Carillon

77

description

Paas edititie van het Carillon

Transcript of Carillon

Page 1: Carillon
Page 2: Carillon

1

VASTE RUBRIEKEN Pag. 2: Van de redactie. Pag. 6: Bericht van de directeur. Pag. 8: Vertrouwenspersoon Me-dewerkers. Pag. 9: Column Bart Langeveld. Pag. 14: Nieuws van de Welzijnscommissie. Pag. 17: Vrienden van Insula Dei. Pag. 26: Column Henny de Mönnink. Pag. 48: Nieuws van de Cliëntenraad. Pag. 53: Column Annet van Zeijst. Pag. 54: Vrijwilligers gevraagd. Pag. 56: Puzzel. Pag. 67: Vertrouwenspersoon Bewoners. Pag. 70: Periodiek bericht St. Beheer ID. ID.Pag. 76: Colofon

LEVENSVERHALEN/INTERVIEWS

Pag. 18: Interview Sibylle Eimermacher. Medewerker Tuinkamer. Pag. 40: Interview Anneke Klepper, vrijwilliger HK. Pag. 44: Interview mevrouw Pijnappels. Pag. 64: Interview Wim Abbenhuis.

ANDERE VERHALEN

Pag. 12: De Prooi. Catharina van Ommen. Pag. 30: Verzamelen. Roelf Nobbe. Pag. 36: Af-scheid. Catharina van Ommen. Pag. 60: Nepal. Vakantieverhaal Annet van Zeijst. Pag. 68: Sleutel-Rol. Catharina van Ommen.

VERSLAGEN VAN DIVERSE ACTIVITEITEN

GEDICHTEN

Pag 11: Vrijwilligersfeest 7 maart. Pag.15: Nationale Vrouwendag. Pag. 58: Verslag Perso-neelsvereniging ‘Effe Zorgeloos’.

Pag. 3: In Herinnering. Ter nagedachtenis aan Theo F. Bluemer. Door Christel Bluemer. Pag. 5 : Vastenactie Een dak op de Polikliniek in Morombe. Pag. 16: Alpe d’Huez. Rita van Schaik-Tetteroo. Pag. 22: Paasoverweging. Pastor Ben Bergen. Pag. 39: Drie generaties Wientjes. Pag. 52: Over de Huiswinkel en foto Anne Marie van Loon-Hoefsloot. Pag. 73: Over Regina Pacis. Hendrik M. Goudappel.

FOTOPAGINA’S

Pag. 25: Fotopagina Pasen. Pag. 28: Fotopagina’s Paasvuur. Pag. 34: Fotopagina’s Carnaval. Pag. 43: Fotopagina Stellen Enk. Pag. 50: Fotopagina’s Paasvuur Lonneker.

DIVERSEN

Pag. 10: Geluk. Dieneke Hendriks. Pag. 27: Het Carillon. Ida Gerhardt. Pag. 63: Vergaderen. Dieneke Hendriks.

Carillon Uitgave Voorjaar 2012, veertiende jaargang nr. 1

INHOUDSOPGAVE

Page 3: Carillon

2

Van de redactie Terwijl we dit schrijven is het uitzonderlijk mooi weer, voor eind maart. Dit weer gunnen we ons zelf ook met Pasen. Het is ons weer gelukt om het Carillon op tijd klaar te hebben. De heer Theo F. Bluemer is op 19 februari op 100-jarige leeftijd overleden. Zijn dochter Christel heeft een mooie In Herinnering geschre-ven en Catharina heeft in het verhaal ‘Afscheid’ van haar laatste bezoek aan hem verteld. Bart Langeveld heeft een humorvolle Paascolumn geschreven en pastor Ben Bergen een Paasoverweging. Henny de Mönnink schreef een ontroeren-de column en ook is er een column van Annet van Zeijst, medewerker van de Tuinkamer. We hebben een interview met Sibylle Eimermacher, medewerker van de Tuinkamer, met Anneke Klepper, vrijwilliger van Huize Kohlmann, met me-vrouw Betsie Pijnappels, bewoner van In-sula Dei en onze Wim Abbenhuis, oud timmerman en vrijwilliger bij Insula Dei. Roelf Nobbe heeft een verhaal geschreven over zijn grote passie het postzegels ver-zamelen. We besteden aandacht aan de Carnavalsviering op ID met foto’s van Erik Korunka. Marga Bronkhorst-Wientjes

vertelt over drie generaties Wientjes die iets te maken hadden en hebben bij de activiteiten van Heinrich Wilhelm Kohl-mann, de stichter van Huize Kohlmann en van de voormalige HAWEKO winkels. Over de vorderingen van de Cliëntenraad vertelt u Hendrik M. Goudappel, evenals over de geschiedenis van Regina Pacis en Insula Dei. Hij heeft heel wat speurwerk in de oude archieven verricht: chapeau! Anne Marie van Loon-Hoefsloot vertelt over ‘haar’ Huiswinkel en is aldaar gepor-tretteerd. Dit is het begin van een serie over alle medewerkers van de Huiswinkel van Insula Dei. Al met al weer genoeg te lezen om de Paasdagen door te komen. Mocht u zelf van plan zijn om eens een bijdrage te le-veren, dan kan dit door uw verhaal in een envelop te doen en onder vermelding van ‘redactie Carillon’ af te geven bij een van de recepties, of per e-mail: [email protected] of [email protected] Blijft ons u allen een Zalig Pasen te wen-sen, mooi weer en veel gezelligheid en we zeggen: tot de volgende aflevering in juli.

Page 4: Carillon

3

In herinnering Theo Bluemer

27 oktober 1911- 19 februari 2012

Toen Theo Bluemer ruim 7 jaar geleden in In-sula Dei kwam wonen, was hij nog in het bezit van een fiets, die hij kort daarvoor regelma-tig gebruikte. Tot op hoge leeftijd was hij goed gezond geweest en had hij een tomeloze energie. Toch voelde hij zijn krachten vermin-deren en rijpte zijn plan om in een verzor-gingshuis te gaan wonen. Hij stelde ons daar-van pas op de hoogte toen dat plan in een vergevorderd stadium was. Wij vroegen ons af of het inderdaad nodig was dat hij zijn ei-gen huis zou verlaten. Maar hij kende zichzelf goed. Hij maakte tijdig de keuze om een stok te gebruiken bij het lopen en schrok weer wat later niet terug voor een rollator. De keus voor een verzorgingshuis lag in het verlengde daarvan. Het had nog wat voeten in aarde om een plek te bemachtigen; hij was wel oud, maar nog niet heel krakkemikkig. In zijn keu-ze is hij niet over een nacht ijs gegaan. Hij kende een aantal verzorgingshuizen doordat hij er bezoekjes aflegde. Hij koos vol overtui-ging voor Insula Dei, niet alleen omdat het aan de rand van zijn oude wijk lag, maar vooral om de sfeer die hij er zo prettig vond. " Dit zal mijn laatste huis worden", sprak hij, niet wetende dat hij een paar jaar later naar Casa Intermezzo zou verhuizen en weer te-rug. Aanpassingsproblemen kende hij niet.

Theo hield van mensen, hij hield van gezel-schap en praten, lachen en gezelligheid. Na de dood van zijn vrouw had hij eenzame win-ters doorgebracht in zijn oude huis aan de Laan van Klarenbeek. De buren werkten over-dag en zijn kinderen kwamen zoveel mogelijk, maar dat nam niet weg dat hij ook lange tij-den alleen was. Hij knapte dan ook echt op van het gezelschap dat hij vond in Insula Dei. Hij vond het fijn om samen koffie te drinken en samen te eten aan de 'mannentafel'. Hij probeerde aan zoveel mogelijk activiteiten mee te doen. Zo onderhield hij zijn spier-kracht bij de gym en probeerde zijn benen net iets hoger in de lucht te gooien dan zijn buurman. Deze lenigheid hield hij lang vol. Zonder problemen kwam hij uit zijn stoel en zijn methode van opstaan uit bed heeft veel van zijn verzorgers een lach ontlokt. Vol trots liet hij ons de bloemstukken zien die hij ei-genhandig maakte bij het bloemschikken, waar hij ongetwijfeld een van de weinige he-ren zal zijn geweest. Hij was een gevreesde gast bij de bingo. De een na andere prijs sleepte hij er weg. En zo vaak als hij kon was hij te vinden in de kapel van het huis, want bidden sloeg hij geen dag over.

Page 5: Carillon

4

Toen hij steeds minder ging zien was hij wel-kom op de tuinkamer en maakte hij graag grappen met de begeleiders. Hij hield er van om voorgelezen te worden uit de krant, puz-zels te maken en spelletjes te doen. Hij ver-baasde met zijn kennis en woordenschat. Op zijn kamer luisterde hij naar de radio en de t.v. en was uitstekend op de hoogte van de wereldpolitiek. De crisis op de huizenmarkt had hij al jaren tevoren aangekondigd; hij wist wat er gaande was. Met rode konen leef-de hij mee met sportwedstrijden en hij hield zich op de hoogte van kunst en literatuur. Toen ooit zijn t.v. en radio het niet deden, zong hij zich door de dag heen. Hij beschikte over een repertoire dat dwars door alle talen en muzieksoorten heen liep en waar hij met gemak een dag mee kon vullen. Hij vermaakte zich goed in Insula Dei en maakte er veel vrienden. Veel leeftijdgenoten had hij niet meer. Mensen van zijn generatie waren bijna allemaal al gestorven. We hebben hem daar nooit onder horen zuchten; nieuwe vrienden kun je iedere dag maken liet hij ons zien. Hij zag de medebewoners en de mensen die hem verzorgden. Hij was in ze geïnteres-seerd. Omgekeerd werd hij ook gezien en ge-waardeerd om wie hij was. De zorg voor hem werd de laatste maanden steeds intensiever. Zijn hart, longen en nieren lieten het afweten. De trukendoos van de be-handelend arts raakte leeg. Theo werd wankel op zijn benen en viel regelmatig. De plekken van het vallen kleurden zijn gezicht blauw. Het duurde een tijd voordat hij wilde bellen voor hulp als hij dat nodig had. Dat was hij niet gewend, hij wilde niet dat zijn autonomie helemaal teloor zou gaan. Wij waren bang dat hij een keer zo zou vallen dat hij zijn heup zou breken en langdurig in bed zou moeten liggen. Dat zou niets voor hem zijn geweest.

Hij heeft heel bewust afscheid genomen. Ver-bonden als hij was met zichzelf, voelde hij het moment van overlijden dichterbij komen. Zijn directe verzorgenden heeft hij daar ook in be-trokken. Hij vroeg om de ziekenzalving, die hij heeft ontvangen in het bijzijn van zijn kin-deren. Van enkele mensen heeft hij nog heel bewust en persoonlijk afscheid genomen. Hij sprak uit dat zijn leven voltooid was en dat hij klaar was. Wij hebben gezien dat hij vol over-gave wachtte op zijn dood. En zoals hij het wenste is het gegaan. In de vroege ochtend van 19 februari is hij vredig in zijn slaap ge-storven in het bijzijn van twee van zijn doch-ters. In de jaren ervoor was er wel eens eerder zorg om zijn gezondheid en verschillende zus-ters van het huis spraken ons dan toe:" ge-niet nog maar van hem zolang je hem hebt!" Dat hebben we gedaan. We zijn heel blij dat hij 100 heeft mogen worden en dat mooie feest heeft meegemaakt waar hij naar uitzag en zo van heeft genoten. Zijn prachtige laatste jaren komen voor een heel groot deel op het conto van de bewo-ners en medewerkers van Insula Dei. Hij had het er zo naar zijn zin! Ook voor ons, zijn kin-deren, was Insula Dei een plek waar we graag kwamen. U heeft Theo bij zijn komst in Insula Dei in-gehaald en hem nu op een indrukwekkende manier uitgeleide gedaan. Hij sprak graag over zijn Insula Dei, zijn eiland van God zoals hij het noemde. U heeft dat waargemaakt en Theo Bluemer's laatste levensjaren een gou-den randje gegeven. Heel hartelijk dank daar-voor! Namens de familie, Christel Bluemer

Page 6: Carillon

5

En dak op de Polikliniek In Morombe, Madagaskar

Tijdens de Advent vorig najaar hebben wij in Insula Aktie gevoerd voor een polikliniek voor de allerarmsten in MOROMBE, Madagaskar. Die Aktie is een groot succes geworden want alles bijeen heeft het maar liefst DRIEDUIZEND EN ZESHONDERD EURO opgebracht, en dit gehele bedrag is al overgemaakt naar Madagaskar. Alle goede gevers groot en klein, jong en oud, heel hartelijk dank. De fundamenten kunnen nu gelegd worden…..en dan het dak erop. Misschien kan ik het zo zeggen: WIJ hebben gezorgd voor de fundamenten, anderen moeten nu de muren optrekken en dan zetten WIJ het dak erop, en is het project afgebouwd! ‘Zomaar een dak boven wat hoofden’. In deze tijd van het jaar, de veertigdagentijd vóór Pasen, wordt al sinds jaren de VASTENAK-TIE gehouden, om te delen met mensen elders die het aller-noodzakelijkste missen, gezond-heidszorg. In plaats van weer een ander project te kiezen en te ondersteunen kunnen we ook bijdragen om de polikliniek in Morombe in Madagasker van een dak te voorzien. Gaan we er weer voor, we weten het allemaal… samen kunnen we wat er nu nog niet is tot stand brengen en ook afbouwen. Het kleine eiland INSULA DEI bouwt mee aan een betere wereld op het grote eiland MADAGASKAR. Eilanders helpen elkaar! Voor u allen de beste wensen, en na de veertigdagentijd: ZALIG PASEN Namens de Missiezusters van de Heilige Familie hier in Insula Dei Zuster Rian Brabander

Onze Vastenactie : Een dak op de Polikliniek in Morombe

U kunt uw gift geven in de kapel van Insula Dei, Tot en met Paaszondag 2012, of aan de pastores

Of overmaken op rekening 103907459

t.n.v. Missieprokuur Zrs Heilige Familie, Tilburg t.g.v. Aktie MOROMBE

Page 7: Carillon

6

Barbara M. Versteegen

Page 8: Carillon

7

Vrijwilligers, feest en vriendschap

Op 7 maart hebben we samen met ons veelgeprezen restaurant-team, activiteitenbegeleiders, vrijwilligerscoördinator en afdelings-hoofden de vrijwilligers in het zonnetje gezet. Een aantal vrijwilligers jubileerden zelfs! De twaalf en half jarigen werden bedankt met een klein kunstwerkje en ook de vrijwilligers met hun eerste lustrum ontvingen, dank, aanmoediging en een klein presentje. In de geest van de uitspraak ‘Geschenken onderhouden de vrie-ndschap’ zien we onze vrijwilligers ook als zodanig; als vrienden. Vrijwilligerswerk is zich aan het ontwikkelen naar een nieuwe stijl. Pratend met verschillende ‘diehards’ werd ik getroffen door hun trouw en toewijding. Maar ook sprak ik met nieuwe vrienden die graag iets met hun talent, hobby of affiniteit voor de bewoners wil-len doen. Wellicht niet iedere week, op een vaste dag of tijdstip maar meer in de vorm van het begeleiden van een kortere serie activiteiten, workshops of evenementen. Het idee van een databank aan activiteiten die bewoners graag zou-den willen ondernemen aan de ene kant en een ‘werkvoorraad’ vrij-willigers die zich aangemeld hebben en hun talent beschikbaar stel-len werd naar voren gebracht. Het is alleen dan nog maar een kwestie van de juiste mix en match en er is weer een beetje meer kleur toegevoegd aan het leven van alle dag in onze huizen. Binnenkort starten de wandelgroepen, men heeft gevraagd wie van de medewerkers mee wil werken om deze te begeleiden. Een beetje in eigen tijd, een beetje in de baas zijn tijd, weer een nieuwe vorm van vrijwilligerswerk geschapen, ik hoop dat we alle-maal vriend kunnen zijn. Rest mij nog u allen een Zalig Pasen te wensen, die andere grote vriend in gedachten nemend wens ik u een mooi voorjaar toe, met veel vriendelijke momenten. Barbara J. Versteegen, directeur/bestuurder van IDHK

Page 9: Carillon

8

Vertrouwenspersoon voor de medewerkers: Yolanda Kuis

Ik ben Yolanda Kuis, psycholoog, arbeids- en organisatiedeskundige. Mijn rol voor Insula Dei en Huize Kohlmann is die van vertrouwenspersoon.

Naast vertrouwenspersoon kan ik ook worden ingeschakeld voor advies op het gebied van gezondheidsbeleid. Een vertrouwenspersoon heeft drie ‘hoofdtaken’. De eerste is het begeleiden en ondersteunen van medewerkers die op het werk geconfronteerd worden met ongewenst gedrag, de taken die hierbij horen zijn:

het voeren van gesprekken ● het behulpzaam zijn bij het zoeken naar

een bemiddelaar; ● het begeleiden bij het indienen van een

klacht, gedurende de klachtenbehandeling

en in de periode daarna; het ondersteunen bij het aangifte doen

bij de politie bij het vermoeden van een strafbaar feit;

● het verwijzen naar hulpverleningsinstan ties;

● het op eigen initiatief kunnen raadplegen van interne/externe deskundigen;

● het attenderen van andere betrokken functionarissen binnen de organisatie op de vertrouwelijkheid;

● het waar gewenst doorverwijzen naar een andere vertrouwenspersoon;

● het hebben van toegang tot alle geledin-gen van het bedrijf en rechtstreeks tot directie/management en medezeggen-schapsorganen.

Met ongewenst gedrag bedoelen we (seksuele) intimidatie, pesten, agressief ge-drag (zowel lichamelijk als mondeling) en dis-criminatie. Maar je kunt ook bij me terecht voor andere problemen die zich op je werk voordoen, als je binnen je organisatie niemand hebt om het mee te bespreken. Naast het ondersteunen van medewerkers die ongewenst gedrag melden, geef ik advies ge-richt op het voorkómen van ongewenst ge-drag. Tot slot lever ik een bijdrage aan het actueel houden van het te voeren beleid on-gewenste omgangsvormen. Geheimhoudingsplicht Als vertrouwenspersoon heb ik mij te houden aan geheimhoudingsplicht. Dat is bij wet ge-regeld en als ik deze plicht verzaak, ben ik strafbaar. Alle informatie die betrekking heeft op het werk van vertrouwenspersoon is niet toegankelijk voor derden. Gesprekken kunnen worden gevoerd op een ‘neutrale plek’, of eventueel bij de medewer-ker thuis. Aanvragen van een gesprek kan rechtstreek bij de vertrouwenspersoon via e-mail of mobiele telefoon:

E-mail: [email protected]

Mobiel: 06-23892518

Page 10: Carillon

9

Column Bart Langeveld Een ei is geen ei

Hoe ouder je word, hoe meer je lichaam je in de steek laat. Het vervelendst daarin is de te-ruggang van de zintuigen: het gehoor, het gezichtsvermogen. Ik sta voor het raam en ik probeer te begrij-pen wat ik zie. Een klein kereltje loopt zoe-kend langs mijn voortuin kijkt om zich heen en stopt schielijk iets onder de laag gescho-ren buxushaag. Hij is gekleed in een fel rode jas met capuchon en gedraagt zich nerveus, schichtig als een opgejaagd dier. Ik vind ook dat hij raar loopt, het is een soort huppelen of hippen. Hij hupt nu richting de buren en ik zie dat er aan de achterkant van zijn jas een wit pluimpje hangt. Als ik goed kijk lijkt het wel of het een staartje is dat door een gat naar buiten steekt. Hij staat nu bij de tuin van de buren en terwijl hij rond kijkt of niemand hem ziet legt hij weer iets onder een plant. Het is allemaal heel verdacht en even over-weeg ik welk meldpunt ik moet bellen om de-ze overlast te melden. De jongeman is geen Pool of anderszins een Oost-Europeaan , ik denk eerder dat hij niet uit Europa komt. Hij vernielt niets en ik kan hem zijn gehup niet kwalijk nemen, misschien heeft hij een han-dicap. Misschien zijn ze hem kwijt bij een of ander gesticht. Zal ik de politie bellen? Ik besluit om eerst maar eens in de tuin te kijken wat hij daar zo steels heeft gedepo-neerd voor ik mijn conclusies trek. Met een gieter in de hand kuier ik zo achteloos moge-lijk door de keurig aangeharkte tuin. Ik zoek en ik tuur onder de buxus, maar ik zie niets. Mijn oude ogen hebben mij bedro-gen en als ik de straat af kijk is de vreemde vogel gevlogen. Het is alsof hij nooit bestaan heeft. Vol onbegrip sta ik daar een tijdje, mijn ge-dachten gaan terug naar de tijd dat ik de we-reld ook al niet begreep. Misschien heb ik de wereld wel nooit begrepen, maar als kind leefde ik in een eigen wereld. Het gedoe van grote mensen was raadselachtig en fantasie was alles. Fantasie opent de ogen en opeens zie ik wat ik moet zien. Een volmaakt paars ei onder de heg, precies waar het malle ventje hem ver-stopt heeft. Het is Pasen en geen dag te vroeg.

Page 11: Carillon

10

Geluk ze zegt: “weet je wat geluk is?” ik: “soms denk ik, dat ik het weet”. zij weer: “het is genieten van kleine dingen in je leven. als fijne korreltjes zand bewegen ze zich langs ons heen. leer ze ontdekken, ze voelen in je handen, geniet er van, heel bewust”. ik denk: “en ze vasthouden, ze niet weg laten glijden tussen je vingers door. want… als je stram geworden bent kun je niet meer bukken om ze weer op te rapen”. Dieneke Hendriks

Page 12: Carillon

11

Vrijwilligersfeest op 7 maart

Theater Promodoro

Page 13: Carillon

12

De Prooi

Page 14: Carillon

13

Mijn voorlaatste kat was dood. Ik ontroostbaar. Ja, dank je de donder: die kat was met mij meegegaan om te gaan wo-nen in Zuid-India. Ik had hem op pure bluf door de douane op Schiphol geloodst. Ik zei tegen de beambten: "Ik reis altijd met mijn kat, en altijd op deze wijze." Cool, calm and collected - terwijl ik van binnen beefde. Zij die mijn stem kennen, kunnen zich voor-stellen hoe ik dat zei. Die kat werd de trekpleister in het hele mid-delgrote dorp. Men kwam om de haverklap bij ons aan huis, om met de kat even op schoot te kunnen zit-ten. Hij joeg op alles wat bewoog (deed ie in Ne-derland helemaal niet fanatiek) en kwam ge-regeld thuis met exotische prooien, zoals le-guaan, gekko, slang.. én gestolen vis van de buren verderop, die ze op een plankier in vele rijen te drogen hadden liggen. 's Nachts moest de kat absoluut binnen zijn - dan waren de tuinen en erven voor de wilde honden. Ze jankten als wolven om ons huis en regelmatig waren onze oren getuige van gevechten. Een keer reageerde mijn kat niet op mijn lok-kende roep. De avond valt daar klokslag half 6 in, binnen een half uur is het stikdonker. (7e graad noorder breedte) Ik heb al mijn buren zo gek gekregen mee te helpen gaan zoeken, twee hadden een zak-lamp, tamelijk bijzonder daar. En ineens, een enorm eind verderop, zag ik z'n ogen opflitsen in het donker, drie erven weg van het onze. Een buurman met zaklamp klom over twee muurtjes, wist handig in een omtrekkende beweging, achter de kat te komen en joeg hem op. Het was de keer dat hij z'n eerste leguaan ge-vangen had. De prooi was twee maal de lengte van mijn kat en bijzonder zwaar. Aangezien hij de prooi niet wilde verlaten, bleef de kat er dus maar bij zitten. De eerste honden snuffelden op het erf - de kat was nog niet bij het huis aangekomen. Een andere buurman heeft de opkomende honden van ons afgehouden door wild met een zware stok in het rond te maaien. Soms hoorde ik een hond in het donker een kreet uitstoten - het was daar 'hard' leven. De honden trokken zich tijdelijk terug en pre-cies dat moment koos de kat om, zwaar sle-

pend met z'n prooi naar binnen te komen. Direct daarop sloot ik met een klap de deur en vergrendelde die. De eerste honden sprongen buiten woest te-gen de deur op. De kat trok er zich niets van aan, zwoegde door totdat hij onder mijn bed verdween. Al-leen een taai kauwen kon ik horen. De volgende ochtend keek ik onder het bed en zag een kop, met stukje romp waar de voorpoten nog aan vastzaten. De rest zat in de maag van mijn kat. Hij liep er dan ook 'hoogzwanger' bij en heeft drie dagen alleen maar geslapen, soms even waggelend naar het waterbakje. Die kat moest ik een keer, vele jaren al weer terug in Nederland, laten inslapen. Dat was nota bene een maand voor mijn verjaardag. Mijn oudste broer belde me op - hij wilde mijn verjaardag komen vieren, wat een tamelijk uitzonderlijk initiatief van hem was. Wij hadden niet echt iets met verjaardagen in mijn familie. Hij belde op die dag bij me aan. Ik woonde net ergens anders. Hij kwam met een dikke bos tulpen de trap op, feliciteerde me en zei: "Ik ga nu even naar beneden om het cadeau te halen." Ik dacht: 'het is iets voor mijn nieuwe woning - daar heeft hij twee handen voor nodig.' Hij kwam opnieuw de trap op, met een klein, vreemd gevormd, rood tasje in z'n hand. Bovengekomen hoorde ik een gedempt mau-wen uit de tas komen. Hij had een kat voor me meegebracht .. een blauwe rus. En zei olijk: "Ja - ik heb het er gewoon op ge-waagd - je dit cadeau te geven. Want als ik je er naar gevraagd had "Wil je een kat?" dan had je de ene week “ja” gezegd, de week daarna zou je zijn gaan twijfelen, "nee, toch maar niet" dan weer "toch maar wel".. De blauwe rus, van 4 maanden oud - 'overgebleven' bij de fokster, bleek uit te groeien tot mijn TOP-kat. Ik noemde hem Koezma (een Russische naam die voorkomt in een boek van Toergenjev). Wij waren levensvrienden en ik verdenk hem er nog altijd van dat hij verliefd op me was. Een keer heb ik een foto van hem gemaakt - en dat is een topfoto geworden, zoals ik er meer van hem heb. In zijn blik op deze foto, is alles te lezen. Catharina van Ommen

Page 15: Carillon

14

Bericht van de welzijnscommissie Insula Dei

De eerste maanden van 2012 zitten er al weer op en de lente staat voor de deur. De welzijnscommissie is weer vrolijk van start gegaan met het organiseren van activiteiten. In januari hadden we een prachtig klassiek concert piano/dwarsfluit van de zoon van fa-milie De Kleijn. Het is fijn dat familieleden dit spontaan aanbieden aan de bewoners van In-sula Dei. In februari stond het stamppottenbuffet ge-pland, de toppen boerenkool en winterworte-len brachten ons in de verleiding om zelf weer te gaan koken, of in ieder geval door te ne-men hoe de bewoners vroeger de stamppot-ten kookten. De koks hadden goed hun best gedaan en er was een gezellige sfeer aan tafel compleet met een lekker drankje. 13 februari kwam traditiegetrouw de carna-valsvereniging de ONGANSE. Het restaurant was een echte carnavalszaal geworden en voor iedereen was er een plaatsje. De dans-mariekes zijn toch wel onze favoriet. Het ziet er vertederend uit om dit jonge grut te zien dansen en springen. .De heer Nobbe en Mar-ga Bronkhorst werden gehuldigd met een 3x alaaf en een eremedaille. En wat kunt u de komende maanden ver-wachten? Woensdag 28 maart is er weer een lente-markt, waar u terecht kunt voor paaseieren, kaarten en kleine cadeauartikelen en er is ook een rad van avontuur waar u weer mooie prij-zen kunt winnen. Aan de innerlijke mens is natuurlijk ook weer gedacht met lekkere drankjes en hapjes. Zaterdag 29 maart staat er een belevings-dansuitvoering gepland door Dorothe Vriezen om 16.00 uur in de kapel.Zij danst samen met een groep een Latijns Amerikaanse Mis. Zij geven via dans en gebaren uitdrukking aan het innerlijke gebed. Maandag 2 april 14.30 uur zullen er van de opleiding Rijn IJssel weer een aantal leerlin-gen met bewoners in een rolstoel buiten een speurtocht lopen. We hopen natuurlijk op mooi weer. Woensdag 11 april komen leerlingen van de opleiding zorg niveau 2 een multiculturele

markt verzorgen, Er zijn die middag ongeveer 16 kramen die een land vertegenwoordigen en dat kan in de vorm van eten en drinken of muziek en dans. Op deze manier kunnen wij jong en oud samen brengen en leren van el-kaars culturen. Donderdag 19 april 19.30 uur gaan Herman en Els de MAXROADSHOW presenteren. Zij nemen u door vragen en beeldmateriaal mee terug naar de televisietijd van de jaren 50/60/70 en er zijn ook mooie prijzen te win-nen. Zaterdag 12 mei 15.00 uur komt er een smartlappenkoor optreden: de Zinge Zangers uit Renkum. Zij hebben een diversiteit aan meezing liedjes. En als de zon echt gaat schijnen dan hebben we op dinsdag 19 juni de Egeländerkapel met een muzikaal terrasprogramma vanaf 20.00 uur. En dan geef ik u alvast de datum door van de zomerdag 20. Deze staat gepland op donder-dag 12 juli. De werkgroep is al volop bezig met de voorbereidingen om er weer een mooi feest van te maken zoals u van ons gewend bent. Hierover meer in de het volgende Caril-lon. Komende activiteiten Huize Kohlmann 3 april lentemarkt 14.00-17.00 uur 25 april Klaas Bakker 14.30 -16.00 uur 23 mei Keuken dag 17.00 uur Juni Is nog een verrassing 12 Juli Zomerdag Insula Dei MAXROADSHOW wordt ook gespeeld in Huize Kohlmann, datum volgt nog. Wij wensen u veel plezier met het bezoeken van de activiteiten op de locatie. Namens de welzijnscommissie, Marga Roerdink.

Page 16: Carillon

15

Op 8 maart, Nationale Vrouwendag werd op Insula Dei de vrouw van het jaar gekozen. De welzijnscommissie heeft gekeken welke vrou-wen hier voor in aanmerking komen en er zijn vele vrouwen die een bokaal verdienen, maar we hebben er maar 1 weg te geven. Langs deze weg willen wij alle bewoners be-danken voor alle goede zorgen die zij aan hun medewoners geven. We hebben dit jaar de keuze laten vallen op mevrouw Van den Bos-ten Oever van kamer 392. Mevrouw woont nog niet zo lang op In-sula Dei maar in die korte tijd heeft zij wel een bijzondere indruk achtergelaten bij mede-werkers en medebewoners. De positiviteit, opgewektheid en interesse in medebewoners en medewerkers zijn bijzonder. En dat na een heel moeilijk jaar voor mevrouw. Een voor-beeld voor vele van ons.

Mevrouw was deze ochtend naar het restau-rant gelokt om een lied te zingen voor een jarige bewoner, samen met Ruud op de piano. Ze was totaal verrast dat zij als vrouw van het jaar naar voren werd geroepen. Mevrouw Van Maanen was helaas verhinderd om de bokaal samen met de bloemen te over-handigen aan een ontroerde mevrouw Van den Bos, Deze taak heeft Marga overgenomen en ze heeft ze na wat tranen toch met veel plezier in ontvangst genomen. We hopen dat u veel plezier mag beleven aan de bokaal.

Nationale Vrouwendag

Page 17: Carillon

16

De bochten van de Alpe d’huez Het is in de huidige tijd bijna niet meer voor te stellen dat je nog nooit van kanker gehoord hebt. Helaas kent iedereen wel één of meerdere mensen die met deze ziekte te maken heb-ben gehad of die er inmiddels aan overleden zijn. Helaas is de wetenschap nog niet zover dat we alle vormen van kanker goed kunnen behandelen. In de strijd tegen kanker ervaren patiënten en hun dierbaren een groot gevoel van onmacht. Ertegen vechten lijkt zinloos en helaas geldt niet voor alle kankerpatiënten dat het gevecht eindigt in een overwinning. Alpe d’HuZes is opgericht om de onmacht, die door kanker ontstaat, om te zetten in kracht: kracht putten uit emotie. Gewone mensen gaan de symbolische strijd aan met de legendarische Tour de France berg Alpe d’huez om aandacht te vragen voor de strijd tegen kanker. Door geld in te zamelen gaat het ‘Team Tetteroo’, waaronder twee zonen en twee broers van mij, onder het motto opgeven is geen optie op woensdag 6 juni 2012 de uitdaging aan om fietsend op één dag zes maal de vermaarde alpenreus Alpe d’Huez, de Hollandse Berg be-klimmen. Dat doen ze met ongeveer 7.500 deelnemers (verdeeld over teams en individuele renners). Het beklimmen van de Alpe d’Hues lijkt redelijk simpel. Je begint onderaan en eindigt boven-op, gewoon een kwestie van doorzetten. De beklimming is 13,8 km lang en heeft gemiddeld een stijgingspercentage van 7,9 %. en de klim telt ‘maar’ 21 haarspeldbochten. Alpe d’huZes is een actie waarbij gewone mensen hun grenzen verleggen om zo de strijd aan te gaan tegen kanker. Door een uitzonderlijke prestatie te leveren hopen deelnemers anderen te inspireren om ook iets te doen tegen kanker.

Team Tetteroo is de verzamelnaam voor acht strijders die elk met eigen motieven de strijd tegen de Alpe d'huez willen aangaan. Geld doneren voor deze actie gaat via internet: http://deelnemers.alpe-dhuzes.nl/teams/team-tetteroo Rita van Schaik-Tetteroo , receptionist. Huize Kohlmann

Alpe d’Huez

Page 18: Carillon

17

Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) De Stichting Vrienden van woonzorgcentrum Insula Dei is door de Belastingdienst aangewe-zen als een ‘ANBI’ (Algemeen Nut Beogende Instelling). Dit betekent dat een donateur de gift van de inkomsten- of vennootschapsbelasting kan aftrekken (uiteraard binnen de daar-voor geldende regels). Door de vriendenstichting ontvangen nalatenschappen zijn vrijgesteld van successierecht.

Gegevens over de Vrienden van Insula Dei wzd kunt u vinden op de laatste pagina in het Colofon.

Vrienden van Insula Dei wzd

Page 19: Carillon

18

Sibylle Eimermacher

Page 20: Carillon

19

‘In Münster bestaat een Eimermacherweg, genoemd naar mijn overgrootvader ’

Een interview met Sibylle Eimermacher, medewerker Tuinkamer en kunstenaar.

Sibylle zag ik voor het eerst op de 100ste ver-jaardag van meneer Bluemer. Zij feliciteerde hem, net als iedereen half hangend over de brede tafel om hem een hand te kunnen ge-ven. Later trof ik haar; ze vroeg om de foto die ik gemaakt had en ik hoorde aan haar ac-cent dat ze Duitse is. Ze komt uit Nordrhein Westfalen, uit Münster. Daar waar de vrede van Münster (1648) is getekend na een lange 80-jarige oorlog. Na de jaarlijkse kerstmarkt is deze plek, in het Raadhuis, een van geliefd-ste bezoekactiviteiten van Nederlanders. Heel indrukwekkend zijn de portretten van alle deelnemers aan het tekenen van de vrede en dan het dikke gastenboek, waarin je je ook iets kunt schrijven. Münster is, ondanks hefti-ge bombardementen toch een mooie oude stad gebleven. Een chique stad zelfs, met een mooie winkelpromenade en een oude Dom. Sibylle heeft hier de Waldorfschule gevolgd. Deze school is gebaseerd op de leer van de Antroposofie van Rudolf Steiner. Haar moeder is docente op deze school. Haar vader overi-gens is een bekende architect in Münster. De Waldorfschule legt zware accenten op kunst en muzikale ontwikkeling en theater. Ook is er veel aandacht voor de natuur. Van huis uit is er altijd veel aandacht geweest voor cul-tuur, met name de oude Griekse en Germaan-se cultuur. Veel vakanties heeft ze met het gezin doorgebracht in (het Griekse, maar ook in) Finland en Noorwegen, in een klein blok-hutje aan een meertje. Sibylle heeft een broertje en een zus. Haar broer is muzikant en woont afwisselend in Marburg en in Brus-sel. Haar zus is getrouwd met een Israëliër en ook Joods geworden. Ze wonen ook in Israel. Sibylle heeft van kindsaf iets in de kunst wil-len doen, iets in de muziek of misschien wel kinderboekenschrijver. Na haar schoolperiode heeft ze eerst een half jaar doorgebracht in Mexico. Ze heeft daar in een weeshuis vrijwil-ligerswerk gedaan. Na deze periode heeft ze ook nog een tijd in Columbia met kinderen gewerkt. Ze heeft zich daar het Spaans eigen gemaakt. Daarna is ze, op aanraden van haar ouders een studie in de medicijnen begonnen onder het motto: dat brengt in ieder geval geld in het laatje. Kunst is zoiets onzekers

Na een half jaar stopte ze daarmee en koos definitief voor de kunst. Voor deze studie had ze al toelatingsexamen gedaan bij de kunst-academie van Artez in Enschede. Ze was al toegelaten en had nog een jaar respijt om alsnog hiervoor te kiezen. Dat kwam goed uit; ze ging hier studeren en wel Gemengde Me-dia. Schilderen, tekenen, video en het maken van driedimensionale beelden en installaties. Haar mooie website: www.sibsite.eu heeft ze zelf gemaakt. Na vier jaren AKI (Artez) vervolgde ze haar studie voor een masterop-leiding schilderkunst aan de Universiteit van Groningen. Dit nam twee jaar in beslag. Nu is ze officieel Master of Fine Art. We spreken nog even over de mooie stad Groningen. Ik noem het altijd: het Amster-dam van het Noorden. Door haar vriend is Si-bylle in deze contreien verzeild geraakt. Ze heeft sinds kort een mooie atelierruimte in een complex in de bossen in het noorden van Arnhem. Omdat kunst niet altijd lucratief is, zocht ze een parttime baan en omdat ze graag in de Zorg wilde werken, kwam zo terecht bij Insula Dei op de Tuinkamer. Er stond een adverten-tie in de krant waarin gevraagd werd om een Voedingsassistente. Er volgde een uitnodiging en een gesprek met Hennie Witjes en met Adie Smit, waarin beiden haar vroegen om in de Tuinkamer te gaan werken. Dat wilde ze wel graag. Het punt was alleen dat ze nog niet veel ervaring in de omgang met demen-terenden had. Dat was waarom ze beide he-ren vroeg om een proefperiode, alleen om te zien of het haar zou bevallen van haar kant. Na deze periode, vorig jaar juni, is ze geble-ven. Het werken met dementerende, slecht-zienden en slechthorenden gaf haar veel vol-doening. Een lachende Sibylle: “Het was een hele uit-daging voor mij en dat is het nog steeds.” In het begin dacht Sibylle nog dat vooral de ou-dere Nederlanders wel iets tegen Duitsers zouden hebben, maar dat viel reuze mee, in-tegendeel: iedereen wil Duits met haar spre-ken. Zo kennen de ouderen nog de ouderwet-

Page 21: Carillon

20

se Duitse liedjes van heel lang geleden. De onlangs overleden, nog 100 jaar geworden,

meneer Bluemer zong hele Duitse liedjes uit zijn hoofd, zoals:

Die Lorelei Ich weiß nicht, was soll es bedeuten, Daß ich so traurig bin, Ein Märchen aus uralten Zeiten, Das kommt mir nicht aus dem Sinn. Die Luft ist kühl und es dunkelt, Und ruhig fließt der Rhein; Der Gipfel des Berges funkelt, Im Abendsonnenschein. U.s.w.

Installatie van Sibylle

Page 22: Carillon

21

Sibylle kan het goed vinden met de mensen op de Tuinkamer. Ze begeleid ze op haar gi-taar en ze zingen er lustig op los. Ook het

‘Wo die Nordseewellen spülen an den Strand’ is zéér populair bij hen:

Wo die Nordseewellen spülen an den Strand wo die gelben Blumen blüh´n ins grüne Land wo die Möwen schreien, schrill im Strumgebraus dort ist meine Heimat, da bin ich zu Haus.

Well'n und Wogen sangen mir mein Wiegenlied, hohe Deiche waren mir das „Gott behüt“, merkten auch mein Sehnen und mein heiß Begehr: Durch die Welt zu fliegen, über Land und Meer.

U.s.w.

Als u deze melodie hoort, dan weet u het wel weer, het is dezelfde melodie als die van: ‘Daar ben ik geboren, daar voel ik mij thuis.’ Sibylle: “Wat ik goed vind van hier in Insula Dei, is dat ik veel geleerd heb. Ik bedoel het omgaan met de mensen en hoe je een groep kunt sturen. Soms kan de stemming op onverklaarbare wijze omslaan en dan moet je wel proberen om het weer een goede draai te geven. Er zitten mensen op de groep met heel verschillende problemen en achter-gronden en je moet wel proberen om ieder tot zijn recht te laten komen. Als je dan iedereen wat beter leert kennen, dan wordt het ook wat gemakkelijker. Ik had niet van mezelf gedacht dat ik dit zou kunnen, maar het valt me reuze mee.” Henny de Mönnink

Installatie van Sibylle

Page 23: Carillon

22

Page 24: Carillon

23

‘Mensen, hun dagen zijn als gras…’

Een Paasoverweging van Pastor Ben Bergen

Soms kan een tekst van een psalm of een lied die je al jaren meezingt, zonder op de woor-den te letten, ineens gaan oplichten. Zo over-kwam mij dat enige tijd geleden met het lied: "Een mens te zijn op aarde", een lied van de hand van Willem Barnard. Dat gebeurde met de eerste regel:"Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd, is leven van genade buiten de eeuwigheid". Dat we ‘buiten de eeuwigheid’ leven is wel duidelijk. Wij mensen hebben niet het eeuwi-ge leven. We zijn vergankelijk. Vaak worden we er mee geconfronteerd. Lieve doden uit onze naaste omgeving. Vrienden of vriendin-nen die ernstig ziek zijn. Slijtage van jezelf, een mens die ouder wordt. Wij leven buiten de eeuwigheid. Alleen God leeft eeuwig. En tegelijk dat ik dat zeg, weet ik niet wat ik zeg, want ons denkraam is te klein om het begrip eeuwigheid te omvatten. Ik herinner me nog van de lagere school dat de juffrouw eens over de eeuwigheid sprak. Ik probeerde daar iets van te begrijpen, maar als kind heb je geen weet van abstracties. 's Avonds in bed dacht ik erover na. Maar ik kwam niet verder dan:"En dan...en dan.. en dan nog." Ik kreeg er hoofdpijn van. Ik weet nog dat mijn vader bij me kwam en vroeg wat er was. Ik zei dat ik hoofdpijn had. Hij legde zijn hand op mijn hoofd en bevrijdde me daarmee van mijn nutteloze gepieker. Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd, is leven van genade buiten de eeuwigheid. Leven van genade. Ik weet niet of het woord "genade" nog bekend is buiten de kerktaal om. Genade. We kenden het als kinderen. Als er gevochten werd en de een delfde het on-derspit dan riep hij ‘genade’ en de overwin-naar werd dan geacht volgens de spelregels de overwonnene los te laten. Het deed het meest denken aan een gratieverzoek, zoals we dat nog wel kennen, waarbij een misdadi-ger afhankelijk is van de welwillendheid van een rechter of een andere overheidsinstantie. Vandaar de uitdrukking: ‘Aan iemands genade overgeleverd zijn’.

Maar ik denk niet dat, als we over Gods gena-de spreken, we dan zeggen aan zijn genade overgeleverd te zijn. Wel dat de tekst laat we-ten, dat er buiten de welwillendheid van God geen mens kan bestaan of in leven blijven. Niet omdat de mens zondig is, maar omdat de mens geschapen is door de eeuwige. Zo lezen we in het boek der schepping:’Toen maakte God, de Heer, de mens. Hij vormde hem uit het stof, uit aarde en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen’. Het verhaal van de schepping van de mens in de bijbel geeft een bijzondere spiritualiteit weer namelijk dat een mens niet kan leven zonder God, zonder de eeuwige. Zo lezen we in het boek Job - en ik citeer de nieuwe verta-ling:’Als God zijn aandacht alleen op zichzelf zou richten en hij zijn geest en adem voor zichzelf zou bewaren, dan zou al wat leeft on-middellijk ten onder gaan en de mens zou te-rugkeren tot stof’. Een tekst die in de katholieke kerk in het symbool van een askruisje tot uitdrukking komt. Op de eerste dag van de 40-dagentijd als voorbereiding op Pasen wordt het voor-hoofd getekend met wat as van verbrande palmtakjes. Daarbij wordt het symbool uitge-legd met de woorden:’Bedenk mens, dat ge stof zijd en tot stof zult wederkeren’. Ik heb een aantal jaren op een woonwagen-kamp gewerkt. Ook daar werd de vraag ge-steld naar het askruisje. Maar ik zag al de hi-lariteit van de kinderen van de school over die zwarte plekken op hun voorhoofd. En op weg naar het kamp al fietsende dacht ik aan het scheppingsverhaal: God vormde de mens uit stof van de aarde. En ik dacht waar vind ik nu stof van de aarde. Het antwoord was simpel. Langs de kant van de weg. Zo veegde ik wat zand uit de goot van de weg in mijn zakdoek. Bij de kinderen vertelde ik het verhaal van de schepping. Dat wij mensen zijn als het stof langs de kant van de weg. De wind blaast er-over en wij zijn verdwenen. Ik legde een hoopje stof van de weg op hun

Page 25: Carillon

24

handen en zij mochten dat wegblazen. En ik herinnerde hen aan tante Marie van wie we een paar dagen eerder afscheid moesten ne-men, omdat ze overleden was. En heel seri-eus bliezen zij het stof van hun open hand weg terwijl ze de namen noemden van een gestorven familielid. Ik denk nu ook aan psalm 103 waarin de psal-mist zingt: ‘Mensen hun dagen zijn als gras, zij bloeien als bloemen in het open veld; dan waait de wind en zij zijn verdwenen’. Maar de psalmist is niet zonder hoop, want hij

vervolgt zijn lied, denkend aan Gods genade, aan zijn welwillendheid, die een mens in het leven houdt:’Maar duren zal de liefde van God, voor allen die zijn verbond bewaren zijn woord behartigen en het volbrengen’. Binnenkort vieren we het Paasfeest: het feest van de opstanding of de verrijzenis van de Heer. We horen weer de verhalen uit het evangelie dat de Heer leeft tot in eeuwigheid. En wij...wij leven van genade buiten die eeu-wigheid. Het is God die ons leven bewaart. Hier en nu en over de dood heen. Niet ieder

‘Ouder worden is rijker zijn aan ervaringen. Minder illusies meer werkelijkheidszin. Ouder worden is steeds meer de kans krijgen je leven te verdiepen. Ouder worden is de tijd waarin je steeds meer verhalen krijgt om te vertellen. Je hebt steeds meer dat te denken geeft. Je leeft steeds meer van dag tot dag Hier en nu je beleeft eeuwigheid in het nu’.

Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd, is leven van genade buiten de eeuwigheid, is leven van de woorden die opgeschreven staan. En net als Jezus worden die ons is voorge-gaan. Ben Bergen, Pastor Huize Kohlmann

Page 26: Carillon

25

Page 27: Carillon

26

Column Henny de Mönnink Verjaardag Mirjam had de zorg voor haar ex-man Johan op zich genomen. Ze was al een jaar of zes van hem gescheiden, maar doordat Johan veel zorg nodig had omdat hij de laatste jaren stevig met zijn gezondheid tobde, hielp ze hem met alle praktische zaken, zoals consultaties bij de diverse specialisten in het grote ziekenhuis en ook zorgde ze ervoor dat thuis alles op rolle-tjes liep. Johan liep moeilijk en verbleef de laatste twee jaren steeds meer in het zie-kenhuis dan thuis. Tenminste, dat wat nu dan zijn thuis was; een prettig apparte-ment in een nieuw gebouwd verzorgings-huis. Hij genoot daar van de aandacht van de verzorgenden, de dagelijkse bezoekjes en de maaltijden in het restaurant. Handig vond hij ook de onmiddellijke nabijheid van een buurtwinkelcentrum. Toen Johan een bezoek moest brengen aan een opticien voor een nieuwe bril, ging Mirjam, zoals gewoonlijk, weer met hem mee: in de rolstoeltaxi. Het vervoeren in een gewone auto ging hem niet meer goed af. Eenmaal gearriveerd bij het mo-derne mega winkelcentrum, waar de opti-cien ook gehuisvest is, duwde Mirjam de rolstoel met Johan door de drukke men-senmassa. Met hulp van Mirjam zocht Johan een mooie bril uit. Na nog een taart-je te hebben gegeten vervolgden ze hun weg. Op naar de rolstoeltaxi voor de te-rugreis. Mirjam hield nog even halt bij een siera-denshop; ze kon haar ogen niet afhouden van een mooie zilveren bedelarmband. Net toen ze erover dacht om het te kopen, vroeg Johan: “Vindt je dit leuk? Ik koop hem voor je.” Zo gezegd zo gedaan; Johan liet de armband in cadeauverpakking doen, gaf het aan Mirjam en zei: “Dit krijg je voor je verjaardag. Je mag hem alleen dan pas openmaken!” Johan stierf een maand later en weer twee maanden daarna maakte Mirjam op de morgen van haar verjaardag het pakje open. De zilveren bedelarmband schitterde haar tegemoet. Ze hoorde toch écht Johan zeggen: “Van harte gefeliciteerd meisje…”

Page 28: Carillon

27

Het carillon Ida Gerhardt Ik zag de mensen in de straten, hun armoe en hun grauw gezicht, - toen streek er over de gelaten een luisteren, een vleug van licht. Want boven in de klokketoren na ’t donker-bronzen urenslaan ving, over heel de stad te horen, de beiaardier te spelen aan. Valerius : een statig zingen waarin de zware klok bewoog, doorstrooid van lichter sprankelingen, ‘Wij slaan het oog tot U omhoog.’ En één tussen de naamloos velen, gedrongen aan de huizenkant stond ik te luistr’ren naar dit spelen dat zong van mijn geschonden land. Dit sprakeloze samenkomen en Hollands licht over de stad Nooit heb ik wat ons werd ontnomen zo bitter, bitter liefgehad.

Oorlogsjaar 1941

Page 29: Carillon

28

Voorbereiding Paasvuur Lonneker

Page 30: Carillon

29

Page 31: Carillon

30

Roelf Nobbe

Page 32: Carillon

31

Verzamelen Wie verzamelt er nu nog, of beter: wie verzamelt er eigenlijk niet?

Het blijkt een wijdverspreide bezigheid te zijn voor wellicht miljoenen liefhebbers in de hele wereld. Mensen, die gegrepen zijn door een bijna niet te genezen passie, waardoor zeer veel in hun leven kan worden bepaald, er meestal niet onder lijden maar er eerder ple-zier aan beleven. Mijn passie: In de vijftiger jaren werd ik zeer getroffen door de doelstellingen en de activiteiten van de Verenigde Naties (UNO), waardoor de hoop werd gevestigd op een algehele verbetering van de verhoudingen tussen de volkeren in de wereld. In de afgelopen decennia kon helaas aan deze hoge verwachtingen niet altijd wor-den voldaan. Tussen 1955 en 1977 was ik directeur van de Stichting Vormingswerk voor Werkende Jeugd in Arnhem, gevestigd aan de Singravenlaan in de wijk Presikhaaf. In begin van 1969 heb ik daar een plan inge-bracht voor een expositie over de Verenigde Naties, dat als streefdatum op 24 oktober in dat jaar geopend zou moeten worden name-lijk op ‘De Dag van de Verenigde Naties’, met als motto: ‘De VN heeft UNOdig’ Deze slogan werd bedacht door een cursiste van mijn school. Een groot aantal cursisten werd ‘gemobiliseerd’. Het onderwerp Verenigde

Naties werd in de groepsactiviteiten hét on-derwerp voor alle cursisten gedurende een langere tijd, terwijl er intussen veel werk werd verzet om van uiteenlopende organisa-ties van de Verenigde Naties in de wereld in-formatiemateriaal te vergaren. We werden verrast door de veelheid aan reac-ties, overstelpt met waardevol materiaal, dat voor een expositie kon worden gebruikt en met name de jongeren in onze plannen meer en meer deed geloven. De basis voor een goede opzet en een succesvol verloop in het verschiet lieten aller enthousiasme stijgen; we waren aan een zinvol project begonnen. In dit kader werd er een heuse huis aan huis krant: V.N.-Huis Actie Werkend Jeugd Arnhem - door het toenmalige dagblad Het Vrije Volk vervaardigd en verspreid in Arnhem De Expositie werd een groots gebeuren bin-nen de normale bezigheden in het Vormings-centrum; gepland voor de week van 24 t/m 31 oktober, met twee weken verlenging en een bezoekersaantal van ruim 12.500. En heel belangrijk: er werden meer dan 12.000 enveloppen verkocht, verzonden via de Post-administraties van de V.N. in New York en Geneve, waardoor een batig saldo van elk 5000 gulden kon worden over-gemaakt aan UNICEF en de Organisatie Voor het Vluchtelingenwerk, de UNHCR.

Page 33: Carillon

32

En zo ontstond mijn grote Passie: De series enveloppen die we ontvingen be-drukt met een VN-logo en bijvoorbeeld een poststempel in rood uit Beiroet en de afbeel-ding van een moeder met twee kinderen en als tekst: Help The Arab Refugees, werden in no time heel boeiende objecten, waar met een reikhalzend naar uit werd gezien. Toen het ook nog gelukte om via de Verenigde Na-ties Postadministratie in Geneve het aantal van 10.000 V.N. zegels (5000 van de Genéve en 5000 van de New York uitgave) in consig-natie te ontvangen om op de door ons ont-worpen envelop te gebruiken werd bij mij het punt bereikt om mijn hartstocht te bekennen. Alles wat met postzaken van de V.N. te ma-ken had was toen mijn niet aflatende belang-stellingsveld geworden. Op één der expositiedagen kregen we bezoek van enkele bestuursleden van de Filatelisti-sche Vereniging Verenigde Naties en Verenigd

Europa, die na afloop van de bezichtiging zich over het getoonde bijzonder positief uitlieten. In het nagesprek bleek ook, dat de Vereniging het voornemen had om in het jaar 1970 een Internationale Postzegeltentoonstelling te houden in het Vredespaleis te Den Haag, van-wege het 25-jarig bestaan van de Verenigde Naties. Mij werd verzocht om deel te nemen in de Ten-toonstellingscommissie die intussen al gedeel-telijk was samengesteld. Ik heb de uitnodi-ging aangenomen en ben tot het einde actief betrokken gebleven. Het ontwerp van een door mij ontworpen herdenkingsenvelop werd geaccepteerd en in een zeer grote oplage ge-drukt. Als bijzonderheid valt te vermelden, dat voor het eerst in de geschiedenis van het gebruik der door het Vredespaleis uitgegeven postzegels toestemming is verleend om deze te benutten buiten de als normaal voorge-schreven dienstbestemmingen. Roelf Nobbe

Page 34: Carillon

33

Nog even ter illustratie: nog recentelijk was er een documentaire over de politicus en voor-malig minister Ed Nijpels. Hij vertelde hierin over zijn huis en hobby’s. Treinen, spoorwegen, wagons, stations, mo-delbouw en zijn voorraad van een driehon-derdtal verpakkingsdoosjes van alle gekochte attributen, keurig op zijn zolder gerangschikt op tientallen meters stalling. In de periode van ministerschap, schreef hij van tevoren de Nederlandse ambassadeur in

het land waarheen hij een dienstreis ging ma-ken met de vraag of die in de stad waar hij verwacht werd, een lijst wilde opstellen van mogelijke winkels, die gespecialiseerd waren in de verkoop van modeltreinen en aanver-wante artikelen. Zo zie je maar wat je passie al niet teweeg kan brengen. Ik was be-slist niet de enige met die leuke afwijking. Roelf Nobbe

Page 35: Carillon

34

Carnaval op

Insula Dei

Page 36: Carillon

35

Foto’s Eric Korunka

Page 37: Carillon

36

Afscheid met lippenstift, of: ‘We are ships at

sea, not ducks on a pond’

Vrijdag 17 februari zat ik met collega’s te lun-chen toen ‘kleine Henny’, zoals ik haar noem, naar me toe kwam en zachtjes in mijn oor zei: “Als je mijnheer Bluemer nog wil bezoe-ken dan zou ik nu maar gaan..” (“Het was een ingeving,” zou ze later zeggen.) Ik stond meteen op, vroeg aan mijn collega’s of ze mij konden missen en liep de lange gang door naar Noord. Wierp nog snel in ‘t voorbij-gaan een blik op het portret van dhr. Blue-mer, wat ik altijd doe wanneer ik langskom. Ineens leek die gang zo veel langer, nu. Mijn tred was langzaam en voelde zwaar aan. ‘Dit wordt de laatste keer’, schoot er door me heen. ‘Ho, in het moment blijven, Cath.’ In de lift drukte ik op nummer- 4-, deed nog snel wat lippenstift op, kijkend naar mezelf in de spiegelwand van de lift. Zeer onder de in-druk van wat ik ging doen. Mijn navigatie – opgebouwd door de tijd dat de broodkar nog dienst deed – werkte nog prima. Maar bij de laatste deur in de korte hoek aangekomen, las ik ‘zr. F. (Francinie) Koers’. Het duurde even voordat ik doorhad dat ik een verdieping lager moest zijn. Een moment stond ik stil voor zijn deur, haal-de diep adem en zuchtte helemaal uit. Klopte aan; niet te hard, niet te zacht – mijn klop moest immers honderd jaar oude oren bereiken. Leek de stilte die erop volgde een eeuwigheid? Daar hoorde ik de helder klinkende stem van zijn dochter Joke. Ik betrad het appartement waar ik ooit een keer eerder was geweest. En zag Joke, in de fauteuil bij het raam waar-voor het gordijn voor 2/3 was dichtgescho-ven. Door haar grote donkere bril, tegen scherpe lichtinval, kon ik haar ogen niet zien. “Ha Catharina! Daar ben je .. wat fijn .. papa, hier is Catharina.” “Bent u het, Catharina?” “Ja mijnheer Bluemer, hier is Catharina,” zei ik terwijl ik naar hem toe kwam. Een beetje achterover en toch rechtop zat hij op z’n ‘troon’, goed gekleed – dat verraste me. Ik pakte behoedzaam zijn rechterhand en drukte die licht en langdurig, liet toen los om-

dat Joke was opgestaan om me te begroeten; we omhelsden elkaar. “Dit vindt papa heel fijn .. steeds vroeg papa: “Als je Catharina ziet, wil je haar dan vragen mij te komen bezoeken” – en ja, het kwam er steeds niet van dat we elkaar tegenkwamen op de gang, dus ik kon het jou niet zeggen, het spijt me dat ik je niet zelf eerder kon vra-gen, maar daar ben je.. ik, ik bedoel –wij- zijn heel blij .. papa en ik,” sprak ze snel. De ner-vositeit in haar stem kon ze niet geheel mas-keren. De rollator diende als krukje – op gepast hoogteverschil zat ik naast deze man die zo’n bijzondere plaats heeft in mijn leven. Pakte opnieuw zijn rechterhand en warmde die. Hij opende z’n ogen – wonderlijk, hoe er licht uit zijn ogen lijkt te schijnen terwijl hij zelf nauwelijks nog iets kan onderscheiden. Hij kneep in mijn hand. “Daar bent u ..,” sprak hij zacht, “Ik dacht steeds ‘wanneer komt Catharina’..” Hij sloot z’n ogen – een eeuwigheidsmoment. Ik sprak over de bijzondere betrekking die er tussen ons is; dat het wel moet zijn dat we, beiden oude zielen, elkaar uit vroegere levens kennen.. “En van het begin af aan!” reageerde hij en-thousiast. Van het begin af, ja.. zo was het. En onver-klaarbaar. Nog eens grapte ik met hem, dat hij toen was begonnen, in ’t restaurant, – door mij op Azi-atische wijze te begroeten, te bedanken ook voor de maaltijd die ik voor hem neerzette. Toen nog – o, oude tijden – in z’n geheel uit-geserveerd op aangetaste, ooit zalmroze ge-kleurde bladen. “Heb je dat boekje van mij wel gekregen?” Hij was plotseling weer wakker. Een beetje scheef gezakt draaide hij z’n nog altijd knappe hoofd licht naar mij. En zakte daardoor verder scheef. Joke en ik besloten hem weer rechtop te plaatsen. Behoedzaam schoven we onze ar-men onder zijn oksels en brachten hem terug in een aangenamere houding. “Ik ga thee zetten – wil je ook thee, Cathari-na?” “Ja, graag,” zei ik terwijl ik al wist dat er niets

Page 38: Carillon

37

van opdrinken zou komen. De tijd was be-perkt. Hier zat een stervende man, in zijn zetel. Een man die grapjes met mij maakte; diep-zinnig met mij sprak. “Ik heb vroeger stoute dingen gedaan..” “Ja, ik heb het allemaal gelezen – en dus ook over het appels jatten (of was het nou iets anders; weet ik niet meer; het deed ook niet terzake. Het ‘appels jatten’ diende als meta-foor. Ooit, als klein meisje in Amsterdam, pikte ik een rolletje drop bij de kruidenier. Me van geen kwaad bewust zat ik er thuis heerlijk van te snoepen. Er waren misschien nog 4 dropjes over. Mijn moeder kwam de kamer in waar ik zat te spelen (met autootjes van mijn broers). “Cathrientje, waar heb jij die drop vandaan?” Mijn moeders gezicht stond op onweer – ik had iets fout gedaan, maar wat? “Van de kruidenier..,” antwoordde ik bedrem-meld. “Heb je dat meegenomen? Mama heeft daar niet voor betaald.. (ze liet haar stem dalen) .. en nu moet het winkelmeisje dat straks de centjes gaat tellen, het zelf betalen.. Ze bestudeerde ernstig mijn kleinenmeisjes gezicht; ik was vier, denk ik. Het moet er grappig uit hebben gezien, zo’n jong smoeltje tot zo diep nadenken in staat. Ik begon te huilen – niet dat mijn moeder daar op uit was, maar ze kende me natuurlijk al goed. Even liet ze mij begaan, nam me in haar armen en zei in m’n oor: ”Maar mama weet er wel iets op: je gaat het rolletje terug-brengen naar de winkel en je zegt tegen het meisje ‘ik kom je iets terugbrengen - dat is niet van mij. Mama heeft mij verteld dat jij het moet betalen – dat is niet eerlijk.’ Ik begreep – ik moest dit doen. Met loden schoentjes liep ik de weg, die eens zo lang leek, terug naar de kruidenier. Ze zat achter de kassa. Door de winkelruit heen zag ik haar al. Verder was de winkel godzijdank leeg. Voor haar werkblad keek ik naar haar op; ik kon haar net zien. Ze boog zich meteen naar me toe, over de band heen (het was een van de eerste ‘supermarkten’ destijds) en keek me lief en vragend aan; rustig ook. En zomaar gooide ik de ingeprente woorden eruit, een beetje haastig met ‘n korte adem-haling. Ze begon breed te lachen, in haar gezicht kwam een zonnetje, noemde me ‘schatje’, draaide zich weg op haar stoel en toverde bij

terugkomst een zelfde rolletje tevoorschijn en reikte het aan me aan. “Hier lieverdje – dat was heel goed van jou – geef een kusje aan je mama en pas op met oversteken.” Ze zwaaide naar me; ik zwaaide steeds maar door, draaide me om en liep met mijn gezicht ik een winterjas. “O, kleintje, heb je je be-zeerd?” hoorde ik een vrouwenstem boven me. Ik schudde van nee en rende de winkel uit. Huppelde naar huis; dat deed ik graag in die tijd. Mijn moeder was haast nog blijer dan ik. Ze moet vast gedacht hebben dat ik nu nooit meer zou pikken. Het was niet helemaal zoals zij dacht – ik had nog 2 keer in mijn lagere schooltijd ‘nodig’ om geheel te genezen. Beide keren ging het om onnozele kleine artikelen. Onbewust van wat ik deed, bleek ik de linker-hand van mijnheer Bluemer ook vast te heb-ben. Ik drukte beide handen voorzichtig, uit gene-genheid. Hij antwoordde met een onverwacht ferme greep. Verrassend veel kracht zat daar in. “Mijnheer Bluemer, mag ik u zoenen?” Hij was weer even in een dommel geraakt. Z’n stem - die nu in mijn hoofd klinkt en niet meer in mijn oren terwijl ik dit schrijf – was minder geworden dan zo’n vijf minuten daar-voor. Joke was druk in het keukentje met het maken van thee. “Heel graag Catharina..” Vlak voordat ik zijn linkerwang raakte, zei ik: ”Wel met lippenstift..” De afdruk was licht maar onmiskenbaar waar te nemen. Hij glimlachte, zei: “Daar wil ik niet meer ge-wassen worden.” “En ik ga u ook zoenen op de andere wang.” De wang aan de kant van de gordelroos. “En ook daar..,“ begon hij, “..wilt u niet meer gewassen worden,” vulde ik aan. Uit zijn borst welde een lach op. “O papa, dat staat je goed,” zei Joke achter me; ze reikte mij intussen een glas thee aan. Ik zette het dampende glas even weg, ging weer op mijn krukje zitten. We zwegen daarna. Zonder enig besef van tijd. Dat was ook niet nodig. We hadden de tijd – in dit moment. “Catharina, mag ik u ook zoenen..,” klonk het licht aarzelend. “Natuurlijk mijnheer Bluemer, graag zelfs..,” boog me naar hem toe, bood hem beide wan-gen.

Page 39: Carillon

38

“En nu wilt u daar ook niet meer gewassen worden,” grapte hij schalks. “Mijnheer Bluemer?” aarzelde ik op mijn beurt. Traag kwam zijn reactie; hij was weer even weggedommeld. “Wanneer u nou straks boven bent.. kijkt u dan zo nu en dan naar me?” “Ik blijf altijd naar je kijken..” en na een pau-ze vervolgde hij: “..ik wil je bedanken dat ik je heb ontmoet..” Uit de aarde leek de zucht te komen die ik slaakte. “Ik neem geen afscheid van u – u zit in mijn hart.” Zachtjes liet ik zijn handen los, drukte ze licht. Omhelsde Joke, en nog eens, blies nog een handkus naar haar – sloot de deur. Het was niet zwaar maar licht geweest. Niet moeilijk maar vrolijk. Hij bleef zijn ware zelf, zoals ik hem leerde kennen: puur blijmoedig, intens wijs en diep geïnteresseerd in de mens. Vastbesloten niet aan ontroering toe te ge-

ven, kostte het me geen moeite. Totdat het avond werd. Ik had late dienst; de bewegingen van bezoekers, bewoners, co-llega’s van me uit de zorg waren voorbij. Zus-ter Josephine was ook al geweest om haar pot heet water voor de thee met medezusters op te halen. De tranen kwamen onaangekondigd. En bleven. Bij de afronding van mijn werk-zaamheden, op de fiets terug naar huis.. Pas toen ik het lichtje voor de Boeddha aan-stak, er stil voor stond met gesloten ogen, het dansende vlammetje door mijn oogleden heen waarnam, werd ik rustig. Rond twee uur ’s nachts was ik klaar wakker. Tot ongeveer drie uur. Een droomloze slaap volgde. Naar later bleek was dat de tijdspan-ne van heengaan. Op maandag nam ik in aan-wezigheid van Joke afscheid, van een man, sereen en jong met een speelse glimlach aan de linkerzijde van zijn gezicht. Mijnheer Blue-mer .. vaar Wel! Catharina van Ommen

Page 40: Carillon

39

Drie generaties Wientjes betrokken bij zaken van Heinrich Wilhelm Kohlmann

Marga Bronkhorst-Wientjes, receptioniste bij Insula Dei, hield mij laatst staande met haar verhaal over de betrokkenheid van haar fami-lie met de HAWEKO zaken van Heinrich Wil-helm Kohlmann. Ook zij had het verhaal over de geschiedenis van HWK gelezen en vond het wel grappig dat haar grootvader, haar va-der en nu ook zijzelf, zij het dan zijdelings, bij de geschiedenis van Heinrich Wilhelm Kohl-mann betrokken zijn. Om te beginnen met haar grootvader. Toen HWK zijn HAWEKO za-ken ging uitbreiden, deed hij dat volgens een bepaald plan. Zo had hij ontdekt dat in Geleen-Lutteraden, dicht bij de Maurits Staatsmijn, een compleet nieuwe wijk gebouwd werd. Hier zouden de mijnwerkers gaan wonen en waar gezinnen gevestigd waren, daar had men ook behoefte aan potten en pannen en allerhande zaken voor het huishouden: galan-terieën, noemde men dat in die tijd. Heinrich Wilhelm vroeg haar grootvader om in de nieuw te vestigen winkel filiaalhouder te wor-den. Dat deed grootvader Wientjes. De zaak bloeide en bloeide en toen hij de gelegenheid kreeg om het te kopen, greep hij het met bei-de handen aan. Deze zaak had de naam ‘De Goedkope Bazar’. Leuk is te vermelden dat Toon Hermans nog de naam ‘De Goedkope Bazar’ op het pand heeft geschilderd. Weer wat later vestigde opa nog twee Goedkope

Bazars. Het legde hem bepaald geen windeie-ren. Op oudere leeftijd ging hij samen met zijn vrouw in het verzorgingshuis van de Kohl-mann Stichting wonen. Marga kan zich nog goed herinneren hoe zij als kind haar grootou-ders daar bezocht. De spreekwoordelijke zui-nigheid van HWK, daar had Marga ook van gehoord. Ze kan er smakelijk over vertellen. Zoals al eerder vermeld in het verhaal van Wim Abbenhuis, had HWK als bijnaam ‘Jan Eenarm’, natuurlijk vanwege zijn ene arm. Overigens, bewonderenswaardig, was deze man zijn loopbaan begonnen met huis aan huis venten van allerhande waar. Later, toen het wat beter ging, schafte hij zich een winkel aan. Marga’s vader was bedrijfsleider bij de drukkerij van Heinrich aan de Driekoningend-warsstraat. Deze drukkerij is later verhuisd naar Huissen. Het toeval wil dat een vriend van Marga’s echtgenoot daar in die tijd be-drijfsleider was. Later is de drukkerij failliet gegaan. Door de samenvoeging van Insula Dei met Huize Kohlmann is Marga Bronkhorst-Wientjes eigenlijk ook betrokken bij het le-venswerk van Heinrich Wilhelm Kohlmann. De bekende ondernemer van vroeger in Arnhem en omstreken. Henny de Mönnink

Grootouders Marga

Page 41: Carillon

40

Anneke Klepper, vrijwilliger

Page 42: Carillon

41

‘Ik kwam bij toeval terecht bij Huize Kohlmann’

Een interview met Anneke Klepper, vrijwilliger bij Huize Kohlmann

Voor het interview met Anneke Klepper, gebo-ren in IJmuiden, moest ik de auto in om naar Westervoort te rijden. Anneke kon ondanks haar drukke vrijwilligerswerkzaamheden nog ruimte vinden voor dit gesprek. Onlangs op de Vrijwilligersavond heeft ze een onderschei-ding gekregen voor vijf jaar trouwe dienst. Een verchroomde ‘komma’ met helpende handjes erin afgebeeld. Ze is er zeer verguld mee. Barbara, onze directeur, heeft bij de uit-reiking van deze onderscheidingen nog aan-gegeven hoe belangrijk onze vrijwilligers zijn voor de organisatie. Letterlijk: “Zonder jullie redden wij het niet…” Door haar vriendin Roelie Spelbrink, die al ja-ren bij Huize Kohlmann vrijwilliger is, is Anne-ke hier ook terecht gekomen. Anneke is een aanpakster, dat heeft ze van huis uit meege-kregen. Haar ouders hadden diverse zaken in Noord Holland. Viswinkels, eigen rokerijen en bakkerijen. Stilzitten was er in huize Klepper niet bij. Zat ze even te lezen of zo, dan zei moeder al gauw: “Kom Anneke, niet stil zit-ten, er is genoeg te doen.” Er was thuis of in de winkel altijd wel wat te doen. Ze is het zo gewend. Ook bij Huize Kohlmann kijkt ze hoe ze er-gens van nut kan zijn. Vaak is ze op de huis-kamer te vinden, maar ook wel eens koffie serverend of een praatje voerend met deze of gene. Soms gaat ze een eindje met ze door de stad wandelen. Dat is juist vanwege de ligging van Huize Kohlmann in het centrum mooi te doen. Een aantal bewoners hebben ook altijd in het centrum van Arnhem ge-woond. Voor hen is het prettig om hier te wo-nen, zo vlak bij waar hun leven zich heeft af-gespeeld. Anneke is actief en ondernemend, altijd geweest. Om eens weer op vroeger terug te komen: ballet, dat wilde vanaf haar derde jaar al doen. Dat was haar grote passie. Thuis dach-ten ze daar anders over: geen droog brood mee te verdienen, ga maar werken. Dat deed ze dan ook, maar vooral om haar balletkleren, schoenen en lessen ervan te kunnen bekosti-gen. Dat was niet bepaald goedkoop. Tennis-sen wilde ze ook wel. Haar moeder zei dan poeslief: “Dat is goed meisje, ga dan maar

eerst sparen voor je tennisracket.” Zo ging dat daar bij haar thuis. Maar ballet liet ze zich niet afnemen. Werken? Alles okay, maar bal-let bleef haar grote droom. Ze volgde be-roepslessen bij Mascha ter Weeme in Amster-dam. Daarnaast assisteerde ze aan de ballet-school. Ze was er ook erg goed in en nog steeds zie je bij haar een perfecte kaarsrechte houding. Wat het werk betreft kwam ze te-recht bij een modezaak. Daar werkte ze ’s morgens en ’s middags volgde ze de balletles-sen. Zaterdags ging ze met de trein naar Am-sterdam, om dan diep in de avond doodmoe thuis te komen. Rond de feestdagen hielp ze dan ook nog bij een banketbakker. De balletlessen waren heel intensief, soms moest ze minutenlang stil in een bepaalde houding staan. Zover ze al niet wist wat disci-pline was, dan heeft ze het wel bij haar do-cente Mascha ter Weeme opgedaan. Zwaar was het, “zwaarder werk als een mijnwerker”. Het heeft haar geen windeieren gelegd. Daar en thuis is de basis gelegd voor haar creativi-teit, ondernemingslust en eeuwige optimisme. Choreografie had toen ook al haar interesse: ze creëerde zelf de choreografie voor het bal-let. Later danste ze veel bij operettes en bij revues. Noemt namen als Rijk de Gooier en Johnny Kraaykamp en de Selvera’s, waar ze mee gewerkt heeft. Ook gaf ze lessen in Hoorn, Castricum, Alkmaar en andere plaat-sen. Spannende tijd. Mascha vroeg haar op een gegeven moment of ze beroepsballet wil-de dansen: wat een eer… Ze was er helemaal ondersteboven van, vertelde het thuis en daar werd heel koel op gereageerd: “Doe maar rustig aan meisje: dit gaat niet door!” Een slag in haar gezicht… Ze stortte zich maar helemaal op de eerste klas modezaak waar ze werkte. Ook daar bleef ze niet onopgemerkt: haar baas vroeg haar om mee te helpen inkopen. Dat onder-deel had ze al snel onder de knie. Zo kwam ze op het idee om naast de mode ook badmode te gaan verkopen. Dat sloeg enorm aan. Als een echte Noord-Hollandse bezat ze koop-mansgeest, dat blijkt wel weer hieruit. Op een van die inkoopsessies werd ze aangesproken door een Amsterdamse handelaar, Schlat-mann was zijn naam; of ze niet bij hem wilde

Page 43: Carillon

42

De ‘komma’ met de handjes

werken. Omdat Anneke haar carrière een nieuwe start wou geven, ging ze op zoek naar een andere baan. Juist in die tijd liep ze door de Kalverstraat en zag als bij toeval de naam Schlatmann staan; ze wist niet dat hij aan de Kalverstraat zat en besloot eens naar binnen te gaan. Ze trof daar de man die haar toen aansprak. Hij wilde haar onmiddellijk aan. Ze maakten de afspraak om later in het jaar defi-nitief hierover te beslissen. Tussendoor deed ze nog steeds revues, waaronder in Midden-meer. Ook daar werd door haar ontworpen ballet uitgevoerd. Ondertussen was ze profes-sionele zanglessen gaan nemen en werd ge-vraagd om gastrollen, solopartijen te zingen in diverse opera’s en operettes. Jammer ge-noeg bracht het niet veel op. Vandaar dat ze besloot om toen het september werd nog maar eens naar Amsterdam te gaan, naar Schlatmann dus. Daar trof ze de zoon die haar vertelde dat zijn vader overleden was. Hij had gehoord van de afspraak die zijn va-der had met Anneke en hij nam haar onmid-dellijk aan. Bij Schlatmann deed ze al snel ook de inkoop, iets dat een oudere dame die daar werkte en ook wel eens meeging op in-koop, niet zo beviel. Enfin, dat trok later ook wel bij. De prangende vraag bekneld mij en komt nu aan de orde: hoe komt Anneke Klepper in het Arnhemse terecht? Een lachende Anneke: “Vroeger woonden evacués uit Arnhem naast ons en na de oorlog gingen wij ieder jaar op vakantie naar Arnhem, let op: een dag naar Arnhem en de volgende dag weer terug. Zo

ging dat toen. Heel gezellig was het; de fami-lie waar ze logeerden hadden ook zeven kin-deren en ze sliepen op de grond. In latere ja-ren ging Anneke met een vriendin dansen op het Willemsplein, bij Royal. Dansschool Wen-sink zwaaide daar de scepter. Het was daar een hele stijve bedoening. De oude heer Wen-sink stond met een stok de maat aan te ge-ven. Ik vond daar niets aan. Net toen ik daar weg wilde gaan, trof ik de man waar ik later mee zou gaan trouwen. We trouwden dus la-ter en we kregen twee zonen. Ik heb nu twee kleinkinderen: ik ben, kun je wel zeggen, een trotse oma.” Stil zitten, achter de geraniums - die ze overi-gens niet heeft – is niets voor Anneke. Als ze niets omhanden heeft, dan zoekt ze wel wat. Ze is nu nog steeds werkzaam als dirigent van het jeugdkoor van de Doremigiuskerk in Dui-ven. Dat geeft haar veel plezier, ze gaat graag met de jeugd om. Regelmatig wordt ze nog gevraagd om te zingen op begrafenissen en trouwerijen. Ze is heel sportief en fietst ze graag. Ging een keer op fietsvakantie met de bus naar Oostenrijk en is sindsdien reisleid-ster bij die reisorganisatie. Ze is een geboren gastvrouw. Altijd in een uitstekend humeur, veel ook wel nare dingen meegemaakt, maar daar laat ze zich niet door leiden: voorwaarts is haar motto. Ook bij Hui-ze Kohlmann is en blijft ze voorlopig actief. Ze kunnen haar daar nog lang niet missen.

Henny de Mönnink

Page 44: Carillon

43

De nieuwe belettering van Stellen Enk

Page 45: Carillon

44

Mevrouw Betsie Pijnappels-Buijvoets

Page 46: Carillon

45

, Ik kan nog alle drie coupletten van het Twentse volkslied zingen’

Een interview met mevrouw Betsie Pijnappels-Buijvoets, bewoner van Insula Dei

“Ik ben in 1920 in Tubbergen geboren. Mijn vader was daar koperslager. Hij had een win-kel in pannen en potten en ook fietsen in het centrum en werkte ook veel voor de boeren. Nee hij was geen kopersmid, hij laste alleen koperen pannen en potten. In de winkel stond op de toonbank altijd een pot met tabak voor de klanten. Dat was voornamelijk bedoeld voor de boeren als ze hun pijp wilde stoppen. Als het eenmaal in de veertien dagen markt-dag was, dan werden de matten uit de woon-kamer gehaald en dan kwamen de boeren daar koffie drinken. Betsie heeft daar warme herinneringen aan. Tubbergen is een mooi plaatsje, rustig vooral en met zijn Romaanse Pancratiuskerk in het midden heel vertrouwd. Betsie Pijnappels: “Mijn ouders kwamen van Ootmarsum; moeder was er een van Voor-huis. Zij heeft daar bij de molen gewoond. Haar vader was meester molenaar. Wij zijn echte Tukkers. Mijn familie de Buijvoetsen komen oorspronkelijk uit België. Wij hadden thuis negen kinderen, meer ‘wichter’ (meisjes) dan jongs (jongens). Ik was de op één na jongste en een heel onder-nemend kind.”

Mevrouw Pijnappels onderbreekt haar verhaal door te vragen of ik even koffie wil zetten op haar Senseo. “De köpkes stoat links!”

Ik vraag haar ondertussen hoe lang ze al in Insula Dei is. Dat blijkt net een jaar te zijn. Het is voor haar, net als voor iedereen eerst wel even wennen. Als je gewend bent om thuis alles zelf te regelen en alleen te wonen; kom je nu in een groot zorgcentrum met alle-maal nieuwe gezichten, dan duurt het vanzelf-sprekend even voor je er je weg gevonden hebt. Zelf heeft mevrouw acht kinderen, waarvan er nog zeven leven. Ze bezoeken haar bij toerbeurt. Aan haar kinderen heeft ze veel steun.

Even terug naar Twente: de oudere zussen van haar werden, na de lagere school, naar een kostschool in Groenlo gestuurd. Dat was een school van de Zusters van Rozendaal. Betsie: “Waarom mijn ouders dat deden weet ik niet. Er was in Tubbergen in ieder geval niet veel gelegenheid voor vervolgonderwijs. Alleen voor de jongens was de Lagere Land-

bouwschool, verder helemaal niets. Mijn ou-dere zussen hebben in ieder geval bij de zus-ters twee jaren goed onderwijs genoten.” Na de kostschool gingen de meisjes thuis in de huishouding helpen. Ze hadden nog wel een dienstmeisje thuis, maar haar aanwezigheid was steeds minder nodig, tot ze nog maar twee dagen in de week kwam. Betsie: “ Toen ik veertien was en ook naar de zusters zou gaan, was ik eigenlijk in de huishouding al overbodig. Er was hulp genoeg. Het leek me ook niets die kostschool. Ik wou graag naar de MULO in Almelo, maar dat mocht niet want dat was een gemengde school: jongens en meisjes. Dat was not done. Ik mocht wel naar een kostschool waar men ook een MULO had, dat was in Groenlo niet. Mijn oudste zus was intussen ingetreden bij de zusters van Rozendaal en die zusters had-den in Breda een kostschool met ook MULO onderwijs. Daar werd ik ingeschreven door mijn ouders. Samen met een ouder meisje uit de omgeving werd ik dan op de trein gezet, zij zou dan op mij letten. Ik heb het wel het wel heel zwaar gevonden om zover van huis te zijn. De anderen die daar in de buurt woon-den, gingen meestal elk weekend naar huis. Dat konden wij niet. Het was een uitstekende MULO. Ik wilde eigenlijk naar de Kweekschool ( Pedagogische Academie), maar omdat de kweekschool bij de zusters, door bezuinigin-gen, toen ook al, opgeheven werd en zelfs het hele internaat gesloten werd, moest ik moest wat anders verzinnen. In Woerden hadden de zusters ook een internaat met MULO oplei-ding, dus ik verkaste naar Woerden. Daar heb ik ook nog MULO examen gedaan. Ik zie me-zelf nog mooi aangekleed met een groep klas-genoten naar Utrecht gaan om daar examen te doen. Helemaal op ons zelf, zonder de zus-ters. Daarna wilde ik een verpleegstersopleiding doen. Ik was zeventien jaar en ik mocht pas een jaar later die opleiding doen. Ik had geen zin om een jaar bij huis te lopen en toen ben ik maar een studie voor onderwijzeres gaan volgen. Dit was in Bergen op Zoom, een insti-tuut van dezelfde Zusters van Rozendaal. Het was een opleiding van drie jaar. Toen ik mijn diploma haalde was net het eerste oorlogsjaar

Page 47: Carillon

46

aangebroken. Mei 1940. En toen ik dan einde-lijk voorgoed naar huis ging, moest ik over Rotterdam reizen, over Nijmegen kon al niet meer omdat de brug was beschoten.” Er was in die tijd niet zoveel werk, dat gold voor bijna iedereen. Betsie nam alles aan wat ze kon op haar gebied als kwekeling met ak-te, of het nu tijdelijk was of niet en waar het was. Zo heeft ze dus praktisch het halve land doorkruist. Ze begon in Vasse, op de fiets er naar toe. Op een gegeven moment belde haar zuster, die ingetreden was bij de zusters van Rozendaal, en vroeg of ze in Horst, nabij Groesbeek in wou vallen voor een onderwijze-res die ziek geworden was. Dat leek haar wel wat. Ze pakte haar spullen in een rieten kof-fer, stapte op de fiets en ging naar Almelo. De fiets nam ze mee de trein in. In Nijmegen stapte ze uit de trein en ging verder op de fiets richting Groesbeek. Daar in Horst heb ik een half jaar gewerkt. Ik heb daarna nog veel tijdelijke baantjes gehad, totdat ik in Ootmar-sum een vaste baan kreeg. In Horst heb ik mijn man leren, hij werkte op het stadhuis in Groesbeek. Toen hij en zijn familie moesten evacueren zijn ze, te voet, naar Twente ge-trokken. Omdat ze de kans liepen om bescho-ten te worden, konden ze alleen ‘s nachts lo-pen. In de buurt van, in het Springendal, heb-ben zij een tijd lang in een zomerhuisje ge-woond. Mijn man is gaan werken op het stad-huis in Ootmarsum. Toen ik met hem ging trouwen, moest ik stoppen met het werk. La-

ter kreeg mijn man een baan in Lichtenvoor-de.” In het begin van haar trouwen woonden ze in Lievelde. Daarna zijn ze verhuisd naar Groen-lo en toen haar man een goede baan op het stadhuis in Enschede kon krijgen, heeft hij dat met beide handen aangegrepen. Dat was in 1954. Zo is het gekomen dat het gezin ook nog een tijd in Enschede heeft gewoond. Uit-eindelijk kon haar man op het stadhuis niet hogerop komen in zijn functie. Hij zat zoge-zegd aan zijn plafond. Toen hij een beter be-taalde baan bij de universiteit in Nijmegen, de A Faculteit kon krijgen, nam hij dat aan. Het was ook voor de kinderen, die zo langzamer-hand aan de middelbare school toe waren, een goede optie: in Nijmegen hadden ze alle scholen dichtbij. In Enschede was toentertijd qua katholiek onderwijs niet zoveel keus. Haar man is in 2003 aan hartfalen gestorven. Sinds die tijd redt ze het alleen. Betsie: “Ik heb het altijd heel erg gevonden om uit Twente weg te gaan, nog steeds.” We, de schrijver van dit interview en mevrouw Betsie Pijnappels zijn het in die zin met elkaar eens: het wonen buiten Twente went voor ons nooit! Van de weeromstuit begint ze, met een goede duidelijke zangstem, alle coupletten van het Twentse Volkslied te zingen. Ik zing alleen het eerste couplet mee: ik ben nooit verder ge-komen:

Er ligt tussen Dinkel en Regge een land Ons schone en nijvere Twente

Het land van de arbeid het land der natuur Het steeds onvolprezene Twente.

Daar golft op de essen het goudgele graan Doet 't snelvlietend beekje het molenrad gaan

daar ligt er de heide in 't paarsrode kleed Dat is 't ons zo dierbare Twente! Dat is 't ons zo dierbare Twente!

Waar Twickel zijn torens uit eikeloof heft

De Lutte zijn heuvels doet blinken De paasvuren branden alom nog in 't rond En 't landvolk de Kersthoorn laat klinken.

Daar stroomt onze Dinkel zo heerlijk door 't land door bossen en velden, door 't Losserse zand.

Daar rust er ons oog van der heuvelen top Op 't heerlijke landschap, ons Twente! Op 't heerlijke landschap, ons Twente!

En voert ons het lot ook uit Twente soms weg

Wij blijven het immer gedenken. Geen andere landstreek, hoe schoon ze ook zij,

Kan 't zelfde als Twente ons schenken. We drukken elkaar in de vreemde de hand gedenken ons klein maar zo dierbare land En moge ons huis in de vreemde ook staan

Ons hart blijft toch altijd in Twente! Ons hart blijft toch altijd in Twente!

Page 48: Carillon

47

Naar Twente terug gaan doet ze niet meer: in de auto zitten is geen probleem, maar het lo-pen wel en bovendien: “Ik moet niet iedere keer maar in het verleden gaan zitten. Het gaat om hier, het heden. De heimwee blijft, daar kan ik niets aan doen, maar ik moet het niet erger maken. Leuk is ook om te weten hoe ze hier op Insula Dei is gekomen, zo hele-maal vanuit Nijmegen. Nou dat zit zo: ”Ik was al een aantal verzorgingshuizen gaan bekijken en er was er bijvoorbeeld ook een bij mij in

de buurt, maar ik vond het allemaal zo klein. Toen dacht ik aan de uitzending van TV Gel-derland een paar jaar geleden. Dat heeft toen indruk op mij gemaakt. Ik heb het met de kinderen overlegd, we zijn wezen kijken en hebben uiteindelijk hiervoor gekozen. Ik heb een goede stap genomen, al blijft het wel wennen.” Ze is een Twentenaar in Gelderland.

Henny de Mönnink

Het huis in Tubbergen aan de Grotestraat, waar Betsie Pijnappels-Buijvoets heeft gewoond.

Het gezin Pijnappels midden zeventiger jaren.

Page 49: Carillon

48

De Cliëntenraad van IDHK

Page 50: Carillon

49

Nieuws uit de Cliëntenraad De cliëntenraad is het nieuwe jaar ingegaan met een intensivering van haar werkzaamhe-den. We hebben gebruik gemaakt van de mo-gelijkheid die ons reglement biedt om onze (voorbereidende) werkzaamheden toe te de-len aan enkele werkcommissies, die voortaan zorg zullen dragen voor het periodieke contact met de verschillende leden van het manage-mentteam van Insula Dei Huize Kohlmann en ook met de grondige voorbereiding van de (vele) aandachts- en actiepunten waarmee de CR wordt geconfronteerd. Daardoor kunnen deze punten tijdens de maandelijkse overleg-vergaderingen effectief worden behandeld. De CR kent nu drie werkcommissies, die zich respectievelijk bezig houden met de vraag-stukken rond de Zorg, met de Dienstverle-ning (Facilitair) en met de ‘Kwaliteit van het Cliënt-zijn’ in onze zorginstelling IDHK. Dit laatste hebben we ook uitgedrukt als : “Levensbeschouwing, Zingeving en Welbevin-den” van ons, als bewoners van Insula Dei Huize Kohlmann. Voor ons werk als cliëntenraad staat immers het perspectief van de bewoners, verzorgden en verpleegden centraal. Wij dienen ons voortdurende de vraag te stellen welke in-vloed de verblijfsvoorwaarden en (beleids-)maatregelen (zullen) hebben op de verschil-lende leefsituaties en het welbevinden van onze cliënten. Het werk in commissieverband betekent nu voor alle CR leden dat zij een persoonlijke be-trokkenheid en verantwoordelijkheid hebben voor juist die aspecten van de zorg, waarvoor zij een specifieke interesse hebben aangege-ven. We zijn nu een kwartaal onderweg en de eer-ste ervaringen met deze nieuwe werkwijze zijn bijzonder inspirerend. Met alle onderdelen van het management hebben al intensieve contacten plaatsgevonden en wij voelen ons wederzijds nauw verbonden met het reilen en zeilen van IDHK. De uiteindelijke coördinatie van al deze activi-teiten berust bij het dagelijks bestuur van de CR, dat ook het geregelde overleg met onze bestuurder voert. Maandelijks treffen wij el-kaar dan allemaal in de overlegvergaderingen, waarvan U als bewoners de agenda èn de no-tulen onder ogen krijgt via de website, de aankondigingborden en de informatiemappen op de leestafels in de restaurants op de

locaties ID en HK. Het tekent zich inmiddels af, dat er op ons als CR in de komende periode vrij veel werk afkomt, in de vorm van ‘stukken’, ‘projecten’ en ‘overleg’, waaraan wij gevraagd worden aandacht te schenken, variërend van mee-denken tot het uitbrengen van (bindende) ad-viezen. De grote veranderingen die er lande-lijk gaande zijn in de wereld van de ouderen-zorg, vormen een flinke uitdaging aan de cre-ativiteit van alle bij die “omslag” betrokkenen. Niet alleen van bestuurders, managers en uit-voerenden, maar ook van alle cliënten en de hen vertegenwoordigden zelf. Uw cliëntenraad wil die uitdaging ook aannemen en een bijdra-ge leveren aan alle vernieuwing (innovatie) die er nodig is. Als dit voorjaarsnummer van Carillon bij u aankomt, dan zijn we alweer dicht bij de ko-mende halfjaarlijkse Algemene Ledenvergade-ring van de CR, die wij op woensdag 18 april 2012 hopen te houden. Dit regelmatige con-tact met onze achterban stellen we niet alleen erg op prijs, maar we zien er naar uit. Dat u, als cliënten op de oproep om elkaar te treffen, vaak met een verheugende opkomst van zo’n 80 à 90 geïnteresseerden in ons werk beant-woordt, is voor ons een grote stimulans om ons in te zetten voor uw welbevinden in ons Insula Dei Huize Kohlmann. In de agenda, die u dezer dagen allen per-soonlijk krijgt, zult u zien dat wij onze be-stuurder/directeur mevrouw Barbara Verstee-gen bereid hebben gevonden om een inleiding te houden over haar eigen ervaringen bij ‘Eén Jaar Insula Dei Huize Kohlmann’. Maar wij krijgen ook een vooruitblik naar de komende jaren van ontwikkeling van IDHK. Dit laatste in meer formele termen: een eerste kijkje op het in dit voorjaar verwachte Strategisch Be-leidsplan IDHK, 2012–2016. U bent van harte uitgenodigd om mee te ko-men luisteren. De voorzitter van de CR, Hendrik M. Goudappel

Page 51: Carillon

50

Paasvuur Lonneker

Page 52: Carillon

51

Page 53: Carillon

52

Ik ben één van de vrijwilligers die de huiswinkel van Insula Dei bemannen. Wij zijn met een heel team, verdeeld over twee dagdelen, morgen en middagdienst. U kunt zich voorstellen dat dit op zich al een hele organisatie is, maar wij doen ons best de uren zo goed mogelijk in te vullen. Het is erg leuk werk om te doen, het contact met de mensen is geweldig, ik doe dit dan ook met veel plezier. Wij verkopen veel, vooral nu de winkel groter is en de bewoners ook voor brood en beleg bij ons terecht kunnen. Natuurlijk moeten wij wel eens nee verkopen, wij zijn per slot geen Albert Heijn of het Kruit-vat. Toch passen wij ons aan aan de vraag. Op het ogenblijk verkopen wij veel Pasen gerelateerde dingen. Ik hoop dat u net zoveel van het winkelen geniet als wij die u bedienen en zien u graag ko-men. Anne Marie van Loon-Hoefsloot

De Huiswinkel van Insula Dei

Page 54: Carillon

53

Meestal gaat de tijd veel te snel. Of zoals een bezoeker van de Tuinkamer het verwoordde: je zit zò weer onder de kerstboom… Maar de lente kan niet snel genoeg komen en door deze warme dagen in maart barst het opeens los. Ik vind het altijd een grap-pig gezicht: koeien die met hun logge lij-ven vreugdedansjes maken omdat ze voor het eerst weer de wei in mogen. Maar wat ook een mooi gezicht was deze dagen: bewoners die voor het eerst weer op het Tuinkamerterras in de zon konden zitten. Het lijken net muurbloempjes om-dat je ze zìet opbloeien in de zon en om-dat de plek tegen de muur het warmste is. Met hun bleke gezichten naar de zon ge-richt zie je ze genieten Nog ruim voor Pasen lijkt het wel zomer. Terwijl het op de 100ste verjaardag van zuster Michael destijds op 2e paasdag nog sneeuwde ! Als ik aan Pasen denk moet ik meteen ook denken aan eieren zoeken in de Tuin-kamer. Ik had bedacht dat het wel leuk was om eieren te verstoppen. Het idee was simpel…maar simpele ideeën zijn vaak het beste. Ik zou de gang op gaan en een bewoner zou dan een ei verstoppen die ik met warm -koud aanwijzingen moest zien te vinden als ik weer binnenkwam.. Met veel plezier stuurden ze me letterlijk en figuurlijk van het kastje naar de muur. Ik kreeg het af en toe warm en koud tege-lijk… ik dacht dat ze me expres wat in de maling namen. Toen kreeg ik het donker (chocolade-) bruine vermoeden: ze weten zelf ook niet meer waar dat ei ligt! Gelukkig was er nog een vrijwilligster bij (onmisbaar zijn ze, dat blijkt wel weer) die me subtiel toch nog de goede kant op stuurde. Anders had dat ei er nu nòg gelegen…

Muurbloempjes

Column Annet van Zeijst

Page 55: Carillon

54

Locatie Insula Dei: Assistent activiteitenbegeleiding Wij zijn op zoek naar mensen die zelfstandig (gesteund door de activiteitenbegeleiding) een activiteit willen draaien. U heeft affiniteit met dementerende ouderen en houd u van mu-ziek of bent u creatief, houd u van spelletjes of van koken; dan bent u degene die wij zoeken. Helper restaurant Ondersteuning tijdens de koffietijd en middagmaaltijd. Koffie van 9.00 tot 10.30 uur. Middagmaaltijd van 11.00 tot 13.30 uur Dagen in overleg Begeleider gymnastiek Vrijwilliger die ondersteuning biedt bij de gymnastiek. Dinsdag van 10.00 tot 12.00 uur. Medewerker winkel Dagen en tijden in overleg Bezoekvrijwilliger Een bewoner bezoeken, wandelen, winkelen etc. Tijden in overleg met de bewoner. Interesse of wilt u meer weten? Heeft u interesse of wilt u nadere informatie, belt u dan tijdens kantooruren met Monica Frequin, coördinator vrijwilligerswerk via telefoonnummer 026 - 3697989

VRIJWILLIGERSWERK INSULA DEI HUIZE KOHLMANN:

MAAK WERK VAN JE TALENT!

Page 56: Carillon

55

Locatie Huize Kohlmann Medewerker Huiskamer Ondersteuning bieden bij het ontbijt en het verzorgen van de kof-fie, een spelletje doen, wandelen en de krant voorlezen. Dagelijks vanaf 8.30 uur. Affiniteit met dementerenden, goed sociaal contact en zelfstandig-heid zijn hierbij belangrijk. Dagen in overleg. Gastvrouw/heer Koffie serveren op de appartementen van de bewoners, tevens aanspreekpunt zijn voor de bewoners die even behoefte hebben aan een luisterend oor. Dagelijks vanaf 18.30 tot 20.30 uur. Dagen in overleg. Bezoekvrijwilliger Een bewoner bezoeken, wandelen, winkelen etc. Tijden in overleg met de bewoner. Helper restaurant middagmaaltijd Samen met een medewerker tafels dekken en helpen met het uit-serveren van de warme maaltijd. Tijden van 11.30 tot 14.00 uur. Dagen in overleg. Interesse of wilt u meer weten? Heeft u interesse of wilt u nadere informatie, belt u dan tijdens kantooruren met Monica Frequin, coördinator vrijwilligerswerk via telefoonnummer 026 3697989

VRIJWILLIGERSWERK INSULA DEI HUIZE KOHLMANN:

MAAK WERK VAN JE TALENT!

Page 57: Carillon

56

Paaspuzzel HORIZONTAAL 2 walging, 7 kantelen, 13 wartaal uitslaan, 14 afslag, 15 spijskaart, 16 zigeunerin, 18 machineschrijven, 20 Eerwaarde Zuster, 22 tandkarpertje, 23 leegte, 25 ingeschakeld, 26 vicaris-generaal, 27 mollengang, 29 aanwijzing, 31 klappen uitdelen, 33 duinvallei, 34 keep, 36 Nederlandse Politiebond, 38 waterdier, 39 getal, 40 afsluitmiddel, 42 geen enkel mens, 45 grondsop, 46 beste prestatie, 48 afgeknotte boom, 49 bataljonsvlag, 51 haarknot, 53 maf, 54 ijskegel, 55 versus, 57 vleesvervanger, 59 blijven hangen, 60 dinsdag, 61 vogel, 63 Oud-Griekse grafzuil, 65 altijdgroene naaldboom, 66 varkensproduct, 67 kwelder, 69 warm, 70 club van kunstenaars, 71 ver-dieping van een gebouw, 74 adellijk persoon, 76 uitstraIing, 77 droevig, 78 heuvel, 80 soort leder, 82 armholte, 85 levenslucht, 87 smaden, 89 mid-delpunt, 91 warmtebron, 92 foto van een vrouwelijk idool, 94 benul, 97 daarenboven, 98 emeritus, 99 vestje, 101 hoofdkussen, 103 schoolonder-zoek, 104 bloem, 105 bouwland, 107 lawaai, 109 bekaf, 111 rood wond-vocht, 113 staat in Amerika, 115 boomvrucht, 116 wildwestfilm, 118 be-minde van Zeus, 119 klasse, 120 er genoeg van hebben, 121 riv. in Zuid-Holland, 123 religieus, 125 dun takje, 126 lomp, 128 kleed, 130 Rotter-dams vervoersbedrijf, 131 Koninklijke Marine, 132 drenkplaats, 133 snel-heid, 134 gespreid, 136 symbool natrium, 137 livreiknecht, 138 koning met ezelsoren, 140 plaats met veel inwoners, 141 vastlopen van de computer, 143 moeilijk breekbaar, 144 uitgezonderd, 145 ontelbaar. VERTICAAL 1 pl. in Gelderland, 2 kwijt, 3 bijzonder leuk, 4 fijnmaken, 5 inzake, 6 buigen, 7 steekschuim, 8 met deelneming, 9 trouw, 10 slotwoord, 11 Neder-landse norm, 12 ondoordringbaar woud, 17 watervoorziening, 19 dakbedek-king, 21 patient, 23 deel van de mond, 24 dun, 26 pl. in Zeeland, 28 vracht-wagen, 30 telecommunicatiebedrijf, 32 houten vat, 33 schoonmaakgerei, 35 voorgevel, 37 uitvlucht, 39 doen blijken, 41 waterplant, 43 slecht, 44 gereedschap van een goudsmid, 45 iel, 46 verwoesting, 47 voornaam, 49 op de hoogte, 50 vertrek, 52 dicht, 54 weg, 56 Stichting Leerplanontwikkeling, 58 priester van Silo, 59 afscheiding, 60 bijwoord, 62 steunen, 64 briefom-slag, 65 zuidvrucht 66 pl. in Limburg, 68 moeilijk beweegbaar, 70 pips, 72 teken van de Chinese dierenriem, 73 Baskische afscheidingsbeweging, 74 ik, 75 grafisch kunstwerk, 79 ziedend, 81 jongensnaam, 83 met geweld gooien, 84 soort kat, 86 bedeplaats, 87 armzalig verblijf, 88 wolpluisje, 90 vier-voeter, 92 testprogramma, 93 afwijzing, 95 even, 96 kwaal, 99 toestand, 100 slagwapen, 102 textielarbeider, 104 hangar, 105 schoenmakersgerei, 106 deel van een vissersvaartuig, 108 dichterbij, 110 proza, 111 overrijp, 112 samenhang, 114 afnemen, 116 naar 117 houten kom, 119 muziekgez-elschap, 120 wijnlokaal, 122 voertuig, 124 lidstaat van de Europese Unie, 126 snuit, 127 bowlingterm, 128 geheel van woorden, 129 poos, 132 vis-net, 135 op de vermelde dag, 137 werkplaats, 139 soort sluis, 141 on-dernemingsvorm, 142 uitroep.

Page 58: Carillon

57

Page 59: Carillon

58

Dit is de nieuwe naam van de personeelsvere-niging Insula Dei Huize Kohlmann. Onthuld op de feestavond gehouden op vrijdag 3 februari 2012. De personeelsvereniging heeft na twee jaar stil gelegen te hebben een nieuw impuls ondergaan. Vanaf nu gaan we weer twee acti-viteiten per jaar realiseren. De nieuwe naam is gekozen na aanleiding van de prijsvraag die was uitgeschreven aan de leden van de personeelsvereniging. De in-zending was van Ruud Smits, technisch man binnen IDHK. Een toepasselijke naam: even niet de zorg die we dagelijks met veel plezier aan onze bewoners geven. Daar Ruud ook voorzitter is van de personeelsvereniging vond hij het niet passen dat hij de prijs in ontvangst zou nemen. Hij heeft de prijs, een cadeaubon, gegeven aan het een na oudste lid van de personeelsvereniging die aanwezig was Betsy Bouwmeester, receptioniste van Huize Kohlmann. Vanaf nu zullen we dus door het leven gaan als personeelsvereniging ‘Effe Zorgeloos’, bij deze naam gaan we een logo ontwerpen, bei-de zullen gebruikt gaan worden op alle post die vanuit de vereniging verstuurd gaat wor-den.

Ondanks het slechte weer hebben op 3 fe-bruari toch 50 leden, van de 106 deelnemen-de leden aan de personeelsvereniging, deel genomen aan de feestavond in de IJsselhoeve in Doesburg. Het was een geweldige avond met een prima sfeer. De activiteiten op deze avond bestonden onder andere uit Black Jack, Boog- en Buksschieten. Het eten hebben we zelf klaar gemaakt in een zogenaamde hutselpan, lekker groente en vlees bakken in een grote bakpan. Aan het eind van de avond vond je bijna iedereen te-rug op de dansvloer waar met veel plezier met elkaar gedanst werd. Al met al, diegene die niet aanwezig waren en nog geen lid zijn, hebben een grandioze avond mis gelopen. Ben je nog geen lid dan kan je dit alsnog wor-den, geef je op bij de administratie van IDHK, en kom voortaan ook genieten van de activi-teiten die we vanaf nu voor jullie gaan organi-seren. Namens de personeelsvereniging ‘Effe Zorgeloos’ Stefanie Wennekes (bestuurslid)

‘Effe Zorgeloos’

Page 60: Carillon

59

Page 61: Carillon

60

Annet van Zeijst

Page 62: Carillon

61

Nepal

Toen Henny de Mönnink me vroeg om een stukje te schrijven over mijn reis in februari naar Nepal werd ik meteen aan het denken gezet waarom ik het land zo bijzonder heb gevonden. Het leek me leuk om dat met de Carillonlezers te delen. Een vriend van mij, die in de hoofdstad Kathmandu woont en daar Engelse les geeft , had me uitgenodigd. De eerste dagen ben ik daar geweest, maar het is toch wel een druk-ke, chaotische stad. Boeiend, maar niet een plek voor mij om heel lang te vertoeven. Dus ben ik alleen verder Nepal in getrokken, onder andere naar de dorpen Pokhara en Chitwan. Wat meteen opvalt is de warmte, in februari nog aangenaam,ik ging van min 10 in Neder-land naar 20 tot 25 graden daar. Maar ‘s avonds kan het flink afkoelen. Eén keer maak je misschien de fout om alleen in T-shirt en zomerbroek op pad te gaan, maar als je dan ‘s avonds half bevroren weer in je hotel komt neem je daarna altijd een dik vest mee. Wat ook opvalt, want steeds op de achter-

grond, zijn de toppen van de Himalaya. Veel toeristen (ook veel ouderen viel me op) ma-ken de prachtigste trektochten. Zelf was ik niet zo dapper en sportief, ik maakte alleen kleinere wandelingen. Alhoewel….ik durfde wel op een olifant te zit-ten…toen hij in bad ging in de rivier. Wat een machtig beest !En natuurlijk werd ik natge-spoten door zijn slurf en viel ik in de rivier toen hij ging ‘zitten’. Als een natte dweil kwam ik weer terug in het hotel. Als je alleen reist kom je wel eerder in contact met anderen. Zoals de twee Britse stelletjes waarmee ik noodgedwongen op een kamer geslapen heb. Dat kwam omdat er een groep Nepalesen de weg op een bepaald strategisch punt helemaal hadden afgesloten, geen enke-le auto of bus kon er meer langs. Daardoor had onze bus 15 uur vertraging en kwamen we met z’n vijven pas om 2 uur ‘s nachts aan in een inmiddels donker ( in Nepal is er alleen op bepaalde uren stroom) desolaat dorpje. Na veel gebons op deuren was er uiteindelijk

Page 63: Carillon

62

een huiseigenaar met maar een kamer vrij , we pasten er precies in—ik in het kinderbedje- soms pakt het goed uit als je klein bent. Ik zal ook niet gauw meer klagen als ik in Ne-derland een uur in de file sta, of mopperen op de N.S bij vertragingen, in Nepal bestaat niet eens een trein. Het leuke van reizen is dat je leert relativeren en je beseft weer even hoe-veel welvaart Nederland heeft… Wat ook opvalt in Nepal is de vriendelijkheid van de bevolking. Dit kan o.a zijn oorsprong hebben in het geloof; er zijn veel Bhoedisten. Het Bhoedisme heeft vredelievendheid en ver-draagzaamheid hoog in het vaandel staan. Er zijn bijvoorbeeld veel Tibetaanse vluchtelin-gen opgevangen, en zij hebben een paar kloosters opgericht in Nepal. Omdat ik wel zeer geïnteresseerd was in hoe ze hun geloof beoefenen ben ik een paar dagen in eén van die kloosters te gast geweest. Het lag prachtig in de bergen. Je kon niet om de rustige en toegewijde sfeer heen die daar heerste. De lage keelklanken van de monniken tijdens de dienst, jonge monnik - jongetjes die voetbal-len op een pleintje ( daar hebben ze geen last van vergrijzing…), vaste tijden om samen met de monniken te eten ( wat de pot schaft)

Aan te raden voor iedereen die overspannen is of dreigt te raken..:je komt er helemaal tot rust. Voor € 3 per nacht, dus voor de prijs hoef je het ook niet te laten. Nepal is sowieso een erg goedkoop land; voor € 10 per dag heb je een redelijk hotel en kun je de hele dag uit eten. Dat is vast eén van de redenen dat er nog veel echte hippies zijn…. En ach ja…. in Nepal is de moderne tijd ( he-laas…) ook doorgedrongen Zit je met drie Nepalesen in een te krap bakje op een olifant die door de jungle loopt, (ze vertelden dat er dan een grote kans is dat je wilde dieren ziet) gaat er opeens een mobiele telefoon af en hoor je de man hard praten in zijn telefoon..en als hij klaar is gaat de mobiel van z’n vrouw over…en die kletst nòg langer en harder. Heel absurd, zo’n ringtoon midden in de jungle en de rest laat zich raden….geen wild beest gezien. Die zaten ons vast achter een struik heel hard uit te lachen….. Namaste: Annet van Zeijst

Page 64: Carillon

63

Vergadering

ze zegt: “wat wordt er veel gepraat, veel vergaderd, door zoveel mensen. dat vergt toch kostbare tijd”. iemand antwoordt: “je moet soms met veel mensen van gedachten wisselen om de zaken zo goed mogelijk te laten verlopen”. ze reageert: “dat zal dan wel. maar als ik het moeilijk heb, heb ik maar één hand nodig, die de mijne vasthoudt”. Dieneke Hendriks

Page 65: Carillon

64

Wim Abbenhuis

Page 66: Carillon

65

Over Heinrich Wilhelm Kohlmann, HAWEKO en andere verhalen

Een interview met Wim Abbenhuis, in vroegere tijden timmerman van Insula Dei en later vrijwilliger van de winkel

Aanleiding voor dit interview was een briefje van Wim Abbenhuis dat ik in mijn laatje vond. Wim schreef dit briefje naar aanleiding van het artikel van Henk Goudappel over de histo-rie van Huize Kohlmann. Omdat Wim al heel lang in Velp woont, kan hij zich Heinrich Kohl-mann nog goed herinneren. Alle reden dus om een afspraak met hem te maken. Het was even zoeken naar het nieuwe appar-tementencomplex waar Wim en zijn vrouw Willemien sinds twee jaar wonen. Eenmaal binnen was het een vreugdevol weerzien met hen beiden. Wims mobiliteit is zwaar afgeno-men sinds hij vorig jaar problemen kreeg met zijn heup. Dit is ook de reden geweest dat hij moest stoppen met zijn vrijwilligerswerk in de winkel. Daarnaast bracht hij nog vaak bewo-ners naar het ziekenhuis. Dit alles kan nu niet meer. “Ik mag niet klagen hoor,” zegt Wim vanuit zijn sta opstoel: “Ik ben verder nog heel gezond.” Ook zijn geheugen laat hem niet in de steek. Hij vertelt met smaak over vroeger toen hij in dienst was van Insula Dei. Hij heeft de tijd van het Kloosterverzorgings-huis nog meegemaakt. Wim is nu 84 jaar. Net als zijn vader is hij ook timmerman geworden. Daar bleef het niet bij; net als zijn vader destijds heeft hij ook een bestuursfunctie gehad bij een kleine woning-corporatie in Velp. Zijn vader grossierde op latere leeftijd in onderscheidingen. Zo kreeg hij de hoge onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifice van de Paus en een Koninklijke on-derscheiding en was hij ereburger van de ge-meente Rheden. “Ik zie die versierselen nog zo op zijn kist liggen, op een kussentje.” Wim wilde eigenlijk bakker worden. Dat von-den ze in de familie, waar bijna iedere man timmerman was, geen goed idee: “Man, daar is geen droog brood mee te verdienen!”, werd hem te verstaan gegeven. Zo van: hoe haal je het in je hoofd. Goed, Wim werd timmerman. Na een aantal jaren, hij was toen 40 jaar, en werkelijk van alles gedaan te hebben in de bouw, had Wim wel zin aan iets anders. “Altijd die kou en en zo.. Ik zei tegen Wille-

mien: ik zou wel in een of andere instelling willen werken. Kan me eigenlijk niet schelen wat, misschien is er wel ergens iets te vin-den.” Hij werd op zijn wenken bediend, want een tijdje later stond er een advertentie van Insula Dei in de krant: ze zochten een tim-merman. Wim solliciteerde en kreeg drie we-ken later een formulier waarop hij nog aan-vullende gegevens moest verstrekken. Dit was al helemaal niet wat hij verwacht had; hij dacht dat je voor zo’n baantje toch zeker wel een ‘kruiwagen’ nodig had. Schijnbaar waren ze toch geïnteresseerd. Na weer drie weken kreeg hij een oproep om te verschijnen bij meneer Vink, de econoom van het Klooster-verzorgingshuis. Er waren nog twee andere kandidaten overgebleven, kwam hij te weten. Meneer Vink gaf hem een hand en zei: “Meneer Abbenhuis; wij weten eigenlijk alles van u!” “Dan heeft de recherche zijn werk goed gedaan.”, sprak Wim. Meneer Vink vond het alleen bevreemdend dat hij geen informa-tie had over de huidige werkgever van Wim. Of Wim bezwaar had dat hij contact opnam met zijn baas. Dat vond Wim prima. Bij het weggaan schudden beide heren de handen en meneer Vink sprak toen: “Ik geloof niet dat wij elkaar voor het laatst gezien hebben.” Tot verdriet van Wims baas werd hij aangeno-men bij Insula Dei, in die tijd nog een volledig Kloosterverzorgingshuis. Er woonden zo’n 120 zusters. Het was 1968. Behalve timmeren deed Wim alle voorkomende werkzaamheden. Het was een leuke tijd en Wim haalt nog wat herinneringen op. Er werd door Insula Dei in die tijd niets weggegooid. Was een oude stoel kapot dan werd het gerepareerd en helemaal opnieuw geschilderd. Daar kon een medewer-ker soms wel twee dagen over doen. Alles be-ter dan wegsmijten… Soms moest hij bij ie-mand komen om een spijkertje in de muur te slaan. Zelf heeft hij wel eens gedacht dat het toch meer ging om de sociale contacten dan om dat ene spijkertje. Ook is hij nauw betrok-ken geweest bij de personeelsvereniging OVID (Ontspanningsvereniging Insula Dei).

Page 67: Carillon

66

Wim stopte op zijn 59e jaar, na een hartaan-val gehad te hebben. Dat was in 1986. Vanaf die tijd is hij zich intensief gaan bezighouden met het vrijwilligerswerk en het bestuur van de Woningstichting. Bij Insula Dei heeft hij de start van de winkel nog meegemaakt; die was toen nog in de kelder ingericht. Stel je voor: de oudere bewoners moesten dan een hoge trap op en af… We komen nu ter zake en spreken over zijn herinneringen aan Heinrich Wilhelm Kohl-mann, door de bevolking Jan Eenarm ge-noemd. Uiteraard vanwege het ontbreken van een arm. Wim weet nog dat hij woonde in het pand waar nu juwelier Paul van Zeeland zijn zaak heeft, in Velp. Zijn HAWEKO winkel was gevestigd in de Hoofdstraat. Deze winkels, er waren er verspreid door het land meerdere, waren een soort Winkel van Sinkel: je kon er letterlijk alles kopen. Dat ging van potten en pannen tot andere huishoudelijke zaken. Ga-lanterieën noemde men dat. In het artikel van Henk Goudappel werd al aangeroerd dat HWK zuinig was. Dat kan Wim Abbenhuis beamen. In Velp woonde destijds een Volendamse vis-boer die jaarlijks in moest schrijven voor het leveren van één zoute haring dagelijks en wel te bezorgen bij de villa om 9 uur ’s morgens. Kwam de bezorger (Kul van Gein) vijf minu-ten te laat, dan kon hij de haring weer mee-

nemen. Ook kocht HWK bij een touwfabriek vaak enkele bossen touw dat vreselijk in de war zat. Als hij dan op gezette tijden naar Maastricht ging om aardewerk in te kopen, dan nam hij twee medewerkers, achter in zijn vrachtwagentje, mee om het touw onderweg te ontwarren. De restjes touw werden weer keurig opgerold en in zijn HAWEKO winkel verkocht. Zo had hij dan in ieder geval de reis er al weer uit. Verder niets dan goeds over deze man, die de oprichter was van het huidi-ge Huize Kohlmann. Wim heeft gehoord van het overlijden van meneer Th. F. Bluemer, 18 februari op 100-jarige leeftijd. Gelukkig heeft hij een tijdje geleden nog afscheid van hem kunnen nemen. Ondanks dat Wims mobiliteit te wensen over-laat en hij een rolstoeltaxi in moet schakelen als hij nog eens ergens naar toe wil of moet, wil hij toch dit voorjaar nog een bezoek bren-gen aan Insula Dei en dan ook nog eens over het landgoed Rennen Enk gaan. Hij kan zich er nu al op verheugen. Henny de Mönnink

Wim Abbenhuis

De OVID (Ontspannings Vereniging Insula Dei) op een bijzonder gezellig sportevenement.

Page 68: Carillon

67

Vertrouwenspersoon Bewoners

Als u het woord Vertrouwenspersoon leest denkt u misschien wat is dit nu weer voor ie-mand? Graag wil ik u daar iets over vertellen. Het is alweer enige tijd geleden dat ik begonnen ben als Vertrouwenspersoon in Insula Dei en sinds kort ook in Huize Kohlmann. Door mijn werk in het Ouderenpastoraat heb ik in de loop van de jaren veel contact gehad met ouderen. Wat mij boeit in mensen is de wijze waarop zij in het leven staan. Vooral oudere mensen met hun levenservaring en – wijsheid weten daar dikwijls hele mooie dingen over te zeggen.. Hun ervaringen en hun manier van omgaan met wat het leven biedt en geboden heeft, zijn niet alleen boeiend maar ook leerzaam. Ze gaan over vreugde en verdriet, over mo-gelijkheden en onmogelijkheden die ieder mens kent. en meemaakt. Daarnaast heb ik ervaren dat het mensen goed kan doen om daar met iemand over te praten. Daarom wil ik als vertrouwensper-soon graag met u in gesprek. In de afgelopen tijd heb ik alle nieuwe bewoners van Insula Dei, binnen 6 weken na hun komst, bezocht. Zij vertellen mij hoe het met hen gaat. Hoe zij de overgang van thuis of vanuit van zieken-huis, naar zorginstelling ervaren. Dat is niet altijd even gemakkelijk hoor ik.. Oud, écht oud worden is een gave maar vaker nog een opgave. Afhankelijk worden evenzo.

Dat is voor niemand fijn. Loslaten van het ou-de vertrouwde is moeilijk en vraagt tijd.. Toch zijn er velen die blij zijn dat zij geen zor-gen meer hebben over hun dagelijkse zorgen als de boodschappen doen, het huis op orde houden, het eten bereiden en ga zo maar door. Het is zeker geen gesprek alleen over het ver-leden. Belangrijker is te kijken hoe het nu met u gaat. Wat betekent het voor u te wo-nen in Insula Dei?. Wat komt u tegen en waar hebt u vragen over?Bent u tevreden over de zorg die u ont-vangt? Zijn er dingen waar u aan moet wennen en hoe doet u dat? Krijgt u voldoende aandacht voor uw verhaal Hierover en over nog veel meer kunnen we samen praten. De gesprekken vinden plaats in een vertrou-welijke sfeer en dat betekent dat het een ge-sprek is tussen u en mij. Als vertrouwensper-soon heb ik mij verplicht tot geheimhouding. U kunt mij bereiken op mijn mobiele nummer 06 10 98 53 59. U kunt dan uw naam en uw telefoonnummer inspreken. Ik bel u dan zo gauw mogelijk terug voor ver-dere afspraken. Marijke Wasser-Westerman

Page 69: Carillon

68

SLEUTEL-ROL

Heb onlangs een vreselijke avond beleefd op mijn werk. De opmaat hiervoor was een paar dagen daarvoor, waarop John, onze leidinggevende, ieder van ons gemaand had, niet meer in het grote magazijn te komen. "Er wordt door jullie teveel tussendoor 'geshopt', waardoor het onduidelijk is wat er wél en níet meer aanwezig is. Daardoor ont-breekt het overzicht voor degene die de be-stellingen doet. Dus vanaf dit moment mag niemand daar meer komen - gewoon iedere maandag een bestelformulier gebruiken en bij mij inleveren." Ik moest wel: er was namelijk beslist koffie-melk in cupjes en thee nodig voor 't perso-neel, om aan te vullen. Dus ik naar de recep-tie, tegen een uur of half 4, sleutel meegekre-gen, spullen gehaald uit het magazijn, naar 't restaurant gebracht op een karretje.. En daar gebeurde het.. Er kwam iets tussendoor - het verplaatsen van een magnetron. Een loeizwaar ding. Ik wilde mijn jonge colle-ga Nick daarmee helpen; legde de sleutel even weg. Nick leek het echter handiger het zware apparaat in z'n eentje te plaatsen. Het ding paste precies daar waar ik hem gedacht had! Zijn natuurlijke en perfecte plaats. Het werk liep lekker door, Nick ging om half 5 naar huis; ik kreeg 3 gasten met een verjaar-dagsmaaltijd. Het liep allemaal goed - ik be-gon er zelfs over te denken een half uurtje eerder naar huis te gaan. Totdat .. totdat Antoinet van de receptie rond 20 uur kwam vragen om de sleutel van het magazijn .. "Jemig, waar is die sleutel!? Waar heb ik die in vredesnaam neergelegd..?" sprak ik hard-op. En begon op allerlei plekken die ik me herin-nerde - en dat waren er vele - te zoeken. Ik voelde dat de sleutel niet weg was. Nog meer handelingen, en dus nog meer plekken kwamen weer tot leven. Ik volgde alle mogelijke sporen. Zelfs de onmogelijke. Antoinet kwam mij vanaf half negen meehe-pen met zoeken. "Hoe was dat rijmpje ook weer - "heilige An-tonius .. ehmm, effe denken hoor .. heilige Antonius, beste vrind, zorg dat ik mijn sleutel vindt - já, zo was 't!" riep ze uit.

Ik hoorde haar rommelen op andere plekken, terwijl ze dit rijmpje maar bleef prevelen. De paniek had een dusdanig niveau bereikt dat ik begon te huilen.. "John heeft nog zó een paar dagen geleden gezegd dat we niet meer in het magazijn mochten komen - ik ben nu dúbbel de klos .. en alle afwas staat er nog .." Ik kón gewoon niet meer denken. Alle plekken zocht ik opnieuw af. Antoinet opperde de mogelijkheid dat ik de sleutel had laten vallen in 1 van de vuilnisbak-ken.. Ik pakte de grootste vuilniszak die we heb-ben; een ding van meer dan een meter lang en ongeveer 80 breed. Haalde diep adem (ik voelde dat dàt niet ge-beurd was, maar ja, Antoinet hielp zo trouw mee.. ik deed 't meer voor haar), en leegde de inhoud van de eerste van de 4 (!) zakken. 1 voor 1 pakte ik verfrommelde placemats en legde ze verderop op de blauwe reuzenzak. Graaide en groef tussen smurrie van gekookte stukjes rode biet, aardappelpu-ree .., doperwten sprongen alle kanten op. Geen sleutel. Zo ondergingen vier zakken dezelfde behan-deling. En steeds dacht ik maar: "Ik heb 'm op een randje gelegd, iets hoger.. ik weet zéker dat ik 'm op een randje heb gelegd." Nog een keer allerlei randjes betast en beke-ken: niets. Na een uur zonder resultaat, legde Antoinet haar handen op mijn schouders en zei duide-lijk: "Catharina, nu moet je ophouden - maak je werk af, denk nu niet aan de sleutel; die wordt misschien morgen door een collega ge-vonden.. Heus - haal nu diep adem!" Ik stak mijn handen in oosterse bidpositie naar boven en jammerde: "Ooh, laten de goden mij genadig zijn - dat de sleutel gevonden wordt vóór aanstaande dins-dag, want dan is John er weer..!" Ik maakte nasnikkend mijn werk af, verbood mezelf op de klok te kijken, mocht van mezelf niet meer (stiekem toch) zoeken.. Tegen 10 uur ‘s avonds ontdekte ik ook nog dat de afwasmachine overliep.

Page 70: Carillon

69

Ik trok de deur naar me toe en naar beneden - een dunne golf waswater gleed over de plat openliggende deur en klaterde op de vloer. Dat was reden om opnieuw te gaan hui-len; gelukkig duurde dat maar even - ik moest toch ook verder. De werkachterstand was opgelopen tot kwart over elf: het tijdstip waarop ik eindelijk de lichten kon uitschakelen. Met kleefwangen van opgedroogde tranen liep ik naar de receptiebalie om daarachter de res-taurantsleutel terug te hangen in het centrale sleutelkastje. Ik opende het deurtje; m'n hand met de restaurantsleutel ging in een au-tomatische beweging naar de plek rechtsbo-ven aan het bord. Maar - daar hing een sleutel - de plaats was bezet. Het drong niet tot me door. Ik bekeek het label van de plaatsbezetter - tot m'n ver-

bijstering las ik ‘magazijn’.. "Dit is bizar - dit is bizár," riep ik in de lege hal uit. "Dit is écht B I Z A R .." De verloren sleutel pakte ik van het haakje, bleef er geruime tijd naar staren, draaide hem nog eens om, en om .. en hing 'm toen op z’n eigen, open plaats. Langzaam, bijna plechtig. Tot twee keer toe, na afsluiten van het kastje, opende ik het opnieuw: ik móest mezelf over-tuigen. De verloren sleutel hing daar…. echt. Catharina van Ommen

Page 71: Carillon

70

Het Landgoed Rennen Enk Periodieke berichtgeving over de activiteiten van Stichting Beheer Insula Dei

Page 72: Carillon

71

Periodiek bericht over de werkzaamheden Van Beheer ID op het Landgoed Rennen Enk

We bevinden ons weer in het kantoor in de fraaie villa Rennen Enk om weer eens bij te praten met de beheerders van ons landgoed, vertegenwoordigd door mevrouw Jozé Jans-sen . Wat is de stand van zaken wat betreft onderhoud en verbeteringen op het landgoed en van de gebouwen. Nadat het hypermoder-ne koffiezetapparaat met een knalletje ken-baar maakt dat de koffie gezet is, zetten wij ons aan haar tafel. Jozé Janssen had mij al een nieuwsbulletin gestuurd, dus dat gebruiken we maar mooi als leidraad voor het gesprek. Allereerst ver-telt Jozé dat de witte boerderij op het land-goed opgeleverd is. Dit alles volgens planning. Weliswaar is het schilderwerk buiten nog gaande, maar Ad, Willeke en Amber kunnen binnenkort weer terugkeren van hun verblijf in Stellen Enk. “Bepaald geen beroerde plek om te wonen, maar er gaat niets boven onze boerderij.”, zo vertelde Ad Broekhuis mij Er is een nieuw pad gelegd vanaf de brug richting de Heemtuin en er wordt binnenkort ook nog een bankje geplaatst. De bewoners zijn er heel enthousiast over. Ook is er een nieuwe trap aangelegd naar de oude pergola aan de noordzijde. Vroeger was er zo’n trap, maar die is, mede door de nieuwbouwwerk-zaamheden in onbruik geraakt. De bestrating onder de mooie oude pergola is tevens her-steld. Op het landgoed bevinden zich twee prieeltjes ( theehuisjes, zo u wilt). Het prieeltje tegen-over Mariën Enk wordt verder opgeknapt. Wat het andere betreft: dit was voorheen in gebruik als meditatieruimte. Nu willen wij we-ten of u ideeën heeft voor het gebruik van dit huisje. Misschien weer een meditatieruimte of meer een open prieel, of zou een andere plaats voor dit huisje beter zijn? Als we van u de nodige input krijgen, dan kunnen we dit in onze overwegingen meenemen. U kunt ons dit kenbaar maken door een e-mail te zenden ( [email protected] ) of een briefje in

de bus te doen bij het kantoor van Stichting Beheer Insula Dei op Rennen Enk nummer 10. De bouwweg, vanaf de Velperweg richting de achterzijde van Insula Dei, is weer een geheel met de natuur eromheen. Op sommige plaat-sen is extra verharding aangebracht rondom het gebouw, dit voor hoogwerkers e.d. die ingezet kunnen moeten worden bij eventuele calamiteiten. Dit op verzoek van de brand-weer. We gaan nu ook de oude fietsenstalling opknappen. Daar is ook al jaren niets meer aan gedaan. Op het ronde en vierkante ge-bouw van het complex ‘Stellen Enk’, is de naam aangebracht. De lange gang van Insula Dei naar Mariën Enk is opgeknapt, fris geschilderd en kan weer een tijd mee. Overigens is hier plaats voor wellicht een expositie of wat vast werk om neer te hangen, hier zijn ideeën over en uit-voering hiervan gaat ook via Beheer. Ook is er al gestart met het buitenschilder-werk van Mariën Enk en Velper Enk. Op verzoek van de Vereniging van Huurders heeft er een oefening en een toelichting op de brandveiligheid van het gebouw plaatsgevon-den. Dit werd goed bezocht en gaf interessan-te informatie aan onze huurders. Het is misschien een aanrader om eens de site: www.landgoedrennenenk.nl te bezoe-ken. Hier worden de activiteiten van Insula Dei Beheer nog eens voor het voetlicht ge-bracht. Al met al is er veel gedaan en zit er voor nog veel meer in de planning: “Dit jaar wordt een druk jaar voor ons”, belooft Jozé Janssen.

Henny de Mönnink

Page 73: Carillon

72

Page 74: Carillon

73

Een verkenning van de recente geschiedenis van Insula Dei en Huize Kohlmann

onze leefomgeving (aflevering 4)

Regina Pacis, dat aan de overkant van de Velperweg al twee maal een geheel nieuw verpleeghuis en reva-lidatiecentrum tot stand bracht. Dat Regina Pacis was vanouds nog veel inniger met In-sula Dei verbonden dan Huize Kohlmann. Want, het mag misschien verbazing wekken, maar ondanks de ongetwijfeld celibataire in-borst van Insula Dei heeft zij toch in de loop van de tijd een aantal dochters voortgebracht, zoals het verpleeghuis Regina Pacis, de school met internaat voor schipperskinderen (Stella Maris) en de verschillende al genoemde on-derwijsverbanden in de stad. We hebben al gememoreerd (afl.2) :Regina Pacis werd de naam van het verpleeghuis dat in 1955 als onderdeel van het nieuwe Insula Dei complex werd gebouwd op het Landgoed Rennen Enk, voor 101 patiënten (want zo heetten die in die tijd nog). Er was een vrou-wen- en een mannenafdeling. Het stond op de plek waar nu gebouw Zuid van Insula Dei staat. In het midden van de 60er jaren ontstaat er binnen ID als kloostergemeenschap en zorg-centrum weer ruimtetekort en besloten wordt om aan de overkant nu maar een geheel nieuw verpleeghuis Regina Pacis te bouwen. Dat komt op de plek waar sedert 1880 een indrukwekkend Kurhotel in een prachtig park (Vogel en Plantentuin) was gebouwd, dat het echter toen niet lang uithield. Want in 1893 werd het hotel alweer gesloten en werd het een psychiatrisch “gesticht” als dependance van het “Sanatorium voor Zenuwzieken” in Presikhaaf. Dit “filiaal” was, als “Inrichting 1e Klasse” bedoeld voor wat men toen nog “gegoede” patiënten noemde. In de wervings-advertenties werd nadrukkelijk vermeld dat krankzinnigen niet werden opgenomen !. In-

1912 werd het gebouw verkocht aan de con-gregatie van de (strenge) Zusters van het Heilig Hart (Sacré Coeur), omdat er een nieuw paviljoen bij het Presikhaafse sanatorium werd gebouwd. Het complex wordt nu ook aangeduid als Sacré Coeur en ingericht als klooster, alwaar de zusters in 1913, komend vanuit Nijmegen, hun intrek nemen. Ook aan dit klooster waren onderwijsvormen verbonden, zoals in 1929 een kostschool en naaischool en in 1940 een lyceum. In de oorlog werd het gebouw (gedeeltelijk) gevorderd door de Duitse bezetter, om hier een groep dames, die werkzaam waren in het bunkercomplex Schaarsbergen te huisves-ten. De zusters trokken nu naar Vaals, maar met het vaste voorrnemen om terug te keren, als de tijden weer beter waren geworden. In 1945 werd in het gebouw voorlopig het ge-meentehuis van Arnhem gevestigd en later werd het onderkomen van de politieschool. Na de verwoesting van Insula Dei in de bin-nenstad vonden echter in dit gebouw in 1946 ook een deel van de zusters en van de bewo-ners van ID (totaal 351 personen) een tijde-lijk onderdak. Zoals we al hebben gehoord : ook zij met een vast voornemen : n.l. om weer zo snel mogelijk naar een nieuw te bou-wen Insula Dei in de binnenstad terug te ke-ren. Want men vond dat dit tijdelijke onder-komen toch wel erg ver buiten de vertrouwde binnenstad lag….. Maar dat wende toch al gauw en de parkachtige omgeving bleek wel heel erg aantrekkelijk ! Omdat de zusters van Sacré Coeur echter nog steeds van plan wa-ren om weer terug te keren naar Arnhem ging men niet in op het voorstel van de regenten van ID om het complex aan Insula Dei te verkopen, om aldaar een nieuwe en definitie-ve vestigingsplaats te vinden . Zoals we al eerder zagen slaagden de ID re-

In de beide voorgaande afleveringen hebben we de recente geschiedenis weergeven van de oorspronkelijk zelfstandige instellingen Insula Dei en Huize Kohlmann, die uitliep op een fusie. Maar er waren ook ooit hecht verbonden onderdelen die, om uiteenlopende redenen, een ei-gen weg gingen en zich verzelfstandigden. In het voorgaande hebben we al gezien dat het complex “aanleunwoningen” van Huize Kohlmann in een afzonderlijke stichting werd opge-nomen. Bij Insula Dei is er sprake van een hele reeks verzelfstandigingen. Allereerst van de (vele) scholen in de stad die deel uitmaakten van ID. Maar ook kwam er een scheiding tot stand van verzorging en verpleging van ouderen. Dat is het verhaal van :

Page 75: Carillon

74

genten er echter in om in 1949 het eveneens aan de Velperweg gelegen Landgoed Rennen Enk te kopen om hier het nieuwe Insula Dei te vestigen. Een nieuw “eigen” verpleeghuis Re-gina Pacis werd als onderdeel daarvan in 1955 gebouwd. De zusters van Sacré Coeur keerden echter nooit meer terug en uiteindelijk viel voor het inmiddels verouderde gebouw Sacré Coeur het doek. Het grote complex komt in handen van een Amsterdamse projectontwikkelaar en wordt in 1969 gesloopt. Het terrein blijkt een optimale vestigingsplaats te kunnen worden voor de bouw van het nieuwe en grotere Re-gina Pacis verpleeghuis, dat op Rennen Enk te veel ruimte zou vereisen. In 1974 wordt het nieuwe verpleeghuis op zijn nieuwe locatie geopend. Blijvende herinnering aan het gesloopte mar-kante bouwwerk zijn de tien gietijzeren ko-lommen uit de sloop van de kapel van Sacré Coeur, de vroegere concertzaal van het hotel, die thans als pergola staan aan de noordzijde van gebouw Noord op ons landgoed. Een sfeervol plekje dat juist in dit voorjaar ge-renoveerd wordt om weer uitnodigend deel uit te maken van de directe omgeving van het noordelijk deel van Insula Dei.. Het nieuwe Regina Pacis bleef overigens nog

wel geruime tijd, onder één bestuur, deel van Insula Dei. Eerst in 1980 wordt RP zelfstan-dig, zoals het trouwens een inmiddels al 25 jarige dochter toch wel betaamd. Het onder-scheid en het verschil in eisen die de overheid ging stellen tussen de ouderenverzorging en -verpleging waren aan het besluit tot verzelf-standiging niet vreemd. Een hier en daar toch wel verwachte fusie kwam niet tot stand en zoals reeds eerder op-gemerkt : Regina Pacis besloot zich aan te sluiten bij de regionale zorgverlener Attent. Maar helemaal loslaten konden ze elkaar nog niet. Want als zich in de nieuwe eeuw voor beiden weer een periode van vernieuwing, sloop en uitbreiding aftekent word er de reeds vermelde afspraken tot intensieve wederzijdse hulp bij de opeenvolgende nieuwbouw van zowel ID (2009) als van RP (2011) gemaakt. Maar, zoals we al zagen, ontstond er door de-ze uitwisseling echter ook een moeilijk te overziene “menging” van zowel cliënten als van personeel van resp. ID en RP. Eerst per 1 Januari 2011 kon deze probleemsituatie for-meel worden ontrafeld. In totaal 68 cliënten, met de daarbij betrokken medewerkers gin-gen deel uitmaken van Insula Dei en daarmee had ID weer een eigen verpleegafdeling in huis. Het overnamecontract voorziet er in dat nog enige jaren de medische begeleiding en

Deze overbekende Arnhemse prentbriefkaart (Foto J.Ephraim) toont ons het trotse Kurhotel uit 1883, dat na 10 jaren alweer ‘Sanatorium voor Zenuwzieken’ werd en rond 1912 klooster Sacré Coeur. De nog jong aangeplante parkomgeving is de beroemde Vogel- en Plantentuin, waarvan de toen nieuwe vijverpartijen ook nu nog de kern van een dichtbegroeid park uitmaken. Op de plek van het imposante gebouw werd na 1969 tot tweemaal toe een nieuw Regina Pa-cis gebouwd.

Page 76: Carillon

75

verantwoordelijkheid berust bij verpleeghuis-artsen van Regina Pacis (Attent). Dat de toenemende vraag en intensiteit van zorg beantwoord moet worden door een voortdurende schaalvergroting binnen de sec-tor, met steeds weer nieuwe fusies, begint (gelukkig) bedenkingen op te roepen. Kan men voor een dergelijke opvatting bij b.v. het bedrijfsleven nog begrip opbrengen, in de meer sociaal gerichte sectoren roept deze “trend” toch vele bedenkingen op. Het mogelijk antwoord ligt, voor zover wij kunnen overzien, veel meer in allerlei vormen van intensieve samenwerking en uitwisseling tussen in ons geval de zorginstellingen. Moge-lijk dat aan de Arnhemse Velperweg in het daar ontstane zorgcluster van Insula Dei, Vreedenhoff, Regina Pacis (en waarom ook niet Bronbeek) innovatieve samenwerkings-verbanden kunnen worden gesmeed, die rich-tinggevend zullen zijn voor de toekomst van de Zorg in Nederland… Moeder en Dochter kunnen daarin wellicht een inspirerende rol

vervullen ! Hendrik M. Goudappel

N.B. :Juist bij het afsluiten van deze af-levering blijken er zeer recent twee heel interessante studies te zijn verschenen over het stukje Arnhemse geschiedenis, waar het ook in deze bijdrage om gaat. Ik vermeld ze graag en beveel ze voor geïnteresseerden warm ter lezing aan : M.R.Potjer en A.P.J.Jeurissen m.m.v. A.C.S. Wolters van der Weij : De Velper-weg ; een Arnhemse weg in de tijd van de paardetram. Arnhemse Monumenten-reeks 26, Utrecht 2011. A.C.S. Wolters van der Weij : De Planten- en Vogeltuin en het Sanatorium Arn-hem, in : Arnhems Historisch Tijdschrift, Jrg. 31 (2011) , nr. 4, p.157 - 176

De oude Pergola

Page 77: Carillon

76

COLOFON

REDACTIE Bart Langeveld

Elly Ligtvoet-Raben Anne Marie van Loon-Hoefsloot

Henny de Mönnink Catharina van Ommen

INSULA DEI HUIZE KOHLMANN

Organisatie voor Wonen, Zorg en Dienstverlening e-mail Insula Dei: [email protected]

email Huize Kohlmann: [email protected]

Fotografie, interviews, ontwerp cover en opmaak: Henny de Mönnink

INFORMATIE OVER DE STICHTING ‘VRIENDEN VAN INSULA DEI wzd’:

Rekeningnummer 84.82.63.006, t.n.v. St. ‘Vrienden van Insula Dei’

Bezoekadres: Velperweg 139 Postadres: postbus 9011, 6800 DN ARNHEM

Telefoon: 026 369 79 89 E-mail: [email protected]

Website: www. insuladei.nl

TELEFOONNUMMER VERTROUWENSPERSOON BEWONERS: 06 10 98 53 59

Niets uit deze uitgave mag, zonder uitdrukkelijke toestemming van Insula Dei Huize Kohlmann, Organisatie voor Wonen, Zorg en Dienstverlening, gebruikt cq. vermenigvuldigd worden.

De redactie dankt iedereen voor zijn of haar bijdrage aan deze uitgave. Tevens behoudt de redactie zich het recht voor tot inkorten, aanpassen of niet plaatsen

van kopij zonder opgaaf van reden.