MULTIDISCIPLINAIR en teamgericht

denken en werken.

CVO G. Vignero 2016

CVO G. Vignero 2016

Psycho-

therapie

Test-

psychologie

neurologie

Andere

therapieën

medisch

logopedie

kine

ergotherapie

Justitieel

Gezinsweten

schappen

psychiatrie

ontwikkeling

psychologie

opvoeder

CVO G. Vignero 2016

DENKEN

WERKEN

TEAM persoon theorie

CVO G. Vignero 2016

GESCHIEDENIS

Wie zit er rond tafel ?

• ’60 : medisch model

• ’70 : de deskundigen komen : monodisciplinair

• ’80 : multidisciplinair : schriftelijke inbreng

• ’90 : inbreng van begeleiders en van ouders

interdisciplinair

• ’00 : inbreng van de cliënt : trajectbegeleiding

bekwaamheid en recht

CVO G. Vignero 2016

• 1 discipline stelt zich centraal op

• het blijkt dat een mens kan onderscheiden

worden in verschillende aspecten

• deze aspecten gaan onderscheiden in

verschillende disciplines die uitwisselen

• werken vanuit een integratie van

verschillende aspecten

• ouders en cliënt en belangrijke anderen

worden directe betrokkenen

CVO G. Vignero 2016

CVO G. Vignero 2016

WAT

WIE

WAAROM

© J. Heijkoop

Overschatten

Onderschatten

CVO G. Vignero 2016

724 - 345 + (5 x 6) =

CVO G. Vignero 2016

CVO G. Vignero 2016

EEN VOORBEELD VAN EEN ‘WIE’ VERSLAG.

• EEN KIJK DOOR DE BRIL VAN LUC :

• Ring ring, de bel gaat en de school is uit. Overbewegelijk en vol energie loop ik de school poort uit. Nog even een babbeltje maken met een juf van een andere klas, daarna nog even goedendag zeggen tegen de kinderen in de opvang. Ik ga dan op mijn gemak richting leefgroep, ondertussen denk ik aan het komend weekend en aan thuis, ik babbel/brabbel wat luid op mijn gedachten… In de groep aangekomen merk ik dat het druk is en ik laat me wat meeslepen in deze drukte. Ik roep luid om toch maar boven het lawaai van de hele bende uit te komen en ik lach om dingen die ik zelfs nogeens niet snap… Op weg naar mijn kamer word ik een heel aantal keren afgeleid. Even naar het bord kijken wie er werkt, even in de spiegel kijken hoe ik eruit zie, ook nog even naar onze visjes kijken, dan wandel ik toch een beetje door, weeral luid op vertellend over de dingen die me bezig houden. Aan de bureau hou ik even halt om er een blik in te werpen. Er moest maar eens iemand zitten… zit er iemand… nee, ok dan ga ik maar de trap op en ondertussen word ik voorbij geschoten door de Karel. Ik roep hem al lachend nog iets na maar hij heeft me belangen niet gehoord. Boven in de gang is het behoorlijk rustig. ik zal er eens verandering in brengen… De opvoeder vraagt me om op mijn kamer te gaan. Dat doe ik maar nadat ik mijn boekentas neer heb gezet trek ik mijn schuif open en neem ik een stapel boekjes, ik vouw ze dubbel en bladder er even door.

CVO G. Vignero 2016

• EEN VOORBEELD VAN EEN WAT VERSLAG

• Matig mentale handicap. IQ = 30. Geen psychiatrische diagnose.

• Geen rekenvaardigheden en geen besef van waarde van geld.

• Eenvoudige taal begrijpt hij goed. Informatie met pictogrammen begrijpt hij volledig.

• Neemt geen contact met mensen die hij niet kent, vindt zijn aandachtsbegeleider belangrijk.

• Gaat elke maandagavond naar de sportclub en neemt deel aan de special olympics.

• Probleemgedrag : gooien met voorwerpen, conflicten met andere medebewoners

CVO G. Vignero 2016

CVO G. Vignero 2016

De Vineland !!!!

Een waarom verslag

• As I: 299.00 Autistische stoornis

• As II: inschatten van verstandelijke

capaciteiten zeer moeilijk omwille van

ernstige autistische stoornis: gemiddelde

ontwikkelingsleeftijd bij benadering 2.2j.

Matig tot ernstig verstandelijke handicap.

• As III: epilepsie

• As IV: geen

• AsV: GAF: 15

CVO G. Vignero 2016

WAAROM DSM V • 1. Neurale ontwikkelingsstoornissen

• 2. Schizofrene spectrum- en andere psychotische stoornissen

• 3. Bipoliaire en verwante stoornissen

• 4. Depressieve stoornissen

• 5. Angststoornissen

• 6. Obsessief-compulsieve en aanverwante stoornissen

• 7. Trauma- en aan een stressbron gerelateerde stoornissen

• 8. Dissociatieve stoornissen

• 9. Somatische symptoom- en aanverwante stoornissen

• 10. Voedsel en eetstoornissen

• 11. Uitscheidingsstoornissen

• 12. Slaap /waakstoornissen

• 13. Seksuele disfuncties

• 14 Geslachtsidentiteit

• 15. Storend gedrag, gebrekkige impulsbeheersing en gedragsstoornissen

• 16. Stofgerelateerde en verslavingsstoornissen

• 17. Neurocognitieve stoornissen

• 18. Persoonlijkheidsstoornissen

• 19. Seksuele afwijkingen

• 20. Bewegingsstoornissen en andere onprettige effecten van medicatie

• 21. Andere toestanden die psychologische zorg behoeven.

CVO G. Vignero 2016

• INTERVISIE Hfdst 3 *er is sprake van collegiale ondersteuning

*men adviseert elkaar bij werkproblemen

*de leergroep bestaat uit gelijken

*het gebeurt binnen een gezamenlijke vastgelegde structuur die geregeld samenkomt

*het is een leerproces dat zelfsturend is en gericht op zelfreflectie.

• SUPERVISIE : er is een expert die begeleidt

• ADVIES EN CONSULTBij ADVIES en CONSULT zijn het

deskundigen aan wie hun kijk wordt gevraagd op een bepaald probleem zodat

mensen anders gaan kijken, meer inzicht krijgen of bepaalde problemen anders

kunnen benaderen.

• MULTIDISCIPLINAIR WERKEN Vanuit verschillende disciplines of achtergronden wordt gekeken naar een bepaalde

probleemstelling of situatie. De betrokken persoon wordt als het ware

onderscheiden en geanalyseerd in een aantal deelaspecten. Al deze onderscheiden

invalshoeken worden nadien opnieuw samengebracht met het oog op een synthese

en nieuwe inspiratie. Dit proces wordt neergeschreven in een multidisciplinair

verslag.

CVO G. Vignero 2016

CVO G. Vignero 2016

ONTWIKKELINGSDIMENSIES

• Sensorisch: hersenen

• Motorisch: hersenen

• Cognitief: hersenen en aanleren

• Emotioneel: hersenen en de draad

CVO G. Vignero 2016

CVO G. Vignero 2016

CVO G. Vignero 2016

• Basiscondities rond emoties op het niveau van

de hersenen.

• De draad die deze emoties vorm gaat geven en

overnemen

• Het kind ontdekt wie zijn draad is

• De draad zorgt ervoor dat het kind met zijn

emoties kan exploreren naar regels (geweten),

anderen (sociaal gedrag) en de omgeving

CVO G. Vignero 2016

CVO G. Vignero 2016

Basisstructuren De draad trekken Hechting: de draad

Hechtingsvoorwaarden: de

draad voorbereiden

Hechting : de draad

Exploratie

Vasthouden en loslaten vanuit

de draad naar

Regels

Anderen

Omgeving

CVO G. Vignero 2016

CVO G. Vignero 2016

DENKEND BREIN:

denken

HECHTINGSBREIN:

de draad

STRESSBREIN:

de emotiebron

HERSENSTAM:

basale processen

Vanaf derde

draad

Tweede draad:

hechting

Eerste draad

CVO G. Vignero 2016

Cognitieve ontwikkeling

• ervaren

• DOEN (tot 2 j.)

• Fantasie (2 tot 6 j.)

• Logisch en concreet denken (6-12 j.)

• Maatschappelijk en reflectief denken (12 +)

CVO G. Vignero 2016

Taalontwikkeling

• De fonologische ontwikkeling

• Het aantal woorden dat iemand kent .

• De semantische ontwikkeling : het

symbolische van de taal.

• De morfologie : het verbuigen van

woorden.

• De syntaxis : zinsbouw.

• Efficiënt kunnen communiceren

CVO G. Vignero 2016

Geboorte vocalisaties

Vanaf 2 tot 3 maand tateren

Rond 7 maand Enkel nog klanken tateren die bij de moedertaal horen

Eerste verjaardag Eerste woord

Anderhalf jaar De tweewoordzin ontstaat ; 15 tot 20 woorden gekend. Concrete dingen natuurlijk en belangrijke personen.

Twee jaar 200 tot 300 woorden ; de twee woordzin breidt grammaticaal uit . ZN-ZN ; ZN-WW ; BN –WW ; nee-WW/ZN

Drie jaar Langere zinnen (vier woorden en meer) ; 900 woorden. Plaatsbepaling , gebod of wens , negatie , beschrijving, bezit, bepaling, vraag. 3000 woorden

Vier jaar 5 tot 6 woorden in een zin

Vijf jaar 4000 woorden

Twaalf jaar 17ooo woorden

Volwassene 50 tot 70000 woorden

CVO G. Vignero 2016

• Kijken

• Doen

• Spreken

• Bespreken

• Reflecteren