CAW Inzicht 2015/3

28
DRIEMAANDELIJKS MAGAZINE VAN CENTRUM ALGEMEEN WELZIJNSWERK OOST-BRABANT VZW MAATSCHAPPELIJKE ZETEL: REDINGENSTRAAT 6, 3000 LEUVEN - P916883 - september 2015 Nr 3/2015 Giften zi jn steeds welkom op IBAN BE59 7775 9209 2726 Samenwerking tussen Justitie en Welzijn: Boeiende tijden, grote verwachtingen. De zesde staatshervorming: naar een meer welzijnsgerichte justitie? Het aanbod van CAW Oost-Brabant op het snijvlak tussen straf en herstel.

description

De zesde staatshervorming heeft zijn impact op het snijvlak van welzijn en justitie. Met de overheveling van de bevoegdheid over de strafuitvoering naar het Vlaamse niveau, vergroten de mogelijkheden op samenwerking tussen CAW en justitiële partners. Een samenwerking die voor ons nog meer dan nu al het geval is het perspectief opent op een welzijns- en herstelgerichte justitie. CAW Oost-Brabant heeft heel wat te bieden in het forensisch en justitieel welzijnswerk. Deze CAW Inzicht geeft een inzage. Met de stem van beleidsmakers, experten en hulpverleners tonen we hoe dader en slachtoffer, straf en hulp, breuk en herstel in en om het CAW niet altijd tegenpolen hoeven te zijn.

Transcript of CAW Inzicht 2015/3

DRIEMAANDELIJKS MAGAZINE VAN CENTRUM ALGEMEEN WELZIJNSWERK OOST-BRABANT VZWMAATSCHAPPELIJKE ZETEL: REDINGENSTRAAT 6, 3000 LEUVEN - P916883 - september 2015

Nr 3/2015

Giften zi jn steeds welkom op IBAN BE59 7775 9209 2726

Samenwerking tussen Justitie en Welzijn: Boeiende tijden, grote verwachtingen.

De zesde staatshervorming: naar een meer welzijnsgerichte justitie?

Het aanbod van CAW Oost-Brabant op het snijvlak tussen straf en herstel.

ZOGEZEGDGEZEGD

Ik denk dat een instituut dat macht uit-oefent zichzelf steeds kritisch in vraag moet stellen en zich steeds bewust moet zijn van de geslotenheid van zichzelf. In die zin biedt deze staatshervorming nieuwe perspectieven, herverkavelingen met inhoudelijke fi naliteit en daarin liggen kansen.

De vervlechting justitie-welzijn is niet zo ver-wonderlijk. Beiden hanteren een uitgangs-punt dat zijn wortels heeft in het denken over een rechtvaardige maatschappij.

Wie met slechts één perspectief bezig is, vergeet makkelijk het andere. Werken vanuit meerdere perspectieven kan fi naal tot betere uitkomsten voor alle betrokkenen leiden. Dat is de meerwaarde.

Als welzijnsorganisatie hebben wij een holistische kijk op mensen. We bekijken de brede context, de mens in de samenleving, met al zijn facetten, niet enkel de juridische.

ZOGEZEGD

EditoriaalEditoriaalEditoriaal

Beste lezer,

Een menselijk drama speelt zich, ook onder onze ogen, af. Mensen, gevangen tussen hamer en aambeeld van strijdende partijen, zijn op de vlucht met als eerste doel: overleven. De beelden beheersen al weken alle mogelijke media.

Als het ergens over menselijke nood gaat, dan hier wel. En dus niet over rechten én plichten zoals een Vlaams politica eerder beweerde. Plichten heb je als burger, maar vooraleer je die erkenning krijgt heb je enkel een recht: het recht op hulp.

Dat recht op hulp beweegt velen onder ons tot solidariteit. En ook het CAW zal een extra inspanning leveren wanneer de asielzoekers vanuit de hoofdstad in Oost-Brabant terecht komen. Je leest er in dit nummer over.

Dat de vluchtelingencrisis de politieke agenda beheerst, spreekt voor zich. De waarden van een humanitaire en democratische samenleving verenigen met budgetten, onderlinge solidariteit, praktische noodhulp en voldoende perspectieven vraagt tijd, overleg en actie op regionaal, nationaal en Europees niveau.

Eveneens hoog op de politieke agenda, minder in de media, maar bijzonder relevant voor de werking van het CAW is de impact van de zesde staatshervorming op het snijvlak van welzijn en justitie. Met de overheveling van de bevoegdheid over de strafuitvoering naar het Vlaamse niveau, vergroten de mogelijkheden op samenwerking tussen CAW en justitiële partners. Een samenwerking die voor ons nog meer dan nu al het geval is het perspectief opent op een welzijns- en herstelgerichte justitie.

Tijd om u, beste lezer en sympathisant, even wegwijs te maken in het forensisch en justitieel welzijnswerk dat CAW Oost-Brabant rijk is. Met de stem van beleidsmakers, experten en hulpverleners tonen we u hoe dader en slachtoffer, straf en hulp, breuk en herstel in en om het CAW niet altijd tegenpolen hoeven te zijn.

Bert Lambeir

Directeur CAW Oost-Brabant

3

4

In gesprek met Karine Moykens,secretaris-generaal van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.

Welke is volgens u de essentie van de staatshervorming op het vlak van justitie en de impact op welzijn?Moykens: Er is natuurlijk al langer een link tussen justitie en welzijn, en die moeten we niet uit het oog verliezen. De CAW’s organiseren forensisch welzijnswerk en er is ook het strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden dat in de ge-vangenissen wordt uitgezet. Het grote verschil nu is dat een eigen dienstverlening aan burgers, onder rechtstreekse bevoegdheid van het departement komt, zowel naar justitiabelen als naar slachtof-fers toe. Ten tweede grijpen we nu direct in op de strafuitvoering. Die komt naar Vlaanderen, terwijl de rechterlijke macht die de straf bepaalt en uit-spreekt, federaal blijft. Anderen nemen de beslis-singen, die wij uitvoeren, en zijn zo een externe kostendrijver. Dit is een aandachtspunt.

Hoe zou u de opportuniteiten van deze staatshervorming omschrijven?Moykens: Natuurlijk kunnen we nu meer welzijns-gerichte aspecten in de strafuitvoering brengen, maar we moeten het onderscheid tussen welzijn en strafuitvoering scherp houden. Laat ons niet in de valkuil trappen om enkel te focussen op de jus-titiehuizen en wat daarmee samenhangt. Zo is bv. het elektronisch toezicht een zuivere strafuitvoe-ring waarin de justitiële component primeert. Dat alles neemt niet weg dat wij makkelijker dan op fe-deraal vlak de link tussen welzijn en justitie kunnen leggen. Mensen die onder voorwaarden vrij komen kunnen vlotter naar de juiste welzijnspartner ver-wezen worden om die voorwaarden uit te voeren. De wegen zijn gekend.

Voor de mensen die het werk doen (in de Vlaamse

overheid of in de CAW’s) én voor de mensen die ons nodig

hebben moet het duidelijk zijn waarvoor men bij wie

terecht kan.

“Dit plaatst ons wel voor een kerntakendebat: doorgaan zoals voorheen kan niet. We bereiden een grote conferentie voor waarin de rol van de justitiehuizen moet worden scherp gesteld. Op welke niveaus situeren zich die kerntaken en wel-ke zijn daarin onze voornaamste partners? Daarin is het noodzakelijk dat de justitiehuizen voor jus-titie een betrouwbare partner blijven. Daarbij zijn er ook enkele open vragen. Wat met bv. de eer-stelijns juridische bijstand? En wat met slachtof-ferhulp en slachtofferonthaal? Hoe verhouden die zich tot mekaar, hoe worden die beter op mekaar afgestemd en wie moet dat opnemen? Dat moe-ten we snel uitklaren.

Hoe wil u dat aanpakken?Moykens: In aanloop naar de conferentie orga-niseren we een heleboel werktafels met talrijke

De zesde staatshervorming en de CAW’s

5

stakeholders uit welzijn en justitie om de inbreng van zoveel mogelijk betrokkenen te verzamelen. Ook onze eigen personeelsleden zullen uiteraard betrokken worden. Die input moet ons inspireren om de richting waarin we willen gaan te bepalen. Dat zal vervolgens in 2016 een decretale basis krij-gen.

Daaruit volgt dan de vraag of en in welke secto-ren er aanpassingen zullen moeten komen. Zo be-weegt er heel wat in de CAW’s. Vraag hier is of bv. het geïntegreerd onthaal versterkt moet worden, hoe het justitieel welzijnswerk verder wordt uitge-bouwd.

CAW’s kijken hiernaar met goesting, maar tegelijk ook met enige zorg. Welke zijn in dit kerntakendebat voor u de krijtlijnen?Moykens: Ten eerste moeten we doublures ver-mijden. Voor de mensen die het werk doen (in de Vlaamse overheid of in de CAW’s) én voor de mensen die ons nodig hebben moet het dui-delijk zijn waarvoor men bij wie terecht kan. Ook de schaarse middelen moeten zo efficiënt mogelijk ingezet worden. Ten derde wijzigt de federale re-gelgeving vanaf 1/1/16 erg fundamenteel en dat straalt af op onze en jullie job. Hierop moeten wij een efficiënte organisatie bouwen. Afbouw is niet het uitgangspunt, durven rationaliseren is dat wel: eerstelijns juridische bijstand, slachtofferhulp/slachtofferonthaal, en alle burgerrechtelijke op-drachten (scheiding, schuldbemiddeling, …) zijn voor mij hierin prioriteit op dit snijvlak welzijn-jus-titie. Dit moet snel duidelijk worden.

Op dat snijvlak benadrukken de CAW’s graag het perspectief van de cliënt en hun autonomie in functie van goede hulpver-lening. Hoe zorgen we ervoor dat die wel-zijnsinsteek gewaarborgd blijft? Hoe blij-ven de verschillende missies van justitie en welzijn overeind?Moykens: Dit zou wel eens hét argument kunnen zijn om die tussenfiguur van de justitie-assistent te behouden. Zij zijn geen welzijnswerkers en mo-gen dat ook niet zijn. Dat is de corebusiness van de CAW’s. Zij verzorgen wel de goede toeleiding naar het welzijnswerk. Dit linkt ook aan de kwestie van de gegevensuitwisseling, het tweede essentiële vraagstuk voor de conferentie. Magistraten hebben nood aan dossierstukken om goede beslissingen te nemen. Dat betekent niet dat privacygevoelige ele-menten gedeeld moeten worden. Het perspectief van de cliënt én de rechten van en meerwaarde voor de samenleving moeten hier samenkomen.

Een moeilijk maar pertinent vraagstuk dat ook in het decreet opgenomen zal moeten worden.

De CAW’s hebben een brede werking, een divers doelpubliek en een ruim maat-schappelijk perspectief. Is dat in dit debat een opportuniteit?Moykens: Je noemt net de sterkte van de CAW’s. Een bijzondere expertise. Zo kennen jullie bv. goed het slachtofferperspectief. Wie met slechts één perspectief bezig is, vergeet makkelijk het andere. Werken vanuit meerdere perspectieven kan finaal tot betere uitkomsten voor alle betrokkenen lei-den. Dat is de meerwaarde.

De hele staatshervorming op het vlak welzijn-justitie heeft allicht ook valkuilen. Welke ziet u?Moykens: Ze zijn niet onbekend. We moeten in de strafuitvoering een betrouwbare partner zijn en mogen daarin geen fouten maken. We mogen m.a.w. geen exclusief welzijnspetje opzetten. En dan is er natuurlijk nog het budgettair kader. De krapte is gekend, de efficiëntiewinst is gewenst en tegelijk moet iedereen over de correcte middelen beschikken om zijn opdracht uit te voeren. Dat zal tot herschikking leiden.

Wat verwacht u daarin van de CAW’s?Moykens: Een open mind. We hebben jullie al eni-ge tijd in een transitie geduwd, dit zal er ook een zijn. Minder groot, maar toch. Een aanpassing is vereist, ook al is dat niet evident. Ik reken op jullie actieve, constructieve participatie. En dat kan zelfs vanuit jullie eigen missie.

En wat mogen de CAW’s van u verwach-ten?Moykens: Voor mij zijn de CAW’s valabele ge-sprekpartners die intussen een stevige plek ver-wierven in het eerstelijnslandschap op ver- schil-lende domeinen (van IJH tot het justitiële). Jullie zijn daarom een cruciale speler, maar die vaak nog onvoldoende gekend is. Aan ons om jullie te hel-pen jullie nog meer bekend te maken bij elke bur-ger. Die laatste moet weten dat hij bij jullie terecht kan met gelijk welke vraag en dat hij niet moet wachten tot die vraag een zwaar probleem wordt. Jullie zo mee in de picture plaatsen is iets wat wij voor jullie kunnen doen.

Een mooie afsluiter. Hartelijk dank voor dit gesprek.

6

Deze staatshervorming biedt kansen

De biotoop van een van onze bestuurders is het snij-vlak van justitie, welzijn, geestelijke gezondheidszorg en ziekenhuizen. John Vanacker is administrateur-generaal van het Openbaar Psychiatrisch Zorgcen-trum te Rekem, waar ze ook een forensische afde-ling hebben voor geïnterneerden vrij op proef, zowel ziekenhuis (Rekem) als psychiatrisch verzorgingstehuis (PVT) (Rekem en Antwerpen). Hij was in het verleden gevangenisdirecteur van de Leuvense Hulpgevangenis en heeft zo de opstart van het Justitieel Welzijnswerk van nabij meegemaakt. Hij is CAW bestuurder sinds 1993. De geknipte persoon om het over het justitiële luik van de staatshervorming te hebben.

Vanacker: De staatshervorming is een ‘voorlopige transfer’. Voorlopig betekent niet dat het kan te-ruggedraaid worden, maar dat er binnen afzienba-re tijd normaal gezien nog een stuk zal volgen. Het geeft de kans om een integraal beleid te gaan voe-ren. Zo werken een aantal mensen in de Vlaamse Gemeenschap nu bijvoorbeeld een beleid voor ge-interneerden uit. Je komt daar snel in aanraking met sociale factoren die een link hebben met welzijn. In die zin zou je kunnen zeggen dat de staatshervor-ming toelaat om beter op een aantal elementen te sturen. Mocht ook de strafuitvoering naar Vlaande-ren gaan, dan kan je vanuit Vlaanderen zeggen dat je beschikt over meerdere troeven om een goed allesomvattend beleid te gaan voeren.

Ik denk dat er een aantal zeer goede trends zijn ingezet, en ik ben hoopvol, maar we zijn er nog niet.

Interview met John Vanacker,administrateur-generaal van het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem en bestuurder van CAW Oost-Brabant.

De kracht van de CAW’s zit in hun autonomie. Zeker vanuit cliëntperspectief is dit van be-lang. Komt dit nu onder druk te staan?

Vanacker: Ik meen van niet. Er zijn een aantal over-lappingen, en dat is goed om de dingen scherp en zuiver te stellen. Je afvragen waar je als organisatie voor staat en wat de eigenheden zijn, welke wer-king je wil uitbouwen. Dat vind je terug in de missie van organisaties. Zo moet de dienst slachtofferont-haal bij de justitiehuizen de opdracht van het parket uitvoeren, in het CAW neem je bij slachtofferhulp die justitiële situatie mee als context maar niet als criterium van waaruit je handelt.

Ziet u een meerwaarde in die welzijnscompo-nent binnen een justitieel kader?

Vanacker: Ik zie daar nog meer meerwaarde in dan vroeger. Omdat je op een bepaald moment een

In die zin biedt een staatshervorming nieuwe perspectieven, herverkavelingen met

inhoudelijke finaliteit en daarin liggen kansen. En die moet je

grijpen.

7

aanbod kan doen, bijvoorbeeld in de gezondheids-zorg, waar het belangrijk is dat de regels van de gezondheidszorg spelen, en niet de regels van jus-titie. Ik denk dat een instituut dat macht uitoefent zichzelf steeds kritisch in vraag moet stellen en zich steeds bewust moet zijn van de geslotenheid van zichzelf.

In die zin biedt een staatshervorming nieuwe per-spectieven, herverkavelingen met inhoudelijke finaliteit en daarin liggen kansen. En die moet je grijpen. Een staatshervorming is altijd een breuklijn maar ook het resultaat van een politiek compro-mis. Je mag maatschappelijk snijvlakken hebben, maar het is belangrijk om daarbinnen je eigenheid te benadrukken.

Als je kijkt naar de ziekenhuizen binnen de gezond-heidszorg is er een overdracht gebeurd voor finan-ciering van de gebouwen, maar de transfers over andere domeinen zijn nog niet gevoerd (financiële middelen, normen, …). Er moet nog aangebreid worden, maar dat betekent tegelijkertijd dat ka-ders moeten hertekend worden en dat levert nog zoveel mogelijkheden.

Als je spreekt vanuit het snijvlak van gezond-heidszorg en justitie dan spreek je over twee grote sectoren die qua sterkte evenwaardig zijn. Het eerstelijnswelzijnswerk is kleiner en staat zo sterk niet. Worden de missie en de es-sentie van wat welzijnswerk is, door iedereen gezien? Vanacker: Het Openbaar Psychiatrisch Zorgcen-trum (OPZC) zit samen met het CAW in een overlegtafel van art.  107 (nvdr. overleg over de afbouw van residentiële psychiatrische bedden naar meer ambulante zorg) binnen het netwerk Noolim. Daar stellen we uitdrukkelijk hoe belang-rijk we het vinden dat partners die niet in de strikte zin van het woord een GGZ-dienst zijn (activering, CAW’s, OCMW’s, …), aanwezig zijn. Alleen stel ik vast dat een aantal van hen overvraagd worden en dat zij hun identiteit heropbouwen door te kijken welke opdrachten zij gaan opnemen en welke niet.

We moeten ook samen theorie en denkmodellen ontwikkelen om in de praktijk aan de slag te gaan. Ik vraag me af of men vanuit welzijn voldoende bezig is met de eigen inhoudelijke fundamenten of voert men vooral een middelendiscussie rond nieuwe trends in de samenleving. We moeten mid-delen bijkrijgen als we nieuwe opdrachten bijne-men. Boter bij de vis. Terwijl je eigenlijk een meer integrale verantwoordelijkheid krijgt voor een aan-tal domeinen. Als een overheid dan prioriteiten bepaalt, moeten moeilijke keuzes gemaakt wor-

den. Bijvoorbeeld de keuze voor chathulpverlening van het JAC: andere vorm van (samen)werken, openingsuren aanpassen…

Ik heb van 1985 tot 2006 quasi onafgebroken in een apparaat in dezelfde sector gewerkt en gezien dat er niets gebeurde rond internering. Als ik nu zie wat de laatste jaren wordt ingezet aan mogelijkhe-den en middelen, dan ben ik blij en dat mag je mij niet afnemen. Ik ben hoopvol: kunnen samenzitten met een CAW in het kader van art.107, dat is be-langrijk voor mij.

Zou je de suggesties kunnen vertalen naar de kansen die er nu voor ons liggen in de staats-hervorming op het snijvlak justitie-welzijn? Vanacker: Je hebt overlappende thema’s: armoede, huisvesting, tewerkstelling, zinvolle daginvulling, geldbesteding en -beheer. Dat zijn maar een aantal van de thema’s die je in een bepaalde justitiële con-text kan tegenkomen waarbij wordt gevraagd om een soort maatschappelijke detectiefunctie op te nemen en te hanteren.

En omdat er domeinen overkomen en binnen een-zelfde departement geplaatst worden rijst de vraag of het nu geen zaak is om een aantal krachtlijnen voor een goed sociaal beleid mee uit te zetten.

En hoe doe je dat?Vanacker: Het niveau van de centrumgemeenten door de taakwijziging van de provincies wordt be-langrijker. Dat geeft meer kansen om op lokaal vlak samen te werken met een aantal partners, dichter bij de dagelijkse realiteit. Daar moet je op inspelen. Door ervoor te zorgen dat je mee aan tafel zit.

8

Justitie-Welzijn, boeiende tijden, grote verwachtingen

De vervlechting justitie-welzijn is niet zo verwonderlijk. Beiden hanteren een uit-gangspunt dat zijn wortels heeft in het denken over een rechtvaardige maatschap-pij en een rechtvaardige behandeling van al wie deel uitmaakt van de samenleving.

In een eerstelijnsdienst kan het niet anders of de grondrechten, geënt op dat recht-vaardigheidsdenken, maken deel uit van de hulpverlening.

Nagaan of mensen hun rechten wel vol-doende kennen en uitputten is een essen-tiële CAW opdracht. Immers door ver-schillen in kennis, scholing, macht en geld heeft de ene burger meer mogelijkheden en middelen om zijn rechten te eff ectue-ren dan de andere. Bovendien spelen ook emotionele draagkracht en weerbaarheid een vaak onderschatte rol.

GODELIEVE WINCKELMANS

Adjunct-directeur CAW Oost-Brabant

In CAW Oost-Brabant hebben een degelijk

aanbod van sociale rechtshulp voor cliënten en de juridische

ondersteuning voor de hulpverleners van in het begin een eigen plaats in de eerste lijn gekregen en daarin

zijn we eerder uitzonderlijk in onze sector.

9

Tijd dus voor een geïntegreerde benadering van welzijn en justitie met specifieke aandacht voor moeilijk bereikbare groepen.

Als gevolg van de zesde staatshervorming werd de uitoefening van de opdrachten van de Justitiehuizen aan de gemeenschappen toe-gewezen. Het forensische luik komt elders aan bod maar er zijn ook de burgerlijke op-drachten van de justitieassistenten. Het CAW heeft op beide vlakken grote verwachtingen en bouwt graag verder mee aan een humane, gemeenschapsgerichte en herstelgerichte jus-titie.

Ik vermeld nog kort twee recente Europese rechtsnormen die eveneens hun invloed doen voelen: de EU Richtlijn tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de on-dersteuning en de bescherming van slachtof-fers van strafbare feiten en het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en hui-selijk geweld.

Al deze nieuwe en boeiende ontwikkelingen creëren heel wat kansen en dynamieken voor een verbeterde dienstverlening en samenwer-king. Als dit nu voor onze cliënten een voel-baar verschil kan maken en de individuele en maatschappelijke rechtvaardigheid ten goede komt is de verbinding welzijn-justitie geslaagd.

Het is voor onze medewerkers dan ook een uitdaging om in een steeds veranderende maatschappij adequaat in te spelen op nieuwe ontwikkelingen in wet- en regelgeving en de juridisch-administratieve knelpunten te ont-dekken doorheen het verhaal van de cliënten.

In CAW Oost-Brabant hebben een degelijk aanbod van sociale rechtshulp voor cliënten en de juridische ondersteuning voor de hulp-verleners van in het begin een eigen plaats in de eerste lijn gekregen en daarin zijn we eer-der uitzonderlijk in onze sector.

Door deze juridisch-administratieve hulp zo vroeg mogelijk in het hulpverleningsproces aan te bieden, wordt er voorkomen dat proble-men uit de hand lopen.

Hulpverleners worden aangemoedigd liever te vroeg dan te laat juridische hulp te vragen en hebben mogelijkheid tot consult bij onze drie juristen en bij een schuldbemiddelaar.

Goede samenwerking biedt kansenJustitie is dus al langer dan vandaag onze part-ner op vele terreinen. We geven erkenning aan de specifieke functies van het gerechte-lijk apparaat en hebben baat bij een goede en respectvolle verstandhouding met alle spelers van het rechtssysteem. We vinden het uiter-mate belangrijk dat mensen hun rechten ken-nen maar ook dat zij begrijpen waarom be-paalde rechtsregels er zijn.

Anderzijds moeten we onze rol van signaal-gever opnemen naar een overheid wanneer blijkt dat wetten onbedoelde gevolgen hebben of niet (meer) werken. We kijken alert en kri-tisch naar de werking van het gerecht en de gevolgen er van voor onze cliënten.

Zo is het CAW lid van de Commissie Juridi-sche Bijstand van het arrondissement Leuven en via deze weg loopt er nu een experiment in onze inloopcentra dat de rechtshulp gegeven door de balie advocaten dicht bij de kwets-baarste rechtszoekende brengt. Nu de juridi-sche eerstelijnsbijstand wordt overgeheveld naar Welzijn zien we hierin mogelijkheden voor herkansing waar de Wet op de Juridi-sche Bijstand van 1998 de boot gemist heeft.

10

11

CAW Oost-Brabant:hulpverlening op de eerste lijn, waar welzijn en justitie elkaar raken.

De zesde staatshervorming biedt opportuniteiten om de organisatie van een welzijns- en herstelge-richte justitie te optimaliseren. De CAW’s leveren hieraan een bijdrage door een kwaliteitsvolle hulp-verlening, waarbij het hulpverleningstraject nauw aansluit bij de gerechtelijke maatregel en daardoor een perspectief op een meer welzijnsgerichte afhan-deling biedt.

In de hierna volgende interviews met enkele hulp-verleners van CAW Oost-Brabant leest u meer over ons hulpverleningsaanbod op het snijvlak van welzijn en justitie.

12Be

mid

delin

g en

juri

disc

h on

thaa

l

Door de staatshervorming is onder meer de juridische eerstelijnsbijstand overgeheveld naar Vlaanderen, meer bepaald het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Een nieuwe ontwikkeling die ook door het juridisch team van CAW Oost-Brabant op de voet gevolgd wordt. ‘Om-dat het nieuwe kansen biedt’, verduidelijkt Yolande Denis, die sinds bijna acht jaar deel uitmaakt van dit team. “Ik noem het een kans om justitie en welzijn beter op elkaar af te stemmen. Dat kan zeker, mits goe-de samenwerking tussen alle partijen. Wij, sociale organisaties in het algemeen, en CAW in het bij-zonder, kunnen hier vooral toe bijdragen door de brug te slaan tussen beide, m.a.w. de juridische in-formatie te vertalen in mensentaal en omgekeerd.”

Eerstelijns juridische bijstand bedoel je?Ja, vanuit een brede invalshoek. Als welzijnsorgani-satie hebben wij een holistische kijk op mensen, we bekijken de brede context, de mens in de samen-leving, met al zijn facetten, niet enkel het juridische.

Wat doet CAW concreet? Mensen komen binnen met een vraag op het ont-haal en als blijkt dat er juridische aspecten mee gemoeid zijn, kunnen ze bij ons terecht, het juris-tenteam. Dat kan bijvoorbeeld een burenruzie zijn. We proberen dan het probleem in zijn juiste con-text te plaatsen, hoe is de relatie met de buurman, met anderen in de buurt, thuis of op het werk. Soms blijkt dan dat het contact met de buur al een hele tijd niet goed is, of dat er andere problemen zijn thuis of op het werk, of soms zit iemand al ver-wikkeld in een aantal andere rechtszaken en wordt het allemaal wat te veel…

Als je een betere kijk krijgt op je probleem kan je ook beter naar oplossingen zoeken. Dat proberen wij helder te krijgen. Wij zorgen dat mensen beter begrijpen waar het om gaat zodat ze bewust zelf kunnen beslissen wat ze gaan doen. Het vraagt tijd en aandacht om de situatie in z’n geheel te bekijken.

Met onze aanpak willen we mensen ook laten na-denken wat een juridisch traject inhoudt. Waarom het goed moet afgewogen worden. We willen voorkomen dat de problemen escaleren en zo on-gewild in een stroomversnelling geraken. Dat komt iedereen ten goede: de cliënt die anders misschien stappen zet waar hij spijt van heeft, en justitie die minder belast wordt.

13

De minst ingrijpende oplossing is de beste?Dat klopt. Daarom zetten we alles in op die eerste lijn. Informatie en duiding. Zodat mensen ook de alternatieven kunnen zien. Want, afhankelijk van de verwachtingen en het conflictgehalte, zijn er soms andere mogelijkheden dan juridische.

Bemiddeling is daar één van?Bemiddeling is inderdaad een mogelijkheid en er is intussen in de regio een sterk uitgebouwd netwerk van bemiddelaars waar we mensen naar kunnen doorverwijzen, na de mogelijke trajecten met hen te hebben doorgenomen. Op het CAW zelf is er ook een aanbod van bemiddeling dat zich richt op de meest kwetsbaren in onze maatschappij. Dat zijn zij die om diverse redenen nergens anders te-recht kunnen hiervoor. We bieden voornamelijk ouderschapsbemiddeling aan. Wanneer mensen willen scheiden is er vaak veel boosheid en frustra-tie, in een juridisch proces kan dat nog verder esca-leren. Wij willen dit voorkomen door gezamenlijke of individuele gesprekken te voeren met hen als ouders. We leren hen omgaan met de verschillen in hun ouderschap die er altijd zullen zijn. Uitleg-gen, duiden en ondersteunen.

Wat kan samenwerking met justitie hiertoe bijdragen?Door de samenvoeging van de eerstelijns juridi-sche bijstand en welzijn bij dezelfde minister, ko-men justitie en welzijn dichter bij elkaar. Het over-leg hierrond brengt alle betrokken partijen samen aan tafel. Dat is nieuw en biedt kansen. Ik zie bij-voorbeeld ook een grote behoefte bij justitie om de burger beter en duidelijker te informeren. En ik zie bereidheid om het welzijnsaspect, het herstel-gerichte meer naar de voorgrond te schuiven. Hoe die samenwerking concreet zal ingevuld worden weten we nog niet, maar wij willen hier graag aan meewerken.

YOLANDE

Juridische dienst

CAW Oost-Brabant

In 2014 waren er 30 bemiddelingen in het kader van scheiding of ouderschap.

In cijfers

Bezo

ekru

imte

14

Een moeilijke scheiding of een voortduren-de conflict kan ertoe leiden dat het contact tussen kinderen en (groot-)ouders verbro-ken wordt. Kaat Mondelaers en Christa Raeymaekers begeleiden die gezinnen in de bezoekruimte van CAW Oost-Brabant om hun band te herstellen.

Christa: “In de bezoekruimte willen we een veilige plek creëren, waar ouders en hun kinderen op-nieuw de kans krijgen om contact te hebben met elkaar en stap voor stap een betrouwbare relatie op te bouwen.”

Komen de mensen dan steeds uit eigen initia-tief bij jullie?

Kaat: “Soms is dat zo, maar meestal is dat het ge-volg van een gerechtelijke beslissing of een regeling die via bemiddeling tot stand komt.

De rechter van de familierechtbank verwijst men-sen voor een omgangsregeling wanneer ouders er niet in slagen om met elkaar een goede en veilige regeling af te spreken. De bezoekruimte onder-steunt ouders en hun kinderen bij het uitvoeren van dit vonnis, maar zij moeten wel contact opne-men met ons. Niet andersom. In dat opzicht is de hulp die ze zoeken op vrijwillige basis. Wij gaan hen nergens toe verplichten.”

Gebeurt het dat ouders dat niet doen?

Christa: “Ja dat kan zeker. Als zij zelf toch overeen kunnen komen in een omgangsregeling, dan is er juridisch geen probleem om van het vonnis af te wijken. Zij moeten dus niet per se contact met ons opnemen. In dat opzicht verschilt een vonnis van een burgerlijke rechtbank met een correctioneel vonnis.”

Hebben jullie dan verder geen contact met jus-titie?

Kaat: “Jawel. Mensen worden naar ons doorge-stuurd met een tussenvonnis. Daar staat altijd een datum bij waarop er geëvalueerd wordt en de zaak opnieuw voorkomt. Tegen dan maken wij een ver-slag klaar voor de rechtbank met daarin praktische, feitelijke informatie: waar de bezoeken doorgin-gen, de manier waarop de overdracht van het kind tussen de beide ouders gebeurde, of de bezoeken begeleid zijn, de data en uren van de gemaakte af-spraken, maar ook de afwezigheden.”

15

Christa: “Op voorhand nemen we dat verslag altijd door met de cliënt en die kan aangeven waar hij of zij niet akkoord is. Als we de bezoeken moeten opschorten of stopzetten, omdat we bijvoorbeeld geen bereidheid voelen bij één van de partijen, la-ten we dit ook altijd aan de rechtbank weten.”

Maar er wordt dus geen inhoudelijk verslag gegeven?Kaat: “Nee. Justitie-assistenten contacteren ons soms voor informatie. Zij krijgen van de rechter de opdracht een maatschappelijk onderzoek te doen. Maar ze zien de ouders misschien niet samen met het kind. Of ze krijgen heel tegengestelde verhalen als ze met de ouders spreken. De ene ouder kan zeggen dat het goed gaat in de bezoekruimte, maar de andere ouder kan dat tegenspreken. Dan vra-gen ze ons om informatie, maar wij kunnen dat niet geven. Wij nemen ook geen standpunt in ten op-zichte van het conflict, tenzij het kind in gevaar is.”

Christa: “Dat maakt ook dat iedereen hier zichzelf kan zijn. We maken geen inhoudelijk verslag, wat hier gebeurt komt niet terug bij de rechter. Zo valt er heel wat stress weg en kunnen we met beide ouders over de essentie praten. Wat is hun kijk op de situatie? Hoe kunnen zij best ondersteund en geholpen worden in hun angsten, hun bezorgd-heid, hun verdriet, hun boosheid?

Kaat: “Voor ons is de uitvoering van het vonnis niet de essentie van ons werk, wel de gesprekken met de mensen. Hoe kunnen we met deze situ-atie vooruit? Hoe kunnen we de ouders hun blik verbreden en wat meer ruimte laten voor de an-dere ouder naar het kind toe? Dat is onze intentie. We gaan niet op zoek naar schuld. We vertrekken steeds vanuit de idee dat een contact met beide ouders, al dan niet onder toezicht, in het voordeel van het kind is.”

CHRISTA

Bezoekruimte

CAW Oost-Brabant

KAAT

In 2014 zagen we in de bezoekruimte 222 mensen waarvan één vierde minderja-rigen.

In cijfers

Alte

rnat

ieve

Ger

echt

elijk

e M

aatr

egel

en16

Wanneer iemand een misdrijf heeft gepleegd, kan de rechter naast een gevangenisstraf en/of een geldboete ook een Alternatieve Gerechtelijke Maatregel (AGM) opleggen. Iemand die ouder dan 18 jaar is, moet dan een werkstraf of een dienstverlening uitvoeren of een vorming/begeleiding volgen. Bijvoorbeeld bij een CAW.

Dader In-Zicht, Slachtoffer In Beeld en de Leerprojecten voor Daders van Seksueel Geweld zijn drie alternatieve gerechtelijke projecten die door het CAW worden aangeboden. Zinvolle alternatieven voor de klassieke straffen, zegt Johan, die sinds 2008 begeleider is van het project Dader In-Zicht, in CAW Boom-Mechelen-Lier en CAW Oost-Brabant:

“Het strafprincipe van een AGM blijft overeind want je wordt door Justitie verplicht om zo’n vorming of begeleiding te volgen. Doe je dat niet, dan kan je toch nog veroordeeld worden tot een zwaardere straf. Maar het belang van deze projecten zit in de humane, welzijnsgerichte aanpak ervan.”

Hoe gebeurt dat concreet?Wanneer iemand een misdrijf heeft gepleegd, bij-voorbeeld slagen en verwondingen, weerspannig-heid, of diefstal, dan kan justitie die man of vrouw verplichten om een begeleiding bij Dader-In-Zicht te volgen. Vaak is zo’n misdrijf een signaal van een onderliggend probleem. Daar werken wij dan aan. We proberen meer inzicht te krijgen in de per-soonlijke problemen van de dader die mogelijk aan de basis liggen van de feiten en die pakken we aan. We proberen hen bewust te maken van de gevol-gen van de feiten, voor henzelf, hun familie, omge-ving en voor de slachtoffers. Die bewustmaking is ook erg belangrijk om te voorkomen dat de feiten zich herhalen.

Die alternatieve gerechtelijke projecten zijn verplicht. Staat dat niet haaks op de vrijwillige hulpverlening van een CAW?Dat is inderdaad een uitzondering op het idee dat hulpverlening maar goed kan verlopen als de vraag van de cliënt zelf komt. Maar ook wij stellen altijd als voorwaarde dat de dader bereid moet zijn stil te staan bij zijn fouten. En dat hij de feiten niet ont-kent, want dan kunnen we niks beginnen.

17

Waarom zijn deze projecten dan toch binnen de CAW’s uitgebouwd en niet ergens anders?Deze projecten zijn een mooi voorbeeld van sa-menwerking tussen welzijn en justitie. Rechters die kiezen voor een AGM geloven ook in een herstelgerichte justitie. Wanneer zij oordelen dat de dader baat kan hebben bij een vorming of een begeleiding, dan zit daar ook achter dat zij herstel mogelijk zien en geloven dat de dader mits hulp tot beter inzichten kan komen. En daar is de samenle-ving ook mee geholpen. Het streven naar welzijn is dus eigenlijk wat justitie en de CAW’s hierin sa-menbrengt.

Een CAW heeft ook een heel breed hulpverle-ningsaanbod. Justitiecliënten kunnen op die ma-nier ook vrijwillig kiezen voor andere vormen van begeleiding. Zelf kunnen we ook beroep doen op de expertise van de CAW-collega’s, bij familiaal ge-weld bijvoorbeeld. En omgekeerd, zij kunnen ook op onze ervaring beroep doen.

Omdat we vanuit een CAW werken, is het vaak gemakkelijker om het vertrouwen van een cliënt te krijgen. Ook het feit dat we beroepsgeheim heb-ben is omwille van dat CAW-kader duiderlijker voor hem. Wij geven nooit inhoudelijke informatie door aan justitie, enkel of de begeleiding goed is opgevolgd of niet. Tenzij de cliënt daar uitdrukke-lijk zijn goedkeuring voor geeft.

Hoe kijken jullie naar de justitiële hervormin-gen? Die zijn natuurlijk al een hele tijd aan de gang. We hopen dat er nu eindelijk enkele definitieve kaders komen. De samenwerking tussen welzijn en justitie werkt goed. Dat deze aanpak van gerechtelijke al-ternatieve maatregelen succesvol is blijkt trouwens uit het groeiend aantal verwijzingen naar onze be-geleidingen. Ik geloof echt in deze projecten. We pleiten er dan ook voor dat deze projecten bin-nen de CAW’s worden voortgezet. De kennis die we ondertussen hebben opgebouwd, de vlotte samenwerking met justitie, de welzijnsgerichte aanpak die eigen is aan een CAW, het zou zonde zijn om dat engagement en enthousiasme te laten teloor gaan.

JOHAN

Alternatieve Gerechtelijke Maatregelen

(voor dit project werkt CAW Oost-Brabant samen met CAW Brussel en CAW Boom-Mechelen-Lier )

In 2014 begeleidden we 73 volwassenen. 42 daarvan waren in verdenking gesteld, 29 waren veroor-deeld, 2 waren vrij-willig.

In cijfers

Slac

htoff

erhu

lp

18

Wie betrokken is bij een zwaar verkeerson-geval, een ramp of een schokkende gebeur-tenis of wie slachtoffer geworden is van een misdrijf zoals bijvoorbeeld diefstal, inbraak, slagen, (gewapende) overval, seksueel ge-weld, stalking of bedreigingen kan beroep doen op de expertise slachtofferhulp van het onthaal van CAW Oost-Brabant. ‘De meeste vragen komen bij ons binnen via de politie’, vertelt Kim. Zij is experte slachtofferhulp bij CAW Oost-Brabant, en daarbij werkt ze vooral met kinderen. ‘Maar ook wanneer je geen klacht hebt ingediend bij politie of justitie kan je op ons een beroep doen.’ ‘Een slachtoffer krijgt vaak met heel veel verschil-lende diensten en instanties te maken: de politie die zorgt dat de klacht op een correcte manier wordt verwoord in het proces-verbaal, het parket dat mogelijke verdachten opspoort en onderzoekt of ze voldoende bewijzen hebben om te vervol-gen, het ziekenhuis of de huisarts die kijkt naar de eventuele verwondingen die werden opgelopen, een verzekeringsagent die nagaat of ze moeten tussenkomen, een advocaat die het schadedossier opmaakt voor de rechtbank…Slachtoffers hebben ook veel vragen over wat er allemaal kan en moet gebeuren. Ze hebben klacht ingediend, maar weten meestal niet wat daar ver-der mee gebeurt. Wat zijn hun rechten? Zal het gerecht hen op de hoogte houden van het verdere verloop? Hoe kunnen ze schadevergoeding krijgen? Moeten ze een advocaat inschakelen en moeten ze die dan zelf betalen? Dit alles is erg verwarrend. Wij informeren hen, geven hen praktische hulp en ondersteunen hen bij het emotionele verwerkings-proces.’

Hoe verloopt dat concreet?Wanneer de politie erbij betrokken is, staan zij in voor de eerste opvang van slachtoffers in crisissitu-aties. Dat is wat men slachtofferbejegening noemt. Zij vragen dan aan het slachtoffer of ze verder hulp willen van ons, het CAW. In dat geval stuurt de politie ons een melding en volgen wij het verder op. Meestal nemen we eerst telefonisch contact met die persoon. Tijdens dat gesprek leggen we de focus vooral op hoe het nu met hem gaat. Waar hij nu het meest last van heeft, wat er wel al lukt, wat hij nog nodig heeft. We vragen hem of hij hulp en ondersteuning kan vinden in zijn gezin, omgeving, buren, vrienden, familie. En we bieden onze hulp aan. Onze expertise is vooral ondersteuning bie-den in het normale verwerkingsproces en slachtof-fers informeren. We vertellen hen waar ze recht op hebben als slachtoffer en begeleiden hen om

19

hiervoor de nodige stappen te zetten. We verde-digen hun belangen bij andere diensten/instanties en bieden ook administratieve en praktische hulp.

Is de politie of justitie daar ook bij betrokken?Wij zijn onafhankelijk, maar we werken nauw sa-men met elkaar. Vaak worden slachtoffers naar ons doorverwezen zowel door de politie als door justitie. En wij kunnen op hen beroep doen voor juridische informatie. Het gaat dus in twee richtin-gen. Vaak werken we zelfs in duo, samen met onze cliënt. Die samenwerking is eigenlijk heel comple-mentair. De justitie-assistenten zorgen ervoor dat slachtoffers binnen parket en rechtbank de nodige aandacht krijgen. Zij geven specifieke inlichtingen over het dossier. Bijvoorbeeld over de fasen van de gerechtelijke procedure, de beslissingen van de rechter, de verschillende strafuitvoeringsmodali-teiten. Wij geven slachtoffers vooral emotionele ondersteuning, psychosociale begeleiding indien nodig. Bij verkeersslachtoffers of betrokkenen is de eer-ste hulp vaak eerder technisch. Een verkeersonge-val is meestal een complex gebeuren waarbij veel diensten en partijen betrokken zijn: het ziekenhuis, de revalidatie, de thuisbegeleiding. Er moeten mis-schien hulpmiddelen aangekocht worden, aanpas-singen gebeuren aan het huis of aan de auto, steun of subsidies aangevraagd worden, rechtsbijstand en juridisch advies… We proberen hierin een ‘rode draad’ te zijn en samen met de cliënt het hele proces te doorlopen. Soms kan onze hulp zich beperken tot een gesprek of een simpel antwoord op een informatieve vraag, maar soms volgen we de cliënten enkele jaren op omdat een gerechtelijk dossier nu eenmaal zo lang kan aanslepen en vaak de emoties opnieuw doet oplaaien.

Wat doen jullie specifiek voor kinderen? Kinderen die betrokken zijn bij een misdrijf of een andere schokkende gebeurtenis, maken net als vol-wassenen een verwerkingsproces door. Maar kin-deren zijn in de eerste plaats kinderen. Ze geven een eigen betekenis aan het gebeurde en beleven het op hun manier, afhankelijk van hun leeftijd en ontwikkeling. Schokkende gebeurtenissen kunnen ervoor zorgen dat het leven van het kind van het ene op het andere moment ontwricht wordt. Als kinderwerkster praat ik eerst met de ouders, ik probeer hen te coachen en tips te geven hoe ze hun kind kunnen ondersteunen in zijn verwerking. Ik leg hen uit hoe zo’n proces verloopt en hoe ze hun kind hierbij nog extra kunnen helpen. Ik be-vestig hen vooral in hun rol als papa en mama en

in het feit dat ze meestal al erg goed bezig zijn. Die gesprekken kunnen hier op het CAW plaatsvin-den, maar ik ga evengoed op huisbezoek, dan zie ik meteen hoe het in het gezin gaat. Soms spreek ik met het kind alleen, soms met z’n papa of mama erbij. Het hangt er een beetje van af hoe ze het zelf graag willen. Mensen geven na de eerste schok nogal snel aan ‘dat het wel zal gaan’. Maar ook dan bellen we ze van tijd tot tijd nog eens op om te horen of het wel nog allemaal lukt.

KIM

SlachtofferhulpCAW Oost-Brabant

GREET

In 2014 waren er 945 vragen voor slachtoffer-hulp, de helft daarvan was doorverwezen via de politie. Daarnaast kwamen 60 hulpvragen binnen naar aanleiding van een verkeersonge-val. 4 daarvan kwamen van de veroorzaker. Bij 150 van deze hulpvra-gen waren kinderen of jongeren betrokken.

In cijfers

Just

itiee

l Wel

zijn

swer

k20

Onthaal en trajectbegeleiding in de gevangenisGedetineerden hebben net als iedereen recht op maatschappelijke dienstverle-ning. Daarom staan ook binnen de muren van beide Leuvense gevangenissen CAW hulpverleners klaar om hen te begeleiden.Zij kunnen hiervoor zelf contact nemen met onze hulpverleners in de gevangenis, steeds op eigen initiatief, soms omdat ie-mand hen dat aangeraden heeft. Yvette Chrispeels vat post in Leuven Centraal, Tine Van Echelpoel in Leuven Hulp.

Wat houdt de hulpverlening binnen de gevan-genis precies in?Yvette: “Wij doen onthaal op vraag van de gedeti-neerde. We geven dan altijd wat extra uitleg over het aanbod dat we hebben, maar de meesten van hen kennen het aanbod van Justitieel Welzijn al uit een vorige gevangenis.

We bekijken steeds samen welke hulpvragen er zijn, welk hun context is. Soms is er maar 1 prakti-sche vraag en kunnen we die kort behandelen. Als er meerdere vragen zijn of meer ondersteuning nodig is, maken we een afspraak voor verdere be-geleiding.

Dat kan zijn bij de voorbereiding op het leven na de gevangenis, maar hier zitten ook heel wat man-nen met een zeer lange gevangenisstraf. Zij hebben geen concreet perspectief. Bij hen gaat het eerder over hoe ze het leven in de gevangenis leefbaar, menselijk kunnen maken.”

En hoe loopt dat binnen Leuven Hulp?Tine: “De werkwijze is dezelfde. Ze kunnen zelf contact met ons vragen. Maar Leuven Hulp is een arresthuis. De gedetineerden die er verblijven zijn dus nog niet berecht, maar zitten in afwachting van hun proces in voorlopige hechtenis. Zij hebben vaak nog heel veel onzekerheid, heel veel vragen over wat er hen te wachten staat in het juridische kluwen. Dat maakt de inhoud wat anders. Ze moe-ten vooral ook leren omgaan met de onzekerheid en machteloosheid.

We nodigen hen uit om bij ons te komen als ze ergens vragen over hebben of als ze ergens mee zitten. Soms kunnen we dat zelf oplossen, soms moeten we mee op zoek met hen om duidelijkheid

21

over hun situatie te creëren. Je mag ook niet verge-ten dat deze mannen ineens van de buitenwereld worden afgesloten. Wij worden dan een stukje van de link met buiten.”

Op welke manier is er samenwerking met justi-tiële diensten binnen de gevangenis?Yvette: “In beide gevangenissen is er een psycho-sociale dienst (psd). Zij volgen de dossiers van de gedetineerden op en nodigen hen ten gepaste tij-den uit voor een verplicht gesprek.

Deze dienst is een justitiële dienst en staat volledig los van onze werking. We leggen dat ook altijd heel goed uit wanneer de gedetineerden bij ons komen. Dat we nooit met de psd zullen overleggen of in-formatie doorgeven zonder hun toestemming.”

Tine: “De scheiding tussen psd en CAW en het beroepsgeheim dat daaraan gekoppeld is, is erg belangrijk. Wij vertrekken steeds vanuit het ver-haal van de mens. Wij proberen zo onbevangen mogelijk te luisteren, zonder oordeel, in vertrou-wen. De mannen kunnen en mogen bij ons meer ventileren. Samen met hem gaan we op zoek naar wat hij nu precies wil en kan. Dat geeft ruimte om ook andere dingen te bespreken dan de feiten die gepleegd zijn, zonder dat dat gevolgen heeft voor hun juridisch dossier. ”

Hoe zien jullie dat in de toekomst?Yvette: “Meer samenwerking tussen ons en de psd zou in Leuven Centraal niet slecht zijn. Ik zeg niet dat we zomaar gegevens van de gedetineerde moeten delen. Maar wanneer de psd in een verslag rond voorwaardelijke invrijheidsstelling bijvoor-beeld stelt dat er buiten de gevangenis begeleiding moet zijn, botst dat met de vrijwilligheid in het hulpverleningslandschap. Als wij die oplossing bui-ten de muren niet vinden, omdat er geen plaats of geen gepast aanbod is, dan zit het dossier vast en voldoet de gevangene niet aan de voorwaarden voor de voorwaardelijke invrijheidsstelling. Hier is overleg over het mogelijke traject van de gedeti-neerde dan wel aangewezen om hem beter voort te helpen.”

YVETTE

Justitieel Welzijnswerk

CAW Oost-Brabant

TINE

In Leuven Centraal waar langdurig gestraften ver-blijven, werden er in 2014 200 mensen geholpen in onthaal. Daarbij kregen er 142 verdere bege-leiding. In Leuven Hulp waar heel veel mensen in voorlopige hechtenis zit-ten of kortgestraften en er dus een grotere in- en uitstroom is, zagen onze hulpverleners 258 men-sen in onthaal en werden 46 mensen verder bege-leid.

In cijfers

Just

itiee

l Wel

zijn

swer

k22

FamiliebegeleidingEen gevangenisstraf treft niet alleen de veroordeelde . Ook voor diens partner, kin-deren, familie of vrienden heeft dit grote gevolgen. Voor hen heeft het CAW een ge-specialiseerd aanbod, met info en advies, bijvoorbeeld over strafrechtelijke thema’s. Maar ook voor emotionele steun of ad-ministratieve vragen, kunnen de mensen terecht bij onze familiebegeleidster Sonja Kinable.

“De mensen die bij mij komen hebben steeds een relatie met een gedetineerde. Dat hoeft niet per se een familierelatie te zijn, ze kunnen uit het bredere sociale netwerk van de gedetineerde komen. De insteek van het gesprek is ook altijd het gegeven van detentie en de gevolgen daarvan voor henzelf. Al is dat niet altijd even zuiver af te lijnen. Mensen vertellen vaak veel meer, beginnen over vroeger, en dan krijg je een ruimer verhaal om mee te wer-ken, maar de link met detentie blijft doorheen de begeleiding.”

Is het merendeel van je werk dan psychosoci-ale begeleiding?Jazeker. Dat is de hoofdmoot van de gesprekken. Wanneer dat nodig is, bereid ik hen ook voor op hun getuigenis voor Assisen. In die voorbereidings-periode en tijdens het assisenproces is de begelei-ding heel intensief. Mensen weten niet wat hen in de zaal te wachten staat. Ik probeer hen daarop voor te bereiden en daarin te begeleiden.Het is goed dat er iemand is die naast deze mensen kan blijven staan en niet erboven. Die steun kan bieden en vertrouwen. Alles mag gezegd worden. Dat is belangrijk. Ik probeer dat op een heel men-selijke manier te doen. Eens bellen hoe het met hen is, aandacht hebben voor hen in de heisa die het juridisch traject soms is, tijd nemen voor hen.Wanneer mensen voor het eerst bij mij komen, verwachten ze vaak dat ik hen kan vertellen over hun zoon of partner in de gevangenis. Hoe het met hem gaat. Of dat ik de nodige zaken kan helpen regelen voor hem. Maar ik ken de gedetineerde niet. Ik weet niet wat de feiten zijn, wat zijn verhaal is. Ik kan geen zaken regelen voor hem. Dat moet hij zelf opnemen met zijn trajectbegeleider in de gevangenis.

Is dat soms niet frustrerend voor jouw cliënten?Soms is dat voor hen moeilijk, maar binnen CAW Oost-Brabant is de keuze gemaakt om dat geschei-den te houden. Het is op die manier wel correct

23

naar alle partijen toe. Je kan je als hulpverlener fo-cussen op je eigen cliënt, zonder het verhaal van de ander mee te nemen. Zowel de gedetineerde als de mensen die ik begeleid hebben elk aandacht nodig en net omdat het zo gescheiden is, moeten ze ook stilstaan bij zichzelf. Sommige mensen hebben verder geen vragen. Hun grootste zorg is dat het goed gaat met de ge-detineerde. Hij staat op de voorgrond. Het duurt vaak lang eer ze stil staan bij zichzelf. Hoe omgaan met de detentie, dat verwerken en zorgen voor zichzelf. Na verloop van tijd leren ze dat. Ik kan dan met hen praten, met kennis van zaken over het juridische landschap, maar toch met een objectieve kijk, zonder vooroordelen.

Is er dan nooit overleg tussen jou en je col-lega’s in de gevangenis?Natuurlijk wel. Wanneer vb. de zoon of partner daarvoor toestemming geeft, mag ik overleggen met de trajectbegeleiders. Maar dan nog blijft de vraag wat je doorgeeft en wat niet. Wij zijn geen doorgeefluik dat zomaar gebruikt kan worden, in geen van beide richtingen. We organiseren ook ronde tafels, met de steun van de provincie Vlaams-Brabant, waarin alle par-tijen rond de tafel zitten: gedetineerde, trajectbe-geleider, mensen uit het sociaal netwerk en ik. Dat gesprek duurt 2 uur. We bespreken daarin heel open enkele dingen die niet uitgeklaard waren. Dat werkt heel erg goed. Mensen hun wereld gaat open, dingen worden uitgesproken. Het komt er altijd op neer dat mensen niet com-municeren met elkaar, elkaar sparen, dingen voor elkaar gaan invullen. En het is heel boeiend om rond de tafel te zien hoe de interactie verloopt. Daar kan je dan ook individueel aan verder wer-ken. Dat is echt heel zinvol.Mensen willen graag begrijpen waarom de feiten gebeurd zijn. Als je hen samen zet, dan kunnen zo’n dingen besproken worden en kunnen er afspraken gemaakt worden voor de toekomst. Dat is een enorme meerwaarde.

Kan iedereen dit zomaar aanvragen?Het project loopt op dit moment enkel in Leuven Centraal, met mensen die er al een tijd zitten. De gedetineerde kan zelf de vraag stellen, maar wan-neer wij denken dat het gesprek zinvol zou kunnen zijn, doen we het voorstel aan hem. Sinds mei 2015 hebben we zo 8 ronde tafels gedaan.

SONJA

Justitieel Welzijnswerk

CAW Oost-Brabant

In 2014 behandelde de familiebegeleid-ster 52 hulpvragen van familieleden van gedetineerden.

In cijfers

Just

itiee

l Wel

zijn

swer

k24

Eerstelijns juridisch advies in de gevangenisNaast de hulpverleners binnen de gevan-genis, kunnen gedetineerden in Leuven Centraal ook terecht bij de juriste van het CAW. Sarah Debecker werkt er twee da-gen per week.“Die twee dagen heb ik niet enkel cliëntcontacten, maar doe ik vaak opzoekingswerk in het juridisch dossier van de gevangene. Naast de eerstelijns ju-ridische bijstand, bied ik ook ondersteuning voor collega’s bij juridische vragen. Want je zit in een context waarin alles gejuridiseerd is. Je kan de wel-zijnsvraag soms moeilijk loskoppelen van de juridi-sche context.”

Waarom is er zo’n nood aan een welzijnsjurist in de gevangenis? Kunnen gedetineerden dan niet meer bij hun advocaat terecht?In Leuven Centraal zitten enkel langgestraften. Sommigen zitten er al 15 jaar. Hun oorspronkelijke advocaat is dan niet meer ter beschikking. Vaak gaan hun vragen ook niet meer per se over het strafrecht, maar zitten ze eerder met de uitlopers ervan. Bijvoorbeeld als ze plots een dagvaarding tot echtscheiding krijgen of wanneer het gaat om het recht om hun kind te zien. Vaak zitten ze ook met vragen rond schulden.

Waaruit bestaat die eerstelijns juridische bij-stand dan concreet?Elke gevangene kan me bereiken via een rapport-briefje. Ze kunnen zo hun vraag stellen of een gesprek vragen. Soms kan ik meteen informatie geven, soms help ik hen met een doorverwijzing naar een pro deo advocaat of naar andere dien-sten waar zij terecht kunnen.

Over welk soort informatie hebben we het dan?Ik kan hen bijvoorbeeld informatie geven rond wetswijzigingen of de rechten die ze hebben als gedetineerde. Zeker wanneer wetswijzigingen in de pers komen, merk ik dat er nood is aan extra uitleg. Bijvoorbeeld toen de wet op de voorwaar-delijke invrijheidsstelling werd aangepast, kwamen daar heel wat vragen rond. De mannen hebben sowieso al weinig vat op wat er rond hen gebeurt. Als er dan zulke informatie op hen afkomt, veroor-zaakt dat wel wat onrust. Dan geef ik infoavonden om uitleg te geven en de dingen uit te klaren.

Ieder jaar geef ik ook een infoavond over burger-lijke partij en hoe ze dat zelf kunnen afbetalen. Er staan in hun vonnis heel wat bedragen, afkortingen, moeilijke termen. Ik leg dan uit wat dat allemaal betekent, zodat ze daar terug een beter zicht op krijgen.

Ik kan me voorstellen dat er heel wat juridi-sche termen en moeilijk taalgebruik aan te pas komen.

Zeker en dat zorgt voor frustratie. Mensen heb-ben nood aan informatie, zeker in de gevangenis wanneer de vat op je eigen leven wegvalt. Ondui-delijkheid zorgt altijd voor frustratie en conflict. Als mensen het kader kunnen krijgen waarom iets is zoals het is, waar een beslissing of wetgeving van-daan komt, dan zullen ze dat sneller aanvaarden.

Elk juridisch conflict is gekoppeld aan een ruimer verhaal. Wij kunnen dat helpen schetsen. Wij kun-nen mensen de juridische taal helpen verstaan en andere partijen in beeld brengen. Voor iemand die in conflict zit, is het beeld vaak beperkt. Wij kun-nen dat verbreden. De beslissing ligt altijd bij de cliënt, maar je kan maar beslissen als je alle infor-matie hebt.

Ik geloof heel erg in onze meerwaarde als welzijns-jurist. Zowel in de gevangenis als erbuiten.

SARAH

Justitieel Welzijnswerken Juridische dienst

CAW Oost-Brabant

25

17 oktober, de Werelddag van Verzet tegen Armoede, is jaarlijks het uitgelezen moment om de witte lakens uit te hangen.

Ook dit jaar houdt CAW Oost-Brabant aan deze traditie. Zowel in Diest, Tienen, Aar-schot als Leuven klagen we op die manier het onrecht dat armoede is aan, net als vele part-nerorganisaties.

Het collectief Armoede Knelt, waarvan CAW deel uitmaakt, organiseert op zaterdag 17 ok-

tober een steenlegging op de Grote Markt in Leuven, waarbij een replica van de Gedenk-steen van Trocadero onthuld wordt. Sinds de onthulling van de originele gedenksteen in Pa-rijs in 1987, werden tal van replica’s over de hele wereld gelegd als symbool van het verzet tegen armoede en als bron van fierheid en moed voor de armsten onder ons. Op 17 ok-tober 2015 is het de beurt aan Leuven.

CAW hangt de witte lakens uit.

CBE Open School en CAW Oost-Brabant sloe-gen de voorbije maanden de handen in elkaar. Het resultaat is een aantal cursussen, specifiek uitgewerkt voor 3 doelgroepen van het CAW: jongeren, mensen binnen het aanbod begeleid wonen en vrijwilligers van het inloopcentrum Zonnebloem in Diest.

‘Doe je zeg!’ focust op communicatie en as-sertiviteit. Er zijn telkens een zestal samenkom-sten, steeds begeleid door iemand van Open School en iemand van het CAW. De deelne-mers leren zich beter uitdrukken en ondervin-den zo het belang van heldere communicatie.

CBE Open School & CAW Oost-Brabant organiseren ‘Doe je zeg!’

Om een antwoord te bieden op de toe-stroom van vluchtelingen zet het CAW, samen met de KU Leuven, de stad Leu-ven en het OCMW zijn schouders onder een bijkomend lokaal opvanginitiatief, kortweg LOI. In dat LOI zullen vanaf no-vember een 15-tal jongeren opgevangen worden. Omdat die opvang altijd tijdelijk is, concentreren we ons op de periode na die opvang: zoeken van huisvesting, bege-leiden bij het wonen op praktisch, sociaal en fi nancieel vlak, opleiding en vrijetijds-besteding. Ook de ondersteuning bij de verwerking van het migratiegebeuren be-hoort tot onze opdracht. Tot slot nemen we in dit LOI de organisatie van het vrij-willigerswerk voor onze rekening.

Maar er is meer. Verwacht wordt dat het aantal regularisaties hoog zal liggen. Het gaat immers om oorlogsvluchtelingen, en dus om een menselijke nood. Dit bete-kent dat mensen hier een nieuw leven zullen gaan opbouwen. In de hele regio zijn er LOI’s ingericht. OCMW’s en lo-kale overheden in Oost-Brabant kunnen op onze expertise een beroep doen om via ondersteuning en woonbegeleiding die overgang tussen opvang en zelfstandig wonen mee te verwezenlijken. Boven-dien kunnen pleeggezinnen en eigenaars die een woning ter beschikking stellen van vluchtelingen, ook bij ons terecht voor ondersteuning en begeleiding.

26

Er beweegt wat in het CAWAmerantVanaf oktober krijgt inloopcentrum Amerant in Tienen nieuwe openingsuren. De locatie blijft dezelfde, nl. Oude Vestenstraat 6 – 3000 Tienen. Je kan er dan terecht op maandag van 14 u. tot 20 u., woensdag van 12 u. tot 17 u. en donderdag van 10 u. tot 16 u.

Tijdens deze openingsuren kan je er gewoon binnenlopen, een babbel doen of je verhaal vertellen. Andere mensen ontmoeten. Tot rust komen bij een tas koffi e en de krant, of een tas verse soep met brood. Heb je vragen, zit je met een probleem? In Amerant kan je rekenen op informatie, advies en ondersteuning. Van de begeleiders, of van de andere bezoekers. We plannen ook heel wat activiteiten, af en toe een uitstap en gaan zelf ook creatief aan de slag.

JAC DiestVanaf 12 oktober verhuist het JAC Jongerenonthaal in Diest. Onze hulpverleners gaan niet ver, maar vatten post om de hoek: Schaff ensestraat 23, 3290 Diest.

Alle contactgegevens, openingsuren én de hulpverlening blijven onveranderd!

JAC Diest, Schaff ensestraat 23, 3290 DiestOpen op maandag van 15 u. tot 18 u. en op woensdag van 12 u. tot 15 u.013 31 55 01, [email protected]

WinteropvangOp 15 november starten CAW en OCMW Leuven weer met de winteropvang. Tot einde maart bieden we 7 dagen op 7, een bed, een bad en een maaltijd aan voor mensen uit het Leuvense die op straat leven. We ondersteunen elke nacht maximaal 11 mensen door hen op te vangen en eventueel verder te helpen in hun traject.

CAW Oost-Brabant bereidt zich voor op de onder-steuning van vluchtelingen

Oos

t-Br

aban

t

27

Benefi etconcertHet Universitair Harmonieorkest van de KU Leuven maakt er een goede gewoonte van om in het najaar een concert te spelen ten voordele van een maatschappelijk doel. Dit jaar spelen zij voor CAW Oost-Brabant, en dat niet toevallig in dezelfde week dat we aandacht schenken aan het geweld tegen vrouwen in de wereld.

We nodigen je graag uit op deze muzikale avondop donderdag 26 november om 20 uur

in de Sint-Jan-De-Doperkerk in het groot Begijnhof in Leuven.

Kaarten koop je aan 10 euro of 6 euro (-18 en studenten) via [email protected]

UHO Universitair Harmonieorkest Leuven

Aanvaard geen geweld in je relatie25 november is de internationale dag tegen geweld op vrouwen. Samen met de provincie Vlaams-Brabant grijpen we graag die dag aan als kans om elke soort partnergeweld aan te klagen.

Partnergeweld kan verschillende vor-men aannemen en zit vaak verborgen. Ook onder jongeren kan er heel wat verkeerd lopen. Met de campagnedag willen we het taboe doorbreken.

Woensdag 25 november op het Martelarenplein en de Grote Markt te Leuven.

in de Sint-Jan-De-Doperkerk in het groot Begijnhof in Leuven.in de Sint-Jan-De-Doperkerk in het groot Begijnhof in Leuven.

Kaarten koop je aan 10 euro of 6 euro (-18 en studenten) via [email protected]

in de Sint-Jan-De-Doperkerk in het groot Begijnhof in Leuven.

Kaarten koop je aan 10 euro of 6 euro (-18 en studenten) via [email protected]

warmaanbevolen!

CAW Inzicht is een uitgave van Centrum Algemeen Welzijnswerk Oost-Brabant vzw

Redactie: Bert Lambeir, Sabine Lehmann, Greet Monstrey, Lieve Polfl iet, Bieke Roggen

Eindredactie en coördinatie: Greet Monstrey

Lay-out: Sabine Lehmann

Verantwoordelijke uitgever: Bert Lambeir, Redingenstraat 6, 3000 Leuven

Giften: CAW Oost-Brabant is als vzw gemachtigd giften, legaten en schenkingen te ontvangen.Een fi scaal attest wordt afgeleverd bij giften vanaf 40 euro.

Maatschappelijke zetel: CAW Oost-BrabantRedingenstraat 6, 3000 Leuven, tel 016 21 01 00, e-mail: [email protected], www.cawoostbrabant.be

Music For Life 2015

CAW Oost-Brabant zet zich in, elke dag, voor het welzijn van mensen. Mensen zoals u en ik. Mensen voor wie het soms, door omstandigheden, zelf niet meer lukt om de vragen waar ze mee zitten opgelost te krijgen, problemen aan te pakken. CAW Oost-Brabant biedt hen steun, advies, begeleiding en opvang.

Help ons helpen.Van 18 tot 24 december 2015 is het opnieuw de Warmste Week bij Music for Life! Dit wordt jaarlijks georganiseerd door Studio Brussel in samenwerking met de Koning Boudewijnstichting.

Wil je graag een actie organiseren om CAW Oost-Brabant te steunen? Registreer je actie vanaf 31 augustus bij Music for Life (musicforlife.be).

Breng ons op de hoogte van je actie. We maken je actie heel graag mee bekend op onze website en social media. Stuur naar [email protected]

Maak zoveel mogelijk promotie via je eigen kennissen, familie en social media. Zo wordt jouw actie ongetwijfeld een groot succes.

Help ons helpen! Jouw actie maakt het verschil!