CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de...

104
IN OPDRACHT VAN GEMEENTE KAMPEN CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN WAARDENSTELLING HISTORISCHE BINNENSTAD KAMPEN FEBRUARI 2011

Transcript of CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de...

Page 1: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

IN OPDRACHT VAN GEMEENTE KAMPEN

CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE

EN WAARDENSTELLING

HISTORISCHE BINNENSTAD

KAMPEN

FEBRUARI 2011

Page 2: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te
Page 3: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN WAARDENSTELLING HISTORISCHE BINNENSTAD KAMPEN

FLEXUS AWCfebruari 2011

Page 4: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

10 Flexus AWC

De cultuurhistorische verkenningEen cultuurhistorische verkenning voor een gebied vormt de onderlegger voor het cultuurhistorisch ruimtelijk beleid, wat zijn vertaling vindt in onder meer de structuurvisie, het bestemmingsplan, de erfgoednota en de wel-standsnota.

Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te geven moet de cultuur-historische verkenning de taal spreken van de verschillende vakdisciplines die in de ruimtelijke ordening een rol spelen. Bovendien moet de informatie in de cultuurhistorische verkenning eenvoudig vindbaar en herleidbaar zijn.

Daarom bevatten de cultuurhistorische verkenningen van Flexus AWC altijd een samenvattend hoofdstuk, waarin de cultuurhistorische randvoorwaarden voor het ruimtelijk beleid benoemd worden. Feitelijk wordt hier de informa-tie uit de onderzoekshoofdstukken kort en bondig samengevat en in aanbe-velingen vertaald.

De gebiedsanalyseHet begrip ‘Erfgoed en Ruimte’ heeft betrekking op zowel de cultuurhistori-sche als de ruimtelijke component van omgevingen. Onze cultuurhistorische verkenningen sluiten nauw hierop aan door beide aspecten nadrukkelijk te belichten. Een analyse van de ontstaans- en transformatiegeschiedenis van gebieden is noodzakelijk om ‘het verhaal van de plek’ te kunnen benoemen.

Hiernaast is echter ook een ruimtelijke analyse van de huidige situatie van belang om juist dié ruimtelijke elementen te herkennen die als cultuurhisto-rische component van de omgeving gewaardeerd worden. In de cultuurhis-torische verkenningen van Flexus AWC worden beide analyses als aparte onderdelen opgenomen. Ons cultuurhistorisch analytische werk beweegt zich hiermee tussen historische ontwikkeling, erfgoed, stedenbouwkunde en ar-chitectuur. Hierdoor worden zowel stedenbouwkundigen als architecten en erfgoeddeskundigen door ons werk aangesproken.

Flexus AWCDrs. ing. Marcel R. van Winsen en ir. Hugo J. van Velzen hebben al meer dan tien jaar een vruchtbaar ruimtelijk en cultuurhistorisch onderzoeks- en ad-viesbureau in Rotterdam, Flexus Architectuur Welstand Ruimtelijke Ordening en Cultuurhistorie.

Flexus AWC heeft een sterke naam opgebouwd op het gebied van ‘Erfgoed en Ruimte’. Samen met hun medewerkers adviseren de partners diverse par-tijen in Nederland over de waarden van historische omgevingen en hoe deze te beschermen en verder te ontwikkelen. Binnen het bureau zijn de vakdisciplines stedenbouwhistorie, bouwhistorie, ruimtelijk ontwerp en pla-nologie vertegenwoordigd, waardoor vraagstellingen op cultuurhistorisch en ruimtelijk vlak integraal onderzocht en beantwoord worden.

De brede insteek en kritische aanpak blijkt aan te spreken. De partners bin-nen het bureau werkten mee aan ruimtelijke planinstrumenten en/of maak-ten cultuurhistorische waarderingen voor onder meer de historische binnen-steden van Utrecht, Amersfoort, Leiden, Meppel, Kampen en Enkhuizen. Ook voor andere cultuurhistorisch van belang zijnde gebieden zoals het Amster-damse Berlage Zuid, de Waterstad en RDM-werf in Rotterdam, de uitbrei-dingswijken van Zoetermeer en het landelijk gebied van de gemeente Mep-pel is cultuurhistorisch en ruimtelijk geadviseerd.

De speciale interesse van het bureau gaat uit naar de Nederlandse histo-rische binnensteden. Door het lopende promotieonderzoek van de partners aan de TU-Delft naar de kernkarakteristieken van deze uiterst waardevolle gebieden hebben zij een schat aan kennis opgebouwd die zij ook in de toe-komst verder zullen uitbreiden en die kan worden ingezet voor bescherming en cultuurhistorisch verantwoorde sturing van veranderingsprocessen in deze kwetsbare omgevingen. De eerste resultanten van het onderzoek zijn de in 2012 verschenen publicatie ‘Binnen de Poorten’ waarin de historische bin-nenstad van Kampen systematisch en nauwkeurig beschreven wordt, en een onderzoeksmodel dat toegepast is ter evaluatie van het ruimtelijk beleid voor de binnenstad van Amersfoort.

I N T R O D U C T I E F L E X U S A R C H I T E C T U U R W E L S T A N D C U L T U U R H I S T O R I E

Page 5: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

11 Flexus AWC

De waardering en de aanbevelingenOnze opvatting is dat een gebiedswaardering met de uiterste zorgvuldig-heid moet worden uitgevoerd. Wij hanteren voor de waarderingen daarom de systematiek die aansluit op de richtlijnen voor cultuurhistorisch onderzoek van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Afhankelijk van de wens en finan-ciële mogelijkheden van de opdrachtgever wordt een waardering vertaald in een waardenkaart (dit kan een beleidskaart en/of objecten- en structu-renkaart zijn).

Als aanvulling op de waardering worden de cultuurhistorische verkenningen van Flexus AWC voorzien van aanbevelingen. Deze bestaan uit ruimtelijke en beleidsmatige aanbevelingen die de brug slaan tussen cultuurhistorie en het (toekomstig) ruimtelijk beleid. De aanbevelingen zijn van groot belang, omdat hiermee de discussie over het toekomstig ruimtelijk beleid ingezet wordt. Hiernaast bieden de aanbevelingen erfgoedambtenaren en de ma-kers van ruimtelijke plannen een houvast bij de implementatie van cultuurhis-torie in de ruimtelijke ordening.

Een stap verderFlexus AWC heeft de instrumentele kennis in huis om de ruimtelijke aanbeve-lingen ook concreet te vertalen naar het instrumentarium: het bestemmings-plan (toekomstig omgevingsplan), de welstandsnota en andere ruimtelijke instrumenten. Ons bureau heeft verschillende Nederlandse gemeenten hierin geadviseerd, en een onderzoeksmodel opgezet waarmee bestaand cultuur-historisch ruimtelijk beleid getoetst kan worden. Wanneer de opdrachtgever dit wenst is het dus mogelijk de ruimtelijke aanbevelingen direct van instru-mentele aanbevelingen te voorzien.

Tenslotte is in ons bureau veel architectuurhistorische en bouwhistorische ken-nis aanwezig, waardoor wij tijdens de opname van een gebied ook potenti-eel aan te wijzen objecten kunnen inventariseren en waarderen.

I N T R O D U C T I E F L E X U S A R C H I T E C T U U R W E L S T A N D C U L T U U R H I S T O R I E

Page 6: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

Opdrachtgever: Gemeente Kampen, eenheid Ruimtelijke ontwikkeling

Uitvoering/Research:

Flexus Architectuur Welstand CultuurhistorieProvenierssingel 15 A3033 ED Rotterdamwww.flexusawc.nl

ir. Hugo J. van Velzendrs.ing. Marcel R. van WinsenSjoerd KeetmanPeter Visser

Met speciale dank aan:H. van der Werf, cultuurhistoricus gemeente Kampen D. Haagsma, voormalig cultuurhistoricus gemeente Kampendrs. Th. M. van Mierlo, stadshistoricus verbondenaan het Stedelijk Museum Kampen.

Rotterdam, februari 2011

ISBN 978-90-813164-5-3NUR 648

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Flexus AWC te Rotterdam.

C O L O F O N

Page 7: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

5

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

Flexus AWC

LEESWIJZER

In hoofdstuk 1 ‘Inleiding’ zijn de uitgangssituatie en de opgave die ten grond-slag hebben gelegen aan de opdracht tot het schrijven van een cultuurhisto-rische analyse en waardering benoemd, en zijn de beleidsmatige uitgangs-punten voor het beschermd stadsgezicht van de binnenstad van Kampen op een rij gezet. In hoofdstuk 2 ‘Waardenstelling en aanbevelingen’ zijn de cultuurhistorische waardenkaart en de hierbij behorende aanbevelingen voor beleid voor de totole binnenstad en voor de verschillende kwaliteitsgebieden aangegeven.In hoofdstuk 3 ‘Historisch-ruimtelijke karakteristieken van de binnenstad Kam-pen op vier analyseniveaus’ zijn de belangrijkste cultuurhistorische waarden van de binnenstad behandeld. In hoofdstuk 4 ‘Geschiedenis en ruimtelijke ontwikkeling van Kampen tot 2000’ is de ruimtelijke geschiedenis van Kampen vanaf haar ontstaan als nederzetting beschreven.

Hoofdstuk 2 vormt het centrale stuk voor de beleidsmatige aanbevelingen, omdat dit hoofdstuk op hoofdlijnen de richting aangeeft van het bescher-mend ruimtelijk binnenstadsbeleid. Vanuit hoofdstuk 2 wordt doorverwezen naar hoofdstuk 3, waarin meer gespecificeerd de cultuurhistorische en his-torisch-ruimtelijke waarden worden beschreven en aanbevelingen worden gedaan per benoemde waarde. Hoofdstuk 4, de geschiedenis van de stad Kampen, dient opgevat te worden als een aanvullend hoofdstuk, dat als naslagwerk kan dienen voor het ver-krijgen van kennis van het ontstaan en de ontwikkeling van de in hoofdstuk 3 benoemde waarden.

Door deze opzet is het voor de lezer mogelijk zich stapsgewijs te verdiepen in de cultuurhistorische waarden van de binnenstad van Kampen en is het mogelijk om de informatie uit deze verkenning gedoseerd en gericht in te zetten voor beleidsmatige vraagstukken, zoals de stedenbouwkundige en architectonische randvoorwaarden voor sloop-nieuwbouw.

Page 8: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

6 Flexus AWC

HOOFDSTUK 3: HISTORISCH-RUIMTELIJKE KARAKTERISTIEKEN VAN DE BINNENSTAD OP VIER SCHAALNIVEAUS

3.1 HOOFDPRINCIPES VAN DE STAD

3.1.1 Vormende determinanten van de stadsplattegrond en hun ruimtelijke resultanten3.1.2 Hoofdprincipes van de historische stad in kort bestek3.1.3 Het historisch stedelijke silhouet van Kampen

3.2 STEDENBOUW EN DE HISTORISCH FUNCTIONELE STRUCTUUR

3.2.1 De structuur van de stadsplattegrond: primaire, secundaire en tertiaire structuur3.2.2 Het stedelijk silhouet en de onderliggende structuur van de stadsplattegrond3.2.3 De structuur van de stad op een lager schaalniveau: bouwblokken en parcelleringen3.2.4 Stadsrand

3.3 OPENBARE RUIMTE

3.3.1 Straat3.3.2 Plein3.3.3 Stegen, sloppen en gangen3.3.4 Water3.3.5 Hoven

25

27

273335

39

39

49

4957

65

6574879399

INHOUDSOPGAVE

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

1.1 SITUATIESCHETS EN OPGAVE

1.2 DE GRONDSLAG VOOR BESCHERMING EN DE DOELSTELLINGEN HIERVAN

1.2.1 De grondslag voor bescherming1.2.2 Nieuwe ontwikkelingen en inzichten ten aanzien van het beschermd stadsgezicht 1.2.3 Geactualiseerde doelstellingen ten aanzien van het beschermde stadsgezicht

1.3 DEFINITIES, DOELSTELLINGEN, UITGANGSPUNTEN EN METHODEN VAN ONDERZOEK

1.3.1 Wat zijn cultuurhistorische waarden?1.3.2 Doelstellingen en focus van dit onderzoek1.3.3 Uitgangspunten en methoden van onderzoek

1.4 LITERATUUR, BRONNEN EN ARCHIEFWERK

HOOFDSTUK 2: WAARDENSTELLING EN AANBEVELINGEN

2.1 Algemene waardering2.2 Cultuurhistorische hoofdstructuur van Kampen2.2.1 Gebieden van topkwaliteit2.2.2 Gebieden van middenkwaliteit2.2.3 Gebieden van basiskwaliteit

pg

9

11

11

111112

12

13

13

1314

15

17

1921232324

I N H O U D S O P G A V E

Page 9: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

7

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

Flexus AWC

3.4 BEBOUWING

3.4.1 Bulk en bijzondere bebouwing3.4.2 Het portaalhuis3.4.3 De kap3.4.4 Bijzondere bebouwing

HOOFDSTUK 4: GESCHIEDENIS EN RUIMTELIJKE ONTWIKKELING VAN KAMPEN TOT 2000

4.1 Inleiding4.2 Geschiedenis en ruimtelijke ontwikkeling in de periode 1100 - 1330: een nederzetting groeit uit tot stad4.3 De periode van de late Middeleeuwen: een periode van sterke groei4.4 Geschiedenis en ruimtelijke ontwikkeling in de periode 1330 - 1385: aanvang van sterke groei4.5 Geschiedenis en ruimtelijke ontwikkeling in de periode 1385 - 1475: het doorzetten van sterke groei4.6 Geschiedenis en ruimtelijke ontwikkeling in de periode 1475 - 1560: het tij keert4.7 Geschiedenis en ruimtelijke ontwikkeling in de periode 1560 - 1830: een periode van verval4.8 Geschiedenis en ruimtelijke ontwikkeling in de periode 1830 - 1870: aantrekken van de groei4.9 Geschiedenis en ruimtelijke ontwikkeling in de periode 1870 - 1945: continuering4.10 Geschiedenis en ruimtelijke ontwikkeling in de periode 1945 - 2010: naoorlogse groei en herijking van de binnenstad

NOTEN, LITERATUUR EN ILLUSTRATIEVERANTWOORDINGBIJLAGEN

99

99101105109

115

117

117

127

127

137

143

147

159

169

175

181189

Page 10: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

[...]

Page 11: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

2 WAARDENSTELLING EN AANBEVELINGEN3HISTORISCH-RUIMTELIJKE KARAKTERISTIEKEN

VAN DE BINNENSTAD OP VIER SCHAALNIVEAUS

Page 12: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

26

3 H I S T O R I S C H - R U I M T E L I J K E K A R A K T E R I S T I E K E N O P V I E R S C H A A L N I V E A U S

Flexus AWC

Prestedelijke structuren. (FLX)

Kadastrale minuut 1818 met aanduiding van de be-langrijkste historische gebouwen.Uit: Historische stedenatlas van Nederland. Afl.4: Kampen.

IJsseldijk

hoekverdraaiing tussen Houtzagersteeg en Botervatsteeg: vermoedelijke restontginning

richtingen polderverkaveling

Reeve

Vloeddijk

weteringenstructuur

Page 13: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

27 Flexus AWC

gebouwd wijkt dan ook betrekkelijk weinig af van het in het westelijk deel van de stad gelegen veen- en kleigebied. Zij vertoont niet de duidelijke oe-verwallen die werden gevormd door rivierafzettingen van zand en klei. Ook ligt Kampen niet op rivierduinen, zoals bij Deventer het geval is. Kampen ligt derhalve op een oud veenpakket waar ook de omgeving uit is opgebouwd en dat niet door de diverse zeespiegelstijgingen of overstromingen van de rivier is aangetast. Natuurlijke hoogteverschillen zijn er dan ook nauwelijks in deze stad, alleen hoogteverschillen als gevolg van ophogingen en bedij-kingen. Het ontbreken van een zandrug en een oeverwal heeft ertoe geleid dat Kampen een regelmatiger plattegrond heeft dan veel andere riviersteden die op een oeverwal waren gevestigd, en waarbij afgetakte rivierarmen of kromme straten meer de regel zijn, zoals in Zutphen of Zaltbommel. Naast de waterloop van de IJssel is waarschijnlijk ook nog een andere na-tuurlijke waterloop bepalend geweest voor de stadsplattegrond van Kam-pen: het watertje de Reeve, naar alle waarschijnlijkheid een zijtak van de IJssel, één van de vele armen waarin de rivier zich in haar uitmondings-gebied in de loop der tijden verdeeld heeft, en die volgens verschillende auteurs in ieder geval vanaf de Cellebroedersweg tot aan het Oorgat nog steeds herkenbaar is in de loop van de Burgel.3.2 De stad zou dan ontstaan zijn in de knik die IJssel en Reeve maakten.In de Middeleeuwen werd de IJssel weer breder. Door een combinatie van factoren kon de rivier steeds meer water aan zich trekken waardoor zij een grotere stroomsnelheid kreeg. Het gevolg was dat de rivier meer zandig materiaal aanvoerde dat bij de monding van de rivier werd afgezet. Dit proces heeft de IJsseldelta gevormd. Hierdoor kwam de stad echter steeds verder van de monding van de IJssel in de Zuiderzee te liggen en werd moeilijker met diepgaande schepen te bereiken.

B & C Prestedelijke ontginnings- en infrastructuur en agrarische verka-velingsstructuren

Dijken en polderontginningDe wisselwerking tussen de mens en landschap heeft een sterke rol gespeeld bij het ontstaan van de stadsplattegrond.

3.1 HOOFDPRINCIPES VAN DE STAD

3.1.1 Vormende determinanten van de stadsplattegrond en hun ruimte-lijke resultanten

De plattegrond van historische steden is de resultante van een groot aantal processen, factoren, (pre)stedelijke structuren en artefacten (‘maatschap-pelijke’ en fysieke’ vormdeterminanten), die over een lange tijd en op com-plexe wijze op elkaar hebben ingewerkt en een ‘gelaagde’ en voor iedere stad unieke stadsplattegrond hebben achtergelaten.

Op het fysieke vlak zijn voor het ontstaan en de ontwikkeling van de stads-plattegrond vooral de volgende fysieke vormdeterminanten van belang: A geomorfologie en natuurlijk landschapB prestedelijke ontginnings- en infrastructuurC agrarische verkavelingsstructurenD (pre)stedelijke en stadsvormende artefactenE ontworpen en autonome structuren & wet- en regelgeving F functionele en sociaal-economische structuren. 3.1

Per onderdeel zullen deze vormende determinanten voor Kampen in het hiernavolgende beknopt worden behandeld.

A Geomorfologie en natuurlijk landschap: IJssel, Reeve, veen, geen oeverwalHet onderliggende veenlandschap en de rivier zijn van groot belang ge-weest voor de vorm van de stadsplattegrond en de ruimtelijke vorm van Kampen. Kampen heeft zijn ontstaan en ontwikkeling te danken aan de IJssel. Uit de opbouw van de aardlagen heeft men kunnen afleiden dat de IJssel zo’n 10.000 jaar geleden reeds een vrij grote rivier was, maar nadien geruime tijd een bescheiden, slechts weinig materiaal transporterende stroom is ge-weest. Pas in de loop van de Middeleeuwen werd de rivier weer wat breder. De gesteldheid van de bodem waarop het oudste deel van Kampen werd

Page 14: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

28

3 H I S T O R I S C H - R U I M T E L I J K E K A R A K T E R I S T I E K E N O P V I E R S C H A A L N I V E A U S

Flexus AWC

Vogelvlucht Oudestraat/IJsseldijk (GRO). In de verte de BovenkerkLinks de Voorstraat (Achter de Nieuwe Muren).

Page 15: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

29 Flexus AWC

of grachten), gebouwen of complexen die een zodanige omvang of beteke-nis hebben voor de stad, dat deze een ‘afdruk’ op het omliggende weefsel hebben nagelaten.

Burgel en weteringenstructuurDe Burgel en de hier omheen uitgelegde weteringenstructuur zijn dergelijke structuren die invloed gehad hebben op de stadsplattegrond en die in dit geval als prestedelijk benoemd kunnen worden. De Burgel, die voor een deel van zijn verloop vermoedelijk een natuurlijke oorsprong heeft in de veenrivier de Reeve, en die lange tijd de begrenzing van de stad vormde, werd aan de buitenzijde begrensd door de Vloeddijk, die een onderdeel vormde van een stelsel van dijken uit het eind van de 13de, begin 14de eeuw, bedoeld om het veengebied ten westen van de stad tegen het water van de IJssel en de zee te beschermen.3.4 De beide openingen van de Burgel in de IJssel waren immers niet door sluizen afgesloten, zodat het water van de rivier vrij in en uit kon stromen. Lange tijd heeft de Vloeddijk gefungeerd als uiterste grens van de stad in het westen. De Vloeddijk was al vroeg be-bouwd, in weerwil van de keuren van het stadsbestuur. De achter de Vloed-dijk gelegen weteringenstructuur, die dienst deed voor het ontwateren van de achterliggende polder Broeken en Maten, heeft ten grondslag gelegen aan het hoofdstratenpatroon in de latere Nieuwstad. Dit is het geval ter plaatse van de Groenestraat, waarbij de kavelstructuur aan beide zijden van de straat niet doorloopt, hetgeen wijst op een niet-gelijktijdige ontwik-keling van de beide zijden van de straat. Langs de Groenestraat heeft oorspronkelijk vermoedelijk een wetering gelopen, die hiervan de oorzaak is geweest. Ook de locatie van de vestgracht is door de weteringenstructuur bepaald. De vestgracht is een tot stadsgracht vergraven wetering.3.5

IJsseldijkStraten kunnen ook zélf stadsweefselvormend zijn, vooral de oudste en meest belangrijke. In Kampen is dat met name bij de Oudestraat het geval. Vanuit de kavels aan deze straat zijn de achterliggende Hofstraat en de Boven - en Buiten Nieuwstraat ontwikkeld, die in hun beloop de Oudestraat volgen. De Oudestraat volgt op zíjn beurt weer de loop van de IJssel.

De door de eerste bewoners van Kampen opgeworpen ophogingen langs de rivier zijn de basis geweest voor de nederzetting. Op de individuele ophogingen (de ‘werven’), die werden opgeworpen om de voeten droog te houden, werden de huizen gebouwd van boeren, handelaars en vissers. Vanuit de aaneenschakeling van werven is de dijk (de huidige Oudestraat) gegroeid, die licht gebogen de loop van de IJssel volgt. Haaks hierop lagen de sloten en paden over de weiden en akkers, die in de loop van de 14de eeuw werden omgevormd tot stegen en straten, zoals de stegen tussen de Geerstraat en de Broederstraat en de stegen en straten tussen de Buitenhaven en de Botervatsteeg. Het gedeelte tussen de Houtzagersteeg en de Botervatsteeg is vermoedelijk ontstaan op een ‘restontginning’, dat wil zeggen een nog niet ontgonnen stuk land dat overbleef tussen ten opzichte van elkaar verdraaide agrarische verkavelingen.3.3

D Prestedelijke en stadsvormende artefactenBehalve het natuurlijke en agrarische landschap van vóór de ontwikkeling van de stad, zijn ook bepaalde gebouwen, complexen, of door de stedelin-gen gemaakte structuren vormend geweest voor (delen) van de stadsplatte-grond en de ruimtelijke opbouw. Dit zijn structuren (bijvoorbeeld weteringen

Page 16: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

30

3 H I S T O R I S C H - R U I M T E L I J K E K A R A K T E R I S T I E K E N O P V I E R S C H A A L N I V E A U S

Flexus AWC

Uitsnede Kadastrale Minuut uit 1818. De Bovenkerk is afgezien van het kerkhof nauwe-lijks stadsweefselvormend geweest voor zijn omgeving. (GA)

Vogelvlucht Bovenkerk en Koornmarktpoort (GRO)

Uitsnede kadastrale Minuut uit 1818. De Buitenkerk is ingepast in een ‘weggelaten’ bouwblok, maar heeft niet zelf het weefsel gevormd. (GA)

Page 17: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

31 Flexus AWC

Verlanding buitendijkse eigendommenDe stegenstructuur aan de oostzijde van de stad, tussen de Oudestraat en Voorstraat, is in dit kader een specifiek geval. Deze dertien stegen, die niet aansluiten op de stegenstructuur aan de westzijde van de Oudestraat, zijn naar alle waarschijnlijkheid de verstedelijkte restanten van de oude perceelscheidingen van de weiden in de ooit buitendijks gelegen gronden. Maar het is ook aannemelijk dat zij teruggaan op steigers en havenhoofden die hier mogelijk hebben gelegen, daar in de late Middeleeuwen de Buiten-haven nog niet was aangelegd. Dit veronderstelt dan wel dat het stadsdeel tussen Voorstraat en Oudestraat is aangeplempt en niet aangewassen. 3.6

StadsmuurDe middeleeuwse stadsmuur is eveneens vormend geweest voor een deel van de stadsplattegrond. De Voorstraat aan de IJsselzijde van de stad (eerst aangelegd als de Waterstraat in de 14de eeuw, en later Achter de Nieuwe Muren geheten) heeft zich gevormd langs de stadsmuur en volgt het beloop ervan. Aan de westkant van de stad is de stadswal echter niet of nauwelijks vormend geweest voor het stadsweefsel. De Groenestraat en de Heilensteeg (huidige Bregittenstraat) volgen hier de loop van de Burgel, en de dwars-straten uit de 19de eeuw zijn relatief autonoom dwars op de Groenestraat en de Ebbingestraat gelegd. Voor meer informatie over de ‘imprint’ van de stadsmuur op de stadsplattegrond, zie paragraaf 3.2.4 Stadsrand.

De stadsbrugDe stadsbrug heeft als stadsvormend artefact invloed gehad op de stads-plattegrond van Kampen. Deze uit 1448 daterende brug onderstreepte door middel van de aansluiting op de Vispoort de voor de stad zo belang-rijke oost-westverbinding van de Broederstraat en Broederpoort dwars door de stad, en bestendigde met de aanlanding bij de zich ten noorden van de brug bevindende brede laad- en loskade het belang van dit gedeelte van de stad. Hierdoor verschoof het economisch zwaartepunt van de Koorn-marktpoort (aanlanding van het oude veer) definitief naar de Vispoort-zijde.

KloostercomplexenOok (voormalige) kloostercomplexen hebben invloed gehad op de ontwik-keling van de stadsplattegrond, zowel op het weefsel in de directe nabijheid van het klooster, als op de stadsontwikkelingen op de plaats van het klooster zélf wanneer deze werd opgeheven. In Kampen is dat het geval geweest bij het Broederklooster, dat de Nieuwe Markt heeft gevormd, het St. Geer-truidengasthuis aan de Burgwal, bij het huidige Myosotis – dat nu nog altijd als een grootschalig complex herkenbaar is – het Bregittenklooster waar de Vloeddijkkazerne voor in de plaats is gekomen, het Cellezusterklooster langs de Broederweg, het Cellebroederklooster langs de Cellebroeders-weg, alsmede bij enkele andere kloostergebouwen. Vaak zijn ook de belangrijkste kerken en gebouwen van stadsbestuur en handel van invloed geweest op de ontwikkeling van de stadsplattegrond, maar dat is in Kampen opmerkelijk genoeg niet of nauwelijks het geval. Op-vallend is dat het weefsel rondom de toenmalige Sint Nicolaaskerk (de hui-dige Bovenkerk) een eigen zuidoost-noordwest lopende structuur heeft die niet op de Bovenkerk is georiënteerd. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de ontwikkeling van het stadsweefsel in deze hoek van de stad niet vanuit een compacte kern rondom de Bovenkerk is gestart. Ook bij de Buitenkerk is geen sprake van nadrukkelijke invloed van de kerk op de stadsplattegrond. Deze kerk is gesitueerd in het midden van een aan de randen onvolledig in-gevuld bouwblok en heeft verder geen stadsplattegrond-vormende werking gehad, afgezien van de open ruimte rondom de kerk die de plaats van het voormalige kerkhof aangeeft. Het stadhuis, het belangrijkste gebouw van openbaar bestuur en handel, is geplaatst op de punt van een vorksplitsing en is daarmee een invulling van het bestaande weefsel. Dit maakt duidelijk dat ook dit gebouw niet bepa-lend is geweest voor de vorm van de stadsplattegrond. De enige uitzon-dering op de bovenstaande voorbeelden is de Koornmarktspoort, die een voorplein heeft waar omheen de bebouwing is georganiseerd. In het algemeen kan gesteld worden dat grote, specifiek ruimtevormende gebouwen die de aanliggende stedelijke ruimte stedenbouwkundig, archi-tectonisch of wat betreft ontsluiting of oriëntatie sterk bepaald hebben, zeldzaam zijn in Kampen. De stedelijke ruimtes rondom de grote gebouwen

Page 18: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

32

3 H I S T O R I S C H - R U I M T E L I J K E K A R A K T E R I S T I E K E N O P V I E R S C H A A L N I V E A U S

Flexus AWC

bestaan eerder uit een naadloze voortzetting van de straten die op deze gebouwen uitkomen, of die er eenvoudigweg langslopen.

E Ontworpen en autonome structuren & wet- en regelgeving Planmatige aanleg nauwelijks af te lezen uit de stadsplattegrondHoewel vaak wordt verondersteld dat de historische, en dan vooral de mid-deleeuwse stad, organisch gegroeid is met minimale regelgeving, is dat toch niet het geval. Er zijn wel degelijk straten planmatig aangelegd - ook in Kampen - maar ook was regelgeving op velerlei terreinen van het bouwen al in de 14de eeuw gemeengoed. Hierbij moet er een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen planmatig aangelegde straten en pleinen (in de zin van in één keer doelbewust ont-worpen en gereguleerd bebouwd, onder overheidstoezicht), en regelgeving (‘keuren’) omtrent het bouwen. Er kan van worden uitgegaan dat de oudste straten van Kampen organisch zijn gegroeid of op particulier initiatief zijn aangelegd en later gereguleerd door overheidsingrijpen. Hiervan zijn de Oudestraat en de Groenestraat voorbeelden, evenals de meeste dwarsstegen en straten tussen Oudestraat en Burgwal, alsmede de uitvalswegen, zoals de Broederstraat en de Geer-straat. Maar er zijn ook stegen en straten die min of meer planmatig tot stand zijn gekomen, als onderdeel van een stadsuitbreiding. Mogelijk is dit het geval bij de straten ten noorden van de Botervatsteeg en bij de vele stegen tussen de Oudestraat en de Voorstraat. Deze zijn op dermate re-gelmatige afstand van elkaar gelegen dat een planmatige aanleg mag worden verondersteld. De ruimtelijke verschillen tussen organisch gegroeide of planmatig aange-legde straten zijn lang niet altijd even evident. Beide typen waren vaak zo recht mogelijk, maar onregelmatigheden konden wel degelijk voorkomen.

Al met al heeft regelgeving toch wel de grootste impact gehad op de vorm van de stad. Al vroeg in de 14de eeuw kende Kampen bepalingen omtrent het verstenen van huizen, 37 spoedig gevolgd door regelgeving en subsidie voor het vervangen van rieten en houten daken door dakpannen. Er werden ook keuren uitgegeven over de minimale breedte van huizen, het vervangen van lemen en houten rookafvoeren door stenen, en het bouwen in de voor-

gevelrooilijn. Vooral dit laatste is zeer bepalend geweest voor de vorm van de stadsplat-tegrond. In de 16de eeuw is er een overheidscampagne geweest om in de hele stad de voorgevelrooilijnen recht te trekken, te ver uitstekende voor-gevels te laten afbreken en overbouwsels te verwijderen. Deze beweging tot het reguleren en rechttrekken van gevels en rooilijnen betrof zowel de oudste, min of meer gegroeide straten als de geplande of in één keer aan-gelegde exemplaren. Uiteindelijk is uit de stadsplattegrond van de binnenstad van Kampen nau-welijks af te lezen of het om een ontworpen structuur gaat of om een min of meer ‘organisch’ gegroeid geheel, omdat beiden zijn gereguleerd en door de overheid bijgestuurd.

F Functionele en sociaal-economische structuren Uitgesproken verschil tussen Oude stad en Nieuwstad De functionele en sociaal-economische patronen, dat wil zeggen de verde-ling van (economische en maatschappelijke) functies en welvaart over de stad is eveneens een bijzonder sturende factor in het ontstaan van de stads-plattegrond geweest. In Kampen is vooral van belang dat in de Nieuwstad, het gebied ten westen van de Burgel, enkele grote kloosters waren gevestigd vanaf de 14de eeuw, die tijdens de reformatie in het laatste kwart van de 16de eeuw werden opgeheven, en waarvan op enkele locaties nog de restanten in het stads-weefsel zijn opgenomen. Kenmerkend is dat de kloostertuinen vaak pas in een latere periode bebouwd zijn, waardoor op dit moment hun locatie soms nog duidelijk afleesbaar is in het stadsweefsel. De Nieuwstad werd hiernaast gekenmerkt door vooral agrarische bebou-wing, tuinen en stadsboerderijen die achter de Groenestraat een groot deel van dit gebied in beslag namen. Deze groene gordel en de agrarische functies hebben zich kunnen handhaven tot in de 20ste eeuw. Het gebied is in functionele zin nog altijd afwijkend van de rest van de stad, omdat juist hier een sterke verdichting van arbeiderswoningen heeft plaatsgevonden vanaf het derde kwart van de 19de eeuw. In stedenbouwkundige opzet en architectonische beeldtaal sluit dit gebied echter goed, zo niet onzichtbaar aan op de andere delen van de historische stad omdat de meeste steden-

Page 19: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

33 Flexus AWC

bouwkundige en architectonische principes niet sterk afwijkend zijn.Ook de stedenbouwkundige karakteristieken van de Oudestraat zijn een weerslag van de sociaal-economische en functionele geschiedenis van dit deel van de stad. Deze straat, die de ontstaansbasis van de stad is ge-weest, is vanouds ook het rijkste gedeelte van de stad geweest, waar veel handelaren waren gevestigd. Hierbij moet de aantekening gemaakt worden dat het zwaartepunt van economische activiteit – zeker na de bouw van de grote stadsbrug in 1448 – verschoven is van de Sint Nicolaaskerk en de Koornmarktspoort naar het noorden, richting Vispoort en Broederstraat. Stedenbouwkundig wordt de Oudestraat gekenmerkt door een opvallende breedte, de hoogste bebouwing van de stad en opvallend diepe en smalle percelen. De buurt tussen de Oudestraat en de Burgwal was minder welvarend en sterk gemengd wat betreft bevolkingssamenstelling. Dit is nog altijd af te lezen aan het grote verschil tussen de bebouwing aan de Hofstraat en de Nieuwstraat, die beiden een verschillend welvaartsniveau hadden. Het gebied boven de Botervatsteeg is eveneens altijd iets minder welvarend geweest, maar aan het stedenbouwkundig patroon is dit lastig af te lezen.

Aanbeveling vormende determinanten van de stadsplattegrondBij ingrepen in het historisch weefsel van de binnenstad: de historische vor-mende determinanten als uitgangspunt meenemen in het stedenbouwkundig en architectonisch ontwerp. 3.1.2 Hoofdprincipes van de stadsplattegrond in kort bestek

Langgerekte stadDe historische kern van Kampen is in langgerekte vorm langs de IJssel uit-gestrekt en relatief ondiep. De stad meet 1400 meter in de lengte en ca. 425 meter in de diepte op het breedste punt en heeft daarmee een zeer karakteristieke langgerekte en ondiepe hoofdvorm die met geen enkele historische stad in Nederland is te vergelijken. De ontwikkeling van de stad heeft hoofdzakelijk plaatsgevonden vanuit het zuiden langs lineaire structuren – de Oudestraat en de achterliggende se-cundaire straten - naar het noorden toe, de loop van de IJssel volgend, om

slechts éénmaal - met de Nieuwstad – in de diepte uit te breiden, de Burgel over. Een dergelijke lineaire groei is gebruikelijk voor een stad die langs een dijk is gegroeid en in de achterliggende polder is uitgebreid, zoals ook Amsterdam en Rotterdam zijn gegroeid. Kampen is dan ook een combinatie van de ideaaltypische historische stadstypen van ‘dijk- en damstad’ en ‘pol-derstad’ (zie het kader op de volgende bladzijden).

Combinatie van een dijk- en polderstadIn de Nederlandse context is het uitzonderlijk dat Kampen nooit een dam heeft gekend en dus feitelijk enkel een dijkstad is. De dijk is naar alle waar-schijnlijkheid ontstaan uit de geleidelijke aaneengroeiing van meerdere woonterpen of werven, een ontwikkeling die niet aan alle dijksteden ten grondslag heeft gelegen. Ook wat betreft het type polderstad is Kampen een vreemde eend in de bijt. Poldersteden kennen vrijwel altijd een uit-gebreid stelsel aan grachten en een zeer duidelijke voortzetting van het patroon aan poldersloten in het stratenbeloop. Behalve de Burgel zijn er in Kampen geen grachten, en ook het doorlopen van het prestedelijke agra-rische patroon in de stadsplattegrond is weliswaar aanwezig, maar niet zo eenduidig als in bijvoorbeeld Delft of Amsterdam.38

GridstructuurKenmerkend voor dijksteden en poldersteden is het relatief rechtlijnige be-loop van de straten, waarbij er op meerdere plekken zelfs sprake kan zijn van een ‘grid’, een rechthoekig raster dat zijn regelmatigheid ontleent aan de op rationele wijze tot stand gekomen polderverkaveling waarop de stad later is gebouwd en gegroeid. Dit grid is echter zelden geheel regelmatig, omdat vrijwel altijd de onregelmatigheden van de bestaande landschap-pelijke ondergrond in de stadsplattegrond zijn verwerkt. Ook in de plattegrond van Kampen zijn deze principes te herkennen: de stad kent een rechtlijnig en betrekkelijk regelmatig stratenpatroon van noord-zuid lopende hoofdstraten en (min of meer) haaks daarop geplaatste dwarsver-bindingen, waarbij er slechts drie als uitvalsweg van primair belang zijn, maar de meerderheid van secundair belang is of zelfs onder de categorie ‘stegen’ valt. Dit resulteert in een prachtige ruimtelijke spanning van lineaire noord-zuidstructuren die mede door de krommingen, de fluctuaties in straat-

Page 20: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

34

3 H I S T O R I S C H - R U I M T E L I J K E K A R A K T E R I S T I E K E N O P V I E R S C H A A L N I V E A U S

Flexus AWC

Hoofdprincipe van de binnenstad: ‘Stad in twee delen’. (FLX)Het oudste middeleeuwse stadsdeel ten oosten van de Burgel (oudroze), en de ‘Nieuw-stad’ (na 1462) ten westen hiervan (bruin). Beide stadsdelen hebben elk een eigen karakter, wat een waardevol ruimtelijke onderscheid vormt. Desalniettemin zijn de ver-schillen toch dermate overzichtelijk dat beide delen een overtuigende eenheid vormen met dezelfde stedenbouwkundige en architectonische basisprincipes.

Hoofdprincipe van de binnenstad: ‘Twee typen historische stadsranden’. (FLX)Aan beide kanten toont Kampen zich naar buiten toe als een historische stad, al zijn beide stadsranden elk van een geheel ander karakter. Het sterk historische karakter van deze stadsranden, in combinatie met hun lengte én hun niet-diffuse karakter (één ste-denbouwkundige en architectonische signatuur en een strakke begrenzing) maakt dat de stad zich naar buiten toe krachtig als een historische stad ‘aankondigt’, en van binnenuit de historische stad helder begrensd is. Dergelijke heldere begrenzingen, die bovendien een hoge ruimtelijke kwaliteit hebben, worden maatschappelijk hoog gewaardeerd.

Page 21: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

35 Flexus AWC

profiel en de ‘straatsprongen’ een labyrintisch effect bewerkstelligen, die, gecombineerd met plotselinge vergezichten op het water van de IJssel en het groen van het Plantsoen de beleving oproept van de binnenstad als een aparte, van de omgeving afgezonderde ruimtelijke eenheid, die tegelijker-tijd sterk met het landschap is verbonden en hieruit voort is gekomen.

Stad in twee delenDe historische stad van Kampen bestaat uit twee duidelijk van elkaar te onderscheiden ‘helften’: het stadsdeel ten oosten van de Burgel, het huidige stadscentrum, en dat ten westen ervan: de ‘Nieuwstad’. Elk van deze helften heeft een eigen karakter. Het gebied ten oosten van de Burgel is het oudste en meest stedelijke deel, het deel ten westen daarvan is eeuwenlang hoofd-zakelijk gedomineerd geweest door agrarische functies. Dit is nog altijd goed te zien aan de lagere bebouwing en de meer open en onregelmatige structuur van het stadsweefsel. Voor meer informatie over de Nieuwstad, zie paragraaf 3.2.4 Stadsrand.

Twee typen historische stadsranden: water en groenDe historische stad van Kampen wordt door nog een sterk in het oog sprin-gende hoofdkarakteristiek gekenmerkt: de krachtige historische presentatie van de stad aan haar randen, waarbij er sprake is van twee typen histori-sche stadsranden van elk een volledig ander karakter. De IJsselkade vormt de rand van de historische stad aan de waterzijde en heeft ondanks haar 19de eeuwse en zelfs 20ste eeuws bebouwingsbeeld een sterk historische representatie, in belangrijke mate door de historisch geïnspireerde stijlen en samenhang in architectuurbeeld. Aan de landzijde van de stad vormt de walzone een heldere en eenduidige begrenzing met een sterk historische connotatie, waarbij de oude stads-poorten en de ondubbelzinnige afbakening van de historische stad door het groene en grotendeels onbebouwde singelpark een grote rol spelen. Voor meer informatie over de Stadsrand, zie paragraaf 3.2.4. Stadsrand.

Aanbeveling hoofdprincipes stadsplattegrond Handhaven, zo mogelijk versterken en waar verstoord herstellen van deze hoofdprincipes, dat wil zeggen: afzien van transformaties die de beleving

van het langgerekte karakter van de stad aan zouden kunnen tasten (zowel in silhouet als in de langgerekte noord-zuidstructuur zelf), handhaven en waar verstoord herstellen van het grid, handhaven van het subtiele verschil tussen de twee stadshelften, en handhaven van het sterk samenhangende historische karakter van de twee typen historische stadsranden, dus van de krachtige historische uitstraling van de stad naar buiten toe. 3.1.3 Het historisch stedelijke silhouet van Kampen

Het historische silhouet van de stad vanaf de IJssel is in cultuurhistorisch en ruimtelijk opzicht een uiterst belangrijke karakteristiek van Kampen, te-meer daar een dergelijk weinig door moderne ontwikkelingen aangetast silhouet van een rivierstad van deze omvang in Nederland nog maar weinig voorkomt en derhalve op nationale schaal een grote zeldzaamheidswaarde heeft. Door het ongeschonden karakter ervan draagt het historisch silhouet van Kampen bovendien onevenredig veel bij aan de betekenis van de histo-rische ‘ketting van IJsselsteden’ die als historisch ‘landschap’ zelfs in interna-tionaal opzicht buitengewoon genoemd kan worden. Van de IJsselsteden heeft alleen Zutphen nog een dergelijk relatief onge-schonden silhouet. In Doesburg, Deventer en Zwolle is het historische IJsselsil-houet door moderne hoogbouw in óf rondom de binnenstad al aangetast.

Kenmerkend voor het silhouet van historische steden van vóór de industriële revolutie is dat alleen de belangrijkste gemeenschapsgebouwen uitsteken boven de ‘bulk’ van woonhuizen en panden met minder belangrijke functies. De panden met de belangrijkste gemeenschapsfunctie – de hoofdkerken, het stadhuis (alleen indien met toren) – vormen als het ware de bovenste ‘laag’ van de stad. In de laag daaronder zijn in een historisch Nederlands stadssilhouet vaak de gebouwen te zien die eveneens een gemeenschaps-functie hebben, maar van geringere betekenis zijn voor de stad – de pa-rochiekerken en stadspoorten bijvoorbeeld – terwijl in de laag dááronder gebouwdelen (vaker dan de gebouwen als geheel) van allerlei instellingen te zien zijn (bijvoorbeeld klokketorens van kloosters). De onderste laag is weggelegd voor de woonhuizen en bedrijfsgebouwen zoals pakhuizen. Woningen in een historisch stad, al dan niet gestapeld, steken dus zelden of

Page 22: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

38

3 H I S T O R I S C H - R U I M T E L I J K E K A R A K T E R I S T I E K E N O P V I E R S C H A A L N I V E A U S

Flexus AWC

IJsselfront en Bovenkerk. (FLX, 2009) IJsselfront en Buitenkerk. (FLX, 2009)

Totaalpanorama IJsselfront. (Tekening Jan Schilder, 2009)

Flexus AWC

Page 23: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

39 Flexus AWC

pen die invloed zouden kunnen hebben op het silhouet is geboden. Dat wil zeggen: bij transformaties en nieuwbouw respecteren van de gelaagdheid van het historische stadssilhouet, waarin verschillende functies een verschil-lende plaats in de lagen van het stadssilhouet innemen, en strikt handhaven en versterken van het spitse karakter van het stadssilhouet. Ook bij nieuw-bouw buiten de binnenstad de invloed hiervan op het historisch stadssilhouet afwegen. Een dergelijke afweging kan het best worden geëffectueerd door een combinatie van een beperking van bouwhoogten in en buiten de bin-nenstad en de verplichting tot het maken van een silhoueteffectrapportage bij nieuwbouw boven een bepaalde hoogte in en buiten de binnenstad als instrument standaard in de bestemmingsplannen op te nemen.

3.2 STEDENBOUW EN DE HISTORISCH-FUNCTIONELE STRUCTUUR

3.2.1 De structuur van de stadsplattegrond: primaire, secundaire en ter-tiaire structuur

In historische steden is op het niveau van de stad als geheel sprake van een hiërarchie tussen hoofdstraten, zij- en achterstraten en stegen, ook wel be-noemd als primaire, secundaire en tertiaire structuur, waarbij de rangorde

nooit boven de eerste of tweede laag uit.

Een ander, zeer belangrijke karakteristiek van het historisch silhouet is het spitse karakter ervan. Het gehele stadssilhouet bestaat uit spits toelopende kappen in verschillende gradiënten, zowel van grote gebouwen als een-voudige woonhuizen. Dit klit de verschillende gebouwen van uiteenlopende functies en stedelijke betekenis aan elkaar en zorgt voor een sterk coherent beeld van het silhouet en het aanzicht van de stad. De introductie van platte daken, los van de architectonische kwaliteiten die plat afgedekte gebouwen kunnen hebben, tasten deze coherentie van het historisch silhouet doorgaans sterk aan.

In Kampen is de opbouw van het historische silhouet – hoewel versoberd in de 19de en 20ste eeuw door de afbraak van de wallen en enkele klooster-gebouwen – vrijwel geheel ongeschonden bewaard gebleven, en is ook het spitse karakter van het silhouet nog grotendeels intact.

Aanbeveling historisch stadssilhouetGezien het grote (nationale) belang en de zeldzaamheid van het historisch stadssilhouet van Kampen is strikte handhaving van het huidige historisch stadssilhouet het meest verantwoord. Uiterste zorgvuldigheid bij alle ingre-

Flexus AWC

Page 24: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

40

3 H I S T O R I S C H - R U I M T E L I J K E K A R A K T E R I S T I E K E N O P V I E R S C H A A L N I V E A U S

Flexus AWC

Overzicht van de primaire, secundaire en tertiaire structuur van Kampen. (FLX)Donkerbruin: primaire structuurLichtbruin: secundaire structuurBlauw: tertiaire structuurGestippeld: nieuwe, 20ste eeuwse structuren

Page 25: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

41 Flexus AWC

van de straat in het stedelijk weefsel zich veelal vertaalt in een specifiek doorsnedeprofiel (= straatbreedte : bebouwingshoogte), karakteristieke kavelgrootte en architectonische expressie van de bebouwing. 3.11

Primaire structuurOnder primaire structuur vallen: • de belangrijkste verbindings- en ontsluitingsroutes voor de stad als ge-

heel.• de routes die (vaak) de gehele stad overspannen. • de ‘ruimtelijke dragers’ van de gehele ontsluitingsstructuur van de stad • De ruimtes waarlangs de eerste bebouwing van de stad is ontstaan en

van waaruit de secundaire en tertiaire structuur zijn gegroeid. • De ruimtes waarlangs vanouds de centrale functies van de stad zijn

gevestigd en de grootste clustering van kleinschalige bedrijfs- en de-tailhandelsfuncties plaatsvindt.

De ruimtelijke kenmerken van de primaire structuur zijn in het kort: • vaak het breedste profiel en de hoogste bebouwing van de stad • altijd aaneengesloten bebouwing.• vrijwel altijd een consequente schakeling van individuele ‘diephuizen’, dat wil zeggen langgerekte panden voor één of hooguit

enkele huishoudens met de korte zijde aan de straat en de kaprichting dwars op de straat.

• vaak de straten met de breedste bebouwing (maar deze bebouwing is vaak niet breder dan een factor 1,3 tot 1,5 keer de pandbreedte van de panden in de secundaire structuur). Vanaf de 19de eeuw worden panden in de primaire structuur een enkele maal samengevoegd ten behoeve van een winkelfunctie of bedrijfspand.

• sterk individuele bebouwing, met wisselende hoogten, breedtes en ge-velarchitectuur, maar niettemin met dezelfde basisprincipes wat betreft aansluiting op de openbare ruimte, volumeopbouw en architectuur.

• Vaak is de hoogte van de bebouwing twee á drie lagen plus kap.• Vaak een strakke rooilijn (die over grotere stukken wél in- en uit kan

zwenken), waarbij de privéstoepen vanaf de 19de eeuw dikwijls zijn verwijderd. 3.12

Voor Kampen zijn straten van de primaire structuur en enkele dwarsprofielen van de primaire structuur op de volgende bladzijde weergegeven. De situ-atie in Kampen komt grotendeels overeen met de algemene typering van de primaire structuur hierboven, al zijn er enkele lokale bijzonderheden.

Bij de primaire structuur in Kampen gaat het voornamelijk om de Oudestraat, maar ook om de IJsselkade, de Vloeddijk en Burgwal ter weerszijden van de Burgel en de uitvalswegen naar het westen (Broederstraat, Cellebroe-derstraat, Geerstraat). Langs de meeste ruimten van de primaire structuur is het ‘diephuis’ sterk overheersend (Oudestraat, Broederstraat, Cellebroeder-straat, Geerstraat), maar aan de Burgel komen hier en daar ook ‘dwarshui-zen’ voor (rechthoekige panden met de lange zijde langs de straat gelegen en een kap evenwijdig aan de straat). Ook langs de IJsselkade komen rela-tief veel dwarspanden voor, vanwege de hier geringe diepte van de kavels. Langs al deze ruimten van de primaire structuur is de hoogte twee á drie la-gen plus kap, op dit moment voornamelijk bestaande uit lijstgevels. Langs de Burgel is de bebouwing gemiddeld iets lager. Vooral langs de IJsselkade is veel bebouwing 19de eeuws, maar sluit wat betreft ruimtelijke opbouw van het volume en de architectonische basisprincipes sterk aan op de historische bebouwing van vóór de 19de eeuw. Vóór het aftoppen van de geveltoppen en de vervanging hiervan door lijst-gevels vanaf het eind van de 18de eeuw oogde de bebouwing langs de primaire structuur zelfs iets hoger en stedelijker dan nu. De kap was immers vóór de sloop van de topgevels verborgen achter een hogere gevel, terwijl de kap na het aftoppen volledig zichtbaar is geworden vanaf de straat. Tijdens de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw heeft er incidenteel schaalvergroting plaatsgevonden langs de primaire structuur, maar minder dan in veel andere historische steden in deze periode. Dit heeft voorname-lijk plaatsgevonden langs de Oudestraat. Hierbij werden veelal twee of hooguit drie panden samengevoegd, waarbij de gevelarchitectuur in zijn hoofdprincipes voortbouwde op die van vorige eeuwen. Pas in de tweede helft van de 20ste eeuw heeft schaalvergroting plaatsgevonden waarbij ook de volumeopbouw en de gevelarchitectuur dermate ging afwijken dat breuken in structuur en bebouwingsbeeld optraden. Enkele voorbeelden van dit laatste zijn Myosotis aan de Burgwal, C&A aan de Oudestraat en het

Page 26: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

42

3 H I S T O R I S C H - R U I M T E L I J K E K A R A K T E R I S T I E K E N O P V I E R S C H A A L N I V E A U S

Flexus AWC

links: Overzicht van de primaire structuur van Kampen t.p.v. de Oudestraat. (FLX)

boven: Zicht op de Oudestraat (primair) en de hierachter gelegen Hofstraat (secundair). (GRO)Onder: doorsnedeprofiel Oudestraat. (FLX)

82 2

12

12/16

Page 27: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

43 Flexus AWC

appartementencomplex op de hoek van Vloeddijk en Meeuwenweg, met voor de binnenstad afwijkende platte dakvormen.

Aantastingen, TransformatiesDe primaire structuur is in Kampen nog grotendeels intact wat betreft struc-tuur en bebouwingsbeeld, maar functioneert niet overal meer even goed als primaire structuur wat betreft de concentratie van kleinschalige bedrijvigheid en detailhandel of centrumfuncties. Hierbij valt vooral de (relatieve) mono-functionaliteit van de Broederweg, de Cellebroederweg, de Geerstraat en grote delen van de Vloeddijk en Burgwal op.

Secundaire structuurDe stedelijke ruimten van de secundaire structuur ontsluiten niet op stadsni-veau, maar op wijk- en buurtniveau, zijn vaak ontstaan vanuit de achtererven van de primaire structuur of verbinden stedelijke ruimten van de primaire structuur. Het betreft vaak de zij- en parallelstraten en minder belangrijke pleinen en grachten.

Onder de secundaire structuur wordt verstaan: • de belangrijkste verbindings- en ontsluitingsroutes op buurt- en wijkni-

veau. • meestal een doorlopende structuur over meerdere bouwblokken, maar

niet over de lengte van de gehele stad • meestal aangetakt aan de primaire structuur (zijstraten) • soms een achterstraat, parallel aan de primaire structuur, en uit de er-

ven van de primaire structuur ontstaan.• vaak niet meer de belangrijkste handelsfuncties maar wel ambachten

en neringen.

De ruimtelijke kenmerken zijn: • vaak smallere straatprofielen dan de primaire structuur (maar niet

noodzakelijkerwijs); de bebouwing is doorgaans lager en minder breed dan die aan de primaire structuur.

• de bebouwing bestaat ook hier dikwijls uit individuele diep- of dwars-

huizen maar soms ook seriematige bebouwing, veelal één tot twee la-gen plus kap, (althans in de kleinere steden die niet te veel bevolkings-druk hebben gekend).

• overwegend individuele diephuizen, maar afhankelijk van de geschie-denis van en de plek in de stad kunnen ook veel dwarshuizen voorko-men.

• meestal aaneengesloten bebouwing, maar tuinmuren aan de straat ko-men soms ook ook voor.

• een bijzonder type straat van de secundaire structuur, die soms ook tot de tertiaire structuur kan behoren is de achterstraat. Dit zijn vaak on-volgroeide straten van de secundaire structuur, vaak eveneens ontstaan als gevolg van afsplitsing van de achtererven van de lange hoofd-percelen aan de primaire of secundaire structuur. Deze zijn vaak niet geheel of zeer extensief bebouwd en hebben juist een asymmetrisch profiel wanneer de tegenoverliggende bebouwingswand van dezelfde achterstraat juist weer bestaat uit primaire, grotere bebouwing vóór op de kavel.

• seriematige historische bebouwing, vaak in de vorm van goedkope (huur)woninkjes, komen in de hoofd- en zijstraten beduidend minder voor dan in de achterstraten.3.13

In Kampen zijn de stedelijke ruimten van de secundaire structuur en een ken-merkend profiel van de secundaire structuur weergegeven op de bladzijde hiernaast. De karakteristieken van de secundaire structuur in Kampen komen grotendeels overeen met de beschrijving hierboven, met dien verstande dat in de Hofstraat, de Buiten Nieuwstraat en de Boven Nieuwstraat, dat wil zeggen dié straten waarvan de erven in de 13de en 14de eeuw zijn afge-splitst van de erven aan de Oudestraat, de percelen diep genoeg waren om diephuizen te laten ontstaan, terwijl de oostzijde van de Voorstraat slechts dwarshuizen kent, omdat deze tegen de stadsmuur werden aangebouwd. Het asymmetrische karakter van de Voorstraat is daarmee zeer karakteris-tiek. De overige straten van de secundaire structuur (de Botervatsteeg, de Kerk-steeg, Kalverhekkenweg e.a.) hebben een structuur die niet veel afwijkt van de hierboven gegeven algemene beschrijving.

Page 28: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

[...]

Page 29: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

57 Flexus AWC

ren uit de binnenterreinen. Herstellen van de randen met bebouwing volgens de principes die beschreven zijn in de voorgaande paragrafen en in para-graaf 3.4. Op termijn op locaties waar de historische bouwblokstructuur verdwenen is, nastreven van een bebouwingsplan dat gebruikt maakt van de historisch-ruimtelijke principes van historische bouwblokstructuren.

3.2.4 Stadsrand

Vestingwerken: scherp contrast stad en ommelandGrofweg vanaf het moment dat het stadsrecht werd verkregen tot (ver) in de 19de eeuw werden de Nederlandse historische steden scherp en on-middellijk afgegrensd van het platteland door middel van vestingwerken. Als een afzonderlijk vormgegeven object, in de vorm van een langgerekte ceintuur, los of juist strak om de stad gevouwen, versterkten de stadswallen het toch al scherpe contrast tussen de dichte pakking van de stad en het ijle platteland. De historische stad manifesteerde zich hierdoor als een sterk co-herent geheel, waarvan de huizenzee net achter de wallen zichtbaar was.

Vestingwerken en stadsrandzoneDe vestingwerken zijn door de hele geschiedenis van de historische stad heen samengesteld geweest uit drie hoofdcomponenten: de wallen (steen, aarde of beide), de poorten, en de singels of grachten. De stadswal bleef gedurende de gehele geschiedenis van de omwalde his-torische stad in zijn volle lengte publiek bezit, waarvan hooguit stukken wer-den verpacht aan molenaars, kleine bedrijfjes of tuiniers.De zone direct achter de stadsmuren, de ‘stedelijke randzone’ was gedu-rende de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd de plek voor onbebouwde of schaars bebouwde terreinen, vooral tuinen. Ook vonden in deze vaak nog open en groene randzone ruimte-extensieve of overlastgevende functies als kloosters, lijnbanen, bleekvelden en aardewerkindustrieën hun plek, als deze al niet naar buiten de stad waren gedirigeerd. In de minder dicht bevolkte steden was deze groene randzone een verzachting van het contrast tussen de dicht opeengepakte stad binnen de muren en de leegte daarbuiten, pre-cies zoals spiegelbeeldig hieraan de voorsteden en de bebouwing buiten

de muren een relativering van het contrast tussen stad en land vormden. Of-schoon de grond hier veelal het goedkoopst was, was dicht opeengepakte bebouwing hier veelal niet aanwezig, hooguit alleen steden die dichtbevolkt waren. 3.23

Ook in Kampen is lange tijd sprake geweest van een scherp ruimtelijk con-trast tussen stad en ommeland. De voor Nederlandse verhoudingen zeer samenhangende transformaties van de stadsrandzone gedurende de 19de eeuw hebben ervoor gezorgd dat de oude stad nog steeds duidelijk te on-derscheiden is van het omliggende gebied. Er is ook sprake geweest van een duidelijk benoembare stadsrandzone, zeker in het westelijk gedeelte van de stad. Vanaf de inlijving van dit stads-deel in het midden van de 15de eeuw tot aan globaal het midden van de 19de eeuw vonden hier geen grootschalige verdichtingsprocessen plaats, en was de Nieuwstad een gebied met een sterk agrarisch karakter waar (moes)tuinen en kwekerijen de toon aangaven. De aanwezigheid van vele voormalige stadsboerderijen en de ‘losse’ ruimtelijke opzet van de centrale ontsluiting, de Groenestraat, getuigen hier nog steeds van.Ook de relatie met het ommeland – de stadsrandzone buiten de stadswal-len – was direct. De koeboeren lieten immers dagelijks hun dieren op de aangrenzende stadsweiden in de polder Broeken en Maten grazen.Aan de noord- en zuidzijde van de stad is ten gevolge van de langgerekte vorm van de stad en de dominantie van de dijk met zijn (handels-)verkeer in veel mindere mate sprake geweest van een groene randzone. Hier vond al snel verdichting plaats langs het lint van de IJsseldijk, waarmee voorsteden tot ontwikkeling kwamen die uiteindelijk tot stadsuitbreiding leidden.

Stadswallen: drie fasenGemeten over de lange geschiedenis van de Nederlandse historische stad kan er niet gesproken worden van ‘dé stadswallen’. Als gevolg van militaire en technische ontwikkelingen hebben de stadswallen van de Nederlandse historische steden in de loop van de eeuwen sterke wijzigingen ondergaan.Toch kan wat betreft hoofdopzet en ruimtelijke verschijningsvorm de ge-schiedenis van de fortificaties van de historische stad in drie hoofdperiodes worden onderverdeeld, waarbij we de eerste periode, die van de aarden wallen en palissaden van de schaarse vroeg-middeleeuwse nederzettingen

Page 30: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

58

3 H I S T O R I S C H - R U I M T E L I J K E K A R A K T E R I S T I E K E N O P V I E R S C H A A L N I V E A U S

Flexus AWC

Verschillende stadia van de stadsomwalling van Kampen: (FLX)Links: rond 1335. Midden: midden 14de eeuw.Rechts: 1580-1830: aarden bolwerken aan de westzijde van de stad en de stenen stadsmuur aan de IJsselzijde. De Nieuwe Hagen is aan de noordzijde weergegeven; deze voorstad is in 1673 vernietigd door de Fransen.

Page 31: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

59 Flexus AWC

Links: situatie 1855-1860: een groen/blauwe gordel rondom het centrum.Rechts: situatie 2010: de groen/blauwe gordel is deels verdwenen.Tekeningen: FlexusAWC

Page 32: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

60

3 H I S T O R I S C H - R U I M T E L I J K E K A R A K T E R I S T I E K E N O P V I E R S C H A A L N I V E A U S

Flexus AWC

buiten beschouwing laten. De tweede periode is die van de hoge en late Middeleeuwen. Hoewel de oudste stadsmuren uit de hoge Middeleeuwen ook (gedeeltelijk) uit aarden wallen bestonden, wordt deze periode vooral bepaald door fortificaties van natuurstenen en bakstenen stadsmuren zonder aarden wal. In de derde periode van de Nieuwe Tijd kwam de aarden wal terug in het zogenaamde Oudnederlands stelsel (ontwikkeld in de periode van 1570-1650): begroeide aarden wallen en grachten, in een ingewikkeld systeem van bolwerken, ravelijnen, hoornwerken, contrescarpen en singels. De ruim-telijke opzet van dit stelsel is precies tegengesteld aan de stenen voorgan-ger. Het gekartelde en soms onregelmatige silhouet van de middeleeuwse muren werd vervangen door de zeer regelmatige en wiskundig uitgekiende lijnen van de aarden verdedigingslinie. Regelmatige rijen bomen bovenop de wallen, bedoeld om de aarde vast te houden, benadrukten de mathema-tische regelmaat van dit stelsel.

Met de introductie van de groene aarden wallen en ruime singels werd een kunstmatig ‘landschap’ geïntroduceerd dat tevens uitnodigde tot recreatief gebruik. Het was niet ongewoon om een ‘wandelinghe’ te maken over de wallen met uitzicht op stad en omringend landschap, danwel een moes- of lusttuin – met goedkeuring van het stadsbestuur – te realiseren in een van de ruim opgezette bolwerken. Ook de rondweg langs de singel buiten de wallen nodigde uit tot recreatief gebruik en wandelingen.3.24 De groene en recreatieve functie is in Nederlandse steden in veel gevallen – maar vaak slechts voor een deel van de vestingwal – doorgezet in de typisch 19de eeuwse singelparken en plantsoenen die in die periode de oude vesting-werken vervingen. Romantische middelen als terreinverheffingen, meande-rende paden, romantisch geplaatste struiken, bomen en boomgroepen en verrassende doorzichten werden geïntroduceerd. De positie van de oude stadssingel was hierbij vaak mede bepalend voor de ligging van de nieuwe waterpartijen en voor de herinrichting van het gebied. Bij de inrichting tot plantsoen kon er sprake zijn bebouwing, maar dit betrof dan hoofdzakelijk individuele villa’s in het groen. Vaak ook werd er gekozen om het plantsoen helemaal niet te bebouwen. De herinrichting van de stadsrand met singelparken en plantsoenen en de

sloop van de oude stadspoorten resulteerde in veel gevallen in een ‘om-kering van representativiteit’. Dit proces van omkering vond vaak plaats in steden waar de representatieve poorten werden gesloopt en door niets werden vervangen, terwijl de voorheen niet-representatieve stadswallen juist werden vervangen door pronkstukken van parken en representatieve bebouwing. 3.25

KampenDe stadswal van Kampen heeft de hierboven beschreven drie perioden ge-kend, en ook hier is sprake geweest van het verdwijnen van de walstructuur en vervanging ervan door een singelpark. Van de verschillende groeifasen van de tweede periode zijn bovengronds nog enkele resten aanwezig, zoals delen van de stenen stadsmuur die de stad aan het einde van de 15de eeuw omgaf. Deze resten bevinden zich achter de Prinsenstraat, de Voorstraat en de Oudestraat, aan de IJssel-zijde.De oorspronkelijke stadsmuur is in zijn geheel goed te zien op de kaart van Van Deventer uit ca. 1560 en de kaart van Utenwael uit 1598. De derde periode deed zijn intrede toen volgens het plan van Adriaan An-thoniszoon tussen 1580 en 1584 aarden wallen en bastions voor de stads-muren werden aangelegd volgens het Oudnederlandse vestingstelsel. Aan de overzijde van de rivier op de kop van de stadsbrug werd een schans gebouwd. Grote delen van deze verdedigingsgordel bestonden aan de westzijde van de stad uit een combinatie van bolwerken en de 15de eeuwse stenen stadsmuur. Aan de IJsselzijde werden ondiepe bolwerken opgewor-pen die op de kaarten van J. Blaeu en P. Utenwael werden getoond. Met de aanleg van de bolwerken verloren de oude stadsmuren, poorten en torens veel van hun vroegere verdedigingsfunctie en in de loop van de 17de en de 18de eeuw werden deze oude stadsmuren met name aan de westzijde van de stad steeds verder verlaagd. In 1809 werden de vestingwerken door koning Lodewijk Napoleon in eigen-dom aan Kampen afgestaan. Vanaf 1830 kwam een transformatieproces op gang waarbij de volledige stadsmuur aan de westzijde van de stad ver-dween en gefaseerd vervangen werd door een romantische plantsoeninrich-ting, waarbij eerst stadsarchitect N. Plomp en later stadsarchitect P. Bondam

Page 33: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

61 Flexus AWC

werden ingeschakeld. Later hebben L.P. Zocher (1863-1867) en L. Springer (1910-1915) ontworpen aan de plantsoenen. De eerste tuinarchitect heeft vooral ontworpen aan het 1e en 2e plantsoen. Het 1e, 2e en 3e Plantsoen hebben als gevolg van de geleidelijke totstandkoming elk een eigen karak-teristiek. Ook de schans aan de overzijde van de rivier werd omgevormd tot een wandelgebied, in aansluiting op de ‘Buitensocieteit’. Ofschoon er in Kampen sprake was van een romantische plantsoeninrich-ting, vond een ‘omkering van representativiteit’ aan de westzijde van de stad maar beperkt plaats, aangezien de twee belangrijkste stadspoorten werden gehandhaafd als representatieve stadsentrees (de Broeder- en Cel-lebroederpoort), wat zij tot op de dag van vandaag zijn gebleven.

Langs de IJsselkade was echter sprake van een geheel andere situatie. Hier bleef de stadsmuur als waterkering aanwezig, maar werd hij opgeno-men in de bestaande bebouwing. De stadspoorten die aan beiden zijden de IJsseldijk afsloten en de poort die aansloot op de stadsbrug werden onder andere om verkeerskundige redenen afgebroken. Dit gebeurde ook met de kleinere poortjes in de muur. Uiteindelijk resteert nu aan de IJsselzijde nog maar één poort: de Koornmarktspoort. De stadsmuur werd aan deze zijde van de stad uiteindelijk met de bouw van het IJsselfront in de periode 1840-1860 ingebouwd. De bebouwing aan de kade werd door het stadsbestuur beschouwd als representatief stadsfront aan de rivier en kwam deels op basis van particuliere, deels op gemeentelijke initiatieven tot stand. Het toe-zicht van stadsarchitect N. Plomp, die een set aan strakke welstandseisen hanteerde (minimaal twee lagen hoge bebouwing voorzien van blauwe ka-pafsluiting en witcrème stucwerk gevels) leidde tot een sterk samenhangend stadsbeeld, dat tot aan de 20ste eeuw intact bleef.Hoewel zakelijke motieven als nijverheid en handel voor de inrichting ook een rol speelden, vormden wonen en ontspanning (‘die wandelinghe’) een nadrukkelijk onderdeel van het programma. Het werd hierdoor mogelijk rondom de gehele stad een recreatieve wandeling te maken van Plantsoen naar IJsselkade tot zelfs over de rivier naar de daar tot park omgevormde verdedigingsschans. 3.26

Vanaf het midden van de 19de eeuw vond een verwatering van het repre-

sentatieve en recreatieve idee van de stadsrand plaats. 3.27 Delen van het Plantsoen werden bebouwd (en ter plaatse van het stadsziekenhuis voorzien van een nieuwe plantsoeninrichting door L. Springer), en het beeld van de IJsselkade transformeerde op onderdelen, onder andere ten gevolge van nieuwbouw en gewijzigde vormgevingsinzichten. Aan de noordzijde van de stad wijzigde de situatie ingrijpend door demping van de oude en heraan-leg van een nieuwe Buitenhaven. Aan de zuidzijde werd de omgeving van de Bovenhaven ingrijpend heringericht.

De invloed van de stadsrand op de Kamper stadsplattegrondDe tweede en derde periode van de stadsverdediging hebben nadrukkelijk hun sporen in de Kamper stadsplattegrond nagelaten. Met name de positie van de stenen omwalling is duidelijk in het stratenpatroon en soms ook in de rooilijn van de straten af te lezen.

1 Aan de IJsselzijde vormt de Koornmarktspoort en de hieraan gekop-pelde, in de bebouwing van de Voorstraat opgenomen stadsmuur nog steeds een herkenbaar bovengronds relict van de oude stadsmuur. De oostelijke straatwand van de Voorstraat en de meer lineaire bebou-wing voorzien van langskappen is een direct gevolg van de ‘dwin-gende’ aanwezigheid van de stadsmuur. Achter de bebouwing van de IJsselkade ter hoogte van de adressen IJsselkade 57a en 58 bevindt zich nog – onzichtbaar vanaf de IJsselkade zelf – een originele muur-toren.

De aanwezigheid van de stadsmuur en van de lineaire kade heeft na het besluit tot realiseren van een representatief IJsselfront ook hier ge-resulteerd in een lineaire strook 19de eeuwse bebouwing.

2 Een middeleeuwse stadsmuur ter plaatse van de Botervatsteeg en het Kalverhekkenbos, nu nog alleen onder het maaiveld aanwezig en door opgravingen aangetoond, heeft geresulteerd in een terugwijkende rooilijn langs de Burgwal en een opvallende knik in de gevelwand bij de Botervatsteeg. Dit laatste houdt verband met de stadsuitbreiding naar het noorden, waarbij rond 1335 het gebied tussen de Botervat-steeg en de Buitenhaven bij de stad getrokken werd. Het was vermoe-delijk noodzakelijk de knik te introduceren en de richting van de Burgel

Page 34: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

62

3 H I S T O R I S C H - R U I M T E L I J K E K A R A K T E R I S T I E K E N O P V I E R S C H A A L N I V E A U S

Flexus AWC

rechts onder, mid-den en boven: het Plantsoen in 2010 (FLX); midden en links: het plantsoen rond 1900. (OBK).

Page 35: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

63 Flexus AWC

te wijzigen opdat de uitbreiding voldoende groot zou worden. 3 Eenzelfde opvallende afwijking in de rooilijn kan geconstateerd wor-

den ter plaatse van de hoek Prinsenstraat/Burgwal. De hier rondlo-pende rooilijn volgt nauwgezet de positie van de hier ooit rondlopende oude stadsmuur.

4 Aan de westzijde van de Nieuwstad vormen de twee nog aanwezige stadspoorten duidelijk herkenbare relicten van de oude stadsmuur. Met hun positie en status weerspiegelen zij nog steeds de belangrijkste oost-westvervoersassen in de stad: de Geerstraat en de Broederweg.

Aantastingen/Transformaties van de stadsrand1 De gedurende de 19de eeuw getransformeerde stadsrand van Kam-

pen bestaat uit twee duidelijk te onderscheiden delen met een hoge ruimtelijke kwaliteit, het Plantsoen en de IJsselkade, en is ondanks de aantastingen (zie onder 2) binnen die delen nog uitermate coherent. Dit is in de Nederlandse context geen vanzelfsprekend gegeven, om-dat in veel Nederlandse historische binnensteden de samenhang van de stadsrand in de 19de en 20ste eeuw vaak is aangetast of zelfs als zodanig niet meer herkenbaar is.

2 De in de 19de eeuw heringerichte ceintuur rondom de stad (Plantsoen én IJsselkade) vormde ooit één doorgaande recreatieve wandelroute (tot zelfs over de IJssel heen).

Vanaf 1870 hebben verschillende wijzigingen plaatsgevonden, zowel aan de noord- als aan de zuidzijde van de stad, waardoor de vanzelf-sprekende koppeling tussen de Plantsoenen en de IJsselkade verloren is gegaan en er niet meer sprake is van een aaneengesloten gebied. Met name de met name het zuidelijk deel van de plantsoengordel. Het hui-dige Iselaziekenhuiscomplex en de Engelenbergschool doorbreken de plantsoengordel. Aangezien het oude gedeelte van het Isalacomplex uit de jaren 20 van de 20ste eeuw (‘Stichting Engelenberg’, het huidige IJsselheem) in zijn hoofdvorm en architectonische uitwerking connotaties oproept met landhuizen is dit deel nog het minst schadelijk voor het landschappelijke en open karakter van de plantsoengordel. Dat geldt in zekere zin ook voor het oude Lyceum.

Vooral de uitbreiding uit de late 20ste eeuw aan het oude Engelen-bergcomplex, het huidige Isalaziekenhuis, is als bijzonder schadelijk aan te merken voor de landschappelijke kwaliteiten van dit gebied, vanwege het grote ruimtebeslag, de gebrekkige koppeling aan het plantsoen, de ‘harde’ hoofdvormen en gesloten, armelijke architectuur die geen brug slaan naar het zachte, groene en recreatieve karakter van het plantsoen.

3 Een andere sterke aantasting van de voormalige walzone is de oude PTT- locatie (nu TNT) aan de Burgwal nabij de Buitenhaven. Hoewel dit deel van de stad nooit echt een volwaardig deel van de plantsoen-gordel heeft uitgemaakt en al in de 19de eeuw bebouwd was met bedrijfsgebouwen, is de huidige uitstraling van deze strook – die van een goedkoop bedrijventerrein – bijzonder schadelijk voor het uitzicht ver vanaf de Burgel naar deze noordelijke beëindiging van de stad, en ontbreekt het de binnenstad aan de noordzijde van de Burgel der-halve aan een historische beëindiging. Helaas is er voor gekozen het bedrijventerreinkarakter van deze strook nog te versterken door de nieuwbouw van twee bedrijfsgebouwen aan de noord- en zuidzijde van het PTT-gebouw.

4 Verder heeft het plantsoen nog te leiden gehad van de naoorlogse Flevoweg, maar deze weg wordt tenminste nog geflankeerd door de 19de eeuwse bebouwing van de 3e Ebbingestraat en heeft verder niet tot bebouwing van het plantsoen zelf aanleiding gegeven.

5 Het naoorlogs stedenbouwkundig uitbreidingsplan heeft gepaste af-stand gehouden van de historische stad, als gevolg van de aanwezig-heid van het plantsoen en het ‘Groene Hart’, de weidenzone grenzend aan de singelgracht. Er is bovendien geen sprake van bebouwing in het singelpark zelf. Hierdoor kan de de benadering van het historisch centrum vrij intensief beleefd worden.

Dit is een geen vanzelfsprekende situatie. In veel Nederlandse steden is ofwel sprake van een direct tegen de stadsrand aan gelegen 19de eeuwse gordel, ofwel van 20ste en 21ste eeuwse nieuwbouw direct in aansluiting op het historische binnenstadsweefsel, waardoor de stads-rand de historische stad vaak niet meer ‘aankondigt’ en geleidelijk aan

Page 36: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

64

3 H I S T O R I S C H - R U I M T E L I J K E K A R A K T E R I S T I E K E N O P V I E R S C H A A L N I V E A U S

Flexus AWC

zelfs transformeert in een ander gebiedstype. De grote bouwmassa’s in het Groene Hart, zo direct tegen de stads-

wallen en de beide middeleeuwse poorten aan, doet evenwel sterk af-breuk aan de historische beleving van de stadsrand, mede als gevolg van grote volumes van de bebouwing en de middelmatige architectuur, die goed op een bedrijventerrein of een perifere kantorenlocatie zou-den passen.

6 De stadsrandzone in de Nieuwstad is nog steeds herkenbaar door agrarische elementen als de stadsboerderijen, de riante tuinen en de ruimtelijke opzet van de centrale ontsluiting, de Groenestraat.

Als gevolg van functiewijzigingen is het agrarische element hier vrijwel verdwenen.

7 Kampen heeft voor wat betreft het principe van ‘omkering van repre-sentativiteit’ een uitzonderlijke ontwikkeling gekend. Dit heeft hier niet plaatsgevonden aan de Plantsoengordelzijde, maar met name aan de zijde van de IJsselkade, mede als gevolg van een gericht beleid van het gemeentebestuur in de 19de eeuw. Langs de Ebbingestraten tref-fen we direct aan de straat gekoppelde woonhuizen aan die over het geheel genomen minder representatief en minder grootschalig zijn dan de bebouwingswanden aan de IJsselkade.

Complex ‘Campen’ aan de 3e Ebbingestraat vormt een qua lengte en ontsluitingsstructuur afwijkend element.

8 De IJsselkade met haar bebouwing vormt een onverbrekelijk en speci-fiek 19de eeuws stadsfront, dat de stad aan de rivier presenteert.

Het rivierfront van Kampen is niet het enige rivierfront dat in Neder-land in de 19de eeuw tot stand gekomen is. Ook in Deventer (op on-derdelen), Rotterdam (ter plaatse van het Nieuwe Werk) en Zutphen zijn rivierfronten gerealiseerd. In Zutphen is een zeer gaaf wit-crême rivierfront in de periode 1877-1882 tot stand gekomen met strikte welstandseisen. Hier vormde de oude stadsmuur geen belemmering omdat het een stadsuitbreiding betrof.

In de periode na 1860 zijn meerdere nieuwe gebouwen en verbouwin-gen gerealiseerd in het Kamper IJsselfront waarvan de vormgevings-principes sterk afwijken van de hier tot 1860 gerealiseerde bebouwing. Het IJsselfront is derhalve niet zo coherent meer als dat van Zutphen.

Het oude PTT-gebouw aan de Burgel. Hoewel deze lokatie nooit met historische stedelijke bebouwing ingevuld is geweest, en in de 19de eeuw al bedrijven huisvestte, is de huidige invulling van deze strook zeer schadelijk voor de ste-denbouwkundige en architectonische kwaliteiten van dit deel van de binnenstad, mede omdat het zichtbaar is van ver over de Burgel. Ook de nieuwere invullin-gen horen eerder thuis op een bedrijventerrein dan in een historische binnenstad. (GGSV).

Page 37: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

[...]

Page 38: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

[...]

Page 39: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

67 Flexus AWC

Hoofdkarakteristiek van de straat: ontsluiting van de eerste orde en ‘rue cor-ridor’, met een kwetsbaar straatbeeldDe straat is een ontsluiting van de ‘eerste orde’, dat wil zeggen dat deze de primaire gemeenschappelijke ontsluiting vormt van de gebouwen die de wan-den vormen van de straat. De straat kan toegang geven tot een ontsluiting van de ‘tweede orde’, dat is een vanuit een ontsluiting van de eerste orde te bereiken gemeenschappelijke ontsluiting of semi-private ruimte waar indivi-duele voordeuren op uitkomen. In de Nederlandse historische stad komt dit alleen voor bij hofjes. Portieken en galerijen die direct bereikbaar zijn vanaf de straat, of entrees die vanaf de straat toegang geven tot een gemeenschappelijke interne gang, zijn eveneens ontsluitingen van de tweede orde, maar deze komen in de Nederlandse historische stad tot aan de 20ste eeuw niet of zeer spora-disch voor, in tegenstelling tot veel landen om ons heen, waar zelfs al in de Middeleeuwen ontsluitingen van de derde orde voorkwamen, bijvoorbeeld bij een binnenhof waaraan galerijen waren gelegen die woningen ontsloten. (zie illustraties pagina 68). In veel landen om ons heen zijn dit zeker vanaf de 18de eeuw gebruikelijke ontsluitingsprincipes geworden voor (woon)gebouwen, maar deze ontwikke-lingen zijn aan de Nederlandse historische stad vrijwel volledig voorbij ge-gaan. Hier werden tot diep in de 19de eeuw de toegangen tot woningen en bedrijven elk individueel direct vanaf een ruimte van de eerste orde – dus een straat, plein, gracht of steeg – ontsloten, zelfs bij huurhuizen.3.28 Portiek- en galerijontsluitingen zijn derhalve per definitie wezensvreemd aan de his-torisch-ruimtelijke karakteristieken van de Nederlandse historische stad.

Een hiërarchisch systeem met ruimtelijke spanningOndanks de duidelijke hiërarchie tussen hoofdstraten, zijstraten en achter-straten en stegen, de zogenaamde primaire, secundaire en tertiaire struc-tuur, waarbij de rangorde van de straat in het stedelijk weefsel zich vertaalt in de straatprofielen, is er niettemin sprake van een doorlopend, ononder-broken en doorgaans gesloten stadsweefsel, dat vrijwel overal openbaar toegankelijk is.De overgangen tussen de verschillende ruimteprofielen (van steeg naar hoofdstraat: van smal naar breed) leveren echter uitgesproken ruimtelijke

ervaringen op, evenals het ‘fluctueren’ (het verbreden en versmallen) van de staten en stegen.

Veel verder dan dit reikt de invloed van stedenbouwkundige middelen in de historische stad niet, op een enkele uitzondering na. Zo werden de aanslui-tingen van de diverse straten en andere stedelijke ruimten op elkaar vóór de tweede helft van de 19de eeuw compositorisch niet of nauwelijks uitge-buit. In de historische stad kwamen visuele en monumentale effecten vooral tot stand kwamen door middel van de architectuur van de gevels van de aanliggende gebouwen, een enkele weloverwogen plaatsing van een monu-mentaal gebouw op een plein uitgezonderd.3.29

De kwetsbaarheid van het Nederlandse historische straatbeeldHet stedenbouwkundig patroon van straten, grachten en stegen is in de Ne-derlandse historische stad in zijn algemeenheid vrij rechtlijnig en de pro-fielen zijn doorgaans relatief breed, zeker in vergelijking met historische steden in zuidelijke landen, zoals Sienna, Barcelona of Avignon, waar het stedenbouwkundig patroon alléén al een grote ruimtelijke spanning oproept als gevolg van het bochtige en vaak onvoorspelbare verloop van de straten, in combinatie met zeer smalle en hoge doorsnedeprofielen. Deze zuidelijke steden kennen vaak grootschalige historische bebouwing, maar dit leidt in een dergelijk stedenbouwkundig grondpatroon nauwelijks tot een monotoon beeld. De ruimtelijke spanning die de Nederlandse historische stad kenmerkt is als gevolg van de relatief rechte en brede straten en grachten niet in eerste instantie stedenbouwkundig van aard, maar grotendeels afhankelijk van de continue en snelle opeenvolging van in hoofdzaak smalle en indi-viduele panden die in beperkte mate van elkaar verschillen (‘eenheid in verscheidenheid’) en architectonisch vaak rijk zijn uitgewerkt. Deze opmer-kelijke eigenschap maakt de Nederlandse historische stad uiterst gevoelig voor schaalvergroting (in de breedte). De geringe afwisseling van steden-bouwkundige perspectieven in de lange, vaak rechte straten en grachten kan geen compensatie bieden voor de monotonie van grootschalige gevels, die bovendien als gevolg van de geringe bouwhoogte ook nog extra hori-zontaal ogen en in verband met de relatief brede straat- en grachtprofielen over langere afstand zichtbaar zijn (zie illustraties pagina 70).

Page 40: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

68

3 H I S T O R I S C H - R U I M T E L I J K E K A R A K T E R I S T I E K E N O P V I E R S C H A A L N I V E A U S

Flexus AWC

Vrijwel alle woningen in de historische stad worden direct ontsloten vanuit een gemeenschappelijke ‘ont-sluiting van de eerste orde’, een straat, steeg, plein of gracht. Hierop volgen dan nooit ontsluitingen van de tweede of derde orde, ten-zij van het type hof (zie hiernaast). (FLX)

Hofjes kennen een zoge-naamde ‘ontsluiting van de tweede orde’, een ge-meenschappelijke ontslui-ting van waaruit de indi-vidiuele wooneenheden worden ontsloten. Hoven in de Nederlandse historische stad kennen vrijwel nooit een hieropvolgende ontslui-ting van de derde orde (zie rechtsonder). (FLX)

Portieken aan de straat zijn eveneens ontsluitingen van de ‘tweede orde’, maar dit is een 19de eeuwse vin-ding en kent geen wortels in de historische stad. Alle traditionele ontsluitingen van de tweede orde zijn in de Nederlandse historische stad van het type hof. In veel andere Westeurope-se landen werden al in de 17de, 18de en 19de eeuw veel ontsluitingen van de tweede orde toegepast en ontwikkeld in appartement-gebouwen. (FLX)

In veel andere Europese landen werd al in de Mid-deleeuwen een hoftype ontwikkeld, waar op de ontsluiting van de tweede orde, een ‘ontsluiting van de derde orde’ volgde: een gemeenschappelijke trap en woningontsluitende galerij. In Frankrijk, Italië en Duits-land kwam dit veel voor, maar in Nederland vrijwel niet. Pas in de tweede helft van de 20ste eeuw werden in Nederland ontsluitingen van de derde orde geïntro-duceerd. (FLX)

Page 41: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

69 Flexus AWC

RooilijnenTot aan de periode van de late Middeleeuwen en het begin van de Nieuwe Tijd lagen rooilijnen van de verschillende panden in de Nederlandse histori-sche steden niet altijd op één lijn, aangezien het een ieder vrij stond te bou-wen op eigen erf waar men wilde. Maar ook, wanneer de voorgevel keurig op de voorgevelrooilijn van de buren was gesteld, was er ruimte om in de stoepenzone tussen voorgevel en openbare straat allerhande private bouw-sels op te trekken, zoals hekwerken, balies, pothuizen, luifels en zo meer. Een dergelijke privé-stoep had vaak een semi-openbaar karakter (zie hierna).

Vooral in de overgang met de Nieuwe Tijd, vanaf de 16de eeuw, werden de rooilijnen steeds strenger gereguleerd door zogenaamde ‘rooimeesters’ en ging de stedelijke overheid over tot het waar mogelijk rechttrekken van de gevellijnen en het verwijderen van alle op- en aanbouwen in de stoe-penzone. Als gevolg hiervan zijn de voorgevelrooilijnen in de Nederlandse historische stad betrekkelijk strak en regelmatig, maar met afwijkingen op het grootste schaalniveau zowel als op het allerkleinste. Op het grootste schaalniveau, die van straatwanden als geheel, fluctueren de gevelwanden (ze wijken geleidelijk naar achteren of zwenken naar binnen) waardoor de straat vaak breder of smaller wordt, zonder dat de richting van de straat zelf wezenlijk verandert. Dit is het geval bij minder of niet-planmatig aan-gelegde straten. Op het middenniveau, dat van een deel van de straat-wand, is de rooilijn doorgaans strak en met weinig onregelmatigheden. Het in zijn geheel flink terugleggen van gebouwen of een reeks van panden ten opzichte van de rooilijn van de straat is ongebruikelijk in de historische stad. Op het kleinste schaalniveau zijn afwijkingen in de rooilijn ten opzichte van de buren daarentegen weer niet ongebruikelijk, maar deze individuele af-wijkingen zijn doorgaans zeer gering. De Ebbingestraten vormen overigens een grote uitzondering op het principe van de strakke rooilijn. Langs deze straten, die vooral in het derde kwart van de 19de eeuw zijn bebouwd, verspringt de rooilijn ook op het middenniveau en het individuele sterk en hebben bepaalde panden zelfs voortuinen. Of dit opzettelijk is gebeurd is in dit onderzoek niet duidelijk geworden, maar het is wel kenmerkend voor 19de eeuwse straten die een chiquer cachet of een ‘laanachtig’ (groen) karakter dienden te krijgen. Dit valt geheel op

Juist door de snelle opeenvolging van betrekkelijk smalle panden die on-derling een grote diversiteit kennen in hoogte, breedte, kaprichting, archi-tectuurstijl en kleur- en materiaalgebruik, kent het Nederlandse historische straatbeeld een grote mate van levendigheid, waarbij aangetekend moet worden dat het hier om diversiteit van het type ‘eenheid in verscheidenheid’ gaat, omdat gedurende alle tijdvakken vóór het eerste kwart of de eerste helft van de 20ste eeuw dezelfde of sterk verwante bouw- en vormgevings-principes de verschillende opeenvolgende architectuurstijlen hebben vorm-gegeven. De uitdrukkelijke beëindiging van gevels, in welke periode zij ook werden ontworpen, is hier een goed voorbeeld van. 3.30

De hoofdkenmerken van de openbare ruimten in Kampen komen sterk over-een met bovenstaande omschrijving. Ook in Kampen was er vóór de 20ste eeuw nauwelijks sprake van woongebouwen die met ontsluitingen van de tweede of derde orde werden ontsloten. Ook hier is er sprake van doorlo-pend, ononderbroken en gesloten stadsweefsel dat vrijwel overal openbaar toegankelijk is en dat bestaat uit een continue opeenvolging van in hoofd-zaak smalle en individuele panden. En ook hier is het stedenbouwkundig pa-troon zo recht en regelmatig dat de ruimtelijke spanning vooral afhankelijk is van een snelle opeenvolging van smalle panden en een architectonische afwisseling die tegelijktijd steunt op een sterke architectonische verwant-schap van de diverse stijlen. Niettemin zijn er met name vanaf de tweede helft van de 20ste eeuw ver-storingen opgetreden in dit totaalbeeld.

Aantastingen, TransformatiesVooral in de stadsvernieuwingsperiode – de jaren ‘70 en ‘80 van de 20ste eeuw – is op meerdere locaties de continue opeenvolging van in hoofdzaak smalle en individuele panden teniet gedaan en zijn grootschalige gebou-wen met ontsluitingen van de tweede en derde orde geïntroduceerd. Dit is bijvoorbeeld het geval in de Boven Nieuwstraat met de uitbreiding van My-osotis, waar zich geen voordeuren aan de straat meer bevinden. Maar ook in de jaren ‘90 is dit voor de historische binnenstad wezensvreemde proces voortgegaan, zoals aan de Agnietenburgh aan de Vloeddijk is te zien.

Page 42: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

70

3 H I S T O R I S C H - R U I M T E L I J K E K A R A K T E R I S T I E K E N O P V I E R S C H A A L N I V E A U S

Flexus AWC

Boven links: Utrecht binnenstad. De ruimtelijke spanning in de Nederlandse historische stad is niet in eerste instantie terug te voeren op een complex of sterk afwisselend ste-denbouwkundig patroon, want dat is hier in zijn algemeenheid juist vrij rustig, recht-lijnig en met riante straatprofielen. De ruimtelijke spanning in Nederlandse historische binnensteden is met name terug te voeren op het snelle ritme van aaneengeschakelde, individuele, smalle panden met afwisselende architectonische expressie (maar met veel gedeelde architectonische principes). Omdat het tamelijk voorspelbare stedenbouwkun-dige patroon nauwelijks compensatie kan bieden voor de grotere monotonie bij schaal-vergroting van gebouwen, zijn de Nederlandse historische steden uiterst gevoelig voor schaalvergroting. (GGE) (zie ook tekst op pagina 67).

Linksonder: Genua. In Zuid-Europese steden is dit vaak geheel anders: het stedenbouw-kundig patroon is dikwijls zeer afwisselend, vaak zeer nauw, met beperkt blikveld en ingevuld met historische grote gebouwen. Grootschalige gebouwen kunnen eenvoudiger in een dergelijk stedenbouwkundig patroon worden ingepast, zonder dat dit leidt tot een monotoon stadsbeeld. (FLX)

Boven: De Graafschap in Kampen. Dergelijke eenduidige en riante stedenbouwkundige ruimten zijn voor hun ruimtelijke spanning sterk afhankelijk van de snelle opeenvolging van kleinschalige eenheden met een divers karakter. (FLX)

Page 43: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

71 Flexus AWC

middel van de openbare ruimte-inrichting voor het collectief gebruik inge-richt en hierbij verregaand geësthetiseerd. Feitelijk was dit een voortzetting van de esthetisering van de stad zoals die al vanaf het eind van de 16de, begin 17de eeuw had ingezet, maar op deze gesystematiseerde wijze en met de inzet van gestandaardiseerde producten van lantaarnpalen, brug-leuningen, boomroosters en zo meer was dat wél nieuw. Op deze wijze werd in de 19de eeuw met nieuwe middelen de traditionele dubbele functie van de straat – verkeers- én verblijfsruimte – gecontinueerd.3.33

De oudste geschiedenis van de Kampense straatinrichting is vrij ongewis. Het beeld dat ook in grotere middeleeuwse steden alle straten per definitie onverhard waren en bij regen zonder uitzondering in modderpoelen veran-derden, is zeker voor Kampen niet juist. In deze stad waren enkele belang-rijke straten zeker al in de 15de eeuw, sommige zelfs al eerder, bestraat met stenen of keien, danwel verhard met steenmot. De Koornmarkt was zelfs al aan het einde van de 13de eeuw geplaveid met tufsteen, dat mogelijk afkomstig was van de toen gesloopte romaanse St. Nicolaaskerk. 3.34

Ook in Kampen vond gedurende de 17de en 18de eeuw een esthetisering van de openbare ruimte plaats. Wanneer de straten binnen de stadsmuren nog niet of slecht verhard waren, werd hierin verandering aangebracht. Zo werd er in 1615 bestrating aangebracht in de Groenestraat. De bewoners van de Heilensteeg, de huidige Brigittenstraat, moesten langer wachten. In 1655 herhaalden zij, nu met succes, een reeds in 1622 bij het stadsbestuur ingediend verzoek om hun straat van een hard wegdek te voorzien. Vooral in de tweede helft van de 18de eeuw vonden er op grote schaal in tal van straten en stegen herbestratingen plaats, waarbij keien veelal werden vervangen door klinkers. Eerder al was door het plaatsen van op olie bran-dende straatlantaarns de begaanbaarheid in de avonduren van tal van straten aanzienlijk verbeterd. Hiermee werd een begin gemaakt in 1683, maar vooral in de eerste helft van de 18de eeuw werd het aantal lantaarns langs de straten gestaag uitgebreid. 3.35 Hoewel in de literatuur niet veel te vinden is over straatinrichting en inrichtingsplannen gedurende de 19de en 20ste eeuw, zal deze niet wezenlijk anders verlopen zijn dan in de andere historische steden in Nederland. De introductie van het trottoir in de 19de eeuw en de wijziging in bestratingsmateriaal gedurende de 20ste eeuw

zijn plaats in relatie tot het park waar de woningen direct aan grenzen. De Ebbingestraten hebben door deze eigenaardigheid, ondanks de zeer ver-zorgde architectuur, een wat informelere, ‘losse’ en laanachtige uitstraling.

Aantastingen, Transformaties Op enkele plaatsen in de Kamper binnenstad zijn de karakteristieke straat-profielen en rooilijnen niet meer aanwezig of aangetast. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het eerder genoemde Myosotis en ter plaatse van de Broe-derstraat tussen Boven Nieuwstraat en Burgwal. Ter plaatse van Myosotis aan de Boven Nieuwstraat is de rooilijn op het middenniveau (dus voor een deel van de straatwand) naar achteren gelegd, een zeer onbruikelijke en storende stedenbouwkundige figuur in de historische stad.

Stoepen en bestratingVanaf globaal de 16de eeuw tot aan het begin van de 20ste eeuw heeft de Nederlandse straat – wanneer bestraat – een min of meer gelijk openbaar ruimteprofiel gehad. Direct grenzend aan de gevels bevond zich de zone van de privéstoepen – voor zover daar ruimte voor was – , daarnaast aan beide zijden door-lopende voetpaden van gebakken klinkers op hun kant, en in het midden een rijbaan van veldkeien of kasseien. In veel gevallen werd de rijbaan bestrooid met zand vermengd met gehakt stro en riet, om het wegdek tegen de druk van karrenwielen en paardenhoeven te beschermen. Vaak bevond zich tussen voetpad en rijbaan of midden op de rijbaan een goot die als afvoer voor afval- en hemelwater diende. De goot was soms afgedekt met planken, maar was soms ook open, hetgeen tot veel overlast aanleiding kon geven.3.31

Vooral vanaf de 17de eeuw vond een geleidelijke esthetisering van de open-bare ruimte plaats door verstening van het stadsbeeld, uniformering van de bestrating en aanplant van bomenrijen (zie ook hierna) 3.32

Maar met name vanaf de 19de eeuw namen stadsbesturen steeds meer de inrichting van de openbare ruimte voor eigen rekening, hetgeen betekende dat deze sterk geüniformeerd werd. De privéstoepen werden teruggedron-gen en vervangen door openbare trottoirs. De straat verloor zijn karakter als het private verlengstuk van de individuele woningen, maar werd door

Page 44: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

72

3 H I S T O R I S C H - R U I M T E L I J K E K A R A K T E R I S T I E K E N O P V I E R S C H A A L N I V E A U S

Flexus AWC

Links: twee foto’s van de Gasthuisstraat, 2010. (FLX).Een typisch 19de eeuws fragment in het stadsweefsel van Kampen, die niettemin zeer goed aansluit op de basisprincipes van de historische stad. Onder: twee illustraties die de privéstoepen in het his-torische Kampen laten zien: links de Boven Nieuwstraat (1791, Pieter Remmers), rechts de Oudestraat ter hoogte van het Gotisch Huis, met een overigens toen nog een beperkt aantal winkelpuien. Deze privéstoepen zijn in de 20ste eeuw vrijwel allemaal gesloopt. Hoe-wel de historische binnenstad van Kampen zeer goed bewaard is gebleven, geldt dit opmerkelijk genoeg juist niet voor de stoepen, waarmee Kampen zich ongunstig onderscheidt van andere historische steden. (rechts: GA, links: Provinciaal Overijssels Museum Zwolle)

Page 45: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

73 Flexus AWC

(machinale klinker, betonklinkers, betontegels) vonden vanzelfsprekend ook in Kampen plaats.

Aantastingen/TransformatiesHet historische bestratingsbeeld met gemêleerde bestratingsmaterialen, vaak natuursteenkeien of klinkers, is nu op de meeste plaatsen verdwenen. Hadden voorheen bebouwing en stadsvloer een sterke visuele verwantschap (beide een opbouw uit kleine handgrote elementen, beide een natuurlijke, onregelmatige textuur, beide dezelfde mate van matheid/glans), de ver-vanging van deze oude materialen door moderne heeft een een sterke abstrahering van de stadsvloer en een onnodige visuele verwijdering van bebouwing en bestrating tot gevolg gehad. Dit is goed zichtbaar aan de nieuwe bestrating van de Oudestraat, die bestaat uit rode betonklinkers met een egale textuur en kleur. Ook op de IJsselkade is een dergelijke bestra-ting neergelegd. Hierdoor ontstaat het vervreemdend effect van kleinscha-lig, geornamenteerde bebouwing geplaatst op een ‘gedesignde’ en gladde stadsvloer, als losse meubels op een tapijt. Dit verhoudt zich moeizaam tot de voorheen genuanceerde relatie tussen bebouwing en openbare ruimte. Op enkele plaatsen, zoals op de Koornmarkt, is de historische keienbe-strating nog bewaard gebleven. Dit draagt in sterke mate bij aan de hoge ruimtelijke en historische kwaliteiten van dit plein.

De privéstoepEen ander kenmerkend element van de Nederlandse historische stad – die in vrijwel alle andere Europese landen niet (meer) voorkomt – is de privéstoep, een verlengstuk van het huis in de openbare ruimte, die vaak is afgeschermd met stoeppalen en -hekken en voorzien van een ‘stoepplaat’, een verhoging van bakstenen, tegels of natuursteen. Bij winkels en bedrijven stonden hier zelfs werkbanken en allerlei attributen en opslag, maar bij woningen was het een recreatieve ruimte, als het ware een ‘versteende tuin’ aan de straat, met bankjes. De privéstoep vormde al sinds het ontstaan van de stad in de hoge Middeleeuwen een vast element van het profiel van straten, grachten en pleinen, maar de overheid probeerde minstens vanaf de 16de eeuw hier ordening in aan te brengen. Ondanks de ingrepen van de overheid om ob-stakels uit de openbare ruimte te verwijderen, bleef de stoep niettemin het

verlengstuk van het privé-domein, hoewel hier gedurende de 17de en 18de eeuw geleidelijk een formalisering optrad met stoeppalen en - hekken, en een formelere aankleding met natuursteen.Ook in Kampen kwamen deze privéstoepen massaal voor, vooral langs de straten en grachten met de breedste profielen (bijvoorbeeld de Burgwal en Oudestraat), zoals schilderijen en foto’s, maar ook de Kadastrale minuut van 1818 aantonen. In de smalste straten en stegen kwamen zij niet voor, omdat daar geen ruimte voor was.

Transformaties/AantastingenDe privéstoep is nu nagenoeg uit het Kampense straatbeeld verdwenen. Op dit moment zijn nog slechts stoepen te vinden ter plaatse van de panden Koornmarkt 1 (Protestantse Theologische Hogeschool), Nieuwe Markt 19, Buiten Nieuwstraat 2, Vloeddijk 144 en enkele andere panden. De stoepen hebben in de brede straten geleidelijk aan plaats gemaakt voor de 19de en 20ste eeuwse trottoirs, die een duidelijk en herkenbaar voetgangersge-bied en verkeersrijbaan markeren. Informatie over het moment waarop de stoepen langs de huizen in Kampen verdwenen zijn, is in het kader van dit onderzoek niet achterhaald kunnen worden.De herinrichting van de openbare ruimte in de Oudestraat en langs de IJs-selkade, die plaats vond in het eerste decennium van de 21ste eeuw, heeft de herinnering aan een ooit aanwezige stoepenzone verder uitgewist.

Straat uit één periodeOfschoon in Kampen het overgrote deel van de straatwanden opgebouwd is uit panden die in meerdere periodes gebouwd zijn, danwel geveltransfor-maties ondergaan hebben, kent Kampen één straat die in één afgeronde, korte periode gebouwd is: de Gasthuisstraat. Deze straat werd gebouwd op de plaats van het in 1897 gesloopte Heilige Geest Gasthuis en is een gaaf voorbeeld van 19de eeuwse gevelarchitectuur.

Aanbevelingen StraatAlgemeen Voor alle straten in gebieden van topkwaliteit geldt: behoud van de be-staande bebouwing gaat vóór vernieuwing. In geval van noodzakelijke

Page 46: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

[...]

Page 47: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

87 Flexus AWC

tuur van nieuwbouw rekening houden met het feestelijke karakter van dit uit-gaansplein, maar met inachtneming van het historisch-architectonische beeld van deze plek.

Hoek Prinsenstraat/BurgwalBomen en inrichting gericht op verblijfsfunctie handhaven.

KalverhekkenbosBomen terugbrengen overeenkomstig de situatie aan het begin van de 20ste eeuw, en meer inrichten als verblijfsplek en plein. Een combinatie met parke-ren is mogelijk (zie bijvoorbeeld de Markt van Geertruidenberg).

3.3.3 Stegen, sloppen en gangen

Haarvaten van de historische stad: informeel en van lokale betekenisWaar de straat ophoudt en de steeg begint, is niet altijd even duidelijk. Niettemin kunnen de kenmerken van stegen, sloppen en gangen wel in zijn algemeenheid worden getypeerd. Stegen, sloppen en gangen worden gekenmerkt door hun geringe breedte, vaak niet meer dan twee à vier meter, maar soms ook veel smaller, minder dan een meter. Het zijn als het ware de ‘haarvaten’ van de stad, die diep in de binnenterreinen doordringen of hier doorheen snijden en hiermee zicht bieden op deze ‘informele’ achterkant van de stad. Stegen vormen vaak geïsoleerde stedelijke ruimtes, dat wil zeggen dat zij doorgaans niet op elkaar aansluiten en zodoende ook geen langere ontslui-tingsstructuren op buurtniveau vormen. Hierop zijn niettemin uitzonderingen mogelijk, bijvoorbeeld in het noordelijk deel van de binnenstad van Kampen, waar sprake is van een buurtoverspannende, doorgaande stegenstructuur.Stegen vinden hun oorsprong in veel gevallen in particulier initiatief, al dan niet door de overheid gereguleerd, als verbindingspad tussen twee reeds bestaande straten. Langs dit pad, vaak over de korte zijde van het bouwblok in wording, werd het erf in de lengterichting in nieuwe ondiepe dwarserven verkaveld en met kleine (huur)huizen of bedrijfjes bebouwd. Zo ontstond een publieke verbindingsstructuur.

StegentypologieEr zijn verschillende typen stegen te onderscheiden.3.40

De verbindingssteegDe verbindingssteeg vormt een verbinding tussen twee primaire of secun-daire lineaire structuren, en is grotendeels of geheel bebouwd. Er zijn drie typen verbindingsstegen te onderscheiden, afhankelijk van hun bebouwings-type. De primaire verbindingssteeg is voorzien van bebouwing die in maat en schaal niet onderdoet voor de bebouwing aan de primaire en secundaire lineaire structuren die hij verbindt; deze steeg is dan ook vaak druk gebruikt en centraal in de stad gelegen. De secundaire verbindingssteeg is minder stedelijk dan de primaire verbin-dingssteeg. De bebouwing is lager of onregelmatiger in hoogte, breedte en architectonische uitdrukking dan bij de primaire verbindingsstegen. Woon-huizen worden vaker afgewisseld met pakhuisjes en bedrijven en zijgevels van grotere instellingen. Secundaire verbindingsstegen zijn vooral kenmer-kend voor de middelgrote en kleinere historische steden, die een gemid-delde bevolkingsdruk hebben gekend. Tertiaire verbindingsstegen zijn stegen van een lagere orde, die het minst zijn verstedelijkt. Zij zijn vaak voorzien van tuinmuren en bieden het beste zicht op de achterkant van de stad en de kern van het bouwblok. Eventuele bomen in de tuinen reiken vaak over de muur heen, waarmee dit type steeg vaak een landelijk aanzien heeft. Deze stegen komen vaak voor in kleine stadjes of op specifieke locaties in grotere steden waar weinig stedelijke druk was. De onregelmatigheid van het oude muurwerk is een wezenlijke ka-rakteristiek van dit type stegen, maar komen ook voor in andere type stegen met blinde (zij)muren. Deze onregelmatigheid versterkt de impressie van de ‘informele structuur’ van de stad, en toont meer als waar ook de ouderdom van de stad. In die zin is de informele structuur een wezenlijk onderdeel van de beleving van de historiciteit van de binnenstad. 3.41

De gangsteegEen bijzonder type verbindingssteeg is de ‘gangsteeg’. Dit betreft een zeer smalle steeg, vaak niet breder dan één tot twee meter,

Page 48: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

88

3 H I S T O R I S C H - R U I M T E L I J K E K A R A K T E R I S T I E K E N O P V I E R S C H A A L N I V E A U S

Flexus AWC

Boven links: Houtzagerssteeg; boven rechts: Koldenhovensteeg. Bogen of houtconstructies om de zijmuren van beide kanten van de steeg tegen overhel-len te behoeden komen op enkele plekken voor, en zijn zo karakteristiek dat zij bijna een icoon voor Kampen zijn geworden. (FLX)

Links: Kampen telt een groot aantal stegen, in allerlei profielen en ruimtelijke verschij-ningsvormen. Zij hebben vrijwel alle een oost-west oriëntatie, als het ware opgespannen tussen de primaire stucturen van de stad. Het zijn daarmee typische ‘verbindingsstegen’, dat wil zeggen stegen die door de minst diepe zijde van het bouwblok snijden en twee straten van een primaire of secundaire structuur op de korste wijze verbinden. (FLX)Rechterpagina: Links: de Nauwe Morrensteeg, de smalste steeg van de stad, typisch een ‘gangsteeg’, rechts de Morrensteeg in het verlengde van de Nauwe Morrensteeg, een voorbeeld van een ‘secundaire verbindingssteeg’. (FLX)

Page 49: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

89 Flexus AWC

Page 50: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

90

3 H I S T O R I S C H - R U I M T E L I J K E K A R A K T E R I S T I E K E N O P V I E R S C H A A L N I V E A U S

Flexus AWC

Enkele foto’s van de Burgwal en Vloeddijk, aan het einde van de 19e eeuw. Er lagen in deze periode nog schepen in de Burgel. (FW)

Panorama Burgel ter hoogte van Myosotis;2010. (FLX)

Page 51: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

91 Flexus AWC

met hoge, hoofdzakelijk blinde zijgevels aan weerszijden van de steeg, vaak per wand behorend tot één gebouw of gebouwcomplex. Deze gangstegen hebben de kenmerken van een private gang tussen twee huizen, maar ma-ken toch onderdeel uit van het publieke netwerk van straten, pleinen, grach-ten en stegen. Ook voor dit type stegen zijn de onregelmatige wanden, vaak met vele bouwsporen, van essentieel belang voor de karakteristiek en de beleving van deze ruimtes en de historiciteit van de stad als geheel. 3.42

De slopEen slop is een één- of tweezijdig bebouwd steegje die in het bouwblok steekt, die vooral semi-privaat is, doorgaans doodloopt en van armoedige signatuur is. Naar de straat is de slop vaak afgeschermd met een poortje. Een slop ontsluit allerlei soorten bebouwing, maar is in de historische stad vooral aangelegd voor de bouw van bedrijfjes en arbeiders- en dienstwo-ninkjes, van middeleeuwse ‘cameren’ tot aan de arbeiderswoningen uit eind 19de, begin 20ste eeuw. Sloppen werden vaak aangelegd door particulie-ren op eigen grond. 3.43

De gangEen gang is een private steeg, behorende bij een woning of bedrijf, aan de zijkant van het erf, die leidt naar het achtererf en hiermee doodloopt in het bouwblok. De gang onderscheidt zich verder van de overige typen stegen door haar extreem smalle maat (vaak niet breder dan één meter). Gangen werden vrijwel altijd naar de straat afgesloten met een poortje. 3.44

Stegen in KampenKampen kent vele stegen van verschillende typen, die in een structuur dwars op de noord-zuid hoofdstructuur van de stad zijn gelegen. De stegen snijden in de dwarsrichting (dus over minst diepe kant) door de bouwblokken, zijn derhalve ‘verbindingsstegen’ tussen ruimten van de secundaire en primaire structuur, en hebben hun oorsprong als pad of afsplitsing van een lang erf. Er zijn maar weinig Nederlandse steden waar de stegen zo’n prominent on-derdeel uitmaken van de stedenbouwkundige structuur als in Kampen. De stegen in Kampen zijn op dezelfde manier ontstaan als de stegen van an-dere Nederlandse historische steden en zijn, uitgaande van bovengenoemde

typologie duidelijk te benoemen. De twee meest voorkomende steegtypen worden hieronder besproken. Met name het grote verschil in de typen ste-gen tussen de Oudestraat en de Burgel en de stegen tussen de Oudestraat en de Voorstraat valt hierbij op.

De secundaire verbindingssteeg: KampenDe stegen in het noordelijk deel van de stad, de Karpersteeg, Houtzagers-steeg, Morrensteeg, Botervatsteeg e.a. behoren tot het secundaire steegty-pe en hebben een stedenbouwkundige opzet die niet veel verschilt van een straat van de secundaire structuur. Dat wil zeggen dat er voornamelijk indi-viduele bebouwing aan is gesitueerd (dus niet in eerste instantie seriematig, wat ter plaatse van tertiaire verbindingsstegen eerder het geval is), zonder veel ‘onregelmatige’ onderbrekingen van tuinmuren. Het verschil tussen een straat en een steeg is in het noordelijk deel van de stad niet altijd even dui-delijk, afgezien van het zeer smalle profiel. De vroegere Sint Jacobssteeg heet nu dan ook de Sint Jacobsstraat. Een uitzondering op de regel vormt de brede Schapensteeg bij zijn aansluiting op de Burgwal. Hier is in 1818 een sloopplein ontstaan die later gedeeltelijk is dichtgebouwd.

De gangsteeg: KampenDe stegen tussen de Oudestraat en de Voorstraat bestaan voor een groot deel uit de zijmuren van de panden aan de hoofdstraten en behoren tot het type tertiaire verbindingssteeg en soms zelfs ‘gangsteeg’. De spectaculaire Nauwe Morrensteen kan zonder meer als gangsteeg worden aangemerkt.

Bijzonder gegeven in Kampen: steunbogenEen bijzonderheid van Kampen zijn de stegen met steunbogen, om het door-zakken van de zijmuren van de panden tegen te gaan, zoals in de Houtza-gerssteeg bij de Oudestraat. Deze steunbogen zijn zeer karakteristiek en op nationale schaal uiterst zeldzaam. Ook Zutphen en Deventer kennen deze steunbogen, maar niet zoveel als in Kampen.

Aantastingen, TransformatiesEr zijn meerdere stegen verdwenen (voor een opsomming: zie onder ‘terti-aire structuur’) of aangetast door het terugleggen van rooilijnen of de intro-

Page 52: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

[...]

Page 53: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

105 Flexus AWC

vendien stedenbouwkundig gebiedsvreemd is in de historische binnenstad.

3.4.3 De kap

Het dak van de stad: ‘zaagtandlandschap’; individueel, divers maar toch gelijkvormigHet ‘dak’ van de historische Nederlandse stad wordt gekenmerkt door een zee aan steile kappen, als een gekarteld landschap van betrekkelijk kleine zaagtanden, die grotendeels behoren tot de ‘bulk’ van de invididuele por-taalhuizen, en waar op enkele plekken de grote tot zeer grote kappen van de bijzondere gebouwen doorheen breken.Daar waar de kap begint maken de gebouwen, die in de meeste gevallen aaneensluitend zijn gebouwd, zich los van elkaar en leggen daarmee, op het niveau van het dak, de voor de Nederlandse historische stad zo kenmer-kende individualiteit van de panden bloot, zoals de snelle afwisseling van gevels, gevelarchitectuur en stoepen dat doet op het niveau van de straat.In vergelijking met een daklandschap van platte daken springt ook een an-der visueel effect van het gebruik van kappen in de historische stad direct in het oog: het aan de voet zo brede gebouw verjongt zich naar boven tot een fijne maat van enkele centimeters, wat het daklandschap als totaalbeeld een grote mate van verfijning geeft. Van hoge, spits toelopende kerktorens is dit visuele verschijnsel bekend, maar ook gewone kappen dragen bij aan het verfijnde vormenspel van het historisch daklandschap.

Net als het gevelbeeld op straatniveau is ook het dakenlandschap divers en gelijkvormig tegelijk. De diversiteit schuilt in de verdraaiingen van de kaprichtingen, vooral tussen de voor- en achterhuizen, in de wisselingen in hoogte en maatvoering van de kappen en in de kleurverschillen van de dak-bedekkingen. Maar de gelijkvormigheid is minstens zo opvallend, en wordt bepaald door het gegeven dat vóór de introductie van nieuwe kapvormen in de 19de eeuw de verschillende soorten kapconstructies aan de buitenzijde resulteerden in kappen met dezelfde hoofdvorm: zadel- en schilddaken met min of meer dezelfde dakhelling tussen de 45 en 60 graden.3.60

Nederlandse kap: steil en smalVoor de uitvinding van de bitumineuze dakbedekking rond 1860 was een plat dak moeilijk waterdicht te krijgen. Om een gebouw aan de bovenzijde water- en winddicht te maken is dus eeuwenlang een kapconstructie nodig geweest, die begon als een eenvoudige sporenkap met een dakbedekking van riet of houten schinkels, welke zich al vanaf de 14de eeuw allengs ont-wikkelde tot indrukwekkende houten spantconstructies met gebinten, afge-dekt met daktegels, holle en bolle pannen en later golfpannen; dit laatste door stadsbesturen aangemoedigd en afgedwongen met regelgeving en subsidies, om de stad brandveiliger te maken. Diverse gewesten ontwikkel-den hierin hun eigen traditie.De kap was in veel gevallen één ongedeelde ruimte, en werd eeuwenlang gebruikt voor de opslag van voorraden of voor het ophangen van de was. Incidenteel werd er gewoond, maar alleen door dienstbodes in ingebouwde kamertjes, omdat direct wonen onder de kap te koud of te warm was: de kap was doorgaans onbeschoten.Ongeacht de specifieke kapconstructie zijn de kappen in de Nederlandse historische stad steil, tussen de 45 en 60 graden, en rechtlijnig van vorm. De zadel- en schilddaken zijn niet naar binnen geknikt aan de onderzijde, zoals veel kappen in Midden-Europa (om sneeuw vast te houden), en zij zijn niet naar buiten geknikt, zoals in veel steden in Frankrijk en wederom Mid-den-Europa, waar onder de kap vaak gewoond werd en men zo dus ruimte won. Steile daken zijn beter bestand tegen inwatering dan flauwe daken, zeker in een nat en winderig klimaat. Tenslotte speelde ook de smalle maat van de Nederlandse stadhuizen een rol: hoe smaller het pand, hoe hoger de kap moet zijn om nog bruikbare ruimte over te houden onder het dak.3.61

Aantastingen, TransformatiesEr zijn op meerdere plaatsen in de binnenstad vanaf de tweede helft van de 19de eeuw platte daken toegepast, waarmee de structuur van het dakland-schap zijn coherentie en verfijning heeft verloren en de individualiteit van de bebouwing op sommige plekken niet meer in het daklandschap kan worden afgelezen. Voor de aanbouwen speelt dit met name in de achtergebieden van de Oudestraat, waar grote uitbouwen van bestaande winkels voorzien

Page 54: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

106

3 H I S T O R I S C H - R U I M T E L I J K E K A R A K T E R I S T I E K E N O P V I E R S C H A A L N I V E A U S

Flexus AWC

Linksboven: Kampen, zuidelijk deel van de Oudestraat: een goed (maar niet volledig) bewaard historisch daklandschap, bestaande uit steile kappen van het zadeldak- of schilddaktype met diverse subtiele verschillen, een ‘eenheid in verscheidenheid’ op het niveau van het daklandschap, precies zoals het historisch gevelbeeld dat heeft op het niveau van de straat. Platte daken schaden deze individualiteit binnen het daklandschap. (GRO)Linksonder: de daken vormen in de Nederlandse historische stad (maar ook in historische steden in andere Europese regio’s) een werkelijk ‘landschap’, waar de op straatniveau aaneensluitende gebouwen zich letterlijk van elkaar losmaken, waardoor de individuali-teit van de gebouwen op het niveau van het daklandschap sterk wordt benadrukt, en een ‘laag’ van consequent spits toelopende volumes ontstaat dat als een voor dit stadstype essentiële stedenbouwkundige ‘laag’ moet worden beschouwd. (FLX)

Rechtboven: Uitsnede van een stadsgezicht op Brussel, van Jean Baptiste Bonnecroy (1663). Hier is goed op te zien dat het dakenlandschap van spits toelopende volumes een aparte ‘laag’ vormen op de stad en die bovendien een grote mate van verfijning verleent aan het ‘dak van de stad’, omdat dat nu eenmaal een visuele eigenschap is van spits toelopende vormen. (Koninklijke Musea voor Schone Kunsten België, Brussel).

Page 55: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

107 Flexus AWC

zijn van platte daken. Ook hoofdbebouwing is soms voorzien van een plat dak. Was dit geduren-de de 19de eeuw geen groot probleem omdat het uitzonderlijk was, in de tweede helft van de 20ste eeuw en in onze huidige tijd is het platte dak zo-zeer de norm geworden dat het onbelemmerd toelaten van het platte dak uiteindelijk het totaalbeeld zal gaan beheersen. Voorbeelden hiervan zijn enkele complexen aan de Burgel en de Buiten Nieuwstraat en aan de IJs-selkade (woningbouwcomplexen). Hiernaast is op enkele plaatsen middels setbacks (= terugliggende bovenste verdieping) een gekunstelde poging gedaan de harde hoofdvorm van de kubische volumes te verzachten. Tevens is een variëteit aan gebogen, danwel summier geknikte dakvormen voor hoofdbebouwing geïntroduceerd. Deze ontwikkelingen hebben in veel ge-vallen geresulteerd in een hoekig en afwijkend silhouet, die het gekartelde, spitse en individuele daklandschap van de historische binnenstad aantast.De nieuwe kapvormen uit de 19de eeuw, zoals de mansardekappen, zijn veel minder schadelijk in het historisch kappenlandschap omdat zij nog zo-veel overeenkomsten hebben met de traditionele kappen en spits toelopen. Een andere veel voorkomende transformatie is de vervanging van historische door moderne dakbedekking. Het is niet uitzonderlijk dat historische panden nog hun Oudhollandse, 17de of 18de eeuwse golfpannen bezitten of zelfs zijn afgedekt met nóg oudere dakbedekking, zoals het Gotisch huis, dat nog zijn laat-middeleeuwse holle en bolle pannen bezit! Dit rijke bouwhistorisch erfgoed is erg kwetsbaar en wordt vaak onoordeelkundig weggehaald en vervangen door moderne pannen.

Kap: aan het oog onttrokken en weer zichtbaar gemaaktVóór de massale sloop van de topgevels vanaf het laatste kwart van de 18de eeuw werd de kap van diephuizen steevast aan het oog onttrokken door de geveltop die tot boven de nok was doorgezet.Ook bij dwarshuizen verdween de kap dikwijls voor een deel achter Vlaam-se gevels, dat zijn vanaf de gevel doorgemetselde toppen vóór de dwars-kap, die als dakkapel of als volledige top werden uitgevoerd.De spits toelopende geveltop benadrukte de hoofdvorm van de kap en overdreef deze zelfs wanneer de top hoger was uitgevoerd dan de kap zelf. De geveltoppen speelden dus een belangrijke rol in het silhouet van de

stad. Bij de afbraak van de toppen kwam de kap weer te voorschijn, werd naar achteren afgeschuind en aan de voet voorzien van een kroonlijst. Voor de individuele expressie van de panden en het silhouet betekende het aftop-pen een ernstige verarming, en de ‘boerse’, hoge Noord-Europese kappen lieten zich soms maar moeizaam verenigen met dit pretentieuze klassicisti-sche repertoire. 3.62

Kap grote gebouwen: hoog en donkergrijsDe kappen van grote bijzondere gebouwen, als kerken, stadhuizen, stads-poorten en zo meer steken vaak majestueus boven de kappen van de ge-wone woonhuizen uit, maar de vormverwantschap is zonneklaar, waarmee overigens de eigenheid van de specifieke kapvormen van kerken en stads-poorten hier niet wordt weggeschreven. Ook deze kappen zijn rechtlijnig, in de vorm van zadel-, schild- of tentda-ken, de hellingshoek is steil tot zeer steil, en het geheel loopt doorgaans spits toe. Alleen de koepels hebben geheel eigen contouren, maar deze komen in de Nederlandse stad hoofdzakelijk voor als kleine torenkoepels.De torenspitsen vormen een categorie apart. Ook de historische stad kent weinig gebouwen of gebouwdelen die in het geheel geen functie hebben anders dan visueel genot en eerzucht, maar dit is er dan toch één van. Deze vaak gecompliceerde houten constructies kunnen zeer hoog zijn, en kennen een indrukwekkende vormenrijkdom die ver verwijderd is van de doorsnee-kapconstructie.Ofschoon de vormgeving van de kap van grote gebouwen onderdeel uit-maakt van het ‘systeem’ van de historische stad, is er ook een opmerkelijk verschil met die van de ‘bulk’ van portaalhuizen: de dakbedekking en de kleur. De kappen van de belangrijkste bijzondere gebouwen werden al in de Middeleeuwen met leien belegd, een uitheems, duur en dus luxe ogend materiaal. De gewone woonhuizen waren zeker vanaf het begin van de Nieuwe Tijd met rode dakpannen belegd, waardoor de bijzondere gebou-wen ook in kleur werden verheven boven de omgeving en het totale dak-landschap van de stad werd getekend door een rode grondtoon met blauw-zwarte toetsen.Dit betekenisvolle contrast tussen rode woonhuisdaken en grote blauwe ac-

Page 56: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

108

3 H I S T O R I S C H - R U I M T E L I J K E K A R A K T E R I S T I E K E N O P V I E R S C H A A L N I V E A U S

Flexus AWC

Een zeer bijzonder type woon/werkbebouwing en ty-perend voor Kampen zijn de stadsboerderijen, die zich voornamelijk in de Groe-nestraat bevinden. Geen van de binnen de his-torische kern gelegen stads-boerderijen is nog als zoda-nig in gebruik. Boven en linksonder: FLXOnder: OBK

Page 57: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

109 Flexus AWC

centen is nu in veel steden niet meer aanwezig: al vanaf de 17de eeuw werden rode pannendaken bij rijkere panden vervangen door blauwgrijze dakpannen als nabootsing van een chique leien dak.

Aantastingen, TransformatiesIn Kampen is ter plaatse van de ‘bulk’ een rijke menging aanwezig tussen rood- en blauwzwart bepande daken. Deze menging is soms aanwezig per pand, maar is soms ook structuurloos (beiden pankleuren op één zijde van een dak toegepast).

3.4.4 Bijzondere bebouwing

Bijzondere bebouwing: verschillende typenHistorische bijzondere bebouwing (bebouwing met van de normale woon-gebouwen afwijkende functies) zijn onder de volgende typen onder te bren-gen:

1 Kerken en kapellen, o.a.:- Bovenkerk- Buitenkerk- Broederkerk- Cellezusterkapel- Lutherse Kerk

2 Gebouwen van stadsbestuur en handel o.a.:- Oude Raadhuis - Nieuwe Raadhuis (17de eeuws en 18de eeuws) - Nieuwe Toren

3. Gebouwen van religieuze woongemeenschappen (kloosters, conventen, bagijnhoven), o.a.:- Klooster Buiten Nieuwstraat 2 - Klooster Buiten Nieuwstraat 95- Klooster Groenestraat 158

- Klooster 2e Ebbingestraat 1a- Bethlehemvergadering, Buiten Nieuwstraat 62

4 Gebouwen van seculiere woongemeenschappen (hofjes, oudemannen- en oudevrouwenhuizen, proveniershuizen), o.a.:- Groenestraat 57-61 (1930)- Bejaardentehuis 1e Ebbingestraat 37-40 (van Gelderstichting)

5 Gebouwen van zorg en tucht (gasthuizen, weeshuizen, tuchthuizen, dolhuizen, etc), o.a.:- Weeshuis Boven Nieuwstraat 13, 15, 17(Soete Naeme Jhesushuis) - Pesthuis en gasthuis/ziekenhuis: Vloeddijk 1-1a- Ziekenhuis Engelenbergplantsoen 3 (Engelenbergstichting)- Verpleeghuis, Burgwal 49, Huize Myosotis 6. Burgerlijke instellingen (scholen, universiteit, doelen, gildehuizen), o.a.:- Latijnse school, Buiten Nieuwstraat 2 - HBS, Engelenbergplantsoen 5- School Oudestraat 244- Oudestraat 2 tm 6 Theologische Universiteit- Broederweg 15 Theologische Universiteit- Aanbouw Koornmarkt 1, Instituut van opvoeding en onderwijs (1818-1847), later hoofdcursus aankomend officieren

7 Bestuurscomplexen en (stads)paleizen (bestuurscomplexen op bovenlo-kaal niveau, rijke behuizing van de aristocratie, geestelijkheid en patri-ciaat, burchten), o.a.:

- Koornmarkt 1 Patriciershuis, - diverse huizen aan de Vloeddijk en Burgwal

8 Culturele en maatschappelijke gebouwen (theaters, societeiten, postkan-toren), o.a.:

- Stadsgehoorzaal Burgwal 84- Postkantoor Oudestraat 137

Page 58: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

[...]

Page 59: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

2 WAARDENSTELLING EN AANBEVELINGEN

4GESCHIEDENIS EN RUIMTELIJKE ONTWIKKELING VAN KAMPEN TOT 2000

Page 60: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

116

4 G E S C H I E D E N I S E N R U I M T E L I J K E O N T W I K K E L I N G V A N K A M P E N T O T 2 0 0 0

Flexus AWC

De IJsseldelta omstreeks 1400, (Historische stedenatlas van Ne-derland. Afl. Kampen)

Replica van een koggeschip opgegraven in 1983 op kavel OZ 36 in Zuidelijk Fle-voland. (GA)

Een oude tekening van een Kamper koggeschipuit: het Digestum Vetus. Dat is een door de secretaris van Kampen geïllustreerd stadsregister uit de 2e helft van de 15de eeuw (GA)

Page 61: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

117

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

Flexus AWC

4.2 GESCHIEDENIS EN RUIMTELIJKE ONTWIKKELING IN DE PERIODE 1100 - 1330: een nederzetting groeit uit tot stad.

Maatschappelijke, economische en politieke ontwikkelingen • DevroegstegeschiedenisvandenederzettingKampeniszeerlastigte

reconstrueren.Totnutoezijndoorhistoriciverschillendescenario’sge-schetst.Uitgaandevanhandelalshoofdmotiefvoordestichtingvandestadwordengenoemd:stichtingvandenederzettingdoorhandelarenuithetRijnland(hetgebiedrondKeulen)ofdenederzettingalsstart-puntvaneenjaagpadlangsdeIJssel,tenbehoevevanschepenmetminderdiepgangdande koggeschepen uit deZuiderzee (toen nogAlmeregeheten).UitgaandevanveenontginningalsgrondslagvoordestadswordingisalsscenariogeschetstdatdeontginningvanhetgebiedtenwestenvandeIJsseldeelsuitgevoerdzouzijndoorkolonistenuitHollandenFrieslandmeteen11deeeuwsenederzettingvanboerenenvisserslangsdeboordersvandeIJsseltotgevolg.Dezelaatstemo-gelijkheidishetmeestwaarschijnlijk.4.2

• In de 12de eeuw vond een sterke opleving van de (internationale)economieplaatseneenhiermeegepaardgaandeopkomstvannieuwesteden.Kampen,bijzondergunstiggelegenaandemondingvandeIJs-sel,profiteerdevandetoenameinhandelenscheepvaartinnoordwestEuropa.

• DenaamKampenwordtvoorheteerstgenoemdindenunogslechtsinafschriftbewaardeoorkondeuithetjaar1227,waarindeUtrecht-sebisschopOttoIIaandekanunnikenvanZutphenhetvisrecht‘apudCampis’(bijKampen)afstond.4.3

• Stadsrechten– indie zindat erde landsheereen stadsbriefafgafwaarindezedenederzettingverschillenderechtentoekendeendesta-tusvanstadverleende–heeftKampenwaarschijnlijknooitontvangen.Deprivilegesdiedestad in juridischezindestatusvanstadgaven,zullenvoorallangsgewoonterechtelijkewegzijnverworvenofookwelafgedwongenenvervolgensbevestigdenerkendzijndoordelands-heer.4.4

• Inde13deeeuwontwikkeldeKampenzichtoteenbelangrijketransi-tostadmetdegrootstetransitovlootvandeNoordelijkeNederlanden.

4.1 INLEIDING Kampen en de IJssel Kampenheeftzijnontstaanenontwikkeling tedankenaande IJssel,eenrivier waarvan het bestaan teruggaat tot het prehistorische tijdperk. UitdeopbouwvandeaardlagenheeftmenkunnenafleidendatdeIJsselzo’ntienduizendjaargeledenreedseenvrijgroterivierwas,maarindeperiodetussendelaatsteIJstijdendeMiddeleeuwennamhetwaterafvoerendver-mogensterkafenwasderiviereenbescheidenstroomdiedientengevolgeookweinigsedimentafzette.4.1

Pas in deMiddeleeuwen nam de omvang van de rivier weer toe. In de12de eeuw veranderde de waterstaatkundige situatie dusdanig, dat deIJsselveelmeerwaterkreegteverwerken.Samenmetdebedijkingvandegehelerivier,vanaf1308,diedeIJsseldeltaminofmeerzijnhuidigevormgaf,koneennoord-zuidhandelsrouteoverwaterontstaandiealsgevolgvandegebrekkigelandwegenenhetgebrekaanalternatieveroutessnelaanbetekenistoenam.De11de-eeuwsenederzettingvanboerenenvisserslangsdeboordersvandeIJssel,zodichtbijdemondingvanderivier indeZuiderzee,hadzoallewindenmeeomindeHogeMiddeleeuwenuittegroeientoteenbelangrijkestad.ZogoedalsdeIJsseldeontstaansredenisvoorKampen,iszijookderedengeweestvoorhetvervalvandestadvanafde16deeeuw,aangeziendegroterestroommeersedimentmeevoerdeenzogeleidelijkaandeIJssel-deltainomvangdeedtoenemen.KampenkwamverderenverdervandeZuiderzeeafteliggenendemondingenvanderivierverzandden.Vanafde16deeeuwtotinde19deeeuwheeftKampeneenniet-aflatendestrijdgeleverdomvoordiepeschepenbereikbaarteblijven.

Page 62: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

118

4 G E S C H I E D E N I S E N R U I M T E L I J K E O N T W I K K E L I N G V A N K A M P E N T O T 2 0 0 0

Flexus AWC

Kampen en ommmelanden, begin 19e eeuw. (Historische stedenatlas van Nederland. Afl. Kampen)

De omgeving van Kampen 14de eeuw, in zwart de eerste bedijkingen uit die periode. (W.A. Fasel, De topografie van Kampen rond het jaar 1335).

Eenvoudig leemhuisje, zoals gebouwd bij de Koggewerf in Kampen.Het betreft hier een replica van een vissershuisje uit de 15de eeuw. (GRO)

Page 63: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

119

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

Flexus AWC

aangezien de opgravingen die in Kampen plaatsgevonden hebben(o.a.bijdeKokpandenaandeOudestraat)dergelijkewervenhebbenaangetoond.4.7

ErislangetijdveronderstelddatdeoudstekernvandestadlagronddehuidigeKoornmarktenBovenkerk,omdatditgedeeltealseenterpisopgehoogdenhierbovendiendeoudsteparochiekerkvandestadisgesitueerd.Maar indevormvaneencompactekerndiezichbe-perktetotdeterpachtigeverhogingisdittochonwaarschijnlijk.Debe-bouwingrondomisinhetgeheelnietgeorienteerdopdepleinruimterondomdeBovenkerk,maaropde stratendiehierhaaksop staan:deOudestraat,deHofstraatendeNieuwstraat.Dezeverondersteldezelfstandigewoonterpheeftdusnieteeneigenstructuurnagelatenindestadsplattegrond,watwelverwachtkanwordenindienalleenhierhet eerste compactebegin vanKampen zou hebbengelegen ofalsdezeplekeenzelfstandigeontwikkelingzouhebbengekend.Boven-dienisduidelijkuithetkaartbeeldaftelezendatdestraatdijkaandenoordwestzijdevandeKoornmarktendeBovenkerkeennatuurlijkvervolgheeftaandezuidoostzijdevandekerk,evenalsdestratendiehieraanevenwijdigliggen.Ookhetgegevendathethoogstepuntvandestadzichnietrondomdekerkbevindt,maarbijdeOudestraattus-senBovenkerkenVispoort,ondergraaftdetheorievaneenprimaireontstaanskern.GeconcludeerdkanwordendateenontwikkelinglangshetlintvandeOudestraatindenoordwest-zuidoostrichtingdebesteverklaringisvoordestructuurvandestadsplattegrond.Dithoeftnietpersehetuitgangspuntteondergravendatdegroeiindezezuidoost-hoekbegonnenkanzijnendatdenederzettingvanuitdezehoeklangsdeOudestraatnaarbovenkanzijngegroeid.

EenlineaireontwikkelingvandevroegstenederzettinglangsdeOu-destraat isderhalvehetmeestwaarschijnlijk,eengegevenwaarookdeperceelsindelingentussenOudestraatenBurgwalopwijzen.

• Zeker isdatmetdegroeivandenederzettingookdegreepopdewaterbeheersingvanhetachterlandtoenam.Vanaf1308waserspra-kevanbedijkingvandegehelerivier,enaanheteindvande13de,begin14deeeuwwerdeenstelselvandijken,waaronderdeVloed-dijk,aangelegdterbeschermingvanhetveengebiedtenzuidwesten

DeKampenarenlegdenzichaanvankelijkvooraltoeopdehandelmetScandinaviëendeOostzee(dezogenaamdeOmmelandvaart)enwa-renhierinzósuccesvoldatzijdebelangrijkste(handels-entransito)vlootvandeNoordelijkeNederlandenontwikkelden,deHollandsestedenhiermeeverachterzichlatend.OpmerkelijkisdatdeKampenareninditverkeerindeeersteplaatsoptradenalsvrachtvaardersenschip-pers,nietalskooplieden.Destadspeeldedusvooraleenbemiddelen-deroltussenkoopliedendieeldershundomiciliehaddenenvervoerdedegoederentussenverschillendesteden,vaakzonderdaarbijKampenzélfaantedoen.

• Halverwegede13deeeuwschonkdebisschopvanUtrechtKampeneenaanzienlijkstuklandindetenwestenvandestadliggendepolder‘BroekenenMaten’,maarookgrondeninhet‘Haatland’,‘deGreente’en‘deMelm’,laaggelegenweidentussenhetHaatlandendeZuider-zee.Hetweiderechtdatdeburgersvandestadhaddenopaldezegrondenoefendeeengroteaantrekkingskrachtuitopmensenvanbui-tenenbinnendestad.4.6

• DeKampenarenbreiddenhuntransitogebieduitengingenzichinde14deeeuwmeer enmeer toeleggenop het internationale handels-verkeertussenhetOostzeegebiedenFrankrijk,Engeland,Vlaanderen,HollandenZeeland.

Groei en transformatie stadsplattegrond en (pre-)stedelijke structuren• Nietalleenzijndewarestichtersvandenederzettinginnevelenge-

huld,maarditisookhetgevalvoordeeersteruimtelijkeopzetvanhetvroegsteKampen.

VermoedelijkzijndeeersteveenontginnersverantwoordelijkgeweestvoordeaanlegvandedijkachtigestructuurdieisuitgegroeidtotdeOudestraat, al is nog niet duidelijk hoedeze vanafde11deeeuwisontstaan.Hijkanalsdijklichaaminéénkeerof inaaneensluitendestukkenzijnopgeworpen,ófdaarentegenzijnontstaanalsgevolgvanhet‘aaneengroeien’vanindividuelewoonterpenvaneenàanderhalvemeter hoogte, zgn. ‘werven’, eveneenseenbekendmiddeleeuwsne-derzettingstype langs rivieren.Dit laatste is hetmeestwaarschijnlijk,

Page 64: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

120

4 G E S C H I E D E N I S E N R U I M T E L I J K E O N T W I K K E L I N G V A N K A M P E N T O T 2 0 0 0

Flexus AWC

Hoekverdraaiing in de struc-tuur ter plaatse van de Hout-zagers- en Karpersteeg.

Discontinuiteit in de gridstruc-tuur ter plaatse van de Nieuw-straat nabij de Broederstraat.

Discontinuiteit in de grid-structuur ter plaatse van de Hofstraat ter hoogte van de Burgwalstraat.

Middeleeuwse wijkindeling. (Historische stedenatlas van Nederland. Afl. Kampen) Gridstructuur (FLX)

Page 65: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

121

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

Flexus AWC

vandestadtegenhetwatervandeIJsselendezee.• DewijzewaarophetdoorBurgelenOudestraatomslotengebiedzich

heeftontwikkeldtotaandeeerstedecenniavande14deeeuw,laatzichalsvolgtsamenvatten.DeriantepercelendieaandeOudestraatlagen strekten zich, zoals nog heel duidelijk op het minuutplan van1818tezienis,oorspronkelijkoverdevollelengte(ca.160meter)vandeOudestraattotaandeBurgeluit,zonderdatdelateraangelegdeHof- enNieuwstraat dit patroon verstoorden.Nadat de bebouwingaandeOudestraat steedsdichterwasgewordenenhet niet langermogelijkwasdeoorspronkelijkekavelsnogverder tesplitsenomdatzeanderstesmalzoudenworden,werddeNieuwstraat(in1319voorheteerstgenoemd)dwarsdoordeachterervenvandebebouwingaandeOudestraatenevenwijdighieraanaangelegd.Hiermeewerdhetaantalwoningenverdubbeld.Toenookdewestelijkezijdevandezestraatvolgebouwdwas,werdbeslotenomdepercelentussenNieuw-straatenOudestraat,diezelfsnadeaanlegvandeNieuwstraatnogrianteafmetingenhadden,wederomintweenagenoeggelijkehelftenoptesplitsenenhiereennieuweparallellestraataanteleggen:deHofstraat(in1339voorheteerstgenoemd).

DeHofstraat isniet inéénkeeraangelegd,daarterhoogtevandeSpeldenmakersteeg(thansBurgwalstraat)hetnoordelijkgedeeltevandezestraatnietaansluitophetzuidelijkgedeelte,eenaanwijzingdatdebeidedelenuittweeverschillendeperiodenstammen.OfookdeNieuwstraatterhoogtevandeBroederstraatoorspronkelijkeendoor-lopendeweg isgeweest isniethelemaalduidelijk.DebouwvanhetMinderbroederklooster,juistopdezelocatie,kanheelwelgeresulteerdhebbenindenoodzaakdewegietsteverleggen.4.7

• De oorspronkelijke polderverkaveling is de basis geweest voor denoordoost-zuidwest lopende straten ten westen van de Oudestraatmet de kenmerkende ‘rasterachtige’ plattegrond tot gevolg. De zo-genaamde ‘kadastraleminuut’uithetbeginvande19deeeuw laatdatzondermeerzien.Kavelslotenwerdengedemptenomgevormdtotstegen,zoals terplaatsevandeExter-enSpeldenmakerssteeg,SintJacobssteeg,Broederstraat,HoutzagerssteegenKarpersteeg,dieallebijnaminofmeerloodrechtopdeOudestraatuitkomen.Deonderlinge

afstandvandeze stegen ligt tussende35en50meter,deafstandtussendeoorspronkelijkeagrarischekavelslotenoferfgrenzen.4.8Bre-deredwarsstratenzijnwellichtgeengevolgvandempingen,maarzijnaangelegd over bestaande erven.4.9 DeGeerstraat bijvoorbeeld isvolgensbouwhistoricusChr.J.KolmanophetgroteperceelvanGeertvanderAaontstaan,éénvandebelangrijksteburgersvanKampeninde14deeeuw.4.10

DeHoutzagerssteegenKarpersteegvormeneenverbijzonderingvandit hoofdzakelijk door prestededelijke polderverkaveling bepaaldenoordoost-zuidwestlopendestratenpatroon.Weliswaarzijnookdezestegenbepaalddooreenprestedelijkestructuur,maardandievaneen‘restontginning’,eenstukwildlanddatgelegenwastussentweenabij-gelegenontginningenmetelkeenanderehoofdrichting,enwaarvanhetstukdattusseninoverschootalsvanzelfeentapstoelopendevormhad.

• In de stegen ten oosten van de Oudestraat is een geheel anderpatroonteherkennen.HetstegenpatroonaandezezijdevandeOu-destraatsluitnietaanopdatvandewestzijdevandestraat.Ditlijkttewijzenopeenmogelijkniet-gelijktijdigetotstandkomingvanbeidezijdenvandestraat.

DataandeoostzijdevandeOudestraatreedsopeenvroegmomentsprakewasvanbebouwingtonendeopgravingenbijdezogenaamdeKokpandenterplaatsevandehuidigevestigingvanC&Aaan.Dezelatenziendathierindetweedehelftvande12deeeuwalwoonhuizengestaanhebbenopeenterpachtigeverhoging.Depercelenwaardehuizenopstondenreiktenaanvankelijkwaarschijnlijktotaanhetwatervande IJssel,meteendirecte koppeling tussenerfenaanlegplaatsvooreenofmeerschepen.Aanditopensysteemlangsderivieroeverkwameeneind inde tweedehelftvande13deeeuw toendeeer-stestadsmuurlangsdeIJsselwerdgebouwd.Voordestadsmuurwerdopeenafstandvanca.9metereenkadeaangelegd,bestaandeuitzware,diepingeheidepalenwaartegenhorizontaleplankenwerdenbevestigd.Hetterreintussendestadsmuurendekadewerdopgevuldmetgrond.Zoontstondindetweedehelftvande13deeeuwdeeerstevasteIJsselkade.4.11

Page 66: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

122

4 G E S C H I E D E N I S E N R U I M T E L I J K E O N T W I K K E L I N G V A N K A M P E N T O T 2 0 0 0

Flexus AWC

Door historicus Fasel veronderstelde topografie van Kampen rond het jaar 1335 Hierop is de locatie van de Reeve aangegeven. De groeifasering zoals hier op de kaart aangegeven is niet door opgravingen beves-tigd. (W.A. Fasel, De topografie van Kampen rond het jaar 1335 )

De plattegrond van Kampen zoals deze er zo rond het jaar 1335 uitgezien heeft, en inmiddels door opgravingen is bevestigd. De stadsplattegrond strekt zich in het noord-oosten uit tot de locatie van de huidige Botervatsteeg. Langs de IJssel is tevens een strook bebouwing aanwezig. (FLX)

Stadsontwikkeling:ca.1335

Page 67: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

123

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

Flexus AWC

Het is niet ondenkbaardatdewaterkant (en in een latere fasedeIJsselkade) ook vanaf deOudestraat, tussen de ervendoor bereik-baardiende te zijn, ende stegenstructuur aande oostzijde vandeOudestraateenrelatieheeftmetdevroegontstaneverkavelingsstruc-tuuraandezezijdevandestraat.DathierveelstegenaanwezigzijnismogelijkhetgevolgvandenoodzaakbijeenstadsbrandsnelbijdeIJsseltekunnenkomenomhierwatervandaantehalen.

• Destelselmatigeontwikkelingvandestadinnoordwestelijkerichting,totde15deeeuwdehoofdasvandestadsgroeivanKampen,heeftin fasen plaatsgevonden, hoewel nog altijd niet duidelijk is hoeveelgroeifasendestadheeftgekendtussenhetontstaanvandeeerstebe-bouwingendevroeg-14deeeuwseommuringvandestaddielangsdeBurgwalenviadehuidigeBotervatsteegopdeIJsselzouaansluiten.

Welwordtvermoeddoorhistoricidatdestadzekersindshetlaatstekwartvande13deeeuwommuurdisgeweestendatdezeommuringaandezuid-,west-enoostzijdegelegenheeftterhoogtevandeBur-gel,hetOorgat,ende IJssel.Eengedeeltevandezestadsmuuraanuitdezeperiodeisin1985opdeKoornmarkttussenhetkoorvandeBovenkerkendeKoornmarkspoortenin1991tussendeVergieten-enMeerminnensteeginhetbinnenterreintussenVoorstraatenOudestraatteruggevonden.Dezestamdeuithetlaatstekwartvande13deeeuw.

Delocatievandenoordelijkebegrenzingenvandeverschillendegroei-fasen is tot nog toeomstredenennietdooropgravingenbevestigd.Ofschoonde vroegere indeling vande huidigebinnenstad inwijken(Espels)opstelselmatigeuitbreidingenlijktterugtegrijpen,blijkenres-tantenvanmurenenvestgrachtentotnutoenietterugtevindenopdevoormalige,nunogbekendegrenzenvandezewijken.

EenvandetheorieëngaatuitvaneeneersteommuringvanKampenterplaatsevandeGeerstraatindeeerstehelftofhetmiddenvande13deeeuw,meteenlaterenoordelijkeuitbreidingennieuwemuurtus-sendeSintJacobssteegenBroederstraat indetweedehelftvande13deeeuw.Erzoudanaanheteindvande13deeeuwopnieuweenuitbreidingplaatsgevondenhebbenmetstadsmuuren-grachttotaanhet huidigebinnenterrein tussen deHoutzagersteeg en deGasthuis-steeg,maarookdezetheorieisnognietdooropgravingenbevestigd.

• Welisbekenddaterinheteerstekwartvande14deeeuwvoorheteerstsprakewasvandeuitgavevanaanzienlijkegeldenvoorheton-derhoudenuitbouwenvandevestingwerkenenhetgravenvaneenstadsgracht.DemuurwerdaanzienlijkverstevigdendeBurgel–eensmalwatertje van natuurlijkeof kunstmatigeoorsprongdatal inde13deeeuwwerdgebruiktalsvestinggracht–werdindezejarenaan-zienlijkverbreed,vanhetOorgatinhetzuidentotdeBotervatsteeginhetnoorden.

HetisiniedergevalzekerisdatereenstadsmuurheeftgelegenterhoogtevandeBotervatsteeg.DemerkwaardigeknikindeBurgelal-daar is te verklarenuit het feitdatde stadwaarschijnlijk totonge-veer 1335 tot de Botervatsteegwas uitgebouwd; hierna heeft menbeslotendestaduittebreiden,deBurgelteverlengenenaansluitendopdeoudemuureennieuwemuuromhetjongestadsdeelteleggen.Opgravingenhebbendezetheoriebevestigd.BijwerkzaamhedenaandeBurgelindevijftigerjarenvandevorigeeeuwzijnovereengrotelengtedefundamentenvandeoudestadsmuurlangsdeBurgelterug-gevondenenoptekeningvastgelegd.TerhoogtevandeBotervatsteegvindenweeenduidelijkeknikindestadsmuurennietalleeneenknik:destadsmuurlooptenerzijdsinhetverlengdevandedeBurgeldoor(nieuwemuur),endeelsduidelijk inderichtingvandeBotervatsteeg(oudemuur).4.12

• Over de oorsprong van de Burgel als stadsgracht bestaan verschil-lendeopvattingen.EendaarvanluidtdatdeloopvanhetzuidwestelijkdeelvandeBurgelvanafdeCellebroedersweg totaanhetOorgatbepaaldisdoordelocatievandeveenstroomdeReeve.Denederzet-tingzoudanontstaanzijnopdeaansluitingvanIJsselenReeve.Voordezeveronderstelling isechtermoeilijkbewijs tevinden.EenanderevisieisdathetgeheletracévandeBurgelbepaaldisdooreenuitdeprestedelijke periode daterende wetering die tot stadsgracht werdomgevormd.GezienhetfeitdatparallelmetdeGroenestraatenpa-rallelmetdelaterenieuwestadsgrachtvan1465weteringenhebbengelopen,moetmetdezemogelijkheidrekeningwordengehouden.Erzijnvoorbeidetheorieëngeenhardebewijzen,maardeBurgelisge-durendede twintiger jarenvande14deeeuwwelverbreed,uitge-

Page 68: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

124

4 G E S C H I E D E N I S E N R U I M T E L I J K E O N T W I K K E L I N G V A N K A M P E N T O T 2 0 0 0

Flexus AWC

Een voorbeeld van houten stadshuizen. Deze foto geeft waarschijnlijk een vrij accuraat beeld hoe de stadsbebouwing in Kampen in de 14de eeuw er moet hebben uitgezien. In Kampen begon de verstening al op een zeer vroeg moment. Op deze foto is de verstening van de zijmuren te zien, en hebben de huizen reeds gemetselde schoorstenen in plaats van een open vuurplaats. Het via een schoorsteen afvoeren van rook maakte mogelijk dat verdiepingsvloeren konden worden aangebracht in de woningen. De voor- en achtergevels waren nog lang van hout, en werden het laatst voorzien van stenen muren. Foto museum Archeon, Alphen a/d Rijn. (OBK)

Page 69: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

125

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

Flexus AWC

dieptenomgevormdtotstadsgracht.DeBurgelwerdopdatmomentkennelijkdoorhetstadsbestuurnietalsvoldoendebreedendiepbe-schouwdomalsverdedigingsgrachttekunnenfungeren.Detijdwerdrijpgeachtereenechtestadsgrachtvantemaken.4.13

• Hiermeeontstaathetbeeldvaneennederzettingdieaanhetbeginvande14deeeuwvolledigommuurdwas,metalsenigedoorlopendewegdeOudestraat,deoorspronkelijkehoofdas,waarachteraandewestzijdeachterstratenenzijstegenontstaan(zijn)enaandeoostzijdestegen.BijdeZwanenpoortkwamdeIJsseldijk inhetzuidendestadbinnen,ombijdeBotervatsteeg (indeMiddeleeuwen ‘Zijlsteeg’ge-heten;eenzijliseenwatertje)viaeenpoort,dievermoedelijktoenalHagenpoortheette,destadweerteverlateneninnoordelijkerichtingverder te lopennaarBrunnepe.Brunnepe (naamafgeleidvanBrun-apa,hetgeenbruinwaterbetekentenmogelijkverwijstnaareenveen-stroompje)waseenvissersdorpjegelegenbinnendeVrijheidvanKam-penenderhalveonderworpenaandejurisdictievandestad,maarhetheeft nietteminaltijdeen zekeremate van zelfstandigheidweten tebewarentenopzichtevanhaargroterebuurman.4.14

Deversterktestadspoortenvandestadbevondenzichopdedijkstruc-tuurlangsdeIJssel(dezojuistgenoemdeZwanenpoortenHagenpoort),enaanhetbeginvandeuitvalswegennaardestadsweiden:deGeertvanderAapoortaanheteindevandeGeerstraat,deBroederpoortaanheteindevandeBroederstraat,deZwanenpoort(ookwelVene-poortgenoemd)aanheteindevandeVenestraat.

Gebouwen en stedelijke artefacten in deze periode• Alaanheteindvande13de,begin14deeeuwbestondenerstenen

woonhuizeninKampen.Nietteminzalhetgrosvandebebouwingvanhoutenanderebrandbarematerialengeweestzijn.Dewandenwarenvanvlechtwerk,plankenofvakwerkmet leem,dedakenvanrietofstro.Restenvandergelijkehuizenzijnbijarcheologischonderzoekaan-getroffenlangsdeHofstraatenaandeOudestraat,onderdevoorma-ligeKokpanden.Vooralvanuithetoogpuntvanbrandveiligheidwerdvoorhetbouwenenverbouwenvanmurenendakengeleidelijkaansteedsmeergebruikgemaaktvanonbrandbare,dushardebouwmate-

rialenalsbaksteenendakpannen.Ookhettoenemendgebruikvaneenschoorsteenenhetaanbrengenvanmeerdereverdiepingenmoedigdehetversteningsprocesaan.InKampenkwamditproceswaarschijnlijkalvóór1300opgang,watvooreenstadvanhetLageLandvrijvroegis.Ronddezetijdwerdendescheepvaartactiviteitenvooreengroeiendesocialebovenlaagvanschippers-,reders-enkoopmansfamiliessteedswinstgevender.Voorzoverdewinstnietnodigwasvoorinvesteringeninschepenofgoederen,kondatgeldwordenbenutomdehuisvestingteverbeterenendeverworvenwelvaartineenstenenhuistotuitdrukkingtebrengen.Destedelijkeoverheidinvesteerdehiernaastinsteenbak-kerijen,waarvandeproductennietalleenvoorhet stadswerk,maarookvoordeburgerijbeschikbaarkwamen.4.15

Deeerstestenenhuizenverschenenaandetweeoudsteenbelangrijk-stestratenvanKampen:deOudestraatendeWaterstraat(dehuidigeVoorstraat;voordelocatievandeWaterstraat,ziedevolgendepa-ragraaf).Vanafdejarentwintigendertigvande14deeeuwvondereenduidelijkeversnellingplaatsinhettempovanverstening.Versteen-dehuizenverschenentoenookaananderestraten,zoalsdeBurgwal,deNieuwstraatenHofstraat.Duidelijkekoplopersinditproceswarenin die tijd vooral de Broederstraat ende huidige Buitennieuwstraat.HetversteningsproceswerdookgestimuleerddoorhetKamperstads-bestuur,ondermeerdoorvanaf1324hetaanbrengenvaneenpan-nendaktesubsidiëren.Daarnaasttradzijalvanafhetbeginvande14deeeuwregulerendopbijhetbouweninsteen.Deoudstekeurinditverband,uit1313,geeftalgedetailleerdevoorschriftenmetbetrek-kingtotgemenemuren,datwilzeggendegezamenlijkemurentussentweewoningen.4.16

Hoewel er nog gedetailleerd bouwhistorisch onderzoek zal moetenwordengedaannaardeeersteperiodevanversteningisweltever-wachtendat langsdestratenwaardezeheteerst isbegonnen,nogaltijdrestantenvanditversteningsprocesinhethuidigebouwbestandaanwezig is. Vanwege de hoge ouderdom kunnen deze resten be-schouwdwordenalseenvandemeestkostbaarstebouwkundigehisto-rischeoverblijfselenvanKampen.

Page 70: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

126

4 G E S C H I E D E N I S E N R U I M T E L I J K E O N T W I K K E L I N G V A N K A M P E N T O T 2 0 0 0

Flexus AWC

De plattegrond van Kampen zoals deze er rond het midden van de 14de eeuw uitgezien heeft. De Hagen en de Wildfang (het driehoekig stuk land boven de IJsseldijk helemaal in het noorden van de stad) zijn bij de stad getrokken. Ook het gebied ‘Achter de Nye Mure’ is bij de stad gevoegd, in combinatie met een nieuwe stadsmuur langs de IJssel. De sprong in de muur ter hoogte van het nieuwe Raadhuis is opmerkelijk. (FLX)

Stadsontwikkeling:

ca.1350

Page 71: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

127

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

Flexus AWC

• 12deeeuw:bouwromaanseSintNicolaas-ofBovenkerk in tufsteen,(fundamentenbevindenzichterplaatsevanhetkoorvandehuidigeGothischekerk).

• Late13deeeuw:vergrotingSintNicolaaskerkingotischestijl.• Ca.1300:bouwHeiligeGeestgasthuisaandeOudestraat.• Eerste kwart 14de eeuw: bouwDinghuis of Schepenhuis bij de Vis-

markt.• Eerstekwart14deeeuw:beginbouwMinderbroederklooster.

4.3 DE PERIODE VAN DE LATE MIDDELEEUWEN: een periode van sterke groei

• NadezebeginfasekendeKampenindeperiodevandelateMiddel-eeuwendesterkstedemografischeeneconomischegroeidiedestadvóórde20steeeuwheeftgekend.Ervonduitbreidingvanhethandels-gebiedplaatstotaanSpanjeenPortugal.MaarookdevaartopdeNoord- enOostzee, het kerngebied van het samenwerkingsverbandvanHanzesteden,bleefvanbelang.

• Kampentradpaslaat–in1441–toetothetHanzeverbond,wanneerdegrootstebloeivandestadalnagenoegvoorbijwas.Hetisnogal-tijdonduidelijkwaaromditlidmaatschapzolaatwerdaangebodenofgeaccepteerd.Mogelijkisersprakegeweestvandewenszélfverbon-dentesluitenmetstatenensteden,inplaatsvandebeperkingenvandehandelingsvrijheidbinneneenverbond.

• Er is gedurende de lateMiddeleeuwen sprake van een zeer sterkebevolkingsaanwasinKampentotuiteindelijkca.6000-9000zielenteKampenenBrunnepeaanheteindvande15deeeuw.4.17

• Destadkreegindeperiode1330-1475devormenomvangzoalsdietotaandeuitbreidingenvande20steeeuwzoudenblijven.Ookkwamenindezeperiodedebelangrijkstemonumentalegebouwentotstanddie,voorzoverzedesloopwoedevande19deeeuwhebbenoverleefd,nogaltijdhetstadsbeeldbepalen.

4.4 GESCHIEDENIS EN RUIMTELIJKE ONTWIKKELING IN DE PERIODE 1330 - 1385: aanvang van sterke groei.

Maatschappelijke, economische en politieke ontwikkelingen• In1363schonkdebisschopvanUtrechtdeKamperEilandenaande

stad.• In1382verleendehijdestadderechtentothethoudenvandrievrije

jaarmarktenperjaar.4.18Nietteminblevendestedelijkemarktenvoor-alproductenaanbiedenuitdedirecteregio.DehandelsactiviteitenvandeKampenarenblevengeconcentreerdophetaanbiedenvanvracht-verkeersdienstenperschipaankoopliedendieelderswoonden.Inhetvoorjaarvoermenuitompasindeherfstweerterugtekeren.Vaakblevendeschepeneldersachterinde‘winterlaghe’.MenzalinKam-pendanook vergeefs zoeken naarde typische kenmerken vaneenhandelsstad.Uitgestrektescheepswerven,langerijenpakhuizen,kan-torenvanbuitenlandserederijen,eenbeursendergelijkeontbreken.DeweinigehandelsactiviteitendieKampendantochteziengaf,warengeconcentreerdineenkleingebied:deBuitenhavenendeIJsselkadetussenKoornmarktspoortenHagenpoortinhetnoorden.

Naastnijverheid(bierbrouwerij,lakennijverheid)hieldenheelwatKam-penarenzichvooralbezigmethetveehoudersbedrijfinverbandmetdeweiderechtendiedeingezetenenbezateninKamperEilanden,eenactiviteitdienietzeldengecombineerdwerdmethetvrachtvervoer.Deenkeleboerderijendietotzeeronlangsnogindestadinfunctiewaren,zijnveleeeuwenlaterdelaatstegetuigenishiervan.4.19

Groei en transformatie stadsplattegrond en (pre-)stedelijke structuren• Degroeivanhetaantal inwoners leiddeertoedatde stadaanhet

beginvande14deeeuwbegonvolterakenendathetstadsbestuurgedwongenwerdnaaruitbreidingsmogelijkhedentezoeken.

Bijgebrekaanruimtebinnendestad,ofvanwegehetontduikenvandestedelijkegildebepalingen,ontstondookalindeMiddeleeuwenlangsdebelangrijksteuitvalswegen,zelfsallagdezebuitendebeschermdestadsmuren,doorhetstadsbestuurminofmeergedoogdevoorstadbe-bouwing.

Page 72: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

128

4 G E S C H I E D E N I S E N R U I M T E L I J K E O N T W I K K E L I N G V A N K A M P E N T O T 2 0 0 0

Flexus AWC

Uitsnede uit de kaart van Utenwael (1598) waarop ‘Achter de Nye Mure’ weergegeven is (de onderste straat nabij de stadsmuur). Rechts is het Oude Raadhuis met de hier dichtbij gelegen Vispoort en de kenmerkende sprong in de stadsmuur te zien. Links de Sint Nicolaaskerk (hui-dige Bovenkerk) met de hiervoor gelegen Koornmarkt. (GA)

Een stuk14de eeuws stadsmuur ter hoogte van de oorspronkelijke Meerminnenpoort. (FLX)

Page 73: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

[...]

Page 74: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

134

4 G E S C H I E D E N I S E N R U I M T E L I J K E O N T W I K K E L I N G V A N K A M P E N T O T 2 0 0 0

Flexus AWC

Stadskaart van Kampen van Jacob van Deventer, ca 1560. (Nationaal Archief, Den Haag) Op de kaart zijn duidelijk de stadsuitbreiding van de Nieuwe Hagen in het noorden en de Nieuwstad aan de zuidoostzijde weergegeven. De beroemde cartograaf Jacob van Deventer, misschien wel de eerste systematische stadscartograaf ter wereld, is ove-rigens in Kampen geboren.

Hierboven: uitsnede uit de kaart van Utenwael (1598) waarop de tweede IJsselbrug uit 1589 is weergegeven. (GA)

Page 75: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

135

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

Flexus AWC

• Kortvoor1353kwamhetmettufsteenbekledepriesterkoormetbei-dezij-absidesenhetdwarsschipvandeOnzeLieveVrouwenkerkofBuitenkerk gereed.Opdeplaats van deze kerk stondaanvankelijkeenhoutenkapel,gewijdaandeTwaalfApostelen.TijdensennadeommuringvandeHagentennoordenvandeBotervatsteeg,werddekapelvervangendooreenstenenkerkgebouw,gewijdaanMaria. In1453zoudetorenvandekerknogverhoogdworden.Meteenhoogtevan60meterwerddeBuitentorenvooranderhalveeeuwhethoogstebouwwerkvandestad.4.32

• In hetmiddenvande14deeeuwvingmenaanmetdevervangingvandehallenkerkvandeSintNicolaaskerkdooreenindrukwekkendbasilicaal kerkgebouw, een kerkmet een hoog schip omgevendoorlagezijbeukenmetkapellen.Hetpriesterkoorkwamrond1400ge-reed.Vanvolledigenieuwbouwwerduiteindelijkuitkostenoverwegin-genafgezienenindetweedehelftvande15deeeuwwerddebe-staandehallenkerkvolgenseenvereenvoudigdontwerptotbasilicaalkerkgebouwomgebouwd.Schipentranseptwerdennietinoppervlakvergrootmaarwelverhoogd,terwijlaanweerszijdenextrazijbeukenaandereedsbestaandewerdentoegevoegd,meteenvijfbeukigschipalseindresultaat.4.33

Detoenmaligeruimtelijkesituatierondomdekerkwasoverigenssterkafwijkendvandehuidigetoestand.Eengrootdeelvanhetpleinaandezuidwestzijdevandekerkmaaktedeeluitvanhetkerkhof,datmeteenmuurvanderestvanhetpleinwasafgescheiden.

Overigegebouwen:• Dinghuis op plek van huidige raadhuis aan de Oudestraat:4.34 ca.

1330.• KraanopIJsselkade,tennoordenvandeVispoort:eerstehelft14de

eeuw.• Vleeshuis,ophoekMelksteeg:4.35eerstehelft14deeeuw.• Richthuis(vergaderruimteschepenenenraden),bijdeKoornmarkt:4.36

1344.

• Metverschillendekeurentrachttehetstadsbestuurgreeptekrijgenopdebouwontwikkelingindestad.Uit1316dateertdeeersteverorde-ningtenaanzienvandebouwvanstenenhuizen.DegemeenteKampenvaardigdehiermeealséénvandeeerstestedenindeNederlandenkeuren(verordeningen)uitvoorhetverstenen.4.28Vanaf1340werdenkeurendoorhetstadsbestuuruitgevaardigdwaarindebouwvanhui-zen,enmetnamedievanstenenhuizen,aanregelsgebondenwerd.Reeds in1338werdendeminimaleafmetingen van ‘kameren’ doorhetstadsbestuurbepaaldop4,6meterlangen3meterbreed.Omtevoorkomendatbijvoortgaandesplitsingvandeervenindebreedtetesmallepercelenzoudenontstaan,werdin1343doorhetstadsbestuurdeminimumbreedtevaneenerfbepaaldop14voet(ongeveer4me-ter).DebreedtevandehuidigepandenlangsdeOudestraatvarieertdanooktussende4en6meter.Slechtseenenkelpandisbreder.4.29

• Omstreekshetmiddenvande14deeeuwvingmenaanmetdebouwvanhetRaadhuisindebuurtvandeBroederstraat,tervervangingvanhet dichtbij de Bovenkerk in deOudestraat gelegen Richthuis waarrechtgesprokenwerd.TerhoogtevandeBroederstraat,centraalge-legenindevergrotestad,wasnogvoldoenderuimtevoorhandenvoorhetoprichtenvaneennieuwvrijstaandgebouw.Mogelijkishetraad-huisnietvoorheteindvandejarenzestigvande14deeeuwvoltooid.4.30Metdebouwvanhetraadhuisverplaatsteheteconomischenbe-stuurlijkcentrumvandestad,datzichaanvankelijkronddeBovenkerkbevond,zichdefinitiefnaardeomgevingvandeBroederstraat.DezeontwikkelingwerdeeneeuwlaternogbestendigddoordebouwvandenieuweIJsselbrug.HetBroederespel,hetgebiedtussenSintJacob-straat en de Houtzagerssteegwaar het nieuwe raadhuis gesitueerdwas,werdhetdichtstbevolktegebiedvandestad,waarbovendiendemeestkapitaalkrachtigenhunwoninghadden.Aandezuidzijdevanhetaanvankelijkvrijstaanderaadhuisontstondindeloopvandetijdeenclustervanverschillendebouwsels,waarvansommigeooktenbehoevevan het stedelijk bestuur –dat haar takenpakket steedsgroter zagworden–werdenaangewend.4.31

Page 76: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

136

4 G E S C H I E D E N I S E N R U I M T E L I J K E O N T W I K K E L I N G V A N K A M P E N T O T 2 0 0 0

Flexus AWC

De plattegrond van Kampen zoals deze er rond het einde van de 14de eeuw uitgezien heeft. De Nieuwe Hagen is bij de stad getrokken en ter plaatse van de latere Nieuwstad is langs de Vloeddijk al bebouwing aanwezig. Deze bebouwing is licht gekleurd omdat onbekend is hoeveel bebouwing er al was en waar deze precies stond. (FLX)

De plattegrond van Kampen zoals deze er in de eerste helft van de 16de eeuw uitgezien heeft. De Nieuwstad is bij de stad gevoegd, de stadsmuren zijn gereed en de stads-gracht ter vervanging van de Burgel is gegraven. De plaats van de bebouwing is bekend dankzij de kaart van Jacob van Deventer. (FLX)

Stadsontwikkeling:

ca.1475-1500

Stadsontwikkeling:

ca.1550

Page 77: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

137

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

Flexus AWC

Kloosters:• KloosterkerkMinderbroeders,tussenBroederstraat,BuitenNieuwstraat

enBurgel:4.37ca1325.• Boven-ofOudeConvent,gelegenindeBovenhoektenwestenvande

SintNicolaaskerk,ca.1330.• Buiten-ofKleinConvent,langsdeBurgwal,bijdeOnzeLieveVrouwe-

kerk,ca.1340.• Agnietenklooster,aandeVloeddijktennoordenvandeCellebroeders-

weg,ca.1420.

Vergaderingen/Hofjes:• Averinckvergadering,gelegenaandeVloeddijk,schuintegenoverde

NieuweMarkt,stichtingsdatumonbekend.• Boeckholdtsvergadering, gelegen aan de Burgwal bij het Oorgat.,

stichtingsdatumonbekend.• Evert Wittenvergadering, gelegen in de Papensteeg (thans School-

steeg),stichtingsdatumonbekend.• Boecopsvergadering,gelegenaandeGroenestraattennoordenvan

deBroederweg,stichtingsdatumonbekend.• Uitterwijksvergadering,gelegenaandeBurgwal,naasthetexcercitie-

veld,stichtingsdatumonbekend.

4.5 GESCHIEDENIS EN RUIMTELIJKE ONTWIKKELING IN DE PERIODE 1385 - 1475: het doorzetten van sterke groei.

Maatschappelijke, economische en politieke ontwikkelingen • deeconomischeendemografischegroeizetdoor.• Kampentreedtin1441toetothetHanzeverbond

Groei en transformatie stadsplattegrond en (pre-)stedelijke structuren• EconomischemotievenendewensvanKampeneenregionaalcentrum

temakendeedhetstadsbestuurbesluitendebeideoeversvandeIJsselteverbindenmeteen200meterlangehoutenbrug.Menhooptevia

dezebrugdenaburendieaandeoverzijdevandeIJsselwoondenaanzichtekunnenbinden.In1448werddeIJsselbruggebouwdtegenoverdeVispoort.Debrugstondophoutenpalenenwas290passenlang. DebrugmaakteeeneindeaandenoodzaakvaneenveerverbindingdieaanslootopdeKoornmarktspoort.Debrugwerdineenperiodevan slechtsvijfmaandengebouwd,ondanksheftigeprotestenuitdeDuitsezeesteden,deHanzestedenendeIJsselstedendievreesdendatdevrijedoorgangvanhetverkeertewaterbelemmerdwerd.Naastdebrugwerdeen tolhuisgebouwdvoor het heffenvan toloverdeschependiedestadpasseerden.

DebouwvandeIJsselbrugresulteerdeinhetdefinitiefverschuivenvaneconomischeactiviteitvandeKoornmarktspoortnaardeVispoortzijde.TerhoogtevandeLeeuwentorenindestadsmuurwerdindenabijheidvandeVispoortdegrotestadskraangebouwd(vermoedelijkronddejarenzeventigvande15deeeuw).4.38

• HetKampensstadsbestuurzettezichin–netalsveelanderestadsbe-sturenindezeperiodevansterkedemografischegroei–ombebou-wingbuitendestadsmureninteperken.Zovaardigdezijin1327eenkeuruitwaarineen iederdiebuitendemurenwoondeendaareenbezithadvanmeerdan200pond,gesommeerdwerdbinnendestadtegaanwonen.Tevenswerdhierinbepaalddatgeennieuwehuizenmeerbuitendemurenmochtenwordengebouwd.Nietteminzijnervelevermeldingenvanhuizendiena1330gebouwdzijnopdeVloeddijk,netbuitendestadsmuren.4.39

• DeNieuweHagen. Degrootsteconcentratievan–minofmeergedoogde–bebouwing

buitendestadsmuuristevindeninNieuweHagen.Indejarentachtigvande14deeeuwtradhetstadsbestuurhierordenendop,hetgeenresulteerdeineenregelmatigrasterpatroon.Erontstondendriehoofd-straten,vanafenparallelaandeIJsselrespectievelijkdeWaterstraat(dehuidigeVoorstraat),deNieuwstraatendeOudestraat,diedoor-snedenwordendoortweehaakshieropstaandestrateneneenaantalkleinestegen.

Ondanksderegelmatigeopzetzijnerweldegelijkprestedelijkeele-mentenaanwezig,zoalsdePannenkoekdijk(=verlengdevandeOu-

Page 78: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

138

4 G E S C H I E D E N I S E N R U I M T E L I J K E O N T W I K K E L I N G V A N K A M P E N T O T 2 0 0 0

Flexus AWC

Uitsnede van de Nieuwstad uit de kaart van Blaeu (1648) waarin goed zichtbaar is dat twee eeuwen na het besluit tot stadsuitleg de invulling van de Nieuwstad nog steeds een sterk agrarisch karakter had. Links het zuiden, rechts het noorden. Goed herkenbaar zijn de Groenestraat en de bebouwingsstrook langs de Vloeddijk.(GA)

Page 79: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

[...]

Page 80: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

146

4 G E S C H I E D E N I S E N R U I M T E L I J K E O N T W I K K E L I N G V A N K A M P E N T O T 2 0 0 0

Flexus AWC

Kaart Utenwael uit 1598. (GA)

Page 81: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

147

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

Flexus AWC

Kaart Utenwael uit 1598. (GA)

De plattegrond van Kampen zoals deze er globaal van 1560 tot 1830 uit moet hebben gezien. Vanaf 1580 werden aarden bolwerken voor de stadsmuren aangelegd. In 1673 werd de Nieuwe Hagen door de Fransen vernietigf. (FLX)

Vergaderingen/Hofjes:• 1528:BrantsvergaderingindeBuitenNieuwstraat• Ca. 1525: Dirk Nefkensvergadering aan de Burgwal bij de Geer-

straat.• Ca.1550:Bethlehemsvergadering.

Overigegebouwen:• 1538:PesthuisaandeVloeddijkbijhetOorgat.• 1543:BrandinoudeRaadhuis(opvastenavond)enhiernawederop-

bouwnieuwRaadhuisopdezelfdeplek.

4.7 GESCHIEDENIS EN RUIMTELIJKE ONTWIKKELING IN DE PERIODE 1560 - 1830: een periode van verval.

Maatschappelijke, economische en politieke ontwikkelingen • Destadwerdin1578nazwarebelegeringingenomendoorprinsge-

zindetroepen.• HetstadsbeeldvanKampenondergingmetnameindetweedehelft

vande16deeeuwen inde17deeeuw zeergrote veranderingen,vooralalsgevolgvandeReformatieendeOpstand,destrijdtegendeSpaanseoverheersing.DeOpstandhadvooral ingrijpendeverande-ringenaandeverdedigingswerkentotgevolg.DeReformatievondmetnamehaarweerslagna1580,hetjaardatKampendefinitief‘Staats’werd, in het opheffen van de kloostergemeenschappen in en buitendestad.Dekloostergebouwenwerdenhergebruiktvoornieuwemaat-schappelijkeencommerciëledoeleinden.4.56

• Indezeperiodewasersprakevaneendoorgaandvervalvandeeco-nomievandestad.DeopkomstvandeHollandsestedenendeverzan-dingvandeIJsselmondenspeeldenhierinzoalseerdervermeldeenrol.Kampenontwikkeldezichtoteenregionaalverzorgingscentrum.

Stadsontwikkeling:

ca.1560-1830

Page 82: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

148

4 G E S C H I E D E N I S E N R U I M T E L I J K E O N T W I K K E L I N G V A N K A M P E N T O T 2 0 0 0

Flexus AWC

Kaart J. Blaeu uit 1648. (GA)

Page 83: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

149

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

Flexus AWC

De IJsselbrug rond 1649 (Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam).

• OokhetRampjaarvan1672/1673,waarindeRepubliekinoorlogmetviertegenstanderstegelijkraakte(Engeland,Frankrijk,debisschoppenvanKeulenenMunster)enmetuitzonderingvandewestelijkeprovin-cieshethelegrondgebiedbezetwerd,gingnietaanKampenvoorbij.De stadkreegeen Fransgarnizoenbinnen zijnmuren.Debezettingresulteerde indefinanciëleuitpersingvandestad,desloopvandegeheleNieuweHagenenvernietigingvaneendeel vandevesting-werken. Bovendien bracht de bezetting een ontvolking van de stadopgang,dietotverinde18deeeuwinvloedhadopdeeconomischeontwikkelingvandestadenresulteerdeingroteleegstandenverkrot-ting. Het stadsbestuur trachtte reeds vanaf het begin van de 18deeeuwditvervaltegentegaan,somsdoorherstelopstadskosten.Datditnietaltijdlukte,wordtgeïllustreerddoordehuidigePlantage.Ditpleinontstondvanaf1708nasloopvaneenaanzienlijkaantalpandenenplaatselijkeherbouw.Vanafheteindevande18deeeuwkreegdebotermarktopdePlantageeenvasteplek.

• Hetisalleenaandetextielnijverheidtedankendatdestadinde17deeeuwaaneentotaalvervalkonontsnappen.Dankzijprotectionistischoptreden van het stadsbestuur, de energieke pogingen die werdenondernomenomlakenondernemersuitLeidenenanderetextielstedenaantetrekkenendevelegunstigearbeidsvoorwaardendiedenieuw-komersinhetvooruitzichtwerdengesteld,wistdezeindustriehethoofdbovenwatertehouden.Indeloopvande18deeeuwwerddelaken-nijverheidgeleidelijkvervangendoordeduffel-entrijpweverijen,de

enigetakkenvannijverheiddienogeenredelijkevormvanbestaangaven.Veelmeerdanlokaleenregionalebetekenishaddenzeech-terniet.Dezetextielnijverheidkwijndeindeloopvande19deeeuwweg.4.57

• 1828:Kampenkreegeeninstituutvooropvoedingenonderwijs.DezezoulateruitgroeientotTheologischeUniversiteit.

Groei en transformatie stadsplattegrond en (pre-)stedelijke structuren• DestadsbrugvanKampenwerdindezeperiodemeermalenvervan-

gen.Deoudebrugkamptemetproblemenvanwegehetwegslaanvandelenvandebruginverbandmetdesterkestromingenhetkruiendeijs,waardoordelenvandebrugsteedsweeropgebouwdmoestenwor-den.In1589werdeentweedeversievandebruggerealiseerd,waar-bij een drijvend gedeelte gebruikt werd, een schipbrug.Onder hetvastebrugdeelwerdenminderjukkengeplaatst,waardoordestroom-openingengroterwerdenendedestructievekrachtvanhetkruiendijsverminderde.Omdejukkenteontlastenvanhetgroteregewichtvande langereoverspanningen,werddebrug voorzien van ‘galgen’ ofspanwerken.In1638werdeenderdeversiegeconstrueerd.Dezebrugwas voorzien van vijf galgen. De brugval (plaatswaar de schependoordebrugkunnenvaren)lagop27,50metervanafdekade.Hetbrugdeeltussendevalendekadewasaanbeidezijdenverbreedmeteenarcade,waarondermarktwerdgehouden.Degalgenwerdenin

Page 84: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

150

4 G E S C H I E D E N I S E N R U I M T E L I J K E O N T W I K K E L I N G V A N K A M P E N T O T 2 0 0 0

Flexus AWC

De Cellebroederspoort: een laat-middeleeuwse poort, maar voorzien van rijke renaissance-ornamentiek. Opname tussen 1910-1935. (RCE)

Boven: stadsmuur tussen Cellebroederspoort en Broederpoort. Pentekening Hendrick Avercamp, te dateren tussen 1609 en 1615. (Windsor, Royal Library). In het midden de Broederpoort voor de verbouwing door Thomas Berendszn.

Page 85: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

151

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

Flexus AWC

hetlaatstekwartvande17deenbeginvande18deeeuwinverbandmet het veleonderhoudweer verwijderd. In1784ontwierpdewa-terbouwkundigeJantenHoltdevierdevariant.Dezebrughadzevenvastejukkeneneenaantallossesteunjukken,dieviavoetplatenopderivierbodemrustten.Degalgenwaren toenverdwenen.AandekantvanIJsselmuidenwerddetoeganggevormddoortweestenensokkelsmetleeuwen,dieschildenmethetwapenendestadskleurenvanKam-penomklemden.4.59

• Indestadsplattegrondvondgedurendedezeperiodeeengroteveran-deringplaats.DeFransebezettinginhetRampjaar1672/1673liepuitop–zoalsaleerdervermeld–devernietingvandeNieuweHagenendelenvandevestingwerken.DeFransebevelhebbberbevalop26augustus1672datdegeheleNieuweHagengeslooptzoumoetenwor-den,nadatindenachtdooreenonbekendschip,gedektdoorhuizenindeNieuweHagendielangsderivierstonden,eenaantalkanonskogelsopdestadwarenafgevuurd.Hetduurdetotmei1673eerallegebou-wenenbomenwerkelijkwarenverdwenen.

• Ookaandestadsvestenvondengroteveranderingenplaats.Hetge-schut,datindeloopvande15deen16deeeuwvoortdurendwerdverbeterdvormdeeensteedsgroterebedreigingvoorstadsmurenentorens.Deintroductievanbolwerkendiedevijandopgrotereafstandhieldenendiehetvangroterehoogtebeschietenvandevijandmetzwaargeschutmogelijkmaakte,werdhierdoornoodzakelijk.InKam-penvonddeeerstemoderniseringplaatsin1543,toendestadbele-gerddreigdetewordendoordeGelderseveldheerMartenvanRos-sum.AandezuidzijdevandestadwerdvoordeVenepoortbuitendealbestaandestadsgrachteentweedegrachtgegraven.Tussenbeidegrachtenwerd een aardenwal opgeworpen en voor de poort eenhoog bolwerk ten behoeve van zwaar geschut aangelegd. VerderebescheidenaanpassingenvondenplaatsaanhetbeginvandeTachtig-jarigeOorlog.Toenin1572destadbelegerdwerddoorgraafWil-lemvandenBerg,eenzwagervanWillemvanOranje,werdenhieropvooruitlopendaandesmallenoord-enzuidzijdevanKampenaandebinnenzijdevandemurenaardenwallenopgeworpenterverstevigingvandemurenentenbehoevevanhetplaatsenvanzwaargeschutdat

doordehogereplaatsingookeengroterereikwijdtekreeg.OokdesuccesvollebelegeringdoorRennenbergin1578toondedatdever-dedigingvandestadverbeteringbehoefdeomhethoofdtekunnenbiedenaaneenvolhardendbelegeraar.VolgenshetplanvanAdriaanAnthoniszoon,architectenburgemeesterteAlkmaarwerden,nadatKampenin1580definitief‘Staats’gewor-denwas,voordepoortenaardenbolwerkenaangelegd.Dewalkwamdirectvóórdestenenmuurteliggenenervonddusgeenstadsuitbrei-dingplaatsmetdezenieuwevestingwal.Rond1578vondsloopvanNoordpoortindeNieuweHagenplaats.Inhetbeginvandejarentachtigvande16deeeuwverrezenbolwer-kenvoordeVene-,deCellebroeders-,deKalverhekken-endeHa-genpoort,waarmeedevijandvoordestadsmurenweggehoudenkonwordenendezebeterkonwordenbeschoten.In1589verreesookaandeoverkantvandeIJsselvoordeIJsselbrugeenomvangrijkbolwerk;opdeIJsseloeverzelfwerdenvoordestads-murenlanggerektebolwerkenaangelegd.DeschansvoordeIJsselbrugwasevenweleenkort levenbeschoren.Hijwerdin1673doordeterugtrekkendeFransetroepengeslechtenkreegin1680eenmeervredelievendebestemmingdoordebouwvaneenveerhuisvoordeZwolsetrekschuit.Deverdedigingaandelandzijdewerdin1606,1607en1625nogverderversterktmetaardenwallenenbolwerken.

• Alle versterkingenwaren totdan toe uitsluitend vooreigen rekeningaangelegd,eennormalesituatievoordemeestestedenindeMiddel-eeuwenenhetbeginvandeNieuweTijd.Deconsolidatievanhetnieu-westaatsbestelderRepubliekzorgdevooreenadministratievewijzi-ginginhetbeheervandevestingwerken.VoortaanwashettoezichtopenhetonderhoudvandevestingstedentoebedeeldaandeRaadvanState.Kampenverzochthieropaangewezentewordenalsvestingstad,enofschoonnietafdoendaangetoondkanwordendatditverzoekisingewilligd,geschieddereparatieenonderhoudvoortaanbijaanbe-stedingdoordeRaadvanState.Nietteminbleefdestadzekertotverinde17deeeuwverantwoordelijkvoorhetgewoneonderhoud.4.59

Page 86: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

152

4 G E S C H I E D E N I S E N R U I M T E L I J K E O N T W I K K E L I N G V A N K A M P E N T O T 2 0 0 0

Flexus AWC

De Nieuwe Toren en de torenspits van het Oude Raadhuis. Naast het ‘Maastrichts bier-huis’ stond vóór 1837 de middeleeuwse Vispoort, die op de tekening hiernaast is afge-beeld. Opname tussen 1910-1935. (RCE)

Tekening uit circa 1665 van A. Beerstraten van de IJsselkade richting de Vispoort, on-geveer vanuit hetzelfde gezichtspunt als van de foto hiernaast. Voor de poort stonden twee wacht- of kommiezenhuisjes. De Nieuwe toren, de toren van het stadhuis en de Leeuwentoren zijn hier eveneens getekend. (GA)

Page 87: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

[...]

Page 88: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

158

4 G E S C H I E D E N I S E N R U I M T E L I J K E O N T W I K K E L I N G V A N K A M P E N T O T 2 0 0 0

Flexus AWC

Boven: gevel uit de eerste helft van de 19de eeuw. Broederweg 5. Deze met schijn-voegen versierde gevel is een monumentaal voorbeeld van de streng representa-tieve klassicistische architectuur uit eind 18de-midden 19de eeuw (FLX).Links: een overzicht van de meest opvallende transformaties gedurende de periode 1818-1870, weergegeven op de stadsplattegrond van Kampen uit 1818 (kadas-trale minuut). In rood de nieuwe structuren, in zwart kenmerkende sloop, en in groen de getransformeerde groenstructuren. Meest opvallende onderdelen zijn de trans-formatie van de bolwerken tot plantsoen, de aanplemping van de IJsselkade en het ontstaan van het IJsselkadefront, de transformaties ter hoogte van de Vispoort en de realisatie van grote utilitaire gebouwen, zoals de sigarenfabriek van Lehmkuhl en de Van Heutzkazerne. (FLX)

Page 89: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

159

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

Flexus AWC

hadhetderhalvetweetopgevels.NadeFransebezettingvan1672/73bevondhetNieuweRaadhuiszichineendeplorabeletoestand.In1679werdbeslotentoteenzeergrondigeopknapbeurtwaarbijhetgebouwmogelijktendeleopnieuwisopgetrokken.HetNieuweRaadhuiswerdin1740voorzienvaneenanderevoorgevel,bekroondmeteenfraaieopengewerktedaklijstinrococostijl.Dezerococoversieringenzijninmid-delsallangverdwenen.

• Eerstehelft17deeeuw:molenophetbolwerkvoordeHagepoort.• 17deeeuw:bouwstadsherbergaandeIJsselkade,naastdeVispoort.• 1630: bouw Bethlehemsvergadering in de BuitenNieuwstraat tussen

SchapensteegenBotervatsteeg.• 1673:sloopKalverhekkenpoortdoordeFransebezetter.• 1673:sloopLeeuwentorendoorFransebezetter.• 1681:VerbouwpandaanExtersteeg totPastoors-ofSintNicolaas-

kerk.• 1715:bouwsluizenaanbeidezijdenvandeBurgel(MIP,6).• 1758:bouwmolenaandeIJsseldijkbuitendestadtenbehoevevan

polderbemaling.• Begin19deeeuw:sloopOudConventbijStNicolaaskerk.• InrichtingpandhoekOudestraatenBotervatsteegtotalgemeenWees-

huis.

4.8 GESCHIEDENIS EN RUIMTELIJKE ONTWIKKELING IN DE PERIODE 1830 - 1870: aantrekken van de groei

Maatschappelijke, economische en politieke ontwikkelingen• Na1830verbeterdedeconjunctuur.Destadkreegdoordeaanleg

vandammenindeZuiderzeebijhetKeteldiependeafdammingvanhetNoorderdiepin1830weereengoedebereikbaarheidoverwatermetdeZuiderzee,waardoorvanafdejarendertigdescheepvaartin-dustrieeenkorteoplevingdoormaakte.

Maarookophetlandverbeterdedeinfrastructuur.In1828kwamde‘Zuiderzeestraatweg’totstand,waarmeedeverbindingmetElburgenHarderwijkaanzienlijkwerdverbeterd.4.71OokwerddeKamperstraat-

wegnaarWezepalsmedewegennaarZwolleenGenemuidenaan-gelegd.Kampenwerdin1862aangeslotenophetspoorwegnet,maardit bleefbeperkt tot de lijn naar Zwolle, zodatde stad uiteindelijkgeenonderdeelvanhethoofdnetwerkvormde,alleinspanningenvanhetstadsbestuurtenspijt.Destadbetaaldeditzelf,methetoogmerkdecentrumfunctievandestadteversterken.Succesbleefnietuit.Na1850wasersprakevaneensterkestijgingvandebevolking(tot1895met77%),eengegevendatmede is toe teschrijvenaandebeterebereikbaarheid.

• Totaanheteindvande19deeeuwzouKampeneenperiodevanre-delijkewelvaartdoormaken,daarindittijdvakdeindustrialisatievandegrondkwam.Vooraldetabaksindustrie,inhetbijzonderdesigar-enindustriekwamtotgrotebloei.DezevoorKampenzokarakteristiekebedrijfstaknamin1813eenaanvangmetdevestigingvantweeker-verijenindebinnenstad.Hetbeginvandegrootschaligesigarenindu-striewerdingeluiddoordevestigingin1826vandefirmaLehmkuhlindeVoorstraat.4.72In1873verdiendeeenderdedeelvandewerkendeKamperbevolking(destadteldedestijds18.000inwoners)zijnbroodindezeindustrie.Ookdemetaalnijverheid(waaronderdeemaille-in-dustriedievanafca.1850opkwam)gafaanhonderdenKampenarenwerk.

• Vanaf1850werdKampeneengarnizoensplaatsvanbetekenis,het-geenaanleidingwaseengrotekazerneindebinnenstadopterichten:deVanHeutzkazerne.4.73 De kazerne die vanaf 1830aandeOu-destraatgelegenwas,kendebescheidenafmetingen,omdatKampenindeeerstehelftvande19deeeuwslechtseenbescheidengarnizoenhuisvestte.Hetstadsbestuurbeijverdezichdathiereenlegeronderdeelgevestigdzouworden,endekleinekazernewerdtelkensuitgebreidenvergroot.Hetmeestingrijpendwasdebouwvantweevleugelsin1851endedaaropvolgendejaren.4.74In1853vonddebouwvanhetmili-tairhospitaalInfermerieplaatts,eenontwerpvandestadsarchitectenN.PlompenP.Bondam.

• In1854werddeTheologischeHogeschoolderChristelijkeAfgeschei-deneKerkinNederland(toekomstigeTheologischeHogeschoolenUni-versiteit) gesticht. Deze zou in de hieropvolgende jaren een rol van

Page 90: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

162

4 G E S C H I E D E N I S E N R U I M T E L I J K E O N T W I K K E L I N G V A N K A M P E N T O T 2 0 0 0

Flexus AWC

Broederpoort met wandelpark, F.J. Buijtendijk, ca. 1835 (OBK)

Rechts: tekeningen voor het ver-leggen van de Singelgracht in het 2e en 3e plantsoen, architect Bonham, 1855.(GA)

Onder: tekeningen van drie verschillende fasen in de ontwikkeling van het plantsoen. Het Plantsoen liep in het zuiden oorspron-kelijk door tot aan de Bovenhaven.(P2)

1809-1854 1855-1866 1867-1909

Page 91: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

163

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

Flexus AWC

stadsmurenklaarenbijdeeerstvolgendezwarestormbleekhijhettehouden.

• IndatzelfdejaarbesloothetgemeentebestuureenexterneontwerperbijhetontwerpvanhetnieuwedeelvanhetPlantsoentebetrekken.

DeberoemdelandschapsontwerpersJ.D.enL.P.Zocherkregendeop-drachtentussen1863en1867werdenhet1een2eplantsoendoorvaderenzoonZocheropnieuwaangelegdindevoorhenkenmerkenderomantischelandschapsstijl,waarbijdelaatsterestantenvandestads-muuraandelandzijdeweggeruimdwerden.Deplantsoenenvormdenmethunterreinverheffingen,slingerendepaden,romantischgeplaatstebomenenboomgroepenenverrassendedoorzichtenop interessanteobjecten(ondermeerdestadspoorten)eennieuwelementinhetstads-beeld.Debeplantingwasoverhetalgemeeneenvoudig.DekwekerijvandefirmaZocherleverdedebenodigdebomenenheesters.Bijdeaanleg van het parkwerddegehele vestingwal als hetware naarbuitengeplaatst,waarbijdehogergelegendelenaandestadszijdewerden geprojecteerd; een gedeelte van de stadsgracht werd ge-dempt.4.81

DeZocherskregennietdeopdrachthet1ePlantsoenteherinrichten.Menwasblijkbaartevredenmetdeaanlegvandatdeeluit1846.Te-keningenvandePlantsoenenvanKampenvandehandvandeZocherszijnoverigensnietaangetroffeninhetarchief.Mogelijkhebbenzijuitdehandgewerkt.

Metderealisatievanhet1een2eplantsoenwerddegroengordelomdestadgeslotenenwerdhetmogelijkeen‘wandeling’temakenin19deeeuwsegordelrondomdestad.DenieuwaangelegdeIJssel-kademaakteeveneensdeelhiervanuit.

• Nietalleendeoorspronkelijkestadsgrachtwerdgedempt.Ookstads-poorten sneuvelden in deze periode. Als eerste slachtoffer viel deVenepoortaandezuidzijdevandestad.Sinds1812stonddepoorteralwatverlorenbij,toenmendemuurvanafhetOorgattotdepoortalhadgesloopttoteengeringehoogteendefunctievanwaterkeringhadgegeven. In1832werdendezemuur inclusief fundamenten,derestantenvandepoortuit1467endemuurvoorhetbastionverwij-derd.Vijftigjaarlatervielaandenoordzijdevandestaddetweede

poort tenoffer,deHagenpoort, vanwegehindervoorhet rijtuigver-keer.Erwerdenmeerdereprotestentegenditbesluitgehoord,onderanderevanJonkheermr.VictordeStuers,deauteurvanhetdestijdszeerberoemdeschotschrift‘Hollandopzijnsmalst’,waarinhetbene-penNederlandse cultuur- enmonumentenbeleidwerdgehekeld.Hetmochtnietbaten.DeCellebroeders-endeBroederspoortzijnuiteinde-lijkongemoeidgelaten,nietalleendankzijhunliggingtemiddenvandeplantsoengordel,maarookdankzijhetgegevendattoendertijddeCellebroeders-enBroederwegminderdrukkeenbelangrijkeinvalswe-genwarendandeIJsseldijkendeNoordweg.4.82

• Ookaandewaterzijdevandestadvondengroteveranderingenplaats.DegrondtussenIJsseloeverenIJsselmuurwerdaanvankelijkdoordestadverhuurdaanparticulierendiehetgebiedvoorallerleidoelein-den gebruikten: opslag vanmest, verbouwen van groenten, bouwenvanschuren.Debinnenzijdevandemuurwerdgebruiktomerstallen,schureneneenkamerwoningen tegenaantebouwen.Deeconomischeopbloeiendedaarmeegepaardgaandetoenamevandewerkge-legenheidengroeivandebevoking,dieindedertigerjarenvande19deeeuwinzette,hadechtergroteconsequentiesvoordezichindieperiode ingoedeconditiebevindendeverdedigingswerken langsdeIJssel.4.83

Alin1812werdeenbegingemaaktmetdeontmantelingvandestads-muuraandeIJsselkade,tussenIJsselenVenepoort,4.84enin1825vondopschoningvande IJsselkadeplaatsvan tuinenenallerleibouwsels,naaraanleidingvaneenoverstroming,enwerdgepoogdomhiereenwandelpromenadeeneenparktemaken,hetzogenaamdeIJsselplant-soen.HetparkjeaandeSablonnierekade(aanlegrond1880)ishier-vanhetenigerestant.4.85

OmmeerruimtetekrijgenbijdebrugwerddeVispoortin1837ge-sloopt,waarmeehetseingegevenwerdvooreenalgeheleontmantelingvandestadsmuuraandezezijdevandestad.In1838volgdedemuurtussenBotervatsteegenLouwenpoort,omzodoendeeenbrederekadetekrijgen.Hetstadsbestuurhooptehiermeemeerhandelaantetrekkenenhetaanmerenvanbeurt-envrachtschepentevergemakkelijken.Dedoordesloopvandemuurontstaneruimtewerdgetransformeerdtot

Page 92: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

166

4 G E S C H I E D E N I S E N R U I M T E L I J K E O N T W I K K E L I N G V A N K A M P E N T O T 2 0 0 0

Flexus AWC

Kaart van Kampen uit 1868. Een groot deel van de Nieuwstad, tussen stadswal en Groenestraat, was nog niet ontwikkeld en lang er nog net zo bij als 400 jaar tevoren. Pas aan het eind van de 19de eeuw zou deze strook worden volgebouwd met mid-denstandswoningen langs de Ebbingestraten en arbeiderswoningen in de zijstraatjes haaks hierop. (GA)

Complex van arbeiderswoningen uit ongeveer 1895, deels in Neo-Renaissancestijl, deels in Chaletstijl, zoals in Nederland in zwang was aan het eind van de 19de eeuw. Het complex, door een timmerman-ontwikkelaar neergezet, heeft een hoge archi-tectonische kwaliteit en is een onderscheidend voorbeeld van hoe complexen arbei-derswoningen aan het eind van de 19de eeuw, vaak op nog open plekken of aan de stadsrand, in hoge dichtheid en in parallelle smalle straatjes werden ontwikkeld. Het complex is ondertussen aangewezen als gemeentelijk monument. (FLX).

Page 93: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

167

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

Flexus AWC

hooiperserijeneenhoutloods,diein1914geslooptwerden,waardooreengedeeltevandestadsmuureneenhalfrondemuurtorenzichtbaarwerden.Alsgevolgvanhetfeitdatopeenvolgendeplannenvoorditstukgrondgeendoorgangvonden, in combinatiemethetgroeiendebesefvanhetuniekevanditstukmiddeleeuwsestadsmuur,werduit-eindelijknooittoestemmingtotverkoopgegeven.HetstukmuurisnogsteedstezienvanuitdeachtertuinenvandepercelenIJsselkade57atotenmet58.VanafdeopenbarewegisdemuuraandeVoorstraatenaandeIJsselkadenogzichtbaar.AandePrinsenstraatiseenfrag-mentvandemuurzichtbaarvanuitdetuinen.Elders indestadisdemuurvolkomeningebouwdgewordenenverknipttoteenvrijwelonher-kenbarestructuur.Vandetegendemuuraangebouwdewoningenisinveelgevallenhetvloeroppervlakvergrootdoordemuuruittehakkentot slechts eendunne schil resteerde. In anderegevallen is demuureveneenseenintegrerendbestanddeelgewordenvandewoningenisdebovenrandgesierddoorschoorstenenendaklijsten.4.92

• Vanafglobaal1830vondinverbandmetdegrotebevolkingsgroeideinvullingvandetotdantoeonbebouwdgeblevengebiedenindebin-nenstadplaats.Stegenmeteenvoorheenopenstructuurwerdendichtbebouwd,enookbinnenterreinenwordenverdicht(o.a.inbouwblokkenbijdeBuitenkerk).VooralindeNieuwstadvondvanafdetweedehelftvande19deeeuweenverdichtingsprocesplaatsdatdoorzettetotinde20steeeuw.OpenplekkenaandeGroenestraatwerdenbebouwd.AandeanderezijdevandeNieuwstadvondvanuitdeEbbingestratendeverstedelijkingplaats.AandeEbbingestratenwerdenwatvoorna-merepandengebouwd.Optalvanplaatsenwerdloodrechtopdezestructuureenaantaldwarsstratenaangelegd,zoalsinhetzogenaamdeSigarenmakerskwartier(gebiedBregittenstraat),datvanaf1887aan-gelegwerd.Deverkavelingsrichtingpaste inde totdanaanwezige(moes)tuinverkaveling.TerhoogtevanhethuidigeMeeuwenpleinwerdgekozenvoordetoepassingvaneenparallelweg.Bestaandeverkave-lingsrichtingenwerdenhierbijgenegeerd.4.93

• Vanaf1843:vestigingvanindustriebuitendebinnenstad(rondBoven-haven).

• 1855:bouwvandeeersteindustrielangsOudeBuitenhaven(stoom-strofrabriek).

• 1867:aanlegvandenieuweBuitenhaven.• 1863-1865:bouwvandespoorlijnenhetstationaandeoverzijdevan

IJssel.

Gebouwen en stedelijke artefacten in deze periode• 1826:vestigingfirmaLehmkuhlindeVoorstraat:beginvandesiga-

renindustrievanKampen.• 1830:beginvandeomvormingvandewallentotplantsoen.• 1836:bouwvandeNieuweStadsherbergaandeoverzijdevande

brugtervervangingvandeoudeStadsherbergbijdeVispoort.4.94

• 1842:bouwvandeeerstereekspakhuizenaande IJsselkadedoorarchitectPlomp.

• 1843:bouwvandeEvangelisch-LuthersekerkaandeBurgwaldoorstadsarchitectPlomp.4.95

• 1844e.v.DebouwvanwoningenaandeIJsselkadewerdtoegestaan,voorheenmochtenalleenpakhuizenwordengebouwd.4.96

• 1847:bouwvandeSynagogeaandeIJsselkadedoorstadsarchitectPlomp.4.97

• ca.1850:bouwvanhetEntrepotgebouwaandeIJsselkade.• ca.1851:vestigingvandeN.V.EmaillefabriekvanVanBerkindeBo-

venNieuwstraat.• 1851envolgendejaren:deVanHeutzkazernewerdmettweevleu-

gelsuitgebreid.• 1854:bouwvandegasfabriekaanKoornmarkt.4.98

• 1855: vandebouw stoom-strofabriekaande Buitenkade langsdeOudeBuitenhaven,laterdeN.V.chemischefabriekKampen.

• 1863:verbouwvanhetGrootBurgerweeshuisaandeCellebroeders-weg.

• 1865: bouw van de Hagenpoortkerk (nu afgebroken) aan de Ou-destraatbijoudeHagenpoort.

Page 94: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

[...]

Page 95: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

[...]

Page 96: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

172

4 G E S C H I E D E N I S E N R U I M T E L I J K E O N T W I K K E L I N G V A N K A M P E N T O T 2 0 0 0

Flexus AWC

Hierboven:Ontwerp 3e plantsoen uit 1913, architect Springer. Beplanting 1e plantsoen en tuin ziekenhuis, ontwerp Springer (1912), en een foto van rond 1916. (GA)

Rechtsboven en -onder: enkele foto’s van de Kamper brug van 1872.boven: FW, onder: OBK

Page 97: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

173

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

Flexus AWC

• 1874:bouwvandegemeentelijkegasfabriekaanOudeBuitenhaven,terplaatsevanhetnoordelijkdeelvanhetplantsoenvanZocher.Ditdeelvanhetplantsoengingdanookverloren.4.113

• 1874:bouwvandeBurgwalkerkaandeBurgwal.4.114

• 1877:InrichtingvandeKoornmarktskazerne• 1876-1882:bouwvandegemeentelijkeHBSophetVanIngenbolwerk.

DitgingtenkostevandezuidzijdevanhetPlantsoen.4.115

• Ca.1880:aanlegvanhetparkjeaandeDelaSablonièrekade.4.116

• 1885:bouwvandePrinsesMargrietschoolinhetzuidelijkplantsoen.• 1883:verhuizingvandeHBSenhetgymnasiumnaarhetEngelenberg-

plantsoen.• 1886:vestigingvandeEmaillefabriekvanBerkaandeNieuweBuiten-

haven.• 1888BouwMarkthalopPlantage.• 1889:bouwvansociëteitHetCollegieaandeIJsselkade.• 1889-1892:bebouwingNieuweMarkt(Stadsgehoorzaalenschool).• 1891:sloopvanhetArmenweeshuisenbouwvandeVloeddijkkazerne

aandeVloeddijkterhoogtevanhetoudeBirgittenklooster.• 1895:bouwvandeTheologischeHogeschoolaandeOudestraatnabij

deKoornmarkt.• 1897:sloopvanhetHeiligeGeestgasthuistussendeOudestraatende

BuitenNieuwstraatenrealisatievandeGasthuisstraat.4.117

• 1897:sloopvanhetSt.Geertruids-enSt.Catharinagasthuisenstich-tingvanhuizeMyosotis(bejaarden-enverzorgingshuis)(nogeenkeeruitgebreidin1955en1975).4.118

• 1903:bouwvandepandenaandePlantageenbouwvanhetPTT-kantoor.

• 1904:sloopvandeHagenpoort.• 1906:uitbreidingvandepandenvanSmitenTenHoveaandeOu-

destraat.• 1907:bouwvandegasfabriekaanhetBolwerkbijdeOudeBuitenha-

ven.• 1912:bouwvandeNieuweKerkaandeBroederweg.4.119• 1911-1916:bouwvaneennieuwstadsziekenhuisnaarontwerpvanar-

chitectKromhoutinhetzuidelijkdeelvanhetplantsoen.Hiervoorwerd

eendeelvanhetplantsoenopgeofferd.4.120• 1916:hetvoormaligPesthuiskwamleegtestaantengevolgevanver-

huizingvanhetstadsziekenhuisnaardenieuwelocatie;eenTBC-kliniekvestigdezichinhetvoormaligPesthuis.4.121

• 1923: de Theologische Hogeschool vestigde zich in de voormaligeschoolgebouwenaandeKoornmarkt.4.122

• 1927:nieuwbouwvanSmitenTenHoveaandeOudestraat.• 1930:bouwvandeZiekenzaalvanhetBovengasthuis,nuonderdeel

vanMyosotis.• 1945:vernietigingvandeoudeIJsselbrug.4.123

4.10 GESCHIEDENIS EN RUIMTELIJKE ONTWIKKELING IN DE PERIODE 1945 - 2010: naoorlogse groei en herijking van de binnenstad.

Maatschappelijke, economische en politieke ontwikkelingen• NadeTweedeWereldoorlogkendeKampeneenaanzienlijkebevol-

kingsgroei.Teldedestadin195024.382inwoners,4.124in2007warendater49.345.4.125

• denaoorlogseperiodewerdvooralgekenmerktdoorarchitectuurenstedenbouwdieweinigtotgeenpogingenmeerdeedomharmonieusopdehistorischebinnenstadaantesluiten.Erwasmetnamesprakevanschaalvergroting,functioneleofabstractearchitectuur,een‘open’stedenbouwkundigesettingvangebouwenendeintroductievangesta-peldeappartementenbouw.

• Tenbehoevevandesterkegroeiwerdenverschillendeuitbreidingswij-kengerealiseerd.Deoudestadwerdnuvoorheteersteen ‘binnen-stad’.

• Erwasveelafbraakindejaren‘60en‘70,ondermeertenbehoevevanMyosotis,waarvoorookdesecretarievanIJsselmuidenwerdafge-broken.

• Erwarenindiejarenlangelijstenvanleegstaandeendoorbedrijvenopgekochtewoningen.Degemeentelietdebinnenstadverpauperenenhadgoededoorstroomregelingenvoorbewonersdienaardebuiten-wijkenwildenverhuizen.Veelbewonersverlietendebinnenstad,veel

Page 98: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

174

4 G E S C H I E D E N I S E N R U I M T E L I J K E O N T W I K K E L I N G V A N K A M P E N T O T 2 0 0 0

Flexus AWC

Een overzicht van de meest opvallende transformaties gedurende de periode 1945 - 2010, weergegeven op de stadsplattegrond van Kampen uit 1980.In oranje de nieuwe structuren, in zwart kenmerkende sloop.Meest opvallende onderdelen zijn de uitbreidingen van het zieken-huiscomplex ter plaatse van het plantsoen, de doorbraak van de Meeuwenweg en sloop en nieuwbouw ter plaatse van het huidige Meeuwenplein en de dempingen, en veranderingen bij de Buitenha-ven. (FLX)

Page 99: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

175

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

Flexus AWC

pandenwerdenafgebroken, en op hun plek verschenen kleine par-keerplaatsen,wathetwoonklimaatvoordeachterblijversnogslechtermaakte.Ditwaseenbeelddat inheelNederlandgewoonwas,nietalleeninKampen.

• Hetwasookeenmentaliteitskwestie.Erwaseensterkvooruitgangsge-loofenhetdenkenoverstedenwerdzeersterkaangestuurddoorhetModernismeenFunctionalisme.Debinnenstadwaserindiedogmatiekvoorbedrijven,enverwaarloosdepandendiendenvooraltewordengeruimd,niettewordenopgeknapt.Behoudwerdvaakhelemaalnietalseenoptiegezien.

Oogvoorhistorischeschoonheidvandebinnenstadwasminimaal,bijderaad,bijburgemeesterenwethouders,bijstedenbouwkundigenenarchitecten.

• Opvallend is ook de besluiteloosheid van het bestuur in deze jarenwanneerhetoverplannenvoordebinnenstadgingendehalfhartig-heidwaarmeeplannenwerdenuitgevoerd.Eenstructuurplanverscheenmaarniet,watbijdroegaandetoenemendesloopindebinnenstad,omdat zonder structuurplan ook geen bestemmingsplannen kondenwordengemaaktenzonderbestemmingsplannenhetnietmogelijkwasomdegroteproblemenconsequentaantepakken.4.126

• In1969kwamdeRDMZmeteenlijstvanmonumenten indebinnen-stad.Hetwarener500,veelmeerdanderaadvoorogenhadgehad.4.127

• Hetstructuurlozebeleidendeadhocwijzevanbeslissenheeftdeon-zekerheid van de binnenstadsbewoners en –gebruikers vergroot, deplanvormingbelemmerdenverdereverloederingindehandgewerkt.4.128

• Alin1970begondeomslag,meteennieuwcollegevanB&Weneennieuweburgermeester:SybrenVanTuinen.Erwerdeenstreepgetrok-kendoorsloop-ensaneringsplanneneneenbegingemaaktmetres-tauratiesenrenovatiesvanpanden,maarookvandebogenbovendestegen.4.129

• In1972werdhetStructuurplangelanceerd.Eindelijkwasereenvisieopdebinnenstad,dieuitgingvandemonumentalewaarden,dehis-toriciteit en demultifunctionaliteit vandebinnenstad.Debinnenstad

moestdecentraleontmoetingsplekblijvenvandeKampenaren.4.130Debestaandebebouwingwerdgeheelgeïnventariseerdengewaardeerdopmonumentaliteit.

• Bewonersgavenviainspraak,eennoviteitindiedagen,massaalaanwonenindebinnenstadbelangrijktevindenenwarenfelgekanttegensloopenafbraak.4.131

• Menmaaktenuookbelangrijkekeuzen: -Niet indebinnenstadpassendebedrijvenmoestenwordenoverge-

plaatstnaareenlocatiebuitendebinnenstaden -nieuwbouwmoestpasseninhetstedenbouwkundigeenarchitectoni-

scherepertoirevandebinnenstad.4.132

• 1972: degemeentekreegvoorheteersteenmonumentencommissie• 1975: aanwijzingvandebinnenstadalsbeschermdstadsgezicht.• 1975: denotaStadsvernieuwingIwerdaangenomen,waarindebin-

nenstadwerdaangewezenalsrehabilitatiegebied,waarmeeveelsub-sidie vrijkwam voor de restauratie van woonhuismonumenten, uit degeldenvandeministeriesvanVROenCRM.Erkondenhiermeeookstorendefunctieswordenverwijderduitdebinnenstad.4.133

• Erwerdbegonnenmetdriebuurten:hetBuitenkerkkwartier,omgevingBovenkerkenFlevowegenomgeving.4.134

• Het Keizerskwartier werd in deze jaren succesvol gerenoveerd metbehouden restauratievanvelehistorischepandenenhethistorischestadsbeeldalsgeheel.Ditwaseenvandemeestsuccesvollestadsver-nieuwingsoperatiesvanhetnaoorlogseKampen.

• Aanhetbegin vande jaren ‘70vertrokkendemilitairenendeVanHeutzkazernekwamleegtestaan.GedeeltelijkalscompensatiewerdhetHogerberoepsonderwijsindegemeenteuitgebreidmetchristelijkeacademies voor BeeldendKunstonderwijs, Expressie doorWoord enGebaar,Journalistiek,alsmedeeenSocialeAcademie.Samenmetdetwee TheologischeHogescholen stondenbij genoemdeacademies in1987ruim2.200studenteningeschreven.Alsgevolgvanconcentratievanopleidingenindehieropvolgendeperiodeishetaantalverschil-lendevestigingenafgenomen.Ookdeverhuizingvandescholingsinsti-tutenheefthiertoebijgedragen.4.135

Page 100: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

[...]

Page 101: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

177

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

Flexus AWC

• Deaanwijzingvanmonumentenvondplaatsin1972en1999.Twee-dehelftvandejaren’70:destadsvernieuwingenrestauratievanmo-numentenenmonumentalewoonhuizenkwamopgang,maargingtra-gerdanverwacht.

• Jaren’70en’80:verwijderingvannietindebinnenstadpassendebe-drijvennaarbedrijventerreinen.

• Kampenveranderdegaandewegineenstudentenstad.• Beginjaren’80:subsidiemogelijkhedenvanuithetministerievanVRO

enCRMwerdenbeperkter.Decrisisbrakaan.• Begin jaren ’80:stadsvernieuwingopeenkeerpunt: rehabilitatievan

historischebebouwingwasnietrendabelmeer.Debouwkostenstegen,maardesubsidiesniet.Derentekostenstegenindiejarensnel.Erwaseengroteachterstandopdegeplandeopgaveendebelangstellingvanparticulierenliepterug.Erwerdgezochtnaarnieuwemiddelenenmethodenomderehabilitatievandehistorischebinnenstadvoort tezetten.4.136

• 1983: oprichting van de Stichting Stadsherstel Kampen, die verant-woordelijkzoumoetenzijnvoordeaankoop,renovatieenexploitatievanhistorischepandenenhetontwikkelenvaneenvisieophetstads-

Enkele binnenstadsprojecten uit de periode 1945 - 2010 (FLX).

vernieuwingsproces.Degemeentestaaktedegeldenvoorderestaura-tievanmonumentalepanden.

• 1985: WetopdeStads-endorpsvernieuwingendecentralisatievanstadsvernieuwingsgelden.Voortgaandebezuinigingenopstadsvernieu-wingenbijdragenvanhetrijkendegemeentebijherstelenrenovatievanbinnenstedelijkepanden.

• 1998:bijdragenvanhetRijkvoorstadsvernieuwingenrestauratiegin-gen nog verder omlaag. Sterke bezuinigingen op stadsvernieuwingvolgden.

Groei en transformatie stadsplattegrond • 1947-48:uitbreidingsplaninonderdelen,heteerstebestemmingsplan

avantlalettre.• 1950: ruiming Israëlitische begraafplaats aan de eerste Ebbinge-

straat.• 1954:dempingvaneendeelvandeBovenhaven.• Jaren‘58:afbraakvandeChemischefabriekaandeoudeBuitenha-

ven.• Pasin1960kwamdeeerstegroteuitbreidingvandestadinhetzui-

Page 102: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

178

4 G E S C H I E D E N I S E N R U I M T E L I J K E O N T W I K K E L I N G V A N K A M P E N T O T 2 0 0 0

Flexus AWC

den tot stand.Degroeivandebevolkingwasnietdusdanigdatdeuitbreidingenineenhoogtempoontwikkeldwerden.Na1948ontstonddeHanzewijknabijBrunnepe.Aanheteindvandejaren‘50werdbe-gonnenmetdeaanlegvaneensoortdubbelstadopenigeafstandtenzuidwestenvandebinnenstad,deuitbreidingWest.Deeconomischeontwikkelingheeftconcentratievanindustriëlebedrijvigheidtotgevolg,tenkostevandeindebinnenstadgevestigdeambachtelijkebedrijven.In2007werdgeconstateerddater±280hectarebedrijventerreinbinnendegemeentelijkegrenzenaanwezigwas4.137

• Debovenstaandeuitbreidingen hadden hunweerslagopdeontslui-tingsstructuurvandestad;deverkeersrelatiesdiendengeintensiveerdteworden.Van1960-62werd tenbehoevevandebereikbaarheidvandeHanzewijkdeBuitenhavengedemptenderondwegIJsselkade-Oranjesingelaangelegd.IndezetijdkwamookdeuitbreidingWestmetdeaanlegvandeEuropa-alleegereed,zodatdebinnenstadnuviadeIJsselkademeteendrukkerondwegwerdontsloten.

Hetbesluittenzuidwestenvandestadeen‘dubbelstad’teontwikkelenheefteveneensgrotegevolgengehadvoordebinnenstad.Erontstonddebehoeftedebinnenstadvanuitdeflankbeterteontsluiten.Daar-toewerdenvrijkortnaelkaardeFlevowegendeJ.F.Kennedylaan,aansluitendopdeEuropa-alleeaangelegd(omstreeks1966).Beidenkwamenhaaksopdebinnenstadaanineengebied,waarhelemaalgeenloodrechtopdehoofdasvandebinnenstadgelegenverbindin-genaanwezigwaren.DestadsplannersmeendendatdeontsluitingentotdeIJsselkademoestenwordendoorgetrokken.BijdeFlevowegterhoogte vandeGroenestraat leiddedit tot veel sloop van historischstadsweefsel.Indejaren‘60en‘70ontstondzoveelweerstandtegenhetdoortrekkenvande routesdat in1975werdbeslotendedoor-braak van de Flevoweg te bëindigen nabij deGroenestraat en dedoorbraakJ.F.KennedylaanalopdeEbbingestraattelatenstoppen.Deongelukkigeen‘onaffe’situatierondhethuidigeMeeuwenpleiniseendirectgevolgvandetoenmaligedoorbraakplannen.

• 1960:reconstructievandeBurgel• 1962:aanlegvanderondwegIJsselkade• 1966: doorbraak ten behoeve van Flevoweg en aanleg J.F. Kenne-

Boven: het in de jaren zeventig en tachtig gerestaureerde Keizerskwartier (FLX).Onder: de sterke aantasting van de historische waarden van het kernwinkel-gebied, vooral vanaf de jaren tachtig van de 20ste eeuw.

Page 103: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

179

c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n v e n t a r i s a t i e e n w a a r d e n s t e l l i n g h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d k a m p e n

Flexus AWC

dylaaninhetnoordwestenvandebinnenstad• 1977: gemeentezagafvangroteverkeersdoorbraakterhoogtevan

deTuinsteeg.

Gebouwen en stedelijke artefacten in deze periode • 1955:tweedeuitbreidingvanMyosotis• 1955-1957:bouwvanhetMargarethagasthuisopplaatsvanprove-

niershuisjes.• 1955: bouw van de prinsesMargrietschool in het Noordelijk plant-

soen• 1970:sloopvanhetBovengasthuis• 1971: bouwvaneen nieuwkantoor vandeNutsspaarbankaande

Geerstraat.Grootschaligenweinigpassendzijnomgeving.• 1973-75:derdeuitbreiding/bouwvanverpleeghuisMyosotis.• 1975: openingvanhetnieuwepolitiebureauaandeNieuweEbbinge-

straat,eenrelatiefaangepastontwerp,maargrootschalig.• 1975: grootschalige appartementenbouw ter plaatse van het oude

hervormdRusthuis.• 1977:openingvanhetcomplexvandeTheologischeHogeschoolop

hetterreinvanhetvoormaligeCellezusterklooster.Derestantenvanhetkloostercomplexwerdensubtielopgenomeninhetcomplex.

• 1977: vestiging van de Hogeschool in de toen leegstaande Koorn-marktkazerneaandeKoornmarkt.

• 1977: nieuwbouwinhetBregittenkwartier,nadatgrotedelenvandebuurtwarengesloopt.Denieuwbouwwas inmaatenschaalaandeomgevingaangepast,maararchitectonischweinigverheffend.

• SigarenfabriekenLehmkuhl,VanderSluisenSmitenTenHoveverlietendestad.Grotemonumentalegebouwenkwamenleegtestaan.

• 1978:ChristelijkeAcademievoorBeeldendeKunstenvestigdezichinKampenbinnenstad.

• Andereleegstaandemonumentaleindustiegebouwenwerdengeschiktgemaakt voor onderwijsinstellingen, zoals de School voor Journalis-tiek.

• 1978Renovatie vanhet Indianacomplexaande IJsselkade,waarbijdelen van demiddeleeuwse stadsmuurwordenmeegenomen. Het is

eenvandemooistehergebruikprojectenvanKampen.• 1980: renovatievanhetVanDijksBoekhuiscomplexencompletesa-

neringvanhetdichtgeslibdebinnenterrein,waarbijhistorischeparcel-leringendeelshersteldwerden.

• Beginjaren’80:inrichtingvanhetcentraledeelvanhetMeeuwenpleintotparkeerterrein.

• 1982: omvormingvanOudestraatenPlantagetotautovrijpromena-degebied.

• 1983: renovatiedoorSSKvancomplexsigarenfabriekVanderSluisenbouwvanhetZeepziedershofalswoningbouwprojectineenmonu-mentaleomgeving.

• 1985: renovatieenherbestemmingvanLehmkuhl.• 1985: grootschaligerenovatiewerkzaamhedenaandeNieuweMarkt• 1985: renovatie en herbestemming van panden van de voormalige

NutsbedrijvenaandeKoornmarkt.• Tweedehelftjaren’80:geleidelijkebebouwingvanhetMeeuwenplein

endirecteomgevingmetgrootschaligedetailhandelenbanken.• 1986:bouwvanhetzeergrootschaligeMyosotisaandeBurgwal.De

subtiliteitwaarmeeeindjaren’70enbeginjaren’80werdingegrepeninhethistorischstadsweefselwerdhiermeeweerverlaten.

• 1986:sloopvandeoudeGasfabriekophetBolwerkenbouwvanhetPTT-gebouwopdieplaats.Dezebouwblijkteenvandeernstigsteaan-slagenophetbeschermdstadsgezichtsindsdeaanwijzing.

• 1986:sloopvangebouwConcordialangsdeIJsselkadeennieuwbouwvaneenslechtbijdekarakteristiekenvandebinnenstadpassendap-partementencomplex.

1986:vertrekvandeSocialeAcademienaarZwolleenvertrekvandeAcademievoorJournalistiek.

• 1984-2000:verscheidengroterestauratie-enrenovatieprojectenvanStichtingStadsherstelKampen,o.a.DeReeve,depandenopdehoekBurgwal-Prinsenstraatetc.

• 1990: sloop van de stadsherberg aan IJsselkade, inclusief een stukmiddeleeuwsestadsmuurennieuwbouwvaneenslechtbijdekarakte-ristiekenvandebinnenstadpassendappartementencomplex.

• 1990:beginvanhetproject‘Wonenbovenwinkels’,omleegstandbo-

Page 104: CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE EN …... · Om cultuurhistorie – in het verlengde van de doelstellingen van het MoMo – als continuüm in het ruimtelijk beleid een plaats te

180

4 G E S C H I E D E N I S E N R U I M T E L I J K E O N T W I K K E L I N G V A N K A M P E N T O T 2 0 0 0

Flexus AWC

vendewinkelsindeOudestraattegentegaan.• 1991: sloopvandeKokspandenaandeOudestraat,eenreeksver-

vallen, maar bouwhistorisch zeer waardevolle panden, ten behoevevandebouwvanC&A.

• 1994: besluit nieuwbouwvoorhet stadskantoor inhetGroeneHart,eenvanuitdecultuurhistorischewaardenvanditgebiedgezienkwa-lijkebeslissing.

• 1998:demiddeleeuwsestadsmuurkreegweereenrolindewaterke-ring.

• 2000:dreigendeafbraakvanhetoudeziekenhuiscomplex‘DeEnge-lenberg’isnaveleprotestenvandebaan.

• 1970-2010:sterkeaantastingvanhethistorischkaraktervanhetkern-winkelgebiedalsgevolgvaneenoverdaadvannietopdekwaliteitenarchitectuurvandehistorischepandenenmonumentenafgestemdewinkelpuienenreclame.

• In2010isKampeneengemeentemeteengroterijkdomaanmonumen-talegebouwen.IntotaalteltKampen537rijksmonumenten,demeesteinhethistorischecentrum.Zijstaatindetopvijftienvandegemeentenmetdemeesterijksmonumenten.

DaarbijteltKampen147gemeentelijkemonumenten.Bijzonderevoor-beeldenhiervanzijndetheologischeuniversiteitenenMyosotis.

NaastbeschermdeindividueleobjectenwordeninKampenookenkelehistorische stedenbouwkundige structuren beschermd. De historischebinnenstadvanKampenisin1975doorhetRijkaangewezenalsrijks-beschermdstadsgezicht.

TothetcultureelerfgoedvandegemeenteKampenbehoortookeen rijkbodemarchief.Hetmerendeelvanhetgemeentelijkegrondgebied

isgekarteerdmetbehulpvandeIndicatieveKaartvanArcheologischeWaarden(IKAW),waarbijdeplaatselijkearcheologischeverwachting

vooreenterreinwordtaangegeven.Eenduidelijkestatusbezittenderuim220aangewezenarcheologischemonumenten. HiertoebehoortdestadskernvanKampen.4.138

Kampen heeft ook aan de achterkant een rijk bouwhistorisch erfgoed, vaak nog ver-borgen, en soms zelfs door deskundigen nog onontdekt. Hier een laat-middeleeuws of 16de eeuws kruiskozijn (links), geheel intact, in een pand aan de Oudestraat. (FLX)