DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof...

30

Transcript of DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof...

Page 1: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,
Page 2: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

DE ASsnarcho-socialisties

tijdschrift

Nr. 57, jaargang 10 - april/juni 1982.

De As verschijnt jaarlijks in zes afleveringen, waarvan twee alsdubbelnummer, en is een uitgave van Stichting De As.Jaarabonnement f. 19,50, buiten Benelux f. 25,50.Losse nummers f. 3,90 plus verzendkosten.Bestelling door storting op giro 44 60 315 van Stg. de As,'s-Gravenhage.Adreswijzigingen bij voorkeur per briefkaart, of per giro (ver-beter het adres op de kaart), graag met vermelding van de post-kode.Reklamering met vermelding van de laatste betaaldatum, alsaangegeven in uw giro-administratie.Verlenging van het abonnement door tijdige betaling van devolgende jaargang.Nieuwe abonnementen gaan in met het eerste nummer van dejaargang, tenzij anders aangegeven bij bestelling.Redaksie-adres: postbus 35061, 3005 DB Rotterdam.Administratie-adres: postbus 93, 2501 CB 's-Gravenhage

Redaksiekollektief: Machteld Bakker, Anton Constandse, Wimvan Dooren, Thom Holterman, Rudolf de Jong, Wim de Lobel,Simon Radius, Hans Ramaer.Omslagontwerp: Wrik/Utrecht .

LEO TOLSTOJ, EEN CHRISTEN — ANARCHISTMachteld Bakker

Er is een aardige anekdote bewaard gebleven die ons vertelt, dat Tolstoj, dievermoedelijk nooit in verzen heeft geschreven, tijdens de belegering van Sebas-to pol een satiries gedicht maakte, in een versmaat en in een taal die typies bijsoldatenliederen past. Het gedicht beschrijft de miskleunen van de bevelheb-bers, die leidden tot de nederlaag bij Balaklava. Het vers kon niet worden ge-drukt, maar verspreidde zich in duizenden kopieën over heel Rusland en werd

Page 3: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

wijd en zijd gezongen, zowel tijdens de veldtocht als daarna. De naam van de

auteur werd eveneens bekend, maar er heerste grote onzekerheid of de schrijver

nou 'de' Tolstoj was of een andere. Het typerende van de anekdote laat zich

gemakkelijk raden: Tolstoj plaatste de mensen voor raadsels, in het klein, zoals

bij het gedicht, maar ook in het groot. De vraag 'wie is Tolstoj?' is voor ons van-

daag de dag niet gemakkelijker te beantwoorden als voor de mensen die in 1855

het soldatenlied in handen kregen.

Het is zelfs heel goed mogelijk dat,wanneer twee mensen over Tolstojspreken, zij daarbij allebei een totaalandere figuur voor ogen hebben. Spre-ken zij over de aristokratiese groot-grondbezitter of over de man die pri-vaat—bezit van grond veroordeelt?Spreken zij over de onverschrokkenofficier of over de pleitbezorger vandienstweigering? Spreken zij over dehartstochtelijke minnaar, de Don Juan,of over de asceet die sexualiteit ver-oordeelt, omdat die geestelijke groei inde weg zou staan?Talloze voorbeelden van Tolstojs tegen-strijdigheden zouden nog kunnen vol-gen. En steeds zou blijken dat er eengigantiese kloof gaapt tussen de eneTolstoj en de andere, maar gelukkigblijkt de kloof niet onoverbrugbaar,want wie goed kijkt, ziet, dat de tw-e-ehelften tèch een eenheid vormen, om-dat zij altijd weer geworteld zijn in eenzelfde verlangen naar een steedspuurder, steeds verhevener 'zelf. Tol-stoj is zijn hele lange leven aan zijneigen 'ik' aan het schaven geweest.

KIND, STUDENT,OFFICIER, SCHRIJVER

De komplexe Lev Nikolajevitsj Tolstoj,werd op 28 augustus 1828 als zoonvan een rijke grootgrondbezitter entelg uit een oud adellijk geslacht gebo-ren op het landgoed Jasnaja Poljana.Alhoewel hij al heel jong zijn oudersverloor — zijn moeder op zijn tweede,zijn vader zeven jaar later — , heeft hijhen later toch in zijn romanfiguren ge-portretteerd: zijn vader in Nikolaj

Rostov in Oorlog en Vrede; zijn moe-

der, die in werkelijkheid vorstin Vol-konskaja was, in Marja Bolkonskaja.Wanneer zijn moeder is overleden,neemt tante Tatjana de zorg voor dekinderen op zich. Zij was een warme,liefdevolle vrouw die, getuige Tolstojsautobiografiese verhalen, hem eenonvergetelijke, onbekommerde jeugdbezorgde. Het gaat pas mis met dekomst van een jonge Franse leraar, St.Thomas, die Tolstoj tevens 'manieren'moest bijbrengen. De botsingen metdeze kille, arrogante leermeester, overwie Tolstoj ons in de figuur van St. Je-rome vertelt in Jongensjaren, zijn oor-zaak van een levenslange afkeer vanmachtsuitoefening in welke vorm danook. Met een variant op Simone deBeauvoir zou je kunnen zeggen: Tol-stoj werd niet als anarchist geboren, hijwerd anarchist gemaakt'.In Kinderjaren vinden we een 'zelfpor-tret': een jongen van twaalf, dertienjaar die zichzelf lelijk vindt: dikke lip-pen, brede neus, kleine, diepliggendeogen. Zijn lelijkheid maakt hemschuchter en onhandig, waarvoor hijkompensatie zoekt in uitblinken insport, kennis, dapperheid. Als vijftien-jarige maakt hij zijn entree aan de uni-versiteit van Kazan, waar hij Oostersetalen en rechten studeert. Vier jaarlater komt hij alweer terug naar huis.De studie was niet zo'n sukses. Of ditaan Tolstoj lag, is niet geheel duidelijk.Peter Kropotkin vertelt (1), dat deleerstoelen in die tijd bar slecht bezetwaren en suggereert dat er überhauptweinig te leren viel. Terug op hetlandgoed, probeert Tolstoj verbeteringte brengen in de levensomstandigheden

Page 4: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

van de lijfeigenen, een poging die laterzijn weerslag zal krijgen in De morgenvan een landbezitter.Erg gelukkig is Tolstoj in die tijd niet.Het is een periode van vallen en op-staan. Hij gaat naar St. Petersburg omer braaf te studeren, maar hij maaktniets dan schulden. Steeds schrijft hijin zijn brieven, dat hij nu ècht veran-derd is en dat hij mi dit of dat goedgaat aanpakken, maar telkens mislukthet. Hij voelde dat hij niet in de grotestad hoorde, dat hij de 'liederlijke ver-lokkingen' niet kon weerstaan en ver-langde dan weer intens naar het on-schuldige platteland. Hij is dan ookblij, dat hij in 1851 als onderofficierbij de artillerie deel kan nemen aan develdtochten in de Kaukasus en lateraan de Krirnoorlog.Henriëtte Roland Holst wijst erop (2)dat Tolsojs Kaukasiese tijd van grootbelang is geweest voor zijn ontwikke-ling. Het oorlogsbedrijf valt voor Tol-stoj in het niet. Hij geniet van het zichéén voelen met de machtige natuur enin die natuur het gevoel van solidari-teit met zijn 'broeders'. Het is een tijdvan zelfbezinning, van een zuiver leven.Tolstoj floreert en publiceert in 1852in het maandblad Sovremennik (Tijd-genoot) zijn eerste werk Kinderjaren,kort daarop gevolgd door Jongensjaren.De ondertekening, uitsluitend met ini-tialen LNT vormde lange tijd een raad-sel.Het bijzondere van het jeugdwerk is,dat er hier een kind aan het woord isdat zijn kinderlijke gevoelens uitdrukten wel zó, dat de lezer gedwongenwordt, volwassenen vanuit het stand-punt van het kind te beoordelen. Alseen der besten kan Tolstoj zich iden-tificeren met de gevoelens en gedach-ten van zijn personages, zeker wanneerhet om kinderen gaat. Wanneer hijover kinderen schrijft, wordt Tolstojzelf een kind. Peter Kropotkin verteltdat er een verhaal de ronde deed, datTolstoj en Toergenjev op hun omzwer-vingen een oud paard aantroffen, dat

op een afgelegen landje stervende was.'Tolstoj verplaatste zich onmiddellijk inde gevoelens van het paard en begondienst treurige gedachten zó levendigte vertolken, dat Toergenjev, inhakendop de toen nieuwe ideeën van Darwin,uitriep: 'Ik ben er van overtuigd, LevNikolajevitsj, dat u onder uw voor-vaderen paarden moet hebben gehad'.Behalve het autobiografiese jeugdwerklevert Tolstojs krijgsperiode ons deSebastopolschetsen op, die zich doorhun gedetailleerdheid laten lezen alseen dagboek, maar die door hunpoëtiese karakter boven de sfeer vanhet dagboek uitgetild worden. Tolstojverstaat de kunst het naakte detail totpoëzie te verheffen. Ook later, wan-neer hij Oorlog en Vrede schrijft,kan hij putten uit een schat van herin-neringen: hij kent het oorlogsbedrijfuit eigen ervaring.Met de vrede van 1856 keert Tolstojterug naar Jasnaja Poljana, maar nietlang daarna vertrekt hij met zijn broerNikolaj voor een reis naar West—Euro-pa. Bekend is dat Tolstoj op deze tochtProudhon ontmoette, die toen in Brus-sel in ballingschap leefde. Ook de vriend-schap met Toergenjev stamt uit dezejaren. Zij ontmoetten elkaar in Parijs,maar het toeval wil dat Toergenjeveveneens een landgoed bezat, niet vervan Jasjana Poljana. In Rusland werkteToergenjev enthousiast mee aan de uitga-ve van de beroemde revolutionaire krantde Klok, maar het schijnt dat Tolstojzich daar nooit voor heeft geinteres-seerd. Het is ook vreemd dat hij nooitbevriend geraakt is met de radikaleleiders van het tijdschrift Sovremennikdie nota bene streden voor de bevrij-ding van de boeren en voor de vrijheidin het algemeen. Politiek geëngageerdwas Tolstoj niet.Ook hield hij zich verre van de jongenihilisten, die toentertijd proklameer-den wat Tolstoj een paar decennia la-ter in praktijk zou brengen: wees hetvolk, leef als het volk. Een van de ar-gumenten die Kropotkin hiervoor

Page 5: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

aanvoert, is het feit dat er wellicht eentè grote kloof gaapte tussen de jonge-ren die heil verwachtten van een revo-lutionaire regering en Tolstoj die toenal een echte anti—étatist was. Mij lijkthet belangrijk dat de jongerenbeweginghet geweld niet schuwde, terwijl Tol-stoj absolute geweldloosheid propa-geerde.

PEDAGOGIESE ARBEID

Tolstoj keerde terug naar Rusland ophet moment dat de lijfeigenen werdenbevrijd. Een lang gekoesterde wenswas daarmee in vervulling gegaan. OpJasnaja Poljana begon hij zijn werk alspedagoog: een school voor boerenkin-deren volgens puur anarchistiese prin-cipes en totaal los van de kunstmatigeopvoedingsmethoden van Duitse peda-gogen, die toen erg in zwang waren.Hij was wars van opgelegde discipline.In plaats van leerplannen uit te werken,waar de kinderen zich verder aan moes-ten houden, zei Tolstoj, moest de leraarvan de kinderen zèlf leren, wat hij hunmoest bijbrengen. Hij moest zijn leer-methoden aanpassen aan de indivi-duele bekwaamheden en eigenaardig-heden van elk kind afzonderlijk. Tol-stoj deed dit inderdaad zelf met zijnleerlingen en bereikte uitstekende re-sultaten. Differentiatie binnen klasse-verband, streaming en setting, zouden120 jaar later de scholen in rep en roerbrengen; Tolstoj had het allemaal albedacht en bracht het met liefde inpraktijk. Toch moest de school dicht.Zoals zo vaak gebeurt, zagen de autori-teiten weinig heil in dit 'vrije gedoe' entoen Tolstoj op een dag niet op zijnlandgoed aanwezig was, werd er dooreen aantal gendarmen huiszoeking ge-daan. Elk hoekje en gaatje werd afge-snuffeld en de bezoekers lazen hardopuit het intieme dagboek dat Tolstoj alsinds zijn jeugd bijhield, en maakten ercyniese opmerkingen over. Nog meerhuiszoekingen werden aangekondigden Tolstoj dacht er over naar Londen

uit te wijken. Hij liet aan Alexander IIweten van nu af aan met een revolverop zak te lopen en de eerste de bestepolitieagent die zijn huis zou betreden,zou worden neergeschoten. Het peda-gogiese tijdschrift Jasnaja Poljana bleefbestaan, maar de school moest geslo-ten worden.

GENIALITEIT

In 1862 trouwt Tolstoj met Sofia An-drejevna Behrs, dochter van een Mos-kouse arts. Het jaartal en het huwelijkzijn van grote betekenis, omdat Tolstojin de 16 â 18 jaren die volgen, zijnmeesterwerken zal schrijven: Oorlogen Vrede (1865-1869) en Anna Ka-renina (1872 — 1877). Natuurlijk zijnde gelukkige jaren met Sofie niet deenige voorwaarde voor Tolstojs bloeien meesterschap. Die andere voor-waarden zijn even gekompliceerd alsde meester zelf: uitzonderlijk verfijndezintuigen, die hem over een uitermatescherp waarnemingsvermogen doen be-schikken, gekoppeld aan een ijzersterkgeheugen. Hoe iets voelde (hout bij-voorbeeld), hoe iets geurde, hoe ietsklonk, alles wordt in Tolstojs ziel engeheugen opgeslagen om er later — alswas het een komputer — weer gaaf uit-gehaald te kunnen worden. Daarbijkomt dat het een grote, gezonde, vitaleman was, die nooit iets mankeerde endie zelden moe was. Bovendien bezathij een levendige fantasie die handin hand ging met filosofiese refiexie.En omdat Tolstoj zelf zo'n rijkgescha-keerd innerlijk leven had, weet hij datook mee te geven aan zijn helden, diemede daardoor nooit alléén—maar-held zijn, omdat zij altijd zwakhedenbezitten die hen menselijk maken.Niets menselijks was Tolstoj vreemd.Elk konfiikt, elk gevoel was hem ver-trouwd. Hij stond open voor de teder-ste en fijngevoeligste gedachten envocht tegen zijn 'vulgaire, lagere aan-driften'. Omdat hij in principe elk vanzijn personages had kunnen zijn, heeft

4

Page 6: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

hij ze zo levensecht kunnen schilderenzonder een greintje gemaaktheid. Vanalles had hij wat: met zijn enorme, at-letiese lichaam en boerse trekken voel-de hij zich aangetrokken tot de boerenen het volk. Zijn geest was toch meest-al die van de grand seigneur, de vorst,die hij tenslotte was.Een meester is Tolstoj in het de vingerleggen op onbewuste menselijke op-wellingen en dat onderscheidt hem vanandere groten: Balzac, Flaubert, Stend-hal die altijd gevoelens en gedachtenvan hun personages uitdrukken die zijzich bewust zijn.

TOLSTOJ EN DE VROUW

Tijdens de harmonieuze jaren van zijnhuwelijk, de tijd dat hij té gelukkig isom een dagboek bij te houden, scheptTolstoj in Oorlog en Vrede en inAnna Karenina prachtige, gave vrou-wengestalten. Vrouwen vol zachtheiden liefde. Het lijkt of Tolstoj de liefdedie hij van Sofje ontvangt, regelrechtdoorgeeft aan zijn kreatiesIn A tina Karenina vinden we Tolstojsideeën over huwelijk en gezin: voorde vrouw zag Tolstoj uitsluitend eentaak als moeder en huisvrouw, eentaak die al haar kracht eist en haar ge-hele leven vult, sterker nog: die haar'eigen wezen verwerkelijkt'. Voor deman waren drie funkties wegge-legd: hij vervulde een maatschappelijketaak, maar was op de eerste plaatsechtgenoot (!) en vader. Wanneer hetgaat om sexualiteit, is Tolstoj vanmening dat deze nooit doel op zichmag zijn, maar uitsluitend middel totvoortplanting, dwz bestendiging vanhet menselijk leven.Anna Karenina eindigt met Kitty, debeminnelijke, jonge moeder, blij methet echtelijk geluk met Ljewin. Zómoet de vrouw zijn. Een dergelijkeovertuiging kan m.i. alleen maar be-grepen worden tegen de achtergrondvan Tolsojs eigen harmonie en geluk indie tijd. Had hij deze mening twintig

jaar eerder verkondigd, ten tijde vanzijn turbulente, stadse liefdesaffaires,dan zou hij zich zonder meer als hy-pokriet gemanifesteerd hebben. Vóórdie gelukkige jaren en ook weer er náis de verhouding van Tolstoj tot devrouw bijna als die van een vrouwen-hater. Zijn uitbundige, sexuele behoef-te bleef onbevredigd en dat maaktehem vijandig en bitter. De vrouw waseen verachtelijk wezen, uit op botte,sexuele lust, waar zij dan ook nog eensde man mee opzadelde, die slachtofferwerd van háár lusten. De vrouwen diehij dan schept zijn öfwel echte wijfjes-dieren, die M wat slecht is in de manaanwakkeren, öfwel heiligen. DaarTolstoj in zijn kreaties steeds zijn eigengevoelens en ervaringen van hetmoment weerspiegelt, is het duidelijk,dat we hier met méér dan het klassiekeliteraire thema van 'de hoer en de ma-donna', te doen hebben.Alhoewel Tolstoj dus schitterendevrouwen heeft gelcreëerd, is het geenwonder dat het feminisme, met al haarliteraire herontdekkingen, nooit metTolstoj voor de dag is gekomen. Hetzou een Maarten 't Hart erbij zijn!

KRISIS EN WEDERGEBOORTE

In de tweede helft van de jaren zeven-tig leed Tolstoj steeds vaker en heftigeraan depressies en loises. De heftigstevan deze lamlendige perioden (1876 —1881) hebben geleid tot wat wordt ge-noemd: Tolstojs geestelijke wederge-boorte. Dat deze krisis niet uit delucht is komen vallen, blijkt wel uiteen dagboekaantekening van Tolstojzelf: 'Mijn krisis had misschien al vijf-tien jaar eerder kunnen komen, als nieteen totaal nieuwe kant van het levenzich aan mij had geopenbaard: de lief-de en het huwelijk'. Het huwelijk gafdus uitstel, echter geen afstel.Henriëtte Roland Holst somt verschil-lende oorzaken voor deze diepe inner-lijke verandering op. Allereerst wijst zijerop, dat bij Tolstoj twee 'overgangen'

Page 7: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

in zijn leven wellicht zijn samengeval-len, nl de overgang van jeugd naar vol-wassenheid en van volwassenheid naarouderdom. Als argument voert RolandHolst aan, dat iemand die zó ongeloof-lijk sterk was, met zo'n ernorme (ooksexuele) vitaliteit, eigenlijk aan éénstuk door 'jong' is geweest. Als dan opzeker moment, veel later dan bij ande-ren, die overstelpende krachten gaanafnemen, is het voor Tolstoj alsof hijplotseling in een afgrond stort. Het zalongetwijfeld waar zijn dat Tolstojs le-vensritme afweek van dat van de mees-te mensen, maar dat Tolstojs puberteiten 'overgang' samenvielen, zoals Hen-riëtte suggereert, lijkt mij wat overdre-ven.Een tweede oorzaak kan zijn gelegenin het feit, dat Tolstoj kort na elkaardrie jonge kinderen verloor en tweevolwassenen, op wie hij bijzonder ge-steld was, oa zijn pleegmoeder Tatjana.Als laatste oorzaak noemt RolandHolst de schok die Tolstoj in 1877 teverwerken kreeg tgv het uitbreken vande oorlog tussen Rusland en Turkije enzijn medelijden met de bevolking vanSamara, die in datzelfde jaar werd ge-teisterd door hongersnood.Welke de oorzaken precies zijn, vast-staat dat Tolstoj in deze jaren z6-danig verandert, dat er algemeen vaneen bekering wordt gesproken. Michaj-lovsldj, een kritikus van naam uit dietijd, schreef dat wellicht elke andereman zou zijn gevlucht in drank of zelf-moord. Tolstoj vluchtte in schrijven;schrijven voor het volk. Hoe ellendigTolstoj zich in die periode gevoeldmoet hebben, blijkt weer uit een frag-ment dat hij later in Biecht zou schrij-ven: 'Als er een fee naar mij toe geko-men zou zijn, die mij had aangebodeneen wens voor mij in vervulling te doengaan, dan zou ik niet geweten hebben,wát te wensen. Ik zou niet eens heb-ben kunnen wensen de waarheid te le-ren kennen, omdat ik ongeveer wist,wat ik zou ervaren: de waarheid, dathet leven onzin is'.

Toch vindt hij een nieuw doel in zijnleven, omdat zijn nieuwe geweten hemtwee eisen stelt. Allereerst moet hijzijn 'zinnelijke neigingen' overwinnen.Ten tweede moet hij zich losmaken uitde sociale verhoudingen waarin hijleeft. Leven als de miljoenen, leven alshet volk, arbeiden op het land, voor jezelf zorgen. Een doelstelling, een leusdie de nihilistiese jongerenbewegingvan de Narodniki, zoals we zagen, al zólang had gepropageerd en waarmeeTolstoj zich nu eindelijk verenigde.Het valt hem uiteraard niet gemakke-lijk afstand te doen van zijn oudegewoonten. Maar het leven komt hemhierbij te hulp. In 1882 helpt hij meeaan een volkstelling in Moskou. Opzijn tocht door de stad wordt hijgekonfronteerd met de meest erbarme-lijke ellende en armoede. Het is alsofer in zijn ziel iets knapt en hij zich nupas kan overgeven aan God, en daar-mee aan het zich inzetten voor delijdende mensheid. Hij ziet het belangin van afstand doen van alle socialevoorrechten, want eigendom is de wor-tel van alle kwaad. Tolstoj wijst deschuldigen aan: de bezittende ldasse , diehet volk uitbuit; de Staat; de Kerk, diehet volk dom houdt en tenslotte dekunst en de wetenschap, omdat zij dewerkelijke zin van het leven verhullen.Tolstoj pakt zijn pen en legt zijn nieuwverworven inzichten neer in Wat moe-ten wij doen? Hij wil zich inzettenvoor een nieuwe, rechtvaardige maat-schappij, gedreven door ethiese motie-sen. Hij wil gewetens wakker schud-den.

TOLSTOJ EN MARX

Een vergelijking met Karl Marx dringtzich hier op, en wel omdat beidenhetzelfde ideaal voor ogen stond; deverschillen in de manier waarop zij datideaal beleden, zijn echter zeer groot.Omdat aan deze materie alléén al eenartikel zou kunnen worden gewijd, zalik hier moeten volstaan met een

6

Page 8: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

schetsmatige indruk van verschillen enovereenkomsten tussen deze twee we-reldverbeteraars. Het religieus—ethiesbesef van Tolstoj is bij Marx vervangendoor het technies—ekonomiese. Marxwerkt wetenschappelijk—objektief,Tolsoj werkt intuitief. Het verschil indenken en aanvoelen neemt niet weg,dat zij beiden de kapitalistiese maat-schappij even drasties afwezen.Waar Marx de techniese ontwikkelingbewonderend gadeslaat , moet Tolstojdie met zijn enorme liefde voor de na-tuur, wel afwijzen. Marx zet zich invoor een klasse, het proletariaat, enverdeelt de mensheid in bezittendenen bezitslozen. Tolstoj zet zich in voorde totale menseheid. Elke mens, rijk ofarm, is een schepsel dat verlangt naarhet hogere in het leven.Wanneer Tolstoj tot het inzicht komtdat partikuliere eigendom verwerpelijkis, de wortel van alle kwaad, erkent hijmeteen de verwerpelijkheid van deStaat. Hierin stemt hij overeen metMarx. Beiden zagen de Staat alsmachtsinstrument in handen van deheersende klasse. Om die Staat te doenverdwijnen, propageerde Tolstoj deontkenning ervan: dienstweigeren, be-lasting weigeren, en weigeren om welkstaatsbaantje dan ook te vervullen.Burgerlijke ongehoorzaamheid was hetthema van talloze artikelen die Tolstojin die jaren schreef, maar de literaireschrijver in hem ging niet verloren, enzo publiceerde hij tussen 1881 en1896 een aantal verhalen, oa De doodvan Iwan Iljitsch, de Kreutzersonate enVolksvertellingen.

HET EINDE

De innerlijke verandering werd ookaan de buitenkant zichtbaar. Tal vangewoonten en voorliefdes zette Tolstojoverboord ter vervolmaking van zijnnieuwe ideaal. Alkohol, tabak, opjacht gaan, weelde, het werd allemaaltaboe verklaard. Soberheid en kuisheidwaren het parool, hoewel het met dat

laatste, naar ik heb begrepen, niet zobest wilde lukken. In betrekkelijkeeenzaamheid —zijn vrouw en kinderenleefden hun gerieflijke leven van groot-grondbezitters immers gewoon voort—vocht hij voor verbetering van de ellen-dige omstandigheden der boeren; hijvocht voor de afschaffing van lijfstraf-fen, voor vrijheid van godsdienst enonderwijs.Zelf was hij flink in botsing gekomenmet de orthodoxe kerk, vanwege zijninterpretatie .van het Evangelie. In1901 werd hij geëxkommuniseerd alsaltheikt en ketter. Deze veroordelingdeed zijn populariteit bij de intellek-tuele jeugd in binnen- en buitenlandgroeien, mede waardoor Jasjana Poljanatoen al een bedevaartsoord werd. Hetheeft Tolstoj pijn gedaan, dat zijn vrouwmet wie hij zich zólang zó verwant hadgevoeld, niet kon meegaan in zijnnieuw verworven inzichten en er somszelfs tegen in opstand kwam. ToenTolstoj voorstelde hun grond onder deboeren te verdelen en veel eenvoudigerte gaan wonen, sprak zij daar haar vetoover uit.Henriëtte Roland Holst schildert Sofiewel erg lelijk af, wanneer zij schrijftdat Sofie 'met haar kortzichtigheid enbekrompenheid' Tolstoj niet begreep.Ik denk dat we bewondering voorSofie moeten hebben, want, hoe be-grijpelijk het ook is, uiteindelijk lietTolstoj háár in de steek en stond zijoveral alleen voor: de opvoeding vandertien kinderen, de niet bepaald door-snee huishouding, de zorg voor hetland en de betrekkingen met Tolstojsuitgevers.Overigens zijn de Tolstojanen decennialang geneigd geweest aan Sofie dezwarte piet toe te spelen. Zij zou eenhysterika zijn geweest die niets vanhaar geniale man had begrepen. Pas delaatste tijd, waarschijnlijk door toe-doen van het feminisme, wordt Sofiein ere hersteld, zoals in Married to Tol-stoj (3) en zoals in Oorlog en Vredemet Tolstoj (4), waar we lezen: 'Als

Page 9: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

er iemand is geweest, die haar manheeft begrepen en als een leeuwinheeft gevochten voor Tolstojs schrij-verschap, het gezin en het huwelijk,dan is het Sonja (5) geweest, terwijljuist zij daarvoor niets dan verachtingen onbegrip heeft geoogst'.Diep in zijn hart beseft Tolstoj dat hijeigenlijk totaal zou moeten brekenmet alles wat hem omringt: dat hij zoumoeten weggaan. Wat hij heeft gedaanom zijn geweten te sussen is maar half:hij heeft de landgoederen op naam vanzijn vrouw en kinderen laten zetten;hij leeft alleen in een eenvoudigekamer, die hij zelf wil onderhouden;hij werkt op het land als de boeren.Maar voor de buitenstaanders levertdat toch meer een plaatje van een ex-centrieke landheer op. En ook Tolstojzelf voldoet het niet. Hij voelt zichschuldig over de halfslachtigheid vanzijn daden. Drie keer heeft hij willenwegvluchten. De afscheidsbrieven aanSofie getuigen ervan. Afscheidsbrievenwaarin zijn liefde voor haar tèch deboventoon voert en waarin geen klachtof verwijt te horen is. Ook zijn laatstebrief aan haar eindigt met: ik heb jelief. Toen pas zette hij de stap definitief.Op 29 oktober 1910 verliet hij in allevroegte, met medeweten van zijndochter Aleksandra, het landgoed.Om een juist inzicht te krijgen in dezedrastiese maatregel, kun je er niet om-heen je Tolstoj voor te stellen in desituatie waarin hij verkeerde. Hij wasover de tachtig, maar dat hij zich uithet sociale verkeer van zijn milieu hadlosgemaakt, betekende niet, dat hijniet met twee benen midden in dewereld stond. Tel Amnesty Interna-tional, Onkruit, De Kleine Aarde, HetHumanisties Verbond en de Coorn-hertliga bij elkaar op en je hebt eenbeeld van de veelomvattende werk-zaamheden van Tolstoj in die dagen.Zijn schriftelijk werk getuigt ervan:dat varieert van artikelen ter verbete-ring van de bijenteelt of het paarden-fokken tot aan smeekschriften, ver-

zoekschriften en pamfletten, die be-trekking hebben op misstanden bij ver-oordelingen, meestal van dienstwei-geraars. Tolstojs uitstraling en aan-trekkingskracht waren door al deze ak-tiviteiten enorm. Ik stipte zojuist aleven aan, dat Jasnaja Poljana toen aleen bedevaartsoord was, waardoor Tol-stojs leven nog publiekelijker was, danwanneer het breed zou zijn uitgemetenin Story of Privé. Dit publiekelijke le-ven was voor Tolstoj ondraaglijk. Hijverlangde nog slechts rust en stilte ommet zijn geweten en met God in hetreine te komen.Alhoewel algemeen van 'vlucht' wordtgesproken, lijkt de tocht toch ooksymbolies, een laatste geplande daad.Tolstoj is 82 jaar, de anarchist wasdoor de kerk verstoten, de christen zetnu koers naar kloosters en de kerk.Eerst houdt hij halt bij het kloosterwaar zijn zuster Marja als non had ge-leefd en vervolgens bij dat van Optina,waar hij zich, als het aan hem had ge-legen, in 1881 in had willen terugtrek-ken.Het schijnt dat hij daar heeft willenspreken met de abt Varsonofy, die tiendagen later, toen Tolstoj stervende was,nog tevergeefs een interview met hemtrachtte te hebben. Later loopt hij als-maar rond de kerk, alsof hij iets zoekt,maar het is niet duidelijk of hij naarbinnen wilde. (6).Tolstoj verliet zijn huis om eenzaam-heid en vrede te vinden, maar het ge-heim was snel verklapt. Journalisten eneen filmploeg spoedden zich naar hetstation van Astapovo om getuige tezijn van Tolstojs doodsstrijd in hetspoorwegwachtershuisje. Sinds deDreyfus—affaire had niets zó de aan-dacht van de wereld getrokken, als nude dood van de man die tijdens zijnleven al een legende was: Lev Nikola-jevitsj Tolstoj.

Page 10: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

NOTEN

( ) Petr Kropotkin, Ideale und Wirklichkeit in der russischen Litera-tus; Suhrkamp Verlag, Frankfurt am Main, 1975 (p. 112-153)

(2) Henriëtte Roland Holst - van der Schalk, Tolstoi, zijn wezen enzijn werk. Rotterdam 1930.

( 3) Cynthia Asquith, Married To Tolstoj; Lonclon, 1960.(4) Prof. dr. F.O. van Gennep, Oorlog en Vrede met Tolstoj, een ar-

tikelenreeks in In de Waagschaal, jrg. 1980.) Sofie of Sonja. Deze twee namen vind je naast elkaar, evenals de

achternaam: naast Behrs ook Bers.(6) Henry Gifford,Tolstoy; Oxford University Press, 1982.

GEEN VANGEEN CENT

GEEN 14MEDSLAGVOOQ MET

MILITAIPISMEDeze illustratie is afkomstig uit de door de libertaire uitgeverij Spreeuw (postbus411, Utrecht) uitgegeven bundel maatschappijkritiese strips "Lekker fris". Deuitgave bevat werk van een twaalftal tekenaars (van wie enkelen ook aan De AShebben meegewerkt) en kost 10 gulden.

Page 11: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

TOLSTOJ EN GEWELDLOOSHEID

Wim van Dooren

In ons gewone taalgebruik betekent geweldloosheid zeker niet volledig afwezigzijn van geweld, hoe vreemd dit ook mag klinken. Was dit wel het geval, danwaren geweldloosheid en machteloosheid synoniem, hetgeen niet zo is: wiegeweldloos opereert, voelt zich daardoor juist machtig. Geweldloosheid heeft eenbeperkter betekenis: het wordt meestal gebruikt voor de afwezigheid van fysiekgeweld, terwijl psychisch geweld niet wordt uitgesloten; overigens is het heelmoeilijk die twee vormen van geweld uit elkaar te houden, als 'geweld' inhoudthet opleggen van mijn wil aan een ander, dan is er vaak een mengeling vanfysieke en psychiese middelen, en is het bovendien in veel gevallen eerder eenkwestie van taktiek dan van principe of meer voor fysiek dan wel voor psychischgeweld wordt gekozen. Diegene is het meest Weerbaar', die niet of zeker nietalléén op fysieke middelen vertrouwt. Ook kan de dreiging met fysiek geweldalleen al, zonder het gebruik ervan, tot gewenste resultaten leiden.

Een van de grote problemen bij hetvaststellen of er wel of niet geweldwordt gebruikt, is het vaak onopvallen-de karakter ervan. Zo is er een zinvolonderscheid te maken tussen geinstitu-tionaliseerd geweld en verzetsgeweld,waarbij duidelijk moet zijn, dat beidevormen werkelijk geweld inhouden,hoewel de eerste vorm vaak zo vanzelf-sprekend is, dat deze als het ware on-zichtbaar is geworden. Dit nog des temeer, wanneer hier öf alleen maar psy-chics geweld wordt gehanteerd öfslechts impliciet wordt gedreigd methet gebruik van fysiek geweld. In onzemoderne staat is het aantal gebiedenmet geinstitutionaliseerd geweld legio;de belangrijkste voorbeelden zijn hetmilitair en politioneel apparaat, het juri-dies apparaat en de opvoedingsorgani-satie.Nu is het wel mogelijk, dat de onver-mijdelijkheid van al deze soorten vangeweld wordt geconstateerd, en datalleen bepaalde excessen, vooral in hetgebruik van fysiek geweld, worden af-gewezen, maar daarmee is de principië-le vraag niet gesteld. Dit is de vraagnaar het recht, dat een mens en/of eeninstituut, belichaamd in mensen, zou-den hebben om überhaupt geweld, vanwelke soort ook, te gebruiken. Hier

gekomen, is het van belang te luis-teren naar wat Tolstoj op dit punt onste zeggen heeft. Het is zeker niet zo,dat Tolstoj altijd een zelfde standpuntheeft ingenomen ten aanzien van hetprobleem van de geweldloosheid, inte-gendeel: hij heeft pas op late leeftijdeen soort 'bekering' meegemaakt toteen zeer principieel christelijke hou-ding. Voor die tijd maakte hij geenprobleem van geweldgebruk getuigede boeiende beschrijvingen daarvan inzijn romans, zoals bijv. in Oorlog enVrede.Toen Tolstoj zich eenmaal had overge-geven aan de christelijke moraal, zoalsdie in het Nieuwe Testament en danmet name in de Bergrede wordt ge-predikt, wilde hij alle uitspraken daar-van zeer letterlijk opvatten. Het gebodvan naastenliefde hield daarom voorhem in een volkomen afzien van enigmiddel om een ander de eigen wil opte leggen met andere woorden: eenvolledige geweldloosheid op elk terrein.Zo heeft volgens Tolstoj niemand, geenmens en geen instituut, enig recht omge-weid over anderen uit te oefenen. Tolsojbekommert zich daarbij niet om deverschillende soorten van geweld, dieonderscheiden kunnen worden, fysiekof psychies, geinstitutionaliseerd of

10

Page 12: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

verzetsgeweld. Alles is immoreel enonrechtmatig. In de praktijk leidt dittot de konsekwentie, dat zelfs elkevorm van tegengeweld ongeoorloofd is.Tolstoj beroept zich hiervoor op debijbeltekst 'weerstaat niet de boze'.Als (voor ons schrijnend) voorbeeldvertelt hij van een dorp, waar alleinwoners zich rustig door plunderendekozakken lieten uitmoorden zonderenig verzet te bieden. Het lijkt eenextreem—fatalistiese houding, maarTolstoj meent, dat op den duur dezehouding als enige in staat zal zijn omgeweld te doen ophouden. Als andervoorbeeld is zijn verhaal over 'Iwan dedwaas' aan te halen. Deze Iwan hadeen rijk gesticht zonder leger, waar-door de welvaart hoog was door hetontbreken van de defensiekosten. Deafgunst van een andere tsaar was groot:hij viel met zijn leger binnen, maar kongeen oorlog voeren, omdat er geen ver-zet werd geboden. Het meest gruwe-lijk optreden bleef onbeantwoord, zo-dat de soldaten volledig demoraliseer-den. Het slot is: 'Het gehele leger ver-strooide zich'We moeten hier erop letten, dat Tol-stoj stilzwijgend een ander argumentvoor geweldloosheid aanvoert. Naastde morele eis komt nu het takties ar-gument: op den duur is geweldloos-heid nuttiger. Nu komen we daarmeeop een hellend vlak. Als het om tak-tiek gaat, zou het gebruik van psychies(tegen)geweld ook wel eens zijn vruch-ten kunnen afwerpen en daarmee ge-oorloofd zijn. Tolstoj heeft inderdaadlater zelf deze konsekwentie getrokkenen zich beperkt tot het afwijzen vanfysiek geweld. Eerder hebben we algezien, hoe moeilijk het is om dit zui-ver te onderscheiden.Tegen een moraal van volledige ge-weldloosheid zijn ook nog andere ar-gumenten ingebracht. Het is zeer ge-vaarlijk om mensen volledig af te hou-den van enige vorm van verzet, zodathet kwaad zijn gang kan gaan. Daarbijis de vraag van verantwoordelijkheid

voor het voltrekken van dat kwaadschijnbaar omzeild: het lijkt alsof al-leen degene die het kwaad metterdaadvoltrekt daaraan schuldig is en degenedie het passief ondergaat schone han-den houdt. Dit is echter niet het geval!Wie in staat is kwaad te verhinderen endit niet doet, is minstens medeschuldigdaaraan. Helaas heeft Tolstoj in zijnstreven naar morele zuiverheid dit nietonderkend. Overigens moeten we nuniet een verkeerde konklusie trekkenen denken, dat zodoende het geweldmoreel gerechtvaardigd kan worden.Tolstoj had gelijk, dat dit onmogelijkis. Hij had evenwel geen gelijk, toen hijmeende, dat het mogelijk zou zijneraan te ontkomen om (indirekt)geweld te voltrekken en dan schonehanden te houden.Toch is een zo principiële houding alsdie van Tolstoj bijzonder zinvol, waardie ons kan leren om met veel mindergeweld toe te kunnen in allerlei situa-ties. Geweld is dan nèrgens meer van-zelfsprekend, maar moet per geval ver-antwoord worden, als dat mogelijk is.Tolstoj wijst aan, waar in de wetgevingoveral geweld aanwezig is, waar in deopvoeding dwang wordt gebruikt. Hetenige lcriterium voor de opvoedingmoet volgens Tolstoj juist 'vrijheid'zijn, de opvoedingsmethode zonderdiscipline is de beste. Dit geldt natuur-lijk evenzeer voor de gehele maat-schappij: alle dwangwetten moetenworden afgeschaft — één van de ergsteuitvloeisels daarvan vinden we in demilitaire dienstplicht. Individueel moetieder weigeren zich daaraan te onder-werpen. Tolstoj geeft daarvoor veel(nog steeds aktuele!) argumenten: hetleger is een averechts middel, omdathet vernietigt, wat het zegt te verdedi-gen; het leger wordt meer voor binnen-lands dan voor buitenlands gebruik be-stemd; het is (zeker op den duur) vooriedereen voordeliger zich aan de mili-taire dienst te onttrekken.Als Tolstoj zich tegen bestaande insti-tuten, tegen de staat, de kerk, het

11

Page 13: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

leger, enz. verzet, heeft hij zijn eigen kunnen we weer eens duidelijk zien,principiële passiviteit van het begin dat een volledig principiële houding inopgegeven. Ook al kunnen we hem de praktijk niet door te voeren is.misschien nog niet beschuldigen van Evenmin dat het voor iemand mogelijkhet gebruik van (tegen)geweld, toch is schone handen te houden. Per situa-vinden we nu bij hem een vorm van tie moeten we het beste kiezen uit alweerbare geweldloosheid, die dicht bij die oplossingen, die geen van alle 100een vorm van psychies geweld ligt. Zo procent goed zijn.

TOLSTOJ OVER ONDERWIJS EN OPVOEDING

Simon Radius

Tolstojs opvoedingsopvattingen vinden we niet alleen in zijn strikt pedagogiesegeschriften, mcar ook in de godsdienstfilosofiese en maatschappijkritiese ge-schriften en trouwens ook over het hele literaire oeuvre verspreid. De pedagogiesegeschriften omvatten zes artikelen, briljant van gedachten en getuigend van een.grote kennis van zaken: over volksopvoeding, het onderwijs in de basisvaardig-heden (lezen, rekenen, schrijven), een uitvoerige interpretatie van de Russieseleerplichtwet, over opvoeding en kultuur, over vooruitgang `we vragen niet omvooruitgang, maar om welzijn voor iedereen', en of we de kinderen van de boe-ren kunnen bekwamen in het schrijven van belletrie' (ja, zeker).

Al deze geschriften zijn van 1862. Zoook het lange verslag van de school dieTolstoj op zijn landgoed Yásnaya Pol-yána in Tolla (zo'n 175 km ten zuidenvan Moskou) had gesticht. Ook werdener in het distrikt Tolla 14 scholen op-gericht, die in dezelfde geest van bijnaabsolute vrijheid funktioneerden. Deschool werd in 1849 opgericht, moestin 1862 sluiten evenals de sinds 1859opgerichte scholen (voor de kinderenvan boeren, soldaten, huishoudelijkpersoneel, etc.). In 1869 mocht deschool op Y.P. weer open, tot deze in1875 definitief werd opgeheven.. Deschool op het landgoed telde 40 leer-lingen, 4 leerkrachten, er waren drieklassen, elke dag vier tot vijf uur lesmaar dat kon uitlopen tot desnoodstien uur, er waren twaalf leergebiedenen er werd geen les gegeven in de zo-mermaanden als de kinderen op hetland hielpen. Tolstoj zelf is een drietaljaren zeer aktief bij de school betrok-ken en daarover schrijft hij zeer in-

dringend en modern (1). Tolstojbehoort met Paul Robin , LouiseMichel, Francisco Ferrer en SebastienFaure tot de groep mensen die de li-bertaire (anarchistiese) opvoedingsleerin praktijk brachten. Van hen heeftTolstoj de grootste invloed, tot in onzedagen (Neill, Goodman, Dennison,Illich) uitgeoefend.In 1857 reist Tolstoj door Europa omde onderwijssystemen te leren kennenvan de Duitse landen, België, Frank-rijk, Engeland, Zwitserland en Italië.Een openbare exekutie (guillotine) inParijs vervult hem met walging en isvoor hem een van de duidelijkste voor-beelden dat regeringen erop uit zijnde burgers te demoraliseren en tot on-derworpenheid op te voeden. In 1860/61herhaalt hij de reis en heeft hij uren-lange gesprekken met Proudhon, die altwee jaar in Brussel leeft en die danbezig is met La guerre et la paix.De invloed van die gesprekken vindenwe terug in Tolstojs grootste roman

12

Page 14: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

Oorlog en Vrede en in zijn opvoedings-konsept dan in het pedagogiese ge-schrift doortrokken is van het begrip'education intégrale' een kernbegripvan Charles Fourier, dat door Prou-dhon en Bakoenin is overgenomen ensindsdien centraal bestanddeel is ge-bleven van de libertaire pedagogiek:opvoeding en onderwijs vormen eenonverbrekelijke eenheid met de pro-duktieve arbeid vanaf het begin van deschooltijd, door. Fourier al omstreeks1810 geformuleerd.De invoering van de leerplicht wordt inde Europese landen, net als in Ruslandals een sociale daad van de regeringenvoorgesteld. Maar als de regering totschoolbezoek dwingt, vindt Tolstoj,dan zal die school wel niet zo'n besteinrichting voor kinderen zijn. Welis-waar zijn de erfelijke standsvoorrech-ten in Rusland afgeschaft, zo ook deslavernij (1861), maar de samenlevingis hiërarchies gebleven en de slavernijheeft plaats gemaakt voor andere vor-men van onderdrukking zoals de exor-bitant hoge schoolgelden die de boe-rengezinnen eenvoudig niet kunnenopbrengen. Maar de overheid krijgt opdeze wijze wel vat op de verdeling vande maatschappelijke kansen van denieuwe generatie.In 1862 al heeft Tolstoj de drie hoofd-funkties van de overheidsschool ge-formuleerd: het organiseren van dekwalifikatie, de selektie en de aanpas-sing. Binnen dat kader speelt zich in deschool de omgang met de kinderen af:dagelijks zes uur lang, stil achter detafeltjes en in de banken, zonder bewe-gingsvrijheid, de hersenen volgepomptmet kennis zonder relatie tot de leven-de werkelijkheid. /n Marseille had hijeen jongen gesproken die beweerde datHendrik IV vermoord was door JuliusCaesar, maar diezelfde jongen wist hetverhaal van de Drie Musketiers, dat hijvoor een paar centimes gekocht had,precies te vertellen. Zo, aldus Tolstoj,draagt de school bij tot de 'verdom-ming' van de kinderen. Van het vrolijke

beweeglijke, van nature leergierigekind wordt een bevreesd, vermoeid enverveeld kind gemaakt.Die school is voor Tolstoj de ontken-ning van hetgeen hem voor ogen staat.'School' is voor hem niet primair eengebouw waarin opzettelijk geleerdwordt. 'School' is een situatie die zichoveral kan voordoen waar de ene mensop een ander inwerkt zodat er zichtontstaat op jezelf, de ander en de sa-menleving. In alle vrijheid uitgeoefenden in alle vrijheid aanvaard. Dat kannet zo goed gebeuren in een museum,bibliotheek of schouwburg als tussende koeien, in de keuken en —onder be-paalde voorwaarden— op school.'School' is de aktiviteit die uitgaat vanmensen, dieren en dingen die bij ande-ren kultuurprocessen stimuleert. Dezeprocessen geven vorm aan het gedrag,het handelen, de belangstelling en hetkarakter van de kinderen als zij in eensfeer van volstrekte vrijheid plaatsvin-den zodat de processen van de zelfre-gulatie hun werk kunnen verrichten.

KULTUUR

In het opstel Opvoeding en Kultuurgaat Tolstoj diep in op het pedagogiesbegrippenarsenaal dat tot in onzedagen de gemoederen bezighoudt endat in de verschillende talen weer aller-lei andere nuances vertoont: de trits'Erziehung, Unterricht, Bildung';opvoeding—leren—vorming; enz.Op een van zijn reizen had Tolstojook kennisgemaakt met de Duitse filo-soof Diesterweg (2) die van meningwas, dat die onderscheiding niet zobelangrijk was, omdat het om een on-losmakelijk geheel van begrippen gaatdie alle aspekten vormen van het op-voedingsterrein, 'en hij sprak met eenzekere boosaardige ironie over hen, dieaan de onderscheidingen wilden vast-houden'. Hoewel hij de indruk wektdat ze het tenslotte eens werden,maakt hij zich toch erg druk om de on-derscheidingen tegen elkaar, af te gren-

1

Page 15: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

zen. Zeer terecht. Waar het immers omgaat is, dat het dwangkarakter, het tra-vesti -karakter (3), en het affirmatiefkarakter van de onderwijs— en opvoe-dingsprocessen op geen enkele wijze ineen begrip wordt uitgedrukt, waardoorwe opvoeding in wat Tolstoj noemt'vitale' zin taalkundig kunnen onder-scheiden van de niet—vitale opvoeding(dwangopvoeding). We kunnen dantwee dingen doen: zoals Tolstoj hetoplost, of zoals we het doorgaansdoen. Doorgaans is zoals bijvoorbeeldJ. Celmas doet als hij de tegenstelling`education en éducastration' en `édu-cateur' en `éducastreur' onderscheidt.Ch. Fourier en V. Considerant spra-ken van de `école mutuelle' en de`ecole liberticide', de 'wederkerige' ende `vrijheidsdodende' school. Het is degebruikelijke manier waarop we tegen-stellingen scheppen tussen opvoedingen vrije opvoeding. Tolstoj doet hetanders. Hij reserveert het begrip 'op-voeding' in zijn geheel voor het totaalvan de negatieve (dwangmatige, ideo-logiese en maatschappijbevestigende)aspekten van de opvoedingsprocessen.Daarmee is hij de onbetwiste voorlopervan wat wij nu 'anti—pedagogiek'noemen (4).'Opvoeden' is voor Tolstoj een totbeginsel gemaakte tendens tot moreeldespotisme. 'Opvoeden wijst op eenverschijnsel dat de onontwikkelde toe-stand van het menselijke denken aan-toont, en behoort dus niet tot de fun-damentele intelligente aktiviteit vanmensen'. Het gaat om het lage strevenom een ander precies zo te willen ma-ken als jezelf bent. 'Opvoeding is eenaktiviteit die met voorbedachte radeeen kind of een ander overeenkomstigbepaalde patronen wil vormen en inbepaalde vormen wil gieten'. Dat isniet geoorloofd, het is steriel, en ... hetis onmogelijk. Dank zij welke oorza-ken is 'opvoeding' ontstaan? Hij noemter vier: Familiale: ouders willen hetkind maken, zoals zijzelf zijn of zou-den willen zijn, en zolang het recht van

het kind op vrije ontplooiing en ont-wikkeling niet erkend is kunnen wedaar weinig aan doen.Religieuze: zolang mensen geloven datmensen die hun geloof niet aanvaardenniet gered zullen worden, zal een menselk kind waarover hij/zij zeggenschapheeft volgens zijn/haar leerstellingenopvoeden.Gouvernementele: de regering heeftbehoefte aan mensen die zij voor be-paalde doeleinden kan gebruiken.Daarom organiseert zij onderwijs voormilitairen, rechters, ingenieurs, artsenenz. Als de regering geen dienarenheeft zou er geen staat kunnen zijn.Vandaar.Maatschappelijke: zij die de toon aan-geven (de bourgeoisie, de ambtenaren,de voorname kooplieden) hebben'behoefte aan 'gekwalificeerd personeelaan helpers, handlangers en medeplich-tigen.De aanval van Tolstoj richt zich voor-namelijk op het kwaad van de opvoe-ding veroorzaakt onder punt 3. Nor-maliter richten de aanvallen zich op1 en 2, zegt hij, maar wat is er norma-ler dan dat ouders willen dat hun kin-deren worden als zij, of zoals zij wil-den zijn? Wat is er normaler dan dat ikeen kind opvoed volgens de overtui-gingen die ik waarachtig als de juistezie? Maar nooit hoort men klagen overde opvoeding van de regering. Maar alsde regering zijn dienaren nu eens op-voedt in haar eigen belang en niet inons eigen belang? Hoe kan het dan, dater nooit geklaagd wordt? 'Ik geloofomdat we de stem niet horen vandegeen die ons aanvalt, omdat niet indruk verschijnt wat hij zegt, bijv. viade hoogleraar uit zijn zetel. Aan debasis ligt één en hetzelfde principe: hetrecht overgedragen aan een mens ofeen klein groepje, in de school, dekostschool of de universiteit, om vanandere mensen te maken wat zij wil-len' (118) De universiteiten zijn nietbeter dan onze kostscholen: in hen ligtde wortel van alle kwaad 'het despo-

14

Page 16: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

tisme van de staat waartegen niemandde hand opheft'. Zoals de kostschoolleert dat er geen redding is als je geenpiano kunt spelen of Frans converse-ren zo hebben de regeringswijsneuzenoveral universiteiten gesticht voor destudie van alle wetenschappen in hunhoogste ontwikkeling'. (119) Voorwie? Voor de kinderen van hen, dieeddusief van de kultuur bezit hebbengenomen.Maar het doel van de universitaire in-stituten behoort te zijn de verspreidingvan kultuur onder het grootste aan-tal mensen, van alle klassen: van dekinderen van de burgers, de herber-giers en het huishoudelijk personeel.En dan spreken we niet over volstrektontoepasbare kennis over de juiste ant-woorden die gegeven moeten wordenop de vragen tijdens de examens.Maar dan praat ik over het mysterievan de kultuurverwerving, onafhanke-lijk en onzichtbaar tot stand gekomenondanks de lege inhoud van de collegesvan de professors. 'De universiteittraint niet mensen zoals de humaniteitze behoeft, maar die de corrupte maat-schappij nodig heeft, om even nuttelo-ze mensen op te voeden als zij zelf is'.(137 vv).Maar, voegt hij eraan toe, de school iseen van die organiese delen van destaat die niet afzonderlijk bekeken enbeoordeeld kunnen worden omdat zijnwaarde alleen bestaat in een groterof kleinere overeenkomst met de ove-rige delen van de staat. Twintig jaareerder verwijst ook Max Stirner naarDiesterweg, als hij tot een volkomengelijke gedachtenuitkomst komt: Dies-terweg hamert dan wel steeds op het'belevingsprincipe'. (veel eigen belevingen aanschouwelijkheid) maar zonderenige opwekking om met de 'geest'verder te werken en daaruit te produ-ceren. Alleen formeel en materieel af-richten wordt beoogd en alleen 'geleer-den' komen voort uit het huishoudenvan de humanisten en alleen 'bruikbareburgers' uit dat van de realisten, die

allen niets dan onderdanige mensenzijn. Zoals ook in bepaalde andere ge-bieden laat men ook op de pedagogieseterreinen de vrijheid niet tot door-braak komen, en de kracht van de op-positie niet aan het woord komen:men wil onderworpenheid' (5).

INTEGRATIE

'De school is echter alleen maar goedals ze kennis heeft genomen van defundamentele wetten volgens welke demensen leven' Hoe noemen we dan die'andere' school en 'andere' opvoeding(het begrip 'opvoeding' kan nauwelijksomzeild worden!). Daarvoor gebruikthij een Russies woord, waar volgensTolstoj in geen enkele taal een goedvervangend woord voor bestaat, name-lijk 'Obrazovánie'. Het betekent 'kul-tuur', maar verwijst ook naar het be-grip 'beeld' (orba is ikoon), zowel als'vorm', en wat 'ontstaan' is, wat 'ge-boren' is. Het gaat dus om beeldvor-mings processen tussen mensen en din-gen waardoor kultuur geboren wordt.We zouden kunnen omschrijven —enpraktiese voorbeelden geeft hij in zijnartikel over de opmerkelijke literaireprestaties van zijn 'boerenkinderen'—de verbeeldingsriike inwerking vanmensen op elkaar, waardoor de natuur-lijke nieuwsgierigheid om te leren in-takt blijft en het eigen denken in hogemate gestimuleerd wordt. Het is ken-merkend voor de dominante opvoe-dingsprocessen dat voor deze lultuur-processen' nooit een term is gekonstru-eerd. Het gaat om atopiese processen(niet zoals de heersende), om logies—onkiese processen (logos/rede/oneiros/verbeelding). Binnen deze processenmaken we ernst met het feit, dat wevolgens Tolstoj nooit kunnen wetenwat iemand moet leren, afgezien vande basisvaardigheden. Over dat laatstehoef je echter niet zo lang te doen.Dennison is zelfs van mening dat eenkind tussen 6 en 10 jaar 'spontaan'leert lezen in een stad die zo vol staat

15

Page 17: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

( 1)

(2)

)

(6)

van teksten.Het zal duidelijk zijn, dat die revolu-tionaire school naar Tolstojs oordeelniet kan onstaan door hervorming vande oude school. Ons hele onderwijs-stelsel is geheel de vrucht van de toe-nemende ondergraving van de zinvolleproduktieve arbeid onder de kapita-listiese arbeidsdeling. De school draagtzelf de splitsing in hoofdarbeid(ers) enhandarbeid(ers) stelselmatig verder enbevordert de gevoelens van onderwaar-dering van de handarbeid. De nieuwe

integrale school is voor Tolstoj, in hetvoetspoor van Fourier, de kiemcel vande vrije revolutionaire samenleving.Maar, voegt hij eraan toe: velen kun-nen gerust zijn. Het ziet er niet naaruit dat binnen honderd jaar (hij schrijft1862) al die instituten (scholen, uni-versiteiten) uitgestorven zullen zijn endat dan vrije instituten zullen zijngevomd, die als grondbeginsel hebbende vrijheid voor de lerende generatiesom te leren wat, en hoe en wanneerzij willen.

NOTEN

L. Tolstoj — On education (Chicago 1972, 2e cd) Uit deze uitgavewordt geciteerd;L. Tolstoj — Die schule von Jasnaja Poljana (Pandora 1976)Tatiana Tolstoi — Ein leben mit meinem Vater ( Knaur 1980)Friedrich Diesterweg ( 1790 — 1866). Aanhanger van Pestatozzi,pleitte voor het algemeen volksonderwijs zonder geheugenballast.Zijn kritiek op de school, die hij aan de kontrok van de kerk ende staat wilde onttrekken, wekte veel ergernis en leidde ertoedat hij zich in 1850 terug moest trekken;

(3) Travesti — verkleding. Beeldende term van Fourier voor wat wijnu ldeologies' noemen. De belangen van de heersende groep wor-den 'verkleed' met verbloemende taal. Stefan Zweig spreekt inzijn artikel over Tolstoj over de `Unifdlschung' van de machts-drift, in nationale aspiraties en gevoelens. (in Drei Dichter ihresLebens' Insel 1928).

(4) Zie Ekkehard von Braunmühl — Anti—pddagogik (Beltz 1980,3e druk); Otto Engelmeyer (cd) — Die Antiautoritlitsdiskussion_in der Pddagogik (Schindele 1973);Johannes BecklHeiner Boehncke (cd) — Jahrbuch für Lehrer1978 (Rowohlt)Michael Winkler — Stichworte zur Antipddagogik (Klett 1982);George Dennison — The lives of children (Random House 1969);Lemen und Freiheit, aus der Praxis der First Street School (Mdrz1971);Das unwahre Prinzip urzserer Erziehung, oder Humanismus undRealismus (Rheinische Zeitung, april 1842; Pandora 1976)E. Lozinskü — Fourier, Tolsto i, Pisarev (in `Pedagogicheskii Lis-tok', jaargang 1908 nr 6 en 7);G. Vitali —Tolstoy pedagogista (Palermo 1915)

16

Page 18: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

TOLSTOJ EN DE ROMANTIEK

Anton Constandse

De verhouding van Tolstoj tot de Romantiek is altijd duidelijk geweest. Hij had

een diepe afkeer van de stad en de industrie, hij verfraaide het beeld van het

landleven en in verscheidene opzichten wilde hij 'terug tot de natuur', de term

waarmee men de denkwijze van Rousseau pleegt aan te duiden. De Romantiek is

eeuwig, en vooral in de vorm van weerzin tegen de civilisatie ten gunste van het

kontakt met planten— en dierenrijk ( en de sterrenhemel, die zoveelrust geeft.') kan

men haar bij de oudste Chinezen, Indiërs en Grieken al vinden. Toen Rousseau

de vraag, of 'kunsten en wetenschappen hebben bijgedragen tot zuivering der

zeden' ontkennend beantwoordde, kwam hij ten dele tegemoet aan reaktionaire

vooroordelen tegen de ervaringswetenschap, de techniek, de industrialisatie en

ook tegen de sociale onrust, die zich in de achttiende eeuw openbaarde bij

boerenarbeiders en het proletariaat.

Van zulk een reaktionaire neiging isook Tolstoj vaak beschuldigd, metname van het ontvluchten van denoodzaak van een gewelddadige revo-lutie. Nog tijdens zijn leven is hij inuiterst linkse kringen op wrange wijzegehoond, omdat hij het proletariaathet wapen wilde onthouden van hetopstandige geweld, en omdat hij deverkorting van de arbeidstijd en de ver-hoging van de produktiviteit door mid-del van fabrieken en van een weten-schappelijke nijverheid niet wilde be-vorderen. In de romantiek van Rous-seau had men soortgelijke vormen vande afkeer van het moderne bestaankunnen vinden, en een voortdurendeoverdreven verheerlijking van het land-leven, indien daarin meer gelijkheiden broederschap zouden gaan over-heersen. Maar de Romantiek, ook inde studies en uitspraken van Rousseau-en hoeveel te meer van Tolstoj!- heeftaltijd revolutionaire aspekten getoonddoor de kritiek op de civilisatie, semi-feodaal of kapitalisties was. De uitbui-ting, de ophoping van rijkdommen, desteeds perfekter bewapening, de socia-le neurose door de heftige konkuren-tiestrijd, dat alles had natuurlijk - menvindt het onderstreept in de grote stu-die van Henriëtte Roland Holst uit 1930tot gevolg dat de rebellie er door werdaangewakkerd.

Wat Rousseau aangaat, de ongelijkheiden de privé—eigendom wortelen vol-gens hem in de beschaving en inzoverrekan men de mensen er persoonlijk nietverantwoordelijk voor stellen, want diebeschaving is een kwaad. Tolstoj waar-deerde deze passage uit La NouvelleHéloSe van Rousseau: 'Ik vind in deeenvoud der dorpen meer kenmerken-de trekken, meer zelfstandig denkendemensen, dan binnen het eenvormigebestel van de bewoners der steden,waarin iedereen zich voordoet zoals deanderen zijn, eerder dan zoals hij zelfis . . . . Het is mijn doel aan welgestel-de lieden te tonen dat het landelijkeleven en de landbouw genoegensbieden, die ze in de steden niet kun-nen kennen; dat er smaak, keuze enverfijning kunnen heersen; dat een ver-dienstelijk mens die op zijn eigengrond zelf boer zou willen worden ereen goed leven kan leiden; dat tenslot-te de zachtaardigste gevoelens er eensamenleving kunnen bezielen op eenaangenamer manier dan de geijkte taalder salons doet, waarin onze bitterelachjes op een wat trieste wijze de vro-lijkheid vervangen, die men er nietmeer kent'.Men zal later de invloed van zulke be-schouwingen ook vinden bij DavidThoreau, die in zijn boek Walden deharmonie met de natuur in en buiten

17

Page 19: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

ons heeft pogen te schetsen. Zijn studieover De burgerlijke ongehoorzaamheidheeft omstreeks 1850 een golfbewe-ging ingeluid, die tenslotte zowel Tol-stoj als Gandhi en Martin Luther Kingheeft bewogen tot hun rebellie en hunpropaganda voor lijdelijk verzet. Inde beweging die streefde naar de op-richting van agratiese kolonies, kom-munes en produktieve associaties, vrij-socialisties en antimilitaristies, vaakook vegetaties; onder de voorgangersvan hetgeen thans de stichters van bio-logiese tuinen beogen, was de gedach-tenwereld van Rousseau en van Tolstojsterk aanwezig.

NATUUR

Bij Rousseau is de grondtoon deze datde maatschappij een vorm is gewor-den van drukkende dwang. 'Ik haatdaarvan het ongemak (la gêne) en ikhaat dit dodelijk'. De 'natuurmens'(feitelijk een fiktie, want we kennendie niet) zou vrij zijn omdat hij slechtsin kleine verwantschappen zou leven,niet gedrukt door menigten, met eenminimum aan banden. Die vloeidenvoort uit erotiek en solidariteit metvrouwen en kinderen. Nu moge zulkeen voorstelling van het verleden in'kleinschalige gemeenschappen' eenillusie zijn, de gevolgen ervan warenwel vaak revolutionair. Men kan in hetwerk van Rousseau tientallen slagzin-nen vinden tegen de kwalen van onzecivilisatie, en de socialisten hebben danook rijkelijk uit deze voorraad geput.Uit zijn Emile bijvoorbeeld:9e alge-mene geest der wetten van alle landenis het steeds begunstigen van de sterketegen de zwakke, van degene die bezittegen degeen die niets bezit. Dezeschaduwzijde der wetten is onvermij-delijk en zonder uitzondering'. In zijnContrat Social geldt als kleinste kwaadde beperkte, overzienbare gemeen-schap, waarin de burgers niet vertegen-woordigd worden door afgevaardigden,die als meesters optreden. Wie de wet-

ten maken moeten ze ook uitvoeren,wie ze moeten toepassen hebben hetrecht ze te ontwerpen, een voorbeeldvan volkomen soevereiniteit van hetvolk, omdat alle machten dan in éénhand zijn. Het volk regeert dus zich-zelf.Als socialistiese gedachte is ze zeervruchtbaar geweest, bijvoorbeeld in detheorieën omtrent een radenrepubliek.De moeilijkheid van de opvatting is,dat de maatschappij dan ook een vrij-willige verbintenis zou moeten zijn,een verband waaruit men zou kunnenuittreden, terwijl dit in uiterste konse-kwentie niet mogelijk is. En een kom-promis van de enkeling met de samen-leving, van minderheid en meerder-heid, moet dus wel worden overwogen,evenals de voorwaarden waarop ditkompromis zou kunnen berusten.Niettemin is de gedachte van eendirekte demokratie bij Rousseau aan-wezig, en niet minder bij Tolstoj, dieer terecht anarchistiese konklusies uitheeft getrokken. Hij citeerde eensRousseau in deze zin:Ten vrij volk-ge-hoorzaamt, maar dient niet; het heeftleiders, maar geen meesters', toen hetging om het volgen van 'hogere — zijhet altijd menselijke — normen'.Er was nog geen sprake van dat Rous-seau, die zich in allerlei tegenstellingenverloor, tot een anarchistiese idee zouzijn gekomen, terwijl dit met Tolstojwel het geval was. Deze had echterduidelijk de invloed van de Fransedromer ondergaan. En er was ook ver-wantschap tussen schuwheid van Rous-seau — tenslotte ontaard in vervolgings-waan — en de ontreddering die Tolstojvoelde in zijn kontakt met de van bo-ven af gedisciplineerde maatschappij.Het zou te ver voeren ook te wijzen opgelijkenissen in beider opvattingenover de religie, gebaseerd op bewonde-ring voor de natuur, hoewel die tochook vol is van wreedheid en strijd tus-sen de soorten. Het `deikme' van Rous-seau, waarin de naam van God nogwerd gegeven aan een soort 'eerste oor-

18

Page 20: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

zaak' (logies onhoudbaar natuurlijk)poogde het Universum als menslie-vende Oerbron te redden. Bij Tolstojkan men iets dergelijks vinden, als hijgelooft dat de mens 'niet voorbestemd'is voor staat en militarisme. Overigensis de naam God bij Tolstoj later vooraleen term voor een bovenpersoonlijk,algemeen—menselijk geweten, zoals inde verhandeling Het Koninkrijk Gods

is binnen in u. In 1901 is Tolstoj geëx-kommuniceerd uit de grieks—orthodo-xe (Russiese) kerk. Maar al sinds zijnvijftiende jaar droeg hij geen christelijkkruis meer, wel vaak een rnedaijon meteen portret van Rousseau, wie hij alspoedig nazei dat 'de opvoeding hetkind bederft en niet verbetert'. De na-tuur van de mens was volmaakter dande samenleving, zo zei hij met Rous-seau.Nadat hij afscheid had genomen vanzijn militaire loopbaan, in 1856 toende verschrikkelijke Krirnoorlog geëin-digd was, maakte hij een eerste reisnaar West—Europa. Hij kwam er inverzet tegen de 'westerse beschaving',maar ' waardeerde romantiese figurenals George Sand. Later, in 1861,bracht hij een bezoek aan Proudhon,toén slachtoffer geworden van hetregime van Napoleon III. Het boek vanProudhon Oorlog en Vrede, in 1864 inhet Russies vertaald, gaf Tolstoj aan-leiding tot het kiezen van deze titelvoor zijn onvergelijkbare roman overde Napoleontiese periode.

ETHIEK

Tenslotte nog een opmerking over deRomantiek. Ze wordt gekenmerktdoor heimwee, gevoel van eenzaam-heid, onwennigheid in de samenlevingmaar ook door een emotioneel verzettegen de techniese disciplinering vanhet persoonlijke leven. Bovendien kan

zij een uiting zijn van de onmogelijk-heid, zich aan te passen aan de regelenvan een autoritaire maatschappij. Dezehouding behoeft nog niet in te sluiten,dat de rebellie socialisties zou moetenzijn. Grote schrijvers als HeinrichHeine en Multatuli, ongetwijfeld ro-mantici, hebben echter beiden vaakaan de zijde gestaan van het proleta-riaat, en zonder tot een bepaalde socia-listiese stroming te behoren hebben zebaanbrekend werk verricht voor veler-lei vormen van emancipatie.Degenen die niet begrepen, waaromTolstoj zich christelijk en evangeliesbleef noemen, mogen daarbij beden-ken, dat in de bedoelde Romantiekveelvuldig Christus werd gezien als eentragiese held, gekruisigd in zijn strijdtegen de politieke en godsdienstigeautoriteiten van zijn tijd. De tegen-stelling tussen de Jezus van de Evange-liën en de Paulus van het gezag konworden onderstreept aan de hand vanbijbelteksten. Herhaaldelijk heeft Tol-stoj een beroep gedaan op verstand enrede. En hij heeft (in Wat is mijn ge-loof?) geschreven:liet is vreselijk omte zeggen, maar soms heb ik bij mezelfgedacht: als de leer van Christus, methet hele kerkelijke onderwijs dat daar-op stoelt, in het geheel niet zou heb-ben bestaan, dan zouden de inwonersvan hetgeen nu de christelijke wereldwordt genoemd veel dichter staan bijwat ik christendom noem: een verstan-dige leer omtrent het goede dat in hetleven moet worden nagestreefd. Hetzedelijke onderricht van alle profetender mensheid zou voor hen niet ge-sloten gebleven zijn'. Veel meer dan re-ligieuze gronden waren ethiese idealenkenmerkend voor de normen van zijnoordelen, ondanks de vaak evangelieseterminologie. Ook dit kwam in de ro-mantiese literatuur vaak voor.

19

Page 21: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

TOLSTOJ OVER STAAT EN RECHT

Thom Holterman

De Duitse staatsrechtgeleerde van sociaaldemokratiese huize H. Heller, erkendein Tolstoj het prototype van de anarchisten. Konsekwente anarchisten moeteniedere toepassing van macht en elke daarop stoelende maatschappelijke organisa-tie afwijzen. Omdat Heller zag dat Tolstoj aan zijn omschrijving van anarchismevoldeed, verhief hij hem tot anarchisties. voorbeeld. Het kwam Heller als sociaal-demokraat goed uit om de 'echte' anarchisten in de hoek te zetten van de poli-tiek impotenten. Met overige anarchisten kon hij vervolgens afrekenen. Zij hul-digden niet de opvatting van Tolstoj en waren dus geen anarchisten maar ver-warde dwazen. Hellers schema is vanzelfsprekend veel te simplisties..

Misschien is Tolstoj een uitnemendchristen der oude kerk, zegt DomelaNieuwenhuis over hem, een anarchistin de moderne zin van het woord is hijniet. Levensgenieting is het streven vanhen, niet levensverzaking zoals vanTolstoj. De opvattingen van Tolstojstaan inderdaad in het teken van de(levens—) verzaking. Hij zet aan totdienstweigering; niet alleen van militaireook van burgerlijke dienst. Je zal allesmoeten weigeren wat je met de staatin aanraking brengt. De staat is deheerschappij der slechten!Heersen wil vaak zeggen: anderendwingen te doen, wat men niet zouwillen worden aangedaan. De staatafwijzen is het heersen van de staat af-wijzen. De vraag is of de staat ook nogiets anders kan doen dan heersen. Enindien zo, dan is het de vraag of wenog met 'de' staat te maken hebben,zo zullen velen zeggen.De aanval van Tolstoj op de staat kon-centreert zich op punten waarin over-eenstemming is te zien met denkbeel-den van anarchisten. In verschillendeaktiviteiten als konsekwentie van deaangehangen visie komt dit tot uitingzoals daar zijn: weigering van militairedienst, belastingbetaling en het afleg-gen van de eed. Tolstoj zag echter eenonderscheid tussen wat hij voorstonden wat anarchisten uitdroegen.Anarchisten, zo meende hij, met hunaanstichten van oproeren, zijn lang

niet zo gevaarlijk voor regeringen alsop zichzelf staande personen, die hunpersoonlijke weigering op diverse ter-reinen luid verkondigen.Tolstoj ervoer dat toenmalige anarchis-ten de regeringen met uitwendige mid-delen trachtten te bestrijden. Daarinzag hij dat ze niet gevaarlijk kondenzijn, omdat de regeringen over verfijn-dere middelen, en bovendien op onein-dig groter schaal, beschikten. Hijmeende in dit verband dat mensen (hijzag christenen daartoe in staat), die in-wendig alle beginselen van heerschap-pij vernietigden waarop de staat is ge-grondvest, veel gevaarlijker waren voorde staat.Het onderscheid dat hier aan de ordeis, rust op twee visies. In de ene visiewordt het bestaan van de staat begre-pen als een resultante van menselijkepassiviteit en afhankelijkheid. Vaak isdan beter te spreken over knechtschap(een vooral psychologiese faktor).Verzet daartegen moet putten uit in-nerlijke, individuele kracht. Het weer-staan van het boze, in de verschillendeweigeringsvormen tot uitdrukking ge-bracht, kenmerkt zich door geweld-loosheid. Tolstoj stond dit voor. Ende Duitse anarchist G. Landauer lietzich, in de door hem voorgestane stra-tegie gericht op het streven naar eenandere maatschappij, daardoor leiden.In de andere visie wordt de staat ge-zien als van buitenaf opgelegde over-

20

Page 22: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

heersing. In plaats van over knecht.-schap, ware hier te spreken over heer-schappij. Deze dient begrepen te wor-den als een vooral sociaal—ekonomiesefaktor. Bakoenin en Kropotkin steldenhun strategie ten behoeve van een an-dere maatschappij daarop in.Deze twee visies leidden tot verschil-lende opvattingen over de doel/midde-len relaties in anarchistiese kring. Devisie van Tolstoj en Landauer resul-teert in een zeer nauwe relatie tussendoel/middelen. Dat spreekt uit hetdevies: wat je wil bereiken, moet jenu reeds leven (bijv. door het opzet-ten van produktie/konsumptie—ko-öperaties en kommunes). In de visievan Bakoenin en Kropotkin wordt ditniet zonder meer afgewezen. Echterhet opzetten van en deelnemen aan(arbeiders—) strijdorganisaties, bijv. devakorganisaties, wordt benadrukt. Ditvereist een aktieve opstelling in debestaande maatschappij, terwijl vanuitde eerste visie, door een passieve op-stelling, onthouding ervan wordt ge-predikt.De 'onthouding', die de volstrekteontkenning van staat en recht met zichmee brengt, welke Tolstoj verkondig-de, leidt tot zelfdestruktie. Daaropwees Domela Nieuwenhuis reeds. Deraad van Tolstoj opvolgen maakt hetonmogelijk te leven in de bestaandemaatschappij. Het zou neer komen oplevenslange gevangenschap, op vrijwil-lig verhongeren, op zichzelf van kantmaken, aldus Domela. Kortweg: de

opstelling schiet zijn doel voorbij.Het is in onze maatschappelijkesituatie onmogelijk elke vorm vanmaatschappelijk organisatories verbandte verwerpen. Dit is nog wat andersdan alles klakkeloos over je heen telaten gaan. Het plegen van verzet énhet streven naar levensgenieting hoe-ven elkaar niet uit te sluiten. Evenminsluiten maatschappelijk—organisatorie-se verbanden per definitie het kwadein. Tolstoj kon ondertussen, verblijf-houdend in de bossen van een verlatenstreek van Rusland, wellicht geheelanders denken. Wat hij dacht kanslechts opgaan voor hem en mensendie in soortgelijke omstandighedenkunnen verkeren (vóór hem in de USAen dat ook maar voor enkele jaren,D. Thoreau). Tolstoj kon, gedachtvanuit die situatie, ook recht verwer-pen. Wanneer we echter recht opvattenals een samenstel van normen, waaropmensen vrijwillig hun gedrag doen be-rusten, spreken we over iets anders danopgelegde wetten. Tolstoj koncentreer-de zich op de wet, die hij als heers-vorm verwierp. Maar betekent dit datdaarmee elk anderssoortig regel-geleidgedrag probleemloos kan worden ver-worpen?Een auto—rijdende anarchist zal in Eu-ropa rechts houden, niet omdat hijgehoorzaam wil zijn of is aan de wet,maar omdat hij niet wil verongelukkenen laten verongelukken. Tolstoj zougeen auto rijden; noch als bestuurder,noch als lifter.

POLITIEKE VORMING

In de kolofon op blz. I van de vorige aflevering van De AS, gewijd aan'politieke vorming', staat foutief de aanduiding nr. 55. Zoals op het omslagvan die aflevering staat aangegeven betreft het echter een dubbelnummer(55/56). Verder is de inhoudsopgave van 55156 niet geheel juist. Ten Hen-driks schrijft over 'tegendraads opvoeden', terwijl Rudolf de Jong de au-teur is van het artikel over de 'moderne school in de VS:

21

Page 23: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

TOLSTOJANISME IN NEDERLAND

Hans Ramaer

Wanneer we het anarchisme ( in Nederland) in histories perspektief bezien,dringt zich de vraag op of we het kunnen opvatten als een onderdeel van dearbeidersbeweging (1). Sinds de jaren 60 is het anarchisme geenszins een bewe-ging van arbeiders, maar ook in eerdere perioden stuiten we op problemenindien we het als een klassebeweging opvatten. Daarom lijkt het verhelderen-der het anarchisme te beschouwen als een beweging van specifieke buitenstaan-ders. De socioloog Norbert Elias, van wie de theorie van gevestigden en buiten-staanders afkomstig is, meent namelijk dat het klassemodel van Marx een te be-perkt kader biedt voor de analyse van machtsrelaties in de samenleving.

Gevestigden, aldus Elias (2), monopo-liseren de machtsposities in de maat-schappij en verdedigen deze buiten-sluiting van de overigen met een be-roep op hun superioriteit. Buitenstaan-ders zijn volgens gevestigden inferieur;een inferioriteit die kan verwijzen naarekonomiese, sociale, kulturele, fysiekeof andere onderschikking. Vanwegehun ideologiese opvattingen zoudenwe anarchisten dan ook kunnen be-schouwen als specifieke buitenstaan-ders die zich tegen de gevestigde ordekeren.Het voordeel van een dergelijk kader isdat de Nederlandse christen—anarchis-ten of Tolstojanen in dat geval zonderbezwaar ingepast kunnen worden inhet anarchisme als sociale beweging.Doordat de Tolstojanen merendeels'kleine luyden' waren en (daarmeesamenhangend) een andere visie opekonomiese machtrelaties hadden danvrije socialisten en syndikalisten, reke-nen we hen niet tot de arbeidersbewe-ging. Maar door hun verzet tegen destaat als monopolist van dwang— engeweldsmiddelen en hun sterke ge-richtheid op verandering van gevestig-de normen en waarden, zijn de Tolsto-janen wel degelijk anarchistiese buiten-staanders geweest.Terugblikkend in de tijd valt op hoe-zeer het anarchisme in Nederlandsteeds ethies georiënteerd is geweest.Het was vanaf zijn ontstaan een

'dominees anarchisme', waaraan vooraldoor (voormalige) predikanten —Do-mela, Schermerhorn, De Ligt— vorm isgegeven (3). Dit geldt des te sterkervoor het Tolstojanisme, een levensbe-schouwelijke stroming die waarschijn-lijk nergens zo zijn sporen heeft nage-laten als in Nederland.De rus Leo Tolstoj, gevierd roman-schrijver, raakte aan het eind van devorige eeuw bekend als maatschappij-kritikus, met name in de kring van Ne-derlandse predikanten en theologiestu-denten. Geheel nieuw waren de denk-beelden die Tolstoj verkondigde overi-gens niet. De kritiek die hij op kerk enstaat had, was al eerder door anderechristenen geuit, maar de konsekwen-ties die de Russiese graaf er in het da-gelijkse leven uit getrokken had, maak-ten diepe indruk. In geschriften als HetKoninkrijk Gods en De slavernij vanonze tijd zette Tolstoj uiteen dat deKerk — het géinstitutionaliseerde chris-tendom — oorlog, geweld en staats-macht bevorderd had en daardoor hetevangelie verloochend had. Vanwegezijn kritiek op de staat wordt Tolstojtot het anarchisme gerekend en aange-zien het evangelie zijn uitgangspuntvormde, is hij veelal christen-anarchistgenoemd.Kern van Tolstojs opvattingen is zon-der twijfel het verwerpen van iederevorm van geweld en ook in het Neder-landse Tolstojanisme is de geweldloos-

22

Page 24: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

held of weerloosheid het centrale be-ginsel geweest. "Onder 'weerloosheid'verstonden de Nederlandse christen-anarchisten", zo zegt Jochheim (4),'een weliswaar individuele stellingnamedie niettemin maatschappijverande-rend was. Dat laatste kan niet vol-doende benadrukt worden. 'Weerloos-heid' pretendeerde een maatschappe-lijke strategie te zijn om de kapitalistiese

samenleving te overwinnen ....' Uitdit beginsel van geweldloosheid vloeidevoort dat de Tolstojanen de militairedienstplicht verwierpen. In 1896 wei-gerde een inwoner van Middelburg,zijn schutterdienst te vervullen en

Tolstoj reageerde op die antimilitaris-tiese daad met het vlugschrift Het Ein-

de nadert! Dat was weliswaar niet hetgeval, maar het christen—anarchismesprak in Nederland zodanig aan datkort daarop het eerste nummer van hettijdschrift Vrede kon verschijnen.Bovendien sloten de Nederlandse Tol-stojanen zich aaneen in de Internatio-nale Broederschap. De naam was ont-leend aan de religieuze broederschapvan de Doekhoboren, een gemeen-schap van Russiese boeren, die het ge-zag van kerk en staat verwierpen, mili-taire dienst weigerden en daardoor he-vig vervolgd werden door het tsaris-tiese bewind. Van deze InternationaleBroederschap maakten predikantenals Baehler, Schermerhorn, De Koe enKijlstra deel uit. Daarnaast treffen wenamen aan als die van Van der Veer,de hoogleraar Van Rees, de studentLod. van Mierop en de ingenieur FelixOrtt. Ortt was de meest ijverige publi-cist onder de christen—anarchisten enook de drijvende kracht achter Vrede,dat de veelzel,tende ondertitel 'Orgaanter bespreking van de praktijk derLiefde' voerde.'Liefde', schreeft Ortt (5), 'dat is zichzelf vergeten, niet zoeken en jagennaar eigen persoonlijk geluk, tijdelijkop aarde of in het hiernamaals, maarhet vinden van het eeuwige geluk doorzich te geven aan en op te gaan in an-

deren.' In het begrip 'liefde' vatten dechristen—anarchisten zowel hun le-vensbeschouwing als hun levenshou-ding samen, want het ging erom, aldusOrtt, dat men 'brak met de onheiligemanier om de Liefde alleen goed voorde theorie te achten, doch niet voor depraktijk te aanvaarden ...' (6).In het dagelijks leven waren de Tolsto-janen dan ook met recht anarchisten

van de daad. `De praktijk der Liefde'leidde allereerst tot de al genoemde ge-weldloosheid die overigens niet alleentot uiting kwam in hun antimilitaris-me. Het leger als instituut van dwangen geweld moest volgens de chris-ten — anarchisten (onder meer) be-streden worden door individuele dienst-weigering, gezien de toenmalige stren-ge bestaffing ervan een persoonlijkoffer waarover niet te licht gedachtmag worden. Bovendien waren de Tol-stojanen vanwege hun principiële ge-weldloosheid tegenstanders van vivi-sektie en voorstanders van vegetarisme.Ze streefden echter niet slechts een on-baatzuchtige levenshouding na, waaringeen plaats was voor hebzucht, dwangen geweld, maar propageerden ookeen gezond en rein leven. Deze ReinLevensbeweging kenmerkte zich doorgeheelonthouding, niet roken, hetdragen _ van reformkleding en puri-

teinse opvattingen over sexualiteit.Prachtige, maar niet altijd praktieseidealen. Perdeck, die een tijd in dekring van de christen—anarchisten ver-bleef, noemt hen in zijn herinneringendromers, mensen die hun dromen voorgrotere werkelijkheid hielden dan dewerkelijkheid zelf (7).Toch drong dit asceties ideaal door inde jeugdbeweging die ook rond deeeuwwisseling ontstond. Harmsen (8)ziet daarom overeenkomsten tussenhet vrije jeugdidealisme van voor deeerste wereldoorlog en het humani-tair—idealisme van de Tolstojanen.Verder is er de invloed van de idee vangeweldloosheid op de ontwikkelingvan de antimilitaristiese beweging in

23

Page 25: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

Nederland. De bestrijding van het mili-tarisme immers was het cement datanarchisten, hoe verschillend hun op-vattingen vaak waren, bijeenhield.Maar de vrije socialisten, de anarchis-ten rond Domela Nieuwenhuis, rea-geerden weinig positief op de aktivitei-ten van de Tolstojanen. Met name deidee van weerloosheid en het vegeta-risme stonden veraf van het dagelijksleven van de arbeidersklasse. Voor deproletariër was het probleem veeleer?)f hij genoeg te eten zou hebben danwat hij zou mogen eten!Ook het kolonisme van de christen-anarchisten werd door de vrije socialis-ten met gemengde gevoelens bezien.Bij het streven hun opvattingen inpraktijk te brengen waren de Tolstoja-nen terecht gekomen bij de kolonie-vorming. Het kolonisme was een be-weging waaraan in die jaren de naamvan de arts en literator Frederik vanEeden verbonden was en kwam er kortgezegd op neer dat gelijkgestemdenzich op het platteland vestigden om erop socialistiese manier te producerenen te konsumeren. Voor dat doel wer-den werk— en leefgemeenschappen ge-sticht. De vorming van kolonies, zo-als dergelijke kommunes toentertijdgenoemd werden, kan beschouwd wor-den als een aktiviteit buiten de maat-schappij, waarbij men zich van diemaatschappij afwendde, maar tevensde maatschappij het voorbeeld wildegeven. Zo betrok een aantal Tolstoja-nen hun in 1900 in Blaricum gebouw-de koloniehuis met 10 hectare grond,maar het experiment liep al spoedigop een mislukking uit. Drie jaar latervertrokken de meeste bewoners.Weliswaar waren de vijandigheid vande lokale bevolking en de onderlingeonenigheid debet aan deze mislukking,maar de voornaamste redenen warende te hoog gespannen verwachtingenen de te geringe vakbekwaamheid vande merendeels intellektuele kolonisten.Dát althans was de mening van devrije socialist Luitjes die na een ver-

blijf van nog geen jaar in de kolonie te-leurgesteld vertrok (9).Voor de Tolstojanen was anarchismeidentiek aan 'broederschap' (10). Inhet tijdschrift Vrede (later voortgezetals Vrede—tijdschrift en vanaf 1907 alsDe Vrije Mensch) en in hun brochureskeerden de christen—anarchisten zichtegen de staat; niet omdat de Tolstoja-nen, zoals Ortt uiteenzette, gekant wa-ren tegen een organisatie die dijken on-derhoudt en voor postverzending zorgt,maar omdat de staat 'ons in strijd metons geweten dwingt tot de krijgsdienst,tot het betalen van belastingen voordit en andere doeleinden die ons tegende borst stuiten ....' (11). Een chris-ten—anarchist moest boven staatsgezagèn egoïsme staan. Vandaar dat de Tol-stojanen, evenals andere anarchistenook opkwamen voor gelijkberechtigingvan de vrouw en vrije huwelijken pro-propageerden.Niettemin verschilden de christen-anarchisten in één belangrijk opzichtvan syndikalisten en vrije socialisten,en wel in hun opvatting van kapitalis-me. Het kapitalisme beschouwden zijals het profiteren van het werk van an-deren, wat voortkwam uit een ver-keerde mentaliteit. Socialisme wasvoor de Tolstojanen in laatste instantieeen kwestie van ethiek en niet van hetbezit van produktiemiddelen. 'Zolangde zelfzucht het drijvende beginsel inde mens blijft', aldus Ortt (11) 'zolangzal de verwezenlijking van de socialis-tische idee belemmerd worden —, zelfsal wordt het kapitalisme ten onder ge-bracht.' Daarom moest de individuelekapitalist ervan overtuigd worden dat'een bescheiden bestaan door flinkwerken, veel gelukkiger is dan eenruim bestaan door uitbuiting." (11).De broederschap die de Tolstojanennastreefden had dus als konsekwentiedat zij hun verzet niet richtten tegenpersonen, groepen of klassen, maar te-gen onrecht als abstrakte resultantevan egoisme. Het is deze `Entpersona-lisienmg' die ten grondslag ligt aan de

24

Page 26: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

( 10)

(11)

( 12)

geweldloze konfliktoplossingen die dechristen—anarchisten voorstonden.(12)Hoewel het Tolstojanisme al lang overzijn hoogtepunt heen was toen in1914 de wereldoorlog uitbrak, gaf hettoch -belangrijke impulsen aan het anti-militarisme dat zich sindsdien hevigerbegon te manifesteren. In het Dienst-weigeringsmanifest van 1915, dat doorde christen—socialisten, anarchisten,Tolstojanen en revolutionaire socia-listen werd ondertekend, herkennenwe onmiskenbaar de opvattingen vanTolstoj. Maar belangrijker nog lijkt dat

uit deze incidentele samenwerking opdienstweigeringsgebied een samengaanvan Tolstojanisme en christen-socialis-me groeide. Dit religieus—anarchisme,waarvan de in 1920 opgerichte Bondvan Religieus Anarcho—Communisten(BRAC) de exponent was, bouwdevoort op het Tolstojaanse- geweldloos-

heidsbeginsel. De religieus—anarchistenvatten de geweldloosheid echter aktiefop; voor hen was het overwinnen vanhet geweld geen kwestie van weerloos-heid, maar van geweldloze weerbaar-heid.

NOTEN

( 1)

(2)

( 3)

(4)

(5)

(6)

(7)(8f

(9)

Vlg. Hans Ramaer, Anarchisme en wetenschap, in Klinker, blad vande subfaculteit maatschappijgeschiedenis Erasmusuniversiteit Rot-terdam, nr. 1 ( 1981), p. 12- 17.Norbert Elias en John L. Scotson, De gevestigden en de buiten-staanders. Utrecht' Amsterdam 1976, p. 7- 47.Vlg. Hans Ramaer, De piramide ter tirannie — anarchisten in Ne-derland. Amsterdam 1977, p. 15. Kritiek op deze typering bijGuus van Schöll, Dienstweigering in Nederland voor de tweedewereldoorlog. Zwolle 1981, een overigens goed overzicht over on-der meer Tolstojaanse dienstweigering. Zie voor hetzelfde onder-werp tevens Greet Heijmans en Annelies Koster, De geschiedenisvan de Internationale Antimilitaristische Vereeniging 1904 - 1921.Den Bosch/Nijmegen 1980 (skriptie). Hierin wordt onder meerbeschreven hoe de Tolstojanen buiten de IAMV werden gehoudenvanwege hun principiële geweldloosheid.Gemot Jocheim, Antimilitaristische Aktionstheorie, Soziale Revo-lution und Soziale Verteidigung. Assen/ Amsterdam 1977, p. 101.Geciteerd bij A.J.C. de Vrankrijker, Onze anarchisten en utopistenrond 1900. Bussum 1972, p. 100.Geciteerd bij J. Giesen, Nieuwe Geschiedenis — het antimilitarismevan de daad in Nederland. Rotterdam zj ( 1923), p. 10.Albert Perdeck, Nakend op de fiets. Den Haag 1967.Ger Harmsen, Blauwe en rode jeugd. Assen 1961 (herdruk Nijme-gen zj. 1972). p. 98 ev.T. Luitjes, Theorie en praktijk van binnenlandsche kolonisatie. Bus-sum 1902. Voor de koloniebeweging in het algemeen, zie FransBecker en Johan Frieswijk, Bedrijven in eigen beheer. Nijmegen1976.Rudolf Jans, Tolstoj in Nederland. Bussum 1952 noemt het anar-chisme van de Tolstojanen een streven naar konsekwente gelijk-heid (p. 98).Felix Ortt, Denkbeelden van een christenanarchist. Rotterdam 191 7(derde druk), p. 52, 61 en 69.De term is van Jochheim, p. 103. Zie in dit verband tevens W.J.

25

Page 27: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

Simons, De invloed van Tolstoj en Gandhi op de Nederlandse vre-desgedachte, in Handboek voor de vredesbeweging. Den Haag 1954.

BOEKBESPREKINGEN

GESCHIEDENIS VAN ONDEREN

Er is de laatste tijd een toenemende belangstelling onstaan voor 'geschiedenisvan onderen' dwz voor het dagelijkse leven van groepen mensen die niet tot deéliten behoorden. In de Angelsaksiese landen — en nu ook in Nederland op gangkomend — is het vraaggesprek een goed middel om dit soort geschiedschrijvingvan de grond te krijgen. Het is de methode die 'oral history' genoemd wordt. Hetaksent ligt daarbij op interviews met mensen die voordien (bijna) niet aan hetwoord zijn gekomen, de 'basis' dus, om een modieuze term te gebruiken.Als 'oral history' krities wordt toegepast, kan een nauwelijks bekend verleden inkaart worden gebracht. Krities wil zeggen dat de interviewer — ondanks sympa-thie voor en solidariteit met de geinterviewden — eenzijdigheid en manipulatiemoet vermijden. Dat dit niet steeds lukt, blijkt uit de door Link uitgegevenverhalen over het leven van Limburgse mijnwerkers vèôr en na de oorlog. Hetonderwerp is belangrijk genoeg en het feit dat een ex-mijnwerker bij de samen-stelling van het boek werd betrokken, verdient waardering, maar helaas is hetdoor de manier van samenstellen een dubieus soort propagandageschrift gewor-den. (wie precies wil weten hoe een en ander in elkaar steekt, verwijs ik naar hetTijdschrift voor sociale geschiedenis nr. 25/1982).Het tweede deel in deze serie van Link is daarentegen wel geslaagd. Het gaat overhet dagelijks leven van Zeeuwse landarbeiders, een bevolkingsgroep die nu vrijwelverdwenen is. Het boek over deze landarbeiders bevat aangrijpende verhalen overkinderarbeid en krisis, over boeren en bonden, over hongerlonen en stakingen,zonder dat een spoor van zelfbeklag of opgekropte romantiek doorklinkt. Ditresultaat zal vooral te danken zijn aan het feit dat de samensteller een ervarenjournalist is. Ook Schouten is journalist en ook hij is erin geslaagd om via oogge-tuigen de magere jaren '30 te rekonstrueren. Het beeld dat zo ontstaat wordt nogeens aangescherpt door de onlangs uitgekomen bundeling van foto's uit dezeperiode. Foto's van verpaupering, maar ook van verzet, voorzien van een uitste-kende inleiding.Tenslotte wil ik in dit verband nog wijzen op de Engelstalige bundel opstellen ophet terrein van de sociale geschiedenis, die door van Gennep wordt gedistribu-eerd. De artikelen werden gepresenteerd op een 'history workshop' aan het Rus-kin College in 1979 en beslaan een zeer breed terrein, waaronder 'oral history'.Alle Britse sociaal—historici van naam hebben eraan bijgedragen, zodat het eenbelangwekkende uitgave is geworden. De meeste artikelen zijn geschreven vanuitlibertair —marxistiese vertrekpunten. (HR).

Martin Schouten, Voor de oorlog — herinneringen aan de jaren 30 (2 dln)Burgerschapskunde, postbus 349, Leiden; f 38,50.Wim Nijsten ea, Mijnwerkers — verhalen om te onthouden; Link, postbus 1144,Nijmegen; f 26,50.Kees Slager, Landarbeiders — verhalen om te onthouden; Link; f 34,50Flip Bool & Jeroen de Vries, De arbeidersfotografen — camera en crisis in dejaren '30; Van Gennep, Amsterdam; f 29,50.Raphael Samuel (red), People's history and socialist theoly; London — voorNederland: Van Gennep, Amsterdam; f 35,--.

26

Page 28: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

RUSSIESE DENKERS

Een bundel essays van de gezaghebbende liberale filosoof I. Berlin, is onder

de titel Russische denkers in een Nederlandse vertaling verschenen. Behan-

deld wordt de geschiedenis van het Russiese denken in de 19e eeuw. Centra-

le figuren daarin zijn Herzen, Bakoenin, Belinski, Tolstoj en Toergenjev. Van

alle Russiese revolutionaire schrijvers uit de 19e eeuw boeien Herzen en Bakoe-

nin hem het meest. Het hoofdstuk dat, wat dit onderdeel betreft, een centrale

plaats zou mogen hebben is echter teleurstellend. Het omvat slechts 40 pagina's

(onder de titel Herzen en Bakoenin over de individuele vrijheid). Daarvan wor-

den 20 pagina's aan Herzen besteed en 10 aan Bakoenin en Herzen samen. Daar-

naast, verspreid door het hele boek, nog heel wat min of meer losse opmerkingen

over beiden.In het beeld dat Berlin van Bakoenin schetst, verschijnt deze als 'een begaafd

journalist', die 'ondanks zijn onvoorstelbare welsprekendheid zelden iets zegt dat

nauw omschreven is, of diepzinnig of oorspronkelijk'. Wanneer Bakoenin dan

misschien iets diepzinnigs over vrijheid zegt, wordt dat afgedaan met 'een kin-

derachtig spel met woorden', en met 'gladde hegeliaanse kletspraat'. Kortom

Bakoenin is voor Berlin 'geen serieus denker'. Het minst wat nu verwacht mag

worden is dat deze mening wordt onderbouwd. Dit gebeurt niet, wat Berlin is

kwalijk te nemen.Bij Bakoenin zou men niet moeten zoeken naar een maatschappijtheorie of poli-

tieke doktrine, maar naar visie en temperament. Heeft Berlin serieus alle teksten

van Bakoenin onderzocht om dit te staven? Uit de tekst noch uit de literatuurop-

gave blijkt dat. Heeft Berlin wel begrepen wat hij zelf zegt? Het is zinloos, aldus

Bakoenin in een samenvatting van Berlin, de instrumenten der geschiedenis te

laken, wanneer men, door zich op te rijzen, de strukturen van de geschiedenis

kan overzien. Wordt aan de hand van een dergelijk stuk `strukturalisme' van Ba-

koenin nu niet begrijpelijk dat hij wèl een intense haat tegen het tsarisme (struk-

tuurelement der geschiedenis) kon koesteren, zonder uitzonderlijk veel persoon-

lijke afkeer van de Russiese tsaar Nicolaas (instrument der geschiedenis) aan de

dag te leggen? Hoewel dit Berlin's eigen zinnen zijn, is hem zelf kennelijk de 'zin'

van de strukturalistiese optiek van Bakoenin ontgaan. En wie zou kunnen ont-

kennen dat het door Bakoenin verkondigde federalisme een element uit zijn

'politieke doktrine' is?Berlin werkt met typeringen, met een reikwijdte van een

schot hagel. Zo is Bakoenin (in één zin): vrolijk, opgewekt, leugenachtig, on-

weerstaanbaar aardig, kalm en ijskoud destruktief, fascinerend (etc). Daarnaast

worden er nog talloze opmerkingen gemaakt, waar een vraagteken bij geplaatst

kan worden.Berlin verwijst op zeker moment naar Lenin, die de bolsjewistiese revolutie van

1917 organiseerde. Letterlijk genomen is het juist dat Lenin dit deed. De niet ge-

ii-iformeerde lezer zou nu wellicht kunnen denken, dat Lenin de revolutie van

1917 organiseerde. Hetgeen onjuist is. In februari 1917 gingen Russiese arbeiders

in de grote steden tegen de uitdrukkelijke direktieven van de bolsjewisten over

tot stakingen en bedrijfsbezettingen. In de gebeurtenissen, die toen volgden was

niemand zo verbaasd over het uitbreken van de revolutie als de revolutionaire

voorhoedepartij van Lenin. Toen de bolsjewisten nadien kans zagen de revolutie

over te nemen — zou Berlin dit bedoelen met zijn 'Toen Lenin de bolsjewistiese

revolutie van 1917 organiseerde'? — was de revolutie verloren! In 1921 viel het

doek definitief.Wie zich aan voornoemde zaken niet wil storen, vindt voor het overige een lees-

27

Page 29: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,

baar betoog. En iemand die zich over hetzelfde onderwerp door een andereauteur wil laten informeren, raadplege het niet door Berlin genoemde Het Russi-sche denken in de 19e en 20e eeuw, van de russiese filosoof (en Banneling) N.(1874 — 1948). (Th.H.)

1. Berlin, Russische denkers;De Arbeiderspers, Amsterdam; f 49,--.

ONDERWIJS

Vier jaar terug kwam een onderzoek naar de problemen van het voortgezet on-derwijs op gang tussen medewerkers van de Rijksuniversiteit Utrecht en deUtrechtse ABOP—afdeling. Hieruit ontstond een boekje waarin wordt gepleitvoor de inrichting van middenschoolonderwijs met als kernpunten oriëntatie opde samenleving, opheffing van de vakkenscheiding en integratie van kinderen uitverschillende milieus. Er worden verder aanbevelingen gedaan voor verdere dis-kussie.Bij NADA verschenen twee boeken met daarin de resultaten van drie jaar Leef-werkschool. Deze Amsterdamse school berust op het principe van kultuurover-dracht zonder schoolse dwang. De kinderen kunnen meebeslissen over de dage-lijkse gang van zaken en hoe ze de leervormen willen invullen. De school is geves-tigd aan de Keizersgracht 611 en geeft een `schoolblad' (Post) uit. (SR).Gerrit Geitenbeek & Jan Rupp, Middenschool en samenleving — naar een opzeten inhoud van middenschoolonderwijs; Van Gennep, Amsterdam, f. 9,50.Leefschoolwerkboek; NADA, Amsterdam.Piet Snot en het principe Wijsneus — het tweede boek van de Leefwerkschoolmet voorwoord van Guus Kuiler; NA DA, Amsterdam; f 20,--.

LOSSE EXEMPLAREN DE AS

Nog verkrijgbaar zijn de volgende afleveringen van De AS: nr. 28 (Kropot-kin), nr. 29130 (Repressie & 'veiligheid'), nr. 36 (Europese alliantie), nr. 38(Bedrog van het kapitaal), nr. 41 (Gezondheidszorg), nr. 42143 (Prou-dhon), nr. 44145 (Onkruit & antimilitarisme), nr. 46 ( USA), nr. 47 (Ge-weld), nr. 48 (Kunst), nr. 49 (Sociale aktie), nr. 50151152 (Anarchisme overde grenzen), nr. 53 (De staat van verzorging), nr. 54 (Schijnanarchisme) ennr. 55/56 (Politieke vorming).Van sommige afleveringen zijn slechts enkele exemplaren beschikbaar. Be-stellen door storting van ƒ. 4,90 per exemplaar, resp. je. 6,90 voor een dub-belnummer, en ƒ 8,50 voor nr. 50151152 en nr. 55156 op postgiro 44.60.315van De AS te Den Haag.

28

Page 30: DE AS › documenten › de_AS_057.pdf · gen. En steeds zou blijken dat er een gigantiese kloof gaapt tussen de ene Tolstoj en de andere, maar gelukkig blijkt de kloof niet onoverbrugbaar,