654
,03
2207
,31
1845
,28
2492
,76
2095
,09
2870
,39
48
Inkomen
Sala
ris
uta
- j
uli
20
10
Tab
el 2
: Maa
nd
sala
ris
uta
-wer
knem
ers
t/m
21
jaar
(1
juli
2010
)
Sala
riss
en
pe
r 1
ju
li 2
01
0
Tab
el 1
: Maa
nd
sala
ris
uta
-wer
knem
ers
22 ja
ar o
f o
ud
er (
1 ju
li 20
10)
fu
nct
ien
ivea
u
min
imu
m
max
imu
m
1
1728
,30
2274
,11
2
1899
,76
2535
,26
3
2119
,43
2863
,11
4
2406
,34
3296
,85
5
2780
,15
3860
,62
6
3266
,02
4590
,80
Tab
el 3
: In
loo
psc
haa
l uta
-wer
knem
ers
22 ja
ar o
f o
ud
er (
1 ju
li 20
10)
Dez
e sa
laris
sen
war
en b
ij he
t m
aken
van
d
it b
oekj
e no
g ni
et b
eken
d.
Info
rmee
r t.
z.t.
bij
cao-
par
tijen
.
lee
ftijd
in
loop
scha
al
fun
ctie
niv
eau
1
fun
ctie
niv
eau
2
fun
ctie
niv
eau
3
fun
ctie
niv
eau
4
min
. m
ax.
min
. m
ax.
min
. m
ax.
min
. m
ax.
16
54
4,42
60
4,90
79
5,95
66
4,93
88
7,33
17
622,
19
691,
32
909,
66
759,
90
1014
,10
18
77
7,74
86
4,16
11
37,0
7 94
9,90
12
67,6
4
19
972,
18
1080
,19
1421
,32
1187
,35
1584
,54
1324
,65
1789
,43
20
11
66,6
0 12
96,2
3 17
05,5
9 14
24,8
2 19
01,4
4 15
89,5
8 21
47,3
3
21
1361
,04
1512
,26
1989
,86
1662
,30
2218
,35
1854
,51
2505
,22
2105
,57
2884
,74
49
Sala
ris
uta
- o
kto
be
r 2
01
0
Tab
el 2
: Maa
nd
sala
ris
uta
-wer
knem
ers
t/m
21
jaar
(1
okt
ob
er 2
010)
Sala
riss
en
pe
r 1
okto
be
r 2
01
0
Tab
el 1
: Maa
nd
sala
ris
uta
-wer
knem
ers
22 ja
ar o
f o
ud
er (
1 o
kto
ber
201
0)
fu
nct
ien
ivea
u
min
imu
m
max
imu
m
1
1732
,62
2279
,80
2
1904
,51
2541
,60
3
2124
,73
2870
,27
4
2412
,36
3305
,09
5
2787
,10
3870
,27
6
3274
,19
4602
,28
Tab
el 3
: In
loo
psc
haa
l uta
-wer
knem
ers
22 ja
ar o
f o
ud
er (
1 o
kto
ber
201
0)
Dez
e sa
laris
sen
war
en b
ij he
t m
aken
van
d
it b
oekj
e no
g ni
et b
eken
d.
Info
rmee
r t.
z.t.
bij
cao-
par
tijen
.
lee
ftijd
in
loop
scha
al
fun
ctie
niv
eau
1
fun
ctie
niv
eau
2
fun
ctie
niv
eau
3
fun
ctie
niv
eau
4
min
. m
ax.
min
. m
ax.
min
. m
ax.
min
. m
ax.
16
54
5,78
60
6,41
79
7,94
66
6,59
88
9,55
17
623,
75
693,
05
911,
93
761,
80
1016
,64
18
77
9,68
86
6,32
11
39,9
1 95
2,27
12
70,8
1
19
974,
61
1082
,89
1424
,87
1190
,32
1588
,50
1327
,96
1793
,90
20
11
69,5
2 12
99,4
7 17
09,8
5 14
28,3
8 19
06,1
9 15
93,5
5 21
52,7
0
21
1364
,44
1516
,04
1994
,83
1666
,46
2223
,90
1859
,15
2511
,48
2110
,83
2891
,95
50
Inkomen
Vakbondscontributie
• Aftrekbaar maken voor de belasting: De werknemer die lid is van een bij de cao betrokken werknemersorganisatie kan zijn vak-bondscontributie fiscaal aftrekbaar maken.
• Hoe werkt het? De werknemersorganisatie stuurt alle leden een overzicht van de door hen betaalde contributie. De werknemer geeft zijn overzicht aan de werkgever. De werkgever verrekent de contributie een maal per jaar met het brutoloon en betaalt dit bedrag netto aan de werknemer uit. Op deze manier hoeven over de contributie geen belastingen en premies te worden betaald.
Tijdspaarfonds
De werking in het kort • Doel: De werknemer die aan het Tijdspaarfonds deelneemt, bouwt
via zijn individuele rekening bij het fonds een financieel tegoed op. Dit tegoed ontstaat doordat de werkgever na elke loonbetaling (elke vier weken of elke maand) een bedrag op de Tijdspaarrekening van de werknemer stort. De werknemer kan zijn tegoed geheel of gedeeltelijk gebruiken als inkomen tijdens vrije dagen. Hij kan het echter ook geheel of gedeeltelijk laten uitbetalen. Het Tijdspaarfonds vergroot dus de keuzemogelijkheden van de werknemer.
• Deelnemers: De bouwplaatswerknemer neemt verplicht deel aan het Tijdspaarfonds. De uta-werknemer kan op vrijwillige basis deel-nemen. Als deze werknemer wil deelnemen, moet de werkgever daaraan meewerken.
• Uitvoeringsorganisatie: Cordares voert de regeling namens cao-partijen uit. Zie www.bter-bouw.nl.
51
Stortingen in het Tijdspaarfonds• Vaste onderdelen: Binnen veertien dagen na elke loonbetaling
stort de werkgever een vast bedrag op de Tijdspaarrekening van de werknemer. Deze storting bestaat uit de vakantietoeslag en de geldswaarde van een aantal dagen. Zie de volgende tabel.
• Geldswaarde per dag: De brutowaarde van een dag in geld komt overeen met het vast overeengekomen loon of het salaris per dag, plus 8% vakantietoeslag, plus eventuele toeslagen voor voorlieden, leermeesters, ploegendienst, verschoven uren Infra en tijwerk. De werkgever past hierop de normale heffingen toe en maakt de nettowaarde over naar de Tijdspaarrekening van de werknemer.
• Variabele onderdelen: De werknemer kan de werkgever vragen ook de geldswaarde van andere arbeidsvoorwaarden op zijn individuele rekening te storten. Bijvoorbeeld: vakantie- en/of roostervrije dagen die hij aan het eind van het jaar over heeft, overuren, reisuren en/of de chauffeurstoeslag.
• Instructies voor de werkgever: Op www.bter-bouw.nl staat welke administratieve gegevens de werkgever aan Cordares moet leveren en hoe hij betalingen kan doen.
52
Inkomen
Vas
te a
fdra
chte
n w
erkg
ever
aan
Tijd
spaa
rfo
nd
s
vaka
ntie
toes
lag
st
ort
ing
teg
enw
aard
e va
n
bo
ven
wet
telij
ke
vrij
op
nee
mb
are
kort
verz
uim
-
vaka
nti
edag
en
roo
ster
vrije
dag
en
dag
en
bou
wp
laat
swer
knem
ers
- jo
nger
dan
18
jaar
8%
9
10
3-
18 ja
ar o
f oud
er
8%
5 10
3
- 55
jaar
of o
uder
8%
5*
10
* 3
uta
-wer
knem
ers*
*-
jong
er d
an 1
8 ja
ar
8%
7 5
3-
18 ja
ar o
f oud
er
8%
5 5
3-
55 ja
ar o
f oud
er
8%
5*
5*
3
* A
ls d
eze
wer
knem
er g
ebru
ik m
aakt
van
de
vier
daa
gse
wer
kwee
k 55
-plu
s st
ort
de
wer
kgev
er u
itslu
itend
de
vaka
ntie
toes
lag
en d
e te
genw
aard
e va
n d
e d
rie k
ortv
erzu
imd
agen
op
zijn
Tijd
spaa
rrek
enin
g.
**
Dee
lnam
e op
vrij
will
ige
bas
is.
53
Opname en uitbetaling van tegoeden• Opname: De werknemer kan tijdens het opbouwjaar geld opnemen
van zijn individuele rekening. De bouwplaatswerknemer doet dit via de vakbondsconsulent; de deelnemende uta-werknemer doet dit zelf via www.bter-bouw.nl.
• Uitkering: De rest van het opgebouwde tegoed wordt in de maand mei van het volgende jaar automatisch aan de werknemer uitbe-taald. Als hij (een deel van) het tegoed op zijn rekening wil laten staan, moet hij dit tijdig melden via www.bter-bouw.nl.
• Geen verlofstuwmeer: Let op, het is niet toegestaan via het Tijdspaarfonds een ‘stuwmeer’ van vakantie- en/of roostervrije dagen op te bouwen. Als de werknemer aan het eind van een kalenderjaar nog een tegoed aan vakantie- en/of roostervrije dagen op zijn Tijdspaarrekening heeft staan, mag hij daarvoor in het volgende jaar niet alsnog dagen opnemen. Hij kan dit deel van zijn tegoed op zijn Tijdspaarrekening laten staan, het in geld laten uitbetalen of het door de werkgever laten storten op zijn Levenslooprekening.
Persoonlijke levenslooprekening
Voor wie vroeger wil stoppen met werken• Doel: De Persoonlijke levenslooprekening maakt het mogelijk
belastingvriendelijk te sparen. De werknemer kan dit spaartegoed gebruiken om vóór de pensioenleeftijd te stoppen met werken of de pensioenuitkering aan te vullen.
• Storting door de werkgever: De werkgever stort aan het begin van ieder jaar een bedrag op de levenslooprekening van de werknemer. Dit bedrag komt overeen met 1,25% van het vast overeengekomen loon/het salaris.
• Werknemer kan bijsparen: De werknemer kan zelf bijsparen door de werkgever een deel van zijn brutoloon/-salaris te laten overmaken
54
Inkomen
naar zijn levenslooprekening. Daarnaast kan de werknemer die aan het eind van het jaar vakantie- en/of roostervrije dagen over heeft, zijn werkgever vragen de geldswaarde daarvan op zijn levensloop-rekening te storten.
• Maximaal 12 procent: De werknemer mag op jaarbasis maximaal 12% van zijn brutojaarloon/-salaris gebruiken om belastingvriendelijk te sparen via zijn levenslooprekening. Dit is inclusief de werkgevers-bijdrage.
• Opname tegoed: De werknemer die vóór de pensioenleeftijd stopt met werken, haalt zijn inkomen uit het spaartegoed op zijn levens-looprekening.
• Niet verplicht: De werknemer is niet verplicht van zijn levensloop-rekening gebruik te maken. Als de werknemer besluit dit niet te doen, ontvangt hij de werkgeversbijdrage jaarlijks in de vorm van een eenmalige uitkering.
Inkomen bij ziekte
Het eerste ziektejaar• 100 procent: Het eerste ziektejaar heeft de werknemer recht op
volledige doorbetaling van het vast overeengekomen loon/het salaris.
• Wachtdagen: Als de werknemer zich voor de tweede keer binnen een kalenderjaar ziek meldt, hoeft de werkgever hem over de eerste dag van dat ziekteverzuim geen loon of salaris te betalen. Dit geldt ook voor de derde ziekmelding binnen dat jaar. De werk-nemer die deelneemt aan het Tijdspaarfonds, kan zijn inkomen over deze wachtdagen eventueel op peil houden met behulp van zijn tegoed in dit fonds.
55
Het tweede ziektejaar• 70 procent: Het tweede ziektejaar ontvangt de werknemer 70% van
het vast overeengekomen loon/het salaris.• Re-integratiebonus werknemer: De werknemer die in het tweede
ziektejaar weer is gaan werken, kan in aanmerking komen voor een re-integratiebonus. Hiervoor gelden twee voorwaarden:
- hij moet minstens twee maanden onafgebroken hebben gewerkt in zijn oude of in een nieuwe functie, binnen of buiten het bedrijf en
- hij moet daarmee minstens 50% van zijn oude loon/salaris hebben verdiend.
Als de werknemer aan de voorwaarden voldoet, betaalt de (oude) werkgever hem een aanvulling tot 100% van zijn oorspronkelijke vast overeengekomen loon of salaris. Deze aanvulling geldt voor de periode tussen de eerste dag van het tweede ziektejaar en de laatste dag van de tweede gewerkte maand. De periode waarover de werknemer deze aanvulling ontvangt, is echter nooit langer dan twaalf maanden. Wanneer een werknemer een nieuwe baan vindt in een andere onderneming, hoeft de oude werkgever de aanvulling alleen te betalen over de periode tot aan de dag waarop de werk-nemer aan zijn nieuwe baan is begonnen.
• Re-integratiebonus werkgever: Ook de werkgever kan in aanmer-king komen voor een re-integratiebonus. Die bestaat uit een bedrag ineens van € 2.500. De werkgever kan zijn bonus aanvragen bij Cordares.
• Meer informatie: Informatie over de re-integratiebonus vindt u op www.bter-bouw.nl (klik op Aanvullingsfonds). Het onderwerp re-integratie bij ziekte wordt verderop in dit boekje behandeld. Zie het hoofdstuk Veiligheid, gezondheid en re-integratie.
56
Inkomen
Inkomensaanvullingen bij arbeidsongeschiktheid
Eindejaarsuitkering arbeidsongeschikte werknemer• Bij IVA-uitkering: De arbeidsongeschikte werknemer met een (niet-
verhoogde) IVA-uitkering heeft op grond van de cao recht op een eindejaarsuitkering van € 673 (brutobedrag 2009). De werkgever die de IVA-uitkering van de werknemer aanvult tot 100% van het laatstverdiende loon/salaris, mag de eindejaarsuitkering van die aanvulling aftrekken.
• Bij WAO-uitkering: De werknemer die vóór 1 januari 2006 arbeids-ongeschikt is verklaard en dit na die datum blijft, houdt in aanvulling op zijn WAO-uitkering recht op de oude eindejaarsuitkering. Die uitkering varieert van € 303 bij 35-45% arbeidsongeschiktheid tot € 673 bij 80-100% arbeidsongeschiktheid (brutobedragen 2009). De werkgever die de WAO-uitkering van de werknemer aanvult tot 100% van het laatstverdiende loon/salaris, mag de eindejaarsuitkering van die aanvulling aftrekken.
• Na beëindiging van de arbeidsongeschiktheid: In dit geval heeft de werknemer recht op de voor hem geldende eindejaarsuitkering naar ver-houding van het deel van het jaar dat hij arbeidsongeschikt is geweest.
• Zelf actie ondernemen: De werknemer die de eindejaarsuitkering wil ontvangen, moet zelf in actie komen. De bouwplaatswerknemer laat de vakbondsconsulent zijn uitkering aanvragen, de uta-werknemer doet dit zelf bij Cordares.
• Meer informatie: Zie www.bter-bouw.nl (klik op Aanvullingsfonds).
Arbeidsongeschiktheidspensioen• Compensatie WGA-hiaat: De werknemer met een WGA-uitkering
ontvangt zo nodig een arbeidsongeschiktheidspensioen ter compensatie van zijn zogenoemde WGA-hiaat. De hoogte hiervan hangt af van de mate van arbeidsongeschiktheid. Hoe dit precies is geregeld, staat in het Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen voor het Bouwbedrijf. Zie ook www.bouwpensioen.nl.
57
Inkomensaanvullingen bij werkloosheid
Ontslaguitkering• Tijdelijke maatregel: De werknemer die tussen 1 juli en 1 oktober
2009 is ontslagen omdat het slecht ging met het bedrijf, heeft recht op een eenmalige ontslaguitkering.
• Hoeveel en wanneer? De uitkering bedraagt 0,5% van het vast overeengekomen jaarloon / jaarsalaris. Dit bedrag moet door de werkgever bij de laatste loonbetaling zijn uitbetaald.
• Extra: Deze uitkering komt bovenop eventuele andere ontslag- vergoedingen, zoals een vergoeding die door de rechter is toegekend of in een sociaal plan is afgesproken.
Aanvulling WW• Uitkering ineens: De werknemer met een loongerelateerde WW-
uitkering kan in aanmerking komen voor een aanvullende uitkering vanuit het Aanvullingsfonds. Het gaat om een eenmalig bedrag van € 425 (bruto). Hoe lang de werknemer werkloos is, doet niet ter zake.
• Zelf actie ondernemen: De werknemer die de aanvulling wil ontvan-gen, moet zelf in actie komen. De bouwplaatswerknemer laat de vakbondsconsulent de aanvulling aanvragen, de uta-werknemer doet dit zelf bij Cordares.
• Meer informatie: Zie www.bter-bouw.nl (klik op Aanvullingsfonds).
Aanvulling pensioenpremie• Zes maanden: De werknemer heeft tijdens de eerste zes maanden
van zijn WW-uitkering recht op aanvulling van zijn pensioenpremie vanuit het Aanvullingsfonds.
• Tijdelijke overbruggingsregeling: De werknemer die tussen 1 juli 2009 en 1 april 2011 wordt ontslagen omdat het slecht gaat met het bedrijf, kan in aanmerking komen voor een overbruggingsregeling. De regeling is bedoeld voor de werknemer die door dit ontslag
58
Inkomen
werkloos wordt, terwijl hij - als hij had kunnen doorwerken - binnen drie jaar met (vroeg)pensioen zou zijn gegaan. Als de werknemer aan de voorwaarden van deze regeling voldoet, betaalt het Aanvullings-fonds ten hoogste drie jaar lang een deel van zijn pensioenpremie door. De bouwplaatswerknemer kan daardoor alsnog op 60-jarige leeftijd met pensioen; de uta-werknemer op 62-jarige leeftijd.
• Zelf actie ondernemen: De werknemer die deze aanvullingen - de zes maanden aanvulling en de tijdelijke overbruggingsregeling - wil ontvangen, moet zelf in actie komen. De bouwplaatswerknemer laat de vakbondsconsulent de aanvullingen aanvragen, de uta-werknemer doet dit zelf bij Cordares. Beide aanvullingen kunnen tegelijkertijd worden aangevraagd, met hetzelfde formulier. Aanvragen voor de overbruggingsregeling moeten binnen drie maanden na de ontslagdatum worden ingediend.
• Meer informatie: Zie www.bter-bouw.nl (klik op Aanvullingsfonds).
Pensioen
Ouderdomspensioen• Doel: De regeling voor het ouderdomspensioen van het Bedrijfstak-
pensioenfonds voor de Bouwnijverheid heeft tot doel het mogelijk te maken dat de werknemer die veertig jaar in de bedrijfstak heeft gewerkt, kan uittreden met een uitkering van 70% van het middel-loon. De uittredeleeftijd is in dat geval 61 jaar en 2 maanden (voor de bouwplaatswerknemer), respectievelijk 62 jaar (voor de uta-werknemer). Wat de regeling precies inhoudt, staat in het pensioen-reglement.
• Persoonlijke levenslooprekening: De werknemer kan de levens-loopregeling gebruiken om vóór de pensioenleeftijd te stoppen met werken of de pensioenuitkering aan te vullen (zie Persoonlijke levenslooprekening).
59
• Excedentregeling: Normaliter mag pensioen worden opgebouwd over een jaarloon/-salaris van ten hoogste € 53.451,00. Voor de uta-werknemer die méér verdient en op 1 januari 2006 58 jaar of ouder was, bestaat een collectieve excedentregeling. Deze regeling maakt het mogelijk pensioen op te bouwen over een salaris tot maximaal € 81.518,76. Beide bedragen zijn inclusief 8% vakantietoeslag en gelden voor 2010. Ze worden jaarlijks aangepast.
• Meer informatie: Zie www.bouwpensioen.nl (werknemers) en www.administratienet.nl (werkgevers).
Uitkering bij overlijden of blijvende invaliditeit
Collectieve ongevallenregeling• Uitkering ineens: De werknemer die tijdens werktijd of in het
woon-werkverkeer een ongeluk krijgt en als gevolg daarvan blijvend invalide wordt of overlijdt, heeft recht op een uitkering ineens. Bij blijvende invaliditeit bedraagt de uitkering maximaal € 41.300. De hoogte van deze uitkering hangt af van de aard en mate van de in-validiteit. Bij overlijden bedraagt de uitkering aan de nabestaande(n) € 20.650. De collectieve ongevallenregeling geldt ook voor stagiairs.
• Uitvoering: De regeling wordt namens cao-partijen uitgevoerd door AON Consulting Nederland, telefoon 010 - 448 89 11.
• Meer informatie: Zie www.bter-bouw.nl (klik op Opleidings- en ontwikkelingsfonds). De algemene voorwaarden van de Collectieve ongevallenregeling zijn te vinden in de Cao Bedrijfstakeigen Regelingen voor de Bouwnijverheid. Daarin staat onder meer binnen welke termijn de uitvoerder van de regeling moet worden geïnformeerd over de dreigende invaliditeit of het overlijden van de werknemer.
60
Inkomen 61
Toeslagen en
vergoedingen
62
Toeslagen en vergoedingen
Algemeen
Vakantietoeslag• Bouwplaatswerknemers: De vakantietoeslag bedraagt 8% van het
vast overeengekomen loon. De werkgever stort de toeslag per betalingsperiode van vier weken of een maand op de individuele rekening van de werknemer in het Tijdspaarfonds. Uitbetaling vindt plaats in de maand mei. De werknemer mag reeds opgebouwde vakantietoeslag ook tussentijds opnemen.
• Uta-werknemers: De vakantietoeslag bedraagt minimaal 8% van het jaarsalaris van de werknemer. De werkgever betaalt deze toe-slag jaarlijks uiterlijk in de maand juni uit.
Prestatietoeslag• Werkgever bepaalt: De werkgever mag bovenop het voor de werk-
nemer geldende garantieloon een prestatietoeslag toekennen.• Werken in tarief: De prestatietoeslag kan worden gekoppeld aan
een prestatiebevorderend systeem (werken in tarief). Over zo’n systeem moeten de werkgever en de werknemer het eens zijn en het moet op papier worden vastgelegd.
• Jongeren niet: Werknemers jonger dan 18 jaar mogen niet in tarief werken.
• In principe niet inbouwen: De werkgever mag de prestatietoeslag niet verrekenen met een verhoging van het garantieloon. Dit mag wel als de werknemer in een hogere functiegroep wordt geplaatst.
Ziektekostenverzekering (vergoeding)• Werkgeversbijdrage: De werknemer met een aanvullende ziekte-
kostenverzekering ontvangt hiervoor van de werkgever een ver-goeding van € 7,50 per maand. Voorwaarde is dat de aanvullende en de basisverzekering samen in ieder geval de kosten dekken van fysiotherapie, ergotherapie en psychologische zorg.
63
EHBO- en Bedrijfshulpverlening (vergoedingen)• Cursuskosten: De bouwplaatswerknemer die het officiële eenheids-
diploma EHBO heeft behaald, heeft recht op vergoeding van het examen- en diplomageld, het Oranje Kruisboekje en het eventueel betaalde lesgeld.
• Overige vergoedingen: De bouwplaats- of uta-werknemer die de EHBO-cursus op verzoek van de werkgever en buiten werktijd heeft gevolgd, heeft recht op de normale reiskostenvergoeding en een brutobedrag van € 149,35. Het zelfde geldt voor de uta- werknemer die het diploma Bedrijfshulpverlening heeft behaald.
• Oefenlessen: De bouwplaatswerknemer die de verplichte jaarlijkse oefenlessen EHBO volgt, heeft recht op een vergoeding van de kosten van diplomaverlenging en het eventuele lesgeld.
Stagevergoeding• Voor wie? De Stageregeling voor de Bouw geldt voor degene die
bij een bouwbedrijf stage loopt als deelnemer aan een beroeps-opleidende leerweg (BOL), een hogere beroepsopleiding (hbo) of technische universiteit (wo).
• Bedragen: Voor stagiairs op mbo-niveau (BOL) geldt als richtlijn een brutovergoeding van € 400 per maand en € 92,31 per week. Voor stagiairs op hbo- en wo-niveau is dit € 550 per maand en € 126,92 per week.
• Meer informatie: De stageregeling kan worden opgevraagd bij cao-partijen en bij het Technisch Bureau Bouwnijverheid (www.tbbouw.nl).
64
Toeslagen en vergoedingen
Bouwplaatswerknemers
Reiskostenvergoeding• Voor wie? De reiskostenvergoeding geldt voor het gebruik van open-
baar vervoer of een eigen vervoermiddel door de werknemer die: - zowel binnen als buiten zijn woongemeente werkt en dagelijks in
totaal meer dan 15 kilometer moet reizen van zijn huis naar het werk en terug;
- tijdens en ten behoeve van zijn werk gebruik moet maken van een vervoermiddel;
- op verzoek van de werkgever tijdens vorstverlet reist; - tijdens ziekte naar de arbodienst moet.• Keuze vervoermiddel: De werkgever mag bepalen met welk ver-
voermiddel de werknemer reist. Het woon-werkverkeer vindt zoveel mogelijk als groepsvervoer plaats.
• Bedragen: De hoogte van de reiskostenvergoeding is weergegeven in onderstaande tabel.
• Bijzondere situaties: De cao kent een speciale regeling voor de vergoeding van reiskosten van werknemers die zo ver van hun woonplaats moeten werken, dat zij niet dagelijks naar huis kunnen gaan. Daarnaast is er een regeling voor het vervoer van het stoffelijk overschot van een overleden werknemer. Zie hiervoor de officiële cao.
Reiskostenvergoeding bouwplaatswerknemers
vervoermiddel maatstaf bedrag
openbaar vervoer laagste klasse 100%fiets per werkdag € 0,80bromfiets per km € 0,07 per dag (minimum) € 0,89motor per km € 0,22auto per km € 0,31
65
• Afwijkende reiskostenregelingen: Afwijkende regelingen zijn toege-staan als:
- de werkgever en de ondernemingsraad er overeenstemming over hebben en
- de afwijkende regeling per saldo niet ongunstiger is.
Chauffeurstoeslag• Toeslag per dag: Voor de in de volgende tabel genoemde bruto-
toeslagen gelden de volgende voorwaarden: - de werknemer vervoert één of meer collega’s op verzoek van de
werkgever of heeft dit in de praktijk minimaal twee weken lang gedaan;
- de auto is niet door de werkgever ter beschikking gesteld.
Reisurenvergoeding• Voor wie? De werknemer die buiten zijn woongemeente werkt, heeft
recht op een vergoeding over de uren die hij moet besteden aan het woon-werkverkeer. Dit geldt niet voor het eerste reisuur per dag.
• Uitzonderingen eerste reisuur: Er zijn twee gevallen waarin het eerste reisuur wel wordt vergoed:
- als de werknemer een auto bestuurt waarin hij één of meer collega’s meeneemt;
- als de werknemer zo ver weg werkt, dat hij niet elke dag naar huis kan (deze werknemer moet één keer per week naar huis kunnen).
• Hoogte vergoeding: De vergoeding per uur is gelijk aan het garantie-uurloon van de werknemer.
enkele reisafstand 0-30 km 31-65 km meer dan 65 km
toeslag € 6 € 9 € 12
Chauffeurstoeslag per dag (bouwplaatswerknemers)
66
Toeslagen en vergoedingen
• Vervoermiddelen: De reisurenvergoeding geldt voor reizen per open-baar vervoer, met een eigen vervoermiddel en een vervoermiddel dat de werkgever ter beschikking stelt.
• Registratie: De werkgever moet het aantal kilometers en de reisurenvergoeding per werknemer registreren.
• Vaststellen reistijd: Als reistijd voor het openbaar vervoer geldt de dienstregeling. Bij andere vervoermiddelen wordt ervan uitgegaan dat de werknemer het volgende aantal kilometers per uur kan reizen: te voet 5 km, fiets 15 km, bromfiets 25 km, motor 40 km. Voor het reizen per auto geldt een normregeling, waarin wordt uitgegaan van de snelste route van huis naar het werk en terug.
Berekening reisuren bij autogebruik (bouwplaatswerknemers)
woon-werkverkeer enkele reis in km uit te betalen reisuren per dag
van tot en met meerijder of werknemer alleenrijdende die collega(‘s) werknemer* vervoert
0 km 25 km 0 op basis van een snelheid van 50 km per uur26 km 50 km op basis van een op basis van een snelheid van snelheid van 50 km per uur 50 km per uur51 km 59 km 1,2 2,260 km 70 km 1,4 2,471 km 81 km 1,6 2,682 km 92 km 1,8 2,893 km 105 km 2 3 106 km of meer werkelijke werkelijke reistijd** reistijd**
* Het eerste reisuur is hier al van afgetrokken.** Het aantal uitbetaalde uren kan hierbij nooit lager zijn dan dat bij een reisafstand enkele
reis van 93 t/m 105 km.
67
• Bij vorstverlet e.d.: De werknemer heeft ook recht op de reisurenver-goeding als hij door slecht weer niet kan werken. Dit geldt niet als hij vooraf had kunnen weten dat hij niet naar het werk hoefde te gaan.
• Afwijkende regelingen: De werkgever kan met de OR een afwijkende reisurenregeling overeenkomen, maar deze mag voor de werknemer per saldo niet ongunstiger zijn.
Overwerkvergoeding• In geld of tijd: De werknemer heeft de keuze tussen een vergoeding
van overwerk in geld of vrije tijd. Hij meldt de werkgever binnen drie werkdagen na het overwerk waarvoor hij kiest. De keuze tussen geld en vrije tijd geldt niet bij verplicht overwerk (zie Overwerk bouw-plaatswerknemers).
• Vergoeding in geld: In dit geval geldt een verhoging van het vast overeengekomen uurloon, met de in volgende tabel genoemde percentages.
• Vergoeding in tijd: Bij vergoeding in tijd wordt het aantal overuren vermeerderd met de in de tabel genoemde percentages. Als de werknemer op deze manier een tegoed van acht uren heeft opge-bouwd, kan hij in overleg met de werkgever een dag vrij nemen. Over die dag betaalt de werkgever het vast overeengekomen loon.
• Kust- en oeverwerken: Bij werkzaamheden die onderhevig zijn aan eb en vloed gelden aangepaste tijden en percentages. Zie hiervoor de volgende tabel.
• Overwerk in ploegendienst: In dit geval wordt de overwerkvergoeding berekend over de voor ploegendienst geldende uurlonen (zie Ploegen-dienst).
• Overwerk tijdens verschoven uren Infra: Hierbij wordt de overwerk-vergoeding berekend over het vast overeengekomen loon en niet over de Toeslag verschoven uren Infra.
68
Toeslagen en vergoedingen
Overwerkvergoeding (bouwplaatswerknemers)
Toeslag ploegendienst (bouwplaatswerknemers)
periode toeslag
de eerste 3 overuren per dag 25%overige overuren tussen maandag 05.00 en zaterdag 21.00 uur 50%tussen zaterdag 21.00 uur en maandag 05.00 en op feestdagen 100%
Bij werkzaamheden die onderhevig zijn aan eb en vloed:van maandag 05.00 uur tot vrijdag 22.00 uur:- tussen 05.00 uur en 22.00 uur 25%- tussen 22.00 uur en 05.00 uur 50%van vrijdag 22.00 uur tot zaterdag 21.00 uur 50%van zaterdag 21.00 uur tot maandag 05.00 uur 100%
periode toeslag
tweeploegendienst 10%drieploegendienst 15%
Industriële bouwbij begin vóór 06.00 of einde na 19.00 uur (excl. overuren):- uren tussen 06.00 uur en 19.00 uur 5%- uren tussen 19.00 uur en 06.00 uur 25%
Ploegendiensttoeslag• Toeslag: De werknemer die in ploegendienst werkt, ontvangt
hiervoor een percentuele toeslag op zijn vast overeengekomen loon. Voor de Industriële bouw geldt een afwijkende regeling. Beide regelingen zijn weergegeven in onderstaande tabel. De genoemde toeslagen gelden ook voor de werknemer t/m 21 jaar.
69
Verschoven uren Infra (toeslag)• Toeslag op vast overeengekomen loon: De toeslag verschoven
uren Infra is een percentuele toeslag op het vast overeengekomen uurloon. De toeslag geldt voor gewerkte verschoven uren vóór 07.00 uur en na 20.00 uur, binnen de normale arbeidsduur per week.
• Als er iets tussen komt: Als het de bedoeling is in een bepaalde week uitsluitend in verschoven uren te werken, maar het niet lukt het normale aantal uren vol te maken, betaalt de werkgever een toeslag van 30% over de uren waarop niet kon worden gewerkt. De werknemer krijgt dan dus toch over de hele werkweek een toeslag.
Bereikbaarheidsdienst (vergoeding)• Hoogte in overleg: De werkgever stelt de hoogte van de vergoeding
in overleg met de werknemer vast.• Ondergrens: De in de volgende tabel genoemde bedragen gelden
hierbij als ondergrens.• Per week of dag: Als de werknemer een hele kalenderweek bereik-
baarheidsdienst heeft, geldt een vergoeding per week. Duurt de dienst minder dan een kalenderweek, dan geldt een vergoeding per dag.
• Werken tijdens bereikbaarheidsdienst: Gewerkte uren tijdens bereik-baarheidsdienst gelden als overwerk.
Toeslag verschoven uren Infra (bouwplaatswerknemers)
verschoven gewerkte uren toeslag
tussen maandag 20.00 uur en vrijdag 07.00 uur 30%tussen vrijdag 20.00 uur en zaterdag 20.00 uur 50%tussen zaterdag 20.00 uur en zondag 07.00 uur 75%tussen zondag 07.00 en maandag 07.00 uur en op feestdagen 100%
70
Persoonlijke beschermingsmiddelen, werkkleding en gereed-schap (verstrekking en/of vergoeding)• Persoonlijke beschermingsmiddelen: De werkgever verstrekt de
wettelijk verplichte beschermingsmiddelen kosteloos aan de werk-nemer. Hij zorgt ook voor onderhoud en vervanging.
• Werkkleding: De werkgever kan de noodzakelijke werkkleding kosteloos verstrekken, onderhouden en vervangen of de werknemer die dit alles zelf regelt een financiële vergoeding geven. De financiële vergoeding is in onderstaande tabel weergegeven. De werknemer in de industriële steigerbouw die tijdens vorst werkt, heeft daarnaast recht op een gratis extra kledingpakket. Dit moet voldoen aan de eisen van de stichting Arbouw.
• Eigen gereedschap: Voor noodzakelijk gebruik van eigen gereed-schap gelden de volgende vergoedingen per gewerkte dag: timmer-man of straatmaker € 0,75; metselaar of tegelzetter € 0,54.
Toeslagen en vergoedingen
Kledingvergoeding bouwplaatswerknemers
Bereikbaarheidsvergoeding bouwplaatswerknemers (bruto; minimum bedragen)
mate waarin de werknemer is vergoeding per vergoeding per dag gebonden aan zijn woning kalenderweek (% van weekvergoeding)
ma t/m vrij za/zo
voortdurend € 176,13 10% 25%op gezette tijden € 152,64 10% 25%minimaal € 129,16 10% 25%
soort werkkleding vergoeding per gewerkte dag
werkkleding € 0,87idem, voor het Heibedrijf € 0,95laarzen € 0,54uitsluitend knielaarzen € 0,43laarzen en oliegoed Kust- en Oeverwerken € 1,11
71
Voorlieden- en leermeestertoeslag• Voorman: Een voorman (ook genoemd: meesterknecht of putbaas) is
een werknemer van 22 jaar of ouder die leiding geeft aan tenminste vijf werknemers. Hij heeft recht op de voorliedentoeslag. Dit is een toeslag op het vast overeengekomen loon.
• Leermeester: Een leermeester is een werknemer van 22 jaar of ouder die in opdracht van de werkgever optreedt als begeleidend vakman voor leerlingwerknemers en door Fundeon als leermeester is erkend. Een leermeester heeft recht op de leermeestertoeslag voor de perioden waarin hij daadwerkelijk leerlingen begeleidt. De hoogte van deze toeslag is gelijk aan die voor voorlieden.
• Bedragen: De voorlieden- en leermeestertoeslag is verwerkt in tabel II van de Loontabellen bouwplaatswerknemers (zie het hoofd-stuk Inkomen).
Werken op grote afstand (vergoeding)• Diverse vergoedingen: De cao kent diverse vergoedingen voor
voeding en/of huisvesting van werknemers die zo ver van hun woonplaats moeten werken, dat zij niet dagelijks naar huis kunnen gaan. Zie hiervoor de officiële cao.
Tijwerk (toeslag)• 25 procent: De tijwerktoeslag is bedoeld voor werkzaamheden die
onderhevig zijn aan eb en vloed en die worden uitgevoerd vóór 06.00 en na 18.00 uur, binnen de normale arbeidsduur. Het is een toeslag van 25% op het garantie-uurloon.
• € 7,91 per week: Deze toeslag geldt voor steenzetterswerk aan strandhoofden langs de Noordzeekust en rijswerk buitengaats.
72
Toeslagen en vergoedingen
Uta-werknemers
Reiskostenvergoeding• Voor wie? De reiskostenvergoeding geldt voor het gebruik van
openbaar vervoer of een eigen vervoermiddel door de werknemer die: - in opdracht van de werkgever buiten zijn vaste standplaats of in
een ander bedrijf werkt; - tijdens ziekte naar de arbodienst moet.• Keuze vervoermiddel: De werkgever mag bepalen of en met welk
vervoermiddel de werknemer reist. • Bedragen: De hoogte van de reiskostenvergoeding is weergegeven
in onderstaande tabel.
• Bij werken op grote afstand: Als de werknemer zo ver van zijn standplaats moet werken, dat hij niet dagelijks naar huis kan gaan, verstrekt de werkgever een redelijke vergoeding voor de extra reis-, voedings- en logieskosten. Deze werknemer mag eenmaal per week naar huis.
• Afwijkende reiskostenregeling: Een andere regeling is onder de volgende voorwaarden toegestaan:
- de werkgever en de werknemer hebben er overeenstemming over; - de afwijkende regeling is per saldo gelijkwaardig aan de cao-
regeling.
Reiskostenvergoeding uta-werknemers
vervoermiddel maatstaf bedrag
openbaar vervoer laagste klasse 100%motor per km € 0,22auto per km € 0,31
73
Verhuiskostenvergoeding• Voor wie? De werknemer die in een andere gemeente dan zijn oor-
spronkelijke standplaats moet werken en daarheen op verzoek van de werkgever verhuist, komt in aanmerking voor een verhuiskosten-vergoeding.
• Vergoeding: De werkgever verstrekt een redelijke vergoeding voor alle kosten die samenhangen met de verhuizing van deze werknemer.
Overwerkvergoeding• In geld of tijd: De werkgever maakt schriftelijk aan de werknemer
bekend hoe hij overwerk van aanmerkelijke omvang compenseert.• Als de afspraken niet zijn vastgelegd...: In dat geval geldt voor de
werknemer tot en met functieniveau 3 minimaal een vergoeding tegen het geldende salaris per uur, in de vorm van tijd voor tijd.
74
Toeslagen en vergoedingen 75
76
Opleidingen en cursussen
Opleidingen en cursussen
Bestrijden gevolgen economische crisis
‘Bouw door, leer verder’• Waarom speciale maatregelen? Een economische crisis heeft
ingrijpende gevolgen voor werknemers en werkgevers in de bouw. Nieuwe opdrachten blijven uit, voor (ervaren) werknemers dreigt ont-slag en opleidingsplaatsen worden schaars. Maar straks - wanneer de economie opleeft - heeft de bedrijfstak weer volop vakmensen nodig. Daarom hebben cao-partijen - los van de cao - afspraken ge-maakt om de gevolgen van de economische crisis zo goed mogelijk op te vangen. Deze afspraken gelden van april 2009 tot april 2011.
• Het project: Onder de noemer ‘Bouw door, leer verder’ kunnen bouw- & infrabedrijven die onvoldoende werk hebben, hun volwas-sen bouwplaatswerknemers een opleiding laten volgen. Dit gebeurt tijdens werktijd en met doorbetaling van loon. De werkgever krijgt een vergoeding voor deze loonkosten. Voor de opleidingen hoeft hij niets te betalen. Dit laatste geldt ook voor de werknemer. Als tegenprestatie is de werkgever verplicht de leerlingen die al in zijn bedrijf werken, de opleiding te laten afmaken. Afhankelijk van het aantal volwassen werknemers dat de werkgever laat opleiden, kan hij ook worden verplicht nieuwe leerlingen binnen te halen.
• Informatie en aanmelding: Op www.bouwdoorleerverder.nl staat informatie over het project. Voor meer informatie kan de werkgever terecht bij een van de vijf speciale, regionale steunpunten. Daar kan hij zich ook aanmelden.
• Steunpunten: De vijf steunpunten zijn ondergebracht bij regiokantoren van Fundeon. Ze zijn telefonisch bereikbaar op de volgende nummers:
- Noord-Nederland: 038 426 83 51 - Oost-Nederland: 038 426 83 52 - Randstad Noord: 0348 49 02 42 - Randstad Zuid: 0348 49 02 44 - Zuid-Nederland: 0492 50 71 24
77
Opleidingsplan
Voor alle werknemersDe werkgever maakt een opleidings- en scholingsplan voor de bouwplaats- en uta-werknemers in zijn onderneming.
Beroepsopleiding bouwplaatswerknemers
BBL 1• Vergoeding: De deelnemer aan de BBL-opleiding op niveau 1
ontvangt van de werkgever een financiële vergoeding op basis van de Regeling opleiding bouwplaats- en infra-assistent (BPA/INA-regeling). De regeling is verkrijgbaar bij cao-partijen en bij het Technisch Bureau Bouwnijverheid (www.tbbouw.nl).
BBL 2 en 3• Werknemers tot 27 jaar: De werkgever biedt de werknemer tot 27 jaar de gelegenheid een beroepsopleiding te volgen. Hierbij gaat
het om de BBL-opleiding op de niveaus 2 en 3 voor de kwalificaties B&U of Infra. Met de werknemer die zo’n opleiding volgt, sluit de werkgever een praktijk- en arbeidsovereenkomst voor de duur van de opleiding. De onderneming van de werkgever moet erkend zijn als leerbedrijf.
• Onderwijs in werktijd en met loon: Het leerbedrijf laat de leerling-werknemer maximaal 8 uur per week beroepsonderwijs volgen aan een ROC, binnen werktijd en met behoud van loon. Dit laatste geldt ook voor deelname aan examens.
• Leermeester verplicht: Het leerbedrijf wijst een werknemer aan als leermeester voor de begeleiding van de leerlingwerknemer in de praktijksituatie.
78
Opleidingen en cursussen
Samenwerkingsverband • BBL 2, 40 uur werken: Jongeren tot en met 20 jaar die in dienst
zijn van een samenwerkingsverband en daar een BBL 2 opleiding volgen, werken veertig uur per week.
• Introductieperiode: De eerste dertien weken van deze opleiding gel-den als introductieperiode. Tijdens deze periode is hun weekloon gebaseerd op een arbeidsduur van 25 uur. Na de introductieperiode ontvangen zij hetzelfde loon als andere leerlingwerknemers (zie de loontabellen V in het hoofdstuk Inkomen).
• Einde opleiding = einde werk: Op het moment dat de praktijkovereen-komst wordt verbroken, komt automatisch ook een eind aan de arbeidsovereenkomst met het samenwerkingsverband.
Leermeester• Cursus: De werkgever stelt de leermeester in de gelegenheid de
cursus Leermeester van Fundeon te volgen.• Tijd voor begeleiding: De werkgever geeft de leermeester
vrijstelling voor een deel van zijn normale arbeidstijd om de leerlingwerknemer(s) goed te kunnen begeleiden. Dit mag niet ten koste gaan van zijn loon. De mate van vrijstelling hangt af van het aantal leerlingwerknemers dat de leermeester begeleidt.
• Leermeestertoeslag: De leermeester heeft recht op een leermeester-toeslag over de perioden waarin hij daadwerkelijk leerlingen begeleidt. Zie het hoofdstuk Toeslagen en vergoedingen.
Leermeester: tijd voor begeleiding leerlingwerknemers
aantal leerlingen percentage arbeidstijd
1 5%2 - 4 10%4 - 7 20%
79
Instroombevordering doelgroepen• Doel en doelgroepen: Instroom en doorstroom in de beroepsoplei-
ding van schoolverlaters of werknemers die langer dan zes maanden werkloos zijn en van vrouwen en allochtonen. De deelnemer treedt in eerste instantie in dienst van een samenwerkingsverband. Na afronding van de opleiding BBL 1 of 2 zorgt het samenwerkings-verband voor toeleiding naar een bouwbedrijf.
• Vergoedingen: Het samenwerkingsverband kan bepaalde kosten die het in dit verband maakt, declareren bij Fundeon.
• Instroomsubsidie: Een samenwerkingsverband of bouwbedrijf dat een deelnemer aan een extern gefinancierd werkgelegenheidsproject in dienst neemt en een BBL-1 of -2 opleiding laat volgen, kan voor dit doel bij Fundeon subsidie aanvragen.
• Meer informatie: www.fundeon.nl.
80
Opleidingen en cursussen
Cursussen bouwplaatswerknemers
Introductiecursus• Veilig en gezond werken: De werkgever laat iedere nieuwe werknemer
die nog niet eerder in de bedrijfstak heeft gewerkt, de basiscursus ‘Veilig en gezond werken’ volgen. Dit geldt niet voor de werknemer die deelneemt aan de beroepsbegeleidende leerweg (BBL).
Individueel scholingsrecht• Gemiddeld 2 dagen per jaar: De werknemer heeft recht op gemid-
deld twee scholingsdagen per jaar voor het volgen van cursussen. Hierbij gaat het om cursussen die verband houden met het huidige of toekomstige beroep van de werknemer in de bouwnijverheid.
• In werktijd, met behoud van loon: De werknemer volgt de cursussen binnen de normale werktijd en met behoud van zijn vast overeen-gekomen loon. De werknemer en de werkgever bepalen in overleg met elkaar wanneer de cursusdagen worden opgenomen.
• Vergoeding voor de werkgever: Bij de meeste cursussen ontvangt de werkgever op grond van de cao een vergoeding voor de loon-, cursus- en reiskosten van de deelnemer. Dit is een vergoeding in de vorm van een vast bedrag per dag. De hoogte daarvan wordt jaarlijks vastgesteld.
• Initiatief werknemer: Als de werknemer twee jaar lang geen cursus heeft kunnen volgen, mag hij dit op eigen initiatief alsnog doen. Het Scholingsfonds betaalt de kosten en brengt ze in rekening bij de werkgever.
• Meer informatie: Informatie over de cursussen die de werknemer kan volgen en de vergoedingsregeling voor de werkgever vindt u op www.bter-bouw.nl (klik op Scholingsfonds).
81
Cursussen uta-werknemers
Rechten en plichten • Aantal cursusdagen per jaar: Het aantal cursusdagen voor uta-
werknemers in het eerder genoemde opleidingsplan is gelijk aan tweemaal het aantal uta-werknemers in de onderneming. Het totale aantal cursusdagen wordt zoveel mogelijk over deze werknemers gespreid.
• Recht op scholing: Op basis van het opleidingsplan heeft de werk-nemer in beginsel recht cursussen te volgen die verband houden met zijn huidige of toekomstige functie in de onderneming. Als de werknemer twee jaar lang geen cursus heeft kunnen volgen, zorgt de werkgever ervoor dat de werknemer dit binnen een redelijke termijn alsnog kan doen.
• Binnen en/of buiten het bedrijf: Een cursus kan zowel binnen het bedrijf plaatsvinden (bedrijfscursus), als daarbuiten. De werknemer is verplicht deel te nemen aan bedrijfscursussen die door de werk-gever zijn georganiseerd. De werkgever betaalt in dat geval alle kosten. De kosten van cursussen buiten het bedrijf worden voor tenminste 90% door de werkgever betaald.
• In werktijd, met behoud van salaris: De werknemer volgt de cursus-sen in werktijd en met behoud van salaris, tenzij ze uitsluitend buiten werktijd worden gegeven.
• Inzet roostervrije dagen: Als de werknemer in een bepaald jaar meer dan drie werkdagen aan cursussen deelneemt, mag de werkgever voor de overige cursusdagen maximaal drie roostervrije dagen inzetten.
82
Opleidingen en cursussen
Loopbaanontwikkeling
Loopbaantraject Bouw & Infra • Adviescentra: Op 28 plaatsen in het land zijn Adviescentra
loopbaanbeleid ingericht voor werknemers die een andere functie willen gaan vervullen, binnen of buiten het bedrijf of de bedrijfstak. Bijvoorbeeld omdat zij op zoek zijn naar een nieuwe uitdaging of omdat zij werkloos of arbeidsongeschikt dreigen te worden.
• Faciliteiten: Iedere werknemer kan bij zo’n centrum eens per vijf jaar een gratis loopbaanadvies en opleidingsplan laten opstellen. Bouwplaatswerknemers kunnen ook een bijpassend scholingstraject volgen.
• Financiering: De kosten worden vergoed door de bedrijfstak.• Meer informatie: www.loopbaantrajectbouw.nl.
Loopbaanpad uta• Behoud van werk: De werkgever en de uta-werknemer zetten
samen een loopbaanpad uit, om te bevorderen dat de werknemer ook op latere leeftijd aan het arbeidsproces kan blijven deelnemen.
83
84
Erkenning van verworven competenties (EVC)
Alsnog een vakdiploma halen• Wat is EVC? EVC is bedoeld voor werknemers die wel veel praktijk-
ervaring hebben, maar nooit een officieel vakdiploma hebben behaald. Degene die dit alsnog wil doen, kan zijn kennis en ervaring in kaart laten brengen. Daarna volgt hij gerichte bijscholing op die punten waar zijn kennis en ervaring tekortschieten. Een EVC-traject is dus een verkorte route naar een vakdiploma op latere leeftijd.
• Maximaal 10 dagen: Iedere werknemer heeft recht op een EVC-traject. Het O&O-fonds vergoedt de kosten hiervan tot een maximum van tien dagen per werknemer.
• Meer informatie: www.fundeon.nl (klik op Loopbaan- en scholings-advies).
85Opleidingen en cursussen
Veiligheid, gezondheid
en re-integratie
86
Veiligheid, gezondheid en re-integratie
Bijzondere veiligheids- en arbobepalingen
Officiële cao• Voor bouwplaats- en uta-werknemers: In de cao staat een groot
aantal specifieke veiligheids- en arbobepalingen voor bouwplaats- en uta-werknemers. Bijvoorbeeld over de verplichte veiligheidshelm, tillen, gevaarlijke stoffen, voorzorgsmaatregelen bij wegwerkzaam-heden en cursussen op arbogebied. Zie hiervoor de officiële cao.
Arbeidsomstandigheden- en verzuimbeleid
Activiteiten op ondernemingsniveau• Doelstellingen: Het arbeidsomstandigheden- (arbo-) en verzuimbeleid
van de werkgever heeft tot doel: - de veiligheid en gezondheid van de werknemers te bevorderen
en beschermen; - het ziekteverzuim te verminderen, met name door maatregelen
die dit verzuim voorkomen.
Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E)• Basis voor het beleid: De werkgever stelt een RI&E op. Hierin besteedt
hij aandacht aan de gevaren van het werk voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de werknemers. Ook de oorzaken van het ziekteverzuim in het bedrijf komen er in aan de orde.
Plan van aanpak• Bedoeling: In dit plan beschrijft de werkgever op basis van de RI&E
hoe hij de bovengenoemde doelstellingen wil bereiken en wie het plan uitvoert/uitvoeren.
• Inhoud: Het plan van aanpak bevat de volgende onderdelen: - maatregelen die nodig zijn om de in de RI&E beschreven risico’s
te voorkomen en/of te verminderen;
87
- technische en/of organisatorische maatregelen ter bevordering van de veiligheid en ter bescherming van de gezondheid en (voor zover deze maatregelen niet afdoende zijn) het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen;
- voorlichting en scholing van werknemers op het gebied van veilig en gezond werken, met speciale aandacht voor jeugdige werknemers;
- de manier waarop de werknemers gebruik kunnen van het individugericht pakket preventiezorg.
Individugericht pakket preventiezorg• Voor iedere werknemer: Iedere werknemer heeft het recht gebruik
te maken van het Individugericht pakket preventiezorg. Het wordt uitgevoerd door arbodiensten die voldoen aan de kwaliteitseisen van de Stichting Arbouw. Arbouw vergoedt de kosten (www.arbouw.nl).
• Inhoud: Het pakket bevat onder meer de volgende faciliteiten: - intredekeuring; - arbeids gezondheidskundig onderzoek voor jongeren; - periodiek arbeids gezondheidskundig onderzoek (PAGO); - gericht periodiek onderzoek (GPO) voor werknemers in bepaalde
beroepen (de kosten hiervan worden niet door Arbouw vergoed); - arbospreekuur.
Stress en werkdruk uta• Professionele begeleiding: De uta-werknemer die problemen onder-
vindt door stress of werkdruk, kan professionele begeleiding krijgen bij het oplossen daarvan. Hij kan hiervoor contact opnemen met CSR Centrum Van Zweden. De werknemer kan ook een doorver-wijzing naar dit instituut vragen op het Arbospreekuur of bij het periodiek geneeskundig onderzoek.
• Meer informatie: www.roofbouw.nl.
88
Veiligheid, gezondheid en re-integratie
Bestrijding ziekteverzuim• Wachtdagen: Bij de tweede en derde ziekmelding binnen één jaar
gelden zogenoemde wachtdagen. Zie het hoofdstuk Inkomen.
Re-integratie bij ziekte en arbeidsongeschiktheid
Zieke werknemers• Re-integratiebedrijf: De werkgever sluit zich voor re-integratie van een
werknemer aan bij een re-integratiebedrijf met het keurmerk ‘Blik op werk’ (Borea). Dit bedrijf helpt de werknemer zo snel mogelijk weer aan het werk. Het re-integratiebedrijf moet goede samenwerkings- afspraken hebben met de arbodienst van de werkgever. Hoe dit precies is geregeld, staat in de officiële cao.
• Als de werkgever geen actie onderneemt...: Een zieke werknemer voor wie na veertien weken nog geen re-integratieplan is opgesteld, mag hiervoor zelf een erkend re-integratiebedrijf in de arm nemen. Het Aanvullingsfonds schiet de kosten voor en brengt ze in rekening bij de werkgever.
• Re-integratieverslag: Bij de aanvraag van een arbeidsongeschiktheids-uitkering, moet de werknemer een ‘re-integratieverslag’ inleveren. De arbodienst en het re-integratiebedrijf leveren de hiervoor benodigde informatie. Dit gebeurt uiterlijk tien dagen voor de datum waarop de aanvraag moet zijn ingediend.
• Re-integratiebonus: Als de werknemer in zijn tweede ziektejaar weer gaat werken, kunnen hij en zijn werkgever in aanmerking komen voor een re-integratiebonus. Zie het hoofdstuk Inkomen, onder Inkomen bij ziekte.
Arbeidsongeschikten• Ander werk: Als een werknemer geheel of gedeeltelijk arbeidsonge-
schikt is verklaard voor zijn oude functie, zoekt de werkgever voor
89
hem ander passend werk binnen het bedrijf of - als dit niet mogelijk is - elders binnen de bedrijfstak.
• Nazorg: Nadat de eerder arbeidsongeschikt verklaarde werknemer bij een andere werkgever aan het werk is gegaan, neemt het re-integratie-bedrijf in het eerste halfjaar twee keer contact met hem op om naar zijn situatie te informeren. Als de werknemer behoefte heeft aan één of meer gesprekken, komen de kosten daarvan voor rekening van de oorspronkelijke werkgever.
90
Veiligheid, gezondheid en re-integratie 91
Werkingssfeer en
naleving cao
92
Werkingssfeer en naleving cao
Commissie Werkingssfeer
• Waar gaat het om? Deze commissie is door cao-partijen ingesteld om onderzoek te doen naar aanleiding van signalen dat een bepaald bedrijf de cao ten onrechte niet toepast.
• Signalen van wie? Cao-partijen, bouw- & infrabedrijven en werk- nemers kunnen dergelijke signalen schriftelijk bij de commissie melden. De commissie mag namens cao-partijen knopen doorhakken.
Commissie Naleving
• Waar gaat het om? Deze commissie kan namens cao-partijen uitspraken doen naar aanleiding van:
- Signalen dat een bepaald bedrijf de cao niet volledig toepast. Dit kunnen signalen zijn van cao-partijen, bouw- & infrabedrijven, werknemers en paritaire stichtingen in de bouw. De commissie kan naar aanleiding daarvan een nalevingsonderzoek starten.
- Verzoeken van werkgevers of werknemers om bepaalde cao-artikelen niet te hoeven toepassen (dispensatieverzoeken).
- Verschillen van mening tussen individuele werkgevers en werk-nemers over de uitleg van cao-bepalingen.
• Let op! Een werkgever en een werknemer die het niet eens kunnen worden over de betekenis van een passage uit dit boekje, moeten in eerste instantie terugvallen op de tekst van de officiële cao, want die tekst is bepalend. Daarbij kunnen zij de hulp inroepen van hun werkgevers- en/of werknemersorganisatie. Als ze het daarna nog steeds niet eens zijn, kunnen zij (of kan één van beiden) het verschil van mening per brief voorleggen aan de Commissie Naleving. De adviesaanvraag moet altijd zijn gebaseerd op de tekst van de officiële cao.
93
Meer informatie
• Publicaties: De werkwijze van beide commissies is beschreven in de officiële cao (bijlagen 20 tot en met 23). Voor telefonische informatie kunt u bellen met het Technisch Bureau Bouwnijverheid: 0341 - 43 63 60. Bij dit bureau zijn diverse folders verkrijgbaar.
• Meldingen en adviesaanvragen: Deze kunt u sturen naar het Technisch Bureau Bouwnijverheid, Postbus 1128, 3840 BC Harderwijk.
94
Werkingssfeer en naleving cao 95
Adressen cao-partijen
96
Adressen cao-partijen
Werkgeversorganisaties
Bouwend NederlandPostbus 3402700 AH Zoetermeert: 079 325 22 52w: www.bouwendnederland.nle: [email protected]
NVB Vereniging voor ontwikkelaars & bouwondernemersPostbus 6202270 AP Voorburgt: 070 386 02 04 w: www.nvb-bouw.nle: [email protected]
Vereniging van WaterbouwersPostbus 4742800 AL Goudat: 0182 56 73 67w: www.waterbouwers.nle: info@ waterbouwers.nl
Ondernemersvereniging Bestratingsbedrijven Nederland (OBN)Postbus 71253430 JC Nieuwegeint: 030 604 22 94w: www.obn.nle: [email protected]
97
Werknemersorganisaties
FNV BouwPostbus 5203440 AM Woerdent: 0900 368 26 89w: www.fnvbouw.nle: [email protected] CNV VakmensenPostbus 25253500 GM Utrechtt: 030 - 751 10 07w: www.cnvvakmensen.nle: [email protected]
98
Adressen cao-partijen 99
Trefwoordenregister
100
Trefwoordenregister
AAanvullende ziektekostenverzekering (vergoeding) 63
Aanvulling WW 30, 58
Adressen cao-partijen 96
Ander bedrijf (werken in een) 9
Arbeids gezondheidskundig onderzoek jongeren 88
Arbeidsduur (normale) 17
Arbeidsomstandigheden 87
Arbeidsongeschiktheid:
- inkomensaanvullingen bij 57
- re-integratie bij 89
Arbeidsongeschiktheidspensioen 57
Arbeidsovereenkomst 7
Arbo 87
Arbeidstijden (normregeling) 21
Arbospreekuur 88
Arbouw, Stichting 88
BBBL 78
Bedrijfshulpverlening (vergoeding) 64
Beëindiging dienstverband (ontslag) 10
Bepaalde tijd (arbeidsovereenkomst voor) 7
Bereikbaarheidsdienst 19, 70
Beroepsopleiding 78
Beschermingsmiddelen, persoonlijke 71, 88
101
Bestrijding ziekteverzuim 26
Bevalling partner (kort verzuim) 26
Bijzonder verlof 26
Blik op werk (keurmerk) 89
Bouw door, leer verder 77
Bouwplaatswerknemer 4
BPA/INA-regeling 78
Buitenlandse werknemers 13
CCalamiteitenverlof (wettelijk) 27
Cao-partijen 96
Certificering (uitzendbureaus) 14
Chauffeurstoeslag 66
Chronische ziekte (kort verzuim) 27
Collectieve ongevallenregeling 60
Commissie Naleving 93
Commissie Werkingssfeer 93
Cursussen 81, 82
DDagelijkse werk- en rusttijden 17
Deeltijdwerk 20
Detachering vanuit het buitenland 13
Dispensatie 93
Doelgroepen (instroombevordering) 80
102
Trefwoordenregister
EEHBO-vergoedingen 64
Eindejaarsuitkering arbeidsongeschikte werknemers 57
Erkenning van verworven competenties (EVC) 84
Examens:
- kort verzuim 26
- BBL 2/3 78
Excedentregeling 60
Experimenten werktijden/werkvormen 21
FFamilieomstandigheden (kort verzuim) 26
Feestdagen 26
Functie (-groep, -indeling, -niveau) 34, 35
GGarantiefonds loondoorbetaling bij vorst 29
Garantieloon:
- definitie 33
- bedragen 37-46
Gereedschap (vergoeding) 71
Gericht periodiek onderzoek (GPO) 88
Gezondheid 86
103
HHerkeuring 7, 26
Huisarts (kort verzuim) 26
Huwelijk (kort verzuim) 26
IIndiensttreding 6
Individueel scholingsrecht 81
Individugericht pakket preventiezorg 88
Infra, verschoven uren 17, 70
Inkomen:
- algemeen 32
- bij ziekte 55
- aanvullingen bij arbeidsongeschiktheid 57
- aanvullingen bij werkloosheid 58
Inloopschaal 34, 35
Instroombevordering doelgroepen 80
Instroomsubsidie bouwbedrijf/samenwerkingsverband 80
Instructeur (leermeestertoeslag) 72, 79
Intredekeuring 7, 88
Introductie nieuwe werknemer 9
Introductiecursus 81
Introductieperiode bij samenwerkingsverband 79
Invaliditeit (uitkering) 60
IVA (inkomensaanvulling) 57
104
Trefwoordenregister
JJubilea (kort verzuim) 26
KKeuring/herkeuring (kort verzuim) 26
Kledingvergoeding 71
Kort verzuim 26
LLeermeester 72, 78, 79
Leermeestertoeslag 72, 79
Levenslooprekening 54
Loon:
- bij beroepsopleiding 78
- bij feestdagen 26
- bij roostervrije dagen 24
- bij rouwverlof 28
- bij samenwerkingsverband 79
- bij scholing 78, 81
- bij slecht (onwerkbaar) weer 29
- bij stervensbegeleiding 28
- bij vakantiedagen 22
- bij vorst 29
- bij ziekte 55
105
Loon (vervolg):
- garantieloon (bedragen) 37-46
- garantieloon (definitie) 33
- vast overeengekomen (definitie) 33
Loonbetaling 36
Loonstrookje 36
Loonsverhogingen 34
Loontabellen 37-46
Loopbaanontwikkeling 83
MMaandsalaris 47
Meesterknecht (voorliedentoeslag) 72
Meningsverschillen werkgever/werknemer 93
NNaleving cao 93
Normale arbeidsduur 17
Normregeling arbeidstijden 21
OOnbepaalde tijd (arbeidsovereenkomst voor) 7
Ongevallenregeling (collectief) 60
Ontslag 10, 26
Ontslaguitkering 58
Ontslagverbod 10, 19
106
Trefwoordenregister
Onwerkbaar weer 26, 29
Opleiding 76
Opleidingsplan 78
Opzegging (ontslag) 10
Opzegtermijnen 10, 11, 12, 13
Ouderdomspensioen 59
Overbruggingsregeling (pensioenopbouw) 58
Overlijden:
- werknemer (uitkering) 60
- huisgenoot/familielid (kort verzuim) 26
Overwerk 18, 19
Overwerkvergoeding 68, 74
PPensioen 59
Pensionering, voorbereidingscursus (kort verzuim) 26, 28
Periodiek arbeids gezondheidskundig onderzoek (PAGO) 88
Persoonlijke beschermingsmiddelen 71, 88
Persoonlijke levenslooprekening 54
Ploegendienst 17
Ploegendiensttoeslag 69
Poliklinische dagbehandeling (kort verzuim) 26
Prestatietoeslag 63
Preventiezorg, individugericht pakket 88
Proeftijd 8
Putbaas (voorliedentoeslag) 72
107
RRe-integratie 56, 89
Re-integratiebonus 56
Reiskostenvergoeding 65, 73
Reisurenvergoeding 66
Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) 87
Roostervrije dagen 24, 25
Rouwverlof 28
Rusttijden 17
SSalaris:
- bij feestdagen 26
- bij roostervrije dagen 25
- bij rouwverlof 28
- bij scholing 82
- bij slecht (onwerkbaar) weer 30
- bij stervensbegeleiding 28
- bij vakantiedagen 23
- bij vorst 30
- bij ziekte 55
- definitie 33
Salarisschalen uta 47-50
Salarisverhogingen 34
Samenwerkingsverband 79
108
Trefwoordenregister
Scholing(srecht) 81, 82
Seniorendagen 20, 21
Slecht weer (niet werken bij) 29
Specialist, medisch (kort verzuim) 26
Stagevergoeding 64
Stervensbegeleiding (verlof voor) 28
Stress en werkdruk (begeleiding bij) 88
TTandarts (kort verzuim) 26
Tarief (werken in) 63
Tijdelijk arbeidscontract 7
Tijdspaarfonds 51
Tijwerk (toeslag) 72
Toeslagen:
- algemeen 63
- bouwplaatswerknemers 65
- uta-werknemers 73
UUitbetaling loon bouwplaatswerknemers 36
Uitkering bij overlijden of blijvende invaliditeit 60
Uitzendwerk 8, 14
Uta-werknemer 4
109
VVakantiedagen 21-24
Vakantietoeslag 63
Vakbonden 98
Vakbondscontributie 51
Vakbondsbijeenkomsten (kort verzuim) 26
Vast overeengekomen loon (definitie) 33
Vaste dienst (in) 7
Veilig en gezond werken (cursus) 81
Veiligheid 86
Vergoedingen:
- algemeen 63
- bouwplaatswerknemers 65
- uta-werknemers 73
Verhuiskostenvergoeding 74
Verhuizing (kort verzuim) 26
Verkiezingen (kort verzuim) 26
Verlof, Bijzonder 26
Verlof voor stervensbegeleiding 28
Verplicht overwerk 18
Verschoven uren Infra 17, 70
Verzuim, kort 26
Verzuimbeleid 87
Vierdaagse werkweek 55+ 20
Vierwekensalaris (omrekening naar) 47
110
Trefwoordenregister
Voorbereidingscursus voor pensionering 26
Voorliedentoeslag 72
Vorstverlet 29
Vrije dagen 21
Vrijstelling van cao-regels (dispensatie) 93
WWachtdagen (bij ziekte) 55, 89
WAO 57
Werkdagen 17
Werkdrukproblemen (begeleiding bij) 88
Werken:
- in een ander bedrijf 9
- in tarief 63
- op grote afstand 72
Werkervaring 34, 35
Werkgeversorganisaties 97
Werkingssfeer cao 93
Werkkleding 71
Werkloosheid (inkomensaanvulling bij) 58
Werknemersorganisaties 98
Werktijden 17, 21
WGA-hiaat 57
WW 30, 58
111
ZZiekenhuisopname/-ontslag huisgenoot (kort verzuim) 26
Ziekte:
- chronisch 27
- inkomen bij 55
- re-integratie bij 89
- van huisgenoot of familielid (kort verzuim) 26
Ziektekostenverzekering (vergoeding) 63
Ziekteverzuim (bestrijding) 87, 89
Zomervakantie 22
Zorgverlof, wettelijk 28
112