Christelijke MAVO 'De Saad' Jaarstukken 2016 · 2019-11-12 · Het flankerend beleid is van...
54
88518 Christelijke MAVO 'De Saad' Jaarstukken 2016 21 juni 2017
Transcript of Christelijke MAVO 'De Saad' Jaarstukken 2016 · 2019-11-12 · Het flankerend beleid is van...
88518
Christelijke MAVO 'De Saad'
Jaarstukken 2016
21 juni 2017
Inhoudsopgave
Pagina
Bestuursverslag 3
Financiële kengetallen 22
Jaarrekening
Grondslagen 23
Model A: Balans per 31 december 2016 26
Model B: Staat van baten en lasten over 2016 27
Model C: Kasstroomoverzicht 28
Model VA: Vaste Activa 29
Model VV: Voorraden en vorderingen 30
Model EL: Effecten en Liquide middelen 31
Model EV: Eigen vermogen 32
Model VL: Voorzieningen en langlopende schulden 33
Model KS: Kortlopende schulden 34
Model G: Verantwoording subsidies 35
Model OB: Opgave overheidsbijdragen 36
Model AB: Opgave andere baten 37
Model LA: Opgave van de lasten 38
Model FB: Financiële baten en lasten 40
Model E: Overzicht verbonden partijen 41
WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi publieke sector 42
Niet uit de balans blijkende verplichtingen 45
Bestemming van het resultaat 46
Gebeurtenissen na balansdatum 47
Overige gegevens
Ondertekening door bestuurders en toezichthouders 48
Controle verklaring van de onafhankelijke accountant 49
Gegevens rechtspersoon 50
Bijlagen
Bestuursverslag
Christelijke MAVO de Saad
4
Voorwoord
Het doel van publiek verantwoorden door een onderwijsinstelling is te laten zien dat zij haar
middelen zo effectief mogelijk inzet. De verantwoording van het financiële beleid van een
instelling is vastgelegd in de jaarstukken. Jaarstukken zijn de documenten met financiële en
niet-financiële verantwoordingsgegevens, die op grond van wettelijke bepalingen door het
bevoegd gezag van de bekostigde school moeten worden opgesteld en ingediend bij het
departement. De jaarstukken zijn vergezeld van een controleverklaring.
Met dit jaarverslag wil het bevoegd gezag van de Vereniging voor Christelijk MAVO in de
gemeente Dantumadeel verticaal verantwoording afleggen naar het ministerie van OCW en
horizontaal naar de ouders, werknemers en de MZR.
Ik wens u veel plezier bij het lezen van het bestuursverslag.
Namens het bevoegd gezag,
De heer D. van der Meer
Voorzitter
Mevrouw H. Regnerus-van der Zwaag
Secretaris
5
Hoofdstuk 1 – Algemene informatie en gevoerd beleid
1.1 – Juridische structuur
De rechtspersoonlijkheid is een vereniging met de naam: Vereniging voor Christelijk
Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs in de gemeente Dantumadeel.
De vereniging is opgericht op 09-12-1919 en is gevestigd in Damwoude. Bij de Kamer van
Koophandel te Leeuwarden is de vereniging ingeschreven onder nummer 41004730.
1.2 – Omschrijving van de doelstelling (missie en visie)
De vereniging is een organisatie die voortgezet onderwijs verzorgt. Zij levert met inzet van al
haar personeelsleden een essentiële bijdrage aan de ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen
in een veilige omgeving.
De vereniging is een professionele organisatie die vanuit gezamenlijk vastgestelde kaders
werkt. Er wordt gewerkt vanuit een christelijk perspectief, waarbij waarden zoals respect, zorg
en aandacht voor elkaar en voor de ons omringende wereld van groot belang zijn. De missie en
visie zijn in 2014 herschreven en worden elk jaar opnieuw vastgesteld. Ze staan gepubliceerd
op de site van De Saad.
De speerpunten van het in 2016 gevoerde beleid waren:
onderwijs:
o het vak TECHNO
o samenwerking met het mbo voor ONDERNEMEN en MVI aangaan
o borgen @vakken
o structureel overleg met de vakwerkgroepen
o aanpak van aandachtspunten uit het inspectiebezoek
o het cyclisch werken volgens het kwaliteitsplan
o het invoeren en testen van digitale hulpmiddelen
begeleiding:
o een RT-team en kernvakuur
o begeleiding van rekenvaardigheid
o schoolmaatschappelijk werk verder uitbouwen
o het integreren van VNN in het hulptraject
o de projecten “Haw it der oer” en “Geweld is niet oké” met medewerking van
bureau Halt, Fier en de gemeente Dantumadiel.
personeel:
o invoer van sociaal flankerend beleid in verband met de te verwachten daling in
leerlingaantallen
o uitbouw van collegiale visitatie en intervisie
o continuering van de gespreks- en beoordelingscyclus
o uitvoeren van een bijscholingsaanbod op pedagogisch didactisch terrein
huisvesting, inrichting en veiligheid:
o optimaliseren van de klimaatbeheersing
o inkleding en onderhoud van het gebouw en omgeving
o optimaliseren van ict en netwerkstructuur (wifi)
de leerlingenraad
o panelgesprekken
6
1.3 – Organisatiestructuur
De vereniging heeft een bestuur dat uit 8 leden bestaat. Dit betreffen de voorzitter,
penningmeester, secretaris en vijf algemene leden. De samenstelling van het bestuur is statutair
vastgelegd.
Het bestuur bestuurt op hoofdlijnen. Het bestuur handelt in haar bestuursfunctie naar de
grondslag van de vereniging, zoals vastgelegd in de statuten. Elk bestuurslid vervult haar taken
voor een periode van vier jaar en is voor een zelfde periode herkiesbaar. In de algemene
ledenvergadering en naar de Commissie Intern Toezicht toe legt het bestuur verantwoording af
over het gevoerde onderwijskundig en financieel beleid. De Commissie Intern Toezicht bestaat
uit drie leden uit de ledenvergadering gekozen en hebben een zittingsduur van 3 jaar met een
mogelijkheid om voor nog één periode herkozen te worden.
Veel bestuurlijke zaken zijn gemandateerd of gedelegeerd aan de directeur. Deze afspraken zijn
vastgelegd in het directiestatuut, welke is vastgesteld op 7 april 2005. De directeur is dhr. H.R.
Visser. Per 26-11-2016 is dhr. P. Raap gemandateerd, als plaatsvervangend directeur, door het
bestuur. De reden van deze wijziging is dat dhr. H.R. Visser door ziekte, tijdelijk, zijn functie
heeft moeten neerleggen.
De directeur heeft de dagelijkse bestuurlijke verantwoordelijkheid en zorgt - samen met de
schoolleiding - voor aansturing van de school op het gebied van onderwijs, beleid, beheer en
administratie. Hij rapporteert hierover aan het bestuur. Het bestuur vergadert maandelijks, in
het bijzijn van de directeur.
De school heeft een eigen medezeggenschapsraad (MZR) bestaande uit een oudergeleding, een
personeelsgeleding en een leerlingengeleding.
De MZR overlegt vier keer per jaar met de directeur en tweemaal per jaar met het bestuur van
de vereniging.
De statutaire organen van de vereniging voor mavo in de gemeente Dantumadeel bestaan uit de
Commissie Intern Toezicht en het bestuur. De Commissie Intern Toezicht heeft de rol van intern
toezichthouder.
Daarbij behoren de volgende taken en bevoegdheden:
Integraal toezicht houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van
zaken in de vereniging. Als intern toezichthouder heeft de raad van toezicht een aantal
met name genoemde goedkeuringsbevoegdheden van belangrijke besluiten van het
bestuur;
Het met raad en advies terzijde staan van het bestuur (voor zover dit niet strijdig is met
de primaire toezichthoudende taak);
Benoemen van de accountant van de vereniging;
Afleggen van verantwoording over het gevoerde toezicht.
Het bestuur en de Commissie Intern Toezicht heeft zich geconformeerd aan de code Goed
Onderwijsbestuur.
De leden van de Commissie Intern Toezicht waren 2016:
Dhr. F. Rozema (vz), dhr. J. Dijkstra en dhr. R. Sinia.
De Commissie Intern Toezicht ziet er op toe dat het bestuur juist handelt en bewaakt dat de Chr.
MAVO 'De Saad' haar doelstellingen realiseert. Belangrijke invalshoeken hierbij zijn:
continuïteit, kwaliteit en identiteit.
De Commissie Intern Toezicht vergadert minimaal twee keer samen met het bestuur. De
Commissie Intern Toezicht ontvangt naast financiële en strategische documenten ook onderwijs
relevante informatie. Om een breder beeld te krijgen van de hele organisatie worden er
7
themabijeenkomsten gehouden en heeft zij zich daarin laten informeren door leidinggevenden
en medewerkers.
Per jaar is er een overlegmoment met een vertegenwoordiging van de medezeggenschapsraad.
Leden van de raad fungeren ook als klankbord voor de schoolleiding. De vergaderorde ziet er
als volgt uit: vooraf voorbereiding van de voorzitter in overleg met de penningmeester. Daarna
volgt een overleg in bijzijn van het bestuur, gevolgd door overleg zonder bestuur.
De raad van toezicht was actief betrokken bij:
volgen strategisch beleid;
de financiën, met name over de strategieën voor ombuigingen bij daling van het
leerlingaantal;
risicobeheersing bij krimp;
goedkeuring van begroting en jaarrekening;
onderwijsopbrengsten, risicoanalyse en inspectieonderzoeken;
code integriteit en regeling melding misstanden;
evaluatie en kwaliteit van handelen van de Raad van Toezicht;
klankbord voor de bestuurder.
De leden van het bestuur en de Commissie Intern Toezicht ontvangen geen vergoeding.
Intern risicobeheersing
Het interne risicobeheersingssysteem werkt op onderstaande manier.
De schoolleiding maakt een financieel plan. Dit plan wordt voorgelegd aan het bestuur en
doorsproken met de penningmeester. Het bestuur geeft akkoord. De directeur legt maandelijks
verantwoording aan het bestuur af. De penningmeester van het bestuur heeft directe toegang tot
de financiële administratie bij Preadyz. Preadyz bewaakt de financiële stromen en overlegt met
de schoolleiding. Twee tot drie keer per jaar overlegt bestuur en schoolleiding met de
Commissie Intern Toezicht over gevoerd (financieel) beleid. De CIT geeft toestemming tot het
te voeren beleid.
1.4 – Personeel
Bevoegd gezag is werkgever van de directie en de leerkrachten, en het overig personeel dat
werkzaam is op de school. In het afgelopen schooljaar waren 43 personeelsleden in dienst.
Formatie per 31-12-2016:
88518 DIR 1,0000
OOP 4,8400
OP 28,3083
Totaal 34,1483
8
Onderstaand overzicht geeft in percentages de ontwikkeling van het aantal personeelsleden per
leeftijdscategorie weer.
Leeftijdscategorie Vrouw Man Totaal
15 tot 25 jaar 2 0 5%
25 tot 35 jaar 4 4 19%
35 tot 45 jaar 7 1 19%
45 tot 55 jaar 6 9 35%
55 tot 65 jaar 2 8 23%
65+ jaar 0 0 0%
Totaal 21 22 100%
Het bevoegd gezag streeft ernaar voor haar personeel een aantrekkelijke werkgever te zijn. Zij
doet dat onder meer door instandhouding van een systeem waarbij ondermeer extra beloningen
voor personeel mogelijk zijn bij specifieke taakvervullingen, alsmede door het aanbieden van
cursussen of scholing. Ook wil het bestuur de materiële zaken mits doelgericht ingezet
faciliteren.
MAVO De Saad hanteert het werkgelegenheidsbeleid op basis van de cao VO.
Uit het formatieplan blijkt dat er sprake is van daling van de leerlingaantallen en daarmee een
terugloop in de bekostiging.
Om de leerlingendaling op te vangen, de verhouding OP en OOP in lijn te brengen en daarmee
weer gezond te worden en te blijven moeten keuzes gemaakt worden die effect hebben op de
interne organisatie en structuur, op het onderwijsaanbod en op de personele bezetting.
Voorgaande heeft ertoe geleid dat MAVO De Saad op eigen initiatief (zonder dat daartoe een
verplichting is) sociaal flankerend beleid heeft opgesteld voor de periode 1 december 2015 tot
1 augustus 2017. Met sociaal flankerend beleid worden instrumenten voor de medewerkers
beschikbaar gesteld om zodoende de reductie van fte op vrijwillige basis te bereiken.
Het flankerend beleid is van toepassing op iedereen met een vaste aanstelling bij MAVO De
Saad die door gebruik te maken van maatregelen uit dit plan een bijdrage levert aan oplossing
van de huidige boventalligheid in de formatie. Dit kan betekenen dat dit niet voor alle
werknemers geldt. Per aanvraag bepaalt de directie op objectieve gronden of de aanvraag een
bijdrage levert aan het oplossen van de boventalligheid.
Doel: Het beoogde doel is om ondanks de teruglopende leerlingaantallen en financiële tekorten,
de werkgelegenheid zoveel mogelijk in stand te houden, gedwongen ontslagen zoveel als
mogelijk te voorkomen. Daarnaast wil De Saad komen tot evenwichtige teams binnen secties
met behoud van onderwijskwaliteit.
9
Verzuim
Het bestuur heeft gebruik gemaakt van het vervangingsfonds voor meerdere personen in
verband met langdurige ziekte of zwangerschap.
1.5 – Gevoerd onderwijsbeleid
onderwijsprestaties
Het aantal zittenblijvers in leerjaren 1, 2 en 3 was gering. In het examenjaar 2016 zijn er 12
leerlingen gezakt.
Het verschil tussen cijfers centraal schriftelijk examen en schoolexamencijfers is gering. De
meeste leerlingen deden examen in 8 vakken i.p.v. 7.
De Saad is betrokken bij een RPO in Noord-Oost Friesland. Dit is in 2014 opnieuw vastgesteld.
De scholen, betrokken bij het RPO willen gezamenlijk maatregelen treffen om de krimp in de
regio op te vangen.
Daarnaast is De Saad door het Ministerie gevraagd een examenprogramma voor het vak
Informatietechnologie te ontwikkelen en is daarbij penvoerder van de ontwikkelgroep. In
schooljaar 2016-2017 is dit een regulier vak geworden.
De Saad werkt samen met het mbo; techniek, economie en mvi om de overgang naar deze
vervolgopleidingen te stroomlijnen. In dit kader worden gezamenlijke projecten in leerjaren 3
en 4 uitgevoerd.
De licentie voor de ICT-route hebben we dit schooljaar omgezet naar MVI en we bekijken de
mogelijkheden voor D&P in de toekomst.
De Saad houdt de begeleiding van leerlingen op peil. Er is extra formatie vrijgemaakt voor het
kernvakuur, RT en sprintcoach. Ook zijn veel excursies gehouden in het kader van
beroepsvoorlichting.
Vooral techno is een “duur” vak; gereedschap, verbruiksmateriaal, excursies en het inhuren van
externe deskundigen doen het budget opdrijven. Ook worden de groepen klein gehouden. Dit
geldt ook voor het keuzevak sport . Er worden veel sportactiviteiten bij school georganiseerd
worden.
Samenwerkingsverband
De Saad neemt deel in het samenwerkingsverband Fryslân Noard. In dit
samenwerkingsverband wordt het passend onderwijs en de individuele zorg voor leerlingen met
een sociaal-emotionele hulpvraag geregeld. Ook leerlingen met dyslexie of een storing in het
autistisch spectrum kunnen ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband krijgen.
Leerlingenaantallen
In de onderstaande tabel zijn de leerlingenaantallen van de afgelopen jaren en de prognose voor
komende jaren opgenomen. Hieruit blijkt dat het aantal leerlingen daalt in deze periode. De
prognose tot 2019 gaat uit van een verdere afname van het leerlingenaantal. In de jaren daarna
is er een lichte stijging van het aantal leerlingen.
10
Onderwijskundige zaken
We zijn dit schooljaar begonnen met het aanbieden van drietalig onderwijs aan de sprintgroep.
Vanaf dit jaar kunnen de leerlingen ook kiezen voor de examenvakken Fries, MVI en LO2. Dit
schooljaar kunnen de leerlingen Technologie & Toepassing ((T&T) als pilot volgen.
Aansturing van de onderwijskundige vernieuwingen vindt plaats op schoolniveau. De directeur
tracht daarvoor optimale voorwaarden (zowel financiële en personele middelen) te creëren. Via
verschillende modellen wordt het kwaliteitsbeleid op de scholen aangestuurd. In het kader van
de kwaliteitsgelden wordt hier inzet en ondersteuning op mogelijk gemaakt. Een
kengetallenmodel geeft mogelijkheden om ontwikkelingen te volgen en waar nodig bij te
sturen.
Eén van de speerpunten van het gevoerde beleid betrof het optimaliseren van het
computergebruik op de school. In de ICT nota van de school is opgenomen dat uitbreiding van
de ICT-faciliteiten en tijdige vervanging van de hard- en software gewenst is en dat hierbij
voldoende aandacht dient te zijn voor scholing. Binnen het gebouw is veel geïnvesteerd bij de
aanleg van wifi.
Kwaliteit
We willen van alle geledingen betrokken op onze school feedback vragen. Hiermee houden wij
ins zelf een spiegel voor. Deze zelfreflectie is noodzakelijk om het onderwijs op een hoog peil
te houden.
Onze school maakt werk van kwaliteitszorg. De school moet verantwoording afleggen over het
gevoerde beleid. Niet alleen aan de overheid, maar ook aan leerlingen en ouders. Wij hebben
gekozen voor ‘Kwaliteit scholen’. De school kan hiermee de kwaliteit van onderwijs meten,
evalueren en sturen.
De school stelt zichzelf bij de kwaliteitszorg vijf vragen;
Doet de school de goede dingen?
Doet de school de dingen goed?
Hoe weet de school dat?
Vinden anderen dat ook?
Wat doet de school met die wetenschap?
Kwaliteitszorg is een kwestie van jezelf (schoolleiding, personeel) en betrokkenen (leerlingen,
ouders) vragen stellen, antwoorden zoeken met meetinstrumenten en de resultaten
communiceren en omzetten in beleid. Beleid dat controleerbaar moet zijn. En dat moet
regelmatig gebeuren, of zoals men het deftig formuleert, ‘met behulp van een beleidscyclus
(planning- en controle-cyclus)’.
Leerjaar 1/10/15 1/10/16 1/10/17 1/10/18 1/10/19 1/10/20 1/10/21
1 88 69 80 80 80 80 80
2 104 94 69 80 80 80 80
3 101 92 74 57 70 70 70
4 120 115 112 105 67 80 80
Totaal 413 370 335 322 297 310 310
11
In onderstaand overzicht zijn de uitstroomgegevens van de laatste jaren opgenomen.
Richting 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
HA
VO
CM 3 2 1 2
EM 16 11 10 10 6 12 6
NG 2 3 2 2 2 4 2
NT 5 1 2 1 1
EC
ON
OM
IE
Administratie 5 2 1 4 4 3
Handel 1 10 14 6 4 12 8
Toerisme Horeca 1 5 3 5 5 4
Zakelijke
dienstverlening
4 11 6 2 4 6 3
Marketing 2 1
Beveiliging 1 1 1 1 1
Uniformberoepen 1 3 2 3 1
Landmacht 5 2 1 1
Brugjaar politie 1 3 3 1 1
TE
CH
NIE
K
Bouwkunde 4 8 3 1 2 2
Game design 1 3 2
Elektrotechniek 1 1 1 1
Mechatronica 4 3
I.C.T. 5 6 6 4 3 6 3
Kraanmachinist 1 1
Werktuigbouw 2 1 4 3 7 10 8
Infratechniek 2 1 1
Installatietechniek 2 1 1 1
Autotechniek 2 1 3 1
Logistiek 3 1 2 3
Theater en media 1 2 1
Grafimedia 1 1 1 4 4
Life sciences 2 4 3 7 1
Mode en techniek 1 1
ZO
RG
Verzorging 1 1 7 3
Verpleging 4 11 6 6 7 5 6
A G 4 3 6 6 4 10 7
U V 2 4 1 4 2 1
Sport 1 4 1 2 2 3
Maat. zorg 1 1 1 6 2 4 6
S P W 4 6 3 4 3 6
Onderwijsassistent 11 5 7 7 6 5 5
NORDWIN 1 5 4 7 2 3 10
AOT Zeevaartschool 3 1 1
VMH9 2 3 3
12
Hoofdstuk 2 – Financiële informatie
2.1 – Gevoerd financieel beleid
Zoals reeds gezegd gaat Mavo De Saad uit van een Protestants Christelijke Schoolvereniging.
Voor uitbreiding en instandhouding van het Protestants Christelijk Onderwijs in de regio kan
een ieder lid worden. Het financieel uitgangspunt is het onderwijs voor ouders zo goedkoop
mogelijk te houden. Zo wordt er tot nu toe geen ouderbijdrage gevraagd en zijn bijlessen,
cursussen voor sova en begeleiding gratis.
Sinds de invoering van de lumpsumfinanciering zijn de verantwoordelijkheden ten aanzien van
de beheersing van zowel de personele en materiële kosten volledig bij het schoolbestuur komen
te liggen. Om deze verantwoordelijkheid nu en in de toekomst te kunnen nemen, is een gezonde
financiële situatie evenals een goed werkende Planning & Control van groot belang. Er wordt
gewerkt met een begroting op verenigingsniveau. Deze begroting is taakstellend en de directeur
is verantwoordelijk voor deze taakstelling. De directeur legt verantwoording af aan het bestuur
over de financiële stand van zaken.
Voor de aanlevering van de financiële informatie wordt gebruikt gemaakt van de ondersteuning
van het administratiekantoor Preadyz.
13
2.2 – Analyse financieel resultaat
Het exploitatieresultaat 2016 ad. € 105.108 negatief is circa € 163.000 lager dan de begroting
en € 143.000 lager dan het exploitatieresultaat over 2015.
In het resultaat 2016 zijn salariskosten meegenomen van circa € 130.000 welke ten laste
gebracht worden van de algemene reserve. In 2016 is namelijk € 100.000 gereserveerd binnen
deze reserve voor flankerend beleid. In 2017 zal hier nogmaals € 100.000 voor worden
gereserveerd.
Vergelijking met de begroting 2016;
Baten
De totale baten zijn circa € 81.000 hoger dan begroot.
Dit wordt met name veroorzaakt door de hogere rijksbijdragen ad € 35.000 als gevolg van de
positief bijgestelde bekostigingsbedragen voor met name de reguliere personele bekostiging.
Daarnaast is een niet begrote subsidie Fries ontvangen ad € 3.800 waardoor de overige
overheidsbijdragen hoger zijn dan begroot.
Ten slotte zijn de overige baten flink hoger dan begroot, circa € 41.000. Hier vallen twee posten
positief op, de bijdragen reizen en excursies (€ 23.000 hoger dan begroot) en de overige baten
(€ 20.000 hoger dan begroot).
Begroting Realisatie Begroting Realisatie
2017 2016 2016 2015
3. Baten
3.1 Rijksbijdrage OCW 2.593.644 2.788.583 2.753.591 2.925.605
3.2 Overige overheidsbijdragen 20.900 9.869 6.200 9.030
3.5 Overige baten 174.520 216.565 174.500 196.779
Totaal baten 2.789.064 3.015.018 2.934.291 3.131.415
4. Lasten
4.1 Personeelslasten 2.315.687 2.546.879 2.331.642 2.502.159
4.2 Afschrijvingen 117.797 133.263 117.902 149.686
4.3 Huisvestingslasten 167.441 154.947 183.750 178.529
4.4 Overige lasten 309.200 297.755 263.000 284.509
Totaal lasten 2.910.125 3.132.844 2.896.294 3.114.884
Saldo baten en lasten -121.062 -117.826 37.997 16.530
5 Financiële baten en lasten 20.000 12.718 20.000 21.483
Nettoresultaat -101.062 -105.108 57.997 38.013
Staat van baten en lasten over 2016
14
De hogere bijdrage reizen en excursies heeft geen invloed op het resultaat, omdat de kosten
reizen en excursies (zichtbaar bij 4.4 overige lasten) ook met ongeveer hetzelfde bedrage hoger
is dan begroot.
De hogere overige baten bestaan onder andere uit een ontvangen subsidie van de Stichting Beta
(techniek) ad € 10.000 en de ten gunste van de exploitatie verwerkte subsidie voor
Ontwikkeling IT ad € 8.000. Tot slot zijn nog enkele incidentele baten ontvangen welke niet
zijn begroot.
Lasten
De totale lasten overschrijden de begroting met € 236.000.
Het grootste verschil met de begroting betreffen de personele lasten. Deze zijn circa € 215.000
hoger dan begroot. Met name de salariskosten voor onderwijzend personeel (OP) zijn fors hoger
dan begroot. De salariskosten van 5 personeelsleden worden vanaf augustus via de
resultaatbestemming ten laste van flankerend beleid gebracht (3 personeelsleden van augustus
tot en met oktober en 2 personeelsleden van augustus tot en met december, totaal € 110.000).
Zoals hiervoor genoemd is in 2016 een bedrag van € 100.000 gereserveerd binnen de algemene
reserve.
Verder is in 2016 een cao verhoging geweest welke niet is meegenomen in de begroting, zijn 3
nieuwe personeelsleden aangenomen welke eveneens niet in de begroting zijn meegenomen en
is extra personeel ingezet in verband met ziektevervanging.
Doordat er meer investeringen zijn gedaan dan begroot zijn de afschrijvingslasten circa
€ 15.000 hoger dan begroot.
De huisvestingslasten zijn lager dan begroot, circa € 29.000. Opvallend hierin zijn de lagere
kosten voor onderhoud. Omdat dit vaak incidentele posten betreft is dit te hoog meegenomen
in de begroting. Ook de energielasten zijn lager dan begroot door het zuinigere rendement van
de nieuwe Cv-ketel.
Ten slotte zijn de overige lasten circa € 35.000 hoger dan begroot. Op diverse budgetten zijn
over- en onderschrijdingen te zien. De meest opvallende posten zijn onder andere de kosten van
reizen en excursies. Deze zijn circa € 20.000 hoger dan begroot, zie ook de baten. Ook is in
2016 gekozen voor een nieuwe huisstijl waardoor deze kosten Public Relations en marketing
circa € 11.000 hoger zijn dan begroot.
Financiële baten en lasten
De financiële baten en lasten zijn per saldo € 7.000 lager dan begroot. Er zijn minder
spaartegoeden waardoor minder financiële baten zijn ontvangen dan verwacht.
Vergelijking met het jaar 2015;
Baten
De totale baten zijn € 116.000 lager dan in 2015.
Door een dalend aantal leerlingen, van 434 in 2014 naar 382 in 2016, zijn met name de
rijksbijdragen zijn per saldo € 137.000 lager. Daarnaast zijn in 2015 ook subsidies ontvangen
met betrekking tot maatschappelijke stage en vroegtijdig schoolverlaten die in 2016 niet zijn
ontvangen.
De overige baten zijn ten opzichte van voorgaand jaar wel hoger, circa € 20.000. Dit heeft te
maken met de hogere baten (en ook lasten in de overige lasten) voor reizen en excursies in
2016.
15
Lasten
Ten opzichte van 2015 zijn de totale lasten € 18.000 hoger.
De personele lasten zijn in 2016 circa € 45.000 hoger door inzet van meer personeel, zie ook
de analyse bij het verschil met de begroting. Verder zijn er geen opvallende verschillen met
voorgaand boekjaar.
De afschrijvingslasten zijn ten opzichte van 2015 circa € 16.000 lager. Een aantal investeringen
waarvan de afschrijvingstermijn is afgelopen zijn niet vervangen of vervangen door een
goedkoper alternatief waardoor de afschrijvingslasten lager zijn.
Ook de huisvestingslasten zijn lager dan in 2015, circa € 24.000. Dit heeft vooral te maken met
lagere kosten onderhoud. In 2015 zijn enkele incidentele grote uitgaven geweest met betrekking
tot ventilatie en schilder werkzaamheden. Ook zijn de energiekosten lager door de nieuwe Cv-
ketel.
Ten slotte zijn de overige lasten circa € 13.000 hoger dan in 2015. Enkele opvallende verschillen
betreffen onder andere de kosten voor public relations en marketing, deze zijn hoger door
uitgaven met betrekking tot een nieuwe huisstijl.
Financiële baten en lasten
De financiële baten en lasten zijn € 8.000 lager ten opzichte van 2015. Dit omdat het aantal
spaartegoeden is gedaald.
Continuïteitsparagraaf
In deze continuïteitsparagraaf beperken we ons tot het financiële aspect, vanuit het huidige
beleid: de meerjarenbalans en de meerjaren staat van baten en lasten.
Werkelijk Begroting Begroting Begroting
2016 2017 2018 2019
ACTIVA
Vaste activa
Materiële VA 406.443 403.646 396.650 394.693
Totaal vaste activa 406.443 403.646 396.650 394.693
Vlottende activa
Vorderingen 60.596 60.596 60.596 60.596
Liquide middelen 1.632.317 1.537.052 1.512.628 1.569.564
Totaal vlottende activa 1.692.913 1.597.648 1.573.224 1.630.160
Totaal activa 2.099.358 2.001.296 1.969.876 2.024.855
PASSIVA
Eigen vermogen
Algemene reserve 1.396.572 1.295.510 1.261.090 1.313.069
Bestemmingsreserves 104.797 104.797 104.797 104.797
Overige reserves 182.191 182.191 182.191 182.191
Totaal eigen vermogen 1.683.560 1.582.498 1.548.078 1.600.057
Voorzieningen 96.053 99.053 102.053 105.053
Kortlopende schulden 319.745 319.745 319.745 319.745
Totaal passiva 2.099.358 2.001.296 1.969.876 2.024.855
Balans
16
Op grond van de beschikbare cijfers ten aanzien van leerlingenaantallen, investeringsplannen,
en andere feiten en veronderstellingen, is bovenstaande balans opgesteld. De mutaties in de
algemene reserve en de bestemmingsreserve verlopen in overeenstemming met uitgangspunten
en uitkomsten van de hieronder weergegeven meerjaren staat van baten en lasten.
Vanaf 2019 zal bij ongewijzigd beleid, het exploitatiesaldo weer positief worden.
Kengetallen
De verwachting is dat het leerlingaantal zal dalen. De personele inzet wordt daarop aangepast
met inachtneming van de onderwijskwaliteit.
Werkelijk Begroting Begroting Begroting
2016 2017 2018 2019
(Ri jks )bi jdragen OCW 2.788.583 2.593.644 2.313.075 2.123.431
Overige overheidsbi jdragen 9.869 20.900 7.100 7.100
Overige baten 216.565 174.520 184.884 195.528
Totaal BATEN 3.015.017 2.789.064 2.505.059 2.326.059
Personele lasten 2.546.879 2.315.687 1.966.464 1.698.820
Afschri jvingen 133.263 117.797 114.996 109.957
Huisvestings lasten 154.947 167.441 167.684 167.930
Overige lasten 297.755 309.200 310.335 317.373
Totaal LASTEN 3.132.844 2.910.125 2.559.479 2.294.080
Saldo BATEN en LASTEN -117.826 -121.062 -54.420 31.979
Financiële baten 12.718 20.000 20.000 20.000
Saldo FINANCIËLE BATEN en LASTEN 12.718 20.000 20.000 20.000
Netto resultaat -105.108 -101.062 -34.420 51.979
Staat van baten en lasten
Werkel i jk Begroting Begroting Begroting
(stand 31/12) 2016 2017 2018 2019
Personele bezetting in FTE
Management / Directie 1,00 1,00 1,00 1,00
Onderwi jzend Personeel 28,31 27,59 24,77 26,61
Overige medewerkers 4,84 3,84 3,84 3,84
Leerlingen
Leerl ingaantal len (1/10 t-1) 413 370 335 322
Balans
Weerstandsvermogen 45,8% 45,5% 49,8% 56,8%
Solvabi l i tei t 80,2% 79,1% 78,6% 79,0%
Liquidi tei t 5,29 5,00 4,92 5,10
Kapita l i satiefactor 69,8% 69,1% 76,2% 84,9%
Exploitatie
Rentabi l i tei t -3,5% -3,6% -1,4% 2,2%
Kengetallen
17
Risico’s en onzekerheden Het beleid is er op gericht om het onderwijs op peil te houden. Dit is de eerste prioriteit. Daarom
willen we klassen in de onderbouw relatief klein houden en blijven we RT en de @vakken
(keuzevakken in de onderbouw zoals sport en muziek) aanbieden.
Het grootste risico van De Saad is het dalend aantal leerlingen en het hierop volgend passend
personeelsbeleid. Het personeelsbeleid moet leiden tot een structurele vermindering in fte’s.
Dit kan deels door natuurlijk verloop en het niet verlengen van contracten met bepaalde tijd.
Zie ook hoofdstuk 1.4 Personeel.
Intern risicobeheersings- en controlesysteem
Zie hoofdstuk 1.3, pagina 5.
Verslag Commissie Intern Toezicht
In hoofdstuk 3.6 volgt het verslag van de Commissie Intern Toezicht.
2.3 – Treasury- en financieringsbeleid
Door bestuur en directie wordt jaarlijks de ontwikkeling van de algemene reserve en
bestemmingsreserves kritisch bezien en wordt nagegaan of en in welke mate het vermogen op
peil is om tegenvallers op te vangen. Ook wordt gelet op de eigen vermogenspositie in relatie
met de vastgelegde activa en aangegane verplichtingen. Het beleid van het bestuur is erop
gericht om de vermogenspositie in balans te brengen met de noodzaak om tegenvallers en
risico’s te kunnen opvangen en daarmee de toekomst van de instelling blijvend te garanderen.
Tevens acht het bestuur het noodzakelijk dat de investeringen in gebouwen, inventaris en
overige activa worden gefinancierd met eigen vermogen om de jaarlijkse exploitatie niet of zo
gering mogelijk te belasten met rente en aflossingskosten.
Het treasurybeleid is er op gericht om binnen de kaders van de Regeling beleggen, lenen en
derivaten OCW 2016 te handelen. Het opgestelde treasurystatuut voldoet hieraan.
De Stichting Steunfonds ‘De Saad’ heeft een eigen, onafhankelijk bestuur.
De middelen van de Vereniging die op dit moment niet nodig zijn voor het primaire proces
zijn in 2017 volledig weggezet op spaarrekeningen bij de Rabobank.
Per 31 december 2016 is het saldo van de spaarrekeningen € 1.444.3999 (31 december 2015:
€ 1.693.794).
De Vereniging kan te allen tijden over de spaartegoeden beschikken.
Het bestuur ziet voorlopig geen noodzaak tot het aantrekken van externe financiering.
18
2.4 – Financiële ontwikkelingen en overige financiële informatie
Financiële kengetallen
In onderstaande tabel zijn de belangrijkste financiële kengetallen weergegeven. Alle
kengetallen voldoen aan de minimumnorm, die door het bestuur daaraan zijn gesteld.
Weerstandsvermogen
Als buffer voor onvoorziene risico’s is een weerstandvermogen opgebouwd van 45,8%. Bij de
berekening van dit kengetal is het totale eigen vermogen, inclusief private reserves, afgezet
tegen de totale exploitatiebaten. De norm vanuit OCW is 10 tot 40%, afhankelijk van het
risicoprofiel van de school. De Saad is een zogenaamde eenpitter, en moet alle risico zelf
dragen. Solvabiliteit
De solvabiliteit geeft de verhouding aan tussen het "eigen vermogen" en het totale vermogen.
Het geeft aan in hoeverre de stichting in staat is om te voldoen aan de totale schulden. De
waarde van dit kengetal is ultimo 2016 berekend op 80,2%. Dit is hoger dan vanuit economisch
standpunt als noodzakelijk wordt gezien. Liquiditeit
Liquiditeit geeft aan in hoeverre het bestuur op korte termijn aan haar verplichtingen, zoals
kortlopende schulden, maar ook betalingen salarissen en bekostiging investeringen, kan
voldoen. De liquiditeit over de jaren 2015 en 2016 bedraagt respectievelijk 5,12 en 5,29. Rentabiliteit
De rentabiliteit wordt bepaald door het “resultaat uit gewone bedrijfsvoering” te delen door het
totaal aan baten. In non-profit organisaties wordt de rentabiliteit ook wel het
begrotingsoverschot genoemd (of het begrotingstekort bij een negatief exploitatieresultaat). De
norm is vastgesteld op 0%. Het bestuur streeft naar een volledig evenwicht tussen de jaarlijkse
baten en lasten. De rentabiliteit in 2016 bedroeg -3,5%. Kapitalisatiefactor
De kapitalisatiefactor geeft de verhouding weer tussen het totaal van de balans, gecorrigeerd
voor de boekwaarde van de gebouwen, en de totale baten. Een hoge kapitalisatiefactor geeft
aan dat er meer geïnvesteerd kan worden.
2016 2015 Norm
Balans
Weerstandsvermogen 45,8% 47,7% 10-40%
Solvabiliteit 80,2% 79,3% 25,0%
Liquiditeit 5,29 5,12 >1,0
Kapitalisatiefactor 69,8% 68,6% 60,0%
Exploitatie
Rentabiliteit -3,5% 1,2% 0,0%
Financiële kengetallen
19
Hoofdstuk 3 – Overige informatievereisten
3.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen
De school is zich ervan bewust, dat zij rekening moet houden met de veranderende omgeving.
Er is een aantal trends waar te nemen:
a) De basispopulatie aan leerlingen neemt af
b) De schoolkeuze vindt, zowel in het bijzonder als ook in het openbaar onderwijs steeds
minder plaats op basis van identiteit.
c) Besturen moeten vanwege de wijze van bekostiging denken in markt- en beheer termen.
Tegelijk willen we als christelijke school ook onze verantwoordelijkheid nemen.
d) De verhouding tussen overheid en onderwijsveld kenmerkt zich door een relatieve
autonomie. Spreiding van onderwijsvoorzieningen vindt plaats via RPO’s (Regionale
Planning Onderwijsvoorzieningen).
e) Scholen leiden leerlingen op die zich meer wereldburger en minder inwoner van de
regio voelen. In het onderwijs moeten we hiermee rekening houden.
f) De samenleving legt steeds meer verantwoordelijkheid bij de scholen: of het nu om
rekenen en taal gaat, of gezond leven en bewegen, veilig verkeer etc.
Als school willen we onze verantwoordelijkheid nemen om op een maatschappelijk
verantwoorde wijze het onderwijs vorm te geven, rekening houdend met de verschillende
trends.
3.2 Horizontale verantwoording.
Als we het hebben over horizontale verantwoording hebben we het over de dialoog met
belanghebbenden. Deze groep kent een grote verscheidenheid.
Een, wellicht onvolledige, opsomming:
a) Leerlingen: Op school is een leerlingenraad aanwezig.
b) Ouders: De ouders nemen deel aan de medezeggenschapsraad en bestuur.
c) Medewerkers: Ook medewerkers nemen deel in de medezeggenschapsraad. Verder
vinden op school teamvergaderingen plaats, naast de reguliere plenaire
vergaderingen.
d) Toeleverende scholen: De school houdt contact met de toeleverende basisscholen.
Resultaten van leerlingen worden teruggekoppeld naar de school. Jaarlijks
organiseert De Saad overleg met het basisonderwijs. Daarnaast is er gemeentelijk
overleg van onderwijsinstellingen.(OOGO)
e) Vervolgonderwijs: Goede contacten zijn er met het vervolgonderwijs via de
decanen. Op directie niveau is er met ROC’s Friesland College en Friese Poort
samenwerking, waarbij afspraken zijn gemaakt tot samenwerking v.w.b.
gezamenlijke projecten, warme overdracht en doorlopende leerwegen. De Saad
maakt ook deel uit van SWV Fryslân-Noard 21.01. Dit samenwerkingsverband
verdeelt zorg- en reboundgelden en zijn afspraken gemaakt over zorg en begeleiding
van leerlingen.
f) VO scholen: Via deelname aan het RPO en heeft de school op allerlei gebieden
overleg met omringende VO-scholen.
g) Bedrijven: De Saad onderhoudt intensieve contacten met het bedrijfsleven en
participeert in Technet kringen.
h) Overige: naast bovengenoemde contacten kunnen o.a. nog worden genoemd:
schoolmaatschappelijk werk, politie, St Voorkom en andere partijen voor
voorlichting en preventie.
20
3.3 Toekomstige ontwikkelingen
We willen leerlingen op hun voorkeur voor intelligentie type aanspreken door de keuze van
@vakken. Veel energie en tijd wordt gestoken in het remediërend onderwijs, ondersteuning
rekenen en kernvakken uur. Hiervoor is extra formatie vrijgemaakt.
Vanaf dit cursusjaar bieden we digitaal onderwijs aan voor de talen en wiskunde. Voor komend
schooljaar onderzoeken we de haalbaarheid van het aanbieden van digitaal onderwijs i.s.m. VO
Content.
Op onderwijskundig gebied willen we kennis en faciliteiten uitwisselen met Dockinga College.
Besprekingen hierover lopen.
3.4 Toelatingsbeleid
Elke leerling met een positief advies van de basisschool kan naar De Saad. We hechten veel
waarde aan dit advies. In de meeste gevallen wordt dit advies ondersteund door de
plaatsingswijzer en door een toets. Om de overstap van de leerlingen zo soepel mogelijk te laten
verlopen zijn goede contacten met het basisonderwijs erg belangrijk. Daarom bespreken wij
alle aangemelde leerlingen met de basisschool. Ook geven wij hen feedback over hun oud-
leerlingen. Zo hebben zij inzicht in hoe de leerlingen zocht ontwikkelen en wat er met hun
adviezen is gebeurd.
Leerlingen met een bespreek- of disharmonisch profiel en een goede instellingen kunnen op
individuele basis toegelaten worden. Door kleinere klassen en eventueel extra begeleiding halen
ook deze leerlingen een VMBO-T diploma.
Leerlingen met plusprofiel en advies TH kunnen op De Saad ook goed terecht. Zij halen in 4
jaar een diploma met 8 vakken. Bovendien bestaat de mogelijkheid om in 3 jaar een diploma te
halen. Dit noemen we sprinten.
3.5 Vertrouwenspersoon en klachtenregeling
Veruit de meeste klachten over de gang van zaken op school worden in onderling overleg met
ouder, leerlingen en betrokken personeel afgehandeld. De mentor vervult hierin vaak een rol.
Als de klacht niet op deze manier wordt opgelost, of als de afhandeling niet naar tevredenheid
heeft plaatsgevonden, kan men een beroep dopen op de schoolleiding en/of het bestuur.
Als de afhandeling dan nog niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden kan men contact
opnemen met de contactpersoon van de school, die kan doorverwijzen naar de
vertrouwenspersoon en als na eventuele inschakeling van de vertrouwenspersoon de klacht via
bemiddeling niet op een bevredigende manier kan worden afgehandeld, kan de klager een
beroep doen op de klachtencommissie.
Klachten kunnen op school mondeling of schriftelijk worden ingediend. Mondelinge klachten
worden niet geregistreerd, doch informeel behandeld. Schriftelijke klachten worden ingeleverd
bij de schoolleiding en deze worden geregistreerd. De klager krijgt een ontvangstbevestiging.
Voor problemen die te maken hebben met seksuele intimidatie kan men rechtstreeks contact
opnemen met de vertrouwenspersoon of de vertrouwensinspecteur.
Onze school is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Voortgezet Onderwijs van de
Besturenraad.
3.6 Verslag Commissie Intern Toezicht (CIT)
De CIT heeft vier keer met het bestuur overlegd.
De onderwerpen waren:
- het financieel beleid, zoals het vaststellen meerjarenbegroting
21
2016-2020
- het onderwijsbeleid op langere termijn, zoals ontwikkelen van nieuwe vakken,
- het personeelsbeleid
- de samenwerking met andere opleidingen
- het samenwerkingsverband en RPO
- bouwkundige aanpassingen, klimaatbeheersing in school
- de positie van de school in de regio met krimp.
Op de ledenvergadering heeft de CIT toelichting gegeven en de penningmeester decharge
verleend.
Dhr. F. Rozema (vz)
Dhr. J. Dijkstra
Dhr. R. Sinia
Financiële kengetallen
Aan de hand van de jaarrekening kan een aantal kengetallen en ratio's worden berekend die
verder inzicht kunnen geven in de gevolgen van het gevoerde beleid over het boekjaar en
waardoor het beeld uit de jaarrekening kan worden verduidelijkt.
Kengetallen 2016 2015
Solvabiliteit 1 80,2 % 79,3 %
Eigen vermogen in percentage van het totale vermogen.
Solvabiliteit 2 84,8 % 83,9 %
Eigen vermogen plus voorzieningen in percentage van het totale vermogen
Eigen vermogen in percentage van het totale vermogen.
De solvabiliteit geeft aan in hoeverre de stichting in staat is aan haar
langetermijnverplichtingen te voldoen. 25% á 50% wordt als goed aangemerkt. Is de waarde
hoger dan 25% dan is de stichting in staat om aan haar langetermijnverplichtingen te
voldoen.
Liquiditeit (Current ratio) 5,29 5,12
Verhouding vlottende activa en kortlopend vreemd vermogen.
Deze verhouding geeft aan in hoeverre de stichting in staat is aan
haar kortetermijnverplichtingen te voldoen. Een waarde
tussen de 1,5 en 2 is goed. Ligt de waarde boven de 1,5 dan
is de stichting in staat aan haar kortetermijnverplichtingen te voldoen.
Weerstandsvermogen 45,8 % 47,7 %
Verhouding tussen het totale eigen vermogen minus de materiële vaste activaen het totaal van de rijksbijdragen.
Een weerstandsvermogen tussen 10% en 40% wordt binnen de stichting als aanvaardbaar
geacht. Het weerstandsvermogen zegt iets over de reservepositie van de stichting en over de
mogelijkheden om financiële tegenvallers te kunnen opvangen.
Rentabiliteit -3,5 % 1,2 %
Verhouding exploitatieresultaat en de totale baten.
Dit heeft betrekking op het rendement en geeft aan of er sprake is van een positief dan wel
negatief exploitatieresultaat. Daarbij wordt uitgegaan van de gewone bedrijfsvoering. Het
wordt berekend door het resultaat (het "exploitatiesaldo") te delen door de totale baten van
de bedrijfsvoering.
Kapitalisatiefactor 66,8% 68,6%
Kapitalisatiefactor exclusief privaat 60,8% 62,8%
De kapitalisatiefactor geeft een indicatie of het totale vermogen van deorganisatie niet of inefficiënt wordt benut voor de uitvoering van detaken van de organisatie. De kapitalisatiefactor wordt bepaald door het totalekapitaal minus de gebouwen en terreinen te delen door de totale baten inclusief de financiële baten.
De volgende % worden hierbij ter indicatie gehanteerd.
35% bovengrens grote besturen (> 8mln omzet)
60% voor kleine besturen (<5 mln)
Aantal leerlingen per teldatum 1-10 (t-1) 413 438
Aantal FTE (inclusief vervanging) 35,58 37,47
Personeelskosten per FTE € 71.096 € 66.924
Percentage personeelskosten t.o.v. de totale lasten 81,3% 80,3%
Pagina 22
A1 Grondslagen
1 Algemeen
Activiteiten van het bevoegd gezag
In deze jaarrekening zijn de activiteiten van de Christelijke MAVO 'De Saad' en van de onder deze rechtspersoon vallende
scholen (zie gegevens rechtspersoon) verantwoord.
Grondslagen voor de jaarrekening
Bij de inrichting van de jaarrekening is de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, RJ-richtlijn 660 en Titel 9 Boek 2 BW
gehanteerd. De in de jaarrekening opgenomen bedragen luiden in hele euro's. In de balans is het
resultaatbestemmingsvoorstel reeds verwerkt. De waardering van activa en passiva vinden plaats op basis van historische
kosten. Tenzij bij de betreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden activa en passiva
gewaardeerd volgens het kostprijsmodel.
Financiële instrumenten
De Christelijke MAVO 'De Saad' heeft alleen primaire financiële instrumenten, voor de grondslagen wordt verwezen naar
de behandeling per post.
2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva
Materiële vaste activa
Investeringen in meubilair, ICT en leermiddelen worden op de balans gewaardeerd tegen de aanschafwaarde verminderd
met de cumulatieve afschrijvingen. De materiële vaste activa worden lineair afgeschreven vanaf de maand van aanschaf.
Als ondergrens van de te activeren activa wordt € 1.000,- aanghouden. Investeringssubsidies die ontvangen zijn, worden
in mindering gebracht op de investering. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur
rekening houdend met een eventuele restwaarde.
Eigendom
Schoolgebouwen, waarvan het juridisch eigendom berust bij de vereniging en het economisch eigendom bij de
gemeente, zijn niet in de balans opgenomen. Eventuele bruikleenscholen zijn eveneens niet verwerkt.
Vorderingen en overlopende activa
Vorderingen en overlopende activa worden gewaardeerd op nominale waarde onder aftrek van noodzakelijk geachte
voorzieningen voor oninbaarheid. De vorderingen en overlopende activa hebben een looptijd korter dan een jaar, tenzij
dit bij de toelichting op de balans anders is aangegeven.
Liquide middelen
Liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Liquide middelen die niet ter directe beschikking staan
worden verwerkt onder de vorderingen. Liquide middelen die gedurende langer dan 12 maanden niet ter directe
beschikking staan, worden verwerkt onder de financiële vaste activa.
Algemene reserve publiek
Deze post betreft de niet-gebonden reserve die voortkomt uit de door (semi-)overheidsinstellingen gefinancierde
activiteiten. Aan de reserve worden via de resultaatbestemming overschotten in een boekjaar toegevoegd en tekorten
onttrokken.
De algemene reserve vormt een buffer ter waarborging van de continuïteit van de Christelijke MAVO 'De Saad'.
Pagina 23
Bestemmingsreserves (publiek en privaat)
Hieronder opgenomen publieke en private reserves zijn bedoeld voor specifieke toekomstige uitgaven die uit de huidige
beschikbare middelen gedekt moeten worden. Per bestemmingsreserve is aangegeven of deze is opgebouwd uit
privaatrechtelijke dan wel publiekrechtelijke middelen.
Bestemmingsreserve huisvesting
De onderbouwing voor de bestemmingsreserve huisvesting is het meest actuele groot onderhoudsplan van het bestuur
wat globaal overeen komt met de hoogte van de reserve. Jaarlijks zal door middel van winstbestemming de
bestemmingsreserve worden aangepast aan het meest actuele onderhoudsplan. Groot onderhoud zal via de exploitatie
lopen.
Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd voor verplichtingen die op balansdatum bestaan en waarvan de omvang onzeker maar
wel betrouwbaar te schatten is.
Voorziening ambtsjubileum
Voor op balansdatum bestaande verplichtingen uit hoofde van ambtsjubilea is een voorziening gevormd. De voorziening
is gewaardeerd tegen contante waarde van de toekomstige uitbetalingen en is afhankelijk van de ingeschatte blijfkans,
gemiddelde salarisstijging en disconteringsvoet. Betaalde bedragen inzake jubileum worden ten laste van deze
voorziening gebracht.
Voorziening spaarverlof
Voor op balansdatum bestaande verplichtingen uit hoofde van spaarverlof is een voorziening gevormd. De voorziening is
gewaardeerd tegen contante waarde van de toekomstige uitbetalingen. Betaalde bedragen inzake spaarverlof worden ten
laste van deze voorziening gebracht.
Kortlopende schulden
Dit betreffen schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar. Kortlopende schulden
worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Overlopende passiva
De overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen die aan opvolgende perioden worden toegerekend en
nog te betalen bedragen, voor zover ze niet onder andere kortlopende schulden zijn te plaatsen.
Pagina 24
3 Grondslagen voor bepaling van het resultaat
Algemeen
Bij de bepaling van het exploitatiesaldo is uitgegaan van het baten en lastenstelsel. Dit betekent dat de opbrengsten en
kosten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Kosten hoeven nog geen uitgaven te zijn en
opbrengsten nog geen inkomsten.
Rijksbijdragen
- de ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder
verrekeningsclausule) worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben volledig verwerkt als bate in de de
staat van baten en lasten.
- geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteed overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen
verrekeningsclausule heeft) worden ten gunste van de staat van de baten en lasten verantwoord naar rato van de
voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waarvoor nog geen activiteiten zijn verricht per
balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva.
- geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekeningsclausule) worden ten gunste van de staat van de baten en
lasten verantwoord in het jaar waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet bestede middelen worden verantwoord
onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord
onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum.
Opbrengsten
Subsidies, niet zijnde investeringssubsidies, worden in het resultaat verantwoord zodra het waarschijnlijk is dat de
desbetreffende subsidies zullen worden ontvangen en voor zover de hiermee samenhangende bestedingen zijn verricht.
Pensioenen
De Christelijke MAVO 'De Saad' heeft een pensioenregeling. Pensioenen voor het onderwijspersoneel zijn ondergebracht
bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP).
Per eind 2016 heeft dit pensioenfonds een dekkingsgraad van 96,6%. De pensioenverplichting wordt gewaardeerd
volgens de "verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering". In deze benadering wordt de aan de pensioenuitvoerder
te betalen premie als last in de staat van baten en lasten verantwoord. Er bestaat geen verplichting tot het voldoen van
aanvullende bedragen in het geval van een tekort bij het ABP, anders dan het effect van hogere premies.
Rente
Renteopbrengsten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende
actiefpost.
Pagina 25
Model A: Balans per 31 december 2016 (na resultaatverdeling)
1 Activa
Vaste Activa
1.2 Materiële vaste activa 406.444 392.315
Totaal vaste activa 406.444 392.315
Vlottende activa
1.5 Vorderingen 60.596 67.242
1.7 Liquide middelen 1.632.317 1.796.217
Totaal vlottende activa 1.692.914 1.863.459
Totaal activa 2.099.358 2.255.774
2 Passiva
2.1 Eigen vermogen 1.683.560 1.788.668
2.2 Voorzieningen 96.053 102.854
2.4 Kortlopende schulden 319.745 364.252
Totaal passiva 2.099.358 2.255.774
31 december 2016 31 december 2015
31 december 2016 31 december 2015
Pagina 26
Model B: Staat van baten en lasten over 2016
Realisatie Begroting Realisatie
2016 2016 2015
3 Baten
3.1 Rijksbijdragen 2.788.583 2.753.591 2.925.605
3.2 Overige overheidsbijdragen 9.869 6.200 9.030
3.5 Overige baten 216.565 174.500 196.779
Totaal baten 3.015.018 2.934.291 3.131.415
4 Lasten
4.1 Personeelslasten 2.546.879 2.331.642 2.502.159
4.2 Afschrijvingen 133.263 117.902 149.686
4.3 Huisvestingslasten 154.947 183.750 178.529
4.4 Overige lasten 297.755 263.000 284.509
Totaal lasten 3.132.844 2.896.294 3.114.884
Saldo baten en lasten 117.826- 37.997 16.530
5 Financiële baten en lasten 12.718 20.000 21.483
Nettoresultaat 105.108- 57.997 38.013
Pagina 27
Model C: Kasstroomoverzicht
2016 2015
Kasstroom uit operationele activiteiten
Saldo Baten en Lasten 117.826- 16.530
Aanpassingen voor:
Afschrijvingen 133.263 149.686
Mutaties voorzieningen 6.801- 1.446-
Veranderingen in vlottende middelen:
Vorderingen (-/-) 6.646 23.692-
Schulden 44.507- 56.027-
Totaal kasstroom uit bedrijfoperaties: 29.225- 85.051
Ontvangen interest 12.718 21.823
Betaalde interest (-/-) - 340-
12.718 21.483
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten: 16.507- 106.534
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen in MVA (-/-) 147.392- 98.101-
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten: 147.392- 98.101-
Mutatie liquide middelen 163.899- 8.433
Beginstand liquide middelen 1.796.217 1.787.784
Mutatie liquide middelen 163.899- 8.433
Eindstand liquide middelen 1.632.318 1.796.217
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode wordt het nettoresultaat aangepast voor posten
van de winst- en verliesrekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het verslagjaar, mutaties in de balansposten en
posten van de winst- en verliesrekening waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouwd als behorende tot de operationele
activiteiten.
De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit liquide middelen onder aftrek van gerealiseerde bankkredieten. In het
kasstroomoverzicht wordt ondescheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financiersingsactiviteiten.
Pagina 28
Model VA: Vaste Activa
1 Activa
1.2 Materiele vaste activa
Cumulatieve
aanschafwaarde
per 31 december
2015
Cumulatieve
afschrijvingen tot
en met 31
december 2015
Boekwaarde per
31 december
2015
Investeringen Des- investeringen Afschrijvingen Cumulatieve
aanschafwaarde
per 31 december
2016
Cumulatieve
afschrijvingen tot
en met 31
december 2016
Boekwaarde
per 31
december
2016
1.2.1 Gebouwen en terreinen 279.106 187.052 92.054 15.493 279.106 202.545 76.561
1.2.2 Inventaris en apparatuur 848.487 561.498 286.990 132.600 104.704 981.087 666.202 314.885
1.2.3 Overige vaste activa 387.811 374.540 13.271 14.792 13.065 402.603 387.605 14.998
Materiële vaste activa 1.515.404 1.123.090 392.315 147.392 - 133.263 1.662.796 1.256.353 406.443
Onder inventaris en apparatuur vallen de posten meubilair, inventaris en ICT middelen.
Duurzame goederen worden geactiveerd bij een aanschafwaarde boven de € 1.000,-.
Onder andere vaste bedrijfsmiddelen vallen o.a. de vervoersmiddelen en onderwijsleerpakket.
Gehanteerde afschrijvingspercentages inventaris en andere vaste bedrijfsmiddelen per categorie:
termijn in jaren
1.2.1 - gebouwen en terreinen 5, 7, 25 of 30 jaar
1.2.2 - meubilair en overige invenstaris 10 en 15 jaar
- ICT 3 jaar
1.2.3 - boeken 4 jaar
Mutaties 2016
Pagina 29
Model VV: Voorraden en vorderingen
1.5 Vorderingen
31 december 2016 31 december 2015
1.5.2 OCW 1 1
1.5.7 Overige vorderingen 29.034 19.270
1.5.8 Overlopende activa 31.561 47.971
Vorderingen 60.596 67.242
Uitsplitsing
15201 - Vordering ministerie 1 1
1.5.2 OCW 1 1
15790 - Nog te ontvangen bedragen 29.034 19.270
1.5.7 Overige vorderingen 29.034 19.270
15800 - Vooruitbetaalde lasten 17.783 26.434
15840 - Transitorische posten 2.252 3.468
15890 - Overige overlopende activa 11.527 18.069
1.5.8 Overlopende activa 31.561 47.971
Pagina 30
Model EL: Effecten en Liquide middelen
1.7 Liquide middelen
31 december 2016 31 december 2015
1.7.1 Kasmiddelen 26 15
1.7.2 Tegoeden op bankrekeningen 1.632.291 1.796.202
Liquide middelen 1.632.317 1.796.217
Pagina 31
Model EV: Eigen vermogen
2.1 Eigen vermogen
Resultaat
Overige
mutaties
2.1.1 Algemene reserve 1.501.679 20.310- 1.481.369
2.1.2 Bestemmingsreserve publiek
Bestemmingsreserve huisvesting 104.797 84.797- 20.000
1.606.476 1.501.369
2.1.3 Bestemmingsreserve privaat
Bestemmingsreserve kapitaal 35.081 - 35.081
Bestemmingsreserve boeken 110.780 - 110.780
Bestemmingsreserve schoolbijdragen 36.330 - 36.330
182.191 182.191
Eigen Vermogen 1.788.667 105.107- - 1.683.560
Stand per
31 december 2015
Stand per
31 december 2016
Pagina 32
Model VL: Voorzieningen en langlopende schulden
2.2 Voorzieningen
Stand per 31
december
2015 Dotaties Onttrekkingen Vrijval
Rente mutatie
(bij contante
waarde)
Stand per 31
december
2016
Kortlopend
deel
< 1 jaar
Langlopend
deel
> 1 jaar
2.2.1 Personele voorzieningen 102.854 12.842 19.643 96.053 51.269 44.784
Voorzieningen 102.854 12.842 19.643 - - 96.053 51.269 44.784
Uitsplitsing
22100 - Voorziening jubilea 54.878 12.842 19.643 - - 48.077 3.293 44.784
22101 - Voorziening spaarverlof 47.976 - - - 47.976 47.976 -
2.2.1 Personele voorzieningen 102.854 12.842 19.643 - - 96.053 51.269 44.784
Pagina 33
Model KS: Kortlopende schulden
2.4 Kortlopende schulden
31 december 2016 31 december 2015
2.4.3 Crediteuren 16.623 -
2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 124.750 124.584
2.4.8 Schulden ter zake van pensioenen 35.509 28.832
2.4.9 Overige schulden 10.535 31.585
2.4.10 Overlopende passiva 132.327 179.251
Kortlopende schulden 319.745 364.253
Uitsplitsing
24700 - Af te dragen aan Belastingdienst 119.901 118.790
24732 - Te betalen premie RF 4.849 5.794
2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 124.750 124.584
24800 - Te betalen pensioenbijdragen 35.509 28.832
2.4.8 Schulden ter zake van pensioenen 35.509 28.832
24900 - Nog te betalen bedragen 9.700 31.585
24930 - Te betalen netto salarissen 835 -
2.4.9 Overige schulden 10.535 31.585
24020 - Nog te besteden subsidies ministerie 35.801 72.913
24040 - Vooruitontvangen bedragen 8.937 12.892
24050 - Aanspraken vakantiegeld 87.589 93.446
2.4.10 Overlopende passiva 132.327 179.251
Pagina 34
Model G: Verantwoording subsidies
G1. VERANTWOORDING VAN SUBSIDIES ZONDER VERREKENINGSCLAUSULE (Regeling ROS art. 13, lid 2 sub a en EL&I regelingen betrekking hebben op de EL&I subsidies)
bedrag ontvangen t/m Prestatie
Omschrijving Kenmerk Datum toewijzing verslagjaar afgerond
€ € Ja/nee
Regeling lerarenbeurs voor scholing en zij-instroom 2009-2017 DL/B/110284 17-8-2016 18.708 18.708 nee
Regeling lerarenbeurs voor scholing en zij-instroom 2009-2017 DL/B/110284 15-11-2016 5.846 5.846 nee
totaal 24.555 24.555
G2. VERANTWOORDING VAN SUBSIDIES MET VERREKENINGSCLAUSULE (Regeling ROS art. 13, lid 2 sub B en EL&I regelingen betrekking hebben op de EL&I subsidies)
G2.A. Aflopend per ultimo verslagjaar
bedrag ontvangen t/m totale te verrekenen
Omschrijving Kenmerk Datum toewijzing verslagjaar kosten ultimo verslagjaar
n.v.t. € € € €
totaal - - - -
G2.B. Doorlopend tot in een volgend verslagjaar
bedrag saldo ontvangen in lasten in totale kosten saldo nog te besteden
Omschrijving Kenmerk Datum toewijzing 1 januari 2016 verslagjaar verslagjaar 31 december 2016 31 december 2016
n.v.t. € € € € € €
totaal - - - - - -
ONO Onderwijs Netwerk Ondernemen
Het bestuur heeft geen subsidie ontvangen met betrekking tot Onderwijs Netwerk Ondernemen.
Toewijzing
Toewijzing
Toewijzing
Pagina 35
Model OB: Opgave overheidsbijdragen
3.1 Rijksbijdragen
Werkelijk Begroting Werkelijk
2016 2016 2015
3.1.1 Normatieve rijksbijdragen 2.747.404 2.717.491 2.868.964
3.1.2 Overige subsidies OCW 20.369 16.900 36.927
3.1.3 Ontvangen doorbetalingen Rijksbijdrage SWV 20.811 19.200 19.714
Rijksbijdragen 2.788.583 2.753.591 2.925.605
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Werkelijk Begroting Werkelijk
2016 2016 2015
3.2.1 Overige overheidsbijdragen (gemeente) 5.000 5.000 9.030
3.2.2 Overige overheidsbijdragen 4.869 1.200 -
Overige overheidsbijdragen en -subsidies 9.869 6.200 9.030
Pagina 36
Model AB: Opgave andere baten
3.5 Overige baten
Werkelijk Begroting Werkelijk
2016 2016 2015
3.5.1 Wettelijke cursus- en lesgelden 600 900 450
3.5.5 Overige baten 606 1.600 882
3.5.6 Bijdragen 215.359 172.000 195.447
Overige baten 216.565 174.500 196.779
Pagina 37
Model LA: Opgave van de lasten
4 Lasten
4.1 Personele lasten
Werkelijk Begroting Werkelijk
2016 2016 2015
4.1.1 Lonen salarissen sociale lasten en pensioenlasten 2.529.604 2.270.942 2.507.639
4.1.2 Overige personele lasten 63.706 60.700 23.025
4.1.3 Af: Uitkeringen die personeelslasten verminderen 46.432 - 28.505
Personele lasten 2.546.879 2.331.642 2.502.159
Uitsplitsing
4.1.1.1 Brutolonen en salarissen 1.993.831 2.270.942 1.967.731
4.1.1.2 Sociale lasten 289.078 284.531
4.1.1.3 Pensioenpremies 246.696 255.377
Lonen en salarissen 2.529.604 2.270.942 2.507.639
4.1.2.1 dotaties voorzieningen 12.842 33.000 4.665
4.1.2.2 personeel niet in loondienst 24.650 9.700 -
4.1.2.3 overige 26.213 18.000 15.808
Overige personele lasten 63.705 60.700 20.473
4.2 Afschrijvingslasten
Werkelijk Begroting Werkelijk
2016 2016 2015
4.2.2 Afschrijving op materiele vaste activa 133.263 117.902 149.686
Afschrijvingslasten 133.263 117.902 149.686
Pagina 38
4.3 Huisvestingslasten
Werkelijk Begroting Werkelijk
2016 2016 2015
4.3.1 Huurlasten 27.528 27.100 27.750
4.3.2 Verzekeringslasten 1.876 1.800 -
4.3.3 Onderhoudslasten 15.521 30.500 35.691
4.3.4 Lasten voor energie en water 45.476 57.000 51.335
4.3.5 Schoonmaakkosten 55.195 57.900 53.855
4.3.6 Belastingen en heffingen 4.620 2.250 4.120
4.3.8 Overige huisvestingslasten 4.731 7.200 5.779
Huisvestingslasten 154.947 183.750 178.529
4.4 Overige lasten
Werkelijk Begroting Werkelijk
2016 2016 2015
4.4.1 Administratie- en beheerslasten 85.361 66.500 111.398
4.4.2 Inventaris en apparatuur 101.120 102.000 58.840
4.4.5 Overige lasten 111.274 94.500 114.271
Overige lasten 297.755 263.000 284.509
Specificatie honorarium
4.4.1.1 Onderzoek jaarrekening 7.116 14.025
Accountantslasten 7.116 - 14.025
Pagina 39
Model FB: Financiële baten en lasten
5 Financiële baten en lasten
Werkelijk Begroting Werkelijk
2016 2016 2015
5.1 Rentebaten 12.718 20.000 21.483
Financiële baten en lasten 12.718 20.000 21.483
Pagina 40
Model E: Overzicht verbonden partijen
Naam
Juridische vorm
2016
Statutaire
zetel Code activiteiten
Steunfonds de Saad Stichting Damwoude Onroerende zaken
SWV Fryslân-Noard Stichting
Pagina 41
WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi publieke sector
4.1: Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen
Vermelding topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen 1 (vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking)
2016
Maximum bezoldiging 2016: 106.000€
Naam Voorzitter
Ingang dienst-
verband
Einde dienst-
verband
Omvang
dienst-
verband Beloning
Belastbare
onkosten-
vergoeding
Voorzieningen
beloning op
termijn
Uitkeringen
wegens
beëindiging
dienstverband
Motivering overschrijding norm en
andere toelichtingen
j / n in FTE € € € €
Dhr. H.R. Visser 1-3-1994 1,0000 87.801 6.793 11.819
De bezoldiging valt boven de
maximum bezoldiging. De
overschrijding bedraagt € 413.
Deze overschrijding valt binnen
het overgangsrecht.
Dhr. P. Raap 28-8-1995 1,0000 88.896 386 11.421
2015
Naam Voorzitter
Ingang dienst-
verband
Einde dienst-
verband
Omvang
dienst-
verband Beloning
Belastbare
onkosten-
vergoeding
Voorzieningen
beloning op
termijn
Uitkeringen
wegens
beëindiging
dienstverband
Motivering overschrijding norm en
andere toelichtingen
j / n in FTE € € € €
Dhr. H.R. Visser 1-3-1994 1,0000 82.435 - 11.697
Vermelding topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen 2 (vermelding alle bestuurders zonder dienstbetrekking)
Naam Voorzitter
Ingang dienst-
verband
Einde dienst-
verband
Omvang
dienst-
verband Beloning
Belastbare
onkosten-
vergoeding
Voorzieningen
beloning op
termijn
Uitkeringen
wegens
beëindiging
dienstverband
Motivering overschrijding norm en
andere toelichtingen
n.v.t. j / n in FTE € € € €
Pagina 42
Vermelding toezichthouders (lid van het hoogste toezichthoudend orgaan)
2016
Functie of functies Naam Voorzitter
Ingang dienst-
verband
Einde dienst-
verband Beloning
Belastbare
onkosten-
vergoeding
Voorzieningen
beloning op
termijn
Uitkeringen
wegens
beëindiging
dienstverband
Motivering overschrijding norm en
andere toelichtingen
j / n € € € €
Voorzitter Dhr. D. van der Meer j 1-1-2012 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Secretaris Mevr. H. Regnerus-van der Zwaag n 1-1-2014 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Penningmeester Dhr. S. Rosier n 1-1-2011 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Lid Mevr. T. Jilderda-van der Zwaag n 1-1-2014 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Lid Dhr. S.C. Pompstra n 1-1-2016 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Lid Dhr. B. Veenstra n 1-1-2015 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Lid Dhr. G.J. Veenstra n 1-1-2010 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Lid Dhr. M. Lodewijks n 1-1-2016 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Voorzitter Comm.Intern toezicht Dhr. G. Epema j 1-1-2013 11-11-2016 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Voorzitter Comm.Intern toezicht Dhr. F. Rozema j 12-11-2016 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Secretaris Comm.Intern toezicht Dhr. J. Dijkstra n 1-1-2013 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Lid Comm.Intern toezicht Dhr. S.P Deelstra n 1-1-2013 11-11-2016 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Lid Comm.Intern toezicht Dhr. R. Sinia n 12-11-2016 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
2015
Functie of functies Naam Voorzitter
Ingang dienst-
verband
Einde dienst-
verband Beloning
Belastbare
onkosten-
vergoeding
Voorzieningen
beloning op
termijn
Uitkeringen
wegens
beëindiging
dienstverband
Motivering overschrijding norm en
andere toelichtingen
j / n € € € €
Voorzitter Dhr. D. van der Meer j 1-1-2012 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Secretaris Mevr. H. Regnerus-van der Zwaag n 1-1-2014 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Penningmeester Dhr. S. Rosier n 1-1-2011 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Lid Mevr. T. Jilderda-van der Zwaag n 1-1-2014 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Lid Dhr. E. Klaver n 1-1-2016 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Lid Dhr. B. Veenstra n 1-1-2015 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Lid Dhr. G.J. Veenstra n 1-1-2010 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Voorzitter Comm.Intern toezicht Dhr. G. Epema j 1-1-2013 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Secretaris Comm.Intern toezicht Dhr. J. Dijkstra n 1-1-2013 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Lid Comm.Intern toezicht Dhr. S.P Deelstra n 1-1-2013 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Pagina 43
4.2: Vermelding gegevens van eenieder van wie de bezoldiging de WNT-norm te boven gaat
Vermelding niet-topfunctionarissen (andere functionarissen van wie de bezoldiging c.q. de ontslagvergoeding de norm overschrijdt)
Functie of functies Ingang dienstverband
Einde dienst-
verband
Omvang dienst-
verband Beloning
Belastbare
onkosten-
vergoeding
Voorzieningen
beloning op
termijn
Uitkeringen
wegens
beëindiging
dienstverband
Motivering
overschrijding
norm en andere
toelichtingen
n.v.t. in FTE € € € €
Vermelding niet-topfunctionarissen (zelfde als hierboven, maar dan over het voorgaande verslagjaar)
Functie of functies Ingang dienstverband
Einde dienst-
verband
Omvang dienst-
verband Beloning
Belastbare
onkosten-
vergoeding
Voorzieningen
beloning op
termijn
Uitkeringen
wegens
beëindiging
dienstverband
Motivering
overschrijding
norm en andere
toelichtingen
n.v.t. in FTE € € € €
Pagina 44
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Vordering OC&W:
Voorziening levensfasebewust personeelsbeleid
In het kader van de Regeling Levensfasebewust personeelsbeleid is een inventarisatie gedaan onder het personeel, maar er zal geen gebruik
worden gemaakt van de rechten tot sparen hiervoor.
Langlopende verplichtingen:
Het bestuur is meerdere langlopende verplichtingen aangegaan:
Kopieercontract
Voor de huur van kopieermachines is per 25-11-2013 een contract met Ricoh aangegaan voor de duur van 72 maanden. De te betalen
bedragen zijn op basis van verbruik.
Huurovereenkomst Stichting Steunfonds
Met ingang van 1 augustus 2012 is een huurovereenkomst gesloten met Stichting Steunfonds Protestants Voortgezet Onderwijs 'De Saad'. De
overeenkomst is voor de duur van 3 jaar aangegaan en wordt stilzwijgend ieder jaar opnieuw verlengd. De huur bedraagt € 24.756 op
jaarbasis.
Schoonmaakcontract
Voor het schoonmaken van de school is een schoonmaakcontract aangegeven met Hectas. Dit contract wordt elk jaar opgezegd en opnieuw
afgesloten. De kosten in 2016 bedragen € 52.000.
De vordering op OC&W houdt verband met het betaalritme bij het voortgezet onderwijs en is het verschil tussen de 32% die het ministerie
voor de periode augustus-december beschikbaar stelt, en de 42% (5/12e) waar de school officieel recht op heeft, zijnde € 124.528 .
Aangezien op 01-01-2006 de nieuwe lumpsumversrtrekking begon op kalenderjaarbasis is dit bedrag door de school op dit moment niet
invorderbaar. Omdat de verwachting is dat deze vordering ook de komende jaren niet kan worden geind, is voor dit bedrag een voorziening
gevormd.
Pagina 45
Bestemming van het resultaat
Vanuit de statuten zijn geen nadere bepalingen opgenomen met betrekking tot de bestemming van het resultaat.
Het voorstel voor de resultaatbestemming is als volgt:
Resultaat 2016
-20.310 wordt onttrokken aan de algemene reserve
-84.797 wordt onttrokken aan de bestemmingsreserve publiek
-105.107 totaal resultaatverdeling
Pagina 46
Gebeurtenissen na balansdatum
Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die van invloed zijn op
de waardering van de in de balans getoonde posten of het resultaat.
Pagina 47
Ondertekening door bestuurders en toezichthouders
- De heer F. Rozema Voorzitter
- De heer J. Dijkstra Secretaris
- De heer R. Sinia Lid
Datum vaststelling jaarrekening:
Pagina 48
Controle verklaring van de onafhankelijke accountant
Pagina 49
Gegevens over de rechtspersoon
Algemene gegevens
Bestuursnummer 88.518
Naam instelling Christelijke MAVO 'De Saad'
Adres Nieuweweg 1
Postcode 9104 ZH
Plaats Damwoude
Telefoon 0511-421581
Contactpersoon De heer H.R. Visser
E-mailadres [email protected]
Leerlingaantallen (t-1)
2016 413
2015 438
2014 431
2013 422
Pagina 50
