D  · Web viewHOMILIETommeke, Tommeke … Johannes 20,19-31. 8. april 201. 8. Pol Hendrix. Zo...

3

Click here to load reader

Transcript of D  · Web viewHOMILIETommeke, Tommeke … Johannes 20,19-31. 8. april 201. 8. Pol Hendrix. Zo...

Page 1: D  · Web viewHOMILIETommeke, Tommeke … Johannes 20,19-31. 8. april 201. 8. Pol Hendrix. Zo eindigt het evangelie volgens Johannes (al volgt …

HOMILIE

Tommeke, Tommeke …Johannes 20,19-318 april 2018Pol Hendrix

Zo eindigt het evangelie volgens Johannes (al volgt er dan nog een later toegevoegd hoofdstukje). De evangelist legt uit wat de bedoeling is van dit evangelie: het wil ons helpen geloven dat Jezus de messias is en wel zo dat we door dat te geloven leven zouden vinden in zijn naam. Het gaat hem dus over de zin van het leven. Het gaat niet over gebeurtenissen van tweeduizend jaar geleden. De verhalen die de evangelist heeft genoteerd – en hij zegt zelf dat het slechts om een kleine selectie gaat – zijn hulpmiddelen om die zin te ontdekken. Want het gaat niet over journalistiek, maar over verkondiging. Het geloof in de opgestane Christus is het uitgangspunt van de schrijver en in twintig hoofdstukken wil hij ons daar stapsgewijs naartoe leiden. Alles wat hij Jezus laat zeggen en laat doen is in functie daarvan neergeschreven en wil geen exacte weergave zijn van wat Jezus ‘echt’ heeft gezegd en gedaan. Trouwens, dit evangelie is er pas gekomen ongeveer een eeuw na Jezus’ geboorte. Wie het heeft geschreven weten we niet. Johannes is wellicht niet de naam van de schrijver, eerder degene aan wie dit schrijfstuk werd opgedragen.

Gedurende deze paastijd lezen we elke zondag uit dit evangelie (met uitzondering van volgende zondag).

Het verhaal over de zogenaamd ongelovige Tomas, dat we vandaag hebben beluisterd, is zeer merkwaardig en zeer veelzeggend. Net zoals de evangelist een keuze heeft moeten maken, zo zal ook ik mij moeten beperken door slechts een paar luiken een beetje te openen zodat er wat licht valt op een paar van die merkwaardigheden … Laten we bij het begin beginnen: de leerlingen waren achter gesloten deuren bijeen op de avond van de eerste dag van de week. De eerste dag is de zondag of, als we naar betekenis willen zoeken: het is de dag waarop God het licht schept. “God zei: ‘Er is licht!’ Er was licht. God zag dat het licht goed was. God maakte scheiding tussen licht en duisternis. God riep het licht: ‘dag’. De duisternis riep hij: ‘nacht’. Er was avond, er was ochtend, eerste dag.” Zo staat er letterlijk in het scheppingsverhaal, dat we nog maar acht dagen geleden in de paaswake hebben beluisterd. De eerste dag is de dag waarop het licht doorbreekt, het nieuwe licht, het licht van Pasen. Zo bevinden de leerlingen zich aan het begin van een nieuw scheppingsverhaal. De luiken zijn gesloten, maar het licht komt toch al door spleten naar binnen. Maar er is nog angst voor degenen die zich aan de andere kant van de luiken bevinden. Angst die wellicht ook wederzijds is, want waarom zouden de joodse leiders anders Jezus door de Romeinen ter dood hebben laten brengen? Die angst aan beide kanten zal er nog jaren blijven en zal een stempel drukken op het steeds sneller groeiende christendom. Maar dát het groeide kwam natuurlijk vooral door het geloof dat Jezus met hen was. En zo lezen we dat Jezus ook ineens in hun midden stond en het eerste wat hij zei was: ‘Sjalom aleichem’!

Jezus laat hun zijn handen en zijn zijde zien en de leerlingen waren vol vreugde toen ze hem zagen. Maar eentje was er niet bij, Tomas – ook wel Didymus genoemd, en dat betekent zowel twijfelaar als tweelingbroer – en die kon zijn oren niet geloven ... Precies een week later kon hij het met zijn eigen ogen zien. “Kom hier met je vinger en zie mijn handen,” zei Jezus, “leg je hand dan in mijn zijde en laat je wantrouwen varen, zodat je volop kan geloven.” Het is de derde keer dat Tomas in dit evangelie wordt vernoemd en telkens geeft hij blijk van gezond verstand. Hij laat zich niet meesleuren, hij is geen dweper, maar geeft – net zoals elke moderne mens – plaats aan oprechte twijfel. De eerste keer lezen we over hem in het verhaal over Lazarus die gestorven was. Jezus had gezegd: “Kom, laten we er naartoe

Page 2: D  · Web viewHOMILIETommeke, Tommeke … Johannes 20,19-31. 8. april 201. 8. Pol Hendrix. Zo eindigt het evangelie volgens Johannes (al volgt …

gaan.” Waarop Tomas ironisch zegt: “Ja, laten we maar gaan, dan kunnen we samen met hem sterven!” De tweede keer laat hij van zich horen, nadat Jezus had aangekondigd dat hij naar de Vader zou gaan en “waar ik heenga,” had hij gezegd, “de weg daarheen is jullie bekend.” Daarop liet Tomas zich ontvallen: “Maar allez, heer, wij wéten toch niet waar u naartoe gaat; hoe zouden we dan de weg daarheen moeten kennen?” Drie keer laat Tomas zo van zich horen en drie keer zouden we daarbij als commentaar kunnen geven: “Tommeke, Tommeke, Tommeke, wat zegt ge nu?!”

Toch is het dankzij het wantrouwen en de twijfel van Tommeke dat wij vanuit onze eigen twijfels ook tot geloof kunnen komen. Tomas is tot het inzicht gekomen dat je, om de verrezen heer te kunnen zien, je met andere ogen moet kijken. Jezus nodigt hem uit aan zijn zijde, om niet alleen met woorden, maar ook met daden, het mens geworden Woord van God uit te dragen. ‘Breek uit jezelf, breek uit het systeem van berekening en veroordeling en word mijn tweelingbroer, die met mij naar de uitgestotenen en de verdrukten gaat om hen op te tillen uit hun wanhoop en onmacht.’ Want geloven dat Jezus leeft is een kwestie van je eigen leven zo in te richten dat anderen in jou kunnen geloven en jou kunnen vertrouwen. Jezus heeft Tomas bevestigd omdat hij, door hem met andere ogen te zien, is gaan geloven. Naar ons toe, voegt hij daaraan toe: “Zalig zij die niet gezien hebben en toch tot geloof komen”. Net zoals de auteur van het Johannesevangelie hebben wij Jezus niet gezien, maar toch zijn wij in staat om in hem te geloven. Als wij tenminste niet blijven steken bij allerlei historische en biologische feiten die ons doen twijfelen, omdat we enkel waarde hechten aan wat wetenschappelijk bewezen kan worden. Jezus’ verrijzenis is niet iets dat je in een laboratorium kan laten onderzoeken, maar is een werkelijkheid die op een heel andere manier op ons afkomt. Zalig zijn wij als wij openstaan voor de ‘meer-waarde’ die het verrijzenisgeloof biedt, als wij niet blijven steken bij de beperkingen van onze waarnemingen, maar ons durven toevertrouwen aan een dimensie van het leven die ons overstijgt, maar die ons vooral ook draagt over alle woelige baren heen.

Geloven is geen vlucht uit de werkelijkheid, maar, integendeel, een manier van leven die zich niet enkel aan de oppervlakte van het bestaan afspeelt, maar wil doordringen in alle lagen van de werkelijkheid. Geloven is ‘ja’ zeggen op de zending die Jezus ons meegeeft, een zending naar alle mensen die zoeken naar zin, naar verdieping, naar verbondenheid, naar verworteling in het visioen van de liefde dat ons naar God verwijst … Mag dat licht tot je doordringen op deze eerste dag van de rest van je geloofsleven …