CRISISPLAN - In-pact · samenhang in kaart gebracht te worden, waarbij de informatiestromen...

27
CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO “X2011-2014 Deel II

Transcript of CRISISPLAN - In-pact · samenhang in kaart gebracht te worden, waarbij de informatiestromen...

CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO “X”

2011-2014

Deel II

1

Inhoudsopgave Voorwoord ......................................................................................................................................................... 2

Inleiding ............................................................................................................................................................. 3

Splitsing in twee delen .................................................................................................................................. 3

Doel Regionaal Crisisplan .............................................................................................................................. 4

Leeswijzer ...................................................................................................................................................... 4

Hoofdstuk 1: Uitgangspunten en keuzes ........................................................................................................... 6

Gehanteerde uitgangspunten ....................................................................................................................... 6

Planvorming afgerond .............................................................................................................................. 6

Generiek stuurproces ............................................................................................................................... 6

Netcentrisch werken ................................................................................................................................. 7

Overzicht samenhang ............................................................................................................................... 7

GRIP-fasen ................................................................................................................................................. 8

Toelichting op gemaakte keuzes ................................................................................................................... 8

Hoofdstuk 2: Hoofdproces en uitwerking ......................................................................................................... 9

Het hoofdproces: ‘Sturen Rampenbestrijding en crisisbeheersing’ ............................................................. 9

Toelichting ................................................................................................................................................ 9

Toepassing proces ‘Sturen Rampenbestrijding en crisisbeheersing’ in een aantal situaties. ................ 11

Proces (Bestrijding)strategie bepalen ......................................................................................................... 13

Specificatie relevante informatieproducten ........................................................................................... 16

Proces Aanpak bepalen ............................................................................................................................... 18

Specificatie relevante informatieproducten ........................................................................................... 20

Proces Werk verdelen ................................................................................................................................. 22

Specificatie relevante informatieproducten ........................................................................................... 24

Bijlage: Inhoud totaalbeeld ............................................................................................................................. 25

2

Voorwoord Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Vivamus libero leo, pellentesque ornare, adipiscing vitae, rhoncus commodo, nulla. Fusce quis ipsum. Nulla neque massa, feugiat sed, commodo in, adipiscing ut, est. In fermentum mattis ligula. Nulla ipsum. Vestibulum condimentum condimentum augue. Nunc purus risus, volutpat sagittis, lobortis at, dignissim sed, sapien. Fusce porttitor iaculis ante. Curabitur eu arcu. Morbi quam purus, tempor eget, ullamcorper feugiat, commodo ullamcorper, neque. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Vivamus libero leo, pellentesque ornare, adipiscing vitae, rhoncus commodo, nulla. Fusce quis ipsum. Nulla neque massa, feugiat sed, commodo in, adipiscing ut, est. In fermentum mattis ligula. Nulla ipsum. Vestibulum condimentum condimentum augue. Nunc purus risus, volutpat sagittis, lobortis at, dignissim sed, sapien. Fusce porttitor iaculis ante. Curabitur eu arcu. Morbi quam purus, tempor eget, ullamcorper feugiat, commodo ullamcorper, neque. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Vivamus libero leo, pellentesque ornare, adipiscing vitae, rhoncus commodo, nulla. Fusce quis ipsum. Nulla neque massa, feugiat sed, commodo in, adipiscing ut, est. In fermentum mattis ligula. Nulla ipsum. Vestibulum condimentum condimentum augue. Nunc purus risus, volutpat sagittis, lobortis at, dignissim sed, sapien. Fusce porttitor iaculis ante. Curabitur eu arcu. Morbi quam purus, tempor eget, ullamcorper feugiat, commodo ullamcorper, neque. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Vivamus libero leo, pellentesque ornare, adipiscing vitae, rhoncus commodo, nulla. Fusce quis ipsum. Nulla neque massa, feugiat sed, commodo in, adipiscing ut, est. In fermentum mattis ligula. Nulla ipsum. Vestibulum condimentum condimentum augue. Nunc purus risus, volutpat sagittis, lobortis at, dignissim sed, sapien. Fusce porttitor iaculis ante. Curabitur eu arcu. Morbi quam purus, tempor eget, ullamcorper feugiat, commodo ullamcorper, neque. Lorem ipsum dolor sit, Lorem ipsum dolor sit.

3

Inleiding Het instellen van de veiligheidsregio heeft tot doel: “…de brandweerzorg, de rampenbestrijding en de

crisisbeheersing, met behoud van lokale verankering bestuurlijk en operationeel op regionaal niveau te

integreren, teneinde een doelmatige en slagvaardige hulpverlening te verzekeren, mede op basis van een

gecoördineerde voorbereiding”. Analoog aan de Strategie Nationale Veiligheid heeft de werkwijze van

Veiligheidsregio”X” in de kern dus betrekking op de volgende vragen:

Wat bedreigt Veiligheidsregio “X” en hoe erg is dat?

Wat moet Veiligheidsregio “X” dan kunnen en wat hebben we daarvoor nodig?

Wie doet dan wat en wie informeert wie in Veiligheidsregio “X”?

Het bestuur van Veiligheidsregio “X” heeft voor het beantwoorden van de eerste twee vragen een

risicoprofiel en een beleidsplan vastgesteld. Het risicoprofiel geeft een overzicht van risicovolle situaties in

Veiligheidsregio “X” die tot een brand, ramp of crisis kunnen leiden. Het beleidsplan geeft - op basis van het

risicoprofiel - een beschrijving van de te behalen operationele prestaties van de diensten en organisaties

van Veiligheidsregio “X” in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Veiligheidsregio “X” dient ingevolgde de Wet veiligheidsregio’s daarnaast een regionaal crisisplan en - waar

voorgeschreven - ook een aantal rampenbestrijdingsplannen te maken. Een regionaal crisisplan omvat een

beschrijving van de organisatie, de verantwoordelijkheden, de taken en de bevoegdheden met betrekking

tot de maatregelen en voorzieningen inzake de rampenbestrijding en de crisisbeheersing. Tevens omvat het

de afspraken die zijn gemaakt met andere bij mogelijke rampen en crises betrokken partijen. Het regionaal

crisisplan heeft dan ook betrekking op de derde vraag: Wie doet wat en wie informeert wie in

Veiligheidsregio “X” bij rampenbestrijding en crisisbeheersing?

Rampenbestrijdingsplannen zijn een verfijning van het regionaal crisisplan en richten zich specifiek op bij

algemene maatregel van bestuur (Besluit Veiligheidsregio’s) bepaalde inrichtingen, bepaalde ramptypen en

luchtvaartterreinen.

Splitsing in twee delen Vanuit de regelgeving zijn er eisen geformuleerd ten aanzien van de elementen die in een regionaal

crisisplan opgenomen moeten worden en ten aanzien van de opleverdatum van het eerste crisisplan. De

aangegeven elementen betreffen vooral de opbouw en samenstelling van een functiestructuur en richt zich

daarmee vooral op wie wat doet. Dit is beschreven in deel I van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio

“X”.

Wie, wie informeert is hiermee nog niet duidelijk. Om ook dit element binnen het begrip ‘organiseren’

helder te krijgen, zijn de processen rondom crisisbeheersing en rampenbestrijding in hun onderlinge

samenhang in kaart gebracht te worden, waarbij de informatiestromen geïdentificeerd zijn.

Zowel deel I en deel II hebben als uitgangspunt het referentiekader regionaal crisisplan 2009, omdat dit

referentiekader een weerslag is van de ontwikkelingen van de inzichten op het terrein van de

rampenbestrijding en crisisbeheersing. Daarmee is het ook een doorontwikkeling van de gedachten zoals

die in de wetgeving zijn vastgelegd.

4

In dit deel II wordt de organisatie van de rampenbestrijding en crisisbeheersing beschreven op basis van de

uit te voeren werkzaamheden.

Doel Regionaal Crisisplan Deel II van het Regionaal Crisisplan (RCP) van Veiligheidsregio “X” heeft als doel het vastleggen van de

samenhang tussen de werkzaamheden, die uitgevoerd moeten worden bij besturing van de

rampenbestrijding en crisisbeheersing, inclusief de daarvoor benodigde informatie.

Het RCP is gebaseerd op de volgende documenten:

Wet veiligheidsregio’s (Wvr);

Besluit Veiligheidsregio’s1;

Besluit Personeel Veiligheidsregio’s;

Regeling Personeel Veiligheidsregio’s;

Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009 (rRCP);

Crisis en recht, Schema's bevoegdheden en verplichtingen tijdens crises (2008)

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing

Bestuurders en Netcentrisch Werken (0.5.1), TNO

Netcentrisch Werken bij Crisisbeheersing (Versie 5), crisisplein.nl

Werken met totaalbeeld in LCMS 1.4

Samenvatting workshops klankbordgroep project Doorontwikkeling LCMS, crisisplein.nl

Functionele specificaties LCMS definitief, crisisplein.nl

Start Architectuur LCMS 2.0, crisisplein.nl.

In dit deel II wordt de organisatie van de rampenbestrijding en crisisbeheersing beschreven op basis van de

uit te voeren besturende werkzaamheden.

Een veiligheidsregio heeft meer (kern)taken dan alleen het “organiseren van rampenbestrijding en

crisisbeheersing”. Aangezien die andere taken wel een relatie hebben met de in het crisisplan beschreven

taakuitvoering was het noodzakelijk dat die samenhang in kaart werd gebracht.

Uitgangspunt was daarbij dat de Veiligheidsregio “X” het ‘referentiemodel bedrijfsprocessen

veiligheidsregio’ (RBV-2011) heeft ontwikkeld, waarin de samenhang wordt geschetst tussen het besturen,

voorbereiden, uitvoeren, ondersteunen en verbeteren van haar kerntaken.

Leeswijzer Hierna treft u als eerste de uitgangspunten en keuzes aan, die gehanteerd zijn bij het opstellen van dit deel

van het RCP.

Vervolgens wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op het proces ‘Sturen Rampenbestrijding en crisisbeheersing’.

Na een korte beschrijving van het totale proces, wordt daarna per deelproces ingegaan op de te

beantwoorden kernvragen, de uit te voeren activiteiten en de gebruikte informatieproducten. In een tabel

wordt het vraagstuk wie informeert wie uitgewerkt. Een nadere specificatie van de op te leveren

informatieproducten zorgt voor zicht op wie doet wat.

1 Het Besluit Veiligheidsregio’s codificeert o.a. de Basisvereisten Crisismanagement, de decentrale normen benoemd

(LBCB, 2009).

5

Aan het einde van het document treft u tenslotte een bijlage aan met de inhoud van het ‘totaalbeeld’ dat

een cruciale rol speelt bij de uitvoering van de processen.

6

Hoofdstuk 1: Uitgangspunten en keuzes

Gehanteerde uitgangspunten

Planvorming afgerond

De beschrijving van de organisatie voor rampenbestrijding en crisisbeheersing is gebaseerd op de gedachte

dat de planvorming in de ‘koude’ fase plaatsvindt en voor alle mogelijke (risicovolle) situaties toepasbaar is.

De uitvoering van het plan in de ‘warme’ fase is daarmee de toepassing van het crisisplan in één specifiek

geval, waarbij afgeweken kan worden van de algemene regels om zo adequaat mogelijk te handelen in die

specifieke situatie.

Deze relatie kan ook getypeerd worden als het starten van een ‘project’ door de veiligheidsregio. Als

continue organisatie levert de veiligheidsregio veel diensten en producten. Eén daarvan is een Regionaal

Crisisplan voor de bestrijding / beheersing van crisistypen, tegen de achtergrond van het risicoprofiel en

beleidsplan.

Per crisis is dan de ‘projectorganisatie’ de structuur die opgezet wordt om het specifieke doel (bijv. hulp

verlenen bij ongeval met vliegtuig) te realiseren. Aangezien die ‘projectorganisatie’ gericht is op het

eenmalig realiseren van één doel, in een unieke situatie, in een beperkte tijd en met gebruikmaking van alle

benodigde, externe capaciteit voldoet het aan de voorwaarden die gesteld worden aan de definitie van een

project. Alleen de (hulp)organisaties die een bijdrage leveren aan het behalen van het doel worden

betrokken in de ‘projectorganisatie’. Dit selectief inzetten van hulporganisaties is ook de essentie van het

zogenaamde ‘multidisciplinaire knoppenmodel’: afhankelijk van de te behalen prestaties worden

uitvoerende processen geactiveerd en ontrolt zich een structuur voor het (integraal) besturen en

ondersteunen daarvan.

Uitgangspunt is geweest dat andere voorbereidingsmaatregelen al getroffen zijn. Het regionaal crisisprofiel

(met incidentscenario’s) is vertaald in een beleidsplan, crisisplan en -zo nodig- rampenbestrijdingsplannen.

Anders gezegd: uitgangspunt is dat de wettelijke vastgestelde werkwijze van Veiligheidsregio “X”

operationeel is.

Generiek stuurproces

De opvatting dat de betrokken (hulp)diensten en organisaties in tijden van rampen en crises over het

algemeen hun reguliere kerntaken uitvoeren in een opgeschaalde situatie is ook hier aangehouden. In die

zin ‘meer van hetzelfde’ in een dreigende, urgente en onzekere situatie. Om die reden focust het regionaal

crisisplan van Veiligheidsregio “X” zich op het sturen c.q. faciliteren van deze professionals in die situaties.

We gaan daarbij uit van drie niveaus van sturing: strategisch, tactisch en operationeel. Het RCP focust

daarom alleen op het stuurproces: leidinggeven en coördineren, waaronder begrepen informatie- en

resourcemanagement.

Het beschrijven van een generiek stuurproces is uitgangspunt geweest. Hiermee wordt bedoeld dat het

stuurproces in alle (opgeschaalde) situaties geldig moet zijn; strategisch, tactisch en operationeel sturen

komt in iedere opschalingsituatie voor. Bij de toedeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn

er uiteraard verschillen per opschalingsituatie; het proces blijft echter gelijk. Voorbeelden hiervan treft u

aan in hoofdstuk 2 onder ‘Toepassing proces Sturen rampenbestrijding en crisisbeheersing’.

7

Dit sturen richt zich vervolgens op de volgende uitvoerende en ondersteunende processen:

o Brandweerzorg

Brand- en Ongevalbestrijding

Waarschuwen bevolking

o Geneeskundige zorg

Acute Gezondheidszorg

Publieke Gezondheidszorg

o Politiezorg

Ordehandhaving

Opsporing

o Bevolkingszorg

Communicatie

Publieke zorg

Omgevingszorg

o Resourceproces

Personele voorzieningen (sturen) rampenbestrijding/crisisbeheersing

Facilitaire voorzieningen (sturen) rampenbestrijding/crisisbeheersing

o Informatieproces

Informatievoorzieningen (sturen) rampenbestrijding/crisisbeheersing

Netcentrisch werken

Uitgangspunt is ook dat het informatiemanagement proces is ingericht op basis van de principes van het

concept van Netcentrisch Werken. Dat houdt ook in dat de rollen van de diverse informatiemanagement-

functies zijn ingevuld, minimaal conform de Wet op de Veiligheidsregio’s. Dit betekent dat er steeds een

gedeeld, actueel en operationeel beeld is op basis waarvan er besloten kan worden of een proces al dan

niet opgestart dient te worden (informatie gestuurd optreden). Het actueel houden en delen van de

relevante informatie is een continue proces.

Overzicht samenhang

In de hiernaast opgenomen figuur is de relatie

tussen de diverse hierboven vermelde

onderdelen en daarmee samenhangende

uitgangspunten weergegeven.

Voorbereiding (planvorming)

Sturen Rampenbestrijding & crisisbeheersingAlarmering

Bra

nd

wee

rzo

rg

Gen

eesk

un

dig

e zo

rg

Po

litie

zorg

Bev

olk

ings

zorg

Ove

rige

sec

tore

n

Resource- & informatie-proces

8

GRIP-fasen

Bij het uitwerken van de vraag Wie informeert wie? is ervoor gekozen om een koppeling te maken naar de

GRIP-fasen als aanduiding van de mate van de op dat moment aanwezige complexiteit. Producten worden

vaak per complexiteitfase door andere actoren gemaakt en afgenomen, wat weergegeven wordt aan de

hand van de vier GRIP-fasen. Hiermee wordt ook de herkenbaarheid naar de dagelijkse praktijk vergroot.

N.B.: Het gaat bij het gebruik van GRIP hier om de opschalingfase en niet om de opschalingprocedure. Per

fase wisselen de partijen en actoren die betrokken zijn bij de besluitvorming in het kader van het leveren

van een bijdrage aan de te behalen prestatie.

Door alleen een koppeling te maken met de fase en niet zozeer met de procedure kan dus ook het

knoppenmodel gebruikt worden voor de vulling van teams.

Toelichting op gemaakte keuzes De systematiek van beeldvormen, oordeelvormen en besluitvormen (BOB) is gehanteerd, omdat

deze aansluit bij andere ontwikkelingen binnen het domein rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Met de termen beeldvormen, oordeelvormen en besluitvormen worden in de praktijk vaak

vergadermomenten aangeduid. In dit document gaat het niet om de vorm (vergaderen) maar wel

om de functie van deze werkwoorden. In die zin hoeft bijvoorbeeld ‘beeldvorming’ niet (geheel) in

een bijeenkomst plaats te vinden.

In combinatie met netcentrisch werken (een altijd actueel totaalbeeld) kan iedere betrokkene

geïnformeerd zijn, waarbij in een vergadering in de beeldvormingfase dan nog slechts vastgesteld

hoeft te worden of men ook eenzelfde interpretatie heeft van de situatie. Daarmee komt er meer

tijd en ruimte voor oordeelsvorming, hetgeen kan leiden tot efficiëntere en effectievere

besluitvorming.

Bij het opstellen van productbeschrijvingen is gebruikt gemaakt van (delen van) het 5-

paragrafenmodel gehanteerd, aangezien dat inmiddels een ‘best practice’ is geworden in het

domein ‘veiligheid’. Een beschrijving van de achtergrond van dit model en de gekozen indeling is als

bijlage opgenomen in het document ‘Procesmodel Sturen Rampenbestrijding en crisisbeheersing’.

Binnen ' Crisis en recht, Schema's bevoegdheden en verplichtingen tijdens crises' worden veel

informatieproducten aangeduid, in de vorm van aanwijzingen, voorzieningen en bevelen. Het

informatieproduct ‘Verzoek/aanwijzingen/voorzieningen’ is in dit document niet nader

gespecificeerd vanwege de grote diversiteit en het gegeven dat dit binnen het hiervoor genoemde

document ‘Crisis en recht’ al is afgehandeld.

In de schematische weergave van de processen is bij de

verwijzingen middels kleuren aangegeven naar welke

soort processen verwezen wordt. De betekenis van deze

kleuren is hiernaast aangegeven.

Multidisciplinair stuurproces

Procesdomein Referentiemodel

Bedrijfsprocessen Veiligheidsregio

Proces in warme fase

Externe verwijzing

9

Hoofdstuk 2: Hoofdproces en uitwerking Zoals in de inleiding al toegelicht, wordt het RCP in twee delen gesplitst. Dit deel bevat het element Wie,

wie informeert .Om dit element binnen het begrip ‘organiseren’ helder te krijgen, zijn de processen rondom

( de sturing van de) crisisbeheersing en rampenbestrijding in hun onderlinge samenhang in kaart gebracht,

waarbij tevens de informatiestromen geïdentificeerd zijn.

Tegen de achtergrond van de hierboven beschreven uitgangspunten is deel II als volgt opgebouwd:

Schematische weergave van het hoofdproces (het ‘schema’);

Beschrijving van elk subproces, inclusief de benodigde informatiestroom;

Rollen binnen elk subproces en waar nodig afhankelijk van de GRIP-status. Een en ander gebaseerd op

het Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009;

Het hoofdproces: ‘Sturen Rampenbestrijding en crisisbeheersing’ Onderstaand schema geeft in essentie het stuurproces weer dat in alle multidisciplinaire

rampenbestrijdings- en crisisbeheersingssituaties toegepast wordt. In het vervolg van dit document wordt

dit schema als kapstok gebruikt voor de bespreking van de diverse onderdelen.

Een uitgebreider schema is opgenomen in het document ‘Procesmodel Sturen Rampenbestrijding &

crisisbeheersing’.

Toelichting

Zoals bij inleiding al geschetst werd wordt dit proces uitgevoerd in opgeschaalde situaties. Het start dan

ook met de alarmering. Op basis van een vergelijking van de actuele situatie, onder meer op basis van het

beschikbare totaalbeeld, met eerder ontworpen plannen en scenario’s wordt in het proces

(Bestrijdings)

strategie

bepalen

Aanpak

bepalen

WERK

VERDELEN

Besluit

bestrijdingsstrategie

Inzetplan

Strategieadvies

(Plannen)

Totaalbeeld

Voortgangsinformatie

Inzetadvies

Voortgangsinformatie

Totaalbeeld:

Afwijkingsinformatie

Inzetopdracht

Alarmering

10

‘(bestrijdings)strategie bepalen’ beoordeeld in hoeverre er afwijkingen nodig zijn op de eerdere

planvorming. Hieruit vloeit een (nieuwe) strategie voort, waarin aangegeven wordt wat er bereikt moet

worden (te realiseren prestaties) en wat daarbij de beleids- en tolerantiegrenzen zijn.

In het proces “Aanpak bepalen” wordt onderzocht hoe deze strategie het beste multidisciplinair uitgevoerd

kan worden. De hieruit voortvloeiende keuze leidt tot een multidisciplinair inzetplan, waarin beschikbare

capaciteit(en)2 – in samenhang – worden gekoppeld aan te realiseren resultaten.

Het inzetplan wordt in het proces ‘Werk verdelen’ vertaald in concrete inzetopdrachten naar de

uitvoerende en ondersteunende processen, die uitgevoerd worden door de betrokken taakorganisaties /

CoPI’s. Daarnaast wordt in dit proces de voortgang van de uitvoering en ondersteuning bewaakt.

Het proces kent twee soorten terugkoppelconstructies. Allereerst is er de terugkoppeling met een

informerend karakter, waarin de voortgang gecommuniceerd wordt. Deze maakt onderdeel uit van het

totaalbeeld. Bij het ontwerp van het proces zijn hiervoor dan ook geen afzonderlijke informatieproducten

gedefinieerd.

Andere terugkoppelingen zijn wel als informatieproduct opgenomen, omdat deze een wezenlijk onderdeel

van de stuurcyclus uitmaken (‘Strategieadvies’ en ‘Inzetadvies’). Ook de ‘afwijkingsinformatie’ wordt

beschouwd als een sturende terugkoppeling. Deze afwijkingsinformatie vanuit de uitvoerende processen -

en het eventueel signaleren van trends vanuit het ondersteunende proces 'informatiemanagement' - maakt

deel uit van het totaalbeeld; de voor de besturing benodigde informatie is in dit deel wel gespecificeerd,

omdat op basis hiervan nieuwe besluiten (kunnen) worden genomen.

2 Onder capaciteit wordt hier verstaan: de personele, facilitaire en informatievoorzieningen.

11

Toepassing proces ‘Sturen Rampenbestrijding en crisisbeheersing’ in een aantal situaties.

Om het generieke karakter van het proces te illustreren zijn hieronder drie scenario’s geschetst van

toepassing van het proces in een drietal (abstracte) situaties.

Scenario ‘brongebied’

Bestrijdingsstrategie bepalen Een leider CoPI wordt door de calamiteitencoördinator van de meldkamer gealarmeerd, waarbij hij de eerste informatie krijgt over het incident. Aangekomen op de plaats van het incident vormt hij zich verder een beeld door waar te nemen ( kijken, ruiken, voelen) en door te luisteren naar de al aanwezige hulpverleners. Vanuit zijn opleiding en ervaring kent hij de geplande bestrijdingsstrategieën voor het incidenttype en hij toetst of deze zonder aanpassing uitgevoerd kunnen worden. Zo nodig past hij – in overleg met de overige CoPI-leden - de standaardstrategie aan om de feitelijke situatie zo effectief mogelijk te managen.

Aanpak bepalen en Werk verdelen Vervolgens bedenkt hij met zijn team een plan om de strategie uit te voeren en worden de taken verdeeld over de diverse disciplines door het geven van inzetopdrachten.

Scenario ‘bron- en effectgebied’

Bestrijdingsstrategie bepalen Een leider van een Regionaal Operationeel Team wordt door de meldkamer gealarmeerd, waarbij hij de eerste informatie krijgt over het incident. Aangekomen in het crisiscentrum raadpleegt hij LCMS en wordt verder geïnformeerd door de al aanwezige ROT-leden. Een verdere afstemming met de leider CoPI zorgt voor verdere invulling van het beeld over het incident. In het door de informatiemanager van het ROT aangeleverde totaalbeeld worden vervolgens alle aspecten, voor zowel het bron- als effectgebied, overzichtelijk gepresenteerd. Op basis van de aanwezige plannen wordt door het ROT een bestrijdingsstrategie opgebouwd, waarbij in dit geval het effectgebied enige bijzondere omstandigheden kent. Daarom wordt de standaardstrategie aangepast.

Aanpak bepalen Om de ontwikkelde strategie te kunnen realiseren wordt door het ROT een plan ontwikkeld. Aangezien de bronbestrijding voorspoedig lijkt te verlopen spitst dit zich vooral toe op maatregelen in het effectgebied. Daarbij is er sprake van nogal wat onderlinge afhankelijkheden tussen de processen Bevolkingszorg, Politiezorg en Geneeskundige zorg.

Werk verdelen Nadat het inzetplan rond is wordt dit door de stafsecties vertaald naar opdrachten voor de onderscheiden hulpverleningsorganisaties. Ook door het CoPI worden aanvullende opdrachten uitgezet.

(Bestrijdings)

strategie

bepalen

Aanpak

bepalen

WERK

VERDELEN

Besluit

bestrijdingsstrategie

Inzetplan

Strategieadvies

(Plannen)

Totaalbeeld

Voortgangsinformatie

Inzetadvies

Voortgangsinformatie

Totaalbeeld:

Afwijkingsinformatie

Inzetopdracht

AlarmeringCoPI

(Bestrijdings)

strategie

bepalen

Aanpak

bepalen

WERK

VERDELEN

Besluit

bestrijdingsstrategie

Inzetplan

Strategieadvies

(Plannen)

Totaalbeeld

Voortgangsinformatie

Inzetadvies

Voortgangsinformatie

Totaalbeeld:

Afwijkingsinformatie

Inzetopdracht

Alarmering

CoPI /

Taakorg.

ROT

12

Scenario ‘effectgebied’

Bestrijdingsstrategie bepalen De verdere uitbreiding van een crisis vraagt om opschaling naar GRIP 4. Na de alarmering van het RBT wordt dit collectief geïnformeerd over de laatste ontwikkelingen en de opbouw van de crisis tot nog toe, de genomen maatregelen en de effecten daarvan. Er is in het verleden een strategie voor dit soort crises bedacht, maar door de bijzondere omstandigheden kan deze niet zonder meer uitgevoerd worden. Op advies van de rijksheer wordt de strategie aangepast en gecommuniceerd naar het ROT.

Aanpak bepalen Op basis van de nieuwe strategie gaat het ROT haar tot dan toe gevolgde aanpak wijzigen. Er wordt besloten om ruimere grenzen voor het effectgebied aan te gaan houden, wat direct gevolgen heeft voor de benodigde capaciteit voor afzetting, toezicht en bestrijding.

Werk verdelen Op basis van het gewijzigde inzetplan worden door de stafsecties aanvullende inzetopdrachten uitgezet bij de betrokken hulpverlenende instanties.

(Bestrijdings)

strategie

bepalen

Aanpak

bepalen

WERK

VERDELEN

Besluit

bestrijdingsstrategie

Inzetplan

Strategieadvies

(Plannen)

Totaalbeeld

Voortgangsinformatie

Inzetadvies

Voortgangsinformatie

Totaalbeeld:

Afwijkingsinformatie

Inzetopdracht

Alarmering

Taakorg.

ROT

GBT/

RBT

13

Proces (Bestrijding)strategie bepalen

Kernvragen

Wat is er aan de hand? Wat hebben we daar eerder voor bedacht? Welke aanpassingen op die plannen moeten we maken? Wat moet er bereikt worden?

Procesbeschrijving

Processen Beeldvormen en Oordeelvormen

Beeldvormen De eerste stap in het proces is het eigen maken van de (gewijzigde) situatie: beeldvorming. Dat gebeurt in eerste instantie door iedere betrokkene persoonlijk op basis van de aangereikte informatie in de alarmeringsboodschap, de informatie die via netcentrisch werken beschikbaar is gekomen, eigen waarneming(en) en het geïnformeerd worden door collega’s. In een multidisciplinaire vergadering wordt vervolgens getoetst of ieder eenzelfde perceptie heeft van de actuele situatie. Oordeelvormen Een vergelijking van de actuele toestand met voor soortgelijke situaties ontwikkelde plannen en scenario’s, in combinatie met een inschatting van benodigde en beschikbare capaciteiten, levert zicht op mogelijke strategieën die aangewend kunnen worden.

Ondersteunen Beeldvormen

Alarmerings-

boodschap

Oordeelvormen

Verzoek om

bijstand

Besluit

bestrijding-

strategieAanpak bepalen

(Plannen)

Besluit

bestrijding-

strategie

Uitkomst

bijstandverzoek

Besturen /

Voorbereiden

“Minister van

Veiligheid &

Justitie”

Besluitvormen

Totaalbeeld

Strategie-adviesAanpak bepalen

“Ketenpartners”

Verzoek/

aanwijzingen/

voorzieningen“Ketenpartners”

“Minister van

Veiligheid &

Justitie”

Verzoek /

aanwijzingen/

voorzieningen

Totaalbeeld:

Incident-

beschrijvingUitvoeren

Informatieproces

“Ketenpartners”

14

Bij deze twee processen worden de onderstaande inkomende informatieproducten – zo nodig – gebruikt.

Inkomende informatieproducten

Alarmeringsboodschap Bij een eerste opschaling tot een multidisciplinair niveau is dit de ‘trigger’ die het proces in werking stelt. Totaalbeeld Geeft inzicht in de actuele situatie die bestreden c.q. beheerst moet worden (inclusief voortgangsinformatie). Plannen Het regionaal beleidsplan, de risicoprofielen, incidentscenario’s en rampenbestrijdingsplannen leveren informatie aan voor mogelijke strategieën. De afgesloten convenanten met partners en de eigen organisatieplannen voorzien in de informatiebehoefte rondom capaciteitstoedeling. Strategieadvies Op basis van gewijzigde omstandigheden kan vanuit de crisisorganisatie het advies komen om de strategie aan te passen. Besluit bestrijdingstrategie De strategieën van ketenpartners (bijvoorbeeld naburige Veiligheidsregio) kan van invloed zijn op de te maken keuzes. Verzoek/aanwijzing/voorzieningen Ook voor deze informatieproducten geldt dat ze de besluitvorming kunnen beïnvloeden en dat ze daarom dus als inkomende informatie in het proces nodig zijn.

Proces Besluitvormen

Besluitvormen In onderling overleg wordt een strategie vastgesteld, waarin aangegeven wordt wat er bereikt moet worden, inclusief de daarvoor geldende (beleids)kaders. Tenslotte wordt deze strategie gecommuniceerd. Zo nodig wordt tevens actie ondernomen om aanvullende capaciteiten te verwerven. Dit proces levert – in maximale vorm - de volgende informatieproducten op.

Uitgaande informatieproducten

Besluit bestrijdingstrategie Dit product is het middel, waarmee de gekozen strategie gecommuniceerd wordt naar het klantproces ‘Aanpak bepalen’. Verzoek om bijstand Als de eigen capaciteiten onvoldoende beschikbaar zijn wordt er middels dit product bijstand aangevraagd. Verzoek/aanwijzing/voorziening Overige verzoeken, aanwijzingen of voorzieningen richting ketenpartners kunnen nodig zijn bij de bestrijding van een ramp of de beheersing van een crisis.

15

Wie informeert wie

In onderstaande tabel wordt zichtbaar welke actoren de uitgaande informatieproducten maken c.q. ontvangen. Waar relevant is een koppeling gelegd met de GRIP-fase.

GRIP-fase

Gebied Van Naar

Besluit Bestrijdingstrategie

1 Bron Leider (coördinerend) CoPI Leden CoPI

1 Effect CaCo Uitvoerende eenheden

2 Bron Operationeel leider (ROT) Leider (coördinerend) CoPI

2 Effect Operationeel leider (ROT) Leden ROT

3 Voorzitter GBT Operationeel leider (ROT)

4 Voorzitter RBT Operationeel leider (ROT)

Verzoek om bijstand

Alge-meen

Voorzitter Veiligheidsregio Minister van Veiligheid & Justitie

Justi-tieel

Hoofdofficier van Justitie Minister van Veiligheid & Justitie

Verzoek/aanwijzing/voorziening

Voorzitter GBT Ketenpartners

Voorzitter RBT Ketenpartners

16

Specificatie relevante informatieproducten

Besluit bestrijdingstrategie

Doel:

Bereiken dat bekend wordt wat er bereikt moet worden bij de beheersing van de crisis c.q. de bestrijding van de ramp (te realiseren prestaties) en welke beleid- en tolerantiegrenzen daarbij in acht moeten worden genomen.

Minimale inhoud: 1. Toestand (omgevingsinformatie, condities)

1.1. Totaalbeeld: incidentbeschrijving 1.2. Risicoprofiel incidentscenario:

1.2.1. Waarschijnlijkheid 1.2.2. Impact

2. Doel

2.1. Beleiduitgangspunten (uit beleidsplan) 2.2. Afspraken bestuurlijke ketenpartners 2.3. Verzoek/aanwijzingen/voorzieningen

3. Maatregelen

3.1. Te behalen bestuurlijke en operationele prestaties (in incident-/herstelfase) 3.2. Te hanteren beleiduitgangspunten (o.a. risico's voor hulpverleners) 3.3. Te hanteren tolerantiegrenzen 3.4. Bestuurlijke condities: toepassing (nood)bevoegdheden 3.5. Toelichting / onderbouwing

4. Ondersteuning

4.1. Bereikbare en beschikbare - personele voorzieningen - facilitaire voorzieningen - mate van bijstand

17

Verzoek om bijstand

Doel:

Bereiken dat de behoefte aan ondersteunende capaciteit bekend wordt.

Minimale inhoud:

1. Toestand 1.1. Samenvatting actuele situatie (Totaalbeeld: incidentbeschrijving) 1.2. Verwachte ontwikkeling situatie

2. Doel

2.1. Bijstandafspraken/-regelingen operationaliseren

3. Maatregelen 3.1. Behoefte aan bijzondere (uitvoerende) capaciteiten: eisen in termen van te realiseren prestaties.

4. Ondersteuning

4.1. Personele voorzieningen 4.1.1. Dienstroosters 4.1.2. Opvang en briefing 4.1.3. Nazorg 4.1.4. Alarmering (op- en afschalen)

4.2. Facilitaire voorzieningen 4.2.1. Huisvesting

4.2.1.1. Locatie aansturingniveaus 4.2.1.2. Opkomstlocaties

4.2.2. Middelen 4.2.2.1. Uitrusting en kleding 4.2.2.2. Catering 4.2.2.3. Materieel en vervoersdiensten 4.2.2.4. Communicatiemiddelen (C2000)

4.2.3. ICT 4.2.3.1. Crisismanagementsysteem (LCMS)

4.2.4. Financiën 4.2.4.1. Kosten maatregelen en voorzieningen 4.2.4.2. Verrekening van kosten

5. Organisatieaspecten

5.1. Organisatiestructuur 5.1.1. Organogram 5.1.2. Functiestructuur leiding & coördinatie

5.2. Verbindingsschema

Opmerking: Bij dit informatieproduct is afgeweken van de regel dat alleen de minimale inhoud ('need to know') vermeld mag worden. Vanwege de mogelijke relevantie in bepaalde ramp- of crisissituaties is er voor gekozen om alle onderwerpen die van belang kunnen zijn op te sommen.

18

Proces Aanpak bepalen

Kernvragen

Waar wijkt de strategie af van de (eerdere) plannen? Welke capaciteiten staan ter beschikking? Met welke samenhangende aanpak kan de strategie het beste gerealiseerd worden?

Procesbeschrijving

Processen Beeldvormen en Oordeelvormen

Beeldvormen Op basis van de gecommuniceerde bestrijdingstrategie wordt bekeken waar deze afwijkt van:

de geplande (en geoefende) strategieën op basis van het crisisplan en eventuele rampenbestrijdingsplannen.

de voorgaande versie (bij herijking van de strategie). In eerste instantie zal dit gebeuren vanuit ieders eigen verantwoordelijkheid, waarna in een multidisciplinair overleg een nieuw gezamenlijk beeld van de situatie wordt gevormd. Oordeelvormen De vraag hoe de gewenste resultaten bereikt kunnen worden met behulp van de beschikbare (en op korte termijn beschikbaar komende) capaciteit en binnen de gegeven kaders staat nu centraal. Meerdere aanpakken c.q. varianten op een aanpak worden ontwikkeld. Bij deze twee processen worden de onderstaande inkomende informatieproducten – zo nodig – gebruikt.

(Bestrijdings)

strategie bepalenBeeldvormen

Besluit

bestrijding-

strategie

Oordeelvormen

InzetplanWerk verdelen

(Plannen)

Totaalbeeld

Besturen /

Voorbereiden

Informatieproces

Besluitvormen

InzetadviesWerk verdelen

Strategie-

advies (Bestrijdings)

strategie bepalen

19

Inkomende informatieproducten

Besluit bestrijdingstrategie De te behalen prestaties en daarbij te hanteren uitgangspunten en grenzen vormen de kern van dit product, op basis waarvan een aanpak bepaalt moet worden. Totaalbeeld Geeft inzicht in de actuele situatie waarvoor een aanpak ontwikkeld moet worden (inclusief voortgangsinformatie). Plannen Het regionaal beleidsplan, de risicoprofielen, incidentscenario’s en rampenbestrijdingsplannen bevatten ingrediënten voor mogelijke aanpakken. De afgesloten convenanten met partners en de eigen organisatieplannen voorzien in de informatiebehoefte rondom capaciteitstoedeling, inclusief benodigde detailinformatie (alarmering, roosters, etc.). Inzetadvies Op basis van gewijzigde omstandigheden kan vanuit de crisisorganisatie het advies komen om de aanpak op een bepaalde manier aan te passen.

Proces Besluitvormen

Besluitvormen De aanpak, die het beste voldoet, wordt gekozen en gecommuniceerd middels een inzetplan. Dit proces levert – in maximale vorm - de volgende informatieproducten op.

Uitgaande informatieproducten

Inzetplan Dit product is het middel, waarmee de gekozen aanpak gecommuniceerd wordt naar het klantproces ‘Werk verdelen’. Strategieadvies Als de strategie niet haalbaar lijkt door bijvoorbeeld capaciteitproblemen of gewijzigde omgevingsomstandigheden kan een advies uitgebracht worden om de strategie aan te passen.

Wie informeert wie

In onderstaande tabel wordt zichtbaar welke actoren de uitgaande informatieproducten maken c.q. ontvangen. Er is een koppeling gelegd met de GRIP-fasering.

GRIP-fase

Gebied Van Naar

Inzetplan

1 Bron Leider(coördinerend) CoPI Leden CoPI

2,3,4 Bron Leider (coördinerend) CoPI – na goedkeuring door Operationeel leider (ROT)

Leden CoPI

2,3,4 Effect Operationeel leider (ROT) Hoofden taakorganisatie

Strategieadvies

1 Bron Leden CoPI Leider(coördinerend) CoPI

2 Bron Leider(coördinerend) CoPI Operationeel leider (ROT)

2 Effect Hoofd taakorganisatie Operationeel leider (ROT)

3 Operationeel leider (ROT) Voorzitter GBT

4 Operationeel leider (ROT) Voorzitter RBT

20

Specificatie relevante informatieproducten

Inzetplan

Doel: Bereiken dat bekend wordt hoe de (bestrijdings)strategie integraal gerealiseerd moet worden, inclusief de door betrokken partijen in te zetten capaciteiten. Minimale inhoud: 1. Toestand (omgevingsinformatie, condities)

1.1. Totaalbeeld: incidentbeschrijving 1.2. Risicoprofiel incidentscenario:

1.2.1. Waarschijnlijkheid 1.2.2. Impact 1.2.3. Beïnvloedingsmogelijkheden

2. Doel (bestrijdingstrategie) 2.1. Te behalen operationele prestaties (in incident-/herstelfase) 2.2. Te hanteren beleiduitgangspunten 2.3. Te hanteren tolerantiegrenzen 2.4. Bestuurlijke condities: toepassing (nood)bevoegdheden 2.5. Toelichting / onderbouwing 2.6. Bereikbare en beschikbare personele en facilitaire voorzieningen, mate van bijstand 2.7. Wijzigingen t.o.v. eerdere versie bestrijdingstrategie

3. Maatregelen

3.1. Maatregelen en voorzieningen 3.1.1. Brandweerzorg 3.1.2. Geneeskundige zorg 3.1.3. Bevolkingszorg 3.1.4. Politiezorg 3.1.5. Overige sectoren

4. Ondersteuning

4.1. Personele voorzieningen 4.1.1. Dienstroosters 4.1.2. Opvang en briefing 4.1.3. Nazorg 4.1.4. Alarmering (op- en afschalen)

4.2. Facilitaire voorzieningen 4.2.1. Huisvesting

4.2.1.1. Locatie aansturingniveaus 4.2.1.2. Opkomstlocaties

4.2.2. Middelen 4.2.2.1. Uitrusting en kleding 4.2.2.2. Catering 4.2.2.3. Materieel en vervoersdiensten 4.2.2.4. Communicatiemiddelen (C2000)

4.2.3. ICT 4.2.3.1. Crisismanagementsysteem (LCMS)

4.2.4. Financiën 4.2.4.1. Kosten maatregelen en voorzieningen 4.2.4.2. Verrekening van kosten

5. Organisatieaspecten

21

5.1. Organisatiestructuur 5.1.1. Organogram 5.1.2. Functiestructuur leiding & coördinatie

5.2. Verbindingsschema Opmerking: Bij dit informatieproduct is afgeweken van de regel dat alleen de minimale inhoud ('need to know') vermeld mag worden. Vanwege de mogelijke relevantie in bepaalde ramp- of crisissituaties is er voor gekozen om alle onderwerpen die van belang kunnen zijn op te sommen.

Strategieadvies

Doel: Bereiken dat informatie die nodig is om een strategie te (her)overwegen bekend wordt. Minimale inhoud: 1. Toestand (omgevingsinformatie, condities)

1.1. Totaalbeeld: incidentbeschrijving 1.2. Wijzigende / gewijzigde omstandigheden

2. Doel: Geldende bestrijdingstrategie

2.1. Beleiduitgangspunten 2.2. Tolerantiegrenzen 2.3. Bestuurlijke condities: toepassing (nood)bevoegdheden 2.4. Toelichting / onderbouwing

3. Maatregelen

3.1. Reden waarom aan te bevelen is om de gekozen strategie en/of beleid- & tolerantiegrenzen aan te passen. 3.2. Voorstel voor aanpassingen strategie en/of beleid- & tolerantiegrenzen.

22

Proces Werk verdelen

Kernvragen

Welke maatregelen moeten uitgevoerd worden om het gewenste resultaat te bereiken? Wat is de onderlinge afhankelijkheid/samenhang tussen de hulpdiensten? Welke opdracht(en) geven we? Hoe ver zijn we gevorderd met de uitvoering?

Procesbeschrijving

Processen Beeldvormen en Oordeelvormen

Beeldvormen Op basis van het gecommuniceerde inzetplan wordt bekeken waar dit afwijkt van:

de geplande (en geoefende) inzetplannen op basis van het crisisplan en eventuele rampenbestrijdingsplannen.

de voorgaande versie (bij herijking van het inzetplan). In eerste instantie zal dit gebeuren vanuit ieders eigen verantwoordelijkheid, waarna in een multidisciplinair overleg een nieuw gezamenlijk beeld van de situatie wordt gevormd. Oordeelvormen In samenhang (multidisciplinair) bepalen welke maatregelen door welke taakorganisatie uitgevoerd zouden moeten worden om het gewenste resultaat te bereiken. Daarbij kunnen ‘beste oplossingen’ vanuit één discipline negatieve gevolgen hebben voor andere disciplines. Hier wordt dan ook gezocht naar een voor het collectief optimale set maatregelen. Daarnaast wordt de voortgang bewaakt en worden zo nodig aanvullende maatregelen bepaald.

Aanpak bepalen BeeldvormenInzetplan

Oordeelvormen

Inzetopdracht

Totaalbeeld:

Afwijkings-

informatie

Totaalbeeld

Uitvoeren

Besluitvormen

Informatieproces

Uitvoeren

Resourceproces

InzetadviesAanpak bepalen

Resourceproces

Informatieproces

Informatieproces

23

Bij deze twee processen worden de onderstaande inkomende informatieproducten – zo nodig – gebruikt.

Inkomende informatieproducten

Inzetplan Op basis van de te behalen prestaties en daarbij te hanteren kaders (de strategie) geeft dit product weer welk (inhoudelijk) plan er gevolgd moet worden en welke capaciteiten daarvoor beschikbaar zijn. Totaalbeeld Geeft inzicht in de actuele situatie van de bestrijding/beheersing. Daarnaast bevat dit de voortgangsinformatie vanuit de diverse uitvoerende en ondersteunende onderdelen van de crisisorganisatie. Afwijkingsinformatie Vanuit de crisisorganisatie (zowel uitvoerende als ondersteunende onderdelen) kan aangegeven worden waarom een opdracht niet (helemaal) uitgevoerd kan worden c.q. waarom prestaties niet gehaald kunnen worden. Daarbij wordt aangegeven welke aanpassingen er nodig zijn.

Proces Besluitvormen

Besluitvormen De ontwikkelde set maatregelen wordt vertaald in inzetopdrachten en naar de taakorganisaties gecommuniceerd. Dit proces levert – in maximale vorm - de volgende informatieproducten op.

Uitgaande informatieproducten

Inzetopdracht Via dit product wordt de uitvoering van maatregelen bij de diverse hulpdiensten aangestuurd. Inzetadvies Als het inzetplan niet (meer) haalbaar lijkt door bijvoorbeeld capaciteitproblemen of gewijzigde omgevingsomstandigheden kan een advies uitgebracht worden om het inzetplan aan te passen.

Wie informeert wie

In onderstaande tabel wordt zichtbaar welke actoren de uitgaande informatieproducten maken c.q. ontvangen. Er is een koppeling gelegd met de GRIP-fasering.

GRIP-status

Gebied Van Naar

Inzetopdracht

1 Leden CoPI Uitvoerende & ondersteunende eenheden

2,3,4 Bron Leider (coördinerend) CoPI Uitvoerende & ondersteunende eenheden

2,3,4 Effect Hoofd taakorganisatie Uitvoerende & ondersteunende eenheden

Inzetadvies

1 Bron Leden CoPI Leider(coördinerend) CoPI

2,3,4 Bron Leider(coördinerend) CoPI Operationeel leider (ROT)

2,3,4 Effect Hoofd taakorganisatie Operationeel leider (ROT)

24

Specificatie relevante informatieproducten

Inzetopdracht

Doel: Bereiken dat het werk kan worden uitgevoerd. Minimale inhoud: 1. Toestand (omgevingsinformatie, condities)

1.1. Totaalbeeld: incidentbeschrijving 1.2. Context ten behoeve van specifieke uitvoering

2. Doel (bestrijdingstrategie)

2.1. Beleiduitgangspunten 2.2. Tolerantiegrenzen 2.3. Bestuurlijke condities: toepassing (nood)bevoegdheden 2.4. Toelichting / onderbouwing 2.5. Wijzigingen t.o.v. eerdere inzetopdracht

3. Maatregelen Te realiseren prestatie / uit te voeren maatregelen

Opmerking:

Dit informatieproduct is niet tot in detail uitgewerkt op het onderdeel 'Maatregelen'. De keuze om dit al dan niet te

doen wordt overgelaten aan de kolommen, onder meer op basis van het aanwezig geachte vakmanschap binnen de

kolom.

Inzetadvies

Doel: Bereiken dat informatie die nodig is om een inzet te (her)overwegen bekend wordt. Minimale inhoud: 1. Toestand (omgevingsinformatie, condities)

1.1. Totaalbeeld: incidentbeschrijving 1.2. Wijzigende / gewijzigde omstandigheden

2. Doel: Geldend inzetplan

2.1. Samenvatting strategie 2.2. Samenvatting maatregelen en voorzieningen

3. Maatregelen

3.1. Reden waarom inzet(ten) beter anders gedaan kunnen worden. 3.2. Voorstel aanpassingen inzet(ten).

25

Bijlage: Inhoud totaalbeeld A. het incident 1 aard van het incident betrokken objecten 2 actuele situatie incident 3 risico's incidenttype effecten van risico's bestrijdingsmogelijkheden incidenttype Meteo- en getijdeninformatie Informatie ketenpartners B. de hulpverlening 1 bestrijdingsmogelijkheden 2 bereikbaarheid voor hulpverleners 3 risico's voor hulpverleners veiligheidsmaatregelen voor hulpverleners C. prognose en aanpak 1 verwachting mbt ontwikkeling incident risico's in de ontwikkeling effecten van risico's bestrijdingsmogelijkheden 2 slachtofferbeeld verwacht ontwikkeling slachtofferbeeld noodzakelijke maatregelen benodigde hulpverleners benodigde middelen 3 risico's voor bevolking verwacht ontwikkeling bevolkingsrisico's benodigde hulpverleners benodigde middelen 4 bevolkingsbeeld over incident en risico's gedrag van de bevolking aan bevolking verstrekte informatie getroffen maatregelen te treffen maatregelen benodigde hulpverleners benodigde middelen 5 bedreigingen voor vitale belangen bedreigingen voor milieu bedreigingen voor economie verwachte ontwikkelingen 3 bedreigingen benodigde hulpverleners benodigde middelen D. getroffen maatregelen en de resultaten 1 actuele bestrijdingsorganisatie 2 voorstellen over bestrijdingsstrategie besluiten over bestrijdingsstrategie inzetplannen benodigde hulpverleners

benodigde middelen 3 feitelijke inzet uitvoering bestrijdingsstrategie 4 voortgang inzet voortgang uitvoering bijstelling besluiten uitvoering besluiten bereikte resultaten Bron: Besluit Veiligheidsregio's, project LCMS