‘Compassie geeft actie’

1
‘Ik loop al drie maanden te roepen dat ik een klant wil verwijzen, maar waarom doe ik dat dan niet?’ vroeg hij zich af.‘Via de werkbe- geleiding kwam ik erachter dat het te maken heeft met persoonlijke factoren. Een prettig persoonlijk contact, enthousiasme bij de cliënt over wat je doet. Dat zijn bevestigingsfactoren die je emotioneel in die relatie houden. Je gaat je de redder voelen, je hebt iemand uit de puree geholpen en dan merk je dat je door die factoren er ongewild in blijft hangen. Erachter komen hoe dat werkt in de hulpverlening is belangrijk en intervisie kan je daarbij helpen.’ Groot enthousiasme Tussen 1968 tot 1972, tijdens de roerige jaren van de studentenrevo- luties, studeerde Roest maatschappelijk werk aan de sociale academie De Nijenburgh in Baarn. Na verschillende banen en de voortgezette opleiding begon Roest in 1992 bij het maatschappelijk werk in Haarlem. Daar nam hij deel aan het project Sociale vernieuwing voor ouderen, een samenwerkingsproject met de sociale dienst en Welzijn Ouderen. Ook begon Piet voor tien uur per week als ouderenadvi- seur.‘Het beroep bestond eigenlijk nog niet.We waren geïnspireerd door een project van Andries de Jong in Amsterdam, die begon met een bezoekproject aan ouderen. Dat was erop gericht om die oude- ren zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Met groot enthousi- asme wilden wij de ouderen daarbij ondersteunen.’ Piet Roest omschrijft zichzelf als een generalist op het terrein van hulpverlening aan ouderen.‘Meestal hoef ik niet naar anderen te verwijzen gezien mijn brede kennis. Dit om te voorkomen dat je met drie, vier hulpverleners bij een oudere op bezoek komt.’ Typerend is ook dat de ouderenadviseur steeds ‘de vraag achter de vraag’ onderzoekt.‘In de beginfase vind ik het belangrijk om te kijken: waarom komt die persoon nou met deze vraag op dit moment? Wat zijn de omstandigheden? Heeft diegene zijn of haar partner verloren, waardoor iemand onthand is en nieuwe voorzieningen nodig heeft? Het kan ook zijn dat er sprake is van een lage begaafdheid, waardoor iemand op een zeker moment te weinig probleemoplossend vermo- gen heeft.’ Piet Roest weet niet of hij over speciale creatieve vaardigheden beschikt als outreachend ouderenadviseur.‘Wat ik merk is dat je door je meeleven in actie komt. Door echt contact te maken, door mee te leven met de persoon, kom ik in actie. Compassie geeft actie.’ Roest maakt vaak gebruik van competenties op het gebied van psy- chosociale hulpverlening, participatie en informatie en advies. Qua psychosociale hulpverlening is gedragsverandering voor ouderen vaak moeilijk, is zijn ervaring. Ook heeft hij geregeld te maken met zorgmijders, die geïsoleerd leven, elke hulp weigeren en helemaal niet meer in staat lijken tot verandering. Roest kijkt steeds welke hulp een cliënt kan mobiliseren uit zijn eigen omgeving. Een slag maken Cliënten hebben tegenover hun omgeving vaak ook een grote vraag- verlegenheid, merkt hij.‘Onlangs werd een meneer aangemeld van 80 jaar, bij wie de huiskamervloer gerenoveerd moest worden. Op korte termijn zou zijn huisraad in een container geplaatst moeten worden en een paar dagen later weer terug. Dat moest-ie zelf doen, maar dat kon hij natuurlijk niet.We kregen toen een goedkoop aanbod van twee verhuizers, die het in een paar uurtjes wilden doen. Maar intus- sen had hij toch zijn zoon en kleinzoon gevraagd om het te doen.’ ‘Op dit gebied kunnen we nog een slag maken. Familiecontacten, burencontacten, vrijwilligers. Maar de professional blijft nodig waar familie-, buurt- en vrijwilligersnetwerken ontbreken of tekortschieten. Een vrijwilliger kan plotseling ziek worden en dan niets meer van zich laten horen. Bijvoorbeeld bij een mevrouw die administratieve ondersteuning kreeg van een vrijwilliger voor thuisondersteuning. De vrijwilliger stopte er ineens mee, liet niets meer van zich horen en zorgde ook niet voor een vervanger.’ < Martin Zuithof is journalist en redacteur. ‘Compassie geeft actie’ Piet Roest (62) is ouderenadviseur. Hij werkt veer- tig jaar in het maatschappelijk werk, maar is nog altijd niet uitgeleerd. Al was het maar omdat hij zich soms betrapt op een te grote betrokkenheid bij zijn cliënten. Hij wordt gezien als een voorloper in het generalistisch werken. door Martin Zuithof Piet Roest is generalistisch ouderenadviseur generalisten Bron Sprinkhuizen, A., M. Scholte & M. Zuithof (2012), De generalist. De sociale professional aan de basis. Houten: Bohn, Stafleu van Loghum, pp. 176-181. foto Claudia Kamergorodski 18 Maatwerk Vakblad voor maatschappelijk werk

Transcript of ‘Compassie geeft actie’

‘Ik loop al drie maanden te roepen dat ik een klant wil verwijzen,

maar waarom doe ik dat dan niet?’ vroeg hij zich af. ‘Via de werkbe-

geleiding kwam ik erachter dat het te maken heeft met persoonlijke

factoren. Een prettig persoonlijk contact, enthousiasme bij de cliënt

over wat je doet. Dat zijn bevestigingsfactoren die je emotioneel in

die relatie houden. Je gaat je de redder voelen, je hebt iemand uit de

puree geholpen en dan merk je dat je door die factoren er ongewild

in blijft hangen. Erachter komen hoe dat werkt in de hulpverlening is

belangrijk en intervisie kan je daarbij helpen.’

Groot enthousiasme

Tussen 1968 tot 1972, tijdens de roerige jaren van de studentenrevo-

luties, studeerde Roest maatschappelijk werk aan de sociale academie

De Nijenburgh in Baarn. Na verschillende banen en de voortgezette

opleiding begon Roest in 1992 bij het maatschappelijk werk in

Haarlem. Daar nam hij deel aan het project Sociale vernieuwing voor

ouderen, een samenwerkingsproject met de sociale dienst en Welzijn

Ouderen. Ook begon Piet voor tien uur per week als ouderenadvi-

seur. ‘Het beroep bestond eigenlijk nog niet. We waren geïnspireerd

door een project van Andries de Jong in Amsterdam, die begon met

een bezoekproject aan ouderen. Dat was erop gericht om die oude-

ren zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Met groot enthousi-

asme wilden wij de ouderen daarbij ondersteunen.’

Piet Roest omschrijft zichzelf als een generalist op het terrein van

hulpverlening aan ouderen. ‘Meestal hoef ik niet naar anderen te

verwijzen gezien mijn brede kennis. Dit om te voorkomen dat je met

drie, vier hulpverleners bij een oudere op bezoek komt.’

Typerend is ook dat de ouderenadviseur steeds ‘de vraag achter de

vraag’ onderzoekt. ‘In de beginfase vind ik het belangrijk om te kijken:

waarom komt die persoon nou met deze vraag op dit moment? Wat

zijn de omstandigheden? Heeft diegene zijn of haar partner verloren,

waardoor iemand onthand is en nieuwe voorzieningen nodig heeft?

Het kan ook zijn dat er sprake is van een lage begaafdheid, waardoor

iemand op een zeker moment te weinig probleemoplossend vermo-

gen heeft.’

Piet Roest weet niet of hij over speciale creatieve vaardigheden

beschikt als outreachend ouderenadviseur. ‘Wat ik merk is dat je door

je meeleven in actie komt. Door echt contact te maken, door mee te

leven met de persoon, kom ik in actie. Compassie geeft actie.’

Roest maakt vaak gebruik van competenties op het gebied van psy-

chosociale hulpverlening, participatie en informatie en advies. Qua

psychosociale hulpverlening is gedragsverandering voor ouderen

vaak moeilijk, is zijn ervaring. Ook heeft hij geregeld te maken met

zorgmijders, die geïsoleerd leven, elke hulp weigeren en helemaal

niet meer in staat lijken tot verandering. Roest kijkt steeds welke hulp

een cliënt kan mobiliseren uit zijn eigen omgeving.

Een slag maken

Cliënten hebben tegenover hun omgeving vaak ook een grote vraag-

verlegenheid, merkt hij. ‘Onlangs werd een meneer aangemeld van 80

jaar, bij wie de huiskamervloer gerenoveerd moest worden. Op korte

termijn zou zijn huisraad in een container geplaatst moeten worden

en een paar dagen later weer terug. Dat moest-ie zelf doen, maar dat

kon hij natuurlijk niet. We kregen toen een goedkoop aanbod van

twee verhuizers, die het in een paar uurtjes wilden doen. Maar intus-

sen had hij toch zijn zoon en kleinzoon gevraagd om het te doen.’

‘Op dit gebied kunnen we nog een slag maken. Familiecontacten,

burencontacten, vrijwilligers. Maar de professional blijft nodig waar

familie-, buurt- en vrijwilligersnetwerken ontbreken of tekortschieten.

Een vrijwilliger kan plotseling ziek worden en dan niets meer van

zich laten horen. Bijvoorbeeld bij een mevrouw die administratieve

ondersteuning kreeg van een vrijwilliger voor thuisondersteuning.

De vrijwilliger stopte er ineens mee, liet niets meer van zich horen en

zorgde ook niet voor een vervanger.’ <

Martin Zuithof is journalist en redacteur.

‘Compassie geeft actie’ Piet Roest (62) is ouderenadviseur. Hij werkt veer-tig jaar in het maatschappelijk werk, maar is nog altijd niet uitgeleerd. Al was het maar omdat hij zich soms betrapt op een te grote betrokkenheid bij zijn cliënten. Hij wordt gezien als een voorloper in het generalistisch werken. door Martin Zuithof

Piet Roest is generalistisch

ouderenadviseur

generalisten

Bron

• Sprinkhuizen, A., M. Scholte & M. Zuithof (2012), De generalist. De sociale

professional aan de basis. Houten: Bohn, Stafleu van Loghum, pp. 176-181.

foto

Cla

ud

ia K

am

erg

oro

dsk

i

18 Maatwerk Vakblad voor maatschappelijk werk