Cursistenboek Taalklas.nl H. 1 Het huis · 2019. 12. 4. · F. Stond daarom de deur open? J. Ja,...

CursistenboekTaalklas.nlHoofdstuk1 Hethuis

Hoofdstuk1Hethuis

©2016StichtingExpertisecentrumOefenen.nl

1

1 Woorden

1debadkamer 2hetbed 3dedeur

4dedoek 5dedoos 6dedouche

7hethuis 8dehuiskamer 9dekapstok

Hoofdstuk1Hethuis


2

10dekeuken 11demuis 12demuur

13deslaapkamer 14destoel 15detafel

16detrap 17hetwater 18dewc

Hoofdstuk1Hethuis


3

19dezeep 20in

Hoofdstuk1Hethuis


4

Schrijfdewoordenoverenschrijfzeinjouwtaal

1debadkamer de badkamer 浴室 2hetbed 3dedeur 4.dedoek 5.dedoos 6.dedouche 7hethuis 8dehuiskamer 9dekapstok 10.dekeuken 11demuis 12.demuur 13.deslaapkamer 14destoel 15detafel 16detrap 17hetwater 18dewc 19dezeep 20in

Hoofdstuk1Hethuis


5

2 Werkwoorden

1Keesgaat 2Keesgeeft 3Timhelpt

4Sannekookt 5Keespakt 6Keesvalt

ik ben jij bent hij is zij is

wij zijn jullie zijn zij zijn

7Keeswoont 8Keesis

Hoofdstuk1Hethuis


6

Kies het werkwoord 1. Ik……ga……..naarboven. (gaat–ga–gaan)

Kees……gaat……..naarboven.LindaenSanne……gaan……..naarboven.

2. Ik………………………..dedoekaanLinda. (geeft–geef–geven)

Kees………………………..dedoekaanLinda.TimenSanne………………………..dedoekaanLinda.

3. Ik………………………..indekeuken. (helpen–helpt–help)

Tim………………………..indekeuken.LindaenSanne………………………..indekeuken.

4. Ik………………………..hetwater. (kookt–koken–kook)

Sanne………………………..hetwater.LindaenSanne………………………..hetwater.

5. Ik………………………..dezeep. (pakken–pak–pakt)

Kees………………………..dezeep.LindaenSanne………………………..dezeep.

6. Ik………………………..vandetrap. (vallen–val–valt)

Kees………………………..vandetrap.LindaenSanne………………………..vandetrap.

7. Ik………………………..ineenhuis. (woon–woont–wonen)

Kees………………………..ineenhuis. LindaenSanne………………………..ineenhuis.

8. Ik………………………..indebadkamer. (is–ben–zijn)

Kees………………………..indebadkamer.LindaenSanne………………………..indebadkamer.

Hoofdstuk1Hethuis


7

3 Tegenstellingen

1beneden 2boven

3donker

4licht

5makkelijk 6moeilijk

Hoofdstuk1Hethuis


8

7welop 8nietonder

Hoofdstuk1Hethuis


9

4 Getallen

1

2

3

een twee drie

4

5

6 vier vijf zes

7

8

9 zeven acht negen

10

tien

Hoofdstuk1Hethuis


10

5 Kleuren

1rood 2geel 3groen

4blauw 5wit 6zwart

7oranje 8paars 9bruin

Hoofdstuk1Hethuis


11

10grijs 11roze

Hoofdstuk1Hethuis


12

6 Film

Hé,hallo,ikbenFred.Ikganaarhuis.Hierwoonik.Ikwoonineenhuis.Kommaarmee.Komkijken.Ikzetmijnfietseventegendemuur.Zo,gaanweevennaarbinnen.Hé,dedeurisopen.Gamaarmee.Ditisdekapstok.Jet,ikbenthuis!Ditisdehuiskamer.Ditismijnbank.Oh,endatisJet.Jetwoonthierook.Hallo,watdoejijoptafel?Waaromzitjijnietopdebank?

(Jet) Eenmuis.Eenmuisindedoos.

Erziteenmuisindedoos.(Fred) Jawaar?J. Indedoos!F. Ja,wáárdan?J. Onderdekapstok.F. Onderdekapstok?J. Erziteenmuisindedoosonderdekapstok.F. Oh,enindiedooszitdiemuis?

Hoofdstuk1Hethuis


13

J. Ja,eenheleviezemuis.F. Stonddaaromdedeuropen?J. Ja,nou,pakdiedoos.Diemuisdiemoetweg.Hup,pakdie

doos!F. Nou,diemuisiserniethoor.Nietindezedoos. Huh,kijkmaar,dedoosisleeg. Naarbuiten,diemuisisdoordedeurnaarbuiten. NouJet,komvandietafel.Kombijmeopdebankzitten.J. Isdedeurdicht?F. Ja,dedeurisdicht,dedoosisleegendemuis…dieisweg. Nou,enik?Ikbenlekkerthuis!J. Oh!Ikmoetnogkoken!Ikhebnognietgekookt! Datbenikhelemaalvergeten. Datkomtnatuurlijkdoordiemuis,diemuisindiedoos. Nou,ditisdekeuken.Ikkookindekeuken. Hierkookikhetetenin.F. Jet,kaniknogevendouchen?J. Jahoor,datkan.Ikganuhetetenkoken.F. Ikganaardebadkamer.Kommaarevenmee. Wegaannaarboven. Ditisdetrap,detrapnaarboven. Detrapnaardeslaapkamerénnaardebadkamer. Hierismijnslaapkamer.Ditismijnbed. Ikslaapinditbed.Ikslaapindezekamer. Iklaatjedebadkamerevenzien. Ditisdebadkamer.Ditisdedouche. Ditishetbad.Koudwater,warmwater. Nou,nugaikdouchenmetzeepenwater. Eneenhanddoekommeaftedrogen. Nou,gamaarevennaarbeneden! Gamaaropdebankzitten,ofzo. AAAH!Eenmuis,eenmuis!

Hoofdstuk1Hethuis


14

Komgauw,opdetafel! Erziteenmuisindebadkamer!

deburen

defiets

debank

Kieshetgoedewoord

1. (wc–woon–tafel)

Ik…woon…ineenhuis.

2. (huis–in–stoel)Demuisis……………dedoos.

3. (op–muis–zeep)Jetzit…………………….detafel.

4. (bed–niet–douche)Fredzit………………….opdetafel.

5. (open–doos–douche)Hé,dedeuris ………………………..

Hoofdstuk1Hethuis


15

7 Lied

Hetis5uur,ikganaarhuisHijgaatnaarhuisHijgaatnaarhuisHetis5uur,ikganaarhuisOmlekkeruitterustenIkwoonineenleukebuurtEenleukebuurtEenleukebuurtIkwoonineenleukebuurtEenbuurtmetfijneburenIkpakmijnsleutelsuitmijnzakUitzijnzakUitzijnzak

IkpakmijnsleutelsuitmijnzakEndedeurgaatopenIkgeefmijnvrouweendikkezoenEendikkezoenEendikkezoen

Hoofdstuk1Hethuis


16

IkgeefmijnvrouweendikkezoenEngamijnkrantjelezenZijkooktdandeaardappelsDeaardappelsDeaardappelsZijkooktdandeaardappelsDatdoetzijindekeukenIkhebzo’nhongerikvalflauwHijvaltflauwHijvaltflauwIkhebzo’nhongerikvalflauwLatenwegaanetenIkhelpbijhetafwassenHetafwassenHetafwassenIkhelpbijhetafwassenIklaatnooitietsvallen.’sAvondsbeniklekkerthuisLekkerthuisLekkerthuis’sAvondsbeniklekkerthuisWekijkendannaar…LingoNeenaarvoetbalLingoHetNederlandselftalspeelt

Hoofdstuk1Hethuis


17

desleutel dekrant deaardappels

Vragen

1. Benjijthuisofopschool?Ikben……………………………………………………………….

2. Waarwoonjij?Ikwoonin…………………………………………………………

3. Woonjijineenleukebuurt? (wel–niet)Ikwoon……………………………..ineenleukebuurt.

4. Kookjijvandaagaardappels?Ikkookvandaag…………………………………………………

5. Helpjijbijhetafwassen? (wel–niet)Ikhelp………………………bijhetafwassen.

Hoofdstuk1Hethuis


18

6. Kijkjijnaarvoetbal?Ikkijknaar…………………………………………………………

7. Zijndevragenmakkelijkofmoeilijk?Devragenzijn……………………………………………………

Cursistenboek Taalklas.nl H. 1 Het huis · 2019. 12. 4. · F. Stond daarom de deur open? J. Ja,...

Documents

Transcript of Cursistenboek Taalklas.nl H. 1 Het huis · 2019. 12. 4. · F. Stond daarom de deur open? J. Ja,...