CAW in beeld cijfers 2008 - Kennisplein homepage in beeld 2008 - cijfers... · De gelijkschakeling...

63
CAW in beeld cijfers 2008 onderzoeksdossier

Transcript of CAW in beeld cijfers 2008 - Kennisplein homepage in beeld 2008 - cijfers... · De gelijkschakeling...

CAW in beeldcijfers 2008

onderzoeksdossier

CAW in beeldcijfers 2008

2

Inhoudstafel

Deel 1 - Aanbod van het algemeen welzijnswerk

1 Het CAW-landschap 51.1. Steekkaart CAW .......................................................................................................................................5

2 Regels • subsidies • programma 6

3 De middelen van het CAW 73.1. Het algemeen welzijnswerk .....................................................................................................................7

3.2. De Centra Algemeen Welzijnswerk .......................................................................................................7

3.3. Regionale verdeling middelen ..............................................................................................................10

4 Het personeel van het CAW 144.1 Aantal VTE’s per CAWV ......................................................................................................................14

4.2 De vrijwilligers van het CAW ...............................................................................................................16

Deel 2 – De cliënten van het CAW

0. De clienten van het CAW 19

1. Begrippenkader Tellus 201.1. Onthaalde cliënten en cliënten in begeleiding .................................................................................. 20

1.2. Begeleidingsregistratie op basis van typemodules ............................................................................. 21

1.3. De eenheid van registratie ..................................................................................................................... 22

1.4. Wijzigingen in de registratie 2008 ten opzichte van vorige jaren.................................................... 22

2. Aantal cliënten in 2008 242.1. Evolutie van het aantal cliënten 2004-2008 ....................................................................................... 24

2.2. Aantal cliënten op onthaal .................................................................................................................... 25

2.3. Aantal cliënten in begeleiding .............................................................................................................. 28

3. Het profi el van de cliënten 353.1. Geslacht .................................................................................................................................................. 35

3.2. Leeftijd .....................................................................................................................................................37

3.3. Gezinssituatie en burgerlijke staat .......................................................................................................40

3.4. Scholingsgraad ........................................................................................................................................43

3.5. Inkomensbron en tewerkstellingsgraad ..............................................................................................44

3

Inhoudstafel

COLOFON

Dit onderzoeksdossier kwam tot stand met de medewerking van de CAW’s.

Auteurs: Koen Mendonck, Jeroen Delbeke, Anita Cautaers en Gerard Van Menxel.

Foto: purebudget.comEerste drukOntwerp: CRM Factory, LeuvenOpmaak: Steunpunt Algemeen WelzijnswerkVolgnummer: OD 2009/02Depotnummer: D/2009/11734/2

© 2009 Steunpunt Algemeen WelzijnswerkGehele of gedeeltelijke overneming of reproductie van de inhoud van de uitgave, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteursrechthebbende is verboden.

00

4. Kenmerken hulpverlening 464.1. Problematiek van het cliënteel ............................................................................................................ 46

4.2. De geboden hulpverlening.................................................................................................................... 47

4.3. Duur van de begeleidingen ................................................................................................................... 48

5. Focus op chathulpverlening 515.1. Wat is onlinehulpverlening via chat? .................................................................................................. 51

5.2. Leeftijd ..................................................................................................................................................... 51

5.3. Geslacht ................................................................................................................................................... 52

5.4. Type aanmeldingsvraag ......................................................................................................................... 53

5.5. Geboden hulp ......................................................................................................................................... 53

5.6. Aantal contacten ..................................................................................................................................... 54

5.7. Probleemgebieden .................................................................................................................................. 55

5.8. Verdeling over CAW’s ............................................................................................................................ 57

6. Bibliografi e 59

4

Deel 1Aanbod van het

algemeen welzijnswerk

5

Het CAW-landschap1.

Steekkaart CAW1.1.

De 27 centra voor algemeen welzijnswerk (CAW’s) bieden een antwoord op een veelheid aan vragen inzake persoonlijke en relationele problemen, sociale uitsluiting en problemen als dader of slachtoffer. De hulp- en dienstverlening kan gaan van informatie en advies naar partiële of integrale (op één of alle levensdomeinen) begeleiding, al dan niet gekoppeld aan een residentiële opvang.Het CAW biedt directe hulp, opvang en psychosociale begeleiding op maat van de hulpvrager. Het hulpaanbod van de CAW’s is zeer gedifferentieerd en omvat onder andere ambulante hulpverlening, crisishulp, residentiële hulpverlening, forensisch welzijnswerk en straathoekwerk.Om maatwerk te bieden, beschikt het CAW over interdisciplinaire teams van beroepskrachten met een bagage uit diverse disciplines. Het CAW biedt professionele hulp, maar realiseert dit in een nauwe samenwerkingsrelatie tussen beroepskrachten en vrijwilligers. Vrijwilligers bieden zowel kwalitatief als kwantitatief (ca. 2.200) een wezenlijke bijdrage aan de hulpverlening.

Tabel 1 – Steekkaart CAW’s, 2008

Centra voor Algemeen Welzijnswerk

27 CAW’s

20 werkingsgebieden of CAW-regio’s

14 regio’s hebben één CAW, 5 regio’s beschikken over twee CAW’s, 1 regio heeft drie CAW’s

64.256.910,40 € subsidiëring CAW’s

1.166,45 VTE personeel erkend volgens erkenningsbesluiten van de CAW’s (1.01.2009)

1.216,91 VTE personeel betaald met subsidies van de Vlaamse overheid (AWW-middelen) (boordtabellen

2008)

404,24 VTE personeel gefinancierd met andere middelen (boordtabellen 2008) (andere middelen: fonds

sociale maribel, provinciale en gemeentelijke subsidies of OCMW).

181.286,86 vrijwilligersuren t.o.v. 2.556.229,51 professionele uren (boordtabellen 2008)

In Vlaanderen wordt per 10.000 inwoners gemiddeld 1,45 voltijds personeelslid gesubsidieerd (1.01.2009)

Het aantal VTE per 10.000 inwoners varieert sterk naargelang de werkgebieden van de CAW’s: van 2,30 VTE

tot 0,59 VTE (gegevens 1.01.2009)

De begeleiding omvat 45 typemodules. Typemodules zijn “type begeleidingen” of “type dossiers”, die als

samenhangend zelfstandig pakket van hulpverlening aangeboden worden of gecombineerd met andere

typemodules

97.963 cliënten op onthaal; 38.079 cliënten in begeleiding (Tellus 2008)

Bron: Steunpunt Algemeen Welzijnswerk vzw, 2009

6

Regels 2. • subsidies • programma

Om tegemoet te komen aan de opmerking van het Rekenhof inzake het ontbreken van de decretaal voorziene programmatie werd in 2008 in opdracht van de Vlaamse overheid een onderzoek uitgevoerd door LUCAS (KULeuven). Het onderzoeksrapport “Ontwikkelen van indicatoren en een programmatie voor het algemeen welzijnswerk” (De Groof, Daems, Hermans, 2008) geeft een eerste aanzet voor een programmatie. De onderzoeksopdracht was het ontwikkelen van een programmatiemodel voor het algemeen welzijnswerk. Over een effectieve programmatie en hoeveel middelen of “hoeveel” algemeen welzijnswerk er nodig zijn, werden geen uitspraken gedaan.

Het programmatiemodel laat toe om een optimale spreiding van het huidige hulpaanbod te realiseren en om tekorten te signaleren. Het heeft eveneens tot doel om de toekomstige uitbreidingsmiddelen voor het algemeen welzijnswerk op een objectieve manier te spreiden over de verschillende regio’s.

De federatie van centra algemeen welzijnswerk (FCAW) stelde dat het ontwikkelde programmatie-instrument het voordeel heeft dat onmiddellijk zichtbaar wordt dat het huidige aanbod onvoldoende is om het aanbod van algemeen welzijnswerk optimaal te spreiden. Een herverdelen van de middelen over de regio’s is geen optie voor de FCAW. De programmatie uitvoeren, vereist bijkomende middelen om tegemoet te komen aan de maatschappelijke noden en behoeften waarop het algemeen welzijnswerk een antwoord formuleert. De CAW’s hopen dat het rapport in die zin geïnterpreteerd wordt en dat er snel werk zal gemaakt worden van de inzet van middelen om een start te geven aan de uitvoering van de programmatie.

Een tweede opmerking van het Rekenhof betrof het ontbreken van objectieve parameters voor de bepaling van de hoogte van de subsidie-enveloppes van de centra. Die enveloppes zijn nog steeds gebaseerd op historische realiteiten. De sector werkte een voorstel en een stappenplan uit om geleidelijk te komen tot een zelfde forfaitair bedrag per VTE voor alle CAW’s en dit rekening houdend met de budgettaire mogelijkheden van de overheid. De onderhandelingen tussen de federatie en de overheid leidden tot een stap in de richting van een gelijke subsidiëring. De gelijkschakeling is echter nog geen feit en in het kader van de uitvoering van het nieuwe decreet zal nog een antwoord moeten gevonden worden op de vraag naar objectieve parameters.

De adviezen van de gemengde commissie “kerntaken en programmatie van het algemeen welzijnswerk” werden gebruikt om een basis te leggen voor een nieuw decreet, dat in het voorjaar 2009 door het Vlaams parlement werd goedgekeurd. De voorbereidingen van het ontwerpdecreet en de memorie van toelichting maakten dat de sector, de Administratie en het kabinet in 2008 grondig over de rol van de sector hebben gediscussieerd. Er is eensgezindheid over het uitgangspunt dat aan alle burgers in elke regio een gelijkwaardig eerstelijnshulpaanbod aangeboden wordt en dit op basis van objectieve indicatoren die de socio-economische en maatschappelijke situatie van de bevolking in beeld brengen. De implementatie van een programmatie impliceert een groeiperspectief: de Vlaamse overheid zal op basis van een programmatie duidelijk moeten aangeven “hoeveel” algemeen welzijnswerk zij bereid is in elke regio te voorzien. Dit is een politieke beslissing.

7

De middelen van het CAW3.

Het algemeen welzijnswerk3.1.

In uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk van 1997 worden de Centra Algemeen Welzijnswerk gefinancierd via een globale enveloppe voor het algemeen welzijnswerk. Het algemeen welzijnswerk bestaat uit de CAW’s (CAW), de ingebouwde CAW’s van de ziekenfondsen (iCAW) en de Centra Tele-Onthaal. De subsidie-enveloppe van het totale algemeen welzijnswerk (CAW, iCAW en Tele-Onthaal) is geëvolueerd van 44.312.713 € in 1999 naar 69.959.289 euro in 2006, 77.259.000 euro in 2007 (zonder strategisch plan). In 2008 bedroeg het totale subsidiebedrag 66.053.316 euro (CAW en Tele-onthaal) zonder de ingebouwde CAW’s.Vanaf 1.1.2010 zullen de ingebouwde centra van de ziekenfondsen geen deel meer uitmaken van het decreet en het budget van het algemeen welzijnswerk. Deze centra worden overgeheveld naar het “woonzorgdecreet” (Agentschap Zorg en Gezondheid).

De Centra Algemeen Welzijnswerk3.2.

De actuele enveloppe van de CAW’s is samengesteld uit een ‘historisch’ gedeelte, nl. de samenvoeging van de subsidies van de werkingen die in de fusie betrokken waren op basis van het jaar 1995 en een gedeelte uitbreidingen, nl. de bijkomende subsidies die vanaf 1998 worden uitgedrukt in een vast forfaitair bedrag per VTE. Op 1/01/2008 was dit 48.676,01 euro/VTE. De anciënniteitsevolutie wordt sedert 1998 enkel op basis van het sectorgemiddelde in de enveloppe doorgerekend. De voorbije 2 jaar was er geen anciënniteitstoename waardoor er geen aanpassing gebeurde aan de subsidie-enveloppe. In de periode 1995-1998 werden een aantal normaliseringen doorgevoerd of historisch gegroeide tekorten weggewerkt. Daardoor evolueerde de enveloppe van het autonoom algemeen welzijnswerk van 33.142.281 euro in 1999 naar 56.205.234 euro in 2006 (zonder de middelen voor het Strategisch plan voor hulp- en dienstverlening aan gedetineerden) en tot 60.448.083 euro in 2007. Vanaf 1 juni 2007 werden de middelen voor het strategisch plan mee in de subsidie-enveloppe opgenomen. In 2008 bedroeg de subsidie-enveloppe 64.256.910 euro.Tabel 2 geeft een overzicht van de jaarlijkse begrotingstoename voor het autonoom algemeen welzijnswerk. Sinds 1997 is de enveloppe verhoogd ingevolge allerhande regulariseringen, toepassing van sociale akkoorden en regularisering van bijzondere tewerkstellingsstatuten (IBF en DAC) maar ook als gevolg van financiering van nieuwe initiatieven voor bijzondere noden en doelgroepen. Een aanzienlijk deel van de toename van de middelen van de voorbije jaren is gekoppeld aan bijkomende opdrachten inzake het forensisch welzijnswerk maar ook voor specifieke zorgfuncties ten aanzien van thuislozen.

Tabel 2 – Evolutie van de enveloppe voor het autonoom algemeen welzijnswerk, 1995-2008

Jaar Maatregel Aard Bedrag

1995 Wegwerken tekorten 1994-1995 1 3.272.194,53 €

1995 Opvulling “blinde vlekken” 6 371.840,29 €

1996 Wegwerken tekorten 1994-1995 1 1.960.837,78 €

1997 Justitieel welzijnswerk en slachtofferhulp 5 1.462.571,80 €

1997 JWW en slachtofferhulp, thuislozenzorg 5 852.753,73 €

1997 Achtergestelde regio’s 6 416.461,12 €

8

1998 Brussel: overname VGC-middelen 2 371.840,29 €

1998 Regularisering projectsubsidies 2 302.430,10 €

1998 Hulpverlening seksuele delinquenten 5 270.203,94 €

1998 Administratieve krachten (VESOC) 7 743.680,57 €

1999 Aanpassing subsidie werkdrukverlichters 3 594.944,46 €

1999 Regularisering projectsubsidies 2 138.820,37 €

1999 Gelijkschakeling barema’s 3 495.787,05 €

1999 Crisishulpverlening aan minderjarigen 5 743.680,57 €

1999 Opvang vrouwen en kinderen 5 867.627,34 €

2000 Laagdrempelige jeugdhulpverlening 5 1.487.361,15 €

2000 Justitieel welzijnswerk 5 466.039,83 €

2000 Slachtofferhulp 5 466.039,83 €

2000 Onderbezette regio’s 6 466.039,83 €

2000 Managementsondersteuning 7 1.041.152,80 €

2001Uitvoering VIA – arbeidsduurvermindering (ADV) residentiële

settings en managementsondersteuning3 121.987,29 €

2001 Regularisatie IBF-personeel 4 1.653.332,01 €

2001 Regularisatie DAC-personeel 4 5.300.145,02 €

2001 Zorgwonen thuislozen 5 378.537,50 €

2002Uitvoering VIA, arbeidsduurvermindering, conventioneel verlof,

managementsondersteuning en vorming3 302.943,34 €

2002 Regularisatie DAC-personeel 4 29.730,04 €

2002 Begeleid wonen thuislozen 5 280.383,99 €

2002 Begeleid wonen thuislozen (VIA-middelen) 5 754.879,98 €

2002 Ervaringsdeskundigen 5 135.000,00 €

2003 Regularisatie project DAC 2 59.541,55 €

2003 VIA - ADV residentiële settings en managementsondersteuning 3 179.529,35 €

Middelen03

9

2004 Inbedding specifieke werking in CAW 2 80.370,00 €

2004 VIA - ADV residentiële settings en managementsondersteuning 3 221.126,70 €

2004 DAC 4 45.045,98 €

2004 Slachtofferhulp 5 450.459,80 €

2005 Neutrale bezoekruimten 5 221.259,17 €

2005 VIA maatregel conventioneel verlof 3 149.088,33 €

2006 VIA - EJP - management - werkdrukvermindering 3 229.794,78 €

2006 DAC 4 79.942,90 €

2006 IFG 5 220.393,97 €

2006 Neutrale bezoekruimten 5 59.034,10 €

2006 Strategisch Plan gedetineerden Hasselt 5 20.661,94 €

2006 Onderbezette regio’s 6 98.390,17 €

2007 VIA - EJP – management - werkdrukvermindering 3 264.631,52 €

2007 Vermindering cRZ 8 -47.000,00 €

2007 Uitbreiding ouderenmisbehandeling 5 48.417,07€

2007Uitbreidingen ifv strategisch plan Hulp- en dienstverlening aan

gedetineerden9 932.028,60 €

2007 Uitbreidingen crisisjeugdhulpverlening 5 159.372,86 €

2007 Uitbreidingen begeleid wonen 5 145.251,21 €

2008 VIA - EJP - management - werkdrukvermindering 3 280.389,74 €

2008 Wijziging erkenning CAW Archipel ifv thuislozenwerking 2 60.845,01 €

2008 Uitbreiding basiswerking CAW 6 121.690,03 €

2008Uitbreiding ifv strategisch plan Hulp- en dienstverlening aan

gedetineerden9 146.028,03 €

2008Uitbreiding ifv strategisch plan Hulp- en dienstverlening aan

gedetineerden in Gent9 24.338,01 €

2008 Uitbreiding netwerken crisisjeugdhulp 5 178.478,70 €

Middelen03

10

2008Uitbreiding ifv integratie BGMK (DAC-regularisering) in CAW

Artevelde4 48.676,01 €

2008 DAC-regularisering in CAW Archipel 4 24.338,01 €

Bron: Vlaamse Overheid, Departement WVG, Afdeling welzijn en samenleving, Team algemeen en forensisch welzijnswerk (2008) en CAW-Witboek 2004 (Serrien, 2004). Bewerking: Steunpunt Algemeen Welzijnswerk. Legende aard van de verhogingen: 1 Wegwerken van tekorten en anomalieën – 2 Overheveling andere kredieten inclusief niet-gereglementeerde toelagen – 3 Toepassing sociale akkoorden – 4 Regularisaties tewerkstellingsstatuten – 5 Nieuwe initiatieven - 6 Achtergestelde en “Blinde vlekken” – 7 Ondersteuning Management en administratie – 8 overheveling naar andere sector – 9 overheveling strategisch planmiddelen naar reguliere enveloppe

De begrotingstoename in 2008 voor de sector is grotendeels toe te schrijven aan de uitbreiding van het strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden naar alle gevangenissen en het regulier maken van middelen voor crisisjeugdhulp in het kader van de Integrale Jeugdhulp. Deze uitbreidingen zijn opdrachten die aan bepaalde CAW’s werden toegewezen.Om een begin te maken van een meer evenwichtige spreiding van het aanbod werd in 2008 121.690 euro voorzien voor 5 VTE die ingezet werden in de regio’s met het laagste aantal VTE/10.000 inwoners. Om de ongelijkheid in financiering tussen de centra weg te werken werden in 2008 nog geen concrete initiatieven genomen. Verder heeft de Vlaamse overheid in opvolging van de Staten-Generaal voor een betere opvang en begeleiding van verkeersslachtoffers in 2008 een budget voorzien van 924.844 euro voor de diensten slachtofferhulp en meer bepaald voor de uitbouw van hulp- en dienstverlening aan verkeersslachtoffers. Tegelijk creëerde de Vlaamse overheid in 2008 een budget van 100.000 euro voor de uitbouw van de vrijwilligerswerking in het kader van slachtofferhulp. Dit budget van 100.000 euro dient om de kosten voor rekrutering, vorming, verplaatsing, verzekering, waardering, … te betalen die de vrijwilligerswerking met zich meebrengt. Concreet betekent dit dat per gepresteerd vrijwilligersuur een richtbedrag van 2,5 euro wordt voorzien. Deze middelen voor verkeersslachtoffers en vrijwilligerswerking zijn echter ingeschreven op een afzonderlijk begrotingsartikel en maken geen deel uit van het regulier budget van het algemeen welzijnswerk.

Regionale verdeling middelen3.3.

Zolang een programmatie niet volledig geïmplementeerd is, blijft de ongelijke spreiding van het aanbod bestaan. Het overzicht van het aantal gesubsidieerde personeelsleden voor de algemene opdrachten in verhouding tot de bevolking van iedere CAW-regio (tabel 3) varieert van 0,59 per 10.000 inwoners (Halle-Overijse) tot 2,30 per 10.000 inwoners (Kortrijk-Menen). De “algemene opdrachten” omvatten alle opdrachten die in het decreet en de erkenningsbesluiten van de CAW’s vermeld staan, met uitzondering van de opdrachten in het kader van slachtofferhulp, de bezoekruimte, hulpverlening aan seksuele delinquenten en justitieel welzijnswerk, die bovendien een andere regio-indeling volgen (gerechtelijk arrondissement, provincie). Gemiddeld investeert de Vlaamse Overheid voor deze algemene opdrachten 8 € per inwoner zowel in Vlaanderen als in het Brussels hoofdstedelijk gewest. Het aantal euro’s per inwoner varieert van 2,95 € (regio Halle-Overijse) tot 12,45 € (regio Kortrijk-Menen). De standaardafwijking tussen de regio met de laagste middelen per inwoner en deze die de hoogste blijft nagenoeg stabiel. Dit wijst er op dat de ongelijke spreiding blijft bestaan.

Middelen03

11

Tabel 3 – Investering van de Vlaamse overheid per inwoner en per regio en VTE per 10.000 inwoners en per regio op 1.01.2009.

Regio

Bevolking op

1/01/2008

(NIS)

€ per

inwoner

Totaal

erkende

vte op

31/12/2008

voor

algemene

opdrachten

VTE/10.000

inwoners

Brussel 349.497 10,85 67,75 1,94

Lennik-Dilbeek-Ninove 275.279 5,26 28,50 1,04

Halle-Overijse 152.329 2,95 9,00 0,59

Vilvoorde 217.402 3,16 13,00 0,60

Leuven 286.531 11,48 61,75 2,16

Aarschot-Diest-Tienen 200.375 6,36 22,25 1,11

Antwerpen 938.436 10,21 171,75 1,83

Turnhout-Mol-Geel-Herentals 417.443 6,76 52,50 1,26

Mechelen 359.828 6,38 39,50 1,10

Limburg 826.690 6,71 100,88 1,22

Kortrijk-Menen 278.672 12,45 64,00 2,30

Brugge 309.534 12,39 68,50 2,21

Oostende 135.713 11,89 27,75 2,04

Roeselare-Tielt-Izegem 233.200 5,36 22,75 0,98

Ieper-Veurne-Diksmuide 193.368 4,40 15,75 0,81

Gent-Eeklo 597.473 9,20 99,75 1,67

Aalst 166.138 8,22 25,50 1,53

Waasland 233.083 8,43 34,25 1,47

Dendermonde 190.338 5,07 18,00 0,95

Geraardsbergen-Ronse-Oudenaarde 149.768 7,41 19,75 1,32

Totaal Vlaanderen + Brussel 6.511.097 8,16 962,88 1,48

Totaal Vlaams Gewest 6.161.600 8,00 895,13 1,45

Bron: Boordtabellen 2008 Centra Algemeen Welzijnswerk. Verwerking Anita Cautaers, FCAW, 2009

Middelen03

12

Naast de algemene opdrachten voorziet de Vlaamse overheid nog middelen voor slachtofferhulp, justitieel welzijnswerk en voor de begeleiding bij het onderbroken of conflictueuze ouder-kind-contact: de bezoekruimte. Deze middelen worden aan bepaalde centra toegekend op basis van de gerechtelijke arrondissementen.Verder erkent de Vlaamse overheid voor de hulpverlening aan seksuele delinquenten per provincie. In elke provincie is aan één centrum 2 VTE toegewezen, voor de provincie Vlaams Brabant en het Brussels hoofdstedelijk gewest is dit 2,5 VTE. Verder zijn er nog 2 VTE erkend die instaan voor het meldpunt ouderenmisbehandeling (CAW Zuid-Oost Vlaanderen).

Tabel 4 – Erkenning van aantal VTE door de Vlaamse overheid voor specifi eke opdrachten per gerechtelijk arrondissement op 1.01.2009.

Gerechtelijk arrondissement

Aantal erkende

VTE voor

slachtofferhulp

Aantal erkende

VTE voor JWW

Aantal erkende

VTE voor

bezoekruimte

Brussel 5,00 4,00 3,50

Antwerpen 6,00 12,00 4,30

Turnhout 4,00 26,00 2,50

Mechelen 4,00 2,00 2,50

Leuven 3,50 10,00 2,50

Hasselt en Tongeren 5,50 9,85 4,90

Brugge 5,00 17,00 2,50

Kortrijk 4,50 1,00 2,50

Ieper en Veurne 3,00 1,50 3,50

Gent 5,50 8,00 3,50

Dendermonde 5,50 4,00 3,50

Oudenaarde 3,00 3,00 2,50

Totaal 55,00 98,00 38,00

Het aantal VTE dat per 10.000 inwoners wordt ingezet voor de algemene opdrachten, blijft ten opzichte van vorig jaar nagenoeg hetzelfde. Het aantal euro dat per inwoner door de Vlaamse overheid wordt uitgegeven stijgt lichtjes van 7,88 euro naar 8,15 euro. Inzake de specifieke opdrachten heeft de Vlaamse overheid in 2008 extra geïnvesteerd voor de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden en de crisisjeugdhulpverlening.

Middelen03

13

Tabel 5 – vergelijking investering van de Vlaamse overheid per inwoner en VTE per 10.000 inwoners tussen 2007 en 2008.

Totaal Vlaanderen + Brussel 2007 2008

Bevolking 6.426.805 inwoners 6.511.097 inwoners

€ per inwoner 7,88 euro 8,15 euro

Erkende VTE op 31/12 954 VTE voor algemene opdrachten

962,88 VTE voor algemene opdrachten

VTE/10.000 inwoners 1,48 VTE/10.000 inwoners 1,48 VTE/10.000 inwoners

Totaal Vlaams gewest 2007 2008

Bevolking 6.117.440 inwoners 6.161.600 inwoners

€ per inwoner 7,71 euro 8,00 euro

Erkende VTE op 31/12 888 VTEvoor algemene opdrachten

895,13 VTEvoor algemene opdrachten

VTE/10.000 inwoners 1,45 VTE/10.000 inwoners 1,45 VTE/10.000 inwoners

Middelen03

14

Het personeel van het CAW4.

Aantal VTE’s per CAW 4.1.

Tabel 6 geeft een overzicht van het aantal personeelsleden (VTE) in 2008. Het totaal aantal VTE volgens het erkenningsbesluit bedraagt eind 2008 1.166,45 VTE (kolom 2). Dat zijn 28,50 VTE meer dan vorig jaar. Voor de algemene opdrachten zijn binnen de erkenningsbesluiten van de CAW’s 962,88 VTE erkend.Kolommen 4 en 5 zijn gebaseerd op de boordtabellen 2008 en bevatten het reëel aantal VTE dat met de enveloppe AWW betaald werd (1.216,91 VTE) en het totale aantal VTE dat binnen het CAW in 2008 tewerkgesteld werd (1.621,15 VTE) betaald met zowel de subsidie-enveloppe als met andere middelen. Van de 1.621,15 VTE die er binnen de CAW’s tewerkgesteld worden, worden er dus 404,24 VTE (25 %) betaald met niet-reguliere subsidie-middelen. Dit is één procent meer dan vorig jaar.

Tabel 6 – Aantal VTE per CAW volgens erkenningsbesluit 31.12.2008, VTE betaald met AWW-middelen en met andere middelen

CAW

Totaal

erkende

VTE op

31/12/2008

Totaal

erkende

VTE voor de

algemene

opdrachten

op

31/12/2008

VTE’s betaald

met AWW-

middelen

2008

Totaal

VTE

tewerkgesteld

in CAW

en betaald

met alle

middelen

2008

Archipel 54,25 42,75 51,99 72,79

Mozaïek 25,00 25,00 28,00 46,54

Delta 32,00 28,50 31,50 34,84

Zenne en Zoniën 9,00 9,00 9,01 19,20

Regio Vilvoorde 13,00 13,00 12,55 15,20

Regio Leuven 77,75 61,75 74,33 86,34

Hageland 22,25 22,25 23,72 30,57

Metropool 89,00 77,00 97,00 190,71

De Mare 40,00 34,00 41,76 52,55

De Terp 65,05 60,75 70,17 88,54

De Kempen 87,00 52,50 91,31 106,64

Het Welzijnshuis 48,00 39,50 45,98 53,14

Sonar 65,50 49,13 65,41 83,25

15

‘t Verschil 57,65 51,75 64,48 93,81

Stimulans 49,00 39,00 51,73 69,10

Piramide 25,00 25,00 25,78 29,85

De Viersprong 46,75 41,75 49,73 61,93

De Poort 46,25 26,75 48,73 56,62

Middenkust 27,75 27,75 31,90 46,04

M-W-Vlaanderen 22,75 22,75 23,70 28,23

De Papaver 23,75 15,75 25,69 27,30

Visserij 40,50 31,50 42,33 59,13

Artevelde 78,25 68,25 78,82 107,36

Regio Aalst 25,50 25,50 25,91 33,72

Waasland 34,25 34,25 37,82 43,46

regio Dendermonde 31,00 18,00 35,32 44,29

Zuid-Oost-Vlaanderen 30,25 19,75 32,24 40,00

Totaal 27 CAW’s 1.166,45 962,88 1.216,91 1.621,15

Bron: Boordtabellen 2008 Centra Algemeen Welzijnswerk. Verwerking Anita Cautaers, FCAW, 2009.

In vergelijking met 2007 worden er meer VTE’s tewerkgesteld en worden er ook meer VTE’s betaald met andere middelen dan de subsidie-enveloppe. Meer bepaald is dit in 2008 één procent meer dan in het jaar 2007. Deze stijging heeft waarschijnlijk te maken met een toename van projectmiddelen in 2008. De onvoorspelbaarheid – het ene jaar een daling en het jaar nadien weer een stijging - van de andere middelen die ingezet worden binnen het CAW heeft te maken met de aard ervan: projectmiddelen die meestal maar voor één jaar kunnen ingezet worden. Het aantal VTE dat bovenop de erkende VTE met de subsidie-enveloppe tewerkgesteld wordt, daalt met 4 VTE.

Personeel04

16

Tabel 7 – Aantal VTE per CAW in 2008 ten opzichte van 2007 en 2OO6.

Aantal VTE 2008 2007 2006

Verschil

2008-2007

Verschil

2007-2006

Erkende 1.166,45 1.137,95 1.127,95 +28,50 +10,01

Betaald met

AWW-middelen1.216,91 1.192,54 1.155,31 +24,37 +37,23

Verschil Betaald

met AWW en

Erkende

50,46 54,59 27,36 -4,13 +27,23

Totaal

tewerkgesteld

binnen CAW

1.621,15 1.577,37 1.547,37 +43,78 +30,00

Betaald met

andere middelen

dan AWW-

subsidies

404,24 384,83 392,06 +19,41 -7,23

Bron: Boordtabellen 2007-2008 Centra Algemeen Welzijnswerk, Verwerking Anita Cautaers, FCAW, 2009

De vrijwilligers van het CAW4.2.

Het vrijwilligerswerk in de CAW’s staat voor 7,09 % van het totaal aantal prestatie-uren (181.286,86 vrijwilligersuren t.o.v. 2.556.229,51 professionele uren, boordtabellen 2008). We stellen vast dat er een dalende trend is van het aantal vrijwilligersuren zowel ten opzichte van het aantal professionele ingezette uren als in absolute cijfers. Worden er inderdaad minder vrijwilligersuren gepresteerd of heeft dit te maken met het al dan niet zorgvuldig registreren van het aantal vrijwilligersuren? Een bijkomend onderzoek is nodig om hierover uitsluitsel te geven.

Tabel 8 - Evolutie aantal vrijwilligersuren ten opzichte van professionele uren

2008 2007 2006

Aantal vrijwilligersuren 181.286,86 191.486,83 195.843,77

Aantal professionele uren 2.556.229,51 2.455.583,57 2.417.875,44

% vrijwilligersuren t.o.v.

professionele uren7,09% 7,83% 8,10%

Het overgrote deel van het vrijwilligerswerk gebeurt in het kader van de hulpverlening aan cliënten (86,55 %), vooral in de ambulante werkingen en het forensisch welzijnswerk met name binnen slachtofferhulp. Vrijwilligerswerk binnen de eigen CAW- administratie staat voor 6,29% en 7,51% van het vrijwilligerswerk gebeurt in het onderhoud

Personeel04

17

en de logistieke ondersteuning. Uitgedrukt in VTE à rato van 1.732,8 jaarlijkse prestatie-uren gaat het om 104,62 eenheden. Het aantal personen dat vrijwilligerswerk doet in de CAW’s wordt geraamd op 2.200.Het aantal ingezette vrijwilligersuren per CAW bevindt zich in tabel 8 en figuur 1. De gegevens betreffen 24 CAW’s. Drie CAW’s vermelden geen gegevens over de inzet van vrijwilligers maar dit betekent geenszins dat er geen vrijwilligers werden tewerkgesteld in deze centra. CAW Delta geeft aan momenteel niet met vrijwilligers te werken.”

Figuur 1 - Totaal vrijwilligersuren in de CAW’s, 2008

Gepresteerde vrijwilligersuren 2008

01.186

2.8983.0593.1483.253

3.6293.950

4.3604.586

4.9055.446

5.8246.064

7.5728.139

8.71610.387

11.10611.489

13.46418.91319.014

20.181

0,00 5.000,00 10.000,00 15.000,00 20.000,00 25.000,00

DeltaZenne en ZoniënRegio VilvoordeHet Welzijnshuis

HagelandZuid-Oost-Vlaanderen

MiddenkustDe Papaver

MetropoolSonar

WaaslandArchipelDe Mare

't VerschilVisserij

De PoortPiramide

Regio LeuvenStimulansArtevelde

De KempenM-W-Vlaanderen

De ViersprongRegio Dendermonde

CA

W

Vrijwilligersuren

Bron: Prestaties volgens opgave in boordtabel 2 - 2008. Bewerking: FCAW 2009

Personeel04

18

Deel 2De cliënten van het CAW

19

De cliënten van het CAW

Wie was de cliënt van het CAW in 2008? We bekijken het totaal aantal cliënten, de verdeling over de probleemgebieden, het socio-economisch profiel van de cliënt, de problematieken en de geboden hulpverlening. Voor meer gedetailleerde analyses verwijzen we naar de website en naar het intranet voor de registratieverantwoordelijken waarop de registratiegegevens beschikbaar zijn. Wie geïnteresseerd is in specifieke analyses kan een vraag richten aan Koen Mendonck ([email protected]). Alvorens in te gaan op de cijfers, geven we een overzicht van het begrippenkader dat gehanteerd wordt in Tellus.

20

Begrippenkader Tellus 1.

Onthaalde cliënten en cliënten in begeleiding1.1.

Figuur 1 geeft inzicht in het kernproces van de hulpverlening in het CAW en hoe deze gevat wordt door de registratie. Voor de interpretatie van het aantal cliënten is het onderscheid tussen “onthaal” en “begeleiding” belangrijk.Van meet af aan is er gekozen om de registratie zo nauw mogelijk te laten aansluiten bij het hulpverleningsproces. De cliëntregistratie start vanaf het onthaal van zodra er een persoonlijk hulpverlenend contact is met de cliënt. De registratie van de aanmeldingen (zonder cliëntcontact) en nazorg (na het afsluiten van de begeleiding) zijn optioneel. De registratie van de begeleiding gebeurde voor het eerst op basis van typemodules van geboden hulp. Het onthaal omvat het eerste en de eventueel daarop volgende directe contacten tussen cliënt en hulpverlener en ook alle vormen van eerste, onmiddellijke en meestal kortdurende hulpverlening. Deze omvat informatieve vragen, adviezen, directe opvang, vraagverduidelijking en onmiddellijke hulp. Als een verdere begeleiding wordt overwogen behoort een instapgesprek eveneens tot de onthaalactiviteiten. Bij het instapgesprek wordt een verdere begeleiding overwogen binnen het CAW of door een andere dienst. We spreken van een begeleiding van zodra cliënt en hulpverlener akkoord zijn over een hulpverleningsvoorstel met een wederzijds engagement en onderling afgesproken doelstellingen over een systematische en doelgerichte hulpverlening. Het scharniermoment tussen een onthaal en een begeleiding is het instapgesprek. Het onderscheid tussen onthaal en begeleiding ligt in de overstap naar een meer systematische en doelgerichte hulpverlening op basis van een wederzijds engagement. Dit staat los van de duur van de hulpverlening en van het aantal gesprekken met de cliënt. Voor de ene cliënt kan het onthaal kort zijn en wordt al vlug een begeleiding opgestart. Voor anderen is een vraagverheldering nodig alvorens een verdere begeleiding te overwegen. Lang niet alle onthaalde cliënten hebben begeleiding nodig. De geboden hulp in de onthaalfase volstaat voor vele cliënten. Uiteraard kan voor hulp ook verwezen worden naar andere diensten en voorzieningen.

21

Figuur 1 - Hulpverleningsproces en registratie

Begeleidingsregistratie op basis van typemodules1.2.

De registratie van de begeleiding op basis van 45 typemodules van geboden hulp is nieuw in 2008 (zie tabel 8 voor een overzicht). Iedere begeleidingsregistratie wordt gekenmerkt aan de hand van een typemodule. Typemodules zijn een soort “type begeleidingen” of “type dossiers”, die als samenhangend pakket aangeboden worden. Ze kunnen zowel apart als gecombineerd aangeboden worden, achtereenvolgens of gelijktijdig. Samen vormen ze het volledige hulpaanbod van de CAW’s. Een cliënt kan meerdere vormen van hulp krijgen. Aan één cliënt in begeleiding kunnen dus meerdere typemodules worden gekoppeld, elk met een eigen begin- en einddatum. Bij wijze van voorbeeld illustreert figuur 2 dit voor een begeleiding waarbij vier typemodules werden aangewend:

Tellus 01

22

Figuur 2 – Registratie van typemodules van hulpverlening in begeleiding

De eenheid van registratie 1.3.

De eenheid van registratie is iedere fysieke persoon die hulp verkreeg in een CAW. In het eerste deel van de definitie vermelden we de fysieke persoon (de cliënt dus). Van iedere persoon die hulp ontvangt, wordt een aparte registratiefiche gemaakt. Zodra meerdere leden van een cliëntsysteem, bijvoorbeeld de partner en de kinderen van de oorspronkelijke cliënt, betrokken worden in de hulpverlening, gebeurt voor ieder van hen een afzonderlijke registratie. In het tweede deel van de definitie vermelden we de geboden hulpverlening. Het aantal cliënten kan niet zomaar gelijkgesteld worden met het aantal fysieke personen. Ten eerste, kan een cliënt meerdere keren binnen een CAW geholpen worden binnen het kalenderjaar. Indien de vorige hulpverlening (onthaal of begeleiding) afgesloten is, wordt dan een nieuwe registratiefiche opgestart. Zo kan eenzelfde fysieke persoon meerdere keren geregistreerd worden. Ten tweede, wanneer een persoon meerdere typemodules krijgt binnen het CAW, wordt van iedere typemodule een registratie gemaakt. Het gebeurt frequent dat een cliënt na de onthaalfase een begeleiding krijgt in meerdere afdelingen van het CAW naargelang de aard van de hulpverlening. Zo kan bijvoorbeeld een relatiebegeleiding in de ene deelwerking gepaard gaan met een schuldbemiddeling door een andere deelwerking. In de meeste gevallen wordt er in de verschillende teams een aparte registratie bijgehouden zodat er ook hier verschillende registratiefiches zijn van dezelfde fysieke persoon. Ten derde, kan een cliënt in de loop van een registratiejaar geholpen worden door meerdere CAW’s. Voor residentiële hulpverlening is het mogelijk dat iemand in de loop van het registratiejaar opgenomen wordt in meerdere opvangcentra verspreid over Vlaanderen. Ook voor ambulante hulp kan een cliënt aankloppen bij meerdere diensten, zeker in steden waar meerdere CAW’s aanwezig zijn.In theorie is het mogelijk om ons registratiesysteem te laten werken op basis van de unieke cliënt (op naam of op rijksregisternummer) en daar alle hulpverleningsfiches aan te koppelen. Dit gebeurt echter niet omwille van redenen van privacy. Het is nog maar de vraag of in het CAW het ene team hoeft te weten dat een cliënt geholpen wordt of werd door een ander team. Bovendien is de hulpverlening soms anoniem.

Wijzigingen in de registratie 2008 ten opzichte van vorige jaren 1.4.

Tellus levert inmiddels vergelijkbare gegevens over vijf registratiejaren. In 2008 zijn weliswaar een aantal zaken gewijzigd op gebied van de registratie in de CAW’s. De wijzigingen zijn technisch en inhoudelijk. De vergelijkbaarheid over de jaren heen komt echter niet in het gedrang.

Tellus 01

23

Op technisch vlak werd overgeschakeld van een eenvoudig Access programma, dat gebruikt werd van 2004 tot 2007, naar een geavanceerder programma dat het mogelijk maakt om meerdere typemodules van geboden hulp te koppelen binnen één registratie. Naast de bestaande maar aangepaste Access-applicatie werd onder de naam “Webreg” een webapplicatie ontwikkeld met platform-onafhankelijke gratis software. Tweederde van de sector werkt met de webapplicatie, éénderde gebruikt nog het aangepaste Access programma. De implicatie van zo’n nieuw programma op de werkvloer mag niet onderschat worden: in de meeste CAW’s ging de opstart gepaard met een opleiding waarin aandacht besteed werd aan de nieuwe afspraken rond registratie en het praktische gebruik van de schermen van het nieuwe programma. Een aantal opleidingen werden tijdens de eerste maanden van het jaar gegeven. Tijdens de periode voor de opleiding moest men zich behelpen met een voorlopige en minimale registratie op papier. Deze twee factoren, het nieuwe programma en de opleidingen begin 2008, zorgden er voor dat er een aantal cliënten begin 2008 niet geregistreerd werden. Op inhoudelijk vlak zijn er twee belangrijke wijzigingen: een switch van werksoorten naar typemodules en een gewijzigde eenheid van registratie in de begeleidingsfase. In de registratie tot en met 2007 bestond één cliëntregistratie uit één rij in een tabel. Deze rij bestond uit een aantal cliëntkenmerken, een onthaalluik en een (facultatief) begeleidingsluik. Deze drie waren aan elkaar gekoppeld en werden geïdentificeerd door één werksoortelijke benaming (bv. een opvangcentrum voor mannen of een JAC-onthaal). De eenheid van registratie was de cliënt in combinatie met de ontvangen hulp. Concreet: één onthaal eventueel gevolgd door één begeleiding. Vanaf 2008 registreert men de cliëntkenmerken volledig afzonderlijk van de hulpverleningskenmerken. De hulpverleningskenmerken worden geregistreerd aan de hand van een onthaalfiche en/of één of meerdere begeleidingsfiches. De onthaalfiche heeft geen werksoortelijke identificatie meer maar wordt enkel nog gekenmerkt als onthaalfiche. Uitzondering zijn de vier specifieke forensische werkvormen: justitieel welzijnswerk, slachtofferhulp, bezoekruimte en hulpverlening seksueel delinquenten. Deze blijven dus wel nog identificeerbaar. De begeleidingsfiche wordt ook niet meer gekenmerkt door een werksoort maar door een typemodule. Er werd een classificatie van 45 begeleidingsmodules opgesteld in overleg met de sector en de Vlaamse overheid. De eenheid registratie op de begeleidingsfiche is voortaan de typemodule. Indien men meerdere typemodules bij één cliënt inzet, ontstaan er meerdere begeleidingsfiches. Het wordt dus mogelijk om meerdere hulpverleningsregistraties aan één cliëntregistratie te verbinden. In het vroegere systeem werd de geboden hulp werksoortelijk geïdentificeerd als bvb. een opname in een opvangcentrum voor jongeren. In het nieuwe systeem zal daar nu ook bvb. een budgetbegeleiding en/of een gezinsbegeleiding aan gekoppeld worden. Omdat de typemodules specifieker zijn dan de vroegere werksoorten, werd een hoger aantal geregistreerde begeleidingen verwacht in 2008, omdat een “werksoort” verschillende typemodules overkoepelt.Het aantal cliënten in begeleiding bevat mogelijk dubbeltellingen: sommige fysieke cliënten zullen meerdere typemodules hebben en daardoor dubbel meetellen. Zolang er geen sectorafspraak is waarbij iedereen verplicht op naam registreert en alle hulpverleningsfiches aan één en dezelfde cliënt verbonden worden, komt het aantal geregistreerde personen niet overeen met het aantal fysieke personen in begeleiding. Nu maakt het ene CAW deze koppeling wel, terwijl het andere CAW een nieuwe registratie opstart. Op termijn wordt hier naar uniformiteit gestreefd.

Tellus 01

24

Aantal cliënten in 2008 2.

Evolutie van het aantal cliënten 2004-2008 2.1.

In de onthaalwerkingen van de CAW’s werden in 2008 97.963 cliënten geregistreerd. Onder hen 93.102 nieuwe cliënten en 4.861 overgedragen cliënten waarvan het onthaal reeds startte in 2007 of eerder. Het aantal begeleidingen in 2008 bedraagt 38.079. Voor 13.816 cliënten of 36% werd de begeleiding reeds in 2007 of eerder opgestart. Voor tweederde of 24.263 cliënten of 64 % startte de begeleiding in de loop van 2008. Het hoger aandeel van de overgedragen begeleidingen wordt verklaard door een langere gemiddelde duur van de hulpverlening dan in het onthaal.

Tabel 1 – Nieuwe en overgedragen cliënten in onthaal en in begeleiding, CAW’s, 2008

Cliënten Overgedragen uit 2007

Nieuwe cliënten 2008

Totaal

Hulpverleningsfase Aantal % Aantal % Aantal %

Onthaal 4.861 5% 93.102 95% 97.963 100%

Begeleiding 13.816 36% 24.263 64% 38.079 100%

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Een vergelijking met de vorige vier jaren laat zien dat het aantal geregistreerde onthaalcliënten voor het eerst aanzienlijk daalt, terwijl het aantal begeleidingen redelijk stabiel blijft. Deze evoluties worden in de volgende hoofdstukken in detail toegelicht.

Tabel 2 – Cliënten geholpen op onthaal en in begeleiding, CAW’s, 2004-2008

Jaar Onthaal en directe hulp Begeleiding

2004 111.252 41.389

2005 108.493 38.904

2006 109.447 37.306

2007 112.549 36.713

2008 97.963 38.079

Bron: TELLUS 2008– Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

25

Aantal cliënten op onthaal 2.2.

In tabel 3 lezen we dat in 2008 97.963 cliënten op onthaal werden geregistreerd. Dit is een forse daling in vergelijking met de vorige jaren.

Tabel 3 – Cliënten op onthaal, naar nieuwe of overgedragen cliënten, CAW’s, 2004-2008

Jaar Nieuw Overgedragen Totaal

2004 105.244 6.008 111.252

2005 102.112 6.381 108.493

2006 101.108 8.339 109.447

2007 101.459 11.090 112.549

2008 93.102 4.861 97.963

Bron: TELLUS 2008– Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Van 2004 tot en met 2007 is het aantal geregistreerde onthaalcliënten min of meer gelijk gebleven, namelijk rond 110.000. Na een daling van het aantal onthaalde cliënten in 2005 (108.493) volgt in 2006 immers weer een kleine stijging tot 109.447 onthaalcliënten die zich doorzet in 2007 tot 112.549 cliënten. In 2008 neemt het aantal onthaalcliënten een sterke duik naar 97.963. Deze daling blijkt in hoofdzaak te wijten aan de manier van registratie en beantwoordt vermoedelijk niet aan een reële daling.

Figuur 3: evolutie van het aantal cliënten op onthaal van 2004 tot 2008.

90.000

95.000

100.000

105.000

110.000

115.000

2004 2005 2006 2007 2008

Bron: TELLUS 2008– Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Cliënteel 02

26

De daling van het aantal geregistreerde cliënten op onthaal heeft vermoedelijk te maken met enkele technische overgangsproblemen in 2008, maar vooral een toenemende betrouwbaarheid van de registratie.

De meeste CAW’s zijn in 2008 met de nieuwe webapplicatie begonnen. Dit is een ingrijpende wijziging 1. voor de hulpverleners ten aanzien van het vroegere Access-programma. De gewenning aan de schermen van het nieuwe programma zorgde voor minder registraties in de beginperiode. Bovendien vonden de opleidingen voor het nieuwe programma veelal plaats tijdens de eerste maanden van het jaar. Voorafgaand aan de opleidingen is waarschijnlijk niet geregistreerd. De opleidingen die gepaard gingen met de installatie van het nieuwe registratieprogramma hebben er 2. voor gezorgd dat de definities van “aanmelding” en “consult” opgefrist werden en daardoor beter in de praktijk omgezet werden bij het registreren. In het nieuwe programma is het bovendien makkelijker dan vroeger om aanmeldingen en consult te registreren. Daardoor zullen een aantal aanmeldingen, die voorheen ten onrechte als onthaalcliënt geregistreerd waren omdat er geen cliëntcontact plaatsvond, nu correct geregistreerd zijn. Door de installatie en opstart van een centraal onthaal in sommige CAW’s heeft men ook een 3. vermindering van het aantal onthaalcliënten omdat die voorheen soms twee keer geregistreerd werden (één keer bij het eerste gesprek, daarna nogmaals een onthaalfiche op de locatie waar de begeleiding opstartte). De afspraak dat iedere begeleidingsfiche voorafgegaan wordt door een onthaalfiche is in 2008 weggevallen. Een vijftal CAWs registreren met alle teams van het CAW geïntegreerd in één bestand. Daardoor 4. komt men ook tot een verminderd aantal onthaalcliënten: cliënten die voorheen door meerdere teams geholpen werden, hadden bij ieder team een onthaalfiche. Bij de start van het nieuwe systeem in 2008 zijn alle overgedragen cliënten opnieuw ingegeven geweest 5. omdat er geen inlaad mogelijk was uit het oude programma. Vermoedelijk zaten er in het oude programma een aantal niet-afgesloten registratiefiches die bleven openstaan omdat de afsluitdatum niet werd ingevuld. Dit is duidelijk zichtbaar op de onderstaande grafiek, waar men tot 2007 een steeds groter aandeel overgedragen cliënten ziet.

Cliënteel 02

27

Figuur 4 - relatieve verdeling van het aantal nieuwe en overgedragen cliënten op onthaal, evolutie 2004-2008.

105.244 102.112 101.108 101.45993.102

6.008 6.381 8.339 11.0904.861

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2004 2005 2006 2007 2008

overgedragen nieuw

Bron: TELLUS 2008– Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Tot 2007 werden onthaalregistraties gekenmerkt door een werksoort. Vanaf 2008 is dat echter niet meer het geval. Enkel van de werkingen justitieel welzijnswerk, slachtofferhulp, bezoekruimtes, en hulpverlening seksueel delinquenten hebben we nog afzonderlijk identificeerbare gegevens (zie tabel 4).

Tabel 4 – Cliënten in het algemeen welzijnswerk op onthaal naar clusters, 2008

Onthaal Ambulant en residentieel 78.032 79,70%

Onthaal Justitieel Welzijnswerk 8.035 8,20%

Onthaal Slachtofferhulp 9.434 9,60%

Onthaal Bezoekruimte 2.316 2,40%

Onthaal Hulpverlening Seksueel Delinquenten 146 0,10%

Totaal 97.963 100,00%

Bron: TELLUS 2008– Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Cliënteel 02

28

Een gedetailleerde vergelijking met de voorgaande jaren is dus niet meer mogelijk. We hebben echter wel de diensten justitieel welzijnswerk en slachtofferhulp apart als vergelijkingsbasis. Alle andere diensten kunnen dan gebundeld worden in onthaal ambulant en residentieel. Daaruit kan men concluderen dat het relatieve en ook absolute aandeel van deze drie groepen doorheen de jaren stabiel blijft. De diensten slachtofferhulp hebben relatief gezien ieder jaar meer cliënten op onthaal. Hier speelt allicht een duidelijkere definiëring van de begrippen onthaal en begeleiding.

Tabel 5 – Evolutie van het aantal onthaalcliënten naar cluster, 2004-2008 *

2004 2005 2006 2007 2008 N % N % N % N % N %Ambulant en

residentieel 94.278 85 91.291 84 91.005 83 93.602 83 80.494 82Justitieel

Welzijnswerk 8.058 7 8.205 8 8.513 8 8.833 8 8.035 8Slachtofferhulp 8.916 8 8.997 8 9.929 9 10.114 9 9.434 10Totaal 111.252 100 108.493 100 109.447 100 112.549 100 97.963 100

Bron: TELLUS 2008– Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

* Voor 2004-2007 omvat “Onthaal Ambulant en residentieel” de werksoorten “ambulant”, “thuislozenzorg”, en “JAC”. Voor 2008 omvat dit de soorten onthaal “Onthaal Ambulant en residentieel”, “Bezoekruimte”, en “hulpverlening Seksueel Delinquenten”

Aantal cliënten in begeleiding 2.3.

Het aantal begeleidingen stijgt licht in 2008 ten aanzien van 2006 en 2007. Analoog met de evolutie van het aantal onthaalcliënten, zien we ook hier een breuk met de evolutie tot 2007, maar er zijn evenwel andere redenen die hieraan ten grondslag liggen.

Tabel 6 – Cliënten geholpen op onthaal en in begeleiding, CAW’s, 2004-2008

Jaar Nieuw Overgedragen Totaal

2004 27.224 14.165 41.389

2005 23.961 14.943 38.904

2006 22.711 14.595 37.306

2007 22.384 14.329 36.713

2008 24.263 13.816 38.079

Bron: TELLUS 2008– Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Het aantal cliënten in begeleiding vertoonde een dalende trend over de werkingsjaren 2004 tot 2007. Gemiddeld werden, in vergelijking met 2004, jaarlijks zo’n 3.300 begeleidingen minder geregistreerd: 41.389 begeleidingen in 2004; 38.904 begeleidingen in 2005; 37.306 begeleidingen in 2006; 36.713 in 2007. Deze dalende trend was eerder het gevolg van de registratiewijze dan van een wijziging in het bereikte cliënteel. Meer bepaald merken we dat de definitie van begeleiding beter bekend is geworden op de werkvloer. Voorheen werden heel wat begeleidingen geregistreerd die in feite onthaal-hulpverlening waren. Doorheen de jaren zijn deze dan als onthaal geregistreerd in plaats van als begeleiding en werd de registratie zuiverder.

Cliënteel 02

29

Figuur 5: evolutie van het aantal cliënten in begeleiding van 2004 tot 2008.

34.000

35.000

36.000

37.000

38.000

39.000

40.000

41.000

42.000

1 2 3 4 5

Bron: TELLUS 2008– Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Vanaf 2008 zien we opnieuw een stijging. Deze valt te verklaren door de nieuwe registratie-afspraken. Er wordt vanaf 2008 op niveau van de typemodules geregistreerd. Tot 2007 werd er in begeleiding op niveau van de werksoorten geregistreerd. Deze werksoorten omvatten soms verschillende type-begeleidingen. Zo kon bijvoorbeeld een ambulante begeleiding aangevuld worden met een schuldbemiddeling die door een andere hulpverlener uitgevoerd werd. In de registratie hield men echter één begeleidingsfiche bij met de werksoort “algemeen ambulant”. Vanaf 2008 registreert men op niveau van de typemodules in begeleiding. Bovenstaand voorbeeld wordt in 2008 geregistreerd als twee verschillende begeleidingsfiches: één voor de typemodule “individuele integrale begeleiding” en één voor de typemodule “schuldbemiddeling”. Daarom hadden we een verhoging van het aantal begeleidingen verwacht. Deze stijging is allicht gecompenseerd door een andere factor, met name het opstarten in 2008 van een nieuw registratieprogramma. Omdat de opleidingen om het programma te leren gebruiken pas begin 2008 gegeven zijn, zullen er in die eerste maanden registraties ontbreken. Op onderstaande grafiek is te zien dat de relatieve verdeling van het aantal nieuwe ten opzichte van het aantal overgedragen cliënten gelijk blijft de voorbije jaren.

Cliënteel 02

30

Figuur 6 - Relatieve verdeling van het aantal nieuwe en overgedragen begeleidingen, evolutie 2004-2008.

27.224 23.961 22.711 22384 24.263

14.165 14.943 14.595 14329 13.816

0%

20%

40%

60%

80%

100%

2004 2005 2006 2007 2008

overgedragen

nieuw

Bron: TELLUS 2008– Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

In 2008 zijn we gestart met een aantal nieuwe clusters. Voorheen werden de 35 werksoorten geclusterd in 5 groepen: “ambulante hulp, thuislozenzorg, JAC, justitieel welzijnswerk, en slachtofferhulp”. Vanaf 2008 groeperen we de 45 typemodules in 3 clusters: “gezin en relaties, sociale uitsluiting, en forensisch welzijnswerk.” De cluster “Gezin en relaties” bevat alle ambulante hulpverlening rond individu, partner, gezin, seksualiteit. “Sociale uitsluiting” is de cluster die de thuislozenzorg en de financiële hulpverleningen samenneemt en de cluster “Forensisch welzijnswerk” bevat de diensten justitieel welzijnswerk en slachtofferhulp. De term “cluster” slaat op een inhoudelijke groepering van types van hulpverlening en niet op organisatorische eenheden binnen de centra.

Tabel 7 – Cliënten in het algemeen welzijnswerk in begeleiding naar clusters van typemodules, 2008

Gezin en Relaties 21.008 55,20%

Sociale uitsluiting 12.501 32,80%

Forensisch welzijnswerk 4.570 12,00%

Totaal 38.079 100,00%

Bron: TELLUS 2008– Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Onderstaand diagram laat zien dat de cluster “gezin en relaties” goed is voor meer dan de helft van de typemodules. De cluster “sociale uitsluiting” omvat een derde van het totaal en de forensische begeleidingen omvatten zo’n 12 % van het totaal.

Cliënteel 02

31

Figuur 7 – Begeleidingen 2008 naar cluster, 2008

2100812501

4570

Gezin en Relaties

Sociale uitsluiting

Forensisch welzijnswerk

Bron: TELLUS 2008– Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Tabel 8 geeft per cluster weer hoeveel typemodules geregistreerd werden in 2008. De inhoud van deze typemodules wordt uitvoerig omschreven in het definitieboek registratie.

Tabel 8 – Aantal typemodules gegroepeerd per cluster, 2008

GEZIN EN RELATIES N %

Integrale individuele begeleiding 1.999 10

Begeleiding basisrechten 1.283 6

Begeleiding psychische en persoonlijke problemen 5.483 26

Psychotherapie 766 4

Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling 76 0

Begeleiding seksueel grensoverschrijdend gedrag 46 0

Begeleiding seksuele delinquenten 209 1

Integrale gezinsbegeleiding 460 2

Gezinsbegeleiding 514 2

Gezinstherapie 86 0

Bemiddeling conflicten jongeren en ouders 205 1

Cliënteel 02

32

Bezoekruimte gerechtelijke context 2.352 11

Begeleiding intrafamiliaal geweld 1.275 6

Begeleiding ouder-kind contact in detentie 159 1

Groepsbegeleiding 380 2

Crisisbegeleiding 1.581 8

Totaal 21.008 100

Cliënteel 02

Begeleiding opvoedingsonzekerheid 419 2

Begeleiding partnerrelatie 1.110 5

Relatietherapie 535 3

Begeleiding scheidingsproces 341 2

Scheidingsbemiddeling 827 4

Ouderschapsbemiddeling 530 3

Bezoekruimte vrijwillige context 372 2

33

SOCIALE UITSLUITING N %

Budgetbegeleiding 1.285 10

Begeleiding personen gevat door collectieve schuldenregeling 223 2

Schuldbemiddeling 1.758 14

Budgetbeheer 1.612 13

Preventieve woonbegeleiding 373 3

Begeleid zelfstandig wonen 442 4

Begeleid wonen 1.291 10

Zorgwonen 146 1

Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid 3.476 28

Integrale begeleiding studio-opvang 516 4

Integrale residentiële begeleiding jongvolwassenen 313 3

Integrale residentiële begeleiding slachtoffers partnergeweld 376 3

Individuele begeleiding kinderen van ouder(s) opvangsituatie 637 5

Integrale residentiële begeleiding slachtoffers v mensenhandel 53 0

Totaal 12.501 100

Cliënteel 02

34

FORENSISCHE CLUSTER N %

Hulp- en dienstverleningscoördinatie tijdens de detentie 933 20

Integrale begeleiding van gedetineerden 1095 24

Begeleiding naastbestaanden gedetineerden 86 2

Begeleiding slachtofferschap 2356 52

Uitvoering van een leerstraf 100 2

Totaal 4570 100

Algemeen totaal 38079

Bron: TELLUS 2008– Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Binnen het cluster “gezin en relaties” scoren de individuele modules “begeleiding psychische en persoonlijke problemen“ (5.483), “integrale individuele begeleiding” (1.999) en “basisrechten” (1.283) hoog. Daarnaast werden vele typemodules geregistreerd voor gezinsgerelateerde problematieken: gezinsproblemen (1.684), partnerrelatieproblemen (1.645), scheiding (1.698), en intrafamiliaal geweld (1.275). De crisisbegeleiding (1.581) neemt een aparte plaats in het geheel. Uit een evaluatie-oefening die gemaakt werd met de registratieverantwoordelijken van alle CAW’s blijkt dat crisishulpverlening zowel op onthaal als in begeleiding gescoord wordt. Naast de 1.581 crisisbegeleidingen, werden nog eens 4.886 cliënten op onthaal in crisisteams geregistreerd. Het aandeel van de bezoekruimten is grosse modo gelijk gebleven ten opzichte van 2007: in 2008 zijn er 2.724 typemodules gescoord, in 2007 waren dat 2.428 begeleidingen. De typemodules geven voor 2008 een verfijnder beeld van de geboden hulp: we weten immers dat er veel meer begeleidingen in gerechtelijke context (2.352) zijn dan vrijwillige (372).Het cluster “sociale uitsluiting” bevat 3 verschillende soorten typemodules: de residentiële opvang (5.371), het begeleid wonen (2.252), en de financiële modules (4.878). Zowel de cijfers van de residentiële opvang als het begeleid wonen zijn identiek aan die van vorige jaren. De financiële modules zijn in de typemodulering specifiek en gedetailleerd omschreven. Daardoor is het soms nodig om per cliënt twee modules aan te maken, namelijk wanneer zowel budgetbeheer of begeleiding combineert met een schuldbemiddeling. Dit verklaart de hoge scores op het aantal typemodules. Vanaf 2009 worden deze vier typemodules gecombineerd tot één module “financiële begeleiding”, wat een betere weergave zal geven van de realiteit. Binnen de forensische cluster gelden vooral begeleidingen in de diensten justitieel welzijnswerk (933 + 1.095) en de diensten slachtofferhulp (2.356). Vergeleken met vorig jaar zien we hier wel een daling, zowel wat JWW betreft als bij de diensten slachtofferhulp.

Cliënteel 02

35

Het profi el van de cliënten 3.

Geslacht3.1.

Voor het geheel van het CAW-cliënteel is het aandeel vrouwen (52%) iets groter dan de mannen (48 %). Binnen iedere cluster verschillen de kenmerken van het cliënteel. Er is een duidelijk overwicht van mannen in het justitieel welzijnswerk en bij het onthaal voor seksueel delinquenten terwijl vrouwen vooral in de diensten slachtofferhulp het overwicht halen. Eerder onderzoek wees uit dat het aandeel van de vrouwen in de residentiële opvang in de laatste decennia sterk gestegen is (Van Menxel, G. e.a. (2003), Verbinding verbroken. Berchem, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk). Voor de diensten justitieel welzijnswerk ligt dit anders gezien het aandeel vrouwen in de gevangenispopulatie met 6% zeer beperkt en stabiel is. Het aandeel vrouwen wordt in JWW wel opgetrokken door de begeleiding van naastbestaanden (indien de naastbestaanden niet meegerekend worden komen we aan een percentage van 85 % mannen in JWW).

Tabel 9 – Cliënten op onthaal naar geslacht en cluster, 2008

Geslacht Ambulant

en

residentieel

Slachtoffer-

hulp

Seksueel

delinquent.

Justitieel

Welzijns-

werk

Bezoek-

ruimte

Totaal

Man 48% 28% 85% 75% 48% 48%

Vrouw 52% 72% 15% 25% 52% 52%

Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100%

N clienten 77.213 9.365 146 8009 2.310 97.043

Bron: TELLUS 2008– Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

36

Figuur 8 - Cliënteel op onthaal naar geslacht, 2008

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW,’s Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Begeleiding

Tabel 10 – Cliënten in begeleiding naar geslacht en clusters, 2008

GeslachtGezin en

Relaties

Sociale

uitsluiting

Forensisch

WelzijnswerkTotaal

Man 41% 62% 57% 50%

Vrouw 59% 38% 43% 50%

Totaal 100% 100% 100% 100%

N clienten 20.974 12.498 4.565 38.037

Bron: TELLUS 2008– Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Profi el03

37

Figuur 9 - Cliënteel in begeleiding naar geslacht en cluster, 2008

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Leeftijd 3.2.

De leeftijdsverdeling wordt weergegeven voor het onthaal en voor cliënten in begeleiding (tabellen 11 en 12). De figuren 10 en 11 geven eveneens de leeftijdsverdeling binnen de clusters van werksoorten.Het algemeen welzijnswerk bereikt vooral personen op actieve leeftijd. Bovendien is het cliënteel eerder jong: het aandeel van kinderen en minderjarigen is ongeveer even groot in onthaal (12%) als in begeleiding (13%). Het aandeel jongvolwassenen (18-25 jaar) bedraagt 21% op het onthaal en 15% in begeleiding. Het groter aandeel jongvolwassenen op onthaal is voornamelijk te wijten aan de onthaalactiviteiten van de JAC’s.Minderjarige cliënten zijn voor een deel zelfstandige cliënten. In de opvangcentra voor thuislozen – en voornamelijk in de vluchthuizen en de vrouwenopvangcentra – betreft het kinderen die samen met (meestal) hun moeder worden opgevangen en begeleid. Het aantal kinderen is het grootst in slachtofferhulp. In deze werkvorm vormen kinderen en minderjarigen ook een specifieke doelgroep. Jongerenadviescentra en bezoekruimten richten zich eveneens op jonge kinderen en adolescenten. Zestigplussers worden slechts in zeer beperkte mate bereikt. Enkel de diensten slachtofferhulp bereiken een groter aandeel ouderen dan gemiddeld maar ook hun bereik van ouderen blijft relatief laag (10% op onthaal en 10% in begeleiding) in vergelijking met de totale Vlaamse bevolking waarin meer dan een op vijf inwoners ouder is dan 60 jaar. Het lage bereik van 60-plussers heeft mogelijk te maken met het feit dat deze groep in ruimere mate bereikt wordt door de ingebouwde centra van de mutualiteiten en de OCMW’s.

Profi el03

38

Tabel 11 – Cliënten op onthaal naar leeftijd en werksoorten, 2008

Leeftijd

Ambulant

en

residentieel

Slachtoffer-

hulp

Seksueel

delinquenten

Justitieel

welzijnswerk

Bezoek-

ruimte Totaal

0-11 jaar 2% 4% 0% 0% 26% 2%

12-17 jaar 9% 9% 6% 1% 11% 9%

18-25 jaar 22% 11% 9% 19% 4% 20%

26-59 jaar 63% 67% 77% 76% 57% 64%

+60 jaar 4,4% 9,8% 7,5% 4,3% 1,9% 4,8%

Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100%

N 67.242 7.584 146 7.079 2.202 84.253

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Figuur 10 - Cliënteel op onthaal naar leeftijd, 2008

Clienteel op Onthaal naar leeftijd 2008

4%

26%9% 9%

6%

11%

22%11%

9%

4%

19%

63%67% 77%

57%

76%

4,40% 9,80% 7,50% 2% 4%

2%0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Ambulant enresidentieel

Slachtofferhulp Seksueeldelinquenten

Bezoekriumte JustitieelWelzijnswerk

+ 60 jaar26 - 59 jaar18 - 25 jaar12 - 17 jaar0 - 11 jaar

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Profi el03

39

Tabel 12 – Cliënten in begeleiding naar leeftijd en cluster, 2008

Leeftijd

Gezin en

Relaties

Sociale

Uitsluiting

Forensisch

Welzijnswerk Totaal

0 - 11 jaar 7% 7% 2% 8%

12 - 17 jaar 6% 2% 2% 5%

18 jaar 1% 1% 1%

19 - 20 jaar 3% 6% 2% 5%

21 - 25 jaar 8% 13% 18% 10%

26 - 30 jaar 9% 12% 29% 11%

31 - 40 jaar 25% 20% 22% 24%

41 - 50 jaar 25% 20% 8% 21%

51 - 60 jaar 11% 13% 8% 10%

+ 60 jaar 5% 6% 5% 4%

Totaal 100% 100% 100% 100%

N clienten 11.037 9.951 2.697 23.685

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Profi el03

40

Figuur 11 - Cliënteel in begeleiding naar leeftijd, 2008

7% 7%

6% 6%

8% 13%

18%

9%12%

29%25%

20%

22%25% 20%

8%

11%13%

8%

5% 6% 5%

2%

2%2%

1%

1%3%

2%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Gezin en Relaties Sociale Uitsluiting Forensisch Welzijnswerk

+ 60 jaar51 - 60 jaar41 - 50 jaar31 - 40 jaar26 - 30 jaar21 - 25 jaar19 - 20 jaar18 jaar12 - 17 jaar0 - 11 jaar

Bron: TELLUS 2008 - Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Gezinssituatie en burgerlijke staat3.3.

De verdeling naar burgerlijke staat in tabel 13 heeft enkel betrekking op de volwassen cliënten in begeleiding. Globaal gezien is bijna de helft (47%) van het cliënteel ongehuwd, één op vier is gehuwd en evenveel is gescheiden.

Tabel 13 – Volwassen cliënten (18+) in begeleiding naar burgerlijke staat en cluster, 2008

Burgerlijke

staat

Gezin en

Relaties

Sociale

Uitsluiting

Forensisch

Welzijnswerk Totaal

Gehuwd 31% 14% 26% 25%

Ongehuwd 40% 58% 49% 47%

Gescheiden 27% 25% 20% 25%

Verweduwd 2% 3% 5% 3%

Totaal 100% 100% 100% 100%

Onbekend 517 420 256 1193

N clienten 19.819 11.692 4.045 35.556

Missings 672 389 269 1330

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Profi el03

41

Als we de JAC’s even buiten beschouwing laten, is het aandeel ongehuwde cliënten het hoogst binnen de clusters sociale uitsluiting en justitieel welzijnswerk. Het aantal gescheiden cliënten maar ook het aantal gehuwden ligt hoger in de ambulante werkingen. De ambulante hulpverlening en de diensten voor slachtofferhulp hebben het grootste aandeel gehuwden.In het forensisch welzijnswerk is het aantal verweduwden iets hoger (5%) dan in de andere clusters. Een verklaring is relatief groot aandeel verweduwden (7,4%) door de diensten slachtofferhulp: naastbestaanden die meestal ouder zijn dan de slachtoffers en het aandeel hulp bij dodelijke verkeersongelukken en bij zelfdoding. Tabel 14 vergelijkt de burgerlijke staat voor de leeftijdsgroepen “jongvolwassenen” (18-25) en de leeftijdsgroep “volwassenen” (ouder dan 25). Zo wordt duidelijk dat het grote aandeel ongehuwden vooral door de jongvolwassenen wordt bepaald.

Tabel 14 – Cliënten in begeleiding naar burgerlijke staat, opgesplitst naar leeftijdsgroep (18-25 en 26+ ) 2008

Burgerlijke staat 18-25 26 en + Totaal

Gehuwd 9% 33% 28%

Ongehuwd 89% 31% 42%

Gescheiden 3% 32% 27%

Verweduwd 0% 4% 3%

Andere 0% 0% 0%

Totaal 100% 100% 100%

Onbekend 61 593 654

N clienten 4.461 20.178 24.639

Missings 43 459 502

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Interessanter dan de formele burgerlijke staat is de feitelijke gezinssituatie (tabel 15 en 16). Traditioneel is het grootste aandeel alleenstaanden terug te vinden in de residentiële opvang voor thuislozen. De gezinssituatie verschilt sterk naar geslacht. Thuisloze mannen zijn overwegend alleenstaand (61%). Dit ligt helemaal anders voor vrouwen die geholpen worden in een residentiële setting. De ‘aansluiting’ bij een gezinsleven, maar tevens de breuk ermee, is voor hen meest voorkomend: 49% leefde samen met een partner (tegenover 12% bij de mannen). Meestal zijn er kinderen. Het relatief grote aandeel thuiswonenden kan in verband gebracht worden met het aandeel jongeren en jongvolwassenen onder het cliënteel.Bij de 18-25 jarigen is het aandeel alleenwonend en thuiswonenden het grootst. Bij de volwassenen is de groep alleenwonenden en partners met kinderen het grootst. Onderstaande tabel 16 toont aan dat de alleenwonenden meer voorkomen in de thuislozenzorg en, in iets mindere mate, in de diensten voor justitieel welzijnswerk. Eén op drie woonde alleen voor hun opsluiting. De groep partners met kinderen is hoog in de ambulante diensten en slachtofferhulp. Partners zonder kinderen komen in ongeveer dezelfde mate voor in alle werksoorten.

Profi el03

42

Tabel 15 – Cliënten in begeleiding naar gezinssituatie, opgesplitst naar leeftijdsgroep (18 - 25 en 26 +) 2008

Gezinssituatie 18-25 26 en + Totaal

Alleenwonend 22% 30% 23%

Partners met kinderen 11% 30% 27%

Partners zonder kinderen 9% 10% 10%

Eenoudergezin 7% 12% 13%

Met ouders 22% 2% 13%

Inwonend bij derden 9% 3% 4%

Gemeenschapswonen/kot 1% 0% 1%

Instellingen/voorzieningen 13% 9% 7%

Samenwonend met andere familieleden 2% 1% 1%

Grootfamilie 1% 0% 0%

Inwonend bij andere familieleden 1% 0% 0%

Ouders inwonend bij kinderen 0% 0% 0%

Andere 3% 1% 1%

Totaal 100% 100% 100%

Onbekend 428 1.890 13.285

N cliënten 8.740 37.770 94.652

Missing 447 1.553 28.105

Bron: TELLUS 2008– Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Profi el03

43

Tabel 16 – Cliënten in begeleiding (enkel volwassenen) naar gezinssituatie en cluster, 2008

Gezinssituatie

Gezin

en

relaties

Sociale

uitsluiting

Forensisch

welzijnswerk Totaal

Alleenwonend 18% 36% 20% 24%

Partners met kinderen 34% 15% 25% 26%

Partners zonder kinderen 10% 8% 8% 9%

Eenoudergezin 18% 9% 11% 14%

Met ouders 12% 11% 12% 12%

Inwonend bij derden 2% 6% 0% 3%

Gemeenschapswonen/kot 1% 1% 0% 1%

Instellingen/voorzieningen 2% 11% 21% 7%

Samenwonend met andere

familieleden1% 1% 1% 1%

Grootfamilie 0% 0% 0% 0%

Inwonend bij andere familieleden 0% 0% 0% 0%

Ouders inwonend bij kinderen 0% 0% 0% 0%

Andere 1% 0% 1% 1%

Totaal 100% 100% 100% 100%

Onbekend 428 1.890 13.285 13.285

N clienten 19.919 11.952 4.090 35.961

Missings 447 1.553 28.105 28.105

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Scholingsgraad 3.4.

Het CAW-cliënteel wordt gekenmerkt door een laag onderwijsniveau: 72% heeft een diploma secundair onderwijs of lager (tabel 17). Dit is uitgesproken het geval voor de thuislozen en de (ex)gedetineerden waarvan respectievelijk 84% en 74% hoogstens secundair onderwijs voltooide. Aangezien het hoger secundair onderwijs inbegrepen is in deze percentages moeten we spreken van ‘middengeschooldheid’. Laaggeschoolden definiëren we als lager onderwijs, lager secundair onderwijs of geen onderwijs (definitie FOD Economie, SEIN e.a.) De scholingsgraad is het ‘hoogst’ bij de cliënten van slachtofferhulp (40% hoger onderwijs) en in de ambulante hulpverlening (30% hoger onderwijs).

Profi el03

44

Tabel 17 – Cliënten in begeleiding naar scholingsgraad en cluster, volwassenen (18-102 jaar) 2008

Scholingsgraad

Gezin en

relaties

Sociale

uitsluiting

Forensisch

welzijnswerk Totaal

Nog niet schoolgaand 2% 4% 0% 3%

Lager dan secundair 14% 19% 17% 16%

Leercontract / deeltijds 2% 5% 6% 4%

ASO 11% 7% 6% 9%

TSO 17% 15% 19% 16%

BSO 16% 23% 17% 19%

KSO 1% 1% 0% 1%

Buitengewoon BSO 4% 9% 5% 6%

Hoger dan secundair 27% 5% 18% 18%

Geen diploma behaald 3% 7% 8% 5%

Buitenlands diploma 2% 4% 3% 3%

Andere 1% 1% 2% 1%

Totaal 100% 100% 100% 100%

Onbekend 428 1.890 13.285 13.285

N clienten 11.776 7.355 1.689 20.820

Missings 447 1.553 28.105 28.105

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Als we het onderscheid maken naar de detailcategorieën binnen secundair onderwijs, valt op dat een groot aandeel van het cliënteel een diploma heeft van beroepsonderwijs (35%), Technisch onderwijs (34%) of Buitengewoon BSO (13%). Slechts 17% van het cliënteel volgt of volgde algemeen secundair onderwijs. In de onderstaande tabel zijn ook de min-18 jarigen opgenomen aangezien scholingsgraad gaat over de richting die momenteel gevolgd wordt (voor het schoolgaand cliënteel), of over het hoogst behaalde diploma voor de werkenden. Er zijn geen grote verschillen te zien tussen jongeren of volwassenen.

Inkomensbron en tewerkstellingsgraad3.5.

De werkzaamheidsgraad van de Vlaamse bevolking is 64,9% (FOD, 2005), de werkloosheidsgraad van de actieve bevolking is 7,6% (RVA, 2006 & Vranken e.a., 2006); 8,6% Vlamingen is langdurig werkloos (RVA, 2006). Het CAW-cliënteel heeft in verhouding een zeer lage tewerkstellingsgraad (tabel 18). Gemiddeld heeft 38% van het cliënteel een arbeidsinkomen, 34% heeft een sociale zekerheidsuitkering, meestal een werkloosheidsuitkering of

Profi el03

45

een ziekte- of invaliditeitsvergoeding. Eén op tien ontvangt een leefloon en 12% heeft helemaal geen inkomen. Geen inkomen kan betekenen dat een cliënt of cliëntsysteem daadwerkelijk geen inkomen heeft ofwel dat de cliënt ten laste is van ouders of een partner maar op het moment van de hulpverlening geen toegang heeft tot dat inkomen. Eén op drie cliënten in begeleiding met een sociale zekerheidsuitkering of leefloon is langdurig werkloos. Dit blijkt o.m. uit het onderzoek over de meervoudige kwetsbaarheid CAW-Cliënteel (enquête mei 2006, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk).Het aandeel werkenden is logischerwijs het hoogst bij de ‘oudere’ volwassenen (plus 26 jaar) (tabel 18). Opvallend is het hoge aandeel OCMW-inkomens bij de jongvolwassenen (22%) in vergelijking met de plus-26-jarigen (8%). Deze hoge score wordt vooral bepaald door de cliënten uit de thuislozensector waar algemeen het aantal bijstandstrekkers het hoogst ligt. De groep zonder inkomen, globaal 12%, is bij de jongvolwassenen met 27% het hoogst.

Tabel 18 – Cliënten in begeleiding naar inkomensbron, opgesplitst naar leeftijdsgroep (18-25 en 26+), 2008

Inkomensbron 18-25 26+ Totaal

Inkomen uit arbeid 23% 37% 32%

Inkomen uit sociale zekerheid 18% 36% 31%

Tegemoetkoming aan gehandicapten 1% 2% 2%

Inkomensgarantie voor Ouderen 0% 0% 0%

OCMW 21% 8% 9%

Hoofdinkomen uit kapitaal 0% 0% 0%

Hulp van derden 1% 0% 0%

Informeel inkomen (zwart geld) 0% 0% 0%

Ivm echtscheiding 0% 0% 0%

Studiebeurs 0% 0% 0%

Gevangenis 2% 4% 3%

Zak- en leefgeld 1% 0% 1%

Geen inkomen 31% 11% 12%

Andere 1% 0% 1%

Subtotaal 100% 100% 100%

N clienten 3.450 16.443 22.022

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Profi el03

46

Kenmerken hulpverlening 4.

Problematiek van het cliënteel4.1.

Tabel 19 geeft een overzicht van de aard van de problemen tijdens het onthaal en in begeleiding. Voor één cliënt kan de hulpverlener tot vijf probleemgebieden aanduiden per cliënt. De scores in de tabel zijn daarom gemiddelden van de aangeduide probleemdomeinen. In de fase van het onthaal zijn er vier probleemgroepen die hoog en ongeveer in dezelfde mate scoren: materiële en financiële problemen, administratieve en juridische problemen, psychische-persoonlijke problemen en relationele problemen.In geval van begeleiding wordt het aandeel van de psychische en/of persoonlijke problemen en relationele problemen relatief belangrijker dan de materiële en financiële problemen en de administratief-juridische problemen. Dit is niet onlogisch, wellicht worden materiële en administratieve/juridische problemen eerder aangepakt in het kader van het onthaal.

Tabel 19 – Aard van de problemen op onthaal en in begeleiding, 2008

Probleem Onthaal Begeleiding

Materiële / financiële problemen 22% 20%

Gezondheidsproblemen 4% 3%

Psychische / persoonlijke problemen 23% 32%

Seksualiteit en geboorte 3% 1%

Relationele problemen 26% 27%

Administratieve / juridische problemen 22% 15%

Tijdsbesteding 1% 2%

Signalen, onvrede, klachten 1% 1%

Andere 2% 1%

Totaal 100% 100%

Onbekend 4.832 2.687

Totaal 174.675 93.189

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk,2008

47

In onderstaande tabel ziet men dat in de thuislozenzorg voornamelijk materiële en financiële problematieken domineren, terwijl in de ambulante hulpverlening (inclusief jongerenadviescentra) eerder de relationele, administratief juridische en psychisch-persoonlijke problemen voorkomen. De cliënten van de diensten justitieel welzijnswerk hebben een groot aandeel administratief-juridische problemen, terwijl de cliënten van de diensten slachtofferhulp voornamelijk psychische en persoonlijke problemen hebben.

Tabel 19-bis Problematiek naar werksoort op onthaal (alle cliënten), 2008

Probleem onthaal

Ambulant

en

residentieel

Bezoek-

ruimte

Seksueel

Delinquenten

Justitieel

Welzijns-

werk

Slachtoffer-

hulp Totaal

Materiële / financiële

problemen 25% 0% 0% 19% 3% 22%

Gezondheidsproblemen 2% 0% 0% 2% 1% 4%

Psychische / persoonlijke

problemen 19% 5% 86% 20% 62% 23%

Seksualiteit en geboorte 3% 0% 0% 1% 0% 3%

Relationele problemen 28% 56% 12% 11% 14% 26%

Administratieve /

juridische problemen 21% 37% 0% 36% 18% 22%

Tijdsbesteding 1% 0% 0% 5% 0% 1%

Signalen, onvrede,

klachten 0% 0% 0% 2% 1% 1%

Andere 1% 2% 2% 3% 1% 2%

Subtotaal 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Aantal geregistreerde

problematieken139.457 3.248 304 15.453 16.213 174.675

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk,2008

De geboden hulpverlening4.2.

De gegevens in tabel 20 hebben betrekking op hulp die werd geboden tijdens het onthaal en tijdens de begeleiding. De hulpverlening wordt omschreven in zgn. “functies”, waarbij aan één cliënt verschillende functies kunnen aangeboden worden. Ook hier worden er meer functies aangeboden dan er cliënten zijn.Tijdens het onthaal zijn de belangrijkste functies in rangorde: informeren, vraagverduidelijken, ondersteunen, adviseren, verwijzen en praktische dienstverlening (vervoer, voeding, invullen formulier, kledij). Alhoewel vraagverduidelijken en ondersteunen veel voorkomen, worden deze functies binnen de registratie wellicht nog onderschat. Vanuit de praktijk wordt dikwijls gesignaleerd dat deze functies zo evident zijn dat zij niet meer vermeld worden (“we doen dit altijd”). Opvallend bij de opvangcentra zijn de directe opnames op onthaal zonder

Kenmerken04

48

voorafgaande intake (11% van de geboden hulp). Tijdens begeleidingen zijn de belangrijkste functies in rangorde: begeleiden, ondersteunen en informeren.

Tabel 20 – Aard van de geboden hulp op onthaal naar werksoort, 2008

Bezoek-

ruimte

Ambulant

en

Residentieel

Justitieel

Welzijns-

werk

Slachtoffer-

hulp

Seksueel

Delinquenten Totaal

Informatie 39% 25% 28% 38% 58% 27%

Oriënterend advies 4% 10% 7% 8% 31% 9%

Praktische dienstverlening 0% 6% 12% 1% 0% 6%

Verwijzing 0% 8% 6% 5% 11% 8%

Toeleiding 3% 4% 6% 1% 0% 4%

Bemiddeling 4% 2% 2% 0% 0% 2%

Belangenbehartiging 1% 1% 3% 0% 0% 1%

Verzorging 0% 0% 0% 0% 0% 0%

Verblijf 0% 3% 0% 0% 0% 2%

Ondersteunen 25% 16% 20% 27% 0% 18%

Vraagverheldering 24% 23% 15% 19% 0% 22%

Dagbesteding 0% 0% 0% 0% 0% 0%

Crisisinterventie 0% 1% 0% 0% 0% 1%

Andere 0% 0% 0% 0% 0% 0%

100% 100% 100% 100% 100% 100%

Totaal (N) 4.931 166.162 18.736 20.882 172 210.883

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Duur van de begeleidingen4.3.

Globaal genomen duren 70% van de begeleidingen minder dan 12 maanden. 20% is binnen de maand afgerond. 7% loopt negen tot 12 maand; 14% tussen 1 en 2 jaar en 16% duurt langer dan 2 jaar. De gemiddelde duur ligt tussen 4 en 12 maand (tabel 21).In de residentiële begeleidingen valt vooral het hoge aandeel op dat binnen de week wordt afgesloten (22%). Het

Kenmerken04

49

betreft in hoofdzaak crisisopnames. Een ander vijfde (21%) duurt tussen 1 week en 1 maand en ongeveer evenveel (19%) loopt van 1 tot 3 maanden. De opnames op middellange termijn (3 maanden tot 1 jaar) bedragen 23%. De langdurige verblijven omvatten 15%, waarvan 7% tussen 1 en 2 jaar en 9% duurt langer dan 2 jaar.In de ambulante hulpverlening loopt 54% van de begeleidingen tussen een maand en een jaar. Het aantal begeleidingen dat binnen de maand wordt afgerond is klein (10%). Opvallend is dat 36% van de begeleidingen langer dan een jaar lijkt te lopen. Dit wordt voor een deel verklaard door de registratiewijze van de hulpverleners: vele begeleidingen worden niet afgesloten omdat de hulpverlener verwacht dat de cliënt “nog wel eens zal terugkomen”. Over de intensiteit van de begeleiding zeggen deze gegevens evenmin iets. In het justitieel welzijnswerk lopen bijna de helft van de begeleidingen (45%) langer dan 1 jaar. Er zijn slechts 5% kortdurende begeleidingen van minder dan een maand. De meeste begeleidingen duren tussen een maand en een jaar (50%).De begeleidingen in de diensten slachtofferhulp duren meestal tussen één en drie maanden (24%) en 16% is binnen de maand afgerond. 32% duurt tussen drie en twaalf maanden. Eén op vijf begeleidingen loopt langer dan een jaar (27%).

Tabel 21 - Begeleidingsduur naar cluster, 2008

Duur

begeleiding

Gezin en

Relaties

Sociale

uitsluiting

Forensisch

Welzijnswerk Totaal

1 dag 4% 2% 0% 3%

2 dagen–1 week 5% 8% 2% 6%

1 week-1 maand 12% 16% 9% 13%

1-3 maand 23% 25% 23% 24%

4-12 maand 40% 33% 47% 39%

meer dan 1 jaar 16% 14% 18% 16%

Totaal 100% 100% 100% 100%

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW,’s Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Kenmerken04

50

Figuur 12 - Begeleidingsduur naar cluster, 2008

Begeleidingsduur 2008

16% 14% 18% 16%

40%34%

48%39%

23%25%

23%

24%

12%16%

8%

13%

5% 8% 6%2% 3%4% 2%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

gezin en relaties Sociale uitsluiting Forensisch welzijnswerk Totaal

Clusters

1 dag2 dagen - 1 week1 week - 1 maand1 - 3 maand4 - 12 maandmeer dan 1 jaar

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Kenmerken04

51

Focus op chathulpverlening 5.

Wat is onlinehulpverlening via chat?5.1.

Een onlinehulpverleningsgesprek is een één op één chatgesprek tussen hulpverlener en hulpvrager en verloopt via het internet, in een beveiligde gespreksruimte. De dialoog via de individuele chat is te vergelijken met een dialoog aan de telefoon: een individueel gesprek met een onmiddellijke respons met dat verschil dat de ontvanger de totstandkoming van de boodschap niet kan volgen. Chatten is één mogelijke manier om aan onlinehulpverlening te doen, naast e-mail en het gebruik van sociale netwerksites. Op dit ogenblik wordt er vooral in het jongerenonthaal chat-hulpverlening aangeboden. In JAC Online bundelen momenteel 20 (23 vanaf september 2009) JAC’s van 16 (19 vanaf september 2009) CAW’s hun krachten om onlinehulpverlening aan te bieden. Dit doen ze via een gemeenschappelijk online permanentiesysteem. Jongeren kunnen er 31,5 uur per week terecht voor een chatgesprek met een JAC medewerker. Via de chatknop op www.jac.be en op www.jongereninformatie.be komen jongeren terecht in de online gesprekskamer. Op de chatapplicatie is te zien welk JAC momenteel online is. De JAC’s stellen zich hiermee open voor alle jongeren in heel Vlaanderen. JAC-online komt om de acht weken samen in een intervisie- en leergroep. Het doel hiervan is methodiekontwikkeling en het uitwisselen van ervaring rond het gebruik van chat en e-mail in het jongerenonthaal.Op een totaal van 97.367 onthaalregistraties zijn er in 2008 binnen het jongerenonthaal 1.915 cliëntcontacten via chat geregistreerd. “Chat” heeft dan betrekking op de manier van contactname.

Leeftijd5.2.

De 1.915 chatcontacten verdelen zich als volgt naar leeftijd:De grootste groep cliënten op het onthaal via chat zijn de 12- tot 17-jarigen (60%). • Ook de 18- tot 25-jarigen maken met 37,6% een groot deel van het chatcliënteel uit. • Er zijn ook veel cliënten waarvan de leeftijd niet gekend is (766 op 1.915). Dit is niet onlogisch aangezien de • leeftijd niet systematisch bevraagd wordt.

Figuur 13 – Verdeling naar leeftijdsgroepen van chatcontacten in JAC’s, 2008

,2

60,4

37,6

1,8

,0

10,0

20,0

30,0

40,0

50,0

60,0

70,0

0 - 11 jaar 12 - 17 jaar 18 - 25 jaar 26 -59 jaar

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

De leeftijdsverdeling van de chatcliënten in de JAC’s blijkt uit een bevraging gedurende een maand uitgevoerd door de Gentse Arteveldhogeschool:

52

Figuur 14 – Verdeling naar leeftijd van chatcontacten in JAC’s, 2008

Verdeling leeftijd in percentage

0,002,004,006,008,00

10,0012,0014,0016,0018,00

<12en 12

13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 > 25

Bron: Onderzoek naar methodiek voor onlinehulpverlening in eerstelijnswelzijnswerk, H. Vlaeminck, T. Vanhove, M. De Zitter, & P. Bocklandt, Arteveldehogeschool COMPahs Sociaal Werk, januari 2009

Het grootste aandeel van cliënten op de chat bevindt zich in de groep 15 tot 19-jarigen. Dit toont aan dat de jongere kinderen (van 12 tot 14) via dit kanaal nog niet echt de weg naar het JAC hebben gevonden. We schrijven dit ten dele toe aan de websites van het JAC die nog onvoldoende aangepast zijn aan de leefwereld van jongere kinderen.

Geslacht5.3.

Een opmerkelijk gegeven is dat 76,5% van de chatters meisjes zijn en slechts 23,6% jongens. Het veel grotere aantal meisjes beperkt zich niet tot de chat van het jongerenonthaal in het algemeen welzijnswerk maar we zien dit ook bij de andere aanbieders van chathulpverlening in Vlaanderen. Zie hiervoor: Onderzoek naar methodiek voor onlinehulpverlening in eerstelijnswelzijnswerk, H. Vlaeminck, T. Vanhove, M. De Zitter, & P. Bocklandt, Arteveldehogeschool COMPahs Sociaal Werk, januari 2009.

Figuur 15 – Chatters naar geslacht, 2008

Geslacht

24%

76%

Man

Vrouw

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

De grootste groep van de chattende meisjes bevindt zich in de leeftijdsgroep van 12 tot 17 jaar (66%).

Chathulpverlening05

53

Type aanmeldingsvraag5.4.

Jongeren die zich via chat aanmelden doen dit vooral met een vraag naar advies (54,4%), een vraag naar informatie (24,5%) of een vraag naar ondersteuning (15,9%).

Figuur 16 - Aanmeldingsvraag van chatters naar type, 2008

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Geboden hulp5.5.

Bij de analyse van de geboden hulp aan chatters scoren ondersteuning (71%), vraagverheldering (54%), oriënterend advies (38%), informatievragen (33%) en verwijzingen (19%) hoog.

Chathulpverlening05

54

Figuur 17 – Geboden hulp aan chatjongeren van 12-15 jaar, 2008

Geboden hulp chatjongeren 12-25jaar

71,00%53,70%

38,30%32,50%

18,50%5,50%5,30%4,60%4,40%

3,60%3,60%

2,10%1,50%1,30%0,70%0,60%0,60%0,50%0,50%0,30%

0,00% 10,00% 20,00% 30,00% 40,00% 50,00% 60,00% 70,00% 80,00%

OndersteunenVraagverheldering

Oriënterend adviserenInformatie Verwijzen

Psychologisch (psychosociaal) (adviseren) Algemeen (adviseren) Algemeen (informatie)

Eigen centrum / hulpverleningsaanbod (informatie) Wegwijsinfo

Toeleiden Psychologisch (psychosociaal) (informatie)

Medisch (informatie) Juridisch (informatie)

Andere Praktisch (informatie)

Crisisinterventie Medisch (adviseren)Belangenbehartigen

Juridisch (adviseren)

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Aantal contacten5.6.

Hulpverlening via chat beperkt zich meestal tot een eenmalig contact. Dit kan verklaard worden doordat cliënten zich vaak anoniem aanmelden waardoor moeilijk te achterhalen is of diezelfde cliënt reeds eerder een chatgesprek voerde met het jongerenonthaal. Bovendien wordt er via de chat op dit moment geen begeleiding aangeboden, waardoor het momenteel eerder uitzondering is dat cliënt en hulpverlener meerdere contacten hebben.

Tabel 22 – Aantal contacten van chatters, 2008

Aantal contacten Percentage

1 92%

2 4%

3 1%

4 0%

5 - 10 2%

11 - 20 1%

+ 20 0%

Totaal 100%

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Chathulpverlening05

55

Probleemgebieden5.7.

Jongeren die zich via de chat aanmelden doen dit voornamelijk met vragen rond gezinsrelaties (9,7%), zelfbeleving en identiteitsproblemen (7,4%), stress en draagkracht (7,3%), neiging zelfdoding (6,4%) en seksueel functioneren (6,1%).Het valt op dat het vooral om relationele, psychische en seksuele problemen gaat. Vragen over administratieve, juridische, materiële en financiële problemen worden nauwelijks of niet gesteld op de chat. Dit verschilt van de probleemgebieden die in andere vormen van onthaal veel voorkomen bij jongeren.

Figuur 18 – Probleemgebieden van chatjongeren 12-15 jaar, 2008

Probleemgebieden Chatjongeren 12-25 jaar

9,70%7,40%

7,30%6,40%

6,10%5,80%

5,00%4,70%

4,50%4,10%

3,80%3,80%3,80%

3,50%3,10%

3,00%2,90%

2,60%2,50%2,50%

0,00% 2,00% 4,00% 6,00% 8,00% 10,00% 12,00%

GezinsrelatiesZelfbeleving en identiteitsproblemen

Stress en draagkracht Neiging zelfdoding

Seksueel functionerenSeksuele voorlichting

AnderePartnerrelatie

PSYCHISCHE PERSOONLIJKE PROBLEMENVerwerkingsproblemen

Contact met anderenAngsten (hoofdgroep)

Stemming(swisselingen) Automutilatie

RELATIONELE PROBLEMENDepressieve klachten

DenkenSchool

Eetprobleem Seksueel misbruik

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Jongens en meisjes melden zich op de chat met andere problemen. Bij de jongens hebben 28,9% van de gestelde vragen betrekking op seksualiteit (functioneren en voorlichting), gevolgd door relaties (gezin en partner) met (15%) en angsten (4,8%). Bij meisjes gaan psychische problemen (stress en draagkracht, zelfbeleving en identiteitsproblemen, neiging tot zelfdoding) met 31% vooraf aan vragen over gezinsrelaties (10,2%).

Chathulpverlening05

56

Figuur 19 - Probleemgebieden van mannelijke chatjongeren 12-15 jaar, 2008

Probleemgebieden chatjongeren 12-25 jaar MANNEN

19,30%9,60%

7,50%7,50%

4,80%4,30%4,30%

3,70%3,20%3,20%

2,70%2,70%2,70%2,70%

2,10%2,10%2,10%2,10%2,10%

1,60%

0,00% 5,00% 10,00% 15,00% 20,00% 25,00%

Seksueel functionerenSeksuele voorlichting

GezinsrelatiesPartnerrelatie

Angsten (hoofdgroep)Andere

RELATIONELE PROBLEMEN Masturbatie

Zelfbeleving en identiteitsproblemenSEKSUALITEIT EN GEBOORTE

Psychische stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen Angst, onwennigheid ivm seksuele betrekkingen

ErectieproblemenSchool

VerwerkingsproblemenStress en draagkracht

Geboorteregeling Verliefdheid

Studentenarbeid Aids/hiv

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Figuur 20 - Probleemgebieden van vrouwelijke chatjongeren 12-15 jaar, 2008

Probleemgebieden chatjongeren 12-25 jaar VROUWEN

10,20%8,70%

8,40%8,00%

5,90%5,40%

5,00%4,80%

4,60%4,60%

4,50%4,20%

3,90%3,70%

3,30%3,30%

3,10%2,90%2,90%2,90%

0,00% 2,00% 4,00% 6,00% 8,00% 10,00% 12,00%

GezinsrelatiesStress en draagkracht

Zelfbeleving en identiteitsproblemen Neiging zelfdoding

PSYCHISCHE PERSOONLIJKE PROBLEMENAndere

Seksuele voorlichting Contact met anderen

Stemming(swisselingen) Automutilatie

VerwerkingsproblemenPartnerrelatie

Depressieve klachtenAngsten (hoofdgroep)

Seksueel misbruikDenken

Eetprobleem MinderwaardigheidsgevoelensRELATIONELE PROBLEMEN

Sociale netwerken

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Chathulpverlening05

57

Verdeling over CAW’s5.8.

De CAW’s ‘t Verschil, Artevelde en De Kempen zijn koploper wat betreft het aantal chatgesprekken gevolgd door Regio Vilvoorde en Hageland. Deze centra hebben ofwel het grootste aandeel in permanentie-uren of ze bieden permanentie op het moment dat kinderen en jongeren niet meer op de schoolbanken zitten.

Figuur 21 – Chatgesprekken naar CAW, 2008 (in %)

Aantal chatgesprekken (%)

1%1%

2%2%

2%2%

3%4%

5%5%

6%9%

10%15%15%

16%

0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% 18%

MetropoolZenne en Zoniën

Regio LeuvenZuid Oost-Vlaanderen

StimulansRegio Dendermonde

Regio AalstDelta

De PoortMozaiek

Midden West-VlaanderenHageland

De KempenArtevelde

Regio Vilvoorde't Verschil

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

De volgende figuur toont aan dat het aantal chatgesprekken dat een JAC of jongerenonthaal voert min of meer samenhangt met het aantal online permanentie-uren dat dit centrum opneemt.

Figuur 22 – Chatgesprekken versus permanentie-uren in JAC’s of jongerenonthaal, 2008 (in %)

0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

20

Metrop

ool

De Kem

pen

't Vers

chil

Arteve

lde

Regio

Dende

rmon

de

Regio

Aalst

Zuid

Oost-V

l.

Mozaie

kDelt

a

Hagela

nd

Regio

Leuv

en

Regio

Vilvoo

rde

Zenn

e en Z

oniën

De Poo

rt

Stimula

ns

Midden

Wes

t-Vl.

percentage gesprekken

percentage permanentie-uren

Bron: TELLUS 2008 – Cliëntregistratie CAW’s, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2009

Chathulpverlening05

58

Voor zover het percentage gesprekken lager ligt dan het percentage openingsuren, blijkt dat deze openingsuren vallen tijdens de schooluren van schoolgaande jongeren en waar dit omgekeerd het geval is, zijn de permanentie-uren gesitueerd in de vrije tijd van deze doelgroep.

59

Bibliografi e 6.

De Groof, M., Daems, A, Hermans, K. (2008), Ontwikkelen van indicatoren en een programmatie voor het ■algemeen welzijnswerk. Lucas, KULeuven.

Jacobs, M., Beelen, S. & Van den Meerschaute, K. (2009). Visietekst onlinehulpverlening. Berchem, Steunpunt ■Algemeen Welzijnswerk.

Vlaeminck, H., T. Vanhove, M. De Zitter, & P. Bocklandt, onlinehulpverlening in eerstelijnswelzijnswerk ■Arteveldehogeschool COMPahs Sociaal Werk, januari 2009

Van Menxel, G. e.a. (2003), Verbinding verbroken, Berchem, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk. ■

60

Steunpunt Algemeen Welzijnswerk vzwDiksmuidelaan 36a • 2600 Berchem tel. 03 366 15 40 • fax 03 385 57 05email: [email protected] • www.caw.be • www.steunpunt.be