CAW Inzicht 2014 - 4

24
DRIEMAANDELIJKS MAGAZINE VAN CENTRUM ALGEMEEN WELZIJNSWERK OOST-BRABANT VZW MAATSCHAPPELIJKE ZETEL: REDINGENSTRAAT 6, 3000 LEUVEN - P916883 - december 2014 Nr 4/2014 Giften zi jn steeds welkom op IBAN BE59 7775 9209 2726 Welzijn en gezondheid, de zorg van iedereen? Vermaatschappelijking: kans of valkuil Tweedehands met een doel! De geschiedenis van 30 jaar Kapstok Housing First Een oproep voor een bijzonder project

description

Welzijn en gezondheid, de zorg van iedereen? Vermaatschappelijking: kans of valkuil Tweedehands met een doel! De geschiedenis van 30 jaar Kapstok Housing First Een oproep voor een bijzonder hulpverleningsproject

Transcript of CAW Inzicht 2014 - 4

Page 1: CAW Inzicht 2014 - 4

DRIEmaanDElIjks magazInE van CEntRum algEmEEn WElzIjnsWERk oost-bRabant vzWmaatsChappElIjkE zEtEl: REDIngEnstRaat 6, 3000 lEuvEn - P916883 - december 2014

nr 4/2014

Giften zi jn steeds welkom op IBAN BE59 7775 9209 2726

Welzijn en gezondheid, de zorg van iedereen?Vermaatschappelijking: kans of valkuil

Tweedehands met een doel!De geschiedenis van 30 jaar Kapstok

Housing First Een oproep voor een bijzonder project

Page 2: CAW Inzicht 2014 - 4

zogezegd

Als we willen dat de geestelijke

gezondheid verbetert, dan moeten

we niet alleen zorgen dat de

patiënt erop vooruitgaat, maar ook

dat zij die voor hen zorgen dit goed

kunnen blijven doen.

We moeten meer samen met onze cliënten nadenken over wat ze in hun leven waardevol vinden, waar zij van dromen.

Wie met vermaatschappelijking een

besparing hoopt te realiseren, kiest in

wezen voor iets anders, namelijk voor

minder in plaats van voor andere zorg.

Dat je een ander maar leert begrijpen en

respecteren als je hem tegemoet treedt,

in zijn tijd en ruimte, in zijn logica leert

denken en begrip toont voor zijn noden,

dat zijn we niet meer gewoon in onze

prestatiegerichte maatschappij.

Page 3: CAW Inzicht 2014 - 4

zogezegd

EditoriaalEditoriaalEditoriaal

Beste lezer,

elke instelling, elk vak heeft zijn eigen jargon. Het onderwijs is daar heel sterk in, ook in afkortin-gen trouwens. Welzijnswerk heeft daar ook een handje van weg. Nieuwe werkelijkheden wor-den gevat in nieuwe begrippen en oude worden dan meteen verketterd. zo spreken we sedert enkele jaren niet meer over gehandicapten maar over mensen met een beperking.

de CAW Inzicht redactie, die zich uitslooft om mij tijdig kopij te doen leveren, spaart geen moeite om mijn vrees voor het witte blad weg te werken. ‘Het nummer gaat over de vermaat-schappelijking van de zorg’ kreeg ik te horen.

Vermaatschappelijking. Iets tot de maatschappij laten of doen behoren. de maatschappij meer betrokken maken op de problemen die ver af zijn, op de problemen die toevertrouwd werden aan instellingen? Problemen die ooit door de mensen zelf moesten geklaard worden, daarna geïnstitutionaliseerd werden opnieuw in de maatschappij zelf verankeren. Is het dat?

Voor de minister van welzijn betekent vermaatschappelijking van de zorg: “(dat) de zorgvrager centraal staat in zijn buurt en lokale gemeenschap. Hij voert zelf de regie over de zorgorganisatie op zijn maat, met mantelzorgers, vrijwilligers en het professionele eerstelijnsaanbod. Is meer ge-specialiseerde hulp nodig dan kan deze met een persoonsgebonden budget ingekocht worden. Hulpverlening is vraaggestuurd, gaat uit van de eigen kracht van de zorgvrager die er zijn weg moet vinden, al dan niet ondersteund door een coach.”

de behoefte en de autonomie van de mensen die zorg zoeken, staan in de vermaatschappelij-king blijkbaar centraal. dat is voorwaar een mooie gedachte. dit vraagt van de instellingen dat zij maximaal open staan voor de maatschappij en voor de zorgvragende burger.

Maar tegelijkertijd vraagt het ook burgers die in staat worden gesteld om de vraag juist en tijdig te stellen en dat zij de behoefte die zij hebben kunnen uitdrukken. Nobel aanbod, nobel inzicht en nobele stimulans.

Wat vermaatschappelijking niet mag betekenen is dat de zorginspanningen worden afgewenteld op de buurt of de lokale gemeenschap of op de familie. Het no-belste streven kan wrang klinken als de werkelijke, rechtstreekse effecten zich gemakkelijk zouden laten samenvatten in het begrip ’besparingen’. In deze dagen niet zo’n onwezenlijke vrees...

Vermaatschappelijking vraagt van CAW een grote alertheid: voor de organisatie van de zorg en voor de plannen van de diverse ministers.

Jan Boulogne

Voorzitter CAW oost-Brabant

3

Page 4: CAW Inzicht 2014 - 4

4

Vandaag de dag evolueren zorg en welzijn in Vlaanderen op de maat van de vermaatschap-pelijking. dat laatste duidt op twee nauw ver-bonden maar te onderscheiden dingen: ener-zijds gaat het over de overtuiging – en de weg daar naartoe – dat zorg best zo dicht mogelijk bij de zorg- en hulpbehoevende georganiseerd wordt. Vermaatschappelijking laat mensen het heft in eigen handen. Anderzijds bouwt de vermaatschappelijking van de zorg op een col-lectief engagement waarmee iedere burger met zorg naar zijn medemens kijkt en omkijkt. Beide bewegingen zijn onlosmakelijk verbon-den met elkaar maar zijn geen van beide van-zelfsprekend.

Vermaatschappelijkingvraagt meer

Bert Lambeir directeur CAW Oost-Brabant

Page 5: CAW Inzicht 2014 - 4

5

Empowermentde zorgbehoevende wordt zoveel als moge-lijk uit zijn afhankelijkheidsrol gehouden en behoudt waar mogelijk de verantwoordelijk-heid in zijn of haar situatie. Vertrekkende van het geloof in de krachten en mogelijkheden van ieder mens is die verantwoordelijkheid de regel, ondersteuning is de uitzondering. Wan-neer die laatste nodig is wordt ze door regulie-re diensten geboden waar kan en is ze slechts specialistisch als het moet. Vermaatschappe-lijkte zorg start bij de minst ingrijpende hulp. de vraag hier is of deze hulp vooral door pro-fessionele hulpverleners dan wel door naasten wordt geboden. In het geval van professionele hulp staat ver-maatschappelijking alvast voor ondersteuning in iemands vertrouwde leefomgeving. Hulp-verleners moeten de straat op, bij mensen aan huis, in buurten en wijken en samen met anderen de nodige multidisciplinaire hulp- en dienstverlening aanbieden. Hierbij worden ze ondersteund door én zijn ze ondersteunend voor de mensen uit een natuurlijk netwerk die de zorgbehoevende zoveel als nodig om-ringen. Iemand “thuis” laten zijn, geeft het krachtgerichte verhaal een bijkomende di-mensie, namelijk het vrijwaren van een plek in de samenleving voor iedereen met een grote of kleine zorgbehoefte. op zich is ook dat versterkend: mensen kunnen de rollen blijven opnemen zoals ze steeds deden en krijgen bovendien de mogelijkheid er nieuwe op te nemen. Niet-residentiële en niet-gespeciali-seerde zorg creëren ruimte voor verantwoor-delijkheid in het eigen leven, of het nu gaat om een dagactiviteit, onderhouden van relaties met buren, familie en ruimer netwerk, huis-houdelijke activiteiten, enz. ze beantwoorden aan het streven om mensen een eigen, bete-kenisvolle plek in de samenleving te laten in-nemen. Vermaatschappelijking start m.a.w. bij een maatschappij voor iedereen.

Vertrekkende van het geloof in de

krachten en mogelijkheden van ieder mens is die verant-

woordelijkheid de regel,ondersteuning is de

uitzondering.

Page 6: CAW Inzicht 2014 - 4

6

Duur-zaamVermaatschappelijking van de zorg is wel de-gelijk een positieve keuze met een vooruitblik op een duurzame sociale gemeenschap. Het gaat immers om een investering in de samen-leving en in de mogelijkheid om daarvan een

zorgende woon- en leefomgeving te maken.

een investering zonder meer. Wie in vermaatschappelij-

king een besparing hoopt te realiseren kiest in we-zen voor iets anders, namelijk voor minder ipv voor andere zorg. de afbouw van zie-kenhuisbedden levert

middelen op die – zo-als verder te lezen – on-

verminderd en bewust in andere vormen van zorg en

hulpverlening moeten ingezet worden (zie interview met g. Pieters).

Maar dat is niet alles: vermaatschappelijking impliceert een maatschappij waarin grond-rechten gegarandeerd zijn, waarin huisvesting stap één in de hulpverlening kan zijn (zie ver-der over housing first), waarin bureaucratise-ring, fragmentering en professionalisering van de hulpverlening worden teruggeschroefd, waarin participatie aan het actieve leven in al zijn breedte en op maat wordt uitgebouwd (incl. de maatregelen voor leerwerkervarin-gen die nu worden ingeperkt), waarin mantel-zorgers en vrijwilligers worden aangemoedigd en ondersteund, waarin er publieke ruimte is die uitnodigt tot echt samenleven, enz. Voor deze doorgedreven vermaatschappelij-king moeten we kiezen, weg van ‘verzorging’ naar ‘ondersteuning in het dagelijkse leven’. dat laatste is wat sociaal werkers in het CAW per definitie doen: uitgaande van de krachten van kwetsbare medemensen werken aan een stevig en ondersteunend sociaal netwerk en daarbij opkomend voor ieders basisrechten. Vermaatschappelijking is daarmee een keuze voor echt ‘maatschappelijk werk’ op de eer-ste lijn.

Sociaal kapitaaldie positieve keuze rust, zoals al aangegeven, op een tweede pijler. Vermaatschappelijking doet immers een appèl op het sociaal kapi-taal van de gemeenschap. Beleidsmakers zien hierin een garantie voor kwaliteit van zorg én kwaliteit van leven. Mensen mo-biliseren zich voor elkaar. Als het schoentje van vermaatschappelijking ergens knelt, laat het dan hier zijn en wel om de volgende twee redenen. Ten eerste staat de samenleving onder druk in die zin dat de klemtoon op ei-gen loopbaan én op een boeiend (lees rijk gevuld en gevarieerd) le-ven de tijd en ruimte voor de ander sterk inperkt. ook de duurdere kinderopvang, de inperking van maatregelen voor arbeidsduurverkorting, de bijgestelde pensioenleeftijd en de krappe ar-beidsmarkt zullen makkelijk leiden tot andere keuzes dan zorg voor de medemens. Ten tweede vooronderstelt de idee van ver-maatschappelijking dat eenieder van ons be-schikt over een relevant netwerk. Hulpverle-ners op de eerste lijn weten als geen ander dat net de meest kwetsbaren onder ons hiervan verstoken blijven en dat zij willens nillens pre-cies daarom eerder een beroep op professi-onele hulp- en dienstverlening moeten doen. ook vermaatschappelijkte zorg is niet zonder sociale bias.

Voor deze doorgedreven

vermaatschappelijking moeten we kiezen, weg van ‘verzorging’

naar ‘ondersteuning in het dagelijkse leven’. Dat laatste is wat sociaal

werkers in het CAW per definitie doen: uitgaande van de krachten

van kwetsbare mede-mensen.

Vermaat-schappelijking

start m.a.w. bij een maatschappij voor

iedereen.

Page 7: CAW Inzicht 2014 - 4

7

Internationaal is er een sterke trend tot vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg, ook bij ons. Wat bete-kent dat concreet?de essentie van deze evolutie is toenemen-de participatie van mensen met geestelijke gezondheidsproblemen in de maatschappij. enerzijds door de afbouw van ziekenhuisbed-den in de psychiatrie, waarmee de patiënt uit zijn geïsoleerde positie tussen de ziekenhuis-muren gehaald wordt en terug in de samen-leving geplaatst wordt. gelijklopend hiermee worden mobiele gemeenschapsteams uitge-bouwd - interdisciplinaire teams - die de zorg naar de patiënt toebrengen in zijn eigen milieu en hem daar ondersteunen.deze reconversie is gestoeld op wetenschap-pelijk onderzoek dat mensen met een psychi-atrische problematiek beter in hun thuissitu-atie geholpen worden. dat houdt wel in dat de ondersteuning die in de residentiële zorg ter beschikking is, nu in de thuissituatie wordt aangeboden, en dat ook het sociale netwerk en de sociale omgeving mee ondersteund worden. Wetenschappelijk onderzoek toont

aan dat deze geïntegreerde zorg de patiënt meer helpt dan de zorg die aangeboden wordt door afzonderlijk werkende professionals.

Een aantrekkelijke boodschap, maar wat met de echo’s van de tegenstanders? Ik noem er een paar:Is vermaatschappelijking geen eufemisme voor doodgewone besparing?Neen, dat zou een heel gevaarlijke zaak zijn mocht het alleen om bezuinigingen gaan. deze hervorming moet voldoende financiële mid-delen krijgen. en die moeten ook anders wor-den ingezet waardoor vermaatschappelijking gestimuleerd wordt. de geestelijke gezondheidszorg wordt meer en meer een gedeelde zorg, tussen hulpver-leners uit verschillende sectoren, zowel vanop de eerste, tweede en derde lijn. de finan-ciering van de zorg moet daarom opnieuw bekeken worden. Waar meer druk komt, moet meer ondersteund worden. We moe-ten voorkomen dat zorg gecommercialiseerd wordt, waardoor de sociale ongelijkheid ook hier alleen maar zou toenemen.

Interview met Prof. Dr. Guido Pieters,psychiater UPC, hoofddocent bij KU Leuven, netwerkcoördinator zorgprogramma art. 107regio Leuven-Tervuren

Waar we van dromen

Page 8: CAW Inzicht 2014 - 4

8

Is onze prestatiegerichte maatschappij er wel klaar voor om die zorg aan te bieden?Het klopt dat gezinnen en families vandaag an-ders georganiseerd zijn dan vroeger. Mensen blijven graag op zichzelf, worden graag gerust gelaten. de druk om al hun rollen – partner, ouder, kind, vriend, kind, werknemer, col-lega…- goed op te nemen is al zo groot dat er nog weinig ‘zorg’ bij kan. en dan is er nog de vérgaande verdeskundiging van de zorg waardoor mensen het niet meer gewoon zijn voor elkaar te zorgen. Maar ik weiger te accep-teren dat we het daar maar moeten bij laten. Ik zie naast mij steeds meer ‘bezielers’ opdui-ken die mee aan de kar van gemeenschapszorg willen trekken, die wel uit hun huis komen en mee willen zorgen voor hun medemens… en daar draait het uiteindelijk om, om mensen die geloven in iets. die kunnen waarlijk iets veranderen, niet de structuren.

Zijn mensen met psychiatrische proble-men er wel klaar voor om terug in de veel-eisende samenleving te stappen? Ik geloof sterk in de kracht van mensen, ze kunnen heel veel zelf. We moeten stoppen met hen te betuttelen, hen afhankelijk te ma-ken van zorg, alles van hen over te nemen. dat doen we best door hen terug de kans te geven mee te draaien in de samenleving. Hoewel onze klinieken van uitstekende kwa-liteit zijn en de mensen er heel goed verzorgd worden is er bijna niemand die graag lang op-genomen wordt. Vaak ontbreken keuzemogelijkheden, en dat vinden mensen juist belangrijk. We moeten meer samen met de patiënt nadenken over wat ze in hun leven waardevol vinden, waar zij van dromen en écht willen voor gaan, in plaats van hen te isoleren en er alleen maar over na te denken van welke moeilijkheden we allemaal af willen. er moet zeker goede ondersteuning blijven. ook residentieel, maar meer als vangnet. de zorg moet anders, bre-

der, mobieler, we moeten naar de patiënt toe gaan. In engeland is bijvoorbeeld bewezen dat vermaatschappelijking de suïcidecijfers doet dalen, mits goede mobiele ondersteuning.

Zijn onze hulpverleners er wel klaar voor om deze vorm van gedeelde zorg goed te organiseren?Vermaatschappelijking van de zorg betekent ook dat de hulpverlening anders moet.

We moeten veel meer samenwer-ken, ook intersectoraal. Als je

die gedeelde zorg als visie kunt nemen, zou je hulpverlening helemaal anders kunnen organiseren. Bijvoorbeeld in zorgteams met huisarts, psychiater, maatschappelijk

werker… Maar er zijn nog hinderpalen, zoals het be-

roepsgeheim, de verantwoor-delijkheid, de sectorfinanciering. en

dat maakt dat het traag gaat. Vandaag werken we al met multidisciplinaire mobiele zorgteams die aan huis bij de patiënt komen. er zijn al dagcentra waar ze over-dag terechtkunnen en waar gewerkt wordt aan re-integratie. Maar daar mogen we niet bij stoppen, we moeten verder werken, el-kaar leren kennen, elkaar leren vertrouwen, samenwerken. We hebben in de psychiatrie veel te veel en veel te lang gefocust op gespe-cialiseerde zorg terwijl we het belang van de gewone basale zorg uit het oog verloren. ge-specialiseerde zorg moet zeker blijven bestaan maar specialisten moeten uit hun ivoren toren komen en hun kennis delen. en ook zelf op zoek gaan naar wat het gespecialiseerde aan-bod kan verruimen. zoals samenwerken met de eerstelijnszorg die vaak doelgroepen aan-spreekt die specialisten niet bereiken, of die mensen veel langer ondersteunt daar waar specialisten stoppen als het probleem me-disch gezien is opgelost. Uiteindelijk streven we als hulpverleners alle-maal hetzelfde doel na: de mens versterken in zijn psychische, fysieke, sociale welzijn. de mens moet centraal staan, niet het aanbod.

en daar draait het uiteindelijk om,

om mensen die geloven in iets. Die kunnen waarlijk iets veranderen, niet de

structuren.

Page 9: CAW Inzicht 2014 - 4

9

Gesprek met Dr. Geert Pint,huisarts te Wilsele, KHOBRA Huisartsenkring Oost-Brabant, Academisch Centrum Huisartsgeneeskunde KU Leuven

Ik wil daarom ook graag pleiten voor het doorbreken van de schotten tussen de ge-specialiseerde en de eerstelijnszorg, maar ook van de schotten tussen welzijns- en gezond-heidszorg. We moeten ons eigen aanbod nog meer op mekaar proberen af te stellen, onze knowhow en expertise delen, écht netwerken in de zorg. zorgoverleg en een goede coör-dinatie van die gedeelde zorg zijn eveneens belangrijke voorwaarden om deze samenwer-king te doen slagen. een voorbeeld van dergelijke zorgsamenwer-king zie ik in de mogelijkheid voor de huisarts om een kort specialistisch advies te vragen of snel tussen te komen waar nodig, zonder de zorg volledig te hoeven doorverwijzen. Het laat ons toe snelle, continue, toegankelijke en kwaliteitsvolle hulp te blijven bieden, aange-past aan de wisselende noden die de opvol-ging van patiënten met zich meebrengen.Als huisarts blijven wij onze patiënt ook vol-gen. In tegenstelling tot andere begeleidingen is de zorg die wij bieden nooit af. die continuï-teit van de zorg voor een persoon is belangrijk en is één van onze troeven die we in een in-tersectorale samenwerking écht nodig kunnen hebben. dergelijke vormen van samenwerking vergen echter de moed van elke zorgpartner om het eigen aanbod in vraag te durven stellen en de flexibiliteit om het aanbod mee af te stemmen op dat van anderen, maar vooral op de vraag

Wij zijn als huisarts in ons dagelijks werk erg betrokken bij de geestelijke gezondheidszorg van onze patiënten. de vermaatschappelijking van die zorg is zeker een goede evolutie. Voor mij is het belangrijk dat we hierbij vooral uit-gaan van de kracht van de mensen. Ik denk dat we moeten afstappen van het ‘psychiatriseren’ van de gewone problemen van het leven en dat een groot deel van de patiënten niet in de specialistische zorg terecht hoeft te komen. dit is enkel nodig voor (zeer) ernstige problemen. de minder zware proble-men kunnen ook op andere manieren verhol-pen en opgelost worden. dit veronderstelt echter een heel ander soort zorg: startend bij de zelfzorg en de mantel-zorg, daaropvolgend de generalistische zorg en pas daarna specialistisch, waarbij elk van die zorgniveaus voldoende op mekaar kunnen steunen en bij elkaar terecht kunnen.

Uitgaan van de kracht van mensen

We moeten ons eigen aanbod nog

meer op mekaar proberen af te stellen, onze know-how en expertise delen, écht netwerken in de

zorg.

Page 10: CAW Inzicht 2014 - 4

10

van de patiënt. dit zal ongetwijfeld nog een hele denkoefening vragen, maar lijkt mij een onvermijdelijke verdere evolutie.er zijn natuurlijk ook valkuilen aan de hele ver-maatschappelijking van de zorg, zoals de over-responsabilisering van de patiënt. en er is het risico dat de omgeving van de patiënt, zoals de familie, niet klaar is om de nodige zorg te geven. daarom is het belangrijk dat we hen voldoende ondersteuning bieden. Anderzijds zijn we het ook niet ge-woon samen te leven met ‘mensen die niet helemaal normaal functio-neren’. dat is typerend voor ons huidig maatschappelijk klimaat. daarom vind ik het ook belang-

Dergelijke vormen van samenwerking

vergen echter de moed van elke zorgpartner om het eigen aanbod in vraag te durven stellen en de

flexibiliteit om het aanbod mee af te stemmen op dat van anderen,

maar vooral op de vraag van de patiënt.

rijk te blijven inzetten op een bestrijding van de stigmatisering van de geestelijke gezond-heidszorg. Acties als ‘Tegek’ zijn daar voor mij een mooi voorbeeld van.Ik geloof dat de huidige veranderingen die we meemaken in de zorg slechts een start zijn van een meer patiëntgerichte zorgverlening. Het

lijkt me zeer boeiend om daaraan mee te mo-

gen werken.

gEt

uig

EniS Wij hebben intussen een fijne samen-

werking met het Cgg Vlaams-Brabant oost. Wanneer we bij een jongere ver-moeden dat er psychische problemen spelen, waarvoor gespecialiseerde hulp nodig is, contacteren we hen. Voor heel wat jongeren in die situatie is de stap naar een Cgg of andere psychiatrische hulp te groot. zeker wanneer ze nog nooit eerder in aanraking kwamen met geestelijke gezondheidszorg. de men-sen van de VdIP-werking (Vroegde-tectie en -interventie bij psychiatrische stoornissen) kunnen dan wat meer aan-klampend werken en op een toeganke-lijke manier zorgen voor een langdurige oplossing. ze slaan de brug tussen het JAC en het Cgg. ook bij jongeren met bijvoorbeeld ernstige angststoornissen, kunnen we hen consulteren, zodat we snel en specifiek op de situatie kunnen reageren.

SilkE

JAC jongerenonthaal

lEEn

VEr

mA

AtSC

hA

PPEl

iJkin

g in

CA

W O

OSt

-Br

ABA

nt

Page 11: CAW Inzicht 2014 - 4

11

Ontdek de ander

dat vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg maar werkt als die maat-schappij leert omgaan met kwetsbaarheid en onvolmaaktheid van mensen, lijkt logisch. Maar dat je een ander maar leert begrijpen en respecteren als je hem tegemoet treedt, in zijn tijd en ruimte, in zijn logica leert denken en begrip toont voor zijn noden, dat zijn we niet meer gewoon in onze prestatiegerichte maatschappij. daarom is een outreachende en aanklampende aanpak zo belangrijk in de vernieuwde geestelijke gezondheidszorg: Richard, 60 jaar, 10 jaar geleden nog gehuwd, succesvolle zelfstandige, leefde nu op straat, verslaafd aan alcohol en drugs. Sliep af en toe op een bank, zocht soms wat warmte in een kraakpand, wist als de beste in welke vuilnis-bakken in Leuven de lekkerste broodjes te vin-den waren.Via het oCMW kwam ik hem op het spoor, op een bankje op het Ladeuzeplein in Leuven. Ik heb er uren met hem zitten babbelen, later in Café Vandevelde bij een koffie. Tijd was hier niet aan de orde, aanwezigheid en vertrouwen des te meer. Waar kon ik hem mee helpen, vroeg ik. Ik wil gewoon ergens wonen, zei hij. Ik ging op zoek, schreef hem in in het Sociaal verhuurkantoor. Maar toen we vorige winter eindelijk een studio voor hem gevonden had-den, kwam hij niet opdagen. Hij was in slaap gevallen in het park. Ik was ontgoocheld, ja, maar ik hield hem vast. In april tekende hij uit-

eindelijk zijn huurcontract. de eerste maan-den leefde hij er als dakloze, met alle gevolgen van dien. Conflicten met de buren en over-last. ondertussen bleef ik hem ontmoeten, ook bij hem thuis. Ik was elke keer blij dat hij me wou ontvangen, zijn deur voor me open-deed. We hadden respect voor elkaar, geduld met elkaar, we waren graag bij elkaar. en plots kwam die klik en van de een op de andere dag stopte hij met drinken. Het gaat nu goed met Richard. Hij probeert de draad weer op te pakken. Ik ga er nog elke week een middag mijn boterhammen opeten. dat is voor mij zo waardevol. In de 2 jaar dat ik in dit project aanklampende zorg werk, hebben we 40 daklozen kunnen helpen. en geen enkele is blijven volharden in zijn oorspronkelijke afwijzing van onze hulp. Als vermaatschappelijking vermenselijking betekent dan wil ik er zo nog vele jaren voor gaan.

Martine Naets werkt bij het project aanklampende zorg voor dakloze mensen met psychiatrische of verslavings-problematiek, ondersteund door het OCMW Leuven.

maar dat je een ander maar

leert begrijpen en respec-teren als je hem tegemoet

treedt, in zijn tijd en ruimte, in zijn logica leert denken en be-grip toont voor zijn noden, dat zijn we niet meer gewoon in

onze prestatiegerichte maatschappij.

Page 12: CAW Inzicht 2014 - 4

12g

Etu

igEn

iS

Het inloopcentrum is de plek bij uitstek waar de ver-maatschappelijking speelt. onze bezoekers zijn erg kwetsbare mensen. ze leven vaak in armoede en lopen dikwijls verloren in onze maatschappij. In het inloopcentrum vinden ze rust. onze deur staat altijd open voor een babbel en een kop koffie. Wanneer ze willen, vertellen ze hun verhaal, stukje bij beetje. Wij proberen hen terug een plek te geven in de maat-schappij, hen te versterken, zodat ze terug in zichzelf kunnen geloven en steviger in hun schoenen staan. de groepswerking die we organiseren is daar zeker be-langrijk in. de bezoekers leren elkaar beter kennen en kunnen zo ook elkaar ondersteunen en helpen.

ingE

inloopcentrum De Zonnebloem

Mensen die bij ons komen aankloppen, zijn vaak al heel lang sterk geweest. Maar zitten nu aan hun grenzen. Hun zelfredzaamheid is dan niet meer erg groot. Niet iedereen heeft een steunend sociaal netwerk om op terug te val-len. Sommige mensen zitten zo diep in de problemen dat ze zich niet meer met de anderen rond hen kunnen bezig houden. en dan vervreemden ze en hebben ze niemand om op terug te vallen. of er is wel iemand, maar de drem-pel om te vertellen wat er aan de hand is, is veel te groot. Mensen schamen zich soms erg over hun situatie of voelen het aan als falen. en falen is ‘not done’ in onze maatschap-pij. Wanneer ze uiteindelijk toch de stap tot bij ons durven zetten, gaan wij op zoek naar de plek waar die persoon het best geholpen wordt. Ik kan me voorstellen dat die zoek-tocht voor vrienden of familie niet zo evident is.

CArOlinE

Onthaal

Ik werk vaak met mensen die geen opname in een in-stelling nodig hebben, die perfect zelfstandig kunnen wonen, mits de juiste omkadering. Ik kom bij hen om-wille van de woonproblemen die er zijn, vaak hygiëne-zaken of stapelwoede die we dan samen aanpakken. Wanneer die preventieve woonbegeleiding eindigt, kan je jongere mensen vlot doorverwijzen naar de mobiele teams en beschut wonen, waar ze de nodige gespecialiseerde opvolging krijgen. Maar voor +65-ja-rigen, bestaat dat aanbod niet. daar ontbreekt een hulpaanbod met zowel woonbegeleiding als gespecia-liseerde psychiatrische opvolging. zolang dat er niet is, blijven die mensen in de problemen komen.Het antwoord op de afbouw van bedden is nog meer outreachend en aanklampend (kunnen) werken. ze-ker bij mensen met een verslavings- of psychiatrische problematiek, waar de kennis en kunde van buren, familie, kennissen, gezins- en thuiszorg… gewoonweg niet voldoende is

riA

Preventieve woonbegeleiding

VEr

mA

AtSC

hA

PPEl

iJkin

g in

CA

W O

OSt

-Br

ABA

nt

Page 13: CAW Inzicht 2014 - 4

13

Wij geloven sterk in de herstelvisie die aan de basis ligt van de vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg. daar waar vroe-ger patiënten maanden - soms jarenlang in een ziekenhuis verbleven, en daardoor dreigden te vervreemden van hun familie, verblijven ze nu meer thuis, in hun gezin, hun vertrouwde om-geving, middenin de gewone samenleving. dit biedt zeker kansen. Maar er zijn ook nog heel wat obstakels. de zelfredzame samenleving waar van ieder-een gevraagd wordt verantwoordelijkheid op te nemen voor zijn of haar eigen leven en om-geving, is vandaag vaak nog een utopie. Het drie-generatiegezin waarin grootouders, kin-deren en kleinkinderen onder één dak woon-den en zorgden voor elkaar is al lang niet meer, en ook de gedeelde volkskennis van hoe je omgaat met armoede, ziekte, sterven en psy-chische problemen is weg. Familieleden van patiënten die thuis wonen krijgen er een pak verantwoordelijkheden bij, nieuwe vragen, onzekerheden, relaties, rollen, gevoeligheden. ze nemen dat er vaak nog eens bij, bovenop alle andere zorgen die ze al hebben. en dan zijn er nog de taboes en stigma’s rond mensen met psychiatrische problemen. dat alles zorgt voor heel wat stress in het gezin.Wij merken dat er veel te weinig ondersteu-ning is voor die familieleden. er zijn wel ‘mo-biele teams’ die ontstaan zijn uit de afbouw van ziekenhuisbedden, maar die zijn nu al overbelast en werken met wachtlijsten. Bo-vendien primeert de zorg voor de patiënt en is er te weinig tijd voor de behoefte van de man-telzorger. zij weten vaak niet waar ze terecht kunnen met hun zorgen. Wanneer die druk te

hoog wordt of te lang duurt, is de kans groot dat zij zelf fysieke en psychische gezondheids-klachten ontwikkelen. daarom pleiten wij voor meer ondersteuning, betere samenwerking tussen alle zorgniveaus, waar verbinding centraal staat, tussen de pa-tiënt, de hulpverlener, de familie en de maat-schappij. Want als we willen dat de geestelijke gezondheidszorg verbetert dan moeten we niet alleen zorgen dat de patiënt erop vooruit-gaat, maar ook dat zij die voor hem zorgen, dit goed kunnen blijven doen.In oost-Brabant is een project gestart tussen Similes, CAW en Cgg waarin we de noden van de familieleden van mensen met een psy-chische kwetsbaarheid beter in kaart willen brengen, om vervolgens het hulpaanbod en de hulpvraag beter op elkaar te kunnen afstem-men. zo kunnen we familieleden beter onder-steunen en de kwaliteit van de zorg voor de patiënt én zijn gezin verhogen.

Daarompleiten wij voor meer ondersteuning, betere

samenwerking tussen alle zorgniveaus, waar verbinding

centraal staat, tussen de patiënt, de hulpverlener,

de familie en de maatschappij

Gesprek met Mieke Craeymeersch,Directeur Similes, een vereniging voor gezinsleden en nabijbetrokkenen van personen met psychische problemen. www.similes.be

Samen-zorgen

Page 14: CAW Inzicht 2014 - 4

14

Housing First:wonen als basisrecht

de interne werkgroep dak- en thuislozen van CAW oost-Brabant signaleert dat er bin-nen onze regio onvoldoende ‘zorg op maat’ is voor de doelgroep dak- en thuislozen. een van de prioriteiten die zij vragen is de uitbouw van ‘Housing First’. Huisvesting en in het bijzonder ‘Housing First’ staat ook hoog op de prioriteitenlijst van het meerjarenplan van de partners van de hervor-ming van de geestelijke gezondheidszorg in het kader van art. 107.

Het hebben van een woning is een basis men-senrecht, ook voor daklozen en in het bij-zonder voor daklozen die kampen met een verslavings- en/of psychiatrische problema-tiek. een woning is een plek van privacy, waar iemand tot rust kan komen. Het draagt bij aan een gevoel van waardering en achting. Het hebben van een woning zorgt voor stabiliteit en is een startpunt om op andere levensdo-meinen vooruitgang te boeken.Housing First is een idee dat voor het eerst werd toegepast bij daklozen in New York en snel navolging kreeg in o.a. Utrecht. Basisdoel-stellingen van Housing First zijn: het creëren van een stabiele woonvorm, het behoud van de woning, een goed onderhouden woning; een huis wordt een thuis.

Concreet gesteld is het een vorm van bege-leid wonen waarbij de ‘doelgroep’ direct een woning krijgt aangeboden. Als voorwaarde wordt gesteld dat zij de woonverplichtingen (betaling, huur en onkosten en geen overlast) nakomen en minimale ambulante woonbe-geleiding toelaten, dit wil zeggen een ‘woon-coach’ aanvaarden.Stilaan worden verbindingen gemaakt, her-steld. ze krijgen terug vertrouwen in zichzelf, in de samenleving en herwinnen de regie op hun eigen leefsituatie.

De filosofie van housing First

Page 15: CAW Inzicht 2014 - 4

15

nood aan een ander woonbeleidIn het huidige ‘woonladder’ model (zie illustratie) verloopt een traject van iemand die dakloos is vaak via nachtopvang, crisisopvang, residentiële opvang, begeleid wonen om tenslotte een duurzame woonsituatie te bekomen. dit concept wekt de indruk dat mensen na het leven op straat niet onmiddellijk in staat zijn om zelfstandig te wonen.Housing First keert deze logica om: eerst de huisvestingssituatie oplossen en dan investeren in een multidisciplinair woonbegeleiding indien aangewezen.er zijn heel wat indicaties dat deze aanpak vaker resulteert in het duurzaam verlaten van die chronische thuisloosheid.

Sinds kort lopen in België zes HF-projecten met mensen die langere tijd dakloos zijn en kampen met een verslavings- en/of psychiatrische problematiek. deze projecten zijn gegroeid uit een gemeenschappelijk signaal vanuit de geestelijke gezond-heidszorg, eerstelijns welzijns- en gezondheidszorg in het kader van de vermaatschappelijking. een dringend signaal, dat wijst op de prioritaire nood aan een ander woonbeleid als antwoord op de chronische dak- en thuisloosheid van een erg kwetsbare groep.

Individuele woningmet korte termijnbegeleiding gebonden aan voorwaarden

gedeelde

huisvesting

vb. begeleid wonen

Nachtopvang

dakloos

Individueel wonen

met eigen contact

Page 16: CAW Inzicht 2014 - 4

Wij willen sociaal bewogen mensen die woningen, appar-tementen of studio’s te huur hebben en die met ons willen samenwerken, uitnodigen met ons contact op te nemen.

Voelt u zich aangesproken of kent u mensen in uw netwerk die mee hun schouders onder dit project willen zetten? Neem dan contact op met Lieve Polfliet, adjunct-directeur, via [email protected] of via 016 21 01 58.

16

Housing First werkt! Housing First geeft mensen letterlijk en figuurlijk een plek in de samenleving.

Housing First begint bij een woonst. Meteen daarna komt de begeleiding. CAW Oost-Brabant wil hier werk van maken.

Oproep voor een bijzonder project

Page 17: CAW Inzicht 2014 - 4

17

het prille beginopvangcentrum Halte 51 was een Leuvens project voor Leuvense jongeren. Bij de op-start in 1980 waren er geen subsidies en am-per geld om personeel te betalen. Toch zetten de medewerkers zich met hart en ziel in voor de jongeren die ze konden opvangen en be-geleiden.om de werking te kunnen blijven financieren, wilden medewerkers Ivo Michiels & Toon Vandenhove van Halte 51 kledij inzamelen en tweedehands verkopen. ze trokken op on-derzoek bij een soortgelijk project en gingen naarstig op zoek naar vrijwilligers. In de Mechelsestraat 65 bleek een pand te huur. Niet ideaal want wel erg bouwvallig, maar genoeg om de Kapstok tot leven te brengen. de tweedehandswinkel opende de deuren op 16 oktober 1985.

tweedehands met een doelde winkel wordt sinds het prille begin gedra-gen door vrijwilligers, die zich dagelijks bezig-houden met sorteren, wassen, presenteren en verkopen. Meer dan 60 vrijwilligers zetten zich doorheen de jaren in voor de Kapstok.Alle kleren in de winkel zijn gekregen van mensen die ze schenken. Sommigen omdat hun kleerkast nodig opgefrist moet worden, anderen uit solidariteit. Want de Kapstok ver-koopt al 30 jaar aan kleine prijzen. zodat ook mensen die het minder breed hebben, zich iets ‘nieuws’ kunnen veroorloven. Nog steeds gaat de opbrengst integraal naar de werking van CAW oost-Brabant.

30 jaar KapstokDe Kapstok is een tweedehandswinkel in Leuven, maar niet zomaar één. Gekregen kleding, linnen-goed en accessoires krijgen er een nieuw leven. In 2015 bestaat de winkel maar liefst 30 jaar. Tijd voor een jaar feest en een schets van de mooie Kapstok-geschiedenis.

Page 18: CAW Inzicht 2014 - 4

18

1985Het gehuurde pand blijkt al snel te klein. In het naastlig-gende huis komt Het Kapstokske, waar de kinderkledij verkocht wordt. omdat er soms te weinig vrijwilligers zijn voor de twee winkels, wordt een gat in de muur geslagen. zo kan 1 vrijwilligster toch beide winkels te-gelijkertijd open houden.

1994Het regent binnen in de winkel, de duiven gaan hun gang op het verdiep. Tijd voor een nieuwe stek. de Kapstok verhuist naar het nr. 32, in het winkel wan-delgedeelte van de Mechelsestraat. Heel wat meer mensen merken de winkel hier op.

1999Halte 51 wordt onderdeel van het nieuw opgerichte CAW regio Leuven. de Kapstok blijft zich inzetten voor Halte 51.

2000de Kapstok bestaat al 15 jaar! Intussen is er een groep van 16 enthousiastelingen om de winkel draaiend te houden. Vrijwilligster van het eerste uur Marie Jeanne vertelt aan Passe Partout: “Mijn benen houden het al 15 jaar vol, maar of ze het nog 15 jaar zullen doen, moeten we nog zien.”

2005de Kapstok bestaat 20 jaar en dat wordt gevierd tijdens de dag van de klant. de opbrengst van de winkel gaat intussen integraal naar de werking van CAW oost-Brabant. Het geeft het CAW extra middelen voor bijvoorbeeld keukenapparaten, wasmachines en kookvuren voor de residentiële werkingen als het vluchthuis, Halte 51, het crisis-opvangcentrum en het inloopcentrum.

MECHELSESTRAAT 323000 LEUVEN

de kapstok

Page 19: CAW Inzicht 2014 - 4

19

2007op 22 en 23 december organiseren de han-delaars van de Mechelsestraat, de Vismarkt en de Wandelingenstraat “Kerst voor de Kapstok”. er zijn optredens op de Vismarkt, eten en drinken. de opbrengst gaat naar de verbouwing van de Kapstok. Het verou-derde gebouw wordt opgeknapt. Boven de zaak komen vier studio’s en de winkel krijgt een opfrisbeurt.

2009Tijdens de verbouwingen verhuist de winkel tijdelijk naar heel wat verderop in de Mechelsestraat. een scheidingswand en pashokje worden provisoir in el-kaar geknutseld. de vernieuwde Kapstok heropent in september. een appartement en drie studio’s worden nu verhuurd via het sociaal verhuurkantoor Spit.

2014de Kapstok krijgt een nieuwe logo, een likje verf en een gevelbanier, waardoor de winkel nog meer opvalt in het straatbeeld.

2015de Kapstok bestaat 30 jaar en dat moet gevierd worden.

de benen van Marie Jeanne doen het nog steeds!

2011op 26 september 2011, ‘dag van de klant” komen Lien degol en Annemie Struyf de Kapstok extra in de kijker zetten.

Page 20: CAW Inzicht 2014 - 4

20

Jij ook?

Dan krijg je 30% korting op al je aankopen tijdens je verjaardagsmaand!

Bovendien geven we op de 30e van elke maand aan iedereen 30% korting!

Hou onze website in de gaten voor meer verjaardagsacties!www.Kapstok-tweedehands.be

de Kapstok. 30 jaar tweedehands met een doel.

De Kapstok wordt 30 jaar in 2015!

Page 21: CAW Inzicht 2014 - 4

21

De kapstok is steeds op zoek naar nog draagbare kleding, linnengoed in goede staat en juwelen en accessoires zoals sjaaltjes, handtassen en riemen. Ook kinderkleding is meer dan welkom! Je kan alles afgeven in de winkel tijdens de openingsuren of bij het CAW in leuven (redingenstraat 6) elke werkdag tussen 9 u. en 17 u.We nemen enkel propere en verkoopbare kleren aan. De kapstok doet geen aankoop van tweede-handskleding.

Een duwtje in de rug van je goede voornemensWintermaanden. Koude maanden. Feestmaanden.

Tijd voor gezelligheid, sfeer, familie en een halve dag twijfelen wat je zou aandoen. Waarbij je alles in je kleerkast zeker 2 keer vastpakt om dan te beslissen dat het toch dat eerste kleedje wordt.

Eigenlijk is het een ideaal ritueel om je kleerkast op te ruimen. En al wat je niet meer wil of kan dragen een nieuw leven te geven. Met een schone lei aan het nieuwe jaar te beginnen. En een goed voornemen alvast te volbrengen.

Dat ene fabuleuze stuk dat toch niet meer zo goed past? Een trui of broek die je verkeerdelijk kocht en nooit droeg? De feesttenues van je kinderen, waar ze intussen zijn uitgegroeid?

Breng ze naar de Kapstok en geef ze een nieuwe leven!

Page 22: CAW Inzicht 2014 - 4

22

Het vertrouwen krijgen van mensen die op straat leven is cruciaal om ze ook na de wintermaanden verder te kunnen helpen. daarom zetten we sinds dit jaar extra in op outreachend werken. ook na maart blijven we voor minstens één jaar actief om de verbinding met deze mensen op straat te blijven leggen.

Een bed in de koudste maanden van het jaar

Soep op de stoep

op zaterdag 15 november ging voor de vierde keer op rij de winteropvang voor daklozen van start in Leuven. CAW en oCMW organiseren deze opvang tijdens de koudste maanden van het jaar, van 15 november tot 31 maart. Als de vrieskou langer aanhoudt, blijft de winteropvang even lang open.

daklozen die in de winteropvang komen, krijgen niet enkel een bed, maar ook de mogelijkheid zich te douchen en iets te eten. In de woonkamer kunnen ze tot rust komen, tv kijken, de krant lezen, een gezel-schapsspel spelen, wat bijpraten.

een ploeg vrijwilligers staat paraat om ’s avonds en ’s nachts de permanentie te voorzien, mee te praten, te spelen, te luis-teren. drie medewerkers wisselen elkaar af bij de opvolging van het reilen en zeilen in huis. zij zijn een aanspreekpunt voor vragen om advies of verdere hulp.

Steeds meer mensen leven op of onder de armoedegrens. Ze ervaren dagelijks dat ze er niet bij horen en worden afge-sloten van de meest noodzakelijke basisvoorzieningen.

Met de jaarlijkse Soep op de stoep-actie vraagt Welzijnszorg aandacht voor de armoedeproblematiek en zamelen ze geld in om lokale armoedeprojecten te ondersteunen. Warme soep. Lekker, gezond en een warm gebaar dat niet veel moeite kost. Dat is de basis van Soep op de stoep.

De inloopcentra van CAW Oost-Brabant scharen zich maar al te graag achter de actie. Ze gingen met hun bezoekers aan de slag en serveerden heerlijke soep aan de CAW-collega’s uit Leuven, Diest en Tienen. Een dampende beker in ruil voor een broodnodige vrije bijdrage.

“Een tekort aan geld is één van de zwaarste beproevingen die ik moest meedragen in mijn leven. Je vervreemdt in de samenleving: omdat je steeds het gevoel hebt dat je beke-ken wordt, omdat je er met niemand over durft praten, om-dat je voor alles en nog wat geld nodig hebt en het leven steeds duurder wordt, omdat het sociaal contact voor het grootste deel afgebroken wordt, omdat je jezelf onwaardig voelt tegenover de rest van de gemeenschap, omdat je vindt dat je er niet meer bij hoort.”

Page 23: CAW Inzicht 2014 - 4

23

missing you

Wanneer jongeren iemand belangrijk verliezen, hebben ze vooral steun no-dig. Maar ook tijd en ruimte om met hun verlies om te gaan. Missing You is een niet-gesubsidieerde vrijwilligers-organisatie die zich inzet voor deze kinderen, jongeren en jongvolwasse-nen tot 30 jaar.

ze doen dit op verschillende manie-ren: een informatieve website, vor-mingen, ontmoetingsdagen en praat-groepen. zo is er maandelijks een praatgroep voor jongeren en jongvol-wassenen vanaf 16 jaar in lokalen van het CAW in Leuven. Aansluiten kan op elk moment en de bijeenkomsten zijn gratis. ook in Brugge, gent en Vilvoorde zijn er zulke praatgroepen.

Voor Missing You is het JAC als breed toegankelijke hulpverlening een be-langrijke partner. zo kunnen zij de jongeren doorverwijzen als er tijdens het rouwproces andere vragen en moeilijkheden opduiken.

Ik was zo verdrietig, maar tegelijkertijd verdrong ik alles. Ik wilde alleen maar plezier maken en niets anders doen dan dat.

CAW en missing You willen de onderlinge samenwerking in Vlaanderen verder uitbouwen en verstevigen om jongeren met een verlieservaring zo breed mogelijk te ondersteunen. hiervoor hopen zij een tijdelijke projectmedewerker aan te werven. maar dat kan enkel met uw steun.u kan dit project helpen realiseren met een gift op rekeningnr BE59 7775 9209 2726 van CAW Oost-Brabant met duidelijke vermelding “project missing You”. Vanaf 40€ ontvangt u een fiscaal attest.meer info: www.missingyou.be en www.cawoostbrabant.be

Oproep

Soep op de stoep

Page 24: CAW Inzicht 2014 - 4

CAW inZicht is een uitgave van Centrum Algemeen Welzijnswerk Oost-Brabant vzw

Werkten mee aan dit nummer: Bert lambeir, Sabine lehmann, greet monstrey, lieve Polfliet, Bieke roggen

Eindredactie en coördinatie: greet monstrey

lay-out: Sabine lehmann

Verantwoordelijke uitgever: Bert lambeir, redingenstraat 6, 3000 leuven

giften: CAW Oost-Brabant is als vzw gemachtigd giften, legaten en schenkingen te ontvangen.Een fiscaal attest wordt afgeleverd bij giften vanaf 40 euro.

maatschappelijke zetel: CAW Oost-Brabantredingenstraat 6, 3000 leuven, tel. 016 21 01 00, e-mail: [email protected], www.cawoostbrabant.be

WARMTe

HooPVeRTRoUWeN

PLezIeR eNgAgeMeNTTRoTS

INSPIRATIe

VReUgde

dANKBAARHeId

SeReNITeITVRIeNdSCHAPMoedKRACHT

goeSTINg

Dat het goed wordt in 2015!Dat is ieders wens.

laat ons daar samen aan werken.Dat is onze wens.

Vanwege CAW Oost-BabantSamen versterken we welzijn